Onderwijshervorming 10 Mei 2015

15
Onderwijshervorming En economie Door Mr.dr. W.R.W.Donner Na de tweede wereldoorlog werden in bijna alle landen ingrijpende onderwijshervormingen doorgevoerd met als hoofddoel de toegang tot het betere onderwijs dat was voorbehouden aan de elite (mensen met kapitaal of hersenen) ook toegankelijk te maken voor het gewone volk. Socialisten en met hen sympathiserenden, hadden een gruwelijke hekel aan de sociale stratificatie dat wil zeggen de verdeling van de samenleving in have’s en have nots. De have’s bezaten reeds alle kapitaal. Ze hadden daarnaast de wet zodanig georganiseerd dat slechts mensen uit hun gilde in aanmerking kwamen voor de interessante jobs in den lande. Zo werden ze steeds rijker. De beroepen van arts en advocaat e.d. waren slechts bestemd voor mensen met een academische opleiding maar om daarvoor in aanmerking te komen moest je bijvoorbeeld in Nederland een gymnasium diploma bezitten. Daar kon de hoi polio niet aan voldoen. De voorstanders wensten de samenleving te nivelleren. Gelijkheid werd het parool. Zweedse school

description

Onderwijshervorming En economieDoor Mr. dr. W.R.W. DonnerMei 2015

Transcript of Onderwijshervorming 10 Mei 2015

  • OnderwijshervormingEn economie

    DoorMr.dr. W.R.W.Donner

    Na de tweede wereldoorlog werden in bijna alle landeningrijpende onderwijshervormingen doorgevoerd met alshoofddoel de toegang tot het betere onderwijs dat wasvoorbehouden aan de elite (mensen met kapitaal ofhersenen) ook toegankelijk te maken voor het gewonevolk. Socialisten en met hen sympathiserenden, haddeneen gruwelijke hekel aan de sociale stratificatie dat wilzeggen de verdeling van de samenleving in haves enhave nots. De haves bezaten reeds alle kapitaal. Zehadden daarnaast de wet zodanig georganiseerd datslechts mensen uit hun gilde in aanmerking kwamenvoor de interessante jobs in den lande. Zo werden zesteeds rijker. De beroepen van arts en advocaat e.d.waren slechts bestemd voor mensen met eenacademische opleiding maar om daarvoor inaanmerking te komen moest je bijvoorbeeld inNederland een gymnasium diploma bezitten. Daar konde hoi polio niet aan voldoen. De voorstanders wenstende samenleving te nivelleren.Gelijkheid werd het parool.

    Zweedse school

  • Uit onverwachte hoek kregen zij steun voor hundenkbeelden. Uit een onderzoek dat de Zweedseeconomische school in de twintiger en dertiger jaren hadverricht, was uit de bus gekomen, dat er een positievecolleratie bestond tussen geestelijke ontwikkeling eneconomische ontwikkeling. Dat wil zeggen, hoe groterde algemene ontwikkeling hoe welvarender een land.Welnu, zeiden sommigen, er ligt een ongetapt reservoirvan kennis bij de hoi polio dat de vrije ruimte moetkrijgen. Dat zal een geweldige economische groei tezien geven.

    De onderwijs hervormingen kwamen uit deze tweerichtingen voort. De laatste tijd komen de evaluaties los.

    Nivellering

    In opdracht van de Raad voorMaatschappelijke Ontwikkeling werd door de Radbouduniversiteit in 2010 een rapport uitgebracht getiteldRecente ontwikkelingen in sociale stijging en daling inNederlandHet rapport geeft aan dat er een zekere nivellering isingetreden. Veel vrije beroepen die vroegerontoegankelijk waren geweest voor mensen uit deonderlaag van de samenleving, worden nu door heningenomen.Voor vrouwen is er nog steeds een glazen plafond opde arbeidsmarkt, zegt het rapport. Ze blijven achterlopen

  • op mannen. Mannen maken nog altijd meercarriremobiliteit mee dan vrouwen. De vraag blijftoverigens in hoeverre dit het resultaat is vaninstitutionele belemmeringen (zoals onvoldoendefaciliteiten voor kinderopvang), sekse discriminatie doorwerkgevers op de arbeidsmarkt of verschillen inpreferenties enambitieniveau tussen mannen en vrouwen. Tenslotte meent het rapport dat er een zogenoemde granieten kern van mensen bestaat in deNederlandse samenleving die zich langdurig aan deonderkant van de samenleving bevindt en voor wieactieve participatie (bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt)niet of nauwelijks is weggelegd.Al met al is men echterniet ontevreden over het resultaat dat met hetopenbreken van het onderwijs was bereikt. Socialeonrust was afgewend..Over de invloed van de openbreking van het onderwijsvoor de economie laat het rapport zich niet uit.

    Economie

    De rapporten over de economische gevolgen van dehervormingen zijn minder lovend.In mei 2013 verscheen in National Institute EconomicPreview van de hand van de Britse econoom CraigHolmes van de universiteit van Oxford, eenbelangwekkende studie getiteld

  • Has the Expansion of Higher Education Led to GreaterEconomic Growth?Hij betoogt aan de hand van een onderzoek, vaneconomien en onderwijs uit 90 landen wereldwijd, datal te gemakkelijk aangenomen wordt dat investeren in(vooral) hoger onderwijs als vanzelf tot meereconomische groei leidt. Dat was helemaal nietbewezen.

    Negatieve gevolgen

    Het aantal rapporten over de negatieve effecten neemtsteeds verder toe.. Meer en meer begint men secondthoughts te krijgen. Er blijken geesten uit de fles te zijngehaald die niet meer teruggeduwd kunnen worden.

    1.Kinderen die vroeger na de lagere school in deeenvoudigere beroepen terecht kwamen van tuinman,vuilnisman, vruchtenplukker e.d. weigerden daarin terugte keren na een middelbare school opleiding.Marokkanen en Turken moesten worden binnengehaald.Daar maakt men zich tegenwoordig ernstige zorgenover. Deze immigranten maakten kinderen die ook naarschool moesten waar ze het peil negatief benvloedden.De Europeanen haalden hun kinderen weg en zoontstonden zwarte scholen met honderd procentallochtonen. Die krijgen ook diplomas waar dearbeidsmarkt de neus voor ophaalt. De groep van angryyoung men and women wordt met de dag groter.

  • 2.Mensen zonder voldoende ondergrond kwamen op demiddelbare scholen terecht. Hun talenkennis was matig.Hun basisontwikkeling was matig. Het onderwijspeilmoest worden verlaagd om hen tegemoet te komen. Zekwamen op de universiteiten waar het peil ook moestworden verlaagd. Er werd een nieuwe term ontwikkeld:diploma inflatie. Vroeger wist men, dat iemand met eendiploma X die en die kennis had en die en die jobaankon. Weet men niet meer.

    3. Er ontstond grote behoefte aan leerkrachten.Vrouwen stroomden toe. Vrouwen zijn anders. Iemanddie weigert dat in te zien is niet van deze wereld. Diehoeft slechts een kijkje te nemen in een klas na eenwedstrijd Barcelona Real Madrid. Terwijl ze aan hetoreren zijn over Anna die verliefd is op Henk die ervandoor gaat met Clara zitten de jongens naar buiten testaren of worden dropouts.De meisjes kiezen later voor populaire studies alspsychologie, communicatiewetenschap, bedrijfskundeen cultuurwetenschappen die langzamerhand nutteloosworden geacht voor de economie.

    4. In een Nederlands rapport van 2004 getiteldDeltaplan, staat deze zin: Er is sinds de jaren zestig(dat is het jaar waarin de Cals hervormingen tot standkwamen) sprake van een sterke orintatie op alfa

  • vakken. Het Kabinet Balkenende IV wil meer menseneen bta- of technische studie laten afronden. 5. In een studie uit 2010 van de Universiteit vanMaastricht wordt een netto tekort van 77.000btatechnici op de arbeidsmarkt geconstateerd. Dit leidttot productie verkleining of vlucht van bedrijven naarlanden waar deze technici wel voorhanden zijn. 6. De toevloed van vrouwen op de universiteiten en bijhet onderwijs wordt verantwoordelijk gesteld voor dittekort dat dwingt tot de import van technici uit India enOost Europa.7. We kregen het fenomeen van de pretpakketten.Gemakkelijke vakken worden bijeengeharkt om aan eendiploma te komen. Herkansingen zijn thans schering eninslag. Studieboeken lezen is er niet meer bij. Er is eengroot gebrek aan kennis van het Duits of het Engels inwelke talen de meeste studieboeken verschijnen. Erkwamen zogenaamde readers met verkorteverhandelingen. Op de scholen werd geen bellettriemeer gelezen. Men begon te werken met uittreksels. Deleescultuur nam af. De afgestudeerden zijn voor hetbedrijfsleven onbruikbaar. Zet ze aan het werk om eenEngelse brief te schrijven.

    Scheefgroei

    Op alle mogelijke manieren proberen de autoriteiten descheefgroei tegen te gaan. De huidige fractieleider van

  • de VVD in de tweede kamer Zijlstra, bepaalde destijdsals staatssecretaris voor onderwijs, dat in het jaar 2020minstens dertig procent van de leerkrachten bij hetonderwijs uit mannen moet bestaan. President Obamazei dat tijdens zijn regime meer dan honderd duizendnieuwe leerkrachten voor math en sciences moetenbijkomen. Je kunt op je vingers natellen dat hijdaarmede mannen bedoelt. Vrouwen zijn weiniggenteresseerd in math en sciences. Kijk maar naar debelangstelling voor schaak. Onbeheersbaar

    De zaken dreigen onbeheersbaar te worden. Laatst nogbepaalde de Nederlandse overheid dat studies zoalsKroatisch en Keltisch die niet bijdragen tot deeconomische ontwikkeling te duur worden en dienen teworden afgeschaft. Uit protest gingen de studenten destraat op en bezetten het Maagdenhuis en eisteninspraak en aftreden van het universiteitsbestuur. Betyour life dat ze hun zin krijgen. De zaken zijnonbeheersbaar geworden. Er is een nieuw fenomeen.Ministers azen allen naar een baan bij het bedrijfslevenna aftreden. Tweede keus zijn de posities alsburgemeester. Die raken ook op. Dan maar hoogleraaraan een universiteit. De ministers van nu zorgen ervoornoch het bedrijfsleven noch de studenten tegen het haarin te strijken. Ze zien de bui al hangen daar in het

  • Avondland. De moslims zijn in aantocht. De Aziaten zijnin aantocht. Apres nous le deluge.

    En nu Suriname

    We begonnen al in 1963 met tornen aan het onderwijs.Voordat Nederland de Mammoetwet goed en wel hadingevoerd hadden wij de belangrijkste bepalingen altoegepast met Lyceum en al. Op de voet daarvanvolgde onze universiteit. Hoe is het ons vergaan? Precies zoals in Nederland is er veel maatschappelijkgenivelleerd. Zelfs meer. Thans vinden we veel mensenvan eenvoudige komaf in de hogere beroepen. Maarintussen denkt elke tuinman in ons land dat hij lid vanhet parlement kan worden. De zaak schijnt te zijndoorgeslagen. En economisch? Is onze economie gegroeid?

    Existentile vragen

    In een prachtige oratie die in 2009 door professor MartenW. Schalkwijk werd gehouden bij de aanvaarding van hetambt van hoogleraar aan de Anton de Kom Universiteit (ohwat haat ik die naam) getiteld Ontwikkeling als blijvendeuitdaging, vraagt de professor zich af wat er voor nodig isom de enorme potentie die wij hebben tot ontwikkeling tebrengen, zodat onze bevolking een veel beter leven kanleiden. Deze vraag wordt pertinenter, vervolgt hij,wanneer je elke dag opnieuw geconfronteerd wordt met

  • zwervers, daklozen en arme mensen, die aan de rand vande samenleving terecht zijn gekomen, terwijl ons land tochvoldoende rijkdom heeft om een ieder een menswaardigbestaan te kunnen bieden. Je kijkt naar baby s en die ziener allemaal even lief uit aan het begin van hun leven, maarwaarom eindigt de ene in goeden doen en de andere alseen zwerver? Het zijn existentile vragen als mens, maarook als volk. De professor is blijkbaar dus ook van mening, dat deonderwijs hervorming die wij doorvoerden en waardoornu honderden met een titel rondlopen, niet tot eenwelvarender economie heeft geleid. Helaas geeft hijgeen aanwijzingen hoe we dan wel uit de doolhof vanarmoede (een term die hij in zijn oratie beslist honderdmalen gebruikt) kunnen geraken.

    Zal ik de vraag die hij zich in zijn oratie stelt, voor hembeantwoorden?

    Leescultuur

    In tientallen essays heb ik mijn mening gegeven waarhet aan schort in ons land. Ik zal dan maar weer voor de zoveelste maal de stemdes roepende in de woestijn zijn. De economie van onsland,zeg ik steeds, is geen economisch maar eensociologisch probleem.

    Wetenschappelijke arbeid

  • Heel lang terug kreeg ik een artikel onder ogen overtaak en rol van een universiteit dat een grote invloedheeft gehad op mijn wetenschappelijke arbeid. Het gingover de kennis economie een term die tegenwoordig tepas en te onpas wordt gebruikt. Daarmede wordtverstaan een maatschappij vorm waarin kennis eensteeds belangrijkere plaats inneemt in hetproductieproces. Kennis vormt de basis voor innovatie.Dat wil zeggen de creatie van nieuwe producten, ennieuwe productie technieken. Innovatie maakteconomische groei mogelijk. Kennis moet wordenverspreid. Het heeft geen zin kennis voor zichzelf tehouden. Een universiteit, zei het artikel, speelt eencruciale rol bij de verspreiding van kennis. Als eenhoogleraar wordt benoemd krijgt hij te horen, baas jewordt goed betaald. Er is aangenomen dat je iets weetwaar de gemeenschap wat aan heeft. Je wordt betaaldje kennis door te geven. Niet alleen aan studenten maaraan de samenleving in het algemeen. Je wordt immersuit belastingcenten betaald. Van jou wordt verwacht datje research voortzet. Periodiek verwachten we van je datje het resultaat daarvan aan de gemeenschap vertelt inboeken en tijdschriftartikelen.. Publish or perish. Als jeniet publiceert word je ontslagen. Dat krijgt elkehoogleraar te horen.

    Grote ondernemingen,vervolgt het artikel, hebbendoorgaans voldoende academici in dienst om de

  • nieuwe kennis die hen in boeken en artikelenbereikt, op te pakken en voor hun doel toepasbaarte maken. Nieuw aangetrokken wetenschapperspassen wat ze geleerd hebben toe en zo ontstaannieuwe producten en nieuwe technieken.

    De betekenis van een universiteit, eindigt het artikel,wordt gemeten aan het aantal artikelen inwetenschappelijke tijdschriften, of nog beter hetaantal malen dat deze artikelen door anderenworden geciteerd.

    Tot zover de beschouwing over de taak van eenhoogleraar en de verspreiding van kennis dooruniversiteiten.Dat had ik goed in de oren geknoopt toen ik zelf tothoogleraar werd benoemd aan de pas opgerichteUniversiteit van Suriname op voordracht vanprofessoren van de universiteiten van Leiden enAmsterdam, (we liepen toen nog aan de leiband van dekolonialisten zouden velen nu zeggen. Doorslaggevendwaren geweest mijn proefschrift en mijn artikelen inbuitenlandse vakbladen). In mijn oratie bij deaanvaarding van het ambt, gaf ik aan waarmee ik mijzou gaan bezighouden. De titel luidde: enigeopmerkingen over de betekenis van hetwetenschappelijk bedrijfsonderzoek voor de opvoeringvan de arbeidsproductiviteit in Suriname. Ik gaf aan hoekleur van de werkomgeving de productiviteit kanbenvloeden. Hoe rustpauzen, de voeding en

  • sportactiviteiten, de productiviteit kunnen benvloedenetc. We zouden research gaan doen naar dezevariabelen. Internationaal zouden we geweldig scorenals wij met publicaties over deze kwesties waarvoor ookin het buitenland wel belangstelling zou bestaan, overde grenzen zouden gaan. Door mijn vroegtijdig vertrekkwam er natuurlijk niets terecht van deze plannen. Vorigjaar gaf ik een herdruk uit van de redevoering. Die wasvoor noppes te halen bij de drukker Office WorldHermitage Mall. De exemplaren liggen daar nog steeds.Niemand had daar belangstelling voor. Ze interesserengeen mens.

    Kortgeleden kwam ik een dame tegen die economiedoceert op de universiteit.. Ze had nog nooit van mijgehoord. Ze had nog nooit iets van mij gelezen. Terwijlik toch zoveel schrijf over de Surinaamse economie.Misschien ben ik wel de enige.

    Cultuurprijs

    Bij de uitreiking van de SORES cultuurprijs aan mij,kreeg ik van het bestuur een substantieel bedrag dat ikbesloot, in overleg met de organisatie, te besteden aanexcerpten uit mijn romans die gratis zouden wordenverspreid om het lezen aan te moedigen. Lezen isimmers een cadans. Als je eenmaal de smaak te pakkenhebt ga je automatisch door. Je ontdekt dat je onbewust

  • tips krijgt die je leven kunnen benvloeden. En zonderlezen is er geen vooruitgang. Ik bood de minister van onderwijs drie honderd boekjesaan voor verspreiding op de scholen. Ik wacht nogsteeds op antwoord van de bewindsman. Hij vindtblijkbaar de na schoolse opvang en schoolvoedingbelangrijker voor de opbouw van ons land..

    Sociologisch probleem

    In veel essays betoog ik dat Suriname geen economischmaar een sociologisch en psychologisch probleem is.De gebruikelijke definitie van economie is: dewetenschap die de mens bestudeert in zijn streven naarmeer welvaart. De econoom onderzoekt hoe hij daarbijte werk gaat, De een is succesvoller dan de ander. Datgeldt ook voor landen. De psycholoog. onderzoekt waarom de een het andersdoet dan de ander. De mens leeft in groepsverband. Ditis het domein van de socioloog. Welke impact heeft hetleven in groepsverband op de groep? Waarom doet deHindostaan het beter dan de creool? Dat is het domeinvan de socioloog niet van de econoom.

    Zonder kennis komt een land niet vooruit. Kennisverwerft men door lezen. Waarom leest de Surinaamsemens niet? Zolang we het vertikken om te lezen enkennis overbodig achten, zullen we niet begrijpenwaarom het eco toerisme in Costa Rica zo kan bloeien

  • terwijl wij meer te bieden hebben. Zolang we niet lezenzullen we niet begrijpen waarom buitenlandsewatermeloenen zoveel lekker zijn terwijl het bij onssteeds een gok is wat we te eten krijgen. Zolang wij nietlezen zullen we niet begrijpen waarom buitenlandseinvesteerders ons links laten liggen terwijl we zoveel tebieden hebben. Dan kunnen wij doorgaan met onderwijshervormingen ofhet toevoegen van nieuwe disciplines op de universiteit.Zolang we de leerlingen niet leren inzien hoe belangrijklezen is, zal hun waarde voor de economie nihil blijven.Ze zullen toch blijven raaskallen. Zoals in het parlement,of op politieke meetings of in Kroetoe, waar jongelui, dieniet eens weten aan welke kant van hun borstkas zichhun hart bevindt, luidruchtig kennis geven hoe dit landbestuurd moet worden. En wat te denken van onzenieuwe landgenoten die nog steeds denken in termenvan korjalen en hutten. Aan de Britse econoomParkinson danken wij zijn tweede wet, de wet van deonbenulligheid. Hoe onbenulliger de mensen hoe langeren met hoe meer gezag ze willen praten over dingenwaar ze geen verstand van hebben. Het is dus geentypisch Surinaams probleem. Dan maar een mop. De HBU had aan een Coroniaangeld geleend om een winkel te beginnen. In het beginloste hij trouw af. Toen stopte hij met betaling. De bankstuurde een functionaris om te onderzoeken wat er aande hand was.De winkel bleek te zijn verhuisd naar de

  • eerste verdieping. Op de vraag waarom hij dat hadgedaan verklaarde hij: de hele dag kwamen mensenhem beneden lastig vallen. Nu komen er niet zoveelmeer daar ze te lui zijn om trappen te klimmen.

    Nog eentje.Johan komt bij de psychiater. Dokter je moet mehelpen. Ik kan savonds niet slapen. Ik droom steeds dateen verschrikkelijke grote tijger onder mijn bed ligt diemij wil opvreten.Dat is niet zo mooi, zegt de dokter. Ik kan je daarvanafhelpen. Maar dat zal je geld kosten.Hoeveel? Laten we zeggen, twee sessies per week gedurendedrie weken. Elke sessie zal je honderd piek kosten.Ik zal er eens over piekeren, zegt Johan. De dokterkomt hem een paar weken later tegen in de supermarkt.Tang ik heb je niet meer zien verschijnen.Oh Ik ben helemaal genezen, zegt Johan.En het heeftme maar een tientje gekost.Hoe dat zo. Mijn buurman heeft mij aangeraden de poten van hetbed weg te zagen zodat de tijger niet meer daaronderkan kruipen. Het heeft mij een zaag van een tientjegekost.