Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en...

100
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 – 2016 Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en de accountant Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Babette Neirynck onder leiding van Prof. Dr. Patricia Everaert

Transcript of Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en...

Page 1: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

UNIVERSITEITGENT

FACULTEITECONOMIEENBEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR2015–2016

Onderzoeknaarhetvertrouwentussendebedrijfsleiderendeaccountant

Masterproefvoorgedragentothetbekomenvandegraadvan

MasterofScienceindeToegepasteEconomischeWetenschappen

BabetteNeirynck

onderleidingvan

Prof.Dr.PatriciaEveraert

Page 2: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR
Page 3: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

UNIVERSITEITGENT

FACULTEITECONOMIEENBEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR2015–2016

Onderzoeknaarhetvertrouwentussendebedrijfsleiderendeaccountant

Masterproefvoorgedragentothetbekomenvandegraadvan

MasterofScienceindeToegepasteEconomischeWetenschappen

BabetteNeirynck

onderleidingvan

Prof.Dr.PatriciaEveraert

Page 4: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

PERMISSION

Ondergetekendeverklaartdatdeinhoudvandezemasterproefmaggeraadpleegden/ofgereproduceerdworden,mitsbronvermelding.

BabetteNeirynck

Page 5: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

I

Woordvooraf De totstandkoming van dezemasterproefwas nietmogelijk zonder de steun en hulp van een aantal

personen.Ikwilgraagvandegelegenheidgebruikmakenomhentebedanken.

Indeeersteplaatswilikgraagmijnpromotor,prof.dr.PatriciaEveraert,bedankenvoorhaarkritische

kijkophetonderwerp,hetuitstekendeadviesendetijddiezevoormijkonvrijmakengedurendehet

afgelopen jaar. Daarnaast verdient ook Stefanie De Bruyckere een woord van dank, voor het ter

beschikkingstellenvanhaarinterviewsenvragenlijstinhetkadervanhaardoctoraat.

Indetweedeplaatsgaateenenormedankuitnaarmijnoudersomdatzijmesteedsdevrijheidgegeven

hebbenmijneigenkeuzestemaken.Dankzijhunfinanciëleenemotionelesteunkanikdezeopleidingaan

deUniversiteitvanGenttoteengoedeindebrengen.Tenslottewil ikookmijnvriendDavidbedanken

voorzijnonvoorwaardelijkesteun,motivatieenliefdedevoorbijevierjaar.

Page 6: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

II

Inhoudsopgave

Woordvooraf.......................................................................................................................................I

Inhoudsopgave....................................................................................................................................II

Lijstvangebruikteafkortingen...........................................................................................................IV

Lijstvanfiguren...................................................................................................................................V

Lijstvantabellen................................................................................................................................VI

1. Inleiding............................................................................................................................................1

2. Literatuurstudie................................................................................................................................3

2.1. Uitbreidingvandedienstenvandeaccountant.......................................................................3

2.2. Kenmerkenvanadditioneledienstverlening............................................................................4

2.3. Factorendiedevraagnaaradditioneledienstverleningbeïnvloeden.....................................6

2.4. Vertrouwentussendebedrijfsleiderendeaccountant...........................................................82.4.1. Definitievanvertrouwen...............................................................................................................82.4.2. Antecedentenvanvertrouwen......................................................................................................92.4.3. Vormenvanvertrouwen..............................................................................................................132.4.4. Impactvandeverschillendedimensiesopdeverschillendevormenvanvertrouwen...............172.4.5. Hoeontstaatvertrouwen?..........................................................................................................222.4.6. Hetresultaatvanvertrouwen......................................................................................................242.4.7. Conceptueelmodel......................................................................................................................25

3. Methodologie.................................................................................................................................26

3.1. Onderzoeksopzet....................................................................................................................26

3.1.1. Populatie......................................................................................................................................263.1.2. Steekproeftrekking......................................................................................................................263.1.3. Dataverzameling..........................................................................................................................263.1.4. Responsgraad..............................................................................................................................273.1.5. RobustnessCheck........................................................................................................................27

3.2. Maatstaven.............................................................................................................................28

4. Resultateneninterpretatie............................................................................................................31

4.1. Beschrijvendestatistiek..........................................................................................................31

4.2. Analysecorrelatiematrix........................................................................................................33

4.3. Vertrouwenindeaccountant................................................................................................354.3.1. Relationeelvertrouwen...............................................................................................................364.3.2. Calculatiefvertrouwen................................................................................................................374.3.3. Vertrouwengebaseerdopafschrikking.......................................................................................384.3.4. Vertrouwengebaseerdopinstituties..........................................................................................38

Page 7: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

III

4.4. Vraagnaaradviesvandeaccountant.....................................................................................40

4.4.1. Adviesverleningdoordeaccountantinhetverleden..................................................................414.4.2. Adviesverleningdoordeaccountantindetoekomst..................................................................434.4.3. Mann-WhitneyUtesten..............................................................................................................43

5. Conclusies,beperkingenentoekomstigonderzoek........................................................................45

Bibliografie........................................................................................................................................VII

Tabellen...........................................................................................................................................XIV

Bijlagen..........................................................................................................................................XXXI

Page 8: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

IV

Lijstvangebruikteafkortingen

BIBF BeroepsinstituutvanErkendeBoekhoudersenFiscalisten

FTE FullTimeEquivalents

IAB InstituutvandeAccountantsendeBelastingconsulenten

KMO Kleineofmiddelgroteonderneming

OLS OrdinaryLeastSquares

Page 9: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

V

Lijstvanfiguren

Figuur1 ModelvanvertrouwenvanMayeretal.(1995)

Figuur2 Conceptueelmodel

Page 10: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

VI

Lijstvantabellen

Tabel1 Betrouwbaarheidsmaatstavenvoorvariabelenmetmeerdereitems

Tabel2 Frequentietabellen

Tabel3 Beschrijvendestatistieken

Tabel4 Behoefteaanadviesvandeaccountant

Tabel5 Correlatiematrixvertrouwen

Tabel6 Correlatiematrixvraagnaaradvies

Tabel7 OLS-regressievertrouwen(deel1)

Tabel8 OLS-regressievertrouwen(deel2)

Tabel9 OLS-regressievraagnaaradvies

Tabel10 ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotsoortenadvies(deel1)

Tabel11 ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotsoortenadvies(deel2)

Tabel12 ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotrelatiefgebruikvandeaccountant

(deel1)

Tabel13 ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotrelatiefgebruikvandeaccountant

(deel2)

Tabel14 Samenvattingvanhypothesesenresultaten

Page 11: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

1

1. InleidingHet belang van de KMO’s in de Belgische economie kan niet worden onderschat. KMO’s

vertegenwoordigen 69,3% van de totale tewerkstelling in België en creëren 61,4% van de totale

toegevoegdewaarde(UNIZO,2015).EenbelangrijkekarakteristiekeigenaanKMO’sisdatzijvaakeen

grote behoefte hebben aan extern advies omwille van een gebrek aan kennis en middelen in de

ondernemingdiekunnenbijdragentotdeontwikkelingvaneenconcurrentieelvoordeel(Kamyabi&Devi,

2010). Eerder onderzoek heeft reeds aangetoond dat accountants1 tot de meest gebruikte

adviesverlenersbehoren(Doving&Gooderham,2008;Bennet&Robson,1999;Kirby&King,1997).

Sindsde jaren ’90 isereen toenamevanhetonderzoeknaarde relatie tussenbedrijfsleidersenhun

accountant.Deoorzaakvandit fenomeenkangevondenworden inhet feitdat sindsde jaren ‘80de

aangebodendienstenvaneenaccountantdrastischuitgebreidzijnvandetraditioneleboekhoudkundige

taken naar adviesverlenende diensten. Erwerd voornamelijk onderzoek gedaan naar de factoren die

leiden tot de vraag naar additioneel advies en naar de toegevoegdewaarde van die adviesverlening

(Doving&Gooderham, 2005; Kirby&King, 1997;Bennet&Robson, 1999; Johnson&Webber, 2007;

Kamyabi&Devi,2010).Tegenwoordigisdefocusvanhetwetenschappelijkonderzoekverschovennaar

deroldievertrouwenspeeltinderelatietussenaccountantsenbedrijfsleidersenwatdeimpactdaarvan

isopdevraagnaaradvies.Uitonderzoekblijktdatbedrijfsleiderseropvertrouwendathunaccountant

heneerlijkbehandelteneencorrecteprijsvraagtvoordegeleverdetraditioneleboekhoudkundigetaken.

Verder wordt de accountant bekwaam geacht door de bedrijfsleider en is men er zeker van dat de

accountant het vertrouwen niet zal schaden (Everaert, Sarens, & Rommel, 2005). Daarnaast blijken

accountantseenvandemeestvertrouwdeadviseurstezijn(Blackburn,Carey,&Tanewski,2014).Met

ditonderzoekwensenwegraagbijtedragentotditopkomendeonderzoeksgebied.Hetdoelisomaan

dehandvaneenonlinevragenlijstmeer inzichtteverkrijgen inhetvertrouwendiebedrijfsleidersvan

VlaamseKMO’shebben inhunaccountantenwelke impactdatheeftopdevraagnaaradviesvande

accountant.

Uitdeliteratuurblijktdatervierverschillendevormenvanvertrouwenbestaan:relationeelvertrouwen,

calculatief vertrouwen,vertrouwengebaseerdop institutiesenvertrouwengebaseerdopafschrikking

(Rousseau,Sitkin,Burt,&Camerer,1998).Totophedenwerdnoggeenonderscheidgemaakttussendeze

vormenvanvertrouwen inde context vande relatie tussenaccountantsenbedrijfsleiders.Wezullen

onderzoekenwelkefactorenbijdragentotdeontwikkelingvanelkvandievormenvanvertrouweninde

1Wanneerwehetoveraccountantshebben,bedoelenwedeexterneaccountant.

Page 12: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

2

accountant. Vervolgens zullen we nagaan of de vraag naar advies verschilt naargelang het soort

vertrouwendebedrijfsleiderheeftindeaccountant.

Het vervolg van deze paper bestaat uit vier onderdelen. Ten eerste onderzoeken we de reeds

gepubliceerde literatuur met betrekking tot de additionele dienstverlening van accountants en het

vertrouwen.Ditsteltonsinstaatomdehypothesenvanditonderzoekteformuleren.Vervolgenswordt

deonderzoeksopzettoegelichtendemanierwaaropdevariabelengemetenworden.Daarnawordende

resultatenbeschrevenengeanalyseerd. Tenslottewordende conclusies samengevat en zullenenkele

suggestiesvoortoekomstigonderzoekwordengeformuleerd.

Page 13: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

3

2. Literatuurstudie

2.1. UitbreidingvandedienstenvandeaccountantSindsdejaren‘80zijndeaangebodendienstenvaneenaccountantdrastischuitgebreidendezeevolutie

kenttotopvandaagnoggeeneinde.Steedsmeeraccountantskiezenervoorombovenopdetraditionele

boekhoudkundigetakenadviesverlenendedienstenaantebiedenomopdiemaniertekunnenvoldoen

aande toenemende vereisten van interne en externe stakeholders vanondernemingen (Gooderham,

Tobiassen,Doving,&Nordhaug,2004;Blackburn&Jarvis,2010).Onderdetraditioneleboekhoudkundige

taken verstaan we de taken die deel uit maken van de jaarlijkse boekhoudcyclus en waar Belgische

ondernemingensinds1975bijwetverplichttoezijn:(1)hetinboekenvanaan-enverkoopfacturenen

financiëletransacties,(2)hetopmakenvaneentussentijdseresultatenrekeningenvaneenkasplanning,

(3) het afsluiten van de boekhouding, (4) het opstellen van de jaarrekening, (5) het opmaken van de

Belgische btw-aangifte, en tot slot (6) het opstellen van de aangifte voor de Belgische

vennootschapsbelasting(Jones,2002).

Ookdeadditioneledienstverleningkanopgesplitstwordenineenaantalcategorieën.Teneersteiserhet

financieel managementadvies, deze categorie omvat adviestaken zoals kasplanning/budgettering,

investeringsbeslissingen, financieringsbeslissingen en de waardering van bedrijven bij overnames of

fusies.Eentweedecategorieishetfiscaaladvies.Hierbijmoetwordenopgemerktdatdezecategorieniet

de traditionele aangiftes van btw en vennootschapsbelasting omvat aangezien deze taken onder de

traditionele boekhoudkundige taken werden opgenomen. Wat wel onder deze categorie wordt

opgenomenishetadviesdatdeaccountantverleentinzakefiscaleoptimalisatie.Dederdecategorieis

hetjuridischadvies,watadviesbetreftoverdedrietakkenvanhetrechtwaareendoorsneeonderneming

meegeconfronteerdwordt:hethandelsrecht,vennootschapsrechtensociaalrecht.Tenslottekunnen

accountantsinstaanvoorhetverlenenvanstrategischadvies.Dezecategoriebetreftadviesomtrenthulp

bijdeformuleringvandeondernemingsdoelstellingen,hetregelmatigbijwerkenvandestrategieenhet

aanbiedenvanmogelijkhedendiebijdragentoteensterkegroeivandeonderneming.Ookadviesmet

betrekkingtotdetweestrategischedomeinenmarketingenpersoneelsbeleidbehoorttotdezecategorie

(Defauw,2011;DeCock&Minnaert,2010).

Deuitbreidingvanhettraditioneletakenpakketnaaradditioneledienstenkanwordenbeschouwdalseen

antwoordopdevraagnaarexternesteunenadviesvanKMO’s.Uitonderzoekblijktnamelijkdat95%van

deKMO’sberoepdoetopexterneadviesverlening(Bennett&Robson,1999).Eenindeliteratuurvaak

aangehaaldeverklaringvoorde toegenomenvraagnaaradviesvanaccountants isde ‘resource-based

viewofthefirm’.Dezetheoriesteltdathetvoorkleineondernemingennoodzakelijkisommiddelenvan

externebronnenteverkrijgen,omdatzijzelfinkennisenmiddelengelimiteerdzijnomeenconcurrentieel

Page 14: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

4

voordeel teontwikkelen.Vaak is er gebrekaanexpertisebinnendeonderneming, vooralwanneerer

buitengewoneveranderingenplaatsvindenbinnenhetbedrijfenindeexterneomgeving.Voorbeelden

vanzulkeveranderingenzijngroeiofovernamevandeondernemingen toegenomenreguleringenen

wetgeving.Eenmogelijkeoplossinghiervoorishetaanwervenvangekwalificeerdepersonen.Ditisechter

moeilijkvoorkleineondernemingen,aangezienzijnietoverdemogelijkheidbeschikkenomaantrekkelijke

lonenenvoordelenaan tebieden.Bijgevolg zien ze zichgenoodzaaktomberoep tedoenopexterne

personen(Gooderhametal.,2004;Kamyabi&Devi,2010).Dankzijhunexpertiseopvlakvanfinanciële

kwesties, zijn accountants de uitgewezen personen om bij te dragen tot het bereiken van een

concurrentieelvoordeel,watalsdebasisvanhetsuccesvaneenondernemingkanwordenbeschouwd

(Blackburn&Jarvis,2010;Blackburn,Carey,&Tanewski,2010).

Eentweedeverklaringvoordeadditioneledienstverleningvanaccountantskangevondenwordeninhet

feitdatereentoenameisvanhetaantalondernemingendiezelfdeboekhoudingvoerttengevolgevan

talrijketechnologischeinnovaties(Blackburn&Jarvis,2010).Bovendienblijktuitonderzoekdat80,5%

vandeondernemingenhetbelangrijkvindtomeendeelvandeboekhoudingzelftedoenalsmiddelom

controle over de ondernemingen te bewaren (De Bruyckere & Verplancke, 2015). Hierdoor zien

accountantszichgenoodzaaktomadditioneledienstenaantebiedenomopdiemanierextraopbrengsten

tegenereren(Blackburn&Jarvis,2010).Daarenbovenisadditioneledienstverleningwinstgevenderdan

detraditioneleboekhoudtakenomdatklantenbereidzijnmeertebetalenvooradditionelediensten,wat

ookbeschouwdkanwordenalsmotivatieomdetraditioneletakenuittebreiden(Doving&Gooderham,

2008).

2.2. KenmerkenvanadditioneledienstverleningDedienstverleningnaarbedrijventoeheefteenaantalkarakteristieken.Bedrijfsadviesisontastbaaren

ondeelbaar, voor de levering van advies is er namelijk geen tussenpersoon vereist tussen de

adviesverlener en de klant. Verder is het advies aangepast aan de individuele noden van de klant,

waardoorhetadviesheterogeenis(Bennett&Robson,1999).Daarenbovenisinteractietussendeklant

endeadviesverlenervereisttijdensverschillendefases:omdeadviseurtekiezen,omdeverwachtingen

vanhetadviesduidelijktemakenentenslottebijdebeoordelingvanhetadvies(Bennet&Robson,2004).

Er bestaan twee types van asymmetrische informatie tijdens deze fases: ex ante en ex post.Ex ante

asymmetrischeinformatieontstaatdoordatdeklantonvoldoendeinformatieheeftoverdegeschiktheid

vandepotentiëleadviseurvoorhetdoelvandetaak.Dittypeasymmetrischeinformatieduiktopinde

selectiefase en maakt het moeilijk om een geschikte adviseur te selecteren. Ex post asymmetrische

informatieishetgevolgvanhetfeitdatdeklantnietsteedsbekwaamisomhetresultaatvanhetadvies

Page 15: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

5

tebeoordelen,bijvoorbeeldomdathetadviesvaakbetrekkingheeftopveranderingeninhetgedragvan

hetpersoneelofdestrategievandeondernemingwaarvoorspecifiekeresultatenmoeilijkmeetbaarzijn.

Hetvertrouwenindeadviesverlenerkangezienwordenalseenmiddelominformatieasymmetrieopte

lossen(Bennet&Robson,2004).

Uit de literatuur blijkt dat accountants, bankiers en advocaten de meest gebruikte personen voor

additionele dienstverlening zijn en bovendien ook de grootste impact hebben. Omdat ze zich aan

specifieke institutionelebepalingenmoetenhouden,genietenzij institutioneelvertrouwen(Bennett&

Robson,1999).Eenbijkomenderedenwaaromaccountantstotdemeestgehanteerdeadviesverleners

behorenisomdatKMO’svaakreedsgedurendeeenlangeretijdberoepdoenopeenaccountantvoorde

traditioneletaken,waardooreraleenbepaaldematevanvertrouwenontwikkeldisdatnoodzakelijkis

voor de verlening van additionele diensten. Daarenboven kunnen KMO’s kosten besparen indien ze

beroep doen op dezelfde adviesverlener voor verschillende soorten diensten (Doving & Gooderham,

2005).

Hetmerendeel vandeKMO’sdoetdus eenberoepopexternedienstverleners,maarniet alle KMO’s

schakelen daarvoor hun externe accountant in. Hiervoor kunnen verschillende redenen worden

aangehaald.Teneersteblijktereenafwijkingtezijnindemanierwaaropaccountantsenondernemers

naar een bepaald probleem kijken. Accountants doen dat vaak op een rationele manier terwijl

ondernemersdateerderopeeninformelemanierdoen.Tentweedezienbedrijfsleidershunaccountant

alsiemandmetexpertiseophetvlakvanboekhouding,maarzijnzeernietaltijdvanovertuigddathun

accountantcapabelisomadviesteverlenenoverproblemenopanderegebieden.Tenderdeblijktdater

een enorme toename is in het aantal adviesverleners, waardoor er ook andere experts zijn waarop

bedrijfsleiderseenberoepkunnendoen(Dyer&Ross,2007).

Volgens Bennett& Robson (1999) zijn er twee karakteristiekenwaarover een externe adviesverlener

minimaalmoetbeschikken.Teneerstemoethijeenspecialistzijninzijnvakendenodigevaardigheden,

expertiseenonbewustekennisoverhetbedrijfbezitten,zodatmenhetadviesvanhogekwaliteitkan

beschouwen.Daarnaastishetookvanbelangdathunklanteneenhogematevanvertrouwenhebbenin

hen,watvaakontstaatdoorderelatiediezereedshebbenmethunklanten.Uiteenanderonderzoek

blijktdatookeenkarakteristiekvandeondernemerzelfvanbelangis:hetisbelangrijkdatdeondernemer

openstaatvooradviesvandeadviesverlenerendathijvanplanisomzijnondernemingtelatengroeien

(Gooderhametal.,2004).Demarktvoorbedrijfsadviesisenormcompetitiefenaccountantsmoetendus

ook kunnen aantonen dat ze de geschikte persoon zijn voor het verlenen van advies. Zoals eerder

aangegevendenkenondernemersvaakdataccountantsnietoverdenodigekennisbeschikkenomadvies

Page 16: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

6

teverlenenoveranderezakendandeboekhouding.Ookdeaccountantiszichhiervanbewustenerkent

debehoefteaanbijkomendespecialiseringenprofessioneletraininginbepaaldevakgebieden(Blackburn

etal.,2010).Dezebehoeftekanopeenaantalmanierenbevredigdworden:teneerstekanervoorzien

worden in een heterogeen menselijk kapitaal. Door te vermijden dat alle werknemers binnen een

accountantskantoor hetzelfde type diploma of dezelfde vaardigheden bezitten, kan er beantwoord

wordenaandevraagnaarverschillendesoortenadvies(Doving&Gooderham,2008).Deklantwordtdan

doorverwezennaareenspecifiekdepartementafhankelijkvanzijnofhaarbehoefte.Dezeaanpakvinden

we vooral terug in grote accountantskantoren. Ten tweede kan het voordelig zijn dat het

accountantskantoorzich focustopeenspecifiekesectorofbepaaldecompetentie (Blackburn&Jarvis,

2010). Een laatstemogelijkheidbestaaterinomallianties teontwikkelenmetandere specialisten.De

accountantneemtdanderolvan‘huisarts’waar,dankzijhunbredekijkkunnenzesnelzienofzealdan

niet zelfadvieskunnenverlenen. Indiendatniet lukt,kandeaccountantdeklantdoorsturennaarde

geschiktespecialistenbinnenhunnetwerk(Blackburnetal.,2010;Blackburn&Jarvis,2010).

2.3. FactorendiedevraagnaaradditioneledienstverleningbeïnvloedenZoalsreedsvermeldmakenzogoedalsalleKMO’sgebruikvanexternadvies.Uitdeliteratuurblijktdat

eenaantalkarakteristiekeneigenaanondernemingendevraagnaarexternadviesbeïnvloeden.

Ten eerste blijkt dat de grootte van de onderneming een invloed heeft op de vraag naar additionele

dienstverlening.Omwille vande ‘resource-based theoryof the firm’ zoudenweeennegatieve relatie

kunnenverwachtentussendegroottevandeondernemingendevraagnaarexternadvies.Dezetheorie

suggereertnamelijkdatkleinerebedrijveneengroterebehoeftehebbenaanadviesomwillevangebrek

aanexpertiseenmiddelenbinnenhetbedrijf(ziesupra).Gezienkleineondernemingenechteroverweinig

financiëlemiddelenbeschikkenomexternadviesaantekopen,iserookeenredenomaantenemendat

eenpositieverelatietussenbeidefactorenmogelijkis.Uitvoorgaandeonderzoekenblijktdathetgebrek

aan financiëlemiddelen zwaarder doorweegt endatwedus eenpositieve relatie kunnen suggereren

(Blackburnetal.,2010;Gooderhametal.,2004;Bennett&Robson,1999;Johnson,Webber,&Wayne,

2007).Weformulerenvolgendehypothese:

Hypothese1:Hoegroterdeonderneming,hoegroterdevraagnaaradditioneledienstverleningvande

accountant.

Page 17: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

7

Ookdeleeftijdvandeondernemingspeelteenbelangrijkerol.Jongebedrijvenzullenmeeropzoekgaan

naarexternadviesomdatdeondernemeropdatmomentnogniet veel ervaringheeftmetbepaalde

regelgeving en uitdagingen (Kirby & King, 1997). Bovendien is de onderneming in het beginstadium

vatbaardervoorfaling.(Blackburnetal.,2010).Wewillendusnagaanofvolgendehypothesegeldt:

Hypothese2:Hoejongerdeonderneming,hoegroterdevraagnaaradditioneledienstverleningvande

accountant.

Daarnaastblijktdevraagnaarexternadviesookteverschillentussenondernemingen inverschillende

sectoren.UithetonderzoekvanBennett&Robson(1999)bleekdatdevraagnaarexternadviesgroteris

inondernemingenuitdenijverheidssectordan inondernemingenuitdedienstensector.Ditkandeels

verklaardwordendoordesterkeconcurrentiediekenmerkendisaandenijverheidssector(Tanewski&

Carey,2007).Ondernemingeninsterkcompetitievesectorenhebbenimmersbaatbijdeinschakelingvan

externadvies,omdatditkanbijdragentotdeuitbouwvaneenconcurrentieelvoordeel(Gooderhamet

al.,2004).Bijgevolgformulerenwevolgendehypothese:

Hypothese 3: De vraag naar additionele dienstverlening is groter in ondernemingen uit de

nijverheidssectordanondernemingenuitdedienstensector.

Uit de literatuur blijkt dat er nog een aantal andere factoren zijn die de vraag naar additionele

dienstverlening beïnvloeden. Zo zouden ondernemingen die geconfronteerd worden met financiële

risico’smeergeneigdzijnomadviesaanhunaccountantstevragenomopdiemanierhethoofdtekunnen

biedenaanhunfinanciëleproblemen(Holmes,Kelly,&Cunningham,1991).Ookondernemingendiesnel

groeienendievanplanzijnomzichteherstructurerenzullensnelleradviesvragenaanexternepersonen.

Ten slotte zouden ondernemingen die een interne accountant hebben en die bestuurdworden door

meerderepersonenmindersneleenexternepersooninschakelenvooradvies(Blackburnetal.,2010).

Binnen dit onderzoek zullen we echter geen verdere aandacht besteden aan deze factoren. Naast

factoreneigenaandeondernemingspeeltookhetvertrouwenindeadviesverlenereenbelangrijkerolin

de vraag naar advies. Omdat advies grotendeels een ontastbare dienst is en omdat er een grote

hoeveelheid informatie moet worden uitgewisseld, kan een persoonlijke relatie gekenmerkt door

vertrouwenertoeleidendateenbepaaldeadviesverlenergekozenwordt.Zoalseerderaangegevenbiedt

vertrouwenindeadviesverlenerookeenoplossingvoorinformatieasymmetrie(Bennet&Robson,2004).

In dit onderzoek zullen we nagaan of vertrouwen in de accountant ertoe leidt dat er advies wordt

gevraagd aan de externe accountant. Vooraleer we daartoe komen, onderzoeken we eerst wat

vertrouwenpreciesis.

Page 18: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

8

2.4. Vertrouwentussendebedrijfsleiderendeaccountant

2.4.1. DefinitievanvertrouwenVertrouwentussenpersoneniseenmoeilijktedefiniërenbegripenwordtbijgevolgindeliteratuurop

zeerveelverschillendemanierengedefinieerd.Eendefinitiewaarvaaknaarverwezenwordt,isdievan

Mayer,Davis&Schoorman(1995)waarinvertrouwenwordtgedefinieerdals‘debereidheidvaneenpartij

omzichkwetsbaaroptestellentegenoveractiesvaneenanderepartij,gebaseerdopdeverwachtingdat

deze partij een bepaalde actie zal uitvoeren die van belang is voor de andere partij, ongeacht de

mogelijkheidomdiepartijtemonitorenoftecontroleren.’

Deze definitie van vertrouwen kan opgesplitst worden in twee verschillende constructen: ‘trusting

intention’ en ‘trusting beliefs’ (Rousseau et al., 1998;McKnight, Cummings, & Chervany, 1998).Met

‘trustingintention’wordtbedoelddatmensenbereidzijnomvananderenafhankelijktezijninbepaalde

situaties.Volgensverschillendeonderzoekers (o.a.Coleman,1990;Deutsch,1962enGiffin,1967) zijn

kwetsbaarheidenonzekerheidnoodzakelijkevoorwaardenopdatmenzichafhankelijkvananderenzal

opstellen.Onder‘trustingbeliefs’verstaanwedeperceptievandevertrouwendepartijdatdevertrouwde

partijbepaaldeeigenschappenbezitwaardevertrouwendepartijvoordeeluitzoukunnenhalen(Mayer

etal.,1995;McKnightetal.1998).

Meerderedefinitieszienhetbeheervanrisico,onzekerheidenkwetsbaarheidalsdebelangrijkstefuncties

vanvertrouwen(Tyler&Stanley,2007).Vertrouwenwordtgeachteenbelangrijkelementtezijnvanom

het even welke succesvolle relatie. Het kan helpen bij de ontwikkeling van duurzame relaties en

verhoogdebetrokkenheidbinnenrelaties(Gounaris&Venetis,2002).

WanneerRousseauetal.(1998)onderzoekenofereenfundamenteleeensgezindheidbestaatoverde

definitie van vertrouwen vinden ze dat er twee cruciale componenten zijn die in alle onderzochte

definitiesterugkomen.Enerzijdsiserdebereidheidomzichkwetsbaaroptestellentegenoverdeacties

van de andere partij. Anderzijds zijn er positieve verwachtingen over de bedoeling,motivatie en het

gedragvandeanderepartij,ondanksdeonzekerheidoverhetoptredenvandeanderepartij.

Rousseau et al. (1998) besluiten dan ook om vertrouwen als volgt te definiëren: ‘een psychologische

statusdiedeintentieomvatomkwetsbaarheidteaccepterenopbasisvanpositieveverwachtingenover

deintentiesofhetgedragvaniemandanders.’

VerdervindenRousseauetal. (1998)datertweealgemeenaanvaardevoorwaardenbestaanwaaraan

moetwordenvoldaanopdatmenzoukunnensprekenvanvertrouwen.Teneerstemoetersprakezijn

van een risico, eenwaargenomen kans op verlies. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een bedrijfsleider

beroepdoetopeenaccountantvooradviesendaarvooreensomgeldbetaalt.Indiendeaccountantniet

Page 19: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

9

tevertrouwenzouzijndanriskeertdebedrijfsleiderzijngeldteverliezenofslechtadviestekrijgen.Indien

menactieszoukunnenondernemenmetvolledigezekerheidenzonderrisico,zouergeenbehoefteaan

vertrouwenbestaan(Lewis&Weigert,1985).Deoorzaakvanditrisicoligtindeonzekerheidomtrenthoe

deanderezichzalgedragen.Tentweedemoeterookvoldaanzijnaandevoorwaardevanwederzijdse

afhankelijkheid.Indienereengebrekzouzijnaanvertrouwenindeaccountant,zoudendebelangenvan

de bedrijfsleider niet bereikt kunnen worden.Wanneer het risico en de wederzijdse afhankelijkheid

variërenoverdeduurvanderelatietussentweepartijenkandithetniveauendevormvanvertrouwen

aantasten.

2.4.2. AntecedentenvanvertrouwenOmdeantecedentenvanvertrouwentebeschrijvenbaserenweonsophetmodelvanvertrouwenbinnen

organisatiesvanMayeretal.(1995).Ditmodelwordtintalvanonderzoekgeciteerd(o.a.Blackburnet

al.,2014;Dirks&Ferrin,2001;Rousseauetal.,1998)waaruitwekunnenbesluitendatditmodelalgemeen

wordtaanvaard.

VolgensMayeretal.zijnervierfactorendieleidentotvertrouwen:geneigdheidomtevertrouwenende

perceptie van bekwaamheid, welwillendheid en integriteit (zie figuur 1). De eerste factor is een

eigenschapeigenaandebedrijfsleider.Delaatstedriefactorenzijndezogenaamde‘trustingbeliefs’en

zijneigenschappeneigenaandeaccountant.

Figuur1-ModelvanvertrouwenvanMayeretal.(1995)

Page 20: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

10

Geneigdheidomtevertrouwen(Trustor’spropensity)

Geneigdheidomtevertrouweniseenkarakteristiekeigenaandevertrouwendepartij(‘trustor’),indeze

context dus de bedrijfsleider, en is onafhankelijk van de situatie. Deze karakteristiek zal de kans

beïnvloedendatdebedrijfsleidereenaccountantzalvertrouwen,alvorenserinformatieoverhemofhaar

beschikbaar is (Mayeretal.,1995).Erwordtookwelgesprokenoverpersonality-basedtrust (Bowlby,

1982;Erikson,1968).Wanneermengedurendedekindertijdhulpzoektenontvangtvaneenwelwillend

persoon,wordtvertrouwenontwikkeldenzaldat resulteren indeneigingomanderentevertrouwen

(Rotter,1967).Uitonderzoekblijktdatdepersoonlijkheidvanbedrijfsleiderseeninvloedkanhebbenop

de mate waarin extern advies zal worden gezocht en aangekocht. Er kan een onderscheid worden

gemaakttussentweeverschillendegroepen.Enerzijdszijnerdeself-directedindividuals,dezepersonen

zijnmindergeneigdombedrijfsadviesaantekopenomdatzeervanovertuigdzijndatzezelfdenodige

kennisenexpertisebezitten.Dezepersonenzullenenkelexternadviesaankopenindienereenopgelegde

verandering(zoalsnieuwewetgeving)ofeenuitzonderlijkegebeurtenis(zoalsdeverkoopvaneendeel

vanhetbedrijf)plaatsvindt.Anderzijdszijnerpersonendiegraageenpositievebevestigingkrijgenvan

hunbeslissingendooradviestevragenaanhunaccountant(validators).Dezepersonenzijngeneigdom

advies aan te kopen op lange termijn en zullen niet wachten tot er zich een opgelegde verandering

voordoetalvorensadviestekopen(Blackburnetal.,2010).

Bedrijfsleidersdievannatureuitmeergeneigdzijnommensentevertrouwen,staanmeeropenvoor

bedrijfsadvies. Zoals eerder aangegeven hoeft dit advies echter niet noodzakelijk van de externe

accountantafkomstigtezijn.Bedrijfsleidersmeteenlageregeneigdheidomtevertrouwenvindenhet

noodzakelijkdatdeaccountanteerstzijncompetentiesenempathiebewijstalvorensbedrijfsadvieste

vragen(Blackburnetal.,2014).

Devolgendedriefactorendieleidentotvertrouwenzijnkarakteristiekendieeigenzijnaandevertrouwde

partij(‘trustee’),indecontextvanditonderzoekdeaccountant.

Trustingbeliefs

Dedriekarakteristiekeneigenaandeaccountantwordeninmeerdereonderzoekensamengenomentot

‘trustingbeliefs’(Rousseauetal.,1998;McKnightetal.,1998).Vroegerbeschouwdemenperceptiesover

onder andere het ethische karakter, bekwaamheid, voorspelbaarheid of combinaties van die

eigenschappen als de essentie van vertrouwen. Over de tijd heen heeft men die eigenschappen

gereduceerd tot drie trusting beliefs: bekwaamheid, welwillendheid en integriteit. De andere

eigenschappenoverlappenmetdezedrietrustingbeliefs(McKnight,Choudhury,&Kacmar,2002).Een

accountantdieoverdezeeigenschappenbeschikt,iseenuitstekendepersoonommeesamentewerken

omdathijzichopeenethische,vriendelijke,bekwameenconsistentemanierzalgedragen.

Page 21: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

11

Bekwaamheid(Ability)

Bekwaamheid wordt door Mayer et al. (1995) gedefinieerd als ‘het geheel van vaardigheden,

competentiesenkarakteristiekenwaarovereenpersoonbeschiktendiehetmogelijkmakenominvloed

uit te oefenen binnen een specifiek domein.’ Het is duidelijk dat bekwaamheid specifiek is aan een

bepaalddomein.Eenpersoonkanzeerbekwaamzijninééndomein,maardaaromnietnoodzakelijkin

een ander domein. Competentie wordt door vele onderzoekers als gelijkaardig aan bekwaamheid

beschouwd (o.a. Butler, 1991; Butler& Cantrell, 1984; Kee& Knox, 1970; Lieberman, 1981; Rosen&

Jerdee,1977).Indecontextvanderelatietussenbedrijfsleidersenhunaccountantswordtbekwaamheid

gedefinieerdals‘dematewaarinbedrijfsleiderseringelovendathunexterneaccountantoverdenodige

vaardighedenenkennisbeschiktomadviesteverlenen.’

Over het algemeen wordt aangenomen dat de accountant over de nodige kennis en vaardigheden

beschiktomzijntaakopeencorrectemanieruittevoeren.Ditishetgevolgvanhetfeitdatmen,alvorens

toegangtekrijgentothetberoepvanaccountant,moetslagenvooreentoelatingsexamen,eendriejarige

stage succesvol moet hebben doorlopen en een bekwaamheidsexamen moet hebben afgelegd (IAB,

2015).

Bedrijfsleiders zijn er zich echterwel van bewust dat accountants slechts beschikken over de nodige

competentiesomdetraditioneletakenuittevoeren.Daaromzijnzeernietaltijdvanovertuigddathun

accountantoverdenodigecompetentiesbeschiktomadviesteverlenen.Accountantsproberenditopte

lossendooraandehandvanallerlei technieken(ziesupra)aantetonendatzeookbekwaamzijnom

additioneledienstenteverlenen.Deaccountantzelfiserdaarentegenwelvanovertuigddathijoverde

noodzakelijkevaardighedenenkennisbeschiktomalseengoededienstverlenertekunnenoptreden.Er

ishierdussprakevaneenverwachtingsklooftussendebehoeftesvaneenKMOenhetaanbodvande

accountant.Het is voor de bedrijfsleiders cruciaal dat de accountant voldoende kennis heeft over de

sector om competent te kunnen zijn als bedrijfsadviseur. Een KMO-manager zal pas overwegen om

bedrijfsadviesaantekopenalshijervanovertuigdisdatdeadviseurvoldoendecompetentis(Blackburn

etal.,2014).

Welwillendheid(Benevolence)

Welwillendheidis‘dematewaarindevertrouwdepartijgelooftdatdevertrouwendepartijgoedwildoen

voordevertrouwdepartij,eerderdantehandelenineigenbelang’(Mayeretal.1995).Hetbelangrijkste

aanwelwillendheidisdebereidheidomdeanderetehelpen.Inveelonderzoekenduikengelijkaardige

conceptenaanwelwillendheidopdiealsbasisvanvertrouwenfunctioneren(Larzelere&Huston,1980;

Solomon,1960; Strickland,1958).Blackburnetal. (2014),diede invloedonderzoekenvan relatiesen

vertrouwenopdebeslissingvanKMO’somadviesvanhunexterneaccountantaantekopen,vervangen

welwillendheiddoorempathie.Ditwordtgedefinieerdals‘dematewaarinKMO-managersgelovendat

Page 22: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

12

hun externe accountant in hun belang zal handelen, door het begrijpen van en zorgdragen voor de

behoeften van de klant.’ Dankzij empathie kunnen accountants betere relaties opbouwen met hun

klantenenhetmaakthethenmogelijkomdeproblemenbinnenhetbedrijfbetertebegrijpen.Zowel

bedrijfsleidersalsaccountantszijnervanovertuigddatempathieeennoodzakelijkheidisomeengoeie

relatietekunnenopbouwen(Blackburnetal.,2010).

Integriteit(Integrity)

Integriteitomvat‘deperceptievandevertrouwendepartijdatdevertrouwdepartijzichaaneenreeks

principeshoudtdiedevertrouwendepartijaanvaardbaarvindt’ (Mayeretal.1995).Voorbeeldenvan

zulkeprincipeszijnrechtvaardigheid,geloofwaardigecommunicatieenhetnakomenvanbeloftes.Zowel

aanhankelijkheidtenopzichtevanendeaanvaardbaarheidvandeprincipes iszeerbelangrijk (McFall,

1987). Indieneenpersoonzichaaneenaantalprincipeshoudt,spreektMcFall(1987)vanpersoonlijke

integriteit.Alsdezeprincipesechternietaanvaardbaarzoudenzijnvoordevertrouwdepartij,danzaldie

persoongeenmoreleintegriteithebben.Zokanhetbijvoorbeeldzijndateenpersoonzichsteedshoudt

aanhetprincipevanwinstmakenendittenkostevanalles,diepersoonvoldoetdanaanpersoonlijke

integriteit.Doorhetbelangvanaanvaardbaarheidvanprincipeswordtbeletdateenpersoondiezichaan

dit principe houdt hoog zou scoren op integriteit, tenzij dit principe aanvaard zou worden door de

vertrouwendepartij.Opnieuwzijnergelijkaardigeconceptenaanintegriteitdieindeliteratuurworden

gezien als antecedenten van vertrouwen, zoals bijvoorbeeld waardecongruentie, consistentie en

eerlijkheid(Sitkin&Roth,1993;Butler,1991). Integriteitheefteenbelangrijkeinvloedopvertrouwen,

vooralinsituatieswaaronzekerheideenrolspeelt,omdatdevertrouwendepartijopdiemanierinstaat

isomtoekomstigegebeurtenissentevoorspellen(Doney&Cannon,1997).

AlsweditopnieuwbekijkeninderelatietussenKMO-managersenhunaccountantszienwedatintegriteit

gemakkelijkomslaatineerlijkheid.Zoalseerdergezienbijempathiezienweookhierdatintegriteiteen

cruciaalelement is inelkesuccesvolle relatiemetdeklant,maarhetgeengarantiegeeftdatdeKMO

bedrijfsadviesvanzijnaccountantzalopnemen(Blackburnetal.,2014).

Hoedezedriekarakteristiekenpreciesleidentotvertrouwenverschiltperpersoonenpersituatie.Het

kanzijndatineenbepaaldesituatievooraldebekwaamheidvandeaccountantvanbelangis.Inandere

situatieskanhetzijndaterzeergevoeligeinformatiewordtgedeeldwaardoorvooraldeintegriteitvan

deaccountantbelangrijkis.Tenslottekaneenbepaaldindividueengrotergewichttoekennenaaneen

vandedrieeigenschappeninbepaaldesituatiesdaneenanderpersoonzoudoen(Mayer&Davis,1999).

InhetonderzoekvanBlackburnetal.(2010)konmenbesluitendathetvanbelangisdatdeaccountant

eerst aantoont dat hij bepaalde eigenschappen bezit zoals empathie, bekwaamheid, eerlijkheid en

integriteitvoordatdebedrijfsleiderberoepophemzaldoenvooradvies.

Page 23: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

13

2.4.3. VormenvanvertrouwenRousseauetal. (1998)makeneenonderscheid tussenvierverschillendevormenvanvertrouwen.Een

aantalvandievormenwordenookdoorandereonderzoekersaangehaald,aldannietonderdezelfde

benaming. Indezepaperwensenwena tegaanofdevormvanvertrouwendiedeKMOheeft inzijn

accountantbepalendisvoordevraagnaaradviesvandieaccountant.

Teneerstekanvertrouwenopafschrikkingzijngebaseerd(deterrence-basedtrust),waarbijmenzichniet

opportunistischzalgedragenomdatdevoordelendieaanopportunistischgedragverbondenzijnteniet

wordengedaandoorhetnadeelvandesancties.Omwillevandeafschrikkingdoordezesanctiesgelooft

mendatnegatieveintentieswordenvoorkomen,watechterniethetzelfdeisalshethebbenvanpositieve

intenties.Zoalseerdergezegd,zienRousseauetal.(1998)hethebbenvanpositieveverwachtingenals

eencruciale componentvandedefinitie vanvertrouwen.Aangeziendiepositieveverwachtingenhier

afwezigzijn,kanwordenaangenomendatdezevormeigenlijkgeenvormvanvertrouwenis,maareerder

eenvormvanwantrouwen.DezevormwordtookvermelddoorShapiro,Sheppard,&Cheraskin(1992).

Volgenshenkunnenwesprekenvanvertrouwenopbasisvanafschrikkingwanneerdepotentiëlekost

verbondenaanhet stopzettenvande relatieofdekansdatdevertrouwendepartijwraak zalnemen

groterisdandevoordelendiehetwantrouwendhandelenbiedtopkortetermijn.Erwordtbenadruktdat

vertrouwenwordtbehoudenuitschrikvoorwaterzalgebeurenindienmenwantrouwendzouhandelen.

OmdataccountantslidzijnvanhetIABzijnzeverplichtomdedeontologischeregelsverbondenaanhet

beroepnateleven.Indienzezichmisdragenendezeregelsovertreden,danriskerenzeeenbeschadiging

van hun reputatie en eventueel verlies van hun lidmaatschap. De regels en procedures die het IAB

vooropstelt,bepalendematevanafschrikking(Coakes,2003).Aangezienwedezevormnietalseenechte

vormvanvertrouwenkunnenbeschouwen,formulerenweopintuïtievewijzevolgendehypothese:

Hypothese4:Erbestaateensignificantnegatieverelatietussenvertrouwengebaseerdopafschrikkingen

devraagnaaradviesdoordebedrijfsleider.

De tweedevormvanvertrouwenvanRousseauet al. (1998) is calculatief vertrouwen (calculus-based

trust),watgebaseerdisopeenrationelekeuze.VolgensLewicki&Bunker(1996)zalereenberekening

wordengemaaktvandevoordelenenkostendieverbondenzijnaanderelatiemetdevertrouwdepartij.

Zozullenbedrijfsleidersgeneigdzijnomdehuidigeaccountanttebehoudenalsde‘switchingcosts’hoog

zijn.Dit komtomdat deze kosten zwaarder doorwegendande voordelendie verbonden zijn aanhet

eventueel veranderen van accountant. ‘Switching costs’ zijn bepaalde middelen (tijd, geld en

inspanningen)dieverlorengaan indienmenvanaccountantzouveranderen (Jones,Mothersbaugh,&

Page 24: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

14

Beatty,2000).Alleelementendiedekostenvanhetverlatenvandehuidigeaccountantverhogen,zorgen

ervoordathetcalculatiefvertrouwenhogeris.Dezevormvanvertrouwenisgelijkaardigaanwatsommige

onderzoekersalscalculatievebetrokkenheidbestempelen.Betrokkenheidkangedefinieerdwordenals

‘eenblijvendewensomeengewaardeerderelatieteonderhouden’(Moorman,Zaltman,&Deshpandé,

1992). Er zijn twee types betrokkenheid: calculatieve en affectieve. Calculatieve betrokkenheid komt

voortuiteenverwachtingvanhoge‘switchingcosts’bijeenbeëindigingvanderelatie.Ditishetresultaat

vandeberekeningvanallekostenenvoordelenverbondenaanderelatie(Gounaris,2005).Wanneerde

bedrijfsleiderzichcalculatiefbetrokkenvoelt,zalhijderelatiemetzijnaccountantbehoudenomdathij

hetgevoelheeftdathijhiertoeverplichtis.Erisdussprakevaneennegatievemotivatieomderelatiete

behouden.Bijgevolgformulerenwevolgendehypothese:

Hypothese5:Erbestaateensignificantnegatieverelatietussencalculatiefvertrouwenendevraagnaar

adviesdoordebedrijfsleider.

TenderdesprekenRousseauetal.(1998)vanrelationeelvertrouwen(relationaltrust).Dezevormvan

vertrouwenontstaatdoorherhaaldecontactentussendeaccountantendeKMO.Doordeverworven

informatieontstaanpositieveverwachtingentenopzichtevandeintentiesvandeaccountant.Wanneer

dieverwachtingensuccesvolvervuldworden,zaldebereidheidomtevertrouwenenkelmaarvergroten.

Doorhetvervullenvandetraditioneletakenheeftdebedrijfsleiderreedseenlangetijdcontactenmetde

accountant waardoor relationeel vertrouwen ontwikkeld kan worden (Blackburn & Jarvis, 2010).

McAllister (1995)geeftaandataffectief vertrouwen kanontstaanwanneerer frequentereen langere

contactenplaatsvinden.Affectiefvertrouwenisgebaseerdopgevoelensvanveiligheidengehechtheid

diegegenereerdwordendoordezorgenaandachtvandevertrouwdepartij.Hetkomterinessentieop

neerdatmeneenpersoonzalvertrouwenopbasisvanemotiesengevoelens(Johnson-George&Swap,

1982;Rempel,Holmes,&Zanna,1985).Eenaanverwantbegripisidentification-basedtrustvanShapiro

etal.(1992)enLewicki&Bunker(1996).Doordatbeidepartijendezelfdewensen,intentiesenwaarden

delenendieookaccepteren,kanmenzichidentificerenmetdeanderepartij.Omdatdevertrouwende

partijweetdathijgemeenschappelijkebelangenheeftmetdevertrouwdepartij,kandevertrouwdepartij

als ‘agent’ optreden en de belangen van de vertrouwende partij beschermen (Lewicki, Tomlinson, &

Gillespie, 2006). Deze vorm van vertrouwen vertoont gelijkenissen met het concept affectieve

betrokkenheid. In tegenstelling tot calculatieve betrokkenheid, leidt affectieve betrokkenheid tot een

positievemotivatieomderelatietebehouden.Eenaffectiefbetrokkenbedrijfsleiderwilderelatiemet

dehuidigeaccountantbehoudenomdathijergraagmeesamenwerktenomdathijplezierbeleeftaande

relatie. Beide partijen voelen zich psychologisch verbondenwaardoor ze gemotiveerdworden omde

relatietebehouden.(Buchanan,1974).Dezeuiteenzettingleidttotvolgendehypothese:

Page 25: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

15

Hypothese6:Erbestaateensignificantpositieverelatietussenrelationeelvertrouwenendevraagnaar

adviesdoordeondernemer.

De laatste vorm van vertrouwen van Rousseau et al. (1998) is vertrouwen gebaseerd op instituties

(institution-basedtrust).Dezevormvanvertrouwenverwijstnaarhetveiligegevoeldatdevertrouwende

partij heeft dankzij bepaalde maatregelen of structuren eigen aan een bepaalde context (Gefen,

Karahanna,&Straub,2003).Hetvertrouwenineenpersoonwordtmeestalgevormdopbasisvaneen

beoordelingvandebekwaamheid,welwillendheiden integriteit vandiepersoon (Mayeretal.,1995).

Deze beoordeling kan in vele gevallenworden gemaakt op basis van interactiesmet die persoon. In

sommigegevallenzijnerechteronvoldoendeinteractiesomdiebeoordelingtemaken.Indatgevalkan

menberoepdoenopeenderdepersoondiedegarantiekangevendatdevertrouwdepartijbetrouwbaar

is.Inhetgevalvanvertrouwengebaseerdopinstituties,wordtdiegarantienietgegevendooreenderde

persoonmaardoorbepaaldeinstituties.Hetkandanzijndatdebedrijfsleiderdeaccountantvertrouwt

omwille van bepaalde regels of garanties die het risico helpen verminderen dat de accountant zich

onbetrouwbaarzalgedragen(Connelly,Crook,Combs,Ketchen,&Aguinis,2015).VolgensMcKnightetal.

(1998) zijn er twee types van vertrouwen gebaseerd op instituties. Ten eerste is er situationele

normaliteit,ditbetrefthet‘normaal’veronderstellenvanbepaaldezaken.Omdathetindividudeindruk

heeftdatdesituatienormaalis,denkthijdatdateensuccesvolleinteractiezalvergemakkelijken.Mensen

zijn namelijk geneigd om meer vertrouwen te vertonen wanneer de situatie in lijn ligt met hun

verwachtingen of met wat ze als normaal beschouwen (Gefen et al., 2003). Ten tweede zijn er de

structurelegaranties,ditkunnenbijvoorbeeldbeloftes,contracten,garantiesofreguleringenzijn.

Institution-based trust wordt ook vermeld door Shapiro (1987) en Zucker (1986), deze vorm van

vertrouwenwordtvolgenshengecreëerddankzijstructurenenbeschermingsmaatregelenwaardoorde

vertrouwende partij zich veilig voelt om te vertrouwen, hier beperktmen zich dus tot de structurele

garantiesvanMcKnightetal.(1998).Accountantsgenietenvaninstitutioneelvertrouwenomdatzelid

zijn van het IAB, wat beschouwd kan worden als een structurele garantie. Het IAB staat in voor de

opleidingendievoorafgaanaandetitelvanaccountantendeorganisatievanhetberoep.Bovendienzorgt

het IABvoorcontroleophet correctuitvoerenvandeaande leden toevertrouwdeopdrachten. (IAB,

2016).Bennett&Robson(1999)vondendatadviesverlenersdieonderworpenzijnaaneenzelfregulerend

kader (o.a. accountants, bankiers, juristen) de meest gebruikte bronnen van extern advies zijn.

Adviesverleners die onderworpen zijn aan controles van institutionele organisaties genieten dus een

concurrentieelvoordeel.Weformulerenvolgendehypothese:

Hypothese7:Erbestaateensignificantpositieverelatietussenvertrouwengebaseerdopinstitutiesende

vraagnaaradviesdoordebedrijfsleider.

Page 26: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

16

Naast deze vier vormen van Rousseau et al. (1998), vindenwe in de literatuur nog twee belangrijke

vormenvanvertrouwen.Teneerstewordtervaakgesprokenovercognitiefvertrouwen,watbeschouwd

wordtalshetresultaatvanreedsverworvenkennisoverdevertrouwdepartij.Hetverwervenvankennis

overdevertrouwdepartijkanopverschillendemanierengebeuren,zoalsobservatievandevertrouwde

partij of de reputatie ervan in andere relaties. Die kennis stelt de vertrouwende partij in staat om

voorspellingentemakenomtrentdekansdatdevertrouwdepartijzichaanzijnofhaarverplichtingenzal

houden(Johnson&Grayson,2005).OmdatKMO’sberoepdoenophunaccountantvoordeverplichte

taken,ishetmogelijkdatzeopbasisvandekennisverworvenviadezeinteractievertrouwenontwikkelen

indeaccountantvoorwatbetreftdeadditioneledienstverlening(Blackburnetal.,2010).VolgensLewicki

etal.(2006)gaatcognitiefvertrouwenoverdebeoordelingvanenhetgelovenindebetrouwbaarheid

vandevertrouwdepartij.Zoalseerdergezegd,isvertrouwenenkelvanbelangwanneerersprakeisvan

risico(Mayeretal.,1995;Rousseauetal.,1998).Bijgevolgweetdevertrouwendepartijnooitopvoorhand

hoedevertrouwdepartijzalhandelen.Hetisdecognitievevormvanvertrouwendieervoorzalzorgen

datdieonzekerheiddeelskanwordengereduceerd(Lewis&Weigert,1985).

Shapiro(1987)enZucker(1986)sprekeninditverbandovercognition-basedtrustenverwijzendaarmee

naar vertrouwen gebaseerd op cognitieve processen of eerste indrukken eerder dan vertrouwen

gebaseerdoppersoonlijkeinteractiemetdevertrouwdepartij.Erzijntweesoortencognitieveprocessen

die bijdragen aan de vorming van cognition-based trust. Enerzijds zijn er de categorisatieprocessen,

binnendezesoortwordternogeenverdereopsplitsinggemaakt:teneerstewordenbepaaldeindividuen

indezelfde categorieonderverdeeldalsdiewaartoe je zelf behoort.Omdatmengemeenschappelijke

waardenendoelendeelt,heeftditalsgevolgdatmendiepersonenpositieverbeschouwtendaardoor

geneigdisomhenmeertevertrouwen.Tentweedekanerwordengecategoriseerdvolgensreputatie,

waarbij personen met een goede reputatie als betrouwbaar worden beschouwd, zonder andere

informatieoverdiepersoontehebben.Eenlaatstecategorisatieprocesisstereotypering,ditkanofwel

opeenalgemenemanier(bijvoorbeeldvolgensgeslacht)ofopeenspecifiekerniveau(McKnightetal.,

1998).Anderzijdsiserhetprocesvan‘illusievancontrole’.Menisvaakgeneigdominonzekeresituaties

bepaaldeactiesteondernemenwaardoormenerzichzelfkanvanovertuigendatbepaaldezakenonder

persoonlijkecontrolezijn(Langer,1975).

Eentweedevormdiemeermaalswordtteruggevondenindeliteratuurendiedichtaanleuntbijcognitief

vertrouwen isknowledge-based trust.Doordatmeneenpersoon zodanig goed kent, begrijptmende

actiesvandiepersoonenismeninstaatomzijnofhaargedragtevoorspellen(Shapiroetal.,1992).Deze

vormvan vertrouwenontstaat over de tijd heendoor regelmatige communicatiemetde vertrouwde

partijwaardoormendiepartijbeter leertkennenen relevante informatieverzameltover zijnofhaar

reputatie,integriteitenbetrouwbaarheid(Lewickietal.,2006;McKnightetal.,1998).

Page 27: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

17

2.4.4. ImpactvandeverschillendedimensiesopdeverschillendevormenvanvertrouwenIntegenstellingtothetmodelvanMayeretal.(1995)zullenwenietdeimpactvandevierfactorenop

vertrouweninhetalgemeenonderzoeken.Inditonderzoekmakenweimmerseenonderscheidtussen

vier verschillende vormen van vertrouwen. Dit leidt ertoe dat we de impact van de verschillende

antecedenten van vertrouwen eigen aan de vertrouwde partij op de verschillende vormen van

vertrouwen willen nagaan. Intuïtief voelen we namelijk aan dat de impact van bekwaamheid,

welwillendheidenintegriteitopverschillendevormenvanvertrouwenniethetzelfdezalzijn.

Relationeelvertrouwen

VolgensDong-Jin,JinYong,HyungTark&ByungHee(2008)isdeimpactvanintegriteitophetrelationeel

vertrouwenhetsterkst,gevolgddoorbekwaamheidenwelwillendheid.Eenvertrouwdepartijdiehoog

scoortopintegriteitzalnamelijkzijnbeloftesnakomenenbepaaldeprincipesnaleven.Ditzorgtervoor

datdevertrouwendepartijinstaatisomhettoekomstiggedragvandevertrouwdepartijtevoorspellen.

Ook bekwaamheid heeft een invloed op relationeel vertrouwen: wanneer de vertrouwde partij een

bepaalde opdracht succesvol beëindigd dankzij zijn bekwaamheid, zal dat de vertrouwende partij

motiverenomderelatieverdertezetten.Alsdevertrouwdepartijcompetentis,maarnietinteger,kan

dat een schadelijke impact hebben op de relatie. De vertrouwde partij zou dan bijvoorbeeld

onrechtvaardiggedragkunnenvertonenofzijnbeloftesnietlangernakomen.Ditkanervoorzorgendat

derelatieverbrokenwordt,ookalheeftdevertrouwdepartijinhetverledenbewezendathijcompetent

isinbepaaldezaken.Westellendusdatintegriteiteengrotereimpactheeftoprelationeelvertrouwen

danbekwaamheid.Erzijnreedseenaantalstudiesgedaanwaarbijmenondervonddatereenverschilis

indemanierwaaropmeninformatieoverbekwaamheidbeoordeeltendemanierwaaropinformatieover

integriteitwordtbeoordeeld (Kim,Ferrin,Cooper,&Dirks2004;Connelly,Miller,&Devers,2012). Zo

vondmenbijvoorbeelddatmensengeneigdzijnomeenpersoonalsoneerlijktebestempelenindienhij

of zijeen foutmaaktopvlakvan integriteit, terwijlmeneenpersoondieeen foutmaaktopvlakvan

bekwaamheidnietonmiddellijkalsonbekwaamzalbeoordelen.Bovendienismengeneigdominformatie

overintegriteitteveralgemenenoververschillendedomeinen,terwijldeinformatieoverbekwaamheid

eerderspecifiekisaaneenbepaalddomein(Connellyetal.,2015).

Dong-Jin et al. (2008) veronderstellen dat welwillendheid de zwakste impact heeft op relationeel

vertrouwen.Welwillendheidmotiveertdepartijenombetersamentewerken,waardoorhetsuccesvan

derelatiezaltoenemen.Hetzouechtergeennoodzakelijkevoorwaardezijnvoorhetontstaanvaneen

relatieoplangetermijnwantwanneer integriteitenbekwaamheidbeidenhoogzijn, ishetbelangvan

welwillendheidnietmeerzogroot.Tenslotteverwachtenwedateenbedrijfsleiderdiesnellergeneigdis

ommensentevertrouwen,snellerrelationeelvertrouwenzalhebbeninzijnofhaaraccountant.

Page 28: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

18

Hypothese8a:Hoegroterdegeneigdheidtotvertrouwen,hoegroterhetrelationeelvertrouwen.

Hypothese 8b: Hoe groter de perceptie dat de accountant bekwaam is, hoe groter het relationeel

vertrouwen.

Hypothese 8c: Hoe groter de perceptie dat de accountant welwillend is, hoe groter het relationeel

vertrouwen.

Hypothese8d:Hoegroterdeperceptiedatdeaccountantintegeris,hoegroterhetrelationeelvertrouwen.

Hypothese 8e: Er bestaat een significante positieve relatie tussen trusting beliefs en relationeel

vertrouwen.

Hypothese9:Deperceptiedatdeaccountantintegerisheeftdesterkstepositieveimpactoprelationeel

vertrouwen,gevolgddoorbekwaamheidenwelwillendheid.

Calculatiefvertrouwen

Naanalysevandebestaandeliteratuurblijktdatnoggeenonderzoekisgedaannaardeinvloedvande

antecedenten van vertrouwenop calculatief vertrouwen. Indienbedrijfsleiders calculatief vertrouwen

hebbeninhunaccountanthebbenzehetgevoeldatzederelatiemetdeaccountantmoetenbehouden

omdathetteduuroftemoeilijk isomdeaccountanttevervangen. Intuïtiefvoelenweaandatzowel

geneigdheidtotvertrouwen,bekwaamheid,welwillendheidenintegriteitnegatiefgeassocieerdzijnmet

calculatief vertrouwen. Eenbedrijfsleider die snel geneigd is omanderen te vertrouwen, zal namelijk

snellertevredenzijnmetdehuidigeaccountantennietopzoekgaannaaralternatieven.Wanneerde

bedrijfsleiderervanovertuigdisdatzijnaccountantbekwaamisinhetuitvoerenvanzijntaken,zalhijniet

snel geneigd zijn om een andere accountant te zoeken omdat hij waarschijnlijk tevreden is met de

dienstverlening.Wanneerdeaccountantzijneigenbelangvooropsteltengeenrekeninghoudtmetde

wensenvandeklant,zalditookeenaansporingzijnomeenbetereaccountanttezoeken.Tenslottezal

hetfeitdatdeaccountantzijnbeloftesnietnakomtofbepaaldeprincipesnietnaleeftertoeleidendatde

bedrijfsleiderlieveropzoekzougaannaareenandereaccountant.Tochisookeenpositieverelatietussen

dedrieeigenschappendenkbaar.Zokanhetbijvoorbeeldzijndatdehuidigeaccountantzeerbekwaam

isinhetuitvoerenvanzijnwerkwaardoordebedrijfsleiderhetgevoelkanhebbendathijdeaccountant

nietkanverlatenhoewelhijdatmisschienwelzouwillenomwillevanandereredenen.Hoehogerde

bekwaamheid,welwillendheidenintegriteit,hoehogerde‘switchingcosts’diegeassocieerdwordenmet

eenveranderingvanaccountant.Wegaanerechtervanuitdatdenegatieverelatiezwaarderdoorweegt.

Aangezienrelationeelvertrouwenvaakalshettegengesteldewordtgezienvancalculatiefvertrouwen,

veronderstellenwedatdeeigenschapdiebijrelationeelvertrouwenvoordegrootstepositieveimpact

zorgdenuvoordegrootstenegatieveimpactzalzorgen.Uitbovenstaandeuiteenzettingvolgenvolgende

hypotheses:

Page 29: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

19

Hypothese10a:Hoegroterdegeneigdheidtotvertrouwen,hoekleinerhetcalculatiefvertrouwen.

Hypothese 10b: Hoe groter de perceptie dat de accountant bekwaam is, hoe kleiner het calculatief

vertrouwen.

Hypothese 10c: Hoe groter de perceptie dat de accountant welwillend is, hoe lager het calculatief

vertrouwen.

Hypothese10d:Hoegroterdeperceptiedatdeaccountantintegeris,hoelagerhetcalculatiefvertrouwen.

Hypothese 10e: Er bestaat een significant negatieve relatie tussen trusting beliefs en calculatief

vertrouwen.

Hypothese11:Deperceptiedatdeaccountantintegerisheeftdesterkstenegatieveimpactopcalculatief

vertrouwen,gevolgddoorbekwaamheidenwelwillendheid.

Vertrouwengebaseerdopafschrikking

VolgensShapiroetal.(1992)vormtvertrouwengebaseerdopafschrikkingdebasisvoordeontwikkeling

vaneengoedevertrouwensband.Naarmatederelatietussentweepartijenlangerduurt,zalvertrouwen

gebaseerd op afschrikking afnemen en plaatsmaken voor ‘knowledge-based trust’ om uiteindelijk te

evolueren tot ‘identification-based trust’. Vertrouwen gebaseerd op afschrikking kan evalueren tot

knowledge-basedtrustdoorregelmatigcontact.Hierdoorkomtdevertrouwendepartijmeerteweten

overdereputatie,betrouwbaarheidenintegriteitvandevertrouwdepartijenisdaardoorinstaatomzijn

ofhaargedragaccuraattevoorspellen.Dezetweevormenvanvertrouwenzoudendebasisvormenvoor

‘identification-based trust’,waarbijmen elkaarswaarden aanvaardt en deelt en er sprake is van een

emotionele band tussen beide partijen (Shapiro et al., 1992). We kunnen een negatief verband

verwachten tussen de vier eigenschappen en vertrouwen gebaseerd op afschrikking. Wanneer de

bedrijfsleideranderensnelvertrouwtzalhijalsnelovergaantot‘knowledgebasedtrust’.Wegaanervan

uitdat indiendebedrijfsleideropdevragenlijstaangeeftdatzijnaccountantbekwaam,welwillenden

integerishijdatslechtszaldoenindienhijdaarzekervanisendeaccountantdatookechtbewezenheeft.

Hoehogerdeaccountantscoortopdedrieeigenschappen,hoegroterdekansdatderelatieal ineen

verderstadiumzitenwaardoorreeds‘knowledge-based’of‘identification-based’trustvantoepassingzal

zijn(envertrouwengebaseerdopafschrikkingzeerkleinzalzijn).Omdatknowledge-basedtrustpaszal

ontstaan als er voldoende informatie is om het toekomstig gedrag van de vertrouwde partij te

voorspellen, verwachten we dat integriteit het sterkste negatief effect zal hebben op vertrouwen

gebaseerdopafschrikking.Hoemeerdebedrijfsleiderdeperceptieheeftdatdeaccountantintegeris,

hoemeerkanserisdathetvertrouwenalgeëvolueerdistotknowledge-basedtrust.Donney&Cannon

(1997)stellenimmersdatintegriteithetdebedrijfsleidermogelijkmaaktomtoekomstigegebeurtenissen

te voorspellen.We verwachten dat welwillendheid het tweede sterkste effect zal hebben. Indien de

accountantwelwillendisendebelangenvandebedrijfsleidervooropstelt,zalereengroterekanszijndat

Page 30: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

20

het vertrouwenal gevorderd is tot een verder stadium.Blackburnet al. (2010) gaveneerder aandat

welwillendheid een cruciaal ingrediënt is van een succesvolle relatie. We formuleren volgende

hypotheses:

Hypothese 12a: Hoe groter de geneigdheid tot vertrouwen, hoe kleiner het vertrouwen gebaseerd op

afschrikking.

Hypothese 12b: Hoe groter de perceptie dat de accountant bekwaam is, hoe kleiner het vertrouwen

gebaseerdopafschrikking.

Hypothese 12c: Hoe groter de perceptie dat de accountantwelwillend is, hoe kleiner het vertrouwen

gebaseerdopafschrikking.

Hypothese 12d: Hoe groter de perceptie dat de accountant integer is, hoe kleiner het vertrouwen

gebaseerdopafschrikking.

Hypothese 12e: Er bestaat een significant negatieve relatie tussen trusting beliefs en het vertrouwen

gebaseerdopafschrikking.

Hypothese13:Denegatieveimpactvanintegriteitopvertrouwengebaseerdopafschrikkingishetgrootst,

gevolgddoorwelwillendheidenbekwaamheid.

Vertrouwengebaseerdopinstituties

Vertrouwengebaseerdopinstitutiesomvattweetypes:situationelenormaliteitenstructurelegaranties.

We zullen het effect van de eigenschappen op deze twee types apart nagaan alsook op vertrouwen

gebaseerdopinstitutiesinhetalgemeendoordetweetypessamentenementoteenconstruct.

Wanneerweinaanrakingkomenmetpersonendiewenietkennen,zullenwediebeschouwenalsdeel

vaneenbepaaldecategorie.Aanelkecategoriewordeneenaantalalgemeneeigenschappentoegekend

waarvan we veronderstellen dat iedereen uit die groep ze bezit. Dit proces noemt men sociale

categorisering (Boonen, 2003). Zo zal een bedrijfsleider die de perceptie heeft dat zijn accountant

bekwaam is, geneigd zijn om te veronderstellen dat alle accountants bekwaam zijn. Een analoge

redenering kanworden toegepast voorwelwillendheid en integriteit.Wanneerdebedrijfsleider hoog

scoortopgeneigdheidtotvertrouwen,zalhijsnelgeneigdzijnomzijnofhaaraccountanttevertrouwen

enzalhijervanuitgaandatalleaccountantsbekwaam,integerofwelwillendzijn.Bijgevolgkunnenwe

volgendehypotheseformuleren:

Page 31: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

21

Hypothese14a:Hoegroterdegeneigdheidtotvertrouwen,hoegroterdesituationelenormaliteit.

Hypothese 14b: Hoe groter de perceptie dat de accountant bekwaam is, hoe groter de situationele

normaliteit.

Hypothese 14c: Hoe groter de perceptie dat de accountant welwillend is, hoe groter de situationele

normaliteit.

Hypothese 14d: Hoe groter de perceptie dat de accountant integer is, hoe groter de situationele

normaliteit.

Hypothese 14e: Er bestaat een significant positieve relatie tussen trusting beliefs en situationele

normaliteit.

Wanneererstructurelegarantiesaanwezigzijn,wildatzeggendatmenbeschermdwordtdoorbepaalde

contractenofreguleringen.HetIABisverplichtomtewakenover‘degoedeuitvoeringvandeopdrachten

doorhetverzekerenvandebekwaamheid,deonafhankelijkheidendeberoepsintegriteitvandeleden

van het instituut’ (IAB, 2016). Hieruit volgt dus dat het IAB de bekwaamheid en integriteit van de

accountantsgarandeert.Wanneereenaccountantzichbekwaam,welwillendofintegergedraagt,kanhet

duszijndatdebedrijfsleiderdatinterpreteertalseengevolgvanhetfeitdatdeaccountantlidisvanhet

IABofBIBFendatdezeinstitutendaarvoorinstaan.Bedrijfsleidersdiesnelgeneigdzijnomanderente

vertrouwen, zullenwaarschijnlijk ook snel vertrouwen hebben in het IAB als reguleringsmechanisme.

Vandaardatweeenpositieverelatieverwachtentussendeviereigenschappenenstructurelegaranties.

We verwachten de sterkste relatie tussen integriteit en structurele garanties, omdat het IAB vooral

voorziet in deontologische regels die de accountants moeten naleven. De tweede sterkste relatie

verwachten we tussen bekwaamheid en structurele garanties omdat het IAB ervoor zorgt dat enkel

personendieaangetoondhebbendatzebekwaamzijn,hetberoepvanaccountantkunnenuitoefenen.

Hypothese15a:Hoegroterdegeneigdheidtotvertrouwen,hoegroterhetvertrouwenindestructurele

garanties.

Hypothese15b:Hoegroterdeperceptiedatdeaccountantbekwaamis,hoegroterhetvertrouweninde

structurelegaranties.

Hypothese15c:Hoegroterdeperceptiedatdeaccountantwelwillendis,hoegroterhetvertrouweninde

structurelegaranties.

Hypothese15d:Hoegroterdeperceptiedatdeaccountant integer is,hoegroterhetvertrouwen inde

structurelegaranties.

Hypothese15e:Erbestaateensignificantpositieverelatietussentrustingbeliefsenstructurelegaranties.

Hypothese 16: Integriteit heeft de grootste positieve impact, gevolgd door bekwaamheid en

welwillendheid.

Page 32: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

22

Ten slotte voegen we de twee types samen tot één construct: vertrouwen gebaseerd op instituties.

Aangezien we bij zowel situationele normaliteit als bij structurele garanties een positieve relatie

verwachtten,doenwedatnuook.

Hypothese 17a: Hoe groter de geneigdheid tot vertrouwen, hoe groter het vertrouwen gebaseerd op

instituties.

Hypothese 17b: Hoe groter de perceptie dat de accountant bekwaam is, hoe groter het vertrouwen

gebaseerdopinstituties.

Hypothese 17c: Hoe groter de perceptie dat de accountant welwillend is, hoe groter het vertrouwen

gebaseerdopinstituties.

Hypothese 17d: Hoe groter de perceptie dat de accountant integer is, hoe groter het vertrouwen

gebaseerdopinstituties.

Hypothese17e:Erbestaateenpositievesignificantpositieverelatietussentrustingbeliefsenvertrouwen

gebaseerdopinstituties.

Hypothese 18: Integriteit heeft de grootste positieve impact, gevolgd door bekwaamheid en

welwillendheid.

2.4.5. Hoeontstaatvertrouwen?Deontwikkelingvanvertrouwenindeaccountantisgebaseerdopdevormingvanverwachtingenoverde

drijfverenenhetgedragvandiepersoon(Doney&Cannon,1997).Erzijneenaantalfactoreneigenaan

deaccountantenaanderelatietussendeaccountantendebedrijfsleiderdiebijdragentothetontstaan

vanvertrouwen.Teneerstespeeltlikeabilityeenbelangrijkerol,hieronderverstaanwe‘debeoordeling

vandeondernemerdatdeaccountantvriendelijk,aardigenaangenaamis’(Doney&Cannon,1997).Zo

zoumenzekerderzijnvanvoorspellingenoverpersonendiemengraagheeft.Daarnaastblijktookde

gelijkenis tussenbeidepartijen een rol te spelen.Verkoperswaarvan kopers de indruk krijgendat ze

gelijkaardigzijnaanzichzelf,wordenverwachtdezelfdeovertuigingtehebbenovergeschikteattitudes

endoelen.Vertrouwenzalontwikkeldwordenomdatdekoperhetgedragvandeverkopergemakkelijker

kanvoorspellendankzijkennisoverdemotivatievandeverkoper(Doney&Cannon,1997;Johnson&

Grayson,2005).VolgensBlackburnetal.(2010)iseenbepaaldematevansocialrapportnoodzakelijkom

eensuccesvollerelatieoptebouwenenisheteenbelangrijkelementvoordevormingvanvertrouwen.

Rapportbestaatuittweeverschillendeelementen.Enerzijdseen‘aangenameinteractie’,ditomvathet

gevoeldatervoordeklantgezorgdwordtendatdeklantopeenvriendelijkemanierbehandeldwordt,

watwekunnenvergelijkenmet‘likeability’.Anderzijdsomvatrapportooknog‘persoonlijkeconnectie’,

hiermeewordtbedoelddatereenbandontstaattussendetweepartijenendatmenzich(vaakonbewust)

Page 33: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

23

verwantvoeltmetdeanderepartij(Gremler&Gwinner,2000).

Ookdelengtevanderelatieheefteeninvloedophetvertrouwentussentweepartijen.Dezeinvloedis

afhankelijk van welke vorm van vertrouwen als onafhankelijke variabele wordt opgenomen. We

verwachtendathetrelationeelvertrouwentoeneemtnaarmatedebedrijfsleiderendeaccountantlanger

samenwerken.Hetisnamelijkzodatdeinvesteringenvandeverkopertoenemenmetdelengtevande

relatieendieinvesteringzouingevaarwordengebrachtindienmenonbetrouwbaarzouhandelen.Uitde

diepte-interviews die Blackburn et al. (2010) afnamen bij accountants en KMO-managers bleek dat

relationeelvertrouwenindeaccountantontwikkeldwordtnaarmatedelengtevanderelatietoeneemt.

Een langere relatie met de accountant maakt het de bedrijfsleider namelijk mogelijk om de

voorspelbaarheidvantoekomstiggedragbeterinteschattenopbasisvanwaargenomengedraguithet

verleden, omdatuit ervaring geleerd kanwordenhoe goedmenanderen kan vertrouwen (Lindskold,

1978).Shapiroetal.(1992)suggererendateenrelatiebegintmetvertrouwengebaseerdopafschrikking,

alseenmanieromdekwetsbaarheidtebeheersen.Hoevakermenelkaarziet,hoemeerkansdathet

vertrouwenzichverderontwikkelt tot ‘knowledge-based trust’.Rousseauetal. (1998)suggererendat

vertrouwenstartmetcalculatiefvertrouwenennaarmatemenmeerinteractiesheeftmetelkaarofde

relatie in lengte toeneemtzaldatvertrouwenevoluerentot relationeelvertrouwen.Oververtrouwen

gebaseerd op instituties bestaat er geen eensgezindheid. Enerzijds vindt men dat institutionele

mechanismenhetmoeilijkermakenvoordecreatievan relationeel vertrouwen (Pearce,Branyiczki,&

Bigley,2000).Anderzijdswordtvertrouwengebaseerdopinstitutiesgezienalseenvoorwaardevoorhet

ontstaan van relationeel vertrouwen (Zucker, 1986). Volgens Rousseau et al. (1998) is vertrouwen

gebaseerdopinstitutieshooginhetbeginvanderelatieenblijfthetopdezelfdehoogtenaarmatede

relatieinlengtetoeneemt.

Tenslottezullenregelmatigecontactenbijdragentotdeontwikkelingvanrelationeelvertrouwen.Dankzij

veelvuldigeinteractiesmetdeverkoperwordthetmogelijkvoordekoperomhetgedragvandeverkoper

inuiteenlopendesituatiesteobserveren.Hierdoorbeschiktdekoperover informatiedieheminstaat

stelthettoekomstigegedragvandeverkoperopbetrouwbarewijzetevoorspellen.Vertrouwenwordt

voortgebrachtomdatdekoperervanovertuigd isdateenverkoperwaarmeehijeenprofessioneleof

socialebandheeftdankzijhetregelmatigcontact,welwillendzalhandelen(Doney&Cannon,1997).Voor

de overige vormen van vertrouwen kan dezelfde redenering worden toegepast als bij lengte van de

relatie.Omdatwezoveelmogelijkresponswillenopdevragenlijst,zienweonsgenoodzaaktomenkele

vanbovenstaandefactorennietindevragenlijstoptenemen.Wezullenenkeldelengtevanderelatie

endefrequentievancontactalscontrolevariabelenopnemen.Ditbrengtonstotvolgendehypothesen:

Page 34: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

24

Hypothese 19a:Hoe langer de relatie tussen de accountant en de bedrijfsleider, hoemeer relationeel

vertrouwendebedrijfsleiderheeftindeaccountant.

Hypothese19b:Hoefrequenterhetcontacttussendeaccountantendebedrijfsleider,hoemeerrelationeel

vertrouwendebedrijfsleiderheeftindeaccountant.

Hypothese20a:Hoe langerderelatietussendeaccountantendebedrijfsleider,hoemindercalculatief

vertrouwendebedrijfsleiderheeftindeaccountant.

Hypothese 20b: Hoe frequenter het contact tussen de accountant en de bedrijfsleider, hoe minder

calculatiefvertrouwendebedrijfsleiderheeftindeaccountant.

Hypothese 21a: Hoe langer de relatie tussen de accountant en de bedrijfsleider, hoe minder het

vertrouwengebaseerdisopafschrikking.

Hypothese21b:Hoe frequenterhet contact tussendeaccountantendebedrijfsleider,hoeminderhet

vertrouwengebaseerdisopafschrikking.

Hypothese22:Er isgeenverband tussende lengtevande relatieende frequentievancontactenhet

vertrouwengebaseerdopinstituties.

Aangezienweverwachtendateenlangererelatieoffrequenterecontactenleidentotmeerrelationeel

vertrouwenenhetrelationeelvertrouweneenpositieveimpactheeftopdevraagnaaradvies,kunnen

wevolgendehypotheseformuleren:

Hypothese23a:Hoelangerdesamenwerkingtussendebedrijfsleiderendehuidigeaccountant,hoegroter

devraagnaaradvies.

Hypothese23b:Hoefrequenterdesamenwerkingtussendebedrijfsleiderendehuidigeaccountant,hoe

groterdevraagnaaradvies.

2.4.6. HetresultaatvanvertrouwenVolgenshetmodelvanMayeretal.(1995)(figuur1)zalvertrouwenuiteindelijkleidentoteenbepaald

resultaat,namelijkhetnemenvanbepaalderisico’sinderelatiemetdevertrouwdepartij.Voorbeelden

vanzo’nactieszijn:samenwerking,hetdelenvangevoeligeinformatieendevertrouwdepartijtoelaten

omcontroletehebbenoverbepaaldezakendiebelangrijkzijnvoordevertrouwendepartij(Mayeretal.,

1995;Mayer&Davis,1999).McKnightetal. (1998)noemenhetresultaatvanvertrouwen ‘behavioral

intentions’: de intentie om een bepaald gedrag te stellen, zoals het opvolgen van advies van de

vertrouwdepartij enhetdelenvanpersoonlijke informatie. Inditonderzoek zullenwenagaanofhet

vertrouwen tussendebedrijfsleiderendeaccountantertoe zal leidendatdebedrijfsleider advies zal

vragenaanzijnaccountant.Dezeactiehoudtimmersookeenbepaaldrisicoin:debedrijfsleiderzalvaak

Page 35: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

25

vertrouwelijkeinformatiemoetendelenmetdeaccountantenhetrisicobestaatdathetverkregenadvies

nietzalvoldoenaandeverwachtingen,waardoordevergoedingdiebetaaldwerdaandeaccountantals

verlorenkanwordenbeschouwd.

Overdetijdheenzaldebedrijfsleiderevaluerenofhetfeitdathijzichkwetsbaaropsteldetenopzichte

vandeaccountantgeleidheefttotpositieveresultaten.Indiendatzois,zaldebedrijfsleidereenbepaalde

combinatie van de drie eigenschappen opnieuw beoordelen in positieve zin. Indien niet, zal er een

negatievebeoordelingwordengemaaktvandedrieeigenschappen(Mayeretal.,1995).

Erzijntweemanierenwaaropvertrouwenontwikkeldkanworden.Naasthetherwaarderenvanbepaalde

eigenschappen, zijn er ook exogene factoren die aanleiding kunnen geven tot een wijziging in het

vertrouwen. Bepaalde gebeurtenissen of ontwikkelingen kunnen er namelijk voor zorgen dat de

bedrijfsleiderervanuitgaatdateenbepaaldeeigenschapveranderdis.Zokanhetbijvoorbeeldzijndatde

accountant een bepaalde bijscholing heeft gevolgd waardoor de perceptie van bekwaamheid zal

toenemen(Mayer&Davis,1999).

2.4.7. ConceptueelmodelDegeformuleerdehypothesesuitvoorgaandesectieleidentothetconceptueelmodelafgebeeldinfiguur

2.Ineenvolgendesectiezullenweditconceptueelmodelempirischtesten.

Figuur2-Conceptueelmodel

Geneigdheidtotvertrouwen

Perceptiebekwaamheid

Perceptiewelwillendheid

Perceptieintegriteit

Relationeelvertrouwen

Calculatief vertrouwen

Vertrouwengebaseerd opafschrikking

Vertrouwengebaseerd opinstituties

+

+

-

-Vraagnaaradvies

-

-

-

+

Page 36: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

26

3. Methodologie

3.1. Onderzoeksopzet

3.1.1. PopulatieDepopulatie vandit onderzoekbestaat uit kleine enmiddelgroteondernemingen inVlaanderen.We

baseren ons op de definitie van de Europese Commissie (Aanbeveling 2003/361/EC) omeen KMO te

definiëren: bedrijven die minder dan 250 werknemers tewerkstellen. We sluiten echter micro-

ondernemingen(bedrijvenmetminderdan10werknemers)uit,omdatzijvaakoverteweinigmiddelen

beschikkenomexternadviesaantekopen.Ondernemingenuitdefinanciëlesectorenpubliekebedrijven

werden eveneens uitgesloten omdat zij aan een verschillende boekhoudkundige wetgeving moeten

voldoen.

3.1.2. SteekproeftrekkingDesamenstellingvandesteekproefisgebaseerdoptweebronnen.Teneerstewerdgebruiktgemaakt

vaneendatabasevanKMO’sdieterbeschikkingwerdgestelddoorprof.dr.PatriciaEveraert.Dedatabase

dateertvan2009enbevatgegevensvan4.792Belgischebedrijfsleiders.Geziendevragenlijstisopgesteld

inhetNederlands,houdenwegeenrekeningmetdeFranstaligebedrijfsleiders,watonsopeentotaalvan

3.602Nederlandstaligebedrijfsleidersbrengt.Omdatdedatabasealenkelejarenoudisensommigee-

mailadressendusnietmeerrepresentatiefzijn,werdengeenselectiecriteriaopdedatabasetoegepasten

werdenalle3.602Nederlandstaligebedrijfsleidersgecontacteerd.Tentweedewerdookgebruikgemaakt

van de Bel-first Database van Bureau Van Dijk2. Dit leverde contactgegevens op van 3.500

vennootschappen.Opdiemanierbekwamenweeendefinitievesteekproefvan7.102VlaamseKMO’s.

3.1.3. DataverzamelingDedatawerdverzameldaandehandvaneenonlinevragenlijst.Omdevragenlijstoptestellenwerdeen

beroepgedaanopdeliteratuur.Naaanpassingvandegevondenvragenindeliteratuuraangevuldmet

zelfopgesteldevragen,werdgebruikgemaaktvandeonlinesoftwareQualtricsomdevragenlijstopte

stellen.Alvorensdevragenlijstonderderespondententeverspreiden,werdeenpré-testuitgevoerdbij

eenaantalbedrijfsleidersomopdiemanieronduidelijkhedenophetspoortekomen3.Naenkelekleine

aanpassingenwasdevragenlijstklaarvoordistributie.

2BureauVanDijkisgespecialiseerdinbedrijfsinformatietoepassingen.HunBel-firstdatabasebevatfinanciëleeneconomischeinformatieoverbedrijveninBelgiëenLuxemburg.3Depré-testwerduitgevoerdbijSabineBulckeenHansNeirynck(bvbaLederwarenSahan)op7maart2016enbijCarinaLeblon(bvbaArtFurniture)op9maart2016.

Page 37: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

27

3.1.4. ResponsgraadVande1.776steekproefelementendiedeverstuurdee-mailopenden,startten368steekproefelementen

devragenlijst.Daarvanvervolledigden246bedrijfsleidersdevragenlijst.Indebegeleidendee-mailwerd

derespondentenduidelijkgemaaktdathetonderzoekgingoverhetvertrouwendatKMO-bedrijfsleiders

hebbeninhunexterneaccountant.Erwarenechterheelwatbedrijfsleidersdieindevragenlijstaangaven

geenberoeptedoenopeenexterneaccountantwaardoorwedierespondentenverwijderden.Daarnaast

werdenookgroteondernemingen,micro-ondernemingeneneenaantaluitschietersverwijderd.Finaal

bleven nog 202 bruikbare steekproefelementen over voor analyse, wat neerkomt op een effectieve

responsgraadvan2,84%.Dezelageresponsgraadkandeelsverklaardwordendoordatslechts25%vande

verstuurdee-mailsgeopendwerd,waarmeeonsvermoedenbevestigdwordtdatheelwate-mailadressen

uitdedatabasediedateertvan2009waarschijnlijknietmeeringebruikzijn.

3.1.5. RobustnessCheckOmdatdedataverzameldwerdaandehandvantweeverschillendebronnenzullenweeenvergelijking

makenvandebelangrijkstedatatussenrespondentenafkomstiguitdedatabasediedateertvan2009

enerzijdsenrespondentenafkomstiguitdeBel-firstdatabaseanderzijds.Wekunnenconcluderendater

ophet5%-significantieniveaugeensignificanteverschillenbestaantussenbeidesoortenrespondenten

voorwatbetreftde leeftijd vandeonderneming (p=0,934) endeduur vande relatiemetdehuidige

externe accountant (p=0,157). Ook voor de relationeel vertrouwen (p=0,274), calculatief vertrouwen

(p=0,524), vertrouwen gebaseerd op afschrikking (p=0,699) en vertrouwen gebaseerd op instituties

(p=0,357)zijnergeensignificanteverschillenwaargenomentussenbeidegroepen.Tenslottevindenwe

ookgeensignificantverschilvoorwatbetrefthetrelatievegebruikvandeaccountantalsadviesverlener

(p=0,454). Op het 10%-significantieniveau blijkt een verschil te bestaan voor wat de grootte van de

ondernemingbetreft(p=0,069).OndernemingenuitdeBelfirst-databaseblijkengrotertezijn.Uitdeze

testenkunnenweconcluderendatergeenvertekeningbestaatdooroververtegenwoordigingvaneen

bepaaldegroeprespondenten.

Page 38: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

28

3.2. Maatstaven

-VOEGTABEL1IN-Grootteonderneming–Indeliteratuurvindenwedriefrequentgebruiktemaatstavenvoorhetmeten

vandezevariabele:aandehandvandetotaleverkopen,detotaleactivaofdoormiddelvanhetaantal

werknemersalsproxytegebruiken(Everaert,Sarens,&Rommel,2007).Inditonderzoekhanterenwede

laatstemethode:hetaantalwerknemers involtijdseequivalenten (FTE).Omdatdezevariabelescheef

verdeeldis,makenwegebruikvanhetnatuurlijklogaritmevandezevariabele.

Leeftijdonderneming–Omdeleeftijdvandeondernemingnategaanvragenwenaarhetoprichtingsjaar

vandeondernemingomopdiemaniertekunnenberekenenhoelangdeondernemingreedsbestaat.

Ookhiernemenwehetnatuurlijklogaritmevandevariabeleomdatwetemakenhebbenmeteenscheve

verdeling.

Sectoronderneming–Indevragenlijstwerdennegenverschillendesectorenopgenomen, inclusiefde

optie‘andere’.Wereducerendevariabeletoteendummyvariabele:weonderscheidenondernemingen

uitdenijverheidssector(0)vanondernemingenuitdedienstensector(1).

Vraagnaaradditioneeladviesvandeaccountant–Ditconstructwerdgemetenaandehandvantwee

verschillendevragen.Enerzijdswerdgepeildnaardevraagnaaradditioneeladviesvandeaccountantin

2015.Erwerdover21diensteninuiteenlopendedomeinengevraagdofdeondernemingeraldanniet

behoefteaanhadin2015.Indienditzowaswerdderespondentgevraagdomaantegevenofhijvoordie

dienstaldannieteenberoepheeftgedaanopzijnaccountant.Opdiemanierwarenweinstaatomde

variabele‘relatiefgebruikvandeaccountant’teberekenen.Daarvoordeeldenwehetaantaladviestaken

waarvoor de bedrijfsleider een beroep doet op zijn accountant door het aantal adviestakenwaar de

bedrijfsleidereenbehoefteaanheeft(DeBruyckere&Verplancke,2015).

Daarnaastwerdookgevraagdofdebedrijfsleiderberoepzoudoenopzijnofhaaraccountantindienhij

indetoekomstnoodzouhebbenaanadviesinvierverschillendedomeinen(financieel,fiscaal,juridisch

enstrategisch).Ditwerdtelkensgemetenaandehandvaneenvijf-puntLikertschaalgaandevan‘zeker’

tot‘neen’.

Geneigdheidomtevertrouwen–Ditconstructwerdgemetenaandehandvanachtitemsdiegebaseerd

zijnopMayer&Davis(1999).Dezeitemswerdengemetenviaeenzeven-punt-Likertschaal,gaandevan

‘helemaalnietakkoord’tot‘helemaalakkoord’.Erwerdeenextraoptie‘geenidee’toegevoegd.Bijhet

beoordelenvande interne consistentie vande schaalwerdbeslistom twee items te verwijderen.De

Cronbach’salfakonopdiemanierverhoogdwordentot0,74.Deuiteindelijkewaardevanhetconstruct

Page 39: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

29

werdbekomendoorhetgemiddeldetenemenvandezesoverblijvendeitems.

Bekwaamheid van de accountant –Omdit construct temetenwerd gebruik gemaakt van zes items

gebaseerdopMayer&Davis(1999).Opnieuwwerdendeitemsgemetenaandehandvaneenzeven-punt

Likertschaalmetextraoptie‘geenidee’.DeCronbach’salfavanditconstructbedraagt0,91.Dewaarde

vanhetconstructwerdbepaalddoorhetgemiddeldevandezesitemstenemen.

Welwillendheidvandeaccountant–Hetmetenvanditconstructgebeurtaandehandvanvijf items

gebaseerdopMayer&Davis(1999).Ookdezeitemswerdengemetenaandehandvaneenzeven-punt

Likertschaalmetextraoptie‘geenidee’.HetconstructbeziteenzeerhogeCronbach’salfavan0,90.We

bepalendewaardevanhetconstructdoorhetgemiddeldetenemenvandevijfitems.

Integriteitvandeaccountant–DitconstructteltzesitemsdieopnieuwgebaseerdzijnopMayer&Davis

(1999).Deitemswerdengemetenaandehandvaneenzeven-puntLikertschaalmetextraoptie‘geen

idee’.InterneconsistentiebetrouwbaarheidwerdopnieuwonderzochtdoormiddelvandeCronbach’s

alpha,die0,85bedroeg.DoorhetverwijderenvaneenitemkondeCronbach’salfaverhoogdwordentot

0,88.Webepalendewaardevanhetconstructdoorhetgemiddeldetenemenvandevijfitems.

Vertrouwengebaseerdopafschrikking–Naanalysevandebestaandeliteratuurblijktdatereengebrek

isaankwantitatiefonderzoekwaaringepeildwordtnaarvertrouwengebaseerdopafschrikking.Daarom

werdenviernieuwe itemsontwikkeld in samenspraakmetprof.dr. PatriciaEveraert.Ookdeze items

werdengemetenaandehandvandezelfdezeven-puntLikertschaal.DeCronbach’salfabedraagt0,80en

dewaardevanhetconstructwerdberekenddoorhetgemiddeldetenemenvandevieritems.

Calculatiefvertrouwen–DitconstructwerdgemetenmetbehulpvanvijfitemsgebaseerdopGounaris

(2005) en Jones, Reynolds, Mothersbaugh, & Beatty (2007) aan de hand van dezelfde zeven-punt

Likertschaal. Het vijfde item was een nieuw item uit het onderzoek van Kestens (2008). De interne

consistentiebetrouwbaarheidvanditconstructisgrootmeteenCronbach’salfavan0,89enishogerdan

inhetonderzoek vanKestens (2008) (α = 0,79).Webekomendewaarde vanhet construct doorhet

gemiddeldetenemenvandevijfitems.

Relationeelvertrouwen–Omditconstructtemetenwerdgebruikgemaaktvandrieitemsgebaseerdop

Kumar,Scheer&Steenkamp(1995)endrieitemsdieontwikkeldwerdendoorKestens(2008).Dezezes

itemswerdenopnieuwgemetenaandehandvaneenzeven-puntLikertschaalmetdeextraoptie‘geen

idee’.DeCronbach’salfabedraagt0,83watbeduidendhogerisdaninhetonderzoekvanKestens(2008)

(α=0,77).IntegenstellingtothetonderzoekvanKestens(2008)moesthiergeenitemverwijderdworden

Page 40: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

30

omdeCronbach’salfateverhogen.Dewaardevanhetconstructwerdbepaalddoorhetgemiddeldete

nemenvandezesitems.

Vertrouwen gebaseerd op instituties – Zoals eerder aangegeven zijn er twee types van vertrouwen

gebaseerdopinstituties:situationelenormaliteitenstructurelegaranties.Indecontextvanditonderzoek

houdt situationele normaliteit in dat de bedrijfsleider het normaal vindt dat accountants over het

algemeen bekwaam, integer en welwillend zijn. Om het construct situationele normaliteit temeten,

wordtvoorelkvandedrieeigenschappen(bekwaamheid,welwillendheidenintegriteit)gebruikgemaakt

vandrieitems.DezeitemszijngebaseerdopitemsdiegebruiktwerdeninhetonderzoekvanMcKnight,

Choudhoury&Kacmar(2002),maarwerdensterkgewijzigd insamenspraakmetProf.dr.Everaert.Ze

werdengemetenaandehandvaneenzeven-puntLikertschaalmetextraoptie‘geenidee’.DeCronbach’s

alfa voor situationele normaliteit – bekwaamheid bedraagt 0,93. Voor de items van situationele

normaliteit–welwillendheidbedraagtdeCronbach’salfa0,82nahetverwijderenvaneenitemenvoor

situationele normaliteit – integriteit 0,88. Structurele garanties omvatten bepaalde structuren en

beschermingsmaatregelenwaardoordebedrijfsleiderzichveiligvoeltomdeaccountanttevertrouwen.

Omtemetenofdebedrijfsleiderservanuitgaanofdiestructurelegarantiesaldannietaanwezigzijn,

werdgebruikgemaaktvandrieitemsgebaseerdopMcKnight,Choudhoury&Kacmar(2002)dieopnieuw

aandehandvandezelfdezeven-puntLikertschaalgemetenwerd.Ookhierwasdeinterneconsistentie

betrouwbaarheidgoedmeteenCronbach’salfavan0,77. Dewaardevoorhetconstruct ‘vertrouwen

gebaseerd op instituties’ werd berekend door het gemiddelde te nemen van de vier voorgaande

constructen.

Lengtevanderelatie– Inde literatuurstudiewerdvastgestelddatde lengtevanderelatie tussende

accountantenbedrijfsleideringrotematezalbepalenhoeveelvertrouwendebedrijfsleiderheeftinzijn

accountant.Overhetalgemeenwordtaangenomendathoe langermenreedssamenwerkt,hoemeer

relationeel vertrouwen er is tussen beide partijen. In de vragenlijst werd gevraagd hoeveel jaren de

bedrijfsleider reeds samenwerkt met zijn huidige accountant. Opnieuw nemen we het natuurlijk

logaritmevandezevariabeleomwillevandescheveverdeling.

Frequentievancontact–Uitdeliteratuurblijktdathoevakertweepartijenelkaarontmoeten,hoemeer

relationeelvertrouwenertussendepartijenontwikkeldwordt.Indevragenlijstwerdgevraagdhoevaak

debedrijfsleiderhetafgelopenjaarcontactheeftgehadmetzijnofhaaraccountant.Menhaddekeuze

uitzesantwoordmogelijkhedengaandevan‘wekelijks’tot‘omdetweejaar’.

Page 41: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

31

4. Resultateneninterpretatie

4.1. BeschrijvendestatistiekVooraleerover tegaan tothet testenvandehypothesen,wordendedescriptievekenmerkenvande

afhankelijke,onafhankelijkeencontrolevariabelengeanalyseerd.Dankzijdedescriptievestatistiekenzijn

weinstaatommeertewetentekomenoverdekenmerkenvandeondervraagdeondernemingen. In

tabel 2 vinden we een aantal frequentietabellen, tabel 3 geeft minimum, maximum, gemiddelde en

standaardafwijkingweervandeonderzochtevariabelen.

-VOEGTABEL2EN3IN-

Degemiddeldeondernemingstelt54,7werknemers(FTE)tewerk;73,8%vandeondernemingenwaarvan

debedrijfsleiderdevragenlijstbeëindigdeiseenkleineonderneming.Deoverige26,2%behoorttotde

categorie van de middelgrote ondernemingen. De gemiddelde leeftijd van een responderende

ondernemingbedraagt44,7jaar.Dithogegetalkaneengevolgzijnvanhetfeitdatdegebruiktedatabase

dateert van enkele jaren geleden en dus oudere ondernemingen bevat. Slechts 3,5% van de

ondernemingenbestaatminderdan15jaaren37,6%bestaatlangerdan45jaar.Demeerderheidvande

ondervraagdebedrijfsleiders leideneenondernemingdiebehoorttotdenijverheidssector(55,5%),de

resterende44,5%behoorttotdedienstensector.Gemiddeldwerktdeondervraagdebedrijfsleiderbijna

19 jaar samenmet zijn/haar huidige accountantwat een gevolg kan zijn van de hoge leeftijd van de

ondernemingen;35,7%vandeondervraagdebedrijfsleiderswerktzelfsmeerdan20jaarsamenmetde

huidigeaccountant.Ongeveerdehelftvandebedrijfsleiders(48,5%)heeftminstenseenkeerpermaand

eenpersoonlijkeontmoetingmetzijn/haaraccountant.

Maatstavendieeigenschappenvandeaccountantofdebedrijfsleidermeten,werdenbevraagdaande

handvaneen7-punt-Likertschaal(1=helemaalnietakkoord,7=helemaalakkoord).Meteengemiddelde

van4,43opgeneigdheidtotvertrouwen,kunnenwestellendatdemeestebedrijfsleidersvannatureuit

eerdergeneigdzijnomhunmedemenstevertrouwen.Demeesterespondentenzijnervanovertuigddat

hunaccountantbekwaam is; 70,7%antwoordde immers6of 7opdeze schalen (gemiddelde=6,15).

Hetzelfdebesluitkanwordengenomenvoorwelwillendheid,met74,2%vanderespondentendie6of7

aanduidde (gemiddelde = 6,21), en voor integriteit van de accountant: 68,8% antwoordde 6 of 7

(gemiddelde=6,05).

Demaatstaven aandehandwaarvande verschillende soorten vertrouwenwerden gemeten,werden

bevraagdaandehandvandezelfde7-punt-Likertschaal.Wathetrelationeelvertrouwenbetreft,kunnen

we stellendat demeestebedrijfsleiders er bewust voor kiezenomde relatiemethun accountant te

behouden (gemiddelde = 5,57). Hieruit volgt logischerwijze dat de meeste respondenten zich niet

Page 42: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

32

verplicht voelen om de relatie met de accountant te behouden en dus laag scoren op calculatief

vertrouwen(gemiddelde=2,25):58,5%vanderespondentenverklaart(helemaal)nietakkoordtezijn

metdestellingenovercalculatiefvertrouwen.Hetvertrouwengebaseerdopinstitutieswerdberekend

doorhetgemiddeldetenemenvanstructurelegarantiesensituationelenormaliteitvoorbekwaamheid,

welwillendheiden integriteit.Hetgemiddeldebedraagt5,32en71,6%vanderespondentengeeftaan

(eerder) akkoord te zijn met de stellingen. Hieruit concluderen we dat er veel vertrouwen is in de

accountants inhet algemeenen indeberoepsinstituten.Wanneerwede constructenapartbekijken,

vindenwedatdeondervraagdebedrijfsleidershetvooralnormaalvindendateenaccountantintegeris

(gemiddelde=5,59):61,8%vandeondervraagden is (helemaal)akkoordmetdestellingen.Daarnaast

vindt men het ook normaal dat een accountant bekwaam (gemiddelde = 5,38) en welwillend is

(gemiddelde=5,37),metrespectievelijk60,0%en57,9%vandeondervraagdendie(helemaal)akkoord

zijnmetdegeformuleerdestellingen.Demeningenoverdestructurelegarantieszijnmeerverdeeld,het

gemiddeldebedraagt4,92.Tenslotteblijkendemeestebedrijfsleiders(40,9%)zijn(eerder)nietakkoord

tezijnmetstellingenaangaandevertrouwengebaseerdopafschrikking(gemiddelde=3,14).

Omtepeilennaardevraagnaaradviesvandehuidigeaccountant,werdgevraagdomopeen5-punt-

Likertschaalgaandevan‘neen’tot‘zeker’aantegevenofmenindetoekomstdehuidigeaccountantzou

inschakelenindienernoodzouzijnaanadviesinvierverschillendedomeinen.Uitderesultatenblijktdat

men vooral voor fiscale aangelegenheden een beroep zou doen op de accountant, het gemiddelde

bedraagt4,54enmaarliefst71,3%vandeondervraagdengafaandathijofzijzekereenberoepzoudoen

op de accountant voor fiscaal advies. Ook voor financieel advies zou men advies inwinnen van de

accountant(gemiddelde=3,52),54,5%antwoordde4of5.Hetgemiddeldevanjuridischadviesbedraagt

3,01.Hieruitkunnenweaannemendatdeaccountantnietaltijdgeschiktlijktalsjuridischeadviesverlener,

want 34,7% van de ondervraagden geeft ‘misschien’ aan. Ten slotte is er een zeer kleine vraag naar

strategisch advies van de accountant: het gemiddelde bedraagt slechts 2,30 en 57,4% van de

bedrijfsleidersantwoorddemet1of2.

Daarnaastwerdindevragenlijstookgepeildnaardesoortenadvieswaardebedrijfsleidershetvoorbije

jaarbehoefte aanhadden. Indien zebehoeftehaddenaaneenbepaald soort advieswerdbijkomend

gevraagdofzehunaccountanthaddeningeschakeldalsadviesverlener.Bedrijfsleidershebbengemiddeld

gezienbehoefteaan8vande21adviestakenendoenvoorgemiddeld5adviestakenwaarzebehoefte

aan hebben een beroep op hun accountant. Wanneer we het relatief gebruik van de accountant

berekenen,doorhetaantaladviestakenwaarvoorzehunaccountantinschakelentedelendoorhuntotale

behoefteaanadvies,vindenwedatdatgemiddeld72%bedraagt.

Page 43: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

33

-VOEGTABEL4IN-

Uit tabel 4 blijkt dat er in 2015 vooral behoefte was aan hulp bij het invullen van de aangifte van

personenbelasting:80,7%vandeondervraagdebedrijfsleidersverklaardeerbehoefteaantehebben.Van

dezepersonendeed96,3%eenberoepopzijnaccountantvoordenodigehulp.Verderhad67,3%vande

bedrijfsleidersnoodaaninformatieoverwijzigingenindewetgevingennormeringendeimpactervanop

de onderneming, ook hiervoor werd massaal een beroep op de accountant gedaan (90,51%). Dit is

verrassend aangezien uit de vorige vraag bleek dat bedrijfsleiders hun accountant niet steeds willen

inschakelen voor juridisch advies. Ten slotte behoort ook advies omtrent successie- en

vermogensplanningtoteenvandetakenwaarhetmeestbehoefteaanis,75%vandebedrijfsleidersdie

aanditadviesnoodhadden,schakeldenhunaccountantin.Anderedienstenwaarvoorvaakeenberoep

wordtgedaanopdeaccountantzijn:vennootschapsrechtelijkadvies(92,4%),begeleidingbijdever-of

aankoop van een onderneming (87,8%), bijstand bij administratieve opdrachten (86,6%) en

ondersteuningbijfinanciëleproblemen(80,7%).Deaccountantwordthetminstingeschakeldvoorhet

verlenenvanadviesovermarketingenpubliciteit(7,0%).Tabel4bevestigtdatdeaccountantvaakwordt

ingeschakeldomadviesteverlenenenditvoorzeeruiteenlopendedomeinen.

4.2. Analysecorrelatiematrix

-VOEGTABEL5IN-Tabel5geeftdePearsoncorrelatiesweertussendeonderzochtevariabelendieinvloedhebbenopde

verschillendevormenvanvertrouwen.Naanalysevandecorrelatieskunnenwevolgendeconclusiesmet

betrekkingtotdevooropgesteldehypothesesverwachten.Eriseensignificanteenpositieverelatietussen

vertrouwengebaseerdopinstitutiesengeneigdheidtotvertrouwenendeperceptiedatdeaccountant

integer,welwillendenbekwaamis.Hierdoorwordenhypotheses17atotenmet17dondersteund.Omdat

blijktdatbekwaamheidhetsterkstgecorreleerdismethetvertrouwengebaseerdopinstituties,gevolgd

doorintegriteitenwelwillendheid,kanhypothese18nietwordenaanvaard.Derelatiemettrustingbeliefs

isooksignificantenpositief,wathypothese17eondersteund.Erbestaatookeensignificanteenpositieve

relatietussenvertrouwengebaseerdopinstitutiesendefrequentievancontact.Ditgeeftaandathet

vertrouwen gebaseerd op instituties zal toenemen naarmate de accountant en bedrijfsleider vaker

persoonlijkecontactenhebben.Ditdruistintegenhypothese22.Vervolgensanalyserenwedetweetypes

vanvertrouwengebaseerdopinstituties.Voorstructurelegarantiesensituationelenormaliteitkunnen

dezelfdeconclusieswordengetrokken:erbestaateensignificanteenpositieverelatiemetdeperceptie

van bekwaamheid, welwillendheid, integriteit, geneigdheid tot vertrouwen en trusting beliefs. Dit

ondersteunthypotheses14atotenmet14eenhypotheses15atotenmet15e.Daarenbovenblijktdat

Page 44: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

34

integriteit de sterkste correlatie heeft met de structurele garanties, gevolgd door bekwaamheid en

welwillendheid. Deze bevinding ondersteunt hypothese 16. Wat het vertrouwen gebaseerd op

afschrikking betreft, blijkt een significante en negatieve relatie te bestaan met de perceptie van

welwillendheid en bekwaamheid, wat hypotheses 12b en 12c ondersteund. Aangezien er geen

significanterelatiebestaatmetintegriteit,kunnenergeenconclusieswordengenomenmetbetrekking

tot hypothese 13. Daarnaast blijkt dat hoe langer de samenwerking tussen de accountant en de

bedrijfsleider,hoeminderhetvertrouwengebaseerdzalzijnopafschrikking.Ookhypothese21awordt

dus ondersteund. Verder toont tabel 5 aan dat er een negatieve en significante relatie is tussen

geneigdheid tot vertrouwen, de perceptie van welwillendheid, bekwaamheid en integriteit en het

calculatiefvertrouwen.Ditligtinlijnmethypotheses10atotenmet10d.Bekwaamheidblijkthetsterkst

gecorreleerd te zijn met het calculatief vertrouwen, gevolgd door integriteit en welwillendheid.

Hypothese 11 kandus niet bevestigdworden.Ookhypothese 10ewordt ondersteund, omdat er een

significanteennegatieverelatieistussentrustingbeliefsencalculatiefvertrouwen.Wathetrelationeel

vertrouwenbetreft,wordenbijnaallehypothesesondersteund:erbestaateensignificanteenpositieve

relatiemetdeperceptievanbekwaamheid,welwillendheid,integriteit,geneigdheidtotvertrouwenen

trusting beliefs, wat ondersteuning biedt voor hypotheses 8a tot enmet 8e. Bovendien blijkt uit de

correlatiematrixdatdecorrelatietussenbekwaamheidenrelationeelvertrouwenhetgrootstis,gevolgd

door de correlatie tussen integriteit enhet relationeel vertrouwen.Daardoorwordt ookhypothese 9

aanvaard.Tenslottebestaaterookeensignificanteenpositieverelatietussenhetrelationeelvertrouwen

endefrequentievancontact,wathypothese19bbevestigt.

-VOEGTABEL6IN-

Tabel6geeftdePearsoncorrelatiesweertussendevariabeleninderegressiemodellenwaarindeimpact

vandevariabelenopdehuidigeentoekomstigevraagnaaradvieswordtnagegaan.Teneersteblijkter

eensignificanteenpositieverelatietebestaantussendematewaarinmenberoepdoetopdeaccountant

voor advies en de grootte van de onderneming. Dit bevestigt hypothese 1. Hypothese 6 is ook

ondersteundaangezienereensignificanteenpositieverelatiebestaatmethetrelationeelvertrouwen.

Voorwatdevraagnaaradviesindetoekomstbetreft,bestaatereennegatieveensignificanterelatiemet

de leeftijd van de onderneming, wat ondersteuning biedt voor hypothese 2. Opnieuw is er ook een

positieveensignificanterelatiemethetrelationeelvertrouwen.Daarnaastiserookeensignificanteen

positieverelatiemethetvertrouwengebaseerdopinstituties,wathettegengesteldeisvanhypothese7.

Delengtevandesamenwerkingendefrequentievancontacthebbendeverwachtepositieverelatiemet

de vraag naar advies, wat hypotheses 23a en 23b bevestigt. Wanneer we de correlaties met de

verschillendesoortenadviesbekijkendanmerkenwedathetrelationeelvertrouwenenhetvertrouwen

Page 45: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

35

gebaseerd op instituties significant positief gecorreleerd is met de vraag naar financieel advies.

Opmerkelijk is dat de frequentie van contact significant negatief gecorreleerd is met de vraag naar

financieeladvies.Daarnaast ishet relationeelvertrouwenooksignificantpositiefgecorreleerdmetde

vraagnaarjuridischenstrategischadvies.Ookhetvertrouwengebaseerdopinstitutiesendelengtevan

desamenwerkingvertoneneensignificantpositievecorrelatiemetdevraagnaarstrategischadvies.Er

zijngeensignificantecorrelatieswaartenemenmetdevraagnaarfiscaaladvies.

4.3. VertrouwenindeaccountantOmheteffectvanantecedentenvanvertrouwenvanMayeretal.(1995),delengtevandesamenwerking

endefrequentievanhetpersoonlijkcontactopelkvandeviervormenvanvertrouwenvanRousseauet

al.(1998)nategaan,voerenwevoorelkevormvanvertrouwenvolgendregressiemodeluit:

VERTROUWENINACCOUNTANT=β0+β1Geneigdheid+β2Bekwaamheid+β3Welwillendheid+

β4Integriteit+β5Ln(Samenwerking)+β6FrequentieContact+ε

AlvorensdeOLS-regressieuittevoeren,werdnagegaanofaandevoorwaardenisvoldaan.Eenvande

voorwaarden is de afwezigheid vanmulticollineariteit.Dit kanwordennagegaan aandehand vande

correlatiematrixintabel5.VolgensDePelsmacker&VanKenhove(2014)magdecorrelatietussenelk

paaronafhankelijkevariabelennietmeerdan0,50bedragen.Uit tabel5kanwordenafgeleiddatniet

voldaan is aan deze voorwaarde. De collineariteit tussenwelwillendheid en integriteit bedraagt 0,76;

tussenbekwaamheidenintegriteit0,68entussenbekwaamheidenwelwillendheid0,72.Ditsuggereert

datwededrieeigenschappenvandeaccountant(bekwaamheid,welwillendheidenintegriteit)kunnen

samennementotéénconstruct.Zoalsaangegevenindeliteratuurstudiewerdditookgedaanineenaantal

vorigeonderzoeken(o.a.McKnightetal.,2002;Gefenetal.,2003).Wanneerwedeinterneconsistentie

betrouwbaarheid nagaan van de items van bekwaamheid, welwillendheid en integriteit samen dan

bekomenweeenzeerhogeCronbach’salfavan0,95.Tochzullenweookderegressieuitvoerenmetde

drieeigenschappenapartenintweedeinstantiedevolgenderegressieuitvoerenalsoplossingvoorhet

probleemvanmulticollineariteit.

VERTROUWENINACCOUNTANT=β0+β1Geneigdheid+β2TrustingBeliefs+β3Ln(Samenwerking)+

β4FrequentieContact+ε

Page 46: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

36

Vervolgenswerdnagegaanofaandeoverigevoorwaardenvoorhettoepassenvanregressieanalyse is

voldaan.Deassumptievanhomoscedasticiteitwerdvisueelonderzochtaandehandvaneenplotvande

gestandaardiseerde residuen ten opzichte van de gestandaardiseerde voorspelde waarden. Door de

afwezigheid van een bepaald patroon kunnen we veronderstellen dat er aan de voorwaarde van

homoscedasticiteit is voldaan. Na inspectie van het histogram van de gestandaardiseerde residuen

kunnenwebesluitendatookvoldaanisaandevoorwaardevannormaleverdeling.Deresultatenvande

OLS-regressieanalysezijnterugtevindenintabel7entabel8.

-VOEGTABEL7EN8IN-

4.3.1. RelationeelvertrouwenInmodel1agaanwedeimpactvandedrieeigenschappenapartoprelationeelvertrouwenna.Hetmodel

is significant (p=0,000) en heeft een sterk verklarende kracht met een gecorrigeerde R2 van 0,613.

Geneigdheid tot vertrouwen blijkt geen significante impact te hebben op relationeel vertrouwen,

waardoor we hypothese 8a kunnen verwerpen. Zowel bekwaamheid en integriteit hebben een

significante en positieve invloed (p=0,000) op relationeel vertrouwen, hypotheses 8b en 8d worden

daardooraanvaard.Welwillendheidheeftgeensignificanteinvloedoprelationeelvertrouwenwaardoor

hypothese8cverworpenwordt.Aandehandvandegestandaardiseerdebèta-coëfficiëntenkunnenwe

concluderen dat bekwaamheid (β2=0,447) een grotere impact heeft op relationeel vertrouwen dan

integriteit(β4=0,336).Omwillehiervanwordthypothese9verworpen.Hetblijktdusdatdebedrijfsleiders

inditonderzoekeengroterbelanghechtenaandebekwaamheidvandeaccountantdanaandeintegriteit

voordeontwikkelingvanrelationeelvertrouwen.Delengtevanderelatieblijktgeensignificanteinvloed

tehebbenoprelationeelvertrouwen,hypothese19awordtdusnietondersteund.Frequentievancontact

heeft daarentegenwel een significante en positieve invloedop relationeel vertrouwen.Hoemeer de

bedrijfsleider en zijn of haar accountant elkaar persoonlijk ontmoeten, hoe groter het relationeel

vertrouwen.Dezebevindingmaaktdathypothese19bwordtbevestigd.

Aangezienersterkecorrelatiesbestaantussendeverschillendeeigenschappen, isdeschattingvande

coëfficiënten in bovenstaand model minder betrouwbaar. Daarom voeren we een tweede

regressieanalyseuitwaarinwededrieeigenschappen(bekwaamheid,welwillendheidenintegriteit)tot

éénconstructsamenvoegen(trustingbeliefs).Deresultatenvandezeregressieanalysekunnenopnieuw

teruggevondenwordenintabel7.Ditmodel(model1b)isstatistischsignificant(p=0,000)enbiedteen

sterkverklarendekrachtmeteengecorrigeerdeR2van0,489.Zoalsverwachtheeft‘trustingbeliefs’een

significanteenpositieveinvloedopvertrouwen(p=0,000).Ditbevestigthypothese8e.Hoebekwamer,

welwillender en integer de accountant gepercipieerd wordt door de bedrijfsleider, hoe groter het

Page 47: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

37

relationeel vertrouwen. In tegenstelling tot het vorigemodel is de frequentie van contact niet langer

statistischsignificant.Geneigdheidtotvertrouwenendeduurvanderelatiezijnook inditmodelniet

statistischsignificant.Ditmaaktdathypotheses19b,8aen19awordenverworpen.

4.3.2. CalculatiefvertrouwenAangeziendeonafhankelijkevariabelendezelfdezijnalsinvorigregressiemodelhebbenweookhierte

makenmetmulticollineariteit.Tochkiezenweeropnieuwvoorom,naasthetregressiemodeldiededrie

eigenschappensamenneemttoteenconstructalsoplossingvoormulticollineariteit,ookheteffectvande

drieeigenschappenafzonderlijknategaan.HetOLS-regressiemodel(model2a)isstatistischsignificant

(p=0,000) enheeft een gecorrigeerdeR2 van 0,128.Geneigdheid tot vertrouwenheeft opnieuwgeen

significanteimpactophetcalculatiefvertrouwenwatertoeleidtdathypothese10awordtverworpen.De

bekwaamheidvandeaccountantheefteensignificanteennegatieveimpactophetcalculatiefvertrouwen

(p=0,004)wathypothese10bbevestigt.Zoalsverwachtzaleenhogebekwaamheiddebedrijfsleiderop

eenpositievemaniermotiverenomdeaccountanttebehouden,waardoorhetcalculatiefvertrouwendus

laagis.Deitemsindevragenlijstdiepeildennaarhetcalculatiefvertrouwenhebbeneennogalnegatieve

connotatie.Indienmenerzichnietakkoordmeeverklaarde,gafmenaandatmenzichniet‘gevangen’

voelt in de relatie maar dat men tevreden is met de accountant en daarom niet wil veranderen.

Welwillendheid, integriteiten frequentievancontacthebbengeensignificanteffectophetcalculatief

vertrouwen waardoor hypotheses 10c, 10d en 20b verworpen worden. Ook hypothese 11 wordt

verworpen gezien welwillendheid en integriteit geen significante invloed hebben op het calculatief

vertrouwen.Deduurvanderelatiemetdehuidigeaccountantheefteensignificantnegatieveimpact(op

het10%-significantieniveau)opcalculatiefvertrouwen(p=0,074).Hoelangermensamenwerktmetde

accountant, hoe minder de samenwerking op een rationele keuze is gebaseerd. Hoe langer de

bedrijfsleidersamenwerktmetdehuidigeaccountant,hoebeterhijhemkentwaardoorhetcalculatief

vertrouwenkleinerzalzijn.Ditbevestigthypothese20a.

Ookhettweederegressiemodel(model2b)isstatistischsignificant(p=0,000)enheefteengecorrigeerde

R2van0,138.Trustingbeliefs zijn significant (p=0,000)enhebbeneennegatieve impactop calculatief

vertrouwen,wathypothese10ebevestigt.Ookdelengtevandesamenwerkingmetdehuidigeexterne

accountant is significant negatief op het 10% niveau (p=0,099), zoals verwacht door hypothese 20a.

Hypothese20bwordtdaarentegennietondersteundaangezienergeensignificanterelatieblijkttezijn

tussenhetcalculatiefvertrouwenendefrequentievancontact.Geneigdheidtotvertrouwenheeftnetals

in het voorgaande regressiemodel ook hier geen significante impact, hypothese 10a wordt niet

ondersteund.

Page 48: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

38

4.3.3. VertrouwengebaseerdopafschrikkingModel3agaatdeimpactvandeantecedentenvanvertrouwen,delengtevandesamenwerkingende

frequentievancontactnaophetvertrouwengebaseerdopafschrikking.Hetmodelheefteenverklarende

kracht van 0,108 en is statistisch significant (p=0,001). Welwillendheid blijkt als enige eigenschap

marginaal significant te zijnophet10%-niveau (p=0,086),hypothese12cwordtaanvaard,hypotheses

12a,12ben12dverworpen.Hieruitkunnenwebesluitendatbedrijfsleidershetmeestbelanghechten

aanwelwillendheidopdatdevertrouwensbandnaareenvolgendstadiumkanevalueren.Welwillendheid

blijkt in deze context dus de basis te zijn van het vertrouwen tussen accountants en bedrijfsleiders.

Bijgevolg kan hypothese 13 ook niet aanvaard worden. De lengte van de samenwerking heeft een

significant negatieve impact op het vertrouwen gebaseerd op afschrikking (p=0,080). Hoe langer de

accountant reeds samenwerkt met de bedrijfsleider, hoe minder het vertrouwen gebaseerd is op

afschrikking. Dit ligt in lijn met onze verwachtingen: naarmate de samenwerking langer duurt, is de

bedrijfsleiderinstaatomhetgedragvandeaccountanttevoorspellen.Ditgeeftaandathetvertrouwen

danreedsgeëvolueerdistotknowledge-basedtrust.Hypothese21awordthierdooraanvaard.Hypothese

21b wordt daarentegen verworpen door een gebrek aan significante impact van de frequentie van

contact.

De verklarende kracht vanmodel 3b is iets grotermet een gecorrigeerdeR2 van 0,122.Hetmodel is

opnieuwstatistischsignificant(p=0,000).Detrustingbeliefshebbeneensignificantnegatieveimpactop

hetvertrouwengebaseerdopafschrikking(p=0,000),waardoorhypothese12eaanvaardwordt.Ookde

lengtevandesamenwerkingheeftopnieuwhetverwachtesignificantnegatieveeffectopvertrouwen

gebaseerd op afschrikking (p=0,021), wat hypothese 21a opnieuw bevestigt. De hypotheses over de

impactvangeneigdheidtotvertrouwen(12a)endefrequentievancontact(21b)kunnenookinditmodel

nietaanvaardworden.

4.3.4. VertrouwengebaseerdopinstitutiesZoalsuiteengezetbestaatvertrouwengebaseerdopinstitutiesuittweetypes:situationelenormaliteiten

structurelegaranties.Wezullenderegressieuitvoerenmetzowelsituationelenormaliteitenstructurele

garantiesalsafhankelijkevariabele.Tenslottevoerenweookeenregressieanalyseuitmetdetweetypes

samengenomenalshetconstruct‘vertrouwengebaseerdopinstituties’alsafhankelijkevariabelen.Net

zoalsbijdevoorgaanderegressiemodellen,gaanweinmodellenadeimpactvandedrieeigenschappen

eigenaandeaccountantapartna,en inmodellenbnemenwedieeigenschappensamentot ‘trusting

beliefs’omwillevandemulticollineariteit.Resultatenvandezeregressieanalyseszijnterugtevindenin

tabel8.

Page 49: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

39

Inmodel 4 beschouwenwe situationele normaliteit als afhankelijke variabele.Model 4a is statistisch

significant(p=0,000)enheefteengecorrigeerdeR2van0,368.Dematewaarindebedrijfsleidergeneigd

is om anderen te vertrouwen is statistisch significant (p=0,000). Dit komt overeen met onze

verwachtingen en met hypothese 14a, want hoe meer de bedrijfsleider geneigd is om anderen te

vertrouwen, hoemeer hij of zij geneigd zal zijn om het normaal te veronderstellen dat accountants

bekwaam,welwillendenintegerzullenzijn.Zoweldeperceptiedatdeaccountantbekwaam(p=0,037)is

alsdeperceptiedathijofzijinteger(p=0,009)is,hebbeneenstatistischsignificanteenpositieveimpact

opsituationelenormaliteit.Ditzorgtervoordatwehypotheses14ben14dkunnenaanvaarden.Wanneer

bedrijfsleidersdeindrukhebbendathuneigenaccountantbekwaamenintegeris,zullenzeervanuitgaan

dathetnormaal isdataccountantszozijn.Welwillendheidisnietstatistischsignificant,hypothese14c

wordt hierdoor verworpen. Hieruit kan worden besloten dat bedrijfsleiders het niet normaal

veronderstellen dat accountants welwillend zijn, ook al percipiëren ze hun eigen accountant als

welwillend.Ditsuggereertdatmendenktdatwelwillendheideeneigenschapisdatniettyperendisvoor

accountants.Zoweldelengtevandesamenwerkingendefrequentievanhetcontactzijnstatistischniet

significant,ditligtinlijnmethypothese22.Model4b,waarinwededrieeigenschappensamennementot

trusting beliefs, heeft een gecorrigeerde R2 van 0,377 en is ook statistisch significant (p=0,000).Met

betrekking tot geneigdheid tot vertrouwen kandezelfde conclusieworden genomen als in het vorige

model(p=0,000):hypothese14awordtaanvaard.Detrustingbeliefshebbeneenpositieveensignificante

impact(p=0,000),zoalsverwacht:hoemeermenpercipieertdatdeaccountantbekwaam,welwillenden

integeris,hoemeermendatalsnormaalbeschouwt.Hierdoorwordtookhypothese14eondersteund.

Inmodel5agaanwede impactnavandeonafhankelijkevariabelenopstructurelegaranties.Ookdit

model is statistisch significant (p=0,000) en heeft een verklarende kracht van 0,159. Hier blijkt enkel

integriteitstatistischsignificanttezijn(p=0,009)wathypothese15dbevestigt.Hypotheses15ben15c

wordenverworpen.Bijgevolgkunnenwehypothese16ooknietaanvaarden.Hetblijktdusdatmenvooral

vertrouwenheeftinbepaaldegarantiesendeberoepsinstitutieswanneerdeaccountantintegeris.Ditis

logisch,wanthetIABenBIBFverplichtenaccountantsomzichaandeprincipestehouden,waardoorhun

integriteit dus hoger is. Wat opvalt is dat geneigdheid tot vertrouwen niet significant is, wat geen

ondersteuningbiedtvoorhypothese15a.Dit zoukunnenbetekenendatgeneigdheidompersonente

vertrouwen niet betekent dat men daarom ook geneigd is om vertrouwen te hebben in bepaalde

instituties. Net zoals in het vorig model is ook hier de frequentie van contact en de lengte van de

samenwerkingnietsignificant,waardoorhypothese22opnieuwwordtaanvaard.

Model 5b, waarin we de eigenschappen samennemen tot trusting beliefs, is statistisch significant

(p=0,000)enheefteengecorrigeerdeR2van0,139.Hierzijnenkeldetrustingbeliefssignificantpositief

gerelateerdaandestructurelegaranties(p=0,001),hypothese15ewordtdusaanvaard.Ookhypothese

Page 50: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

40

22kunnenweaanvaardenomdatergeensignificanteimpactisvandelengtevandesamenwerkingofde

frequentievancontact.

Ten slotte nemen we situationele normaliteit en structurele garanties samen tot het construct

‘vertrouwengebaseerdopinstituties’ inmodel6.Model6a isstatistischsignificant(p=0,000)enheeft

eensterkverklarendekrachtmeteengecorrigeerdeR2van0,377.Geneigdheidtotvertrouwenvande

bedrijfsleiderblijktopnieuwstatistischsignificanttezijn(p=0,000)waardoorhypothese17aaanvaard

wordt.Zoalsverwachthebbendeperceptiedatdeaccountantbekwaamis(p=0,003)endeperceptiedat

hijofzijintegeris(p=0,023)eensignificantpositieveimpactophetvertrouwengebaseerdopinstituties,

ditondersteunthypotheses17ben17d.Deperceptievanwelwillendheidisnietsignificant,hypothese

17cwordtdusverworpen.Ditsuggereertdatbedrijfsleidersveronderstellendatdeaccountantnietdoor

deinstitutieswordtaangezettotwelwillendgedrag,maardatdateeneigenschapiseigenaandepersoon

zelf.Bekwaamheidheeftdegrootstepositieveinvloedophetvertrouwengebaseerdopinstituties.Dit

druistintegendeverwachtingen.Bedrijfsleidersgaanervanuitdatdeberoepsinstitutieserindeeerste

plaatsvoorzorgendatdeaccountantbekwaamisendatzepasdaarnainstaanvoordeintegriteitvan

accountants.Hypothese18wordtdusverworpen.Tenslotteblijkendelengtevandesamenwerkingen

defrequentievanhetcontactopnieuwgeensignificanteffecttehebben,zoalsaangenomeninhypothese

22.Omwillevandecorrelatiesbeschouwenweopnieuweenmodelwaarindedrieeigenschappeneigen

aandeaccountantzijnsamengenomentottrustingbeliefs.Ditmodel(model6b)issignificant(p=0,000)

en heeft een gecorrigeerde R2van 0,357. De conclusies zijn gelijkaardig: geneigdheid tot vertrouwen

(p=0,000)entrustingbeliefs(p=0,000)zijnsignificantpositiefgerelateerdaanvertrouwengebaseerdop

instituties, wat ertoe leidt dat hypotheses 17a en 17e aanvaard worden. Omdat er opnieuw geen

significante relatie is tussenhet vertrouwengebaseerdop instituties ende frequentie van contact of

lengtevandesamenwerking,kunnenwehypothese22aanvaarden.

4.4. VraagnaaradviesvandeaccountantNaasthetonderzoeknaardefactorendieinvloedhebbenopdeverschillendevormenvanvertrouwen,

wensenweookna tegaanofdieverschillendesoortenvertrouwen invloedhebbenopdevraagnaar

advies van de accountant. Daartoe stellenwe onderstaand regressiemodel op. In een eerste analyse

zullenwede invloedvande factorennagaanopdevraagnaaradvies inhetverleden. Ineen tweede

analysegaanwedeimpactnavandefactorenopdebereidheidomadviestevragenaandeaccountant

indetoekomst.Tabel9geeftderesultatenvanonderstaandregressiemodelweer.

VRAAGNAARADVIES=β0+β1GrootteOnd+β2LeeftijdOnd+β3SectorOnd+β4VertrouwenAfschrikking+

β5CalculatiefVertrouwen+β6RelationeelVertrouwen+β7VertrouwenInstituties+ε

Page 51: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

41

Indevragenlijstwerdgepeildnaardebereidheidomindetoekomstadviestevragenaandeaccountant.

Ditwerdgevraagdvoorviersoortenadvies:financieel,fiscaal,juridischenstrategischadvies.Wanneer

weregressiemodellenwillenopstellenvoordeviertypesadviesafzonderlijk,blijktniettezijnvoldaanaan

devoorwaardenvoorregressieanalyse.Daaromnamenwehetgemiddeldevandeviersoortenadviesom

op diemanier een nieuw construct temaken: vraag naar advies in de toekomst. Na analyse van de

correlatiematrixintabel6blijktgeenspraketezijnvanmulticollineariteit.Ookaandevoorwaardenvan

normaleverdelingenhomoscedasticiteitisvoldaan.

Daarnaastkondenweaandehandvandevragenlijsthetrelatiefgebruikvandeaccountantberekenen,

zoalseerderuiteengezet.Erbleekechteropnieuwnietvoldaanaandevoorwaardenvoordetoepassing

vanregressieanalyse.Dithebbenweopgelostdooralleadviestakenwaarbehoefteaanwasénberoep

werdgedaanopdeaccountantoptetellen,dezevariabelenoemenwe‘totaalberoep’.Wanneerwede

invloedvanbovenstaandeonafhankelijkevariabelenophettotaleberoepwillennagaanaandehandvan

regressieanalyseblijktweltezijnvoldaanaanallevoorwaarden.

4.4.1. Adviesverleningdoordeaccountantinhetverleden

-VOEGTABEL9IN-

Tabel9geeftderesultatenweervanhetregressiemodel.Ineeneerstemodel(model1a)onderzoeken

wederelatietussenhetaantaladviestakenwaardeaccountantin2015behoefteaanhadénwaarvoor

hijeenberoepheeftgedaanopzijnaccountantendeverschillendeonafhankelijkevariabelen.Ditmodel

isstatistischsignificant(p=0,000)enheefteensterkeverklarendekrachtmeteengecorrigeerdeR2van

0,322.Degroottevandeonderneming issignificantpositief,waaruitwekunnenbesluitendatgrotere

ondernemingenmeerberoepdoenophunaccountantvooradvies(p=0,000).Hiermeewordthypothese

1 bevestigd, we kunnen dus stellen dat kleinere bedrijven door een gebrek aan financiële middelen

minderinstaatzijnomexternadviesaantekopen.Deanderekenmerkenvandeonderneming,metname

de leeftijd en de sector, hebben geen significante invloed. Hypotheses 2 en 3 kunnen bijgevolg niet

aanvaardworden.Wanneerwedeinvloedvandeverschillendevormenvanvertrouwenonderzoeken,

zien we dat zowel het vertrouwen gebaseerd op afschrikking en het calculatief vertrouwen geen

significante impact hebben op de vraag naar advies in het verleden.Ook hypotheses 4 en 5worden

bijgevolgverworpen.Zoalsverwachtblijkthetrelationeelvertrouweneensignificantpositieveimpactte

hebbenophetinschakelenvandeaccountantalsadviesverlenervoorzakenwaarmennoodaanheeft

(p=0,000).Hoemeerrelationeelvertrouwendebedrijfsleiderheeftinzijnexterneaccountant,hoemeer

hijingeschakeldzalwordenalsadviesverlener.Wekunnenhypothese6dusaanvaarden.Accountantsdie

van plan zijn om naast de traditionele boekhoudkundige taken ook advies te verlenen, zullen ervoor

moetenzorgendatzeeenrelationelevertrouwensbandontwikkelenmethuncliënteel.Ditkunnenze

Page 52: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

42

doendoor aan te tonendat zebekwaamen integer zijnendoorhunklanten frequentpersoonlijk te

ontmoeten, zoals aangetoond in het regressiemodel waarin we de impact van de variabelen op het

relationeelvertrouwennagingen.Tenslotteisookhetvertrouwengebaseerdopinstitutiessignificanten

negatiefgerelateerdaandevraagnaaradvies.Ditishettegengesteldevanhypothese7:wanneerereen

hoogvertrouwenisgebaseerdopinstituties,zaldevraagnaaradvieskleinerzijn.Hieruitblijktdathet

onvoldoende isdathetvertrouwenvandeaccountantgegarandeerdwordtdoorbepaalde instituties.

Opdat bedrijfsleiders hun accountant zullen inschakelen als adviesverlener, moet er vertrouwen zijn

ontwikkeldindeaccountantzelf.Denegatieverelatietussenhetvertrouwengebaseerdopinstitutiesen

devraagnaaradviesdoetonssuggererendatdebedrijfsleiderservanuitgaandatdeberoepsinstituten

zorgenvoorbekwameenintegereaccountantsophetvlakvandetraditioneleboekhoudkundigetaken,

maar dat de beroepsinstituten er niet voor zorgen dat de accountants bekwaam zijn op vlak van

adviesverlenendediensten.Deberoepsinstitutenwordendusnogalouderwetsgepercipieerd.

Weverwachtendatookdelengtevandesamenwerkingendefrequentievanhetcontacteeninvloed

zullenhebbenopdevraagnaaradviesvandeexterneaccountant.Daaromvoegenweinmodel1book

dezevariabelentoe.Ditregressiemodelisopnieuwsignificant(p=0,000)endegecorrigeerdeR2stijgttot

0,337.Dezelfdeconclusieskunnenwordengetrokkenmetbetrekkingtotgroottevandeonderneming

(p=0,000),relationeelvertrouwen(p=0,000)envertrouwengebaseerdopinstituties(p=0,069),waardoor

weopnieuwhypothese1en6aanvaardenenhypothese7verwerpen.Deleeftijdvandeondernemingen

desectorwaartoedeondernemingbehoort,blijkenopnieuwnietvansignificantbelangtezijnwaardoor

hypotheses 2 en 3 verworpen worden. Ook hypothese 4 wordt opnieuw verworpen aangezien het

vertrouwengebaseerdopafschrikkinggeensignificanteimpactblijkttehebbenopdevraagnaaradvies.

Integenstellingtotheteersteregressiemodelblijktcalculatiefvertrouwennumarginaalsignificanttezijn

(p=0,093). Naarmate men meer calculatief betrokken is, zal er meer beroep worden gedaan op de

accountantalsadviesverlener.Ditistegengesteldaanhypothese5.Eenmogelijkeverklaringvoordeze

bevindingkanzijndatmenzichverplichtvoeltdeaccountanttebehoudenendaaromtochadviesaan

hemofhaarzalvragenindienernoodaanis,omdatergeenandereoptieszijnwegenstehoge‘switching

costs’. Bovendienblijkenook de twee toegevoegde variabelen, lengte vande relatie (p=0,050) en de

frequentievanhetpersoonijkcontact(p=0,008),significanttezijn.Hoelangermenreedssamenwerkt

metdehuidigeexterneaccountantenhoe frequentermenelkaarontmoet,hoemeerdeaccountant

ingeschakeld zal worden als adviesverlener. Dit is in overeenstemming met onze verwachtingen,

waardoorwehypotheses23aen23baanvaarden.

Page 53: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

43

4.4.2. AdviesverleningdoordeaccountantindetoekomstInregressiemodel2agaanwenawelkeinvloeddeverschillendevormenvanvertrouwen,naastdegrootte

endeleeftijdvandeonderneming,hebbenopdebereidheidvandebedrijfsleideromindetoekomsteen

beroep te doen op de accountant voor financieel, fiscaal, juridisch en strategisch advies. Dit

regressiemodel is statistisch significant (p=0,000) en heeft een verklarende kracht van 0,257. In

tegenstelling tot voorgaande regressiemodellen isde leeftijd vandeonderneminghierwel significant

(p=0,045).Inovereenstemmingmethypothese2gevenjongereondernemingenaanommeerberoepte

doenophunaccountantvooradvies.Redenenhiervoorzijnhetfeitdatjongebedrijvenminderervaring

hebbendanouderebedrijven,waardoorzesnellerdehulpnodighebbenvanexternepersonen. Inde

beginjareniseenondernemerookvatbaardervoorfaling.Eentweedetegenstellingmetdevoorgaande

regressiemodellenisdatdegroottevandeonderneminghiernietsignificantisenhypothese1dusniet

aanvaard kan worden. Opnieuw is de sector niet significant waardoor hypothese 3 nog steeds niet

aanvaard kan worden. Wat de verschillende vormen van vertrouwen betreft, heeft het vertrouwen

gebaseerdopafschrikkingzoalsinvoorgaanderegressiemodellenookhiergeensignificanteimpactopde

vraagnaaradvies,hypothese4kandusooknietaanvaardworden.Hetrelationeelvertrouwen(p=0,000)

en calculatief vertrouwen (p=0,003) zijn, in overeenstemmingmet de voorgaande regressiemodellen,

significantenditindezelfderichting.Hypothese5wordtbijgevolgopnieuwverworpenenhypothese6

aanvaard.Hetvertrouwengebaseerdopinstitutiesisinditmodelnietsignificantgerelateerdaandevraag

naaradvieswaardoorhypothese7wordtverworpen.Opnieuwzullenwetweevariabelentoevoegenin

eenuitgebreid regressiemodel (model 2b): de lengte vande samenwerking en de frequentie vanhet

persoonlijk contact. Hierdoor stijgt de gecorrigeerde R2 tot 0,324. De conclusies zijn hetzelfde als in

regressiemodel 2a en daarenboven blijkt de frequentie van het persoonlijke contact ook statistisch

significant(p=0,005)tezijn.Hoevakerdebedrijfsleiderendeaccountantelkaarontmoeten,hoemeerde

bedrijfsleidervanplanisomindetoekomstzijnaccountantinteschakelenalsadviesverlenerindiendat

nodigzouzijn.Hiermeebevestigenwehypothese23b.Delengtevandesamenwerkingheeftechtergeen

significanteimpactopdevraagnaaradviesduskanhypothese23anietaanvaardworden.

4.4.3. Mann-WhitneyUtestenWanneerwe voor elk soort advies afzonderlijk en voor het relatief gebruik van de accountantwillen

nagaanwelkefactorendevraagernaarbepalen,leidtderegressieanalysetotinconsistenteresultatenals

gevolgvanhetfeitdatdevoorwaardenvoorhetuitvoerenvanmeervoudigeregressienietvoldaanzijn.

Omteonderzoekenoferverschillenbestaanindevraagnaardeverschillendesoortenadviestussentwee

groepenmakenwegebruikvandeMann-WhitneyUtestalsalternatiefvoordet-testomdatdedataniet

normaalverdeeldzijn.

Page 54: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

44

-VOEGTABEL10EN11IN-

De resultatenvandeMann-WhitneyU test voorwatdeverschillende soortenadviesbetreft, kunnen

wordenteruggevondenintabel10en11.Derespondentenwerdentelkensintweegroepenverdeeldaan

dehandvaneenmediansplit.Wanneereenrespondentlagerscoordedandemediaan,komthijinde

eerstegroepterecht.Respondentendiehogerscorendandemediaankomenindetweedegroepterecht.

Zozijnweinstaatomtetestenoferstatistischeverschillenbestaantussenbeidegroepen.

De resultaten tonen aan dat er geen significante verschillen bestaan in de vraag naar advies tussen

ondernemingen in de nijverheidssector en ondernemingen in de dienstensector. Dit resultaat is in

overeenstemmingmetdeconclusiedieweaandehandvanderegressiemodellenhebbengetrokken.De

vraag naar financieel advies en strategisch advies blijkt te verschillen tussen jonge en oude

ondernemingen:jongeondernemingenhebbeneengroterevraagnaarfinancieelenstrategischadvies,

deze bevinding is consistentmet de literatuur.De vraag naar fiscaal en juridisch advies verschilt niet

significanttussenjongeenoudeondernemingen.Daarnaastblijkengrotereondernemingeneengrotere

vraagnaarfinancieeladviestehebben.Ookditisconsistentmetdebestaandeliteratuur.Erblijktechter

geen statistisch significant verschil te bestaan in de vraag naar fiscaal, juridisch en strategisch advies

tussenkleineengroteondernemingen.

Bedrijfsleidersdiehunaccountantingrotematerelationeelvertrouwen,hebbeneensignificanthogere

vraag naar financieel en strategisch advies. De verschillen voor fiscaal en juridisch advies zijn niet

significant.Wathet calculatief vertrouwenenhetvertrouwengebaseerdop institutiesbetreft, zijner

geensignificanteverschillentussenrespondentendieeenhogeoflagematevanvertrouwenhebbenin

deaccountant.

Verderblijktdatereengroterevraag isnaar fiscaaladviesbijbedrijfsleidersdieeen laagvertrouwen

gebaseerdopafschrikkinghebbeninhunaccountant,ditkomtovereenmetdeverwachtingen.Voorde

anderesoortenadviesisergeenverschilnaargelangdematevanvertrouwengebaseerdopafschrikking.

Bedrijfsleiders die langermet hun huidige accountant samenwerken, hebben een grotere vraag naar

fiscaaladvies.Voordeanderesoortenadviesbestaateropnieuwgeenverschiltussendegroepen.Ten

slotteblijktuittabel11datereenverschilisindevraagnaarfinancieeladviestussenbedrijfsleidersdie

hun accountant al dan niet vaak zien: een opmerkelijk resultaat is dat hoeminder vaakmen elkaar

persoonlijkontmoet,hoegroterdevraagnaarfinancieeladvies.Eenmogelijkeverklaringhiervoorkan

zijn dat indien men elkaar vaak ziet, de accountant uit zichzelf financieel advies geeft waardoor de

bedrijfsleidermindervraagzalhebbennaaradvies.

Page 55: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

45

DeresultatenvandeMann-WhitneyUtestwaarmeeweonderzochtenofereenverschilbestaatinhet

relatief gebruik van de accountant tussen verschillende groepen van respondenten kunnen worden

teruggevondenintabel12en13.Hetrelatiefgebruikvandeaccountantverschiltsignificanttussenjonge

enoudeondernemingen: zoals verwachtmaken jongeondernemingen relatiefmeer gebruik vanhun

accountantvooradvies.Daarnaastblijktdatgroteondernemingenrelatiefmeergebruikmakenvanhun

accountant voor advies. Ten slotte blijkt ook dat bedrijfsleiders die hun accountant in grote mate

relationeelvertrouwen,relatiefmeergebruikmakenvandeaccountantvooradvies.Deverschillentussen

deoverigegroepenzijnnietsignificant.

-VOEGTABEL12EN13IN-

Intabel14iseensamenvattingtevindenvanallehypothesesdieontwikkeldwerdenaandehandvande

literatuurstudie.Uitdetabelblijktdatdemeerderheidvandehypothesesaanvaardkunnenworden.

-VOEGTABEL14IN-

5. Conclusies,beperkingenentoekomstigonderzoekDeambitievanditonderzoekbestonderinombijtedragentothetopkomendeonderzoeksgebieddatde

roldievertrouwenspeelt inderelatietussenaccountantsenbedrijfsleidersendeimpactervanopde

vraagnaaradviestrachtteachterhalen.Erkangesteldwordendatgrotendeelsindezeopzetgeslaagdis,

omdatweeringeslaagdzijnomeenonderscheidtemakentussenverschillendevormenvanvertrouwen

indeaccountantenomdatblijktdatdezevormenvanvertrouweneenverschillendeimpacthebbenop

devraagnaaradvies.Deresultatenvanditonderzoekzijngebaseerdopeenvragenlijstafgenomenbij

bedrijfsleidersvanVlaamseKMO’s.

In een eerste onderzoeksvraag wensten we inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen tot de

verschillendevormenvanvertrouwenindeaccountant.Erkangesteldwordendatbedrijfsleidersover

hetalgemeeneengrotematevanrelationeelvertrouwenhebbeninhunaccountant,met56,5%vande

respondenten die zich (helemaal) akkoord verklaarde met de stellingen aangaande relationeel

vertrouwen.Relationeelvertrouwenkanontwikkeldwordendooralsaccountantaantetonendatmen

bekwaamenintegeris.Welwillendheidheeftgeensignificantebijdragetothetrelationeelvertrouwen.

ZoalsDong-Jinetal.(2008)reedsaangaven,blijktwelwillendheidgeennoodzakelijkevoorwaardetezijn

wanneer integriteit en bekwaamheid beiden hoog zijn. Daarnaast is het belangrijk om elkaar op

regelmatigebasis persoonlijk te ontmoeten. In tegenstelling tot de resultaten vanhet onderzoek van

Page 56: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

46

Blackburnetal. (2010)blijktde lengtevande relatieniet significantbij tedragen totdevormingvan

relationeelvertrouwen.

Uit het feit dat demeeste bedrijfsleiders een hogemate van relationeel vertrouwen hebben in hun

accountantvolgt logischerwijzedathetaantalbedrijfsleidersdiehunaccountantopcalculatievewijze

vertrouwenlaagis(58,5%is(helemaal)nietakkoordmetdestellingen).Rousseauetal.(1998)suggereren

namelijk dat een relatie start met calculatief vertrouwen en evolueert tot relationeel vertrouwen,

naarmate de lengte van de relatie toeneemt. Aangezien de gemiddelde lengte van de relatiemet de

huidigeaccountant19jaarbedraagt,ishetnietverwonderlijkdatdemeesteaccountantsalinhetstadium

vanrelationeelvertrouwenzijnterechtgekomen.Uitderesultatenblijktdatenkeldebekwaamheidvan

de accountant zal leiden tot een verhoging van de ‘switching costs’ waardoor men bij de huidige

accountantzalblijven.Daarnaastblijktookdatdelengtevanderelatieeennegatieveinvloedheeftop

hetcalculatiefvertrouwen,watconsistentismetdestudievanRousseauetal.(1998).

Ookhetaandeelvandebedrijfsleidersdiehunaccountantvertrouwtgebaseerdopafschrikkingiseerder

laag(40,9%is(helemaal)nietakkoordmetdestellingen).Ditkaneenbevestigingzijnvoordetheorievan

Shapiroetal. (1992)diesteltdathetvertrouwengebaseerdopafschrikkingdebasis isvaneengoede

vertrouwensbandenuiteindelijkevolueerttot‘identification-based’trust,watgelijkaardigaanrelationeel

vertrouwenkanwordenbeschouwd.Hetfeitdatdelengtevandesamenwerkingeensignificantnegatieve

impactheeftophetvertrouwengebaseerdopafschrikkingdraagtookbijtotdezetheorie.Integenstelling

totonzeverwachtingenblijktenkelwelwillendheideensignificantnegatieveinvloedtehebben.Wanneer

de accountant zich welwillend opstelt, zal het vertrouwen gebaseerd op afschrikking sneller kunnen

evoluerentotrelationeelvertrouwen.

Het vertrouwen gebaseerd op instituties blijkt hoog te zijn,met 71,6% van de respondentendie zich

(eerder)akkoordverklaartmetdestellingen.DitkaneenbevestigingzijnvanhetonderzoekvanRousseau

etal.(1998)waaringesteldwerddathetvertrouwengebaseerdopinstitutiesgedurendedehelerelatie

opeenhoogniveaublijft.Hetfeitdatnochdelengtevandesamenwerking,nochfrequentievancontact

eensignificanteinvloedhebbenopeenvanbeidetypesdraagtbijaandietheorie.Zoweldegeneigdheid

totvertrouwenendeperceptievanbekwaamheidenwelwillendheidblijkensignificantbijtedragentot

de situationele normaliteit.De verwachtingdat ookdeperceptie vanwelwillendheidbijdraagt tot de

situationelenormaliteit blijkt niet te zijn voldaan.Dit suggereert dat bedrijfsleiders ervanuitgaandat

welwillendheidgeentypischeeigenschapisvooreenaccountant,maardataccountantsvooralgetypeerd

wordendoorhunbekwaamheidenintegriteit.Zoalsverwachtdraagtookdegeneigdheidtotvertrouwen

bij tot situationele normaliteit. Wat de structurele garanties betreft, is enkel integriteit statistisch

significant.Wanneerwehetvertrouwengebaseerdopinstitutiesintotaliteitbekijken,danblijktzowel

geneigdheidtotvertrouwen,bekwaamheiden integriteitertoebij tedragen.Gezienbekwaamheidde

Page 57: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

47

grootsteimpactheeft,kanwordenbeslotendatbedrijfsleiderservanuitgaandatdeberoepsinstitutieser

indeeersteplaatsvoorzorgendataccountantsbekwaamzijn.

Ineentweedeonderzoeksvraagwillenwetewetenkomenwelke invloeddievormenvanvertrouwen

hebbenopdevraagnaaradviesvandeaccountant.Wanneerwedeimpactvandeverschillendevormen

vanvertrouwennagingenopdevraagnaaradvies,werdeenonderscheidgemaakttussendevraagnaar

adviesinhetverledenendevraagnaaradviesindetoekomst.Degroottevandeondernemingblijktenkel

een significante impact te hebben op de vraag naar advies in het verleden. Consistent met o.a.

Gooderhametal.(2004)blijktdatkleinereondernemingenmeerberoephebbengedaanopadviesvan

deaccountant.Opdevraagnaardeintentieomindetoekomstopdeaccountantberoeptedoenvoor

adviesisergeenverschiltussenkleineengroteondernemingen.Voorgaandestudiesgingenervanuitdat

ereensterkecorrelatiebestaattussendeintentieomeengedragtestellenenhetwerkelijkstellenvan

datgedrag(McKnightetal.,2002)enpeildendaaromenkelnaardeintentieomeenbepaaldgedragte

stellen.Uitderesultatenvanditonderzoekblijktdatdezeveronderstellingnietsteedsgeldt.Ookmet

betrekking tot de leeftijd van de onderneming zijn er verschillen tussen de vraag naar advies in de

toekomstendevraagnaaradviesinhetverleden.Inhetverledenbestaanergeenstatistischeverschillen

tussenjongeenoudeondernemingen.Hetzijnechtervooralgroteondernemingendieaangeveninde

toekomstberoeptezullendoenopadviesvandeaccountant,consistentmetKirbyenKing(1997).De

hypothesedatondernemingenuitdenijverheidssectormeernoodhebbenaanadvieskannietbevestigd

worden. Calculatief vertrouwen heeft in tegenstelling tot de verwachtingen een significant positieve

impactopdevraagnaaradvies.Eenmogelijkeverklaringhiervoorkanzijndatbedrijfsleiderseengrote

behoefte hebben aan advies om bepaalde onvoorziene problemen op te lossen en ze daarvoor een

professional nodig hebben wegens gebrek aan kennis binnen het bedrijf (Tanewski & Carey, 2007).

Informatie-asymmetriekaneentweedeverklaringbieden:omdathetmoeilijkisomtevoorspellenofeen

andereaccountantbeteradvieszalverlenen,kiestdebedrijfsleiderertochvooromberoeptedoenop

dehuidigeaccountant.Hetvertrouwengebaseerdopinstitutiesheefteensignificantnegatieveimpact

op het advies in het verleden. Indien er enkel vertrouwen is in de accountant omwille van zijn

lidmaatschap bij het IAB, zal er geen advies worden gevraagd van hem of haar. Hieruit kan worden

beslotendatmendeberoepsinstituties beschouwdals instituties die enkel bijdragen tot deoptimale

verlening van traditionele boekhoudkundige taken. Relationeel vertrouwen heeft, zoals verwacht, de

grootste significant positieve impact op de vraag naar advies en dit zowel in het verleden als in de

toekomst.Wekunnendusconcluderendathetvooraccountantszeerbelangrijkisomervoortezorgen

datdebedrijfsleiderhemofhaaropeenrelationelemaniervertrouwtindienhijextraopbrengstenwil

maken door de verlening van advies. Factoren die bijdragen tot de ontwikkeling van relationeel

vertrouwen zijn bekwaamheid, integriteit en frequente persoonlijke ontmoetingen met de klant.

Page 58: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

48

Beperkingen-Zoalsalleonderzoekenisookditonderzoeknietvrijvanbeperkingen.Teneerstebleekbij

analysevandedatadatdevraagwaaringepeildwerdnaardesoortenadvieswaaraanmenbehoeftehad

enofmendaarvooraldannietberoephadgedaanopdeaccountantnietdoorallerespondenteneven

correctwerdingevuld.Ditheeftmogelijkstotlichtevertekeningvanderesultatengeleid.Tentweedeis

diteencross-sectioneelonderzoek,waardoorverschillenoverdetijdnietinrekeningwerdengebracht.

Aangezien vertrouwen een kenmerk is van een relatie dat verandert over de tijd heen, zou een

longitudinaalonderzoektotbetereresultatenhebbengeleid.Ookeenkwalitatiefonderzoekzouhiervoor

eenoplossingkunnenbieden.Tenderdezijnderesultatenvanditonderzoeknietteveralgemenennaar

anderelandenomwillevancultureleverschillen.Bovendienmoetomzichtigwordenomgesprongenmet

deresultaten,aangeziendevoorwaardevanafwezigheidvanmulticollineariteitnietwerdvoldaanbijde

eersteregressiemodellen.Ditheeftalsgevolgdatdeschattingvandecoëfficiëntenminderbetrouwbaar

is.Tenslottewarenwenietinstaatomeenregressieanalyseuittevoerenmetdeverschillendesoorten

adviesapartalsafhankelijkevariabele.Deinvloedvandeverschillendefactorenkanimmersverschillen

naargelanghetsoortadviesdatgevraagdwordt.

Toekomstigonderzoek-Toekomstigonderzoekkanzichindeeersteplaatsfocussenophetwegwerken

vanbovenstaandebeperkingen.Verderkanmendefocusleggenopdeevolutievaneenbepaaldevorm

vanvertrouwennaareenvolgendevorm.Delengtevandesamenwerkinghadgeeneenduidigeinvloed

ophetvertrouwengebaseerdopinstituties,waardoornietduidelijkisofeenlangererelatiealdanniet

bijdraagt tot de vorming ervan. Bovendien bleek dat het vertrouwen gebaseerd op instituties geen

significanteimpacthadopdevraagnaaradvies.Hierdoorvragenweonsafofdeberoepsinstitutenzich

welvoldoendefocussenopdeevolutievandetaakvandeaccountant,watperspectievenbiedtvooreen

onderzoekvanuithetstandpuntvandeberoepsinstituten.

Page 59: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

VII

Bibliografie

Akerlof,G.A.(1970).Themarketfor'Lemons':QualityunderuncertaintyandtheMarketMechanism.

QuarterlyJournalofEconomics,84,488-500.

Barber,B.(1983).InThelogicandlimitsoftrust.NewBrunswick:RutgersUniversityPress.

Bennet,R.,&Robson,P.(2004).Theroleoftrustandcontractinthesupplyofbusinessadvice.

CambridgeJournalofEconomics,28,471-488.

Bennett,R.,&Robson,P.(1999).TheuseofexternalbusinessadvicebySMEsinBritain.

EntrepreneurshipandRegionalDevelopment,11(2),155-180.

Blackburn,R.,&Jarvis,R.(2010).TheRoleofSmallandMediumPracticesinProvidingBusinessSupport

toSmall-andMedium-sizedEnterprises.SmallandMediumPracticesCommittee.NewYork:

InternationalFederationofAccountants.

Blackburn,R.,Carey,P.,&Tanewski,G.(2010).TheRoleofTrust,RelationshipsandProfessionalEthicsin

theSupplyofExternalBusinessAdvicebyAccountantstoSMEs.AustralianCentreforFinancial

Studies.

Blackburn,R.,Carey,P.,&Tanewski,G.(2014).BusinessadvicebyaccountantstoSMEs:relationship

andtrust.EnhancingSMESuccessintheDigitalEconomy.Sydney,Australia.

Boonen,R.(2003).InR.Boonen,Irina,Jos,AlienMies-Interculturaliteitinmaatschappijenschool.

Garant.

Bowlby,J.(1982).InVolume1:Attachmentandloss.NewYork:basicbooks.

Buchanan,B.(1974).BuildingOrganizationalCommitment:TheSocializationofManagersinWork

Organizations.AdministrativeScienceQuarterly,19(4),533-546.

Butler,J.(1991).Towardunderstandingandmeasuringconditionsoftrust:Evolutionofaconditionsof

trustinventory.JournalofManagement,17,643-663.

Butler,J.,&Cantrell,R.(1984).Abehaviouraldecisiontheoryapproachtomodellingdyadictrustin

superiorsandsubordinates.PsychologicalReports,55,19-28.

Coakes,E.(2003).InKnowledgeManagement:CurrentIssuesandChallenges(p.322).Hershey:IGI

Global.

Page 60: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

VIII

Coleman,J.(1990).InFoundationsofSocialTheory.Cambridge:TheBelknapPress.

Connelly,B.L.,Crook,R.T.,Combs,J.G.,Ketchen,D.J.,&Aguinis,H.(2015).Competence-andIntegrity-

BasedTrustinInterorganizationalRelationships:WhichMattersMost?JournalofManagement,

20(10),1-27.

Connelly,B.L.,Miller,T.,&Devers,C.E.(2012).Underacloudofsuspicion:Trust,distrust,andtheir

interactiveeffectininterorganizationalcontracting.StrategicManagementJournal,33,820-

833.

DeBruyckere,S.,&Verplancke,F.(2015).Mijnaccountant/boekhouder,mijnpartnerinbusiness?

Symposium.HogeschoolGent.

DeCock,K.,&Minnaert,E.(2010).DeAccountantalsAdviseur.Thesis.

DePelsmacker,P.,&VanKenhove,P.(2014).Marktonderzoek:methodenentoepassingen.Amsterdam:

Pearson.

Defauw,K.(2011).Derolvandeaccountantalsbedrijfsadviseureninvloedopdefinanciëleperformantie

vanKMO's.Thesis.

Deutsch,M.(1962).Cooperationandtrust:Sometheoreticalnotes.InM.Jones(Red.),Nebraska

SymposiumonMotivation(pp.275-320).Lincoln:NE:UniversityofNebraska.

Dirks,K.,&Ferrin,D.(2001).Theroleoftrustinorganizationalsettings.OrganizationScience,12(4),

450-467.

Doney,P.M.,&Cannon,J.P.(1997).AnexaminationoftheNatureofTrustinBuyer-Seller

Relationships.JournalofMarketing,35-51.

Dong-Jin,L.,JinYong,P.,HyungTark,L.,&ByungHee,Y.(2008).TheEffectsofTrustDimensionson

RelationshipCommitment:theRelativeEfficacyandEffectSymmetry.AdvancesinConsumer

Research,35,457-466.

Doving,E.,&Gooderham,P.(2005).Smallfirmaccountancypracticesasbusinessadvisors:adynamic

capabilitiesviewofthescopeoftheirservices.SNFArbeidsnotat,65(5).

Doving,E.,&Gooderham,P.(2008).Dynamiccapabilitiesasantecedentsofthescopeofrelated

diversification:thecaseofsmallfirmaccountancypractices.StrategicManagementJournal,29,

841-857.

Page 61: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

IX

Dyer,L.,&Ross,C.(2007).AdvisingtheSmallBusinessClient.InternationalSmallBusinessJournal,

25(2),130-151.

Erikson,E.(1968).InIdentity:Youthandcrisis.NewYork:Norton.

Everaert,P.,Sarens,G.,&Rommel,J.(2005).Uitbestedingvanboekhoudkundigeactiviteitenbij

VlaamseKMO's.Accountancy&Tax,4,pp.38-42.

Everaert,P.,Sarens,G.,&Rommel,J.(2007).SourcingstrategyofBelgianSMEs:empiricalevidencefor

theaccountingservices.ProductionPlanning&Control,18(8),716-725.

Gefen,D.,Karahanna,E.,&Straub,D.(2003).TrustandTAMinonlineshopping:anintegratedmodel.

MISQuarterly,27(1),51-90.

Giffin,K.(1967).Thecontributionofstudiesofsourcecredibilitytoatheoryofinterpersonaltrustinthe

communicationprocess.PsychologicalBulletin,68,104-120.

Gooderham,P.N.,Tobiassen,A.,Doving,E.,&Nordhaug,O.(2004).AccountantsassourcesofBusiness

AdviceforSmallFirms.InternationalSmallBusinessJournal,22(1),5-20.

Gounaris,S.(2005).Trustandcommitmentinfluencesoncustomerretention:insightsfrombusiness-to-

businessservices.JournalofBusinessResearch,58(2),126-140.

Gounaris,S.P.(2005).Trustandcommitmentinfluencesoncustomerretention:insightsfrombusiness-

to-businessservices.JournalofBusinessResearch,58,126-140.

Gounaris,S.,&Venetis,K.(2002).Trustinindustrialservicerelationships:behavioralconsequences,

antecedentsandthemoderatingeffectofthedurationoftherelationship.JournalofServices

Marketing,16(7),636–655.

Gremler,D.D.,&Gwinner,K.P.(2000).Customer-EmployeeRapportinServiceRelationships.Journalof

ServiceResearch,3(1),82-104.

Holmes,S.,Kelly,G.,&Cunningham,R.(1991).Thesmallinformationcycle:Areppraisal.International

SmallBusinessJournal,9(2),41-53.

IAB.(2016).Eengereglementeerdberoep.OpgeroepenopApril21,2016,vanhttps://www.iec-

iab.be/nl/diensten/beroep/Pages/Een-gereglementeerd-beroep.aspx

Page 62: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

X

IAB.(2016).Toegangtothetberoep.OpgeroepenopApril21,2016,vanhttps://www.iec-iab.be/nl/het-

beroep/toegang-beroep/Pages/default.aspx

Johnson,D.,&Grayson,K.(2005).Cognitiveandaffectivetrustinservicerelationships.Journalof

BusinessResearch,58,500-507.

Johnson,S.,Webber,D.J.,&Wayne,T.(2007).WhichSMEsuseexternalbusinessadvice?Amultivariate

subregionalstudy.EnvironmentandPlanningA,39(8),1981-1997.

Johnson-George,C.,&Swap,W.(1982).Measurementofspecificinterpersonaltrust:Constructionand

validationofascaletoassesstrustinaspecificother.JournalofPersonalityandSocial

Psychology,43(6),1306-1317.

Jones,M.(2002).InAccountingforNon-Specialists.Chichester:JohnWiley&Sons.

Jones,M.A.,Mothersbaugh,D.L.,&Beatty,S.E.(2000).SwitchingBarriersandRepurchaseIntentions

inServices.JournalofRetailing,76(2),259-274.

Jones,M.,Reynolds,K.,Mothersbaugh,D.,&Beatty,S.(2007).ThePositiveandNegativeEffectsof

SwitchingCostsonRelationalOutcomes.JournalofServiceResearch,9(4),335-355.

Kamyabi,Y.,&Devi,S.(2010).TheimpactofadvisoryservicesonIranianSMEperformance:An

empircialinvestigationoftheroleofprofessionalaccountants.SouthAfricanJournalofBusiness

Management,43(2),61-72.

Kee,H.,&Knox,R.(1970).Conceptualandmethodologicalconsiderationsinthestudyoftrust.Journal

ofConflictResolution,14,357-366.

Kestens,K.(2008).Accountantsandowner-managersofsmallfirms:exploringthepersonaltrust

relationship.Thesis.

Kim,P.H.,Ferrin,D.L.,Cooper,C.D.,&Dirks,K.T.(2004).Removingtheshadowofsuspicion:The

effectsofapologyversusdenialforrepairingcompetenceversusintegrity-basedtrustviolations.

JournalofAppliedPsychology,89,104-118.

Kirby,D.A.,&King,S.H.(1997).AccountantsandSmallFirmDevelopment:FillingtheExpectationGap.

TheServiceIndustriesJournal,17(2),294-304.

Kumar,N.,Scheer,L.,&Steenkamp,J.(1995).TheEffectsofPerceivedInterdependenceonDealers

Attitudes.JournalofMarketingResearch,32(3),348-356.

Page 63: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XI

Langer,E.(1975).Theillusionofcontrol.JournalofPersonalityandSocialPsychology,32,311-328.

Larzelere,R.,&Huston,T.(1980).Thedyadictrustscale:Towardunderstandinginterpersonaltrustin

closerelationships.JournalofMarriageandtheFamily,42,595-604.

Lewicki,R.,&Bunker,B.(1996).Developingandmaintainingtrustinworkrelationships.InR.Kramer,&

T.Tyler(Red.),Trustinorganizations:Frontiersoftheoryandresearch(pp.114-139).Thousand

Oaks:CA:Sage.

Lewicki,R.,Tomlinson,E.,&Gillespie,N.(2006).ModelsofInterpersonalTrustDevelopment:

TheoreticalApproaches,EmpiricalEvidence,andFutureDirections.JournalofManagement,

32(6),991-1022.

Lewis,J.,&Weigert,A.(1985).Trustasasocialreality.SocialForces,63,967-985.

Lieberman,J.(1981).InThelitigioussociety.NewYork:BasicBooks.

Lindskold,S.(1978).TrustDevelopment,theGRITProposalandtheEffectsofConciliatoryActson

ConflictandCooperation.PsychologicalBulletin,85(4),772-793.

Macneil,I.R.(1980).InThenewsocialcontract.NewHaven:CT:YaleUniversityPress.

Mayer,R.,&Davis,J.(1999).Theeffectoftheperformanceappraisalsystemontrustformanagement:

Afieldquasi-experiment.JournalofAppliedPsychology,84(1).

Mayer,R.,Davis,J.,&Schoorman,F.(1995).Anintegrativemodeloforganizationaltrust.TheAcademy

ofManagementReview,3,709-734.

McAllister,D.(1995).Affect-andcognition-basedtrustasfoundationsforinterpersonalcooperationin

organizations.AcademyofManagementJournal,38,24-59.

McFall,L.(1987).Integrity.Ethics,98,5-20.

McKnight,D.H.,Choudhury,V.,&Kacmar,C.(2002).Developingandvalidatingtrustmeasuresfore-

commerce:Anintegrativetypology.InformationSystemsResearch,13(3),334-359.

McKnight,D.,Cummings,L.,&Chervany,N.(1998).Initialtrustformationinneworganizational

relationships.TheAcademyofManagementReview,2(3),473-490.

Page 64: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XII

McKnight,H.,Choudhury,V.,&Kacmar,C.(2002).Theimpactofinitialconsumertrustonintentionsto

transactwithawebsite:atrustbuildingmodel.JournalofStrategicInformationSystems,11,

297-323.

Moorman,C.,Deshpandé,R.,&Zaltman,G.(1993).FactorsAffectingTrustinMarketResearch

Relationships.JournalofMarketing,57,81-101.

Moorman,C.,Zaltman,G.,&Deshpandé,R.(1992).RelationshipsBetweenProvidersandUsersof

MarketingResearch:TheDynamicsofTrustWithinandBetweenOrganizations.Journalof

MarketingResearch,314-329.

Pearce,J.L.,Branyiczki,I.,&Bigley,G.A.(2000).Insufficientbureaucracy:Trustandcommitmentin

particularisticorganizations.OrganizationScience,11(2),148-162.

Rempel,J.,Holmes,J.,&Zanna,M.(1985).Trustincloserelationships.JournalofPersonalityandSocial

Psychology,49(1),95-112.

Rosen,B.,&Jerdee,T.(1977).Influenceofsubordinatecharacteristicsontrustanduseofparticipative

decisionstrategiesinmanagementsimulation.JournalofAppliedPsychology,62,628-631.

Rotter,J.(1967).Anewscaleforthemeasurementofinterpersonaltrust.JournalofPersonality,35,

651-665.

Rousseau,D.,Sitkin,S.,Burt,R.,&Camerer,C.(1998).Notsodifferentafterall:across-disciplineviewof

trust.Theacademyofmanagementreview,23(3),393-404.

Shapiro,D.,Sheppard,B.,&Cheraskin,L.(1992).Businessonahandshake.NegotiationJournal,8,365-

377.

Shapiro,S.(1987).Thesocialcontrolofimpersonaltrust.AmericanJournalofSociology,93,623-658.

Sitkin,S.,&Roth,N.(1993).Explainingthelimitedeffectivenessoflegalistic“remedies”for

trust/distrust.OrganizationScience,4,367-392.

Solomon,L.(1960).Theinfluenceofsometypesofpowerrelationshipsandgamestrategiesuponthe

developmentofinterpersonaltrust.JournalofAbnormalandSocialPsychology,61,223-230.

Strickland,L.(1958).Surveillanceandtrust.JournalofPersonality,26,200-215.

Page 65: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XIII

Tanewski,G.,&Carey,P.(2007).DeterminantsofValueAddingBusinessAdviceProvidedbyExternal

AccountantstoSMEClients.PaperpresentedattheICSBConference.Turku.

Tyler,K.,&Stanley,E.(2007).Theroleoftrustinfinancialservicesbusinessrelationship.Journalof

ServicesMarketing,21(5),334–344.

UNIZO.(2015).EconomischbelangvanKMO'sinBelgië.OpgeroepenopApril20,2016,van

http://www.unizo.be/sites/default/files/1601economischbelangkmos.pdf

Zucker,L.(1986).Productionoftrust:Institutionalsourcesofeconomicstructure1840-1920.InB.Staw,

&L.Cummings(Red.),Researchinorganizationalbehavior.8,pp.53-111.Greenwich:CT:JAI

Press.

Page 66: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XIV

Tabellen Tabel1:Betrouwbaarheidsmaatstavenvoorvariabelenmetmeerdereitems

Maatstavenenitems

Cronbach’s

alfa

Cronbach’s

alfa

Bron

Geneigdheidtotvertrouwen1. Hetisbelangrijkdatmenvoorzichtigomgaatmet

vreemden.*2. Demeestedeskundigenzijneerlijkoverdegrenzen

vanhunkennis.3. Demeestemensendoenookechtwatzebelovente

doen.*4. Tegenwoordigmoetjeopjehoedezijnwanter

wordtsnelmisbruikvanmensengemaakt.5. Demeestereparateursrekeneneenfaireprijsaan,

ookaanmensendieonwetendzijnoverhunkennis.6. Demeesteverkoperszijneerlijkalszehun

productenbeschrijven.7. Demeestevolwassenenzijncompetentinhunjob.8. Demeestemensenantwoordeneerlijkop

opiniepeilingen.

0,719XXXXXXXX

0,743

XXXXXX

1–8:

Aangepaste

versievan

Mayer&Davis

(1999)

Bekwaamheidaccountant1. Mijnaccountantisbekwaamindeuitvoeringvan

zijn/haarwerk.2. Mijnaccountantstaaterombekendsuccesvoltezijn

indezakendiehij/zijprobeerttedoen.3. Mijnaccountantweetgoedwelketakener

uitgevoerdmoetenworden.4. Ikhebvertrouwenindekennisvanmijnaccountant.5. Mijnaccountantbeschiktovergespecialiseerde

vaardighedendiedewinstgevendheiden/ofdeleefbaarheidvandeondernemingkanverbeteren.

6. Mijnaccountantisdeskundig.

0,912XXXXXX

1–6:

Aangepaste

versievan

Mayer&Davis

(1999)

Welwillendheidaccountant1. Mijnaccountantisbegaanmetdelangetermijn

leefbaarheidvanmijnonderneming.2. Mijnaccountanthechtbelangaanmijnwensenen

behoeften.3. Mijnaccountantzoumenietopzettelijkkwaad

doen.4. Mijnaccountanthoudtrekeningmetwatik

belangrijkvind.5. Mijnaccountantdoetzijn/haaruiterstebestommij

tehelpen.

0,901

XXXXX

1–5:

Aangepaste

versievan

Mayer&Davis

(1999)

Page 67: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XV

Integriteitaccountant1. Mijnaccountantisrechtvaardig.2. Mijnaccountanthoudtzichaanzijn/haarwoord.3. Mijnaccountantdoetzijn/haarbestomsteeds

eerlijktezijn.4. Deactiesenhetgedragvanmijnaccountantzijn

voorspelbaar.5. Ikkanmevindenindewaardenvanmijn

accountant.6. Mijnaccountantlaatzijn/haargedragleidendoor

principes.

0,850XXXXXX

0,878XXXXX

1–6:

Aangepaste

versievan

Mayer&Davis

(1999)

Relationeelvertrouwen1. Ikwerkgraagsamenmetmijnaccountantenditis

belangrijkvoorhetbehoudenvanderelatie.2. Ikdoegraagzakenmetmijnaccountantomwillevan

zijn/haartotaleinzet.3. Ikzouderelatiemetmijnaccountantniet

verbreken,doordatikhetbelangrijkachtmetdezeaccountantgeassocieerdteworden.

4. Ikhebeenvriendschappelijkebandmetmijnaccountant.

5. Ikwildesamenwerkingmetmijnaccountantbehoudenomdatdezenaarwensverloopt.

6. Ikbehouddebandmetmijnaccountantomdathij/zijvolgensmijtotdebesteinzijn/haarvakbehoort.

0,833

XXXXXX

1,3,4:

Aangepaste

versievan

Kumaretal.

(1995)

2,5,6:

Gebaseerdop

Kestens(2008)

Calculatiefvertrouwen1. Ikblijfbijmijnaccountantomdatikmijhiertoe

verplichtvoel.2. Ikblijfbijmijnaccountantomdatergeenwaardige

alternatievenzijn.3. Ikblijfbijmijnaccountantomdatdekostendie

verbondenzijnaanhetveranderentehoogzijn.4. Ikblijfbijmijnaccountantomdatikgeenandere

keusheb.5. Ikblijfbijmijnaccountanttotikeenandereheb

gevondendiebeterbeantwoordtaanmijnverwachtingen.

0,886XXXXX

1,4:

Gebaseerdop

Jonesetal.

(2007)

2,3:

Aangepaste

versievan

Gounarisetal.

(2005)

5:Gebaseerd

opKestens

(2008)

Page 68: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XVI

Situationelenormaliteit:welwillendheid1. Ikdenkdatdemeesteaccountantshandeleninhet

belangvanhunklanten.2. Alseenklanthulpnodigheeft,danzullendemeeste

accountantshunbestdoenomtehelpen.3. Demeesteaccountantsvindenhetwelzijnvanhun

klantenbelangrijkenstrevenweinigeigenbelangna.

0,802

XXX

0,820

XX

1–3:

Aangepaste

versievan

McKnightetal.

(2002)

Situationelenormaliteit:integriteit1. Ikhebervertrouwenindataccountantshuntaak

goedzullenuitvoerenwanneerikberoepophendoe.

2. Ikwerkgraagsamenmeteenaccountant,omdatzijmeestalhunafsprakennakomen.

3. Ikhebervertrouwenindataccountantsaanhunverplichtingenvoldoen.

0,877XXX

1–3:

Aangepaste

versievan

McKnightetal.

(2002)

Situationelenormaliteit:bekwaamheid1. Accountantszijnoverhetalgemeenbekwaamomte

voldoenaandewensenvanhunklanten.2. Accountantszijncompetentinhetuitoefenenvan

hunjob.3. Demeesteaccountantszijngoedinwatzedoen.

0,925XXX

1–3:

Aangepaste

versievan

McKnightetal.

(2002)

Structurelegaranties1. Deberoepsinstituten(IAB,BIBF)voorzienin

voldoendeopleidingenzodatdekennisvanaccountants/boekhoudersuptodateis.

2. Erzijnvoldoendetechnischeenjuridischestructurenaanwezigdiemebeschermentegenproblemenwanneerikberoepdoeopeenaccountant.

3. Deberoepsinstituten(IAB,BIBF)zieneroptoedatdetoegangtothetberoepvanaccountant/boekhouderstrenggereglementeerdis.

0,771XXX

1–3:

Aangepaste

versievan

McKnightetal.

(2002)

Vertrouwengebaseerdopafschrikking1. Mijnaccountantisenkelenalleentevertrouwen

omdathij/zijlidisvaneenberoepsinstituut(IAB,BIBF)endusgebondenisaanderegelsvanditinstituut.

2. Ikvertrouwmijnaccountantvooralomdathij/zijeencontractbriefondertekendheeft.

3. Ikhebslechtsvertrouweninmijnaccountantomdatikweetdathijzichaanbepaaldewettenengedragsregelsmoethouden.

4. Ikhebdeindrukdatmijnaccountantalleenmaarzijn/haarbestdoetomzijn/haarreputatiehoogtehouden.

0,802XXXX

1–4:Nieuwe

items

*Recoded

Page 69: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XVII

Tabel2:Frequentietabellen

Variabele Frequentie PercentageGrootteonderneming0–50werknemers51–100werknemers101–150werknemers151–200werknemers201–250werknemersTotaal

149251288

202

73,7612,385,943,963,96100

Leeftijdonderneming0–15jaar16–30jaar31–45jaar>45jaarTotaal

7655476202

3,4732,1826,7337,62100

Lengterelatiemetaccountant0–5jaar6–10jaar11–15jaar16–20jaar>20jaarTotaal

3232244272202

15,8415,8411,8820,7935,65100

SectorNijverheidssectorDienstensectorTotaal

11290202

55,4544,55100

FrequentievancontactWekelijksMaandelijksVierkeerperjaarTweekeerperjaarEenkeerperjaarOmdetweejaarTotaal

35636331100

202

17,3331,1931,1915,354,940

100

Page 70: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XVIII

Tabel3:BeschrijvendestatistiekenVariabele Min. Max. Gem. Stand.Afw.

Geneigdheidtotvertrouwen(7-punt-Likertschaal)Bekwaamheidaccountant(7-punt-Likertschaal)Welwillendheidaccountant(7-punt-Likertschaal)Integriteitaccountant(7-punt-Likertschaal)Relationeelvertrouwen(7-punt-Likertschaal)Calculatiefvertrouwen(7-punt-Likertschaal)Vertrouwengebaseerdopinstituties(7-punt-Likertschaal)

Structurelegaranties(7-punt-Likertschaal)Situationelenormaliteit-bekwaamheidSituationelenormaliteit-welwillendheidSituationelenormaliteit-integriteit

Vertrouwenopafschrikkinggebaseerd(7-punt-Likertschaal)Grootteonderneming(aantalFTE)Leeftijdonderneming(aantaljaren)Duursamenwerkingmetaccountant(aantaljaren)Frequentievancontact(6-punt-Likertschaal)Vraagnaaradviesvandeaccountant(5-puntLikertschaal)FinancieeladviesFiscaaladviesJuridischadviesStrategischadviesAantalbehoeftenAantalkeerberoepgedaanopaccountantRelatiefgebruikvandeaccountant

2,002,831,001,80

1,801,003,36

2,672,002,002,001,00

100111111000

6,507,007,007,00

7,006,006,73

7,007,007,007,006,50

2501465155555

21211

4,436,156,216,05

5,572,255,32

4,925,385,375,593,14

54,7444,7118,732,59

3,524,543,012,30

8,205,270,72

0,820,810,760,77

1,031,050,68

0,970,900,800,771,13

56,2725,2611,051,09

1,350,931,301,27

4,793,330,30

Page 71: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XIX

Tabel4:Behoefteaanadviesvandeaccountant

Soortadvies Behoefte(%) Beroepopaccountant(%)PensioenplanningSuccessie-envermogensplanningInvullenaangiftepersonenbelastingBegeleidingbijkredietaanvraagBegeleidingbijaan-ofverkoopondernemingOndersteuningbijfinanciëleproblemenBijstandbijadministratieveopdrachtenInformatieoverwetswijzigingenKostprijscalculatie/analytischesystemenVennootschapsrechtelijkadviesJuridischadviesAanvragenpremies/subsidiesInternecontrolesystemenInterneauditPersoneelszakenRisicomanagementOndernemingsprocessen,automatiseringMaatschappelijkverantwoordondernemenAankoopsoftware/hardwareMarketing/publiciteitStrategischadvies

42,0855,4580,6944,5536,6328,2240,5967,3330,2042,0845,0542,5734,6539,6040,1019,8026,7315,3533,1728,2226,24

68,2475,0096,3268,8987,8480,7086,5990,5165,5792,9449,4551,1650,0058,7534,5752,5027,7822,5823,887,0233,96

Page 72: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XX

**significantophet0,01-niveau(tweezijdig);*significantophet0,05-niveau(tweezijdig)

Tabel5:Correlatiematrixvertrouwen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

1.VerInst. 1 2.VerAfschr. -,088 1 3.CalVer. -,215* ,444** 1 4.RelVer. ,458** -,022 -,209** 1 5.IntAcc. ,511** -,108 -,283** ,617** 1 6.WelAcc. ,370** -,153* -,280** ,583** ,758** 1 7.BekwAcc. ,546** -,174* -,331** ,658** ,680** ,694** 1

8.Geneigd. ,463** ,032 -,139* ,245** ,293** ,252** ,365** 1 9.Ln(Samenw.)10.FreqCont.11.StructGar.12.SitNorm.13.TrustingBel.

,064,199*,755*,939**,556**

-,149*,080-,025-,090-,147

-,087-,026-,115-,134

-,339**

-,017,233**,338**,418**,705**

,013,185**,402**,491**,895**

-,029,153*,238**,422**,888**

,040,159*,371**,484**,903**

,003,049

,258**,490**,370**

1-,045,086-,027,019

1

-,128-,132

,189**

1,488**,397**

1,538**

1

Page 73: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXI

**significantophet0,01-niveau(tweezijdig);*significantophet0,05-niveau(tweezijdig)

Tabel6:Correlatiematrixvraagnaaradvies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 151.Ln(Grootte) 1 2.Ln(Leeftijd) ,073 1

3.Sector -,134 -,127 1 4.RelVer. ,011 -,147* ,070 1 5.CalVer. ,044 ,124 -,041 -,209** 1 6.VerInst. ,138 -,084 -,017 ,458** -,215* 1 7.VerAfschr. ,070 -,054 -,019 -,022 ,444** -,088 1 8.TotaalBeroep ,354** -,030 -,036 ,263** ,061 ,106 ,128 1 9.AdviesToek. ,111 -,153* ,008 ,350** -,042 ,190* -,001 ,423** 1 10.Ln(Samenw) ,096 ,020 -,004 -,017 -,087 ,064 -,149* ,159* ,047 1 11.FreqCont. ,131 ,014 ,005 ,233* -,026 ,199* ,080 ,284** ,145* -,045 1 12.Finan.Adv. ,117 -,137 ,056 ,270** -,073 ,195* -,034 ,376** ,708** -,030 -,268** 1 13.FiscaalAdv. ,023 ,111 -,003 ,135 -,085 -,010 -,112 ,106 ,433** ,131 ,099 ,132 1 14.JuridischAdv. ,084 -,054 ,004 ,247** ,016 ,078 ,036 ,292** ,118 ,018 -,063 ,323** ,118 1 15.StratAdv. ,063 -,118 -,039 ,273** ,012 ,185* ,069 ,326** ,135 ,505** -,101 ,356** ,135 ,505** 1

Page 74: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXII

***:significantophet0,01-niveau(tweezijdig)**:significantophet0,05-niveau(tweezijdig)*:significantophet0,10-niveau(tweezijdig)

Tabel7:OLS-regressievertrouwen(deel1) Model1:Relationeelvertrouwen Model2:Calculatiefvertrouwen Model3:Vertrouwengebaseerdopafschrikking Model1a Model1b Model2a Model2b Model3a Model3b

ConstanteGeneigdheidtotvertrouwenBekwaamheidWelwillendheidIntegriteitTrustingbeliefsLn(Samenwerking)FrequentiecontactR2

AdjustedR2

F-waarde

Coeff.0,0030,4470,0410,336

-0,0170,1060,6260,61346,600***

T-waarde-0,8250,0655,704***0,5474,395***-0,3642,194**

Coeff.0,0330,677-0,0210,0730,5000,48945,041***

T-waarde-0,5840,58911,746***-0,4001,355

Coeff.0,024-0,2980,032-0,135-0,122-0,0150,1560,1285,656***

T-waarde7,791***0,329-2,912***0,289-1,225-1,796*-0,217

Coeff.0,055-0,385-0,114-0,0460,1570,1388,348***

T-waarde7,883***0,744 -5,115*** -1,656*-0,666

Coeff.0,099-0,117-0,203-0,096-0,1350,0190,1430,1084,143***

T-waarde7,554***1,187-0,961-1,729*-0,815-1,764*0,241

Coeff.0,119

-0,353-0,182-0,0150,1460,1226,175***

T-waarde7,509***

1,423-4,144***-2,334**-0,188

Page 75: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXIII

Tabel8:OLS-regressievertrouwen(deel2) Model4:Situationelenormaliteit Model5:Structurelegaranties Model6:Vertrouwengebaseerdopinstituties Model4a Model4b Model5a Model5b Model6a Model6b

ConstanteGeneigdheidtotvertrouwenBekwaamheidWelwillendheidIntegriteitTrustingbeliefsLn(Samenwerking)FrequentiecontactR2

AdjustedR2

F-waarde

Coeff.0,3570,182-0,0050,246

-0,0370,0400,3880,36819,548***

T-waarde4,245***5,748***2,098**-0,0532,629***-0,3640,689

Coeff.0,3420,400-0,0400,0400,3900,37728,630***

T-waarde3,952***5,439***6,254***-0,6840,670

Coeff.0,1200,188-0,1730,3370,0320,0350,2000,1594,889***

T-waarde1,945*1,3301,426-1,3852,652***0,3830,402

Coeff.0,1440,3160,0450,0270,1680,1395,889***

T-waarde1,4031,567 3,348*** 0,5200,303

Coeff.0,2920,346-0,1530,253-0,0150,0660,4080,37713,422***

T-waarde3,962***3,772***3,055***-1,4222,307**-0,2090,885

Coeff.0,291

0,422-0,0120,0640,3780,35717,770***

T-waarde3,241***3,668***5,168***-0,1630,840

***:significantophet0,01-niveau(tweezijdig)**:significantophet0,05-niveau(tweezijdig)*:significantophet0,10-niveau(tweezijdig

Page 76: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXIV

***:significantophet0,01-niveau(tweezijdig)**:significantophet0,05-niveau(tweezijdig)*:significantophet0,10-niveau(tweezijdig

Tabel9:OLS-regressievraagnaaradvies Model1:Totaalberoep Model2:Vraagadviesintoekomst

Model1a Model1b Model2a Model2b

ConstanteLn(Grootte)Ln(Leeftijd)SectorondernemingVertrouwengebaseerdopafschrikkingCalculatiefvertrouwenRelationeelvertrouwenVertrouwengebaseerdopinstitutiesLn(Samenwerking)FrequentiecontactR2

AdjustedR2

F-waarde

Coeff.0,377-0,048-0,1100,045-0,0100,540-0,2130,3620,3228,997***

T-waarde-1,2264,885***-0,619-1,4100,534-0,1136,005***-2,428**

Coeff.0,327-0,015-0,0680,0890,1460,402-0,1560,1520,2140,3850,3377,936***

T-waarde4,340***-0,198-0,9061,0201,693*4,594***-1,837*1,985**2,710***

Coeff-0,023-0,170-0,0530,1160,2850,4110,0960,3020,2576,679***

T-waarde-0,272-2,033*-0,6211,2843,083***4,351***1,034

Coeff.0,051-0,169-0,0340,0340,3260,415-0,0070,0540,2350,3770,3247,112***

T-waarde2,644***0,650-2,124**-0,4260,3803,697***4,665***-0,0860,6912,848***

Page 77: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXV

Tabel10:ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotsoortenadvies(deel1)

Sector Leeftijd:<44jrvs.

>44jr

Grootte:<54vs

>54werknemers

Financieel

advies

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4619,500

-0,919

0,358

3780,500

-2,747

0,006

3329,000

-1,751

0,080

Fiscaaladvies Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4751,000

-0,720

0,472

4380,500

-1,486

0,137

3876,500

-0,248

0,804

Juridischadvies Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4965,500

-0,047

0,963

4672,500

-0,474

0,636

3647,500

-0,850

0,396

Strategisch

advies

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4626,000

-0,910

0,363

4010,500

-2,178

0,029

3914,000

-0,098

0,922

Page 78: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXVI

Tabel11:ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotsoortenadvies(deel2)

Relationeel

vertrouwen

Calculatief

vertrouwen

Vertrouwen

gebaseerdop

instituties

Vertrouwen

gebaseerdop

afschrikking

Samenwerking Frequentie

contact

Financieel

advies

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

3746,000

-3,352

0,001

4712,000

-0,616

0,538

3764,500

-1,017

0,309

4699,500

-0,987

0,324

5004,500

-0,178

0,859

3577,500

-3,778

0,000

Fiscaaladvies Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4562,500

-1,610

0,107

4436,000

-1,601

0,109

3900,00

-0,784

0,433

3906,500

-3,611

0,000

4319,500

-2,301

0,021

4706,500

-1,183

0,237

Juridisch

advies

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4058,000

-2,573

0,010

4648,000

-0,776

0,438

4066,000

-0,184

0,854

4999,000

-0,241

0,809

4874,000

-0,503

0,615

4462,000

-1,575

0,115

Strategisch

advies

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

3602,000

-3,739

0,000

4949,500

-0,017

0,987

3931,500

-0,560

0,576

4869,500

-0,568

0,570

4738,500

-0,848

0,396

4459,500

-1,596

0,110

Page 79: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXVII

Tabel12:ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotrelatiefgebruikvandeaccountant(deel1)

Leeftijd Sector Samenwerking Frequentie

contact

Grootte

Relatief

gebruikvande

accountant

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

4061,500

-2,556

0,011

4717,000

-0,001

0,999

4463,500

-0,923

0,356

4619,000

-0,599

0,549

3056,000

-1,991

0,046

Tabel13:ResultatenMann-WhitneyUtestmetbetrekkingtotrelatiefgebruikvandeaccountant(deel2)

Relationeel

vertrouwen

Calculatief

vertrouwen

Vertrouwen

gebaseerdop

instituties

Vertrouwen

gebaseerdop

afschrikking

Relatief

gebruikvande

accountant

Mann-WhitneyU

Z

p-waarde

3746,000

-3,352

0,001

4636,500

-0,116

0,908

3671,500

-0,802

0,423

4822,000

-0,060

0,952

Page 80: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXVIII

Tabel14:Samenvattingvanhypothesesenresultaten

Hypothese Verwachterelatie Resultaat

H1 Grootteond.->vraagadvies - Aanvaardvoorvraagin

verleden

- Verworpenvoorvraaginde

toekomst

H2 Leeftijdond.->vraagadvies - Verworpenvoorvraagin

verleden

- Aanvaardvoorvraaginde

toekomst

H3 Sector->vraagadvies Zowelvoorvraaginhetverledenals

vraagindetoekomstverworpen

H4 Vertrouwenafschrikking->vraagadvies Zowelvoorvraaginhetverledenals

vraagindetoekomstverworpen

H5 Calculatiefvertrouwen->vraagadvies Zowelvoorvraaginhetverledenals

vraagindetoekomstverworpen

H6 Relationeelvertrouwen->vraagadvies Zowelvoorvraaginhetverledenals

vraagindetoekomstaanvaard

H7 Vertrouweninstituties->vraagadvies - Aanvaardvoorvraaginhet

verleden**

- Verworpenvoorvraaginde

toekomst

H8 a:geneigdheid->rel.vertrouwen

b:bekwaam->rel.vertrouwen

c:welwillend->rel.vertrouwen

d:integer->rel.vertrouwen

e:trustingbeliefs->rel.vertrouwen

a:aanvaard*

b:aanvaard

c:aanvaard*

d:aanvaard

e:aanvaard

H9 Integriteitsterksteverband,dan

bekwaamheidenwelwillendheid

Aanvaard*

H10 a:geneigdheid->cal.vertrouwen

b:bekwaam->cal.vertrouwen

c:welwillend->cal.vertrouwen

d:integer->cal.vertrouwen

e:trustingbeliefs->cal.vertrouwen

a:aanvaard*

b:aanvaard

c:aanvaard*

d:aanvaard*

e:aanvaard

Page 81: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXIX

H11 Integriteitsterksteverband,dan

bekwaamheidenwelwillendheid

Verworpen

H12 a:geneigdheid->vertrouwenafschr.

b:bekwaam->vertrouwenafschr.

c:welwillend->vertrouwenafschr.

d:integer->vertrouwenafsch.

e:trustingbeliefs->vertrouwenafschr.

a:verworpen

b:aanvaard*

c:aanvaard

d:verworpen

e:aanvaard**

H13 Integriteitsterksteverband,dan

welwillendheidenbekwaamheid

Verworpen

H14 a:geneigdheid->sit.normaliteit

b:bekwaam->sit.normaliteit

c:welwillend->sit.normaliteit

d:integer->sit.normaliteit

e:trustingbeliefs->sit.normaliteit

a:aanvaard

b:aanvaard

c:aanvaard*

d:aanvaard

e:aanvaard

H15 a:geneigdheid->struct.garanties

b:bekwaam->struct.garanties

c:welwillend->struct.garanties

d:integer->struct.garanties

e:trustingbeliefs->struct.garanties

a:aanvaard*

b:aanvaard*

c:aanvaard*

d:aanvaard

e:aanvaard

H16 Integriteitsterksteimpact,dan

bekwaamheidenwelwillendheid

Aanvaard*

H17 a:geneigdheid->vertrouweninstituties

b:bekwaam->vertrouweninstituties

c:welwillend->vertrouweninstituties

d:integer->vertrouweninstituties

e:trustingbeliefs->vertrouweninstituties

a:aanvaard

b:aanvaard

c:aanvaard*

d:aanvaard

e:aanvaard

H18 Integriteitsterksteimpact,dan

bekwaamheidenwelwillendheid

Verworpen

H19 a:lengterelatie->rel.vertrouwen

b:freq.contact->rel.vertrouwen

a:verworpen

b:aanvaard

H20 a:lengterelatie->cal.vertrouwen

b:freq.contact->cal.vertrouwen

a:aanvaard**

b:verworpen

Page 82: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXX

H21 a:lengterelatie->vertrouwenafschr.

b:freq.contact->vertrouwenafschr.

a:aanvaard

b:verworpen

H22 Geenverband

Aanvaard

H23 a:lengterelatie->vraagadvies

b:freq.contact->vraagadvies

a:-Aanvaardvoorvraaginverleden

-Verworpenvoorvraagintoekomst

b:aanvaardvoorzowelvraaginhet

verledenalsvraagindetoekomst

*:Hypothesewerdaanvaardopbasisvananalysevandecorrelaties,maarnietopbasisvanderesultatenvanderegressieanalyse.**:Hypothesewerdaanvaardopbasisvanderesultatenvanderegressieanalyse,maarnietopbasisvananalysevandecorrelatie.

Page 83: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXI

Bijlagen

1. VragenlijstBegeleidendee-mail:GeachteHeer,GeachteMevrouw,Inhetkadervanmijnmasterproefonderleidingvanprofessordr.PatriciaEveraertvoerikmomenteeleenonderzoekuitnaarhetvertrouwendatbedrijfsleidershebbeninhunaccountantofboekhouder.Graaghadikeen10-talminuutjesvanuwtijdgevraagdomdevragenlijstoponderstaandelinkintevullen.Uwmedewerkingaanditonderzoekisvangrootbelang.Indiengewenst,kanunaafloopvanhetonderzoekeensamenvattingkrijgenmetdebelangrijkstebevindingen.Allevragenindevragenlijsthebbenbetrekkingopde‘externeaccountant’,waarmeedeexterneboekhouderofaccountantalseenindividuelepersoonbedoeldwordt.Ikwenstebenadrukkendatalleantwoordenvolstrektanoniemverwerktwordenennietvoorcommerciëledoeleindengebruiktzullenworden.Alvastbedanktvooruwmedewerking!Metvriendelijkegroeten,BabetteNeirynckMasterstudenteTEW-AccountancyV1:Onderstaandestellingengaanoverhetalgemeenvertrouwendatuheeftinuwmedemens.Duidaaninwelkemateueraldannietakkoordmeegaat.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V1_GeneigdheidVertrouwen) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Hetisbelangrijkdatmenvoorzichtigomgaatmet

vreemden.

2. Demeestedeskundigenzijneerlijkoverdegrenzenvanhunkennis.

3. Demeestemensendoenookechtwatzebeloventedoen.

4. Tegenwoordigmoetjeopjehoedezijnwanterwordtsnelmisbruikvanmensengemaakt.

5. Demeesteverkoperszijneerlijkalszehunproductenbeschrijven.

6. Demeestereparateursrekeneneenfaireprijsaan,ookaanmensendieonwetendzijnoverhunkennis.

7. Demeestemensenantwoordeneerlijkopopiniepeilingen.

8. Demeestevolwassenenzijncompetentinhunjob.

Page 84: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXII

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Mayer,R.C.,&Davis,J.H.(1999).Theeffectoftheperformanceappraisalsystemontrustformanagement:Afieldquasi-experiment.Journalofappliedpsychology,84(1),123.V2:Doetueenberoepopeenaccountantofboekhouder?(V2_BeroepOpAcc)

o Jao Nee

V3:Hoelang,uitgedruktinjaren,werktualsamenmetuwhuidigeaccountantofboekhouder?(maakindiennodigeenschatting)(V3_LengteRelatie)……………..jaarV4:Hoevaakheeftueenpersoonlijkeontmoetingmetuwaccountantofboekhouder?(V4_FrequentieContact)o Wekelijkso Maandelijkso Vierkeerperjaaro Tweekeerperjaaro Eénkeerperjaaro OmdetweejaarV5:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveruwaccountantofboekhouder.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V5_BekwaamheidAccountant) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Mijnaccountantisbekwaamindeuitvoeringvan

zijn/haarwerk.

2. Mijnaccountantstaaterombekendsuccesvoltezijnindezakendiehij/zijprobeerttedoen.

3. Mijnaccountantweetgoedwelketakeneruitgevoerdmoetenworden.

4. Ikhebvertrouwenindekennisvanmijnaccountant.

5. Mijnaccountantheeftgespecialiseerdevaardighedendiedewinstgevendheiden/ofdeleefbaarheidvandeondernemingkanverbeteren.

6. Mijnaccountantisdeskundig. 1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Mayer,R.C.,&Davis, J.H. (1999). Theeffectof theperformanceappraisal systemon trust formanagement:Afieldquasi-experiment.Journalofappliedpsychology,84(1),123.

Page 85: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXIII

V6:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveruwaccountantofboekhouder.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V6_WelwillendheidAccountant) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Mijnaccountantisbegaanmetdelangetermijn

leefbaarheidvanmijnonderneming.

2. Mijnaccountanthechtbelangaanmijnwensenenbehoeften.

3. Mijnaccountantzoumenietopzettelijkkwaaddoen.

4. Mijnaccountanthoudtrekeningmetwatikbelangrijkvind.

5. Mijnaccountantdoetzijn/haaruiterstebestommijtehelpen.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Mayer,R.C.,&Davis,J.H.(1999).Theeffectoftheperformanceappraisalsystemontrustformanagement:Afieldquasi-experiment.Journalofappliedpsychology,84(1),123.V7:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveruwaccountantofboekhouder.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V7_IntegriteitAccountant) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Mijnaccountantisrechtvaardig. 2. Mijnaccountanthoudtzichaanzijn/haarwoord. 3. Mijnaccountantdoetzijn/haarbestomsteeds

eerlijktezijn.

4. Deactiesenhetgedragvanmijnaccountantzijnvoorspelbaar.

5. Ikkanmevindenindewaardenvanmijnaccountant.

6. Mijnaccountantlaatzijn/haargedragleidendoorprincipes.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Mayer,R.C.,&Davis, J.H. (1999). Theeffectof theperformanceappraisal systemon trust formanagement:Afieldquasi-experiment.Journalofappliedpsychology,84(1),123.

Page 86: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXIV

V8:Aanwelkvanonderstaandedienstenhaduin2015behoefteenheeftudaarvooreenberoepgedaanopuwaccountant?(V8_VraagAdviesVerleden)

Behoefteaan

dienst?Eenberoep

gedaanopuwaccountant?

Ja Nee Ja Nee1. Adviesomtrentpensioenplanning 2. Adviesomtrentsuccessie-envermogensplanning 3. Invullenaangiftepersonenbelasting 4. Begeleidingbijeenkredietaanvraag 5. Begeleidenbijver-ofaankoopvaneenonderneming 6. Ondersteuningbijfinanciëleproblemen 7. Bijstandbijadministratieveopdrachten(bv.

structuurenquête,aangiftevoorSABAM,bankdocumenten,...)

8. Informatieoverwijzigingenindewetgevingennormeringendeimpactervanopdeonderneming

9. Adviesoverkostprijscalculatieenanalytischesystemen 10. Vennootschapsrechtelijkadvies(bv.omzettingvan

éénmanszaaknaarvennootschap)

11. Juridischadvies(bv.opstellenvancontracten,adviesbijgeschillen,...)

12. Adviesbetreffendeaanvragenvanpremies,subsidies,...

13. Uittekenenenopvolgenvaninternecontrolesystemen 14. Interneaudit 15. Adviesenbegeleidingbijpersoneelszaken(bv.hetaanvragen

vanwerkvergunningen,aanwervingpersoneel,...)

16. Adviesinzakerisicomanagement 17. Adviesomtrentdeorganisatievanondernemingsprocessen,

automatisering

18. Adviesinzakemaatschappelijkverantwoordondernemen 19. Adviesomtrentdeaankoopvanallerhandesoftwareen

hardware

20. Adviesi.v.m.marketing/publiciteit

21. Strategischadvies(bv.adviesi.v.m.productontwikkeling,...) Bron:DeBruyckere,S.,&Verplancke,F.(2015).Mijnaccountant/boekhouder,mijnpartnerinbusiness?Symposium.HogeschoolGent.

Page 87: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXV

V9:Steldatuindetoekomstbehoeftezouhebbenaanonderstaandediensten,zouudaarvooreenberoepdoenopuwaccountant?Duidaanopeenschaalvan1tot5waarbij1voor‘neen’staat,3voor'misschien'en5voor'zeker'.(V9_VraagAdviesToekomst) 1

Neen2 3

Misschien4 5

ZekerFinancieeladvies(begeleidingbijkredietaanvraag,ondersteuningbijfinanciëleproblemen,...)

Fiscaaladvies(invullenaangiftepersonenbelasting,...) Juridischadvies(infooverwetswijzigingen,hulpbijopstellencontracten,adviesbijgeschillen,...)

Strategischadvies(adviesi.v.m.productontwikkeling,organisatieondernemingsprocessen,...)

V10:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden(V10_RelationalTrust) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Ikwerkgraagsamenmetmijnaccountantenditis

belangrijkvoorhetbehoudenvanderelatie.

2. Ikdoegraagzakenmetmijnaccountantomwillevanzijn/haartotaleinzet.

3. Ikzouderelatiemetmijnaccountantnietverbreken,doordatikhetbelangrijkachtmetdezeaccountantgeassocieerdteworden.

4. Ikhebeenvriendschappelijkebandmetmijnaccountant.

5. Ikwildesamenwerkingmetmijnaccountantbehoudenomdatdezenaarwensverloopt.

6. Ikbehouddebandmetmijnaccountantomdathij/zijvolgensmijtotdebesteinzijn/haarvakbehoort.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Kestens,K.(2008).Accountantsandowner-managersofsmallfirms:exploringthepersonaltrustrelationship.Thesis.V11:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V11_CalculusBasedTrust) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Ikblijfbijmijnaccountantomdatikmijhiertoe

verplichtvoel.

2. Ikblijfbijmijnaccountantomdatergeenwaardigealternatievenzijn.

3. Ikblijfbijmijnaccountantomdatdekostendieverbondenzijnaanhetveranderentehoogzijn.

4. Ikblijfbijmijnaccountantomdatikgeenanderekeusheb.

Page 88: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXVI

5. Ikblijfbijmijnaccountanttotikeenanderehebgevondendiebeterbeantwoordtaanmijnverwachtingen.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:Kestens,K.(2008).Accountantsandowner-managersofsmallfirms:exploringthepersonaltrustrelationship.Thesis.V12:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveraccountantsinhetalgemeen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V12_SituationalNormalityBenevolence) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Ikdenkdatdemeesteaccountantshandeleninhet

belangvanhunklanten.

2. Alseenklanthulpnodigheeft,danzullendemeesteaccountantshunbestdoenomtehelpen.

3. Demeesteaccountantsvindenhetwelzijnvanhunklantenbelangrijkenstrevenweinigeigenbelangna.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:McKnight,D.H.,Choudhury,V.,andKacmar,C.(2002)‘Developingandvalidatingtrustmeasuresfore-commerce:Anintegrativetypology’,InformationSystemsResearch,Vol.13No.3,pp.334-359.V13:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveraccountantsinhetalgemeen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V13_SituationalNormalityIntegrity) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Ikhebervertrouwenindataccountantsaanhun

verplichtingenvoldoen.

2. Ikwerkgraagsamenmeteenaccountant,omdatzijmeestalhunafsprakennakomen.

3. Ikhebervertrouwenindataccountantshuntaakgoedzullenuitvoerenwanneerikberoepophendoe.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:McKnight,D.H.,Choudhury,V.,andKacmar,C.(2002)‘Developingandvalidatingtrustmeasuresfore-commerce:Anintegrativetypology’,InformationSystemsResearch,Vol.13No.3,pp.334-359.

Page 89: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXVII

V14:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingenoveraccountantsinhetalgemeen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V14_SituationalNormalityCompetence) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Accountantszijnoverhetalgemeenbekwaamom

tevoldoenaandewensenvanhunklanten.

2. Accountantszijncompetentinhetuitoefenenvanhunjob.

3. Demeesteaccountantszijngoedinwatzedoen. 1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:McKnight,D.H.,Choudhury,V.,andKacmar,C.(2002)‘Developingandvalidatingtrustmeasuresfore-commerce:Anintegrativetypology’,InformationSystemsResearch,Vol.13No.3,pp.334-359.V15:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V15_StructuralAssurance) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)1. Deberoepsinstituten(IAB,BIBF)voorzienin

voldoendeopleidingenzodatdekennisvanaccountants/boekhoudersuptodateis.

2. Erzijnvoldoendetechnischeenjuridischestructurenaanwezigdiemebeschermentegenproblemenwanneerikberoepdoeopeenaccountant.

3. Deberoepsinstituten(IAB,BIBF)zieneroptoedatdetoegangtothetberoepvanaccountant/boekhouderstrenggereglementeerdis.

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:McKnight,D.H.,Choudhury,V.,andKacmar,C.(2002)‘Developingandvalidatingtrustmeasuresfore-commerce:Anintegrativetypology’,InformationSystemsResearch,Vol.13No.3,pp.334-359.V16:Duidaaninwelkemateualdannietakkoordgaatmetdevolgendestellingen.Erzijngeengoedeofslechteantwoorden.(V16_DeterrenceBasedTrust) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. Mijnaccountantisenkelenalleentevertrouwenomdathij/zijlidisvaneenberoepsinstituut(IAB,BIBF)endusgebondenisaanderegelsvanditinstituut.

2. Ikvertrouwmijnaccountantvooralomdathij/zijeencontractbriefondertekendheeft.

3. Ikhebslechtsvertrouweninmijnaccountantomdatikweetdathijzichaanbepaaldewettenengedragsregelsmoethouden.

4. Ikhebdatindrukdatmijnaccountantalleenmaarzijn/haarbestdoetomzijn/haarreputatiehoogtehouden.

Page 90: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXVIII

1=Helemaalnietakkoord;2=Nietakkoord;3=Eerdernietakkoord;4=Nochnietakkoord,nochakkoord;5=Eerderakkoord;6=Akkoord;7=Helemaalakkoord;8=GeenideeBron:eigenitemsV17:Hoeveelwerknemersteltuwondernemingongeveerinvoltijdseequivalenten?(V17_GrootteOnderneming)………………werknemersV18:Inwelkjaarwerduwondernemingopgericht?(V18_LeeftijdOnderneming)…………………V19:Welkesectorbeschrijftdeactiviteitvanuwonderneminghetbeste?(V19_SectorOnderneming)

o Landbouw,jacht,bosbouwenvisserijo Industrieo Productieendistributievanelektriciteit,gasenwatero Bouwnijverheido Groot-enkleinhandelo Horecao Vervoer,opslagencommunicatieo Onroerendegoederen,verhuurendienstenaanbedrijveno Andere:……………………………………………………………….V20:Indienunaafloopvanhetonderzoekdeconclusiesvandezestudiewiltontvangen,gelievehierhete-mailadresintevullenwaaropwijumogencontacteren.(V20_EmailAdres)……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Page 91: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XXXIX

Printscreensvragenlijst

Page 92: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XL

Page 93: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLI

Page 94: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLII

Page 95: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLIII

Page 96: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLIV

Page 97: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLV

Page 98: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLVI

Page 99: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLVII

Page 100: Onderzoek naar het vertrouwen tussen de bedrijfsleider en ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/741/RUG01... · UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR

XLVIII