Ondernemers Coverstory Feb 2010

4

Click here to load reader

  • date post

    21-Oct-2014
  • Category

    Business

  • view

    688
  • download

    3

description

hict cover story ondernemen

Transcript of Ondernemers Coverstory Feb 2010

Page 1: Ondernemers Coverstory Feb  2010

Elk ziekenhuis wordt een groeipool voor economische, logistieke en regionale ontwikkeling

02

5 februari 2010

• Jaargang 18 • P

rijs 8 euro • Afgiftekantoor G

ent X • Verschijnt tw

eewekelijks (uitgezonderd juli en augustus)

Jan Demey (Hict)

Reportage vrouwelijke bedrijfsleiders – Dossier hr & opleidingen – Nieuwe directeur voor Bellewaerde Park

Page 2: Ondernemers Coverstory Feb  2010

INTERVIEW

Elk ziekenhuis wordt een groeipool voor economische, logistieke en regionale ontwikkelingHict is nu vijf jaar oud. Hoe bent u destijds op het idee gekomen om aan medische consultancy te doen?Jan Demey: “Ik heb ervaring opgedaan o.a. bij het IT-bedrijf Delaware, bij Ernst & Young, Arthur Andersen en Deloitte. Zoals dat zo vaak gaat, droomde ook ik van een eigen bedrijf. En ik zag een gat in de markt als consultant voor de gezondheidssector. Ik was 37, en het was dus het moment om die typisch West-Vlaamse droom te realiseren. Heel lang heb ik daar niet moeten over nadenken en ik heb nog geen seconde spijt gehad van die beslissing. In Europa bestaan er wei-nig of geen bedrijven met een DNA zoals het onze. In België zijn we het enige onafhankelijke adviesbedrijf voor de medische sector.”

Welke dienstverlening bieden jullie aan zorginstel-lingen?Jan Demey: “Wij doen aan consultancy maar zijn vooral geen generalisten. Wij hebben van meet af aan gefocust op de zorgsector in al zijn facetten. Ik noem onszelf soms de architect én de aannemer van de gezondheidssec-tor. We benaderen die sector ook in al zijn geledingen. We willen er dus zijn voor patiënten, dokters en verpleeg-kundig personeel, directies maar ook voor toeleveraars of betrokken overheden. Voor elk van hen proberen we ‘toegevoegde waarde’ te realiseren en oplossingen te formuleren als er concrete vragen worden gesteld. Het is bijvoorbeeld geen geheim dat het verplegend per-soneel vaak klaagt over te veel administratie, ten koste van hun hoofdopdracht, het verplegen. We helpen ook de wachttijden voor patiënten korter te maken, de interne organisatie en logistieke stromen binnen een ziekenhuis te stroomlijnen, enz…”

Wil dat ook zeggen dat de medische wereld de zaken in feite zelf niet meer onder controle heeft?Jan Demey: “Elke sector kent veranderingen. Er doen zich permanent technische evoluties voor, de professionali-sering neemt toe, en ook de behoeften en vragen van patiënten veranderen. Een arts wil zich in die verande-rende wereld helemaal kunnen toeleggen op de diagnose

van de zaken die hij of zij voorgeschoteld krijgt. Terwijl de directie van een ziekenhuis ervoor moet zorgen dat alle processen goed lopen. Op alle niveaus leeft de vraag hoe men de zaken beter en efficiënter kan organiseren. Wij dienen als onafhankelijk klankbord en we proberen creatief en innovatief mee te denken. Het is zeker niet zo dat de medische wereld de taken niet meer zelf onder controle heeft. Maar vaak ontbreekt de tijd en de exper-tise om de processen ook eens grondig te analyseren en oplossingen uit te dokteren. Op basis van onze input en advies, kan de klant dan autonoom verder.”

U bent sterk gesteld op uw onafhankelijke positie. Dat is toch geen gemakkelijke zaak? Jan Demey: “Onze strikte deontologie gaat boven alles. Wij proberen op drie vlakken onafhankelijk te zijn. Ten eerste willen we ons advies kunnen geven zonder beïnvloeding. Ten tweede, ons advies staat los van de verkoop van materialen, software of andere producten. En ten derde, we zijn ook niet afhankelijk van externe aandeelhouders. Wij garanderen professioneel advies, dat volledig onderbouwd is, met referenties van onze kant, door andere experten of door wetenschappelijk onderzoek. Wij bekijken de zaken ook altijd breder dan wat een ziekenhuis strikt genomen zou doen. Zo hebben we de zaken ook al eens benaderd vanuit een milieustandpunt. Als je aan een nierdialysepatiënt nieuwe geneesmidde-len voorschrijft, kan dat impact hebben op de logistieke stroom, maar ook op de afvalberg bijvoorbeeld. Het is aan ons om de sector te wijzen op dit soort zaken.”

De lokroep van het buitenland U bent in korte tijd sterk gegroeid. Heeft dat het bedrijf ook sterk veranderd? Jan Demey: “Het belangrijkste is de groei te onder-kennen, te weten in welke fase je je bevindt en dan de maatregelen te nemen die zich opdringen. We zijn nu net vijf jaar bezig. Toen ik mijn zesde, zevende en achtste medewerker moest aanwerven, wist ik dat het zaak was

om voortaan formeel te communiceren met iedereen die aan boord was. Als CEO heb je een plan, een visie en een strategie, maar je moet zorgen dat al die zaken ook doordringen tot in de hoofden van de medewerkers. Als je met 25 mensen werkt, is het tijd om even te con-solideren en de structuren formeel op punt te zetten. Sowieso blijf ik erbij dat de mensen de belangrijkste troef zijn van een groeibedrijf. Het bestaande team moet nu de groei zien te bestendigen door een uitbreiding van onze klantenportfolio. We hebben er een goed oog in dat dit lukt.”

Groeien kan niet zonder kapitaal en voorlopig hebt u dat geld zelf opgehoest. Hoe lang kan dat nog?Jan Demey: “Het voordeel is sowieso dat we in de dienst-verlenende sector actief zijn waar we niet zo’n grote kapitaalbehoefte hebben als in de industrie. In eigen land wil ik zo lang het gaat zelf hoofdaandeelhouder blijven. Maar we groeien zowel in het binnenland, als in het nabije én verre buitenland. In Nederland hebben we nu met suc-ces een joint venture gesloten met Neyrode. Dat is een uitstekende formule. We delen het kapitaal, maar opera-tioneel wordt onze eigen merknaam gehanteerd.”

Neyrode is zowat de Nederlandse tegenhanger van Vlerick. Wat hebt u van de Nederlanders geleerd dat u nog niet wist?Jan Demey: “Ze hebben me al verrast met hun toepassing van corporate governance. Nederlanders gaan daar nog een heel stuk verder in dan wij. Ze zijn ook een stuk kri-tischer. Om het met een boutade te zeggen: als wij twee woorden zeggen, komen er al meteen 15 vragen. En we kunnen ook iets leren van hun manier om boodschappen te formuleren. Ik onthoud vooral dat we erg complemen-tair zijn en dat onze samenwerking toegevoegde waarde betekent voor beide partijen.”

Hoe ziet u de verdere internationalisering van uw bedrijf?Jan Demey: “Daar werd intern al lang over nagedacht en de spelregels liggen min of meer vast. Ik denk dat we

De kenniseconomie is in opgang, daar twijfelt niemand nog aan. Jan Demey van het Brugse consultancybedrijf Hict weet dat beter dan wie ook. Ruim vijf jaar geleden koos hij voor zijn droom: het zelfstandig ondernemerschap. Voor Hict had hij meteen een unique selling proposition: professionele adviesverlening aan de zorgsector, in alle aspecten. Heel wat binnen- en buitenlandse ziekenhuizen doen nu al een beroep op de knowhow van Demey en zijn ruim 40 medewerkers die hun thuisbasis hebben in de Brugse binnenstad. Deze landbouwerszoon koppelt visie, strategie en sociale gedrevenheid aan een benijdenswaardige dosis ‘flandriengehalte’: hij stapt gepassioneerd en geamuseerd door het leven. Hij zweert bij het ondernemerschap en ook bij zijn medewerkers. “Iedereen moet een beetje entrepreneur en een beetje intrapreneur zijn”, stelt Jan Demey (43).

Jan Demey (Hict)

12 Ondernemers 02 5 februari 2010

Page 3: Ondernemers Coverstory Feb  2010

INTE

RV

IEW

Ondernemers 02 5 februari 2010 1�

We hebben door te investeren in mensen, zelfs een klein verlies geleden, maar dat kon even niet anders. Het is inherent aan ondernemen.

Page 4: Ondernemers Coverstory Feb  2010

INTERVIEW

nog meer zullen netwerken met gelijkaardige spelers. Het FIT-agentschap helpt ons daar ook bij. We hanteren een voorzichtige aanpak, waarbij we een aantal sleutel-regio’s in het vizier hebben. Internationalisering bete-kent niet dat je altijd en overal kantoren moet hebben. Het kan evengoed gaan om projecten met een interna-tionaal karakter in verschillende landen of het kan ook een lokale commerciële vertegenwoordiger zijn. In het Midden-Oosten zijn we dergelijke samenwerking aan het opzetten.”

Een blik op de toekomst

U wordt beroepshalve geconfronteerd met de mas-todontmachine die de ‘sociale zekerheid’ is. Welke pijnpunten ziet u in dat raderwerk?Jan Demey: “Ik stoor me er het meeste aan dat die sociale zekerheid zo weinig transparant is. Naast het feit dat de sociale lasten van een kennisbedrijf met menselijk kapi-taal zeer duur zijn, is het hele systeem weinig transparant en is er zeer weinig interactie met de economische reali-teit van, in ons geval, een kmo-omgeving.”

Merkt u dat er door de crisis ook investeringen wor-den uitgesteld in de zorgsector?Jan Demey: “Het is een feit dat elke euro nu meer dan ooit twee keer wordt omgedraaid voor hij wordt uitge-geven. Dat zorgt in de hele zorgsector zeker voor span-ningen, want wie mee wil zijn, moet nu investeren. Ik denk hier aan de herinrichting van ziekenhuizen die soms 40 jaar geleden werden gebouwd. Maar ook de apparatuur moet permanent gemoderniseerd worden. Artsen moe-ten zich meer en meer specialiseren in één bepaalde richting en ook daaraan hangt een kostprijs. Via fusies en samenwerkingsverbanden zien we ook heel wat plannen voor nieuwbouw ontstaan.”

Wat zijn voor de medische wereld en de verzorgings-sector de grote uitdagingen voor de toekomst?Jan Demey: “Wij zien vijf thema’s. Ten eerst het hele governance-gebeuren. Hoezeer het beleid van over-heid tot zorginstelling ook gestructureerd en gekeurd wordt, toch blijft er nog altijd nood aan bijsturing en een vernieuwd kader. Tweede uitdaging: de automatisering binnen de gezondheidssector. Een derde tendens is de internationalisering. Door samenwerking van ziekenhui-zen over de grenzen heen, ontstaat schaalvergroting maar wordt ook expertise uitgewisseld, bijvoorbeeld tus-sen ziekenhuizen uit Kortrijk en Rijsel. De patiënt kan daar alleen maar goed bij varen. We komen ook vaak Belgi-sche artsen tegen in het Midden-Oosten.Een vierde trend is dat elk ziekenhuis meer en meer een groeipool voor economische, logistieke en regionale ontwikkeling wordt. De impact van ziekenhuizen in onze steden is niet te onderschatten op het vlak van tewerk-stelling, leveranciers en maatschappelijke ontwikkeling, bijvoorbeeld voor het onderwijs. Die impact zal nog ver-der toenemen. Ten slotte zijn we ervan overtuigd dat de relatie tussen de farmaceutische industrie en de zorgin-stellingen tal van nieuwe dimensies zal krijgen. Zieken-

huizen zullen meer dan ooit rekening moeten houden met de operationele kost, de tijd van toediening en het afvalaspect van een geneesmiddel.”

Entrepreneur en intrapreneur

Valt het mee om de juiste mensen te vinden? En waar kijkt u naar: eerder een diploma, een multidisciplinair talent, of de attitude?Jan Demey: “Het is gelukkig geen primair probleem om goede mensen aan te werven. We kunnen dus onze eigen normen opleggen: we willen medewerkers met een grote betrokkenheid, zowel met het bedrijf als met de job die ze doen. Goede medewerkers zijn ook mensen die de juiste antwoorden kunnen geven aan de klanten. Het heeft vooral te maken met een groot inleefvermogen en com-municatietalent. We stellen ook prijs op ondernemerszin. Wie voor Hict werkt, moet eigenlijk een beetje entrepre-

neur en een beetje intrapreneur zijn. Hij of zij moet een project kunnen begeleiden, van het begin tot het einde, en altijd met toegevoegde waarde voor de klant.Zelf geloof ik rotsvast in een persoonlijke band met elk individu aan boord. Voor mij bestaat dé uitdaging erin om de medewerker enerzijds en het bedrijfsdoel anderzijds met elkaar te matchen. De ene keer lukt dat perfect, de andere keer lukt dat minder. Of anders gezegd: sommige mensen groeien mee in de dynamiek van een bedrijfs-verhaal en evolueren, anderen haken af.”

Bij Hict lopen nogal wat vrouwen rond. Men zegt wel eens dat mannelijke managers iets kunnen leren van de emotionele intelligentie van vrouwen. Wat leer je van hen? Jan Demey: “Ik werk bijzonder graag met vrouwen en ik stel vast dat er inderdaad soms verschillen zijn in de aanpak tussen mannen en vrouwen. Ik denk dat ze soms nauwgezetter zijn in de eindafwerking van hun werk.

Ze willen bijvoorbeeld dat een rapport taalkundig piek-fijn in orde is, tot in het detail, terwijl de meeste mannen eerder het advies centraal stellen. Vrouwen zijn naar mijn gevoel ook sterker in het communiceren van een boodschap, en dan zeker als het om een moeilijke bood-schap gaat. Laten we het erop houden dat elk bedrijf een gezonde mix van beiden moet hebben.”

Wat is het belangrijkste voor uw bedrijf: financiële meerwaarde creëren of sociale meerwaarde? Jan Demey: “De beide zaken zijn belangrijk, natuurlijk. Maar we gaan in deze fase van onze groei zeker niet voor winstmaximalisatie. We hebben door te investeren in mensen, zelfs een klein verlies geleden, maar dat kon even niet anders. Ik ben hier voorlopig de enige aan-deelhouder en ik weet waar ik naartoe wil met dit huis. Dat vergt geduld en onderweg ook soms financiële inspanningen, waarvan je pas later de vruchten plukt. Dat

is nu eenmaal inherent aan ondernemen. We hebben ook al positieve marges geboekt en dat geld heb ik conse-quent opnieuw in het bedrijf geïnvesteerd. Het herinves-teren van de winst vormde het draagvlak voor de groei die we tot hiertoe kenden. Daar heb ik nog geen seconde spijt van gehad.”

Welke boodschap hebt u voor jonge, beginnende ondernemers?Jan Demey: “Zorg eerst en vooral dat je een niche vindt, een terrein met weinig excellente spelers, waarin je zelf een zekere toegevoegde waarde kan bieden. En pro-beer jezelf daarna voortdurend te bewijzen tegenover je klanten. We mogen ons vooral nooit defensief opstellen. Je moet overtuigd zijn van jouw toegevoegde waarde en leven met een gevoel dat de markt je nodig heeft.”

(Karel Cambien-Foto’s Dries Decorte)

1� Ondernemers 02 5 februari 2010

Het is niet zo dat de medische wereld de taken niet meer onder controle heeft. Maar vaak ontbreekt de tijd en de expertise om de processen ook eens grondig te analyseren.