OCMW Jaarverslag 2010.pdf

353
1 Voorwoord Het Jaarverslag 2010 is een intern document van OCMW Gent. Dit document vormt de inhoudelijke weergave bij de Jaarrekening 2010 van OCMW Gent. Het jaarverslag geeft een gedetailleerde samenvatting van wat 1.921 OCMW- personeelsleden voor de Gentse burger realiseerden. Het verslag bestaat uit zes delen. Het eerste deel geeft een overzicht van de bestuursorganen en de samenstelling ervan. Aansluitend volgt deel 2 waarin alle diensten van de Bestuursorganisatie zich voorstellen en een overzicht geven van de realisaties in 2010. Daarna volgen de twee departementen namelijk de Sociale Dienstverlening – deel 3 en Ouderenzorg- deel 4. Deel 5 biedt een omvangrijk overzicht van het Human Recources beleid in het OCMW. We sluiten het jaarverslag af met het departement Facility Management in deel 6. Het verslag over elke dienst wordt vooraf gegaan door het adres, het aantal personeelsleden en de doelstellingen om zo tot een beschrijving van de realisaties van het werkingsjaar 2010 te komen. Het aanwezige cijfermateriaal werd maximaal in vergelijking gebracht met voorgaande jaren zodat trends en evoluties zichtbaar worden. Het jaarverslag 2010 is geschreven in de periode februari tot april door tientallen medewerkers in de organisatie. De eindredactie gebeurde door de dienst Communicatie. Indien u exemplaren wenst bij te bestellen kan dit bij: OCMW Gent Communicatie Onderbergen 86 9000 Gent [email protected] Luc Kupers Geert Versnick OCMW secretaris OCMW voorzitter

Transcript of OCMW Jaarverslag 2010.pdf

Page 1: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

1

Voorwoord Het Jaarverslag 2010 is een intern document van OCMW Gent. Dit document vormt de inhoudelijke weergave bij de Jaarrekening 2010 van OCMW Gent. Het jaarverslag geeft een gedetailleerde samenvatting van wat 1.921 OCMW-personeelsleden voor de Gentse burger realiseerden. Het verslag bestaat uit zes delen. Het eerste deel geeft een overzicht van de bestuursorganen en de samenstelling ervan. Aansluitend volgt deel 2 waarin alle diensten van de Bestuursorganisatie zich voorstellen en een overzicht geven van de realisaties in 2010. Daarna volgen de twee departementen namelijk de Sociale Dienstverlening – deel 3 en Ouderenzorg- deel 4. Deel 5 biedt een omvangrijk overzicht van het Human Recources beleid in het OCMW. We sluiten het jaarverslag af met het departement Facility Management in deel 6. Het verslag over elke dienst wordt vooraf gegaan door het adres, het aantal personeelsleden en de doelstellingen om zo tot een beschrijving van de realisaties van het werkingsjaar 2010 te komen. Het aanwezige cijfermateriaal werd maximaal in vergelijking gebracht met voorgaande jaren zodat trends en evoluties zichtbaar worden. Het jaarverslag 2010 is geschreven in de periode februari tot april door tientallen medewerkers in de organisatie. De eindredactie gebeurde door de dienst Communicatie. Indien u exemplaren wenst bij te bestellen kan dit bij: OCMW Gent Communicatie Onderbergen 86 9000 Gent [email protected] Luc Kupers Geert Versnick OCMW secretaris OCMW voorzitter

Page 2: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

2

Deel 1: Het OCMW van Gent 1 Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW).....................................9

1.1 Raad voor Maatschappelijk Welzijn..........................................................................9 1.2 Beleidsbeslissingen................................................................................................10 1.3 Afvaardigingen.......................................................................................................11 1.4 Managementteam ..................................................................................................18

Deel 2: Bestuursorganisatie 2 Kabinet van de secretaris .............................................................................................23

2.1 Doelstelling ............................................................................................................23 2.2 Realisaties .............................................................................................................23

3 Bestuursondersteuning.................................................................................................25 3.1 Doelstelling ............................................................................................................25 3.2 Realisaties .............................................................................................................26

4 Communicatie ..............................................................................................................28 5 Kwaliteit en Interne Controle.........................................................................................41 6 Coördinatie Informatica ................................................................................................48 7 Archief ..........................................................................................................................51

7.1 Doelstelling ............................................................................................................51 7.2 Realisaties .............................................................................................................52

7.2.1 Archief ............................................................................................................52 7.2.2 Bibliotheek ......................................................................................................55 7.2.3 Publiekswerking ..............................................................................................61 7.2.4 Archivalisch patrimonium, bibliotheekcollectie en kunstpatrimonium...............63

7.3 Samenwerkingen ...................................................................................................63 8 Dienst Veiligheid...........................................................................................................65

8.1 Doelstellingen ........................................................................................................65 8.2 Realisaties .............................................................................................................66

9 Juridisch advies en Overheidsopdrachten ....................................................................73 9.1 Kernopdrachten .....................................................................................................73 9.2 Realisaties .............................................................................................................73

Deel 3: Sociale Dienstverlening 10 Staf Beleidsondersteuning............................................................................................79

10.1 Missie .................................................................................................................79 10.2 Realisaties..........................................................................................................79

10.2.1 Algemene beleidsondersteuning .....................................................................79 10.2.2 Dataplanning...................................................................................................83 10.2.3 Informatie en communicatie ............................................................................84

10.3 Lokaal Sociaal Beleid en cel Armoedebestrijding................................................85 10.4 Activering van cliënten: opvolgmeting.................................................................88

11 Een open deur dichtbij..................................................................................................92 11.1 Centraal Onthaal ................................................................................................92 11.2 Welzijnsbureaus .................................................................................................93

11.2.1 Welzijnsbureaus en antennes .........................................................................94 11.2.2 Welzijnsbureau: een open huis en samenwonen met anderen........................95 11.2.3 Welzijnsoverleg.............................................................................................101 11.2.4 Het leefloon en levensminimum in cijfers ......................................................104

Page 3: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

3

11.3 Aandacht voor vreemdelingen ..........................................................................111 11.3.1 Onthaal en helpdesk Vreemdelingen ............................................................111 11.3.2 Asielzoekers .................................................................................................112 11.3.3 Interculturalisering van de dienstverlening ....................................................112

12 Psychologische dienst ................................................................................................117 12.1 Doelstelling.......................................................................................................117 12.2 Realisaties........................................................................................................120 12.3 Methodische cellen...........................................................................................126

12.3.1 Perspectief....................................................................................................126 12.3.2 Methodische cel Jongerenwerking (JOW).....................................................130 12.3.3 Integrale Gezinsbegeleiding..........................................................................133

13 Juridische dienst.........................................................................................................137 13.1 Rechtshulp aan elke burger..............................................................................137 13.2 Juridische Adviescel .........................................................................................138 13.3 Cel Schuldbemiddeling.....................................................................................141 13.4 Realisaties........................................................................................................145

14 Opleidings- en Tewerkstellingscentrum ......................................................................147 14.1 Organogram OTC.............................................................................................147 14.2 Activering..........................................................................................................148 14.3 Cliëntenprofiel van het OTC..............................................................................149 14.4 Samenwerkingsverbanden ...............................................................................151

14.4.1 Trajectbegeleiding.........................................................................................151 14.4.2 OTC Leerwerkplekken ..................................................................................161

15 Emancipatorische Werking .........................................................................................166 15.1 Doelstelling.......................................................................................................166 15.2 Realisaties........................................................................................................166 15.3 Projectwerkingen..............................................................................................167

15.3.1 Basiswerkingen.............................................................................................167 15.3.2 Dialooggroep klantenparticipatie ...................................................................168 15.3.3 ’t Rondpunt ...................................................................................................169 15.3.4 Cultuurparticipatie .........................................................................................170 15.3.5 ‘Opnieuw je eigen centen beheren’ ...............................................................170 15.3.6 Ervaringsdeskundige.....................................................................................171 15.3.7 Samenwerking met sociaal artistiek theater Victoria Deluxe..........................171 15.3.8 Ghent Blue White..........................................................................................171 15.3.9 Belgian Homeless Cup..................................................................................172 15.3.10 Receptiewerking........................................................................................172 15.3.11 IKOOK3.....................................................................................................174 15.3.12 Ervaringsbewijs .........................................................................................174

16 Vakantiewerking De Pagadder ...................................................................................175 17 Energiecel ..................................................................................................................178

17.1 Sociaal fonds voor gas en elektriciteit...............................................................178 17.2 Lokale adviescommissie (LAC).........................................................................180

17.2.1 LAC Eandis...................................................................................................180 17.2.2 LAC TMVW...................................................................................................182

17.3 Sociaal stookoliefonds......................................................................................182 17.4 Tussenkomst in brandstofkosten ......................................................................183 17.5 Vzw REGent.....................................................................................................183

18 Thuislozenzorg ...........................................................................................................184 19 Wonen........................................................................................................................189

19.1 Doelstelling.......................................................................................................189 19.2 Woningen .........................................................................................................190

19.2.1 Sociaal Verhuurkantoor (SVK) ......................................................................190 19.2.2 Noodwoningen..............................................................................................195 19.2.3 Zekerheidstellingen en bankwaarborgen.......................................................195

Page 4: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

4

19.3 Woonbegeleiding..............................................................................................196 19.3.1 Onthaal .........................................................................................................196 19.3.2 Project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen..............................................196 19.3.3 Samenwerkingsprotocol Daklozen. ...............................................................198

19.4 De Baai ............................................................................................................202 Deel 4: Ouderenzorg 20 Staf Ouderenzorg .......................................................................................................209

20.1 Doelstelling.......................................................................................................209 20.2 Realisaties........................................................................................................210

21 Vier woonzorgcentra...................................................................................................217 21.1 Identificatiegegevens van de vier woonzorgcentra............................................217 21.2 Zorg in cijfers – meting op 31.12.2010..............................................................218 21.3 De vier woonzorgcentra apart belicht................................................................226

21.3.1 Woonzorgcentrum Het Heiveld .....................................................................226 21.3.2 Woonzorgcentrum Zonnebloem....................................................................228 21.3.3 Woonzorgcentrum De Vijvers........................................................................231 21.3.4 Woonzorgcentrum De Liberteyt.....................................................................233

22 Transmurale zorg .......................................................................................................236 22.1 Identificatiegegevens van de drie woonvormen ................................................236 22.2 Zorg in cijfers – meting op 31.12.2010..............................................................236 22.3 De drie transmurale woonvormen apart belicht.................................................239

22.3.1 Woningcomplex met dienstverlening Wibier..................................................239 22.3.2 Serviceflats Antoniushof................................................................................242

23 Negen lokale dienstencentra ......................................................................................243 23.1 Identificatiegegevens van de negen centra.......................................................243 23.2 De lokale dienstencentra in cijfers –meting op 31/12/2010 ...............................243 23.3 De negen lokale dienstencentra apart belicht ...................................................263

23.3.1 Ldc Ten Hove................................................................................................263 23.3.2 Ldc Speltincx ................................................................................................264 23.3.3 Ldc De Thuishaven .......................................................................................265 23.3.4 Ldc De Waterspiegel.....................................................................................267 23.3.5 Ldc Wibier.....................................................................................................268 23.3.6 Ldc De Horizon .............................................................................................269 23.3.7 Ldc De Regenboog .......................................................................................271 23.3.8 Ldc De Vlaschaard........................................................................................272 23.3.9 Ldc De Boei ..................................................................................................273

23.4 Innovatieve projecten .......................................................................................274 23.4.1 Project eenzaamheid ....................................................................................274 23.4.2 Project ‘ergo@huis’.......................................................................................276 23.4.3 Project: ‘Samen gaan we ervoor’...................................................................278 23.4.4 Project Toeleiden allochtone senioren naar de reguliere zorgsector .............280 23.4.5 Project woonzorgzone Ledeberg...................................................................282

24 Advies, Oriëntatie en Opname (AOO).........................................................................285 24.1 Doelstelling.......................................................................................................285 24.2 AOO in cijfers – meting op 31.12.2010 .............................................................286 24.3 Voorlopige bewindvoering – Inventarisatie........................................................293

Page 5: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

5

Deel 5: Human Resources 25 Personeel ...................................................................................................................297

25.1 Personeel van het OCMW Gent .......................................................................297 25.2 Organisatie - Human Resources beleid in 2010................................................305 25.3 Diversiteit..........................................................................................................307

25.3.1 Doelstelling ...................................................................................................307 25.3.2 Realisaties ....................................................................................................307 25.3.3 Evolutie van de kencijfers diversiteit..............................................................311

26 Selectie ......................................................................................................................321 26.1 Doelstelling.......................................................................................................321 26.2 Realisaties........................................................................................................321

26.2.1 Aanwervingsprocedures volgens nieuwe RPR..............................................322 26.2.2 Aanwervingen via artikel 35-36 (rpr) en contractuele selecties OZ................323 26.2.3 Interne vacatures ..........................................................................................327 26.2.4 Projecten.......................................................................................................327

27 Vorming en Loopbaanbegeleiding ..............................................................................329 27.1 Missie ...............................................................................................................329 27.2 Doelgroepen.....................................................................................................329 27.3 Vorming............................................................................................................329

27.3.1 Cijfermateriaal...............................................................................................330 27.3.2 Kosten ..........................................................................................................331 27.3.3 Realisaties ....................................................................................................331

27.4 Loopbaanbegeleiding .......................................................................................335 27.4.1 Cijfermateriaal...............................................................................................335 27.4.2 Realisaties ....................................................................................................337

28 Sodico vzw.................................................................................................................341 Deel 6: Facility Management 29 Facility Management ..................................................................................................349

29.1 Herstructurering in 3 takken..............................................................................349 29.2 Grotere projecten..............................................................................................349 29.3 Grote aankoopdossiers.....................................................................................352 29.4 Duurzame aankoop ..........................................................................................353

Page 6: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

6

Page 7: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

7

Deel 1

Het OCMW van Gent

OCMW GentRaad

Managementteam

DepartementBestuurs-

Ondersteuning

DepartementHuman Resources

DepartementFacility

Management

DepartementFinanciën

DepartementSociale

Dienstverlening

DepartementOuderenzorg

Page 8: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

8

Page 9: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

9

1 Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW)

Adres Hoofdzetel: Onderbergen 86 9000 Gent

1.1 Raad voor Maatschappelijk Welzijn

OCMW Gent wordt bestuurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. De leden van de Raad worden verkozen door de gemeenteraad en staan in verhouding tot het bevolkingscijfer van de Stad Gent. Voor Gent bestaat de Raad uit 15 leden. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2010:

VERSNICK Geert Open VLD Voorzitter Korenlei 21 J 9000 Gent

LAMPAERT Erwin SP.A

Lid Ondervoorzitter Vast Bureau

Langebilkstraat 11 9032 Wondelgem

PATAER Paul Groen! Lid Bressers-Blanchaertlaan 2 9051 St.-Denijs-Westrem

SYSMANS Chantal CD&V Lid Oudekouter 22 9050 Gentbrugge

INGHELRAM Anna Vlaams Belang Lid Maaltemeers 25

9052 Zwijnaarde

BOTTEQUIN Anne Open VLD Lid Egelstraat 33 9032 Wondelgem

HOLEMANS Dirk Groen! Lid Drongenstationstraat 13 9031 Drongen

VANDAELE Ingrid SP.A Lid Nekkersputstraat 39 9000 Gent

BAUWENS Christian Vlaams Belang Lid Tijl Uilenspiegelstraat 1

9050 Gentbrugge

BOCKSTAELE Jurgen SP.A Lid Wolterslaan 76 9000 Gent

VERSCHOOTEN Cédric Open VLD Lid Lindestuk 12 9032 Wondelgem

MAES Aline SP.A Lid Kromme Wal 25 9000 Gent

LEMAITRE Jeroen N-VA Lid Kleine Schuurstraat 4 9040 Sint-Amandsberg

VERBEKE Pascal SP.A Lid Drongenhof 41 9000 Gent

WIJNAKKER Frank Open VLD Lid Rietorchisstraat 8B 9041 Oostakker

Page 10: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

10

De voorzitter is van rechtswege voorzitter van het Vast Bureau en de Bijzondere Comités. Het Vast Bureau is belast met het afhandelen van de zaken van het dagelijks bestuur en komt wekelijks samen. De Raad van het OCMW heeft daarnaast Bijzondere Comités opgericht waaraan welomschreven bevoegdheden werden overgedragen. Deze comités zijn: • Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst;

• Bijzonder Comité voor Campus Het Heiveld;

• Bijzonder Comité voor Campus De Vijvers;

• Bijzonder Comité voor Campus Zonnebloem;

• Bijzonder Comité voor Campus De Liberteyt;

• Bijzonder Comité Ouderen- en Thuiszorgbeleid;

• Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten;

• Bijzonder Comité Woonbeleid.

Door het decreet van 5 juli 2002 zijn de vergaderingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn openbaar. Alleen persoonsgebonden dossiers worden wegens privacyredenen achter gesloten deuren besproken. Deze openbaarheid uit zich ook in het publiek maken van de agenda. Deze wordt ad valvas geafficheerd en aan de lokale perscontacten bezorgd. De OCMW-Raad kwam 12 keer samen in het werkingsjaar 2010.

1.2 Beleidsbeslissingen

De voornaamste beslissingen die de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2010 nam, zijn terug te vinden op het intranet en in de nieuwe toepassing e-Besluitvorming. Beslissingen over de aanvaarding van schenkingen en legaten zijn afzonderlijk vermeld.

Page 11: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

11

1.3 Afvaardigingen

List break2 a. Het OCMW heeft in 2010 vertegenwoordigers in diverse verenigingen en organisaties

ORGANISATIE AFVAARDIGING PLAATSVERVANGERS AudiO Raad van Beheer:

Geert Versnick, Open Vld Algemene Vergadering: Geert Versnick, Open Vld Adviescommissie stuurgroep: Jef Vermaere, ontvanger

AZ-Jan Palfijn Algemene Vergadering: List break Geert Versnick, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a Paul Pataer, Groen! Chantal Sysmans, CD&V Anna Inghelram, Vl Belang Piet Lampaert, SP.a, 2e ov Anne Bottequin, Open Vld Dirk Holemans, Groen! Ingrid Vandaele, SP.a Christian Bauwens, VlB Frank Wijnakker, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a Cédric Verschooten, Open Vld Aline Maes, SP.a Jeroen Lemaitre, N-VA Raad van Bestuur: Geert Versnick Piet Lampaert, SP.a (2e ov) Anne Bottequin, Open Vld Dirk Holemans, Groen! Christian Bauwens, Vl Belang Jeroen Lemaitre, N-VA Cédric Verschooten, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a Managementcomité: Geert Versnick Piet Lampaert, SP.a (2e ov) Anne Bottequin, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a

CEVI Bisdomplein 3 9000 Gent

Algemene Vergadering: Frank Wijnakker, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a Raad van Bestuur: 1-01-2010 - 31-12-2012: Pascal Verbeke, SP.a

Page 12: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

12

ORGANISATIE AFVAARDIGING PLAATSVERVANGERS Commissie Juridische Bijstand

Geertje Van Doorne, coördinator Juridische dienst

Liesbet Vertriest, juriste

Deontologische commissie Piet Lampaert, SP.a Jacques Bottequin, Open Vld Chantal Sysmans, CD&V Christian Bauwens, Vl. Belang

Jurgen Bockstaele, SP.a Erwin Devriendt, Open Vld Geert Verbeke, CD&V Anna Inghelram, Vl. Belang

Digipolis Telepolis Antwerpen Generaal Armstrongweg 1 2020 Antwerpen tel: 03 216 77 25 fax: 03 216 79 04

Raad van Bestuur: Frank Wijnakker, Open Vld Algemene Vergadering: (Piet Lampaert, SP.a)

Ethias Algemene Vergadering: Piet Lampaert, SP.a

INFOHOS Legeweg 157F 8020 Oostkamp

Algemene Vergadering Geert Versnick Jurgen Bockstaele, SP.a Jeroen Lemaitre, NVA Dirk Holemans, Groen! Pascal Verbeke, SP.a Raad van Bestuur Geert Versnick Jurgen Bockstaele, SP.a

Intern AUDITCOMITE Leden Vast Bureau: Secretaris ontvanger

Jobpunt Vlaanderen Algemene Vergadering: Luc Kupers, OCMW-secretaris

Lokale Adviescommissie (LAC, Gas en elektriciteit) (ZP) P/a Onderbergen 84 9000 Gent

Christine Grillaert, vz commissie Ingrid Vandaele, SP.a Lieve Van den Hende, adm medew, secretariaat

(Ann Baudonck pvv vz.) Jurgen Bockstaele, SP.a

Lokale Adviescommissie (LAC, water) P/a Onderbergen 84 9000 Gent

Christel Herman, vz commissie Cédric Verschooten, Open VLD M. François, adm medew. secretariaat

(Christine Grillaert, pvv vz) Frank Wijnakker, Open VLD.

Netwerk Palliatieve Thuiszorg Gent - Eeklo Jubileumlaan 215 9000 Gent

Raad van Bestuur: Geert Versnick Aline Maes, SP.a Pascale Hulpiau, directeur OZ Algemene Vergadering: Pascale Hulpiau, directeur OZ

nv Eigen Heerd is Goud Weerd Burgstraat 148, Gent

Raad van Bestuur Frank Wijnakker, Open Vld

PAOV Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen P/a Gouvernementstraat 1 – 9000 Gent

Receptiewerking Platform: David De Keukelaere, diensthoofd m.w. Tom Van Poele, hoofd m.w.

Marijke De Waele, hoofd m.w.

Page 13: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

13

ORGANISATIE AFVAARDIGING PLAATSVERVANGERS Paritaire Huurcommissie: Geraldine Serras, coördinator Platform Thuiszorg Jubileumlaan 217 9000 Gent

Raad van Bestuur: Geert Versnick Aline Maes, SP.a Linda Mets, diensthoofd

“Proeftuinen” ism VDAB Stuurgroep: Guido De Baere, diensthoofd

Provinciale Stuurgroep Welzijnsoverleg:

Annemie Baetslé, directeur SD

Provinciale Woonraad: Geraldine Serras, coördinator Redactieraad Lokale Besturen en Werk (Uitg. Politea ism VVSG)

Annelies Vincent, adjunct van de directie SD

Regionaal Netwerk Arbeidszorg Gent-Eeklo

David De Keukelaere, diensthoofd maatsch.werk Tom Van Poele, hoofdmaatsch.w.

Marijke De Waele, hoofdmaatsch.w.

Regionaal Welzijnsoverleg Gent:

Algemene Vergadering + Raad van Bestuur Annemie Baetslé, directeur SD

Scheldevallei CV Brusselsesteenweg 479, 9050 Gentbrugge

Algemene Vergadering + Raad van Bestuur Ingrid Vandaele, SP.a

Stedelijke consultatieve Preventieraad P/a Sandra Rottiers Preventieambtenaar Stad Gent – Sint Niklaasstraat 27 – 9000 Gent

Cédric Verschooten, Open Vld

Stedelijk Seniorenraad Algemene Vergadering Geert Versnick Linda Mets, diensthoofd Raad van Bestuur Linda Mets, diensthoofd

Stedelijke Woonraad Afvaardiging namens SVK OCMW Gent Geraldine Serras, coördinator

Stuurgroep Ambulante Ergo

Jan Lambrecht, diensthoofd OZ Linda Mets, diensthoofd

Vlaamse Woonraad Vertegenwoordiger voor VVSG: Geraldine Serras, coördinator SVK

VVSG Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Pavilhoenstraat 9 1030 Brussel

Directiecomité afd MW: Luc Kupers, OCMW-secretaris.

VVSG - VCO Stuurgroep Vormingscentrum: Luc Blanckaert

Page 14: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

14

Vlaams Overleg Bewonersbelangen Diksmuidelaan 50 2600 Berchem

Algemene Vergadering: Aline Maes, SP.a Raad van Bestuur (1 plaatsvervanger) Aline Maes, SP.a

Pascal Verbeke, SP.a.

Voogd: Toeziend voogd:

Voogd: Aline Maes, SP.a Toeziend voogd: Anne Bottequin, Open Vld

Vzw Agora Guido De Baere, diensthoofd Vzw Basiseducatie Hippoliet Lammensstr. 10, 9000 Gent

Raad van Bestuur: Jurgen Bockstaele, SP.a Guido De Baere, diensthoofd

Vzw Begeleid Wonen Willem Tellstraat 17 9000 Gent

Adviesraad: Aline Maes, SP.a

Vzw Cultuurkapel St.-Vincent

Algemene Vergadering (19): Herman Van Nieuwenhuyze, vz Frank Wijnakker, Open Vld Cédric Verschooten, Open VLD Ingrid Vandaele, SP.a, ov Jeroen Lemaitre, N-VA Annemie Baetslé Raad van Bestuur: Ingrid Vandaele, SP.a Frank Wijnakker, Open Vld, Cédric Verschooten, Open VLD, Jeroen Lemaitre, N-VA, Annemie Baetslé Dagelijks Bestuur: Herman Van Nieuwenhuyze, vz Ingrid Vandaele, SP.a, ov Cédric Verschooten, Open VLD Annemie Baetslé

vzw ERSEV Oost-Vlaanderen: erkend regionaal samen-werkingsverband O-VL Gouvernementstr 1, Gent

Algemene Vergadering: Cédric Verschooten, Open Vld

vzw Federatie van Vlaamse OCMW Maatschappelijk Werkers vzw

Luc Blanckaert

Vzw Gent, stad in werking (GSIW)

Algemene Vergadering: Geert Versnick

Vzw Gent, stad in werking (GSIW) - Partnerschapsverdrag 2008-2018

Beleidsgroep: Geert Versnick Guido De Baere

Page 15: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

15

Vzw KOMOSIE Algemene Vergadering:

Pascal Verbeke, SP.a Evi Maes, techn.coörd. OTC

Vzw Kom-Pas: Algemene Vergadering + Raad van Bestuur: Guido De Baere

Annelies Vincent

Vzw Logo: Ann Vanden Wyngaerd, adj vd directie

Vzw Ovosit Raad van Bestuur & Algemene Vergadering: Frank Vervaet, diensthoofd extramuraal

Vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum

Algemene Vergadering: Geert Versnick Begeleidingsgroep: Annemie Baetslé, directeur SD

vzw REGent Algemene Vergadering (6): Piet Lampaert, SP.a. Dirk Holemans, Groen! Christian Bauwens, VL.Belang Ann Bottequin, Open VLD. Jurgen Bockstaele, SP.A Aline Maes, SP.a Raad van Bestuur (3): Frank Wijnakker, Open VLD Jurgen Bockstaele, SP.a Chantal Sysmans, CD&V Dagelijks Bestuur: Frank Wijnakker Christelle Herman

Page 16: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

16

Vzw Sodico = Sociale Dienst voor het personeel Onderbergen 86 9000 Gent

Algemene Vergadering (9): Geert Versnick Cédric Verschooten, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a Ingrid Vandaele, SP.a Dirk Holemans, Groen! Chantal Sysmans, CD&V Jeroen Lemaitre, N-VA Christian Bauwens, VB Pascal Verbeke, SP.a Raad van Bestuur (6): Geert Versnick Cédric Verschooten, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a Ingrid Vandaele, SP.a Dirk Holemans, Groen! Jeroen Lemaitre, N-VA secretaris vzw: Cindy Eeckeloo Opgevolgd door Kris Paermentier, directeur HR.

Vzw Tolk- en Vertaalservice

Annemie Baetslé, directeur SD

Vzw UNICE = Universitair Centrum Eerstelijnsgezondheidszorg Nieuw Gent Rerum Novarumplein 180b, Gent

Algemene Vergadering: Annie Schouppe, diensthoofd maatschappelijk werk Nieuw Gent Rudy Coddens Raad van Bestuur: Rudy Coddens

Vzw Voetbal in de Stad Algemene Vergadering: Anne Bottequin Open VLD Raad van Beheer: Jurgen Bockstaele, SP.a

Vzw Woonfonds Algemene Vergadering: Bart Styl, hoofdm. werker

werkgroep Farmaka Pascale Hulpiau, directeur OZ Geert Vergaerde, adviseur Financien

WoninGent Lange Steenstraat 54 9000 Gent

Raad van Bestuur: Anne Bottequin, Open Vld Algemene Vergadering en Buitengewone Algemene Vergadering: Jurgen Bockstaele, SP.a

b. Voogdij over de minderjarigen

Aline Maes, raadslid, fungeert in de gevallen die door de wet zijn bepaald, als voogd over minderjarigen. Anne Bottequin, raadslid, fungeert als toeziende voogd.

Page 17: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

17

c. Samenstelling van de diverse organen

Vervanging van de Voorzitter

Erwin Lampaert

Vast Bureau Geert Versnick, voorzitter Erwin Lampaert, SP.a Dirk Holemans, Groen! Anne Bottequin, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a

BC Campus Ledeberg Woon- en zorgcentrum De Vijvers

Geert Versnick Anne Bottequin, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a (ov) Jurgen Bockstaele, SP.a Chantal Sysmans, CD&V

- Cédric Verschooten, Open Vld Aline Maes, SP.a Ingrid Vandaele, SP.a Jeroen Lemaitre, N-VA

BC Campus St.-Amandsberg, Het Heiveld

Geert Versnick Anne Bottequin, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a (ov) Jeroen Lemaitre, N-VA Jurgen Bockstaele, SP.a

- Cédric Verschooten, Open Vld Erwin Lampaert, SP.a Chantal Sysmans, CD&V Aline Maes, SP.a

BC Campus Wondelgem, De Liberteyt

Geert Versnick Anne Bottequin, Open Vld Piet Lampaert, SP.a (ov) Pascal Verbeke, SP.a Paul Pataer, Groen!

- Cédric Verschooten, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a Ingrid Vandaele, SP.a Dirk Holemans, Groen!

BC Campus Zwijnaarde, Zonnebloem

Geert Versnick Anne Bottequin, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a (ov) Pascal Verbeke, SP.a Paul Pataer, Groen!

- Cédric Verschooten, Open Vld Aline Maes, SP.a Piet Lampaert, SP.a Dirk Holemans, Groen!

BC Lokale Dienstencentra en Serviceflats (opgeheven 07.07.2009)

- -

BC Ouderen- en Thuiszorgbeleid

Geert Versnick Erwin Lampaert, SP.a Frank Wijnakker, Open VLD Jeroen Lemaitre, N-VA Pascal Verbeke, SP.a

- Aline Maes, SP.a Cédric Verschooten, Open VLD - Jurgen Bockstaele, SP.a

BC Patrimonium en Bouwprojecten

Geert Versnick Anne Bottequin, Open Vld Jurgen Bockstaele, SP.a (ov) Piet Lampaert, SP.a Chantal Sysmans, CD&V

- Cédric Verschooten, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a Aline Maes, SP.a Jeroen Lemaitre, N-VA

BC Sociale Dienst Geert Versnick Ingrid Vandaele, SP.a (ov) Cédric Verschooten, Open Vld Aline Maes, SP.a Chantal Sysmans, CD&V

- Jurgen Bockstaele, SP.a Anne Bottequin, Open Vld Pascal Verbeke, SP.a Jeroen Lemaitre, N-VA

Page 18: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

18

BC Woonbeleid Geert Versnick Cédric Verschooten, Open Vld Aline Maes, SP.a (ov) Pascal Verbeke, SP.a Paul Pataer, Groen!

- Frank Wijnakker, Open Vld Ingrid Vandaele, SP.a Jurgen Bockstaele, SP.a Dirk Holemans, Groen!

Managementteam Geert Versnick Luc Kupers, secretaris Jef Vermaere, ontvanger Annemie Baetslé, directeur SD Pascale Hulpiau, directeur OZ William De Maesschalck, projectleider Francine Vandewege, directeur BO en plaatsvervangend secretaris Kris Paermentier, directeur HR Wim Vandevijvere, directeur Facility Veerle De bruyn, communicatieambtenaar

1.4 Managementteam

Het managementteam coördineert de diensten bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. Het bewaakt de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie, de werking van de diensten en de interne communicatie. De doelstelling van het managementteam is vastgelegd in het OCMW-decreet. Het managementteam bestond in 2010 uit: • de voorzitter;

• de secretaris;

• de ontvanger;

• de directeur SD;

• de directeur OZ;

• de directeur BO

• de directeur HR;

• de directeur Facility;

• de projectleider bouwprojecten

• de communicatieambtenaar

List break2

Page 19: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

19

a. Digitaal besluitvormingsproces

In 2010 kwam het managementteam wekelijks op maandag samen. De communicatieambtenaar en een kabinetsmedewerker van de secretaris notuleren en verspreiden de informatie binnen het OCMW. Sinds de invoering van het project e-besluitvorming midden 2010 werden alle stukken, documenten en verslagen van het managementteam via deze toepassing verwerkt. Op deze manier kwam er bij het managementteam geen papier meer aan te pas. b. Directiecomité

Naast het managementteam is er ook een directiecomité dat bestaat uit de secretaris, de ontvanger en de departementshoofden. In 2010 werkte het directiecomité samen met de externe firma Hay het dossier uit van de functieweging. Het directiecomité kwam ook meerdere keren samen om de financiële situatie van het OCMW te analyseren en beleidsopties voor te stellen. In april ging het managementteam op teambuilding naar Knokke. Op de agenda stonden de krijtlijnen van een nieuwe managementstructuur, met daaraan gekoppeld voorstellen voor een nieuwe organisatiestructuur. c. OCMW-beleidsteam voor leidinggevenden

Het OCMW-beleidsteam is een overlegstructuur waarbij het managementteam leidinggevenden en stafmedewerkers uit het middenkader uitnodigt. De beleidsteams vonden plaats in de Cultuurkapel van het OCMW of in de Campus Prins Filip. Aansluitend op het beleidsteam was er op bepaalde momenten ook de eedaflegging van nieuwe medewerkers. In 2010 vonden er zeven beleidsteams plaats: op 24.02, 28.04, 16.05, 29.05, 30.06, 17.11 en 16.12. Een van deze beleidsteams bestond uit een opleiding in interne controle door de dienst Kwaliteit en Interne Controle. De doelstelling van het OCMW-beleidsteam is de samenwerking te bevorderen, maar ook om dienstoverschrijdend te werken en geïnformeerd te geraken over verschillende actuele managementthema’s. Het is de bedoeling om op deze beleidsteams externe sprekers van diverse organisaties uit te nodigen om te netwerken, maar ook om op de hoogte te blijven van trends en evoluties in de overheidssector. In 2010 kwamen volgende thema’s aan bod: • Decoding the DNA of public and private sector leaders - Luc Drieghe van Hudson;

• dossier peoplemanagement en functieweging - Bram Timperman en Kelly Kuylen;

• project Vergeten Schoonheid – Nathalie Fieuw en Veerle De Coninck;

• nieuwe dienstnamen - Bart Baele en Siegfried Debruyne;

• acties in het Jaar van de Armoede - Josée Goris van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI);

• de Cel Armoedebestrijding - acties in 2010 in Gent - Joris Beaumon;

• de meerwaarde van psychologen in onze woonzorgcentra - Dirk Beyens, Celien Scheire en Anneleen Steyaert;

• de beleidssessies in SD: methodiek en aanpak - Ann Vanden Wyngaerd;

• de studie over de functieweging – toelichting door de firma HayGroup;

Page 20: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

20

• jaarrekening 2009 - een toelichting van de financiële trends en evoluties – Jef Vermaere - Geert Vergaerde en Yves Alexander;

• kwaliteit en het belang van een kwaliteitslabel - Didier Keppens;

• toelichting van het ESF(Europees SociaalFonds)-label - Guido De Baere;.

• toelichting van Erik Conings van het ESF agentschap Vlaanderen en overhandiging van het ESF-label aan SD;

• opleiding preventiebeleid voor de hiërarchische lijn en nabespreking - Jan De Vuyst - Ethias;

• stand van zaken OCMW-financiën - Luc Kupers en Geert Versnick;.

• stand van zaken meldingsmanagement - Glenn Van Meerhaeghe;

• krachtlijnen van het beleid in 2011 - Bart Baele.

Page 21: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

21

Deel 2

Bestuursorganisatie

Page 22: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

22

Page 23: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

23

List break

2 Kabinet van de secretaris

Adres: Onderbegen 86 9000 Gent Aantal personeelsleden Kabinet van de secretaris: 3,8 voltijds equivalenten 5 koppen

2.1 Doelstelling

2010 was het eerste volledige werkjaar van het nieuwe kabinet van de secretaris. Deze dienst staat in voor de begeleiding en ondersteuning van departements- en organisatieoverschrijdende initiatieven in naam van de secretaris. Het kabinet vormt een ‘tweede lijn’ ten opzichte van het operationele werk, de ‘eerste lijn’. Ook is deze dienst de draaischijf tussen het beleid en de organisatie. In 2010 heeft het kabinet tal van organisatiebrede taken opgenomen. Hierna volgt een greep uit de activiteiten.

2.2 Realisaties

De dienst staat in voor de klachten in tweede lijn en vormt een directe link met het agentschap voor binnenlands bestuur op het gebied van het administratief toezicht. t break2List break2 List break2 a. Coördinatie patrimonium

Een andere taak is het coördineren van ontwikkelingen op patrimoniumvlak via de samenwerking met het AG Stadsontwikkelingsbedrijf (SOB) Gent. Hiertoe behoren o.a. grote bouwprojecten of samenwerkingsverbanden die organisatieoverschrijdend zijn en in partnership met externe partners uitgewerkt worden. b. Bestuurlijke indeling

Ook de bestuurlijke indeling van de organisatie wordt door het kabinet bewaakt. In 2010 werden onder meer de bevoegdheidsdelegaties en besluitvormingsprocessen in kaart gebracht als eerste stap in een evaluatie van die delegaties. c. Uitbouw Europese netwerken en subsidies

Europa speelt een steeds grotere rol voor de lokale besturen, ook voor OCMW’s. Daarom verwierf het kabinet van de secretaris expertise in Europese netwerken en subsidiëring. Zo was er de deelname aan de Master Class Europese subsidiëring, opgezet door het kenniscentrum i.s.m. de grote centrumsteden, en de interstedelijke reflectiegroep Europa.

Page 24: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

24

d. Verdere invoering e-Besluit

2010 was een belangrijk jaar voor het project e-Besluit. Zo werd in een volledig opleidingspakket voor toekomstige gebruikers voorzien om op 31 mei 2010 als eerste van de e-Besluit besturen een volledig digitaal aangeleverde zitting te kunnen organiseren. Ook voor de eerste volledig digitale zitting kaapte het OCMW Gent met de raad van 14 september de primeur weg. e. Uitbouw samenwerking Kwaliteit en Interne Controle

Er is ook een intense samenwerking opgezet met Kwaliteit en Interne Controle met het oog op het opzetten van een systeem van kwaliteit en organisatiebeheersing. Vanuit overkoepelende initiatieven zoals het Managementrapport en het project Business Intelligence werd een toekomstvisie uitgewerkt rond het gericht kijken naar belangrijke organisatieontwikkelingen.

Page 25: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

25

3 Bestuursondersteuning

Adres: Onderbergen 86 9000 Gent Aantal personeelsleden Bestuursondersteuning: 13 voltijds equivalenten 15 koppen

3.1 Doelstelling

Bestuursondersteuning vervult verschillende opdrachten: eak List break2 a. Bestuurssecretariaat

Het bestuurssecretariaat vormt de administratieve draaischijf tussen de verschillende directies, instellingen en diensten. De dienst maakt de agenda's en notulen voor de Raad, het Vast Bureau en het Bijzonder Comité Patrimonium en Bouwprojecten (BCPB). Daarnaast verzorgt de dienst de publicatie van de agenda's, notulen en stukken van diverse vergaderingen op het OCMW–intranet. Bovendien publiceert ze op de OCMW-website elke maand de agenda van de openbare zitting van de Raad, de goedgekeurde notulen en de woordelijke weergave van het vragenuurtje. De taken en werking veranderden sterk door de invoering van het programma e-Besluitvorming (zie rubriek vernieuwingen). b. Onthaal en telefonie

De onthaalbalie van het hoofdbestuur ontvangt bezoekers en beantwoordt de oproepen die op het centraal telefoonnummer van OCMW Gent binnenkomen. Daarnaast organiseert de onthaalbalie het beheer van de vergaderruimtes in het hoofdbestuur. De onthaalbalie van Campus Prins Filip werd afgesplitst van Bestuursondersteuning en valt voortaan onder Personeel. c. Expeditie

De Expeditie verzorgt inkomende en uitgaande briefwisseling. De inkomende briefwisseling wordt in een register ingeschreven alvorens ze wordt verdeeld naar de diensten. Ook het laten ondertekenen door voorzitter en secretaris, het inschrijven in het register van uitgaande briefwisseling, het frankeren en versturen van de uitgaande briefwisseling behoren tot het takenpakket. d. Bodedienst

De bodes halen de briefwisseling op bij alle OCMW-diensten. Vervolgens wordt deze gesorteerd en opnieuw bezorgd aan de verschillende interne en externe diensten. De bodes bieden logistieke steun bij raadzittingen en verzorgen het onthaal van cliënten bij hoorzittingen van het Bijzonder Comité Sociale Dienst (BCSD).

Page 26: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

26

3.2 Realisaties

List break2 a. Inkomende en uitgaande briefwisseling

OCMW Gent ontving 108.692 brieven in 2010. Daarvan werden er 74.583 verwerkt door de expeditie. 55.008 brieven gingen in naam van OCMW Gent de deur uit. 40% daarvan werd bovendien aangetekend verstuurd. Het merendeel daarvan zijn betekeningen van beslissingen van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst. In 2010 werd vastgesteld dat de telling van het aantal inkomende en uitgaande brieven niet helemaal correct gebeurde en dat werd inmiddels verbeterd. Daarom is een pure vergelijking met voorgaande jaren niet helemaal mogelijk. 2008 2009 2010

aantal inkomende brieven (1) 98540 106746 108692 aantal ingeschreven door Expeditie 65987 72894 74554 Aantal uitgaande brieven (2) 40255 41314 55008

Verzending aangetekende zendingen (alle diensten) 22719 23174 22165 Frankeerkosten in euro (3) 197343 232854 221983

(1) Het grootste deel van de inkomende briefwisseling wordt door de Expeditie geopend en ingeschreven in het register van inkomende briefwisseling. Decentraal gelegen diensten schrijven hun inkomende post in hetzelfde register in. Inkomende facturen worden door Financiën in een andere databank ingeschreven. Brieven op naam van voorzitter, secretaris of gericht aan een politieke fractie worden eerst aan de respectieve geadresseerde bezorgd. Deze kan nadien vragen aan de Expeditie om het stuk alsnog in te schrijven. (2) Heel wat brieven worden onder gesloten omslag aangeboden aan Expeditie om te frankeren. Hiervan werden tot nu toe geen cijfers bijgehouden. Het werkelijk aantal verzonden brieven ligt dan ook hoger dan het aantal weergegeven in dit jaartotaal. Anderzijds moet er wel rekening mee gehouden worden dat ze een weerslag vinden in de frankeerkosten. Bovendien telde men een bulkverzending tot in 2009 slechts als één exemplaar en werd een negatieve beslissing BCSD die al jaren gewoon èn aangetekend verstuurd wordt ook slechts als één stuk geteld. Het cijfer voor 2010 is al een betere benadering van het exacte getal. Vanaf 2011 zal elk stuk apart worden geteld. (3) De aanzienlijke stijging van de frankeerkosten van 2008 naar 2009 en dan weer een daling naar 2010 kent een eenvoudige verklaring. De uitnodigingen voor OCMW-cliënten voor één-euro-evenementen werd in 2009 voor het eerst door de Expeditie verstuurd (stijging). Dit werd in 2010 uitbesteed aan een externe firma (daling). b. e-Besluitvormingsproject

2010 was een belangrijk jaar voor het project e-Besluit. Zo was voorzien in een volledig opleidingspakket voor de toekomstige gebruikers om op 31 mei 2010 als eerste van de e-Besluit besturen een volledig digitaal aangeleverde zitting te kunnen organiseren. Ook voor

Page 27: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

27

de eerste volledig digitale raadszitting op 14 september 2010 ging OCMW Gent met de primeur lopen. Het vernieuwende project e-besluitvorming werd ingevoerd met organisatiebrede vormingen, een digitale nieuwsbrief, permanente helpdesk en klankbordsessies. E-besluitvorming beoogde niet alleen een betere flow en doorzichtiger besluitvorming maar maakt van de gelegenheid gebruik om de besluitvorming ook inhoudelijk te verbeteren. Het bestuurssecretariaat bewaakt de kwaliteit van de aangeleverde ontwerpbesluiten van de diensten naar de politieke organen. c. Organisatie dienst Expeditie

In juni verhuisden de expeditie en bodedienst naar ruimere kantoren. Een roulatie tussen de medewerkers van balie en post zorgde voor een beter begrip van elkaars functie, meer onderlinge samenwerking en extra planningsmogelijkheden bij verlofaanvragen. De cellen expeditie-bodedienst enerzijds en bestuurssecretariaat anderzijds houden sinds midden 2010 een tweewekelijks teamoverleg.

Page 28: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

28

4 Communicatie

Adres: Onderbergen 86 9000 Gent Aantal personeelsleden Communicatie en Drukkerij: 6,6 voltijds equivalenten 7 koppen Decentraal werken er rond interne en externe communicatie: • 2 informatieambtenaren in het departement Sociale Dienstverlening (SD);

• 1 informatieambtenaar in het departement Ouderenzorg (OZ);

• 1 stafmedewerker van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC).

Samen met de dienst Communicatie vormen al deze medewerkers het Communicatieteam – een orgaan dat tweewekelijks samenkomt en waar alle interne en externe communicatieprojecten in het OCMW vorm krijgen. Door het Decreet inzake de openbaarheid van bestuur is de dienst Communicatie verantwoordelijk voor de realisatie van de actieve openbaarheid van bestuur, namelijk ervoor te zorgen dat de burger geïnformeerd wordt over het aanbod van het OCMW. Het OCMW Gent wil een open huis zijn voor iedereen, waar de veelzijdigheid van het aanbod centraal staat, met een lage drempel voor de burger en met de uitstraling van een professionele overheidsorganisatie. De identiteit die het OCMW wil uitstralen, strookt niet helemaal met het imago dat het effectief heeft in de buitenwereld. Communicatie is een strategisch middel om het imago bij te schaven naar de gewenste identiteit. De acties - die de vertaling vormen van deze communicatiestrategie - zitten vervat in de Beleidsnota 2007-2012 ‘Duurzaam activeren en wonen’. De dienst Communicatie voert de acties uit in samenwerking met de departementen. Op deze manier stuurt de dienst Communicatie de interne en externe communicatie aan in heel de organisatie. List break st break2 a. 44 burgers kregen inzage in bestuursdocumenten

De passieve openbaarheid van bestuur – het recht van de burger op inzage in bestuursdocumenten – organiseert Communicatie samen met de plaatsvervangende secretaris in het OCMW. In 2010 vroegen 44 burgers bestuursinformatie op. In het merendeel van de situaties ging het om inzage van cliënten in hun persoonlijk dossier. Ook aanvragen tot inzage in het Archief zitten hierin mee gerekend en komen steeds vaker voor door het professioneel uitgebouwde vondelingenarchief.

Page 29: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

29

11

18

44

0

10

20

30

40

50

jaar 2008 jaar 2009 jaar 2010

Aantal aanvragen rond inzagerecht (jaar 2008-2010)

In 2010 hebben beduidend meer mensen inzage gevraagd in hun OCMW-dossier. Eén van de verklaringen is de uitgave in 2010 van de nieuwe brochure ‘Wegwijs in het OCMW Gent’. Deze brochure werd opgemaakt door de Wegwijzerwerking. De Wegwijzerwerking is één van de groepswerkingen binnen de Emancipatorische Projecten. De brochure werd verspreid in alle welzijnsbureaus en verschillende welzijnsorganisaties in Gent. In deze brochure wordt het inzagerecht expliciet uitgelegd, wat wellicht meer cliënten heeft aangezet om inzage te vragen in hun persoonlijk dossier. Het Archief krijgt ook steeds meer aanvragen van burgers naar aanleiding van het vondelingenarchief en de groeiende bekendheid ervan bij de burger. b. Interne en externe samenwerkingsverbanden

De dienst Communicatie werkt intensief samen met de departementen Human Resources, Sociale Dienstverlening en Ouderzorg, aangezien daar de meeste projecten lopen die intern en extern moeten gecommuniceerd worden. In 2010 startten de dienst Communicatie, de informatiedienst SD en het OTC een intern overleg op, met als doel een communicatiestrategie uit te bouwen rond het thema activering. Er had in 2010 een driemaandelijks overleg plaats. Deze samenwerking resulteerde in verdere acties rond: • het gebruik van het intranet om medewerkers in het OTC intern te informeren;

• een draaiboek met werkinstructies;

• de herwerking van externe briefwisseling naar bijvoorbeeld werkgevers;

• en de realisaties van verschillende folders en brochures.

In december 2010 werd beslist om een medewerker van het OTC toe te voegen aan het Communicatieteam zodat deze samenwerking structureel ingebouwd wordt. Ook met de dienst ICT/Cosmo-cel van het OCMW werken we veel samen, bijvoorbeeld voor het ontwerpen van banners in e-mail. De ICT-cel is ook actief betrokken bij de projecten intranet, huisstijl en website. Omdat Communicatie verschillende taken uitbesteedt aan externe firma’s, overleggen we met de dienst Juridisch Advies en Overheidsopdrachten om de juiste werkwijze te hanteren in het kader van de wet op de overheidsopdrachten. Met Digipolis was er in 2010 een intensieve samenwerking rond tal van projecten zoals de website, intranet, sms-communicatie en de beelddatabank.

Page 30: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

30

Met de stad Gent heeft de dienst Communicatie volgende samenwerkingsverbanden opgebouwd in 2010: • Week tegen Armoede. In 2010 zijn er een viertal bijeenkomsten geweest rond de Week

tegen Armoede. De samenwerking gebeurde met de dienst Voorlichting, de dienst Bevolking en Welzijn en de Cel Armoedebestrijding van de stad Gent en OCMW.

• Communicatieacties tewerkstelling OCMW-Stad-VDAB. De doelstelling van dit samenwerkingsverband was om samen met de stad Gent een communicatiegids op te stellen en communicatie-afspraken te maken rond gezamenlijke tewerkstellingsacties. Deze samenwerking verliep maandelijks over een periode van 6 maanden met het departement Werk en Economie van de Stad Gent.

• Vrijetijdsparticipatie. De doelstelling is om de participatie van kansarmen aan cultuur, sport en jeugd te verhogen. Eén van de actiepunten is de uitwerking van een vrijetijdspas voor kansarmen voor het hele grondgebied van Gent. Communicatie maakt deel uit van deze werkgroep die tweewekelijks vergadert. De samenwerking gebeurt met de dienst Kunsten, de Sportdienst en de Jeugddienst van de stad Gent.

• Gentinfo. Ten behoeve van GentInfo werden er informatiefiches opgemaakt, met als doel de medewerkers een handig middel aan te reiken als burgers informatie over het OCMW vragen. Deze samenwerking won aan belang met de uitgave van de eerste OCMW-Infokrant in september 2010.

• Werkgroep sms-communicatie. Maandelijks neemt Communicatie deel aan een werkgroep over de invoering van sms-communicatie in de stad en het OCMW. Dit gebeurde in samenwerking met de stafdiensten van de stad Gent, de Jeugdienst, de Juridische Dienst, de bibliotheek en de Sportdienst.

• Stadswinkel. De Stadswinkel verkoopt tickets voor de één-euro-evenementen voor OCMW-cliënten. In de maanden dat het aanbod van tickets groot is, vindt er tweewekelijks een overleg plaats. De samenwerking gebeurt met de Stadswinkel en de dienst Voorlichting.

• Beelddatabank. Een aantal steden en OCMW's, waaronder Gent, staken de koppen samen voor de invoering van een professionele beelddatabank voor het beheer van foto's en beeldmateriaal. Dit overleg werd in 2010 opgestart met Digipolis.

• Stadsmagazine. De informatieambtenaar OZ neemt maandelijks deel aan de redactieraad van het Stadsmagazine en Stadstelevisie, georganiseerd door de Stad Gent. Projecten die in samenwerking worden georganiseerd – zoals de activiteiten bij de Gentse Feesten, de seniorenweek en de digitale week – worden zo vanuit beide besturen samen gecommuniceerd. Ook bij alles rond Armoedebestrijding en activering is aanwezigheid in de redactieraad van belang om overkoepelend te communiceren.

Communicatie werkt met verschillende externe firma’s samen voor de uitvoering van tal van projecten. De belangrijkste firma’s waarmee in 2010 werd samengewerkt, zijn: • All Mail Services – Evergem;

• Nevelland – Drongen;

• F-Twee – Gent;

• New Goff – Mariakerke;

• Magalaan – Gent.

Page 31: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

31

c. OCMW Gent en VVSG organiseren opleiding ‘positieve beeldvorming en communicatie’

voor OCMW’s in Vlaanderen

Op 22 april organiseerde de dienst Communicatie samen met de stafmedewerker positieve beeldvorming, de informatieambtenaar OZ en de directeurs van de woonzorgcentra een vorming voor alle OCMW’s in Vlaanderen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) steunde dit initiatief en zorgde voor de uitnodigingen en de financiering. De opleiding had plaats in De Centrale in Gent en bereikte een 50-tal mensen uit de sector. De doelstelling van de vorming was de rol van communicatie en de media mee te geven in het proces van positieve beeldvorming. d. Vergroten van het aanbod aan socio- culturele en sportieve activiteiten voor mensen met

een laag inkomen

In oktober 2008 keurden de gemeente- en OCMW-raad de afsprakennota vrijetijdsparticipatie Gent 2009 – 2013 goed. Hieruit volgde de oprichting van het Netwerk Vrijetijdsparticipatie, waarin het OCMW een belangrijke partner is. Communicatie beheert het aanbod van gratis tickets dat het OCMW van verschillende organisaties krijgt. Het aanbod maken we via folders, flyers, mailberichten of - nieuw sinds 2010 – sms’jes aan onze cliënten bekend. Om alle cliënten de kans te geven zich in te schrijven in de evenementendatabase, stuurt de dienst Communicatie aan alle nieuwe cliënten een folder ‘Cultuur te duur’. Per kwartaal wordt uit New Horizon een lijst genomen van alle nieuwe cliënten, die dan een schriftelijke uitnodiging krijgen om zich in te schrijven in de database. Geïnteresseerde cliënten sturen een antwoordkaart terug, waarvan het OCMW de port betaalt. Die kosten beliepen 255 euro in 2010. e. 17% van het OCMW-cliënteel schrijft zich in de evenementendatabase in

Op 31 december 2010 waren er 1.549 cliënten ingeschreven in de evenementendatabase. Dit is een stijging van 11% tegenover de 1.383 cliënten in 2009. Tegenover het jaar 2008 is er een stijging van 60% van het aantal cliënten dat zich inschreef in de evenementendatabase. Tabel: aantal cliënten ingeschreven in de evenementendatabase (2008-2010):

Jaar Aantal cliënten ingeschreven in de evenementendatabase

Groeipercentage tegenover het voorgaande jaar

2010 1549 11% 2009 1383 15% 2008 970 nulmeting Dit betekent dat 17% van het OCMW-cliënteel ingeschreven is in de evenementendatabase. Ten opzichte van 2008 is dit een stijging van 7%. Dit valt te verklaren door het feit dat het aanbod toeneemt waardoor meer mensen zien dat het voordelen oplevert. De mond-tot-mond reclame maakt dat almaar meer cliënten zich geïnteresseerd tonen.

Page 32: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

32

Tabel: overzicht van het aantal ingeschreven cliënten volgens hun interesse (2009-2010): Rubriek Aantal

geïnteresseerden in 2009

Aantal geïnteresseerden in 2010

Percentage interesse (2010)

Film 1285 1423 92% Theater en musical 1231 1324 85% Muziek 1194 1318 85% Musea en tentoonstellingen

1069 1145 73%

Markten en beurzen 1060 1122 72% Dans 1008 1090 70% Sport 921 988 64% Kindervoorstellingen 886 937 60% Uit deze tabel blijkt dat de meeste cliënten meerdere interesses hebben aangeduid. De top drie voorkeuren zijn: film, theater en musical en muziek. • Soorten aanbieders

Een deel van het aanbod is afkomstig van:

♦ schenkingen zoals bijvoorbeeld een concert van Milk Inc., een paasevenement voor kinderen, Oliver in de Capitole;

♦ sociale return in het kader van overeenkomsten tussen de Stad Gent en organisatoren van evenementen bv. Muziekcentrum De Bijloke en NTGent ;

♦ netwerk vrijetijdsparticipatie (NVTP), bv. Festival van Vlaanderen, kindertheaterfestival Spekken.

OCMW Gent koopt zelf nooit tickets aan op het eigen budget.Tickets werden steeds samen met de Stad Gent aangekocht in het kader van het Netwerk Vrijetijdsparticipatie en met middelen uit het Participatiedecreet.

Soort aanbieder aantal tickets

Schenkingen 2982 Social return 953 NVTP 5349 f. In 2010 werd voor het eerst met OCMW-cliënten via sms gecommuniceerd.

Het sms-systeem is opgezet in samenwerking met Digipolis. Omdat de Stad Gent ook behoefte heeft aan sms-communicatie, richtten verschillende stadsdiensten, Communicatie en Digipolis een werkgroep op. Omdat de behoeften van Stad Gent veel ruimer zijn dan die van OCMW Gent, ging Communicatie al in april 2010 van start met een eenvoudige webtoepassing. Stad Gent onderzoekt ondertussen verder de mogelijkheden. Sinds april 2010 kan de dienst Communicatie sms-berichten versturen naar cliënten. Dit wordt in twee gevallen gedaan: als er een last minute aanbod is van een evenement en we daardoor de cliënten niet via mail of brief kunnen verwittigen, en als de ticketverkoop niet vlot verloopt. Dan doet Communicatie een tweede bekendmakingsronde via sms.

Page 33: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

33

Op 31 december 2010 bevatte de evenementendatabase 1.136 gsm-nummers. Dit is bijna een verdubbeling tegenover 2009 toen er 554 nummers gekend waren. Het is opvallend dat er een veel grotere procentuele stijging is van het aantal gekende gsm-nummers dan de stijging van het aantal ingeschreven cliënten. Waarschijnlijk raakt sms-communicatie almaar meer ingeburgerd bij de bevolking en zijn steeds meer mensen geneigd om hun nummer mee te delen. In 2010 verstuurde Communicatie 4.528 sms-berichten voor drie evenementen: de Wielerzesdaagse, het Festival van Vlaanderen en het Landjuweelfestival. Tabel: aantal cliënten per evenement aangeschreven per sms en totaal aantal verstuurde sms-berichten in 2010: Evenement aantal aangeschreven

cliënten per sms totaal aantal verstuurde smsjes (soms meerdere per bericht)

Wielerzesdaagse 321 963 Landjuweelfestival 282 1410 Festival van Vlaanderen 538 2155 Totaal 4.528 g. 9.284 tickets werden in 2010 voor 1 euro aangeboden aan OCMW-cliënten.

In 2010 kon de dienst Communicatie 9.284 tickets verdelen voor 70 verschillende voorstellingen. De grootste aantallen waren voor de Floraliën (2.000 stuks), de ijspiste (2.000 stuks) en Oliver (1.500 stuks). De tickets die OCMW Gent gratis kreeg van culturele organisaties, werden exclusief verkocht aan OCMW-cliënteel. De tickets die gezamenlijk met de Stad werden aangekocht, gingen zowel naar OCMW-cliënten als naar cliënten van erkende Gentse armoedeverenigingen. jaar Aantal tickets ter beschikking

voor OCMW-cliënten Stijging in % tegenover het voorgaande jaar

2010 9284 39% 2009 6680 103% 2008 3280 Er is een stijging van het aantal aangeboden tickets met 39% ten opzichte van 2009, toen er 6.680 tickets ter beschikking waren. Dit is vooral te verklaren doordat de stad Gent en het OCMW Gent sinds 2009 samen tickets aankopen van grote, typisch Gentse evenementen zoals de Floraliën, de ijspiste en de Wielerzesdaagse. Zo kochten Stad en OCMW in 2010 ongeveer 6.000 tickets samen aan voor Gentenaars in armoede. Anderzijds is de stijging van het aanbod ook toe te schrijven aan een grotere bekendheid van het systeem bij de organisatoren van culturele en andere evenementen. Van de 9.284 aangeboden tickets zijn er 8.741 effectief verkocht, wat een verkooppercentage van 94% is.

Page 34: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

34

De toename van het aanbod verhoogt de werklast voor de dienst Communicatie en de Drukkerij. Bij elk van de 70 evenementen in 2010 wordt actie ondernomen om de doelgroep op de hoogte te brengen via brochures, folders, mail of sms. Het verspreiden van het aanbod op papier vereist een ontwerp van de Drukkerij, drukkosten, een handeling om het postklaar te maken en portkosten. Het postklaar maken en de verzending zelf zijn sinds 2009 uitbesteed aan All Mail Services en in 2010, via een nieuwe onderhandelingsprocedure, aan de beschutte werkplaats Nevelland in Drongen. In 2010 bedroeg het communiceren over de één euro-acties 8.213,28 euro aan extern gefactureerde kosten (postklaar maken en portkosten). De andere kosten, zoals de prijs voor papier, het drukwerk en de loonkosten voor het ontwerp van het drukwerk en de organisatie van de ticketverdeling, zitten hierin niet vervat. De portkosten zijn aanzienlijk, maar blijven goedkoper dan wanneer de verzending zou gebeuren door het OCMW. De frankeermachine in het OCMW bedraagt 0,53 per stuk, een verzending via All Mail/Nevelland bedraagt 0,39 euro aan portkosten. Uitbesteding van postverwerking is in deze situatie goedkoper dan het in eigen beheer uitvoeren. Dan zouden de portkosten oplopen tot 10.419 euro. Als we het uitbesteden, betalen we 8.213,28 euro portkosten en verwerking inbegrepen. In 2010 zijn er 15 zendingen geweest die door All Mail Services en Nevelland werden uitgevoerd. Elke zending gaat naar gemiddeld 1.000 adressen. Deze verzending houdt in dat de externe firma de stukken postklaar maakt en de verzending doet. h. Pers

Het Communicatieteam verstuurde 37 persberichten in 2010 via mail naar de redacties van radio, regionale televisie en kranten. In 2009 waren dit er 39, het aantal blijft dus stabiel. De meerderheid van de persberichten gaat over activiteiten in de lokale dienstencentra en de woonzorgcentra (zie jaarverslag informatiedienst OZ). Jaar

2008 Jaar 2009

Jaar 2010

Aantal verstuurde persberichten

37 39 37

Aantal keer dat OCMW Gent in de krant vermeld werd

43 84 74

In 2010 verscheen het OCMW Gent 74 keer met diverse artikels in verschillende kranten. In 2009 was dit 84 keer. Regelmatig publiceert het OCMW ook in diverse vaktijdschriften zoals OCMW-Visies, Care Jobs of magazines in de gezondheidssector. Er wordt geen registratie bijgehouden hoeveel dit er op jaarbasis zijn. Het OCMW verschijnt duidelijk meer in de media dan twee jaar geleden. Hier liggen diverse verklaringen aan de basis. Wellicht zijn de diensten door het bestaan van een Communicatieteam meer bezig met de communicatie over hun activiteiten waardoor ze zelf initiatief nemen om persteksten te laten opmaken.

Page 35: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

35

i. In september 2010 wordt voor de eerste keer een informatiekrant verspreid aan alle Gentenaars

Eén van de acties uit de Beleidsnota van OCMW Gent is om een specifiek OCMW- magazine te publiceren dat de Gentenaars actuele en gerichte informatie bezorgt over het OCMW. Deze informatiekrant wordt twee keer per jaar verspreid in 136.000 brievenbussen op het grondgebied Gent. Naast het drempelverlagende effect dat we beogen met de krant, willen we ook de veelzijdigheid van het aanbod bekendmaken en het imago ontwikkelen dat we een open huis zijn voor iedereen. In september 2010 werd de eerste editie verspreid. De krant werd inhoudelijk samengesteld door het Communicatieteam, in samenwerking met de departementen SD en OZ. De informatieambtenaren en een stafmedewerker van Communicatie zorgden voor de inhoudelijke input en maakten informatiefiches op voor GentInfo, zodat de burger bij vragen maximaal geïnformeerd wordt. Het nummer van GentInfo van de stad Gent fungeerde als centraal aanspreekpunt voor alle vragen van de burgers over het OCMW. De verspreiding van deze informatiekrant resulteerde niet in een verhoogde toestroom van cliënten in 2010. GentInfo registreerde een handvol aanvragen die specifiek gebeurden naar aanleiding van het verschijnen van de krant. Ook de welzijnsbureaus registreerden geen toename van het aantal aanvragen. Het effect van dit communicakanaal meten kan ook maar pas na een langere periode, waarbij dan vooral nagegaan wordt of het beeld dat de burger nu heeft over het OCMW bijgestuurd is. Afbeelding: de eerste informatiekrant in OCMW Gent:

Het uitbesteden van de informatiekrant aan de firma F-Twee in Gent kostte in 2010 23.108,53 euro, waarvan 10.255,95 aan portkosten. Het redactioneel en vormgevingswerk bedraagt 5.500 euro per informatiekrant. Het uitbesteden van een dergelijke opdracht is voordeliger dan zelf een personeelslid hiervoor aan te werven, aangezien er een beroep wordt gedaan op verschillende expertises zoals vormgeving, fotografie, redactioneel werk en drukwerk.

Page 36: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

36

j. Communicatie herwerkt 54 folders en brochures in 2010

Brochures opmaken, ontwerpen, schrijven en vorm geven is een vak op zich. Verschillende mensen in de organisatie zijn er mee bezig, vaak ook vrijwilligers die verbonden zijn aan de lokale dienstencentra. Een vernieuwende en dynamische huisstijl met vaste regels en procedures is onlosmakelijk verbonden aan het professionaliseren van OCMW-publicaties. Alle brochure en folders worden in OCMW Gent door het Communicatieteam nagelezen op klantvriendelijkheid, eenvormigheid en correct taalgebruik. In 2010 werd verder werk gemaakt van de uitwerking van een alles omvattende Huisstijlgids. Volgend jaar wordt een nieuwe campagne gepland rond de huisstijl met het accent op klantvriendelijkheid en correct taalgebruik in briefwisseling. In 2010 liep de vorming rond klantvriendelijk schrijven en Publisher verder, zodat heel de organisatie zich hierin kon bijscholen. De opleiding klantvriendelijk schrijven is een verplichte opleiding voor alle medewerkers in de organisatie. Deze vorming werd gedoceerd door Ampersant. In 2009 werden 47 publicaties herwerkt, in samenwerking met de informatieambtenaren OZ en SD. In 2010 nam dit aantal nog toe tot 54 folders en brochures,wat neerkomt op de herwerking van minstens één brochure per week. In 2008 waren dit er 27. Aan één brochure – opgemaakt door de diensten – is vaak nog minstens een dag redactioneel en vormgevingswerk door één van de leden van het Communicatieteam en de Drukkerij. Door de investering in de opleiding Publisher en het samenroepen van een werkgroep van medewerkers die op de diensten folders en brochures maken, hopen we de werkdruk te reduceren. k. Drukkerij verwerkt 1.498 bestellingen van OCMW-diensten

In de Drukkerij van het OCMW komt alles toe wat moet gepubliceerd en gedrukt worden. Dit gebeurt aan de hand van een digitaal bestelformulier. Tabel: overzicht van het aantal bestellingen in de Drukkerij (2009-2010)

Jaar 2009 2010 aantal bestellingen bestuursorganen 159 85 aantal bestellingen andere 1240 1413 totaal 1.399 1.498

De cijfers tonen aan dat de Drukkerij in 2010 1.498 bestellingen van verschillende OCMW-diensten verwerkte. Dit komt overeen met gemiddeld 7,5 bestellingen per dag. Het zijn voornamelijk de bestellingen ‘andere’ die meer werk vragen dan een eerder routinematige drukopdracht. Het gaat hier over het ontwerpen van brochures, folders, uitnodigingen, banners, posters, cd’s/dvd’s en allerhande formulierendrukwerk. We hebben geen registratie van de tijdsinvestering per werkorder, maar aan het eindontwerp van een brochure is al snel een halve dag werk voor de Drukkerij. Via de opleiding Publisher leren we de medewerkers van de organisatie maximaal de vaardigheid van het vormgeven aan, maar de expertise blijft in die mate gespecialiseerd dat een vormgever de laatste hand moet leggen aan het ontwerp om het huisstijlconform en professioneel te maken.

Page 37: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

37

De Drukkerij vormt het sluitstuk in het realiseren van een publicatie. In 2010 werd samen met de Cosmocel van het OCMW geïnvesteerd in de uitbouw van een digitaal werkproces. Dat stippelt de weg uit die een publicatie moet afleggen: van het beginontwerp op een dienst, over het nazicht door de informatie- en communicatieambtenaren en de eindredactie, tot de vormgeving door de Drukkerij. Zo wordt de toepassing van de huisstijl, met de daaraan verbonden sjablonen, vereenvoudigd voor de medewerkers op de diensten. De lokale dienstencentra en de woonzorgcentra zijn de grootste interne klanten van de Drukkerij. De daling in bestellingen voor bestuursorganen wijst op de invoering van e-besluitvorming, waarbij het Vast Bureau, verschillende Bijzondere Comités en de Raad digitaal verlopen. Door het doorgedreven digitaliseren van alle bestuursdocumenten, drong zich voor de diensten een service op om het scannen van documenten mogelijk te maken. Er werd gekozen voor het centraliseren van het scanproces, mede omdat de apparatuur aanwezig is in de Drukkerij. Het project krijgt de volgende jaren nog meer vorm door de verdere digitalisering. Een behoefteanalyse zal bepalen of het scannen centraal of decentraal moet gebeuren en welke dienst hierbij het meest aangewezen is. In 2010 voerde de Drukkerij 77 fotoreportages uit, in functie van specifieke publicaties, feestelijkheden en protocollaire aangelegenheden in het OCMW. In 2010 ging het project beelddatabank van start, in samenwerking met de stad Gent en andere steden en de informaticapartner Digipolis. Een professioneel uitgebouwde databank maakt het mogelijk om alle foto’s te categoriseren, te archiveren en te gebruiken in tal van publicaties. De beelddatabank stelt ook ons in staat om de foto’s voor de hele organisatie ter beschikking te stellen. l. Redactie Jaarverslag en Jaaroverzicht

In 2010 publiceerde de dienst Communicatie een jaaroverzicht met als titel ‘Verder groeien – Met een hart voor Gent en zorg voor elkaar’. De economische crisis sloeg in 2009 toe. OCMW Gent ziet ‘groei’ als hét antwoord op de crisis. Het OCMW wil groeien als klantvriendelijke organisatie met een ruim aanbod van diensten voor alle Gentenaars. Daarnaast is er aan het OCMW veel gelegen om een goede werkgever te zijn voor zijn personeel. De vele tabellen en grafieken zetten het thema ‘groei’ extra in de verf. In het tweede deel ‘van de publicatie staan de inspanningen opgesomd, die het OCMW onderneemt om te groeien als aantrekkelijke werkgever die oog heeft voor het welzijn van zijn personeel. Het jaaroverzicht werd in 2009, in een oplage van 2.500 exemplaren verspreid, aan alle diensten van OCMW Gent, sollicitanten, alle OCMW’s van de centrumsteden en aan meer dan 900 externe en strategische partners.

Page 38: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

38

De redactie en afwerking van het Jaarverslag en het Jaaroverzicht, respectievelijk de interne en externe publicatie, worden gecoördineerd door het het Communicatieteam. De diensten leveren een basistekst af, met de klemtoon op cijfers, duiding van evoluties en een verslag van hun werkingsjaar. De informatie- en communicatiemedewerkers zetten dit proces in gang en staan in voor de eindredactie van het volledige Jaarverslag. m. Nieuwe Informatiebrochure ‘OCMW Gent meer dan u denkt’

In 2010 verscheen een nieuwe algemene OCMW-brochure. De opdracht werd uitbesteed aan New Goff. De brochure vertrok vanuit de zes thema’s waar het OCMW rond werkt: geld, gezondheid, werk en opleiding, wonen, rechten en vrije tijd. De brochure werd gedrukt in een oplage van 5.000 exemplaren.

Page 39: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

39

n. Nieuwsflits: ‘need to know’-informatie.

De Nieuwsflits is het digitale kanaal om wekelijks op een vast moment informatieve snelberichten aan het OCMW mee te delen. Het is opgestart om het mailverkeer te reduceren en om allerlei praktische boodschappen te bundelen zodat de informatie niet versnipperd wordt verstuurd. In de Nieuwsflits staan thema’s met een duidelijk ‘noodzakelijk’ karakter, die verband houden met bijvoorbeeld werkvoorschriften, reglementen en vormingen. Elke medewerker in het OCMW kan een dienstoverschrijdende boodschap posten in een speciale mailbox. De cel Communicatie herschrijft dan het bericht. In 2010 ging er wekelijks een Nieuwsflits de deur uit. De contactpersonen Personeel verspreiden deze berichten op papier onder medewerkers, die geen pc-werk uitvoeren. o. Gebriefd: ‘nice to know’-informatie

Na elke maandelijkse zitting van de OCMW-Raad verstuurt de cel Communicatie een nieuwsbrief –Gebriefd – met thema’s uit de raad, nieuwe projecten of andere, aan OCMW Gent gerelateerde thema’s. Gebriefd heeft als doelstelling de betrokkenheid van de medewerker bij de organisatie te vergroten. In Gebriefd staan naast beleidsthema’s ook alle activiteiten die plaatsgrepen in de lokale dienstencentra, woonzorgcentra, welzijnbureaus, zaken waarmee het OCMW de pers haalde, voorstellingen van medewerkers en diensten,…. Deze nieuwsbrief wordt ook in een papieren versie verspreid voor medewerkers die niet met een computer werken. In 2010 was er, behalve in augustus, elke maand een Gebriefd. p. Personeelsmagazine: OCMWerkt met Sodico-katern

In 2010 verschenen vier personeelsmagazines - met als titel OCMWerkt . Dit intern communicatiekanaal wil de bekendheid en betrokkenheid van het OCMW als werkgever vergroten. Het magazine bestaat uit een mix van informatieve en human interest artikels, waarbij de link met de rol van de OCMW-medewerker in al zijn veelzijdigheid centraal staat. Het is ook het uitgelezen kanaal om alle thema’s rond Human Recources te communiceren aan de medewerker. Communicatie kiest de thema’s. De redactie, fotografie, vormgeving en drukwerk worden uitbesteed aan de firma New Goff, die in onderaanneming met Magalaan werkt. De integratie van Sodico in OCMWerkt is sinds 2010 een feit: Sodico maakt zijn aanbod van activiteiten bekend via een katern in het personeelsmagazine. Dit katern wordt ook aan de medewerkers in het ziekenhuis Jan Palfijn en aan een honderdtal gepensioneerden bezorgd. Communicatie werkt met Sodico verder aan de uitbouw van meer mogelijkheden om te communiceren over de activiteiten. Het schrijven, vorm geven, de fotografie en het drukwerk voor vier edities kosten 35.000 euro op jaarbasis. Het Sodico-katern kost een vijfde van dit bedrag.

Page 40: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

40

Afbeelding: OCMWerkt en de Sodico-katern (2010):

q. Intranet – website

In 2010 besteedde de dienst Communicatie een groot deel van zijn tijd aan de vernieuwing van het intranet. De oorspronkelijke planning werd ruimschoots overschreden door tal van technische en samenwerkingsmoeilijkheden met de informaticapartner Digipolis. Het eerste intranet in het OCMW dateert van het jaar 2004. Het werd opgemaakt door een medewerker van de toenmalige dienst Informatica van het OCMW. De dienst Communicatie bestond toen nog niet. In 2006 volgde een verbeterde en uitgebreide versie. De uitvoering ervan gebeurde door de dienst Communicatie en Kwaliteit én een medewerker van Digipolis. In februari 2009 startten de dienst Communicatie en Digipolis de modernisering van het intranet op. We beslisten het project van de websitevernieuwing eraan te koppelen, omdat de aankoop van licenties voor Smartsite op deze manier voordeliger is. In hoofdzaak twee medewerkers van Communicatie namen deze werkbelasting op zich in 2010. Om het nieuwe intranet maximaal bekend te maken in de organisatie en de medewerkers wegwijs te maken in de nieuwe opbouw en structuur, gaf het Communicatieteam meer dan 70 toelichtingen. Dit gebeurde tussen juni en december 2010 op diverse teamvergaderingen, werkoverleggen en speciaal georganiseerde informatiemomenten. Zo werden alle medewerkers – zowel pc- als niet pc-gebruikers - bereikt op alle diensten. Het OCMW intranet ging online op 14 december 2010 in OCMW Gent. Afbeelding: het vernieuwde intranet van OCMW Gent in 2010:

Page 41: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

41

5 Kwaliteit en Interne Controle

Adres: Onderbergen 82 9000 Gent Aantal personeelsleden Kwaliteit en Interne Controle: 3 voltijds equivalenten 3 koppen List break2 a. Organisatie van de dienst

In 2010 zijn er een aantal organisatorische wijzigingen te melden. Bij de invoering van het nieuwe OCMW-decreet werd het takenpakket van de dienst Kwaliteit uitgebreid met Interne Controle (ook Organisatiebeheersing genaamd). De dienst heet voortaan Kwaliteit en Interne Controle. Eén van beide stafmedewerkers muteerde samen met het kwaliteitshandboek naar het departement Ouderenzorg. Zij werd ondertussen via een externe oproep vervangen door een nieuwe stafmedewerker die onder andere in staat voor de opvolging van de aanbevelingen uit interne audits. De dienst verhuisde van Onderbergen 86 naar 82. b. Interne Controle

In het nieuwe OCMW-decreet staat het organiseren van een systeem voor ‘Interne controle’ ingeschreven als een nieuwe wettelijke verplichting. Met interne controle wordt hier niet zozeer ‘controleren’ bedoeld, maar wel het ‘beheersen’ van de organisatie, de processen en de risico’s die daarmee gepaard gaan. Dat houdt in dat OCMW’s hun eigen werking voortdurend analyseren en optimaliseren en dat ze streven naar efficiëntie (kostenbewust zijn) en effectiviteit (behalen van de doelstellingen). Interne Controle is dan ook niet de taak van één centrale dienst, maar wel de gedeelde taak van elk diensthoofd. Gezien de sterke overlapping met Kwaliteit werd beslist tot de oprichting van één dienst Kwaliteit en Interne Controle (KwIC). Kunnen beschikken over een goed intern controlesysteem is heel belangrijk. In 2010 werd dan ook prioritair werk gemaakt van de uitbouw van een intern controlesysteem: • Begin 2010 werd een nieuwe werkgroep stuurkaarten en Interne Controle opgericht.

• Op 17 mei 2010 keurde de OCMW Raad de beleidsnota Interne Controle van de dienst Kwaliteit en Interne Controle goed. In deze nota staan de planning, aanpak en methodiek over Interne Controle voor de komende jaren uitgeschreven.

• In oktober 2010 kregen alle diensthoofden een halve dag vorming Interne Controle waar zij vertrouwd geraakten met de concepten interne audit, interne controle, integrale kwaliteitszorg, … door zelf een kleine risicoanalyse te maken over de eigen dienst. Deze risicoanalyse deden zij aan de hand van onze eigen ontwikkelde methodiek en risicomatrix.

Page 42: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

42

• In november werd voor alle diensthoofden een workshop interne controle georganiseerd ter vervanging van de jaarlijkse kwaliteitsdag. Bedoeling van de dag was om samen met alle diensthoofden de belangrijkste risico’s van het OCMW in kaart te brengen. Het werden er een 30-tal in totaal. Het zijn deze risico's die KwIC tegen het einde van de legislatuur in 2012 graag wil beheersen en/of verbeteren.

c. Opvolging Interne Audits

Het toezicht op de goede werking van het Interne controle systeem (1e lijn) gebeurt door het Intern Auditcomité (2e lijn). Hierbij geeft het Intern Auditcomité jaarlijks de opdracht aan de Interne Auditor om een aantal interne audits uit te voeren bij een aantal diensten en/of processen. Het is de taak van KwIC om op te volgen welke aanbevelingen de auditor maakte en welke aanbevelingen er nog steeds moeten worden uitgevoerd. Om het geheel in goede banen te leiden, werd hiervoor een opvolgingsmethodiek (soort charter) opgesteld die nauwkeurig beschrijft hoe de samenwerking moet verlopen tussen alle betrokken partijen (Intern Auditcomité, managementteam, Kwaliteit en Interne Controle en de diensten). In 2010 werd van de voorbije interne audits een verbeteractieplan opgesteld. Ook wordt per audit centraal opgevolgd wat de doorlooptijd is van elke fase in het auditproces. Om het Intern Audit Comité goed te informeren over de voortgang van het Interne Controle Systeem en de voortgang van de aanbevelingen uit de verschillende auditrapporten, is de Kwaliteitscoördinator sinds 2010 een permanent lid van het Auditcomité. Meteen werd ook de organisatie en administratie van het Intern Auditcomité toevertrouwd aan Kwaliteit en Interne Controle. In 2010 werden volgende audits uitgevoerd: • audit informatieveiligheid (opvolgaudit);

• audit personeelsbeheer;

• audit financiële stromen;

• audit sociale dienstverlening (deel1).

Externe Audit(3e lijn)

Interne audit(2e lijn)

Interne Controle (1e lijn)

“Maatregelen gericht op het beheersen en verbeteren van de activiteiten”

“Audit en advies over de betrouwbaarheid van de Interne Controle”

Integrale Kwaliteitszorg

(0e lijn)

Page 43: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

43

d. Managementrapport

Om het bestuur en het managementteam correct te informeren over de voortgang van het uitgestippelde beleid maakte Kwaliteit en Interne Controle in samenwerking met alle diensten een managementrapport op. Voortaan maakt Kwaliteit en Interne Controle het Managementrapport twee maal per jaar op en publiceert het op intranet zodat alle diensten dit kunnen raadplegen. Het rapport bestaat uit twee delen: • Deel I bevat alle info over cijfers en kengetallen, de zogenaamde “Business Intelligence”

(BI).

• Deel II bevat de stuurkaart en Gantt chart van elke dienst.

e. Business Intelligence (BI)

Business Intelligence is het aanleggen van een database (datawarehouse) met cijfermateriaal over de werking van het hele OCMW. De cijfers uit het BI-systeem dienen om een beter zicht te krijgen op de prestaties van de gehele organisatie zodat een bijsturing mogelijk is. Voorlopig worden de cijfers meestal manueel ingevoerd. Op termijn moet dit zoveel mogelijk automatisch gebeuren. Beide trajecten (manueel en automatisch) lopen parallel. Het voordeel van de automatisering is tweeërlei: turven hoeft niet meer en men kan heel snel rapporten op maat genereren uit de database. Zodra het geheel geautomatiseerd is, spreekt men van BI. Voor de uitbouw van het project BI werd in 2010 een business consultant ingehuurd. Deze consultant ontwikkelde samen met de diensten verschillende rapportages. Zo haalt het BI-systeem sinds 2010 automatisch cijfers op uit bestaande softwarepakketten, zoals Fimacs (financieel programma) en New Horizon (cliëntendatabase). Dit is zal de volgende jaren nog verdere inspanningen vergen. In 2009 werd de werkgroep BI opgericht. Het is de taak van de dienst Kwaliteit en Interne Controle deze werkgroep projectmatig te ondersteunen (agenda, verslag, projectplanning, nieuwsbrief, …). In 2010 ging Kwaliteit en Interne Controle langs bij alle diensten om hen te sensibiliseren goede indicatoren per dienst te kiezen en te valideren.

Page 44: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

44

f. Stuurkaarten en Gantt charts

Alle diensten van OCMW Gent werken met stuurkaarten en Gantt charts om de doelen, activiteiten en projecten nauwgezet op te volgen. De stuurkaart vertrekt vanuit de missie van een dienst en vertaalt dit via doelstellingen naar de praktijk. Dit managementinstrument biedt de mogelijkheid om de hele dienst via één document op te volgen en bij te sturen. Daarnaast is er de Gantt chart die grote projecten concreter maakt door ze om te zetten in een stappenplan met tijdslijn. In de eerste plaats komen hierin de projecten van de beleidsnota. De dienst Kwaliteit en Interne Controle ondersteunt de diensten bij het verbeteren van hun stuurkaart. In 2010 werd hiervoor een rondgang naar alle diensten georganiseerd. Bedoeling was elk diensthoofd individueel te ondersteunen met specifieke vragen over de stuurkaart. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de stuurkaarten ook te promoten als tool om de verbeteracties uit audits mee op te volgen. In alle stuurkaarten werd hiervoor speciaal een vrije ruimte gereserveerd. In totaal beschikken een 40-tal diensten nu over hun eigen stuurkaart en Gantt chart. g. Klachten en meldingen

Op 1 februari 2010 werd het nieuwe klachten- en meldingensysteem ingevoerd. Dat registreert alle, door de klanten geuite, meldingen, van zowel tevredenheid als ontevredenheid. Alle diensten kregen een eigen klachten- en meldingsbus, posters met als slogan ‘Niet akkoord? U wordt gehoord!’, folders, meldingskaarten voor de cliënten, info, vorming en toegang tot de centrale database. Het zijn de diensten zelf die de meldingen en klachten ontvangen en invoeren in een centrale database. Via deze database komen alle klachten en meldingen daarna centraal toe op de dienst Kwaliteit en Interne Controle. De klachten- en meldingsbeheerder zorgt ervoor dat de antwoordbrieven naar de cliënten persoonlijk ondertekend worden door de voorzitter en secretaris. Verder ziet hij toe op de behandelingstermijnen. Voor een ontvangstmelding bedraagt de termijn minimaal 5 tot maximaal 9 kalenderdagen, voor een antwoord mét oplossing maximaal 28 kalenderdagen. In mei werd het nieuwe klachten- en meldingensysteem voor de periode van 1 januari 2010 tot 30 april 2010 een eerste maal tussentijds geëvalueerd en goed bevonden. In 2010

Ged

etai

lleer

d op

erat

ione

elG

econ

solid

eerd

st

rate

gisc

h

Data WarehouseData Warehouse

Sociale Dienst

Ouderenzorg

Page 45: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

45

werden in totaal 157 meldingen en klachten geregistreerd en verwerkt. Van het klachten- en meldingensysteem wordt een apart gedetailleerd jaarverslag opgesteld waaruit onderstaande grafieken en tabellen komen. Om het nieuwe klachten- en meldingensysteem goed te kunnen beheersen en verder te optimaliseren, werd er ondertussen ook al een risicomatrix ( = interne controle) van opgesteld. Soort Verzoek aantal %

KLACHT 87 55,41

KLACHT - MEERVOUDIG 9 5,73

MELDING 33 21,02

FELICITATIE 7 4,46

HULPVRAAG 9 5,73

INFOVRAAG 1 0,64

SUGGESTIE 7 4,46

EXTERN 1 0,64

SIGNAAL 3 1,91

TOTAAL 157 100,00

87

9

33

7 91 7 1 3

0102030405060708090

100

Aantal klachten in 2010: indeling per soort verzoek

h. Enquêtes

De dienst Kwaliteit en Interne Controle ondersteunt de diensten bij de opmaak van personeels- en klantentevredenheidsonderzoeken. Kwaliteit en Interne Controle ondersteunde in 2010 de stafdienst van het departement Sociale Dienstverlening bij het opstellen en afnemen van een nieuw klantentevredenheidsonderzoek. De kwaliteitscoördinator volgde hiervoor zelf eerst een externe opleiding.

Page 46: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

46

i. Zelfevaluaties - EFQM

Kwaliteit en Interne Controle heeft in 2006 het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC) geholpen bij het uitvoeren van een zelfevaluatie en bij het behalen van het Europees Sociaal Fonds (ESF)-kwaliteitslabel. In 2010 werd opnieuw ondersteuning geboden voor een nieuwe zelfevaluatie waarbij deze keer het hele departement Sociale dienst het ESF-kwaliteitslabel behaalde. Specifiek stond Kwaliteit en Interne Controle in voor methodische ondersteuning, organisatieoverschrijdende thema’s en teksten en het te woord staan van de hoofdauditor tijdens de auditdag. j. Processen

• De kwaliteitscoördinator is voorzitter van de ‘werkgroep Sociale Dienst / Financiën’. Deze werkgroep stemt de processen en procedures tussen de twee departementen beter op elkaar af, wat onder andere resulteert in administratieve vereenvoudiging. Alle gewijzigde procedures worden opgenomen in het draaiboek Sociale Dienst. Sinds de oprichting van de werkgroep in 2006 werden in totaal 16 verbeterprojecten en 60 bijgewerkte procedures gerealiseerd door beide departementen.

• De dienst Kwaliteit en Interne Controle heeft het volledig aangepaste en geactualiseerde kwaliteitshandboek van de vier woonzorgcentra in 2010 overgedragen aan het departement Ouderenzorg voor verdere opvolging.

• Alle leden van de werkgroep administratief handboek hebben in 2010 de nodige vorming gekregen over het nieuwe softwarepakket BPM-One om in 2011 een nieuwe dynamiek te kunnen creëren rond het administratief handboek.

k. Projectmanagement

Kwaliteit en Interne Controle is bezig met een geleidelijke invoering van de principes van projectmatig werken binnen de organisatie. In 2008 volgde een eerste groep van 15 stafleden de 3-daagse vorming projectmatig werken. In 2009 werd de Gantt chart organisatiebreed ingevoerd. In 2010 kregen opnieuw een 30-tal stafleden en diensthoofden de 3-daagse vorming projectmatig werken. Projectmatig werken begint dan ook gestaag ingang te vinden. l. Periodiek Kwaliteitsoverleg

De kwaliteitscoördinator en beide stafmedewerkers zijn elk contactpersoon kwaliteit en interne controle voor één of meerdere departementen. Elk departement vestigt met een jaarlijks kwaliteitsactieplan en een periodiek diensthoofdenoverleg de aandacht op alle lopende kwaliteitsinitiatieven. In 2010 werd in navolging van departement Ouderenzorg een kwaliteitsactieplan Sociale Dienst opgesteld. Nieuw is ook dat de dienst Kwaliteit en Interne Controle voortaan maandelijks rapporteert aan het managementteam over de voortgang van het intern controlesysteem en de opvolging van de aanbevelingen uit interne audits. m. Samenwerking met stad Gent

Kwaliteit en Interne Controle neemt deel aan verschillende werkgroepen over Kwaliteit en Interne Controle binnen de stad Gent. Zo wordt onder andere nauw samengewerkt voor het opzetten van een nieuw gezamenlijk softwarepakket voor de opvolging van de stuurkaarten en indicatoren. Ook wordt geparticipeerd in verschillende werkgroepen om de nieuwe beleids- en beheerscyclus op te zetten.

Page 47: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

47

n. Netwerk van Kwaliteitscoördinatoren VVSG

De kwaliteitscoördinator vertegenwoordigt OCMW Gent in het ‘Regionale Ondersteuningspunt’ (ROP) van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) dat werkt rond kwaliteit en interne controle. In het ROP kunnen alle Vlaamse OCMW-kwaliteitscoördinatoren ervaringen uitwisselen, gezamenlijke projecten uitwerken en de onderlinge relaties versterken. De kwaliteitscoördinator bracht er onder andere een praktijkgetuigenis over interne controle bij OCMW Gent. o. Praktijkgetuigenis voor vorming van VVOS

De dienst Kwaliteit en Interne Controle gaf op de studiedag ‘Organisaties in Ontwikkeling’ van de Vereniging van Vlaamse OCMW-Secretarissen (VVOS) in 5 provincies een praktijkgetuigenis over het gebruik van stuurkaarten en Gantt charts binnen OCMW Gent. p. Duurzaamheid

Kwaliteit en Interne Controle is voorzitter van de werkgroep duurzaamheid binnen OCMW Gent. Samen met een aantal andere diensten volgt de werkgroep de uitvoering van de doelstellingen op uit de beleidsnota duurzaamheid. In februari 2010 nam het OCMW opnieuw deel aan de ‘Dikketruiendag’ van de Vlaamse Gemeenschap. Op deze dag is het de bedoeling om de burger te sensibiliseren en energieverspilling tegen te gaan. Kwaliteit coördineerde de acties binnen OCMW Gent. De dienst verdeelde posters en folders om het personeel warm te maken deel te nemen aan de dag. Kwaliteit volgt de doelstellingen van de werkgroep duurzaamheid mee op aan de hand van de themastuurkaart ‘duurzaamheid’.

Page 48: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

48

6 Coördinatie Informatica

Adres: Onderbergen 86 9000 Gent Aantal personeelsleden Coördinatie Informatica: 4 voltijds equivalenten 4 koppen Aantal personeelsleden Cosmo-cel (Digipolis): 2 voltijds equivalenten 2 koppen List break2 a. Uitbouw van de dienst coördinatie informatica

In 2009 werd de dienst Coördinatie Informatica opgericht. Deze dienst werd in 2010 verder uitgebouwd en ingevuld en bestaat nu uit twee volwaardige cellen: • Beleidscel. Deze cel staat in voor de opbouw en opvolging van visie rond ICT binnen

OCMW Gent en het aansturen van projecten. Hiermee zijn twee medewerkers belast: de coördinator van de dienst en een functioneel bestuursassistent die hem hierin ondersteunt.

• Technische cel. De medewerker van deze cel legt zich toe op de ondersteuning van de gebruikersondersteuners (GO’s), de onthaalvorming voor nieuwe medewerkers en het afleggen van dienstbezoeken om ICT-problemen te detecteren.

b. Ondersteuning registratieprogramma lokale dienstencentra

De lokale dienstencentra hadden behoefte aan een nieuw programma voor de registratie van bezoekers, dienstverlening en activiteiten. De dienst Coördinatie informatica ondersteunde hen bij de behoeftenanalyse en de aankoopprocedure van dit nieuw programma. De keuze viel op Recreatex van Syx Automations. Recreatex zal binnen OCMW Gent als proefproject draaien. In een later stadium komt deze software ter beschikking van alle lokale dienstencentra in Vlaanderen en Brussel. c. Document Management Systeem

Binnen OCMW Gent wordt een document management systeem (DMS) uitgewerkt. Een DMS is een database die beschrijvende kenmerken (metadata) van documenten opslaat. Aan de hand van deze metadata worden documenten efficiënter opgeslagen en veel sneller teruggevonden. Om het beheer van de documenten te verbeteren, heeft een DMS heel wat hulpmiddelen aan boord: workflow, versiebeheer, samenwerkingsomgeving, en een uitgebreide zoekfunctie. Na een uitvoerige selectie door de dienst Coördinatie Informatica en het Archief werd gekozen voor het programma Alfresco van de firma Amplexor. In toekomstige projecten zal dit DMS zeker zijn nut bewijzen:

Page 49: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

49

• In het project Digitaal Archief maakt het DMS een betere automatische archivering mogelijk.

• In het project Digitaal Sociaal Dossier zullen de verschillende stukken van een sociaal dossier aan de hand van de metadata gemakkelijk met elkaar te combineren zijn en zullen goedkeuringswerkstromen het werk stroomlijnen.

• In het project E-post maakt het DMS een betere classificatie en verspreiding mogelijk.

d. Mappenstructuur

De nieuwe fileserver van OCMW Gent, waar alle dienstenschijven op draaien, wordt in de loop van 2011 in gebruik genomen. De dienst Coördinatie Informatica en het Archief werkte alvast een nieuwe mappenstructuur voor deze fileserver uit. Met deze mappenstructuur wordt de informatie op de dienstenschijven op een logische en overzichtelijke wijze gestructureerd. Deze mappenstructuur bestaat uit drie grote groepen: • managementprocessen (processen rond leiding en sturing);

• ondersteunende processen (processen die niet tot de kernactiviteiten behoren);

• primaire processen (de kerntaken van de dienst).

Deze mappenstructuur zal ook gebruikt worden in het project rond digitaal archiveren en zal worden ondersteund door het document management systeem (DMS). e. Audit over informatieveiligheid

In 2010 voerde Audio een audit uit rond informatieveiligheid binnen OCMW Gent. Het ging om een opvolgaudit op de doorlichting van Memori in 2008. Er werd hierbij vooral aandacht besteed aan de opvolgingsmethodiek van deze vorige audit en of er voldoende werd ingespeeld op de concrete aanbevelingen ervan. De aanbevelingen en opmerkingen van Audio resulteerden in een lijst met werkpunten opgesteld. De werkgroep Informatieveiligheid zal deze werkpunten verder opvolgen en uitvoeren. f. Opstellen risicomatrix

Eén van de werkpunten die uit de audit over informatieveiligheid volgde, was het opstellen van een volwaardig veiligheidsplan op het vlak van ICT. Om tot een veiligheidsplan te komen, moet eerst een risicomatrix opgesteld worden. In een risicomatrix worden alle toepassingen gequoteerd op 2 factoren: • de kans dat een toepassing te maken krijgt met een veiligheidsincident;

• de impact die een dergelijk veiligheidsincident zou hebben op vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van deze toepassing.

Toepassingen met een hoge kans op inbreuken en een grote impact moeten absoluut beter beveiligd worden. De dienst Coördinatie Informatica werkte deze risicomatrix uit waardoor kans en impact van mogelijke incidenten veel beter ingeschat kunnen worden. De volgende stap is om, op basis van deze risicomatrix, een uitgebreid veiligheidsplan op te stellen.

Page 50: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

50

g. Design ‘scanstraat’

Verschillende lopende en toekomstige projecten binnen OCMW Gent creëerden de noodzaak aan een professionele scanomgeving. Deze oplossing wordt een ‘scanstraat’ genoemd, omdat de verschillende taken één na één worden uitgevoerd, dikwijls in één fysieke ruimte. De dienst Coördinatie Informatica werkte deze scanstraat uit. Deze scanstraat zal vooreerst voor e-Besluit in gebruik genomen worden. Toekomstige toepassingen zijn het Digitaal Sociaal Dossier, het Digitaal Archief en e-Post. h. Registratieprogramma GO’s

Om een beter zicht te hebben op de tijd die gebruikersondersteuners (GO’s) nodig hebben om hun taken uit te oefenen, werd een registratieprogramma ontwikkeld. Per kwartaal worden de cijfers uit dit programma voorgelegd aan het Management Team. i. Aansturen COSMO-cel

De Cel Ontwikkeling voor Snel Maatwerk en Ondersteuning (COSMO) wordt aangestuurd door de dienst Coördinatie Informatica. Deze cel staat in voor de ontwikkeling van kleine ICT-toepassingen op maat en algemene grafische vormgeving. De COSMO-cel werd in de loop van het jaar ingezet in tal van projecten.

Page 51: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

51

7 Archief

Neermeerskaai 1b 9000 Gent Aantal personeelsleden Archief: 10,4 voltijds equivalenten 11 koppen

7.1 Doelstelling

Het Archief heeft de volgende strategische doelen: • Het archiefbeheer binnen het OCMW stroomlijnen en ondersteunen.

De archiefdienst ondersteunt de diensten in het beheer van hun dynamisch en semidynamisch archief in welke vorm dan ook (digitaal of op papier). De archiefdienst bewaart het semidynamische en statische archief van de diensten en vernietigt de archiefstukken waarvan de bewaartermijn verstreken is.

• Het bibliotheekbeheer binnen het OCMW stroomlijnen en ondersteunen.

De dagelijkse werking van het OCMW maakt gebruik van een grote hoeveelheid documentatie. Het is de taak van de archiefdienst om deze verzameling te beheren en ter beschikking te stellen van de diensten.

• Bekendheid en zichtbaarheid van de archiefdienst vergroten

Bewaren en verzorgen van het OCMW-erfgoed zijn niet voldoende. De archiefdienst wil de collecties van het OCMW-archief bij een zo breed mogelijk publiek bekend maken, zowel intern als extern.

• Verzorgen van het archivalisch patrimonium, de bibliotheekcollectie en het kunstpatrimonium van het OCMW

De archiefdienst waakt over de bewaaromstandigheden van haar collecties en neemt initiatieven om beschadigingen en calamiteiten te voorkomen of waar nodig te verhelpen.

Page 52: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

52

7.2 Realisaties

List break2

7.2.1 Archief

Het archiefbeheer binnen het OCMW stroomlijnen en ondersteunen a. Digitaal archief

Het Archief wil het archiefbeheer bij het OCMW beter ondersteunen. Hiervoor heeft het Archief in de loop van 2010 intensief overleg gepleegd met het Stadsarchief van Gent in het kader van het DIA-project (Digitaal Archiveren). Dit project bestaat uit drie luiken: • stroomlijnen van het informatiebeheer op de diensten;

• opzetten van een informatiebeheerssysteem voor de diensten;

• realisatie van het digitaal archiefdepot door aankoop van zowel hard- als software voor het bewaren van het digitaal archief.

In de tweede helft van 2010 werd gestart met het proefproject. Voor het departement Facility Management maakt de consulent archiefbeheer een informatiebeheerplan op. b. Toezicht op de archiefvorming

De archiefdienst houdt toezicht op het beheer van de archieven bij de diensten. Hiervoor werden in 2010 56 bezoeken afgelegd bij 36 verschillende archiefvormers.

Jaar Aantal bezoeken Aantal diensten 2008 56 31 2009 57 32 2010 56 36

De voornaamste reden voor een bezoek was de voorbereiding van de overdracht van archiefdocumenten. In enkele gevallen werd advies gevraagd voor de opmaak van een digitale mappenstructuur. c. Vernietiging van archief

In 2010 werd geen archief vernietigd.

Jaar Dozen Strekkende meter 2008 287 25,53 2009 0 0 2010 0 0

Page 53: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

53

d. Inventarisatie

In 2010 werden dertien archiefbestanden volledig beschreven en herverpakt door vrijwilligers en personeel van het Archief.

Bestandsnaam Datering Omvang Dozen Nummers Raad 2009 1999-2008 0,46 4 10 Financien 1998 1998 35,7 308 353 Financien 1999 1999 40,35 347 347 Financien 2000 2000 42,02 359 389 Sociaal Klassement 2010 14,98 139 3054 BC Woonbeleid 2010 2001-2007 0,24 2 25 BC Lokale Dienstencentra en Serviceflats 9999 1991-2001 0,94 8 39 BCSD-AZ (AMD) 2010 3,99 34 300 BCSD-AZ (OTB) 9999 1991-2000 1,29 11 99 Thuiszorg 2010 1986-2004 0,7 6 20 Raad 9999 1925-2008 12,03 103 184 Tehuis Prins Filip 2010 2010 12,84 107 2428 Jeugd 9999 9999 6 50 1301 171,54 1478 8549

e. Overdrachten

In 2010 werd in totaal 511,68 strekkende meter archief overgedragen aan het Archief. De omvang ligt hoger dan normaal verwacht werd. De reden is dat verschillende diensten sinds geruime tijd geen overdrachten meer hebben uitgevoerd en nu aan een inhaaloperatie bezig zijn.

Jaar Verpakkingseenheden Stukken Strekkende m. 2008 1617 4601 199,41 2009 1791 33155 636,63 2010 3111 23471 511,68

Tabel: overdracht archief in strekkende meter Overdragende dienst Aantal

dozen Nummers Aantal

strekkende meter

Datum

Centraal Klassement 2009 62 972 31 8/01/2010 Ontvangerij 1998 308 353 35,70 22/01/2010 Centraal Klassement 2009 31 1644 15,50 22/01/2010 Tehuis Het Heiveld 2009 14 95 1,66 3/02/2010 Vreemdelingen 21 232 10,50 16/02/2010 De Vijvers 2009 127 802 13,45 3/03/2010 Medische Controle 2008 23 1020 2,7 9/03/2010 Ontvangerij 1999 347 347 40,35 19/03/2010 Ontvangerij 2000 357 359 53,35 19/03/2010 Vreemdelingen 22 385 11 29/03/2010 OTC Trajectbegeleiding 2010 119 1253 13,97 30/03/2010 Secretariaat – Administratie 2010 50 121 5,85 22/04/2010 WB Ledeberg 2010 16 16 8,00 3/05/2010 Raad 2009 4 10 0,46 11/05/2010

Page 54: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

54

Aankoop en Logistiek 2009 18 182 2,12 12/05/2010 Aankoop en Logistiek 2010 13 44 1,56 12/05/2010 BCSD-AZ (OTB) 2010 8 109 0,95 12/05/2010 Directie Ouderenzorg 2010 12 25 1,41 12/05/2010 BCLDS 2010 5 30 0,59 12/05/2010 BC De Vijvers 2010 1 18 0,12 12/05/2010 BC De Liberteyt 2010 1 15 0,12 12/05/2010 BC Het Heiveld 2010 2 18 0,24 12/05/2010 BC Zonnebloem 2010 2 18 0,24 12/05/2010 BCLDS 9999 8 8 0,96 12/05/2010 BCSD-AZ (OTB) 9999 12 12 1,38 12/05/2010 BCSD-AZ 9999 20 20 2,34 12/05/2010 LDC Speltincx 2010 7 12 0,84 19/05/2010 WB Gentbrugge 2010 12 53 1,59 27/05/2010 Sociaal Klassement 2010 126 3055 14,98 21/05/2010 Dienst Jeugd 2010 4 4 2,00 2/06/2010 Vakantiewerking 2010 22 22 2,50 2/06/2010 Vakantiewerking 9999 8 8 0,96 2/06/2010 WB Brugsepoort 2009 10 97 1,20 9/06/2010 WB Brugsepoort 2010 86 530 10,32 9/06/2010 Thuiszorg 2010 6 20 0,72 11/06/2010 Directie Sociale Dienstverlening 2006 35 173 3,92 14/06/2010 Directie Sociale Dienstverlening 2008 3 26 0,36 14/06/2010 Vast Bureau 2010 1 2 0,12 18/06/2010 Juridische Dienst 2010 16 451 1,94 22/06/2010 BC Wonen 9999 2 2 0,24 30/06/2010 Financiën – Juridische Cel 2010 18 193 2,16 2/07/2010 Wonen 2006 30 1353 3,70 6/07/2010 Wonen 2009 10 423 1,25 9/07/2010 Wonen 2008 6 271 0,75 6/07/2010 Zorgstrategie LDC De Waterspiegel 1 1 0,50 14/07/2010 LDC De Muide 2010 13 84 1,56 13/08/2010 WB Gent Zuid 2009 21 162 2,52 17/08/2010 Juridische Dienst 2010 14 103 1,68 19/08/2010 Cel Schuldbemiddeling 2010 57 271 6,84 19/08/2010 BCSD-AZ (AMD) 2010 8 8 0,96 25/08/2010 BC Wonen 2010 1 1 0,12 25/08/2010 Salarisadministratie 2010 68 142 7,48 3/09/2010 WB Sint-Amandsberg 2010 11 67 1,32 3/09/2010 Vast Bureau 2009 6 6 3,00 15/09/2010 Vast Bureau 2009 6 6 3,00 29/09/2010 HR – Dossierbeheer 2010 106 1008 13,00 1/10/2010 OTC Trajectbegeleiding 2010 155 1242 18,78 8/10/2010 Vast Bureau 2009 6 6 3,00 22/10/2010 WCD Wibier 2006 3 16 0,36 22/10/2010 WCD Wibier 2010 9 23 1,05 22/10/2010 DVC Het Heiveld 2010 12 16 1,41 22/10/2010 Centraal Klassement 2010 78 1020 39,00 22/10/2010 Vast Bureau 2009 8 8 4,00 19/11/2010 Centraal Klassement 2010 52 1696 26,00 24/11/2010 SD Gezondheidszorg 2010 282 282 35,00 26/11/2010 WZC Het Heiveld 2009 3 11 0,36 7/12/2010

Page 55: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

55

WZC Het Heiveld 2010 78 379 8,97 7/12/2010 Centraal Klassement 2010 Art 60 12 132 6,00 10/12/2010 SD Woningen 2010 48 1302 5,82 10/12/2010 Centraal Klassement 2010 overleden 24 574 12,00 17/12/2010 Sociaal Klassement 2010 24 102 2,88 17/12/2010 Totaal 3111 23471 511,68 f. Omvang van het archief op 31 december 2010

Op 31 december 2010 bedroeg de omvang van het archief 3.404,10 meter ofwel 23.429 dozen. g. Interne dienstverlening

In 2010 werden 4.409 dossiers en stukken al dan niet tijdelijk ontleend door of gekopieerd voor de diensten van het OCMW.

Jaar Vragen 2008 749 2009 2431 2010 4409

1.801 vragen gingen over kopieën van stukken. 1.459 dossiers werden op permanente basis ontleend. In de meeste gevallen gaat het over sociale dossiers en personeelsdossiers. 631 dossiers werden tijdelijk ontleend. 518 dossiers werden in de leeszaal geconsulteerd door eigen personeel. Een verklaring voor de grote stijging van het aantal vragen is de overname van passieve sociale dossiers en de overname van het beheer van ADOS, het computerprogramma waarbij personeel van het OCMW bepaalde documenten uit het sociaal dossier online kan raadplegen.

7.2.2 Bibliotheek

Het bibliotheekbeheer binnen het OCMW stroomlijnen en ondersteunen. List break2 a. Abonnementen binnen het project Socio-culturele participatie (SOCCU) zijn overgezet

naar Story-Scientia

Het project Socio-culturele participatie van de Sociale Dienstverlening behelst abonnementen op tijdschriften en dagbladen voor de welzijnsbureaus en een aantal andere diensten met wachtruimtes voor cliënten. Deze abonnementen werden tot 2009 geregeld door de tijdschriftenservice van Swets. Naar aanleiding van de nieuwe gunning van het volledige documentatiepakket van het OCMW aan Story-Scientia, in 2010, werd beslist om het volledige pakket SOCCU – abonnementen over te dragen aan Story-Scientia. b. Update van de toepassing voor bestelaanvragen

In 2008 werd het onlineformulier voor bestelaanvragen van documentatie in gebruik genomen. De eerste versie van deze toepassing kende een aantal tekorten: de archiefmedewerkers konden niet zien wanneer een aanvraag bij een diensthoofd of budgethouder bleef hangen, waardoor medewerkers tevergeefs bleven wachten op hun

Page 56: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

56

bestelling. Vanaf 2010 worden alle aanvragen maandelijks gecheckt en kan een herinneringsmail gestuurd worden naar de diensthoofden en (hoofd)budgethouders. De lijst met kostenplaatsen is aangevuld met de diensten. Zo kunnen medewerkers die hun kostenplaats niet kennen, zoeken op dienstnaam. Wanneer diensthoofd en budgethouder dezelfde persoon zijn, volstaat het nu om de aanvraag één keer goed te keuren, nl. als budgethouder. c. Invoer bibliotheekcatalogus

Sinds januari 2010 is het Archief gestart met de invoer van alle nieuwe publicaties die geleverd worden. Deze nieuwe publicaties krijgen een stempel van het OCMW, een barcode die verwijst naar de record in de catalogus en een eigendomssticker. Na registratie worden ze doorgestuurd naar de diensten. In april 2010 is gestart met de retroactieve invoer van de vakbibliotheken op de OCMW-diensten. Volgende vakbibliotheken zijn volledig ingevoerd in de bibliotheekcatalogus: directiesecretariaat Sociale Dienstverlening, Beleidsondersteuning, Juridische Dienst, Psychologische Dienst, directiesecretariaat Bestuursorganisatie, Kwaliteit en Interne Controle, Communicatie en Bestuursondersteuning. In totaal werden 2.230 records ingevoerd. d. Project E-beheer en ontsluiten van infobronnen (virtuele bibliotheek)

Dit project werd reeds opgestart in 2009, samen met de Juridische Dienstbibliotheek van de Stad Gent. Stad Gent heeft zich teruggetrokken uit het project waardoor het project een 6-tal maanden stillag. Het project heeft als doel een algemene informatieservice te bieden aan de OCMW-medewerkers. Het Archief wil de medewerkers een eenvoudige toegang geven tot de beschikbare bronnen (bibliotheekcatalogus, databanken, websites, e-documenten) en wil zelf een zicht krijgen op het gebruik van deze bronnen. Zo kan het aanbod aangepast worden aan de vragen. Daarnaast zal aan de hand van gebruikersprofielen informatie op maat van de gebruikers aangeboden worden (bv. door attendering van nieuwe aanwinsten, interessante tijdschriftartikels, …van de zelf gekozen onderwerpen). In 2010 werd het analysedocument vervolledigd en goedgekeurd. Aan de hand van dit document zijn mogelijke leveranciers aangeschreven. Drie firma’s reageerden hierop met een demovoorstelling: Mediargus, EBSCO en Serials Solutions. e. Aanwinsten 2010

In 2010 werden in totaal 122 bestelaanvragen ingediend. Eind 2010 waren hiervan 101 bestellingen afgerond. Alle aanwinsten werden onmiddellijk ingevoerd in de bibliotheekcatalogus. De aanwinsten van de bibliotheek op het Archief worden bijgehouden in een aparte lijst. De bibliotheek van het Archief breidde uit met 118 publicaties. Deze aanwinsten kan men als volgt indelen: • documentatie voor de algemene bibliotheek (ook voor externe bezoekers) en

documentatie voor de dienstbibliotheek van het Archief;

• manier van verwerven: aankoop, schenkingen en andere (bv. oud-exemplaar van een andere dienst, syllabus bij vorming, deel van een abonnement of lidmaatschap)

Page 57: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

57

Tabel: aanwinsten bibliotheek Archief

Algemene bibliotheek Dienstbibliotheek Aankoop 3 2 Schenking 21 1 Andere 87 4 Totaal 111 6

In 2010 werd de bibliotheek van de Juridische Dienst gesaneerd waardoor heel wat publicaties terecht kwamen op het Archief. Een aantal publicaties werd afgevoerd. Andere die nog relevante informatie bevatten, werden opgenomen in de bibliotheek van het Archief. f. Afvoer documentatie 2010

In 2010 ontving het Archief heel wat af te voeren publicaties van de Juridische Dienst. Tabel: afgevoerde publicaties in 2010

Dienst Afvoeren Bewaren

Archief 17 4 Juridische Dienst 49 43 Ouderenzorg 1 0 Secretaris 12 20 Wonen 10 2 TOTAAL 89 69

g. Interne dienstverlening

• Net zoals de voorbije jaren werden in 2010 aan een aantal OCMW-diensten extra diensten verleend in het kader van bibliotheek en documentatie:

• Voor twee diensten zijn op aanvraag extra updates gemaakt van het overzicht van lopende abonnementen op het portaal voor budgethouders.

• Het Archief beantwoordde een viertal vragen naar beschikbaarheid van bepaalde publicaties binnen het OCMW Gent. Deze vragen verminderen omdat iedere medewerker nu zelf deze informatie kan opzoeken in de bibliotheekcatalogus.

• Drie diensten raadpleegden werken in de leeszaal van het Archief.

• Er werd verschillende malen ondersteuning geboden bij het gebruik van de intranettoepassing voor bestelaanvragen.

• Het Archief biedt ondersteuning bij het inloggen en bevragen van online databanken. Indien de dienst zelf geen toegang heeft tot de databank, voert het Archief de opzoeking uit en bezorgt de medewerker de gevraagde informatie.

• Het Archief beheert en volgt de krantenabonnementen op. Alle problemen met leveringen, verlengen, opstarten en onderbrekingen tijdens vakanties worden opgevolgd door het Archief.

• Het Archief stuurt informatie door naar personeelsleden over nieuwe publicaties, websites, tijdschriftartikels… over de zaken waar ze dagelijks mee bezig zijn.

• Het Archief geeft informatie door aan personeelsleden en diensten over lopende en afgeronde bestellingen.

Page 58: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

58

• Het Archief beantwoordt specifieke vragen naar informatie. Hiervoor raadpleegt het alle beschikbare bronnen en doet het eventueel een beroep op andere bibliotheken en documentatiecentra. De aanvrager ontvangt een zo volledig mogelijk antwoord dat bestaat uit fulltext bestanden en/of verwijzingen naar de gevraagde informatie.

• Ook in 2010 verzorgde het Archief de verdeling van de tijdschriften Lokaal, OCMW-Visies en de Sociale Kaart van Gent met updates.

• Op elke dienst waar een medewerker langsging voor de invoer in de bibliotheekcatalogus kreeg iemand een uitgebreide uitleg over de werking van de bibliotheekcatalogus en het bijhouden van uitleningen in de dienstbibliotheek.

h. Budgetten aankoop documentatie

Onderstaande tabel geeft de bedragen weer die de verschillende diensten in 2010 besteedden aan de aankoop van documentatie. De documentatie werd opgedeeld in drie categorieën: lopende abonnementen, nieuwe abonnementen en losse publicaties. Bij het bekijken van deze bedragen moet rekening gehouden worden met een foutmarge nl. lidgelden aan bepaalde organisaties en eventueel foute boekingen. Als we de cijfers van 2010 vergelijken met deze van 2009, zien we een lichte daling in het totaal bestede budget aan documentatie. Deze daling is deels te wijten aan het schrappen van overbodige en dubbele abonnementen. Ook het bedrag voor losse publicaties is gedaald. Hier kan de grotere bekendheid van de bibliotheekcatalogus een rol spelen waardoor medewerkers een boek gaan raadplegen bij een collega in plaats van een eigen exemplaar te bestellen. We hopen dat deze trend zich in 2011 voortzet. Tabel: bedragen besteed door de diensten voor de aankoop van documentatie. Dienst Lopende

abonnementen Nieuwe abonnementen

Losse publicaties

Totaal

Aankoop en Logistiek

0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €

AMD staf 3.146,55 € 0,00 € 19,58 € 3.166,13 €

Archief 17.271,21 € 0,00 € 229,06 € 17.500,27 €

Budgettering 686,46 € 0,00 € 0,00 € 686,46 €

Centraal Onthaal 490,31 € 0,00 € 0,00 € 490,31 €

Centrale Administratie

1.288,95 € 0,00 € 0,00 € 1.288,95 €

Communicatie 655,00 € 0,00 € 7.426,66 € 8.081,66 €

Controlegeneesheer 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €

Coördinatie Transmuraal

4,50 € 0,00 € 193,59 € 198,09 €

DGT 2.195,01 € 13,58 € 219,76 € 2.428,35 €

Page 59: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

59

Diensten Secretaris 15.922,65 € 0,00 € 359,58 € 16.282,23 €

Emancipatorische proj.

630,86 € 0,00 € 33,16 € 664,02 €

Energiecel 139,00 € 0,00 € 0,00 € 139,00 €

Facility Management

3.145,56 € 13,57 € 0,00 € 3.159,13 €

Financiën 2.373,40 € 417,92 € 211,15 € 3.002,47 €

Gezondheidszorg 316,68 € 0,00 € 0,00 € 316,68 €

Jongerenwerking 479,05 € 0,00 € 30,10 € 509,15 €

Juridisch Advies en Overheids-opdrachten

109,22 € 0,00 € 404,23 € 513,45 €

Juridische Dienst 8.746,25 € 0,00 € 988,09 € 9.734,34 €

Kabinetten en voorzitter

6.716,89 € 273,00 € 1.525,17 € 8.515,06 €

LDC De Boei 138,99 € 205,00 € 0,00 € 343,99 €

LDC De Horizon 1.183,92 € 0,00 € 0,00 € 1.183,92 €

LDC De Waterspiegel

1.255,64 € 0,00 € 118,12 € 1.373,76 €

LDC De Regenboog 379,23 € 0,00 € 17,16 € 396,39 €

LDC De Thuishaven 138,99 € 0,00 € 21,46 € 160,45 €

LDC De Vlaschaard 1.499,89 € 0,00 € 77,68 € 1.577,57 €

LDC Speltincx 228,23 € 0,00 € 0,00 € 228,23 €

LDC Ten Hove 452,99 € 0,00 € 0,00 € 452,99 €

LDC Wibier 562,00 € 70,00 € 0,00 € 632,00 €

LDC Zwijnaarde 889,53 € 0,00 € 0,00 € 889,53 €

OTB staf 2.568,41 € 269,00 € 362,41 € 3.199,82 €

OTC 902,10 € 62,50 € 112,23 € 1.076,83 €

Pension De Baai 183,99 € 0,00 € 0,00 € 183,99 €

Personeelsbeheer 17.008,40 € 0,00 € 0,00 € 17.008,40 €

Psychologische Dienst

282,12 € 0,00 € 0,00 € 282,12 €

Page 60: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

60

Selectie en Examens

1.199,70 € 0,00 € 0,00 € 1.199,70 €

Serviceflats Antoniushof

587,78 € 0,00 € 0,00 € 587,78 €

SOCCU 8.392,28 € 0,00 € 0,00 € 8.392,28 €

Thuislozenzorg 746,78 € 0,00 € 0,00 € 746,78 €

Veiligheid 7.145,06 € 0,00 € 0,00 € 7.145,06 €

Vorming 1.393,42 € 0,00 € 31,32 € 1.424,74 €

Vreemdelingen 963,09 € 0,00 € 65,25 € 1.028,34 €

WB Bloemekenswijk 1.114,33 € 0,00 € 0,00 € 1.114,33 €

WB Brugsepoort 1.114,33 € 0,00 € 124,11 € 1.238,44 €

WB Gentbrugge 2.125,55 € 0,00 € 0,00 € 2.125,55 €

WB Gent Noord 2.287,26 € 0,00 € 0,00 € 2.287,26 €

WB Gent Zuid 1.264,33 € 0,00 € 0,00 € 1.264,33 €

WB Macharius-Heirnis

607,79 € 0,00 € 0,00 € 607,79 €

WB Nieuw Gent 1.272,74 € 0,00 € 0,00 € 1.272,74 €

WB Sint-Amandsberg

1.314,32 € 0,00 € 42,10 € 1.356,42 €

WB Soc.Dienstverlening

0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €

Woningen 699,58 € 0,00 € 111,19 € 810,77 €

WCD Wibier 139,21 € 0,00 € 0,00 € 139,21 €

WZC De Liberteyt 2.056,47 € 70,45 € 0,00 € 2.126,92 €

WZC De Vijvers 4.841,47 € 0,00 € 1.716,62 € 6.558,09 €

WZC Het Heiveld 4.452,59 € 37,32 € 31,10 € 4.521,01 €

WZC Zonnebloem 2.221,47 € 1.043,60 € 0,00 € 3.265,07 €

Totalen 2010 137.931,53 € 2.475,94 € 14.470,88 € 154.878,35 €

Totalen 2009 140.881,81 € 2.359,17 € 17.977,71 € 161.218,69 €

Totalen 2008 99.556,21 € 1.766,58 € 14.103,92 € 115.426,71 €

Page 61: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

61

7.2.3 Publiekswerking

Bekendheid en zichtbaarheid van het Archief vergroten. List break2 a. Erfgoeddag

Dit jaarlijks evenement eind april biedt Vlaamse archieven, musea en andere erfgoedverenigingen de gelegenheid om een breed publiek aan te spreken en zo bekendheid te verwerven. In 2010 was het centrale thema ‘Fake?’. Archief OCMW Gent deed dit jaar mee met het project 'Net/p Echt' een samenwerking tussen het Archief en de vier woonzorgcentra van OCMW Gent. Deze tentoonstelling werd voorgesteld op 25 april 2010 op Erfgoeddag en is daarna als reizende tentoonstelling rondgetrokken in de vier woonzorgcentra van OCMW Gent. In ons project stonden de bewoners van de woonzorgcentra centraal. Zij vertelden hun verhaal over wat vroeger nep of echt was: welke schoonheidstrucjes gebruikten ze, vertelden ze soms een leugentje om bestwil, was er vroeger veel bijgeloof…? Op die manier wilden we een stukje mondelinge geschiedenis vastleggen dat anders verloren zou gaan. Deze multimediale tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT), Design museum Gent, JAVI.tv en enkele studenten van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK). Op Erfgoeddag kon men ook deelnemen aan een workshop om wafels te maken naar een recept van grootmoeder, wat ook een stukje mondelinge geschiedenis is. Bij elke editie van Erfgoeddag zijn er organisaties die een buitengewone inspanning leveren: de motivering, de uitdieping van het thema, het experimentele karakter van de activiteit, hoe de gemeenschap betrokken wordt... Om deze organisaties in de bloemetjes te zetten, kent organisator Faro een Speciale Vermelding toe. Dit jaar mocht het Archief OCMW Gent er eentje ontvangen voor de tentoonstelling 'Net/p Echt'. b. Projecten

• Veldstraat-tentoonstelling

In 2005 stond de Veldstraat centraal in een project van Gent Cultuurstad (nu STAM). Na het grote succes van deze tentoonstelling kreeg het Archief OCMW Gent de kans om deze te hernemen. Van november 2010 tot september 2011 is de tentoonstelling gratis te bezoeken op verschillende plaatsen binnen OCMW Gent. In het Archief zelf had de tentoonstelling plaats van 29 november t/m 31 december 2010. In die periode kwamen er 82 bezoekers over de vloer.

• Publiek Geheim – Dagboek van een weeskind

In samenwerking met Universiteit Gent, vakgroep Pedagogiek is het Archief in 2010 een project gestart rond de Gentse weeshuizen voor de periode 1945 tot 1984, het jaar waarin het laatste Gentse weeshuis Prins Filip sloot. Een combinatie van interviews met oud-weeskinderen en opvoeders en van archiefonderzoek zal in 2011 resulteren in de tentoonstelling: Publiek Geheim – Dagboek van een weeskind.

c. Website Archief OCMW Gent

Op 22 april 2010 werd de nieuwe website van Archief OCMW Gent gelanceerd. Met deze nieuwe site kan het brede publiek het Archief en de Bibliotheek beter leren kennen. Zo zijn er toepassingsmogelijkheden om online opzoekwerk te verrichten.

Page 62: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

62

Enkele cijfers (vanaf november 2010):

Maand Indrukken* Acties** november 2522 92 december 2108 68

*Indrukken = hoe vaak de gebruikers de site gezien hebben als lokaal zoekresultaat **Acties = hoe vaak bezoekers belangstelling in de site hebben getoond Meest gebruikte zoekopdrachten: ocmw – archief – archief ocmw – ocmw gent d. Bruiklenen

Het Archief OCMW Gent heeft in 2010 de volgende stukken in bruikleen gegeven: • Foto: Vakantiehuis 'Oevre du Grand Air’ - Groepsfoto van kinderen die vakantie vieren in

het huis 'Oevre du Grand Air'. Gentse weeskinderen verbleven er vanaf 1902 tot 1939. Uitgeleend aan het Amsab voor de tentoonstelling 'We zijn goed aangekomen! Vakantiekolonies aan de Belgische kust 1887-1980' in het Caermersklooster.

• Register van de vondelingen BG 16 deel 8. Uitgeleend aan Museum Dr. Guislain voor een tentoonstelling naar aanleiding van 250 jaar kanunnik Triest.

• Schilderij: ‘De luiheid en de gulzigheid’, J.L.Tiberghien, 1848. Uitgeleend aan Museum Dr. Guislain voor de tentoonstelling ‘Het gewichtige lichaam’.

• Tentoonstelling: ‘Mama waar ben je’ (vondelingen). Uitgeleend aan de Zusters van Kindsheid Jesu voor een tentoonstelling naar aanleiding van 250 jaar Triest en 175 jaar bestaan van de Zusters van Kindsheid Jesu.

e. Ter beschikking stellen van digitale reproducties voor externe publicaties

In opdracht Van Faro (Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed) maakte een beroepsfotograaf een aantal foto’s van objecten uit onze collecties. Dit in het teken van Erfgoeddag 2011 ‘Armoe troef’. f. Rondleidingen

In 2010 werden volgende rondleidingen georganiseerd voor externe organisaties: • rondleiding voor Masereelfonds;

• rondleiding voor een groep van FAAD, de alumnivereniging van de opleiding archivistiek aan de VUB;

• rondleiding voor Gent Cultuur, met de nadruk op de informatie die wij hebben over vondelingen.

g. Leeszaal

De leeszaal van de archiefdienst registreerde 213 bezoeken, meestal in het kader van seminarie-oefeningen en onderzoeken. In totaal kreeg de archiefdienst 119 schriftelijke of mondelinge vragen.

Jaar Vragen Bezoeken 2008 60 93 2009 87 106 2010 119 213

Page 63: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

63

Uit deze cijfers blijkt een stijging van zowel het aantal vragen als het aantal bezoeken in 2010. Dit is vooral te danken aan een betere bekendheid door: • de provinciale website www.museuminzicht.be: hier kan iedere geïnteresseerde

informatie terugvinden over archiefstukken en hun locatie. Het Archief heeft hier al meer dan 2500 stukken publiek gemaakt (zie verder).

• opzoekingen in het Vondelingenregister;

• vragen vanuit interne diensten;

• het stijgende aantal gecatalogiseerde stukken in de digitale catalogus Vubis die ter beschikking staat van het brede publiek;

• Het project over de Gentse weeshuizen heeft verschillende oud-weeskinderen aangezet om hun persoonlijk dossier te komen inkijken.

• De Veldstraat-tentoonstelling lokte extra bezoekers.

• Dankzij de nieuwe Archief-website vinden meer mensen hun weg naar ons Archief.

7.2.4 Archivalisch patrimonium, bibliotheekcollectie en kunstpatrimonium

Verzorgen van het archivalisch patrimonium, de bibliotheekcollectie en het kunstpatrimonium van het OCMW. Het Archief is lid van het MovE-project (Musea Oost-Vlaanderen in Evolutie) van de Provincie Oost-Vlaanderen. MovE en de Oost-Vlaamse musea werken samen aan digitale collectieregistratie en -ontsluiting. Het is de bedoeling om te komen tot een gezamenlijke catalogus van het museumbezit in Oost-Vlaanderen. Via het MovE-project is de catalogus toegankelijk via het internet en zo wordt de collectie veel toegankelijker bij een breed publiek. Eind 2010 zijn in totaal 2.550 voorwerpen volledig beschreven en vrijgegeven voor publicatie op www.museuminzicht.be. In 2010 is het Archief verder gegaan met de beschrijving van de fotocollectie door de dienstfotograaf. Er werden 1.160 foto’s beschreven dit jaar.

7.3 Samenwerkingen

List break2 a. Externe partners

Het Archief OCMW Gent werkte in 2010 actief mee aan de volgende overlegfora over archief- en documentbeheer: • VVBAD Werkgroep Lokaal Overheidsarchief;

• VVBAD Werkgroep Automatisering;

• VVBAD Werkgroep Wetgeving en Beleid.

Page 64: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

64

De Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen (VVBAD) is de Vlaamse beroepsvereniging voor archivarissen, bibliothecarissen en documentalisten. In de schoot van deze vereniging bestaan verschillende werkgroepen waarin ook het OCMW van Gent vertegenwoordigd is. Binnen de VVBAD Werkgroep Lokaal Overheidsarchief is de groep OCMW-archieven actief. Deze groep is samengesteld uit een tiental Vlaamse (OCMW-) archivarissen. Het doel van de groep is het opstellen van lijsten met bewaartermijnen van documenten binnen de Vlaamse OCMW’s. b. Vrijwilligers

In het Archief werken in 2010 vier vrijwilligers die zich vooral concentreren op het historisch archief o.a. vondelingenregisters, kaartencollectie, briefwisseling… c. PAS-project

In het kader van het PAS-project (Project Alternatieve Sancties) heeft een persoon zijn werkstraf volledig afgerond bij het Archief. Daarnaast werden nog drie projecten opgestart, maar niet volledig afgewerkt. d. GAS-project

In het kader van het GAS-project (Gemeentelijke Alternatieve Sancties) hebben twee personen hun verplichte werkuren afgerond bij het Archief. e. Stages

Eén studente erfgoedbeheer en hedendaags documentenbeheer van de VUB en één studente van het Universitair Centrum voor Begeleiding en Opleiding Gent hebben bij het Archief stage gevolgd.

Page 65: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

65

8 Dienst Veiligheid

Adres Campus Prins Filip Jubileumlaan 217 9000 Gent Aantal personeelsleden Preventie en Veiligheid: 4,3 voltijds equivalenten 5 koppen

8.1 Doelstellingen

De dienst Veiligheid is de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (IDPB) op het werk. Deze dienst staat de OCMW-werknemers bij in de uitwerking, de programmering, de uitvoering en de evaluatie van het welzijnsbeleid in de organisatie. Het doel is om het welzijn van de werknemers op het werk op een praktische wijze te optimaliseren en het aantal arbeidsongevallen tot een minimum te herleiden. De acht domeinen waarop de dienst actief is, zijn: • arbeidsveiligheid;

• bescherming van de gezondheid van de werknemers op het werk;

• psychosociale belasting;

• ergonomie;

• arbeidshygiëne;

• verfraaiing van de werkplaatsen;

• maatregelen rond leefmilieu (met betrekking tot de punten 1 tot 6);

• bescherming van de werknemers tegen geweld, pesten en seksueel gedrag op het werk.

De onderdelen die de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk niet mag uitvoeren, worden uitbesteed aan de Externe Dienst voor Preventie op het Werk, Arista. Naast de wettelijke taken, voortvloeiend uit bovenstaande domeinen, zijn er tal van andere activiteiten die de dienst Veiligheid opneemt, zoals : • de beveiliging tegen inbraak in de gebouwen adviseren en opvolgen;

• de fysieke veiligheid van het personeel tegen agressie door derden voorkomen;

• het beheersen van afvalstromen;

• het begeleiden van de beveiliging van het informaticanetwerk;

• de brandpreventie begeleiden en coördineren.

Page 66: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

66

8.2 Realisaties

List break2 a. Arbeidsongevallen

Voor het eerst werd bij Ethias een arbeidsongevallenverzekering afgesloten. Het bestuur besliste immers om de kosten van arbeidsongevallen niet langer zelf rechtstreeks te dragen.

a.a Aantallen

Tijdens het werkjaar 2010 werden in totaal 125 gevallen erkend als arbeidsongeval. Daarvan zijn er 81 op het werk en 34 ongevallen op de weg van en naar het werk. De winterperiode in 2010 was veel langer en heviger dan het jaar voordien. Er waren meer sneeuwdagen.

a.b Ernst - arbeidsverlet

De arbeidsongevallen in 2010 gaven aanleiding tot 2.074 dagen arbeidsverlet waarvan 1.636 door ongevallen op de werkplaats, 390 dagen ingevolge ongevallen op de weg van en naar het werk en 48 dagen in gevolge een ongeval op de sportdag. De ernstgraad is tegenover 2009 toegenomen omdat verzekeraar Ethias een andere manier van registratie heeft tegenover de dienst Veiligheid die de registratie in het verleden voor haar rekening nam.

a.c Evolutie

Om arbeidsongevallen jaar na na jaar te vergelijken en waarbij het aantal werknemers of het aantal gepresteerde uren jaarlijks anders zijn worden frequentiegraad en werkelijke ernstgraad als volgt gedefinieerd:

eingblootstellurenaantalevallenarbeidsongaantalgraadfrequentie

___1000000×

=

ingblootstellurenaantalletarbeidsverurenaantalernstgraadwerkelijke

____1000_ ×

=

Page 67: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

67

0,0

5,0

10,0

15,0

20,0

25,0

30,0

35,0

40,0

45,0

50,0

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

werkjaar

0,00

0,15

0,30

0,45

0,60

0,75

0,90

1,05

1,20

1,35

1,50

frequentiegraad op het werk

ernstgraad op het werk

Sinds 2005 was de ernst- en frequentiegraad van de ongevallen stelselmatig in dalende lijn. Dit was te danken aan de jarenlange inspanningen die de dienst Veiligheid zich op dit vlak getroostte. Voorbeelden hiervan zijn: • jaarlijkse plaatsbezoeken: de dienst Veiligheid bezoekt jaarlijks alle diensten van OCMW

Gent in samenwerking met Arista. We geven adviezen om de arbeidsplaats veiliger in te richten en maken hiervan een rapport op.

• adviezen over het wegnemen van onveilige toestanden en veiligheidsadviezen rond risicovolle situaties op de diensten.

• adviezen over het veilig gebruik van arbeidmiddelen en het ter beschikking stellen van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM en CBM) zoals veiligheidskledij, en (hand)schoenen, keuren van stellingen, enz.

• veiligheidsinstructies meedelen en op het intranet plaatsen zodat alle personeelsleden die kunnen raadplegen.

Ondanks alle inspanningen vertonen de arbeidsongevallen weer een stijgende lijn, zowel in frequentie als in ernst. Dit is een rechtstreeks gevolg van twee opeenvolgende jaren met een strenge winter met relatief veel sneeuwdagen. Dit heeft het aantal verkeersongevallen van en naar het werk, en ook tijdens dienstverplaatsingen, doen stijgen. Ook het aantal personeelsleden dat met risico’s te maken krijgt (OTC en vzw’s) is toegenomen. De personeelsleden artikel 60 komen meestal onervaren in het arbeidscircuit, waardoor zij minder besef hebben van de principes van veilig werken. Daardoor stellen zij zich meer bloot aan risico’s. Ook is het zo dat zij in heel wat vzw’swerken waar er vaak een gebrek is aan personeel dat opgeleid is qua veiligheid. Dit wordt een actiepunt voor de volgende jaren.

Page 68: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

68

a.d Samenvatting van het aantal arbeidsongevallen in 2010 per departement

Page 69: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

69

a.e Samenvatting van het aantal arbeidsongevallen in 2009 per departement, (dit om de

vergelijking te kunnen maken met de cijfers van 2010)

Page 70: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

70

b. Agressie en opvolging

In 2010 werden bij de Dienst Veiligheid 39 aangiften van agressie genoteerd. In 26 gevallen ging het om verbale agressie, in 13 gevallen kwam er ook fysieke agressie bij kijken. Vijf gevallen van fysieke agressie waren gericht tegen het personeel. Zes keer was er politiehulp nodig omdat de situatie danig uit de hand liep. Het verhoogde aantal aangiften is het rechtstreekse gevolg van het houden van nieuwe en herhaalopleidingen rond agressiepreventie en het omgaan met agressie. We stellen ook vast dat almaar meer clënten zich tekort gedaan voelen omdat hun verwachtingen niet onmiddellijk worden ingewilligd. In het agressielokaal ontvingen we maar zes cliënten.. Een analyse van de aangiften leert dat de meeste verbale agressie de persoonlijke integriteit van het personeel viseerde, waarbij onze mensen ook bedreigd werden met slagen en verwondingen. Zowel slachtoffer als dader worden heel nauwgezet opgevolgd. Jaar Aantal aangiften Politietussenkomsten Toegangsverbod 2006 55 7 9 2007 33 9 10 2008 50 15 10 2009 23 5 geen gegevens 2010 39 6 1 c. Implementatie van de audit informatiebeveiliging

Informatieveiligheid. De dienst blijft actief meewerken binnen de werkgroep Informatieveiligheid. In 2010 werd deze informatieveiligheid volledig doorgelicht aan de hand van een interne audit. Binnen deze werkgroep is in de eerste plaats de noodzaak benadrukt om voldoende informatie door te geven aan de medewerkers, om dit veiligheidsbewustzijn verder te verhogen. Deze houding is, naast tal van materiële ingrepen, zeer belangrijk om een veilig informatiemidden te handhaven. Enkele voorbeelden van die bewustmaking zijn: • Elke medewerker die toegang krijgt tot de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het

rijksregister krijgt een speciaal daarop gericht informatieblad ter kennisgeving.

• Er zijn speciale richtlijnen opgesteld voor externe aannemers in OCMW-gebouwen.

• Motiveren van de medewerkers van Digipolis over de vertrouwelijkheid van informatie.

• Preventie startte in 2010 een informatieronde bij het onderhouds- en technisch personeel, dat met computers (hardware en software) in aanraking komt, bijvoorbeeld bij het schoonmaken.

Hierover wordt ook permanent overleg gepleegd met de bevoegde diensten bij Digipolis.

Page 71: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

71

d. Videobewaking

In 2010 deed de politie vijf keren een beroep op de geregistreerde beelden in het kader van strafonderzoeken die zij aan het voeren was. Ook werden een aantal discussies aan de kas uitgeklaard na raadpleging van het opnamemateriaal. e. Risicobeheersing legionellabesmetting

De opgestelde beheerplannen van de woonzorgcentra werden verder uitgewerkt en de diverse preventieve en terugkerende controles werden uitgevoerd. Deze gaan van de temperatuurcontroles tot de labo-analyse van waterstalen. Bij controle kwamen slechts 2 probleemgevallen naar voor, namelijk op punten zonder watergebruik. Daarvoor werd dan ook het beheerplan verfijnd. f. Sensibilisering veiligheid nieuwkomers

De dienst Veiligheid verzorgt een deel van de onthaalvorming voor nieuwe medewerkers. Via deze weg krijgt elke nieuwkomer een toelichting over de werking van de dienst en tips om arbeidsongevallen te voorkomen. g. Ergonomie voor telewerkers

In het kader van het proefproject telewerk verzorgt en begeleidt de dienst de preventieaspecten die te maken hebben met personeelsleden die thuis werken. Een eerste evaluatie-enquête valt gunstig uit. h. Afvalophaling en -beperking

Gedurende het jaar 2010 werd verder de nadruk gelegd op de selectieve ophaling. Dit heeft werkelijk succes gekend, daar de hoeveelheid restfractie aanzienlijk daalde met bijna 30 % t.o.v. 2006. Dit is het gevolg van de betere ophaling van andere afvalstromen als papier en karton, luierafval, frituuroliën en vet en PMD. De voornaamste afvalstromen worden hieronder opgesomd.

Page 72: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

72

Totaal afval per afvalsoort:

Page 73: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

73

9 Juridisch advies en Overheidsopdrachten

Adres Casinoplein 26 9000 Gent Aantal personeelsleden Juridisch advies en Overheidsopdrachten: 3 voltijds equivalenten 3 koppen

9.1 Kernopdrachten

De kernopdrachten van de dienst Juridisch Advies en Overheidsopdrachten (JAO) zijn: • advies en hulp bij juridische zaken voor interne diensten;

• ondersteuning van de diensten bij overheidsopdrachten;

• verzekeringen en verzekeringsaangiften;

• opsporen van potentiële subsidiebronnen waar de diensten beroep kunnen op doen.

9.2 Realisaties

De belangrijkste verwezenlijkingen in 2010 zijn: List break2 a. Juridisch advies

JAO gaf in 2010 advies en hulp bij juridische zaken. Dit waren zaken van: • administratief recht;

• adviezen en opstarten van gerechtelijke dossiers (7 nieuwe dossiers);

• juridische vragen over ouderenzorg;

• gerechtelijke verzekeringsgeschillen;

• patrimonium, zaken- en verbintenissenrecht.

b. Overheidsopdrachten

In 2010 gaf JAO sinds de invoering van de e-besluitvorming 76 adviezen over procedures overheidsopdrachten van andere diensten, vooral aan Facility Management. Zelf voerde de dienst ook een aantal procedures overheidsopdrachten uit voor specifieke materies zoals het personeelsfeest, juridische ondersteuning van advocaten, verzekeringen, catering, dranken en fair-tradeproducten.

Page 74: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

74

Tot de kerntaken van de JAO behoren ook het informeren van de betrokken diensten over de wijzigingen in de wetgeving overheids-opdrachten van werken, leveringen en diensten én het actualiseren van de modelbestekken. c. E-Tendering

In 2010 deed de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) een oproep naar lokale besturen om e-Tendering in te voeren. Met e-Tendering krijgen ondernemingen de mogelijkheid om op een beveiligde elektronische manier hun offerte in te dienen. De aanbestedende overheid opent deze offertes op een digitale openingszitting. OCMW Gent tekende als eerste en enige lokaal bestuur in België in op deze oproep en fungeert als proefproject voor andere lokale besturen. Voor het OCMW heeft dit als groot voordeel dat het hele traject van opmaak en indienen van de offertes tot de toewijzing van de opdracht volledig digitaal verloopt. Minder papierverbruik, grotere efficiëntie en minder bureaucratie zijn de belangrijkste resultaten van dit proefproject. d. Verzekeringen

d.a Groepering van alle verzekeringen binnen OCMW Gent

JAO heeft via een overheidsopdracht alle verzekeringen binnen OCMW Gent bij één verzekeringsmaatschappij gegroepeerd. Na de opzegging van alle bestaande verzekeringspolissen en het voeren van een procedure overheidsopdrachten, werden de verzekeringen met ingang van 1 januari 2010 voor een periode van 4 jaar toegewezen aan Dexia. Dit heeft geresulteerd in een belangrijke besparing aan verzekeringspremies per jaar.

d.b Aangifte en opvolging van schadegevallen bij de verzekeringsmaatschappij

• JAO beheert de verzekeringspolis en houdt die up-to-date met alle wijzigingen en toevoegingen voor tijdelijke projecten.

• JAO doet aangifte van schadegevallen voor brand, burgerlijke aansprakelijkheid, lichamelijke ongevallen van sollicitanten, vrijwilligers, mensen die deelnemen aan projecten van de Emancipatorische Werking en personen die in trajectbegeleiding zijn bij het OTC.

JAO doet geen verzekeringsaangiften voor arbeidsongevallen en autoverzekeringen, maar antwoordt wel op vragen hieromtrent of verwijst door naar de juiste personen.

• In 2010 gaf JAO 123 schadegevallen aan bij de verzekering.

Een totaal bedrag van € 49.467 werd uitgekeerd in 2010.

Dit bedrag bevat ook vergoedingen van schadegevallen uit aangiften van vorige jaren.

Page 75: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

75

Aangifte schadegevallen Aantal ingediend in 2010 aangifte schadegevallen brand 23 burgerlijke aansprakelijkheid 36 lichamelijke ongevallen 25 tijdelijke polissen 36 Totaal 123

Aantal schadegevallen vergoedingen uitgekeerd in 2010 (in €)

aangifte schadegevallen brand 25.717 burgerlijke aansprakelijkheid 21.388 lichamelijke ongevallen 0 tijdelijke polissen 3.443 Totaal 49.467

d.c Onderzoek waardebepaling roerend en onroerend goed

JAO heeft in 2010 een project opgestart in samenwerking met Dexia om alle roerende en onroerende goederen van OCMW naar werkelijke waarde te schatten. Dit is noodzakelijk om onder- of oververzekering te vermijden. Dit zou immers nadelig zijn voor OCMW Gent. Ofwel betaalt men te veel aan verzekeringspremies ofwel krijgt men te weinig vergoed in geval van schade. Dit project wordt verder uitgewerkt in 2011. e. Subsidiehunting

JAO zocht in 2010 subsidiebronnen op waarvan het OCMW kan genieten. Dat resulteerde in 24 adviezen aan de diensten over mogelijke subsidies. De keuze ligt bij de diensten zelf om in te pikken op deze middelen en eventueel een aanvraag in te dienen.

Page 76: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

76

Page 77: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

77

Deel 3

Sociale Dienstverlening

Page 78: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

78

Page 79: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

79

10 Staf Beleidsondersteuning

Adres Sint-Martensstraat 13 9000 Gent Aantal personeelsleden Staf Beleidsondersteuning: 7,6 voltijds equivalenten 8 koppen

10.1 Missie

De Staf Beleidsondersteuning verleent beleidsondersteuning, - informatie en –advies. We coördineren dienstoverschrijdende projecten en stemmen verschillende actoren op elkaar af. Zo helpen we de medewerkers bij een efficiënte en kwaliteitsvolle dienstverlening, om alle inwoners van Gent een menswaardig leven te bieden. De Staf Beleidsondersteuning werkt als één team, maar specialiseert zich in vier cellen: • algemene beleidsondersteuning;

• dataplanning;

• Informatiedienst;

• Lokaal Sociaal Beleid en Armoedecel.

Eén administratief medewerker ondersteunt voltijds de Staf.

10.2 Realisaties

10.2.1 Algemene beleidsondersteuning

List break2 a. Kwaliteitsactieplan SD

De kwaliteitsverantwoordelijke van het departement Sociale Dienstverlening maakte samen met de leidinggevenden een kwaliteitsactieplan op. Het Common Assessment Framework (CAF) vormt hier de kapstok. Het CAF-model hielp ons om diverse dienstoverschrijdende projecten en activiteiten binnen SD op een gestructureerde manier op te lijsten. Bijvoorbeeld: • op vlak van leiderschap: voorbereiding van het nieuwe organogram;

• op vlak van medewerkers: tussentijdse evaluatie van de vliegende ploeg;

• op vlak van resultaten bij de klant: uitvoeren van een tevredenheidsmeting.

Page 80: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

80

De kwaliteitsverantwoordelijke volgt de dienstoverschrijdende projecten in SD op, door minstens twee maal per jaar het kwaliteitsactieplan te actualiseren. b. Audit binnen SD

2010 was het eerste jaar van een drie jaar durende interne audit binnen SD. We lieten Audio (Interne audit voor lokale besturen) de interne controlesystemen van onze hulpverlening onder de loep nemen: het beleid en de procedure vanaf de aanvraag van de cliënt tot de eerste betaling aan de cliënt. Op basis van de vaststellingen en aanbevelingen van Audio plannen we in 2011 verbeteracties. c. Organiseren van vorming voor medewerkers

c.a Inleefstages

Vanuit de Staf werkten we mee aan de uitbouw van de inleefstages in de welzijnsbureaus. Via de inleefstages leren de medewerkers van de welzijnsbureaus en de Centrale Administratie elkaars werk beter kennen. Sinds september 2010 organiseren de welzijnsbureaus en de Centrale Administratie maandelijks een inleefstage. Tijdens de inleefstage in de Centrale Administratie kregen de medewerkers van de welzijnsbureaus toelichting over het betaalbureau, de dienst Terugvorderingen, het opzoeken van een dossier in het Centraal Klassement, de input en de verwerking van een verslag en beslissing BCSD. De toelichting gebeurde aan de hand van concrete cliëntdossiers van de deelnemer. Tijdens de inleefstage in een welzijnsbureau kregen de medewerkers van de Centrale Administratie meer informatie over de balie, de Onthaal maatschappelijk werker, de zitdag van een maatschappelijk werker, het administratief werk van een maatschappelijk werker. De deelnemer kreeg de kans om deze activiteiten mee te volgen.

c.b Vorming voor nieuwe medewerkers

In 2010 boden we vanuit de Staf de basisvormingen ‘één cliënt, vele handen’ en ‘producten van de Infodienst SD’ verder aan nieuwe medewerkers aan. Tot midden 2010 organiseerden we ook mee de basisvorming ‘inleiding in kansarmoede’. Daarna droegen we deze vorming over naar de Emancipatorische Werking. Een Staflid maakt deel uit van de werkgroep vorming SD, geleid door de dienst Vorming. d. Tevredenheidsmeting bij cliënten

In 2010 werkten we het onderzoeksontwerp van de tevredenheidsmeting bij de cliënten van SD verder uit. In september 2010 startten we de interviewfase op. We bevroegen ongeveer 280 cliënten naar hun tevredenheid over het OCMW Gent. De resultaten van deze bevraging stellen we in het voorjaar 2011 voor. e. Aanvullende steun

In 2010 ontwikkelde de Staf (samen met de werkgroep Aanvullende Financiële Hulp) een concreet voorstel tot herziening van de aanvullende financiële hulp binnen OCMW Gent. We stelden een instrument op voor het berekenen van zogenaamde steunbarema’s. Bij berekening van deze barema’s zochten we naar een evenwicht tussen: enerzijds een inkomen dat toelaat minimaal te participeren aan de samenleving; en anderzijds het bewaken van een voldoende groot spanningsveld met de minimumlonen. Volgens het voorstel zouden aanvragers met een inkomen lager dan dit steunbarema aanspraak kunnen maken op aanvullende financiële hulp. Het bedrag van de aanvullende

Page 81: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

81

financiële hulp is dan het verschil tussen het bedrag van dit steunbarema en het inkomen van de aanvrager. Het voorstel legden we in het najaar 2010 voor aan ons bestuur. f. Analyse van de personeelsbehoeften

Ondanks de toename met 50% van het aantal medewerkers in de voorbije tien jaar, pasten we de personeelsformatie van SD sinds 1999 niet meer aan. Vanuit de Staf gaven we input aan Human Resources (HR) over de actuele personeelsbehoefte en de nood aan een nieuw organogram. HR vertaalde deze geactualiseerde behoefte in een nieuwe personeelsformatie, die de OCMW-raad in september 2010 goedkeurde. De toename van het aantal cliënten en de beleidskeuze om nog sterker in te zetten op activering, leidde tot een sterke verhoging van de werkbelasting van de medewerkers. Om toch maximale kwaliteit van de dienstverlening mogelijk te maken, verdeelden we nieuwe (met Sociale Maribelmiddelen) en bestaande medewerkers over de diensten aan de hand van een werklast-analyse. Telkens kozen we er voor om onze kerntaak maximaal kwaliteitsvol te vervullen. g. Verlagen van de drempels tot sociale, culturele en digitale participatie

g.a Subsidie socio-culturele participatie

Zoals de voorbije jaren, ontving OCMW Gent ook in 2010 subsidiemiddelen van de Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI), ter bevordering van de sociale, culturele en sportieve participatie van onze cliënten. Deze middelen wendden we in hoofdzaak aan voor: • de financiering van individuele tussenkomsten aan cliënten in de kostprijs van socio-

culturele, sportieve activiteiten;

• en activiteiten of producten die de toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologie verhogen.

In 2010 verleende het OCMW aan 1.065 cliënten een financiële tegemoetkoming in het lidgeld van een culturele of sportvereniging, het inschrijvingsgeld voor een jeugdbeweging, een kunstacademie, een pc- of andere vrijetijdscursus, het toegangsgeld voor een toneelvoorstelling, een bioscoopuitstap,.. Dankzij de subsidiemiddelen konden ook de groepsleden van de Emancipatorische Werking samen met vzw Victoria Deluxe, het sociaal-artistiek project ‘Arbeid voor allen! (maar niet te veel)’ opzetten. Een deel van de subsidiemiddelen wendden we aan voor de aankoop van kranten en tijdschriften om het wachten in de wachtruimtes van het OCMW zo aangenaam mogelijk te maken.

g.b Gents Netwerk Vrijetijdsparticipatie

Een Staflid vertegenwoordigde, samen met een medewerker van de dienst Communicatie, het OCMW in het Netwerk Vrijetijdsparticipatie Gent. Binnen dit netwerk vormt OCMW Gent een belangrijke partner. In navolging van de Afsprakennota Vrijetijdsparticipatie 2009-2013 ondernam het Netwerk in 2010 diverse acties om de participatie van mensen in armoede aan cultuur, sport en vrije tijd te verhogen: • We continueerden het stedelijk reglement 80/20, dat voorzag in een financiële

tegemoetkoming van 80% in de deelname van mensen in armoede aan culturele en sportieve activiteiten en activiteiten binnen het jeugdwerk. Een betoelaging kon alleen via sociale organisaties die zich in de eerste plaats richtten op mensen in armoede.

Page 82: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

82

• Eind 2010 kende het Netwerk Vrijetijdsparticipatie Gent aan tien verenigingen een subsidie toe voor de financiering van projecten, die via de focus op diverse drempels de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede willen verhogen. Ook een aantal stadsdiensten en diensten van het OCMW1 ontvingen een subsidie voor de betoelaging van projecten die de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede verhogen.

• Het Lokaal Netwerk Vrijetijdsparticipatie kocht in 2010 tickets aan voor de Floraliën, Odegand, het Internationaal Festival van Vlaanderen Gent, het Landjuweelfestival, De Wielerzesdaagse 2010, Winterdroom en Spekken. Deze tickets verdeelden we via de Stadswinkel voor één euro aan cliënten van OCMW Gent en leden van sociale organisaties.

• In 2010 bereidde het Netwerk Vrijetijdsparticipatie een conceptnota over de invoering van een Gents vrijetijdspas voor.

g.c Steunpunt Vakantieparticipatie

Omdat we het belangrijk vinden dat mensen met een laag inkomen niet verstoken blijven van uitstapmogelijkheden was SD ook in 2010 lid van het Steunpunt Vakantieparticipatie van Toerisme Vlaanderen. Daarbij fungeerde de Staf als centraal aanspreekpunt. Via het Steunpunt kunnen gezinnen tegen een sociaal tarief daguitstappen en meerdaagse vakanties reserveren. Medewerkers van het welzijnsbureau of de themadienst ondersteunen de cliënten van het OCMW bij het indienen van hun aanvraag voor bijvoorbeeld reservaties. Ten opzichte van 2009 steeg het aantal reservaties bij het Steunpunt vanuit OCMW Gent dit jaar met bijna de helft. In 2010 reserveerden 178 cliënten van het OCMW een daguitstap via het Steunpunt. 23 cliënten boekten een meerdaagse vakantie via het Steunpunt.

g.d Dichten van de digitale kloof

Een Staflid vertegenwoordigde in 2010 het departement Sociale Dienstverlening in het stadsbreed programma ‘Digitaal Talent@Gent’. In 2010 evalueerde de Staf het proefproject ‘publiekspc’s’. Sinds vorig jaar stond in de wachtruimtes van het welzijnsbureau Gent-Noord en Sint-Amandsberg een publieke computer; waar cliënten tijdens het wachten informatie op het internet kunnen opzoeken, hun mails nakijken, vacatures opzoeken, … De positieve evaluatie van dit proefproject stuurt aan op een uitbreiding van het project naar andere welzijnsbureaus. h. Opvolging van subsidies

We volgden subsidies op die het OCMW ontvangt uit het Stedenfonds. Met een deel van de Stedenfondsmiddelen subsidiëren we de vzw Welzijnsoverleg Regio Gent, de vzw Woonfonds, het Bijstandsteam en het Transithuis van CAW Artevelde en het wijkgezondheidscentrum Botermarkt. Omdat de vereisten van Stad Gent en de Vlaamse Overheid voor de financiële bewijsvoering van de geleverde prestaties toenamen, investeerden we in accuratere financiële controles op de vzw’s. Het grootste deel van de Stedenfondsmiddelen gebruiken we voor de financiëring van onze sociale huizen/welzijnsbureaus. We leverden input voor het Stedenfonds-voortgangsrapport van Stad Gent en bereidden de Visitatie van 2011 voor.

1 Ijsbrekers/Sinterklaasfeest (Wonen & Vakantiewerking), Cinemanie (Emancipatorische Werking), Digi-Tales (Emancipatorische Werking) en daguitstap naar Blankenberge (Wonen)

Page 83: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

83

Daarnaast stond de Staf ook in voor de opvolging van de subsidie ter bestrijding van kinderarmoede die we in 2010 ontvingen van de POD Maatschappelijke Integratie. Deze middelen gebruikten we voor: • de financiering van de schoolpremie aan onze cliënten;

• de werkingskosten van de Vakantiewerking;

• en 79 kinderopvangdagen voor cliënten, die door een gebrek aan kinderopvang, niet kunnen starten met een activeringstraject.

We volgden vanuit de Staf ook de toelage in personeelskosten op, die we ontvangen in het kader van de wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie. i. Contacten met studenten in functie van hun studies

De Staf volgde alle vragen van studenten over het departement Sociale Dienstverlening op; voor concrete wijk- of themaspecifieke vragen verwezen we de studenten naar een dienst binnen SD, andere vragen beantwoordden we zelf. Niet alleen vragen van studenten, maar ook algemene vragen van onderzoeksinstellingen, andere OCMW’s, organisaties, raadsleden, … beantwoordden we. Vanuit de Staf coördineerden we ook de aanvragen en de toewijzing van stageplaatsen sociaal werk binnen SD.

10.2.2 Dataplanning

In 2010 werkten we verder aan de kwalitatieve ontsluiting van het beschikbare cijfermateriaal binnen de Sociale Dienstverlening. Dit deden we op volgende manieren: • We namen actief deel aan de ‘tuning’ van de onthaalmodule New Horizon. Deze module

is een uitbreiding op het cliëntsysteem New Horizon en ging midden 2010 in productie. Het is een registratiesysteem voor de nieuwe aanvragen van burgers bij de onthaalmaatschappelijk werkers in de verschillende welzijnsbureaus en themadiensten. Door deze sterke betrokkenheid van de Staf aan de opbouw van de onthaalmodule, bewaakten we dat relevant cijfermateriaal achteraf opvraagbaar is uit New Horizon. Dit maakte de aparte registratiesystemen van de aanvragen in de verschillende diensten overbodig.

• We namen actief deel aan de ‘tuning’ van de trajectenmodule New Horizon, die de Sociale Dienst in de loop van 2011 uittest. Deze module registreert de trajecten die een cliënt binnen onze diensten doorloopt. Het is de bedoeling om op termijn vanuit deze trajectenmodule de metingen rond activering te genereren in plaats van de huidige jaarlijkse manuele registratie (dit is de opvolgmeting activering).

• We doorgronden samen met een BI (Business Intelligence)-expert en de gebruikersondersteuner New Horizon de data over de cliënten in New Horizon opgeslagen. In het kader hiervan startten we overleg met Cevi. We bouwden kubussen en rapporten op die ons toelieten om de cliëntgegevens uit het cliëntsysteem New Horizon en de onthaalmodule op een geaggregeerd niveau weer te geven.

• We participeerden aan de stuurgroep BI. Tijdens dit overleg bespraken de vertegenwoordigers van de verschillende departementen in OCMW Gent en Digipolis de uitbouw van een ‘datawarehousing’ voor de verschillende departementen.

• Per kwartaal maakten we boordtabellen voor het departement Sociale Dienstverlening op. Dit zijn kwartaalrapporten met cijferreeksen die een overzicht geven van de belangrijkste ken- en stuurgetallen van de Sociale Dienstverlening.

Page 84: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

84

• We organiseerden de opvolgmeting activering 2010, die ons een beeld gaf van de activeringsinspanningen van de leefloon- en levensminimumgerechtigden. Ook dit jaar probeerden we weer wat meer gegevens te automatiseren zodat we de manuele registratie door de maatschappelijk werkers zoveel mogelijk beperken.

• We namen deel aan het CODA (Contactpersonen Data-analyse)-overleg, georganiseerd door Stad Gent. Tijdens dit overleg wisselen verschillende data-experten van de verschillende departementen van de Stad en OCMW ideeën uit over hoe we de resultaten van data-analyses beter in de organisatie inbedden.

10.2.3 Informatie en communicatie

Aan een goede informatie en communicatie draagt iedereen zijn steentje bij. De Informatiedienst SD vervult een cruciale ondersteunende rol in de optimalisering van de informatie- en communicatiedoorstroming binnen de Sociale Dienst. In 2010 schreven we 45 elektronische nieuwsbrieven en twee nieuwsflitsen. Via de nieuwsbrief brachten we de medewerkers van SD op de hoogte van nieuwtjes, wijzigingen in de werkwijze van andere diensten, beslissingen op beleidsniveau, … In 2010 schakelden we over naar een standaardsjabloon bij de versturing van de nieuwsbrief. De Informatiedienst was verantwoordelijk voor de uitbouw en het actueel houden van het draaiboek SD. De medewerkers van SD vonden in dit elektronisch draaiboek alle informatie, richtlijnen, procedures, afspraken over de hulpverlening aan cliënten. We hielden het draaiboek actueel door het constant aan te passen aan nieuwe OCMW-beslissingen, wetgeving, werkwijzen, … Samen met de werkgroep draaiboek, bereidde de Informatiedienst SD de inhoud van het draaiboek voor. In 2010 werkten we aan een nieuw draaiboek wonen, dat we begin 2011 op het intranet publiceren. De Informatiedienst nam ook in 2010 zijn rol als huisstijlcoördinator voor SD op. Dit betekende dat we waakten over de toepassing van de OCMW-huisstijl binnen SD. We ondersteunden de medewerkers bij de opmaak van teksten, folders en brochures. We herschreven waar nodig. In 2010 herschreven we 21 folders of brochures. Ook externe publicaties over het OCMW keken wij na, zoals de Stadsgids, ‘Met weinig geld overleven in Gent’, de seniorengids, … De Informatiedienst zorgde voor de verspreiding van folders van externen naar de verschillende diensten van SD. In september 2010 verspreidde de dienst Communicatie de Infokrant aan iedere Gentse burger. De thema’s van SD volgde de Informatiedienst SD inhoudelijk en vormelijk op. We bouwden in 2010 samen met de dienst Communicatie een nieuw intranet uit. Vóór de lancering in december 2010 gingen we bij elke dienst van SD langs om het nieuwe intranet voor te stellen. Op die manier konden we de suggesties van de medewerkers nog verwerken en het intranet afstemmen op ieders behoefte. De Informatiedienst dacht –samen met de dienst Communicatie- in 2010 na over de opbouw van een nieuwe OCMW-website. Naar aanleiding van een vraag uit de ondersteunende LSB-werkgroep ‘Proactieve dienstverlening’, deed de Staf een bevraging bij (potentiële) doorverwijzers over hun informatienoden over het OCMW Gent. De resultaten van de bevraging stelden we voor aan de dienstverantwoordelijken SD, de Informatiedienst en de dienst Communicatie. Bij de uitbouw van een nieuwe OCMW-website in 2011 zullen we de voorstellen, geformuleerd door de doorverwijzers, integreren.

Page 85: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

85

De Informatiedienst actualiseerde ook de modules BCSD. Modules zijn standaard tekstfragmenten die maatschappelijk werkers gebruiken voor het opmaken van hun sociaal verslag. Deze modules stonden ook in de betekening van de beslissing naar de klanten. In 2010 beheerden we verder de formulierendatabank ‘DSZ-formulieren’. De medewerkers vonden hier alle standaarddocumenten, nodig voor de hulpverlening. In 2010 bouwden we de brievendatabank ‘Brieven SD’ verder uit. Deze databank bevatte standaardbrieven die de SD-medewerkers nodig hebben in hun communicatie naar klanten. Dankzij SD-brieven verstuurde het OCMW eenvoudige, duidelijke en uniforme (over de wijken heen) brieven. In 2010 herschreven we de brieven voor De Baai en het OTC en werden de GPMI’s aangepast. We ondersteunden onze collega’s ook bij het communiceren van bepaalde projecten. Zo hielpen we mee aan de opmaak van een intern communicatieplan binnen SD, dat we begin 2011 aan de dienstverantwoordelijken voorstellen.

10.3 Lokaal Sociaal Beleid en cel Armoedebestrijding

List break2 a. Lokaal Sociaal Beleid Gent

Een Staflid coördineert, samen met collega’s van de Stad Gent en het Welzijnsoverleg Regio Gent, het Gentse Lokaal Sociaal Beleid. De vele partners in het Gentse Lokaal Sociaal Beleid (LSB) werkten ook in 2010 intensief samen aan de toegankelijkheid van de hulp- en dienstverlening in Gent. Dit gebeurde door de uitvoering van het jaaractieplan 2010. Hierin stonden tientallen uiteenlopende intersectorale projecten die sociale knelpunten aanpakten. Sommige van deze acties zetten de acties van vorig jaar voort, andere waren volledig nieuwe projecten. Sommige acties richtten zich expliciet tot de kwetsbare burger, andere meer tot sociale diensten en organisaties. Een paar voorbeelden: • De Nachtopvang voor dak- en thuislozen optimaliseerden we verder en breidden we

tijdens de winter aanzienlijk uit. Naast de 40 extra bedden versoepelden ook de vroegere beperkingen in het gebruik van de acute nachtopvang. Dit maakte het mogelijk dat er tijdens de voorbije winter zo weinig mogelijk mensen onbeschut de nacht doorbrachten in Gent.

• Op 30 november vond onder impuls van LSB Gent de tweede editie van de Gentse Win-Winbeurs plaats. Op deze beurs ontmoetten verenigingen en ondernemingen elkaar om hun vragen en hun aanbod aan elkaar voor te leggen. Op die manier vloeiden ‘matches’ voort of sloten organisaties/bedrijven samenwerkingsverbanden af.

• Naar aanleiding van de werelddag geestelijke gezondheidszorg op 10 oktober coördineerde het LSB diverse activiteiten in Gent rond dit thema.

• Nieuwe projecten startten we op: een project ter ondersteuning van mantelzorgers, een project dat de kloof tussen de hulpverlening aan minderjarigen en aan volwassenen wil verkleinen (‘Bruggen na(ar) 18’), …

Het Gentse LSB bleef duidelijk sterk aandacht hebben voor de onmiskenbare link tussen armoede en gezondheid. We zetten diverse acties op ter bevordering van de toepassing van het Omnio-statuut en de derdebetalersregeling. Bij diverse organisaties en overlegplatformen

Page 86: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

86

organiseerden we hierover toelichtingen en vormingen. We maakten een voorbeeldmap voor doorverwijzers aan en verspreidden een folder. In 2010 verdeelden we 20.000 exemplaren van een herwerkte versie van het populaire adresboekje ‘Met weinig geld (over)leven in Gent’, met allerlei nuttige adressen en tips en een uitgebreid hoofdstuk over gezondheid. Voor de opmaak van het boekje werkten OCMW, Stad Gent en Samenlevingsopbouw samen. De verdeling gebeurde via hulpverleners van talrijke organisaties: OCMW Gent, Stad Gent, CAW Artevelde en Visserij, de Gentse Verenigingen waar Armen het Woord Nemen, de diensten van KRAS (de Koepel van Armoedewerkingen in groot-Gent), Samenlevingsopbouw Gent, de ziekenfondsen, … De papieren versie van het adresboek was vooral bedoeld voor kwetsbare burgers die geen internet hebben. Mensen, die wel toegang hebben tot internet, raadden we aan om de vernieuwde website www.metweiniggeld.be te consulteren. Deze website actualiseerden we regelmatig. Het belang van het thema gezondheid weerspiegelde zich ook in de groei van het overlegforum gezondheid binnen LSB tot een formele gezondheidsraad. Deze raad startte officieel op 1 juli 2010. Hij wil het overleg en de samenwerking tussen de gezondheidsactoren onderling optimaliseren, maar ook met de diensten van Stad Gent en OCMW Gent. Op deze manier streven we naar een integraal Gents gezondheidsbeleid, dat het verbeteren van de gezondheid van de Gentenaars vooropstelt en de ongelijke toegang tot de zorg en gezondheidsbevorderende initiatieven wegwerkt. Het OCMW is met de twee operationele departementen SD en OZ vertegenwoordigd in de algemene vergadering en de dienst Gezondheidszorg van het OCMW zit in het dagelijks bestuur. Net als in 2009, organiseerde het LSB Gent in 2010 een ontmoetings- en uitwisselingsdag. Op 8 oktober brachten we een 200-tal intermediairen samen en informeerden hen over talrijke relevante sociale thema’s, nieuwe ideeën en methodieken, inspirerende voorbeelden. Deze Sociale Trefdag was opnieuw de motor voor netwerking, discussie en inspiratie. Sommige thema’s waren voor het ruime publiek interessant en behandelden we in de ‘breedte’ (innovatie in de sociale sector; leidinggeven zonder bevelen te geven; lokale strategieën tegen thuisloosheid, …). Andere thema’s analyseerden we in kleinere groepen meer in de diepte en waren meer resultaatsgericht (projectmanagement, voorbeelden uit binnen- en buitenland, methodiek straathoekwerk,..…).We boden ook verschillende oefensessies over de rechtenverkenner en de elektronische sociale kaart aan. We richtten ons in de eerste plaats op team- of dienstverantwoordelijken van (sociale) organisaties in en rond Gent. We merkten heel wat interesse van basiswerkers (bijv. maatschappelijk werkers van OCMW en andere diensten, veldwerkers, …), de politiek (kabinetsmedewerkers, raadsleden, …) en directies. Tijdens deze dag stelden we de Sociale Kaart 2010 van Gent voor. Om alle betrokken actoren en de burger blijvend te informeren over het Lokaal Sociaal Beleid en hun projecten, gebruikten we de ondertussen vertrouwde website www.lokaalsociaalbeleidgent.be en verspreidden we regelmatig nieuwsbrieven. In 2010 voerde de cel Lokaal Sociaal Beleid een tussentijdse evaluatie. De resultaten van deze evaluatie presenteren we in het voorjaar 2011.

Page 87: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

87

b. Cel Armoedebestrijding

Door een intense samenwerking tussen de cel Lokaal Sociaal Beleid en de cel Armoedebestrijding bewaakten we de link tussen armoedebeleid en sociaal beleid. Begin 2009 ontstond in de schoot van het Gentse Lokaal Sociaal Beleid de Cel Armoedebestrijding, met als kernopdracht het thema armoede(bestrijding) verder op de beleidsagenda van alle diensten van Stad en OCMW te zetten. Een staflid vertegenwoordigt het OCMW in de Cel Armoedebestrijding. Deze cel kwam in 2010 op kruissnelheid. Zeker in het Europees Jaar ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting vervulde deze cel een zeer belangrijke rol. In 2010 stelde de cel Armoedebestrijding het indicatorenrapport ‘Met meer cijfers bouwen aan een beleid tegen armoede’ voor aan alle wijkgebonden welzijnsoverleggen, diverse organisaties en overlegplatforms. Een werkgroep met vertegenwoordigers van elk departement van Stad en OCMW Gent werkte in 2010 vanuit hun respectievelijk departement één of meerdere maatregelen uit met een positieve impact op personen die in armoede leven. De dialooggroep van de Emancipatorische Werking stelde een charter ‘klantenparticipatie’ op. De lokale dienstencentra engageerden zich om één derde van hun activiteiten financieel laagdrempelig of zelf gratis te maken. Het OTC werkte een project rond opvoedingsondersteuning uit voor ouders in een artikel-60-tewerkstelling. Ook de departementen van Stad Gent ondernamen diverse acties. De cel Armoedebestrijding bood in 2010 ondersteuning aan de actoren op het veld en een aantal onder hen kregen ook financiële ondersteuning. We organiseerden regelmatig overleg met de verenigingen waar Armen het Woord Nemen, vrijwilligers, hulporganisaties en mensen uit de doelgroep. Sinds 2010 is de cel Armoedebestrijding een vaste deelnemer aan de Gentse Overlegtafel (GOT), het overleg van de erkende Verenigingen waar Armen het Woord Nemen. Ook dit jaar riep de cel Armoedebestrijding de week voorafgaand aan 17 oktober (de werelddag van verzet tegen extreme armoede) uit tot ‘Week tegen de armoede’. Tal van organisaties of samenwerkingsverbanden werkten initiatieven uit: van kooklessen tot lunchwandelingen, van tentoonstellingen tot debatten, … Ook Victoria de Luxe stelde zijn sociaal artistiek project ‘Arbeid voor allen! (maar niet te veel)’ voor en er was een internationale première van de film ‘Miss Homeless’. De cel Armoedebestrijding was verder ook een belangrijke partner in het Gentse Netwerk Vrijetijdsparticipatie (zie boven).

Page 88: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

88

10.4 Activering van cliënten: opvolgmeting

In de Beleidsnota 2007 – 2012 staat de bestuursbeslissing om de doorstroom van leefloners naar de reguliere arbeidsmarkt, sociale tewerkstellingsprojecten of sociale activeringsprogramma’s met 50% te verhogen. In 2008 startten we een nulmeting op waarbij iedere maatschappelijk werker en trajectbegeleider van het OTC een manuele registratie deed. Deze registratie toonde hoeveel cliënten in een activeringsproject zaten en hoeveel er doorstroomden naar de arbeidsmarkt in januari 2008. In 2009 en 2010 herhaalden we deze oefening. De ‘opvolgmeting’ toonde de stijgende zichtbaarheid aan van de activeringsgedachte binnen onze organisatie. List break2 a. Ondersteuning in de registratie

De staf SD werkte aan een automatisering van de registratie. Zo verliep de manuele telling in 2010 voor een stuk automatisch. We lieten de mogelijkheid om de vooringevulde data te corrigeren door de maatschappelijk werker of trajectbegeleider. Deze gegevens vulden we vooraf in, bijvoorbeeld alle: • studenten leefloon < 25 jaar;

• leefloon- en levensminimumgerechtigden met een contract artikel 60;

• leefloon- en levensminimumgerechtigden zonder lopende beslissing tot toekenning leefloon/levensminimum op 31 januari 2010 alsook de reden van de stopzetting zoals aangeduid in het BC verslag/Betaalfiche;

• 65-plussers;

• deelnames aan Nederlandse taallessen uit de NT2 database.

b. Resultaten

Op 31 december 2009 telden we 4.684 leefloners en levensminimumgerechtigden. Onderstaande tabel vergelijkt het jaarlijks aantal cliënten leefloners en levensminimumers telkens op 31 december van het desbetreffende jaar. Het aantal leefloongerechtigden steeg jaar na jaar. Het aantal gerechtigden op levensminimum steeg in 2009 opnieuw, na een eerdere daling in 2008.

31 dec. 2007 31 dec. 2008 31 dec. 2009 Aantal leefloners 3.821 3.959 4.728 Aantal levensminimumers 853 725 795 TOTAAL 4.674 4.684 5.523

Page 89: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

89

c. Drie groepen

c.a De ‘uitstromers’

Cliënten van wie de maatschappelijk werker het leefloon of levensminimum stopzette in januari 2010, heten ‘uitstromers’. Dit zijn cliënten die op 31 december 2009 wel nog leefloon of levensminimum ontvingen, maar de volgende maand niet meer. Op 31 januari 2010 ontvingen 249 cliënten geen leefloon of levensminimum meer. Dit is 4,5% van de doelgroep. Ten opzichte van vorig jaar betekende dit enkel in absolute aantallen een minimale stijging. Sinds juli 2009 startten we met de permanente registratie van de reden van stopzettingen leefloon en levensminimum. Op basis van deze registratie konden we de voornaamste redenen van uitstroom als volgt indelen: Absoluut Procentueel Voldoende gezinsinkomsten: werkloosheidsvergoeding 37 14,9% Betrokkene/samenwonende heeft werk gevonden 36 14,5% Gemeente verlaten 34 13,7% Voldoende gezinsinkomsten: sociale uitkeringen 21 8,4% Mogelijkheid voldoende bestaansmiddelen: niet uitputten rechten 15 6,0% Samenwoonst met partner met voldoende inkomsten 15 6,0% Afstand van rechten (biedt zich niet meer aan) 14 5,6% Stopzetting art 60 (dringend ontslag, onderlinge toestemming) 7 2,8% Detinering 5 2,0% Administratieve stopzetting 5 2,0% Geen legaal verblijf meer 4 1,6% Geen aangifte gewijzigde toestand (verblijf, financ of gezinstoestand) 3 1,2% Wisselend loon 2 0,8% Tijdelijke onderbreking: verblijf in buitenland, vakantiejob 2 0,8% Overlijden van betrokkene 2 0,8% Niet voldoen aan voorwaarden werkbereidheid 2 0,8% Weigerachtig/ geen medewerking sociaal onderzoek 2 0,8% (Nog) onbekend 43 17,3% TOTAAL 249 100%

c.b De (tijdelijk) ‘niet-activeerbaren’

Bij 552 cliënten of 10,1% gaf de maatschappelijk werker aan dat één van onderstaande redenen van toepassing was op hun cliënt in januari 2010: • (nakende) detentie;

• bevalling;

• opname psychiatrie of ziekenhuis;

• voorschotten op uitkeringen;

• precair verblijfsstatuut;

• een korte schorsingsperiode;

• leeftijd van 65-plus.

Page 90: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

90

De reden ‘nakende detentie, bevalling of opname psychiatrie/ ziekenhuis’ bleek de meest dubbelzinnige reden te zijn binnen de manuele registratie. De andere redenen van niet-activeerbaar zijn minder vatbaar voor interpretatie. Door de analyse van de maatschappelijk werker in het opmerkingenveld, werd dit niet altijd aanvaard als reden. Wanneer de maatschappelijk werker bijvoorbeeld bij de opmerkingen schreef dat er psychische problemen waren, corrigeerde de Staf dit naar de code ‘nam aan geen enkel activeringsproject deel’. De tijdelijke billijkheidsreden ‘opname psychiatrie of ziekenhuis’ is namelijk enkel van toepassing in de gevallen waar er echt sprake is van een opname.

c.c De activeerbaren

85,4% of 4.685 van de 5.486 leefloon- en levensminimumgerechtigden van wie we de activeringsinspanningen registreerden, behoorde tot de groep van ‘activeerbaren’. Hiermee bedoelen we de cliënten van wie leefloon of levensminimum in de loop van januari 2010 niet werd stopgezet en voor wie de genoemde billijkheidsredenen tot vrijstelling van activering, niet golden. Van deze activeerbaren werden: • 1.036 cliënten of 22,1% begeleid door het OTC.

• 3.649 cliënten werden opgevolgd door het wijkwerk of een andere themadienst dan het OTC. Daarvan volgden 2.203 cliënten één of andere vorm van een activeringstraject. Dat kan een opleiding zijn, taallessen of deelname aan één van de projecten van de themadiensten. Dit is een aanzienlijke toename ten opzicht van 2009 toen 1.794 cliënten geregistreerd stonden in een activeringstraject (buiten het OTC). De overige 1.446 cliënten zitten nog in hulpverlening waarbij medisch, sociale of andere belemmeringen maken dat activering nog niet is opgestart.

Wanneer we zowel naar de geactiveerde in het wijkwerk of in een themadienst als naar de geactiveerde in het OTC kijken, zien we dat zij in totaal 60,7% vertegenwoordigen van de activeerbaren. Dit gaat over 2.844 cliënten die in januari 2010 deelnamen aan 3.287 activeringsprojecten. Dit is zowel procentueel als absoluut een stijging ten opzichte van januari 2009. Toen nam 58,5% (N=2 211) deel aan een activeringsproject.

Activeerbaren januari 2010

14%

47%8%

31%

OTC- Deelname

Wijk/Themawerk-DeelnameOTC- nog geen deelname

Wijk/Themawerk- noggeen deelname

Page 91: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

91

d. Activeringsprojecten

Onderstaande tabel geeft meer informatie over het aantal deelnames aan de specifieke activeringsprojecten: hoeveel leefloon- en levensminimumgerechtigden namen in januari 2010, 2009 en 2008 deel aan deze activeringsprojecten? We zagen dat de deelnames ook in stijgende lijn zijn ten opzichte van het jaar daarvoor. Opgelet: één cliënt kan aan meerdere activeringsprojecten deelnemen. 2008 2009 2010 Nederlandse taallessen 561 804 1181 Studenten (voltijds dagonderwijs) 593 603 668 Tewerkstelling op reguliere arbeidsmarkt 322 302 353 Artikel 60 (voltijds en deeltijds) 296 220 268 MO- Onthaalbureau 19 133 358 Beroepsopleiding 105 129 143 EP-werking 14 56 43 Jobintra 0 44 48 Sollicitatietraining VDAB 17 35 37 Vrijwillig minimum 0,5 d/week 19 32 32 Tweede kansonderwijs 15 21 23 Screening 9 14 20 Wep+ 5 11 19 Inkomsten uit artistieke activiteit 6 9 5 Arbeidzorg buiten OCMW 3 9 24 Middenjury 4 8 6 Werkstage 8 8 13 Arbeidszorg binnen OCMW 23 7 4 Via 0 8 11 Activaplan 10 7 1 Sine 10 6 14 Voorzet 3 6 0 Technische vorming 0 6 0 Jobwerkbank 8 4 16 Vooropleiding PBO/PBK 5 0 0 Voortraject allochtonen 19 0 0 TOTAAL AANTAL DEELNAMES 2074 2482 3287

Page 92: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

92

11 Een open deur dichtbij

11.1 Centraal Onthaal

Adres Sint-Martensstraat 13 9000 Gent Aantal personeelsleden Centraal Onthaal: 7,5 voltijds equivalenten 9 koppen List break2 a. Doelstelling

Centraal Onthaal is een laagdrempelig aanspreekpunt voor alle Gentse burgers en organisaties met als doel het doorverwijzen van vragen naar het intern- en extern hulpverleningsaanbod op maat van de hulpvrager. De hulpvraag kan diverse vormen aannemen, namelijk informatie, advies, doorverwijzing, ... . We bieden op een snelle en adequate wijze een antwoord op elke hulp- en/of informatievraag. Hierbij staan klantvriendelijkheid en kwaliteit van de dienstverlening centraal. b. Realisaties

Voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni ontvingen we 1.348 personen van wie we: • 303 doorverwezen naar een interne dienst met als gevolg de opening van een dossier;

• 1.045 contacten informatie en/of advies aanboden.

Voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2010 beantwoordden we 2.032 telefoons. In 2010: • verwerkten we 565 berichten van de telefooncentrale;

• beantwoordden we 352 brieven;

• beantwoordden we 597 externe e-mails;

• beantwoordden we 621 externe e-mails doorgestuurd naar interne diensten;

• verrichten we acht sociale onderzoeken waarvan vier in functie van een voorstel tot kwijtschelding van schulden en vier in functie van een vraag tot tussenkomst bij de Koningin.

Deze cijfers kunnen we niet vergelijken met voorgaande jaren omdat ze maar over een half jaar gaan wegens structurele en inhoudelijke veranderingen in 2010 (zie volgende punt).

Page 93: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

93

c. Veranderingen

• Sinds september 2010 smolt het Onthaal Vreemdelingen samen met het Centraal Onthaal vanwege inhoudelijke raakvlakken.

• Op 1 juni 2010 startte (na een periode van ontwikkeling) de onthaalmodule voor alle onthaaldiensten binnen OCMW Gent. Deze biedt als voordeel dat we de informatie van verschillende onthalen kunnen delen met andere onthalen. Voor de cliënt heeft dit tot gevolg dat de onthaaldiensten zeer laagdrempelig en klantvriendelijk werken. Hij moet niet steeds opnieuw zijn verhaal vertellen omdat we de al verleende informatie opnamen in de onthaalmodule. Ook voor de onthaalmedewerkers biedt dit een meerwaarde. Zij doen het onthaalgesprek gerichter en werken verder met de aanwezige informatie. Zo winnen beide partijen tijd.

11.2 Welzijnsbureaus

Adres:

WB Bloemekenswijk Francisco Ferrerlaan 273A, 9000 Gent WB Brugse Poort Kempstraat 150, 9000 Gent WB Gent Noord Edward Anseeleplein 7, 9000 Gent WB Gent Zuid Campus Prins Filip, Offerlaan 2, 9000 Gent WB Ledeberg/Gentbrugge Emiel Hullebroeckplein 1, 9050 Gentbrugge WB Macharius-Heirnis Edward Anseeleplein 7, 9000 Gent WB Nieuw Gent Rerum Novarumplein 180, 9000 Gent WB Sint-Amandsberg Wittemolenstraat 89, 9040 Sint-Amandsberg Aantal personeelsleden:

Dienst voltijds equivalenten koppen

WB Bloemekenswijk 18,55 23 WB Brugse Poort 28,5 30 WB Gent Noord 49,05 55 WB Gent Zuid 22,2 25 WB Ledeberg/Gentbrugge 22,2 23 WB Macharius-Heirnis 5 5 WB Nieuw Gent 21,8 25 WB St.-Amandsberg 26,3 29 Totaal 201,1 224

Page 94: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

94

11.2.1 Welzijnsbureaus en antennes

De negen welzijnsbureaus liggen verspreid in de verschillende Gentse wijken. We willen via een decentraal aanbod laagdrempelige hulp- en dienstverlening aanbieden zodat iedere inwoner van Gent een menswaardig leven kan leiden. Deze negen welzijnsbureaus zijn de eerste aanspreekpunten en bieden extra aandacht aan de kwetsbare groepen. De personeelsleden in de welzijnsbureaus helpen zo mee aan de maatschappelijke integratie voor iedere burger. Naast de negen welzijnsbureaus zijn er nog een aantal antennes. Een antenne is een plaats waar een maatschappelijk werker zitdag houdt op een locatie die niet van het OCMW is. Onze antennes liggen in de Muide, Zwijnaarde, het Scheldeoord, Oostakker, Brugse Poort, Mariakerke, Rabot, Gentbrugge en St.-Denijs-Westrem. Naargelang de grootte van de antenne (zie kaart), houden maatschappelijk werkers één tot vijf zitdagen per week in gebouwen van de stad. Zo bieden we onze dienstverlening nog dichter in de buurt van iedere burger aan.

.

Page 95: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

95

11.2.2 Welzijnsbureau: een open huis en samenwonen met anderen

De welzijnsbureaus zijn open huizen waar mensen aankloppen met vragen van sociale, administratieve, financiële, psychologische of juridische aard. In sommige welzijnsbureaus zitten we samen met andere diensten zoals Kind en Gezin, de stedelijke Buurtwerking, een wijkgezondheidscentrum, Samenlevingsopbouw, Intercultureel Netwerk Gent vzw, de Woonwinkel, het wijkrestaurant of het sociaal-cultureel luik van ’t Vindcentje … In Sint-Amandsberg is er in 2010 één partner bijgekomen, namelijk vzw Uilenspel. Deze vzw biedt huistaakbegeleiding voor kinderen van het eerste en tweede leerjaar uit de wijk. We zijn niet alleen samen gehuisvest maar komen ook samen naar buiten. Onze welzijnsbureaus stellen de deuren open voor anderen, zoals tijdens activiteiten bewonersgroepen, vergaderingen van externe organisaties, .… Op 10 oktober 2010 vierden we het tienjarig bestaan van welzijnsbureau Nieuw Gent List break2 a. Het startpunt in de hulpverlening

In de welzijnsbureaus starten alle hulpvragen. De burger meldt zich aan met een vraag die we beantwoorden met een waaier van diensten in het OCMW. Een aantal gespecialiseerde diensten organiseren hiervoor een zitdag in het welzijnsbureau om nog toegankelijker te zijn voor de burger, bijvoorbeeld de Psychologische dienst, de Juridische dienst en de Energiecel. De dienst Interculturalisering biedt ook vaste consultatiemomenten aan in de welzijnsbureaus. Wij vinden het belangrijk dat anderstalige cliënten goed hun rechten en plichten begrijpen. Bij een groot deel van onze anderstalige cliënten is dit alleen mogelijk met een tussenkomst van een intercultureel begeleider (ICB’er)/intercultureel medewerker (ICM’er), die tolkt en duiding geeft in sommige situaties. De welzijnsbureaus (en hun antennes) namen in 2010 3.739 nieuwe aanvragen op, die leidden tot het openen van een dossier en de opstart van een begeleiding. Onderstaande tabel geeft het aantal huishoudens weer dat op 31 december 2010 in begeleiding was bij de welzijnsbureaus, de dienst Thuislozen of Vreemdelingen. Deze boden een integrale hulpverlening aan. In totaal werden 8.765 huishoudens in een welzijnsbureau, Thuislozen of Vreemdelingen begeleid. Dit is een stijging van 4,7% ten opzichte van vorig jaar (eind 2009: 8.370 huishoudens). Tellen we daarbij ook nog de huishoudens die in één van de andere thematische diensten van het departement Sociale Dienstverlening (SD) wordt geholpen, dan komen we op een totaal van 10.437 huishoudens.

Page 96: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

96

Aantal huishoudens in begeleiding bij één van de welzijnsbureaus, Thuislozen, Vreemdelingen of andere themadiensten binnen SD op 31 december 20102:

WB Gent Noord 1.897 WB Sint-Amandsberg 1.134 WB Brugse Poort 1.085 WB Gent Zuid 884 WB Nieuw Gent 706 WB Bloemekenswijk 613 WB Gentbrugge 403 WB Ledeberg 384 WB Macharius 319 TOT. WELZIJNSBUREAUS 7.425 Thuislozen 351 Vreemdelingen 989 TOT. INTEGRALE HULPVERL 8.765 Andere thematische diensten (Gezondheidszorg, Wonen, Energiecel, …) 1.672 TOT. INTEGR. + THEMAT. HULPVERL 10.437

Wanneer we dit afzetten tegenover het totaal aantal Gentse huishoudens3, dan stellen we vast dat 9% eind 2010 op één van de diensten van SD beroep deed (eind 2009: 8,5%). Onderstaande grafiek geeft de verhouding van het aantal huishoudens in hulpverlening bij OCMW Gent weer ten opzichte van het aantal huishoudens per stadswijk. We geven deze verhouding ook weer op de kaart van Gent. De wijken Rabot-Blaisantvest, Sluizeken-Tolhuis-Ham en Muide-Meulestede-Afrikalaan kennen het hoogste aandeel huishoudens in hulpverlening ten opzichte van het totaal aantal huishoudens (18% of meer). Daarentegen zijn in de wijken Drongen en Zwijnaarde minder dan 2% van de huishoudens in hulpverlening bij OCMW Gent.

2 Bron: New Horizon. 3 Aantal officieel geregistreerde huishoudens in het bevolkings- en vreemdelingenregister.

Page 97: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

97

Grafiek 1. % huishoudens in hulpverlening tegenover totaal aantal huishoudens per stadswijk:

0,00%

5,00%

10,00%

15,00%

20,00%

25,00%Ra

bot

-Bla

isan

tves

tSl

uize

ken

-Tol

huis

-H

amM

uide

-M

eule

sted

e -A

frik

alaa

nN

ieuw

Gen

t -U

ZBr

ugse

Poo

rt -

Rooi

gem

Bloe

mek

ensw

ijkLe

debe

rgW

ater

spor

tbaa

n -E

kker

gem

Dam

poor

tEl

isab

ethb

egijn

hof

-Pap

egaa

iM

acha

rius

-H

eirn

isG

ENT

ALG

EMEE

NBi

nnen

stad

Oud

Gen

tbru

gge

Mos

cou

-Vog

elho

ekSt

atio

nsbu

urt

Noo

rdG

entb

rugg

eSi

nt A

man

dsbe

rgSt

atio

nsbu

urt

Zuid

Won

delg

emM

aria

kerk

eSi

nt D

enijs

Wes

trem

Kana

aldo

rpen

en

-zon

eO

osta

kker

Dro

ngen

Zwijn

aard

e

Page 98: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

98

Legende

1,9% - 5,9%6% - 9,8%9,9% - 13,7%13,8% - 17,7%17,8% - 21,6%

Verhouding aantal huishoudens in begeleiding t.o.v. het totaal aantal huishoudens

31/12/2010

Bron: OCMW Gent

b. Activering start in het welzijnsbureau

Elke activering start in het welzijnsbureau. De maatschappelijk werkers leggen samen met de traject- en groepsbegeleiders het activeringstraject van elke cliënt vast. Naargelang de competenties van onze cliënt verwijzen wij naar het aanbod dat bij hem of haar past. Taalactivering neemt hierbij een belangrijke plaats in.

Page 99: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

99

c. Groei naar Sociaal Huis

Baliemedewerkers hebben het eerste contact met de burger. Zij hebben een cruciale rol in de verdere ontwikkeling van het Sociaal Huis. Baliemedewerkers ontvangen de burger, verwijzen de cliënten naar de maatschappelijk werkers, behandelen kleine informatieve vragen en doorverwijzingen, laden de budgetmeter op, verdelen de huisvuilzakken en bieden hulp bij het gebruik van de publieke pc’s. Momenteel stellen we in twee welzijnsbureaus (Sint-Amandsberg en Gent Noord) een publieke pc ter beschikking. In 2010 voerden we in twee welzijnsbureaus (Nieuw Gent en Brugse Poort) een toegankelijkheidsscan uit. Met deze ‘scan’ hebben we de toegankelijkheid van twee locaties gemeten en deden we verbetervoorstellen voor de balies en de onthalen van alle welzijnsbureaus. Bij de scanoefening kregen we de ondersteuning van het VVSG. De toegankelijkheidsscan is een instrument voor zelfevaluatie. We evalueerden de lokale dienst- en hulpverlening op vlak van toegankelijkheid. Toegankelijkheid vertaalt zich in zeven basisprincipes of de zeven B’s: bekendheid, bereikbaarheid, betrouwbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid. De scan is een uitgebreide vragenlijst gebaseerd op de zeven B’s en is ontwikkeld door de VVSG. Het object van de scan, het onthaal van twee welzijnsbureaus, beïnvloedde de samenstelling van de evaluatiegroep. Per welzijnsbureau werkte een baliemedewerker, een onthaalmaatschappelijk werker en een hoofdmaatschappelijk werker mee. In drie sessies van telkens een halve dag legden we heel wat vragen voor aan de groep. Bijvoorbeeld: bij welke vragen stuurt de baliebediende een burger door naar een onthaalmaatschappelijk werker, wat zijn prioritaire taken aan de balie, …Het resultaat leverde heel wat informatie op over de ervaren knelpunten op vlak van een toegankelijk onthaal. Ook probeerden de deelnemers acties voor te stellen die een antwoord kunnen bieden op de gemaakte analyse. Eind juni 2010 organiseerden we voor baliemedewerkers van diverse diensten in SD een infosessie sociaal huis. We gaven uitleg over het concept sociaal huis, we brieften de resultaten van de toegankelijkheidsscan en stonden stil bij wat de ‘balie van de toekomst’ kan zijn en welke acties hierin kaderen. De actievoorstellen en de structurele acties bespreken we in 2011 op een beleidsteam SD. Dit zijn acties die belangrijk zijn maar minder gemakkelijk om te realiseren. Ze vereisen extra inzet van middelen, zijn complex of vergen een lang realisatietraject. Ondertussen zijn er proefprojecten opgezet: bijvoorbeeld in welzijnsbureau Gent Noord kan een baliemedewerker afspraken inschrijven op de afsprakendag van een maatschappelijk werker. Ook in 2011 zetten we een aantal acties op om het baliewerk in de welzijnsbureaus te ondersteunen. Daarnaast organiseerden we infomomenten/tentoonstellingen in de welzijnsbureaus, zoals de tentoonstelling Fit in je hoofd en de tentoonstelling Copreventie, van Logo Gezond+ vzw. In de Brugse Poort deden we een proefproject studietoelagen in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs en Vorming – Afdeling Studietoelagen. In de Bloemekenswijk organiseerde het welzijnsbureau samen met de emancipatorische projecten, het buurtwerk, de gebiedsgerichte werking en de vzw Jong en vrijwilligers uit de buurt de gezamenlijke activiteit ‘het terras’. Tijdens deze activiteit konden de bezoekers van de jaarlijkse rommelmarkt kennis maken met de plaatselijke organisaties die zich richten naar mensen in armoede.

Page 100: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

100

Ondertussen werkten we, onder meer onder impuls van het lokaal sociaal beleid, verder aan onze visie op het concept Sociaal Huis voor Gent. • Hoe willen we ons in de toekomst verder organiseren en ontwikkelen naar de burger?

• Hoe moet een balie, als eerste contactpunt met de burger eruit zien?

• Wat moet er precies aangeboden worden aan een loket en hoe?

• Zijn we voldoende dicht bij de burger ingebed?

Aan de hand van de analyse van een aantal concrete locaties (Campus Prins Filip en wijk Sint-Amandsberg) verfijnden we een aantal criteria en onze keuze tot profilering in de wijk. We zochten hierbij ook naar de linken met de Stad Gent. In een eerste fase van uitwerking maakten de twee operationele departementen, Sociale Dienstverlening en Ouderenzorg een inventaris van welke ‘producten’ de loketten van de welzijnsbureaus en de lokale dienstencentra aanbieden aan de burger. We bekeken hierbij ook wat dit precies inhoudt: informatie geven, doorverwijzen naar andere diensten of effectief het product aanbieden. Vanuit deze inventaris werken we vervolgens aan een pakket van producten dat een ‘sociaal huis’-loket minimaal moet aanbieden. We onderzoeken ook welke producten van externe partners we eventueel opnemen. Dit gebeurt door een gemengde werkgroep met medewerker van verschillende functies uit SD. Elk loket van ons sociaal huis, dus zowel in een welzijnsbureau als in een lokaal dienstencentrum, moet op termijn voldoen aan de criteria van dit pakket. d. Aandacht voor continue verbetering

In de welzijnsbureaus zoeken we naar een continue inhoudelijke verbetering van de hulpverleningsmethodieken bij moeilijke doelgroepen (ex-drugsverslaafden, jongeren met een instellingsverleden, generatiearme gezinnen al of niet met kinderen, schuldhulpverlening). Hierbij krijgen we ondersteuning van onze Psychologische en Juridische dienst. We kijken op een continue en kritische wijze naar onze financiële en materiële hulpverlening. Elk welzijnsbureau waar de burger zich aanmeldt, biedt een gelijke financiële hulpverlening aan. Deze absolute voorwaarde garandeert het OCMW aan elke burger. Hiervoor hebben we verschillende instrumenten: de lijnbewaking in het Beleidsteam, het draaiboek, algemene beleidsbeslissingen van BCSD Algemene Zaken, geijkte modules, ... e. Samenwerking in de wijken

De welzijnsbureaus in de verschillende wijken werkten intensief samen met derden. Daarnaast zijn de welzijnsbureaus traditiegetrouw een partner in de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie en het buurtfeest van elke wijk. Gezamenlijke wijkprojecten in 2010: • In Sint-Amandsberg was er een solidariteitsontbijt in de week van de armoede en een

eindejaarsdrink op 19 december 2010.

• In Nieuw Gent was er de actie ‘gezond en wel’ met als thema alcoholverslaving.

• Een diner voor cliënten uit de Muide in het kader van de Week van de Armoede.

• Dag van de Jeugd in de Scandinaviëstraat met een folder voor de bewoners van deze straat met vermelding van de organisaties in de wijk.

Page 101: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

101

• In Gent Noord hielpen medewerkers mee tijdens de Week van de Armoede in vzw Ateljee, de vzw KRAS (de Koepel van Armoedewerkingen in groot-Gent) en de sociale kruidenier.

• De Bloemekenswijk organiseerde een Energiebesparingsdag in samenwerking met de Energiecel en vzw ReGent.

11.2.3 Welzijnsoverleg

Het welzijnsoverleg brengt alle organisaties met een aanbod ‘hulpverlening’ van de wijk samen. Het OCMW coördineert het welzijnsoverleg, behalve in Gentbrugge-Ledeberg (trekker: Wijkgezondheidscentrum De Botermarkt) en in de Muide (trekker: het Buurtwerk). Het welzijnsbureau Gent Zuid startte in 2010 een eigen lokaal welzijnsoverleg. Een overzicht: Locatie Trekker Contactgegevens

Bloemekenswijk Marc Daelman F. Ferrerlaan 273a, 9000 GENT 09 266 94 85 [email protected]

Brugse Poort Marc Daelman Kempstraat 150, 9000 GENT 09 266 89 70 [email protected]

Gentbrugge-ledeberg Platform hulpverlening Gentbrugge-Ledeberg

Jan De Maeseneer (voorzitter) Leen De Roo (Coördinatie)

Platform hulpverlening Gentbrugge-Ledeberg pa/ Hundelgemsesteenweg 145, 9050 LEDEBERG [email protected]

Gent-Centrum (binnenstad) Lut Kwanten E Anseeleplein 7, 9000 GENT 09 266 91 11 [email protected]

Gent-Zuid (watersportbaan- Ekkergem) Christine Grillaert

Offerlaan 2, 9000 GENT 09 266 35 55 [email protected]

Macharius-heirnis Lut Kwanten E Anseeleplein 7 – 9000 GENT 09 266 91 11 [email protected]

Muide Trekker: Buurtwerk: Lucien De Ridder.

Lucien De Ridder Haanstraat 10, 9000 Gent 09 268 21 21 [email protected]

Nieuw Gent Annie Schouppe Rerum Novarumplein 180, 9000 GENT 09:266.90.23 [email protected]

Rabot-blaisantvest Lut Kwanten E Anseeleplein 7, 9000 GENT 09 266 91 11 [email protected]

Sint-Amandsberg Ann Baudonck

Wittemolenstraat 89, 9040 SINT-AMANDSBERG 09 266 37 10 [email protected]

Sluizeken-Tolhuis-Ham Lut Kwanten E Anseeleplein 7, 9000 GENT 09/266.91.11 [email protected]

Page 102: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

102

List break2 a. Wat deed het welzijnsoverleg (WZO) in 2010?

Het welzijnsoverleg behandelde informatieve thema’s (bijvoorbeeld nieuwe diensten die zich voorstellen) en werkte acties uit op wijkniveau. Het welzijnsoverleg was ook het communicatiekanaal om aan derden belangrijke acties of gebeurtenissen te briefen (bijvoorbeeld de aankondiging van de Week van de Armoede). In 2010 zochten we in het welzijnsoverleg systematisch verder naar organisaties in de wijken die zich openstelden voor arbeidszorg, vrijwilligerswerk, sociale activering en tewerkstelling art. 60. We zetten daartoe een proefproject uit in de wijken Rabot en Nieuw Gent. Vanaf 2010 zijn alle aankondigingen en de verslaggeving van het WZO terug te vinden op de website: www.lokaalsociaalbeleidgent.be. Een greep uit de behandelde informatieve thema’s uit het welzijnsoverleg: • voorstelling van CAW Artevelde - Inloopcentrum Huis Pannestraat;

• Instant A – project Start2Work;

• VDAB - project Integraal werk-welzijnstraject;

• de preventieve acties van de wijkgezondheidscentra;

• Aankondiging opening Pierkespark, aankondiging Oprichting buurtbeheergroep volkstuinen Brughuizeke;

• Lijn 3 en studiedag Precaire Puzzel;

• Hulpverlening en opvang aan daklozen;

• Ivago – sensibiliseringsactie;

• Digipolis – voorstelling digitale week en Gentse digitale kermis;

• voorstelling van CM Midden-Vlaanderen 'maatschappelijk werk en zorg toe';

• voorstelling dienstencentrum Wibier;

• nachtopvang;

• project de katrol, studieondersteuning aan huis;

• project kansarme jongeren op zoek naar werk;

• Europees project nieuwe inwoners op de wijk;

• toeleiding van allochtonen naar thuiszorg (in samenwerking met OZ en ING);

• voorstelling van De Rakkertjes (dienst voor kinderopvang vanuit Stad Gent);

• werkgroep Jeugd van Muide-Meulestede-Afrikalaan;

• project burenbemiddeling, Project psychologe binnen lokaal dienstencentrum Muide-Meulestede;

• project Mantelzorg vanuit Stad Gent;

• Opvang vzw: Gezinsondersteunende pleegzorg en familienetwerkberaad;

• voorstelling vzw De Helpende Hand Zwijnaarde;

• toelichting Community Oriented Primary Care (COPC)-week en week Gezond en Wel;

Page 103: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

103

• voorstelling van het Brugfigurenproject Gent;

• voorstelling van de vernieuwde werking van het Straathoekproject door de straathoekwerkers;

• voorstelling wijkwerk OCMW Gent: we doen meer dan je denkt;

• voorstelling Opvoedingswinkel Gent;

• voorstelling van de dienst Wonen van het OCMW en het project begeleiding van ex-daklozen;

• voorstelling kinderdagverblijf Tierlantuin;

• voorstelling project Gezond (t)huis (logogezond+).

We brachten met het welzijnsoverleg ook plaatsbezoeken, bijvoorbeeld bij de politie, de VDAB-werkwinkel, Kompas, … Tijdens deze bezoeken wisselden we informatie uit en verkregen we een betere samenwerking tussen en toeleiding naar de verschillende organisaties. Op het welzijnsoverleg konden eveneens thema’s aangebracht worden voor het wijkdebat dat in deze legislatuur twee keer per wijk plaatsheeft. Andere overlegstructuren, waarin het welzijnsbureau actief participeert, zijn: • Buurtteam

De coördinatie van het buurtteam gebeurde door het stedelijk Buurtwerk. Het buurtteam bracht alle organisaties samen die een aanbod hebben rond cultuur en vrije tijd/sociale cohesie in de wijk. Het OCMW nam deel aan dit buurtteam en bewaakte de toegankelijkheid van sociale, culturele activiteiten voor de kansengroepen. Hiermee speelde het OCMW in op het realiseren van de missie van het Buurtwerk: ‘het realiseren van sociale cohesie, met bijzondere aandacht voor de zwakke doelgroepen’. • Basisoverleg

Het basisoverleg behandelt alle thema’s van de wijk die niet met hulpverlening en vrije tijd/sociale cohesie te maken hebben: bijvoorbeeld openbaar domein, mobiliteit en groen. De coördinatie gebeurt door de Stedelijke Gebiedsgerichte Werking. De Gebiedsgerichte Werking bewaakt de efficiëntie van elk wijkoverleg. Het doel is dat één organisatie alle informatie krijgt op één overleg en dat de bestaande overlegstructuren hun agenda’s vooraf communiceren. • Buurtfeest

De welzijnsbureaus zijn in de meeste wijken een vaste partner op de nieuwjaarsreceptie en het buurtfeest. Deze gebeurtenissen komen de samenhorigheid van alle organisaties in de wijk ten goede en geven een extra dimensie aan onze laagdrempelige werking. • Regie van de wijken

Er was opnieuw structurele samenwerking tussen gebiedsgerichte werking, stedelijke Buurtwerking en het OCMW om de krijtlijnen en werkpunten van de samenwerking voor 2011 vast te leggen.

Page 104: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

104

11.2.4 Het leefloon en levensminimum in cijfers

11.2.4.1 Toekenningsvoorwaarden en bedragen leefloon/levensminimum

Wanneer iemand geen middelen heeft om in het eigen levensonderhoud te voorzien, kan deze een leefloon aanvragen. Dat is een basisinkomen dat mensen kans geeft op een menswaardig leven. De wet 'Recht op Maatschappelijke Integratie' (RMI) (= 'leefloonwet') van 26 mei 2002 regelt de toekenningsvoorwaarden. De aanvrager van leefloon moet tegelijkertijd aan al de volgende voorwaarden voldoen: List break 1. Nationaliteit (Belg, EU burger en zijn familieleden met verblijfsrecht van meer dan 3

maanden, staatsloze met verblijfsrecht, erkend vluchteling of vreemdeling ingeschreven in het bevolkingregister).

2. Leeftijd (18 jaar of ouder tenzij minderjarig ontvoogd door het huwelijk, ongehuwde minderjarigen met kind(eren) ten laste of zwangere minderjarige).

3. Verblijfplaats (aanvrager moet gewoonlijk en bestendig in België verblijven, zelfs indien hij over geen woning beschikt of niet ingeschreven is in het bevolkingsregister).

4. Ontoereikende bestaansmiddelen.

5. Uitputten van rechten op sociale uitkeringen en onderhoudsgeld.

6. Bereidheid tot werken.

Het OCMW kan aan de betrokkene een aantal zaken opleggen om zo aan de voorwaarden te voldoen. Het OCMW kan bijvoorbeeld vragen aan de cliënt: • taallessen te volgen om de kansen op de arbeidsmarkt te verhogen en zo de

werkbereidheid aan te tonen

• in te gaan op een jobaanbieding

• de procedure inzake persoonlijk onderhoudsgeld verder te zetten

• …

Iemand die niet voldoet aan de nationaliteitsvoorwaarde RMI én hier wettig verblijft, heeft recht op levensminimum. Hij moet wel voldoen aan de andere toekenningsvoorwaarden. Bedragen leefloon/levensminimum vanaf 1 september 2010: Jaarbasis Maandbasis Categorie 1 (samenwonend) € 5.922,53 € 493,54

Categorie 2 (alleenstaand) € 8.883,78 € 740,32

Categorie 3 (persoon die samenwoont met een gezin ten laste) € 11.845,05 € 987,09

Page 105: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

105

Hieronder beschrijven we onze leefloners en levensminimumgerechtigden. We beschrijven hun aantal en kenmerken voor 2010 en vergelijken met de voorgaande jaren. De cijfers van voorgaande jaren hebben we opnieuw getrokken met onze opvraagsystemen die in loop van 2010 opgeleverd werden.

11.2.4.2 Aantal leefloners en levensminimumgerechtigden

In onderstaande tabel plaatsen we de leefloners en levensminimumgerechtigden tegenover de Gentse bevolking4. We doen dit zowel ten opzichte van de totale Gentse bevolking als ten opzichte van Gentse inwoners met een beroepsactieve leeftijd5. Gezien OCMW Gent een aanzienlijk aandeel (11%) studenten onder zijn leefloners heeft, worden ook zij in de onderstaande tabel vernoemd. In onderstaande cijfers, die een momentopname zijn van telkens de laatste dag van het jaar, zien we sedert 2009 een blijvende stijging van het aandeel LL/LM-ers onder de Gentse bevolking. Tegelijkertijd zien we sedert 2006 ook een stijgend aandeel van de studenten met een leefloon.

Leefloon of Levensminimum

LL/LM op 1000 inw LL/LM op 1000 inw (18-64)

waarvan studenten

31/12/2006 4.438 18,9 29,8 2,7 31/12/2007 4.585 19,4 30,3 3,2 31/12/2008 4.588 19,1 29,9 3,1 31/12/2009 5.419 22,3 34,8 3,4 31/12/2010 6.025 24,4 38,1 3,5 Sinds 2008 merken we een stijging van het aantal mensen dat naar het OCMW van Gent komt om er financiële steun te vragen. Een belangrijke vorm van financiële steun is het leefloon en levensminimum (=LL/LM). Onderstaande grafiek geeft het aantal mensen weer dat in een bepaald jaar minstens één dag steun gekregen heeft. Het geeft een totaalbeeld van ons cliënteel waar we ofwel een korte dan wel een langere periode steun aanboden6. Op basis van onderstaande jaarcijfers zien we dat het aantal gerechtigden met leefloon of levensminimum met 12,6 procent steeg ten opzichte van 2009.

4 Dit zijn de officieel ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister. 5 We presenteren de statistiek van de totale bevolking omwille van de vergelijkbaarheid met andere Vlaamse centrumsteden. Toch is deze statistiek niet helemaal correct : cliënten zijn in principe slechts gerechtigd tussen 18 en 65 jaar. Om deze reden presenteren we ook de cijfers van de steungerechtigden tegenover de beroepsactieve bevolking in Gent. 6 In de Jaarrekening 2010 staat vermeld dat 11.461 mensen één of andere vorm van financiële steun van het OCMW kregen (2009: 10.480 mensen). Dat is 4,63 procent van de Gentse bevolking. Het cijfer in de Jaarrekening heeft betrekking op het aantal uitbetaalde cliënten. Het cijfer in de grafiek heeft betrekking op het aantal beslissingen die genomen zijn (wat hoger ligt dan het werkelijk aantal uitbetaalde aantal cliënten). De som van het aantal leefloners en het aantal levensminimumgerechtigden is groter dan het weergegeven totaal LL/LM. Dit komt doordat mensen in een bepaald jaar de overgang kunnen maken van LL naar LM of omgekeerd. Bij het weergegeven totaal zijn deze dubbele cliënten uitgezuiverd.

Page 106: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

106

Cliënten met financiële steun

11341 10958 1084611492

12170

6878 7072 72207870

8866

5695 5875 61866834

7373

1356 1408 1229 1174 1641

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

14000

2006 2007 2008 2009 2010

ClIënten met financiële steun (inclLL/LM)

Cliënten metLeefloon/Levensminimum

# Leefloon

# Levensminimum

Evolutie Leefloon (indexcijfers, januari 2006=100)

80

90

100

110

120

130

140

150

januari

februari

maart

april

mei juni juli

augu

stus

septe

mber

oktober

nove

mber

dece

mber

2006

2007

2008

2009

2010

Gezien de evolutie binnen het leefloon er anders uitziet dan de evolutie binnen het levensminimum, worden deze apart voorgesteld. Hierbij nemen we telkens het aantal cliënten van januari 2006 als referentiepunt. Deze worden gelijkgesteld met index 100. Bij het leefloon zien we ieder jaar een groter aantal leefloners bij het onderling vergelijken van de maanden. Juli en augustus zijn maanden waarop ieder jaar een knik te zien is in de aantallen. Dit kunnen we verklaren doordat leefloonstudenten verplicht zijn een vakantiejob uit te oefenen. In die maand wordt hen geen leefloon verleend. Afgezien van die zomermaanden is de afstand tot de index 100 steeds hoger. Binnen het levensminimum zien we een andere evolutie. Daar zagen we in 2008 een grote daling. Sinds 2009 zien we een bijna onafgebroken stijging7. Ook de levensminimumgerechtigden kennen in juli en augustus een knik. De studenten binnen het levensminimum moeten, net zoals de leefloonstudenten, in de zomervakantie een vakantiejob zoeken. Sinds maart 2010 hebben wij een ongekend hoog aantal cliënten met levensminimum dat blijft stijgen in de daaropvolgende maanden. Wat de kenmerken zijn van deze cliënten komt in een volgend hoofdstuk aan bod.

7 De evolutie binnen het levensminimum loopt voor een gedeelte gelijk met de evolutie van het aantal asielaanvragen in België. In 2009 steeg dit met 48% ten opzichte van 2006. In 2010 was de stijging zelfs al toegenomen tot 72% tegenover 2006.

Page 107: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

107

Evolutie levensminimum (indexcijfers, januari 2006 = 100)

60

70

80

90

100

110

120

130

140

januari

febru

ari

maart

april

mei juni

juli

augu

stus

septe

mber

oktobe

r

nove

mber

dece

mber

2006

20072008

20092010

11.2.4.3 Wie zijn de steungerechtigden

Om zicht te krijgen op onze steungerechtigden gaan we na wat hun sekse is, tot welke leeftijdscategorie ze behoren en wat hun afkomst is. We bekijken de nieuwe en hernieuwde cliënten ook in detail naar hun afkomst. List break2 a. Sekse

In het jaarcijfer van 2010 was er een evenwichtige verdeling tussen mannen (49,7%) en vrouwen (50, 3%). Deze verdeling is niet anders dan de voorbije jaren. b. Leeftijd

Leeftijdsverdeling van de leefloners en levensminimumgerechtigden Leefloon Levensminimum <18 0,2% 0,3% 18-24 28,2% 23,0% 25-29 12,4% 14,6% 30-34 10,5% 14,9% 35-39 9,1% 11,8% 40-44 8,4% 10,9% 45-49 7,7% 8,0% 50-54 8,0% 7,3% 55-59 6,2% 5,2% 60-64 6,3% 2,3% 65+ 3,1% 1,7%

Page 108: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

108

Jongeren zijn de meest kwetsbare groep van steungerechtigden. Ze hebben geen diploma op zak, hebben weinig of geen werkervaring. Jaarlijks maken zij een belangrijk deel uit van de steungerechtigden. We zien een soortgelijke leeftijdsverdeling bij de 2 categorieën van steungerechtigden. Binnen het leefloon zijn de 18-24 jarigen wel iets meer vertegenwoordigd dan binnen het levensminimum. Bij het levensminimum zien we dan weer een grotere vertegenwoordiging van de 30-34 jarigen. c. Afkomst

Het aandeel niet-Belgen blijft ook in 2010 stijgen. Bijna 66 % van de steungerechtigden is niet in België geboren. Dit is 4% meer dan het jaar ervoor. Hoewel het aantal steungerechtigden fors is toegenomen de voorbije jaren, is het aandeel Belgen sterk gedaald. Dit betekent dat de stijging van het aantal cliënten voornamelijk toe te schrijven is aan mensen die niet in België geboren zijn. Grafiek: Evolutie van het aantal steungerechtigden (levensminimum en leefloon) volgens geboorteland.

Opsplitsing steungerechtigden op basis van geboorteland

3109 3084 3007 3055 3047

3769 3988 42134815

5819

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

2006 2007 2008 2009 2010

geboren in Belgie

niet geboren in België

Bij de leefloners is de grootste groep geboren in België. In 2010 is er een grote instroom geweest van de Nieuwe EU burgers. Zij vertegenwoordigen 19,4% in het totaal cliënteel leefloners. Dit blijken voornamelijk Bulgaren en Slovaken te zijn. Europeanen die niet tot de EU behoren nemen een aandeel in van 11,4%. Een aanzienlijk deel zijn Turken (581 personen of bijna 70% binnen deze categorie) en mensen geboren in het voormalig Joegoslavië (215 personen of 26% binnen deze categorie). Het aandeel van 8% Aziaten (exclusief Midden-Oosten) zijn voornamelijk Russen (346 personen of 59% binnen deze categorie), Afghanen (85 personen of 14% binnen deze categorie) en Pakistani (63 personen of 11% binnen deze categorie).

Page 109: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

109

Onderstaande grafiek maakt het aandeel van een bepaalde geboortelandcategorie zichtbaar in het totaal aantal leefloners, alsook het aandeel nieuwe en hernieuwde cliënten daarin.

Het profiel bij de levensminimumgerechtigden ziet er anders uit dan dat van de leefloners. Hier zien we een publiek dat voornamelijk afkomstig is uit Azië, Europa (niet EU) en Afrika. Bijna 37% is geboren in Azië. Dit zijn voornamelijk Russen, Irakezen, Iraniërs en Afghanen. Europeanen die niet tot de Europese Unie behoren, zijn voornamelijk afkomstig uit Rusland of het voormalig Joegoslavië. Binnen de categorie Centraal en Zuid-Afrika, zien we een groot aandeel Ghanezen, Congolezen en Somaliërs. Bij de Nieuwe EU-burgers zien we voornamelijk mensen uit het voormalig Tsjechoslvakije en in mindere mate Bulgaren. We zien hier voornamelijk een grote groep nieuw cliënteel. Maar liefst 47% van de LM-ers in 2010 zijn in dat jaar voor het eerst komen aankloppen bij ons OCMW.

0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500

EU 15

Amerika

Andere

Noord-Afrika

Afrika (Centraal en Zuid)

Azie excl Midden Oosten

Europa niet EU

EU 12+

België

Leefloon: verdeling volgens geboorteland

Gekend

Nieuw

Hernieuwd

0 100 200 300 400 500

EU 15

België

Andere

Noord Afrika

EU 12+

Azie Midden Oosten

Centraal en Zuid Afrika

Europa (niet EU)

Azie excl Midden Oosten

Levensminimum: verdeling volgens geboorteland

GekendNieuwHernieuwd

Page 110: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

110

11.2.4.4 Uitsplitsing van de steungerechtigden LL/LM

OCMW Gent probeert de steungerechtigden op allerlei manieren aan een job op de reguliere arbeidsmarkt te helpen. Via sociale tewerkstelling kunnen cliënten werkervaring opdoen. Cliënten die nog niet klaar zijn voor werk, kunnen deelnemen aan tal van maatschappelijk zinvolle projecten die hun competenties verder helpen ontplooien. Cliënten worden ook doorverwezen naar gepaste opleidingen. Met leefloners en levensminimumgerechtigden jonger dan 25 jaar sluit de maatschappelijk werker een Geïndividualiseerd Project Maatschappelijke Integratie (GPMI) af. Ook wanneer het nodig blijkt afspraken neer te schrijven met en voor de cliënt, sluiten maatschappelijk werkers een GPMI af. Het aantal afgesloten of hernieuwde GPMI’s is sedert 2006 in stijgende lijn. Eind 2009 waren 1.502 lopende GPMI’s. Op 31/12/2010 waren dit er 1.763. 163 hiervan werden afgesloten met daklozen onder ons cliënteel.. Onderstaande tabel brengt ons inzicht over de algemene evolutie van ons cliënteel op basis van maandgemiddeldes. Ten opzichte van 2009 is ons gemiddeld maandcliënteel LL/LM met 19% gestegen. We zien dat we in 2010 terug een stijging realiseren van onze sociale tewerkstellingen. Concreet zien we dat we in 2010 gemiddeld per maand 20% meer sociale tewerkstellingen aanboden dan het jaar daarvoor. We zien ook onze studentenpopulatie met 9% toenemen. Sedert 2009 zijn onze gemiddelde maandelijks nieuwe cliënten toegenomen. Dit zijn zowel nieuwe cliënten die we voorheen nooit zagen als cliënten die wel ooit in een gezin zaten met OCMW steun maar er zelf nooit op gerechtigd waren (bvb omdat ze minderjarig waren). In 2010 zagen we maandelijks gemiddeld iets minder mensen met een geschiedenis van OCMW steunverlening opnieuw naar het OCMW komen. Maandgemiddelde volgens type steungerechtigden Steungerechtigden

LL/LM * Leefloon Levensminimum Sociale

Tewerkstelling Leefloon studenten

Nieuwe cliënten

2006 4.536 3.709 841 370 Onbekend 154 2007 4.659 3.815 861 348 473 155 2008 4.653 3.944 720 295 470 153 2009 5.153 4.464 700 295 498 190 2010 5.999 4.990 1021 354 543 213 * De som van het aantal leefloners en het aantal levensminimugerechtigden is groter dan het weergegeven totaal LL/LM. Dit komt doordat mensen in een bepaald jaar de overgang kunnen maken van LL naar LM of omgekeerd. Bij het weergegeven totaal zijn deze dubbele cliënten uitgezuiverd.

Page 111: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

111

11.3 Aandacht voor vreemdelingen

11.3.1 Onthaal en helpdesk Vreemdelingen

Adres Offerlaan 6 9000 Gent Aantal personeelsleden Vreemdelingen + Cel Intercultureel medewerker/intercultureel begeleider: 33,4 voltijds equivalenten 36 koppen List break2 a. Doelstellingen

De taken van de dienst Vreemdelingen bestaan uit: • het verlenen van informatie, advies, doorverwijzen naar gepaste hulpverleningsinstanties;

• het verzorgen van intakegesprekken voor het onthaal, verbonden aan de themawerking Vreemdelingen.

• het verlenen van advies, informatie en ondersteuning in dossiers van niet-Belgen aan maatschappelijk werkers.

• Het opnemen van aanvragen bij kortdurende hulpverlening, bijvoorbeeld bij schorsing werkloosheidsvergoeding of aanvragen waarbij geen steunverlening mogelijk is.

b. Cijfers onthaal

Van 1 januari tot en met 31 mei 2010 waren er 906 cliëntcontacten. Dit bestond uit: • 527 infovragen;

• 82 vragen tot hulp in administratieve problemen (invullen attesten… );

• 297 intakegesprekken met dossieropening tot gevolg.

We stelden een sterke stijging vast van het aantal cliëntcontacten ten opzichte van de eerste helft van 2009. Dit was een gevolg van de stijging van de doelgroep van de themawerking Vreemdelingen. Om advies, informatie en ondersteuning te bieden in dossiers van niet-Belgen bouwden we de helpdesk verder uit. Een juriste ondersteunde deze helpdesk. In 2010 zijn de cijfers gelijklopend met 2009. De helpdesk beantwoordde gemiddeld tien e-mails per dag. Uit de gestelde vragen bleek dat er een toenemende nood is aan vorming rond het thema Vreemdelingen. In 2010 organiseerde de juriste van de Helpdesk samen met enkele hoofdmaatschappelijk werkers uit de themawerking Vreemdelingen een vorming voor maatschappelijk werkers en de ondersteunende administratie. Voor de kortdurende hulpverlening namen we in de periode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010 18 aanvragen op.

Page 112: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

112

11.3.2 Asielzoekers

In 2011 bleef de trend van 2010 zich verder zetten en waren cliënten uit de illegaliteit goed voor 27 % van de nieuwe aanvragen. Zij dienden een aanvraag in tot regularisatie om medische redenen. Anderzijds viel het in 2010 op dat door de verzadiging van het opvangnetwerk steeds meer asielzoekers zich aanmeldden bij het OCMW om financiële hulp te verkrijgen. In 2010 maakte deze groep 24 % uit van de nieuwe aanvragen. Het verblijfsstatuut van beide groepen is uiterst precair en vergde een meer accurate opvolging en begeleiding. Bovendien konden we geen rechten op sociale zekerheid openen en was er geen of slechts beperkte toestemming tot tewerkstelling.

11.3.3 Interculturalisering van de dienstverlening

List break2 a. Doelstelling

De missie en doelstelling van de dienst Interculturalisering is de communicatie met de allochtone OCMW-cliënten verbeteren om hen te helpen integreren in onze stad. Dit betekent dat allochtonen de Nederlandse taal moeten leren spreken en schrijven. De dienst Interculturalisering helpt mensen toe te leiden naar deze Nederlandse taallessen. Ze informeren anderstalige cliënten over hun rechten én plichten. De context en leefwereld van allochtonen beter begrijpen is belangrijk voor het wederzijds begrip en communicatie tussen hulpverlener en cliënt. De dienst Interculturalisering maximaal inschakelen bij alle hulpverleners van het OCMW is van groot belang voor het tolken in de moedertaal. Zeker als de cliënt het Nederlands niet of onvoldoende beheerst. Sociaal-culturele duiding en/of bemiddeling is een tweede belangrijke opdracht voor deze dienst. Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst (BCSD) doet een beroep op de dienst Interculturalisering voor het tolken van hoorzittingen. Voor de talen die de dienst Interculturalisering niet in huis heeft, doet het OCMW een beroep op de Tolk- en Vertaalservice Gent (TV Gent). b. Het team Interculturalisering

De groep van negen medewerkers bestaat op 30 december 2010 uit twee intercultureel begeleiders/maatschappelijk werkers (ICB/MW) en zeven intercultureel medewerkers (ICM). De ICM’ers staan in voor het tolken en het cultureel duiden. De ICB’ers zijn maatschappelijk werkers die naast tolken, cultureel duiden en bemiddelen, ook hulpverleningstaken opnemen, al dan niet in samenwerking met een collega-hulpverlener van het OCMW.

Page 113: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

113

De beschikbare talen zijn: • Arabisch/Berbers;

• Bulgaars;

• Russisch;

• Spaans;

• Turks.

Voor het tolken van Frans en Engels op de hoorzitting schakelen we OCMW-medewerkers in met een vrijwilligerscontract. Drie van de negen medewerkers werken met een startbaanovereenkomst waardoor ze maar kunnen blijven werken tot de leeftijd van 26 jaar. De aanwerving van nieuwe goede medewerkers verloopt moeilijk. In 2010 slaagden we er niet in om een Slowaakse medewerker te vervangen. c. Consultatiemomenten in de welzijnsbureaus en antennes

Interculturalisering biedt op vaste momenten in de week ondersteuning aan in alle diensten van SD. We gaan ter plaatse en streven naar een betere, directe bereikbaarheid en samenwerking met de diensten. De consultatiemomenten leggen we vast in overleg met de betrokken diensten. In bepaalde diensten is er meer nood aan ondersteuning van de ICM met Bulgaarse taalkennis zoals bijvoorbeeld in de dienst Vreemdelingen bij nieuwe EU-burgers. d. Groepssessies nieuwe EU-burgers op de dienst vreemdelingen/nieuwe EU-burgers

Wekelijks organiseren we samen met de dienst Vreemdelingen verplichte groepssessies voor de nieuwe EU-burgers. Het gaat over de groep cliënten Bulgaren en Slowaken/Tsjechen. Het onthaal verwijst elke nieuwe cliënt door naar de eerstvolgende groepssessie. Daarna kan het steundossier opstarten. De cliënten krijgen informatie over het sociaal zekerheidssysteem in België, het rechten- en plichtenverhaal binnen OCMW Gent, informatie over diensten, …. Als cliënten niet aanwezig zijn op deze sessie, nodigen wij hen uit op de volgende sessie. De groepssessie wordt geleid door een ICB’er, met tolkondersteuning van ICM/ICB’er of een tolk van TV Gent. • 774 cliënten schreven zich in voor de groepssessies, van wie er 553 aanwezig waren.

• 71,45 % van de cliënten was effectief op de groepssessie aanwezig. In 2009 was dit 68 %.

Onderstaande tabel biedt een overzicht van de aanwezigheid per maand en per groepsbijeenkomst. In totaal bedraagt het aanwezigheidspercentage van de groepsbijeenkomst: • Bulgaars/Bulgaars: 68,82 %

• Bulgaars/Turks: 67,65 %

• Tsjechen/Slowaken: 79,23 %

Page 114: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

114

Groepsbijeenkomsten

Bulgaars / Bulgaars Groepsbijeenkomsten Bulgaars / Turks

Groepsbijeenkomsten Slowaaks / Tsjechisch

2010

Ingeschreven Aanwezig Ingeschreven Aanwezig Ingeschreven Aanwezig

Januari 39 8 15 7 5 5 Februari 40 26 31 18 19 21 Maart 52 34 24 17 23 16 April 46 39 4 4 22 32 Mei 30 15 3 3 10 8 Juni 24 15 20 17 19 7 Juli 34 24 0 0 18 15 Augustus 39 33 0 0 27 13 September 34 30 1 1 17 13 Oktober 55 38 0 0 23 18 November 28 23 1 1 21 14 December 44 35 3 1 3 2 Totaal 465 320 102 69 207 164

e. Interculturalisering op de website van OCMW Gent

Het feit dat OCMW Gent tolkondersteuning aanbiedt aan anderstalige cliënten maakten we bekend via de OCMW-website. We geven er een overzicht van de beschikbare tolken in het OCMW. f. Tolkondersteuning hoorzittingen

In 2010 deden we 205 hoorzittingen met tolkondersteuning waarvan we 96 hoorzittingen opnamen binnen onze dienst. 16 hoorzittingen werden ondersteund door vrijwilligers uit OCMW Gent. Deze collega’s tolkten alleen in het Frans of Engels en slaagden voor een taaltest in TV Gent. 93 hoorzittingen vonden plaats met tolkondersteuning uit TV Gent. We vroegen tolkondersteuning bij TV Gent voor de talen die Interculturalisering niet kan aanbieden. g. Tevredenheidsonderzoek SD: enquêtes

Voor het afnemen van enquêtes bij cliënten in hun moedertaal deed de Staf SD een beroep op de dienst Interculturalisering; We werkten mee aan enquêtes voor cliënten die Russisch, Bulgaars, Spaans en Arabisch/Berbers spraken. De ICM’ers Russisch, Bulgaars, Spaans en Arabisch/Berbers contacteerden 52 cliënten van wie er 30 effectief deelnamen aan het interview. De ICM’er ondersteunde telkens het interview. h. Samenwerking en ondersteuning Tolk & Vertaalservice Gent (TV Gent)

TV Gent bood 384,25 uren tolkondersteuning aan het OCMW, waarvan 376 uren aan de Sociale Dienst en 8,25 uren aan Ouderenzorg. We deden voor 19 diverse talen een beroep op TV Gent.

Page 115: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

115

Tabel: aantal tolkuren per taalgroep in 2010.

De grootste groep waarvoor TV Gent tolkte, was het Slowaaks, gevolgd door het Arabisch-Maghrebijns. Er is een daling van de Bulgaarse tolkopdrachten van 93 uur in 2009 naar 34,25 uur in 2010. De verklaring zit in het feit dat er geen permanente ICM-aanwezigheid van deze taalgroep was in het OCMW door bijvoorbeeld loopbaanonderbrekingen en einde contracten van deze personeelsleden. Naast de tolkondersteuning bood TV Gent ondersteuning bij het sociaal vertalen. Een opdracht die onze ICM/ICB’ers niet kunnen opnemen. Voor het OCMW vertaalde TV Gent 30 bladzijden. Kandidaat intercultureel medewerkers/begeleiders verwijst HR door naar TV Gent voor screening talenkennis. Ze voerden vijf screenings ICM/ICB uit voor twee talen: Turks en Slowaaks. Er slaagde één kandidaat ICM Turks tijdens de screenings. De vorming beoogt een verhoging van de kwaliteit van de hulpverlening aan de allochtone cliënten. Deze vorming streeft naar het ontwikkelen van een positieve houding in de samenwerking met ICM/ICB’er, tolken, alsook het stimuleren van het intercultureel denken van de hulpverleners. De vorming is verplicht voor maatschappelijk werkers, hoofdmaatschappelijk werkers, medewerkers Psychologische dienst en medewerkers Juridische dienst. De vorming bouwden we op in samenwerking met TV Gent en organiseerden we op 21 oktober en 9 december 2010. i. Samenwerking met de Psychologische dienst: Integrale Gezinsbegeleiding (IG) en

tolkondersteuning psychologische begeleiding

De ICB’er Turks nam de hulpverlening aan ouders van allochtone afkomst op. Deze ouders kennen ook vaak onvoldoende de Nederlandse taal. Een ICB’er Turks heeft hiervoor tien gezinnen van Turkse afkomst in begeleiding. Voor de psychologische begeleiding

Page 116: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

116

realiseerden we 56 gesprekken met tolkondersteuning. Voor deze gesprekken was in 2010 nog geen tolkondersteuning Spaans en Arabisch/Berbers nodig. j. Tolken Gemeenschappelijk Onthaal Allochtonen (GOAL)

De dienst Interculturalisering tolkt bij de groepssessies GOAL. In groep informeren we de anderstalige steunaanvragers over de dienstverlening van OCMW Gent en hun rechten en plichten. We tolken voor de sessies van de cliëntengroepen Turks, Bulgaars, Slowaaks en Russisch. k. Overzicht ICM/ICB’er ondersteuning 2010

In 2010 namen de ICM/ICB’ers 4.979 individuele opdrachten op. In 2009 bedroeg dit cijfer 3.527. TOTAAL 2010

Jan Febr Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec Totaal

telefoon 54 46 61 53 45 29 20 41 46 70 34 22 521bureau 264 266 374 301 205 165 138 181 283 263 230 274 2944huisbezoek 47 53 38 59 39 45 13 44 30 37 27 39 471andere 88 80 99 95 81 100 36 85 67 72 97 113 1013Onroerend Goederen 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 2

Turks pensioen 3 2 9 6 1 1 0 0 2 2 2 0 28

TOTAAL 456 447 581 514 371 340 207 351 430 444 390 448 4979 Legende: • Telefoon: telefonisch tolken.

• Bureau: bureaugesprekken en tolkopdrachten hoorzittingen.

• Huisbezoek: ICM’er samen met de MW + huisbezoeken ICB’er.

• Andere: telefonisch bericht doorgeven aan cliënt, mondeling toelichten van bijv. document, schrijven aan cliënt,…

• Onroerend Goederen: informatie over de administratieve dienst in Turkije die informatie kan geven over het eventuele bezit van onroerend goed in Turkije.

• Opzoeken Turks Pensioen: via websites zoeken we informatie op over het pensioen van een aanvrager/cliënt.

Page 117: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

117

12 Psychologische dienst

Adres Casinoplein 25-26 9000 Gent Aantal personeelsleden Psychologische Dienst: 7,4 voltijds equivalenten 8 koppen

12.1 Doelstelling

De Psychologische dienst richt zich tot cliënten en gezinnen die vragen naar psychologische hulpverlening, opvoedkundige ondersteuning of psychosociale ondersteuning. We ontvangen cliënten voor een intakegesprek, een gerichte doorverwijzing, begeleiding of therapie. We ondersteunen en werken mee aan het proces van sociale activering bij de cliënten en spelen een belangrijke rol vóór, tijdens en na de activering naar werk. Onze dienst beschikt over testmateriaal dat helpt om situaties te verhelderen of diagnoses te stellen. Bij crisissituaties van gekende en niet-gekende cliënten kunt u onze dienst consulteren. Cliënten krijgen zowel op de dienst zelf als in hun dichtstbijzijnde welzijnsbureau een afspraak met een psycholoog. We plannen wekelijks zitdagen in de regio’s Ledeberg, Gentbrugge, Nieuw Gent, Brugse Poort, Bloemekenswijk, Gent Zuid, WB St. Amandsberg/ themadienst Thuislozenzorg/ WB de Muide, Gent Noord. Ook huisbezoeken behoren tot de mogelijkheid. Dit kadert binnen de principes van laagdrempeligheid, outreachend werken en bemoeizorg die gelden binnen de dienst. In 2010 konden cliënten voor de derde keer instappen in de groepstherapie ‘OpStap’. OpStap bestaat uit een reeks van 28 bijeenkomsten, opgesplitst in modules, waarin we verschillende therapeutische technieken toepasten. Door de positieve ervaringen met groepstherapie in 2008 en 2009, startten we in 2010 ook groepstherapie voor ouders en kinderen. Door de weerbaarheid van ouders en kinderen te verhogen via opvoedingstraining, willen we kansarme kinderen meer kansen geven op integratie in de maatschappij en op het doorbreken van generatiearmoede. Voor deze ouder- en kindertherapie verwierven we subsidies bij de Koning Boudewijnstichting. In 2010 maakten we van psychologische begeleiding aan anderstaligen met een tolk een reguliere taak. We maakten daarvoor gebruik van de interculturele medewerkers en bemiddelaars van het OCMW. We volgden 56 cliënten op met tolk. Bij het werken met tolken richten we ons specifiek op kinderen van anderstaligen, omdat de kinder- en generatiearmoede net aan deze doelgroep nog meer kansen ontneemt voor hun ontplooiing.

Page 118: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

118

We ondersteunden de maatschappelijk werkers in hun samenwerking met de cliënten. Dit gebeurde via overleg, adviezen en casebesprekingen. Deze ondersteuning gold ook voor diensten waar geen zitdag plaatsvond. Enkele voorbeelden zijn: • de dienst Centraal Onthaal;

• pensionwonen De Baai;

• de themawerking Vreemdelingen;

• de themawerking Woningen;

• woonbegeleiding

• en de themawerking Emancipatorische Werking.

Door het extra accent op kinderen en jongeren verhoogde de halftijdse input vanuit de Psychologische dienst naar een voltijdse inbreng van een psycholoog via reallocatie. In 2010 ging opnieuw aandacht naar de ondersteuning van de trajectbegeleiders van het OTC via aanwezigheidsmomenten van een vaste psycholoog. We bemerkten een verhoging van het aantal aanvragen van maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders, om cliënten te screenen in het kader van hun activeringstraject. Regelmatig adviseerden we maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders over de activeringsmogelijkheden van mensen met verslavingsproblemen, mentale, psychische en/of psychiatrische problematieken. Voor deze screenings gebruikten we - naast onze gesprekstechnieken en exploratie van het hulpverleningsnetwerk - objectiverend testmateriaal. Voor de baliemedewerkers van Gent Noord organiseerden we opnieuw intervisie over het leren omgaan met moeilijke cliënten, cliënten met psychische problemen en agressieve cliënten. De hoofdmaatschappelijk werkers kregen vorming, intervisie- en overlegmogelijkheden. Om deze hoofdmaatschappelijk werkers maximaal te ondersteunen, traden we op als moderator bij teambesprekingen. We organiseerden bijvoorbeeld een denkdag voor themawerking Woonbegeleiding en voor de Vakantiewerking. Op vraag van (hoofd)maatschappelijk werkers organiseerden we opnieuw de vorming ‘Depressie, niet kunnen of niet willen’. We gaven de vorming ‘Beroepsgeheim’ op maat van iedere ploeg maatschappelijk werkers. We gaven mee de vorming over maatzorg voor nieuwe maatschappelijk werkers. We ondersteunden met drie psychologen een externe lesgever bij de vorming voor thuis- en daklozen. In 2010 troffen we verdere voorbereidingen voor een vorming rond verslaving en tewerkstelling. De Psychologische dienst had een signaalfunctie bij het uitstippelen van het beleid in de Sociale Dienstverlening. We namen bijvoorbeeld deel aan de werkgroep Activering. Door de vele contacten in de hiërarchische lagen van de organisatie, werkten psychologen mee aan de implementatie van beleidsbeslissingen. We investeerden opnieuw in de centrale aansturing van de Methodische cellen in onze werking. De Methodische cellen boden een vorm aan van gedecentraliseerd werken rond gespecialiseerde thema’s. Dit zijn de methodische cel voor Jongerenwerking, Perspectief en Integrale Gezinsbegeleiding (zie volgende punten). In 2010 kende het Europees Sociaal Fonds (ESF) een kwaliteitslabel toe aan de Psychologische dienst na een audit. Dit zette ons aan om blijvend met de kwaliteit van onze dienstverlening bezig te zijn. Om kwaliteit aan te tonen, moeten we meer (deel)taken meten.

Page 119: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

119

We investeerden opnieuw in onze registraties en we startten op advies van het ESF met het uitschrijven van onze procedures. Dit kwaliteitslabel was noodzakelijk voor de tewerkstelling van een psycholoog, die met subsidies van het ESF het nieuwe project ‘Nieuwe Kansen’ in 2009 en 2010 uitvoerde en afrondde. Zij werkte aan een methodiekontwikkeling voor het tewerkstellen van mensen met een welzijnsproblematiek. We zetten verschillende acties op om het thema kinder- en generatiearmoede op te nemen als rode draad in de hulpverlening (naast de bestaande activeringsopdracht). List break2 a. Initiatieven rond spijbelen en schoolgaan

Er is samenwerking opgestart met Steunpunt Spijbelen. voorbereiding 2010, vanaf 2011 in uitvoering. Er worden verschillende acties gepland in het kader van spijbelen, waaronder ook samenwerken met andere diensten en ook de uitwerking van een handelplan voor maatschappelijk werkers.) Er is reeds een eerste expertise-overdracht lopende vanuit Integrale Gezinsbegeleiding (IG) over spijbelen en schoolsystemen naar het wijkwerk. We hebben aan alle maatschappelijk werkers het spijbelactieplan van Gent toegelicht en de verschillende types van het bijzonder onderwijs uitgelegd. We maakten een document met al deze info zodat de maatschappelijk werkers beter het schoolverleden en de capaciteiten van hun cliënten kunnen inschatten. Er is materiaal aangereikt vanuit de Psychologische Dienst voor maatschappelijk werkers om het schoolgaan bij kleuters bespreekbaar te maken met de cliënten . De vernieuwde inschrijvingsprocedures werden door de psychologische dienst opgevolgd en via de nieuwsbrief hebben we de inschrijvingsprocedures voor de scholen verspreid. We fungeerden als helpdesk indien maatschappelijk werkers of cliënten problemen hadden bij deze procedures. Er zijn ook contacten gelegd met vzw de Katrol die huistaakbegeleiding geeft aan kinderen en jongeren. b. Aandacht voor kinderen in individuele cliëntbegeleiding

In de bestaande hulpverlening op de psychologische dienst komt er extra focus te liggen op opvoedingsondersteuning. Indien nodig wordt voorrang gegeven aan dossiers rond activering, opvoedingsondersteuning en kinderen- en jongerenbegeleiding. Er wordt specifiek didactisch hulpverleningsmateriaal aangeleverd aan de MW’s om zelf opvoedingsondersteuning te geven.. c. ECM (etnisch culturele minderheden):

Op de psychologische dienst zijn we gestart met psychologische hulp met een tolk (voor de doelgroep ECM). Binnen deze werking wordt prioriteit gegeven aan dossiers m.b.t. activering en opvoedingsondersteuning. Binnen de ECM-doelgroep is generatiearmoede een vaak voorkomend probleem. d. Groepstherapie in functie van kinderarmoede

Er wordt opvoedingsondersteuning in groep gegeven. De bedoeling is om kinderen weerbaarder te maken via assertiviteitstraining, communicatietraining, omgaan met angst en depressiegevoelens, omgaan met problemen van ouders, zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen verhogen .

Page 120: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

120

e. Meer input vanuit de psychologische dienst naar de MW’s organiseren in functie van kinderarmoede

Er zijn vormingen uitgewerkt rond schoolgaan en spijbelen op wijkniveau. Er worden triggers voorzien in het dagelijks werk van MW’s om het thema kinderen/school bespreekbaar te maken in de begeleiding en hulpverlening er op af te stemmen. We hebben eveneens mee bewaakt dat er systematisch aandacht kwam voor kinderen in de BCSD-verslaggeving. . In het kader van de week van de opvoeding hebben we in alle wijken folders verspreid (over zindelijkheid, straffen en belonen, slapengaan,…) naar cliënten en maatschappelijk werkers. f. Externe samenwerkingen in functie van kinderarmoede

De opvoedingswinkel en spelotheken worden op actieve wijze gepromoot bij onze cliënten (in een begeleiding, of via actieve toeleiding - meegaan met cliënt - naar de spelotheken en opvoedingswinkel.) Er is een actieve deelname aan het Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning. We namen deel aan een debatlunch over armoede en bijzondere jeugdzorg op de UGent. We participeerden aan het tweedaags Europees congres ‘Oproep tot een EU-aanbeveling inzake kinderarmoede en kinderwelzijn in Marche- en Famenne rond kinderarmoede. Dat zorgde voor nieuwe contacten met de kinderrechtencoalitie en het kinderrechtencommissariaat. Via Gent, scheppende stad, leverden we inhoudelijke input op een brainstormavond rond kansarme kinderen en gezondheid. In 2010 breidden we de samenwerking met de adviserende arts uit in verband met doorverwijzingen en psychologische screenings in het kader van de activeringsadvisering. Wegens het verschuiven van accenten en dienstreorganisatie realloceerden we twee VTE (voltijdse equivalenten). We eindigden het jaar met zes VTE psychologen en één administratief medewerker. Deze verandering in bezetting bracht een nieuwe denkoefening met zich mee naar reorganisatie van het takenpakket van de Psychologische dienst. Hiertoe organiseerden we een denkdag op onze dienst.

12.2 Realisaties

List break2 a. Aantal begeleidingen

In 2010 volgden we in totaal 778 dossiers actief op. We zien de laatste jaren een stijgende trend in het aantal dossiers dat we in de Psychologische dienst opvolgden.

aantal cliënten

465581

716 778

0

200

400

600

800

1000

2007 2008 2009 2010

Page 121: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

121

In 2010 was er een instroom van 489 cliënten . Dit is vergelijkbaar met 2009: de in- en uitstroomcijfers zijn stabiel, maar het totaal aantal cliënten blijft stijgen. Maatschappelijk werkers verwijzen meer mensen door in het kader van activering. Uit onderzoek bleek dat psychische problemen vaak een grote belemmering zijn in het activeringsverhaal. Psychologen kunnen een (onderliggende) problematiek in kaart brengen en er indien wenselijk hulp voor bieden: Voor cliënten die nooit tot activering kunnen komen, bieden we onze bestaande hulpverlening aan. Voor cliënten die wel tot activering kunnen komen, maar er nog niet klaar voor zijn (door motivatieproblemen, psychische problemen, gezinsproblemen, verslavingsproblemen, sociale angsten,…) werken we aan de activering in de psychologische begeleiding. We leren mensen de meerwaarde aan van activeren in relatie tot hun psychische problemen en leren hen hierin inzicht te verwerven. We reiken hen handvaten aan om met hun probleem om te gaan zodat ze toch tot activering kunnen komen. We leren hen gebruik maken van externe hulpbronnen. We maken mensen sterker, weerbaarder, werken aan die vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn om tot activering te komen (bijv. identiteitsontwikkeling, zelfbeeld, zelfwaarde gevoel, assertiviteit, omgaan met regels en gezag, omgaan met andere mensen, motivatieversterking, communicatietraining, training om situaties beter in te schatten, te aanvaarden en te verwerken, …). Bij een groot aantal cliënten zien we vaak ontbrekende competenties, vaardigheden, attitudes die niet via eenvoudige trainingen op te lossen zijn. Deze vereisen een psychologische/therapeutische aanpak door de sterke inbedding (generatiearmoede), psychische en andere problemen op de achtergrond. Daarnaast werken we aan de randvoorwaarden (bijv. kinderopvang en vervoer) als deze voor een cliënt een belemmering zijn voor zijn activering. Voor cliënten die in een activeringstraject zitten, werken we aan psychische- en andere belemmeringen (bijv. verslaving) om vooruit te komen in hun traject. We proberen deze weg te werken via therapie, het behandelen van motivatieproblemen, enzovoort. We werken aan de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes die nodig zijn om een tewerkstelling vol te houden. We bieden hen inzicht aan in de impact van hun psychisch probleem op hun activering. We proberen individuele hulpbronnen te exploreren en gebruiken. Concrete werksituaties (in samenwerking met de trajectbegeleider, technisch instructeur, enz.) bespreken we in de psychologische begeleiding. Dit vraagt soms een andere aanpak dan die van de maatschappelijk werker of trajectbegeleider (gezien de psychische problemen). Bijv. een cliënt die te laat komt wegens psychotische problemen vergt een andere aanpak. Deze cliënt heeft 's morgens een verlies van realiteitszin, dus beseft zelfs niet dat hij te laat is. Dit pakken we anders aan dan een cliënt die 's morgens niet uit zijn bed geraakt omdat hij de avond voordien te laat ging slapen. Voor cliënten met mentale beperkingen hebben we ook specifieke technieken in begeleidingen naar activering. We gaan soms mee met de trajectbegeleider op de werkvloer om de invloed van de psychische problemen te verduidelijken aan de werkvloerbegeleiders. Zo weten zij ook waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen. Voor cliënten na art.60 tewerkstelling bieden we dezelfde ondersteuning aan om het werken op de reguliere arbeidsmarkt verder te stimuleren. Voor sommigen doen we dit alles ook in groep (‘OpStap’). Over al deze groepen heen hanteren we ‘testing’ om een bijkomende inschatting te maken (of gemaakte inschattingen te objectiveren). Dit gebeurt op gebied van

Page 122: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

122

persoonlijkheid, intelligentie, sociale vaardigheden en copingvaardigheden (omgaan met problemen), om zo gericht de hulpverlening af te stemmen op de activering. Bovendien geven we advies aan de maatschappelijk werker en trajectbegeleider over hoe om te gaan met de cliënt om (rekening houdende met de aanwezige belemmeringen) het traject naar activering zo vlot mogelijk te laten verlopen. Daarnaast ondersteunen we mee de maatschappelijk werker bij het sanctioneren van cliënten. Door zelf deze moeilijke cliënten te begeleiden, kunnen we op individueel niveau een inschatting maken van ‘niet willen’ en ‘niet kunnen’. We hebben hiervoor regelmatig individueel overleg met de maatschappelijk werker en/of trajectbegeleider. In 2010 organiseerden we een vorming/casebespreking voor alle equipes van maatschappelijk werkers: ‘motiveren naar activering’. b. Profiel cliënten

In 2010 was de verhouding man – vrouw bij onze cliënten respectievelijk 428 (55%) – 350 (45%). Onze dienst bereikte cliënten uit alle leeftijdscategorieën. Kinderen en jongeren (tot 25 jaar) maakten 22% uit van het totaal aantal begeleide cliënten. Hoe meer gezinnen, kinderen en jongeren we bereiken, hoe meer invloed we kunnen uitoefenen op negatieve spiralen van de kinder- en generatiearmoede. Als we inzoomen op de minderjarigen, dan zien we ten opzichte van 2009 een toename van begeleidingen van minderjaringen op onze dienst (2009 : 6 kinderen, 2010: 26 kinderen) Van de 778 opgevolgde cliënten kenden we 221 cliënten met een andere etnisch-culturele achtergrond. Dat was een verhouding van 28,5% (in 2008 was dit 21%). In 2010 werkten we hiervoor opnieuw samen met de interculturele bemiddelaars (ICB) en interculturele medewerkers (ICM). We dienden een aanvraag in bij het Impulsfonds en verkregen subsidies voor deze werking. c. Hulpvragen

Cliënten stellen heel verschillende hulpvragen. Toch zijn er thema’s en problemen die meer aan bod komen. Enerzijds heeft dit te maken met de hulpvrager, maar anderzijds heeft de psycholoog hier een groot aandeel in. We zijn ervan overtuigd dat een psychologische begeleiding die zich (naast de behandeling van een bepaalde stoornis) ook richt op de activering van een persoon een grote meerwaarde is voor onze cliënten. De grootste uitdaging bestond erin om samen met de maatschappelijk werkers de activeringstendens in onze psychologische begeleidingen vorm te geven. In onderstaande grafiek ziet u de belangrijkste thema’s die aan bod kwamen tijdens de begeleidingen. Bij 94% van de begeleidingen in 2010 was activering een thema in de begeleiding (in 2009 was dit cijfer 55%). De andere vaak voorkomende thema’s beïnvloeden rechtstreeks het succes van een activeringstraject, namelijk copingvaardigheden, zelfbeeld, identiteit, emotiehantering, sociale- en communicatieve vaardigheden en kennis over de psychische problemen (psychische educatie). Hiermee tonen we aan dat de activeringsgedachte voor onze dienst een blijvende prioriteit is. We blijven ervan overtuigd dat activering ook een belangrijke factor is in de bestrijding van kinderarmoede.

Page 123: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

123

percentage meest voorkomende thema's in de psychologische begeleiding

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

activering

copingvaardigheden

zelfbeeld/identiteit

emotieregulering

psycho-educatie

sociale en communciatievaardigheden

2010

2009

Bovenop het werken aan de activering van cliënten is het noodzakelijk te werken aan de belemmerende psychische problemen. Naast de psychische stoornissen zoals depressie, psychose, … zien we dat specifieke problemen onze cliënten ernstig hinderen in hun functioneren; bijvoorbeeld partnerproblemen, problemen in het gezin van herkomst, opvoedingsproblemen, verslavingsproblemen, traumatische ervaringen, slaapproblemen, zelfmoordgedachten, misbruik en/of verwaarlozing.

percentage behandelde problematieken

48%

44%

33%

33%

29%

27%

19%

17%

15%

14%

partnerrelatieproblemen

problemen in gezin van herkomst

depressieve stoornis

opvoedingsproblemen

trauma-problemen

verslavingsproblemen

slaapproblemen

rouw verw erking

zelfmoord

misbruik/verw aarlozing

Een groot deel van onze cliënten bevindt zich in een negatieve spiraal van generatiearmoede. Dit maakt dat zij hun problemen niet zelfstandig kunnen overwinnen. Met onze psychologische begeleidingen proberen we hen een hulpverlening op maat aan te bieden, om deze belemmerende factoren in hun functioneren en activeringsverhaal aan te pakken. We bieden als psycholoog een meerwaarde voor, tijdens en na het activeringstraject

Page 124: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

124

van cliënten. We registreerden de trap van de activeringsladder waarop cliënten zich bevonden om al deze verschillende situaties in kaart te brengen.

Trappen op de activeringsladder

Huidige verdeling van cliënten op de activeringsladder

Inschatting van de situatie van cliënten op de activeringsladder na psychologische ondersteuning

Zorg en hulpverlening 51% 21% Sociale activering 20% 26% Arbeidsactivering 12% 13% Arbeidstoeleiding 2% 3% Reguliere arbeid 15% 37%

Concreet wil deze tabel zeggen dat 51 procent van de cliënten zich in de zorg- en hulpverlening bevinden, maar na behandeling, kunnen we dit cijfer tot 21 procent terugbrengen. We moeten deze cijfers relativeren omdat we nooit alle andere beïnvloedende factoren op de activeringsladder van een cliënt kunnen controleren en/of meten. Bovendien werkt een psychologische behandeling niet bij iedereen. De reden hiertoe kan divers zijn, bijvoorbeeld beperkte mentale mogelijkheden, weerstand ten aanzien van begeleiding, … Afhankelijk van de situatie van de cliënt kan een begeleiding bestaan uit enkele gesprekken tot vele gesprekken tijdens enkele jaren. Factoren die hierin een rol spelen: de probleemsituatie, de motivatie, de intelligentie en de voorgeschiedenis van de cliënt. Verborgen elementen zijn vaak doorslaggevend om de duur van een begeleiding te bepalen. Deze bekijken we individueel. d. Aantal gesprekken

We voerden 1.703 gesprekken (van minstens een uur) en planden 3.064 gesprekken. 1.361 (44%) afspraken kwamen de cliënten niet na . De redenen dat cliënten zoveel afspraken niet nakwamen, zijn divers: hun maatschappelijke situatie, psychische problemen, enzovoort Maatschappelijk werkers sturen in het kader van activering sneller hun cliënten door naar onze dienst. Deze mensen zijn vaak nog niet bereid hun problemen te (laten) behandelen. Daarom komen ze soms hun gemaakte afspraken niet na. Voor cliënten die niet tot op onze dienst geraken vanwege fysieke of zeer specifieke psychische problemen, ging de psycholoog op huisbezoek (in 2010 in totaal 87 keer). Positief is dat we in 2010 bij meer dan één op vier cliënten (27%) de doelstellingen van de therapie behaalden (in 2009 was dit bij één op vijf cliënten). Voor een moeilijk bereikbare doelgroep (waarvoor geestelijke gezondheidszorg vaak een toegankelijkheidsprobleem vormt) is dit een bijzonder goed cijfer. Onze inspanningen om maximaal laagdrempelig en ‘outreachend’ te werken is van essentieel belang voor onze specifieke doelgroep, zo ook in het activeringsverhaal van deze doelgroep. Bereid zijn belemmerende psychische problemen aan te pakken, is voor velen een eerste noodzakelijke stap in een activeringproces. e. Wijkindeling

Onze cliënten kwamen uit alle wijken van OCMW Gent. f. Interne samenwerking

Onze psychologen stonden altijd in contact met de betrokken maatschappelijk werkers van de cliënt uit de verschillende welzijnbureaus of themadiensten. Uit de registraties stelden we een stijging vast van deze interne contacten.

Page 125: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

125

We besteedden 67 uur aan psychologische screening ter ondersteuning van de begeleiding en ter advisering van de maatschappelijk werkers. We maakten 86 verslagen op voor ons bestuur (of andere instanties) ter ondersteuning van de verslaggeving van de maatschappelijk werker. De aanstuurders van de cellen Integrale Gezinsbegeleiding, Perspectief en Jongerenwerking waren psychologen en gaven de betrokken maatschappelijk werkers een centrale methodische input. We ondersteunden de Emancipatorische Werking, het Woonproject, de intakeprocedure en de werking van pensionwonen De Baai inhoudelijk. In 2010 werkte een halftijds psycholoog ter ondersteuning en verdere professionalisering van de Vakantiewerking. Vanaf november ging een psycholoog voltijds voor de vakantiewerking werken. Er was een nauwe samenwerking met het OTC in het kader van het ESF-project ‘Nieuwe Kansen’. Een voltijds psycholoog ontwikkelde een vernieuwde methodiek om mensen met een welzijnsproblematiek (beter en duurzaam) aan het werk te krijgen. De aansturing van de Jongerenwerking betrok ons bij het uitschrijven van het ESF- project Extra Time, een activeringstraject voor jongeren, dat de Emancipatorische Werking indiende. In 2010 organiseerde de Psychologische dienst de zoektocht naar passende kandidaten voor het legaat de Loore. De begunstigde was een man/vrouw van minstens 25 jaar die door OCMW Gent hulp kreeg en intussen door studie en inzet een menswaardig een eerlijk bestaan opbouwde. Uit de voormalige kandidaten van de Jongerenwerking kozen we twee zussen die samen de opbrengst van deze erfenis mochten ontvangen. g. Externe samenwerking

Bij één op drie van de aangemelde cliënten (36%) werkten we in 2010 samen met externe diensten ((huis)artsen, psychiaters, wijkgezondheidscentra, justitie…). We vertegenwoordigden OCMW Gent in het beheersorgaan van het Netwerk Psychiatrische Thuiszorg en in de stuurgroep van Assertieve Zorg In de Samenleving (AZIS). De dienst maakte deel uit van het projectteam van de opvoedingswinkel en woonde het Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning Gent (LOO) bij. We overlegden met organisaties van begeleid zelfstandig wonen, Integrale Jeugdhulp, in het kader van onze deelname aan het project ‘Bruggen na(ar) 18’. We willen experimenteren met het dichten van de kloof tussen hulpverlening aan minderjarigen en de hulpverlening aan volwassenen. Binnen onze hypothese willen we vermijden dat jongeren in een kluwen van onoplosbare problemen geraken voor ze de stap naar een OCMW zetten. We werkten mee aan de werelddag geestelijke gezondheid via de Gezondheidsdienst Stad Gent. Er was een overleg met OCMW Destbelbergen in het kader van dissiminatie. We startten een samenwerking op met Steunpunt Spijbelen. We planden verschillende acties in het kader van spijbelen (waaronder samenwerken met andere diensten en de uitwerking van een handelplan voor maatschappelijk werkers). Er loopt momenteel een eerste expertise-overdracht over spijbelen en schoolsystemen naar het wijkwerk. We coördineerden dit door de aansturing van Integrale Gezinsbegeleiding vanuit de Psychologische dienst. We lichtten aan alle maatschappelijk werkers het spijbelactieplan van Gent toe en legden de verschillende types van het bijzonder onderwijs uit. We stelden een document ter beschikking met al deze informatie zodat de maatschappelijk werkers beter het schoolverleden en de capaciteiten van hun cliënten kunnen inschatten. We reikten materiaal aan voor maatschappelijk werkers om het schoolgaan bij kleuters bespreekbaar te maken met hun cliënten en dit te stimuleren. De Psychologische dienst volgde deze vernieuwde inschrijvingsprocedures op en verspreidde dit via de nieuwsbrief

Page 126: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

126

voor de scholen. We fungeerden als helpdesk indien de maatschappelijk werker of cliënt problemen had bij deze procedures. Integrale Gezinsbegeleiding volgde specifieke vragen verder op. Er zijn contacten met vzw de Katrol in het kader van toeleiding naar huistaakbegeleiding. In het kader van de week van de opvoeding hebben we in alle wijken folders verspreid (over zindelijkheid, straffen en belonen, slapengaan, …) onder cliënten en maatschappelijk werkers. De aanstuurder van Integrale Gezinsbegeleiding coördineerde deze actie. De opvoedingswinkel en spelotheken promootten we op actieve wijze bij onze cliënten (in een begeleiding, of via actieve toeleiding - meegaan met cliënt - naar de spelotheken en opvoedingswinkel.) We namen deel aan een debatlunch over armoede en bijzondere jeugdzorg op de universiteit van Gent. We participeerden aan het tweedaagse Europees congres ‘Oproep tot een EU-aanbeveling over kinderarmoede en kinderwelzijn’ in Marche- en Famenne over kinderarmoede. Dit zorgde voor nieuwe contacten met de kinderrechtencoalitie en het kinderrechtencommissariaat. Op een brainstormavond van ‘Gent, scheppende stad’ leverden we inhoudelijke input rond kansarme kinderen en gezondheid. Er was een actieve deelname aan het rondetafelgesprek vanuit WRG (Welzijnsoverleg Regio Gent) voor kinderen met minder mentale mogelijkheden 2010.

12.3 Methodische cellen

12.3.1 Perspectief

List break2 a. Doelstelling

Perspectief richt zich tot personen met een (ex)-drugsprobleem die de vraag naar werk stellen. Uit de praktijk bleek dat deze doelgroep tewerkstellen niet zo evident was en dat dit een zeer specifieke aanpak vereist. In OCMW Gent ontbrak vroeger de knowhow rond hulpverlening aan cliënten met een verslavingsproblematiek en was er onvoldoende ruimte voor een intensieve en integrale begeleiding van deze doelgroep. Bovendien waren structurele samenwerkingsafspraken met de drughulpverlening bijna onbestaande. Een andere aanpak en methodiek drongen zich op en dus besloot het OCMW om samen met de vzw Sociale Werkplaats De Sleutel een samenwerkingsverband op te richten. Dit initiatief kreeg de naam ‘Perspectief’, met als doelstelling de ‘maatschappelijke (re)integratie van (ex)drugverslaafden door middel van activering’. b. Werking

Perspectief is ondertussen (samen met de Integrale Gezinsbegeleiding en de Jongerenwerking) opgenomen binnen de reguliere werking van het OCMW onder het concept van de Methodische Cellen. Het achterliggende principe is cliënten kwalitatief beter helpen door hulpverleners die inhoudelijk gespecialiseerd zijn en meer tijd en ruimte krijgen voor een intensieve begeleiding. Elk dossier heeft een zwaardere weging qua werkbelasting, wat deze intensievere en integrale aanpak mogelijk maakt. We gaan uit van het principe ‘maatzorg’. Perspectief biedt trajectmatige en persoonlijke begeleiding, in overleg met de cliënt en aangepast aan het tempo van de cliënt. We gebruiken een grondige indicatiestelling om in multidisciplinair teamverband tot een zo zorgvuldig mogelijke analyse te komen. We werken steeds vanuit een integrale benadering op de diverse levensdomeinen: lichamelijke gezondheid, arbeid/opleiding/inkomen, alcohol- en druggebruik, justitie en politie, familie en sociale relaties, psychische en emotionele situatie, vrije tijd en wonen.

Page 127: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

127

Verder hanteren we ook de methodiek van het case management, waarbij één centrale figuur (de case manager) het volledige hulpverleningsproces coördineert en organiseert. Binnen Perspectief nemen de wijkwerkers de functie van case manager op zich. Ze krijgen ondersteuning van een vaste trajectbegeleider. Op die manier werken ze steeds in teams van twee specialisten. In 2010 waren er 14 maatschappelijk werkers (ongeveer 7 VTE) verbonden aan Perspectief: 10 wijkwerkers (verspreid over de wijken Brugse Poort, Bloemekenswijk, Nieuw Gent, Sint-Amandsberg, Gent Noord, Gent Zuid, Jongerenwerking, Thuislozenzorg) en 4 trajectbegeleiders van het OTC. De Perspectiefmedewerkers krijgen ondersteuning en aansturing vanuit de Methodische Cel door een psycholoog met ervaring in de drughulpverlening. c. Realisaties

In 2010 richtte Perspectief zich onder andere op het verhogen van de bekendheid van onze werking en investeerden we in de uitbreiding van de samenwerking met externe diensten. Dit resulteerde in 53 nieuwe aanmeldingen, waarvan we 31 cliënten effectief in begeleiding namen. Bij 15 van hen besloten om geen begeleiding op te starten. Voor deze laatste groep, probeerden we steeds een inhoudelijk advies te formuleren (meestal onder de vorm van een doorverwijzing naar een gepaste hulpverleningssetting of een andere vorm van case management). De overige cliënten bevinden zich nog in de aanloopfase naar Perspectief, dit betekent dat we hen nog niet officieel binnen onze werking opnamen maar wel al mee opvolgen en voorbereiden op een toekomstige begeleiding. Op 31 december 2010 bevonden zich nog 11 cliënten in de aanloopfase. In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de cijfers sinds 2006.

Jaaroverzicht Aanmeldingen Perspectief

32 3041

57 53

19 21

3341

31

0 010 13 15

0102030405060

2006 2007 2008 2009 2010

nieuw e aanmeldingen

ef fectief opgenomen

niet opgenomen

In 2010 telde Perspectief in totaal 92 actieve dossiers (in 2008 90 dossiers en in 2009 96 dossiers), waarvan we dit jaar 25 dossiers afrondden. Op 31 december 2010 liepen er dus 67 actieve begeleidingen (waarvan er 36 dossiers dateren van vóór 2010 en we er 31 opstartten in 2010 zelf). 98% van deze cliënten zat op dat moment in een specifiek activeringstraject (let wel: ook de trap ‘Zorg en Hulpverlening’ valt onder deze noemer en kan gezien worden als opstap naar verdere activering). Onderstaande grafiek schetst een beeld van het activeringstraject waarin de cliënten zich bevonden op 31 december.

Page 128: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

128

Verdeling volgens Activeringsladder

16

17

20

9

2

3

19

20

15

4

1

2

22

18

11

5

0

3

0 5 10 15 20 25

Zorg & Hulpverlening

Sociale Activering

Arbeidsactivering

Reguliere Arbeid

Arbeidstoeleiding

Detentie of Werkstraf

2010 2009 2008

Het voorbije jaar hebben we extra ingezet op langdurige activering en hebben we meer cliënten proberen toe te leiden naar effectieve tewerkstellingsvormen. Dit blijkt ook uit de cijfers: we zien een significante toename binnen de trappen ‘Arbeidsactivering’ en ‘Reguliere Arbeid’ en een duidelijke afname binnen de trappen ‘Sociale Activering’ en ‘Zorg en Hulpverlening’. Bovendien was 60% van de cliënten op 31 december 2010 effectief aan het werk (binnen het normaal economisch circuit, art. 60, Wep+ of arbeidszorg). Gezien de (multi)problematiek van onze cliënten bij hun instap in Perspectief, concluderen we dat onze methodiek een duidelijke meerwaarde betekent. Een eerste aanvullende opmerking bij bovenstaande grafiek is dat deze de specifieke situatie weergeeft waarin cliënten zich bevonden op 31 december van dat specifieke jaar. Verschillende cliënten doorliepen echter verschillende stadia van activering en/of hulpverlening tijdens eenzelfde jaar. Een andere opmerking is dat verschillende deelnemers ook een dubbele diagnose hebben (er is zowel sprake van een psychiatrische als een verslavingsproblematiek). Ook voor hen zoeken we een passende vorm van activering (meestal onder de vorm van arbeidszorg of sociale activering), maar voor sommigen is ook dit niet haalbaar. Deze cliënten proberen we te oriënteren naar een meer passend hulpverleningsaanbod. Voor een deel van hen vinden we geen alternatief. Om die reden (en omdat het OCMW vaak de enige vorm van hulpverlening is waar deze cliënten een beroep op kunnen en willen doen) houden we die personen soms in Perspectief, ook al is er geen sprake van activering. Dergelijke begeleidingen omschrijven we als zorgdossiers. We proberen het aantal te beperken (in 2010 waren er maar 2 zorgdossiers). Deze groep blijft op het vlak van methodiek een uitdaging en daarom besteden we veel aandacht aan het uitbreiden van de samenwerking met relevante organisaties.

Page 129: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

129

d. Samenwerking

Samenwerken is essentieel binnen Perspectief. Een goede samenwerking zorgt voor een betere begeleiding van de cliënten en creëert ook meer mogelijkheden voor hen.

d.a Intern

Intern zijn een aantal overlegmomenten geïnstalleerd om de communicatie en samenwerking te bevorderen.

♦ projectgroep: samenkomst van de Perspectiefmedewerkers van het OCMW en de Sociale Werkplaats van De Sleutel rond algemene zaken binnen Perspectief;

♦ stuurgroep: beleid en beheer van Perspectief;

♦ overleg op de welzijnsbureaus en diensten die een Perspectiefwerking hebben;

♦ overleg met de vzw Sociale Werkplaats De Sleutel;

♦ overleg met de Psychologische dienst, de Integrale Gezinsbegeleiding de Jongerenwerking;

♦ overleg met de hoofdmaatschappelijk werkers die een Perspectiefmedewerker hebben.

d.b Extern

Bij de samenwerking met externe diensten ligt de focus vooral op diensten die zich tot dezelfde doelgroep richten. Hieronder een overzicht van de voornaamste partners binnen het hulpverleningslandschap.

♦ de stuurgroep Drugcoördinatie van de Stad Gent;

♦ vzw De Sleutel: het Dagcentrum, het Crisisinterventiecentrum en de Therapeutische Gemeenschappen;

♦ het Medisch Sociaal Opvangcentrum (MSOC) Gent;

♦ De Kiem: de ambulante centra en de Therapeutische Gemeenschap;

♦ justitie: De Drugbehandelingskamer, het Justitiehuis Gent en Proefzorg;

♦ het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Oost-Vlaanderen (PopovGGZ);

♦ diverse werkplaatsen en vzw’s;

♦ vzw De Eénmaking;

♦ contacten met diensten buiten Gent: Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptiste (afdeling VITA) Zelzate, werkingen van De Spiegel, De Pelgrim, Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen te Brussel (VAD), OCMW’s van andere steden, andere werkingen van De Sleutel (bvb. Antwerpen en Brugge), andere MSOC’s en anderen.

e. Besluit

Perspectief biedt een kwaliteitsverbetering op het niveau van de cliënt (door het verhogen van de levenskwaliteit), op het niveau van de interne werking (door gespecialiseerde medewerkers op te leiden en kennisoverdracht te bevorderen) en op het niveau van de hulpverlening in het algemeen (door de samenwerking over de organisaties heen). Vernieuwend aan Perspectief is ook dat we (ex)-verslaafden aan het werk helpen en dat we dit doen via een structureel samenwerkingsverband tussen een openbare instantie en de

Page 130: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

130

privé-sector. Ook de specifieke gehanteerde case managementmethodiek en de intensieve, gespecialiseerde begeleiding zijn uniek in het hulpverleningslandschap. Een langdurig en intensief hulpverleningstraject opstellen voor verslaafden is een belangrijk resultaat. Bovendien spreken de cijfers voor zich: het voorbije jaar zat 98% van de cliënten in een activeringstraject en ongeveer 60% was effectief aan het werk. De specifieke werking en de gehanteerde methodiek bleken dus ook in 2010 vruchten af te werpen en een belangrijke meerwaarde te bieden qua hulpverlening en activering van deze specifieke doelgroep. Het voorbije jaar hebben we met succes extra ingezet op effectieve arbeidsactivering.

12.3.2 Methodische cel Jongerenwerking (JOW)

List break2 a. Doelpubliek

Alleenstaande minderjarigen (uitzonderlijk) en 18 tot 25-jarigen die: • een multiproblematiek hebben en woononstabiel zijn;

• of in het recente verleden onder een maatregel van bijzondere jeugdbijstand vielen.

Jongeren van 18 tot 25 die stabiel zijn op vlak van huisvesting en een minder zwaar verleden kennen, krijgen begeleiding vanuit de welzijnsbureaus in hun buurt. Minderjarigen komen doorgaans niet in aanmerking voor hulp door een OCMW. Indien er geen alternatieven zijn, kan het OCMW de minderjarige financiële hulp (barema leefloon) en begeleiding bieden om het zelfstandig wonen mogelijk te maken. b. Werking

Midden 2009 is de dienst jeugd omgevormd naar een decentrale werking volgens het concept van de methodische cellen. Het principe hierachter is cliënten kwalitatief beter te helpen door hen hulpverleners aan te bieden die inhoudelijk gespecialiseerd zijn. De dossiers van de Jongerenwerking krijgen een zwaardere weging qua werkbelasting. Dit biedt extra mogelijkheden om intensief, integraal en outreachend (waarbij actief wordt ingezet om contact te leggen met de doelgroep) te werken. Dit is noodzakelijk om dit specifieke cliënteel te bereiken en te begeleiden. Een methodische cel legt ook de nadruk op een multidisciplinaire benadering. Er zijn vijf maatschappelijk werkers (ongeveer vier FTE) verdeeld over Welzijnsbureau Gent Noord en Gent Zuid. Vanuit het OTC volgen twee halftijdse trajectbegeleiders de jongeren van de Jongerenwerking op. Elke medewerker krijgt opvolging door zijn hoofdmaatschappelijk werker. Daarnaast verzorgt de Psychologische dienst de centrale, methodische aansturing. We houden maandelijks teamvergadering met de trajectbegeleiders, maatschappelijk werkers en hoofdmaatschappelijk werkers. We hebben aandacht voor de ontwikkeling van procedures en werkwijzen, we houden briefings over het specifieke werkveld, we voorzien terugkoppeling van relevante vormingsmomenten,… Daarnaast voorzien we maandelijks intervisiemomenten. Oorspronkelijk was dit een overlegmoment om alle gemeenschappelijke dossiers met de trajectbegeleiders te bespreken. In de loop van 2010 hebben we dit op vraag van de medewerkers bijgestuurd naar besprekingen van één of meerdere cases op een inhoudelijk diepgaandere manier. We plannen ook apart overleg met de drie betrokken hoofdmaatschappelijk werkers. Naast deze specifieke (cel)ondersteuning blijven de maatschappelijk werkers deelnemen aan de teamvergaderingen in hun eigen welzijnsbureau. Hier krijgen ze algemene informatie over de sociale dienstverlening. Ze kunnen via deze equipevergaderingen hun kennis over werken met deze jongeren overbrengen.

Page 131: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

131

c. Realisaties

In totaal behandelden we 264 dossiers binnen de jongerenwerking. Er waren 101 nieuwe aanvragen en we sloten 82 dossiers af. 2010 was het eerste volwaardige jaar als methodische cel. Dit resulteerde in veel structurele aanpassingen. Het draaiboek van de methodische cellen fungeerde hierbij als leidraad. We ontwikkelden een eigen vragenlijst die als intake- en evaluatievragenlijst fungeert. Het doel hiervan is enerzijds gerichte relevante informatie te verzamelen en anderzijds een instrument aan te leveren om na een jaar begeleiding te evalueren hoe zowel cliënt als hulpverlener naar de voorbije hulpverleningsperiode terugkijken. Een ander middel dat we ontwikkelden, was een eigen registratiesysteem om onze werking beter in kaart te brengen. Theoretisch stonden we stil bij de inhoud van contextuele hulpverlening zodat dit kader vorm kan geven als achtergrond bij dossierbesprekingen en intervisies. We herbekeken het GPMI (geïntegreerd project voor maatschappelijke integratie) met de bedoeling dit zo bruikbaar mogelijk te maken voor zowel cliënt als hulpverlener. Op intervisie hadden we extra aandacht voor de belevingswereld van ons doelpubliek. De psychologe gaf hierbij de aanzet tot het linken van theorie, onderzoek en praktijk/eigen cases om te inventariseren welke kenmerken we zien terugkomen bij geplaatste jongeren. Zo illustreerden we met cases de verschillende gelaagdheden en betekenissen van prostitutie en brachten de bestaande hulpverlening hieromtrent in beeld. Daarnaast stonden we aan de hand van dossiermateriaal stil bij de fundamentele eenzaamheid van onze jongeren, … d. Samenwerkingsverbanden in 2010

d.a Intern

We hebben een intensieve samenwerking met het wijkwerk omdat zij ons vaak vragen stellen over de uitgebouwde hulpverlening voor jongeren. 70% van onze cliënten zit in een activeringstraject. 30% van deze dossiers krijgt opvolging door de twee halftijdse trajectbegeleiders van het OTC. We merken dat veel jongeren nog zoekende zijn naar wat ze effectief willen doen met hun toekomst. Willen ze verder studeren, hebben ze een diploma, zoeken ze een voorlopige betrekking, hebben ze voldoende zicht op hun eigen mogelijkheden, zijn ze al klaar voor die arbeidsmarkt? Het is een moeilijk activeerbare doelgroep, maar we beschouwen dit als een belangrijk domein om hen in te begeleiden. Eén van de vijf maatschappelijk werkers is halftijds ingeschakeld in Perspectief zodat ze kennis, informatie en methodieken rond het werken met drugsgebruikers kan overdragen naar haar collega’s. Dit is relevant voor het doelpubliek. Er is overleg met de Psychologische dienst en de aanstuurders van de andere twee methodische cellen, namelijk Perspectief en Integrale Gezinsbegeleiding om de werking beter op elkaar af te stellen. De Psychologische dienst is betrokken in 30 dossiers. Dit is niet verwonderlijk, gezien de rugzak die deze cliënten sinds jonge leeftijd meedragen. In 2010 kwam de Emancipatorische Werking naar verschillende vergaderingen van de Jongerenwerking in het kader van het indienen van het Europees Sociaal Fonds (ESF)- project Extra Time. Dit project is een voortraject naar werk, specifiek afgestemd op ons jonge doelpubliek, waarbij veel aandacht gaat naar groepswerkingen, sport en actieve vormingsmomenten. De aanstuurder van de Jongerenwerking werd tevens aangesteld als moderator van de stuurgroep van dit project. Onze maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders namen deel aan een vorming over dak- en thuislozen. De medewerkers maakten hier kennis met de collega’s van Wonen en Thuislozenzorg. Het project Intensieve Woonbegeleiding is ook een belangrijke interne samenwerkingspartner geworden aangezien deze collega’s eind 2010 het project Insula,

Page 132: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

132

kamers met kansen, ingediend hebben. Dit project kadert in de open oproep experimentenprogramma van Wonen en Welzijn, binnen het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Dit is een projectaanvraag waarbij Jongerenwerking, samen met Thuislozenzorg, instaat voor de toeleiding van cliënten.

d.b Extern

2010 was het jaar waarin we onze werking structureel veranderden, waardoor we ook investeerden in het actualiseren van een aantal externe (bestaande) samenwerkingen. De diensten van Begeleid Zelfstandig Wonen (BZW) zijn één van onze belangrijkste externe partners omdat zij vaak cliënten doorverwijzen naar onze Jongerenwerking. Zij werken met jongeren die al vóór hun meerderjarigheid zelfstandig wonen, na een beslissing van de Jeugdrechtbank of het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. Deze maatregel stopt doorgaans bij de meerderjarigheid. Op vraag van de jongere kan dit binnen de vrijwillige hulpverlening worden verlengd. In 2010 was er overleg met alle betrokkenen van de dienst BZW van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Dit was zeer interessant voor beide partijen en krijgt een vervolg in jaarlijkse afspraken. Een aantal medewerkers van het Jongerenadviescentrum (JAC) kregen in 2010 van ons een geactualiseerde voorstelling van het OCMW in al zijn facetten. Een aantal maatschappelijk werkers participeerden aan dienstoverschrijdende casusbesprekingen met collega’s van de diensten van BZW en van instellingen uit de Bijzondere Jeugdzorg in het kader van Bruggen naar 18 (BN18), een project dat de coördinator van de Psychologische dienst opvolgt. De psychologe en de hoofdmaatschappelijk werkers gingen tweemaal in overleg met een werkgroep Wonen vanuit verschillende instellingen Bijzondere Jeugdzorg. In de Week van de Armoede (oktober 2010) begeleidden de maatschappelijk werkers van de Jongerenwerking groepjes bij het armoedespel in Habbekrats. Bij dit spel werkten groepjes jongeren rond leven in armoede en rondkomen met weinig geld. De psychologe en de hoofdmaatschappelijk werker van de trajectbegeleiders namen deel aan de actiegroep Jongeren, of W²(Werk en Welzijn), die oorspronkelijk geleid werd door ‘Gent stad in werking’ en later door het diensthoofd van het OTC. Via dit platform hadden we overleg met belangrijke partners op vlak van tewerkstellingsinitiatieven voor jongeren, zoals instant A, vzw Jong, VDAB, Randstad Diversity, … Dit leverde ons nieuwe matrices en vragenlijsten op om onze eigen werking en onze noden aan samenwerking rond werk en welzijn in kaart te brengen. De psychologe en de OTC-hoofdmaatschappelijk werker participeerden in dit kader ook aan het Divosa-congres in Rotterdam om inzichten te verwerven rond jeugdwerkloosheid. De aanstuurder werkte mee aan de trefdag van de Gentse cultuursector door deel te nemen aan een workshop rond jongerencultuur en participatie waarbij we de interesses en noden van ons (moeilijk te bereiken) publiek in kaart brachten. De aanstuurder nam deel aan de focusgroep van het vooronderzoek van professor Vettenbrug van de Universiteit Gent rond de kenmerken en hulp- en dienstverleningsbehoeften van maatschappelijk kwetsbare jongeren , in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De aanstuurder sloot in 2010 aan bij een werkgroep rond toekomstperspectieven van jongvolwassenen in armoede die een instelling van bijzondere jeugdzorg verlaten, vanuit het Steunpunt tot Bestrijding van Armoede en Bestaansonzekerheid en Sociale Uitsluiting, onderdeel van het Centrum van Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. We kunnen stellen dat de doorgedreven profilering van 2010 effect heeft. Internen en externen doen meer en meer een beroep op onze helpdeskfunctie en expertise over moeilijk begeleidbare jongeren.

Page 133: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

133

12.3.3 Integrale Gezinsbegeleiding

List break2 a. Doelstelling

Integrale Gezinsbegeleiding (IG) richt zich specifiek tot gezinnen met problemen op verschillende levensdomeinen: financieel, huisvesting, gezondheid, opvoeding, ... Deze gezinnen hebben nood aan een intensieve, specifieke en overkoepelende begeleiding. Integrale Gezinsbegeleiding biedt daarbij extra aandacht aan opvoedingsondersteuning in de brede zin van het woord. b. Werking

De inhoudelijke aansturing gebeurt vanuit de Psychologische dienst door twee psychologen. Maandelijks organiseren zij een teamvergadering en een intervisie. Per kwartaal is er een dossierbespreking met één van de psychologen, de IG medewerker en de betrokken hoofdmaatschappelijk werker. De gehanteerde methodieken zijn vooral gelinkt aan systeemtheorie en contextuele hulpverlening. De principes van maatzorg lopen als een rode draad door de begeleiding. Alle medewerkers krijgen de kans een langdurige opleiding gezinsbegeleiding te volgen met leertherapie zodat hun eigen functioneren nog meer plaats krijgt binnen de begeleidingen. Een IG dossier heeft een zwaardere weging qua werkbelasting. Zo kunnen de maatschappelijk werkers outreachend werken en bemoeizorg toepassen. IG telt acht maatschappelijk werkers, verspreid over zeven wijken. We beschikken eveneens over een intercultureel medewerker die Turkstalige gezinnen begeleidt en zorgt voor culturele duidingen. 15% van onze gezinnen is van een andere etnische herkomst. In het draaiboek van de methodische cellen staan onze procedures beschreven. Jaarlijks kijken we na of er aanvullingen nodig zijn. We gebruiken verschillende formulieren en sjablonen om onze hulpverlening in kaart te brengen. Op die manier werken we aan de uniformiteit van onze hulpverlening over de wijken heen. Jaarlijks bevragen we onze cliënten over de voorbije hulpverlening om nog beter op maat te kunnen werken. Op de jaarlijkse denkdag in december staan we ook stil bij de tevredenheid van de maatschappelijk werkers. In welke mate zijn ze tevreden met de ondersteuning, welke aanpassingen stellen ze voor? We bekijken ook inhoudelijke thema’s. Na de denkdag hebben we weer energie en actiepunten om het volgende werkjaar tegemoet te gaan. c. Realisaties

In 2010 werden in totaal 118 gezinnen begeleid. Dat zijn er 20 meer dan in 2009. We maken een thematische onderverdeling van dossiers naar inhoud om zo beter zicht te hebben op ons doelpubliek en om meer gerichte doelstellingen en hulpverlening te kunnen bieden. Eenzelfde dossier kan in verschillende themadossiers thuishoren: • we bieden opvoedingsondersteuning op vraag van de ouders (62%);

• we werken vooral preventief (30%);

• we werken aan de veiligheid van de kinderen (25%);

• we werken met mentaal zwakke ouders die mede daardoor problemen ervaren bij de opvoeding van hun kinderen (25%);

Page 134: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

134

• we treden op als casemanager (17%);

• we werken aan bewustwording van problemen (in situaties waar de ouders (voorlopig) geen problemen zien/ervaren) (11%).

Naast al deze inhoudelijke thema’s is het belangrijk te vermelden dat 60% van de gezinnen nood heeft aan budgetbeheer, wat ook veel tijd in beslag neemt. 2010 was het jaar van de armoede. Vanuit Integrale Gezinsbegeleiding hebben we mee bewaakt dat er aandacht was voor de kinderarmoede en generatiearmoede. In eerste instantie hebben we briefings georganiseerd in de wijken rond onze eigen werking zodat ook nieuwere collega’s onze werking kennen. Een tweede actie was gerichte informatie verspreiden rond spijbelen en scholen. We hebben aan alle maatschappelijk werkers het spijbelactieplan van Gent toegelicht en de verschillende types van het bijzonder onderwijs uitgelegd. We maakten een document met al deze informatie, zodat de maatschappelijk werkers beter het schoolverleden en de capaciteiten van hun cliënten kunnen inschatten. Voorts hebben we erover gewaakt dat er systematisch aandacht kwam voor kinderen in de verslagen aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD). Via de nieuwsbrief hebben we de inschrijvingsprocedures voor de scholen verspreid. In het kader van de week van de opvoeding hebben we in alle wijken folders verspreid (over zindelijkheid, straffen en belonen, slapengaan, …) naar cliënten en maatschappelijk werkers. We namen deel aan een debatlunch over armoede en bijzondere jeugdzorg op de Universiteit Gent. De aanstuurder participeerde aan het tweedaags Europees congres ‘Who cares’, waarbij het congres een oproep lanceerde tot een EU-aanbeveling inzake kinderarmoede en kinderwelzijn. Dat zorgde voor nieuwe contacten met de kinderrechtencoalitie en het kinderrechtencommissariaat. Gent, scheppende stad, nodigde ons uit om inhoudelijke input te leveren rond kansarme kinderen en gezondheid. We hebben binnen het team IG inhoudelijk gewerkt aan een visietekst rond huisbezoeken zodat we met alle medewerkers de methodiek van het huisbezoek op dezelfde manier hanteren. d. Registraties

De bemoeizorg en het outreachend werken uiten zich in zeer regelmatige contacten met de gezinnen. Deze contacten omvatten huisbezoeken, bureelbezoeken, telefonische contacten en begeleiding van de cliënt naar externe diensten of instanties. Onderstaande grafiek geeft een overzicht (in percentage tijdsbesteding) van deze contacten. In vergelijking met vorig jaar merken we op dat de verschillende manieren waarop we met cliënten in contact treden ongeveer gelijk bleven.

Page 135: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

135

14

10

28 29

13

46

31 31

5 5

21

0

5

10

15

20

25

30

35

huisb

ezoek

en

bure

elges

p rek

overl

eg ex

tern

telefo

onge

spre

k

meegaa

n met

cliën

t

overle

g inte

rn

perc

enta

ge ti

jd

20102009

De daling van de telefoongesprekken wordt verklaard worden door een verschuiving in het voordeel van de rechtstreekse contacten (huisbezoeken en bureelgesprekken).. e. Samenwerkingsverbanden

e.a Extern

Onze grootste externe samenwerking is met scholen. We merken dat we in 60% van de gezinnen contacten hebben met de scholen en in 30% met de Medisch Pedagogische Instituten. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor IG. Weinig ouders hebben goed zicht op het schools functioneren van hun kinderen. We bemiddelen hierbij, stimuleren ouders om hun kinderen naar school te brengen en gaan soms mee naar een oudercontact om ouders en school met elkaar in contact te brengen. De school is immers belangrijk voor de kinderen en kan tevens ook een vertrouwenspersoon bieden voor het kind: een zorgleerkracht of brugfiguur kan deze taak op zich nemen. Ook het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) kan hierin optreden. Binnen de bijzondere jeugdzorg zien we dat 34% van onze gezinnen vrijwillige begeleiding krijgt vanuit het comité bijzondere jeugdzorg. 30% van de gezinnen zit in de gedwongen hulpverlening en krijgt begeleiding van de jeugdrechtbank. Kind & Gezin is eveneens een belangrijke partner. In één op vijf gezinnen werken we samen met hen. Zij richten hun aandacht vooral op baby’s en jonge kinderen en zijn daardoor een belangrijke partner omdat het van belang is om op jonge leeftijd hulp in te schakelen. In 2010 deden we een extra beroep op de specifieke expertise van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK). We volgden een vorming die georganiseerd was door de provincie en door het VK, rond signalen van kindermishandeling, met de bedoeling een eigen stappenplan voor onze organisatie uit te werken.

e.b Intern

Naast onze briefings in de wijken zijn de open intervisies voor wijkwerkers een manier om tot kennisoverdracht te komen. Bovendien werken de IG - medewerkers als helpdesk voor kindgerelateerde thema’s. Dit kan heel ruim zijn. Zo houden onze medewerkers op equipevergaderingen vaak een pleidooi voor extra aandacht voor gezinnen met kinderen: ze promoten socio-culturele participatie in het kader van vrijetijdsbesteding van de kinderen. Of ze herinneren collega’s eraan dat de vakantie op komst is en bieden hun expertise aan bij het zoeken naar kampen of toeleiding naar de vakantiewerking. Bij 34% van de gezinnen gaan één of meerdere kinderen naar de vakantiewerking. Er is extra aandacht voor deze samenwerking door briefings op de teamvergaderingen. We

Page 136: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

136

hebben een systeem van elektronische fiches ontwikkeld om relevante informatie uit te wisselen die enkel toegankelijk is voor de betrokkenen. Bij één op vier gezinnen is psychologische begeleiding aangeboden. 16% van de gezinnen neemt deel aan één van de werkingen van de Emancipatorische Werking en 12% krijgt begeleiding vanuit het OTC.

Page 137: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

137

13 Juridische dienst

Adres Campus Prins Filip Jubileumlaan 217C 9000 Gent Aantal personeelsleden Juridische Dienst: 19,7 voltijds equivalenten 22 koppen OCMW Gent heeft een Juridische dienst, die bestaat uit drie belangrijke cellen: de cel Rechtshulp, de Juridische Adviescel en de cel Schuldbemiddeling.

13.1 Rechtshulp aan elke burger

List break2 a. Taken

De cel Rechtshulp bestaat uit zes juristen. Zij combineren deze taak met hun taak in de Juridische Adviescel en/of hun taak in de cel Schuldbemiddeling. De cel Rechtshulp verleent zowel juridische eerstelijns- als tweedelijnsbijstand aan elke burger. Elke Gentenaar is welkom, met de nadruk op de meer kansarme burger. We ontvangen de cliënten op de Juridische dienst, of op onze zitdag in het welzijnsbureau van de cliënt. Elke burger kan bij onze dienst terecht voor: • juridisch advies;

• juridische bemiddeling en juridische briefwisseling met betrokken partijen. Het opvragen van feitelijke gegevens bij een ‘juridische contactpersoon’, bijv. een advocaat of gerechtsdeurwaarder, gebeurt door de maatschappelijk werkers van de welzijnsbureaus.

We verwijzen door naar andere diensten voor: • uitgebreide schriftelijke rechtshandelingen (bijv. aangifte personenbelastingen,

overeenkomst Echtscheiding in Onderlinge Toestemming, het opstellen van contracten, de aangifte van een nalatenschap, …);

• het voeren van een procedure en het vertegenwoordigen in rechte van cliënten voor de rechtbanken. Dit is het monopolie van advocaten. De enige uitzondering is dat onze dienst hulp biedt bij het organiseren van een minnelijke schikking via de rechtbank (art.731 e.v. Gerechtelijk Wetboek).

b. Cijfers

In 2010 opende onze dienst 426 dossiers. In 2009 waren dat er 452 en in 2008 waren er 414 dossiers. Dit cijfer gaat alleen over rechtshulp die uitmondt in de aanleg van een dossier, omdat briefwisseling noodzakelijk was in dit dossier.

Page 138: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

138

Dit cijfer geeft geen beeld over de consultaties waarin we de cliënt doorverwezen of alleen een advies, telefonisch of per mail, gaven aan de cliënt of de maatschappelijk werker. Om administratieve redenen gebeurt er hiervoor geen aparte registratie.

13.2 Juridische Adviescel

De Juridische Adviescel bestaat uit vijf juristen (twee voltijdse, twee 4/5de en één 3/5de) + hun coördinator. List break2 a. Taken

a.a Opvolgen van de dossiers met juridische problemen als inhoud.

• Dossiers in verband met procedures echtscheiding en onderhoudsgeld.

Als OCMW Gent voorschotten verleent op persoonlijk onderhoudsgeld schrijft de Juridische dienst de raadsman van de onderhoudsgerechtigde aan. We vragen de raadsman dat de onderhoudsgerechtigde zijn / haar rechten uitput op persoonlijk onderhoudsgeld. We delen ook mee dat wij de verleende voorschotten terugvorderen zodra de onderhoudsplichtige het persoonlijk onderhoudsgeld betaalt. De Juridische dienst volgt de stand van zaken op en bekijkt deze dossiers zeker vier keer per jaar.

• Dossiers Dienst Voor Alimentatievorderingen (DAVO).

DAVO verleent voorschotten op onderhoudsgeld kinderen en vordert het onderhoudsgeld terug bij de onderhoudsplichtige.

Tot voor enkele jaren was dit een taak van het OCMW. Onze dienst gaf nog lopende dossiers door aan DAVO. In deze dossiers zijn er soms nog toepassingsvragen of discussies over de verleende en/of teruggevorderde voorschotten door het OCMW, doch deze taak is thans aan het uitdoven.

a.b Dossiers waarin zich een probleem van andere juridische aard voordoet.

Wij volgen dossiers met juridische problemen of vragen op, bijvoorbeeld wat betreft problemen bij de toepassing van de wet op het leefloon, de wet op het OCMW, bevoegdheidsproblemen, vragen over familierecht of eigendommen…

a.c Dossiers met een negatie subrogatie. Het OCMW verleent vaak voorschotten op sociale uitkeringen.

De Centrale Administratie stuurt een subrogatie door naar de uitbetalingsinstelling. Hierdoor weet de uitbetalingsinstelling dat het OCMW voorschotten verleende. Als het dossier voor de sociale uitkering in orde is, betaalt de uitbetalingsinstelling, dankzij de subrogatie, eerst de verleende voorschotten terug aan het OCMW. Het gebeurt dat de uitbetalingsinstelling rechtstreeks uitbetaalt aan de cliënt en ze ons subrogatierecht negeert. Juridisch moet de uitbetalingsinstelling dit bedrag een tweede keer aan het OCMW betalen en het teveel verleende van de cliënt terugvorderen. Onze dienst volgt dit dossier met betrekking tot dit principe van negatie subrogatie juridisch op.

Page 139: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

139

a.d Opvolging van een beroepszaak door de cliënt tegen een weigering van een sociale uitkering.

Bij een weigering van een sociale uitkering kan de cliënt beroep indienen bij de arbeidsrechtbank. Intussen verleent het OCMW financiële hulp. Als de cliënt de beroepszaak wint, zetten wij de financiële hulp stop en vorderen we de verleende steun terug. Om tijdig te reageren volgt de Juridische dienst dit op.

a.e Advies verstrekken aan maatschappelijk werkers en Bijzonder Comité Sociale Dienst, Vast Bureau en Raad.

Onze dienst verleent advies aan maatschappelijk werkers over de toepassing van de Organieke Wet, de RMI-wet (Recht op Maatschappelijke Integratie), de bevoegdheidswet van 2 april 1965…

a.f Deelname aan het Precomité.

De Juridische dienst leest alle sociale verslagen die op de agenda van het Bijzonder Comité Sociale Dienst (BCSD) staan. We geven advies aan de leden van het Precomité, zodat het Precomité het BCSD correct kan adviseren.

a.g Deelname aan werkgroepen.

Onze dienst werkt mee in een aantal werkgroepen binnen het departement Sociale Dienstverlening. Deze werkgroepen zijn dienstoverschrijdend. Een werkgroep bestudeert een bepaald probleem, begeleidt een bepaald proces, bereidt een standpunt voor of volgt bepaalde ontwikkelingen op. De Juridische dienst is voorzitter van de werkgroepen Leefloon en Schuldbemiddeling. In 2009 kwam daar de werkgroep Zelfstandigen bij. Daarnaast leveren we een belangrijke juridische input in volgende werkgroepen: Studenten, Activering, Aanvullende Bijstand en Draaiboek. In 2010 stapten we ook in de werkgroep Onthaal.

a.h Opvolgen van de dossiers arbeidsrechtbank.

Bij dossiers arbeidsrechtbank werken we samen met advocaten, aangeduid door de Raad. De advocaat maakt conclusies op en pleit de zaak voor de rechter. De Juridische dienst levert input voor de conclusies, overlegt met de advocaat over de strategie en legt de vonnissen of arresten voor aan het BCSD.

a.i Administratief werk.

We organiseren de hoorzitting en staan in voor het betekenen van de beslissingen van het BCSD Individuele Gevallen aan onze cliënten.

a.j Vorming.

De Juridische Dienst organiseert interne vormingen. Naast deze interne vormingen geven we ook voordrachten in onder andere de lokale dienstencentra of aan externen.

a.k Overleg met andere juridische actoren.

De Juridische dienst neemt deel aan het forum juridische begeleiding binnen het lokaal sociaal beleid. In deze cluster focusten we ons in 2010 voornamelijk op de hulpverlening aan (ex)-gedetineerden. We zetelen ook in de commissie Juridische bijstand die de eerstelijnsbijstand organiseert binnen het arrondissement Gent.

Page 140: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

140

a.l Indienen en opvolgen van een klacht bij de arbeidsauditeur of onderzoeksrechter,

alsook het opvolgen van de dossiers waarin het Arbeidsauditoraat ambtshalve een onderzoek startte.

De Juridische dienst zorgt voor het indienen van een klacht bij de Arbeidsauditeur of de onderzoeksrechter na beslissing van het BCSD. b. Cijfers.

b.a Opgevolgde dossiers + opgemaakte nota’s + gevoerde briefwisseling.

Eén keer per jaar registreren we de binnenkomende dossiers. In 2010 registreerden we 572 (2009: 673 en 2008: 458) dossiers. We herbekeken per trimester elk dossier, zodat we in 2010 ongeveer 2.288 dossiers (2009: 2.692 en 2008: 1.832) behandelden. We schreven 6.109 (2009: 7.710 en 2008: 6.331) brieven. Op zitdagen kwamen maatschappelijk werkers heel vaak met hun dossier om te overleggen. De maatschappelijk werker maakte het dossier niet over aan de Juridische dienst. Voor het opvolgen van de dossiers van het OCMW en de dossiers Arbeidsrechtbank maakten we in 2010 72 nota’s BCSD (2009: 62 en 2008: 69) en 30 nota’s Vast Bureau (2009 : 41 en 2008: 42). De nota's aan het BCSD schreven we om een vonnis of arrest mee te delen, met de eventuele vraag om beroep aan te tekenen. De nota’s Vast Bureau gingen over de vraag tot het aanstellen van een raadsman in een procedure of betroffen een antwoord op een vraag van het Vast Bureau.

b.b Procedures bij de Arbeidsrechtbank.

In 2010 waren 132 gewone beroepszaken (2009: 142 en 2008: 143) hangende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan 28 (2009: 29 en 2008: 27) nieuw werden ingeleid in 2010. Er waren 220 politieke vluchtelingendossiers (2009: 250 en 2008: 246) hangende voor de Arbeidsrechtbank, waarvan we er 7 (2009: 14 en 2008:14) nieuwe inleidden in 2010.

b.c Ingediende klachten.

In 2010 dienden we één klacht in bij de Arbeidsauditeur (2009: 1 en 2008: 7). Het BCSD besliste een klacht in te dienen bij de arbeidsauditeur voor twee dossiers. In één dossier deden we dit niet omdat de arbeidsauditeur zelf een ambtshalve onderzoek startte tegen de betrokkene tussen de beslissing BCSD en de aangetekende brief met de klacht.

b.d Uitnodigingen hoorzitting.

In 2010 verstuurden we 612 uitnodigingen voor de hoorzitting (2009: 564 en 2008: 499).

Page 141: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

141

13.3 Cel Schuldbemiddeling

De cel Schuldbemiddeling bestaat uit vier juristen (één persoon coördineert de taken binnen de cel), twee medewerkers rechtspraktijk en vijf medewerkers ter administratieve ondersteuning (zij ondersteunen ook de rest van de Juridische dienst). De cel Schuldbemiddeling binnen de Juridische dienst probeert de welzijnsbureaus en de themadiensten te ondersteunen op het vlak van schuldbemiddeling en vervult daarbij de volgende taken: List break2 a. Optreden als schuldbemiddelaar in procedures collectieve schuldenregeling.

a.a Aantal aanstellingen als schuldbemiddelaar

De beslagrechter stelde het OCMW Gent voor de eerste maal aan als schuldbemiddelaar op 7 februari 2000. Op 31 december 2010 stelden de beslagrechters (en sinds 1 september 2007 de arbeidsrechtbank) ons 309 keer aan als schuldbemiddelaar. Volgens de cijfers van de Nationale Bank behandelt het OCMW Gent als schuldbemiddelaar 5,50 % van alle dossiers collectieve schuldenregeling in het gerechtelijk arrondissement Gent. In 2010 stelde de rechtbank het OCMW Gent 34 maal aan als schuldbemiddelaar. De cel Schuldbemiddeling binnen de Juridische dienst behandelt deze collectieve schuldenregelingen en volgt de procedures op (in 2008 waren er 20 aanstellingen en in 2009 waren dit er 39). Van die 309 dossiers zijn er op 31 december 2010 nog 163 dossiers actief (op 31 december 2008 waren er 146 dossiers actief; op 31 december 2009 waren er 154 dossiers actief). Van die 163 actieve dossiers collectieve schuldenregeling waren er: • 46 dossiers waarin we nog geen akkoord tot aanzuivering bereikten en waarvoor de

rechtbank indien nodig verlenging van termijn toestond;

• 113 dossiers, waarin we een minnelijk akkoord tot aanzuivering bereikten, die de rechtbank goedkeurde en die we verder opvolgden;

• drie dossiers waarin de rechtbank – na proces-verbaal van onze dienst als schuldbemiddelaar – een gerechtelijk akkoord tot aanzuivering oplegde en die we verder opvolgden;

• één dossier waarin de rechtbank een totale kwijtschelding toestond en waarin de rechtbank opvolging door de schuldbemiddelaar oplegde.

In 2010 sloten we 25 dossiers collectieve schuldenregeling af. Van die 25 dossiers waren er: • twee dossiers waarin de rechtbank op vraag van onze dienst als schuldbemiddelaar een

herroeping (= stopzetting) uitsprak;

• 20 dossiers die we door de naleving van het akkoord tot aanzuivering konden afsluiten en waarbij de schuldenaars met een propere lei konden starten;

• drie dossiers waarin de rechtbank een totale kwijtschelding verleende.

Page 142: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

142

De aanstellingen in 2010 gingen allemaal over cliënten die in budgetbeheer zijn van het OCMW Gent of over cliënten bij wie budgetbeheer werd opgestart door OCMW Gent.

a.b Erelonen en kosten

Als OCMW Gent als schuldbemiddelaar optreedt in een procedure collectieve schuldenregeling, kan het hiervoor erelonen en kosten aanrekenen. OCMW Gent moet hiervoor de officiële tarieven hanteren (van het Koninklijk Besluit van 18 december 1998) en legt de staten van kosten en erelonen ter goedkeuring voor aan de rechtbank. In geval van insolvabiliteit van de schuldenaar neemt het Fonds ter Bestrijding van de Overmatige Schuldenlast deze kosten en erelonen ten laste. Voor 2010 boekten we de staten van kosten en erelonen voor een totaal bedrag van 90.655,44 euro. Voor de voorgaande jaren boekten we de volgende staten van kosten en erelonen, in: • 2007 een totaal bedrag van 22.049,50 euro;

• 2008 een totaal bedrag van 38.322,08 euro;

• 2009 een totaal bedrag van 87.551,84 euro.

De recente stijging van de kosten en erelonen heeft niet met het stijgend aantal dossiers collectieve schuldenregeling te maken maar wel met de beslissing begin 2007 van OCMW Gent om (in alle nieuwe dossiers of in de dossiers waarin er nog geen aanzuivering is) als schuldbemiddelaar alle kosten en erelonen aan te rekenen (uit het KB van 18 december 1998 te recupereren via de rekening collectieve schuldenregeling of via het Fonds ter Bestrijding van de Overmatige Schuldenlast). Deze beslissing dateert al van een tijd terug maar we zien nu pas het volle effect. De kosten en erelonen kunnen we pas voor het eerst verhalen wanneer we een minnelijke aanzuivering, een gerechtelijke aanzuivering of een totale kwijtschelding kunnen bereiken (wat vaak pas na verloop van tijd lukt). In geval van een aanzuivering dient OCMW Gent als schuldbemiddelaar jaarlijks een verslag in over het verloop van de regeling. In al die jaarverslagen rekenen we alle kosten en erelonen aan (voor zover de nieuwe manier van aanrekening van kosten en erelonen van toepassing is). b. Hulp bieden bij het indienen van verzoekschriften collectieve schuldenregeling.

De cel Schuldbemiddeling binnen de Juridische dienst biedt hulp bij het indienen van verzoekschriften collectieve schuldenregeling. In 2010 behandelden we 455 dossiers (in 2008: 356 dossiers; in 2009: 444 dossiers) van cliënten die informatie vroegen over de opstart en/of de procedure van een collectieve schuldenregeling. De cel Schuldbemiddeling informeerde deze mensen en adviseerde hen over een procedure collectieve schuldenregeling of over eventuele juridische alternatieven. Zie ook de cijfers van de Centrale voor kredieten aan particulieren van de Nationale Bank (www.nbb.be ). In 185 dossiers stelde de cel Schuldbemiddeling een verzoekschrift op tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling. We legden dit zelf neer of gaven het mee met de cliënt. In één dossier diende de cel Schuldbemiddeling een verzoekschrift in tot het verkrijgen van onbeperkt uitstel voor de invordering van belastingen.

Page 143: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

143

In één dossier diende de cel Schuldbemiddeling een verzoekschrift in tot het verkrijgen van een bevrijding als borg. De cel Schuldbemiddeling hield de schuldeisers telkens schriftelijk op de hoogte van het verloop van het dossier. c. Fungeren als juridische helpdesk voor alle maatschappelijk werkers.

De cel Schuldbemiddeling besteedt voornamelijk aandacht aan de procedures collectieve schuldenregeling (optreden als schuldbemiddelaar en hulp bieden bij verzoekschriften collectieve schuldenregeling). Daarnaast proberen we te fungeren als een algemene juridische helpdesk in verband met schuldbemiddeling voor de maatschappelijk werkers. We besteedden niet enkel aandacht aan de collectieve schuldenregeling maar aan schuldbemiddeling in de ruime zin (wetgeving op het consumentenkrediet, wetgeving op de handelspraktijken, beslagrecht, verjaring, faillissementsrecht, …). Maatschappelijk werkers met juridische vragen in hun budgetbegeleidingen, budgetbeheren of andere schuldbemiddelingsdossiers kunnen hun vragen mailen naar de postbus ‘schuldbemiddeling’ of rechtstreeks contact opnemen met een jurist van de cel Schuldbemiddeling. De juristen van de cel Schuldbemiddeling houden elk in een welzijnsbureau zitdag voor rechtshulp en leveren advies aan cliënten en/of maatschappelijk werkers. De juristen maakten in 2010 216 nieuwe dossiers (in 2009: 248 dossiers, in 2008: 210 dossiers) op voor cliënten die rechtshulp vroegen in schuldbemiddeling. Dit waren voornamelijk: • toepassingen van minnelijke en gerechtelijke invordering;

• toepassing van de wet op het consumentenkrediet en de wet op de handelspraktijken

• en vragen of problemen bij insolventieprocedures zoals het faillissement en de collectieve schuldenregeling.

In veel gevallen verlenen we alleen mondeling en éénmalig advies en maken we geen rechtshulpdossier op. d. Informeren over nieuwe wetgeving over schuldbemiddeling.

We volgden de nieuwe wetgeving over schuldbemiddeling op en informeerden hierover de maatschappelijk werkers, de cliënten… e. casusbesprekingen organiseren en leiden

Er was nood aan intervisie rond schuldbemiddeling in de meest ruime zin van het woord (budgetbegeleiding, budgetbeheer, bemiddeling voor schulden, collectieve schuldenregeling). De cel Schuldbemiddeling en de werkgroep Schuldbemiddeling verkozen hierbij een casusbespreking over schulden boven theoretische vormingen die vaak in één richting verlopen. Casusbesprekingen per equipe bevorderen de interactie en garanderen meer dat iedereen aan bod komt. De cel Schuldbemiddeling en de werkgroep Schuldbemiddeling werkten in 2010 een concept uit voor deze casusbesprekingen. We organiseren ze als volgt:

Page 144: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

144

• Er is één casusbespreking in het voorjaar (van 1 januari tot 30 juni) en één in het najaar (tussen 1 september tot 31 december). De data zijn af te spreken tussen de jurist en de hoofdmaatschappelijk werkers.

• De cel Schuldbemiddeling plant een halve dag voor de casusbespreking. Dit betekent niet dat ze een halve dag moet duren.

• De cel schuldbemiddeling organiseert een casusbespreking in elke equipe (per hoofdmaatschappelijk werker en niet per welzijnsbureau). Er zijn in de welzijnsbureaus van SD 21 equipes wat betekent dat we 21 casusbesprekingen in het najaar van 2010 organiseerden. Jaarlijks zullen 42 casusbesprekingen plaatsvinden.

In de themadiensten Wonen, Energie en Thuislozen organiseren we tevens een casusbespreking. f. Vorming geven en meewerken aan studiedagen of aan publicaties.

De cel Schuldbemiddeling werkte mee aan studiedagen in samenwerking met de VVSG en aan de groepswerking ‘Opnieuw je eigen centen beheren’ van de Emancipatorische Projectwerking. We waren redactielid van het losbladig en driedelig handboek schuldbemiddeling (een project van de VVSG en uitgegeven door Politeia). g. Overleggen met andere schuldbemiddelaars en met de rechtbank.

Op initiatief van de rechtbank vond er regelmatig overleg plaats met alle schuldbemiddelaars binnen het gerechtelijk arrondissement Gent. Ook onze cel Schuldbemiddeling nam deel aan dit overleg. Samen met twee advocaten trad de cel Schuldbemiddeling op als vertegenwoordiger van de schuldbemiddelaars binnen het arrondissement Gent en overlegden we met de rechtbank. We maakten de verslagen op van deze vergaderingen. In 2010 is uit dit overleg een nieuwe nota ontstaan met concrete en uniforme afspraken voor kosten en erelonen van schuldbemiddelaars. h. Actief deelnemen aan de werkgroep Schuldbemiddeling en aan de beleidsgroep

Schuldbemiddeling van het VVSG / Vlaams Centrum Schuldbemiddeling.

Page 145: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

145

i. Evolutie in het aantal budgetbeheren en budgetbegeleidingen.

In 2010 volgden de maatschappelijk werkers van de Sociale Dienstverlening 1.2278 budgetbeheren op. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2009 toen er 1.212 budgetbeheren waren.

Evolutie van het aantal budgetbeheren

12271212

958930951

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

jaar 2006 jaar 2007 jaar 2008 jaar 2009 jaar 2010

Het aantal budgetbegeleidingen is de voorbije jaren sterk gestegen. In 2010 werden er 2.5199 budgetbeleidingen opgevolgd in de Sociale Dienstverlening. In 2009 waren dit er 2.420.

13.4 Realisaties

List break2 a. Standpunten rond leefloon

De Juridische dienst ondersteunt niet alleen maatschappelijk werkers in individuele dossiers.. De dienst werkt ook anticiperend en probeert concrete algemene lijnen uit te tekenen. Naar aanleiding van concrete probleemsituaties bereidden we in 2010 nieuwe standpunten en werkwijzen voor die we in de werkgroep Leefloon aftoetsten en bespraken. Zo verfijnden we in de werkgroep Leefloon de bestaande werkwijze rond steunverlening aan daklozen. b. Schuldbemiddeling

In 2010 werkten we vanuit de werkgroep schuldbemiddeling aan: • het uitwerken en het houden van casusbesprekingen;

• een standaardstructuur voor de dossiers budgetbeheer/budgetbegeleiding (deze structuur biedt zowel een hulp aan de maatschappelijk werker, als een checklist aan het diensthoofd en de hoofdmaatschappelijk werker bij de begeleiding van het dossier);

• het uitwerken van een checklist voor ondersteuning en nazicht van dossiers budgetbeheer. Dit nazicht kadert in de verhoogde opvolging, ondersteuning en nazicht van de dossiers budgetbeheer door de hoofdmaatschappelijk werkers en diensthoofden.

8 Bron: New Horizon 9 Bron: manuele telling in de diensten/welzijnsbureaus SD

Page 146: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

146

c. Nieuwe werkwijze rond horen

Gezien het stijgende aantal hoorzittingen werd dit een structureel probleem. In 2010 dachten we na over een hervorming van de hoorzitting. We schreven een nota en wisselden van gedachten met de Arbeidsauditeur. De goedkeuring van dit voorstel door BCSD Algemene Zaken en de Raad zal gebeuren in 2011. d. Aanpassen van de modules en automatisering van de betekeningen

Het betekenen van de beslissingen van het BCSD Individuele Gevallen gebeurt op de Juridische dienst. In 2010 werkten we samen met Digipolis aan een programma om de betekeningen grotendeels te automatiseren. Dit programma had als eerste doelstelling om in de betekeningen de berekening op te nemen. We koppelden daar de doelstelling aan om de betekeningen zoveel als mogelijk te automatiseren. e. Werkgroep Zelfstandigen

Deze werkgroep focuste zich in 2010 voornamelijk op het opmaken van een draaiboek rond het sociaal statuut en veel voorkomende problemen/vragen van zelfstandigen. Dit draaiboek beoogt een ondersteuning te zijn voor de maatschappelijk werkers. Dit draaiboek werken we af in 2011. f. Handhaving

De Sociale Dienst legde in 2010 een sterkere klemtoon op handhaving. Onze missie als OCMW is om Gentse burgers een menswaardig bestaan te verzekeren en hen een recht op maatschappelijke integratie te garanderen. In onze beleidsnota omschreven we die opdracht als duurzame activering, waarbij we vertrekken vanuit vertrouwen en een positief motiverende aanpak. Tegenover de rechten van de cliënten staan ook plichten. De zorg dat de cliënt zijn plichten naleeft, noemen we handhaving. De Juridische dienst is de coördinator van dit thema. In 2010 ondernam de Sociale Dienst volgende acties rond handhaving: • de organisatie van een interne studiedag voor hoofdmaatschappelijk werkers,

diensthoofden, het Managementteam en de leden BCSD. In de voormiddag gaven we onze visie mee en lieten we ons inspireren door collega's van de Rotterdamse Sociale Zaken en Werk. In de namiddag werkten we concrete voorstellen voor OCMW Gent uit.

• een striktere invulling van de toekenningsvoorwaarden voor het recht op leefloon en levensminimum. Deze actie startten we op in de themawerking bij de nieuwe EU-burgers.

• de uitbouw van beleidsmatige samenwerkingen met externe partners. In dit kader legden we contacten met het Arbeidsauditoraat, de politie, interimkantoren, taalaanbodverstrekkers, Loket Migratie van de Stad Gent, …

• de uitwerking van een duidelijker kader rond activering en handhaving:

♦ sanctionering via aanvullende hulp of GPMI;

♦ stopzetting leefloon;

♦ werkbereidheidstoets/dringende en verplichte tewerkstelling;

♦ heraanvraag leefloon na dringend ontslag art. 60 of na stopzetting door gebrek aan werkbereidheid.

Page 147: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

147

14 Opleidings- en Tewerkstellingscentrum

Adres Franse Vaart 30 9050 Ledeberg Aantal personeelsleden Opleidings- en Tewerkstellingscentrum: 97,3 voltijds equivalenten 108 koppen Aantal personeelsleden Opleidings- en Tewerkstellingscentrum - Leerwerkplekken: 29,7 voltijds equivalenten 33 koppen

14.1 Organogram OTC

Page 148: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

148

Het OTC is opgesplitst in OTC trajectbegeleiding (Assist en Equipes trajectbegeleiding) en OTC Leerwerkplekken (Karwijdienst, Energiesnoeiers, De Schuitschaaf en De Laadbrug). De ‘Staf Activering Subsidiecel’ staat in voor beleidsvoorbereidend werk en het beheer van subsidiedossiers activering. De beleidsvoorbereidende ondersteuning situeerde zich in 2010 voornamelijk in volgende dossiers: de samenwerking met taalaanbodverstrekkers, de problematiek rond kinderopvang, de uitbreiding van arbeidszorgplaatsen en de voorbereiding van de mogelijke verhuis van het OTC naar de Maïsstraat. In het kader van het ESF-kwaliteitsdossier, de stuurkaarten en subsidiedossiers houden we heel wat registratiegegevens bij en gebeurt de nodige opvolging en rapportage. In 2010 bekwamen we 3,9 miljoen euro subsidies voor activeringsprojecten (2009 = 3,9 miljoen euro) in 24 dossiers (2009 = 19). Op zijn beurt betoelaagt het OCMW acht werkplaatsen voor een totaal van 800.000 euro voor de begeleiding van cliënten in arbeidszorg of art.60.

14.2 Activering

Vanuit Activering bereidden we samen met de Psychologische dienst en de Cel Kwaliteit een audit van het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor die plaatsvond op 23 maart 2010. Deze kwaliteitsaudit werkten we uit volgens een organisatiebreed kwaliteitsmodel: het EFQM-model. De audit resulteerde in een kwaliteitslabel voor heel de Sociale Dienst. Meteen een stimulans om het in de toekomst nog beter te doen. Net zoals in het opstartjaar 2009 kende de centrale aansturing van Activering als belangrijk beleidsthema een intern en extern aspect. Intern zorgde de werkgroep Activering voor de nodige vooruitgang. Extern investeerden we vooral in de samenwerking met VDAB terwijl ook de taalactivering hoog op de agenda bleef staan. Het ‘handhavingsbeleid’ dat vooral in de tweede helft van 2010 de centrale scoop was, miste ook binnen Activering zijn uitwerking niet. Het nieuwe project ‘SnelWerk-bemiddeling’ (eind 2010 goedgekeurd) was daarvan het meest tastbare resultaat. De werkgroep Activering werkte in de loop van 2010 een aantal stukken uit de visietekst ‘draaiboek activering’ concreet uit. Hierin tekenden we concrete richtlijnen uit met betrekking tot sanctioneren, stopzetten van steun bij gebrek aan werkbereidheid en heraanvraag steun. Ook de rol van de wijkwerker, trajectbegeleider en groepswerker van de Emancipatorische werking omschreven we duidelijk in deze nota. Aanvullend werkte de werkgroep modellen GPMI uit ter ondersteuning van de maatschappelijk werkers en trajectbegeleiders. De werkgroep Activering fungeert als verbinding tussen wijkwerk en OTC met betrekking tot het thema activering. De werkgroep werkte aan een nieuw doorverwijsformulier om een dossier van het wijkwerk naar OTC/EW door te sturen. Binnen de werkgroep bespraken we concrete cases voor een betere afstemming tussen het wijkwerk, de trajectbegeleider en de groepswerker van de Emancipatorische Werking. Vanuit de werkgroep werkten we ook aan een gemeenschappelijke elektronische tijdsband. Deze geeft elke partner die in een individueel dossier actief is, zicht op de gezette stappen tussen deze cliënt en andere partners. OCMW Gent sloot als eerste OCMW in Vlaanderen een samenwerkingsakkoord af met Het Huis van het Nederlands en Gentse de taalaanbodverstrekkers ( De Bargie, PCVO Het Perspectief en Leerpunt) in juli 2009. Ook het NIKA-project maakt deel uit van de dienstoverschrijdende aansturing van het thema Activering: het diensthoofd OTC zit de stuurgroep van dit Vlaams ESF-project voor. Een stafmedewerker binnen OTC, een psychologe van de Psychologische dienst en trajectbegeleiders met een wijkwerker voeren het project uit in de projectgroep.

Page 149: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

149

Binnen NIKA willen OCMW, VDAB en een aantal partners van VDAB en OCMW (vzw’s Centrum voor advies en oriëntering voor mensen. met een bijzondere ondersteuningsvraag Oost-Vlaanderen (Cador), De Sleutel, Vormings- en Opleidingskansen (Vokans), Ateljee, Gespecialiseerde Trajectbepaling en –begeleiding (GTB) samen nagaan en uittesten hoe we beter kunnen samengewerken rond werkzoekenden met een welzijnsproblematiek. Dit is een doelgroep waarvoor de klassieke arbeidsbegeleiding en –bemiddeling vaak niet volstaat. Het project rondde af in oktober 2010 met een slotevenement voor alle partners en een aantal externe partners. Het concrete resultaat van het project is een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en VDAB met duidelijke afspraken rond wie zal instaan voor de begeleiding naar werk bij cliënten met een leefloon of levensminimum en op welke manier dit zal gebeuren. In plaats van een automatische inschrijving in de VDAB als werkzoekende, opteren we voor gerichte doorverwijzing: enkel de leefloners die rijp zijn voor de arbeidsmarkt schrijven we in en de VDAB zal hen ook actief begeleiden. Rond dit traject zal nauw overleg met de wijkwerker plaatsvinden omdat we de werkbereidheidstoets moeten kunnen maken. Deze informatie-uitwisseling gebeurt via het cliëntvolgsysteem (CVS – dossiermanager) toegankelijk voor alle diensten. Voor de mensen die we niet inschrijven in de VDAB nemen we het activeringstraject intern op (door EW en/of OTC). Hier is geen risico op een dubbel VDAB-traject tengevolge van een administratieve inschrijving. Naast dit algemene uitgangspunt bevat de overeenkomst ook concrete afspraken op maat voor specifieke categorieën. Over deze overeenkomst werd in 2010 een principieel akkoord bereid, bekrachtigd door Fons Leroy van de VDAB en de voorzitter van het OCMW. De formele bekrachtiging en de implementatie zal gebeuren in 2011. Een werkgroep binnen ‘Gent, Stad in Werking’ boog zich al in 2009 over de toenemende structurele werkloosheid bij jongeren. Deze verlaten het secundair onderwijs zonder kwalificatie. Welzijnsproblemen hangen hier vaak nauw mee samen. Begin 2010 startte een subwerkgroep onder voorzitterschap van het OTC die zich specifiek richtte naar deze jongeren: de werkgroep ‘W² jongeren’ (verwijzend naar de titel van de HIVA-studie die precies het belang aantoont van een geïntegreerde werk-welzijn-aanpak). We stelden veel overeenkomsten vast tussen de ‘W² jongeren’ aanpak en datgene wat in ‘NIKA’ aan bod kwam. In beide werkgroepen bleek het grote belang van een stevig samenwerkingskader tussen VDAB en OCMW als fundament voor een degelijk ‘werk-welzijnsnetwerk’. We besloten de werkzaamheden stop te zetten en alle energie te concentreren op de uitbouw van een structurele samenwerking tussen VDAB en OCMW. We pakten het gebrek aan kinderopvang als belemmering voor activering aan. We sloten in 2010 samenwerkingsovereenkomsten af met CVBA Beleven (op termijn zeven plaatsen) en met de stedelijke kinderopvangdiensten (tien plaatsen) af. 2010 was ook het Europees Jaar van de armoedebestrijding. De initiatieven van kinderopvang kaderen hierbinnen. Daarnaast bereidden we in samenwerking met drie Gentse Inloopteams een cursus opvoedingsondersteuning voor art.60-personeel met kinderen voor.

14.3 Cliëntenprofiel van het OTC

De trajectbegeleiders begeleidden samen in 2010 gemiddeld 1.669 cliënten (1.425 in 2009), telkens geteld op de eerste dag van de maand, van wie ongeveer één vijfde tewerkgesteld is met een art.60§7 contract. In het werkingsjaar 2010 kwamen 1.370 nieuwe steungerechtigden in trajectbegeleiding. In 2009 waren dit er 1.256:

Page 150: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

150

CLIENTENPROFIEL VAN HET OTC

2010

2009

2008

Origine Belgen van Belgische afkomst 42,6% 47,7% 55% Belgen van allochtone afkomst 15,3% 16,3% 12% Niet-Belgische nationaliteit + van

allochtone afkomst 42,1% 36,0% 33%

Geslacht Mannen 56,3% 61,2% 60,5% Vrouwen 42,7% 38,3% 38,5% Leeftijd <25j 31,4% 36,2% 41% Tussen 25 en 34 jaar 32,3% 30,7% 28% Tussen 35 en 44 jaar 20,1% 21,5% 19% >45jaar 16,2% 11,7% 12% Scholing Geen 14,5% 6,0% 7% Max. lager onderwijs 32,7% 40,4% 42% Max. lager secundair onderwijs 28,9% 24,0% 29% Hoger secundair of hoger 15,7% 16,4% 11% Buitenlands diploma 8,2% 13,1% 10% Leefsituatie Alleenwonend 58,4% 65,3% 63,7% Alleenwonend met kinderen 22% 16,7% 19,7% Samenwonend met partner (en

kinderen) 19,6% 18,0% 16,6%

Kinderlast Geen kinderen 54,5% 59% 63% Het aandeel allochtonen steeg opnieuw in 2010. Meer dan de helft van de toegeleide cliënten had een allochtone afkomst. Binnen de groep steungerechtigden zagen we dat het aandeel mannen daalde. Het aandeel jongeren –25 jaar daalde, waardoor in 2010 het grootste deel van onze cliënten tussen 25 en 35 jaar was. Bijna de helft van onze doelgroep volgde hoogstens het lager onderwijs en hierbij steeg het aandeel cliënten zonder diploma aanzienlijk in vergelijking met 200910. De meerderheid bestond uit alleenstaanden zonder kinderen. Toch was dit een daling ten opzichte van vorige jaren. Bij de groep ‘jongeren –25 jaar’ zagen we een meerderheid van mannen: 57,6% (57,6% in 2009). 66,4% had de Belgische nationaliteit (73% in 2009). 37,5% woonde nog in bij de ouders/familie. 42,8% was alleenwonend en 6,4% woonde samen met een partner, al dan niet met kinderen. De meerderheid (80,9%) had geen kinderen. Bij de groep ‘allochtonen’11 zagen we dat 57,1% van Europese afkomst was (29,5% afkomstig uit een land van de Europese Unie (6,4% van Bulgarije, 14,1 % Sovakije) 8,5% kwam uit Turkije). 20,6% kwam uit Azië. 19,5% was afkomstig uit Afrika (3,9% uit Marokko en 3% uit Ghana). 2,5% was afkomstig uit Amerika. Bij de allochtonen zagen we dat de meerderheid (57,4%) mannen waren. De meesten waren alleenwonend (met of zonder kinderen) 54% . 24,9% woonde samen met partner, al dan niet met kinderen. 12% woonde in bij ouders of familie. De grote meerderheid (35,4%) was tussen 25 en 34 jaar, 25,8% jonger dan 25. 24,5% was tussen 35 en 44 jaar. Een minderheid (14,3%) was 45 of ouder.

10 Van 82% van onze doelgroep kennen we het hoogst behaalde diploma niet met zekerheid, vandaar dat het resultaat met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden. 11 Hieronder verstaan we degenen zonder Belgische nationaliteit.

Page 151: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

151

14.4 Samenwerkingsverbanden

Het OTC bouwde in de loop der jaren een uitgebreid netwerk van samenwerkingsverbanden op. Zo moet het OTC beter in staat zijn de doelstellingen te bereiken. Het OTC maakte deel uit van de beleidsgroep ‘Gent, Stad in werking’ en van de ‘opvolgcel’ die op basis van de Convenant uit 2008 de samenwerking tussen VDAB, Stad Gent en OCMW wil optimaliseren. In het kader van het taalbeleid van het OTC maakten we afspraken tussen het Huis van het Nederlands, Kompas, Leerpunt, CVO de Bargie en PCVO het Perspectief (Henleykaai) en de VDAB. Voor opleidingen werkten we samen met Job en Co en CVO Leerdorp. Bovendien maakten we deel uit van een VVSG-werkgroep rond activering. Vanaf 2009 vormden het Opleidings- en Tewerkstellingcentrum (OTC) en het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) (nu dienst Werk) van de Stad Gent samen een door de Vlaamse regering erkend leerwerkbedrijf: LeerWerk Gent. Deze samenwerking groeide vanuit de intentie om de statuten van artikel 60 en WEP+ nauwer op elkaar af te stemmen. We organiseerden een vorming en begeleiding bij artikel 60, als een soort ‘leerwerkbedrijf avant la lettre’. In samenwerking met het LWB breidden we dit uit naar her werkervaringsplan (WEP+). In 2010 herwerkten we de competentieprofielen voor de Wep+’ers, deden we samen één van de workshops voor de trefdag van VVSG, organiseerden we een ontmoetingsdag voor de externe werkervaringspromotoren en legden we de eerste hand aan de brochure ‘Wegwijs in werkervaring’. Het OCMW is via het OTC betrokken in het Gents Plan Geletterdheid via een deelname aan de stuurgroep. Het OTC is vertegenwoordigd in de ‘Stuurgroep Activering’ van het VVSG en in de gelijknamige werkgroep georganiseerd door de POD M.I.

14.4.1 Trajectbegeleiding

14.4.1.1 Toeleiding, Intake en Oriëntering

a. Toeleiding Als selectiecriteria voor de arbeidsbegeleiding van steungerechtigden stelden we een aantal minimumcriteria voorop: persoonsgebonden kenmerken, psychosociale stabiliteit, motivationele aspecten en arbeidsattitudes. Naast arbeidsbegeleiding omvatte de trajectbegeleiding nu ook sociale activering. De toeleiding van cliënten gebeurde via het wijkwerk. Deze doorverwijzing paste binnen een ruimer hulpverleningsplan. In 2010 constateerden we opnieuw een hogere instroom. Deze hogere instroom was positief: dit betekende dat de activeringsgedachte in het wijkwerk steeds meer ingeburgerd raakte. Een minder gunstig effect was de hogere ‘caseload’ van de trajectbegeleiders, waardoor ze minder kort op de bal speelden en een restgroep kon ontstaan die (nog) niet past in het huidige aanbod. Het was een noodzaak om binnen sociale activering aan prospectie te doen. 2010 2009 2008 2007 Aantal cliënten dat jaarlijks toegeleid wordt naar het OTC 1370 1256 926 725

b. Intake Tijdens intakegesprekken maakten we een persoonsprofiel op met een diagnose in functie van verdere oriëntering (trajectplan).

Page 152: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

152

c. Oriëntering We boden al meer dan tien jaar oriënteringsprogramma’s aan. Deze programma’s waren uniek omwille van de assessmentmethodiek gericht naar kortgeschoolden. Praktijkopdrachten hielpen de cliënten bij hun beroepskeuze en brachten competenties in beeld. Het instrument gebruiken we ook om werkbereidheid en motivatie te toetsen. Het jaar 2010 scoorde met 310 screenings iets lager dan 2009, maar bleef toch een succesformule. De screenings waren een belangrijke stap in het activeringsbeleid. Onze oriënteringsprogramma’s waren ‘Scala’, ‘Technische screening’, ‘Keuken- en poetsscreening’, ‘Administratieve Screening’ en ‘Individuele vervolgscreening’. Het programma ‘Scala’ telde 138 deelnemers in 2010. Dit was een tweedaagse basisscreening en bracht brede inzetbare competenties in beeld. 84 cliënten volgden een ‘technische screening’. Dit tweedaagse programma testte de handvaardigheid en de technische aanleg via opdrachten die zich situeerden binnen de bouw- en renovatiesector. 39 cliënten volgden de ‘keuken- en poetsscreening’. Deze screening duurde één dag en plaatste de deelnemer in een professionele keukencontext. De ‘administratieve screening’ stelde de administratieve vaardigheid centraal, en telde 30 deelnemers. De ‘individuele vervolgscreening’ was een screening op maat en volgde cliënten op die geen interesse hadden in voorgaande modules. Ze telde 19 deelnemers. Het OTC was in het kader van het ervaringsbewijs een door de Vlaamse Overheid erkend testcentrum voor de beroepen verhuizer, monitor/begeleider in de beschutte en sociale werkplaatsen en keukenmedewerker. De erkenning als testcentrum was voor een OCMW uniek en paste binnen het activeringsbeleid van kortgeschoolden. Deze doelgroep kon via het testcentrum een officieel attest van beroepsbekwaamheid behalen. Dit maakte hun sterker op de arbeidsmarkt. In 2010 volgden 24 personen een traject binnen onze testcentra. In 2010 werden er 14 ervaringsbewijzen uitgereikt: vijf voor verhuizer, zes voor monitor/begeleider in de sociale en beschutte werkplaatsen en drie als keukenmedewerker.

14.4.1.2 Opleiding en werkervaring

List break2 a. Opleiding

De einddoelstelling, een tewerkstelling vinden in het reguliere circuit, vroeg vaak een verdere bijscholing op verschillende vlakken. Het aanbod bestond zowel uit eigen opleidingsinitiatieven als uit doorverwijzing naar andere instanties.

a.a Trajectbegeleiding voor anderstaligen

Het OTC zette in de loop van 2010 zijn werking naar anderstaligen voort. We maakten dit via infosessies in de dienst Vorming in de wijken bekend aan de wijkwerkers. Zij verwezen hun cliënten door naar het OTC voor een traject naar werk. De anderstalige cliënt moest beschikken over een basiskennis Nederlands vooraleer de wijkwerker hem doorstuurde naar het OTC. Deze stelden we vast op het taalniveau Europese Richtgraad A1 (1.1). Als de cliënt taalniveau A1 bereikte (maar nog geen A2) stuurden we hem onmiddellijk door naar het team ‘Nederlands werkt’. Dit team specialiseerde zich in het OTC in het begeleiden van anderstaligen in een traject naar werk. De medewerkers van ‘Nederlands werkt’ namen

Page 153: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

153

eerst een intakegesprek af waarbij ze de mogelijkheden bekeken om een traject naar werk uit te stippelen en later correct door te verwijzen. OTC startte twee duale trajecten die dit traject naar werk ondersteunen: VIA en Job-Intra. • ‘VIA’ stond voor ‘Voortraject voor de Integratie van Anderstaligen’. Dit voortraject was een

groepsgerichte coaching op vlak van taal en integratie ter voorbereiding op Job-Intra. Het bood naast een taaltraject, ook een ‘empowerend’ programma dat de deelnemers sterker maakten en hen toelaatte zich verder te integreren in onze samenleving. Wanneer de stap naar contractuele arbeid nog te hoog gegrepen was, zochten we naar een andere vorm van activering zoals vrijwilligerswerk, PWA, …Dit project liep over twee maanden en boden we in 2010 vier maal aan met een totaal van 77 deelnemers.

• ‘JOB-INTRA’ betekende het introduceren naar een job voor anderstaligen. Dit was een voortraject dat specifiek voorbereidt op een art 60 tewerkstelling. JOB-INTRA liep over zes maanden en we voorzagen drie instapmomenten: september, november en februari.

De onderdelen waren:

♦ cursus technisch Nederlands ‘sector 2’ met instapnorm: slagen in de ‘Domino2test’:

♦ MIA (Maatschappelijke Integratie Anderstaligen): informatie- en discussiemomenten over een aantal werkgerelateerde thema’s;

♦ technische opleiding met nadruk op taalverwerving op de werkvloer. Dit vond plaats in het poets- en keukenwerk en de klusjes van de bouw;

♦ individuele coaching;

♦ één maand stage.

Na de cursus ‘sector 2’ was de cliënt sterk genoeg in het technisch Nederlands om te slagen in de TIBO-test van de VDAB. Dit gaf hem toegang bij elke VDAB-opleiding in de secundaire sector. In de loop van 2010 startten 70 cliënten in dit project. Indien de cliënt taalniveau A2 bereikte, kon de wijkwerker hem onmiddellijk doorsturen naar de normale trajectbegeleider gekoppeld aan de wijk. Als bleek dat de (mondelinge) kennis van het Nederlands nog onvoldoende was voor bijvoorbeeld een art. 60-tewerkstelling, verwezen we hem door naar het Team “Nederlands werkt”. Zij gingen met de cliënt na wat de kortste weg was naar een tewerkstelling rekening houdend met het taalprobleem.

a.b Taalcoaching

Taalcoaching startte bij het taalbeleid van de organisatie en stond voor een totaalpakket van doelen en acties binnen de onderneming. Het uiteindelijk doel was de taal op het werk te verbeteren en richtte zich naar verschillende niveaus: • de directe leidinggevenden en het management;

• de werkcontext;

• de Nederlandstalige collega’s;

• de laag taalvaardige werknemer.

Zo probeerden we het management en de collega’s te betrekken en de werkvloer ‘taliger’ te maken. In 2010 begeleidden we 14 organisaties gedurende 110,5 uur. Daarnaast coachten we 23 begeleiders gedurende 31 uren.

Page 154: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

154

De taalcoach was natuurlijk ook bezig met de anderstalige cliënten. Hij was aanwezig bij verschillende sleutelmomenten in het traject: Voortraject Job-Intra (technische opleiding, mondelinge communicatieoefeningen), Wegwijs, art 60- werkvloer, … Bij individuele taalcoaching gericht naar de cliënten maakten we gemiddeld 8 tot 10 uur les vrij om het technisch Nederlands op de werkvloer onder de knie te krijgen. In 2010 bereikten we 46 cliënten, met een totaal van 247 u.

a.c Samsara

Het project Samsara had tot doel preventief op te treden bij voortijdige schooluitval van allochtone jongeren. De focus van Samsara lag op de allochtone meisjes 3de graad secundair onderwijs of deeltijds onderwijs. Het project bood bijzondere kansen aan allochtone meisjes om een bewuste studiekeuze te maken en een kwalificatie te behalen in het onderwijs (rekening houdend met de familiale situatie). Als voortstuderen geen optie was, kregen zij competentieversterkende begeleiding om toch een positie op de arbeidsmarkt te verwerven. De ondersteuning die allochtone jongeren met focus op meisjes kregen tijdens de onderwijsloopbaan versterkte hun arbeidsmarktpositie en verminderde het risico op armoede en/of economische afhankelijkheid. Het project Samsara wilde in eerste instantie de doelgroep bereiken vanuit de bestaande meisjeswerkingen van vzw Jong. Van januari tot april werkten we aan de integratie in twee meisjeswerkingen van vzw Jong om deze werkingen te leren kennen en vertrouwen en ervaring op te bouwen met de meisjes. Na drie maand expertise en investering in de meisjeswerkingen concludeerden we dat ook vzw Jong de band met deze doelgroep van de derde graad aan het verliezen was. We zochten naar andere manieren om de doelgroep beter te bereiken. Via een ambassadeursproject bereikten we heel wat scholen en jongeren. Dit leverde dus duidelijk goede resultaten op naar bereik van de doelgroep. De aard van het ambassadeursproject leende zich echter niet tot (langdurige) individuele begeleidingen. Dit ervaarden we als een gemis. Na de zomer maakten we met de stuurgroep de keuze om in de toekomst ons te richten naar een beperkt aantal scholen, zodat we meer contacten met de jongeren kunnen opbouwen. De voorkeur ging naar de VIP school. In 2010: • startten we 66 begeleidingen op, waarbij er minder dan vijf begeleidingsgesprekken

waren.

• begeleidden we 22 jongeren intensief (meer dan vijf gesprekken) met volgende resultaten:

♦ 15 jongeren slaagden voor hun studiejaar (juni 2010) en zetten hun studies verder, waarvan twee hoger onderwijs aangevat hebben.

♦ 7 jongeren slaagden niet in het lopende studiejaar (juni 2010) waarvan:

§ drie hun jaar hernamen; § één avondonderwijs begon; § één persoon startte een traject naar werk op en was ondertussen aan het werk; § één persoon werd illegaal. § één aan het werk ging.

Page 155: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

155

• Aantal infomomenten:

♦ ambassadeursacties naar de scholen: 22;

♦ groepscontacten met de ouders: 7;

♦ groepscontacten met intermediairen (leerkrachten): 2.

b. Werkervaring

b.a Werkervaringsproject (Wep+)

Met het werkervaringplan deed een laaggeschoolde werkzoekende of leefloner gedurende één jaar werkervaring op. Er was een goedkeuring voor 15 voltijds equivalenten die deeltijds en/of voltijds werden tewerkgesteld in de OCMW-rusthuizen en in de OTC-Projectwerking. De Stad en het OCMW Gent vormden samen een leerwerkbedrijf. De Vlaamse overheid erkende hiervoor het Opleidings- en Tewerkstellingcentrum (OTC) en het Lokaal Werkgelegenheidsbureau (LWB) van de Stad Gent als Leerwerkbedrijf: LeerWerk Gent. Het Leerwerkbedrijf organiseerde vorming en begeleiding voor werkzoekenden met een werkervaringscontract WEP+: de ‘WEP+-ers’. Het OTC en het LWB behielden hun dagelijkse activiteiten en werkten samen het opleidingsgedeelte verder uit. LeerWerk Gent begeleidde 136,5 werkervaringsplaatsen waarvan 95 eigen werkervaringsplaatsen.

b.b Werkstage

Iedereen die voor een art. 60 tewerkstelling in aanmerking kwam, maar waarbij het profiel nog te laag was, verrichte eerst één maand werkstage, vooraleer we een contract art. 60 aanboden. Bedoeling was enerzijds dat de cursist vrijwillig kennis kon maken met de tewerkstellingsplaats, anderzijds dat de werkplaats kon oordelen over de opportuniteit van de tewerkstelling. Bij een negatief oordeel konden we probleemloos uitkijken naar een meer geschikte werkplek. De werkinhoud was identiek aan de taken van de functie als art. 60. Tijdens de werkstage ontving de cursist verder leefloon en een forfaitaire onkostenvergoeding van 5 euro per halve dag. In 2010 kregen 243 mensen de kans voor een werkstage.

b.c Arbeidszorg

Voor sommige leefloners was een permanente tewerkstelling nog niet haalbaar. Bij sommige tewerkstellingsplaatsen was na art. 60 géén doorstroming mogelijk en voorzagen we soms arbeidszorg. Het ging om een niet-voltijdse werkvorm, op maat van de cliënt. Ook in 2010 subsidieerden we een aantal vzw’s om de integratie- en tewerkstellingskansen voor de moeilijkst bemiddelbaren te verhogen: vzw Ateljee, vzw Kringloopwinkel Brugse Poort, vzw Condenz, vzw Sociale Werkplaats De Sleutel, vzw Zagan - Compagnie de Sporen, vzw Loods 13, vzw Hand in Hand (De Moester) en vzw Sogo Bia O Yon’d (Lekker Gec). Deze vzw’s creëerden extra tewerkstellingplaatsen art.60§7 met een laag profiel en extra plaatsen arbeidszorg. De subsidiëring voorzag in de loon- en werkingskosten van een technisch instructeur voor de begeleiding van de cursisten. In 2010 startten vanuit het OTC 75 cliënten in arbeidszorg. In 2010 werkten we verder aan het contacteren van nieuwe, niet-gesubsidieerde vzw’s en interne diensten.

b.d Proefproject arbeidszorg

Het model van de activeringsladder maakte al duidelijk dat niet iedereen onmiddellijk klaar was om direct naar arbeid toe te leiden. Een onderzoek in 2007 bevestigde dit en wees op de aanwezigheid van een relatief grote groep voorlopig niet arbeidsactiveerbare cliënten (onder meer door psychische problemen en geen kennis van het Nederlands). We stelden voor om via prospectie en verdere methodiekontwikkeling het terrein van sociale activering verder uit te werken. Diverse vormen van vrijwilligerswerk konden hier een belangrijk

Page 156: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

156

onderdeel van uitmaken. Vanuit deze context zetten we in 2010 een stuurgroep ‘begeleid vrijwilligerswerk/arbeidszorg’ op om dit thema verder uit te diepen. Hiernaast bevroegen we diensten en organisaties, toetsten we de haalbaarheid af en zochten we partners die werkvloeren konden bieden. Met het wijkwerk maakten we werkafspraken in het kader van doorverwijzing van 15 kandidaten.

b.e Art.60§7

Het OTC werkte samen met 234 werkervaringsplaatsen in het kader van art.60. De tewerkstellingsplaatsen voor art. 60ers waren: een vzw met sociaal doel, een vzw met cultureel doel, een vzw met ecologisch doel, OCMW-Gent, de privésector, andere plaats, sociale economie met verhoogde toelage, sociale economie zonder toelage, de gemeente van OCMW, de gemeente van een ander OCMW, de intercommunale met sociaal doel en het openbaar ziekenhuis aangesloten bij de RSZ. In 2010 haalden we een gemiddelde bezetting van 319,5 art.60-tewerkgestelden (telkens geteld op de eerste dag van de maand) (2009 = 253,5 – 2008 = 251 – 2007 = 306). In 2010 konden 289 cliënten starten in een art.60 contract (253 in 2009). Een overzicht van hun profiel: Aantal starters art 60 in 2010 289 100% Leeftijd < 25jaar 42 14,5% 25-34 jaar 94 32,5% 35-44 jaar 92 31,8% 45-54 jaar 44 15,2% > 55 jaar 17 6% Geslacht * Man 179 62,4% Vrouw 108 37,6% Nationaliteit Belg 146,0 50,5% Niet- Belg 143,0 49,5% Nationaliteit Belg, geen Belgische afkomst 46 15,9% Turkije 9 19,6% andere Europese landen 3 6,5% Marokko 3 6,5% andere Afrikaanse landen 15 32,6% Azië 12 26,1% Amerika 4 8,7% * twee ontbrekende gegevens in de registratie. De meerderheid van de starters in art.60§7 waren mannen (62,4%). Iets meer dan de helft (50,5%) had de Belgische nationaliteit. Het aantal jongeren onder 25 jaar was gedaald naar 14,5% (2009 = 32,4 %). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er een grotere instroom van allochtonen (dertigers) is waardoor het percentage jongeren daalt.. 32,5% was tussen 25 en 34 (2009 = 33,6%), 31,8% is tussen 35 en 44 jaar (2009= 21,7%) en het aandeel 45 of ouder is in 2010 gestegen ten aanzien van 2009 (12,3%) en is 21,2%.

b.f Competentiecoaching

Het OTC telde drie competentiecoaches. Deze coach had één doel voor ogen: instructeurs coachen en ondersteunen in hun opdracht om art 60-werknemers in hun mogelijkheden te versterken. Het coachen verliep zowel in groep als individueel. De job van competentiecoach was tijdens een ESF-project gegroeid vanuit de vaststelling dat instructeurs een technische maar vaak geen agogische vooropleiding hadden. Terwijl competenties zoals individueel begeleiden of conflicthantering ook voor een instructeur essentieel waren.

Page 157: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

157

Het OCMW heeft drie coaches. In 2010 hebben die coaches 38 nieuwe instructeurs, die art. 60-cliënten begeleiden, opgeleid.

b.g Infomomenten rond art. 60

Infomoment ‘voor start art. 60’ organiseerden we in 2010 13 maal. De deelname was verplicht voor wie in een art.60-contract wou starten. De infosessie wegwijs tijdens art.60 organiseerden we 11 keer in 2010. Deelname was verplicht voor iedereen in art.60. Het programma liep over 3,5 dag. We informeerden over de rechten en plichten tijdens de tewerkstelling, over competenties, de manier van evalueren, bezoeken aan opleidingscentra, … In 2010 waren 279 cliënten ingeschreven in deze verplichte vorming: 226 cliënten hebben ook effectief deelgenomen. De afwezigheden hebben doorgaans te maken met ziekte, te laat komen waardoor men niet meer toegelaten wordt, vraag van de werkvloer om de info uit te stellen, of deelnemers die het vergeten waren. Deze afwezige deelnemers worden opnieuw ingeschreven voor de volgende wegwijs.

14.4.1.3 Actieve bemiddeling en hulp bij indiensttreding

List break2 a. Infomoment ‘wat na art. 60?’

Elke maand vond een verplicht infomoment plaats voor mensen die einde contract waren. Dit gebeurde in samenwerking met de VDAB. In 2010 organiseerden we deze infosessie 12 maal. b. Delta

In Delta probeerden we te achterhalen of elke deelnemer een haalbaar en realistisch jobdoelwit had. We gingen na met welke ondersteuning de deelnemer dit jobdoelwit kon bereiken. Delta telde in 2010 134 deelnemers. c. Jobwerkbank

Het project Jobwerkbank richtte zich naar steungerechtigden, mensen in contract art 60 en personen in nazorg. In 2010 nodigden we 106 nieuwe kandidaten uit. 13 mensen namen reeds deel in 2009 en zetten de jobwerkbank verder in 2010. Dus het eindtotaal voor 2010 was 119. Voor 74 mensen bemiddelden we actief (62%). 45 cliënten daagden nooit op waardoor bemiddeling niet mogelijk was (38%). Resultaten doorstroming bij de 74 mensen waarvoor we actief bemiddelden: 59 cliënten sloten het jobwerkbanktraject af in 2010. De meting op 31 december 2010 wijst uit dat 27 cliënten effectief doorstroomden naar een job. Hiervan stroomde twee personen twee keer door. Een eerdere tewerkstelling eindigde, waarna de cliënt opnieuw deelnam aan de jobwerkbank met een nieuwe doorstroming tot gevolg. 25 mensen slaagden erin om via de jobwerkbank aan het werk te gaan. Ook stroomden vier mensen door naar een opleiding. Dit betekende dat van de 59 personen die het jobwerkbanktraject afsloten in 2010 er 29 personen doorstroomden naar een job of opleiding, (het doorstromingspercentage bedraagt 48,8%).

Page 158: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

158

d. Samenwerking jobclub – jobwerkbank

In 2010 startten we een nieuw project in samenwerking met VDAB. Dit was een intensieve sollicitatietraining in groep bestaande uit tien halve dagen verplichte training. Na deze training ging de cliënt over naar de sollicitatieruimte tot wanneer hij een job vond (met een maximum van vijf maanden). De sollicitatie ruimte is gelijklopend met onze jobwerkbank, maar vindt twee halve dagen per week plaats. Het doel is de samenwerking met VDAB te optimaliseren waarbij we van elkaar kunnen leren. We werkten met gemengde groepen van leefloners (onze cliënten) en mensen die werkloosheidsuitkering ontvingen (VDAB-Cliënten) Het project richtte zich naar cliënten die: • leefloon krijgen;

• een werkloosheidsuitkering krijgen;

• aan het werk zijn in art 60;

• hun art.60 beëindigden.

De eerste groep startte op 26 mei 2010 en we richtten drie groepen op in 2010. Voor de eerste groep verwezen we 21 mensen door waarvan 13 effectief deelnamen. Enkel de eerste groep had de training achter de rug en van de 13 deelnemers vonden 6 mensen een job en 2 startten een opleiding. Voor de 2de groep verwezen we 17 mensen door waarvan 7 effectief deelnamen. Voor de 3de groep verwezen we 29 mensen door waarvan er 15 deelnamen. Van de laatste twee groepen kunnen we nog geen resultaten geven gezien we de training nog niet voor iedereen afrondden. e. Samenwerking Lokale Werkwinkel

Het OTC stelde een trajectbegeleider voltijds ter beschikking van de Lokale werkwinkel. Bij de opstart richtten we ons enkel tot mensen die hun contract art60 beëindigden. Sinds april 2008 verruimden we de doelgroep naar mensen met een korte schorsing RVA (< zes maanden) en naar mensen die een werkloosheidsvergoeding ontvingen, maar in begeleiding waren bij het OCMW. We maakten onderstaande indeling: List break 1. Cliënten die art60 tewerkstelling beëindigden

In 2010 begeleidden we 20 cliënten. Dit lage aantal verklaren we doordat we deze doelgroep op een bepaald moment niet meer konden doorverwijzen omwille van de hoge caseload. We zetten 11 dossiers passief. Van de passief gezette dossiers ging 45,5% aan het werk. In 2009 lag dit op 22%. 2. Cliënten die we doorverwezen uit de wijk (mensen met een werkloosheidsuitkering met

OCMW-begeleiding of kort geschorsten ( < zes maanden)).

Page 159: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

159

In 2010 begeleidden we 54 cliënten Deze splitsten we op: • Werkloosheidsuitkering - Collectieve/budgetbeheer/budgetbegeleiding: 33 cliënten.

Hiervan zetten we 26 dossiers passief. Bij 11 personen zetten we het dossier passief wegens tewerkstelling (= 42%).

• Schorsing < zes maand: 21 cliënten.

Hiervan zetten we 19 dossiers passief. Bij vijf personen zetten we het dossier passief wegens tewerkstelling (= 26%). f. Actieplan werk

Vanaf april 2009 startte het project ‘actieplan werk’ om tegemoet te komen aan de werklozen uit de economische crisis. We zetten zes consulenten in waarvan vijf voor VDAB en één voor het OCMW. De trajectbegeleider van het OCMW volgde 200 cliënten op over een periode van twee jaar. Het OCMW richtte zich naar werklozen (van de huidige economische crisis) die een leefloon/levensminimum aanvraagden of voorschotten vraagden op werkloosheidsvergoeding. De begeleiding verliep intensief. In tegenstelling tot VDAB, nam de trajectbegeleider van het OCMW ook een screening van de welzijnsproblematiek en een intensief hulpverleningsplan op.

f.a Behaalde resultaten

We nodigden in de periode van april 2009 tot en met december 2010 170 personen uit: • 19 personen reageerden niet op uitnodigingen en kwamen niet opdagen (= 11,18%).

• Vier dossiers waren nieuw ( = 2,35%).

• We volgden 55 werkzoekende personen op (= 32,35%) die nog steeds werkzoekend waren eind 2010, hiervan zijn er:

• tien die reeds werkten maar terug werkzoekende zijn;

• één die een opleiding volgde maar gestopt is.

• 74 personen vonden werk (= 43,53%), waarvan één deeltijds werkt maar voltijds wil werken.

• 13 personen volgden een opleiding (= 7,65%).

• Twee personen verwezen we door naar externe dienst (= 1,18%).

• Eén persoon had geen geldige arbeidskaart (= 0,59%).

• Eén persoon verhuisde ( = 0,59%).

• Eén persoon was ziek ( = 0,59%).

Page 160: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

160

14.4.1.4 Doorstroming en nazorg

Het profiel van de OTC-cliënten wijzigde ten opzichte van vorige jaren, doordat de trajectbegeleiding naast arbeidsbegeleiding nu ook sociale activering omvat. Het aantal afgesloten arbeidscontracten daalde in 2009 aanzienlijk, voor 2010 steeg het terug. We sloten namelijk in 2010, 540 contracten af (2009 = 309, 2008 = 479). Hierbij zagen we voornamelijk een stijging van het aantal reguliere en interim contracten. Overzicht: afgesloten arbeidscontracten 2010 2009 2008 2007 reguliere contracten 231 160 204 211 Interim contracten 198 72 172 210 contracten activa 13 7 19 35 contracten wep+ 54 42 43 34 contracten sine 15 13 10 20 contracten dienstencheques 14 8 22 12 vrijwilligerscontracten 4 1 0 0 zelfstandige activiteiten 7 4 7 4 Plukkaart 0 0 Invoeginterim 1 1 1 IBO 1 1 0 PWA 2 2 Totaal 540 309 479 527 Een bedenking bij bovenstaande resultaten: hier telden we het aantal contracten en niet het aantal cliënten dat een contract afsloot. Het was mogelijk dat we een cliënt meerdere malen tewerkstelden voordat we zijn of haar dossier afsloten. Bij de start van een tewerkstelling volgen we de cliënt nog verder op totdat de situatie stabiel genoeg is om het dossier af te sluiten. Om de doorstromingsresultaten te verkrijgen, bekijken we het aandeel van het totaal aantal afgesloten dossiers met een doorstroming naar de arbeidsmarkt. In 2010 sloten we 1181 dossiers af (948 in 2009, 887 in 2008, 807 in 2007). De doorstroom naar de arbeidsmarkt steeg in 2010: • 25,5% stroomde door naar de arbeidsmarkt (21,5% in 2009):

♦ 183 contracten in loondienst;

♦ 73 interim contracten;

♦ 13 activacontracten;

♦ 11 contracten dienstencheques;

♦ 11 wep+contracten;

♦ 7 zelfstandige activiteit;

♦ 3 sine-contracten;

♦ 1 PWA.

Page 161: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

161

• 5% stroomde door naar een opleiding (5,5% in 2009).

• 24,9% toonde geen (verdere) interesse in begeleiding (28,5% in 2009).

• 7,2% hiervan betroffen mensen die tijdens het traject afhaakten.

• 15,9% had problemen van psychische, sociale of medische aard die een verdere begeleiding naar tewerkstelling belemmerden (18,5% in 2009).

• 3,1% ging uit arbeidstrajectbegeleiding als ze een werkloosheidsvergoeding verkregen (7% in 2009).

• Andere redenen om uit arbeidstrajectbegeleiding te verlaten: detentie, dringend ontslag, geen erkend politiek vluchteling zijn, gevolgd worden door een externe dienst, leeftijd, overlijden, taalproblemen, verhuis (25,6% in 2010, 19% in 2009).

14.4.2 OTC Leerwerkplekken

Een tewerkstelling/opleiding binnen de projecten beschouwden we als een fase binnen een traject. In de projecten was binnen de tewerkstelling een viervoudig aanbod aanwezig: • opdoen van werkervaring;

• algemene vorming;

• technische vorming;

• individuele Trajectbegeleiding.

We werkten binnen OTC Leerwerkplekken met 65 cursisten.

14.4.2.1 De Karwijdienst

Het aantal opdrachten voor de Karwijdienst steeg in 2010 terwijl het personeelsbestand ongeveer gelijk bleef. De opdrachten bestonden uit schilderen en behangen als hoofdactiviteit en daarnaast uit isolatiewerken, loodgieterij, sanitair, elektriciteitswerken, vloerbedekking leggen, vloeren, tegelzetten, schrijnwerk, tuinonderhoud en ontruimingen. De dienst bestond uit vijf ploegen cursisten art. 60 en andere contractuelen (vast, sociaal activa, wep+, sine) onder leiding van vijf technisch begeleiders. De groep bestond inclusief omkadering uit een veertigtal personen. We werkten voor drie soorten aanvragers: Gentse particulieren met een laag inkomen, de dienst Wonen en een aantal Gentse vzw’s. De vijf werkploegen voerden permanente opdrachten uit voor: • particulieren: twee ploegen voerden de opdrachten uit voor de particuliere aanvragers

(ons doorgestuurd vanuit de diverse welzijnsbureaus);

• dienst wonen: één ploeg onderhield de huur- en noodwoningen van dienst Wonen (patrimonium dat nog geleidelijk uitbreidt);

• CAW Artevelde: één ploeg was toegewezen aan het op orde houden/brengen van het patrimonium van CAW Artevelde (structurele samenwerking op jaarbasis);

• de Energiesnoeiers: één ploeg voerde isolatiewerken uit bij particuliere aanvragers;

• andere vzw’s: werden verdeeld tussen de verschillende ploegen.

Page 162: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

162

ist break2 a. Particulieren

Mensen met een laag inkomen deden via hun maatschappelijk werker van het welzijnsbureau een aanvraag voor een karwei. De aanvragen gaven we door aan onze dienst. Een technisch begeleider nam contact op met de cliënt en sprak verder af voor de uitvoering van de karwei. De materialen kon de cliënt zelf aankopen of via ons bekomen aan een goede prijs. Bij grotere werken maakten we een bestek op zodat de cliënt geen onverwachte factuur ontving. Twee ploegen voerden de opdrachten uit voor de particulieren. We hanteerden een getrapte tarifering naar gelang het inkomen van de cliënt. Zo betaalde iemand met een leefloon twee euro per werkuur, hogere inkomens kwamen niet in aanmerking voor onze dienstverlening. In 2010 voerden we 580 opdrachten uit (stijging 16% tegenover 2009). Hieronder vielen de vele kleine loodgieterkarweien op, terwijl naar tijdsinvestering de decoratiewerken de spits afbeten. De laatste vier jaren verbubbelde het aantal aanvragen. b. dienst Wonen

De dienst Wonen van OCMW Gent werkte als een sociaal verhuurkantoor. Naast een aantal noodwoningen huurden we diverse woningen (appartementen, studio’s, huizen) op de privé-woonmarkt om door te verhuren aan onze cliënten. Eén ploeg van de Karwijdienst onderhield deze woningen en deed de noodzakelijke woonaanpassingen, decoratiewerken en herstellingen. In 2010 voerden we 462 karweien uit voor de dienst Wonen (stijging 12% tegenover 2009). In de periode 2004 tot 2010 steeg het aantal aanvragen van dienst Wonen licht. c. CAW Artevelde

We sloten een overeenkomst af met CAW Artevelde in november 2008 om gedurende één jaar één vaste ploeg ter beschikking te stellen voor decoratiewerken in hun diverse diensten. Deze jaarovereenkomst vernieuwden we tweemaal, na een gezamenlijke positieve evaluatie (ook voor 2011). Volgende gebouwen fristen we op in 2010: maatschappelijke zetel op de Oude Houtlei, Crisisonthaal De Schelp, een vluchthuis voor vrouwen, burelen Prinsenhof, een opvanghuis in de Meibloemstraat. d. Energiesnoeiers

Onze vijf energiesnoeiers voerden het afgelopen jaar verder energiescans uit in samenwerking met vzw REGent. In een tweede huisbezoek namen we op vraag van de bewoners kleine energiebesparende maatregelen. Door de groeiende vraag naar isolatiewerken namen we in september 2010 een 6de energiesnoeier in dienst. We isoleerden in 2010 28 woningen en voerden 15 energiebesparende maatregelen uit bij mensen met een laag inkomen. Een deel van de woningen isoleerden we gratis met isolatie van Eandis. De aanvrager kon bovendien beroep doen op meerdere subsidiekanalen (provinciaal, stedelijk, Regent, OCMW Gent) om de eigen rekening zo laag mogelijk te houden. Een aantal Gentse vzw’s vroegen ons éénmalig bepaalde werken uit te voeren in hun gebouwen: • Vzw Obra: het vrachtschip ‘OBRA’ maakten we deels (benedenruim) roestvrij en

schilderden we. Ook de stuurhut fristen we op.

• Wijkgezondheidscentrum Rabot: verhuis + monteren van een keuken + plaatsen van gipskartonplaten.

Page 163: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

163

• Sint-Vincentiusschool: schilderen en plaatsen van vloerbekleding in lokalen van de school.

• Don Bosco Baarle: schilderen van ramen.

• Sociale dienst Brugse Poort: schilderen ontmoetingsruimte en aanpalende sanitaire blok.

• Casa Rosa: schilderen en plaatsen van vloerbekleding in verschillende lokalen.

• Nucleo: schilderwerken Convent Huishove.

• Wijkgezondheidscentrum Kapellenberg: schilderwerken + plaatsen brandwerende deur en deurpompen.

• Wunian: lichte afbraakwerken: volledig strippen van een woning.

• Odice: schilderen van verschillende lokalen + plaatsen van kastdeuren.

• REGent: algemene renovatiewerken in een woning: schilderen, plaatsen van vloerbekleding, plaatsen van gips kartonnen platen, bezetten van muren, behangen met glasvlies …

• Kringloopwinkel Brugse Poort: isoleren van twee zolders.

• De Gentse Haard: schilderen van twee traphallen van appartementsblokken (behangen en schilderen van de hallen en schilderen van de inkomdeuren van de appartementen).

• Samenlevingsopbouw Gent: schilderwerken en plaatsen van vloerbekleding in een buurtcentrum.

14.4.2.2 De Laadbrug en Schuitschaaf

De Schuitschaaf en De Laadbrug hadden hun eigen kwartaaltijdschrift. Huisnummer zes: de krant van de achterkant zag in april 2010 het levenslicht. Het was een intern kwartaaltijdschrift voor de cursisten en het begeleidend personeel met als doel deze meer bij de werking te betrekken. Er verschenen drie nummers. List break2 a. De Laadbrug

De Laadbrug verzorgde een deel van de materiële dienstverlening aan OCMW-cliënten. De taken van onze cursisten: afhaling van schenkingen, levering van meubilair in bruikleen, ontruimingen en verhuizingen van inboedels, inpakken van goederen, laden en lossen van meubilair en huisraad, stapelen van goederen, magazijnbeheer van binnengekomen meubilair uit schenking, demonteren en monteren van meubilair en kleine herstellingswerken aan meubilair. Uitgevoerde opdrachten in 2010: • verhuizen: 181;

• opslag: 2;

• levering:120;

• schenkingen: 143;

• terughalingen: 35;

• ontruimingen: 17.

Page 164: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

164

355 personen deden een beroep op de dienstverlening van de Laadbrug. In 2010 vonden drie opleidingen verhuizer/drager – verhuizer/inpakker plaats voor 15 deelnemers. De Laadbrug werkte samen met EW rond gezonde voeding. Lekker, gemakkelijk, gezond koken met basisproducten was het centrale thema. Tijdens twee groepsbijeenkomsten maakten we de eigen voedingsgewoonten van de cursisten zichtbaar. Hierna sloten we af met twee kookworkshops waaronder een praktisch en informatief gedeelte. b. De Schuitschaaf

De Schuitschaaf beoogde een harmonieuze samenwerking tussen de deelprojecten algemene houtbewerking, restauratie en meubelschilderen. We restaureerden drie unieke gemarquetteerde topstukken voor het Design museum Gent. Op 1 februari 2010 stelden we deze in het museum op een persconferentie voor. Vanaf dan stonden zij in al hun glorie te pronken en waren zij te bezichtigen voor het breder publiek. Uitgevoerde opdrachten in 2010: • 48 meldingsbussen dienst Kwaliteit;

• kubussen ldc De Waterspiegel;

• vitrinekast Design museum Gent;

• voorbereiding 17 ontruimingen;

• aanmaak keukenblok;

• afwerking 45 stuks meubilair in het kader van restauratie en meubelschilderen;

• aanmaak proefmodellen hulpstukken ergo@home;

• balans EW;

• 100 fotohouders Wegwijs;

• 400 stemhokjes Stad Gent;

• vogelkooi het Heiveld;

• 20 brievenhouders;

• beveiligingskasten pc’s;

• 59 lattenbodems De Laadbrug;

• 54 hulpmiddelen ergo@home;

• 3 18de--eeuwse meubelen Design museum Gent;

• poppenkast, tekenbord en opbergkoffer Vakantiewerking;

• onderdelen volksspelen Jeugddienst Bond Moyson;

• kaarsenhouders Designmuseum Gent;

• aanpassing ijskar vzw Home Claire;

• afwerking seascoutingboot Poseidon vzw;

• legplanken en houten staander EW;

• 10 kinderhoekjes welzijnsbureaus; driedelige vergadertafel vzw Eclips.

Page 165: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

165

Gerealiseerde opleidingen in 2010: In 2010 vond één interne opleiding Basis houtbewerking en vier vervolgopleidingen voor eigen cursisten plaats. Basis hout 5 deelnemers Inkasten deuren 4 deelnemers Linkse gesloten consoletrap met bordes 1 deelnemers Dakconstructie 2 deelnemers Inkasten deuren 2 deelnemers Er was voor het eerst een samenwerking met het Centrum voor Volwassenenonderwijs Leerdorp. Tien van de cursisten volgden er de opleiding Basis manuele houtbewerking. Allen behaalden een certificaat.

Page 166: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

166

15 Emancipatorische Werking

Adres Antwerpsesteenweg 778 9040 Sint-Amandsberg Aantal personeelsleden Emancipatorische Werking: 28,4 voltijds equivalenten 33 koppen

15.1 Doelstelling

De doelstelling van de Emancipatorische Werking (EW) bestaat uit: • maatschappelijke integratie;

• dialoog en participatie.

We proberen dit te realiseren via de methodiek van emancipatorisch groepswerk. Dit betekent dat we vertrekken vanuit de ervaringen van de doelgroep. De peiler maatschappelijke integratie realiseren we in hoofdzaak door het Arbeidszorgproject, de basiswerkingen en de werkgroep ’’t Rondpunt’. De peiler dialoog en participatie realiseren we in hoofdzaak door de dialooggroep klantenparticipatie.

15.2 Realisaties

List break2 a. Methodiekontwikkeling

Op basis van de resultaten van het actieonderzoek van de KUL in onze groepswerkingen ontwikkelde de organisatie Bindkracht in 2010 een vorming. In de loop van 2011 passen we deze vorming aan de visie- en methodiekbehoeften van onze dienst aan. In 2011 volgen vrijwel alle medewerkers van de groepswerkingen deze vorming van drie dagen. Bedoeling is om onze visie/missie en de methodiek binnen onze werking verder te expliciteren. b. OCMW- info

De werkgroep Activering gaf EW de opdracht om een module uit te werken rond activering, over rechten en plichten voor nieuwe OCMW cliënten. In 2010 bereidden we deze wekelijkse vormingsdag voor en vond een proefproject plaats in Sint-Amandsberg. We organiseerden ook vier infomomenten voor doorverwijzers. Er namen 40 maatschappelijk werkers, zeven hoofdmaatschappelijk werkers en drie stafleden aan deel. In 2010 werkten we verder met Digipolis aan de ontwikkeling van een eigen cliëntregistratiesysteem. In het tweede kwartaal van 2011 moet dit afgerond zijn.

Page 167: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

167

15.3 Projectwerkingen

15.3.1 Basiswerkingen

De Basiswerking is een groepswerking gericht op ontmoeting en versterking van het zelfbeeld, kennis en vaardigheden. Daarnaast brachten we de deelnemers in contact met organisaties, activiteiten en mogelijkheden die hun leefwereld en zelfontplooiing verrijkten. kwamen tot stand vanuit hun eigen ervaringen. List break2 a. Proefproject ‘Perfect is saai’

Uit de Basiswerking Bloemekenswijk groeide een proefproject rond zelfzorg met als titel ‘Perfect is saai’. Door de positieve evaluatie willen we dit in 2011 implementeren als themawerking. We verlaten hiermee de territoriale aanpak en bieden nu ‘Perfect is saai’ centraal aan voor alle welzijnsbureaus en niet meer alleen in het welzijnsbureau Bloemekenswijk. b. Basiswerking Gent Zuid omgevormd tot Bougez Bougez

De basiswerking Gent Zuid ontwikkelde zich tot het succesvolle muziekproject Bougez Bougez. De locatie was in 2010 nog in de wijk Gent Zuid (campus Prins Filip) gevestigd. De werking staat open voor cliënten uit alle wijkbureaus. Door de verbouwingen op de campus verlaten we in 2011 de wijk voor de groepswerkingen en repetities. Het muziekproject geeft door middel van zijn diverse toonmomenten en optredens, uitstraling aan het sociaal activeringsverhaal van OCMW Gent. Eind 2010 keurde Vrijetijdsparticipatie een subsidiedossier van Bougez Bougez rond multimedia goed. In 2011 voeren we dit uit. Vanaf december 2010 zijn deze groepswerkingen van Sint-Amandsberg, Muide, Gent Noord en Macharius gefuseerd. Een aantal deelnemers leidden we toe naar andere werkingen. c. Activeringsklemtoon

De individuele opvolging gebeurde via een individueel activeringstraject voor elke deelnemer, dat we digitaal registreerden in een cliëntdossier. Tijdens het evaluatiegesprek benoemden we ‘groei’ formeel en registreerden we de zeven basiscompetenties. Hierdoor kreeg het uitstroomprofiel vorm. We hadden blijvend aandacht voor doorstroming uit de groepswerking naar bestaande initiatieven. Dit bevorderde een verdere integratie/activering van de mensen, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk. Er was ook meer aandacht voor verbindingen naar buiten, bijv. de toeleiding naar activiteiten van het Buurtcentrum, deelnemen aan de turnlessen in het Wijkgezondheidscentrum, … d. Jaargegevens over de vijf basiswerkingen (inclusief Bougez Bougez)

2010 startte met 126 groepsleden verspreid over de vijf werkingen. Er kwamen in de loop van het jaar 33 nieuwe groepsleden bij. In totaal werkten dus 159 groepsleden in 2010 mee aan één van de vijf projecten. Wegens psycho-sociale redenen stopten 47 groepsleden. In 2010 zijn er 48 groepsleden doorgestroomd uit de basiswerkingen. 13 daarvan bleven meewerken in de oorspronkelijke groep.

Page 168: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

168

15.3.2 Dialooggroep klantenparticipatie

Deze groepswerking staat in voor participatie en dialoog met de doelgroep en wil door emancipatorisch groepswerk de mensen een stem geven in de organisatie. Dit gebeurde via gespreksgroepen rond actuele thema’s. Deze thema’s zijn gerelateerd aan de hulp- en dienstverlening van het OCMW. Door participatie en dialoog met de doelgroep proberen we de drempels in de hulpverlening te verlagen. De dialooggroep kan worden ingeschakeld in functie van schriftelijke communicatie naar de doelgroep, als klankbordgroep rond een specifieke maatregel, als partner in een beleidsproces, en als meewerkende partner in vormingen en dialoogmomenten. Om dit waar te maken is de bestaande vaste groep uitgebreid tot een pool waaruit we mensen selecteren voor specifiek opdrachten. Voor de deelnemers uit deze pool organiseerden we een langdurige vorming - acht bijeenkomsten - in samenwerking met Leerpunt. Deze vorming loopt ook nog verder in 2011. Tegelijk is een aanzet gegeven om meer expliciet competentieversterkend te werken. We bouwen dit in 2011 verder uit. Een aantal acties uit 2010 zijn: • het aantal deelnemers is uitgebreid en we werken met een pool afhankelijk van het thema

van de bijeenkomst;

• structurele inbedding in de organisatie door ondertekening van een charter voor klantenparticipatie;

• opmaak van een productencatalogus (inventaris van mogelijke vormen van klantenparticipatie, modaliteiten en procedures).

De groep bestond begin 2010 uit 13 groepsleden. Drie personen beëindigden de deelname aan de dialooggroep. Deze mensen bleven actief binnen andere groepen van de Emancipatorische Werking: één van hen kon doorstromen naar reguliere tewerkstelling. De groep werd uitgebreid met 11 nieuwe deelnemers. We beschikken nu over een pool van 21 personen die aan de dialooggroep deelnemen. Het project legde de focus niet direct op doorstroming en activering, maar wel op participatie en dialoog. Er vonden 42 bijeenkomsten plaats in 2010. Realisaties: • de brochure schuldhulpverlening is verder verspreid in OCMW Gent;

• de brochure ‘Wegwijs in het OCMW’ is vernieuwd en in oplage van 5000 exemplaren verspreid in OCMW Gent;

• voorbereiden en uitwerken nieuw systeem dialooggroep (pool en competenties dialoog en participatie);

• vorming met Leerpunt;

• voorbereiding charter klantenparticipatie en productencatalogus;

• getuigenis en dialoog over eigen activeringservaringen opzetten in het kader van OCMW-info (zes bijeenkomsten);

• getuigenissen over armoede opzetten voor scholen secundair onderwijs uit Melle en Hoogstraten;

Page 169: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

169

• nakijken enquêteformulier en uitnodigingsbrief voor Tevredenheidmeting SD;

• inhoudelijke opmerkingen gegeven op intentieverklaring rond armoede van de stedelijke buurtwerking;

• aanpassing concept doorgegeven Uit-in-je-buurt-krantje stedelijke buurtwerking Stad Gent;

• nakijken uitnodigingsbrieven van OCMW info;

• slogan bedenken affiche week tegen de armoede.

Bij de groepswerking vertellen mensen hun verhaal vanuit de generatiearmoede. De doelstelling is om mensen in kansarmoede voor te bereiden op het brengen van een getuigenis op een integere manier en zo een positieve boodschap over armoede te brengen. Voor sommige deelnemers is dit een voortraject om nadien door te stromen naar klantenparticipatie. Daarnaast werd er gewerkt naar een creatief einddoel dat getoond werd in de Week van de Armoede en de titel ‘Armoede uit de doeken’ kreeg. Er vonden acht groepsbijeenkomsten van 12 deelnemers plaats. List break2 a. Vorming kansarmoede voor nieuwe medewerkers.

De vorming ‘kansarmoede voor nieuwe medewerkers’ biedt inzicht in het thema generatiearmoede en nieuwe armoede. De vorming krijgt diepgang en kleur door de getuigenissen van mensen uit de dialooggroep. De ervaringsdeskundige legt de link met de hulpverlening. We organiseerden in 2010: vier vormingen voor de nieuwe medewerkers SD; twee vormingen voor leerlingen uit het secundair onderwijs (Melle); één vorming georganiseerd voor vzw’s van Amnesty International. b. Toneelvoorstelling ‘Armoede uit de doeken’.

‘Armoede uit de doeken’ is een toneelstuk van de verhalengroep rond kansarmoede en bracht vooral de effecten van de gekwetste binnenkant van armoede in beeld. Hierbij brachten mensen in armoede hun worsteling in beeld en toonden zij aan dat ze na een bezinningstijd meestal kiezen voor de constructieve weg. Er werden zeven voorstellingen georganiseerd met gemiddeld 12 deelnemers per voorstelling.

15.3.3 ’t Rondpunt

In deze groepswerking zijn groepsleden van de verschillende groepswerkingen actief. De 15 groepsleden organiseren jaarlijks vier overkoepelende activiteiten van de Emancipatorische Werking: de startactiviteit, het sinterklaas- en nieuwjaarsfeest en de weekenduitstap.

Page 170: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

170

15.3.4 Cultuurparticipatie

Deze groepswerking activeert de groepsleden van de EW door middel van cultuurparticipatie. 47 verschillende groepsleden uit de werkingen genieten van een cultuuraanbod op maat. Door onze samenwerking met Gentse cultuurhuizen kunnen we een divers aanbod aanbieden. Zo werken we samen met NTG, Vooruit en Victoria Deluxe. Nieuwe partners in 2010 zijn theater Scala (voor laagdrempelig, toegankelijk theater) en Studio Skoop (met hier een eerste aanzet voor een structurele samenwerking die we verder uitbouwen in 2011). Wat het aanbod op maat betreft, proberen we voor sommige voorstellingen gericht toe te leiden. Zo is een uitvoering van de Carmina Burana gesneden koek voor Bougez Bougez. Ook proberen we het aanbod zo divers mogelijk te maken. Van een volks spektakel als de Zesdaagse, tot een “moeilijker” optreden van Iva Bittova. In 2010 presenteerden we volgende voorstellingen: • Vooruit: ‘Schöne Blumen’ (theater, Arne Sierens);

• Vooruit: Iva Bittova (muziek);

• Festival van Vlaanderen: Carmina Burana;

• Zesdaagse van Gent in ’t Kuipke;

• Scala: ‘Wordt u al geholpen?’;

• NTG: Schedelgeboorten;

• Victoria Deluxe : try out van de voorstelling ‘Arbeid voor allen’;

• Studio Skoop: film ‘De helaasheid der dingen’.

15.3.5 ‘Opnieuw je eigen centen beheren’

In januari 2010 ging het project ‘Opnieuw je eigen centen beheren’ voor de tweede keer van start. Het project eindigde in juli 2010. Deze module had plaats in het Welzijnsbureau Brugse Poort. Dit project gebeurde in samenwerking met Leerpunt, de Juridische dienst en deels met de ervaringsdeskundige. Met de doorverwijzende maatschappelijk werkers organiseerden we een dialoogmoment over een aantal thema’s gekoppeld aan de lopende schuldhulpverlening. We contacteerden 18 cliënten die doorverwezen zijn door de verschillende wijken voor een intakegesprek. Uiteindelijk startte de groepswerking met 13 deelnemers. Gemiddeld waren er een tiental deelnemers aanwezig. Bij de evaluatie bleek dat de deelnemers versterkt uit het project kwamen. Bijna alle deelnemers zetten een stap naar sociale activering (Basiswerking), opleiding Leerpunt, groepswerking rond armoedegesprekken, VDAB trajectbegeleiding of vrijwilligerswerk.

Page 171: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

171

15.3.6 Ervaringsdeskundige

Het werkterrein van de ervaringsdeskundige situeert zich op individueel hulpverleningsniveau en op organisatieniveau. In 2010 waren er 39 aanvragen voor interventie in individuele situaties. Bij de meeste interventies gaf de ervaringsdeskundige ondersteuning aan de maatschappelijke werker, op punten waar de hulpverlening vast liep (door bijvoorbeeld weerstanden tegen activering, rechten en plichten verhaal, ondersteuning bij huisvestingsproblematiek). EW geeft sinds 2010 de vorming kansarmoede voor nieuwe medewerkers. De theoretische basis is gebleven doch de link met de actieve inbreng van de groepsleden van klantenparticipatie is versterkt en is meer structureel in de vorming ingebouwd. Een medewerker van de dialooggroep Klantenparticipatie geeft samen met de ervaringsdeskundige deze vorming.

15.3.7 Samenwerking met sociaal artistiek theater Victoria Deluxe

De samenwerking met het sociaal artistiek theatergezelschap Victoria Deluxe startte in 2007 en kent in 2010 een derde editie met het project ‘Arbeid voor allen, maar niet te veel’. Het thema van het project is ‘arbeid en werk’. Een thema dat wonderwel past in de Week tegen de Armoede 2010 en een brug legt tussen de sociaalartistieke praktijk van Victoria Deluxe en de (activerings)doelstellingen van OCMW Gent. De deelnemers rekruteren we in eerste instantie in het OCMW (Emancipatorische Werking, OTC, de Welzijnbureaus,…). In totaal werken 40 mensen mee aan de voorstelling. 21 deelnemers van die 40 zijn toegeleid vanuit OCMW Gent. In het project werken we heel bewust met en voor de meest kwetsbare burgers. Op die manier halen we ze uit hun sociaal isolement en vinden ze meer aansluiting bij de reguliere samenleving. Nieuw is ook de samenwerking met het arbeidszorgproject (de receptiewerking). Het EW-project verzorgt de hapjes, met Louis Paul Boons ‘Eten op zijn Vlaams’ als leidraad. De samenwerking resulteert in twaalf theatervoorstellingen op de ACEC-site. 112 personeelsleden gingen naar de voorstelling kijken. In totaal bekeken 1.200 mensen de voorstelling ‘Arbeid voor allen’.

15.3.8 Ghent Blue White

In 2009 bestond het project Voorzet dat wekelijkse groepsmomenten en training (sport of voetbal) aanbood die als ‘trigger’ dienden om de deelnemers competenties en vaardigheden bij te brengen. Deze competenties hielpen hen een stap vooruit in hun leven en in hun activeringsverhaal. Dit project liep van 1 januari 2010 tot 31 augustus 2010. De leeftijdsvoorwaarde van de doelgroep is uitgebreid (vroeger: 18 – 25 jarigen; nu: alle +18 jarigen). In totaal werden er 21 intakes gedaan van kandidaat deelnemers. Het profiel van de deelnemers was zeer divers: er waren bijvoorbeeld grote leeftijdsverschillen. We stelden ook vast dat de doelgroep toegeleid vanuit Belgian Homeless Cup meestal in zeer onstabiele omstandigheden leefden. Dit gegeven had een negatieve invloed op de aanwezigheidsgraad van de deelnemers aan de activiteiten en leidde tot het vroegtijdig afhaken van sommigen. Van deze 21 kandidaten

Page 172: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

172

waren er echter vijf met wie een positief intakegesprek gevoerd werd maar die niet kwamen opdagen op de bijeenkomsten. De overige 16 personen ontvingen we op de groepsbijeenkomsten. In totaal namen 16 deelnemers deel aan Ghent Blue White. Van deze 16 waren er 8 die uiteindelijk de eindmeet haalden, anderen stopten voortijdig.

15.3.9 Belgian Homeless Cup

Van januari tot juni 2010 organiseerden we een tweede samenwerking met het Straathoekwerk en CAW in het kader van de Belgian Homeless Cup. De deelnemers eindigden zesde in het sportieve kwalificatietoernooi voor de World Homeless Cup in Rio. Daarnaast was er een rangschikking ‘fair play’, waarvoor een sociale jury het hele tornooi volgde. Hierin eindigde de Gentse ploeg op de tweede plaats. We bereikten 29 deelnemers in 2010. Wij noteerden volgende uitstroom/doorstromingsbeweging: • drie deelnemers stopten om medische reden;

• twee deelnemers zijn toegeleid naar Voorzet;

• twee deelnemers verhuisden naar een andere gemeente;

• twee deelnemers zijn opgenomen in een instelling;

• vijf deelnemers vonden werk;

• één deelnemer was langdurig ziek;

• één deelnemer arbeidsbegeleiding in Perspectief;

• één deelnemer arbeidsbegeleiding in Perspectief => VSPW opleiding animator;

• één deelnemer is tewerkgesteld als art.60 combineerbaar met Homeless;

Van elf deelnemers (opgevolgd door straathoekwerk) kennen we de reden van uitstroom/doorstroom niet.

15.3.10 Receptiewerking

De receptiewerking is een arbeidszorgproject (AZP) dat diverse cateringopdrachten voor OCMW-, stads- en provinciediensten en sociale organisaties verzorgt. Het AZP verzorgt o.a. recepties, broodjesmaaltijden en warme maaltijden. In welzijnsbureau Gent Noord verzorgen we maaltijden op dinsdag, woensdag en donderdag. In buurtcentrum De Vaart van dinsdag tot en met vrijdag. We sluiten 2010 af met 35 actieve groepsleden in arbeidszorg. In 2010 starten 23 nieuwe groepsleden in het project. 13 groepsleden verlaten het project. 7 groepsleden stromen door naar een vorm van tewerkstelling (art60, beschutte werkplaats, PWA). 3 groepsleden kunnen wellicht begin 2011 starten als art 60.

Page 173: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

173

In 2010 is er een instroom van 6 anderstaligen in het AZP. Bij die 6 is de beheersing van het Nederlands niet altijd even goed. Nieuw in het project is de samenwerking met een taalcoach van het OTC. Die zorgt voor een welkome ondersteuning in de begeleiding van dit deel van onze doelgroep. Naast het aanbieden van ‘culinair groepswerk’, ondersteunt het AZP de groepsleden ook individueel. Voor invulling van het takenpakket houden we zoveel mogelijk rekening met de mogelijkheden en interesses van de groepsleden. De partners waarmee we als AZP intensief samenwerken, bevinden zich deels binnen het OCMW (basiswerking van de EW, het wijkwerk, OTC), deels buiten het OCMW. Met die partners bekijken we de in- en uitstroom in het project. Voor de opvolging van het activeringstraject dat onze groepsleden volgen, zijn vooral de samenwerking met OTC en de Gespecialiseerde Trajectbepaling en –begeleiding (GTB) erg relevant. De evaluaties van de groepsleden gebeuren waar mogelijk samen met die partners, met een op maat gemaakte evaluatiebundel. In 2010 presteren de groepsleden in arbeidszorg in totaal 12.230 uren. We betalen een totaal bedrag van 15.287,5 euro aan premies. Per gepresteerd uur ontvangen de groepsleden 1,25 euro. Het Arbeidszorgproject is sinds 2007 erkend door de Provincie Oost-Vlaanderen (aangezien we jaarlijks meer dan 6.000 uren arbeidszorg presteren) en maakt deel uit van het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen. Door een wijziging in het reglement subsidiëring arbeidszorg – de subsidie wordt nu toegekend op basis van het aantal nieuwe arbeidszorgmedewerkers - zien we in 2010 het subsidiebedrag stijgen van 8.212 euro naar 33.885 euro. In 2010 voeren we met het Arbeidszorgproject 63 recepties uit (tegenover 73 in 2009, 56 in 2008): • 36 voor diensten in het OCMW;

• 20 voor stadsdiensten;

• 7 voor vzw’s.

De inkomsten uit deze opdrachten blijven nagenoeg ongewijzigd: 47.208 euro in 2010, 47.685 euro in 2009. De reden: in 2010 zijn er een aantal grotere opdrachten uitgevoerd, die meer inkomsten genereren. We verzorgen in Buurtcentrum De Vaart 171 cateringen (evenveel als in 2009) met groepsleden uit het project. De inkomsten uit deze catering bedragen 16.911 euro (16.752 euro in 2009). Het kleine verschil in deze bedragen is te verklaren door de mensen die genieten van het sociaal tarief. In buurtcentrum De Vaart maakt deze groep momenteel 58% uit van de bezoekers. 2010 is het eerste volledige jaar dat we met het AZP verse broodjes bereiden voor de Vormingsdienst, en andere OCMW-diensten. Alle genuttigde broodjes komen uit de AZP-keuken. In totaal voeren we 322 leveringen van broodjes uit, met een piek in de maand oktober (65 opdrachten).

Page 174: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

174

In oktober 2010 starten we binnen het AZP met een basisopleiding keuken en zaal. Met het CVO (Lange Violettestraat) als partner bieden we een 3 maanden durende opleiding aan in keuken en refter van Welzijnsbureau Gent Noord. De opleiding vindt plaats op dinsdag, woensdag en donderdag. Alle 12 cursisten behaalden een officieel attest van het CVO. Na de opleiding is voor 3 cursisten een doorstroming richting art 60 voorzien (in overleg met trajectbegeleider OTC), de overige 9 cursisten verkiezen nog een tijdje mee te draaien in het AZP.

15.3.11 IKOOK3

De derde editie van IKOOK is een opleidingsproject tot hulpkok en zaalmedewerker voor kansengroepen. Het is een samenwerking tussen Horeca Vorming Vlaanderen, Stad Gent, VDAB, OCMW Gent, Centrum voor Basiseducatie Gent en het Centrum voor Volwassenenonderwijs Leerdorp (in het kader van het partnerschap Gent, stad in werking) Na een strenge selectie stappen 12 kandidaten in IKOOK: zes cursisten met leefloon (toegeleid door het OCMW) en zes met een werkloosheidsuitkering (toegeleid door de VDAB). De opleiding duurt 7 maanden: 25 weken les (met heel veel praktijk) en vier weken stage in een horecazaak. 8 geslaagde cursisten krijgen een getuigschrift van de VDAB en het certificaat van hulpkok en zaalmedewerker van het CVO. Na de opleiding begeleiden we de cursisten verder richting tewerkstelling in de horeca. Uit cijfers van de VDAB blijkt dat van de 17 afgestudeerden van de laatste twee reeksen van IKOOK er op dit moment 11 aan het werk zijn, waarvan 10 in de horeca. Van de 11 kandidaten die aan het werk zijn, werden er 5 toegeleid vanuit het OCMW. Na drie sessies werd door de subsidiërende partners beslist geen 4e sessie meer te organiseren. AZP organiseert sindsdien een laagdrempelige basisopleiding keuken- en zaalmedewerker, geïntegreerd in de bestaande AZP werking (zowel qua opdrachten als qua infrastructuur), en begeleid door een technisch instructeur en een maatschappelijk werker. Doel van deze opleiding is geïnteresseerde deelnemers aan het Arbeidszorgproject beter gewapend aan de start te krijgen. In de eerste sessie (gestart 10/2010) zijn alvast 8 van de 12 cursisten leefloners.

15.3.12 Ervaringsbewijs

Met het ervaringsbewijs keukenmedewerker bieden we mensen met keukenervaring (maar zonder horecadiploma) de mogelijkheid hun praktijkkennis te officialiseren. In een gevarieerde keukentest (opgesteld door ervaren mensen uit de horecasector) tonen kandidaten hun vaardigheden. Het ervaringsbewijs is een samenwerking tussen EW, OTC, VDAB en Horeca Vorming Vlaanderen. De receptiewerking levert twee beoordelaars voor het testen (+ één reservebeoordelaar). In 2010 nemen we 14 testen af. 3 kandidaten (of: 21%) slagen voor de test. Vanuit de basisopleiding AZP leiden we de cursisten die dit willen toe naar de test voor het ervaringsbewijs.

Page 175: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

175

16 Vakantiewerking De Pagadder

Adres Sint-Martensstraat 13 9000 Gent Aantal personeelsleden Jongerenwerking: 4 voltijds equivalenten 4 koppen List break2 a. Doelstelling

De Vakantiewerking biedt vakantieopvang aan kinderen van 3 tot en met 15 jaar. We richten ons naar kinderen van cliënten voor wie de drempel naar het reguliere opvangnetwerk te hoog is. Kinderen van het OCMW-personeel en van het personeel van Algemeen Ziekenhuis (AZ) Jan Palfijn zijn ook welkom. b. Realisaties

b.a Inhuldiging nieuw gebouw op Henri Storyplein

Op 27 oktober 2010 nam de Jongerenwerking De Pagadder zijn intrek in een nieuwbouw aan het Henri Storyplein. De jongerenwerking zat tot dan verspreid over verschillende locaties in Gent en had al lang nood aan een eigen vaste stek. In het nieuwe gebouw is plaats voor een 100-tal kinderen en 20 animatoren. Het Henri Storyplein is geen onbekende locatie voor De Pagadder. Het OCMW huurde er vroeger verschillende barakken. Die zijn inmiddels afgebroken. Het nieuwe gebouw is 458 vierkante meter groot en kostte 775.758,91 euro incl. BTW. Het project werd gedeeltelijk gefinancierd met middelen uit het Grootstedenfonds. Het ontwerp en de realisatie gebeurde door de dienst Facility van OCMW Gent. Centraal in het gebouw is er een grote zaal, waar de kinderen ’s middags kunnen eten en waar de binnenactiviteiten plaatshebben. Op die grote ruimte komen drie lokalen uit, aangepast aan de leeftijdsgroepen: de kleuters, de middengroep en de tienerwerking. Verder beschikt het nieuwe gebouw over een onthaalruimte, een keuken, een sanitair blok en een materiaalhok. Op het Storyplein zelf zijn er voldoende sport- en grasvelden met bomen en speeltuigen.

b.b Speelpleinwerking

In 2010 konden de kinderen 55 vakantiedagen bij de Vakantiewerking terecht (in 2009: 60 dagen). We registreerden 2.600 aanwezigheden (in 2009: 3.848 aanwezigheden). Dit betekende een gemiddelde van 47 kinderen per dag (in 2009: 64 kinderen per dag). We bereikten 212 verschillende kinderen (in 2009: 486 kinderen). Deze kinderen kwamen uit 111 gezinnen (in 2009: 259 gezinnen). Deze opvallende vermindering van deelname en bereik was te wijten aan een aanpassing van de inschrijvingscriteria voor onze Vakantiewerking. Sinds 2010 konden alleen ouders met een actief dossier bij OCMW Gent gebruik maken van onze werking. Daarvóór konden kinderen van ouders met een passief dossier, blijven komen naar de Vakantiewerking. Als

Page 176: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

176

we het dossier van de ouders afsloten, verwezen wij de kinderen door naar reguliere of aangepaste opvang. Tijdens de paasvakantie van 12 tot en met 16 april 2010 proefden alle kinderen van de Vakantiewerking van ‘bal’activiteiten (basketbal, voetbal, …). Eind juli 2010 konden we onze intrek nemen in ons gloednieuw gebouw op het Henri Storyplein, Steenakker 250, 9000 Gent.

b.c Kamp

Van 2 tot en met 11 augustus 2010 gingen 68 kinderen van 5 tot en met 15 jaar mee op kamp naar De Fiertel in Ronse (in 2009: 88 kinderen). De eerste vijf dagen gingen 14 kleuters mee op ‘kleuterkamp’. 13 tieners losten hen af om deel te nemen aan het tweede deel van het kamp. Dit heette het ‘voetbalkamp’ van 6 tot en met 11 augustus 2010: ‘de buffalo’s on toure’. Na deelname aan de speelpleinwerking tijdens de week van de ‘bal’activiteit hadden 24 kinderen de smaak te pakken om mee te gaan op kamp. Het waren kinderen van 10 tot en met 15 jaar. Het algemene thema was ‘striphelden’.

b.d Paaseiraap

In 2010 kregen we in samenwerking met het Notariaat Oost-Vlaanderen en het wzc De Vijvers de kans om onze kinderen en hun ouders een leuke paasdag aan te bieden. De kinderen zochten paaseieren en een theatergezelschap zorgde voor de animatie. De kinderen en hun ouders beleefden een leuke dag.

b.e Voetbal

De themaweek ‘bal’activiteit tijdens de speelpleinwerking en het ‘voetbalkamp’ vonden plaats in samenwerking met Voorzet (Emancipatorische Werking), KAA Gent en Voetbal in de Stad. Enkele opvallende gebeurtenissen tijdens de ‘bal’week en het ‘voetbalkamp’: • een bezoek van de cheerleaders van basketbalploeg Optima Gent, van wie we dansjes

en de knepen van het vak leerden;

• een bezoek aan de wedstrijd Optima Gent – Charleroi;

• de Balbalschool met hun Balbalmobiel;

• een bezoek aan de wedstrijd KAA Gent – RC Genk waarop we goed voorbereid waren met spandoeken en geschminkt in blauw-wit. We vormden een erehaag op het veld samen met de supportersfederatie en vaandeldragers. Enkele tieners mochten tijdens de wedstrijd baljongen of – meisje zijn.

• een ontmoeting met enkele bekende voetballers;

• een minivoetbaltornooi op het terrein van VC Nazareth-Eke waarop onze Pagadders deelnamen in een officieel wedstrijdtenue van KAA Gent.

Page 177: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

177

b.f Sinterklaasfeest

In 2010 organiseerden we het Sinterklaasfeest voor de eerste keer samen met andere diensten van OCMW Gent (namelijk de Emancipatorische Werking en Woonbegeleiding). We wachtten de komst van de Sint en zijn pieten af met een actieve theatershow. De kinderen konden elk om beurt bij de Sint komen voor een geschenk en een foto. Ouders en kinderen konden genieten van pannenkoeken en warme chocolademelk. Als afsluiter was er nog een feest met een kinderdiscobar.

b.g Zitdagen

Sinds 2010 organiseerde de Vakantiewerking voor elke vakantie zitdagen in de welzijnbureaus en het OTC. Deze momenten waren gericht naar de ouders die meer willen weten over de Vakantiewerking. Elke woensdagnamiddag was er een zitdag in ons gebouw op het Henri Storyplein.

Page 178: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

178

17 Energiecel

Adres Sint-Martensstraat 13 9000 Gent Aantal personeelsleden Energiecel: 12, 4 voltijds equivalenten 15 koppen

17.1 Sociaal fonds voor gas en elektriciteit

Met de wet van 4 september 2002* kregen alle OCMW’s de opdracht om de meest hulpbehoevenden op het gebied van energielevering te begeleiden en financieel te steunen. De Energiecel werkte de afgelopen jaren verschillende modaliteiten uit voor mensen met energieschulden, waarbij we steeds probeerden om begeleiding en financiële steun sterk met elkaar te verbinden. List break2 a. Ten laste name

Het uit 2008 daterende concept van de resultaatsverbintenis bij het ten laste nemen van energieschulden pasten we in 2010 aan de steeds evoluerende energiemarkt aan. Zo verbindt de aanvrager er zich toe om een budgetmeter voor elektriciteit en/of aardgas te laten plaatsen en deze met regelmaat te herladen. Daarnaast aanvaardt hij een actieve (langdurige) begeleiding van de Energiecel. De budgetmeter elektriciteit en aardgas zijn een uitstekend werkinstrument bij het stimuleren van de verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van onze cliënt: • Hij heeft meer controle over het energieverbruik.

• Bij problemen (bijv. het niet opladen) kunnen we korter op de bal spelen zodat we in de toekomst energieschulden kunnen beperken bij onze cliënt.

In 2010 opende de Energiecel 69 dossiers waarbij OCMW Gent achterstallige energieschulden ten laste nam voor een totaal bedrag van 118.727,33 euro: • 35 tussenkomsten voor een gasschuld;

• en 34 tussenkomsten voor een schuld van elektriciteit.

* 4 SEPTEMBER 2002. - Wet houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.

Page 179: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

179

In vergelijking met de vorige jaren zien we het aantal tenlastenames dalen (146 in 2008 en 151 in 2009). Een mogelijke verklaring is: • een betere dossieropvolging;

• en omdat Eandis sinds de invoering van de aardgasbudgetmeter minder snel afsluitingen doorvoert. Door de mogelijkheid van afbetalingsplannen in de budgetmeter kan een cliënt zijn betaalplan over drie jaar spreiden. Dit is voor de meeste gezinnen wel financieel haalbaar.

b. Budgetmeter aardgas

De budgetmeter aardgas is sinds 1 juli 2009 in gebruik. In oktober 2009 werkten we een concept uit om in te spelen op de noden van de gewijzigde energiemarkt, namelijk het opladen van de budgetmeter voor aardgas gedurende de winterperiode. Bij een gezin met aardgasverwarming concentreert het verbruik zich in de winterperiode (gemiddeld 70%). Bij gewone maandelijkse facturen vangen we dit op door de betaling van het verbruik te spreiden over een heel jaar. Gezinnen die gebruik maken van de budgetmeter aardgas kennen deze automatische spreiding niet. In de winter slinkt hun saldo op de budgetmeter aardgas snel. Wanneer zij tijdens de zomermaanden niet sparen, komen zij in de problemen. We ontwikkelden de ‘600-euro-maatregel’ om hen hierbij te helpen. Gezinnen met een budgetmeter aardgas, geïnstalleerd op het einde van het jaar of die onvoldoende spaarden tijdens de zomermaanden, kunnen na grondig sociaal onderzoek aanspraak maken op deze maatregel. Zij krijgen maandelijks 50 euro op hun aardgasbudgetmeter. Zij ondertekenen een resultaatsverbintenis waarin zij zich ertoe verbinden om de budgetmeter aardgas maandelijks (dus ook tijdens de zomermaanden) te herladen. Zo sparen zij energie voor de komende winter. Concreet ontvingen 42 personen deze tussenkomt voor de budgetmeter aardgas in 2010. Drie personen volgden de resultaatsverbintenis tot nu toe niet.

b.a Minimale levering aardgas

Op 12 november 2010 besliste de Vlaamse regering om tijdens de winterperiode (december 2010 tot en met februari 2011) een minimale levering via de budgetmeter aardgas in te voeren. Deze regeling startte op 1 december 2010. Personen zonder geld om hun budgetmeter op te laden kunnen bij ons terecht voor een (maandelijkse) tussenkomst. OCMW Gent kan deze kost voor 70% recupereren bij de distributienetbeheerder. rijhuis/hoekhuis (standaardtarief) 114 euro / maand rijhuis/hoekhuis (sociale maximumprijs) 60 euro / maand vrijstaand huis/halfopen (standaardtarief) 136 euro / maand vrijstaand huis/halfopen (sociale maximumprijs)

72 euro / maand

appartement (standaardtarief) 82 euro / maand appartement (sociale maximumprijs) 42 euro / maand Voor december ontvingen 119 personen deze tussenkomst voor een bedrag van 9.124 euro. Hiervan vorderen we 6.386,8 euro terug van Eandis.

Page 180: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

180

b.b Preventie: tussenkomst energiezuinige maatregel

De financiële tussenkomst voor energiezuinige maatregelen was in 2010 een succes. Er waren 243 aanvragen voor een tussenkomst (177 in 2009). In 108 van deze dossiers (40 in 2009) was dit een tussenkomst via de Karwijdienst van het OTC (bijv. om dakisolatie of kleine energiebesparende maatregelen uit te voeren, in samenwerking met vzw REGent). In 135 gevallen betrof het een tussenkomst in de aankoop van een energiezuinig toestel (bijv. een energiezuinige koelkast, diepvries of wasmachine). De maatregel raakt meer en meer ingeburgerd bij de maatschappelijk werkers van de verschillende wijken, wat een goede zaak is voor onze cliënten, die dankzij deze maatregel flink kunnen besparen op hun energiekosten.

17.2 Lokale adviescommissie (LAC)

Om te vermijden dat de energie- en watertoevoer van mensen wordt afgesloten, deed de Energiecel ruim 1.194 huisbezoeken en ontving ze 1.245 cliënten op zitdagen.

17.2.1 LAC Eandis

De LAC kwam ook in 2010 wekelijks samen om een advies te geven bij wanbetaling aan de sociale leverancier Eandis voor elektriciteit en/of aardgas. In 2010 werden 2.149 personen doorverwezen naar de LAC Eandis. Dit is een heel pak minder (21%) dan in 2009, toen er nog 2.727 personen voor de LAC Eandis moesten verschijnen.

3031 2727

2149

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

jaar 2008 jaar 2009 jaar 2010

Evolutie van het aantal doorverwezen personen naar LAC Eandis

Page 181: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

181

Er zijn twee redenen voor het dalen van dit aantal LAC-dossiers. • De eerste reden is een betere dossieropvolging door de Energiecel.

• Een tweede reden is het verschil in gewicht tussen een LAC-dossier bij Eandis en bij OCMW Gent. Voor Eandis is elke reden waarom iemand voor de LAC moet verschijnen een afzonderlijk dossier (bvb. niet opladen budgetmeter, onbetaalde facturen elektriciteit, onbetaalde facturen aardgas, geen toegang voor plaatsing budgetmeter elektriciteit, geen toegang voor plaatsing budgetmeter aardgas…), terwijl OCMW Gent het aantal personen telt. Een persoon kan voor verschillende redenen opgeroepen worden voor de LAC, soms wel 4 of 5. Dus wat voor OCMW Gent één dossier is, kunnen er voor Eandis vier of vijf zijn.

Sinds de invoering van de budgetmeter op aardgas, is er een extra reden bijgekomen waarvoor iemand voor de LAC moet verschijnen: geen toegang voor de plaatsing van een budgetmeter aardgas. Het aantal dossiers bij Eandis steeg dus, en aangezien Eandis een maximum van 150 dossiers per LAC had ingesteld, werden er effectief minder personen (= dossier LAC voor OCMW Gent) opgeroepen om voor de LAC te verschijnen. Ondertussen hebben we deze discrepantie rechtgezet en heeft Eandis het aantal dossiers verhoogd. Maar de maanden dat er minder personen werden opgeroepen, laat zich voelen in de statistieken. Het aantal LAC-zittingen van Eandis bleef behouden op vier per maand. De werking van de LAC-zittingen werd nog verder verfijnd en uitgebreid. We zorgden steeds voor de aanwezigheid van intercultureel bemiddelaars op de LAC-zittingen en verspreidden verder de folder van onze dienst. Daardoor slaagden we erin om 30% van de dossiers op te lossen vóór de LAC. In 2009 was dit nog 27%. Eandis geeft ons wekelijks door welke mensen werden afgesloten van elektriciteit en/of aardgas. Deze personen worden door de Energiecel aangeschreven (met het aanbod van informatie en hulpverlening die we vanuit de Energiecel kunnen verlenen). Voor 2010 werd er door Eandis 202 keer afgesloten. In 110 gevallen betrof het een oplaadblokkade (de klant werd dus niet fysiek afgesloten, heraansluiting kan in dit geval snel en kosteloos gebeuren indien de klant een betaalplan aanvaardt). Voor 2009 werden er voor de periode van 1 juni 2009 tot en met 31 december 117 keer afgesloten. Het aantal afsluitingen blijft dus vrij stabiel. Vanaf het najaar van 2008 volgden we de betaalplannen op die op de LAC werden afgesproken. Wanneer het betaalplan niet gevolgd werd, schreven we de persoon in kwestie aan. In maart 2010 hebben we deze werkwijze geëvalueerd. Omdat betaalplannen bij Eandis sinds 2010 bij voorkeur in de budgetmeter voor gas en/of elektriciteit worden gestoken, stelt zich het probleem van niet opvolgen van het betaalplan niet meer. Wanneer personen met een betaalplan in de budgetmeter zich niet maandelijks aandienen om de meter te herladen, wordt er ofwel een oplaadblokkade geplaatst (indien er al een LAC-advies is), ofwel wordt de persoon in kwestie opgeroepen om voor de LAC te verschijnen. De betaalplannen die op de LAC worden afgesproken, worden dus niet meer opgevolgd.

Page 182: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

182

17.2.2 LAC TMVW

In 2008 startte OCMW Gent met het organiseren van LAC-zittingen voor onbetaalde drinkwaterfacturen. In 2010 behandelden we 485 dossiers op de LAC-zittingen van TMVW. Dit is een stijging van 51% in vergelijking met 2009. Deze stijging valt te verklaren doordat OCMW Gent aan de TMVW gevraagd heeft om per LAC-zitting meer dossiers door te sturen. De frequentie van zittingen werd ook verhoogd van tweemaandelijks naar om de zes weken. Dankzij huisbezoeken en doorgedreven sociaal onderzoek konden we op de LAC voor de helft van de dossiers een voorstel tot afbetaling laten bekrachtigen. Daar water, nog meer dan gas en elektriciteit, een basisbehoefte is, adviseert de Energiecel op de LAC pas tot afsluiting wanneer een klant al voor de tweede of derde keer voor de LAC moet verschijnen en wanneer uit sociaal onderzoek door de maatschappelijk werker blijkt dat er geen bereidheid tot medewerking is. In 2010 werden er 26 mensen afgesloten van water. Zij ontvingen van de Energiecel een brief nog vóór de watertoevoer effectief werd afgesloten. In deze brief brachten we de mensen op de hoogte van de dreigende afsluiting, en boden we opnieuw onze diensten aan om samen naar een oplossing te zoeken. Van de 26 personen bij wie de watertoevoer werd afgesloten, werden er op die manier in 2010 18 terug aangesloten. In 2009 werkte de Energiecel voor waterschulden ook modaliteiten uit om op een constructieve en integrale manier een oplossing te bieden aan de doelgroep. Deze werkwijze, die een combinatie is van financiële- en methodische hulpverlening, werd in 2010 verder toegepast. In 2010 opende de Energiecel tien dossiers waarbij OCMW Gent achterstallige waterschulden ten laste nam voor een totaal bedrag van € 9.713,75. (In 2009 waren het er 3 voor bedrag 1481,32 euro: vanwaar de stijging?)

17.3 Sociaal stookoliefonds

De POD Maatschappelijke Integratie sprak de OCMW’s in 2010 opnieuw aan voor de toekenning van de federale verwarmingstoelage. De werking van OCMW Gent bleef gecentraliseerd bij de Energiecel. Twee maatschappelijk werkers en een administratief bediende namen deze taak opnieuw op zich en werkten via een gecentraliseerd aanbod van zitdagen in de welzijnsbureaus, buurtcentra en dienstencentra in Gent en randgemeenten. In 2010 ontvingen we 1.174 cliënten op zitdag. Dit is een stijging van 6 % tegenover 2009. De Energiecel ontving in 2010 1.415 aanvragen voor een stookoliepremie, verspreid over 636 gezinnen. Dit is een stijging van het aantal aanvragen met 27,7 % tegenover 2009. Hiervan hadden 1.277 personen recht op een premie en 138 niet. De redenen waarom de aanvragers geen recht hadden op de federale verwarmingstoelage waren uiteenlopend: • aanvraag te laat ingediend (24 aanvragen);

• inkomen te hoog (94 aanvragen);

• reeds het maximale bedrag van de premie (€ 210) ontvangen in 2010 (20 aanvragen).

De meeste aanvragen voor een stookoliepremie kwamen van de inwoners van Gent Zuid (581 aanvragen), Drongen (169 aanvragen) en Gent Noord (104 aanvragen). In 2010 bedroeg het (voorlopige) totale bedrag van alle toegekende stookoliepremies € 89.454,72. Het gemiddelde bedrag per premie was € 70,05.

Page 183: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

183

17.4 Tussenkomst in brandstofkosten

Ook in 2010 was er een tussenkomst in brandstofkosten. De maatschappelijk werker diende een voorstel tot tenlastename in, als uit het sociaal- en financieel onderzoek bleek dat de klant niet in de mogelijkheid was om een eerste tankbeurt zelf volledig te financieren. Deze tussenkomst hield in dat we de tenlastename van duizend liter brandstof koppelden aan het opstarten van een resultaatsverbintenis. De cliënt stond zelf in voor voorafbetalingen via een speciaal geopende rekening budgetbeheer. In 2010 dienden 14 personen een aanvraag in voor een tussenkomst in brandstofkosten. Hiervan kwamen 11 personen in aanmerking voor de tussenkomst en 3 niet. Bij de 11 toegekende dossiers openden we een budgetbeheerrekening. Samen met de 6 lopende dossiers uit 2009, verrichten 15 personen voorafbetalingen op hun rekening budgetbeheer. Twee personen moeten nog starten met voorafbetalingen in 2011, maar vroegen de tussenkomst aan in 2010. Deze tussenkomsten verliepen tot op heden vrij positief. De resultaatsverbintenissen worden goed opgevolgd. In 2010 sloot de Energiecel één dossier definitief af wegens het niet naleven van de resultaatsverbintenis.

17.5 Vzw REGent

De samenwerking met VZW REGent werd in 2010 voortgezet. Samen spoorden we de Gentenaars aan om rationeel om te springen met energie en water, zonder daarbij in te boeten aan comfort. In 2010 gaf OCMW Gent 365 namen door aan VZW REGent met de vraag om een energiescan uit te voeren in hun woning. Na uitvoering van de scan stuurde de Energiecel het scanrapport naar de maatschappelijk werker van de cliënt en kreeg de cliënt een brief met de verbetermogelijkheden voor zijn woning. 243 mensen kregen een tussenkomst voor een energiebesparende maatregel of voor de aankoop van een energiezuinig toestel. Ook dit jaar bood VZW REGent leningen aan via het Fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE) om energiebesparende werken in woningen te financieren. In 2010 deden 201 inwoners van Gent een aanvraag voor een lening. De Energiecel deed een sociaal en financieel onderzoek bij aanvragers die tot de doelgroep behoorden – het FRGE bepaalde dat 12,9% van de leningen naar deze doelgroep moest gaan. De Energiecel ontving in 2010 35 leningdossiers van de doelgroep. Hiervan werd één verzoek negatief geadviseerd.. In onze sterk evoluerende maatschappij speelt energie een erg belangrijke rol. De vrije energiemarkt brengt heel wat voordelen met zich mee. Maar doordat deze markt steeds complexer wordt, vergroot ook de kans dat cliënten de boot missen. Het is belangrijk dat de Energiecel mee evolueert, informeert, en een helpende hand reikt waar nodig. Communicatie, informatie-uitwisseling en overleg zijn hierbij essentieel, zowel naar de doelgroep, de maatschappelijk werkers van de welzijnsbureaus, interne en externe diensten als naar hulpverleningsorganisaties. De Energiecel versterkte haar decentrale aanbod, door aanwezigheid op vaste momenten in de welzijnsbureaus en de wijkantennes. Informatieve folders werden voortdurend up to date gehouden en verspreid. Het aantal infovragen voor de Energiecel steeg naar 1.109 voor 2010, wat benadrukt dat het verder opnemen van onze functie als centrale helpdesk en het benutten van onze kennis belangrijk blijven.

Page 184: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

184

18 Thuislozenzorg

Adres Wittemolenstraat 89 9040 Sint-Amandsberg Aantal personeelsleden Thuislozenzorg: 16,4 voltijds equivalenten 18 koppen List break2 a. Doelstelling

Thuislozenzorg verleent maatzorg voor dak- en thuislozen. Wij stemmen de hulpverlening af door overleg met de welzijnsvoorzieningen die actief zijn op het terrein van dak- en thuisloosheid. Deze doelstellingen kaderen zowel binnen onze wettelijke opdracht als OCMW, als binnen de ruimere regelgeving. Ons vertrekpunt is om zo laagdrempelig mogelijk te werken naar onze doelgroep. We stellen voorop om een gemakkelijk toegankelijke dienst te zijn, vlot bereikbaar, met een open imago en een flexibel hulpverleningskader waar mensen de nodige kansen krijgen om uit hun situatie van thuisloosheid te geraken. b. Doelgroep

De doelgroep kenmerkt zich door een onstabiel levenspatroon, waarin dakloosheid en thuisloosheid deel uitmaken van een bredere problematiek. Hulpverlening op maat in samenwerking met de sector en alle andere betrokken hulpverleners is essentieel. De maatschappelijk werker van Thuislozenzorg fungeert vaak als spilfiguur in de hulpverlening. Ons doelpubliek bestaat uit: • personen die verblijven in onthaalcentra voor daklozen binnen en buiten Gent;

• krakers;

• daklozen;

• personen met een referentieadres;

• personen met een structurele dakloosheid. Dit betekent dat zij een geschiedenis hebben van wisselende woonsituaties en geen onmiddellijk perspectief hebben op een vaste woning. Dit zijn personen die vaak alleen wonen afwisselen met samenwonen, opname in psychiatrie, dakloosheid …

c. Cijfers 2010

In 2010 waren er 299 nieuwe aanvragen. De trend van een lichte stijging (ook al zichtbaar in 2009) zet zich voort. Het aantal daklozen, niet verblijvend in een onthaaltehuis, neemt voornamelijk toe (bijna 60% van de aanvragen). Bijna 1/3 van de aanvragen uit de onthaaltehuizen komt van De Schelp (crisisopvang). Er waren tien aanvragen van daklozen die in een onthaaltehuis buiten Gent verblijven.

Page 185: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

185

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling per onthaaltehuis en daklozen buiten de onthaaltehuizen (krakers, daklozen, woononstabielen). Huize Triest 1 0,33 % Vluchthuis 5 1,67 % Schreiboom 8 2,68 % HP Albert 11 3,68 % Klemenswerk 11 3,68 % Gemengd Opvangcentrum Gent 16 5,35 % Eilandje 19 6,35 % De Schelp 45 15,05 % Onthaaltehuizen buiten Gent 10 3,35 % niet onthaaltehuizen 173 57,86 % Totaal 299 100 % De volgende grafieken geven een overzicht van alle nieuwe aanvragen die wij in de Thuislozenzorg opvolgden (waarvoor dus geen doorverwijzing gebeurde).

Aantal nieuwe aanvragen jaarlijks opgenomen door Thuislozenzorg (niet: hernieuwde aanvragen, illegalen, annulaties en dossiers die

werden doorgestuurd naar een ander OCMW)

231 222249

204 230

250 in 2009 was hier sprake van 248 299

266

0

400

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Herkomst aanvragen daklozen in 2010

Crisisopvang De Schelp

29%

onthaaltehuis in Gent33%

onthaaltehuis buiten Gent

5%

onstabiele woonsituatie

16%

kraakpand 3%

andere 14%

Page 186: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

186

d. Aanbod hulpverlening in 2010

d.a Eerste denkdag Thuislozenzorg

Op 16 november 2009 organiseerden we een eerste denkdag Thuislozenzorg. De werk- en aandachtspunten uit deze dag volgden we verder op en namen we op binnen de stuurkaarten van 2010.

d.b Vindplaatsgericht werken – op maat op straat

In april van 2008 gingen we van start met het project Vindplaatsgericht Werken. De doelstelling is via outreachend werken de zorgwekkende zorgvermijders te bereiken en toe te leiden naar een vorm van hulpverlening. Dit gebeurt in samenwerking met het Straathoekwerk, AZIS (Assertieve Zorg In de Samenleving), huize Triest, het Bijstandsteam, … Momenteel stelden we hier twee maatschappelijk werkers deeltijds voor vrij. Zij houden ook zitdag in Huize Triest en in de Nachtopvang+.

d.c Specifieke methodiek van Thuislozenzorg

We bieden aanklampende hulpverlening aan waardoor we preventiever kunnen werken. Dit doen we door ons te richten op de onthaaltehuizen en de niet opgevangen daklozen. In vele gevallen gaat het over multi-probleem situaties. De ervaring leerde ons dat aanklampende hulpverlening vaak de enige manier van werken was om resultaat te boeken. De maatschappelijk werker van de Thuislozenzorg was vaak de spilfiguur (‘casemanager’) in de hulpverlening aan de thuislozen. In 2010 bouwden we de helpdeskfunctie verder uit. Vragen over bevoegdheid, methodiek, mogelijkheden binnen de OCMW-wet voor daklozen, … kwamen hier aan bod. In 2010 raadpleegden zowel cliënten als interne en externe diensten 472 keer de helpdesk.

Onderwerpen helpdesk Thuislozenzorg 2010

nazorg 23%

diensten en regelgeving OCMW Gent

32%

hulp bij opmaken

verslag BCSD 6%

andere 28%

diensten en regelgeving

externe organisaties

11%

Page 187: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

187

d.d Samenwerking met de sector

Vanuit de themawerking Thuislozenzorg nemen we actief deel aan overleg binnen de sector. Zo bieden we een gepaste hulpverlening op maat aan, spelen we kort op de bal bij nieuwe tendensen en wisselen we informatie uit met de sector. Enkele voorbeelden in 2010: Thuislozen Overleg Regio Gent (TORG), Bijstandsteam stuurgroep Nachtopvang en Nachtopvang+ waarvoor we met CAW Artevelde een beleidsovereenkomst afsloten. Ook Straathoekwerk, huize Triest, Service- en Ontmoetingscentrum (SOC), Assertieve Zorg in de Samenleving (AZiS) en het Medisch Sociaal Opvang Centrum (MSOC) waren hierin belangrijke partners. Naast een beleidsovereenkomst voor nachtopvang en bijstandsteam, sloten we een protocol af met de erkende Gentse onthaaltehuizen. • Inhoudelijke samenwerking

Met de medewerkers van de onthaaltehuizen, Bijstandsteam en Straathoekwerk werken we regelmatig samen rond individuele cliëntdossiers (rekening houden met de eigenheid van elke dienst).

• Medefinanciering gekoppeld aan inhoudelijke samenwerking

♦ Protocol met de erkende Gentse onthaaltehuizen

Dit protocol regelt de samenwerking tussen OCMW Gent en de Gentse erkende onthaaltehuizen. Het geeft aan waaraan een minimale dienstverlening aan mensen, verblijvend in onthaaltehuizen, moet voldoen. We sommen enkele afspraken op: tussenkomst van het OCMW in de kosten voor de dienstverlening, afspraken over het onderzoek naar de bestaansmiddelen van de resident, taakverdeling hulpverlening onthaalcentra/OCMW, vereiste verslaggeving, wijze van facturatie en betaling.

♦ Nachtopvang & winterplan

Op 15 maart 2010 startte de Nachtopvang+ aan de Vlaamse Kaai. Doelstellingen waren het ontlasten van de Nachtopvang aan de Gasmeterlaan en ‘chronisch’ daklozen (de veelgebruikers van de nachtopvang) een aangepaste nachtopvang voor langere duur aanbieden. Er is plaats voor 14 chronisch daklozen. Via de

Contactnemers helpdesk Thuislozenzorg 2010

(ex-)cliënt 21% particulier

2%

student 0%

anoniem 1%

externe organisatie

47%

intern OCMW29%

Page 188: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

188

‘toegangspoort’ bepalen de hulpverleners van de Nachtopvang+, Straathoekwerk, Bijstandsteam en OCMW Gent wie van het initiatief gebruik kan maken.

In samenwerking met de volledige dak- en thuislozensector werkte de werkgroep dak- en thuislozen (Lokaal Sociaal Beleid) een winterplan uit (in navolging van 2009).

Vanaf 15 december 2009 ging het winterplan 2009/2010 van start. Niet alleen de bestaande nachtopvang breidde uit met 20 extra bedden (vijf in de Gasmeterlaan en 15 aan de Vlaamse Kaai). Ook Rode Kruis Vlaanderen zorgde voor een verhoging van de capaciteit met 40 bedden in een loods aan de Porth Arthurlaan. Huize Triest zorgde voor uitgebreide openingstijden. Dit winterplan met zijn uitgebreide capaciteit liep tot en met 31 maart 2010.

Op 1 december 2010 startte het winterplan 2010/2011. Dit betekende opnieuw een uitbreiding van de capaciteit: Aan de Gasmeterlaan waren er 25 bedden. Huize Triest stelde 16 bedden ter beschikking. In de vroegere gebouwen van de brandweer aan de Academiestraat stonden 30 bedden klaar. Door de vroege winterpiek verzekerden vrijwilligers uit OCMW Gent, CAW Artevelde en Straathoekwerk een tweetal weken de opvang. Vanaf 15 december 2010 nam het Rode Kruis over.

Page 189: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

189

19 Wonen

Adres Offerlaan 4 9000 Gent Aantal personeelsleden Woningen: 11,3 voltijds equivalenten 13 koppen Aantal personeelsleden Woonbegeleiding: 11,6 voltijds equivalenten 14 koppen

19.1 Doelstelling

Binnen Wonen zetten we het recht op een behoorlijke huisvesting om in de praktijk. De Vlaamse Wooncode omschrijft het als volgt: ‘Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd.’ Dit grondwettelijke recht op een behoorlijke huisvesting blijkt in de praktijk niet zo eenvoudig te realiseren. Er rijzen vooral problemen bij huisvesting voor kansarmen en lage inkomensgroepen. Wonen fungeert als centraal aanspreekpunt (via dagelijks onthaal), voor: • het leveren van gerichte informatie (aanvragen borg, huursubsidie, procedures

• ongeschikt-en onbewoonbaarverklaringen) en een correcte doorverwijzing

• (huurdersbond, woonwinkels, justitiehuis, sociale huisvestingsactoren,….);

• het bemiddelen bij huurachterstal;

• het bieden van gepaste hulpverlening bij gerechtelijke procedures uithuiszetting;

• het aanvragen van sociale woningen voor daklozen (cfr. Sociaal Huurbesluit);

• het aanbieden van een interne herhuisvesting via het Sociaal Verhuurkantoor (SVK);

• het voorzien in een strikt tijdelijke huisvesting (noodwoningen).

Wonen levert de nodige informatie aan alle interne diensten met betrekking tot huisvestingsthema’s, bijvoorbeeld door het organiseren van gerichte vormingen.

Page 190: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

190

19.2 Woningen

Woningen bestaat uit verschillende teams die elk een afzonderlijk en specifiek takenpakket hebben: • Woonteam:

♦ SVK;

♦ noodwoningen.

• Juridisch team:

♦ bankwaarborgen;

♦ zekerheidstellingen;

♦ toewijzingen;

♦ intern huurreglement;

♦ huursubsidie;

♦ huurcontracten.

• Financieel team:

♦ facturatie;

♦ opvolging betalingen;

♦ verwerking huursubsidies;

♦ boekhouding;

♦ bestellingen.

• Technisch team:

♦ onderhoud en herstellingen;

♦ opvolgen werkorders;

♦ plaatsbeschrijvingen.

19.2.1 Sociaal Verhuurkantoor (SVK)

List break2 a. Actualisatie.

Het Kaderbesluit Sociale Huur, artikel 8 bepaalt dat we de inschrijvingsregisters (kandidaat-huurders) minstens in elk oneven jaar moeten actualiseren. We gaan na of de kandidaat-huurders, die minstens het tweede kalenderjaar ervoor waren ingeschreven, nog voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarde met betrekking tot het inkomen. Het volledige inschrijvingsregister van het SVK OCMW Gent actualiseerden we in 2009. Na deze actualisatie in juni 2009 van de gegevens van 1.043 kandidaat-huurders, bevatte het inschrijvingsregister nog 624 personen/kandidaat-huurders.

Page 191: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

191

Op 16 april 2010 schreven we opnieuw 940 kandidaat-huurders in op het inschrijvingsregister van het SVK OCMW Gent. Om deze reden beslisten we intern om in 2010 een (beperkte) actualisatie door te voeren. Gezien de specifieke toewijzingsprocedure van de SVK's (puntensysteem), is het belangrijk om over recente informatie te beschikken om een correct puntenaantal te kunnen toekennen. Deze punten kennen we niet alleen toe op het ogenblik van de inschrijving, maar ze zijn ook belangrijk op het moment van de controle van de toelatingsvoorwaarde, met het oog op een toewijzing van een woning. In de periode mei - juni 2010 actualiseerden we de kandidaat-huurders voor een woning van het Sociaal Verhuurkantoor OCMW Gent met het hoogste puntenaantal. Het ging over 249 kandidaat-huurders die minstens 40 punten scoorden en dus de meeste kans maakten op een toewijzing van een woning. Door de gegevens van deze kandidaat-huurders te actualiseren, bekwamen we de meest recente informatie die noodzakelijk was om de toewijzingsprocedure vlot te laten verlopen. We schreven de 249 kandidaat-huurders met het hoogste puntenaantal aan met de vraag hun recente gegevens over te maken over hun huisvestingssituatie, gezinssamenstelling, aanslagbiljet inkomsten 2007 en inkomsten van de laatste zes maanden. De kandidaat-huurders kregen één maand de tijd om ons de gevraagde gegevens per post te bezorgen. Ze konden hiervoor een afspraak met een van onze maatschappelijk werkers. Als de kandidaat-huurder niet binnen de vastgestelde termijn reageerde op de eerste brief, stuurde het SVK hem een herinnering. De kandidaat-huurder kreeg opnieuw 15 dagen de tijd om te reageren. Van deze 249 kandidaat-huurders (= 100%) werden: • 86 (= 34,54%) kandidaat-huurders behouden van wie het dossier volledig up-to-date was;

• 38 (= 15,26%) kandidaat-huurders behouden van wie het dossier niet volledig up-to-date was maar die we niet schrapten omdat zij voldeden aan de inkomstenvoorwaarde.

• 125 (= 50,20%) kandidaat-huurders geschrapt. Dit zijn alle kandidaat-huurders die niet reageerden op twee brieven van het sociaal verhuurkantoor (106), van wie de brief onbestelbaar terugkeerde (13), op eigen verzoek geschrapt werden (5) of overleden waren (1).

• Na deze (beperkte) actualisatie in 2010 beschikten wij op 1 augustus 2010 over een register van 1.108 kandidaat-huurders. Een volgende (globale) actualisatie van het inschrijvingsregister voeren we in april 2011 (zoals wettelijk voorzien) door.

b. Aanpassing inschrijving SVK.

We zien in de cijfers dat het aantal aanmeldingen op het onthaal van wonen de laatste jaren sterk stijgt. In 2010 waren er 2.312 aanmeldingen op het Onthaal van Wonen (2008: 861 aanmeldingen, 2009: 1617 aanmeldingen). Dit was een stijging van 695 aanmeldingen of een stijging van meer dan 42% ten opzichte van 2009. Deze aanmeldingen betreffen geen unieke personen. Sommige personen komen meermaals terug. Het grootste aandeel van de aanmeldingen heeft rechtstreeks met het SVK te maken. Andere aanmeldingen gaan over aanvragen borg, zekerheidsstelling, installatiepremie, referentieadres, versnelde toewijs sociale woning voor daklozen, huurachterstalbemiddeling of hulp bij gerechtelijke procedure uithuiszetting,... Voor 779 bezoekers bleek de inschrijving in het Sociaal Verhuurkantoor de belangrijkste vraag. Dit leidde in 484 gevallen tot een effectieve inschrijving via SVK OCMW Gent.

Page 192: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

192

Slechts 62% van de personen die om informatie verzochten met betrekking tot het SVK schreef zich nadien ook werkelijk in. Dit was een stijging ten opzichte van 2009, waar 41% zich na de informatievraag ook effectief inschreef. Enerzijds schreven we een aantal kandidaat-huurders niet in omdat ze niet voldeden aan de inschrijvingsvoorwaarden. Anderzijds was dit in een aantal gevallen het gevolg van het niet kunnen of willen verzamelen van de nodige bewijsstukken. We bleven dus een (te) groot verschil zien tussen effectieve initiële vragen tot inschrijving en het uiteindelijk aantal inschrijvingen. In 2010 zetten we onze samenwerking met SVK Woonfonds verder in het kader van de inschrijvingen SVK. Sinds 2009 schreef de kandidaat-huurder zich in voor het ene SVK waardoor hij de toestemming gaf om zijn gegevens over te maken aan het andere SVK. Zo realiseerde hij een tweede inschrijving zonder hiervoor zelf te moeten langskomen. In 2010 gaven we van SVK OCMW Gent naar SVK Woonfonds 453 kandidaat-huurders door. Van die groep schreven we 397 kandidaat-huurders effectief in, aangezien sommigen al ingeschreven waren. Omgekeerd gaf SVK Woonfonds 174 kandidaat-huurders door naar SVK OCMW Gent. In 2010 realiseerden we 630 nieuwe inschrijvingen (inclusief 159 inschrijvingen via SVK Woonfonds – ook bij de dossiers die SVK Woonfonds doorgaf, waren er al een aantal ingeschreven bij ons ). Dit was een stijging van 150 nieuwe inschrijvingen ten opzichte van het jaar 2009 en zelfs een verdubbeling ten aanzien van 2008. Op 31 december 2010 had het SVK 1331 kandidaat-huurders.

780444

288

861576

353

1617

872

480

2312

779630

0

500

1000

1500

2000

2500

2007 2008 2009 2010

aantal aanmeldingen Onthaal

Info rond SVK

Effectieve inschrijving SVK

Het SVK zag zich in 2010 genoodzaakt om de organisatie van de inschrijvingsprocedure te wijzigen. Dit had 3 grote oorzaken: • de wettelijk bepaalde, uitvoerige informatieplicht naar de eventuele kandidaat-huurders;

• de toegenomen administratieve werklast;

• het toegenomen aantal kandidaat-huurders.

Personen die zich willen inschrijven in het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent nodigen we sinds eind oktober 2010 uit op een gezamenlijke infosessie. Zo verminderde de werkdruk voor de onthaalmedewerkers en informeerden we alle geïnteresseerden gelijktijdig en uitvoerig over de de inschrijvings-, toelatings- en toewijzingsvoorwaarden. Deze infomomenten vonden tweewekelijks plaats. Vanaf oktober 2010 schreven 156 mensen zich in voor het infomoment. 75 mensen volgden het infomoment, van wie we er 32 inschreven.

Page 193: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

193

c. Inspectie RWO – afdeling toezicht

Op 4 februari 2010 voerde het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) van de Vlaamse overheid als toezichthouder een inspectie uit bij het SVK OCMW Gent. Daarbij toetste het de gehanteerde inschrijvingsprocedure aan de wettelijke normen (o.a. Kaderbesluit Sociale Huur). Tijdens deze controle kwamen vijf aspecten aan bod: • intern huurreglement;

• inschrijvingsregister;

• inschrijvingsbewijs en –formulier;

• dossiers kandidaat-huurders;

• juistheid geregistreerde gegevens.

Naar aanleiding van dit plaatsbezoek ontvingen wij op 5 april 2010 een inspectieverslag met aandachtspunten. In uitvoering van deze aandachtspunten pasten we volgende documenten aan: • intern huurreglement kandidaat-huurders (met inbegrip van inschrijvingsbewijs);

• aanmeldingsformulier;

• inschrijvingsformulier.

d. Aantal woningen, toewijzen en doelgroepen

Het beleidsplan 2007-2012 bepaalde een uitbreiding van het patrimonium van het SVK als antwoord op de druk op de sociale huisvestingsmarkt. Het patrimonium kende in 2010 een stijging van 82 naar 94 woningen. Gedurende 2010 namen 14 nieuwe huurders hun intrek in een woning van het sociaal verhuurkantoor. We realiseerden ook vier interne mutaties. Twee toewijzingen gebeurden volgens het lokaal stedelijk toewijzingsreglement van Stad Gent dat het mogelijk maakt om een voorrang in te bouwen voor de specifieke doelgroep van senioren (ic 75 plussers met de hoogste woonnood). Van de 18 nieuwe verhuringen ontvingen 11 kandidaat-huurders op het moment van toewijzing een leefloon of levensminimum. In totaal scoorden 15 van de nieuwe huurders 20 punten op inkomen, 3 huurders vielen dus in een lagere puntencategorie. Van de betrokken huurders behoorden er 10 tot de bijzondere groep van dak- of thuislozen: • 2 van hen waren effectieve daklozen;

• 2 verbleven in een instelling;

• 1 iemand verbleef in een transitwoning;

• en 5 personen verbleven wegens verlies recht van bewoning bij vrienden of kennissen ter voorkoming van dakloosheid.

Page 194: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

194

e. Aanpak huur- en woonbegeleiding

In het kader van de huurderparticipatie organiseerden we naar jaarlijkse traditie een Sinterklaasfeest voor de kinderen van onze huurders. Het bezoek van de Sint bleek opnieuw een succes en was voor de kinderen een leuke herinnering. Daarnaast organiseerden we in de zomer een daguitstap naar Blankenberge voor onze huurders en hun kinderen. Ook deze nieuwe activiteit was een schot in de roos. Onze huisfotograaf zorgde bovendien voor een mooi aandenken voor alle deelnemers. Op 1 december 2009 besliste het BC Woonbeleid om een gelijkvloerse studio in de Pilorijnstraat niet toe te wijzen aan een kandidaat-huurder van het Sociaal Verhuurkantoor, maar deze permanent ter beschikking te stellen van de huur- en woonbegeleiders, die belast zijn met de opvolging van de overige 13 huurders van hetzelfde gebouw in de Pilorijnstraat 30-32-34. We brachten alle huurders tijdens een huisbezoek persoonlijk op de hoogte van deze beslissing die bedoeld is om de bewonersparticipatie te bevorderen. Alle huurders reageerden enthousiast. We maakten aanvankelijk afspraken over de inrichting van de studio. De studio werd in februari 2010 ingericht door de klusjesdienst van het OTC, zodat we ze in maart 2010 in gebruik konden nemen . We nodigden alle bewoners uit in het begeleidingslokaal, waarbij we een toelichting gaven over het doel en de functie van het begeleidingslokaal. We moedigden hen aan om langs te komen tijdens de wekelijkse zitdagen van de maatschappelijk werker in het begeleidingslokaal in de Pilorijnstraat. Vanaf de start maakte de huurbegeleider een dagdeel per week vrij om het complex in de Pilorijnstraat te bezoeken. We kozen ervoor om niet telkens op hetzelfde moment langs te gaan. Op die manier konden bewoners en/of bezoekers zich niet ‘voorbereiden’ op de komst van de huurbegeleidster. Aanvankelijk had het begeleidingslokaal een repressieve en eerder controlerende functie. Al vlug kwam een meer positieve invulling van het begeleidingslokaal: bewoners kwamen langs voor een babbel bij een kop koffie, ze hadden briefwisseling mee die ze niet begrepen, ze informeerden zich rond de voorwaarden tot inschrijving voor een sociale woning, bespraken persoonlijke problemen, ... We formuleerden ook verbetervoorstellen het gebouw te verfraaien: het herschilderen van de gang, het vernieuwen van de voordeur, het plaatsen van een fietsenrek. Dit alles met het oog op het aangenamer maken van de leefomgeving en het verbeteren van de leefbaarheid. Deze initiatieven zorgden voor een beter contact met de bewoners. Hierdoor ontstond een betere sfeer en was meer contact tussen de bewoners. Bewoners waren zelf zeer positief dat ze deze studio ook als ontmoetingsplaats konden gebruiken. Ze leerden hun buren beter kennen en er ontstond meer begrip voor elkaars situatie. Tijdens de voorbije periode waren er ook minder telefonische meldingen van vandalisme, zwerfvuil en overlast binnen. De huisbegeleidster bevesttigde deze vaststellingen tijdens haar huisbezoeken. Huurders die vroeger zelden of nooit op zitdag kwamen of die in hun woning moeilijk aan te treffen waren, vonden wel de weg naar het begeleidingslokaal. Ze kwamen zelf binnen of de huurbegeleidster sprak hen aan, als ze langs de studio passeerden. Bij samenlevingsproblemen bracht de huisbegeleidster de betrokken bewoners samen in de studio (op neutraal terrein), om samen naar een oplossing te zoeken. Dankzij dit begeleiderslokaal konden we in 2010 de leefbaarheid van het gebouw in de Pilorijnstraat gevoelig verbeteren. Deze studio blijven we daarom ter beschikking stellen aan de huur- en woonbegeleiders. f. Woningkwaliteit: renovatie en energiebesparende werken

Om het SVK bij te staan in zijn taak om het woningbestand conform te maken/houden aan de kwaliteitsnormen en energiezuiniger te maken, sloten we eind 2009 een convenant af met de stad Gent, het AG Stadsontwikkelingsbedrijf Gent (AG SOB) en de beide Gentse SVK’s. Het AG SOB ging een concrete samenwerking aan met het Sociaal Verhuurkantoor vzw Woonfonds en het Sociaal Verhuurkantoor van OCMW Gent om volgende doelstellingen na te streven:

Page 195: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

195

systematisch de woningen onderwerpen aan een technische screening met de bedoeling alle woningen conform te maken/houden met de Vlaamse Wooncode; woningen van de SVK’s energiezuiniger maken door het uitvoeren van energiebesparende maatregelen, die op hun beurt de energiefactuur van de bewoners betaalbaar houden.

19.2.2 Noodwoningen

Noodwoningen bleven in 2010 een belangrijk onderdeel van de themawerking Wonen. In duidelijk afgelijnde noodsituaties kan een inwoner van Gent een beroep doen op een noodwoning van onze dienst. Wij merkten een zeer hoge druk op onze noodwoningen in het eerste kwartaal van 2010. In kwartaal 2 en 3 daalde de bezetting van de noodwoningen om in het laatste kwartaal van 2010 weer een stijging te kennen tot meer dan 60%.

01020304050607080

1e kwrt 2e kwrt 3e kwrt 4e kwrt

Noodwoningen 2008 Noodwoningen 2009Noodwoningen 2010

In 2010 namen we 33 nieuwe oproepen op voor een noodwoning op. De verschillende redenen voor de toewijszing van een noodwoning waren brand, acties huisjesmelkerij, onbewoonbaarverklaring volgens art.135 van de nieuwe gemeentewet, waterschade, … Er waren in 2010 in totaal 56 verschillende zittende huurders. (Eind 2009 zaten er nog 23 huurders in de noodwoningen). Voor 35 gezinnen die in 2009 of 2010 een noodwoning kregen, vonden we in 2010 een oplossing. 21 gezinnen verblijven nu nog steeds in de noodwoning. In 2010 was er één effectieve uithuiszetting. Daarnaast startten we zes procedures tot uithuiszetting van de noodwoning op waarvan we er ondertussen vier stopzetten omdat de noodwoning alsnog vrijwillig werd verlaten. Twee procedures zijn momenteel nog lopende.

19.2.3 Zekerheidstellingen en bankwaarborgen.

In 2010 verleenden we 388 zekerheidstellingen, een stijging met 50 in vergelijking met 2009. In uitvoering van het protocol verleenden we 46 zekerheidstellingen naar aanleiding van wijzigingen in de gezinssituatie (bijkomende contractant). We ontvingen 152 verzoeken tot invordering van zekerheidstellingen waarvan we er drie weigerden. Daarnaast vroegen we in 2010 88 bankwaarborgen aan bij Dexia, een lichte stijging met vier in vergelijking met 2009. We ontvingen 38 verzoeken tot vrijgave van de bankwaarborg.

Page 196: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

196

19.3 Woonbegeleiding

19.3.1 Onthaal

Het Onthaalteam bleef het centraal aanspreekpunt voor de opvolging van wanbetalers bij de sociale huisvestingsmaatschappijen en de gerechtelijke procedures van uitzettingen die in Gent startten. De vijf Gentse huisvestingsmaatschappijen verwittigden ons over 639 personen met een huurachterstal van twee maanden. Dit aantal daalde lichtjes met zeven meldingen ten opzichte van vorig jaar. Voor 286 meldingen betrof het personen met een actief dossier in onze dienst. We schreven zowel de huurder als de wijkwerker aan, met een verzoek tot het zoeken van een oplossing voor de achterstallige huur. Het aantal procedures gerechtelijke uitzetting kende in 2010 een stijging van 862 naar 890 ten opzichte van het werkjaar 2009. Hiervan volgde het wijkwerk 326 cliënten op.

780701612861741671

1617

862646

2312

890639

0

500

1000

1500

2000

2500

2007 2008 2009 2010

Aanmeldingenonthaal

Uitzetting

Wanbetalingen

Vanuit de vaststelling dat de werkdruk op het Onthaalteam sterk bleef stijgen, kozen we ervoor om in de loop van 2010 de taken van het SVK zoveel mogelijk aan het Onthaalteam te onttrekken. We startten met een gezamenlijk infomoment en de mensen van het Onthaalteam belastten we niet langer met inschrijvingen voor het SVK. Deze taken vertrouwden we toe aan één maatschappelijk werker (die oorspronkelijk deel uitmaakte van het Onthaalteam), die zich hierin verder kan specialiseren. Zo maakten we in het Onthaalteam meer tijd vrij voor onze specifieke kernopdracht: het opvolgen van de dossiers huurachterstal en uithuiszettingen.

19.3.2 Project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen.

Het project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen wil via een intensieve woonbegeleiding bij de cliënten thuis een structurele oplossing bieden voor personen met een problematische huisvestingsituatie. Het probleem van thuisloosheid is meer dan een woonprobleem alleen, omdat een ‘thuis’ verbonden is met veiligheid, het hebben van sociale netwerken, gezondheid, een vrijetijdsbesteding in de eigen buurt en dergelijke meer. In de woonbegeleiding nemen we niet alleen het domein huisvesting en wooncultuur op maar ook andere levensdomeinen. In eerste instantie doen we dit met het oog op de sociale reactivering. Een integratie in de buurt, het opnieuw in orde brengen van de sociaal – financiële administratie, het vinden van een vrijetijdsbesteding en het (opnieuw) aanhalen van sociale banden zorgt ervoor dat onze cliënten weer sociaal verankeren in de maatschappij. Dit kan uiteindelijk leiden tot een reactivering door middel van een opleiding en / of tewerkstelling. List break2

Page 197: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

197

a. Doelgroep.

Het project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen begeleidt intensief daklozen, die via een versnelde toewijzing een sociale woning kregen. De begeleiding geldt voor minstens de eerste zes maanden van het huurcontract. De ervaring leerde dat nog meer personen nood hadden aan woonbegeleiding (sociale en niet – sociale huurders). Bijgevolg breidden we de doelgroep uit. De personen die een sociale woning via de versnelde procedure ten behoeve van daklozen verkregen, bleven echter de prioritaire doelgroep. In 2010 begeleidden we 170 personen, waarvan op 31 december 2010 nog 94 personen actief waren. 75 van deze begeleidingen startten we op tijdens het jaar 2010. Niet alle woonbegeleidingen waren het gevolg van het toewijzen van een sociale woning via de versnelde procedure ten behoeve van daklozen. We startten ook begeleidingen op vraag van de sociale huisvesting of op vraag van het hulpverleningsnetwerk. Er waren 88 mannen en 37 vrouwen in woonbegeleiding in 2010. 82% is alleenstaand. b. Begeleiding

We baseerden de woonbegeleiding op de principes van de methodiek ‘maatzorg in het empowermentparadigma’. Dit behelsde vijf basisprincipes: een positieve -, een integrale -, een particpatieve -, een gestructureerde – en een gecoördineerde hulpverlening. De rode draad binnen deze methodiek was dat wij als hulpverlener onze bewoners wilden versterken. Zo kregen ze opnieuw greep op hun eigen situatie en omgeving via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. Via het Individueel Cliëntoverleg (ICO) evalueerden we de woonbegeleiding. We bespraken elke cliënt driemaandelijks op dit overleg en nodigden telkens alle betrokken hulpverleners uit. In 2010 organiseerden we het ICO 51 keer. Per ICO bespraken we gemiddeld vijf situaties. Het doel was om alle levensdomeinen (huisvesting, wooncultuur, het financiële en administratieve aspect, dagbesteding, psychosociale situatie en het ondersteunend netwerk) te overlopen, de nodige afspraken te maken en de doelstellingen voorop te stellen. Zo verliep de begeleiding gestructureerd en gecoördineerd. Daardoor was het voor de cliënt een duidelijke en doorzichtige begeleiding: elke hulpverlener streefde dezelfde doelstellingen na. Tijdens het ICO beslisten we een woonbegeleiding al dan niet verder te zetten. In 2010 sloten we 76 woonbegeleidingen af: • 30 personen bereikten een volledig stabiele situatie.

• 18 personen weigerden enige medewerking te verlenen.

• 2 personen overleden.

• 3 personen verhuisden buiten Gent.

• 3 personen werden gedetineerd.

• 11 personen voldeden niet langer aan de voorwaarden voor het recht op een versnelde toewijzing (door geen tijdige inschrijving, weigering aangeboden woonst, te hoog inkomen, …).

• 3 personen werden geweigerd door de sociale huisvestingsmaatschappij.

• Voor 3 personen startten we structurele hulpverlening op zoals psychiatrische begeleiding.

• 3 andere stopzettingen van de woonbegeleiding: bijvoorbeeld na het vinden van een woning op de privé-markt of na exploratie bleek geen behoefte aanwezig te zijn.

Page 198: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

198

Bij de start van het project stelden we zes maanden voorop als begeleidingsduur omdat dit de afspraak was binnen het samenwerkingsprotocol. De gemiddelde begeleidingsduur van het volledige dossierbestand (actieve en passieve dossiers) van 2010 (gerekend vanaf de datum van ingang van het huurcontract) bedroeg 17 maanden. Op 31 december 2010 bedroeg het minimum van de begeleidingsduur van de actieve begeleidingen één maand en het maximum 40 maanden. Van de passieve begeleidingen bedroeg de begeleidingsduur op 31 december 2010 minimaal 1 maand en maximaal 28 maanden. Als een cliënt nood had aan een gespecialiseerde begeleiding zoals psychiatrische thuiszorg of langdurig begeleid zelfstandig wonen, realiseerden we de doorverwijzing in samenwerking met de woonbegeleiders. We verzekerden de begeleiding vanuit onze dienst tot de desbetreffende dienst kon overnemen. Dit verklaarde gedeeltelijk waarom de gemiddelde begeleidingsduur meer dan het dubbele van de vooropgestelde duur was. De problematiek van onze doelgroep was zo complex en specifiek dat we de volledige situatie niet op zes maanden konden stabiliseren en bestendigen. De stopzetting van een woonbegeleiding betekende niet dat we de cliënt niet langer opvolgden. We deden steeds preventieve occasionele huisbezoeken. De woonbegeleiders volgden ook de betaling van de huishuur op. c. Huurderparticipatie.

In samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor OCMW Gent organiseerden we in 2010 een aantal activiteiten in het kader van de huurderparticipatie (wettelijke plicht van een Sociaal Verhuurkantoor). Via deze participatie leerden we elkaar beter kennen, maakten we bepaalde problemen over de woon – en persoonlijke sfeer beter bespreekbaar en werkten we beter samen. We organiseerden een daguitstap naar Blankenberge: naast een bezoek aan het strand kon er gekozen worden tussen Sea Life en het Zandsculpturenfestival. Begin december 2010 organiseerden we in samenwerking met de Vakantiewerking De Pagadder en de Emancipatorische Werking een najaarsactiviteit: ‘De IJsbreker’. Beide activiteiten konden rekenen op een grote deelname en ontlokten een positieve respons bij de deelnemers.

19.3.3 Samenwerkingsprotocol Daklozen.

Naar aanleiding van de opstart van het project Intensieve Woonbegeleiding Daklozen en de positief onthaalde wijzigingen in de procedure tot aanvraag van een sociale woning voor daklozen, maakten we een afzonderlijk samenwerkingsprotocol over de versnelde toewijzing van een sociale woning op. Dit samenwerkingsprotocol bevatte een tweeledige verruiming van het: • het aantal actoren (alle sociale huisvestingsactoren met woningen op het Gentse

grondgebied);

• en contingent aanvragen.

Page 199: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

199

Op basis van het aantal actoren en de verhuurde woningen (leegstand inbegrepen) op het Gentse grondgebied van de respectievelijke actoren op 31 december 2007, werkten we een verdeelsleutel uit voor de opname van de aanvragen ‘effectieve huurcontracten) versnelde toewijzing: woninGent 28 % Volkshaard 23 % Goede Werkmanswoning 18 % Gentse Haard 10 % Stad Gent 7 % Scheldevallei 8 % ABC 2 % Merelbeekse Sociale Woningen 2 % SVK OCMW Gent 1 % SVK Woonfonds 1 % De dienst Wonen verzekerde de eerste zes maanden na inhuurneming een intensieve begeleiding voor elke dakloze, die we via deze versnelde procedure herhuisvestten. De huisvestingsituatie van de geherhuisveste evalueerden we twee maal per jaar op een individueel overleg tussen de woonbegeleiding en de betreffende huisvestingsmaatschappij. List break2 a. Doelgroep.

Om een goede werking te behouden en lange wachtlijsten (en misbruiken) te vermijden, omschreven we de doelgroep enger dan opgenomen in het Sociaal Huurbesluit 2007: • daklozen waarvoor OCMW Gent op basis van de wet van 2 april 1965 bevoegd is;

• als OCMW Gent op basis van de wet van 2 april 1965 bevoegd is, is een bewijs noodzakelijk dat de dakloze de meeste sociale ankerpunten in Gent heeft.

De dakloze moest ook cumulatief voldoen aan volgende voorwaarden: • De cliënt was gedurende de voorbije zes maanden geen houder, geheel of gedeeltelijk,

van een zakelijk recht op een woning.

• De cliënt beschikte gedurende de voorbije zes maanden niet over een recht van bewoning.

• De cliënt woonde gedurende de voorbije zes maanden niet in bij verwanten of familieleden tot en met de tweede graad.

• De cliënt aanvaardde een intensieve woonbegeleiding zoals gevraagd door de sociale huisvestingsmaatschappij.

• De cliënt voldeed aan de inschrijvings – en toelatingsvoorwaarden bepaald in het Sociaal Huurbesluit van 12 oktober 2007.

Page 200: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

200

b. Weigering door de Sociale Huisvestingsmaatschappij.

De redenen waardoor de prioriteit van de dakloze kon vervallen en de gronden tot weigering voor een sociale huisvestingsmaatschappij namen we over uit het luik IV van het voorgaand Samenwerkingsprotocol en het Kaderbesluit Sociale Huur: • De verhuurder wou de versnelde toewijzing koppelen aan de begeleidende maatregelen

door het OCMW of een andere welzijnsactor op initiatief van het OCMW, maar de dakloze was niet bereid om deze voorwaarde te aanvaarden (art 24 §2).

• De verhuurder wou de versnelde toewijzing koppelen aan begeleidende maatregelen door het OCMW of een andere welzijnsactor, maar het OCMW ging niet in op de vraag tot begeleidende maatregelen (art 24 §2).

• Als de dakloze voordien huurder was bij een sociale huisvestingsactor, deze huurovereenkomst beëindigd werd wegens wanbetaling en wanneer de dakloze op het ogenblik van de toewijzing de schulden bij deze sociale huisvestingsactor nog niet afloste. De sociale huisvestingsactor kon de toewijzing niet weigeren, als de dakloze was toegelaten tot een collectieve schuldenregeling of in budgetbeheer of budgetbegeleiding was bij een OCMW of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling. De toewijzing kon ook niet worden geweigerd wanneer OCMW Gent een concreet voorstel tot afbetaling deed van de openstaande huurschuld binnen de zes maanden. De verhuurder kon in plaats van de toewijzing te weigeren begeleidende maatregelen opleggen aan de dakloze.

• Als we het afgesproken jaarlijks contingent van effectieve huurcontracten bereikten.

• Als de dakloze niet meer voldeed aan de algemene toewijzingsvoorwaarden zoals bepaald in het Sociaal Huurbesluit van 12 oktober 2007.

c. Contingent 2010.

Ten tijde van de ondertekening van het Samenwerkingsprotocol Daklozen konden de Sociale Verhuurkantoren ook woningen via de versnelde procedure voor daklozen toewijzen aan onze doelgroep. Als gevolg van gewijzigde wetgeving werd dit voor de Sociale Verhuurkantoren onmogelijk met een vermindering van het jaarlijks contingent effectieve huurcontracten. Het aantal effectieve huurcontracten voor 2010, waartoe de sociale huisvestingsactoren zich verbonden, legden we vast op 43. Deze huurcontracten verdeelden we volgens deze verdeelsleutel: Actoren Aantal huurcontracten woninGent 12 Volkshaard 9 Goede Werkmanswoning 8 Gentse Haard 5 Stad Gent 3 Scheldevallei 4 ABC 1 Merelbeekse Sociale Woningen 1

Page 201: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

201

Op 31 december 2010 ontvingen we 93 aanvragen voor een versnelde toewijzing van een sociale woning ten behoeve van daklozen. Dit betekende een daling in vergelijking met vorig jaar waarin we 105 aanvragen registreerden. We konden vijf aanvragen doorsturen naar de sociale huisvestingsactoren binnen het contingent van 2010 en 46 aanvragen plaatsten we op de wachtlijst van 2011. Voor 22 aanvragen vroegen we bijkomende informatie maar kregen we geen antwoord. 20 aanvragen annuleerden we op 31 december 2010. De aanvragen, tot het verkrijgen van een sociale woning via de versnelde toewijzingsprocedure voor daklozen, stuurden we van de themadiensten en de welzijnsbureaus door. In 2010 stuurden we 43 aanvragen voor een versnelde toewijzing van een sociale woning ten behoeve van daklozen door naar de sociale huisvestingsactoren. Slechts vijf personen hadden op 31 december 2010 nog geen woning toegewezen gekregen. Deze personen wijzen we in de eerstvolgende maanden nog een woning toe via een sociale huisvestingsmaatschappij. Zoals bepaald in het Samenwerkingsprotocol Daklozen verzekerde de Dienst Wonen, project Intensieve Woonbegeleiding minstens tijdens de eerste zes maanden na de inhuurname van de sociale woning een woonbegeleiding aan elke dakloze, die we via deze versnelde procedure herhuisvestten. We evalueerden de huisvesting van de geherhuisveste zesmaandelijks tijdens een individueel overleg met de sociale huisvestingsactor. Uit deze evaluaties bleek dat de koppeling van de voorwaarde tot het aanvaarden van woonbegeleiding aan het verlenen van een sociale woning via de versnelde procedure voor daklozen een structurele oplossing en een positief resultaat met zich meebracht. Dit bleek uit de huisvestingsituatie op 31 december 2010 van de personen die we op basis van het contingent voorbehouden huurcontracten van 2009 herhuisvestten (43 huurcontracten): • Bij 26 personen zetten we de woonbegeleiding stop:

♦ Bij 14 personen was de situatie nog steeds positief.

♦ 5 personen hebben een huishuurachterstal en waar mogelijk activeren we de woonbegeleiding opnieuw.

♦ 2 personen overleden.

♦ 1 persoon werd gedetineerd

♦ 1 persoon weigerde het aanbod.

♦ 3 personen werden uit hun huis gezet.

• Bij 17 personen is de begeleiding nog steeds lopende.

Page 202: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

202

19.4 De Baai

Adres Roggestraat 118 9000 Gent Aantal personeelsleden De Baai: 4,5 voltijds equivalenten 6 koppen De Baai biedt een permanente (stabiele) woonvorm aan chronisch thuislozen ouder dan 45 jaar met een problematisch (huisvestings)verleden, die niet langer in staat zijn om volledig zelfstandig te wonen. List break2 a. Doorverwijzing.

Sinds de oprichting in 1998 van De Baai tot en met 31 december 2010 ontvingen we 199 aanvragen voor De Baai. In 2010 ontvingen we er 12, wat een daling betekende ten opzichte van 2009 (17 aanvragen). Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst behandelde twee van de twaalf aanvragen. Ons OCMW nam twee negatieve beslissingen omdat de kandidaten niet beantwoordden aan het vooropgestelde bewonersprofiel. Ons team adviseerde vier aanvragen positief, de kandidaten plaatsten we op de wachtlijst. Daarnaast annuleerden we de doorverwijzende instanties bij één aanvraag en liep de intakeprocedure van vijf kandidaten nog op 31 december 2010. Na het ontvangen van een doorverwijzingsformulier nodigden we de kandidaat – bewoner een eerste maal uit om kennis te maken met De Baai. Als de kandidaat na deze kennismaking nog steeds in het pension wenste te wonen, ging de uitvoerige intakeprocedure van start. Deze procedure bestond uit twee gesprekken. Enerzijds een gesprek met de begeleiders van het pension en anderzijds een gesprek met de psychologe verbonden aan het pension. Deze procedure voerden we in opdat de begeleiders de kandidaten voldoende zouden kunnen inschatten. Een goede inschatting van de kandidaat – bewoner is een voorwaarde voor een stabiele bewonersgroep. De bewoners moeten namelijk permanent samen wonen en - leven. Deze intakeprocedure verhoogde ook de kans op een succesvolle doorverwijzing. Dit kwam niet alleen de cliënt ten goede, maar ook de totale werking van De Baai.

Page 203: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

203

Doorverwijzingen 2009

02468

101214

Ont

haal

tehu

izen

Just

itiee

lw

elzi

jnsw

erk

Ziek

enhu

izen

Inte

rne

dien

sten

Tota

al

Doorverwijzende instanties

Aan

tal

Reeks1

In 2010 waren de doorverwijzende instanties opnieuw vrij divers. Uit bovenstaande grafiek blijkt volgende onderverdeling: • De psychiatrische centra verwezen twee kandidaat – bewoners door.

• Uit het Justitieel Welzijnswerk ontvingen we één aanvraag.

• Vanuit de Onthaaltehuizen mochten we vijf doorverwijzingen ontvangen

• Het Algemeen Ziekenhuis verwees één kandidaat door.

• Vanuit onze eigen diensten ontvingen wij drie aanvragen.

Doorverwijzingen vanuit onthaaltehuizen

Doorverw ijzingen

Positiefgeadviseerd

Negatief beslist

Annulaties

Doorverwijzingen vanuit psychiatrische centra

Doorverw ijzingen

Negatief beslist

Positiefgeadviseerd

Annulaties

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, verwezen de psychiatrische sector 37 personen en de Onthaalcentra 50 personen door sinds de oprichting van De Baai. We adviseerden respectievelijk 22 % en 44 % positief. We concludeerden dat de doorverwijzingen vanuit de onthaalcentra de meest succesvolle waren.

Page 204: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

204

b. Verblijf

Op 5 juni 1998 richtten we De Baai op. Sindsdien verbleven er 57 personen. Op 31 december 2010 woonden 20 personen in het pension. Van de 37 personen die het pension opnieuw verlieten (sinds de oprichting) zijn zes personen overleden, 15 personen vertrokken vrijwillig, bij 11 personen eindigde het OCMW de Overeenkomst van Eigen Aard, bij drie persoon zetten we het contract via onderling akkoord stop en twee bewoners verwezen we door naar een woonzorgcentrum. In 2010 verwezen we één persoon door naar een woonzorgcentrum. De bewonersgroep in 2010 bestond uitsluitend uit mannen. De exclusieve aanwezigheid van mannelijke bewoners verhoogde sterk de drempel voor eventuele vrouwelijke kandidaten. De leeftijd van de bewoners varieerde tussen 84 en 50 jaar met een gemiddelde leeftijd van 67 jaar. De gemiddelde verblijfsduur van de huidige bewonersgroep bedraagt vijf jaar en zes maanden.. Negen bewoners (van de huidige bezetting) verbleven eind 2010 meer dan vijf jaar in De Baai. De langst verblijvende bewoner woonde op 31 december 12 jaar en vijf maanden in De Baai. c. Begeleiding.

Bij de oprichting van De Baai was het uitgangspunt dat de bewoner zelf de vraag tot begeleiding moest stellen. Door de jaren evolueerde deze visie tot een steeds minder vrijblijvende begeleiding, omdat een groot deel van de bewoners maar een heel klein probleembesef heeft. Een meer gestructureerde hulpverlening beantwoordde beter aan de behoefte van structuur en omkadering bij ons doelpubliek. We hanteerden de methodiek ‘Maatzorg in het empowermentparadigma’. Dit behelsde vijf basisprincipes: een positieve, een integrale, een participatieve, een gestructureerde en een gecoördineerde hulpverlening. De rode draad binnen deze methodiek was dat wij als hulpverlener onze bewoners wilden versterken. Zo kregen ze opnieuw greep op hun eigen situatie en omgeving via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van participatie. Binnen deze integrale begeleiding en zorg op maat, werkten we met een multidisciplinair team (één maatschappelijk werker, twee bewonersbegeleiders, een administratief bediende en een psychologe). Tijdens de voorbije jaren kreeg de individuele begeleiding aan de bewoner een meer gestructureerde en gecoördineerde vorm. Onze maatschappelijk werker en bewonersbegeleiders stonden in voor de individuele begeleiding. Zij werkten als een tandem samen om een zo optimaal mogelijke integrale begeleiding te bieden. Naast het dagelijkse overleg tussen de twee begeleiders organiseerden we twee maal per maand een Individueel BewonersOverleg (IBO), waarin we de situatie van alle bewoners bespraken. We noteerden alles zodat zij op elk ogenblik de evolutie van een bewoner konden zien. d. Participatie bewoners

Het dagelijks koken was een onderdeel van de hulpverlening. Een deelname aan het kookproces versterkte het vertrouwen van de bewoners in hun eigen kunnen en erkende hen in hun eigen mogelijkheden. Zo startten we een proces van activering dat kon leiden tot een deelname aan andere activiteiten en / of de start van een volledige dagbesteding. Daarnaast was de deelname een sociaal gebeuren. Zij moesten (leren) samenwerken en respect opbrengen voor wat een ander kan en niet kan. Na het koken aten de bewoners samen de door hen bereide maaltijd in de eetzaal. Dit versterkte hun sociale vaardigheden en

Page 205: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

205

bevorderde de integratie in hun kleine omgeving. Dit alles met het oog op hun integratie in de ruimere omgeving van het pension en de stimulering om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Ook in 2010 organiseerden we maandelijks een kookclub ‘De Hete Patat’. De bewoners zelf beslisten over de maaltijd en de benodigdheden. De bewonersbegeleiders ondersteunden hen hierin en stuurden bij waar nodig. Tijdens deze kooksessies leerden de bewoners nog meer samenwerken. Zij moesten zelf beslissingen nemen en leerden opnieuw enkele verantwoordelijkheden op te nemen. Het was belangrijk dat de bewoners bijdroegen aan een gezonde sfeer in De Baai. Daarom vroegen we hen deel te nemen aan het dagelijks ‘bestuur’ van De Baai. Tijdens de maandelijkse bewonersvergaderingen deelden de bewoners ons hun behoeften, opmerkingen en standpunten mee over de dagelijkse werking. Het was niet de bedoeling dat we bewoners persoonlijk aanspraken tijdens deze overlegmomenten. Uit de gesprekken met de bewoners (zowel individuele als gesprekken tijdens de bewonersvergadering) bleek dat zij het belangrijk vonden om meer inspraak te hebben in het nemen van beslissingen over de bewonersgroep, de leefruimte …Samen met de Psychologische dienst zochten we naar een antwoord op deze vraag. In het voorjaar van 2009 richtten we ‘De Groep’ op. Via deze praatgroep wilden we het mogelijk maken om over onderwerpen te praten die niet aan bod kwamen tijdens de bewonersvergadering; bijvoorbeeld de toepassing van het huishoudelijk reglement en de gevolgen van het niet naleven van deze regels, de inrichting van de gemeenschappelijke ruimtes, vrije tijd, etiquette, …. Deze thema’s waren te gevoelig voor een bewonersvergadering omdat de gesprekken van de bewoners vlug zouden ontaarden in een ‘ik – jij’ discussie. Per thema organiseerden we vier sessies en de bewoners gaven zelf aan rond welk thema zij wensten te werken. In 2010 organiseerden we twee praatgroepen: thema ‘vrije tijd en activering’ en thema ‘etiquette’. e. Activiteiten.

De begeleiders stimuleerden de bewoners om hun dag op een positieve manier door te brengen, door bv. deel te nemen aan georganiseerde activiteiten, groepsactiviteiten of gebruik te maken van de voorzieningen in de polyvalente ruimte. Tijdens het voorbije werkingsjaar organiseerden we volgende uitstappen / activiteiten: • winkelen tijdens de koopjes;

• twee maal een biljarttornooi met Zorgwonen Emmaüs;

• verscheidene wandelingen in het provinciaal domein ’t Leen;

• een spelnamiddag Wii;

• Capitole: voorstelling Boeing – Boeing;

• Twee maal een bezoek aan ex-bewoners in Het Heiveld + tentoonstelling Het Heiveld;

• daguitstap naar Planckendael;

• daguitstap naar De Panne;

• bezoek Ijssculpturenfestival in Brugge;

• bowling; uitstap naar de Lokerse Fonnefeesten;

• bezoek aan de jaarbeurs; filmnamiddag in De Baai.

Page 206: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

206

Daarnaast organiseerden we een speciale maaltijd voor Pasen, Kerstmis en Oudjaar. Naar jaarlijkse traditie organiseerden we een ‘Groot Nieuwjaarsdiner’. Midden mei 2010 vertrokken zeven bewoners samen met de begeleiding op midweek naar Plombières. De bewoners en de begeleiders beoordeelden deze uitstap als heel positief. Naast deze vaste activiteiten mocht elke bewoner voor zijn verjaardag een persoonlijke ‘verwendag’ organiseren. De bewoner kon voor die dag vrij kiezen (rekening houdende met een bepaald budget) wat hij voor zijn verjaardag wenste te doen. Meestal kozen de bewoners voor een speciaal etentje voor hun medebewoners. Enkele bewoners wensten geen verwendag. Om hun verjaardag toch onder de aandacht te brengen, organiseerden we ook in 2010 een maandelijkse traktatie. f. Toekomst.

Tijdens de voorbije jaren wijzigde de bewonersbegeleiding. De klemtoon lag op activering. Door deze wijzigingen veranderden de behoeften wat betreft plaats, inrichting en comfort. Tijdens de voorbije jaren onderzochten we hoe we deze behoeften konden invullen. In 2008 gaf het bestuur van OCMW Gent toestemming om De Baai uit te breiden en de aanpalende gebouwen aan te kopen. Door deze aankoop kunnen we in de toekomst aan de noden van de bewoners én het personeel voldoen en onze wooncapaciteit uitbreiden.

Page 207: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

207

Deel 4

Ouderenzorg

Page 208: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

208

Page 209: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

209

20 Staf Ouderenzorg

Adres Onderbergen 86 9000 Gent en Campus Prins Filip Jubileumlaan 217 9000 Gent Aantal personeelsleden Staf Ouderenzorg: 6,4 voltijds equivalenten 7 koppen

20.1 Doelstelling

De dienst Ouderenzorg (OZ) is opgebouwd uit vier grote pijlers: • Intramurale zorg: deze pijler bestaat uit vier woonzorgcentra (wzc):

♦ wzc De Libertetyt in Wondelgem;

♦ wzc Het Heiveld in Sint-Amandsberg;

♦ wzc De Vijvers in Ledeberg;

♦ wzc Zonnebloem in Zwijnaarde.

• Transmurale zorg:

♦ seniorenflats Ter Pielvaecx;

♦ serviceflats Antoniushof;

♦ woningen met dienstverlening Wibier (WCD).

• Extramurale zorg: hieronder vallen de negen lokale dienstencentra (ldc).

• Maatschappelijke dienstverlening: bestaat uit de dienst Advies, Oriëntatie en Opname (AOO) en de dienst Administratie privé-rusthuizen (ARO).

De stafdienst en het secretariaat staan in voor de ondersteuning van de directie OZ.

Page 210: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

210

20.2 Realisaties

List break2 a. Opvolging van de projecten uit het Ouderenbeleidsplan 2008-2013 leidde in 2010 tot

volgende acties:

• Project 1.1.2: Overlegplatform ‘Intramurale ouderenvoorzieningen’

Op 6 oktober 2010 vond een bijeenkomst plaats van het overlegplatform. Hierop waren volgende medewerkers aanwezig: directeur oz OCMW Gent, directeur wzc De Vijvers OCMW Gent, directeur wzc De Liberteyt OCMW Gent, directeur wzc Het Heiveld OCMW Gent, wzc Sint Jozef, wzc Toevlucht Van Maria, wzc Domino, Residentie Ramen en Poel, stafmedewerker oz OCMW Gent en administratief medewerker oz OCMW Gent. De aanwezige directeurs gaven een voorstelling van hun voorziening en lichtten de toekomstperspectieven toe. Ook actuele thema’s zoals de problematiek rond opvang van O en A profielen (inclusief psychiatrische patiënten of daklozen), wachtlijsten en dergelijke werden er besproken. • Project 1.1.3: Opmaak en uitvoering van een zorgstrategisch plan voor de toewijzing van

124 bedden in portefeuille resulteerde in volgende acties:

♦ Het brengen van een bezoek aan andere woonzorgcentra en psychiatrische instellingen zoals Sint-Camillus in Sint-Denijs Westrem, wzc de Zavel in Antwerpen en wzc Warmhof in Maldegem.

♦ Het opstellen van een woonzorgvisie voor het nieuwe wzc in Mariakerke.

♦ Het verlenging van de voorafgaande vergunning voor 134 woongelegenheden.

♦ Het opvolgende van de programmatiecijfers 2011: er werd een dossier samengesteld voor de aanvraag van de twee beschikbare woongelegenheden voor de realisatie van een centrum voor kortverblijf.

• Project 1.2.2: Realisatie dagverzorgingscentrum op campus De Vijvers:

Er werd een dossier opgesteld om de twee beschikbare verblijfseenheden in de programmatie 2011 op te vragen voor de uitbreiding van het dagverzorgingscentrum in het wzc Het Heiveld. Later zullen deze verblijfseenheden overgedragen worden aan het dagverzorgingscentrum in het wzc De Vijvers. • Project 2.1.3: Ervaringsuitwisseling m.b.t. het verhogen van de aandacht voor bewoners

van Gentse woonzorgcentra:

Er gebeurde een brainstorming door de psychologen van de vier woonzorgcentra en een stafmedewerker over de aanpak van het organiseren van de studiedag en het invullen van het onderwerp van de studiedag.

Page 211: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

211

• Project 5.3.2: Proefproject “psychologische ondersteuning in de woonzorgcentra van het OCMW.

Een greep uit het takenpakket van de psychologen:

♦ Er werd psychologische begeleidingen gegeven aan bewoners en familie. De meest voorkomende problematieken in het vakgebied zijn: opname- en aanpassingsproblemen in het rusthuis, rouwproblematieken, depressieve symptomen, psychose, persoonlijkheidsstoornissen, fysieke achteruitgang bij zichzelf en/of partner, relationele problemen (ouder-kind of partner), omgaan met het dementieel proces van partner of ouder, gedragsproblemen, gesprekken rond het levenseinde (palliatief dossier, wilsverklaring,…).

♦ Er werden wekelijkse gespreksgroepen gehouden met 15 tot 20 bewoners rond integratie en het leven in een woonzorgcentrum.

♦ Er werden vormingen georganiseerd voor het personeel en de bewoners zoals bijvoorbeeld het organiseren van familiegroepen voor mantelzorgers van personen met dementie, thema-uurtjes voor bewoners waarin psycho-educatie rond een bepaald psychologisch probleem centraal staat, infomomenten rond het levenseinde voor bewoners, familie/mantelzorgers en vrijwilligers.

Aantal vormingen gegeven door psychologen en het aantal aanwezigen:

§ Voor personeel: 8, aantal aanwezigen: 137 § Voor familie en mantelzorgers: 9, aantal aanwezigen: 89 § Voor bewoners/gebruikers: 2, aantal aanwezigen: 22 § Aantal begeleide bewoners/gebruikers: 222 § Aantal gesprekken bewoners/gebruikers en/of familie: 1255 § Aantal doorverwijzingen naar de reguliere geestelijke gezondheidszorg: 3

b. Overkoepelende projecten voor alle wzc

• Mobiele toestellen voor het elektronisch zorgdossier

In navolging van de opmerking van de inspectiediensten, dat het elektronisch zorgdossier ook mee moet kunnen worden genomen in de woning van de bewoner, zijn er in de loop van 2010 door de bevoegde diensten en de wzc verschillende draagbare toestellen getest op gebruiksvriendelijkheid. • Implementatie van het nieuwe geneesmiddelendistributiesysteem

♦ Start samenwerkingsovereenkomst met apotheek De Pannemaeker voor alle wzc. De wzc overleggen maandelijks met de apotheker over de samenwerking en eventuele aanpassingen van medicatie. Deze samenwerking houdt ook in dat de apotheker instaat voor vorming rond medicatie.

♦ In 2010 werden naar aanleiding van het nieuwe bestek de eerste testen gedaan voor de introductie van de centrale distributie van medicatie. In plaats van de medicatie klaar te zetten op de afdeling wordt de medicatie zoveel mogelijk klaargezet door een medicatierobot bij de apotheek. De medicatie komt dan in zakjes per resident en per toedieningsmoment toe in het woonzorgcentrum.

Page 212: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

212

• Optimalisering elektronisch zorgdossier in Mythos.

De personeelsleden en studenten kunnen aanwezig zijn op vormingen hieromtrent. Er wordt vorming op maat gegeven en herhalingen waar nodig. • Meldingsmanagement

In 2010 werd het meldingsmanagement ingevoerd via elektronische weg. Dit laat toe op een gebruiksvriendelijke manier meldingen (klachten, opmerkingen, …) te registreren en er informatie uit te halen om te voldoen aan de bepalingen in het kwaliteitsdecreet. c. De vier woonzorgcentra werken verder aan huiselijkheid en positieve beeldvorming

c.a Huiselijkheid

Huiselijkheid omvat het creëren van een gezellige woonomgeving waar bewoners aan ‘huiselijke bezigheden’ kunnen deelnemen, aandacht krijgen van personeel en van de vele jonge en oudere bezoekers uit de buurt. Wat het interieur betreft, zijn opnieuw verschillende aanpassingen gerealiseerd in 2010. De eerste verdieping in het wzc Zonnebloem is geschilderd. De keuze viel op een neutrale kleur, die een mooie en stijlvolle ondertoon vormt voor de wisselende tentoonstellingen die op deze verdieping vaak plaatsvinden. De leefruimte voor personen met dementie werd, vanuit de reminiscentiegedachte, in jaren ’70-stijl ingericht. In De Liberteyt zijn twee leefruimtes van de beschermde afdeling op vraag van personeel en familie met iets vrolijker en energieke kleuren herschilderd. In het wzc De Vijvers is een kleurconcept uitgewerkt om het hele woonzorgcentrum in 2011 te herschilderen. Met personeel, bewoners, familie en kinderen uit een buurtschooltje, zijn de ‘moeilijke’ woorden uit de missie-visie geselecteerd, herschreven en getekend. Deze zullen in 2011 op de muren worden geschilderd. De aanbesteding voor het meubilair van de beschermde afdeling en de cafetaria werd in het wzc Het Heiveld uitgesteld uit budgettaire overwegingen. Tegelijk met deze interieurverbeteringen, zijn huiselijke bezigheden continu geïntegreerd in de animatiewerking en terug te vinden in de animatieverslagen. Nieuw is het proefproject ‘Op de koffie met…’ in het wzc De Liberteyt. Het vertrekt vanuit dagboeken en gespreksmomenten met bewoners en is ontwikkeld door Servicedesign. In 2011 zullen de effecten hiervan zichtbaar zijn. Design Vlaanderen financiert dit proefproject.

c.b Positieve beeldvormingsprojecten

Positieve beeldvormingsprojecten hebben als doel het zelfbeeld van de ouderen en het zelfwaardegevoel van de medewerkers in de ouderenzorg te versterken. Doelstellingen zijn de bewoners en het personeel positief in beeld brengen en de angst verminderen om ‘zorgbehoevend oud’ te worden in een ‘rusthuis’ en afhankelijk te zijn van zorgprofessionals. Volgende positieve beeldvormingsprojecten, begeleid door de staf, kregen in 2010 veel media-aandacht en zorgden voor bezoekers en participatie uit de buurt. • Fake, een multimedia-tentoonstelling in het OCMW-hoofdgebouw in Onderbergen, met

bewoners, animatoren en zorgmedewerkers uit de vier woonzorgcentra, ter gelegenheid van Erfgoeddag.

• De tentoonstelling ‘Vogels over de vloer’ in en rond het wzc Zonnebloem met meer dan 100 deelnemende kunstenaars en met Jan Hoet als gastspreker op de opening.

Page 213: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

213

• ‘Ja Wadde, wa es me dadde?’ de verzamelde kunstcollectie in het wzc De Liberteyt, met een eigen gedicht gecreëerd door de eerste Gentse stadsdichter Roel Richelieu van Londersele.

• ‘Emotional Carpet’ een kunstwerk van bewoners uit de vier woonzorgcentra en van bezoekers van het ldc De Thuishaven, dat te zien was tijdens de seniorenweek op de tentoonstelling ‘Textiel – verrassend vernieuwend” in het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT). In het kunstzinnige tapijt van twee op twee meter werd onder meer een mp3-speler en een foto-installatie verwerkt. Naast haak- en breiwerk zitten er ook pomponnetjes, stukjes quilt en batik in.

Het woonzorgcentrum Zonnebloem ontving de ‘Innovation 2 care’-prijs voor de webcam die het plaatste op een nestkastje in zijn tuin, waardoor elke bewoner het broeden van de vogels kon volgen op de eigen televisie. Op vraag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) organiseerde de staf van Ouderenzorg op 22 april in De Centrale de studiedag “Positieve beeldvorming neemt de pers in de arm”. Bewoners, de directies van de vier woonzorgcentra en de stafmedewerkers positieve beeldvorming en communicatie werkten een bijzonder boeiend programma uit, met veel filmmateriaal en conversatie-oefeningen. De 47 deelnemers uit voornamelijk OCMW’s van West-Vlaanderen tot Limburg evalueerden, samen met de eigen animatie-medewerkers, de studiedag als bijzonder inspirerend. • EXPO Vrijwilligerswerk ‘Senioren voor senioren’

Om het vrijwilligerswerk van senioren in de lokale dienstencentra en woonzorgcentra van het OCMW Gent en in de Gentse clubhuizen in de kijker te stellen, en zo bij te dragen tot een positieve beeldvorming over senioren, hebben de stedelijke Seniorendienst en het OCMW samen een reizende fototentoonstelling georganiseerd. De tentoonstelling opende op vrijdag 19 november 2010, tijdens de seniorenweek en sluit af in 2011, tijdens het Europees Jaar van de Vrijwilliger. Aan de hand van 32 foto’s en teksten wordt het verhaal van de verschillende senioren, die als vrijwilliger werken, verteld. Deze foto’s laten zien dat vrijwilligerswerk plezant en gevarieerd is en dat senioren actief zijn.

c.c Positieve beeldvorming van personen met dementie

In het wzc Het Heiveld en het ldc Wibier liep het project ‘Vergeten Schoonheid’ waarin dementerende ouderen vroegere passies herontdekken. We komen hierop terug in de rubrieken over het wzc Het Heiveld en het ldc Wibier. In het wzc Het Heiveld werkte een groep van vier architectuurstudenten een prototype van ‘hangwieg’ uit voor personen met dementie. Hun ervaring was bijzonder positief, zo bleek achteraf.

c.d Intergenerationele solidariteit

Andere generaties brengen leven in het woonzorgcentrum en goed opgebouwde plezierige en zinvolle projecten zijn win-win-situaties voor beide generaties. Zo ervaren mensen al van op zeer jonge leeftijd dat een woonzorgcentrum en de ouderen die er wonen, best aangenaam zijn. Naast de continue intergenerationele activiteiten, ingebed in de animatiewerking, zette de staf een duurzame samenwerking op met de Hogeschool Gent. Het intergenerationele initiatief ‘Open source’ startte in 2010 en staat voor de samenwerking tussen de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) van de Hogeschool en het OCMW Gent. Afgestudeerde kunstenaars in lerarenopleiding werken daarbij een sociaal-artistiek project uit in een woonzorgcentrum. Zo maakten de zeven studenten samen met

Page 214: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

214

rusthuisbewoners een kunstwerk voor het project ‘Vogels over de vloer’ en voor de erfgoedtentoonstelling Fake. Het meest opvallende resultaat waren de portretten van bewoners, geschilderd door Joël en Ineke, die een week als ‘artist in residence’ hun intrek namen in De Liberteyt. Dit opmerkelijke initiatief werd uitgezonden op de regionale televisiezender AVS. Onderzoeksmatig worden de intergenerationele projecten rond positieve beeldvorming in de woonzorgcentra gevolgd door de Artesis Hogeschool Antwerpen. Het onderzoek heeft als titel ‘De ouderenzorg uit het medisch model. De betekenis van intergenerationele projecten voor de beeldvorming over ouderen en de aantrekkelijkheid van een nieuw type ‘ouderenzorg’. Het onderzoek loopt van 1 januari 2010 tot 31 juni 2012. d. Zelfstandig wonen en projecten

In 2010 werd de visie voor ‘Zelfstandig wonen en projecten’ uitgebreid besproken en goedgekeurd. Deze visie vormt de rode draad door al de lopende en toekomstige (woon)projecten. e. Lokale dienstencentra

Ook voor de lokale dienstencentra werd er een visietekst opgemaakt en besproken. Een van de speerpunten is de netwerking en samenwerking met externe partners. Met het wzc Zonnehove in Sint-Denijs-Westrem is alvast een overeenkomst afgesloten voor de opstart van een lokaal dienstencentrum in deze deelgemeente. Het lokaal dienstencentrum wordt gebouwd en uitgebaat door de vzw Zorg-Saam, maar de overeenkomst schept nieuwe mogelijkheden voor het OCMW Gent om er in de toekomst een deel van zijn eigen doelstellingen te verwezenlijken. Voor de opening van De Waterspiegel werd een erkenning aangevraagd en tijdig verkregen. f. Subsidies

De staf ondersteunt de operationele diensten bij het zoeken naar en het aanvragen van subsidies. • Voor het project “Psycholoog aan huis” kregen we 15.000 €, in het kader van het project

“Ongelijk gezond” van de Koning Boudewijn Stichting.

• Voor het project “Op stap met het Nederlands” kende de POD Maatschappelijke Integratie ons 5.000 € toe.

• Protocol III: in 2010 was er een goedkeuring voor 3 ingediende dossiers, waarvan 2 dossiers psycholoog in wzc en 1 dossier nachtopvang in wzc. De uitrol van de projecten startte half 2010.

• Projecten Wonen-Welzijn : In oktober 2010 lanceerden de Vlaamse ministers Jo Van Deurzen (Welzijn) en Freya Van den Bossche (Wonen) een oproep, om projecten in te dienen die de kloof tussen de sociale huisvesting en welzijn verkleinen.

De staf van ouderenzorg diende volgende projecten in:

♦ project wonen – welzijn in Ledeberg richt zich op: aangepaste seniorenwoningen, verhuistrajectbegeleiding en groepsvorming;

♦ project wonen – welzijn in Mariakerke betreft het plannen van sociale aanleunflats aan het nieuw te bouwen woonzorgcentrum in Mariakerke;

Page 215: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

215

♦ project Wonen in welzijn in Nieuw Gent wil, door middel van systematische huisbezoeken bij 60-plussers, een woon-zorg-en welzijnsbeleving op maat van deze senioren creëren.

g. Europese projecten

• Vanuit ouderenzorg werden stappen gezet in de richting van Europa. Projectoproepen werden systematisch gescreend en opgevolgd. Er vonden gesprekken plaats in het kader van een concreet Europees project rond ‘Age Sustainable Communities’. Dit project is gericht op het creëren van levensloopbestendige wijken, met oog voor een goede communicatie tussen alle betrokkenen in de wijk. De ervaringen en uitwerking van de woonzorgzone in Ledeberg deden hierbij dienst als insteek.

• Senior Volunteer project: in het kader van het Jaar van de Vrijwilliger in 2011 werden er voorbereidingen getroffen om senior vrijwilligers vanuit onze lokale dienstencentra en woonzorgcentra te laten deelnemen aan een uitwisselingsproject met gelijkaardige organisaties in het buitenland. Bedoeling is om senioren de kans te geven om ervaringen in het buitenland op te doen en om hun kennis en vaardigheden met andere senioren te delen.

h. Sensibiliseringscampagnes voor het onderwijs

Dit project wil het verplegend en verzorgend beroep in de seniorenzorgsector verduidelijken en positiever belichten voor studenten, met bijzondere aandacht voor personen die zich op latere leeftijd wensen te herscholen. In 2010 werd samen met de stuurgroep ‘Niet voor Watjes’ een campagne opgezet, in het kader van de dag van de verpleegkundige. De ldc en wzc leverden ambasseurs aan voor Gent Stad in Werking ‘Latent Talent’. Deelname aan het sectoroverleg ‘Oog voor zorg’ door Stad Gent en voorzitterschap van een werkgroep in het kader van ‘imago en beroepenkeuze’. Er gebeurde een verdere afstemming met de dienst Selectie en Examens, in het kader van een uniform en transparant stagebeleid. i. Mantelzorg

In de wijken Muide-Meulestede en Gentbrugge ging een project rond mantelzorg van start. Het is een samenwerking tussen het buurtwerk, de seniorendienst en de lokale dienstencentra, waarbij het de bedoeling is om intermediairen (apothekers, middenstand, zorgverleners) attent te maken op overbelaste mantelzorgers. Een volgende stap is om deze mantelzorgers door te sturen naar het betrokken lokaal dienstencentrum, dat hen verder kan begeleiden. j. Opnamebeleid – AOO

In 2010 werden de eerste stappen gezet naar het optimaliseren van het opnamebeleid vanuit de dienst AOO. Het opnamebeleid van de dienst AOO werd onder de loep genomen. De besprekingen, in kader van het verhogen van de efficiënte werking en de samenwerking met andere interne diensten, vingen aan.

Page 216: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

216

k. Sociaal Huis

In samenwerking met de Sociale Dienst werd het verder uitwerken van het concept ‘sociaal huis’ heropgepakt. Een betere interne afstemming tussen de welzijnsbureaus en de lokale dienstencentra is een eerste stap in dit proces. Het aanbod van beide diensten werd hiertoe in kaart gebracht. l. Stuurkaarten en ganttcharts

De staf OTB volgde de stuurkaarten en de ganttcharts van alle diensten van OZ centraal op. De staf fungeert ook als helpdesk bij vragen en problemen hierover.

Page 217: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

217

21 Vier woonzorgcentra

21.1 Identificatiegegevens van de vier woonzorgcentra

ROB = rustoorderkenning RVT = erkenning rust- en verzorgingstehuis (bijzondere erkenning op de ROB-erkenning) KV = centrum voor kortverblijf DVC = dagverzorgingscentrum Voor ieder woonzorgcentrum geven we in de volgende tabel in de derde kolom mee welk soort erkenningen er zijn, het erkenningsnummer en hoeveel bedden er zijn per erkenning. Wzc Het Heiveld Antwerpsesteenweg 776,

9040 Sint-Amandsberg ROB: CE 2054 (177) RVT: VZB 412 (128) KV: KCE 2054 (3) DVC: CE 2347 (15)

Wzc De Vijvers Walstraat 1, 9050 Ledeberg

ROB: CE 2094 (174) RVT: VZB 2230 (128) KV: KCE 2094 (6)

Wzc De Liberteyt Vroonstalledries 22, 9032 Wondelgem

ROB : CE 1553 (122) RVT : VZB 456 (90) KV : KCE 1553 (3)

Wzc Zonnebloem Hutsepotstraat 29, 9052 Zwijnaarde

ROB : CE2396 (130) RVT : VZB 473 (90) KV : KCE 699 (4)

De vier woonzorgcentra hebben boven op de basis ROB-erkenning een RVT-erkenning en een erkenning als centrum voor kortverblijf. Wzc Het Heiveld beschikt als enige over een dagverzorgingscentrum met 15 plaatsen, waarvan tien met een bijzondere erkenning. Wzc De Vijvers en wzc Zonnebloem zorgen daarenboven ook voor nachtopvang, georganiseerd binnen de erkenning van het centrum voor kortverblijf. Ook het wzc De Vijvers kreeg subsidies van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid om de nachtopvang (verder) uit te bouwen.

Page 218: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

218

21.2 Zorg in cijfers – meting op 31.12.2010

List break2 a. Leeftijdsverdeling

7 9 6 11 13 11 9 5 7 11 9 7

20 20 2023 19 18

2321 26 7 9 12

3239 42

23 31 2837

40 37 3121 20

6059 57

40 3331 65

66 64 4252 51

26 23 2312 15 21 17

20 20 22 18 25

14 12 13 9 6 7 12 17 16 11 13 104 3 6 1 1 1 1 2 1 1

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2008

(175

)

2009

(179

)

2010

(180

)

2008

(125

)

2009

(125

)

2010

(125

)

2008

(176

)

2009

(179

)

2010

(179

)

2008

(130

)

2009

(128

)

2010

(133

)

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem

leeftijdsverdeling wzc

>100

95-100

90-94

85-89

80-84

75-79

70-74

65-69

60-64

55-59

<55

Net zoals de afgelopen jaren is ook in 2010 de grootste groep bewoners tussen de 80 en de 90 jaar oud. Het nieuwe woonzorgdecreet verhoogde de minimumleeftijd voor opname in een woonzorgcentrum van 60 naar 65 jaar. Mits er een voorafgaand akkoord van het Vlaams Agentschap is, kunnen ook personen jonger dan 65 jaar worden opgenomen. Op 31 december 2010 verbleven 11 mensen jonger dan 60 jaar in onze vier woonzorgcentra. De 9 mensen tussen 60 en 64 jaar worden door het nieuwe woonzorgdecreet administratief als 65-plussers beschouwd. Negen mensen vierden hun eeuwfeest.

Page 219: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

219

Leeftijdsverdeling van het Dagverzorgingscentrum (DVC):

2

7

12

15

7

11 12

8

13

15

1 12

1312

16

6

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

<55 55-59 60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95-100 >100

leeftijdsverdeling DVC

2008 (44) 2009 (40) 2010 (51)

De meeste gebruikers van het dagverzorgingscentrum (DVC) zijn tussen de 75 en 90 jaar. Tegenover 2009 is er in 2010 een sterke stijging te zien van het aantal gebruikers in de leeftijdsgroepen van 75-79 jarigen en van 90-94 jarigen. De senioren geven er de voorkeur aan om zo lang mogelijk thuis te blijven en doen hierbij beroep op ondersteuning van het DVC wanneer hun partner wegvalt of om de partner te ontlasten. b. Geslachtsverdeling

34 38 36 34 34 3760 61 64

28 26 29 15 15 21

141 141 144

91 91 88

116 118 115

102 102 104

29 2530

020406080

100120140160180200

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem DVC

geslachtsverdeling

man vrouw

Page 220: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

220

Net zoals de afgelopen jaren is er ook in 2010 zowel in de woonzorgcentra als in het dagverzorgingscentrum een overwegend vrouwelijk publiek.

13

3

13

4 18

4

21

4 1

9

3

19

71

0

5

10

15

20

25

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem DVC

aantal koppels

2008 2009 2010

Wzc De Vijvers beschikt als enige woonzorgcentrum over echtparenkamers (19), wat het hoge aantal koppels verklaart. Tegenover de voorbije jaren is er in 2010 in het wzc Zonnebloem een bijna verdubbeling van het aantal koppels te zien. Dit is te verklaren door gezinshereniging. In het dagverzorgingscentrum komt één koppel over de vloer. c. Zorgprofiel

We meten de graad van zorgbehoevendheid in de woonzorgcentra aan de hand van de Katz-schaal. De Katz-schaal is meet- en evaluatie-instrument waarmee zorgbehoevende senioren in categorieën ingedeeld worden, naargelang de ernst van hun zorgbehoevendheid. De zorgcategorieën zijn: • categorie O:

♦ volledige fysische onafhankelijkheid en niet dement.

• categorie A:

♦ senioren die fysiek afhankelijk zijn om zich te wassen en/of te kleden.

♦ senioren die psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd en ruimte, én zijn fysisch volledig onafhankelijk.

Page 221: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

221

• categorie B:

♦ senioren die fysiek afhankelijk zijn: zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of om zich te kleden, én zij zijn afhankelijk voor transfer en verplaatsingen en/of om naar het toilet gaan.

♦ senioren die psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd en ruimte, én zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of te kleden.

• categorie C:

♦ senioren die fysiek afhankelijk zijn: zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of te kleden, én zij zijn afhankelijk voor transfer en verplaatsingen en om naar het toilet gaan, én zij zijn afhankelijk wegens incontinentie en/om te eten.

• categorie C dement (Cd):

♦ senioren die psychisch afhankelijk zijn: zij zijn gedesoriënteerd in tijd en ruimte, én zij zijn afhankelijk om zich te wassen en/of te kleden, wegens incontinentie, voor transfer en verplaatsingen en om naar het toilet gaan, én/of zij zijn afhankelijk om te eten.

14 14 8 12 10 522 22 20 19 20 20 10 5 6

37 3322 18 18

10

26 22 23 13 16 1613 17 16

49 5060

27 2630

30 36 3126 30 25

10 11 21

24 2622

14 1413

22 22 2528 25 24

6 45

51 54 62

52 53 66

75 72 76

39 38 47

5 33

020406080

100120140160180200

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem DVC

zorgprofiel

O A B C Cd

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat er in ieder woonzorgcentrum een grote groep bewoners verblijft met een Cd-profiel. Ten opzichte van vorige jaren zijn de aantallen in deze groep nog verhoogd.

Page 222: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

222

List break2 a. Financiële situatie bewoners

128 129 124100 96 94

134 142 14097 109 100

47 51 56

26 28 30

42 38 39

33 25 33

020406080

100120140160180200

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

2008

2009

2010

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem

financiële situatie bewoners

zelfbetalend niet-zelfbetalend

Tegenover 2009 is er in 2010 een stijging van 16 niet-zelfbetalende bewoners over alle wzc samen.

Page 223: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

223

List break2 a. Gemiddeld bezettingspercentage

Dit berekenden we als volgt: aantal gefactureerde aanwezigheidsdagen aan de ziekteverzekering / 365) / aantal erkende woningen.

gemiddeld bezettingspercentage

94,0%

97,6%

96,8% 96,6%97,2%97,1%

97,5% 97,4%

98,3%

92,4%

98,1%97,5%

98,1%97,7%

95,5%

89,0%

90,0%

91,0%

92,0%

93,0%

94,0%

95,0%

96,0%

97,0%

98,0%

99,0%

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem DVC

2008 2009 2010

De gemiddelde bezetting van de vier woonzorgcentra in 2010 ligt op 97,85%. Dit is een lichte stijging tegenover 2009, toen de gemiddelde bezetting van de vier woonzorgcentra op 97,6% lag. Voor het dagverzorgingscentrum is de gemiddelde bezetting 95,5%, wat een stijging ten opzichte van 2009 (92,4%) is.

Page 224: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

224

b. Gemiddelde verblijfsduur

2,7 2,7

3,5

3,12,8

3,33,7

3,33,4 3,53,7

3,2

0,0

0,5

1,0

1,5

2,0

2,5

3,0

3,5

4,0

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem

gemiddelde verblijfsduur in jaren

2008 2009 2010

In 2010 ligt de gemiddelde verblijfsduur in de woonzorgcentra tussen de 3,2 en de 3,7 jaar. Opvallend is de sterke stijging van de gemiddelde verblijfsduur in het wzc Het Heiveld: van 2,8 in 2009 naar 3,4 in 2010. Hier werd bekeken hoe lang de bewoners die op 31.12.2010 in het woonzorgcentrum verbleven daar al waren. Daarvan werd het gemiddelde per woonzorgcentrum genomen.

Page 225: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

225

c. Vrijwilligers

In alle woonzorgcentra en in het dagverzorgingscentrum helpen vrijwilligers mee de werking ondersteunen. Zij houden de cafetaria open, helpen bij de maaltijden, bij uitstappen, …

78

27

35

45

6

72

28

39

50

3

74

23

36

55

3

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Heiveld Liberteyt Vijvers Zonnebloem DVC

vrijwilligers

2008 2009 2010

Page 226: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

226

21.3 De vier woonzorgcentra apart belicht

21.3.1 Woonzorgcentrum Het Heiveld

Adres: Antwerpsesteenweg 776 9040 Sint-Amandsberg Aantal personeelsleden wzc Het Heiveld: 132,5 voltijds equivalenten 156 koppen Aantal personeelsleden dagverzorgingscentrum Het Heiveld: 3,6 voltijds equivalenten 5 koppen Woonzorgcentrum Het Heiveld wil een aangename en kwalitatief hoogstaande woon-, leef-, zorg- en zingevende omgeving zijn voor de ouder wordende inwoners van Gent. Vanuit respect voor de persoonlijke wensen streven wij ernaar onze diensten zowel op elkaar als op externe partners af te stemmen. List break2 a. Huiselijkheid

De woongelegenheden in RVT/ ROB zijn 1 persoonskamers of koppelwoningen (12 koppelwoningen – gewone één persoonswoongelegenheden verbonden door een gemeenschappelijke deur). De woningen en gemeenschappelijke ruimtes zijn innoverend, huiselijk, functioneel en met persoonlijke decoratie (meubeltjes, foto’s, schilderijen) van de bewoners ingericht. In 2010 werd een aanvang genomen met het vervangen van het bestaande meubilair door huiselijker meubilair op de beschermde afdeling voor personen met dementie. b. Positieve beeldvorming

De zorgsector heeft te kampen met een minder goed imago voor de buitenwereld. Via positieve beeldvormingsacties trachten wij een aantal doelen voorop te stellen: een hogere levenskwaliteit voor onze bewoners en een goede aanpassingsperiode na opname, een goede werksfeer voor onze medewerkers, het aantrekken van nieuwe personeelsleden en een realistisch beeld schetsen voor het grote publiek. In 2010 werden in dit kader heel wat acties ondernomen zoals: • rondleidingen van groepen:

♦ de Trefdag van VVSG op 6 mei;

♦ een bezoek van woonzorgdirecties uit Wallonië op 26 mei,

♦ een bezoek van de Vlaamse Ouderenraad (OOK) op 6 oktober;

♦ een bezoek nav. de studiedag ACW 4 december

♦ tweewekelijkse rondleidingen voor familie en personen die op de wachtlijst staan;

♦ rondleidingen op aanvraag voor scholen.

Page 227: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

227

• voorstelling van onze dienstverlening extern:

♦ interview in Jobat in november 2010;

♦ publicatie in magazine OCMW visies in februari 201;0

♦ publicatie in magazine Lokaal in september 2010;

♦ wintermeeting Geriatrie en Gerontologie op 6 februari;

♦ Liga van de Rechten van de Mens op 30 april.

• samenwerking met de buurt en organisaties in de buurt:

♦ buurtfeest in september 2010 (Rommelmarkt en kermis);

♦ project “Vergeten Schoonheid” (zie verder);

♦ aanplanting van fruitbomen op het domein van wzc Het Heiveld;

♦ verkoop van groenten en plantjes uit de moestuin

♦ samenwerking met Natuurpunt Vlaanderen;

♦ aanleg petanquebaan.

• Organisatie van het Feest van de Verzorgende op 28 oktober.

c. Focusgroepen Vlaamse gemeenschap

Wzc Het Heiveld kreeg de vraag deel te nemen aan focusgroepen, in het kader van het opmaken van een referentiekader voor kwaliteit inzake dienstverlening aan ouderen in woonzorgcentra. Het resultaat van die focusgroepen verwachten we in 2011. d. Project “vergeten schoonheid”

In 2010 werd in samenwerking met de buurt en het lokaal dienstencentrum Wibier een project voortgezet dat voorheen al liep in het woonzorgcentrum. Het project bestaat erin mensen met dementie weer en onder begeleiding van een kunstenaar uit de buurt passies te leren ontdekken (tekenen en schilderen, dans, muziek, filosofie, drama, …). Het resultaat van dat proces bij verschillende personen met dementie (wzc, dvc en de buurt) is te zien op de website www.vergetenschoonheid.be, die voorgesteld werd aan de pers op 16 september. De tentoonstelling van alle werken vond plaats op 27 november 2010. Een opvolgproject van vergeten schoonheid, dat de benaming ‘vergeten kracht’ meekreeg, werd in 2010 ingediend. Het bestaat uit het maken van een documentaire over het project ‘vergeten schoonheid’, zodat dit kan dienen voor opleiding, vorming en bewustmaking van dementie. e. Deelname aan wetenschappelijk onderzoek

In samenwerking met Universiteit Gent werd in 2010 een grootschalig onderzoek gedaan naar ondervoeding bij bewoners van woonzorgcentra. Bij een grote steekproef werden bewoners gescreend op hun voedingstoestand en eetgewoonten. Aan dit onderzoek werkten de logopediste en diëtiste van het woonzorgcentrum mee. De resultaten van het onderzoek en de mogelijke benchmarking die het meebrengt (onderzoek in verschillende wzc in Vlaanderen) verwachten we in 2011.

Page 228: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

228

In samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel werden focusgroepen met onze bewoners georganiseerd om een masterthesis wetenschappelijk te ondersteunen. Onderwerp van deze thesis was ‘Active Ageing’ in woonzorgcentra. f. Zorgvernieuwend project: protocol 3

In het kader van de protocolakkoorden tussen de Vlaamse Gemeenschap en het RIZIV tekende wzc Het Heiveld in 2010 in voor een zorgvernieuwend project. Hierbij staat de klinische psychologe, verbonden aan het wzc, in voor de klinisch-psychologische begeleiding van de kwetsbare gebruikers van het dagverzorgingscentrum met psychische problematiek en hun mantelzorgers. Ultieme doelstelling is dat door die begeleiding en de omkadering in het dagverzorgingscentrum een opname in een wzc uitgesteld kan worden. Hiervoor wordt de Bel RAI (Resident Assessment Instrument) gebruikt en de wetenschappelijke omkadering van dit project gebeurt door LUCAS, het onderzoekscentrum van de KUL. De psychologe legt in dit kader ook huisbezoeken af. In totaal werden 20 dossiers opgestart en opgevolgd. Op vandaag zijn: • 12 begeleidingen nog steeds lopend;

• 3 opnames wzc;

• 1 opname ziekenhuis (wachtend op opname wzc);

• 1 opname psychiatrisch centrum;

• 1 overleden;

• 2 gestopt wegens geen nood meer.

21.3.2 Woonzorgcentrum Zonnebloem

Adres: Hutsepotstraat 29 9052 Zwijnaarde Aantal personeelsleden wzc Zonnebloem: 101,85 voltijds equivalenten 111 koppen List break2 a. Intergenerationeel werken

Wij willen in ons wzc een weerspiegeling van de maatschappij zijn. Daarom proberen wij door allerlei activiteiten kinderen, pubers, jonge volwassenen in ons wzc te betrekken. Wij zetten onze deuren open voor allerlei organisaties, zonder de zwakkeren in de maatschappij uit te sluiten. De samenwerking met de school voor bijzonder onderwijs Bert Carlier is hiervan een voorbeeld. Ook nodigden wij een groep kinderen uit met het Downsyndroom om werk van hen in ons wzc tentoon te stellen. Een greep uit de acties rond intergenerationeel werken in 2010 zijn: • Kinderen van de nabijgelegen lagere school St.-Vincentius zijn altijd zichtbaar rond en in

het wzc.

• Wekelijks opleidingen schaken voor leerlingen,vrijwilligers en senioren.

Page 229: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

229

• Leerlingen van de lagere school kregen een vorming rond het gebruik van rolstoelen, zodat zij de senioren goed kunnen begeleiden op uitstappen.

• Verwendag door Bert Carlier : 28 leerlingen van het BUSO verwennen onze bewoners.

• Turnnamiddag: turnen van kinderen samen met senioren

• Maken van hapjes in samenwerking met Bert Carlier voor pensioneringsfeesten personeel.

• Opleidingen stagiairs verschillende scholen.

• Activiteiten vogelproject: Bert Carlier komt vogelkastjes timmeren in de cafetaria, er worden nestkastjes opgehangen door leerlingen van St. Gregorius, er worden struisvogeleieren geschilderd door de kinderen van de lagere school samen met de bewoners en de kinderen uit de lagere school komen tekeningen maken van vogels in de cafetaria.

b. Projectwerking

Vaak probeert men de oudere te behoeden voor moeilijke thema’ s. Toch maken wij met deskundigen deze onderwerpen bespreekbaar. Wij staan ook stil bij bewoners die door hun problematiek niet kunnen of willen deelnemen aan activiteiten. Voor deze groep wordt er gekeken naar activiteiten op maat zoals bijvoorbeeld: • De officiële opening van de tentoonstelling “vogels over de vloer” door Jan Hoet, tal van

leefgroepactiviteiten rond het thema vogel, een roofvogelshow, rondleidingen.

• Het bezoek aan een vogelasiel, een uitstap naar Paradisio samen met kinderen en senioren, een voorleesmoment door Raymonda rond vogels.

• Deelname aan bijvoorbeeld de Week van de gezondheid en de Week van Turkije.

c. Reminiscentie

Het lange termijngeheugen van onze senioren bewaart dikwijls het langst. Door aangename herinneringen aan de hand van voorwerpen weer op te halen zorgen wij voor leuke momenten. Ook het stimuleren van het korte termijngeheugen is een dagelijkse gewoonte. Voorbeelden van acties in 2010 zijn: • Gespreksgroep thema ‘Ken je dit nog ?’ gesprek over religieuze voorwerpen

(reminiscentiekoffer).

• Algemene reminiscentie rond het leven van vroeger aan de hand van een koffer met oude voorwerpen uit de volksdevotie.

• Het zingen van oude liederen.

• Werken rond thema’s zoals thema ‘Veldstraat’, thema ‘school vroeger en nu’ en thema ‘nep-echt’.

d. Benadering op maat

Het leven van onze bewoners speelt zich ook af buiten het wzc. Daarom proberen wij met allerlei kleine uitstappen de mensen de nodige afwisseling te bezorgen. Ook kijken wij wat iemand nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn. Dat kunnen allerlei zaken zijn, verschillend

Page 230: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

230

van mens tot mens. Vertrekkend vanuit een holistische visie proberen wij voor elk individu zoveel mogelijk hieraan te voldoen. Concrete acties in 2010 zijn: • Valentijnsetentje met en voor de koppels die bij ons wonen.

• Uitstappen naargelang de interesse van de bewoners in kleine groepen zoals centrum, winkels, Floralieën,…

• Bewoners kunnen met respect voor ieders overtuiging een beroep doen op een moreel consulent of pastoraal werkster. Bewoners met een andere geloofsovertuiging kunnen een beroep op een afgevaardigde van de externe levensbeschouwelijke organisatie.

• Aanbieden van eucharistievieringen.

e. Familiegericht

De familie wenst graag sterk betrokken te blijven bij het leven van hun familielid in het woonzorgcentrum. Door hen op de hoogte te houden van de toestand van hun familielid en door een open communicatie zorgen wij voor goede relaties met de familie van onze bewoner. Andere acties zijn: • Vrijwilligerswerk door familieleden.

• Betrekken van de familie bij de zorg en het geven van informatie via het krantje over het wzc.

• Herdenkingsmoment voor bewoners en familie.

• Ter beschikking stellen van onze lokalen, aankleden van de tafels voor familiefeestjes, ondersteuning in overleg met de familie indien nodig.

• Vorming voor familie: opmaak van levensboeken.

• Filmvoorstelling ‘Goodbye Armand’.

• Infonamiddag met groepsgesprekken rond vroegtijdige zorgplanning, euthanasie,…

• Vorming door Paradox ‘De fragiele bewoner’voor familie en geïnteresseerden, buurtbewoners.

f. Kunst en cultuur

De hedendaagse senioren kunnen wij dikwijls niet meer boeien met alledaagse activiteiten. Hun interesses zijn ruimer. Wij zorgen voor een aangepaste animatie en houden hierbij rekening met een beperkte mobiliteit. We brengen kunst en cultuur binnen in het wzc. Zo wordt ons wzc een ontmoetingsplaats voor iedereen met voor elk wat wils. Voorbeelden van realisaties in 2010 zijn: • Opening en inwijding beelden aangekocht door cultuurplatform Zwijnaarde,

tentoonstelling Inge Dewilde, bezoek aan de tentoonstelling van Kersken waar een hoekje is vrijgemaakt voor ons vogelproject.

• Opening kunsttentoonstelling “Schakels van verbondenheid”.

Page 231: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

231

• Tentoonstelling waar werk van een bewoonster,wijlen haar echtgenoot, zoon en kleinzoon te bewonderen is.

• Plechtige opening met demonstratie judo in samenwerking met de buitelaars en judoclub van Zwijnaarde. Speciale gast Robert Van de Walle.

• Dekenijfeesten, fotoreportage over Indonesië, expositie van poppen uit India met uiteenzetting door de maakster ervan: zuster Francoise Bosteels, die in India werkt, presentatie over Kongo, voordracht van Manuel Consoles over kinderen uit de Spaanse burgeroorlog,…

• Optreden City Police Show Orkest,…

g. Externe partners

De vereenzaming binnen het wzc is een bekend fenomeen. Door een samenwerking met allerlei partners brengen wij de bewoners en buurt in nauwer contact met elkaar. Senioren kunnen zich dikwijls moeilijk verplaatsen en zo brengen wij de mensen tot bij ons en leven wij niet op een eiland. Het gevoel ergens bij te horen is heel belangrijk voor het algemeen welbevinden. Een greep uit de samenwerkingsverbanden in 2010: Bridgeclub, schaakclub, Tijdschrift KIOSK, Lokale seniorenraad, Gebiedsgerichte werking stad Gent, Kinderschaakclub, Jonge starters van de Zwijnaardse harmonie, Netwerk palliatieve zorgen Oost-Vlaanderen, Huis van Alijn, PIHS, Dansgroep Hemail Zwijnaarde, plaatselijke bibliotheek en scholen, Psychiatrisch centrum Sleidinge, Licht en liefde, … h. Digitale kloof

Informatie verstrekken en bewoners verder stimuleren met hun mogelijkheden binnen de maatschappij behoort tot onze taken. Door de bewoners en omgeving toegankelijker te maken tot het internet hopen wij een grotere groep te bereiken en interesses ook op deze manier verder te stimuleren en ontwikkelen. Door het aanbieden van Skype kunnen bewoners ook met hun kinderen in het buitenland een visueel contact onderhouden. Andere acties zijn: Het verder promoten van een cybercafé, het volgen van vogelnesten door het plaatsen van webcams in de broedkastjes, het aanbieden van ochtendgymnastiek via infokanaal,…

21.3.3 Woonzorgcentrum De Vijvers

Adres Walstraat 1 9050 Ledeberg Aantal personeelsleden wzc De Vijvers: 125 voltijds equivalenten 155 koppen De ouderwordende zorgbehoevende Gentenaar kwaliteitsvol laten wonen en leven door middel van een zorgaanbod op maat, dat aansluit bij de persoonlijke zelfrealisatie. Dit gevarieerde zorgaanbod omvat momenteel langdurig verblijf, kortverblijf en nachtopvang voor alleenstaanden en echtparen. We willen ambitieus blijven door grensverleggende projecten met een maatschappelijke meerwaarde te ontwikkelen. List break2

Page 232: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

232

a. e-Woonzorgcentrum

Woonzorgcentrum De Vijvers profileert zich meer en meer als e-Woonzorgcentrum. Na een succesvolle implementatie van het cybercafé, waarvoor we in 2010 van de Federale Overheidsdienst Maatschappelijk Integratie subsidies kregen voor een uitbreiding, en onze Award van de Vlerick Management School voor de ‘Digitale Brug’, werd in 2010, in samenwerking met het Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie (IBBT), GIFT geïntroduceerd. GIFT of Geïntegreerde Informatie- en Foto-TV is een eenvoudige internetdienst op televisie waarbij de bewoners van het woonzorgcentrum De Vijvers voortaan berichten en foto’s van familieleden en vrienden kunnen bekijken. GIFT is een primeur voor ons land en kon dan ook op uitgebreide persbelangstelling rekenen. Woonzorgcentrum De Vijvers sloot zich ook aan via een sociale netwerksite waardoor buitenstaanders nog sneller op de hoogte worden gebracht van de activiteiten, menu’s en andere info vanuit wzc De Vijvers. b. Deus

Deus is een innovatieproject dat al enkele jaren loopt in samenwerking met het IBBT. Het opzet was om bewoners met dementie meer bewegingsvrijheid te bieden, via doorgedreven sensortechnologie, zodat een gesloten afdeling overbodig wordt. Na diverse testfases is gebleken dat er nog verschillende technische anomalieën verholpen moeten worden, vooraleer dit project kans op slagen heeft. Er werd een eindverslag opgemaakt van dit project. c. Carnavalsstoet

Naar aanleiding van 25 jaar carnaval in Ledeberg werkte wzc De Vijvers samen met vzw Kokoon, een vereniging die een thuis biedt voor psychisch en sociaal hulpbehoevenden, aan het bouwen van een gloednieuwe carnavalswagen. Voor 2010 en 2011 is dit ‘het glazen huis’, verwijzend naar de openheid en buurtgerichtheid van ons woonzorgcentrum. Met deze wagen namen bewoners en personeel deel aan de vermaarde carnavalsstoet in Ledeberg. d. Zorgvernieuwingsproject: Protocol 3

Naar aanleiding van een projectoproep – protocol 3 – van het RIZIV werden de projecten van het wzc De Vijvers, met name de nachtopvang en psychologische begeleiding van kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers, goedgekeurd. De doelstelling van dit project is om ouderen mee te helpen in hun wens zo lang mogelijk in hun vertrouwde thuissituatie te blijven en vanuit het wzc een brug te leggen tussen de residentiële zorg en de thuiszorg. Op lange termijn kan dit het aantal ziekenhuisopnames en definitieve plaatsingen in een wzc uitstellen. e. Dag van de dialoog

Voor de Dag van de dialoog, op initiatief van de Stad Gent, werd in het wzc De Vijvers een dialoogtafel opgesteld. Aan tafel zaten acht dialoogpartners van diverse afkomst en leeftijd. Ontmoeting, gesprek en dialoog stonden centraal. Als partner van de Dag van de dialoog willen we het isolement doorbreken en de buitenwereld binnen het woonzorgcentrum brengen.

Page 233: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

233

f. Huiselijkheid

De bewoners en familie kregen inspraak in de keuze van de kleuren en de look in de afdelingen, de leefruimtes, de gangen en de ontspanningsruimten. Via familiefeesten werden zij warm gemaakt om suggesties door te geven, wat een groot succes was. In november 2010 zijn de schilderwerkzaamheden begonnen. g. Infomomenten

Er werden infosessies georganiseerd over thema’s zoals dementie, palliatieve zorg, wilsbeschikking en euthanasie. Deze infomomenten zorgden ervoor dat gevoelige onderwerpen gemakkelijker bespreekbaar werden voor bewoners en familie. h. Stembureaus

Er werd opnieuw samengewerkt met de Stad Gent bij de organisatie van stembureaus in het wzc De Vijvers. Door de aanwezigheid van stembureaus in het wzc, merkten we een significante stijging van het aantal bewoners dat is gaan stemmen. In 2010 stemden 67 bewoners van wie 3 met volmacht. Ook dit jaar kregen we uitgebreide persaandacht waarbij o.a. een bewoner werd geïnterviewd door de nationale televisiezenders. i. Stageplaatsen

De constructieve samenwerking met de verschillende scholen werd voortgezet en er ging opnieuw veel aandacht en zorg naar de begeleiding van de stagiairs. Ook dit jaar werd het scholenbestand uitgebreid. j. Tevredenheidmetingen

Er werd een uitgebreide tevredenheidsmeting gehouden over de kwaliteit van het vlees bij verschillende vleesleveranciers waaraan zowel bewoners, personeel als bezoekers deelnamen. Verandering van leverancier bracht soelaas voor het gros van de klachten en opmerkingen. In 2010 werd de vierjaarlijkse bewonerstevredenheidsmeting gehouden in wzc De Vijvers.

21.3.4 Woonzorgcentrum De Liberteyt

Adres Vroonstalledries 22 9032 Wondelgem Aantal personeelsleden wzc De Liberteyt: 101,4 voltijds equivalenten 113 koppen List break2 a. Zorgaanbod en medische verzorging

Het woonzorgcentrum beschikt over een eigen coördinerende en raadgevende arts (CRA), hij optimaliseerde de samenwerking en coördinatie met de huisartsen. Door sensibilisering en vorming liet 50% van de medewerkers zich vaccineren tegen griep. Drie medewerkers zijn gestart met een referent opleiding: 2 voor palliatief referente en 1 voor bijzondere beroepstitel. De vormingsbehoeften werden bevraagd tijdens focusgroepen per discipline.

Page 234: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

234

De aandacht voor de handhygiëne werd verscherpt. De nationale campagne werd maximaal ondersteund en opgevolgd door de CRA. In elke woning en dienstlokaal werd een handpomp met ontsmettingsschuim geïnstalleerd. Vormingen werden afgestemd op de actualiteit en evaluatie van de resultaten. Er werd nieuw medisch materiaal aangekocht ter ondersteuning van de stijgende zorgbehoefte en ter preventie van decubitus (weefselsterfte door langdurig verblijf in bed). b. Dagelijkse werking

Op vraag van familie en bewoners naar een grotere herkenbaarheid van de personeelsleden, werden op specifieke locaties identificatieborden met foto en vermelding van beroepstitel uitgehangen. In het kader van het aanwezigheidsbeleid en de arbeidstevredenheid op de werkvloer, werden in samenwerking met de dienst loopbaanbegeleiding, focusgesprekken per discipline gehouden. De geselecteerde actiepunten werden geïmplementeerd en teruggekoppeld naar het team. c. Opnamebeleid

De psychologe, dienstchef nursing en directie organiseerden bijeenkomsten voor alle nieuwe bewoners. Het doel van deze bijeenkomsten is om nieuwe bewoners te laten kennismaken met elkaar en de opname bespreekbaar te maken, gekoppeld aan een rondleiding door het wzc. Vrijwilligers Vier nieuwe vrijwilligers werden aangetrokken en geïntroduceerd. Zij presteerden samen 4.158,50 uren. d. Intra-extramurale werking

De leden van de palliatieve werkgroep legden contacten met vzw Vonkel om extra vrijwilligers aan te trekken om te waken bij stervende bewoners zonder mantelzorgers. Een samenwerkingsovereenkomst werd opgestart met de psychologe van het ldc De Waterspiegel en het ldc De Boei. De dienstverlening richt zich naar mensen die thuis wonen en een link hebben met het wzc De Liberteyt. De doelgroep zijn mensen met een risico op depressie, en/of die nood hebben aan begeleiding na overlijden van een bewoner. e. Intergenerationele werking

In samenwerking met de buurtscholen en verschillende organisaties zoals de Regenboog, Mariavreugde, Recrea, Child focus, Oxfam en het Stedelijk dagcentrum met bezigheidshome vonden meerdere activiteiten plaats. De bewoners werden aangesproken om samen met de studenten van het 5de en 6de leerjaar van de Regenboog naar de Zoo van Antwerpen op schoolreis te gaan. f. Paramedisch team

De paramedici besteedden extra aandacht aan de valpreventie en zorgden voor een uitbreiding van hulpmiddelen en de groepsactiviteiten. g. Verplegend en verzorgend team

De hoofdverpleegkundigen startten samen met het multidisciplinair team en na bevraging van de familie een algemeen verbeterproject op. Verschillende actiepunten werden uitgewerkt. De personeelsbezetting werd geoptimaliseerd, wat resulteerde in een efficiëntere dagbezetting en aanwezigheid van personeel in de avonddienst.

Page 235: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

235

h. Studentenbegeleiding

Het wzc werd door de leidinggevenden gepromoot als stageplaats bij verschillende scholen. Twee personeelsleden volgden een specifieke opleiding als stagementor. Het studentenbeleid werd bijgestuurd en geëvalueerd onder supervisie van de dienstchef nursing. i. Vernieuwende zorgprojecten

In samenwerking met verschillende buurtkunstenaars werd een intern kunstproject “ Ja wadde wa es me dadde” gerealiseerd . Alle werken werden uitgehangen in de gangen van het wzc. In september werd het “boek- en leesproject” met de basisschool Mariavreugde opgestart. De leerlingen en bewoners gaan afwisselend bij elkaar op bezoek en lezen voor uit de boeken. In samenwerking met Design Vlaanderen werd een service design project opgestart en verder uitgewerkt. Service design is een innovatieve methode waarbij de bewoners en het personeel maximale inspraak krijgen om bepaalde processen en vormen van dienstverlening te verbeteren. De leefruimtes van de beschermde afdeling werden in samenwerking met de leerlingen van het Stedelijk Buitengewoon Secundair Onderwijs Instituut Bert Carlier in warme en vrolijke tinten geschilderd. De bewoners werden hierdoor zintuiglijk gestimuleerd en de huiselijke sfeer kreeg meer nadruk. Studenten van de opleiding industrieel productontwerp en industrieel ontwerp van de Hogeschool West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, ontwierpen een mobiele en modulaire miniserre. Met het Buso-instituut Bert Carlier zijn de contacten gelegd om dit zorginnovatieve ontwerp door hun leerlingen in 2011 te laten bouwen. De eerste contacten met het Gerodentproject van het UZ Gent–mondzorg met mobiele apparatuur voor kwetsbare ouderen- zijn in november gelegd.

Page 236: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

236

22 Transmurale zorg

22.1 Identificatiegegevens van de drie woonvormen

Voor iedere woonvorm geven we in de derde kolom van de tabel het erkenningsnummer mee, met tussen haakjes het aantal woongelegenheden. WCD Wibier Antwerpsesteenweg 768-

774, 9040 Sint-Amandsberg CE 2314 (20)

Seniorenflats Ter Pielvaecx Begijnhofdries 20-24, 9000 Gent

(12)

Serviceflats Antoniushof Meelstraat 41, 9000 Gent

CE 2043 (88)

22.2 Zorg in cijfers – meting op 31.12.2010

List break2 a. Leeftijdsverdeling

leeftijdsverdeling

79,39 80,06

82

79,8281,5

77

68

70

72

74

76

78

80

82

Antoniushof Wibier Ter Pielvaecx

gemiddelde leef tijd man gemiddelde leeftijd vrouw

De gemiddelde leeftijd over de drie woonvormen varieert tussen de 77 en de 82 jaar. De leeftijdsspreiding in woningen Ter Pielvaecx is groot; de jongste persoon is 61 jaar, de oudste persoon is 87 jaar. De gemiddelde leeftijd bij de mannen wonend in Ter Pielvaecx lijkt hoog, maar wordt bepaald door 2 personen.

Page 237: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

237

b. Geslachtsverdeling

Vrouwen vertegenwoordigen 68% (103) van de bewoners van de alternatieve woonvormen, 32% (49) van de bewoners is man. In het woonzorgcomplex met dienstverlening (wcd) Wibier wonen er meer mannen dan vrouwen. Dit is een logisch gevolg van de doelstelling van deze woonvorm, die gericht is op echtparen van wie de vrouw zwaar zorgbehoevend is.

geslachtsverdeling

31

2

16

78

1114

01020

304050607080

90

Antoniushof Wibier Ter Pielvaecx

aantal mannen aantal vrouw en

c. Woonsituatie

Het aantal koppels in het wcd Wibier lijkt hoog maar vindt zijn oorsprong in het specifieke karakter van deze woonvorm. Het wcd Wibier is gericht naar koppels van wie de vrouw zwaar zorgbehoevend is. Als een van de partners overlijdt, en meestal is dat de vrouw, blijft de overlevende partner alleen in de woning achter. Dit hypothekeert het oorspronkelijke doel van de woonvorm. In serviceflats Antoniushof zijn er twee situaties waar moeder en kind samenwonen en één situatie waar twee zussen samenwonen. Zij worden in de grafiek als koppel weergegeven.

koppels - alleenstaanden

22

10

1

65

10

11

0%10%20%30%40%50%60%70%80%90%

100%

Antoniushof Wibier Ter Pielvaecx

aantal koppels aantal alleenstaanden

Page 238: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

238

d. Financiële situatie

financiële situatie bewoners

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Antoniushof

Wibier

Ter Pielvaecx

aantal zelfbetalenden aantal niet-zelfbetalenden

Alle bewoners van Ter Pielvaecx staan zelf in voor hun kosten. In het wcd Wibier en in de serficeflats is slechts 3% (1 persoon) respectievelijk 2 % (2 personen) niet zelfbetalend. e. Gemiddelde verblijfsduur

gemiddelde verblijfsduur (in jaren)

6,4

9,42

6,9

0

2

4

6

8

10

12

Antoniushof Wibier Ter Pielvaecx

gemiddelde verblijfsduur (in jaren)

De gemiddelde verblijfsduur varieert tussen de 6,4 jaar in Antoniushof en 9,42 jaar in Ter Pielvaecx en is hiermee gestegen in vergelijking met 2009. De gemiddelde verblijfsduur varieerde daar tussen de 4,75 jaar in Wibier en 8,4 jaar in Ter Pielvaecx.

Page 239: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

239

22.3 De drie transmurale woonvormen apart belicht

22.3.1 Woningcomplex met dienstverlening Wibier

Adres Antwerpsesteenweg 768-774 9040 Gent Aantal personeelsleden Woningcomplex met dienstverlening Wibier: 0,6 voltijds equivalenten 1 kop Aantal wooneenheden: 20 tweepersoonswoningen List break2 a. Doelstelling

Het woningcomplex met dienstverlening (wcd) Wibier heeft tot doel huisvesting te bieden aan echtparen/koppels (man/vrouw) die beiden de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben. Deze woningen zijn, ingevolge het legaat Wibier, in eerste instantie voorbestemd voor echtparen/koppels waarvan de vrouw zorgenbehoevend is. Vertrekkend vanuit de vraag van de (potentiële) gebruiker wil het wcd Wibier een woonomgeving aanbieden in een cultuur van veiligheid, geborgenheid, warmte en vriendschap, waar een behoeftegerichte kwaliteitsvolle zorg wordt verstrekt, met het accent op het stimuleren van de zelfredzaamheid. Inspraak, overleg en evaluatie met alle betrokkenen vormen hierbij de leidraad. Het vertrekpunt in onze visie is de eigenheid als echtpaar/koppel én als persoon. In deze benadering heeft het wcd Wibier oog voor het netwerk van relaties. We bouwen ook verder nieuwe netwerken uit na de contacten met de andere bewoners van het woningcomplex, de bewoners van het aanpalende woonzorgcentrum, de gebruikers van het dagverzorgingscentrum en de ruimere buurt. b. Doelpubliek

Het wcd Wibier is gericht op koppels (man en vrouw) met een duurzame relatie (ze moeten minstens vijf jaar ononderbroken samenwonen), met een minimale leeftijd van 60 jaar en gedomicilieerd in groot-Gent. De gezondheidstoestand van de vrouw of man beperkt de zelfredzaamheid op huishoudelijk vlak. Op de leeftijd zijn uitzonderingen mogelijk, mits er een goedkeuring is door het ministerie. In het kader van het voortdurend bouwen en onderhouden van de netwerken van de bewoners onderling hadden er op regelmatige basis activiteiten plaats met en voor de bewoners. c. Verbondenheid met het woonzorgcentrum (wzc) Het Heiveld

c.a Animatie en reactivatie

Voor de uitbouw van de samenwerking met de bewoners van het aanpalende wzc Het Heiveld ontvangen de bewoners van het wcd Wibier de nieuwsbrief van het woonzorgcentrum. Zij kunnen aan alle activiteiten, die binnen het Heiveld plaatsgrijpen, deelnemen en zij worden daartoe ook gestimuleerd. Voor bepaalde gelegenheden (familiefeest, Nieuwjaar, Valentijn, feesten, …) krijgen zij een uitnodiging.

Page 240: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

240

Daarnaast tracht het animatie- en reactivatieteam, in het kader van het ‘Active Ageing-principe’, de bewoners van de woningen Wibier te stimuleren hun hobby’s voort te zetten en nieuwe hobby’s te leren (de moestuin, de kippen onderhouden, het cybercafé, de bibliotheek, tekenen en schilderen).

c.b Paramedische permanentie en interventie

Alle woningen hebben een personenalarmsysteem (PAS) om, in geval van nood, paramedische hulp te krijgen. Een verpleegkundige van het woonzorgcentrum ontvangt de oproep en gaat langs. Naast deze paramedische permanentie en interventie is er ook sociale begeleiding door de maatschappelijk werker, verbonden aan het woonzorgcentrum. Vanuit het woonzorgcentrum is er ook administratieve en technische ondersteuning. Dientverlening vanuit het woonzorgcentrum De bewoners kunnen ook een beroep doen de volgende diensten vanuit het wzc: • de warme maaltijden;

• kapper;

• pedicure.

Voor wat betreft de warme maaltijden merken wij een gestage stijging van het aantal mensen dat een beroep doet op deze dienstverlening. Mobiele bewoners worden aangemoedigd om voor zichzelf of voor andere bewoners, die minder goed ter been zijn, de warme maaltijd te komen halen in het woonzorgcentrum. Het woonzorgcentrum heeft ook de mogelijkheid om op een HACCP-conforme manier (die aan de strengste eisen inzake voedselveiligheid beantwoordt) maaltijden aan huis te leveren, indien nodig in thermoboxen. In 2010 nuttigden de bewoners van het wcd Wibier in totaal 1.522 maaltijden van het woonzorgcentrum. Bewoners van Wibier kunnen tijdens de week ook terecht in het aanpalende lokaal dienstencentrum voor het nuttigen van een maaltijd of om er aan activiteiten deel te nemen. . d. Bewonersraad

Zoals het decreet voorschrijft, vonden er in 2010 vier bewonersraden plaats (25 maart, 19 augustus, 26 oktober en 23 december 2010). Met als doel het bevragen en informeren van de bewoners en hun recht op inspraak te waarborgen.

Page 241: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

241

22.3.2 Seniorenflats Ter Pielvaecx

Adres Begijnhofdries 20-24 9000 Gent Aantal wooneenheden: twaalf seniorenwoningen List break2 a. Doelstelling

In de jaren negentig renoveerde het OCMW aan de Begijnhofdries, midden in de historische site van het Sint-Elisabethbegijnhof, twaalf panden. Het OCMW vormde ze om tot seniorenwoningen voor zelfstandig wonen met mogelijkheid tot thuiszorg. Het woningcomplex kreeg de naam ter Pielvaecx, vernoemd naar het oorspronkelijke convent. De flats zijn onderling verschillend en gemiddeld 65 m2 groot. Ze beschikken over alle moderne comfort: living, volledige kitchenette, aangepaste badkamer en berging. Naast radio en TV en telefoonaansluiting, zijn er ook een branddetectie- en een noodoproepsysteem. De gemeenschappelijke binnentuin staat in verbinding met het lokaal dienstencentrum Ten Hove. De seniorenwoningen zijn opgericht naar het voorbeeld van serviceflats, maar zonder het te zijn. We trachten in hoge mate begrip op te brengen voor de gevoelswereld van de oudere, die toch de rechten en plichten behoudt van een autonoom persoon, die in gemeenschap leeft. Deze vorm van solidair wonen houdt in dat elke persoon of elk paar binnen het wooncomplex een volledige eigen woning heeft, deze naar eigen smaak kan aankleden en inrichten, met de garantie op een privé-leven. Tussen de bewoners bestaat een groepsgevoel, een onderlinge verbondenheid en een gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar. We willen onderling sociaal contact en sociale betrokkenheid, onderlinge stimulatie en ondersteuning, concrete burenhulp en bijstand creëren in een dynamische leefwereld waardoor we een zo lang mogelijk zelfstandig leven nastreven. Deze ‘beschermde’woonomgeving krijgt een meerwaarde door de onmiddellijke nabijheid van het lokaal dienstencentrum Ten Hove, met mogelijkheid tot begeleiding en ondersteuning, zowel door professionelen als door vrijwilligers. b. Hulpverlening

De bewoners kunnen dagelijks in het ldc Ten Hove terecht voor eventuele vragen of problemen. Vier bewoners krijgen thuiszorg vanuit het lokaal dienstencentrum. Het gaat hier voornamelijk over samen boodschappen doen, de woning schoonmaken en over hulp bij het wassen van kleren, bij het strijken en bij het douchen. c. Inspraak

Door de afwezigheid van de maatschappelijk werker, vonden er in 2010 geen bewonersvergaderingen plaats. De bewoners konden met hun problemen wel terecht bij de centrumleider van Ten Hove. Tijdens deze gesprekken kunnen de bewoners vragen en problemen binnen de woonomgeving bespreken en aanpakken. Daarnaast werden ook eventuele technische mankementen (bv. een lekkende kraan) genoteerd en doorgegeven aan de technische dienst. We betrekken de bewoners ook nauw bij het uitstippelen van een eventueel zorgtraject, het uitwerken van een zorgscenario en het afsluiten van samenwerkingsverbanden met relevante partners.

Page 242: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

242

22.3.3 Serviceflats Antoniushof

Adres Meelstraat 41 9000 Gent Aantal personeelsleden Serviceflats Antoniushof: 9,8 voltijds equivalenten 12 koppen Erkenningsnummer: CE 2043 Aantal wooneenheden: 88 serviceflats List break2 a. Doelstelling

Het Antoniushof heeft 48 flats voor alleenstaanden, 34 flats voor echtparen en zes flats voor personen met een handicap. Senioren ouder dan 65 jaar die nog voldoende zelfredzaam zijn, kunnen hier terecht. Het Antoniushof biedt senioren een beschermde woonvorm aan waardoor hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid behouden blijven. We proberen dit te bereiken door een werking die enerzijds het zelfstandig en zelfredzaam wonen bewaakt en anderzijds de noden inzake zich veilig en geborgen voelen detecteert. b. Hulpverlening

Bewoners kunnen op de 24-uurspermanentie terecht voor allerhande hulpverlening (EHBO, preventieve hulp, ondersteunende hulp, aanvullende thuis- en mantelzorg en technische interventies). Er wordt maximale hulpverlening aangeboden vanuit Antoniushof. In 2010 resulteerde dit in 22 noodoproepen overdag en 3 noodoproepen ’s nachts. Twintig personen maakten gebruik van een bijkomend individueel personenalarm. Contacten met medewerkers, hulpverleners, mantelzorgers en familie worden gestimuleerd. Op deze manier worden o.a. de noden in kaart gebracht en kan thuiszorg binnen het bereik van de bewoners gebracht worden indien nodig. Bewoners kunnen deelnemen aan activiteiten in het trefcentrum en gebruikmaken van het internet. De activiteiten van de naburige lokale dienstencentra Ten Hove en De Thuishaven worden via de nieuwsbrief en het ad valvasbord bekendgemaakt. Belandt een bewoner in het ziekenhuis, dan biedt de dienst steun door de betrokkene op te bellen en hem of haar een kaartje te bezorgen. Dertien bewoners verlieten het Antoniushof in 2010. Zes van hen verhuisden naar een woonzorgcentrum, één bewoner trok in bij familie. De zes anderen overleden. Zodra een flat vrijkwam, vonden er een infosessie en een rondleiding plaats. Hierop kwamen in totaal 70 mensen af. Sinds 1 april 2008 hebben de bewoners de mogelijkheid om in het trefcentrum een middagmaal te eten. Per dag maakten hier gemiddeld 28 personen gebruik van.

Page 243: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

243

23 Negen lokale dienstencentra

23.1 Identificatiegegevens van de negen centra

LDC De Boei Vaartstraat 2A,

9000 Gent CE 1511

LDC De Horizon Ferdinand Lousbergkaai 12, 9000 Gent

CE 1510

LDC De Waterspiegel Meulesteedsesteenweg 510, 9000 Gent

CE 1513

LDC De Regenboog Lucas De Heerestraat 83, 9000 Gent

CE 1508

LDC De Thuishaven Neuseplein 33, 9000 Gent

CE 1524

LDC De Vlaschaard Jubileumlaan 219, 9000 Gent

CE 1512

LDC Ten Hove Begijnhofdries 15, 9000 Gent

CE 1509

LDC Speltincx Meersemdries 4, 9050 Gentbrugge

CE 2035

LDC Wibier Antwerpsesteenweg 768, 9040 Sint-Amandsberg

CE 2425

23.2 De lokale dienstencentra in cijfers –meting op 31/12/2010

List break2 a. Aantal bezoekers per centrum: leeftijdsverdeling

Onderstaande cijfergegevens tonen aan dat het publiek van alle lokale dienstencentra voornamelijk bestaat uit mensen tussen 60 en 90 jaar. Bovendien is het ook duidelijk dat er in ieder centrum meer vrouwen dan mannen over de vloer komen.

LDC De Regenboog

6 7 1187 86

42 5 6

250

5 1371

247 239147

13 9

744

0100200300400500600700800

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 244: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

244

LDC Ten Hove

1 2 10 87 134 77 5 34

350

3 11 74

311 297145

21173

1035

0

200

400

600

8001000

1200

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend totaal

man vrouw

LDC De Thuishaven

4 4 18 66 91 45 8

153

389

15 15 53116 149 134

8

289

779

0100200300400500600700800900

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

LDC De Boei

2 2 13 54 7930 4 20

204

4 961

214152

795

48

572

0100

200300400500

600700

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 245: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

245

LDC De Waterspiegel

14 14 32153 199

966 0

514

40 1668

260 289

12710 0

810

0100200300400500600700800900

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

LDC Speltincx

1 5 767 69 44 4

84

281

5 16 56157 170

7515

331

825

0100200300400500600700800900

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

LDC De Horizon

1 3 3 25 31 24 2

131220

3 4 2467 100

5511

342

606

0100

200300400500

600700

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 246: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

246

LDC De Vlaschaard

5 9 33139 220

1018 31

546

5 18142

521 438

17316

142

1455

0200400600800

1000120014001600

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend totaal

man vrouw

LDC Wibier

0 1 10 41 56 30 1

108

247

4 1060

124 8845

2

248

581

0

100

200

300

400

500

600

700

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 247: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

247

b. Gebruikersaantal

Onderstaande grafiek geeft het verloop van het gebruikersaantal weer over de laatste drie jaar. Ten opzichte van 2009 is er een sterke stijging merkbaar: de lokale dienstencentra noteerden 1.123 extra bezoekers.

Gebruikerstotalen 2008- 2010

3001

7407

936310408

2741 2689

65966622

9285

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

2008 2009 2010

man vrouw totaal

Kijken we naar de lokale dienstencentra afzonderlijk, dan zien we dat met uitzondering van ldc De Horizon en ldc De Boei, alle ldc een toename hebben gekend van het aantal gebruikers. De forse stijging van ldc Wibier ligt uiteraard aan het feit dat dit centrum pas in 2009 opgestart is. .

Gebruikersaantallen per LDC 2008-2010

815

11011106

2001

828

32

1286

888

1089 1239

1792

1121

327

923 1212

846844

1245

1879

9891020

1324

826776

1168

1385

994

0300600900

12001500180021002400

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

totaal 2008 Totaal 2009 Totaal 2010

De stijging van het aantal gebruikers doet zich voornamelijk voor bij de leeftijdsgroep van 50 tot 69 jaar. Een lichte daling zien we bij de oudere leeftijdscategorieën. Anderzijds ligt het aantal bezoekers van wie de leeftijd niet gekend is erg hoog, waardoor absolute uitspraken onmogelijk zijn. Het nieuwe registratiesysteem zou dit probleem vanaf 2011 moeten ondervangen.

Page 248: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

248

Gebruikerstotalen per leeftijdscategorie 2008-2010

421 776

27332389

252

9363

103092179

1224

2908

9285

1109215

166635

1591

2928

10408

2149

144118 159746

27361469

2887

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

2008 2009 2010

Totaal gebruikers vs nieuwe gebruikers 2008- 2010

936310408

1904 22873004

9285

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

2008 2009 2010

totaal gebruikers totaal nieuw e gebruikers

Over het algemeen is het aantal nieuwe gebruikers sterk gestegen ten aanzien van het jaar voordien (+717). De ldc hebben het afgelopen jaar extra inspanningen gedaan om nieuwe bezoekers aan te trekken. Een aantal centra laten een grote toename van het aantal nieuwe gebruikers noteren, met name ldc Wibier (gezien de nieuwe opstart in 2009) , maar ook ldc De Thuishaven. Ldc De Thuishaven heeft in 2010 sterk ingezet op het bereiken van nieuwe bezoekers door de organisatie van nieuwe en populaire activiteiten (vb. zumba-gold, tai-chi). Ook de extra inspanningen om allochtone buurtbewoners te bereiken, heeft resultaat opgeleverd.

Page 249: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

249

Aantal nieuwe gebruikers 2008-2010

427

32

213 175

327

184

332 318

427

616

137151

448

160186193170

420

150

398

284208205 198209

157

563

0100

200300

400500

600700

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier

2008 2009 2010

c. Vrijwilligers per centrum: leeftijds- en sekseverdeling

Elk centrum kan een uitgebreid aanbod van activiteiten verzekeren dankzij de hulp en steun van heel wat vrijwilligers. Het aantal vrouwen dat vrijwillig de handen uit de mouwen steekt, ligt ook hier hoger dan het aantal mannen. Deze cijfers geven de stand van zaken weer op 31 december 2010. Na twee jaar werking telt Wibier al 67 vrijwilligers.

LDC De Regenboog

0 2 16

30 0

27

30

712

7

0 0

15

44

15

0

10

20

30

40

50

0-39 50-59 70-79 90+ Totaal

man vrouw

Page 250: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

250

LDC Ten Hove

1 5

23 24

7 4

64

1

28 25

5 1

23

83

0

20

40

60

80

100

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend TOT

man vrouw

LDC De Thuishaven

0 18

14 13

40 0

40

1 3 614 17

11

0 0

52

0

10

20

30

40

50

60

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

LDC De Boei

1

8 9

18

8

16

4 2

30

05

10152025

3035

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 251: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

251

LDC De Waterspiegel

16 14

3

33

1

2117

5

44

0

10

20

30

40

50

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend TOT

man vrouw

LDC Speltincx

4 3

11 12

30

1 3 2

14 14

3

37

05

10152025303540

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend TOT

man vrouw

LDC De Horizon

1 1 2

11

37

0 0

25

1 1

815 17

40 0

46

0

10

20

30

40

50

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Page 252: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

252

LDC De Vlaschaard

0 0 412

22

5 0 0

43

0 511

4028

70 0

91

0

20

40

60

80

100

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

LDC Wibier

2 3

139

1

28

2 1

11

17

7

1

39

05

1015202530354045

0-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ onbekend Totaal

man vrouw

Het totaal aantal vrijwilligers neemt nog altijd toe. Ten opzichte van 2009 zijn er 26 vrijwilligers bijgekomen, in vergelijking met 2008 gaat het om 105 bijkomende vrijwilligers. Ook hier is de opstart van ldc Wibier een verklarende factor.

Vrijwilligers 2008-2010

748

669

774

600620640660680700720740760780800

1

2008 2009 2010

Page 253: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

253

d. het lokaal dienstencentrum: drie pijlers (informatie – activiteiten – dienstverlening)

d.a Aanspreekpunt in de buurt: informatie

Een eerste functie van een lokaal dienstencentrum is de rol van aanspreekpunt. Ieder ldc moet een verplicht aantal informatieve activiteiten organiseren. Alle ldc voldoen aan deze eis. Hieronder vindt u de weergave van de voordrachten per ldc.

Voordrachten

291 289221

182

316

179

298

458 444

2220 4815 16 18 15 2925

0

100

200

300

400

500

DeWaterspiegel

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier

aantal deelnames aantal maal georganiseerd

d.b Activiteitenaabod

• Recreatieve en bewegingsactiviteiten

Een ldc is ook verplicht minstens 75 recreatieve groepsactiviteiten te organiseren. Hieronder zien we dat alle dienstencentra hieraan ruimschoots tegemoet komen.

aantal deelnames

9741

23830

47470

849714727

27603

79398181

49189

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

Page 254: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

254

aantal maal georganiseerd

13651713

893

2569

1092

528726

2714

1222

0500

10001500200025003000

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

• Vormingsactiviteiten

Er moeten ook minstens 100 activiteiten van vormende aard zoals taallessen, computerlessen,… georganiseerd worden. Ook hier zitten onze lokale dienstencentra ruim boven de norm.

Aantal maal georganiseerd

524

706

447379

548 503 530

1222

288

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

Page 255: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

255

Aantal deelnames

4284

7139

1874

3235

804

44413565

10286

2295

0

2000

4000

6000

8000

10000

12000

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier

d.c Dienstverlening

• Hulp bij algemene dienstverlening (ADL)

Onder algemene dienstverlening (ADL) verstaan we haarverzorging, gelaatsverzorging, pedicure en manicure. Niet ieder ldc biedt hetzelfde pakket aan. Vandaar de ontbrekende gegevens. Pedicure blijft de dienst waarvan bezoekers het meest gebruik maken. Er werd in 2010 aan 990 mensen 4.655 maal een voetverzorging verstrekt. Haar-en gelaatsverzorging en manicure worden het minst verstrekt en het aantal verschilt sterk van ldc tot ldc.

Haar-en gelaatsverzorging

1610

455

987

26868936 590

220

0 51

287

18796392631

0

200

400

600

800

1000

1200

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier totaal

aantal prestaties aantal gebruikers

Page 256: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

256

Pedicure

413

4655

1112289

280

963414 445 384

355

57 31187 97

87 36 56330

109

990

-300200700

12001700220027003200370042004700

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier totaal

aantal prestaties aantal gebruikers

Manicure

4 3

131

517

010

24

56

04

30

3 030 73

11

49

0

20

40

60

80

100

120

140

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier totaal

aantal prestaties aantal gebruikers

• Aantal gebruikers warme maaltijden in het ldc

De grote verschillen hebben hier soms ook te maken met de mogelijkheden die elk ldc heeft op het vlak van infrastructuur. Ten aanzien van 2009 is het aantal maaltijden toegenomen met ongeveer 5.000 eenheden, een stijging van 16% dus.

Page 257: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

257

maaltijden 2009-2010

35981

30922

0

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

40000

2009 2010

Ook het gemiddelde is toegenomen van 15 maaltijden per dag in 2009 naar 17 in 2010.

Gemiddeld aantal maaltijden 2009-2010

913

0

13 13 14

0

1512

2225

16 15

2017

2221

27

2222

0

5

1015

20

25

30

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier totaal

2009 2010

In De Boei en Wibier is het aantal maaltijden dat in 2010 werd geserveerd het sterkst gestegen ten anazien van 2009. De verklarende factor voor Wibier ligt in de recente opstart van het centrum (2009). In Ten Hove en De Horizon is het aantal maaltijden licht gedaald. Het feit dat het ldc Speltincx nog altijd in de verbouwingen zit, verklaart waarom ze daar geen warme maaltijden hebben verstrekt.

Page 258: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

258

maaltijden 2009-2010

0

3334

5323

0

20992679

6069

5136

31233064

47184034

2451

4937

6769

4854

3302

5011

010002000300040005000600070008000

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

2009 2010

• Hulp bij boodschappen

Dit kan over administratieve hulp gaan of over het daadwerkelijk begeleid inkopen doen. Over de negen lokale dienstencentra werden er in totaal 5.759 prestaties op dit vlak geleverd, dit is een toename met 961 prestaties of +20%. Het aantal gebruikers is gedaald van 652 gebruikers in 2009 naar 512 in 2010. We zien een stijging van het aantal hulpvragen per cliënt. Dit heeft te maken met het feit dat mensen langer thuis blijven en meer afhankelijk zijn van de dienstverlening. Via de bezoeken aan 80- plussers in het kader van het project tegen vereenzaming zijn er ook een aantal cliënten bijgekomen die voor veel zaken een beroep doen op het ldc. Het dalen van het aantal bereikte mensen heeft te maken met de afwezigheid van een maatschappelijk werker in ldc Ten Hove en ldc De Horizon waardoor de instroom van nieuwe cliënten in deze centra minder groot was. Opgesplitst per lokaal dienstencentrum geeft dit het volgende beeld:

Hulp bij boodschappen

535 430850 532 541 569 634 649

5759

39 118 21 40 59 58 40 95512

1019

420

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier Totaal

aantal prest. aantal gebruikers

Page 259: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

259

Totaal aantal prestaties en gebruikers 2009-2010

4798

652

5759

512

01000

2000300040005000

60007000

aantal prest. aantal gebruikers

2009 2010

• Huishoudelijke hulp

Hieronder vallen crisisinterventie, kortstondige hulp en hulp op maat (bv. strijken, wassen, koken…). We stellen een lichte daling van het aantal uren geleverde thuishulp vast. Het aantal gebruikers van deze hulpverlening stijgt dan weer lichtjes in 2010.

totaal aantal prestaties en gebruikers 2009 en 2010

8235

362 367

8008

0

2000

4000

6000

8000

10000

aantal uur aantal gebruikers

2009 2010

huishoudelijke hulp

9791117 1074

883

476

1191

648

33 66

959

681

26 26 63 36 40 38 390

200400600800

100012001400

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier

aantal uur aantal gebruikers

Page 260: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

260

• Buurthulp

Ieder lokaal dienstencentrum geeft naar eigen mogelijkheden en behoeften een invulling aan deze vorm van dienstverlening. De ene legt de nadruk op samenwerking met lokale actoren, de andere op het aanbieden van bepaalde info voor de buurtbewoners. Bijna alle lokale dienstencentra hebben momenteel een telefoonster (uitgezonderd De Regenboog en Ten Hove). Een telefoonster houdt in dat er op afgesproken tijdstippen vanuit het ldc naar een lijst van mensen getelefoneerd wordt om na te gaan of alles in orde is, of ze iets nodig hebben.

Telefoonster

0 0

436

128

1196

1650

1937

0 0 61 14 8 32 41 56

1105

1699

80

500

1000

1500

2000

2500

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier

aantal prestaties aantal gebruikers

Het totaal aantal prestaties is licht toegenomen ten aanzien van 2009, het aantal gebruikers eveneens.

Totaal aantal prestaties en gebruikers 2009-2010

163

7718

220

8151

0100020003000400050006000700080009000

aantal prestaties aantal gebruikers

2009 2010

• Vervoer bezoekers

In 2009 maakten 509 mensen gebruik van de mogelijkheid om vervoer te krijgen vanuit het ldc. Dit kan naar de dokter zijn, naar de tandarts,… of van en naar het dienstencentrum. In 2008 waren dit er 343. In 2010 is dit aantal toegenomen tot 593. Een stijging met 73% op 2 jaar tijd.

Page 261: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

261

Vervoer

664

22169 39 43 71 82 52 77 37 39

1288

804

298

1697

765

2179

1197

0

500

1000

1500

2000

2500

De Muide DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei Speltincx De Horizon DeVlaschaard

Wibier

aantal prestaties aantal gebruikers

Vervoer 2008-2010

73619113

12963

594343 5090

2000

400060008000

10000

1200014000

2008 2009 2010

aantal prestaties aantal gebruikers

• Thuiszittersactiviteiten

Dit zijn activiteiten voor mensen die niet meer zo gemakkelijk naar het lokaal dienstencentrum geraken. Dit zijn mensen die veelal vanuit een isolementsproblematiek komen (vaak in combinatie met een mobiliteitsprobleem of het wegvallen van een sociaal netwerk). Het lokaal dienstencentrum organiseert voor deze mensen aangepaste activiteiten die heel laagdrempelig zijn. Het aantal gebruikers is gevoelig afgenomen ten opzichte van 2009. Wibier had in 2009 een erg hoog aantal gebruikers doorgegeven (278). Het niet aanwezig zijn van een registratiesysteem toen, kan geleid hebben tot onbetrouwbare cijfers. De huidige cijfers liggen meer in de lijn van het gemiddelde van de ldc.

Page 262: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

262

Thuiszittersactiviteiten 2008-2010

210

332

545

0

100

200

300

400

500

600

2008 2009 2010

Thuiszittersactiviteiten

25 26 2668 58 54 49 49

332

3231272657

82

497

441110856

0

100

200

300

400

500

600

DeRegenboog

Ten Hove DeThuishaven

De Boei DeWaterspiegel

SpeltincxDe Horizon DeVlaschaard

Wibier Totaal

aantal gebruikers aantal maal georganiseerd

Page 263: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

263

23.3 De negen lokale dienstencentra apart belicht

23.3.1 Ldc Ten Hove

Adres Begijnhofdries 15 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc Ten Hove: 9,8 voltijds equivalenten 13 koppen List break2 a. Uitnodigen directe buurt om kennis te maken met het ldcTen Hove

In het ldc Ten Hove kan elke buurtbewoner met elke vraag terecht. Om dit hard te maken, nodigden we in 2010 onze directe buurtbewoners uit voor een kennisnamiddag. Ten Hove is gelegen in het centrum van Gent, maar zowel voor de bewoners van het Rabot als van de Brugse Poort en het eiland Malem, is de weg naar Ten Hove niet zo evident, zeker in onze functie van aanspreekpunt of infopunt. Het gericht uitnodigen (= driemaal per jaar) van onze directe buurtbewoners heeft voor ons een dubbele betekenis/bedoeling: • Enerzijds willen we de buurtbewoners op die manier naar het ldc Ten Hove brengen, om

kennis te maken met onze algemene werking. Door hen de nodige info en een gerichte rondleiding in het centrum te geven, hoopt het centrum een aantal drempels te verlagen. Op een informele manier (=aanbieden van koffie en taart) leren ze de wereld van een ldc kennen, een wereld die voor de meesten onder hen nog onbekend is.

• Anderzijds wil het ldc ook de wensen en behoeften van zijn buurtbewoners leren kennen. Wat leeft er onder hen? Wat verwachten zij van het ldc? Kan het ldc deze verwachtingen inlossen? Ten Hove wil graag voeling krijgen met zijn buurt en dit kan het best via de buurtbewoners zelf en/of de organisaties waarin ze actief zijn.

In 2010 grepen er drie kennismakingsnamiddagen plaats: op 23 april, 25 juni en vier oktober. Van de 474 persoonlijk uitgenodigde buurtbewoners kwamen er 57 naar de infonamiddagen. Het is de bedoeling om dit initiatief in 2011 driemaandelijks te laten plaatsvinden en zo de buurtbewoners te informeren en te betrekken bij de werking. b. Vormingsdag vrijwilligers rond toekomstige uitdagingen voor het ldc Ten Hove

Jaarlijks vindt een vormingsdag voor vrijwilligers plaats. In 2010 was het thema: “een terugblik op 2010: welke nieuwe projecten, veranderingen hebben we gerealiseerd en welke nieuwe uitdagingen staan ons in 2011 te wachten? “ Een 80-tal vrijwilligers nam deel aan de vormingsdag. Een terugblik op 2010 deed iedereen beseffen hoeveel nieuwe projecten, activiteiten en speciale acties er in 2010 gerealiseerd werden. Daarnaast werd er in groep gewerkt aan drie belangrijke uitdagingen die het centrum in de toekomst wil aanpakken: • Hoe nieuwe (jonge) senioren aantrekken naar Ten Hove?

• Welke methodieken toepassen om nieuwe senioren aan te trekken?

• Welke aanpak is er nodig om het imago van Ten Hove te verjongen?

Page 264: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

264

• Met welk beeld komen we naar buiten?

• Hoe kunnen we bezoekers betrekken in de werking van Ten Hove en hen als ambassadeurs laten fungeren?

• Hoe recruteren we nieuwe vrijwilligers uit de bezoekers?

In kleine groepjes werden deze drie uitdagingen omgezet in actiepunten, die nadien in de grote groep besproken werden. De actiepunten zijn opgenomen in de jaarplanning van Ten Hove. Bedoeling is om vrijwilligers te laten meedenken en hen voldoende inspraak te geven bij de verdere groei van het ldc.

23.3.2 Ldc Speltincx

Adres Meersemdries 4 9050 Gentbrugge Aantal personeelsleden ldc Speltincx: 7,5 voltijds equivalenten 10 koppen List break2 a. Mantelzorgproject

In 2010 zijn we gestart met het proefproject ‘Ondersteuning mantelzorgers’ in de wijk Moscou-Vogelhoek. Ook in de wijk Muide loopt een gelijkaardig proefproject. Via dit project willen we de acties van de verschillende dienstverleners, lokale verenigingen en netwerken in de wijk Moscou-Vogelhoek focussen en coördineren en willen we oefenen op het vlak van detectie,informatie en ondersteuning van mantelzorgers. Met dit project streven we verschillende doelstellingen na: • het uitnodigen en engageren van bijkomende diensten om in hun werkzaamheden

evenveel aandacht te hebben voor mantelzorgers;

• het detecteren van mantelzorgers en hun behoeften;

• het toeleiden van individuen naar het aanspreek- en informatiepunt in het lokaal dienstencentrum.

Ldc Speltincx heeft zich in 2010 vooral gefocust op het aspect informatie en detectie. Het ldc is namelijk het neutraal aanspreek- en informatiepunt voor mantelzorg in de buurt. In een ldc vinden al mantelzorgbijeenkomsten plaats en een ldc werkt buurtgericht en laagdrempelig. We hebben in 2010 alle mogelijke organisaties/diensten opgelijst in Moscou-Vogelhoek. Een maatschappelijk werker heeft al deze organisaties bezocht om hen te informeren over het project en hen te duiden op hun belangrijke rol als eventuele doorverwijzer. Er werden flyers en doorverwijskaartjes verdeeld. Ook in 2011 gaan we verder op deze ingeslagen weg want netwerking blijft belangrijk. De contacten moeten herhaald worden. In onze dienstverleningsweek focussen we ons daarom weer op de wijk Mosou-Vogelhoek.

Page 265: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

265

b. Project ‘Moet er nog zout zijn?’

In 2010 zijn we gestart met een proefproject rond sneeuwruimen in samenwerking met het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA). Bij extreem veel sneeuw krijgen vooral de minder-mobiele senioren hun voetpad niet sneeuwvrij. Vandaar hebben we beslist om een samenwerking op te starten met het PWA. Het project loopt in de Robiniawijk waar veel senioren wonen. Vooraf bezorgde de maatschappelijk werker in de wijk brieven met de vraag wie expliciet hulp wou bij hevige sneeuwval. Er waren in één en dezelfde straat 18 geïnteresseerden. De namen van deze mensen kwamen op een lijst terecht. Bij hevige sneeuwval worden zij gecontacteerd met de vraag of ze hulp kunnen gebruiken. De aanvragen worden dan gebundeld en aan het PWA overgemaakt. In december 2010 hebben we drie maal sneeuw geruimd, telkens bij een tiental personen. Dit project, hoe kleinschalig het ook is, kent succes maar vraagt veel werk en inspanning. Extreem weer kan je moeilijk voorspellen. Volgende winter willen we nog meer mensen helpen en efficiënter werken. In het voorfjaar van 2011 volgt een evaluatie van het project.

23.3.3 Ldc De Thuishaven

Adres Neuseplein 33 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Thuishaven: 7,4 voltijds equivalenten 10 koppen List break2 a. Huisbezoeken aan allochtone senioren in de wijk Sluizeken-Tolhuis-Ham

In 2010 deden we een behoeftenpeiling bij de allochtone senioren in het werkingsgebied van de Thuishaven. De bedoeling was een zicht te krijgen op de behoeften van de doelgroep op het vlak van activiteiten, dienstverlening, info, thuiszorg en vrijwilligerswerk. In 2010 zijn er 285 huisbezoeken afgelegd bij 167 verschillende adressen . Daarvan zijn er 67 geslaagde huisbezoeken* afgelegd. Een geslaagd huisbezoek is een huisbezoek waarbij we een vragenlijst hebben kunnen afnemen. Hiervoor werd een gestructureerde vragenlijst opgemaakt die de verschillende levensdomeinen bestrijkt. Er is tevens een aangepaste brochure ontworpen met bijpassende foto’s, die tijdens het huisbezoek overhandigd wordt, zodat de mensen bij latere zorgvragen de gegevens van het ldc gemakkelijk terugvinden . Voor dit project was er een nauwere samenwerking met twee secundaire scholen die de opleiding voor polyvalent verzorgenden organiseren (Sint Vincentiusschool en KTA Gito Groenkouter). Met de scholen had het ldc de afspraak dat zij vooral stagiaires van allochtone afkomst zouden afvaardigen om onder meer te tolken tijdens de huisbezoeken. Vanuit de twee scholen zijn er zes stagiaires doorgestuurd plus één stagiaire vanuit de VDAB, allen van allochtone afkomst (vier stagiaires van Turkse afkomst, twee van Marokkaanse en één van Algerijnse origine). In combinatie met de huisbezoeken zijn er tevens twee bezoeken gebracht aan de moskeeën van de Marokkaanse gemeenschap waarbij de werking van het lokaal

Page 266: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

266

dienstencentrum aan sleutelfiguren van de Marokkaanse gemeenschap is voorgesteld. Er zijn extra inspanningen geleverd om contacten te leggen in de Marokkaanse gemeenschap. Uit de evaluatie van het project, aan de hand van de ingevulde vragenlijsten, blijkt dat er momenteel weinig interesse bestaat om aan activiteiten in het ldc deel te nemen of om vrijwilligerswerk te doen. Evenwel is er interesse voor de individuele sociale begeleiding, onder meer op het vlak van administratie, zoeken naar een geschikte huisvesting, info over tegemoetkomingen en premies, schuldbemiddeling ,… Ook het aanbod van een ontmoetingsgroep, waar personen die niet terecht kunnen in de gewone taallessen de buurt leren kennen door Nederlands te praten, interesseert de meesten. De evaluatie toont ook het grote belang aan om sleutelfiguren in de wijk te vinden, die hun respectievelijke gemeenschap informeren over de activiteiten en dienstverlening van het ldc. De acties op het vlak van interculturalisatie zullen in 2011 vooral hierop gericht zijn. b. 25 jaar de Thuishaven: zilverfeest

Tijdens het weekeinde van 1, 2 en 3 oktober vonden het opendeurweekend en de viering van het 25-jarige bestaan van De Thuishaven plaats. Hieraan ging een voorbereiding van een half jaar vooraf, waaraan alle personeelsleden en vrijwilligers deelnamen. Zij verdeelden zich in werkgroepen, die onder meer instonden voor het feestelijk decoreren van de lokalen en voor het verzamelen van fotomateriaal uit het archief van 25 jaar De Thuishaven. Verzamelaar Jacky Lagrou stelde zijn collectie ter beschikking voor een fototentoonstelling over het leven in de Muide in de twintigste eeuw. Er was een samenwerking met de projectleider van de nieuwe Acec-site en de gebiedsgerichte werking om het project Oude Dokken voor te stellen. Tevens was er een toonmoment van het stadsvernieuwingsproject “ Bruggen naar het Rabot “. Ter gelegenheid van de viering werd ook een tijdelijk koor samengesteld dat Gentse liedjes bracht tijdens het opendeurweekend. Op zondag 3 oktober organiseerden we aperitiefgesprekken met sleutelfiguren uit de wijk, met Freek Neirynck als moderator. Diverse sprekers getuigden over het verleden en over de toekomstige projecten in de wijk Tolhuis-Sluizeken-Ham. Dit lokte ruim 200 mensen naar het lokaal dienstencentrum.

Page 267: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

267

23.3.4 Ldc De Waterspiegel

Adres Meulesteedsesteenweg 510 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Waterspiegel: 7,4 voltijds equivalenten 9 koppen List break2 a. Verhuizing en opening nieuw lokaal dienstencentrum ‘De Waterspiegel’

Midden augustus zijn we verhuisd van ldc De Muide naar ldc De Waterspiegel. Dankzij de grote inspanningen van personeel en vrijwilligers konden we na twee dagen opnieuw openen. Op vrijdag 3 september was de officiële opening waarbij we in een ludieke stoet van het ‘oude’ naar het ‘nieuwe’ centrum stapten. Op zaterdag 4 en zondag 5 september was er een grandioos openingsweekend. Elke bezoeker kreeg een persoonlijke rondleiding door het nieuwe centrum. In elk lokaal konden ze een demonstratie bijwonen, van een proevertje genieten of informatie krijgen. De opkomst en interesse in het nieuwe centrum waren enorm – we hebben ongeveer 800 verschillende mensen verwelkomd. Het openingsweekend was opgezet in nauwe samenwerking met de verschillende buurtorganisaties (straataperitief in samenwerking met buurtwerk, dessertbuffet door sociaal wijkrestaurant, afstemming programma met Meulesteekoerse en Dekenijfeesten). Sinds de opening hebben we 159 nieuwe vaste bezoekers extra. b. Boeiende boterhammen in kader van eerstelijnsoverleg (SEL) Mariakerke en Wondelgem

In 2010 hebben ldc De Boei en ldc De Waterspiegel het concept ‘boeiende boterhammen’ op poten gezet. Hier kunnen alle eerstelijns gezondheidswerkers uit de regio Mariakerke – Wondelgem elkaar ontmoeten op een informele manier. De formule is: samen de boterhammen opeten, elkaars werking beter leren kennen, informatie uitwisselen en iets opsteken over een nieuwe of minder gekende organisatie uit de regio Mariakerke / Wondelgem. We komen om de 2 maanden samen in ofwel ldc De Boei ofwel ldc De Waterspiegel. Momenteel zijn Familiezorg, CM, Dagcentrum Blaisant, Mantelzorger, Gezondheidscoördinator WGC- De kaai - Coördinator SEL Gent, ECD Paradox, Bond Moyson, huisarts Mariakerke en huisarts Wondelgem aanwezig op de ‘boeiende boterhammen’. We hebben een jaarprogramma opgesteld waarin volgende thema’s kort aan bod komen: • voorstelling ldc De Waterspiegel;

• voorstelling kortverblijf + dagopvang Blaisant;

• zorgplan nierinsufficiëntie en diabetes;

• voorstelling wijkgezondheidscentrum De Kaai en Beschut Wonen Zagan.

In 2011 zetten we dit initiatief voort.

Page 268: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

268

23.3.5 Ldc Wibier

Adres Antwerpsesteenweg 768 9040 Sint-Amandsberg Aantal personeelsleden ldc Wibier: 8,3 voltijds equivalenten 9 koppen List break2 a. Uitbouw van de werking: van een startend centrum naar een volwaardig ldc

2010 was het eerste volledige werkjaar van het lokaal dienstencentrum Wibier. Om zich duidelijk te profileren voor de buurt en het werkveld, ondernam het centrum een hele reeks acties. In januari organiseerden we een doe-mee-week met aandacht voor de bewegingsactiviteiten. In maart was er een rondetafelgesprek voor de eerstelijnsgezondheidszorg van Sint-Amandsberg en Oostakker. De bedoeling was om de thuiszorg en dienstverlening die Wibier aanbiedt, voor te stellen aan mogelijke doorverwijzers. De maatschappelijk werker en de verzorgenden deden in duo met de buurtwerkers huisbezoeken in de wijk Sint-Bernadette. De buurtbewoners kregen informatie over de werking van het ldc en ontvingen een brochure. In de zomerperiode nam het ldc deel aan buurtmarkten zoals in Sint-Bernadette en Oostakker. In september hield het centrum opendeurdagen en een doe-mee-week. Wibier maakte vier keer een infoblad dat in Sint-Amandsberg gebust werd. In het krantje van de buurtwerking werd in januari en in september een infofolder van het ldc toegevoegd. Deze acties hebben tot gevolg dat het ldc Wibier uitgroeide tot een dienstencentrum met een mooi bezoekersaantal, 827, een een stevige ploeg vrijwilligers, 67. Hierdoor sluiten we aan bij het peloton van de andere Gentse lokale dienstencentra. Een dikke pluim voor het team personeelsleden en vrijwilligers! b. ‘Vergeten schoonheid?’ in het kader van een dementievriendelijke gemeente

Het project ‘Vergeten schoonheid’ is een samenwerking tussen het lokaal dienstencentrum Wibier, het woonzorgcentrum Het Heiveld en het Dagverzorgingscentrum in St.Amandsberg Het is een initiatief van buurtbewoners en is gesteund door de Koning Boudewijnstichting, in het kader van ‘Een dementievriendelijke gemeente’. Dit project liep van december 2009 tot eind december 2010. In ‘Vergeten Schoonheid’ zijn we op zoek gegaan naar gebruikers, bezoekers en bewoners met een passie. Deze passie kan heel ruim opgevat worden, bijna elke creatieve uitdrukkingsvorm of kennis/liefde/gedrevenheid voor een bepaald onderwerp kwam in aanmerking. Het was onze bedoeling hen deze passie te laten herbeleven en als het mogelijk was een link te zoeken met de omgeving, de buurt.

Page 269: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

269

Onze doelstellingen naar de cliënt waren: • het versterken van een positief zelfbeeld;

• ondersteuning bieden aan de mantelzorg;

• integratie in de omgeving, voorkomen van sociaal isolement.

Onze doelstellingen naar de organisatie waren: • samenwerking stimuleren op de campus Heiveld;

• onze kennis en inzichten rond omgaan met cliënten met geheugenproblemen delen met collega’s van Ouderenzorg (OZ);

• naar buiten treden als lokaal dienstencentrum, onze werking kenbaar maken in Gent.

De detectie van deze personen gebeurde via huisbezoeken door de maatschappelijk werker of via de medewerking van het personeel van het wzc Het Heiveld. Daarna volgden er individuele sessies door de artistiek coördinator van het project. Ten slotte werd er gezocht naar medewerkers of organisaties in de buurt, die vanuit een gemeenschappelijke interesse of ‘drive’ wilden meestappen in dit proces. Deze verschillende individuele processen werden samengebracht in een ‘ werkstuk’, een eindpresentatie. Dit resulteerde in de 14-daagse tentoonstelling ‘Vergeten schoonheid’ in de maand december. Er was veel belangstelling, zowel van buurtbewoners als van professionelen binnen en buiten het OCMW Gent. In 2011 volgt er nog een tentoonstelling in de stedelijke hoofdbibliotheek op het Woodrow Wilsonplein. Samen met het Expertisecentrum Dementie gaat het woonzorgcentrum Het Heiveld de verworven inzichten bundelen in een vervolgproject.

23.3.6 Ldc De Horizon

Adres Ferdinand Lousbergskaai 12 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Horizon: 8,4 voltijds equivalenten 11 koppen List break2 a. Project ‘Op stap met het Nederlands in jouw buurt’ uit de startblokken

In 2010 startten we het project ‘Op stap met het Nederlands in jouw buurt’ in samenwerking met het Huis van het Nederlands (HvN) en Leerpunt. Vijf lokale dienstencentra stapten mee in het project (De Boei, De Thuishaven, Wibier, Ten Hove en De Horizon). De vier andere centra doen dit in de toekomst. Het HvN en Leerpunt ondervonden dat sommige allochtone cursisten geen baat hadden met een schoolse setting om de taal aan te leren. Deze cursisten hadden vooral nood aan sociale contacten en het bevorderen van de sociale redzaamheid. Het lokaal dienstencentrum is daarvoor de ideale omgeving. Daarom groeide het idee om de activiteit

Page 270: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

270

“Op stap met het Nederlands in jouw buurt” op te starten in de 5 centra. Het HvN kon dan cursisten doorverwijzen naar onze centra. De deelnemers komen wekelijks samen om elkaar en de buurt beter te leren kennen. Tijdens de activiteiten stimuleren we het gebruik van het Nederlands in dagelijkse situaties. Ook de maatschappelijk werker speelt een grote rol. Door langs te gaan in de groepen en zo een vertrouwd gezicht te worden, verlagen we de drempel om andere problemen te bespreken. In De Horizon en De Thuishaven bestonden er al Nederlandse taalgroepen. Voor De Horizon was het een uitdaging om de activiteit aan te passen aan het nieuwe concept. We lanceerden een oproep om nieuwe vrijwilligers aan te trekken, met daaraan gekoppeld een uitgebreid infomoment. Eind september volgden de geïnteresseerde vrijwilligers een vorming op maat. Daarin kwamen zaken aan bod zoals: • Wat is eenvoudig taalgebruik?

• Welke specifieke “lesmethode” gebruiken we het best?

• Welke activiteiten kunnen we organiseren?

In oktober – november ging het project effectief van start in de vijf centra. Zes nieuwe, enthousiaste vrijwilligers begeleidden de groepen. In totaal waren er 31 deelnemers. In 2011 wordt het de uitdaging om een solide groep deelnemers en vrijwilligers uit te bouwen, met een aantrekkelijk aanbod op maat. b. Tweede groep huisbezoekvrijwilligers opgestart

Sinds 2009 streefde het lokaal dienstencentrum De Horizon er nog meer naar om het risico op sociaal isolement bij 80-plussers te verminderen. Dit was mogelijk dankzij subsidies van de provincie Oost-Vlaanderen. Eén van de acties was het huisbezoekproject ‘Visite, Visite’. Het idee was om hoogbejaarden, die zich moeilijker konden verplaatsen, maar met een sterke nood aan sociale contacten, te laten bezoeken door een vrijwilliger. We zochten en vonden uiteindelijk zeven vrijwilligers die ook in 2010 elk één à twee personen bezochten. Dit varieerde van één bezoek per week tot minimaal één bezoek in de drie weken. Door het succes van het huisbezoekproject ging er in 2010 een tweede groep met huisbezoekvrijwilligers van start. In januari 2010 vonden de intakegesprekken plaats. We hadden tien geïnteresseerden via het ldc De Horizon en vijf via het ldc Wibier. Uiteindelijk vormden we een groep van zeven vrijwilligers en legden zij midden maart de eerste huisbezoeken af. Ook de tweede groep kreeg vijf verschillende vormingen en een eerste intervisiemoment. In totaal bezochten de twee groepen in 2010 veertien personen. In 2011 gaan we naar één groep: beide groepen kregen nu dezelfde basisvorming, en kunnen meer van elkaar leren in gemeenschappelijke intervisiemomenten.

Page 271: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

271

23.3.7 Ldc De Regenboog

Adres Lucas De Heerestraat 83 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Regenboog: 8 voltijds equivalenten 12 koppen List break2 a. De lokale dienstencentra als aanspreekpunten in hun buurt

De lokale dienstencentra (ldc) werken gedecentraliseerd. Door hun aanwezigheid in de buurt zijn ze het ideale aanspreek- en infopunt voor de hele buurt. Uit onderzoek blijkt dat er een behoefte is aan een aanspreek- en infopunt zo dicht mogelijk in de eigen buurt. Elke buurt heeft haar eigen specificiteit en heeft ook andere netwerken , mogelijkheden,… Elke welzijns- en zorgvraag of elke vraag die erop gericht is de gebruiker thuis te laten wonen, wordt opgenomen en krijgt een antwoord. Het secretariaat van het ldc speelt daarin een cruciale dispatching-rol. De maatschappelijk werkers worden het aanspreekpunt op straat en zorgen voor het updaten van de informatie uit de buurt. Dit uitbouwen is een proces. In 2010 werden de eerste stappen gezet. De openingsuren werden dermate uitgebreid dat de ldc maximaal ter beschikking zijn voor vragen van buurtbewoners en buurtorganisaties. Zo is het secretariaat van elk lokaal dienstencentrum iedere werkdag open van 9u tot 12.30u en van 13u tot 17u. Het lokaal dienstencentrum blijft ook niet langer gesloten dan drie dagen na elkaar. Zo waren de lokale dienstencentra in de week van de Gentse Feesten twee dagen open. Op het secretariaat konden bezoekers terecht met vragen die ze hadden na het lezen van het eerste nummer van de OCMW-Infokrant. Er lagen infofiches ter beschikking met antwoorden op mogelijke vragen. De secretariaatsmedewerkers, zowel personeel als vrijwilligers, worden in dit proces betrokken. Dit gebeurt door vorming op de werkvloer en door coaching. De eerste stappen in de uitbouw van een antennewerking zijn gezet. In andere buurten wordt gezocht naar samenwerkingsverbanden; Enkele dienstencentra houden bijeenkomsten met de hulpverleners uit de buurt onder de naam “boeiende boterhammen”. b. De internetster als oplossing voor het verminderen van het eenzaamheidsgevoel

Uit recent onderzoek blijkt dat het Nederlandse project ‘Escape’ één van de succesvolle projecten is om de gevoelens van eenzaamheid bij ouderen terug te dringen. In het lokaal dienstencentrum De Regenboog loopt een identiek experiment, met name ouderen met elkaar in contact brengen via e-mail. In 2010 kregen enkele ouderen met risico op vereenzaming een laptop met internetverbinding ter beschikking.. Vrijwilligers leerden hen, zowel individueel als in kleine groepjes, de basisvaardigheden aan. Nadien konden de ouderen via mailcontacten een relatie opbouwen met een vrijwilliger. Het streefdoel is minimaal één wekelijks mailcontact tussen de oudere en de hem toegewezen vrijwilliger. De maatschappelijk werker volgt dit op en organiseert bijeenkomsten voor de “internetsterren”.

Page 272: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

272

Daarnaast is het de bedoeling dat de ouderen zelf ook andere mailcontacten opbouwen, bv. met familie in het buitenland, kinderen die veraf wonen, vroegere vrienden,… Voor huisgebonden ouderen kan het surfen op het internet hun kijk op de wereld letterlijk en figuurlijk verruimen en hen een zinvolle tijdsbesteding bezorgen. Op de evaluatiebijeenkomsten en lesmomenten leren ze elkaar nog beter kennen.

23.3.8 Ldc De Vlaschaard

Adres Jubileumlaan 219 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Vlaschaard: 9,2 voltijds equivalenten 11 koppen List break2 a. Dieetadvies

Het lokaal dienstencentrum De Vlaschaard startte in 2010 met een nieuwe vorm van dienstverlening. Sinds 1 november 2010 kunnen bezoekers bij ons ook terecht voor consult door een diëtiste. Het idee hiervoor groeide uit gemeenschappelijk overleg met andere lokale dienstencentra, en kadert in het belang dat we als lokale dienstencentra hechten aan preventieve gezondheidszorg. Overgewicht is in onze maatschappij een toenemend probleem, dat grote kosten op het vlak van welzijn en gezondheidzorg meebrengt. We ontwikkelen daarom nieuwe initiatieven rond gezonde voeding en meer beweging. Dat we dieetadvies aanbieden, past binnen dit kader. De bezoekers kunnen zo, naast een aantal groepsactiviteiten (o.m. kooklessen gezonde voeding en de start van een wandelgroep), ook individueel advies krijgen voor een gezonde levensstijl. Daarvoor is een diëtiste aangezocht. Zij startte in De Vlaschaard op maandag 8 november 2010. Een voordracht over een gezonde levensstijl kondigde dit nieuwe initiatief aan. We bieden bezoekers, naast een advies over welk dieet het best bij hen past, ook informatie aan over terugbetalingsmogelijkheden door hun ziekenfonds. Dit werkt drempelverlagend. De diëtiste is aanwezig op maandagnamiddag. Afspraken worden gemaakt via ons secretariaat. Tot nog toe startten 9 bezoekers een begeleidingstraject op. Het is duidelijk dat er voor dit initiatief een ruime doelgroep is. b. Rouwverwerking voor weduwen – weduwnaars

In het kader van het project ‘voorkomen van eenzaamheid’ heeft het ldc De Vlaschaard zich in 2010 geconcentreerd op weduwen/weduwnaars die moeite hebben met het verwerken van het rouwproces. De Vlaschaard werkte hiervoor samen met het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Eclips, Deelwerking Bevrijding. De verantwoordelijke van het ouderenteam daar had net een draaiboek rond rouwverwerking opgemaakt voor senioren, en wilde dit graag uitproberen in een lokaal dienstencentrum. Zo werd het dus een proefproject voor beide partijen.

Page 273: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

273

We planden acht wekelijkse bijeenkomsten op dinsdagnamiddag van september tot november 2010. Er konden 8 tot 10 mensen deelnemen die hun partner verloren hadden in de laatste 2 à 3 jaar. We adviseerden mensen om minimaal zes maanden te wachten na het overlijden van hun partner. Qua bekendmaking schreven we een 100-tal brieven naar weduwen/weduwnaars uit de buurt van de Watersportbaan, verspreidden we folders, plaatsten we aankondigingen in de Wijs,… Ook bezorgden we folders aan sociale diensten van ziekenfondsen, de vereniging weduwen-weduwnaars en het wijkgezondheidscentrum Watersportbaan. In augustus 2010 deden we een info-bijeenkomst. Daarvoor waren er zes geïnteresseerden. Vier van hen schreven zich in. Een vijfde sloot zich nog na de info-bijeenkomst aan. Alle deelnemers waren vrouwen. Een kleine groep, maar alle vijf evalueerden ze de bijeenkomsten als heel positief.

23.3.9 Ldc De Boei

Adres Vaartstraat 2a 9000 Gent Aantal personeelsleden ldc De Boei: 7,3 voltijds equivalenten 11 koppen List break2 a. Openbare computerruimte

De Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie (POD MI) lanceerde in juni 2009 een projectoproep om subsidies te krijgen voor het oprichten of uitbreiden van een openbare computerruimte (OCR). Alle lokale dienstencentra (ldc) dienden een dossier in en in september ontvingen zes centra positief nieuws. Deze OCR’s geven allerlei maatschappelijk kwetsbare doelgroepen gratis toegang tot een computer met internet en dragen zo in grote mate bij tot het dichten van de digitale kloof. Mensen krijgen er begeleiding bij wat ze doen, of ze nu op zoek zijn naar werk of een woning, of inlichtingenzoeken over een culturele activiteit of over een aantal basisdiensten (b.v. administratieve diensten of bankdiensten). Een Openbare Computerruimte draagt er niet alleen toe bij dat kansengroepen vlotter toegang krijgen tot een computer en het internet, maar ook dat ze een basisopleiding aangeboden krijgen. Specifiek voor het ldc De Boei bleek uit een enquête (afgenomen in 2009) rond computergebruik door senioren dat er nood was aan een surfhoek in het centrum. Veel bezoekers zien de aankoop van een eigen computer om diverse redenen niet zitten. Dankzij de ondersteuning van de POD MI was het mogelijk om een openbare computerruimte in onze cafetaria te installeren. Zo kunnen bezoekers op een zeer laagdrempelige manier kennis maken met een computer. In de cafetaria is de computer altijd vrij te gebruiken tijdens de openingsuren (weekdagen tussen 9u en 18u). Het is ook mogelijk om een beroep te doen op een computerbuddy die kan bijspringen als er vragen of problemen zijn. Dagelijks wordt er van deze dienstverlening gebruik gemaakt.

Page 274: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

274

b. Kwaliteitsdenken bij personeel en vrijwilligers

In 2010 zijn we gestart met het stimuleren van het kwaliteitsdenken bij personeel en vrijwilligers. Bedoeling is om de werking van het ldc te verbeteren en te optimaliseren. We willen sterker worden in het oplossen van de dagelijkse problemen en snel kunnen inspelen op nieuwe tendensen en behoeften. Door middel van kwaliteitsdenken willen we nog klantgerichter zijn, meer inzicht krijgen in de werking en nog betere resultaten boeken. We gaan ervan uit dat het belangrijk is om iedereen hierin te betrekken. Zo kunnen personeel, vrijwilligers en bezoekers zichzelf ontwikkelen, zaken organiseren, initiatieven nemen, invloed uitoefenen op de werking van het ldc. Heel concreet organiseerden we in 2010 een vormingsmoment voor vrijwilligers en personeel rond kwaliteit. Daaruit kwamen een aantal interessante opmerkingen en bedenkingen, die nadien in werkgroepen in werkpunten werden vertaald. Een van de opmerkingen was dat er vooral bij de minder mobiele ouderen een mobiliteitsprobleem heerst. Wij bieden nu voor zoveel mogelijk activiteiten en dienstverlening vervoer aan (schoonheidszorgen, maaltijden, feesten,..). Ook met het personeel zaten we samen om onze werking en interne communicatie onder de loep te nemen. Ook daaruit zijn enkele knelpunten naar voor gekomen. Zeer concreet starten we met een dagelijkse briefing om de interne communicatie vlotter te laten verlopen. Andere knelpunten zijn opgelijst en krijgen de nodige opvolging.

23.4 Innovatieve projecten

23.4.1 Project eenzaamheid

In het kader van het ouderenbeleidsplan 2008-2013 werd een project ‘eenzaamheid’ uitgewerkt. De bedoeling van dit project is om eenzame senioren (80-plussers) te detecteren door hen systematisch te bezoeken. De lokale dienstencentra volgen de risicopersonen verder op. Tegen 2013 wensen we, mede door de inzet van twee extra projectmedewerkers, 5.000 80-plussers bezocht te hebben. Dit project loopt sinds 2008. In 2010 hebben de twee projectmedewerkers extra huisbezoeken afgelegd in Mariakerke-Bloemekenswijk, Drongen en de kanaaldorpen/ -zone. In deze laatste regio bezochten ze alle 75-plussers. Voor de andere huisbezoeken hanteerden ze de leeftijdsgrens van 80 jaar. Het project werd ook systematisch aan alle betrokken lokale en bovenlokale actoren voorgesteld, om maximaal in te zetten op goede doorverwijzingen van risicopersonen naar het project. Volgende diensten werden ingelicht: • welzijnsbureaus;

• Dienst Wonen:

• Energiecel;

• sociale cel en buurtinspecteurs van de politie;

• CM ziekenzorg;

• Seniorendienst;

• dienst Bevolking;

Page 275: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

275

• ziekenhuizen;

• Gentse thuiszorgdiensten;

• ziekenfondsen;

• Kontakt bejaarden;

• lokale verenigingen.

In 2010 gebeurden er door deze diensten 37 doorverwijzingen naar het project. De projectmedewerkers ondersteunen de lokale dienstencentra door: • te waken over de hantering van een gelijke methodiek;

• bevolkingslijsten aan te vragen en uit te zuiveren om zo de ldc te voorzien van de meest recente lijsten;

• de registratie te coördineren;

• huisbezoekvrijwilligers aan te trekken en te vormen;

• het project in de lokale media te promoten en bekend te maken.

Bepaalde lokale dienstencentra hebben extra ondersteuning ontvangen: • Ldc De Regenboog kreeg praktische hulp bij het heropstarten van de internetster.

• Ldc De Horizon kreeg ondersteuning bij het project ‘op stap met het Nederlands’.

• Ldc Ten Hove kreeg extra hulp van de projectmedewerkers bij het afleggen van de huisbezoeken in de kleine regio van het centrum.

Samen met ldc De Vlaschaard werd er gezocht naar een oplossing voor de bewoners in de Assels die door wegwerkzaamheden afgesloten zijn van de lokale middenstand. In ldc Wibier zijn de interne afspraken rond vervoer geëvalueerd en bijgestuurd. Om het vervoer beter op elkaar af te stemmen, zijn er ter zake externe partners uitgenodigd. Verder zijn er methodes onderzocht om tot een administratieve vereenvoudiging te komen. Het project heeft ook ingezet op het verdiepen van zijn kennis over deze materie door te netwerken met: • wijknetwerk in Antwerpen;

• de gemeente Merelbeke in samenwerking met het Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité (RESOC).

Page 276: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

276

De cijfers:

detectie en opvolging eenzaamheid 2008-2010

114203 203

1181

217327

1139

197

494 459479649

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

HB LDC risicopersonen LDC opgevolgde personenLDC

opvolgingen

2008 2009 2010

In 2010 hebben er iets minder huisbezoeken plaatsgevonden dan in 2009. Het succespercentage lag lager in bepaalde wijken (vb. Bloemekenswijk – Coupure). Ook het aantal gedetecteerde risicopersonen is licht gedaald. Dit is te wijten aan het feit dat er onderscheid werd gemaakt tussen de reële risico’s en de mogelijke risicopersonen. De mogelijke risicopersonen zijn personen bij wie we nog niet binnenraakten en waar dus een extra actie nodig is. Deze werden in 2009 allen onder de risiconoemer gezet. Daartegenover werden opmerkelijk meer personen opgevolgd en werden er in totaal meer opvolgingen gedaan. Het is een sterke aanwijzing dat onze senioren nood hebben aan informatie en hulp op het vlak van thuiszorg, administratie en dergelijke meer. Met opvolging worden verschillende vormen van hulpverlening bedoeld zoals de doorverwijzing naar lokale dienstencentra of het inschakelen van andere professionele hulp voor de betrokkene.

23.4.2 Project ‘ergo@huis’

De 3 ergotherapeuten stonden samen met de ergotherapeuten van de lokale dienstencentra (ldc) in voor de verdere uitwerking van het project ergotherapie@huis. In 2010 wijzigde de focus van het project en werd meer ingezet op het promoten van levenslang en aangepast wonen. List break2 a. Initiële project

Het project werkte in 2010 de promotour en de preventieve huisbezoeken in Oostakker af. De cliënten werden overgedragen aan het lokaal dienstencentrum Wibier dat hen verder opvolgt. Gezien de aangepaste taakinhoud en de werklast van de ergotherapeuten, is nog geen nieuwe regio bepaald. Na een evaluatie is beslist om de werkwijze van preventieve huisbezoeken wegens te arbeidsintensief niet meer toe te passen in een volgende regio. De projectmedewerkers onderhouden de overkoepelende contacten met doorverwijzers op Gents niveau (zoals ziekenhuizen). Hiervoor werd een structurele samenwerking opgestart. Tweemaandelijks is er een bezoek aan de sociale dienst van diverse ziekenhuizen. Promotiemateriaal wordt systematisch verdeeld. De projectmedewerkers informeren nieuwe

Page 277: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

277

ergotherapeuten bij de doorverwijzende organisaties persoonlijk over de werking en de procedure van doorverwijzing en geven systematisch feedback over interventies bij hun cliënten. Het project werkt mee aan een project voor alternatieve en ondersteunende zorg via Solidariteit voor het Gezin. De ergotherapeuten verzorgen sinds 1 juli 2010 de ergotherapeutische interventies binnen dit project, na doorverwijzing door de zorgcoach aangesteld door Solidariteit voor het Gezin. De ergotherapeuten werkten mee aan het ontwikkelen van een eigen registratiesysteem. Deze software registreert hun werking (bv. het aantal huisbezoeken). Het bestaat uit een invulformulier (web), het genereren van juiste outputs en een flexibele rapportingsomgeving. Ook de ergotherapeuten van de ldc en van de woonzorgzone Ledeberg maken gebruik van dit systeem. Het systeem is sinds september operationeel. Intern en extern waren er samenwerkingen voor het ontwikkelen van hulpmiddelen op maat. De interne samenwerking met het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van OCMW Gent kreeg een positieve evaluatie. Door deze samenwerking werden cliënten snel en op een kwaliteitsvolle manier geholpen. Het project maakt nog altijd deel uit van de provinciale stuurgroep Ambulante Ergotherapie (Ambe) Een voorstel voor een hulpmiddelenpremie werd niet door de Provincie aanvaard. b. Nieuwe focus:

In 2010 werd de focus verlegd naar het concept levenslang en aangepast wonen. Deze omschakeling bracht een herdefiniëring van de prioriteiten mee en vereiste een verdieping in de materie. Twee ergotherapeuten volgden het postgraduaat Leefbaar Wonen aan de Provinciale Hogeschool Limburg. Er werden contacten gelegd met relevante actoren zoals sociale huisvestingsmaatschappijen, bouwpromotoren, Stad Gent,… om dit ideeëngoed algemeen aanvaard en bekend te maken. Deze nieuwe wending veronderstelt dat de diverse bouwheren op de hoogte zijn van de ergotherapeutische expertise die er binnen het OCMW Gent bestaat. In 2010 werden dan ook voorbereidingen getroffen voor een grootschalig congres in 2012. c. Cijfers

In 2010 bedroeg het aantal ergotherapeutische interventies: • door de ergo van de woonzorgzone: 79.

• door de ergo’s van de ldc: 763

• door de ergo’s van het project: 230.

Het aantal nieuwe cliënten steeg van 438 in 2009 naar 555 in 2010. d. Voordrachten / info

In 2010 werden vier voordrachten gehouden voor de senioren (90 senioren), twee voordrachten voor professionelen (20 mensen) en vier voordrachten voor scholen (60 studenten).

Page 278: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

278

23.4.3 Project: ‘Samen gaan we ervoor’

Met de toename van het aantal senioren neemt ook het absoluut aantal senioren met een psychische problematiek toe. Onder meer door de herhaaldelijke confrontatie met verlies kunnen zich depressies ontwikkelen, hetgeen dan weer kan leiden tot ziekte en verdere vereenzaming. Een psycholoog in het lokaal dienstencentrum (ldc) werkt hier drempelverlagend door op individueel niveau psychologische ondersteuning te bieden. Dit proefproject is voornamelijk gericht naar het ldc De Boei en het ldc De Waterspiegel. De ondersteuning voor personeel en voor preventieve voordrachten werd in 2010 ook uitgebreid naar de andere lokale dienstencentra van OCMW Gent. Daarnaast ging het project een samenwerking aan met het wzc De Liberteyt, waarbij hun mantelzorgers en vrijwilligers ook een beroep kunnen doen op deze begeleiding. Hieronder schetsen we kort het verloop van het project in 2010. List break2 a. Mantelzorg

De psychologe van dit project ondersteunt de maatschappelijk werkers van de betrokken centra in hun begeleiding van mantelzorgers uit de buurt. Samen met het ldc De Thuishaven startten De Boei en De Waterspiegel in 2010 een programma op voor nieuwe mantelzorgers. De psycholoog van het project begeleidde twee sessies. b. Overleg en netwerking:

• Vier overlegmomenten met de psychologen van de woonzorgcentra van het OCMW Gent om casussen te bespreken.

• Aan drie overlegmomenten namen gerontopsychologen deel die werkzaam zijn in Gent, zowel in algemene ziekenhuizen als in psychiatrische instellingen en in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ).

• OCMW Gent was vertegenwoordigd op vier bijeenkomsten van het NOGGGG (Netwerk Ouderen Geestelijke Gezondheidszorg Groot Gent).

• Overleg met het woonzorgcentrum De Liberteyt rond de samenwerking.

• Voorstellen van het project aan partners uit de buurt (huisartsen, ziekenfondsen, clubhuizen voor senioren, buurtcentra,…). Folders werden verspreid in de buurt en op verscheidene overlegmomenten werd het project voorgesteld.

• Voorstelling van het project op de trefdag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in het kader van ‘ongelijkheid in gezondheidszorg’ als good-practice.

Page 279: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

279

c. Voordrachten en andere groepsactiviteiten gegeven in:

• ldc De Regenboog: ‘depressie bij senioren’ (8 aanwezigen);

• ldc De Horizon: ‘depressie en burn-out bij mantelzorgers’ (9 aanwezigen);

• ldc De Boei: ‘seksualiteit en intimiteit bij ouder worden’(8 aanwezigen);

• ldc De Muide: mantelzorgnamiddag (reminiscerend) (6 aanwezigen);

• ldc Speltinckx: ‘omgaan met verlies’ (9 aanwezigen);

• ldc Speltinckx: ‘rolomkering ouder-kind bij mantelzorg’ (4 aanwezigen);

• ldc De Boei: rouwgroep met 3 bijeenkomsten voor ouderen die partner verloren (6 aanwezigen);

• ldc De Boei, De Waterspiegel en De Thuishaven: twee bijeenkomsten voor mantelzorgprogramma (‘draagkracht-draaglast’ en ‘wat na(ast) de mantelzorg’) (4 aanwezigen).

d. Vormingen

• vorming voor de maatschappelijk werkers MA’s van de dienst Advies, Oriëntatie en Opname (AOO) in verband met depressie bij ouderen (15 aanwezigen);

• vormingsmoment voor nieuw personeel van de beide lokale dienstencentra over ‘depressie herkennen en hoe ermee omgaan’;

• korte uitleg over ‘depressie bij senioren’ voor nieuwe projectmedewerkers bij het departement Ouderenzorg (OZ). De projectmedewerkers kregen uitleg over hoe zij vanuit hun werk depressies kunnen herkennen en hoe ze erop kunnen reageren.

e. De cijfers

2009 2010 Totaal aantal risicopersonen toegeleid

55 67

Totaal aantal risicopersonen toegeleid door ldc, wzc en externen

55 54

Totaal aantal verschillende mensen door PSY bereikt

85 89

Doelgerichte individuele begeleidingsacties (incl. De Liberteyt)

226 332

Personeelsondersteuning en intern overleg (over een individuele cliënt)

135 95

cliëntoverleg met externen 25 32 Aantal doorverwijz. naar GGZ door psy

7 6

Aantal vormingen gegeven 10 15 Aantal aanwezigen 143 73

Page 280: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

280

In totaal zijn 67 risicopersonen naar het project toegeleid. Van die groep werden er 54 gemeld door het ldc-personeel of door externe diensten. In vergelijking met 2009 kwamen er in 2010 ook mensen zonder tussenkomst van professionelen naar de psychologe. Daaruit valt af te leiden dat de bekendheid van het project bij de senioren zelf toeneemt. In 2010 bereikte de psychologe in totaal 89 verschillende senioren individueel. Een lichte stijging tegenover 2009 dus. Bij deze 89 senioren heeft de psychologe in totaal 332 individuele begeleidingsacties geregistreerd. Een stuk meer dan in 2009. Dit kan liggen aan het feit dat cliënten meer bij de psychologe op afspraak zijn geweest. De psychologe heeft 32 keer overleg gehad met externe diensten over individuele cliënten. Dit is een toename in vergelijking met 2009. In zes gevallen werd er gericht naar externe diensten doorverwezen. De psychologe heeft 95 keer overleg gehad met de personeelsleden van de ldc om hen te ondersteunen in de omgang met bepaalde cliënten. In totaal heeft de psychologe vijftien vormingen georganiseerd. Hierop kwamen 73 mensen af. Een opmerkelijke daling tegenover 2009. Dit heeft evenwel te maken met het feit dat in 2009 de psychologe nieuw in dienst was en het onderwerp voor het eerst werd aangesneden. Veel personeelsleden en senioren namen toen al deel aan deze vormingen.

23.4.4 Project Toeleiden allochtone senioren naar de reguliere zorgsector

De doelstelling van dit project is het beter bereiken van allochtone senioren. Dit gebeurt door het ontwikkelen van nieuwe methodieken, het ondersteunen van de lokale dienstencentra in hun interculturaliseringsproces, het betrekken van lokale netwerken en sleutelfiguren, enzovoort. Verloop project 2010: List break2 a. Visie Project

Het project ‘Transculturele mantelzorg’ werd samengevoegd met het project ‘toeleiden allochtone senioren naar de reguliere zorgsector’. Dit vanwege de overlappingen en onduidelijkheden. Ook de taakomschrijving van de diversiteitsmedewerker werd verduidelijkt. Op Vlaams niveau is een denktank opgestart voor organisaties die werken met allochtonen en voor mensen die ervaring hebben met welzijnswerk en allochtone senioren. De denktank kwam samen op 28 oktober. De bijeenkomst was geslaagd. De feedback die we kregen, was positief. De aanwezigen en geïnteresseerde organisaties waren: • UZ Gent;

• AZ St. Lucas – Gent;

• Wijkgezondheidscentrum (WGC) De Sleep – Gent;

• de8 – Antwerps Minderhedencentrum;

• Brusselse Welzijns- en Gezondheidsraad – Overleg Platform Allochtone Ouderen (BWR – OVALLO);

• Solidariteit voor het Gezin;

Page 281: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

281

• Familiezorg Oost-Vlaanderen;

• Familiehulp vzw;

• Kenniscentrum Woonzorg Brussel;

• Integratie Dienst Stad Gent;

• AZ Jan Palfijn – Gent;

• Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM) vzw;

• STEBO Genk;

• Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV);

• Intercultureel Netwerk Gent;

• Oost-Vlaams Diversiteitscentrum (OdiCe) vzw;

• Afrikaans Platform.

b. Ondersteuning

De intercultureel medewerker besteedt een groot deel van haar tijd aan het ondersteunen van de lokale dienstencentra in hun interculturalisatieproces. De bedoeling van dit proces is om op termijn een open huis te zijn voor iedereen in de buurt. Voor elk van de negen lokale dienstencentra is een buurtfiche gemaakt die de lokale actoren en de eigenheid van de buurt beschrijft. De reeds bestaande behoeftenonderzoeken over de noden van allochtone senioren werden samengevat en verspreid onder de ldc. In mei 2010 werd er voor ldc De Boei een personeelsvorming georganiseerd. Ook in de woonzorgzone Ledeberg ging een interculturalisatieproces van start. Dat zette extra in op het zoeken naar sleutelfiguren bij allochtone organisaties. We brengen hen in contact met de medewerkers van het woonzorgloket. c. Acties

• Infosessies

In samenwerking met drie ziekenfondsen, ING en de lokale dienstencentra van het OCMW vonden drie infosessies rond thuiszorg plaats. Op deze voordrachten kwamen 97 allochtone personen opdagen, overwegend senioren en enkele mantelzorgers. In totaal hebben we 40 thuiszorgvragen ontvangen. • Fotostrip ‘Thuiszorg, iets voor u ?’

In samenwerking met ING en de ziekenfondsen is er een fotostrip ontwikkeld voor Turkse senioren met foto’s uit hun eigen woon- en leefomgeving. Met deze fotostrip willen we verduidelijken welke thuiszorg ze kunnen krijgen en waarvoor ze bij de ldc terecht kunnen.

Page 282: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

282

• Project ‘Op stap met het Nederlands’

Leerpunt wil een deel van zijn afgestudeerde cursisten doorverwijzen naar de ldc’s. Dat zijn vaak ouderen die zorg nodig hebben. In overleg met Leerpunt ging in vijf ldc’s het project ‘Op stap met het Nederlands’ van start. De opstart gebeurde in september/oktober 2010 in de volgende vijf ldc’s: • De Boei;

• De Horizon;

• Ten Hove;

• De Thuishaven;

• Wibier.

23.4.5 Project woonzorgzone Ledeberg

Door het vertrek van de initiële maatschappelijk werker en een bijkomende focus op de allochtone senioren, kende het oorspronkelijke team een wijziging. Het team bestaat nu uit een consulent, een ergotherapeut en een intercultureel bemiddelaar. List break2 a. Huisbezoeken en dossiers

Zowel de preventieve huisbezoeken (in het kader van detectie sociaal isolement) als de huisbezoeken op vraag van de bewoner zelf (of mantelzorger, buren,…) of op vraag van professionelen gaven aanleiding tot 80 lopende dossiers (zowel nieuwe als opvolg- of heropgestarte dossiers). In 2010 werd ervoor gekozen pas een dossier op te maken indien een huisbezoek of vraag tot een effectieve interventie van de projectmedewerkers leidde. Bij 28 dossiers was ook ergotherapeutisch advies vereist. b. Project allochtone sleutelfiguren

Gezien het substantieel aandeel allochtonen in de wijk, waren er extra inspanningen om het project en het aanbod van thuiszorgdiensten bij deze buurtbewoners bekend te maken. Hiervoor deed men een beroep op sleutelfiguren in de wijk. In 2010 werden deze sleutelfiguren in kaart gebracht en werd een plan van aanpak uitgewerkt. c. Loketwerking

Ook na de verhuizing in 2010 werd het loket bemand door de ergotherapeut en de consulent uit het project, de dienst Wonen van Stad Gent, vzw ReGent en vzw Samenlevingsopbouw. Het aantal contacten aan het loket specifiek voor de woonzorgzone steeg. Dit bewijst de groeiende bekendheid van het project in de wijk. Het loket biedt te weinig ruimte om ook als bureau te fungeren, waardoor de medewerkers een back-office bureau in het centrum van Ledeberg hebben. Dat delen ze met de medewerkers van de dienst Wonen van de Stad Gent en met de architect van Domus Mundi, een door de stad erkende vzw die projecten ondersteunt rond duurzaam bouwen en wonen.

Page 283: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

283

d. Netwerking en samenwerkingsverbanden

Netwerking en samenwerking waren ook in 2010 een van de kerntaken van het team. Blijvende bekendmaking en profilering in de wijk zijn noodzakelijk en namen ook in 2010 een belangrijk deel van het takenpakket in beslag. Er werden nieuwe contacten gelegd met de sociale huisvestingsmaatschappijen in de wijk en met de psychologe van het woonzorgcentrum De Vijvers, in het kader van het protocol-III- project ‘psychologe aan huis’. e. 24-uurspermanentie

In september 2010 werd deze dienstverlening met alle betrokken partners geëvalueerd en verlengd voor 3 jaar. Dit aanbod kreeg meer bekendheid en er zijn al vijf personen aangesloten. Bij drie personen wordt een aansluiting voorbereid en twee personen werden naar het reguliere personenalarmsysteem (PAS) doorverwezen. f. Loopcirkel

De loopcirkel verbindt voor ouderen belangrijke voorzieningen (zoals het woonzorgcentrum, het wijkgezondheidscentrum, het nieuwe welzijnsknooppunt, het clubhuis voor senioren) en moet daarom zo veel als mogelijk vrij zijn van obstakels. De bevoegde schepenen Tom Balthazar en Martine De Regge van de stad Gent kregen een toelichting over het inleefparcours en de knelpunten. In het najaar werd in overleg met de betrokken stadsdiensten een vervolgparcours uitgestippeld. g. Andere initiatieven

De vrijwilligerswerking en de telefoonster werden verder uitgebouwd. Er werden eigen activiteiten opgezet voor wijkbewoners met risico op sociaal isolement of zij werden naar bestaande initiatieven geleid. Samen met de andere partners van het loket kwam een gezamenlijke straatactie tot stand. h. Europese ambities

Er vonden besprekingen plaats met diverse Europese organisaties in het kader van het Europees subsidiedossier ‘Age Sustainable Communities’. De bedoeling hiervan is om tot een framework te komen zodat gelijkaardige initiatieven gemakkelijk verwezenlijkt kunnen worden in gelijkaardige gebieden over de landsgrenzen heen. In 2010 bleek het toenemende belang van de rol van de projectmedewerkers voor de wijk en de individuele bewoner. Op wijkniveau fungeren zij meer en meer als spil- en brugfiguur voor bewoners, organisaties en professionelen. Ten aanzien van de bewoners profileren ze zich meer en meer als een soort zorgcoach die het hele traject, van zorgvraag tot oplossing, begeleidt. i. De woonzorgzone in cijfers

In 2010 hadden 276 geslaagde huisbezoeken plaats: 127 nieuwe en 149 vervolg- of heropstartbezoeken. Dit leidde tot 80 lopende dossiers waarvan er 28 ergocliënten zijn. Er gebeurden 88 preventieve huisbezoeken bij oudere wijkbewoners, die gevaar lopen sociaal geïsoleerd te geraken. Hieruit kwamen 16 personen met een risico naar voor. Het aantal telefoons naar het loket steeg van 14 in 2009 naar 74 in 2010. Vanaf eind juni werden de bezoeken ter plaatse door alle partners geregistreerd. Van de 359 bezoeken aan het loket tijdens de permanentie van de projectmedewerkers, waren er 130 voor het project.

Page 284: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

284

Wekelijks belt de telefoonster een aantal cliënten op. In 2009 waren vier cliënten aangesloten, in 2010 acht. In 2010 waren er 24 acties om het project verder of opnieuw bekend te maken. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2009 toen er 18 acties plaatsvonden. In het kader van de 24-uurspermanentie PAS wzz (personenalarmysteem woonzorgzone) waren er in 2010 vijf personen effectief aangesloten. Van drie personen was de aanvraag in voorbereiding. Twee anderen werden doorverwezen naar het reguliere PAS-systeem. Daarnaast zijn nog eens acht personen geschikt bevonden maar zij hebben tot nu toe niet ingestemd met een aansluiting op de PAS wzz. Het aantal vrijwilligers steeg van één in 2009 naar vijf in 2010. Het gaat om twee vrijwilligers voor de telefoonster, één vrijwilliger voor klusjes allerhande, één bezoekvrijwilliger (ook vervoer) en één vrijwilliger voor boodschappen. Het project leidde een 60-tal personen toe naar vijftien verschillende activiteiten en organiseerde twee eigen activiteiten. Doordat het project met een personeelswissel te maken kreeg en een tijdlang op één medewerker terugviel, zijn de cijfers niet altijd vergelijkbaar met vorig jaar. Bijkomend had het project in 2009 ook een stagiaire in dienst die een aantal taken op zich nam.

Page 285: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

285

24 Advies, Oriëntatie en Opname (AOO)

Adres Jubileumlaan 217A 9000 Gent Aantal personeelsleden Maatschappelijke Dienstverlening OZ, AOO en Administratie Privé Rusthuizen: 18,4 voltijds equivalenten 22 koppen

24.1 Doelstelling

De dienst Advies, Oriëntatie en Opname (AOO) behandelt de hulpverleningsvragen rond opnames en/of financiële tussenkomst. De opdracht bestaat concreet uit het behandelen van: • aanvragen voor definitieve opname in een eigen woonzorgcentrum (wzc), zelfbetalend of

met financiële tussenkomst;

• aanvragen voor definitieve opname in een privé woonzorgcentrum, met financiële tussenkomst;

• aanvragen serviceflats Antoniushof of woningen met dienstverlening Wibier, al dan niet met financiële tussenkomst;

• aanvragen voor opname in kortverblijf of nachtopvang in de eigen woonzorgcentra, al dan niet met financiële tussenkomst;

• aanvragen voor financiële tussenkomst in de verblijfskosten voor residenten die reeds opgenomen zijn in een wzc en wier middelen uitgeput zijn;

• omschakeling van financiële tussenkomst naar zelfbetalend als residenten door uitputting rechten over voldoende middelen beschikken;

• bijzondere financiële hulpvragen na opname, zowel voor de resident als voor de thuisblijvende partner.

De maatschappelijk werkers onderzoeken de opportuniteit van elke aanvraag en de financiële situatie van de aanvrager. De dienst AOO beheert centraal de wachtlijst van kandidaat-bewoners voor onze eigen woonzorgcentra, alsook de toewijzing van een flat in het serviceflatcomplex Antoniushof of van een woning in het woningcomplex met dienstverlening (wcd) Wibier.

Page 286: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

286

24.2 AOO in cijfers – meting op 31.12.2010

List break2 a. Totaal aantal financiële tussenkomsten in woonvoorzieningen

Het OCMW verleende op 31 december 2010 aan 576 Gentse senioren een financiële tussenkomst in de opnamekosten van een woonvoorziening. Het betreft: • 157 personen in onze eigen vier woonzorgcentra en

• 419 personen in een privévoorziening, zowel in Gent als in andere gemeenten, waarvan drie voor serviceflatbewoners.

Als we naar de evolutie van de financiële tussenkomsten kijken, tekenen zich volgende tendensen af: • Het aantal financiële tussenkomsten voor residenten in private woonzorgcentra is

gedaald.

• Het aantal financiële tussenkomsten binnen onze eigen wzc toont een stijging: tegenover 2009 werden in 2010 16 residenten omgeschakeld van zelfbetalend naar financiële tussenkomst.

Opgenomen met financiële tussenkomst

148 142 158

410 441 419

1 1 16 3 3 0

100200300400500

2008 2009 2010wzc OCMW Gent privé-WZC privé-sf Antoniushof/Wibier

Page 287: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

287

List break2 b. Aanvragen financiële tussenkomst voor reeds opgenomen residenten

Het gaat om bewoners van wie de middelen tijdens hun verblijf uitgeput zijn en die een beroep doen op een tussenkomst.

Aanvragen financiële tussenkomst

27

22 22

29

1816

7

2 33

1014

0

5

10

15

20

25

30

35

2008 (66) 2009 (52) 2010 (55)

BCSD passief geseponeerd nog in onderzoek

Niet alle aanvragen voor financiële tussenkomst bij reeds opgenomen residenten resulteren in een verzoek aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD). Is er een onderzoek opgestart, dan kan een dossier afgesloten worden (passief gaan) om verschillende redenen: • In de loop van het onderzoek overlijdt de resident.

• Het financieel onderzoek wijst uit dat er nog middelen zijn

Soms worden aanvragen niet onderzocht en dus ‘geseponeerd’. Dit betekent dat: • het gaat om een louter preventieve aanvraag;

• de aanvraag wordt geannuleerd;

• het gaat om een niet-Gentenaar voor wie we niet bevoegd zijn.

Nog in onderzoek betekent dat het om recente aanvragen gaat, waar het financieel onderzoek nog lopend is. c. Omschakeling van financiële tussenkomst naar zelfbetalend

Het gaat om residenten die door toekenning van bijkomende sociale uitkeringen over voldoende middelen beschikken om zelf hun opnamekosten te dragen. Het OCMW komt niet meer tussen en de resident wordt zelfbetalend. In de loop van 2010 gebeurden er 26 omschakelingen in privé voorzieningen en 6 in onze eigen woonzorgcentra.

Page 288: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

288

d. Herkomst aanvragen voor opname in een woonzorgcentrum

In 2010 waren er 896 nieuwe aanvragen voor opname in een woonzorgcentrum, al dan niet met financiële tussenkomst.

Herkomst aanvragen voor opname

555 546 528

323 305 326

5 3 239 15 154 8 40

100

200

300

400

500

600

2008 (949) 2009 (918) 2010 (896)

ziekenhuis/sp diensten thuis vanuit wzc psychiatrie serviceflats

Volgende vaststellingen vallen op: • Het aantal aanvragen voor opname kent een lichte daling.

• Het grootste aantal aanvragen komt vanuit een ziekenhuis.

e. Behandelingsstatus van de aanvragen voor opname in een woonzorgcentrum

Behandelingsstatus

168202

155183 170238

504 507

412

9439

91

0

100

200

300

400

500

600

2008 (949) 2009 (918) 2010 (896)

passief voor BCSD niet behandeld akkoord BCSD actief/ML

Page 289: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

289

Van de 896 aanvragen om een opname in een woonzorgcentrum werden er 238 niet behandeld. Het kan hierbij gaan om senioren die zich op de wachtlijst willen zetten maar nog geen opname wensen (preventieve opnames), het kan gaan om aanvragen van niet-Gentenaars, geannuleerde aanvragen… Het totaal aantal niet behandelde aanvragen is sterk gestegen. Dit kan liggen aan het feit dat voor personen met een laag zorgprofiel (van wie de opnamekansen erg laag zijn) almaar vaker naar thuiszorgondersteunende oplossingen wordt gezocht. Daarnaast werd er voor 155 aanvragen een onderzoek ingesteld dat niet resulteerde in een verzoek voor BCSD (‘passief’). De redenen hiervoor waren overlijden of een plaats in een privé-woonzorgcentrum als zelfbetalende. Voor 412 aanvragen kwam men wel tot een akkoord BCSD. Dit is weliswaar een daling ten aanzien van vorige jaren, maar ook het totaal aantal aanvragen is licht gedaald. Bovendien beschikte de dienst vanaf augustus over één maatschappelijk werker minder. Voor 91 dossiers is het onderzoek nog bezig, of wil de cliënt zelf nog wat uitstel. f. Beweging aanvragen na goedkeuring BCSD

Onderstaande tabel geeft het verloop van de goedgekeurde aanvragen weer ten opzichte van vorig jaar.

Jaar Aantal dossiers met goedkeuring BCSD Gaan passief na BCSD

2008 504 98 2009 507 104 2010 412 94 Eénmaal een dossier goedgekeurd werd door het bestuur kan het zijn dat de aanvrager alsnog: • als zelfbetalende opgenomen wordt in een privé-woonzorgcentrum;

• overlijdt;

• thuis blijft wonen of bij zijn kinderen gaat inwonen.

Ook dan gaat dit dossier passief.

Page 290: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

290

wachtlijst wzc naar zorgprofiel op 31 december

99127 129

133140 156

123

16718618

3728

30

5048

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

550

600

2008 (403) 2009 (521) 2010 (547)

O A B C Cd

Het aantal personen op de wachtlijst met een laag zorgprofiel (O en A) maakt nog steeds een groot deel uit van de totale wachtlijst. Aangezien deze profielen weinig kans geven tot een reële opname, blijven zij erg lang op de wachtlijst staan. De zwaarste zorgprofielen (C en Cd) nemen een klein deel in omdat ze relatief snel opgenomen worden en dus van de wachtlijst verdwijnen. Het aantal personen met een B-profiel op de wachtlijst is groot. Omdat het aantal opnames in onze woonzorgcentra beperkt is (zie onder), blijven ook deze personen relatief lang op de wachtlijst staan. g. Aantal opnames in onze woonzorgcentra

totaal aantal nieuwe opnames in de wzc 2008-2010

167

162

156

150

155

160

165

170

2008 2009 2010

Page 291: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

291

Het totaal aantal opnames is in een dalende lijn. Het aantal opnames hangt af van het aantal vrijgekomen plaatsen. De afname in 2009 en 2010 ligt grotendeels aan het feit dat de gemiddelde verblijfsduur van onze bewoners toeneemt. h. Aantal aanvragen voor serviceflats Antoniushof (88 flats)

Aantal Nog niet behandeld BCSD passief Nieuwe bewoners

2008 85 62 16 7 7 2009 97 76 9 12 9 2010 89 61 16 12 13

Nog niet behandeld betekent dat de aanvragen op de nog niet behandelde chronologische wachtlijst terechtkomen, omdat er nog voldoende kandidaten zijn op de actieve wachtlijst bij wie al een sociaal onderzoek gebeurde dat tot een goedkeuring van het BCSD leidde. Gezien de lange wachttijd heeft het geen zin om onmiddellijk na aanvraag een onderzoek te doen. Zowel de woonsituatie als de gezondheidstoestand van de kandidaat kan nog te veel veranderen. Het aantal nieuwe bewoners neemt toe. Het aantal nieuwe bewoners hangt natuurlijk af van de eigen turn-over van de bewoners. Nieuwe bewoners kunnen maar naar het Antoniushof komen wanneer de vorige overleden zijn of naar een woonzorgcentrum moesten verhuizen wegens een verhoging van hun zorgprofiel. Wel stellen we vast dat het zorgprofiel van sommige bewoners vlugger stijgt en dat het moeilijker wordt om bewoners die zorgbehoevend zijn in een wzc te plaatsen. Dit zorgt in eerste instantie voor een langere verblijfsduur maar kan op een bepaald moment leiden tot een verhoogd aantal overlijdens. i. Aantal aanvragen voor WCD Wibier (20 woningen)

Aantal aanvragen BCSD passief In onderzoek 2009 13 10 3 0 2010 14 5 8 1

Aanvragen voor het wonincomplex met dienstverlening (wcd) Wibier worden onmiddellijk behandeld en voorgelegd aan het BCSD. Hier wordt immers niet chronologisch gewerkt; het zorgprofiel van de vrouw bepaalt de rangorde op de wachtlijst. Er gebeurden twee nieuwe opnames in 2010. j. Aantal aanvragen voor kortverblijf

OCMW Gent beschikt over 16 woongelegenheden voor kortverblijf, waarvan we er twee voortdurend voorbehouden voor nachtopvang.

Jaar Aanvragen Passief BCSD Opnames Meerdere periodes

2008 620 480 140 140 57 2009 601 367 125 232 40 2010 609 355 131 247 45

In totaal ontving de dienst 609 aanvragen voor kortverblijf. Hiervan gingen 355 aanvragen passief (geen mogelijkheid tot opname wegens plaatsgebrek in de gevraagde periode, vraag werd ingetrokken door betrokkene en/of familie, overlijden

Page 292: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

292

van de kandidaat, …) Voor nieuwe aanvragers werd er 131 keer een verslag BCSD voorgelegd. Er gebeurden wel 247 opnames. Veel van deze senioren hadden voordien al gebruik gemaakt van deze dienstverlening en we beschikten dus al over een akkoord BCSD van voorgaande jaren. Wanneer de maatschappelijk werkers van de wzc niet kunnen ingaan op een vraag tot opname in kortverblijf, verwijzen ze de aanvragers door naar andere voorzieningen. Zij werken met het digitaal netwerk voor kortverblijven, georganiseerd door de Provincie, waarop de vrije periodes in alle woonzorgcentra zichtbaar zijn en waar een optie kan genomen worden. In de nachtopvang verbleven 7 (2009: 2) personen in De Vijvers en 3 (2009: 3) personen in Zonnebloem. k. Evolutie van alle aanvragen samen

De vergelijking van het totaal aantal aanvragen ten opzichte van de vorige jaren geeft het volgende beeld:

Totaal aantal aanvragen

949 918 896

67 52 5585 97 89

620 601 609

13 14

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

2000

2008 (1721) 2009 (1681) 2010 (1663)

opname wzc financiele tussenkomst serviceflats Antoniushof

nacht- kortverblijf WCD Wibier

Het totaal aantal aanvragen dat bij de dienst AOO binnenkwam in 2010 voor een rusthuisopname (met of zonder financiële tussenkomst), zuivere financiële tussenkomst voor reeds opgenomen residenten, een opname in de serviceflats van Antoniushof, het woningcomplex met dienstverlening Wibier en de opnames kortverblijf bedraagt 1.663. Dat is een lichte daling ten opzichte van vorig jaar.

Page 293: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

293

24.3 Voorlopige bewindvoering – Inventarisatie

Het werkpakket rond voorlopige bewindvoering en inventarisatie woningen wordt opgenomen door een juridisch medewerker. List break2 a. Voorlopig bewind

Er wordt voorlopige bewindvoering aangevraagd voor residenten: • die niet bekwaam zijn om hun financiën/ bezittingen zelf te beheren;

• die geen omkadering hebben van personen die dit kunnen overnemen;

• die moeten beschermd worden tegen mogelijk misbruik door familieleden;

• bij wie geen onderzoek naar hun financiële situatie mogelijk is omdat ze wegens dementie geen akkoord kunnen geven.

In 2010 werden 23 verzoekschriften ingediend bij de vrederechter voor de aanstelling van een voorlopig bewindvoerder (in 2009: 37). Bij zeven hiervan ging het om een overschakeling naar zelfbetalend voor residenten die na toekenning sociale uitkeringen ( voornamelijk THAB = tegemoetkoming hulp aan bejaarden) voldoende middelen hadden om de financiële tussenkomst stop te zetten. De juridisch medewerker: • bespreekt met de maatschappelijk werker de opportuniteit van de aanstelling van een

voorlopig bewindvoerder;

• stelt het dossier samen dat bij het verzoekschrift wordt gevoegd, o.a. omstandige medische verklaring arts, relevante gegevens uit het opnamedossier, gekende financiële gegevens van de te beschermen persoon;

• is aanwezig op de zittingen van de vrederechter;

• onderhoudt na aanstelling alle contacten met de bewindvoerders, maakt afspraken rond de te storten maandelijkse provisies, volgt betalingen op, stuurt aanmaningen in verband met betalingen of aanvragen sociale tegemoetkomingen, vraagt eventueel tussenkomst bij de vrederechter;

• maakt halfjaarlijkse afrekeningen, bereidt voor de Dienst Financiën de eindafrekeningen voor.

De juridisch medewerker werkt hiervoor nauw samen met de maatschappelijk werkers van de AOO, de administratie woonzorgcentra en de dienst Financiën. Het totaal aantal actieve dossiers bedraagt 149 (139 in 2009). b. Inventarisaties en ontruiming

Voor residenten met financiële tussenkomst die geen kinderen hebben, gebeurt een inventarisatie van de inboedel en een ontruiming van de woning. De juridisch medewerker staat in voor de inventarisatie, samen met de maatschappelijk werker die het dossier behandelt.

Page 294: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

294

Er wordt in samenspraak met de resident (of bewindvoerder) of zijn/haar contactpersoon bepaald welke goederen mee naar het woonzorgcentrum kunnen en welke verkocht worden, ten voordele van de provisierekening van de resident. In 2010 gebeurden er 14 inventarisaties (26 in 2009). De juridisch medewerker maakt afspraken met de technisch begeleider van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC), die belast is met de praktische ontruiming.

Page 295: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

295

Deel 5

Human Resources

Page 296: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

296

Page 297: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

297

25 Personeel

Adres Campus Prins Filip, 2e verdieping Jubileumlaan 217e 9000 Gent Aantal personeelsleden Personeel: 25,1 voltijds equivalenten 28 koppen Onderstaande cijfers zijn gegenereerd op 31 december 2010.

25.1 Personeel van het OCMW Gent

De personeelsbezetting van naderbij bekeken:

overzicht personeelsbezetting in koppen

634 619 586807 890 975 1010

237 325

1754 17611886 1921

661

286292

0

500

1000

1500

2000

2500

2007 2008 2009 2010

jaar

aant

al p

erso

neel

sled

en

Statutair personeel

Contractueel personeel

Personeelsleden art.60§7Totaal

Page 298: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

298

Eind 2010 waren er 1.921 personeelsleden (koppen) in dienst bij het OCMW Gent. Dit cijfer omvat zowel: • de statutair aangestelde personeelsleden,

• het aantal contractuele (al dan niet met gesubsidieerde contracten) personeelsleden

• de personeelsleden art.60§7.

Personeelsleden kunnen kiezen om voltijds of deeltijds te werken. Als we rekening houden met halftijdse en deeltijdse tewerkstellingen dan komen we tot een effectieve tewerkstelling van 1.697,45 FTE (= aantal personeelsleden uitgedrukt in voltijds tewerkgestelde equivalenten).

Evolutie voltijds tewerkgestelde equivalenten (VTE)

311,4

594,4 588,15

279,39

227,44

283,18

496,2 514,9

562,8580,4

544,45579,4

213,2223,8 226,1 217,9

0

100

200

300

400

500

600

700

2007 2008 2009 2010

jaar

VTE

personeels ledenart.60§7

DepartementSocialedienstverlening

DepartementOuderenzorg

overigedepartementen

Voor de verdere interpretatie van het cijfermateriaal werken wij met het aantal personeelsleden in koppen.

Page 299: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

299

List break2 a. Personeelsbeweging

Uit dienst

dading; 16

einde contract; 64

ontslag om dringenderedenen; 2

ontslag verleend; 29

ontslagen; 14

overlijden; 2

pensioen; 25

In 2010 gingen 152 personeelsleden uit dienst om diverse redenen. Dit cijfer is exclusief het aantal personeelsleden art.60§7 dat uit dienst ging. Iets minder dan de helft waren contracten van bepaalde duur die automatisch beëindigd werden door het bereiken van de einddatum. 16 personeelsleden kregen hun ontslag (ontslagen en ontslag om dringende redenen) en 45 personeelsleden kozen er zelf voor om het OCMW te verlaten. Er werd hen ontslag verleend of ze gingen uit dienst via een dading. Een specifieke reden voor de stijging van het aantal personeelsleden dat zelf kiest om het OCMW te verlaten is er niet. Vermoedelijk zorgt het iets gunstiger economisch klimaat ervoor dat mensen weer meer durven te veranderen van job. 25 personeelsleden (22 statutaire en 3 contractuele personeelsleden) gingen met pensioen. Dit jaar overleden twee personeelsleden tijdens de actieve dienst. In de loop van het jaar kwamen er, al dan niet met een kortlopend en/of tijdelijk vervangingscontract, ook nieuwe personeelsleden bij. Het gaat om 144 ‘unieke’ personen (dit wil zeggen dat een personeelslid dat bijvoorbeeld in dienst komt, een periode uit dienst gaat en dan weer terugkomt, maar één keer geteld wordt) (exclusief personeelsleden art.60§7).

Page 300: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

300

b. Statutair versus contractueel personeel

52,58% van het personeel is aangeworven op contractuele basis, 16,92% zijn personeelsleden art.60§7 en 30,50% is vastbenoemd. In 2009 behoorde nog 39% tot het statutair personeel.

Statutair - contractueel - personeel art.60§7

30,50%586

52,58%1010

16,92%325

Statutai r personeel

Contractueelpersoneel

Personeels ledenart.60§7

De dalende trend (2%) bij het statutair aangesteld personeel zet zich in 2010 voort. Dit komt omdat er minder personeelsleden statutair benoemd worden en omdat iedereen contractueel in dienst komt.

2,01%

7,64%

21,37%

7,27%

11,09%

7,89%

0,44%

1,44%

3,20%

0,81%

13,47%

8,40%

11,65%

3,13%

0,06%

0,13%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

leidin

ggeve

nd pe

rsonee

l

administratie

f pe rso

neel

maatsc

happeli

jk werk

technis

ch pers

oneel

param

edisc

h perso

neel

verpleg

end en

verzo

rgend

perso

neel

onde

rhou

d en ke

uken

perso

neel

we ttelijk

e graad

Contractueel - statutair per functiegroep

% statutair

% contractueel

Uit een vergelijking tussen contractuele en statutaire personeelsleden per functiegroep blijkt een overwicht aan statutaire invulling bij leidinggevend personeel, technisch personeel en wettelijke graden. Voor deze cijfers werd de functie van voorzitter als contractuele wettelijke graad aanzien. De grafiek houdt geen rekening met personeelsleden art.60§7.

Page 301: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

301

Anderzijds is het merendeel van de administratieve personeelsleden, de maatschappelijk werkers, het paramedisch personeel, het verplegend en verzorgend personeel en het onderhouds- en keukenpersoneel contractueel verbonden met het OCMW. c. tendensen per functiegroep

Statutair personeel volgens functiegroep

leidinggevend personeel21%

administratief personeel20%

maatschappelijk w erk22%

technisch personeel4%

paramedisch personeel2%

verplegend en verzorgend personeel

22%

onderhoud en keuken personeel

9%

Bij de statutaire functiegroepen zijn de maatschappelijk werkers, het verplegend en verzorgend personeel en de administratie evenredig vertegenwoordigd. 21% van het statutair personeel behoort tot het leidinggevend kader.

Contractueel personeel volgens functiegroepleidinggevend

personeel3%

administratief personeel34%

maatschappelijk w erk18%technisch personeel

1%

paramedisch personeel5%

verplegend en verzorgend personeel

21%

onderhoud en keuken personeel

18%

Wanneer we het contractueel personeel per functiegroep bekijken, zien we dat de contractuele personeelsleden voornamelijk tot het administratief en het verplegend en verzorgend personeel behoren.

Page 302: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

302

In tegenstelling tot het statutair personeel behoort slechts 3% van de contractuelen tot het leidinggevend personeel. d. Verhouding vrouw - man

Er werken 1.367 (71%) vrouwen en 554 (29%) mannen voor het OCMW Gent. Dat betekent dat iets meer dan 7 op 10 medewerkers vrouw is.

m an/vrouw verhouding

29%

71%

mannen vrouwen

e. Vrouw – man verhouding in relatie tot de baremaschalen.

Gender en loonschalen

3

46

117

51 53

198

-

69

390

158

86 127

386

237

-

50

100

150

200

250

300

350

400

450

wettelijkegraden

A B/BV C D E Art.60

loonschalen

Man

Vrouw

Als we de verhouding man/vrouw bekijken in functie van de verloning (volgens barema), kunnen we vaststellen dat in alle loonschalen - behoudens de leidinggevende en/of staffuncties waar een zeker evenwicht bestaat - het merendeel van de personeelsleden

Page 303: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

303

vrouw is. Er is een mannelijk overwicht te vinden bij de wettelijke graden en bij de personeelsleden art.60§7. niveau M V Eindtotaal W.G. + voorzitter 100% 0% 3 A 40% 60% 115 B/BV 23% 77% 507 C 18% 82% 472 D 18% 82% 288 E 25% 75% 211 Art.60 61% 39% 325 Eindtotaal 29% 71% 1.921

f. Leeftijdsopbouw

Leeftijdspyramide

7

116

263309

247 259226

255

184

55

050

100150

200250

300350

-20 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65

leeftijd

aant

al

Totaal % -20 7 0,36% 20-24 116 6,04% 25-29 263 13,69% 30-34 309 16,09% 35-39 247 12,86% 40-44 259 13,48% 45-49 226 11,76% 50-54 255 13,27% 55-59 184 9,58% 60-65 55 2,86% Eindtotaal 1921 100%

6,40% van de personeelsleden is jonger dan 25 jaar terwijl 26,02% 50 jaar en ouder is.

Page 304: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

304

Wanneer wij uitgaan van de theoretische pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar kan ongeveer 12,44 % van de personeelsleden binnen de 10 jaar met pensioen. Uit de gegevens blijkt dat slechts een minderheid (2,86%) blijft werken na de leeftijd van 60 jaar. De andere leeftijdscategorieën kennen een evenredige vertegenwoordiging. g. Leeftijd en geslacht

M %M V %V Eindtotaal <20 5 71% 2 29% 7 20-24 25 22% 91 78% 116 25-29 66 25% 197 75% 263 30-34 85 28% 224 72% 309 35-39 77 31% 170 69% 247 40-44 80 31% 179 69% 259 45-49 59 26% 167 74% 226 50-54 74 29% 181 71% 255 55-59 62 34% 122 66% 184 60-65 21 38% 34 62% 55 Totaal 554 1367 1921

Ook in de verschillende leeftijdscategorieën zien we een overwicht van vrouwelijke personeelsleden.

Leeftijd en geslacht

0 100 200 300 400

<2020-2425-2930-3435-3940-4445-4950-5455-5960-65

M V

Page 305: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

305

25.2 Organisatie - Human Resources beleid in 2010

Aantal personeelsleden Organisatie: 10,2 voltijds equivalenten 11 koppen List break2 a. Nieuwe structuur HR

In 2010 werden de voorbereidingen getroffen om het Departement Human Resources vanaf 2011 onder te verdelen in drie secties: Talent, Organisatie en Personeel. Deze verandering is doorgevoerd om beter te kunnen inspelen op nieuwe uitdagingen, veranderende structuren en nauwere samenwerking. De dienst Talent zorgt voor het aantrekken, ontwikkelen en inventariseren van OCMW-talent, en is onderverdeeld in vier cellen die werken rond competentiemanagement (selectie, vorming, loopbaanbegeleiding en evaluatie). De dienst Organisatie is een nieuwe dienst die zich voornamelijk toespitst op het tactische luik van Human Resources. Ook Organisatie bestaat uit vier cellen ( projecten, welzijn, organisatieontwerp/budget en juridische ondersteuning). De dienst Personeel staat in voor een klantvriendelijke, efficiënte personeelsadministratie. Hier wordt de loopbaan van elke individuele medewerker administratief opgevolgd (dossierbeheer, cel salarisadministratie en cel onthaal en ondersteuning). b. Personeelsfeest

In 2010 vond het OCMW-personeelsfeest plaats met als thema ‘The Orient Express’. Tijdens het feest maakten artiesten zoals Absynthe Minded, Les Truttes en La Guardia Flamenca hun opwachting. Daarnaast waren er verscheidene vormen van randanimatie. Alle personeelsleden (inclusief art. 60) met hun partner waren welkom op het feest. In totaal schreven 1.099 personen (personeelsleden met hun partner) zich in. De avond zelf waren er 956 aanwezigen. c. Project aanwezigheidsbeleid

Sinds 2010 zijn we in samenwerking met Securex van start gegaan om een positief aanwezigheidsbeleid in onze organisatie uit te voeren. Het project is modulair opgebouwd. Sommige modules zijn ondertussen afgerond: module 1 ‘projectplanning en visiebepaling’ en module 4 ‘kwalitatieve analyse’. De eerste module heeft ons een projectplan opgeleverd en een gevalideerde visietekst. In het kader van de vierde module beschikken we nu over een rapport met mogelijke oorzaken van verzuim binnen onze organisatie. Andere modules lopen door tijdens het volledige projectverloop, in het bijzonder module 2 ‘sensibilisatie van de betrokken partijen’, module 3 ‘kwantitatieve analyse’ en module 8 ‘monitoring en evaluatie’. In 2010 hebben we op frequente basis gecommuniceerd over de stand van zaken van het project via diverse interne communicatiekanalen in samenwerking met de dienst Communicatie (module 2). Begin 2010 heeft er een nulmeting plaatsgevonden over de verzuimsituatie van OCMW Gent. Periodiek levert Securex verzuimcijfers en cijfers over de medische controles aan (module 3). De overige modules zijn ondertussen ook aangevat of worden opgestart in 2011. Dit geldt voor module 5 ‘verzuimprocedure’, module 6 ‘ontwikkelen actieplan’ en module 7 ‘ sensibilisatie en opleiding verzuimgesprekken leidinggevenden’.

Page 306: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

306

d. Proefproject telewerk

In 2010 liep in het OCMW een proefproject telewerk waaraan 28 collega's deelnamen. Eind december 2010 werd het project door alle betrokken partijen positief geëvalueerd. Er werd beslist om telewerk in OCMW Gent voort te zetten voor telewerkbare functies die onder de Rechtspositieregeling vallen en uit te breiden met 90 telewerkers extra. Hiermee wordt een totaal van maximaal 118 telewerkers beoogd. Vanaf 1 juli 2011 kan er structureel getelewerkt worden voor een periode van drie jaar. Deze beperking tot drie jaar is er om zoveel mogelijk medewerkers de kans tot telewerk te geven. e. Ethias

De verzekering ‘Arbeidsongevallen’ is toegewezen aan externe verzekeraar Ethias. Vanaf 1 januari 2010 gebeurden alle aangiftes door HR-Personeel via het extranet van Ethias. f. E-besluitvorming

Vanaf 14 september 2010 werd het mogelijk om de besluitvorming binnen het OCMW volledig digitaal en automatisch te laten verlopen. Om specifieke personeelsmaterie te laten behandelen door de secretaris, Vast Bureau en Raad werden sjablonen voor e-besluiten opgemaakt. g. Formatiewijziging Departement Sociale Dienstverlening

De laatste personeelsformatie van de Sociale Dienst dateerde van 1999 en was toe aan een herziening. In 2010 werd dan ook gewerkt aan de formatiewijziging van de Sociale Dienst. Deze wijziging houdt een regularisatie en rationalisatie in van de huidige personeelsbehoeften. Hierbij werd rekening gehouden met nieuwe wettelijke opdrachten, maatschappelijke evoluties en beleidskeuzes. Binnen de nieuwe personeelsformatie is er een duidelijke aflijning en aansturing vanuit drie afdelingen binnen de Sociale Dienst: 'beleidsondersteuning', 'financiële en thematische hulpverlening' en 'wonen en activering'. Daaruit volgde een nieuw organogram. Functiebeschrijvingen werden geactualiseerd en er kwamen ook nieuwe functiebeschrijvingen door het ontstaan van nieuwe taken en opdrachten. h. Intranet

In 2010 werd het nieuwe intranet gelanceerd. HR heeft in samenwerking met Communicatie meegewerkt aan de opbouw van het nieuwe digitale personeelsboekje: de OCMWie. Ook de structuur van het thema Personeel is gewijzigd, waardoor een opzoeking gemakkelijker verloopt. i. HR-beleidsdag

In oktober bogen de 56 personeelsleden van de HR-afdeling zich over de beleidsnota 2007-2012 van het OCMW. Het doel was om na te gaan wat er al is verwezenlijkt en wat nog kan gebeuren. Uit de evaluatie bleek een positieve respons. HR is van plan om dit initiatief volgend jaar te herhalen. j. Rechtspositieregeling Ouderenzorg

In 2010 is er een besluit van de Vlaamse Regering verschenen, dat een raamkader vormt voor een Rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel in het departement Ouderenzorg. Momenteel maakt de Juridische Ondersteuning van HR - Personeel binnen dat raamkader een Rechtspositieregeling op die op 1 juli 2011 in werking treedt.

Page 307: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

307

In december 2010 vonden onderhandelingen plaats met de vakbonden over het toepassingsgebied van artikel 104, § 6 van het OCMW-decreet (ook van belang voor het toepassingsgebied voor de RPR) en over de overgangsbepalingen over vakantie- en feestdagen voor personeel dat in dienst was vóór 1 januari 2011. Dit omdat de dwingende bepalingen uit het Besluit van de Vlaamse Regering die betrekking hebben op vakantie- en feestdagen al op 1 januari 2011 in werking zijn getreden.

25.3 Diversiteit

25.3.1 Doelstelling

De OCMW-beleidsnota 2007 - 2012 benadrukt het belang van een modern human resources (HR)- beleid met oog voor diversiteit en gelijke kansen voor de OCMW-personeelsleden en OCMW-sollicitanten. Ook zal het OCMW zijn ‘people management’ verder uitwerken. De cel Diversiteit van het departement Human Resources heeft een diversiteitsplan 2008 – 2013 opgesteld als onderdeel van dit HR-beleid. Het diversiteitsplan ondersteunt HR-projecten die de maatschappelijke integratie van kansengroepen bevorderen. Ook stimuleert het plan de innovatie van de HR-producten en processen. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld telewerk, schoolbelbanen, enz. Hieronder worden de HR-acties beschreven die uitgevoerd werden in 2010 en waarbij de cel Diversiteit een samenwerkende rol, of een trekkersrol opnam.

25.3.2 Realisaties

Om de realisaties te omschrijven volgen we de 6 strategische doelstellingen (SD) binnen het HR-diversiteitsbeleid. List break2 a. SD 1: Streven naar een vernieuwende arbeidsorganisatie en kwalitatief personeelsbeleid

met oog voor diversiteit (bouwen aan de toekomst door middel van een professionele organisatie en dienstverlening).

a.a Realisaties

Op 1 februari 2010 startte een proefproject telewerk waaraan 28 medewerkers deelnamen. Er was een tussentijdse en eindevaluatie aan de hand van een schriftelijke bevraging. Telewerk werd positief beoordeeld door alle betrokken partijen. Het Vast Bureau besliste dan ook eind december 2010 om telewerk verder te zetten. Vanaf 2011 kunnen 90 extra telewerkers instappen. Alle projectinformatie werd bovendien uitgewisseld met de Stad Antwerpen die eveneens telewerk via een proefproject wil implementeren. b. SD 2: Analyse maken van diversiteit in de eigen organisatie op vlak van ken- en

stuurgetallen.

Page 308: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

308

b.a Realisaties

In overleg met de personeelsadministratie werden de definities geconcretiseerd in verband met de kansengroepen en werden de data geïnventariseerd. Met kansengroepen bedoelen we hier personen met een handicap (PmH), personen van allochtone afkomst, kortgeschoolden en ervaren werknemers. Er werd via een vrijwillige bevraging nagegaan wat de cijfers in verband met deze groepen zijn in het OCMW. In 2010 gebeurde een vrijwillige bevraging van het personeel: • Personen met een Handicap (PmH): het OCMW haalt het streefcijfer van 4 % PmH niet.

0.28% van de personeelsleden registreerden zichzelf als persoon met een handicap volgens de vooropgestelde criteria. Dit cijfer is uitzonderlijk laag. Het is mogelijk dat sommige mensen zich niet willen kenbaar maken als een PmH.

• Allochtonen: het streefcijfer van 15% voor allochtonen wordt wel gerealiseerd, dankzij het aantal tewerkgestelde artikel 60 personeelseden.

b.b Verbetermogelijkheden:

• Meestal nemen de directe leidinggevenden de eindbeslissing in het selectieproces. Daarom kan het een optie zijn om het streefcijfer op termijn per departement te leggen.

• Een andere optie om diversiteit te bevorderen is dat de directe leidinggevende niet de rol opneemt van jurylid tijdens de selectie. Dit is het geval in sommige besturen. Eén van de valkuilen bij selectie is immers dat sommige juryleden eerder op zoek zijn naar gelijkenissen dan naar verschillen.

c. SD 3: Uitwerken van een diversiteitsvriendelijke bedrijfscultuur.

c.a Realisaties

• Interne communicatie

In de interne nieuwsbrievenen het personeelsmagazine wordt in samenwerking met Communicatie gecommuniceerd over lopende projecten bijvoorbeeld telewerk, anti-discriminatiedag, generatiemanagement,… • Opleiding

In samenwerking met Vorming en de Integratiedienst van de Stad Gent werd de opleiding ‘Hoe om te gaan met diversiteit met focus op allochtonen ’ aangeboden als vorming voor OCMW-personeelsleden. • Antidiscriminatieweek

Er werd gewerkt rond de antidiscriminatieweek in maart 2010 met betrekking tot ‘Omgaan met blinden en slechtzienden’. Hierover werd een workshop georganiseerd in samenwerking met Licht en liefde. In maart 2010 was er een mailbanner voor verdraagzaamheid, tegen discriminatie. Er werden voorbereidingen genomen voor de antidiscriminatieweek in maart 2011 waar workshops georganiseerd worden over ‘hoe discrimineren organisaties en structuren’.

Page 309: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

309

• Managers van diversiteit

Binnen het subsidieproject ‘Managers van Diversiteit’ gebeurde de eindrapportering rond de vooropgestelde doelen door de overheid. Dit ging ondermeer over het geven van feedback aan niet geselecteerde sollicitanten, ontwikkelen van een vaardigheidsproef voor ongeschoold onderhoudspersoneel, aanpassen van sollicitatieformulier en affichecampagne naar kansengroepen toe, enz. • Werkgroep ‘Personen met een handicap’ (PmH)

Deze werkgroep met vertegenwoordigers uit diverse departementen komt vier keer per jaar samen. Het gaat om vertegenwoordigers van Selectie, Personeel, Veiligheid, Facility Management, Communicatie, Vorming en Loopbaanbegeleiding en vertegenwoordigers van de Stad Gent ( Dienst Sociale Voorzieningen - Secretariaat Toegankelijkheidscel, Departement Bevolking en Welzijn). De diverse projecttrekkers rapporteren hun realisaties in het eigen jaarverslag. Aanvullend bij de strategische nota van de stad Gent over PmH worden volgende acties in de werkgroep PmH opgenomen: • beter beeld van Gentse personeelsleden met een handicap,

• betere toegankelijkheid en signalisatie (ook brailleschrift) van gebouwen,

• non-discriminatieclausule in contracten,

• anysurferlabel op de website,

• vorming van baliemedewerkers,

• gerichter bekendmaken van vacatures.

De werkgroep ‘Personen met een handicap’ was ook vertegenwoordigd in de projectgroep van behoefte onderzoek van Hogeschool Gent in samenwerking met het stadsbestuur. Dit onderzoek gaat over noden van personen met handicap in verband met dienstverlening van stad Gent en OCMW. Conclusies en verdere uitwerking gebeuren in de loop van 2011. d. SD 4: Uitwerken van een diversiteitsvriendelijk personeelsmanagement.

d.a Realisaties

• Er werd, na overleg met de Stad Gent en in samenwerking met ondermeer organisaties die Personen met handicap vertegenwoordigen, een lijst ontwikkeld in functie van tewerkstelling van kansengroepen. Deze lijst zal gebruikt worden door Selectie voor het doelgericht bekend maken van vacatures aan de kansengroepen.

• In overleg met Selectie werd de nota over wervingscommunicatie en wederkerende

kosten voor 2011 geactualiseerd in functie van het bereiken van de kansengroepen. De bedoeling is dat vacatures verspreid worden naar de vertegenwoordigers van de diverse doelgroepen/kansengroepen.

• Binnen de onthaalvorming van nieuwe personeelsleden werd het diversiteitsdenken

opgenomen zodat nieuwe OCMW-medewerkers op de hoogte zijn van de visie van het OCMW.

Page 310: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

310

• Met Selor, het selectiebureau van de overheid, werd de mogelijkheid tot samenwerking onderzocht voor het efficiënt aanwerven van personen met een handicap in functie van het principe van redelijke aanpassingen. Selor zou bijvoorbeeld kunnen helpen om deze personen met handicap te screenen.

• In overleg met Selectie en Veiligheid werd de aanzet gegeven voor de opstart van een

werkgroep in 2011 met als doel een procedure te ontwikkelen die de in- en doorstroom van PmH beschrijft.

• Opstart van het thema ‘leeftijdbewust personeelbeleid’:

♦ in het najaar van 2010 gebeurden enkele bevragingen over ‘wat motiveert mij om naar het werk te komen?’

♦ Uit de interviews in 2010 over generatiemanagement bij werknemers in HR en Financiën kwam een spanningsveld tot uiting. Het statuut van contractuelen en statutairen op vlak van de pensioenregeling wordt als onrechtvaardig ervaren. Het onderscheid tussen beide statuten zijn moeilijk verenigbaar met een leeftijdsbewustpersoneelbeleid (LBPB).

♦ In het personeelsmagazine OCMWerkt , 5 verscheen het artikel “We hebben elkaar nodig, verschillende generaties op de werkvloer”. Enkele duo’s jongere en oudere medewerkers werden geïnterviewd over hoe zij de samenwerking ervaren. Alle medewerkers ervoeren deze samenwerking als een meerwaarde en er waren hierbij geen specifieke spanningen.

• Schoolbelbanen : Uit de evaluatie eind 2010 kwam als belangrijkste opmerking van de

schoolbelbaners dat de organisatie flexibiliteit verwacht van de medewerker (zoals langer werken na 15.30 uur waardoor de schoolbelbaner moet overwerken) maar tegenover een strakke, rigide regelgeving stelt. De schoolbelbaners worden bijvoorbeeld verplicht om op woensdag of vrijdagnamiddag verlof te nemen in plaats van de kans te bieden extra gepresteerde uren te kunnen recupereren. De schoolbelbaners stellen voor om voor hen de stamtijd op woensdagnamiddag en/ of vrijdagnamiddag af te schaffen zodat ze gemakkelijker hun overuren kunnen recupereren. Op deze vraag werd positief ingegaan zodat dit mogelijk wordt in 2011.

e. SD 5: Optimaliseren van de interne werking binnen Human Resources Management

e.a Realisaties

Er werd twee keer vergaderd door de projectgroep Diversiteit en afgesproken dat er enkel nog wordt vergaderd bij vooropgestelde behoeften door de werkgroepleden. Op de beleidsdag HR werd het thema leeftijdbewust personeelsbeleid en generatiemanagement uitgelegd en werden de ervaringen en suggesties bevraagd bij de HR medewerkers. Uit de HR beleidssessie in het najaar van 2010 kwam tot uiting dat HR-medewerkers de ervaring hebben dat personeelsleden dikwijls vragen hebben naar meer flexibiliteit in de organisatie. Nu is het dikwijls zo dat de organisatie flexibiliteit verwacht van de medewerker (zoals extra langer werken op moment dat de hiërarchie dit vraagt), maar als organisatie die flexibiliteit niet altijd voorziet in de eigen regelgeving of HR-instrumenten. De HR- medewerkers gaven volgende adviezen mee in functie van meer maatwerk binnen de context van leeftijdsbewust personeelsbeleid:

Page 311: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

311

• meer flexibiliteit van de arbeidstijden (soepeler stamtijden)

• herdenken van het principe van de arbeidsduur: de werknemer werkt op specifieke ‘piek’momenten meer uren per dag dan op bepaalde dalmomenten

• kans tot powernap (dutje),

• behouden van zowel de uitstapregelingen voor 55 plussers als de soepele arbeidsregimes zoals verminderde prestaties,

• kans bieden aan fulltime medewerkers om hun arbeid te presteren over 4 werkdagen in plaats van vijf werkdagen.

f. SD 6: Gebruik maken van institutionele steun bij het uitwerken en bekend maken van het

diversiteitbeleid van de organisatie.

f.a Realisaties:

In 2010 werd het subsidiedossier Managers van Diversiteit’ afgerond. Doel van het subsidiedossier was sensibilisering. In functie van het opbouwen en onderhouden van een netwerk werd deelgenomen aan vergaderingen van het programmateam Diversiteit en Gelijke Kansen van stad Gent. Doel is optimalisering van kennisbeheer en uitwisselen van ‘best practice’s.

25.3.3 Evolutie van de kencijfers diversiteit

De evolutie van de diversiteitscijfers wordt zowel voor het personeel in dienst (personeelsleden art.60 inbegrepen) als voor de sollicitanten weergegeven per doelgroep: • personen van allochtone afkomst,

• ervaren werknemers,

• kortgeschoolden,

• personen met een arbeidshandicap.

Voor 2007 werden de cijfers van de personeelsleden uit het diversiteitsplan gebruikt. Deze cijfers dateren van 1 december 2007. Voor 2008, 2009 en 2010 werd telkens gekeken naar de toestand op 31 december. Voor de weergave van het aantal sollicitanten wordt er steeds gekeken wie zich in een bepaald jaar inschreef als sollicitant. Voor 2007 werden de cijfers uit het diversiteitsplan gebruikt. List break2

Page 312: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

312

a. Personen van allochtone afkomst

a.a Personeelsleden

Uit onderstaande tabel blijkt dat het aantal allochtonen stijgt. Totaal 2007 2008 2009 2010 allochtoon 235 230 284 341 autochtoon 1524 1533 1602 1580 % allochtoon 13,36% 13,05% 15,06% 17,75% % autochtoon 86,64% 86,95% 84,94% 82,25%

Grafiek 1: contracten personen van allochtone afkomst

(Onder regulier worden de vastbenoemden, contractuelen, gesco’s en werknemers met een vervangingscontract verstaan.) Uit bovenstaande grafiek blijft dat allochtonen voornamelijk in andere contracten worden tewerkgesteld waaronder contracten art. 60 §7.

Page 313: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

313

Grafiek 2: contracten personen van autochtone afkomst

Grafiek 3: verdeling per functieniveau van personen van allochtone afkomst

Bijhorende tabel A B + BV C D E 2007 2 10 31 44 148 2007 0,85% 4,26% 13,19% 18,72% 62,98% 2008 1 14 33 52 130 2008 0,43% 6,09% 14,35% 22,61% 56,52% 2009 2 16 36 44 186 2009 0,70% 5,63% 12,68% 15,49% 65,49% 2010 4 20 44 48 225 2010 1,17% 5,87% 12,90% 14,08% 65,98%

Page 314: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

314

Grafiek 4: verdeling per functieniveau van personen van autochtone afkomst

Bijbehorende tabel A B + BV C D E 2007 103 442 422 277 280 2007 6,76% 29,00% 27,69% 18,18% 18,37% 2008 113 469 439 265 247 2008 7,37% 30,59% 28,64% 17,29% 16,11% 2009 124 495 455 275 253 2009 7,74% 30,90% 28,40% 17,17% 15,79% 2010 125 501 450 266 238 2010 7,91% 31,71% 28,48% 16,84% 15,06%

Page 315: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

315

a.b Sollicitanten

Uit onderstaande tabel blijkt dat steeds meer allochtonen solliciteren bij het OCMW. Grafiek 5: verhouding sollicitanten allochtonen – autochtonen

b. Ervaren werknemers of sollicitanten

b.a Personeelsleden

Ongeveer een kwart van de werknemers is ouder dan 50 jaar. Grafiek 6: leeftijd werknemers

Page 316: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

316

b.b Sollicitanten

Ongeveer 6% van de sollicitanten is ouder dan 50. Grafiek 7: leeftijd sollicitanten

c. Kortgeschoolden

c.a Personeelsleden

Voor de graden D en E is er geen diplomavereiste. Deze graden kunnen een indicatie zijn van het aantal kortgeschoolden. Bijgevolg is ongeveer 40% kortgeschoold. Grafiek 8: verdeling functieniveaus

Page 317: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

317

Bijbehorende tabel A B + BV C D E 2007 105 452 453 321 428 2007 5,97% 25,70% 25,75% 18,25% 24,33% 2008 114 483 472 317 377 2008 6,47% 27,40% 26,77% 17,98% 21,38% 2009 126 511 491 319 439 2009 6,68% 27,09% 26,03% 16,91% 23,28% 2010 129 521 494 314 463 2010 6,72% 27,12% 25,72% 16,35% 24,10%

c.b Sollicitanten

Bij de sollicitanten werd gekeken naar personen zonder diploma, enkel een diploma lager secundair onderwijs of een BUSO (bijzonder secundair onderwijs) diploma. Uit onderstaande tabel blijkt dat ongeveer 1/5 kortgeschoold is. Grafiek 9: kortgeschoolde versus niet-kortgeschoolde sollicitanten

Page 318: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

318

d. Man/vrouw

d.a Personeelsleden

Er werken overwegend meer vrouwen bij het OCMW dan mannen. Grafiek 10: geslacht werknemers

d.b Sollicitanten

Er solliciteren meer vrouwen dan mannen bij het OCMW. De verhouding man –vrouw van sollicitanten tegenover personeelsleden is gelijklopend. Grafiek 11: geslacht sollicitanten

Page 319: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

319

e. Personen met een arbeidshandicap

Als een persoon aan één van de volgende zes categorieën voldoet, wordt hij/zij beschouwd als een persoon met een arbeidshandicap. Het gaat om personen uit één van de volgende zes categorieën: • Ze zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap,

vroeger het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap.

• Ze zijn erkend door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als personen met een Handicap.

• Ze komen in aanmerking voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of voor een integratietegemoetkoming, die verstrekt wordt aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

• Ze zijn in het bezit van een attest dat uitgereikt is door de algemene directie Personen met een handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen.

• Ze zijn slachtoffer van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte en ze kunnen een bewijs voorleggen van een blijvende arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 procent uitgereikt door het Fonds voor arbeidsongevallen, door het fonds voor Beroepsziekten of door de Administratieve Gezondheidsdienst of zijn rechtsopvolger in het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector.

• Ze hebben hun hoogste getuiggeschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair onderwijs.

e.a Personeelsleden

Eind 2009 gebeurde een personeelsbevraging. De resultaten van deze bevraging werden begin 2010 verwerkt. Op basis van deze gegevens hebben vijf werknemers of 0,26% te kennen gegeven dat ze een arbeidshandicap hebben.

e.b Sollicitanten

Bij de sollicitanten werd gekeken naar het criterium: “hoogste getuiggeschrift of diploma behaald in het buitengewoon secundair onderwijs”. Aan andere criteria werd niet voldaan.

Sollicitanten met een arbeidshandicap

2007 1 % 2007 0,10% 2008 16 % 2008 0,82% 2009 7 % 2009 0,55% 2010 5 % 2010 0,44%

Page 320: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

320

f. Overzicht werknemers en sollicitanten

Werknemers

(op 31/12/2010)

Sollicitanten (tot 31/12/2010)

Streefcijfer OCMW

allochtonen 17,75% 21,03% 15% personen met een arbeidshandicap

0,26% 0,44% 4.5 % (RPR = 2 % )

ervaren werknemers 25,72% 6,83% / kortgeschoolden 40,45% 20,76% / Man 28,87% 20,76% / Vrouw 71,13% 79,24% /

Page 321: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

321

26 Selectie

Adres Jubileumlaan 217E 9000 Gent Aantal personeelsleden Selectie: 5,6 voltijds equivalenten 6 koppen

26.1 Doelstelling

Selectie heeft als hoofddoel nieuwe medewerkers aan te werven en te selecteren. We streven hierbij om de juiste persoon op de juiste plaats te zetten. Daarnaast ondersteunt Selectie de Human Resources manager in allerlei projecten.

26.2 Realisaties

Het OCMW kan nieuwe medewerkers op twee manieren aanwerven: • De eerste manier, de aanwervingsprocedure, wordt in de organisatie ook wel eens de

‘grote poort’ genoemd (artikel 8 tot 31 uit de Rechtspositieregeling (RPR)). Hieronder valt ook de bevorderingsprocedure (artikel 100 tot 107 uit de RPR)

Beide procedures lijken erg op de statutaire examens van vroeger.

• Een tweede manier is via artikel 35-36 in de RPR, ook wel de ‘kleine poort’ genoemd in de organisatie. Deze manier van aanwerven is weinig gereglementeerd en dus zeer flexibel en snel, maar heeft ook enkele ernstige nadelen voor de organisatie en het personeelslid. Zo kan een medewerker, die via deze weg werd aangeworven, maximaal maar twee jaar in dienst blijven (tenzij hij/zij ondertussen slaagt voor een aanwervingsprocedure), en kan hij/zij niet deelnemen aan selecties om een vacature in te vullen via interne personeelsmobiliteit of bevorderingsprocedures.

Beide manieren van aanwerven zijn zo verschillend dat de cijfers voor beide procedures hieronder apart worden weergeven. Binnen Ouderenzorg werd in 2010 nog steeds aangeworven via de oude (contractuele) procedures. Deze zijn eerder te vergelijken met aanwervingen binnen de RPR via artikel 35-36. Deze cijfers worden dan ook samen gerapporteerd.

Page 322: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

322

26.2.1 Aanwervingsprocedures volgens nieuwe RPR

In 2010 werden 9 aanwervingsprocedures volgens de nieuwe RPR afgerond: • onderhoudsmedewerker;

• maatschappelijk werker;

• jurist Sociale Dienst;

• jurist HR;

• administratief medewerker –Loket en Balie;

• administratief medewerker – Gemengd;

• administratief medewerker – Backoffice;

• administratief medewerker – Financiën;

• adjunct van de directie.

Een vergelijking over de jaren heen is voor dit gedeelte nog niet mogelijk omdat in 2010 de eerste procedures volgens de nieuwe procedure werden afgerond. List break2 a. Doorstroom van sollicitanten door de verschillende proeven

718

272 272299245

128221

6

124198

21 200

100200300400500600700800

SP PT MP

KandidatenGeslaagdNiet GeslaagdAfwezig of verzaakt

In totaal startten 718 kandidaten aan de schriftelijke proeven (SP) van de 9 aanwervingsprocedures. 272 deelnemers werden uitgenodigd voor psychotechnische proeven (PT). De psychotechnische proeven waren in de meeste procedures niet-eliminerend, zodat 245 slaagden voor deze proef. Sommige sollicitanten werden vrijgesteld van psychotechnische proeven, omdat hun resultaten van eerdere proeven nog geldig waren. Aan de mondelinge proeven (MP) startten 272 deelnemers, van wie er uiteindelijk 128 geslaagd zijn.

Page 323: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

323

b. Vergelijking van het aantal kandidaten aan de verschillende proeven over de niveau’s

6694

446

112

19 19

171

6319 42

148

63

050

100150200250300350400450500

A B C D-E

SPPTMP

Het aantal kandidaten voor de mondelinge proeven op B-niveau ligt hoger dan het aantal kandidaten voor de psychotechnische proeven, aangezien de resultaten voor de psychotechnische proeven van vele kandidaten nog geldig waren.

26.2.2 Aanwervingen via artikel 35-36 (rpr) en contractuele selecties OZ

In 2010 kwamen 368 kandidaten langs voor selectiegesprekken en 226 voor testen. Het verschil is te verklaren door de vrijstelling van psychotechnische testen voor de verzorgende en verpleegkundige functies en door de vrijstelling wanneer de testen minder dan twee jaar eerder al afgelegd waren. Hierbij merken we een sterke daling van het aantal afgenomen selectiegesprekken (situatie voor RPR), door het invullen van vacatures via procedures binnen de nieuwe rechtspositieregeling. List break2 a. Vergelijking aantal selectiegesprekken en psychotechnische testen

484

915

632

368422490 448

226

0

200

400

600

800

1000

2007 2008 2009 2010 SGPT

Page 324: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

324

b. Psychotechnische testen

b.a Aantal afgelegde psychotechnische proeven

In 2010 werden in totaal 226 kandidaten uitgenodigd voor psychotechnische testen. 226 kandidaten (100%) werkten de testen af en 0 (0%) kandidaten verzaakte.

467 443

226

23 5 00

100

200

300

400

500

2008 2009 2010 AfgewerktVerzaakt

b.b Aantal kandidaten die de psychotechnische proeven afwerkten, per niveau

Van de 226 kandidaten die de test afwerkten, waren er 25 kandidaten (12%) van niveau A, 117 kandidaten (51%) van niveau B, 49 kandidaten (22%) van niveau C en 35 kandidaten (15%) van niveau D-E.

10582

25

170

136117118

131

49

7494

35

020406080

100120140160180

2008 2009 2010

A

B

C

D-E

Page 325: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

325

c. Selectiegesprekken

c.a Aantal kandidaten volgens het resultaat van de selectiegesprekken

In 2010 werden 368 kandidaten uitgenodigd op gesprek. Van hen werden 172 kandidaten (47%) geschikt, en 47 kandidaten (13%) minder geschikt, 80 kandidaten (22 %) niet geschikt bevonden en 69 kandidaten (18%) verzaakten.

432

265

172178114

47

171143

80124 110

69

050

100150200250300350400450500

2008 2009 2010

GeschiktMinder geschiktNiet geschiktVerzaakt

c.b Aantal kandidaten die geschikt werden bevonden na selectiegesprek volgens leeftijdscategorie

Van de 172 geschikte kandidaten vielen 68 kandidaten (39.5%) binnen de leeftijdscategorie ‘jonger dan 25’, 50 kandidaten (30%) was tussen 25 en 35 jaar, 27 kandidaten (17%) tussen 36 en 45 jaar en 21 kandidaten (13%) bevonden zich in de categorie tussen 46 en 55 jaar. 4 kandidaten (0.5%) viel in de leeftijdsgroep ‘ouder dan 55’.

89

62 68

172

111

50

101

4227

6043

2110 7 4

020406080

100120140160180200

2008 2009 2010

jonger dan 2525-3535-4545-55ouder dan 55

Page 326: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

326

c.c Aantal kandidaten die geschikt werden bevonden na selectiegesprek per gender

Van de 172 geschikte kandidaten waren er 32 mannelijke kandidaten (19%) en 140 vrouwelijke kandidaten (81%).

8253 32

350

212

138

050

100150200250300350400

2008 2009 2010

mannen

vrouwen

c.d Aantal kandidaten die geschikt werden bevonden na selectiegesprek per niveau

Van de 172 kandidaten die geschikt werden bevonden, waren er 12 kandidaten (7%) van niveau A, 78 kandidaten (46%) van niveau B, 33 kandidaten (19%) van niveau C en 49 kandidaten (28%) van niveau D-E.

62

3012

148

9378

103

63

119

79

3349

020406080

100120140160

2008 2009 2010

A

B

C

D-E

Page 327: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

327

26.2.3 Interne vacatures

De interne vacatures worden via circulaires bekendgemaakt. In 2010 werden er 10 interne vacatures uitgeschreven. 10 vacatures (100%) konden intern worden ingevuld.

30

20

10

19

40

0

51015

20253035

2008 2009 2010

interningevuldexterningevuld

26.2.4 Projecten

Naast de reguliere opdrachten werkt Selectie aan een aantal bijkomende projecten of opdrachten: • Herschrijven van de functiebeschrijvingen: In het kader van het nieuw

competentiehandboek werden de functiebeschrijvingen opnieuw opgesteld met een panel van personeelsleden. Een aantal functiebeschrijvingen zijn ondertussen klaar en werden goedgekeurd. Het overzicht met alle functiebeschrijvingen, die ondertussen zijn goedgekeurd, staan op het intranet onder Selectie & Examens.

• Feedbackgesprekken voeren met de kandidaten na het selectiegesprek: Na het selectiegesprek kunnen de sollicitanten feedback krijgen van de arbeidspsycholoog over het resultaat van de selectie en de resultaten van hun psychotechnische proeven.

• Diversiteit opleidingsconcept: Er werd een proef-opleidingsconcept ontwikkeld voor de juryleden bij selectiegesprekken. Deze opleiding wordt ontwikkeld en gegeven door de arbeidspsychologen van Selectie en van de cel Diversiteit. De opleiding behandelt de technieken van selectiegesprekken en daarbij aansluitend de interculturele competentie.

• Globaal imagocampagne: In 2010 werd de imagocampagne, die van start ging in 2009, voortgezet in advertenties, sollicitatieformulieren en op beursstanden. Het doel hiervan is het algemeen beeld van OCMW Gent als werknemer in een positief daglicht te stellen en vanuit een bedrijfsimago meer sollicitanten aan te trekken.

• Knelpuntberoepen: In overleg met de directies van de woonzorgcentra waren er recruteringsacties voor het aantrekken van sollicitanten voor knelpuntberoepen. Het ging hierbij voornamelijk om verpleegkundigen. Dit gebeurde via publicaties in gespecialiseerde literatuur en recruteringsacties onder de bezoekers van de woonzorgcentra zelf.

• RPR: de eerste aanwervingsprocedures onder de nieuwe rechtspositieregeling werden in 2010 afgewerkt.

Page 328: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

328

Page 329: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

329

27 Vorming en Loopbaanbegeleiding

Adres Jubileumlaan 217e 9000 Gent Aantal personeelsleden Vorming en Loopbaanbegeleiding: 10,6 voltijds equivalenten 11 koppen

27.1 Missie

Met VTO (Vorming, training en ontwikkeling)-activiteiten en Loopbaanbegeleiding de competenties van OCMW-medewerkers ontwikkelen en de motivatie van medewerkers verhogen. Hierdoor dragen we bij tot de realisatie van de kernopdrachten van de organisatie en diensten, tot het vervullen van individuele doelstellingen van medewerkers en tot de afstemming tussen beide.

27.2 Doelgroepen

Vorming en Loopbaanbegeleiding coördineert vorming, training, opleiding en loopbaanbegeleiding voor vaste en contractuele personeelsleden en voor raadsleden van OCMW Gent. De vormingsinspanningen voor personeelsleden tewerkgesteld op basis van artikel 60 § 7 van de OCMW-wet worden autonoom georganiseerd door het Opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC). Deze bijzondere groep personeelsleden kan echter ook gericht deelnemen aan sommige vormingsactiviteiten georganiseerd door Vorming en Loopbaanbegeleiding.

27.3 Vorming

OCMW Gent beschikt over een aantal sterk uitgebouwde speerpuntwerkingen en is in veel opzichten trendsetter in de invulling van wettelijke opdrachten. Vorming en Loopbaanbegeleiding ondersteunt hiertoe niet alleen de competentieontwikkeling van de OCMW-medewerkers, maar stimuleert ook steeds uitdrukkelijker de kennisdeling binnen de organisatie. De leidraad van het vormingsbeleid blijft vooral het (helpen) organiseren van interne vormingen op maat. Dit kan met een interne of externe docent. Voor een gerichte competentieontwikkeling blijven ook externe vormingskansen mogelijk. List break2

Page 330: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

330

27.3.1 Cijfermateriaal

Onderstaande tabel bevat cijfermateriaal over het aantal gevolgde vormingen, het aantal unieke deelnemers en het aantal unieke vormingen. De unieke deelnemers omvatten alle personeelsleden die één of meer vormingen volgden. De unieke vormingen omvatten alle vormingen die door één of meerdere personeelsleden werden gevolgd. De gegevens in deze tabel worden opgesplitst: • per aard van de vormingsactiviteit: interne vormingen met interne docent, interne

vormingen met externe docent en externe vormingen;

• per departement;

en vergeleken met voorgaande jaren.

SD

OZ

Ond

erst

eune

nde

dien

sten

OC

MW

Gen

t 201

0

Gem

idde

lde

2007

tot 2

009

% v

ersc

hil t

usse

n

2010

en

het g

emid

deld

e va

n 20

07 to

t 200

9

# gevolgde vormingen 1316 1149 416 2881 3872 -25,60% # unieke deelnemers 435 500 137 1072 1215 -11,79% # unieke vormingen 37 43 25 58 72 -19,07%

interne vorming met interne docent

# vormingsuren 5367 3410 2241 11018 10950 0,62%

# gevolgde vormingen 976 1294 416 2538 2648 -4,15% # unieke deelnemers 458 521 142 1121 1067 5,09% # unieke vormingen 39 52 33 61 58 5,78%

interne vorming met externe docent

# vormingsuren 6441 5511 2218 14170 13866 2,19%

# gevolgde vormingen 415 392 176 983 960 2,36% # unieke deelnemers 231 195 79 505 473 6,77% # unieke vormingen 156 157 79 505 363 38,99%

externe vorming

# vormingsuren / / / / / /

# gevolgde vormingen 2707 2835 860 6402 7481 -14,42% # unieke deelnemers 675 610 191 1376 1337 2,94% # unieke vormingen 232 252 156 501 493 1,69%

alle vormingsactiviteiten

# vormingsuren (zonder externe vormingen) 11808 8921 4459 25188 24815 1,50%

Page 331: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

331

Uit bovenstaande tabel blijkt voornamelijk een sterke daling bij de interne vormingen met interne docent ten opzichte van het gemiddelde van de voorgaande jaren. De verklaring hiervoor is het opstarten van enkele interne vormingen met externe docent die voortvloeien uit grotere projecten, zoals de implementatie van de huisstijl, upgrade van het microsoft office pakket naar microsoft office 2003, peoplemanagement, enz. In vergelijking met de drie voorgaande jaren valt tevens een toename in het aantal unieke externe vormingen te noteren. Vorming en Loopbaanbegeleiding bereikt ook 3% meer individuen dan gemiddeld in de 3 voorgaande jaren.

27.3.2 Kosten

Onderstaande tabel toont aan dat de stijging van het aantal interne vormingen met externe docent een stijging van de totale kosten met zich meebrengt. overzicht kosten (in euro) 2010 2009 2008 vormingen (externe vormingen en interne vormingen met externe docenten)

310.025,62 292.989,01 199 796,10

maaltijdkosten verbonden met de organisatie van interne opleidingen en terugbetaling van maaltijdkosten van studiedagen e.d.

12.635,20

10.387,71

13 720;26

vormingskosten langdurige individuele opleidingen 13.863,96 4.462,01 9 112,81

27.3.3 Realisaties

a. Algemeen

Een opvallende realisatie in 2010 is het opstarten van de opleiding people management die voortvloeit uit de beleidsnota. People management is een opleiding voor leidinggevenden. In 2010 werd samen met Digipolis verder werk gemaakt van de optimalisatie van de vormingsmodule die elektronische inschrijvingen mogelijk maakt. Ook in samenwerking met Digipolis ging het project Business Intelligence (BI) voor de dienst vorming van start. BI gaat over het aanleggen van een database met cijfermateriaal over de werking van het hele OCMW. Het aanhalen van de samenwerking met de stad Gent in de vorm van regelmatig overleg. Hier wordt informatie uitgewisseld, houdt men elkaar op de hoogte van elkaars activiteiten, is er intervisie, enz. Er is een overleg rond Vorming en een overleg rond Loopbaanbegeleiding. Het volgen van een opleiding VTO om de inhoudelijke expertise van de vormingsconsulenten te versterken. Het opmaken van twee operationele vormingsplannen. b. Sociale Dienst (SD)

Gezien het wegvallen van de verplichte vormingsuren in de functionele loopbaan is het een uitdaging om het aanbod van vormingen attractiever en interactiever te maken (bijvoorbeeld bedrijfstheater rond agressie, basismodule inzichten in kansarmoede met deelname van vrijwilligers van de Emancipatorische Werking enz.). In 2010 werd de basisvorming voor nieuwe medewerkers verder geoptimaliseerd in samenwerking met de werkgroep vorming SD. Nieuwe medewerkers kunnen momenteel een traject van diverse modules volgen zodat zij op korte termijn voldoende bagage hebben om hun toekomstige job binnen één van de diensten van SD uit te voeren. Deze basisvorming wordt vrijwel volledig gedragen door interne lesgevers die bereid zijn hun expertise te delen met de nieuwkomers.

Page 332: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

332

2010 was het jaar waarin we, na een grondige voorbereiding, definitief van start zijn gegaan met de inleefstages tussen de welzijnsbureaus en de administratie. Dit had een positief effect op de samenwerking tussen maatschappelijk werkers en administratieve medewerkers. De Emancipatorische Werking werkte samen met Vorming aan een pakket opleiding rond kansarmoede voor nieuwe maatschappelijk werkers. Er werden sessies Vreemdelingenwetgeving uitgewerkt voor maatschappelijk werkers in overleg met de juriste van de dienst Vreemdelingen. Extra aandacht ging naar de groep van baliemedewerkers, waar de voorbereiding is gestart voor een vormingspakket op maat binnen hun toekomstige opdrachten aan hun loket. Dit houdt in dat zij in de toekomst opgeleid worden om klanten beter door te verwijzen van de Sociale Dienst naar Ouderenzorg en omgekeerd. c. Ouderenzorg (OZ)

• Behoeftenbevraging

♦ In 2009 werd een nieuwe manier gevonden om het departement Ouderenzorg te bevragen naar zijn vormingsbehoeften. De werkwijze, met focusgroepen in de woonzorgcentra en bevraging op teamvergaderingen in de lokale dienstencentra en de afdeling Zelfstandig Wonen en Projecten, bleek succesvol en werd In 2010 voortgezet..

♦ Het in kaart brengen van de behoeften bij Advies, Oriëntatie en Opname (AOO) is gebeurd op een overleg met de leidinggevenden.

• Andere realisaties

♦ In de woonzorgcentra hebben we een aantal onderhandelingsprocedures gevoerd om voor een langere periode met een externe organisatie te kunnen samenwerken (bijvoorbeeld rond dementie, hef en til, EHBO). Het voordeel hiervan is dat de flexibiliteit van de aanbieder een stuk groter is. Zo kunnen we de inhoud van de vormingen niet alleen afstemmen op het OCMW Gent, maar nog concreter op elke dienst afzonderlijk. De aanbieders maken tijd vrij om de diensten te bezoeken, zodat de vorming aan de werkplek gelinkt is. In 2010 hebben we dan ook extra aandacht besteed aan het toepassen van de vorming op de werkvloer.

♦ In 2010 zijn enkele medewerkers van ‘zelfstandig wonen en projecten’ als interne lesgever van start gegaan. Zij geven vormingen over hun verschillende projecten aan de medewerkers van de lokale dienstencentra.

♦ In de lokale dienstencentra hebben we na een aantal vormingen een natraject gepland. De loopbaanbegeleiders hebben samen met de teams de vorming vertaald naar het eigen centrum. De opvolging is daardoor concreet, toepasbaar en op maat. Dit verhoogt het rendement van de vorming en nodigt mensen uit om er direct mee aan de slag te gaan.

♦ Om de vormingsuren op een vlotte manier te analyseren, zijn we momenteel aan het testen met Business Intelligence . Hierdoor kunnen we op een snelle en accurate manier het nodige cijfermateriaal produceren.

Page 333: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

333

d. Ondersteunende en administratieve diensten

Vorming en Loopbaanbegeleiding heeft in 2010 met en voor de ondersteunende en administratieve diensten volgende zaken gerealiseerd: • Opleiding 'Huisstijl - klantvriendelijke, schriftelijke communicatie - algemene module': dit

is een verplichte opleiding voor alle pc-gebruikers in OCMW Gent. De opleiding legt de focus op het klantvriendelijk schrijven van zowel brieven als mails, met aandacht voor de huisstijl van OCMW Gent.

• Opleiding Smartsite voor de intranetredacteurs. Daarbij lag de focus op 'hoe schrijven voor een digitaal medium'. Aan deze opleiding ging een opleiding 'werken met Smartsite' vooraf. Deze opleiding werd gegeven door interne lesgevers.

• Informatica-opleidingen, meer bepaald MS Word 2003 (basis, intermediair, experts), MS Excel 2003 (basis, intermediair, experts), MS Outlook 2003 en Powerpoint. Deze opleidingen richten zich tot alle pc-gebruikers binnen OCMW Gent.

• Opleidingen voor polyvalente ploeg bij Facility Management: basis installatietechnieken elektriciteit en BA4 (brevet rond veilig werken)voor niet-elektriciens, basis sanitair en basis houtbewerking. De eerste 2 opleidingen werden gerealiseerd in 2009, basis houtbewerking kwam aan bod in 2010.

• Verplichte bijscholing voor EHBO-verantwoordelijken: sinds 2009 is er een verplichte bijscholing voor de EHBO-verantwoordelijken. Elke EHBO-verantwoordelijke moet binnen de vijf jaar 20 uur bijscholing volgen om zijn of haar brevet te behouden. Vorming en Loopbaanbegeleiding besliste, in overleg met Preventie en Veiligheid, om deze bijscholing jaarlijks te organiseren. Op deze manier wordt de bijscholing gespreid in de tijd en is dit minder belastend voor de EHBO-verantwoordelijken en voor de dienst waar ze tewerkgesteld zijn.

• Opleiding e-besluitvorming: sinds februari 2010 zijn er opleidingssessies rond 'E-besluitvorming'. Deze opleiding bestaat uit 2 luiken, nl. het luik kwaliteitsvolle besluitvorming en het luik software. Beide luiken zijn verplicht te volgen door de aangeduide e-besluitvormingsgebruikers.

• Opleiding peoplemanagement: Vorming en Loopbaanbegeleiding startte met de opleiding Peoplemanagement. Deze opleiding heeft als doelgroep alle leidinggevenden en werd opgesplitst in de volgende groepen: technisch operationeel leidinggevenden, operationeel leidinggevenden, middenkader en managementteam (MAT). Het aantal opleidingsdagen varieert per doelgroep gaande van 6 dagen (technisch operationeel leidinggevenden) tot 12 dagen (MAT). Deze opleiding bevat ook een residentieel gedeelte van twee dagen.. De opleiding is van start gegaan in 2010 en loopt tot en met 2012.

• Opleiding 'Eerste interventieploegen - luik brandblusoefeningen': werd georganiseerd in samenwerking met Preventie en Veiligheid. Een mobiele unit rijdt naar verschillende locaties zodat deelnemers zich zo min mogelijk moeten verplaatsen. In 2010 vond al één sessie plaats in het wzc Zonnebloem voor de leden van de interventieploegen van Zonnebloem, het wzc De Vijvers en het welzijnsbureau Nieuw Gent. In 2011 zijn er sessies op andere locaties gepland.

• Proefproject ‘Efficiënt werken’: voor twee groepen, één van SD en één groep van HR. De doelgroep zijn personeelsleden die werken in een kantooromgeving, die hun eigen werk kunnen plannen en die op een georganiseerde en efficiënte manier willen omgaan met hun tijd. De opleiding bevat negen uur opleiding in groep en drie uur individuele coaching, gespreid over vier lesdagen. De opleiding werd positief onthaald en wordt in 2011 hernomen.

Page 334: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

334

e. Onthaalbeleid en Eedafname

In 2010 werd het vernieuwde Onthaalbeleid dat in 2009 van start ging (Startonthaal, Onthaaldag en Vorming, de Evaluatiecyclus en Functioneringgesprekken) bestendigd. Hieraan werd nu de Eedaflegging toegevoegd. • Het Startonthaal bespreekt op de eerste ochtend van de tewerkstelling onderwerpen die

noodzakelijk zijn voor een goede start van de nieuwe medewerker.

• De Onthaaldag bezoekt verschillende diensten en geeft zo de nieuwe medewerker een beeld over het OCMW.

• Vorming, de Evaluatiecyclus en Functioneringgesprekken behandelt het doel en het belang van vorming, functionerings- en evaluatiegesprekken.

De Eedaflegging is van toepassing voor alle personeelsdiensten die sinds 1 juli 2009 in dienst zijn gekomen. De Eedafname is een officieel en feestelijk gebeuren. De personeelsleden leggen de eed af in de handen van de voorzitter. • Aantal deelnemers 2010: 344

♦ Startonthaal: 105;

♦ Onthaaldag:121 + 6 stagairs + 3 externen (Digipolis);

♦ Vorming, de Evaluatiecyclus en Functioneringgesprekken: 118.

• Aantal deelnemers Eedafname 2010: 160

♦ voorjaar: 83;

♦ najaar: 77.

f. Diversiteit

De projectgroep Diversiteit, waar Vorming deel van uitmaakt, realiseerde de volgende opleidingen: • 'Hoe omgaan met personen met een fysieke en/of mentale beperking - voor

baliemedewerkers';

• 'Hoe omgaan met diversiteit? ' in samenwerking met de Stedelijke Integratiedienst.

Page 335: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

335

27.4 Loopbaanbegeleiding

Vorming en Loopbaanbegeleiding heeft als doelstelling de competenties van de medewerkers van OCMW Gent te helpen ontwikkelen zodat de verschillende diensten hun doelstellingen vlotter kunnen realiseren. Meer specifiek wil Loopbaanbegeleiding via individuele begeleiding van de medewerkers ondersteuning bieden en advies geven op vlak van loopbaankeuze, loopbaanvraag en ontwikkelingsvraag van de medewerkers.

27.4.1 Cijfermateriaal

In 2010 kwamen 51 personen in individuele loopbaanbegeleiding. In 2009 waren dat er 56. Van de 51 dossiers werden er 34 afgesloten. 17 dossiers zijn nog lopende en worden in 2011 verder behandeld. Hieronder vindt u meer gedetailleerde gegevens over deze 51 personen en de vergelijking met 2009 per categorie.

2009 2010 Man 11 20% 12 24% Geslacht Vrouw 45 80% 39 76% < 25 4 5% 0 0% 25 - 34 14 25% 13 26% 35 - 44 16 29% 20 39% 45 - 54 19 34% 17 33%

Leeftijd

> 54 3 5% 1 2% Niveau A 3 5% 4 8% B of BV 16 29% 16 32% C 19 34% 17 33% D 14 25% 7 14% E 4 7% 7 14% Wettelijke graden 0 0% 0 0% Functie Administratief Personeel 17 30% 18 34% Verplegend en Verzorgend personeel 13 23% 9 18% Onderhouds-en keuken personeel 7 13% 7 14% Maatschappelijk werker 12 21% 9 18% Leidinggevend personeel 7 13% 7 14% Paramedisch personeel 0 0% 1 2% Technisch personeel 0 0% 0 0% Wettelijke graden 0 0% 0 0% Statuut Contractueel 30 54% 28 55% Statutair 26 46% 23 45% Directie Bestuursorganisatie 5 9% 2 4% Sociale Dienstverlening 22 39% 18 35% Facility Management 1 2% 1 2% Human Resources 0 0% 3 6% Ouderenzorg 28 50% 27 53% Financiën 0 0% 0 0% Kabinetten en fracties 0 0% 0 0% Gedetacheerden 0 0% 0 0%

List break2

Page 336: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

336

a. Geslacht

Van de 51 medewerkers waren er 12 mannen en 39 vrouwen. Wat een verdeling oplevert van 24% mannen en 76% vrouwen. b. Leeftijd

Wat betreft leeftijd werd er gekeken naar de leeftijd die de medewerkers hadden op het moment van hun eerste loopbaanbegeleidinggesprek. Van de 51 medewerkers die in 2010 met loopbaanbegeleiding startten, was niemand 25 jaar of jonger, 13 personen (26%) waren tussen 25 en 34 jaar, 20 (39%) bevonden zich in de categorie 35 tot 44. 17 personen (33%) waren tussen 45 en 54 jaar oud en één persoon (2%) was ouder dan 54. Het merendeel van de personen die in 2010 de stap naar Loopbaanbegeleiding zetten, was dus tussen de 35 en 44 jaar. In 2009 was de groep tussen 45 en 54 jaar de grootste groep. c. Niveau

Van de medewerkers die in 2010 in loopbaanbegeleiding kwamen, ziet de verdeling volgens niveau er als volgt uit. Van de 51 medewerkers waren er 4 (8%) op niveau A tewerkgesteld, 16 (32%) op niveau B of BV, 17 (33%) op niveau C, 7 (14%) op niveau D en 7 (14%) op niveau E. Vergeleken met 2009 zijn de percentages grotendeels gelijklopend. Alleen op niveau D is er een lichte daling en op niveau E een lichte stijging in het aantal personen dat in 2010 met loopbaanbegeleiding startte. d. Functie

Specifieker dan niveau kunnen we ook nog een onderverdeling maken op basis van functie. Binnen deze onderverdeling zien we dat er van de 51 medewerkers 18 (34%) administratief personeel waren. Dit was, net als in 2009, de grootste groep. Daarnaast waren er ook nog 9 (18%) die een verplegende of verzorgende functie uitoefenden. In totaal kwamen 7 personen (14%) met een onderhouds- of keukenfunctie en evenveel personen met een leidinggevende functie in loopbaanbegeleiding. Onder deze laatste groep vallen onder meer hoofdmaatschappelijk werkers, hoofdverpleegkundigen, hoofdadministratief medewerkers, … Als laatste groep hebben we tot slot de groep van de maatschappelijk werkers. Deze groep bestond in totaal uit 9 personen (18%). In tegenstelling tot 2009, startte in 2010 ook één persoon (2%) met een paramedische functie met loopbaanbegeleiding. e. Statuut

Wat betreft statuut werd er een onderscheid gemaakt tussen twee groepen. Allereerst hebben we de medewerkers die statutair benoemd zijn. Van de 51 personen die in 2010 in loopbaanbegeleiding kwamen, waren er 23 (45%) statutair benoemd. Een tweede groep zijn de contractuelen. Zij waren in totaal met 28 personen (55%). f. Directie

Het merendeel van de personen die in 2010 in loopbaanbegeleiding kwamen, was tewerkgesteld binnen SD (18 personen of 35%) en OZ (27 personen of 53%). Dit was tevens het geval in 2009. Daarnaast waren er nog 2 medewerkers (4%) die tewerkgesteld waren binnen Bestuursorganisatie en één medewerker (2%) van Facility Management. In 2009 kwamen er geen medewerkers van Human Resources in loopbaanbegeleiding, in 2010 waren dat er 3 (6%). Net als vorig jaar kwam niemand van Financiën in loopbaanbegeleiding.

Page 337: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

337

27.4.2 Realisaties

List break2 a. Individuele begeleiding

a.a Initiële aanleiding voor Loopbaanbegeleiding

De initiële aanleiding is de reden waarom iemand in de eerste plaats een beroep wil doen op Loopbaanbegeleiding. Er zijn verschillende redenen waarom iemand kiest om contact op te nemen met Loopbaanbegeleiding. Opgelet: er zijn minder initiële aanleidingen dan personen die in 2010 in loopbaanbegeleiding kwamen, aangezien een deel van deze 51 personen reeds in 2009 startte met loopbaanbegeleiding. De meeste personen (10 personen of 24%) kwamen naar Loopbaanbegeleiding met een algemene infovraag. 9 personen (22%) kwamen voor meer info over hun loopbaanmogelijkheden. 15% (6 personen) van de 51 personen die in 2010 in loopbaanbegeleiding kwamen, kwamen naar aanleiding van een functionerings- of evaluatiegesprek. Sommige personen werden doorgestuurd door Arista omwille van een medische problematiek, dit was zo in 10% van de gevallen (4 personen). Nog eens 4 personen (10%) kwamen met het oog op het ontwikkelen van hun competenties. 3 personen (7%) kwamen met een andere vraag, die niet onder te brengen valt onder de bovenstaande categorieën. Slechts twee personen (5%) kwamen naar aanleiding van een reorganisatie.

7%10%

10%

7%

15%24%

22%5%

Ander

Advies Arista

Competenties

Conflict

Functionerings- en/ofevaluatiegesprekInfovraag

Loopbaanmogelijkheden

Reorganisatie

a.b Contacten

In totaal vonden er 99 contacten plaats in 2010. Wat een gemiddelde van 1,94 gesprekken per medewerker oplevert. Uiteraard vonden er nog meer contacten plaats dan alleen de 99 die geregistreerd werden. Er werd voor gekozen alleen deze contacten te registeren, die inhoudelijk bijgedragen hebben aan de loopbaanbegeleiding van de medewerkers.

Page 338: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

338

a.c Inhoud van het contact

45% van de contacten (44 in totaal) die plaatsvonden in 2010 waren zogenaamde intakegesprekken. Tijdens dit eerste gesprek werd nagegaan wat de loopbaanvraag van de medewerker precies was en wat Loopbaanbegeleiding voor de medewerker kon betekenen. Daarnaast vonden er 38 (38%) vervolggesprekken, 11 (11%) afsluitingsgesprekken en 3 (3%) testafnames plaats. Tot slot hadden er ook nog 3 (3%) andere vormen van gesprek plaats, zoals telefoongesprekken of e-mails.

11%3%

45%3%

38% AfsluitingAnderIntakegesprekTestafnameVervolggesprek

a.d Aanwezig tijdens contact

Tijdens het merendeel van de contacten (79% of 78 contacten) was alleen de medewerker aanwezig. Bij 10 contacten (10%) waren zowel de medewerker als de leidinggevende aanwezig. Nog eens 10 van de contacten (10%) gebeurden met de leidinggevende alleen. Bij één contact (1%) was er samen met de medewerker iemand anders dan de leidinggevende aanwezig tijdens het contact.

10% 1%10%

79%

LeidinggevendeMedewerker en andere(n)Medewerker en leidinggevendeMedewerker zelf

a.e Acties gekoppeld aan een individueel contact

Bij 20% van contacten (20 keer) was de volgende actie het bezorgen van informatie. Hieronder vallen onder meer informatie over loopbaanmogelijkheden, verloning,… In 6 gevallen (6%) had de actie te maken met het opstarten van een loopbaantraject. Andere mogelijke acties waren: competentieanalyse (3%), feedback van de afgenomen testen (4%) of advies met betrekking tot het functioneren van de medewerker op zijn of haar dienst (10%). In 13% van de gevallen moest de medewerker worden doorverwezen naar de vertrouwenspersoon, Arista of externen. In 20 gevallen (20%) waren er geen verdere acties.

Page 339: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

339

Zes keer (6%) werden er acties ondernomen die niet in te passen vallen onder de bovenvermelde categorieën.

10%6%

3%

13%

4%22%

20%

6%

10% 6%

Advies functioneren

Ander

Competentieanalyse

Doorverwijzing

Feedback testen

Geen actie

Informatie bezorgen

Loopbaanbegeleidingstrajectopmaken

a.f Methodieken gebruikt tijdens een contact

Naast een loopbaanbegeleidingsgesprek kunnen ook nog allerlei aanvullende methodieken aangewend worden. In 63% (69 keer) van de gevallen bestond de loopbaanbegeleiding uit een gesprek. In de overige gevallen werd gebruik gemaakt van een van de volgende methodieken: het opmaken van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan of POP (10 keer of 9%), aanreiken van een werkboek als hulpmiddel (10 keer of 9%), overlopen van vormingsmogelijkheden (1 keer of 1%), afnemen van een persoonlijkheidsvragenlijst (3 keer of 3%), afnemen van capacitaire testen (4 keer of 4%), afnemen van een competentiebeoordelingstool (1 keer of 1%), afnemen van een competentiegericht interview (1 keer of 1%), het meegeven van tips uit het ontwikkelingshandboek (6 keer of 6%) of een andere methodiek die niet onder de voorgaande in te passen valt (3 keer of 3%).

3% 4%1%

1%

63%

6%

3%9%

1% 9%

AnderCapacitaire testenCompetentiebeoordelingstoolCompetentiegericht interviewGesprekOntwikkelingshandboekPersoonlijkheidsvragenlijstPOPVormingWerkboek

Page 340: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

340

b. Groepsbegeleiding

In 2010 startte Loopbaanbegeleiding naast individuele begeleiding ook met de begeleiding van groepen. Titel Wat Aantal

personen Feedback geven – ldc Wibier

Na teambuilding werd gevraagd om ondersteuning te geven aan het team van ldc Wibier bij het geven en ontvangen van feedback

7

Stresshantering – wzc Het Heiveld

Oplijsten van stressoren, uiting van stress en omgaan met stress

20

Teamdag – ldc Speltinckx

Teamactiviteiten met het volledige team van ldc Speltincx, samen met het diensthoofd van de ldc

11

wzc De Liberteyt

4 intakegesprekken: Wat moet er veranderen tussen en binnen de teams? Samen hiervoor actie ondernemen. Oplijsten: wat loopt goed, wat loopt minder goed en waarvoor willen jullie ondersteuning? 3 terugkoppelingsmomenten

22 27

Communicatie – Antoniushof

Opleiding basiscommunicatie en vergadertechnieken

11

Nazorg opleiding “Leidinggeven voor niet-leidinggevenden” – alle ldc’s

Intakegesprekken met de centrumleider, ergotherapeut en maatschappelijk werker van alle lokale dienstencentra en dit naar aanleiding van de opleiding ‘leidinggeven voor niet-leidinggevenden’ die gevolgd werd door de maatschappelijk werkers

25

c. Algemeen

Naast de individuele begeleidingen werden volgende zaken gerealiseerd: • bekendmaking van loopbaanbegeleiding (via een folder);

• verwerven van technische expertise (via opleidingen);

• verder intervisie met de loopbaanbegeleiders van stad Gent;

• verder optimaliseren van de begeleidingsmethodiek;

• afstemmen van de procedure op RPR voor: bottom-up evaluatie, ongunstige evaluatie en heroriëntering;

• uitwerken of opstarten van projecten: efficiënt werken, personeelsfeest, beleidssessie HR, outplacement, kennismanagement, opleiding kandidaat- leidinggevenden en nieuwe leidinggevenden, opleiding ontwikkelingshandboek;

• ontwikkelen van instrumenten zoals een werkpostfiche voor personen met een medische problematiek;

• competentiemeting in het kader van de opleiding People Management.

Page 341: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

341

28 Sodico vzw

Adres Sociale dienst voor personeel OCMW Gent VZW Jubileumlaan 217 E, Blok A 9000 Gent Aantal personeelsleden Welzijn: 2,8 voltijds equivalenten 3 koppen List break2 a. Doelstelling

Sodico vzw is de sociale dienst voor de actieve en gepensioneerde personeelsleden van het OCMW Gent en het Algemeen Ziekenhuis Jan Palfijn. De vereniging heeft als doel het welzijn, de gezondheid en ontspanning van haar leden en inwonende gezinsleden te bevorderen. Leden genieten van verschillende voordeelpakketten en ontspanningsmogelijkheden. Daarnaast kunnen zij rekenen op een premie bij belangrijke persoonlijke gebeurtenissen en op een tussenkomst in de farmaceutische onkosten. Leden kunnen ook een beroep doen op de maatschappelijk werker van Sodico. Zij zoekt naar gerichte oplossingen of helpt met doorverwijzing. b. Leden

In 2010 had Sodico 3.176 leden waarvan 2.998 betalende leden en 178 niet-betalende leden. Er kwamen 74 nieuwe leden bij. In 2009 had Sodico 3.102 leden. Van alle leden zijn er 1.635 personen tewerkgesteld in het OCMW Gent, 763 in het ziekenhuis Jan Palfijn en 778 leden zijn met pensioen. Van de gepensioneerden hebben 501 personen in het verleden voor het OCMW gewerkt en 277 voor het Jan Palfijn.

Page 342: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

342

1635

763

501

277

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800

personeel OCMW

personeel Jan Palfijn

gepensioneerdenOCMW

gepensioneerdenJan Palfijn

Aantal Sodico-leden in 2010 volgens personeelsgroep (totaal: 3.176)

c. Projecten

In 2010 werd het aanbod van de projecten vergroot en was er meer aandacht voor de actieve leden. In totaal realiseert Sodico vzw 18 projecten, tien meer dan in 2009. In 2010 namen 2.177 mensen deel aan de activiteiten. Dit zijn er 968 meer dan in 2009.

1209

2177

0

500

1000

1500

2000

2500

jaar 2009 jaar 2010

Evolutie van het aantal deelnemers aan de Sodico-activiteiten

• Een aantal projecten werd afgelast: voor de tweede fietstocht was er te weinig

belangstelling en het project ‘Wijkokendivers’ kon bij gebrek aan een keuken niet doorgaan.

• De Bibberduik werd, door te koude temperaturen, verschillende keren afgelast. Op zondag 14 maart ging de plezantste duik van Gent dan toch door. In totaal namen 150 ijsberen een duik in het water, 8 ervan waren gelinkt aan Sodico vzw. Zij brachten 22 supporters mee.

• Sodico organiseerde in 2010 vier tochten binnen het project “seizoenswandelingen’:

♦ Op zondag 21 maart 2010 startten 49 leden aan de Valleihoeve voor een tocht in de streek van Huise.

Page 343: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

343

♦ Op zaterdag 5 juni organiseerden we de tocht ‘Tourneé Générale’ In de Vlaamse Ardennen.

In totaal namen 43 leden deel aan dit project.

♦ Op zondag 15 augustus organiseerden we met 27 deelnemers een begeleide tocht in het Verdronken Land van Saeftinghe.

♦ Op zaterdag 30 oktober 2010 namen 70 personen deel aan de heksenwandeling in Ellezelles.

• Op vrijdag 2 april 2010 organiseerde Sodico een uitstap naar de musical ‘Sound of music’, 47 leden namen deel aan dit project.

• 53 Personeelsleden van het OCMW Gent en het ziekenhuis Jan Palfijn zijn in 2009 met pensioen gegaan, wat op vrijdag 16 april 2010 werd gevierd. Op het feest ontvingen we 96 genodigden.

• Op zondag 25 april 2010 werd voor alle leden van Sodico en Sodiganda de nocturne van de Floraliën 2010 georganiseerd. In totaal kwamen 600 mensen daar op af. Alle vrouwelijke bezoekers werden verrast met een bloemetje.

• Binnen het project ‘Dwars door Oost-Vlaanderen” plande Sodico twee fietstochten:

♦ Op zondag 9 mei 2010 was er een fietstocht in de Moervaartvallei. In totaal stapten 20 deelnemers op de fiets.

♦ Omdat er weinig interesse was voor de tweede fietstocht werd deze afgelast.

• Op woensdag 2 en zondag 13 juni 2010 organiseerde Sodico in samenwerking met het woonzorgcentrum Zonnebloem gratis rondleidingen voor de tentoonstelling ‘Vogels over de vloer’, 21 personen kwamen een kijkje nemen.

• Op donderdag 3 en donderdag 24 juni 2010 organiseerde Sodico voor de gepensioneerde leden een daguitstap naar Voeren. In totaal namen 112 personen deel aan deze uitstap (62 personen op 3 juni en 50 personen op 24 juni).

• Op zaterdag 19 juni 2010 organiseerde Sodico voor haar actieve leden en familie een duik, onder de grond. We bezochten met 9 personen de privé-grot van Eprave in Han-sur-Lesse.

• Op zaterdag 28 augustus 2010 voeren we op een van de mooiste kajakroutes in Vlaanderen. We vertrokken in Wachtebeke op de Moervaart, passeerden een aantal natuurgebieden zoals de Reepkens en kwamen in Mendonk aan. In totaal voeren 22 leden mee.

• Zaterdag 12 september 2010 organiseerde Sodico het project “Braziliaans Picknickfestival”. Ondanks de felle regenbuien vooraf kwamen 170 personen picknicken.

• Op zaterdag 25 september 2010 organiseerde Sodico voor de actieve en gepensioneerde leden een daguitstap naar Lille. In totaal bezochten 62 leden Lille waar zij konden kiezen uit een driedelig programma.

• Dinsdag 16 november 2010 organiseerde Sodico een reünie voor de gepensioneerde leden van het OCMW en het Jan Palfijn ziekenhuis. In totaal namen 204 leden deel aan het feest in de salons van Hof ter Beke in Drongen.

• De verkoop van de azalea’s bracht € 204,40 op. Dit bedrag werd geschonken aan de vzw Emmaüs-zorgwonen, een onderdeel van het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) Artevelde.

Page 344: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

344

• Op 5 december 2009 kwamen Sinterklaas en zijn Pieten, in een koets, naar de feestzaal van het OCMW Gent. Ongeveer 533 kinderen en volwassenen ontvingen samen met de theatergroep “Sappellootjes” de Sint hartelijk. De kinderen kregen geen speelgoed, wel een waardebon van 20 euro van Fnac of van Dreamland. 1.179 Kinderen hadden recht op een bon, 922 werden er effectief afgehaald. Om alles in goede banen te leiden kon Sodico rekenen op 37 enthousiaste vrijwilligers.

• Op woensdag 29 december 2010 ging Sodico, samen met 61 leden, naar de kerstshow van Samson & Gert.

d. Premies

In 2010 werden volgende premies toegekend: • 33 begrafenisvergoedingen;

• 50 premies voor mindervalide kinderen;

• 53 premies voor oppensioenstelling;

• 12 premies voor een gouden of diamanten huwelijk;

• 20 premies voor 25 jaar lidmaatschap;

• 54 huwelijkspremies en 31 premies voor wettelijk samenwonen;

• 110 premies voor 12-jarigen;

• 143 geboortepremies.

In 2009 kregen 843 leden een financiële ondersteuning bij de aankoop van farmaceutische specialiteiten. De cijfers voor 2010 zijn pas in juli 2011 beschikbaar. Men kan tot het eerste kwartaal van het volgend jaar een aanvraag indienen. Sodico bedacht een nieuw premiestelsel. Dit ging van kracht vanaf 1 januari 2011 en is gepubliceerd in de wintereditie van het Sodicomagazine. e. Maatschappelijk werker

De maatschappelijk werker behandelde 21 dossiers. Meestal ging het om financiële, medische of sociale problemen. Sommige dossiers vroegen een diepere en langdurige behandeling. f. Kortingen en voordelen

• De leden genieten in 58 winkels, op vertoon van een lidkaart, een korting die kan variëren van 5% tot 15%.

• Bij 6 winkelketens (Luxor, ZEB, O’ Cool, Sanoma Magazines, Dreamland en E5 Mode) liepen voordelige acties voor onze leden.

• 43 leden namen een fitnessabonnement bij Jim Fitness of Fit-Out.

• In 2010 gingen 1.062 tickets voor pretparken de deur uit. Een daling ten opzichte van 2009 toen Sodico 338 tickets meer verkocht.

• In 2010 werd het aanbod van de Makrokaart stopgezet omdat iedereen deze nu vrij kan krijgen.

Page 345: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

345

g. Publicaties

• Er werden vier Sodicomagazines gepubliceerd: in totaal verschenen 25 artikelen. Het Sodicomagazine werd als katern geïntegreerd in het personeelsmagazine. Het personeelsmagazine wordt aan elk personeelslid dat in OCMW Gent werkt overhandigd en aan de gepensioneerden die lid zijn van Sodico. .

• De katern wordt afzonderlijk in een oplage van 1.037 exemplaren verspreid aan het Jan Palfijnziekenhuis voor 770 personeelsleden en 267 gepensioneerden.

• Sodico publiceerde 16 artikelen in de Nieuwsflits en vijf in Gebriefd.

Page 346: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

346

Page 347: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

347

Deel 6

Facility Management

Page 348: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

348

Page 349: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

349

29 Facility Management

Adres Oefenpleinstraat 6 9050 Gentbrugge Aantal personeelsleden Facility Management: 58,7 voltijds equivalenten 68 koppen

29.1 Herstructurering in 3 takken

De omvorming tot een volwaardig Facility Management (FM) met het integreren van de dienst Aankoop en Logistiek in de dienst Gebouwen en Technieken kreeg in 2010 haar uitvoering. De medewerkers die op de Campus Prins Filip werkten, zijn in 2010 verhuisd naar de Oefenpleinstraat. De 2 magazijnen werden samengevoegd tot één groot magazijn. De nieuwe structuur binnen FM bestaat nu uit 3 takken: • Technieken: elektriciens en polyvalente techniekers, poetsdienst;

• Ondersteuning: magazijn en aankopen;

• Studiebureau: architecten en tekenaars.

29.2 Grotere projecten

Dit overzicht omvat alleen de grotere projecten en niet alle kleinere werkzaamheden die Facility Management (FM) heeft uitgevoerd. Dit zou tot een te grote opsomming leiden. De grotere werkzaamheden kunnen we in drie categorieën opdelen: List break2 a. Externe studie – externe uitvoering: FM doet de voorbereidende studies, maar de

opmaak van het uiteindelijk dossier gebeurt door een extern studiebureau. Een externe firma voert de werkzaamheden uit.

b. Interne studie – externe uitvoering: FM doet de studies, maar de uitvoering van de werkzaamheden gebeurt door externen.

c. Interne studie – interne uitvoering: FM deed zowel de studie als de werkzaamheden.

List break2

Page 350: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

350

a. Externe studie – externe uitvoering

• Aangepaste infrastructuur voor de receptiewerking in de vroegere feestzaal van Campus Prins Filip.

Omdat de receptiewerking van Emancipatorische Werkingen verhuist en de nodige keukeninfrastructuur nodig heeft, vond een aanbesteding plaats voor de inrichting ervan. De opdracht werd niet gegund omdat de prijs te hoog was en niet binnen het budget paste. FM heeft het dossier in verschillende loten opgesplitst en heraanbesteed.

• Omgevingsaanleg en ondergrondse parking Campus Prins Filip.

De ontwerper voor de ondergrondse parking werd aangesteld. Omdat deze ontwerper ook al de opdracht had voor de omgevingsaanleg, zijn beide dossiers samengevoegd om ze gelijktijdig te laten uitvoeren. De bouwaanvraag werd ingediend.

• Uitbreiden van het sociaal pension De Baai.

Een studiebureau heeft een ontwerp gemaakt met 12 extra kamers (van 20 naar 32). De nieuwe vleugel wordt opgetrokken volgens de principes van de passiefbouw. De bouwaanvraag werd in 2010 opgemaakt en in januari 2011 ingediend.

• Ldc Ten Hove: renovatie van de bestaande gebouwen in de H. Lammenstraat 6-8 en Begijnhofdries 39-41 .

Een studiebureau heeft de verschillende eisen en oplossingen bekeken en uitgewerkt voor de renovatie van de gebouwen van het lokaal dienstencentrum Ten Hove.

• Nieuwbouw seniorenwoningen en een nieuw lokaal dienstencentrum in Zwijnaarde.

Dit dossier werd overgenomen van de zorgstrategische cel. FM overlegde voor dit project met de afdeling Ruimtelijke Planning van de stad Gent om duidelijkheid in het dossier te scheppen. Voorbereidende studies en overleg met andere diensten zijn hiervoor opgestart.

• Nieuw kantoorgebouw met ondergrondse parking Sint-Martensstraat.

Dit dossier werd overgenomen van de zorgstrategische cel. In overleg met de ontwerper zijn de nodige aanpassingen doorgevoerd om de plannen in overeenstemming te brengen met de huidige eisen van het OCMW.

• Nieuwbouw woonzorgcentrum in Mariakerke, Zuidbroek.

Dit dossier werd overgenomen van de zorgstrategische cel. Er werd in 2010 een nieuwe prijsvraag gelanceerd voor het aanstellen van een ontwerper.

• Fotovoltaïsche zonnepanelen

FM deed in samenwerking met de stad Gent een aanbesteding voor het installeren van fotovoltaïsche zonnepanelen op de daken van gebouwen. In 2010 begonnen de onderhandelingen met een kandidaat-installateur. Deze bekijkt in samenspraak met OCMW Gent welke daken geschikt zijn voor dergelijke panelen.

• Welzijnsknoop Ledeberg.

Dit dossier is overgenomen van de zorgstrategische cel. FM startte het dossier op met de aangestelde ontwerper en overlegde met de verschillende diensten om tot een passend voorontwerp te komen.

Page 351: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

351

b. Interne studie – externe uitvoering

• Nieuwbouw voor de Vakantiewerking op het Henri Storyplein

De Vakantiewerking kreeg een volledig nieuw gebouw op het Henri Storyplein. Dit werd officieel geopend en in gebruik genomen in september 2010.

• Verhuizing van het Opleidings- en Tewerkstellingscentrum (OTC)

Het OTC verhuist op korte termijn naar de UCO-site. De nodige aanpassingen zijn in kaart gebracht en bestekken opgesteld + gepubliceerd.

• Plafond woonzorgcentrum De Vijvers

Het plafond van de cafetaria van het wzc De Vijvers raakte beschadigd door waterinsijpeling. In 2010 werd het beschadigde plafond volledig vervangen.

• Ldc Speltincx: nieuwbouw en verbouwing

De werkzaamheden zijn in uitvoering. Met Monumentenzorg is een akkoord bereikt om in het oude gebouw twee ruimtes samen te voegen om een grotere bewegingsruimte te maken.

• Wzc De Vijvers - binnenschilderwerkzaamheden

De gangen en gemeenschappelijke ruimtes hebben dringend een opfrisbeurt nodig. Voor deze werkzaamheden werd een openbare aanbesteding uitgeschreven. De aannemer ging eind 2010 aan de slag.

c. Interne studie – interne uitvoering

• Rookruimte wzc De Vijvers

De cafetaria van het wzc De Vijvers kreeg een aparte rookruimte. FM heeft dit volledig zelf uitgevoerd.

• Bouwen overdekte petanquebaan in ldc De Regenboog

• FM werkte de overdekte petanquebaan af in het lokaal dienstcentrum De Regenboog.

• Welzijnsbureau Ledeberg

Omdat er te weinig plaats was om bezoekers te ontvangen in het welzijnsbureau Ledeberg, splitste FM de bestaande ontvangstruimte op in twee delen.

• Voeren van een huisvestingsstudie

Het vertrekpunt van deze lokalenstudie is de beleidsnota van het bestuur. Daarin staat dat enkele diensten zullen uitbreiden, waardoor die op zoek moeten gaan naar een nieuwe, aangepaste locatie. Een studie over het herlokaliseren van de verschillende diensten, waarbij we oog hebben voor een efficiënte huisvesting, drong zich op.

In 2010 verhuisden al twee diensten: Veiligheid en een deel van de Energiecel.

Daarnaast onderzocht het Studiebureau de verschillende eisen en oplossingen voor de herindeling van de feestzaal en het vroegere magazijn in de Campus Prins Filip.

• Raamcontract nieuw meubilair.

In 2010 schreef FM een raamcontract uit om te voorkomen dat de dienst telkens kleine prijsvragen moet opstarten voor de aankoop van nieuw meubilair.

Page 352: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

352

• Opening ldc De Waterspiegel

Dit nieuwbouwproject werd van de Zorgstrategische Cel overgenomen. FM werkte de laatste opmerkingen weg waardoor het nieuwe lokaal dienstencentrum De Waterspiegel in september 2010 de deuren opende.

29.3 Grote aankoopdossiers

Hierna volgt een overzicht van alle aankopen, gerealiseerd op het exploitatiebudget en op het investeringsbudget. • Aankopen gerealiseerd op het exploitatiebudget (prijzen incl. btw)

2009 bedragen in euro

2010 bedragen in euro

Aankopen diverse goederen 3.199.430 2.752.163 Aankopen technisch materiaal 602.443 589.805 totaal 3.801.873 3.341.968 De dienst Facility Management – Ondersteuning koopt ongeveer 30.000 verschillende producten aan. Het bedrag schommelt elk jaar aangezien het afhangt van de hoeveelheid materiaal dat nodig is in de diensten. In 2010 daalde het aantal aankopen op het exploitatiebudget wat wijst op een kostenbewust aankoopbeleid. • Aankopen gerealiseerd op het investeringsbudget (prijzen incl. BTW)

2009 bedragen in euro

2010 bedragen in euro

medisch en niet-medisch materiaal 194.009 99.499 meubilair 15.692 13.404 bouwmaterialen 9.023 6.243 elektriciteit & sanitair 42.207 24.063 hout en schildersmaterialen 72.045 36.821 vervoer – rollend materiaal 4.727 86.667 totaal 337.703 266.697 Het aantal aankopen op het investeringsbudget is in 2010 is gedaald ten opzichte van 2009. De redenen hiervoor zijn:

♦ De aanvragen medisch en niet-medisch materiaal vanuit de woonzorgcentra en lokale dienstencentra zijn sterk gedaald in 2010 tegenover 2009. Daarnaast werd een deel van dit materiaal niet langer op het investeringsbudget aangekocht, maar betaald met de recreatiekassen.

♦ In 2010 zijn de uitgaven voor vervoer – rollend materiaal aanzienlijk hoger dan in 2009, omdat 4 nieuwe auto’s werden aangekocht.

♦ Ook voor elektriciteit, sanitair en hout- en schildersmaterialen zijn de kosten gehalveerd. Er werden in 2010 even veel herstellingen uitgevoerd dan in 2009, maar de kosten voor het materiaal waren minder hoog.

Page 353: OCMW Jaarverslag 2010.pdf

353

29.4 Duurzame aankoop

De dienst Ondersteuning zorgt al enkele jaren voor de aankoop van duurzame producten. Dit is een uitvloeisel van de beleidsnota duurzaamheid. Met de onderstaande aankopen draagt de dienst bij tot een duurzame organisatie: Het OCMW koopt voor 90% koffie uit eerlijke handel voor alle OCMW-diensten, woonzorgcentra en lokale dienstencentra. In de lokale dienstencentra is 72% van alle aankoop van drank (wijn, fruitsap) fair-trade. Papierwaren en omslagen: Al het papier en omslagen dat de dienst aankoopt is 100% milieuvriendelijk en heeft het “Nordic Swan Label”. Dit label staat garant voor een ecologisch product. Verven: de dienst Aankoop koopt verven zonder solventen aan. Deze watergedragen verven zijn minder schadelijk voor het milieu. Herbruikbare en recycleerbare verpakkingen: de dienst streeft ernaar om producten te laten leveren in zoveel mogelijk herbruikbare en recycleerbare verpakkingen. Het bedrijf dat de enveloppen levert, produceert volledig op zonne-energie. Hygiëneproducten die aangekocht worden moeten biologisch afbreekbaar (bijvoorbeeld wasproducten) of gerecycleerd zijn (bijvoorbeeld toiletpapier, handdoekjes,…). Zo worden leveranciers, die op biologische afbreekbaarheid beter scoren dan de wettelijke normen, beloond met een hoger puntenaantal op het gunningscriterium kwaliteit. Sonde- en bijvoeding: voor deze voeding bestaat er een optimalisatiesysteem. Dit zorgt ervoor dat de gebruiker het meeste voedingscomfort heeft, maar vermijdt ook oververbruik. Want dit is nadelig voor de gezondheid van de gebruiker en creëert te veel verpakkingsafval.