Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

8
Serious Ambtenaar Help mee aan het werkbaar maken van de CAO van de Toekomst 31 mei 2013

Transcript of Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

Page 1: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

Serious AmbtenaarHelp mee aan het werkbaar maken van de CAO van de Toekomst31 mei 2013

Page 2: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

1. Inleiding

In het kader van de actie “Serious Request” hebben in 2011 de finalisten van de verkiezing “Jonge Ambtenaar van het Jaar” het voortouw genomen om ook als overheidssector een bijdrage te leveren aan de goede doelen die hierbij gesteund worden: Serious Ambtenaar. In 2012 is dit succesvolle initiatief herhaald. Opdrachtgevers uit de publieke sector kunnen een opdracht ‘inkopen’ voor een vast bedrag wat naar het goede doel gaat. Ambtenaren kunnen zich vrijwillig twee dagen inzetten om deze opdrachten uit te voeren. In 2012 zijn maar liefst 28 opdrachten binnengehaald en hebben 361 ambtenaren zich opgegeven om mee te helpen. Dit heeft gezorgd voor een bijdrage aan Serious Request van € 141.087,02!

Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG) heeft als opdrachtgever twee opdrachten ingekocht, waaronder de opdracht om mee te denken over de CAO van de toekomst. En dan met name hoe het onderdeel “mobiliteit” daarbinnen vorm gegeven kan worden. Dit rapport is als volgt opgebouwd: allereerst wordt kort geschetst wat de aanleiding is van de opdracht. Daarna wordt toegelicht op welke wijze deze opdracht is aangepakt en welke discussies hierbij zijn gevoerd. In hoofdstuk 4 wordt de door ons opgestelde visie geformuleerd, waarbij we deze in hoofdstuk 5 hebben vertaald in een aanzet voor te gebruiken CAO-teksten.

Tot slot willen we onze opdrachtgever en contactpersonen bij de VNG, Sietske Pijpstra, Nicolette Piekaar en Paul Dubois, bedanken voor deze opdracht en de medewerking. Ook bedanken we alle P&O-ers en andere collega’s die ons van tips en suggesties hebben voorzien!

2. Aanleiding

In de CAO-akkoorden 2009-2011 en 2011-2012 zijn reeds diverse teksten gewijd aan de totstandkoming van de CAO van de toekomst. De onderhandelingspartijen (VNG / College van Arbeidszaken en de vakbonden) willen komen tot een aantrekkelijke CAO voor de sector gemeenten. Een CAO die bijdraagt aan een versterking van de positie van de sector op de arbeidsmarkt en die aansluit bij de wensen van werknemers en werkgevers. In de laatste Cao-teksten is daarom al aangegeven dat verder moet worden gesproken over modernisering van de afspraken inzake de beloning en over een individueel keuzebudget wat werknemers de ruimte geeft te kiezen voor geld, tijd of bijvoorbeeld een opleiding. In het visiedocument CAO van de toekomst is als een van de contouren voor de nieuwe CAO genoemd, het vergroten van arbeidsmobiliteit, zowel binnen de eigen sector als met andere (markt)sectoren. Vanuit die insteek was de VNG op zoek naar een antwoord op de vraag hoe ambtenaren meer mobiel konden worden en hoe dat in een CAO ondersteunt kan worden. Het gewenste eindresultaat is een tekst waarin de instrumenten, CAO-teksten en randvoorwaarden zijn genoemd.

3. Werkwijze

De opdracht is als volgt aangepakt:Als start op de eerste dag zijn de volgende activiteiten ontplooid:

- er is gebrainstormd over wat er onder mobiliteit kan vallen- we hebben in beeld gebracht welke beren op de weg er zijn voor zowel werknemers als

werkgevers om actief aan mobiliteit te werken

Page 3: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

- we hebben intern discussies gevoerd over het wel of niet verplicht stellen om na vastgestelde tijd van functie te veranderen en deze vraag ook via Twitter gesteld aan collega-ambtenaren en andere personen in het netwerk van gemeenteambtenaren

- er zijn instrumenten in kaart gebracht die de mobiliteit kunnen bevorderen

Tussen de eerste en tweede gezamenlijke dag:- hebben we de huidige CAR-UWO doorgenomen om te zien welke huidige artikelen de

mobiliteit belemmeren- hebben we enkele P&O-ers gevraagd om hun visie te geven op de mogelijkheden om via de

CAO de mobiliteit te bevorderen- zijn enkele concept CAO-teksten opgesteld

Met al deze ingrediënten is op de tweede gezamenlijke dag:- een samenvatting gemaakt van de informatie die tot en met dan was verzameld- een gezamenlijke visie op mobiliteit opgesteld- zijn op basis van die visie de conceptartikelen aangepast en enkele andere artikelen

opgesteld.

4. Ontwikkelde visie

In de CAO van de toekomst is de ambtenaar niet meer in dienst bij een gemeente, maar in algemene dienst bij de overheid. Hier vallen ook het rijk, de landsdelen en andere overheidsinstellingen w.o. waterschappen onder. De mobiliteit van ambtenaren is groot doordat de drempels zijn weggenomen. Als ambtenaar in algemene dienst heb je wel de zekerheid van een vaste baan met daarnaast flexibiliteit in je werk. Met de aanstelling in algemene dienst en de beschikbaarheid over een opleidingsbudget zijn al drempels in mobiliteit en flexibiliteit weggenomen. Om mobiliteit nog verder te vergroten zijn nog wel enkele horden te nemen.   Baanzekerheid in algemene dienst van de overheidBij steeds meer gemeenten ontstaan regionale samenwerkingsverbanden, uitvoeringsorganisaties en interim pools. Toch blijven medewerkers in dienst bij één organisatie en is overstappen naar een andere organisatie een forse stap. Om mobiliteit te vergroten adviseren wij alle medewerkers op te nemen in één overheidsdienst. Hierdoor worden drempels weggenomen om binnen overheden van werk te veranderen, meerdere functies te combineren of klussen te doen bij verschillende overheden. Voorbeelden van drempels zijn:- tijdelijke contracten bij verandering van gemeenten i.p.v. een vaste aanstelling - het niet aannemen van klussen bij andere gemeenten- geen terugbetalingsverplichting bij ''verhuizing'' Dit betekent een verdergaande uniformiteit in de functiewaardering en loongebouw. Dit zal mobiliteit vergemakkelijken.  Hieronder vallen ook reiskosten, toelages en uitloopschalen. Uniformiteit tussen de verschillende overheden vergemakkelijkt het wisselen van standplaats en werk. Er kan nog wel gedacht worden aan het toevoegen van een lokale menukaart vanwege verschillen tussen bijvoorbeeld stad en platteland en tussen groei- en krimpregio's. Flexibiliteit binnen je functieOm mobiliteit te vergroten hebben werknemers in het CAO van de toekomst de mogelijkheid om 20% van hun aanstelling flexibel in te vullen. Ze kunnen dit werk gerelateerd inzetten voor het doen van klussen bij hun eigen gemeente, andere gemeenten, overige overheidsinstellingen en in het bedrijfsleven. Zo krijgen ambtenaren ook de ruimte om andere werkzaamheden op te pakken. Binnen de jaarplannen die gemaakt worden moet deze ruimte in uren beschikbaar komen. Aangezien dit voor iedereen geldt blijft de totale ureninzet gelijk  

Page 4: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

Mobiliteit binnen het gesprek met je leidinggevende Minimaal eens per jaar bespreken ambtenaar en leidinggevende de mogelijkheid te wisselen van werk of functie. Dit zou voornamelijk een gesprek moeten zijn waarin het uitgangspunt is dat de werknemer mobiel  wordt en wisselt van werk/standplaats, een stage loopt of investeert in opleiding om mobiliteit te vergroten. Het behoud van de huidige functie moet goed beargumenteerd worden. Dit leidt (op termijn) tot een verandering van grondhouding over verandering van werk. Zo wordt er een 25 jarig jubileum bij eenzelfde organisatie nog steeds feestelijk stilgestaan en gezien als toonbeeld van ambtelijke loyaliteit. Tegelijkertijd is een ambtenaar die om de paar jaar van baan of werk veranderd nog te vaak een 'carrièrejager' en job-hopper.  Het bestaande persoonlijke ontwikkelbudget moet door de ambtenaar worden gebruikt om zichzelf interessant te houden voor verschillende functies binnen de overheden. Stilstand is achteruitgang. Persoonlijk mobiliteitsbudgetDit budget wordt beschikbaar gesteld aan iedere medewerker. Dit budget kan aangewend worden voor activiteiten die de mobiliteit vergroten. Dit kan zijn om een opleiding of extra reiskosten te betalen of om een tijdelijke lagere inschaling te compenseren. Het persoonlijk mobiliteitsbudget is een instrument om mobiliteit te vergroten. Om het gebruik hiervan te stimuleren, wordt dit budget jaarlijks toegekend en komt deze aan het einde van het jaar te vervallen. Er kan dus niet gespaard worden, tenzij werkgever en werknemer met elkaar een specifiek lange termijn doel voor dit budget vastleggen.

5. Concrete CAO-teksten

De bovengenoemde visie hebben we vertaald in (aanzetten) voor wijzigingen in de huidige CAO dan wel nieuwe CAO-teksten. Deze teksten zijn niet juridisch getoetst, maar hierin komt voldoende de insteek naar voren. Het is aan verdere deskundigen om deze aanzetten te verbeteren in echte CAO-teksten.

Wijziging:artikel 2:1a, lid 1 wijzigen: De aanstelling geschiedt in algemene dienst van de overheid, waarbij bij de aanstelling wordt aangegeven welke overheidsinstelling het bevoegd gezag van dat moment is Alternatief: artikel 2:4, lid 7 toevoegen: indien er sprake is van mobiliteit binnen de gemeentelijke (& provinciale) ( & rijksoverheid), wordt een vaste aanstelling door de nieuwe werkgever overgenomen.

Toelichting: veel mobiliteit wordt nu ontmoedigd doordat medewerkers over het algemeen geen nieuw tijdelijke contract aangaan als ze een vast contract hebben. Daarnaast is er verschil in de rechtposities tussen de diverse overheden. Door het creëren van één overheidsbrede werkgever worden deze belemmeringen opgeheven. Indien overheidsbreed nog een brug te ver is, kan worden gestart met één gemeentelijke werkgever (alle medewerkers in dienst van de VNG?) of het overnemen van elkaars vaste contracten als minimum.

Toevoegen:Artikel x Recht op mobiliteitlid 1: Arbeidsmobiliteit in de zin van deze CAO is: de mate waarin werknemers in staat zijn om binnen de arbeidsmarkt te veranderen van functie, werkgever, beroep, regio of sector of een combinatie van het voornoemde.lid 2: Iedere werknemer heeft het recht diens mobiliteit te vergroten. Hij draagt hier zelf de eindverantwoordelijkheid voor.

Page 5: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

lid 3: De werkgever is verplicht de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen om diens mobiliteit te vergroten, voor minimaal 20% van de voor hem geldende arbeidsduur. Met wederzijdse instemming tussen werknemer en werkgever kan dat percentage hoger worden vastgesteld.lid 4: De wijze waarop de werknemer diens mobiliteit wil vergroten wordt, met inachtneming van lid 3, overeenkomstig de wensen van de werknemer vastgesteld, tenzij gewichtige redenen zich hiertegen verzetten.

Toelichting: Mobiliteit is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf. De werkgever heeft echter wel de rol om dit mogelijk te maken. Elke werknemer heeft daarom het recht om minimaal 20% van zijn arbeidsduur te besteden aan activiteiten voor andere (overheids-) organisaties). Er wordt vanuit gegaan dat, over het algemeen genomen, deze investering t.z.t. weer terug komt bij de werkgever via opgedane kennis en competenties of via andere ambtenaren. Werknemer en leidinggevenden kunnen een hoger percentage afspreken.

Toevoegen:Artikel x+1: gesprek en verslaglegginglid 1: minimaal 1 maal per jaar hebben de werkgever en werknemer een gesprek over de mobiliteit van de medewerker. Dit gesprek wordt vastgelegd en toegevoegd aan het personeelsdossier van de medewerker.lid 2: Indien de werknemer geen actie onderneemt om diens mobiliteit te vergroten, zullen in het verslag diens beweegredenen worden vastgelegd. lid 3: Indien de werknemer diens mobiliteit wél wil vergroten, maar de werkgever besluit hier geen bijdrage aan te leveren, noch in tijd, noch in geld, dan worden de beweegredenen hiertoe ook vastgelegd in het verslag.

Toelichting: met dit artikel willen we bereiken dat de mobiliteit jaarlijks een vast onderwerp wordt van gesprek, al dan niet in combinatie met een functioneringsgesprek. Lid 2 en 3 stralen uit dat de norm is: “mobiliteit, tenzij”.

Toevoegen:artikel x+2: salaris bij mobiliteitIndien een medewerker in het kader van de in artikel x genoemde mobiliteit deels werkzaamheden aanvaard die in een andere functieschaal thuishoort, wordt de medewerker voor dat deel en de betreffende duur ingeschaald op basis van zijn/haar nieuwe werkzaamheden.

Toelichting: hierbij wordt het principe “boter bij de vis” gebruikt: als er een taak wordt uitgevoerd die in een hogere slarisschaal is gekoppeld, zouden die uren ook dienovereenkomstig beloond moeten worden. Aan de andere kant mag dan ook verwacht worden dat taken die lager ingeschaald worden, dan ook lager worden beloond. Hierbij is wel belangrijk dat dit alleen van toepassing is wanneer vrijwillig voor mobiliteit wordt gekozen en dat dit dus een bewuste keuze moet zijn (geen bezuinigingstactiek).

Toevoegen:Artikel 17:4 lid 7: bij het aanvaarden van een nieuwe functie binnen de overheid vervallen de terugbetalingsverplichtingen zoals bovengenoemd.Toelichting:Dit neemt een belemmering weg. Bovendien is de investering van de 'oude' werkgever niet verloren voor de overheid. En dit is dan ook weer een besparing voor een andere gemeente binnen diezelfde overheid. Per saldo mag je verwachten dat dit voor de hele sector ongeveer budgettair neutraal is.

RandvoorwaardenVoor een goede toepassing zijn de volgende randvoorwaarden van belang:

Page 6: Opdracht 18: Serious ambtenaar eindopdracht

- Elke gemeente werkt op basis van hetzelfde functiewaarderingssysteem (HR 21) (en loongebouw). Uitloopschalen uit faseren: beloning op basis van dienstjaren is geen bevordering van de mobiliteit.. een persoonlijke toelage (artikel 3:7:8) biedt voldoende mogelijkheden voor beloning op maat als de betreffende ambtenaar goed functioneert.

- 1 overheidsbrede regeling voor woon-werk verkeer om reisafstand geen drempel te laten zijn. Aan de andere kant beseffen we dat dit ook een van de onderwerpen is waarop een individuele gemeente verschil kan maken.

Colofon

Serious Ambtenaar – Opdracht 18 (VNG) is uitgevoerd door:

Peggie van VugtChantal van den HeuvelBaukje SimonsJoyce VercoelenElise NotenboomJan BellemakersMarijke HoekstraMarijn PrinsEwald StegengaInge de KortRenske LichtMonique Vermeulen

Opdrachtgever: Sietske Pijpstra, VNG / College van Arbeidszaken