Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht...

16
3il Orgaan van de Stichting Comite Zuid-Afrika tevens Defence and Aid Fund Nederland Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht gewult. Guerrilla in zuidelijk Afrika Zuid-Afrika in zijn praktijken niet beter dan Hitler-Duitsland. Stuur een kerstgroet aan aparth eidsslachtoffers DECEMBER 1970

Transcript of Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht...

Page 1: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

3il Orgaan van de Stichting Comite Zuid-Afrika tevens Defence and Aid Fund Nederland

Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht gewult.

Guerrilla in zuidelijk Afrika

Zuid-Afrika in zijn praktijken niet beter dan

Hitler-Duitsland.

Stuur een kerstgroet aan aparth eidsslachtoffers

DECEMBER 1970

Page 2: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Uitgave van de Stichting Comité Zuid-Afrika tevens Defence and Aid Fund Nederland. Amstel 240, Amsterdam. telefoon: 020-227110

postgiro Comité Zuid-Afrika: 580900 postgiro Defence and Aid Fund: 609900

Het Zuid-Afrika bulletin verschijnt tenminste 4 x per jaar. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.

L o s s e n u m m e r s f. 1,~-.

lllllllllllllllll IIII I III III IIIIIUMMMMMMMMMMMMM UM M B M M B B M M MMUMMIB

MEDEDELINGEN

Dit bulletin is, zoals U ziet, bezig met pogingen tot een vernieuwd en verbeterd uiterlijk. Wij hopen dat dat zal bijdragen tot grotere verspreidingsmogelijkheden, en daardoor tot meer aandacht van meer mensen voor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren van dit fraaie blad zijn wij heel veel dank verschuldigd aan twee kundige sympatisanten, van wie Han v.d. Smagt ook in de toekomst aan ons werk zal blijven deelnemen. Het ontwerp voor de omslag danken wij aan Pim Schäperkötter.

U zult wel gemerkt hebben dat in de brief, die als bijlage verstuurd werd bij de handtekeningenlijsten tegen de reis van minister Bakker naar Zuid-Afrika, een onjuistheid voorkwam. Er werd gesteld, dat de helft van alle kleuters in Zuid-Afrika sterft van de honger. Bedoeld was natuurlijk, dat in de hervestigingsgebieden door de hongersnood tengevolge van de grote droogte van de laatste jaren meer dan de helft van de kleine pasgeboren kinderen deze situatie niet doorstaat. In de snelheid waarmee de aktie moest worden georganiseerd is deze generalisering aan onze aandacht ontsnapt, waarvoor verontschuldigingen. De toestand in Zuid-Afrika is voor de niet-blanke bevolking zo erbarmelijk, dat "overdrijving" volstrekt niet noodzakelijk is om duidelijk te maken wat er aan de hand is. Het sterftecijfer van negerbaby's ligt tenslotte bijna zesmaal zo hoog als dat van blanke baby's.

De financiële situatie van het Comité Zuid-Afrika is bedroevend. De kosten voor het bulletin en voor de diverse akties zijn aanzienlijk gestegen. Toch blijven die akties noodzakelijk. Om de publieke opinie te mobiliseren en om geld bijeen te krijgen voor daadwerkelijke steun aan vluchtelingen hier en de slachteffers van de apartheid in Zuid-Afrika zelf. Want dáár gaat het uiteindelijk om! Conclusies? Geef een dubbeltje, geef een tientje, geef - in 's hemelsnaam - I E T S (Degenen die in de afgelopen maanden een bijdrage hebben gestort van harte dank)

2

In het Comité Zuid-Afrika is een werkgroep Zuid-Afrika '71 (ZA 71) opgericht. De werkgroep is bezig aan de voorbereiding van enkele acties, manifestaties, onderwijsprojekten, die zijn gericht op de actie van de Verenigde Naties: "1971 Internationaal Jaar tegen kolonialisme en rassendiscriminatie". De werkgroep ZA 71 wil zich voor deze voorjaarsacties gaarne uitbreiden met mensen met ideëen, geld of goede wil en dadendrang, liefst uit Amsterdam en omgeving. Graag spoedige aanmelding als u ons zou willen helpen, omdat op korte termijn nog een aantal plannen moeten worden uitgewerkt (of verbeterd, of afgekeurd, of bedacht, etc) en een begin moet worden gemaakt met de uitvoering.

ORANJE BOVEN. ZWART ONDER.

-kn in juni j.l. bekend werd dat inister Bakker het voornemen had, namens de Nederlandse regering (voor het eerst sinds vele jaren) een bezoek te brengen aan Zuid-Afrika, protesteerde ons Comité tegen dit bezoek, dat zij in flagrante strijd achttte met de Nederlandse houding in de Verenigde Naties (waar diverse resoluties tegen de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek door Nederland werden gesteund), en een klap in het gezicht van de niet-blanke bevolking van Zuid-Afrika.

Zoals U hebt kunnen zien, zenden wij -p 14 juni eveneens een chèque namens het Defence and Aid Fund aan de minister,

(vervolg op pagina 14)

Page 3: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

De Guerrilla in zuidelijk Afrika. door KAREL ROSKAM Dit artikel is ook geplaatst in "Wetenschap en Samenleving" van september 1970.

Uit de conf rc! , rocoro en Chartoer ij aij ings

bewegingen, evenals de OAU, er toe neigen de strijd tegen de blanke minderheidsregeringen in zuidelijk Afrika (een gebied van bijna vijf en een kwart miljoen vierkante kilometer, waarop ruim 37 miljoen mensen wonen, waarvan iets meer dan vier miljoen blank zijn) als een gemeenschappelijke taak zien. De voorkeur van de bevrijdingsbewegingen voor gemeenschappelijk optreden boven afzonderlijke operaties met een beperkt nationaal doel wordt in de hand gewerkt door de verhoogde defensieinspanning van de regering in zuidelijk Afrika. Weliswaar ontkennen Zuid-Afrika, Portugal en Rhodesië dat er verdragen van wederzijdse militaire bijstand zijn gesloten, maar er zijn aanwijzingen voor het bestaan van een "phantom coalition" 1) (uitwisseling van militaire gegevens, gezamenlijke militaire operaties, economische samenwerking e.d.). Ondanks de onderlinge staatkundige en structurele verschillen zijn de blanke regeringen van zuidelijk Afrika naar elkaar toegegroeid op basis van de erkenning dat hun machtsposities op gelijksoortige wijze bedreigd worden en alleen effectief kunnen worden verdedigd door grotere onderlinge samenwerking. Uit dit eensgezinde optreden van bevrijdingsbewegingen enerzijds en de blanke groepen in zuidelijk Afrika anderzijds, blijkt dat het minder om een reeks afzonderlijke problemen gaat dan om één ondeelbaar probleem. 2) Al wordt met name tot nu toe de guerrilla in Rhodesië en Zuidwest-Afrika op beperkte schaal gevoerd en in Zuid-Afrika nog vrijwel niet, toch wordt, ook in ZuidAfrikaanse regeringskringen, gesproken van "oorlog". Het gebruik van de term "rassenoorlog" lijkt overdreven, temeer daar de bevrijdingsbewegingen zich niet principieel racistisch opstellen, zoals o.a. blijkt uit de radiotoespraak in juni 1968 door MPLA's president, dr. Agostinho Neto, die benadrukte dat niet tegen de blanken maar tegen het kolonialisme wordt gevochten. Zo ook ANC's president Oliver R. Tambo in zijn nieuwjaarsboodschap van januari 1968. Maar in de praktijk zal waarschijnlijk toch de scheiding der geesten zich meestal langs de kleurscheidslijn voltrekken. 3) En het principiële, theoretisch nonracistische karakter van de bevrijdingsbewegingen zal uit de aard der zaak een steeds kleinere rol gaan spelen, naarmate de guerrilla zich ontwikkelt en de blanke reactie daarop krachtiger wordt.

De bevrijdingsbewegingen en hun militaire operaties.

In Angola opereren sinds 1961 de MPLA en de UPA welke laatste in 1962 in CongoKinshasa een regering in ballingschap heeft gevormd. 4) Deze GRAE wordt door de regering van Congo-Kinshasa erkend, maar is min of meer uit de gratie bij het OAU-Bevrijdingscomité. Maar op de topconferentie van de OAU in Algiers in september 1968 werd besloten zowel GRAE als de MPLA te blijven steunen. De GRAE, onder leiding van Holden Roberto, opereert met een leger van naar schatting tussen de 7000 en 15.000 man, voornamelijk in het noorden van Angola. De MPLA, onder leiding van dr. Agostinho Neto en Mario de Andrade, heeft met een leger van naar schatting 10.000 (niet allen bewapende) mannen sinds 1964 gebiedsdelen in noordelijk Cabinda op de Portugezen veroverd en opereert sinds mei 1966 ook in Oost- en NoordoostAngola. Volgens de MPLA zijn de gehele Moxico provincie en gedeeltes van de Cuando-Cubango en de Lundaprovincies veroverd, terwijl ook in een gebied rondom de hoofdstad Loeanda het MPLAbestuur zich uitbreidt. 5) Eénderde deel van Angola (met één-vijfde van de bevolking) is volgens de MPLA op Portugal veroverd. In Mozambique zijn volgens FRELIMO (dat tot aan zijn geweldadige dood op 3 februari 1969 onder leiding stond van dr. Eduardo Mondlane en daarna onder leiding kwam van Uria T. Simango) sinds oktober 1964 de noordelijke districten Niassa en Cabodelgado grotendeels op Portugal veroverd (met uitzondering van enkele versterkte Portugese militaire posten). Portugal geeft toe dat er gevochten wordt bij de Lugenda-rivier, bij Mitete-Nagololo en bij Muidumbe. In juli 1968 werd in Niassa het eerste FRELIMO-congres op het grondgebied van Mozambique gehouden. Het FRELIMO-leger dat naar schatting tussen de achtduizend en enkele tienduizenden mannen sterk is, opereert sinds vorig jaar ook in de Teteprovincie bij de Zambesi, waar de Cabora Bassadam wordt aangelegd.

Dergelijke territoriale resultaten hebben de bevrijdingsbewegingen van SWAPO, ANC en ZAPU nog niet geboekt. In september 1965 infiltreerden guerrilleros van SWAPO (dat onderleiding staat van Sam Nujoma) in Zuidwest-Afrika (door de Verenigde Naties omgedoopt tot Namibië) waar zij in Ovamboland een opleidingskamp oprichtten, dat pas een jaar later, op 26 augustus 1966 door Zuidafrikaanse veiligheidstroepen werd ontdekt. Sindsdien zijn gevechten (volgens de SWAPO

Page 4: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

twaalf) gemeld bij Tsumeb, Grootfontein, en de Caprivistrook (o.a. bij de luchtmachtbasis Mpacha, ongeveer 25 kilometer van Katima Mulilo). Op 13 augustus 1967 begon de guerrilla van ZAPU in Rhodesië 6) met gevechten bij Wankie in noordelijk Matabeleland. Op 25 oktober 1967 maakte de Rhodesische minister Desmond Lardner-Burke (Law and Order) bekend, dat van de circa honderd (tussen juli en oktober geinfiltreerde) guerrilleros de helft gesneuveld was of gearresteerd en dat ongeveer dertig ontsnapt waren naar Botswana. Begin januari 1968 werden opnieuw gevechten gemeld in de Zambesivallei, waar volgens een regeringsverklaring van 18 maart meer dan honderd zwaargewapende guerrilleros opereerden, waarvan elf waren gedood. Drie dagen later maakte de ZAPU-ANCalliantie bekend dat gevochten werd bij Mangula (ruim 130 kilometer ten noorden van Salisbury), Karoi, Sinoia en Miami. In het tweede kwartaal van 1968 werd de guerrillaactiviteit ûitgebreid: gevechten vonden plaats bij de Mazoe-rivier; ten zuiden van Plumtree; in het Hartley-Gatoomagebied (120 kilometer van Salisbury); bij Urdngwe, Sipolilo en Tjolotjo. De Rand Daily Mail van 25 april 1968 berichtte zelfs over gevechten van 32 km ten noorden van Salisbury, en volgens Dagbreek van 14 april was bij toeval een guerrilla-kamp ontdekt in een door infanterie en luchtmacht gepatrouilleerd gebied (Later werd bekend gemaakt, dat er nog twee kampen op Rhodesisch grondgebied waren ontdekt). Het aantal gedode guerrilleros en Rhodesiërs is moeilijk te bepalen, want de cijfers die beide partijen opgeven, zijn weinig betrouwbaar De bevrijdingsbewegingen doen waarschijnlijk een te hoge opgave van door hen gedode troepen uit propagandistische overwegingen. Terwijl de officiële Rhodesische verliescijfers om soortgelijke redenen wel te laag zullen zijn, in verband met de pogingen om de omvang van de guerrilla te minimaliseren. De guerrilleros die vanuit Zambia in Rhodesië infiltreren, behoren tot de alliantie van ANC (onder leiding van Oliver R. Tambo) en ZAPU (onder leiding van Joshua Nkomo en James Chikerema) die op 20 augustus 1967 officieel werd geproclameerd. Zij worden opgeleid in trainingskampen in Zambia, Tanzania, Algerije, Congo-Brazzaville en CongoKinshasa 7). Ook werden tot voor kort guerrilleros opgeleid in de Sovjetunie, Cuba, China en Noord-Korea 8), maar op de Morogoro-conferentie van december 1968 zou besloten zijn de opleiding uitsluitend plaats te doen vinden op Afrikaans grondgebied. Wèl zullen instructeurs uit de niet-Afrikaanse gebieden worden aangetrokken, maar niet voor politiek en ideologie. De sterkte van de guerrilla-strijdkrachten is moeilijk te bepalen. De Zuidafrikaanse politie verklaarde in augustus 1967 te weten dat twee duizend Afrikanen opgeleid werden als "terroristen" (waarvan 900 afkomstig waren uit Ovamboland). Drie maanden later schatte Natals administrateur T.J.A. Gerdener, de guerrillasterkte tussen de 20.000 en 30.000 getrainde mnnen. Volgens Jeune Afrique van 18 tot 24

november 1968 waren er voor infiltratie beschikbaar 2500 goedgetrainde guerrilleros. De Bevrijdingsbewegingen berekenen zelf een jaarlijkse versterking van hun strijdkrachten met 4000 man 9). De militaire commissie van het OAU-Bevrijdingscomité heeft de bevoegdheid om eventueel een beroep te doen op Afrikaanse landen met grote legers, zoals Ethiopië, Marokko, Algerije en Egypte om vrijwilligers beschikbaar te stellen. Deze landen beschikken gezamenlijk over ruim 300.000 man, maar al zou het mogelijk zijn om een expeditionaire macht van 30.000 man (welk getal berekend is voor een succesvolle interventie in Zuidelijk Afrika 10) op de been te brengen, dan nog is het de vraag of een dergelijke Panafrikaanse strijdmacht succes kan hebben. Een pluriforme OAU-strijdmacht zou zijn samengesteld uit kleine onderdelen zonder wapenstandaardisatie, zonder transportfaciliteiten, behoorlijke logistiek of bases en onvoldoende uitgerust voor een aanval op de geografische en militair sterke positie van Zuid-Afrika.

De blanke defensie

Uit de gegevens over de militaire sterkte van de drie blanke regeringen, die zich tegen de guerrilla in Zuidelijk Afrika verdedigen, blijkt dat het zwaartepunt bij Zuid-Afrika ligt, want Portugals defensieinspanning kan nauwelijks meer worden verhoogd en Rhodesië met zijn kleine blanke minderheid is niet in staat zelfstandig een eenmaal op gang gekomen guerrilla afdoende te bestrijden.11). Portugal heeft nu naar schatting tussen de 130.000 en een kwart miljoen man onder de wapenen in Afrika. In 1967 werd 43% van de begroting voor defensie bestemd. In de eerste helft van 1968 was het defensieuitgavenpeil gestegen tot 48% van de totale staatsuitgaven (24,5% meer dan in de eerste helft van 1967). De dienstplichtige leeftijd is verhoogd tot 45 jaar en de diensttijd bedraagt vier jaar, waarvan twee in Afrika. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Portugal nog tot een verhoging van de defensie-inspanning in staat is en de aangewezen bondgenoot is in dat geval Zuid-Afrika. Zowel bij de oppositie als bij de regeringspartij in Zuid-Afrika (dat aan de Portugese aanwezigheid een belangrijke bufferfunctie toekent) bestaan geen bezwaren tegen Zuidafrikaanse steun aan de Portugese strijdkrachten.12) Er zijn aanwijzingen dat rortugal inderdaad militaire steun krijgt in Angola en Mozambique. 13) Ook bij een opvoering van de guerrillaactiviteit in Rhodesië zal het weer Zuid-Afrika moeten zijn, dat voor het leeuwendeel van de bestrijding zorgt, want nog minder dan de. Portugezen zijn de 220.000 blanke Rhodesiërs daartoe zelfstandig in staat. De regering van Ian Smith kan slechts beschikken over een beroepsleger van 3400 man en een luchtmacht van 900 man. 14) Daarbij komen territoriale troepen (voor éénderde deel blank) van 6400 man en 28.500 reservisten (waarvan driekwart uit blanken bestaat). De diensttijd voor blanken werd in maart 1966 verlengd van 4½ maand tot negen maanden. Het beroepsleger bestaat uit een (blank) bataljon Rhodesian Light Infantry en een bataljon Rhodesian African Rifles (waarvan

m

Page 5: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

de officieren blank zijn). De luchtmacht heeft de beschikking over vijf sqoadrons

met Hunter- en Vampire straaljagers, Canberra-bommenwerpers, Provost verkenningsvliegtuigen, Dakotatransportvliegtuigen en Alouette Mk 3 helicopters.

Hoewel hij op 25 augustus 1968 het bestaan van een defensiepact ontkende, gaf ZuidAfrika's premier B.J. Vorster op 8 september 1967 toe, dat Zuidafrikaanse politie de Rhodesische regering actief behulpzaam was in de strijd tegen de nationalistische guerrilla. De oppositie (United- en Progressive Party) verklaarde zich hier zonder aarzelen mee akkoord. De sterkte van de Zuidafrikaanse troepen in Rhodesië is gesteld op 1700 man. Hoezeer de Zuidafrikaanse strijdkrachten zich bezig houden met de guerrilla, bleek ook in augustus vorig jaar toen op 110 kilometer van de Rhodesische grens bij Sibasa in Transvaal (met behulp van duizend vrachten verkenningswagens, zeven squadrons jachtvliegtuigen, transportvliegtuigen en helicopters), de 5000 man beroepsmilitairen dienstplichtigen en burgerwachten oefenden in de bestrijding van de guerrilleros.

Van alle drie blanke regeringen in zuidelijk Afrika, beschikt Pretoria over het grootste en best geoutilleerde militaire potentieel. De defensie-begroting, die 256 miljoen Rand ( ’ 1.280.000.000) bedroeg in 1967-68, is sinds 1960 bijna zes keer zo groot geworden (18% van de regeringsuitgaven). De waarde van de defensieuitrusting bedroeg volgens de minister van defensie P.W. Botha ( op 1 november 1967 f 10 miljard. In 1966 bedroeg de totale sterkte van de strijdkrachten nog 21.700 man, een jaar later was dit aantal gestegen tot ongeveer 37.000 man (uitsluitend blanken). De sterkte van de politie bedroeg (op 31 maart 1968) bijna 32.000 man (waarvan iets meer dan de helft blanken) met 428 overvalwagens en 80 pantserwagens.

Dienst door loting is sinds juni 1967 vervangen door algemene dienstpi t van een jaar voor mannen tussen 17 en 27 jaar (voor kommando's tot 37 jaar). ongeveer 17.000 dienstplichtigen zullen jaarlijks worden opgeroepen. In het jaar 1977 moeten ongeveer 100.000 man gemobiliseerd kunnen worden.

De Burgerwacht- en Kommando-eenheden (aanvullende reserves) waren in 1965 circa 60.000 man sterk. Begin 1968 ontvingen ruim 32.000 man een opleiding in deze eenheden (het dubbele ongeveer van 1967) die gedurende twintig jaar mobilisabel zijn. Jongens in de leeftijd van twaalf tot twintig jaar worden krachtens de defensiewet van 1912 getraind in geweerschieten en

exercerenaEr zijn ongeveer 500 kadetatdelingen met bijna 100.000 officieren en kadetten. In de loop van 1968 is ook een begin gemaakt met een semi-militaire opleiding voor meisjes. De luchtmacht bestaat uit vijfduizend man en de marine uit 2500 man. De weinige Afrikanen, Kleurlingen en Indiërs die bij de defensie betrokken zijn, hebben non-combattante functies, zoals chauffeur, magazijnbediende e.d. Vanaf 1969 zal de omvang van de strijdkrachten (totaal mobilisabele militairen, politie, burgerwachten en kadetten circa 1/4 miljoen) drastisch worden vergroot. De uitrusting van deze Zuidafrikaanse strijdmacht is veelzijdig. De landmacht beschikt

over Amerikaanse Sherman-, Britse Comet- en Centurion-tanks; Britse Ferret- en Frans Panhardpantserwagens; Zweedse Bofor- en Zwitserse Oerlikon luchtafweergeschut en Belgische FN 7.62 automatische geweren. Op de strategische luchtmachtbases Nelspruit, Dunottar en Pietersburg (in Transvaal), Langebaan in de Kaapprovincie en Mpacha in Zuidwest-Afrika beschikt de luchtmacht over Amerikaanse Sabre Mk 6 straaljagers, Franse Mirage IIIc en IIIe gevechtsbommenwerpers met raketten; Britse Canberra B-12 lichte bommenwerpers; Britse Shackleton verkenningsvliegtuigen; Britse Buccaneer lichte bommenwerpers en helicopters (Franse Alouettes, Amerikaanse Sikorskys en Britse Wasps) en transportvliegtuigen (Amerikaanse C-47 en C-130B en Britse Viscount).

Het bedrag dat op de begroting van 1968 voor de fabricage van ammunitie e.d. was uitgetrokken, bleek meer dan honderd keer zo hoog te zijn als voor dezelfde post in 1960. Op 12 maart 1968 verklaarde Botha in de senaat dat napalm was gemaakt uit plaatselijk materiaal en dat anti-tankmijnen en twee soorten (anti-personnel) granaatkartetsmijnen in Zuid-Afrika waren ontwikkeld. Ook buitenlandse wapens worden (in licensie) in Zuid-Afrika geproduceerd, zoals de Belgische FN 7.62 automatische geweren Mark RI (bij Pretoria); de Franse Panhard gevechtswapens (in Germiston); de Italiaanse straaljagers Macchi 326 onder de naam Impala (bij Johannesburg, waar deze Atlas Aircraft Corporation ook het ónderhoud van de Mirages, Buccaneers en Canberras verzorgt).

Hoezeer de Zuidafrikaanse regering het gevaar van een oorlog erkent, blijkt ook uit'de maatregel om de belangrijkste industrie- en woongebieden te beschermen met een nationaal netwerk van ruim twintig meter hoge sirenes voor luchtalarm (met een bereik van tien kilometer), waarvan de eerste in Pretoria werd opgericht.

De Burgerwacht heeft de beschikking over ongeveer 150 Harvards, die elk acht fragmentatiebommen van 19.lb kunnen meevoeren. De plaatselijke wapenindustrie is, (sinds de resolutie van de Veiligheidsraad in 1963 opgeroepen heeft tot beëindiging van de verkoop van wapens en ammunitie aan Zuid-Afrika 15) sterk toegenomen. De African Explosive and Chemical Industries (eigendom van de Britse Imperial Chemical Industries en De Beers) produceren in drie fabrieken ammunitie. Vorig jaar juni werd de ARMCOR (Armaments Developmen Corporation) opgericht met een beginkapitaal van 500 miljoen gulden. Op 17 december 1968 werd Zuid-Afrika's eerste geleide projectiel afgevuurd van de St. Luciabasis in Natal, waarvoor in 1963 de Rocket Research and Development Institute was opgezet.

Eenheidsfront

De militaire en economische macht van ZuidAfrika blijkt de bevrijdingsbewegingen niet te ontmoedigen. Zij wijzen erop dat de geschiedenis van guerrilla-oorlogen aantoont van hoe geringe doorslaggevende betekenis de materiële sterkte en hulpbronnen van de tegenstander zijn - hetgeen met name in de

Page 6: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Franse oorlog tegen het Algerijnse nationalisme en door de Amerikaanse interventie in Vietnam is gebleken. De bevrijdingsbewegingen wijzen de "geografische-stadia" af, want hierbij zou Zuid-Afrika militair voordeel hebben. Bij concentratie van de guerrilla eerst op Mozambique, dan op Angola en tenslotte op Rhodesië en Zuid-Afrika, zou de militaire macht van het laatste land in staat zijn een voor een met de bevrijdingsbewegingen af te rekenen. Daarentegen zal een naar (en later in> Zuid-Afrika optrekkende guerrillamacht verhinderen, dat krachtige militaire steun aan de zwakkere buurlanden wordt verleend door Zuid-Afrika. Met andere woorden: door gezamenlijk op een aantal fronten tegelijk op te treden, geloven de bevrijdingsbewegingen te kunnen voorkomen, dat de Zuidafrikaanse militaire macht hen vernier: tigend zal kunnen verslaan. Bovendien is het ANC van mening dat in het algemeen gesproken de politieke voorwaarden voor een gewapende strijd in ZuidAfrika tegem de blanke regering -in een mogelijk lange oorlog - aanwezig zijn. Daarbij wordt gerekend op de volgende, voor de bevrijdingsbeweging gunstig geachte factoren: - de afhankelijkheid op gekleurde arbeid is

bij een voortdurende guerrilla een onbetrouwbare factor voor de blanke regering,

- bij een voortgezette guerrilla zal het gebrek aan geschoolde arbeidskrachten in de Zuidafrikaanse economie zich nog sterker doen voelen,

- het gebied dat door de guerrilla wordt bedreigd is kwetsbaar, omdat zich daar niet alleen de economische hulpbronnen bevinden, maar ook door het verbindingssysteem, zoals de spoorwegen met ruim 50.000 km spoorlijn, die over een oppervlakte van ruim twee miljoen vierkante kilometer moeten worden verdedigd.

Daar staat tegenover dat de Zuidafrikaanse hoogvlakte topografisch geen ideaal guerrilla-terrein oplevert (ook voor wie zich niet wil baseren op een dogmatischtheoretische benadering van de guerrilla en de klassieke voorwaarden voor haar succes). Bovendien zou het van de bevrijdingsbewegingen gevaarlijk lichtzinnig zijn, als zij rekenen op de spontane massale steun van de gekleurde bevolking. Want de huidige structuur van Zuid-Afrika met zijn migratiecontrole, groepsgebieden en politieke strafwetgeving verhindert deze steun, ook al heeft de gekleurde bevolking mogelijkerwijs wel aanzienlijke sympathie voor de motivering van de guerrilla. Maar ook al is het onwaarschijnlijk dat de guerrilla in staat zal zijn militair een verandering te forceren, opveering van de guerrilla-activiteiten en bedreiging van Zuid-Afrika zouden op zichzelf van belangrijke invloed kunnen zijn op de economie d.m.v. de afschrikwekkende werking op de buitenlandse investeringen en de dringender vraag om geschoolde arbeid. Heeft de bevrijdingsbeweging met zijn guerrillaactiviteiten eenmaal een basis gevonden in de steun van (althans ontbreken van actieve tegenwerking door) de plaatselijke bevolking, dan betekent dit vergrootte onbetrouwbaarheid van de gekleurde arbeid, en grotere bedreiging van kwestbare economische hulpbronnen en de verbindingsstelsels. Het is onwaarschijnlijk dat het

6

optreden van de bevrijdingsbewegingen de blanke bevolkingsgroepen onberoerd heeft gelaten. Mocht de guerrilla instrumentaal blijken voor het bereiken van bepaalde con cessies (bijv. m.b.t. de opschroeving van de kleurslagboom voor geschoolde arbeid) dan zou dit niet alleen zelf al een proces van structurele veranderingenhoe langzaam ook - op gang brengen, maar ook mogelijkerwijze blanke "verkrampte" reacties oproepen, die (met een beroep op de analoog gedachte preventieve acties van Israel) militair optreden tegen Afrikaanse staten als Zambia en Tanzania (als belangrijkste bases voor de guerrillastrijdmacht) zullen propageren. Hoe dan ook de ontwikkeling van de guerrilla moge zijn, het lijkt nauwelijks voor bestrijding vatbaar dat een terugkeer naar de periode van geweldloos protest ondenkbaar is.

1) Keith Irvine, Southern Africa: The White Fortress. Current History, februari 1968, pp. 72-77, III, 112B. Davidson, South Africa's Common Market, West Africa, 21 december 1968, pp.1512, 1513.

2) Vernon McKay; Southern Africa and American Policy. In Southern Africa and the United States, Columbia University Press, New York 1968, p. 6. Zie ook Sechaba, vol. 3 nr. I, januari 1969, p. 13 en Volkskrant 26 november 1968: interview met Janet Mondlane. De Rhodesische minister van Law and Order, Desmond Lardner-Burke, zei bij de behandeling in het parlement van de motie voor de zeventiende drie-maandelijkse verlenging van de noodtoestand op 18 januari 1969 dat zelfs als een schikking met Groot-Brittannig zou worden getroffen, de infiltraties toch waarschijnlijk door zullen gaan, omdat het doel van de guerrilla de omverwerping is van "alle beschaafde regering in Zuidelijk Afrika."

3) Hoofdminister Kaiser Matazima van Transkei, die als alternatief voor de "gescheiden ontwikkeling" (waarvan hij de belangrijkste Afrikaanse verdediger is) "het slagveld" ziet, verklaarde:

"In the Transkei we are afraid of that alternative. If you in the towns feel you can do so, you can do so and we will witness your doing it. And if the results will be in your favour, then they will be in our favour, for we all belong to the same race" Aangehaald door Joseph Lelyveld in zijn inleiding tot House of Bondage van Ernest Cole, the Pénguin Press, London 1968, p. 10.

4) Voor de nationalistische organisaties in de Portugese gebieden, zie Kroniek van Afrika 1968/1: Portugals Afrikaanse oorlogen, pp. 21.25. MPLA - Movimento Popular de

Libertaqao de Angola UPA - Uniao dos Populacoes de

Angola GRAE - Governo Revolucionário de

Angola no exilio ZAPU - Zimbabwe African People's

Union

Page 7: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

ANC - African National Congress SWAPO - South West African People's

Organisation FRELIMO - Frente de Libertagao de

Moçambique Andere, kleinere, niet langer door de OAU erkende bewegingen zijn: ZANU - Zimbabwe African National

Union SWANU - South West African National

Union UNITA - Uniao Nacional para a Inde

pendencia Total de Angola COREMO - Comité Revolucionário de

Moçambique PAC - Pan Africanist Congress Om geografische redenen blijft hier onbesproken de PAIGC (Partido Africano da Independencia da Guiné e Cabo Verde) die in Portugees- Guinee opereert. -let succes van de PAIGC heeft ongetwijfeld invloed op de bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk Afrika, voor hun opleiding, tactiek en coördinatie.

5) Sechaba, vol. 2, nr.12, december 196G, pp. 4 en 5. In zijn radiotoespraak op 17 november verklaarde Neto dat in negen van de vijftien districten door guerrilleros wordt geopereerd. African Research Bulletin 1968, p. 1249 C.

G) Deze datum wordt algemeen aangehouden als het begin van de guerrilla, maar volgens Elton Razemba (Nieuwe Linie 18-1-1969) begon het eerste gewapende verzet in Zimbabwe (zoals Afrikanen Rhodesië noemen) al in 1964 terwijl ZANU op 29 april 1966 met de guerrilla begon.

7) Volgens het Bulletin van het AfrikaInstituut in Pretoria, deel 8, nr. 5, juni 1968, p. 147, zijn er 41 opleidingskampen in Tanzania; drie in Algerije en Zambia elk; twee in Congo-Brazzaville en vier in CongoKinshasa.

8) Volgens Patrick Keatley in de Guardian van 15 juli 1968 beschikt de ANC-ZAPU alliantie over bijna duizend guerrilleros die buiten Afrika zijn opgeleid.

9) Guardian, 16 december 1968. Zij zouden zich het ambitieuze doel hebben gesteld om iedere negen maanden 40.000 guerrilleros af te leveren. Dit zeer onwaarschijnlijker cijfer zou een jaarlijkse machtsvergroting ter st rktvan het Algerijnse leger beteken-,n. Desondanks is een toeneming van de guerrillamacht waarschijnlijk, zoals ook gemeend wordt door Lardner-Burke, die bij de 17e driemaandelijkse verlenging van de noodtoestand op IV januari verklaarde dat grot- ad a-ialoi potentiële infiltranten in Zambia wachten.

1),W.F. Gutteridge in zijn voorwoord tot D. Wood, The Armed Forces of African States, Adelphi Papers, nr. 27, april 1966, Instktute for Strategic Studies, Londen p. 4.

11 Ook bestaat h-t vermoeden, dat Portugal tracht de NAVO, meer dan voorheen, te betrekken bij haar Afrikaanse oorlogen door op de Kaapverdische eilanden (zie aldaar) een NAVO-basis te (laten) vestigen.

12'Zo verklaarde dr. P.v.d. Merwe, zegsman voor buitenlandse zaken, tijdens

debatten in de Volksraad op 24 en 25 april 1968, dat ook overwogen moest worden, niet alleen Rhodesië, maar ook Portugal te helpen, want de strijd daar is in wezen gericht tegen ZuidAfrika - het blanke bastion in Zuidelijk Afrika, International Defence and Aid Fund, Information Service Manual, p. 146.

13) President Kenneth Kaunda van Zambia verklaarde dat Zuidafrikaanse troepen in Angola en Mozambique opereren Rand Daily Mail 5 februari 1968. Door de Times van 12 maart 1968 werd bericht dat Zuidafrikaanse helikopterbemanningen ingezet werden bij de jacht op guerrilleros in ZuidoostAngola. Zie ook Sechaba, vol. 2,nr. 12, december 1968 en vol.3, nr. I, januari 1969, p.1

3.

14) Gegevens over de militaire sterkte werden vooý i.nelijk ontleend aan: D. Wood, op,. it; McKay, op.cit; Survey of Ra.e Relations; Information Servic= Manual, op.cit; Africa Research Bulletin; Bulletin Afrika-Instituut, op.cit; Portugese and Colonial Bulletin; Angolabulletin; Irvine, op.cit; Special Report 1/1968, The British Embargo on Arms (Information Service Manual) en UN-st/PSCA/SER.A/3,A/AC. 115/L. 203-204, Military and Police Forces in the Republic of South Africa, New York 1967.

15)Resolutie S/5386 van 7 augustus 1964 werd met negen stemmen voor en twee onthoudingen (Groot-Brittannië en Frankrijk) aangenomen. op 4 december 1963 werd een soortgelijke resolutie S/5471 met algemene stemmen aangenomen.

Open Brief Open brief aan regering en parlement.

Amsterdam, 21.11.1970.

Met verbazing heeft het Comité ZuidAfrika kennis genomen van de uitlatingen die vice-premier Bakker tijdens zijn recente reis door ZuidAfrika heeft gemaakt. Na zijn aankomst op Schiphol verklaarde de minister dat hij niet verantwoordelijk is voor de wijze waarop zijn woorden in de pers zijn overgekomen en ontkende hij bepaalde uitspraken te hebben gedaan.

Maar zijn uitlatingen op deze persconferentie bevestigen de mening van het Comité Zuid-Afrika dat hij volstrekt in gebreke is gebleven, het standpunt van de Nederlandse regering over te brengen zoals voor de aanvang van de reis beloofd was. In plaats van uitdrukkelijk de apartheid af te wijzen heeft de minister zich uitgeput in vriendschapsbetuigingen voor Zuid-Afrika.

Page 8: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Uit zijn woorden blijkt dat hij daarmee de blanke minderheid bedoelt. Hij heeft niet begrepen dat kritiek op Zuid-Afrika sympathie betekent voor de onderdrukte zwarte meerderheid. Aan het verzoek om ook met tegenstanders van de apartheid kontakt te zoeken heeft de minister gemeend te moeten voldoen door alleen met enkele blanke leden van de parlementaire oppositie te spreken, alsmede met politici uit de Transkei en de Kleurlingenraad die bekend staan als marionetten van het blanke bewind.

De minister heeft geen enkele poging gedaan om met de werkelijke woordvoerders van de onderdrukte meerderheid in kontakt te komen. Waarom niet? "Wegens gebrek aan tijd en met de overweging dat politieke gevangenen geen sociale veranderingen kunnen veroorzaken?

De minister heeft geweigerd de kwestie van de politieke gevangenen ter sprake te brengen omdat hij zoals hij zei "onvoldoende met de materie op de hoOgte is". Hieruit blijkt, dat hij óf inderdaad niets begrijpt van de apartheid als verwerpelijk systeem en de ernst van de konflikt situatie niet ziet, <f dat hij met deze reis alleen de versterking van economische betrekkingen beoogd heeft.

Het Comité Zuid-Afrika heeft er herhaaldelijk voor gewaarschxwýdat een dergelijke reis i gUlA-kýtika zou worden begrepen eis' adnwijzing voor ZuidAfrika' % internationale eerherstel.

,~De waarschuwing blijkt nu terecht te zijn, getuige de bijzonder tevreden commentaren in de Zuidafrikaanse pers. Het Comité Zuid-Afrika doet dan ook een dringend beroep op regering en parlement, de uitlatingen van de minister en het effekt daarvan te veroordelen. Het Comité Zuid-Afrika blijft op het standpunt staan dat de betrekkingen met Zuid-Afrika tot een minimum beperkt dienen ,te blijven zolang de regering daar niet representatief is voor alle bewoners van dat land.

AFRIKAANSE VERZETSLIEDEREN OP DE PLAAT

Weemoedig en strijdvaardig zijn de liederen -die door acht uit Zuid-Afrika naar WestDuitsland gevluchte kleurlingen, studenten,

worden gezonden. Vier van deze jongeren ,waren in hun land ter dood veroordeeld. Zij werken in de Bondsrepubliek. Zj willen ongene.omd blijven op deýe langsplelplaat die bij 6: , , iógre-ssieve "platen-uitgeverij" "Pläne" ý'e Dortmuid) is verschenen: "Kämpfendea AIika" "

Twaalf authentieke liederen worden ten gehnre gebracht, voorafgegaan door een summiere Duitse vertaling van de teksten, die zo kort megelijk, die kreten zijn:

"Vorster, open je gevangenissen, wij zijn niet bang veer de dood."

"Sla toe, Mandela!"

"Manáela, wij wachten op je antwoord!"

"Wij eisen ons land terug dat jullie hebben gestolen."

"So.boekwe heeft soldaten nodig om de zwarte slaven te bevrijden."

Andere liederen brengen ShArpeville in herinnëriîg, roepen tot eenheid en eensgezin4sdhid op, veroordelen collaborerende stamhoofden en komen tot de conclusie dat de geweldadigheid van het fascistische regime der blanken slechts met geweld beantwoord kan worden.

Dit is een heel bijzondere grammofoonplaat die ruime verbreiding ook in Nederland verdient.

VRAGEN STAAT VRIJ

Van tijd tot tijd worden er in de Kamer schriftelijke vragen gesteld over Zuidelijk Afrika. Je krijgt daarbij de indruk, dat de regering en de kamermeerderheid die vragenstellerij zien als een ideale democratische uitlaatklep, waaraan gelukkig géén consequenties verbonden zijn. Het verontruste of opstandige kamerlid mag z'n zegje doen, de vragen worden op een nietszeggende manier afgedaan en verder ligt niemand er wakker van. Ook al gaat het soms 0a afschuwelijk zaken. Zoals:

- Chemische wapens

Op 21 augustus stelt de Heer V.d. Spek vragen over het gebruik van chemische wapens (zgn. qntbladeringsmiddelen en herbiciden) door de Portugese legers in Angola. .iij vraagt of de minister (De Jong) de berichten kent over deze chemische oorlogvoering. De Jong antwoordt doodleuk dat hem inderdaad berichten hierover bekend zijn.

Ook vraagt V.d. Spek of de minister weet, oat door het gebruik van deze stoffen ernstig letsel aan mensen wordt toegebracht en dat het tevens op grote schaal uithongering van de bevolking tot gevolg heeft. Zijn Excellentie antwoordt dat hem hierover niets bekend is. (Wat je dan toch vrij dom

w -E

Page 9: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

mag noemen).

Op de vraag welke stappen de minister denkt te doen, antwoordt deze onder andere: "Daar ondergetekende - dat is dus de minister echter niet van mening is dat zulk gebruik - van herbiciden en ontbladeringsmiddelen thans reeds strijdig zou zijn met geldend volkenrecht, is hij niet voornemens ter zake specifieke stappen te doen bij de Portgese regering."

1-et andere woorden: v66rdat het gebruik van deze onmenselijke wapens officieel verboden is zullen we het onze Portugese vrienden niet onnodig moeilijk maken.

- Wapen-leveranties

Er 25 juni stellen de Heren Wierenga en .ýleisterlee vragen met betrekking tot de voorgenomen hervatting van de wapen-leveranties door Engeland aan Zuid-Afrika. In zijn antwoord weet minister Luns niets originelers te vertellen, dan dat de betreffende wapensniet-kebruikt-kunnen-worden-in-hetkader-van-de-apartheidspolitiek. Hij vindt dan ook echt niet dat de voorgenomen wapenleveranties in strijd zijn met het wapenembargo van de Verenigde Naties. En hij is al helemáál niet van plan iets ertegen te doen.

- Vlootbezoek

Ook de Heer Lems, die op 21 juli vragen stelt over het bezoek van Nederlandse oorlogschepen aan Kaapstad (waarbij een aantal bemanningsleden moeilijkheden had in verband met z'n huidskleur) wordt met een kluitje in het riet gestuurd. Ach, vindt minister Den Toom, de Zuid-Afrikaanse regering heeft het gebeurde immers zeer betreurd!

- Emigranten

Nòg bonter maakt onze minister Roolvink het in zijn antwoord op vragen van de Heer Van Lier (20 augustus) over de emigratie van geschoolde arbeidskrachten naar Zuid-Afrika. Voor ieder denkend mens is de zaak zo helder als glas: hoe meer blanke geschoolde krachten er in Zuid-Afrika binnenkomen, hoe meer negers er uit hun baantje worden gezet. Maar minister Roolvink ziet het allemaal ànders. Al eerder heeft hij gesteld, dat het wel alle maal zo'n vaart niet zou lopen. Maar inmiddels heeft de Zuid-Afrikaanse regering een verbod uitgevaardigd voor negers om bepaalQe beroepen uit te oefenen in zogenaamde blanke gebieden. Om dit feit kan de minister nu niet meer heen. Maar toch is hij nauwelijks verontrust. De omvang van de immigratie is au fond maar zo gering, vindt hij.

Ln dan komt het sterkste staaltje van ministeriële redeneerkunst: Het zou eigenlijk best een kunnen zijn, dat de blanke emigranten in Zuid-Afrika een positieve invloed uit~ oefenen, die uiteindelijk gaat leiden tot afzwakking van het apartheidsbeleid! Er is natuurlijk niemand die dit echt ge~ looft. Als je net bezig bent een nieuw leven op te bouwen in een vreemd land, ga je niet van de daken schreeuwen dat je tegenstander bent van de officiële politiek van dat land. De ervaring heeft trouwens geleerd, dat de Zuid-Afrikaanse regering er geen been in ziet tegenstanders van haar 2eleid één-twee-drie het land weer uit te setten.

Maar ja. De vragen zijn gesteld. De antwoorden gegeven. Iedereen gaat tevreden naar huis En drinkt een glas. En doet een plas. En laat de zaak zoals ie was.

PROTEST PERSBERICHT 19-11-1970

Nog geen 24 uur na vice-ministerpresident Bakkers knieval voor de apartheid, werden wij opnieuw diep geschokt, door de botte weigering van een andere Nederlandse minister, om aan drie Zuid-Afrikaanse vluchtelingen een visum te verlenen.

Na jarenlange omzwervingen - van vluchtelingen-kamp naar vluchtelingenkamp, van gevangenis naar gevangenis hadden deze drie Zuid-Afrikanen (slachtoffers van dezelfde apartheidspolitiek, die volgens minister Bakker het antwoord vormt op vragen over toekomstige onafhankelijkheid) hun laatste hoop gevestigd op Nederland. Maar de Nederlandse minister van Justitie Polak zei: "Nee."

Het Comité Zuid-Afrika heeft niet de behoefte te suggereren, dat er verband is tussen minister Bakkers woorden en minister Polaks beslissingen. Want ook zonder dat durft zij te zeggen, dat de afwijzing van deze visumaanvrage schandalig is.

Zij protesteert met klem tegen dit besluit.

.De drie Zuid-Afrikanen zullen nu opnieuw terechtkomen in een Afrikaans vluchtelingen-kamp, waar zij onder uiterst moeilijke omstandigheden moeten leven. Hun enige alternatief: terugkeer naar Zuid-Afrika, waar minstens de gevangenis wacht.

Tegenover het Kamerlid Wierenga gaf minister Polak als motief dat "een klein en zo dichtbevolkt land als Nederland niet het meest aangewezen is, tot het opnemen van Afrikanen, die blijkbaar in Afrika geen voet meer aan de grond krijgen en hun toevlucht in Europa zoeken."

Maar voor 70 à 80.000 gastarbeiders is wèl plaats. En als het om politiek stuntwerk gaat als 't opnemen van Hongaarse of Tsjechische vluchtelingen is de Nederlandse regering altijd weer haantje de voorste.

Het argument van de minister acht het Comité Zuid-Afrika dan ook in geen enkel opzicht voldoende om iets af te doen aan haar klemmende protest. mmm mmmmmm m mmmmImmmI mEmmmmmmE

1

Page 10: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Canon Collins: Zuid-Afrika in zijn praktijken niet beter dan Hitler-Duitsland.

Tijdens zijn bezoek aan Nederland in verband met het kongres in Nijmegen over Zuidelijk Afrika (B(1)acking South-Africa hadden wij op 27 september j.l. ook het genoegen om Canon L. John Collins in Amsterdam te ontvangen. Onze nederlandse afdeling van het Defence and Aid Fund, enige jaren geleden in het nieuws gekomen door de ton van Luns (ton d'r op), heeft wel geregeld kontakt met het hoofdkwartier in Londen, maar het is toch nog meer waard om de grote voorvechter voor slachtoffers van rassendiskriminatie en apartheidspolitiek ook zelf te spreken en nog wat dieper door te dringen in de achtergrond van de strijd tegen apartheid. Hieronder een vrije weergave van het ge~ sprek.

Wat was uw indruk van het kongres in Nijmegen?

Canon Collins: Omdat ik geen nederlands versta, was het moeilijk de gesprekken in de diskussiegroepen te volgen. In het algemeen moet ik wel zeggen, dat er onder de deelnemers (meest studenten) een groot en oprecht enthousiasme bestond om te komen tot verandering in de toestand, waarin Zuidelijk Afrika verkeert. Het kongres fungeerde niet als een grage aanleiding voor onrust, het ging inderdaad om de zaak zelf. Jammer, dat de stem van de oppositie niet doorkwam in de zaal. De groep was teveel samengesteld uit gelijkgezinden.

Wat denkt u van de politieke ontwikkeling in Zuidelijk Afrika?

C. : Ik heb daar een pessimistische kijk op. Het is zo, dat de republiek van ZuidAfrika gaandeweg zijn macht verder uitstrekt zeker nu al tot de Zambesi. Deze strategie wordt vooral gevoerd door het scheppen van ekonomische afhankelijkheid in alle Zuidelijke Afrikaanse staten. Deze ontwikkeling wordt nog begunstigd door de houding van hen, die met de republi k op goede voet willen blijven. Men mag al kritiek hebben op het apartheidsbeleid, de groeiende machtsvorming van het blanke element in Zuid-Afrika laat zich daar niets aan gelegen liggen. Inperking van de macht van ZuidAfrika en daarmee ook afbraak van de apartheidspolitiek, dreigt straks nog slechts door geweld plaats te kunnen vinden, waarbij men overigens moet beseffen, dat de gewelddadige situatie allang door de

republiek zelf is tot stand gebracht. Zuid-Afrika rechtvaardigt zichzelf en zijn optreden doordat men zich zelf beschouwt als de kampioen van de blanke ("christelijke") civilisatie.

Zijn er dan absoluut geen oplossingen?

Er zouden spoedig oplossingen mogelijk zijn, als de westerse wereld tot aktie overging. De kerken zouden samen daarbij een grote rol kunnen spelen, door radikaal de apartheid te gaan bestrijden en deze leer te vernietigen. Er gebeurt echter praktisch niets. Men heeft de illusie, door middel van. een voorzichtige taktiek iets te kunnen veranderen. Dat is een vergissing. Ook de V.N. zouden iets kunnen doen, maar men heeft aan de besluitvorming over Zuid-West-Afrika (nog steeds als mandaatgebied aan Zuid-Afrika toevertrouwd) kunnen zien, wat de V.N. kunnen doen. Er, zijn mensen, die enig perspektief ontlenen aan bepaalde ekonomische verschijnselen. Het is bekend, dat de drempel voor ~skilled jobs" door gebrek aan deze arbeidskrachten moet worden opgeschoven. Er komen zodoende steeds meer niet-blanken in deze sektor terecht. De stijging van het ontwikkelingsnivo, gepaard met een stijgend gevoel van eigen waarde, zou dan - zo zegt

Page 11: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

men ~ geleidelijk verbetering van de verhoudingen tussen de rassen met zich brengen. Het zou echter ook de revolutionaire gezindheid kunnen begunstigen.

Als Zuid-Afrika zèlf geen ruimte geeft, verwacht u dan geen tegenkrachten uit andere Afrikaanse landen, zoals Zambia, CQngo, Tanzania?

Als het zo was, dat Zuid-Afrika geen behoefte had aan een grotere markt voor zijn produkten en deze landen ook niet zo vlot zou helpen om ekonomisch op gang te komen als nu het geval is, als bovendien de westerse landen met hun investeringen in deze landen beter over de brug zouden komen, dan zouden de jonge Afrikaanse staten t.o.v. Zuid-Afrika een meer onafhankelijke positie kunnen innemen. Nù zijn zij op weg om ekonomisch onderhorig aan Zuid-Afrika te worden. Er groeit een neiging om met de republiek on speaking tevens te komen.

Hoe staat het met de bevrijdingsbewegingen in Zuid-Afrika? Is het wel goed, dat de Wereldraad van Kerken financiële steun gegeven heeft aan PAC en ANC (Pan-African Congress en African National Congress).

Het South-African-National-Congress was v66r 1961 een effektief orgaan, gebaseerd op non~ violence. Mede door het bloedbad van Sharpeville, heeft er na 1961 een verschuiving plaats gevonden, waarbij ook verdeeldheid aan het lich

ttrad tussen meer militanten

en meer gematigden. Velen van hen zijn òf uit zichzelf gevlucht, òf in opdracht van hun organisatie naar het buitenland gegaan, zodat men nu b.v. in Engeland meerdere soorten emigranten heeft. De moeilijkheid is dat zij -anders dan in de Portugese koloniën zelf geen stuk bevrijd gebied hebben, waarvoor zij zich samen kunnen inzetten en waardoor zij praktisch bezig zijn. Het zou echter verkeerd zijn om deze groepen af te schrijven of aan hun eigen lot over te laten Men moet zich echter maar niet met hun in~ terne verhoudingen bemoeien. Wat dat betreft heeft de Wereldraad een goed gebaar gemaakt, dat op den duur zal werken ten gunste van de bevrijdingsbewegingen.

Is het A.N.C. niet kommunistisch geînfiltreerd?

Sinds 1962 waren er inderdaad kommunistische groepen in het A.N.C. Deels uit ideologische overwegingen, deels omdat men gewoon in bestaande kommunistische landen nergens rassen diskriminatie zag. Deze ideologisch bepaalde leden van het A.N.C. waren vooral de blanken onder hen. De Afrikaan is zelf weinig vatbaar voor een kommunistische ideologie. Hij is v66r alles nationalist. Overigens weet u immers, wanneer je volgens de wet op het kommunisme in Zuid-Afrika deze naam verdient? Wel, b.v. wanneer je verzet pleegt tegen de bestaande orde en -volgens de slotregel- wanneer de rechter oordeelt, dat je kommunist bent! Wat de huidige komrunistische achter~ grond van het A.N.C. betreft moeten wij wel zeggen, dat er sedert 1967 een zekere om-keer gekomen is, waarbij de nietkommunisten winnen.

Hebt u, voor ons in Nederland, suggesties voor akties in 1971, het jaar van de

strijd tegen de rassendiskriminatie en apartheid?

Een financiële aktie voor het Defence and Aid Fund zou zeer nuttig zijn. Wij willen graag in staat worden gesteld om nog meer te doen aan hulp voor politieke gevangenen. Hoe die hulp gegeven wordt, mogen wij niet zeggen. Het Defence and Aid Fund is voor een belangrijk deel ondergronds. Wij moeten zuinig zijn op onze kostbare kon~ takten en geen mensen in gevaar brengen. Wij weten wel zeker, dat onze tussenpersonen financieel betrouwbaar zijn. Wij hebben dat eens afgecheckt en daarbij bleek 80% van het geld absoluut zeker op zijn bestemming gekomen te zijn. De rest waarschijnlijk ook. Het is volstrekt onjuist te zeggen, dat Afrikaanse mensen niet op geld kunnen passen. Overigens hoop ik wel, dat meer landen aktief worden voor het fonds. Het is haast beschamend, hoeveel Zweden doet. Andere landen kunnen daar niet aan tippen. En voor degenen die aan ons twijfelen, kan ik alleen maar zeggen: We are functioning, succesfully. Er zijn gelukkig veel mensen, die ons verder helpen. Het is gebleken, dat mensen in de Zuidafrikaanse gevangenissen gemarteld zijn. De politie wil er uit krijgen, waar de hulp vandaan komt. Men moet wèl weten, dat Zuid-Afrika in:;zijn praktijken niet beter is dan Hitler in Duitsland.

Wat is volgens u de zin van het Comité Zuid-Afrika?

Het is goed om zo'n apart komitee te hebben naast groepen, die op andere zuidelijk afrikaanse landen georitnteerd zijn. Anders wordt de aandacht te veel verspreid. Daar het Defence and Aid Fund voor geheel Zuidelijk Afrika werkt, is het misschien beter, om dit als een soort "umbrella" te gebruiken, waar de verschillende komitees onder schuilen. Het is goed, om je als komitee-zelf dan op Zuid-Afrika te koncentreren want, wat er ook aan bevrijdingsbeweging in de andere landen gebeurt; zolang Zuid-Afrika niet bevrijd is en deze republiek zijn machtssysteem behoudt, zolang blijven ook de andere landen afhankelijk. In Zuid-Afrika vallen de beslissingen.

Welke weg moeten wij als komitee kiezen: die van de geleidelijkheid, van de overreding, of van de snelle aktie, de revolutionerende methode? Ongetwijfeld de laatste. Van'een geleidelijke ontwikkeling zie ik helemaal niets. Er vindt een steeds sterkere inkapseling plaats. Dat moeten de zgn. "bruggenbouwers" wel weten. Er komt een tijd, dat dit bruggenbouwen juist de toestand verslechtert. De andere partij gebruikt uitgestoken handen in zijn voordeel. Het is nodig, dat de zaken thans scherp gesteld worden. De voortgaande suprematie van het blanke ras, samengaand met de uitbreiding van de NATO-belangen en steeds sterkere inschakeling in het westelijk blok, zal een toestand doen ontstaan, die niet ongelijk is aan Vietnam en IndoChina. Ja, in Zuidelijk Afrika zal straks de machtsstrijd tussen oost en west op de ruggen van de Afrikaanse volkeren worden uitgevochten en naar mijn mening is deze

(vervolg op pagina 13) 11

Page 12: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Kerstgroeten aan onbekenden.

Hieronder vindt U een lijst van namen en adressen van families in Zuid-Afrika van wie familie~ of gezinsleden in de gevangenis verblijven, of die zelf geplaatst zijn onder huisarrest of andere beperkende maatregelen.

Wij weten hoe dankbaar zij zijn herinnerd te worden aan het bestaan van vrienden en sympathiserenden in het buitenland, vooral met Kerstmis, wanneer hun eenzaamheid of gelsoleerdheid het scherpst gevoeld wordt.

Wij zouden U dus willen vragen of U zelf en Uw vrienden en kennissen aan mensen van bijgaande lijst een kerstgroet wilt sturen. Als U wilt, hebben wij nog meer namen en adressen.

Wilt U ons berichten als U merkt dat adressen veranderd zijn?

Kitson, Steven & Amanda Kinderen van Dave Kitson 2 Hurstwood Court die een gevangenisstraf Finchley Road van 20 jaar uitzit. London N.W. II

Kondoti, Mrs. M. 171 Simani Street Duncan Village East London Cape Province

Lutuli, Mrs. A.J. P.O. Groutville Stanger, Natal

Mandela, Mrs. Winnie

8115 Orlando West Johannesburg

Echtgenoot zit een gevangenisstraf van 18 jaar uit.

Weduwe van Chief Albert Lutuli, die bij een ongeluk omkwam in 1967

Echtgenoot zit op Robben

eiland levenslang gevangen. Zij leeft onder banvoorwaarden. Op 14 september j.l. werd zij voor de tweede keer vrijgesproken na 16 maanden eenzame opsluiting.

Bongo, Mrs. Daisy 6 Dorrington Location Fort Beaufort, Eastern Cape

Haoun, Mrs. G. "Golden Eye" Repulse Raod Crawford Capetown

Mayekiso, Mrs. Caleb 33 Ferguson Road New Brighton Port Elizabeth

Mini, Mrs. V.

94 Connaehter Street

New Brighton Port Elizabeth

Ngudle, Mrs. B. e/o Rev. G. Ndzabela P.0. Middledrift Cape Province

Dhlamini, Stephen, 2 Bantu Township, Bulwer, Natal.

Dlomo, Albert Address of wife: Sister Dlomo, e/o McCord Hospital, 89 MeCord Road, Durban

Fischer, Ilsa and Paul 404 Riviera George Street Mowbray Capetown

Echtäenoot zeëxecuteerd.

Haar echtgenoot, een Moslim priester, overleed in de gevangenis tijdens verhoor.

Echtgenoot overleed in gevangenschap in juni 1969.

Echtgenoot geëxecuteerd

Haar echtgenoot overleed tijdens 90 dagen voorarrest. De politie beweert door zelfmoord.

Heeft 6 jaar gevangen gezeten, leeft nu onder banvoorwaarden.

Heeft gevangen gezeten, leeft nu onder banvoorwaarden.

Kinderen van Bram Fiseher die levenslang in de gevangenis zit.

Mashaba, Mrs. C. Echtgenoot zit 15 jaar 4146 Chiawelo Township gevangenisstraf uit; zij Johannesburg, Tvl. leeft onder banvoorwaar

den.

Mbatha, Mrs. Betty 488 Bates Road Evaton, Transvaal

Naidoo, Family 18a Rockey Street, Doornfontein, Johannesburg, Tvl.

Nair, Mrs. E. 712 Himalaya House, 161 Warwiek Avenue, Durban, Natal.

Saloojee, Mrs. R. c/o 5a Park Road Fordsburg Johannesburg Transvaal

Echtgenoot zit 20 jaar gevangenisstraf uit.

Zoon zit 10 jaar gevangenisstraf uit; dochter Shanti in voorlopige hechtenis gehouden gedurende 1969/70, zij heeft ook 2 maanden gevangen gezeten omdat zij weigerde te getuigen in het Winnie Mandela Proces.

Echtgenoot zit 20 jaar gevangenisstraf uit.

Echtgenoot zou zelfmoord hebben gepleegd tijdens politieverhoor.

Rasotse, Mr. Benjamin Heeft 2 jaar cellulaire Awaiting-Trial-Prisoner gevangenisstraf gehad Pretoria Central Prison is de enige persoon die Private Bag 45 niet is vrijgelaten na Pretoria het mislukken van het

proces tegen Winnie Mandela en anderen.

Chiba, Mrs. L. 4 Crown Road Fordsburg Johannesburg

Haar echtgenoot zit in de gevangenis een straf van 18 jaar uit.

Page 13: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Mancoko, Mr. Block 60 04, New Brighton, Port Elizabeth

Ndzanga, Mr;and Mrs 16 Senaone, P.O. Moroko, Johannesburg

Sobukwe, Mr. 6 Naledi Street, Glaeshewe, Kimberley. Cape

Province.

Strachan. Mr. 14 Lanyon Grove, Botanic Gardens, Durban

Tshabangu, Mr Elliot 919 Dube Village, Johannesburg

Heeft gevangen gezeten, leeft sinds 1963 onder banvoorwaarden. In hechtenis genomen onder de Terrorism Act 1969-70 en vrijgelaten juni 1970.

Beiden zijn kortgeleden vrij gelaten na 16 maanden in hechtenis te zijn ge~ weest voor het Winnie Mandela proces.

Heeft gevangen gezeten op net Robben eiland, leeft nu onder huisarrest.

Heeft gevangen gezeten, leeft nu onder huisarrest

Kort geleden vrij gelaten na 16 maanden in hechtenis te zijn geweest voor het Winnie Mandela proces.

B(L)ACKIN' SOUTHERN AFRICA

Op 25, 26 en 27 september organiseerde de Nijmeegse politikoloqisch faculteitsvereniging onder auspiciën van het instituut voor politikologie en in samenwerking met diverse instanties een werkcongres.

Het congres had tot doel als aanzet te dienen tot onderzoek over de situatie in Zuidelijk Afrika en de westelijke betrokkenheid hierbij door universitaireen buitenuniversitaire groepen. Dit moest tot uitdrukking komen door te wijzen op de verantwoordelijkheid van de westerse wetenschappers t.a.v. de brandende wereldproblemen i.c. de toenemende tegenstellingen tussen ontwikkeld en nog niet ontwikkeld, tussen blank en zwart, rijk en arm, welke het duidelijkst worden in de zuidelijke gebieden van Afrika.

De realisatie van deze doelstelling trachtte men te bereiken door werkgroepen tijdens het congres te vormen. Men splitste zich in werkgroepen voor economische, militaire, politieke problemen, én voor mogelijkheden tot steun aan de bevrijdingsorganisaties en tenslotte een werkgroep voor direkte en indirekte aktie in Nederland.

Naast enkele discussies over vrij ver uiteenlopende meningen t.a.v. de te volgen strategieën, werd er onderling vrij veel informatie uitgewisseld. Er kwamen vele frisse ideëen los over te voeren akties. Een planning voor zaken die op langere termijn lopen (o.a. onderwijs) gaven echter heel wat problemen. Men zag in dat een eerste vereiste; hiervoor was een

landelijke coördinatie. Ondanks dat er vrij veel mensen uit de onderwijs-sector (vnl. 'O) aanwezig waren, is er vooral met betrekking tot het onderwijs niet voldoende uit de bus gekomen. Misschien mede doordat de laatste bijeenkomst niet opgesplitst werd naar "intern" maar naar regio (vanwege de effectiviteit die nodig is om aktiegroepen lopende te houden). Wel zullen er enkele individueel opererende groepjes starten.

De regionale groepen die grotendeels gevormd werden door reeds bestaande aktiekernen bogen zich over de aktie- en studiepunten die uit de werkgroepen gekomen waren. Het congres heeft dan ook in dit opzicht voldaan, dat het een uitbreiding van mankrachten heeft bewerkstelligd Wat betreft de doelstelling om de universi teiten direkt bij de zaak te betrekken, kunnen wij de resultaten in eerste instantie ronduit bedroevend noemen. Een geordaniseerd deelnemen van de universiteiten zit er dan ook vooreerst niet in. Hierdoor zullen de vele door de werkgroepen gesuggereerde studieobjekten niet allen even grondig en efficient onderzocht kunnen worden. Een reden temeer om individueel binnen ieders vakgebied een zo groot mogelijke pressie uit te oefenen aan de universiteiten.

Politieke uitkomst: In de eindresolutie van het congres verklaartmenzichsolidairmet de bevrijdingsstrijd van de onderdrukte volkeren in Zuidelijk Afrika, daarbij constaterend dat de westerse landen zich compromiterend gedragen. In het geval van Nederland m.n. door de reis van minister Bakker en de oprichting van de Z.A. Kamer van Koophandel. Er wordt een beroep gedaan op alle instanties die direkt of indirekt verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling in de richting van een bloedbad, om deze ontwikkeling tegen te gaan.

Een volledig verslag is te bestellen bij M. Peters, p/a Verlengde Groenestr.43, (Pol.instit.) Nijmegen.

(vervolg van pagina 11) dreiging ernstiger en de toestand gevaarlijker in dit deel van de wereld dan in het verre of nabije oosten. Wij zijn ons van dit grootste gevaar nog allerminst bewust.

Aldus Canon Collins in het interview, dat wij mochten hebben. Er is reden genoeg om de consequenties van dit gesprek te laten uitkomen bij een sterke activering van het Comité Zuid-Afrika. Wie zich daarbij wil aansluiten kan zich opgeven bij ondergetekende.

sept.'70

Dr C.P. van Andel Voorzitter Comité Zuid-Afrika Cornelis Krusemanstraat 8 Amsterdam.

Page 14: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

(vervolg van pagina 2)

met het verzoek deze te gaan overhandigen aan apartheidsslachtoffers in Zuid-Afrika, omdat hij, àls hij de reis toch zou maken, ongetwijfeld ook met deze mensen kontakt zou zoeken. U kent de reaktie.

Uit verontwaardiging over de reis en ook over de aard van het bezoek zijn wij toen een handtekeningenaktie gestart waarbij Nederlanders de minister vroegen, niet te gaan. U hebt allen lijsten ter tekening gekregen, alsmede een begeleidende brief, waarin wij uiteenzetten, waarom deze aktie werd gevoerd.

Op 4 november hebben wij 15.000 handtekeningen overhandigd op het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Met behulp van het Studentencomité Zuid-Afrika werd tevoren een demonstratie gehouden waarbij borden werden meegedragen met o.a. de volgende leuzen: "Dialoog? Kom nou, geld!"; "Oranje boven; zwart onder"; Vriendjespolitiek met Hilters vriendje"; "Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht gewusst." Op het Binnenhof waren sympatiserende Kamerleden aanwezig; op het Ministerie nam de secretarisgeneraal de handtekeningen in ontvangst.

De dag ervoor hadden enkelen van ons een gesprek met de heer Bakker gehad, waarin wij probeerden duidelijk te maken dat zijn bezoek aan de ZuidAfrikaanse regering de indruk zal wekken, dat de Nederlandse regering niet zoveel afschuw van het apartheidsbeleid heeft, dat zij niet gezellig met haar Zuid-Afrikaanse partner vriendschapsbezoeken wil uitwisselen en economische overeenkomsten sluiten waar de blanke bevolking van ZuidAfrika erg blij mee zal zijn. De heer Bakker zei dat naar zijn overtuiging bezoeken als deze de mogelijkheid gaven, de Nederlandse (ook zijn eigen, naar hij zei) grote bezwaren tegen de apartheid zo effectief mogelijk kenbaar te maken. Hij zou trachten er voor te zorgen, dat de Zuid-Afrikaanse kranten niet, zoals gewoonlijk, alleen maar lovende uitingen van de bezoeker zou weergeven, maar ook de door hem geuite bezwaren tot hun recht zouden laten komen. Voor zover wij dat nu kunnen beoordelen (15 november) heeft de heer Bakker het de kranten daar wel buitengewoon gemakkelijk gemaakt, door zich zeer vriendschappelijk en prijzend over de heer Vorster en diens beleid uit te laten. Hij schijnt daarbij de Nederlanders die wel de konsekwentie van hun afkeer van de apartheid trokken en hem vroegen dat ook te doen, afgedaan te hebben als lastige mensen die een beetje onder de duim gehouden moesten worden, wat de Nederlandse regering dan ook goed gelukt is.

Uit de mond van een man, die binnenskamers zegt het geheel met ons oordeel over de apartheidspolitiek eens te zijn, onze

mening over zijn reis te respecteren en toezegt - niet alleen tegenover ons zijn mening daar ondubbelzinnig kenbaar te zullen maken, is dat oordeel over zijn Nederlandse "oppositie" nogal beledigend. Vóórdat dit Informatie Bulletin vermenigvuldigd en verzonden is, zult U, naar wij vrezen, nog wel wat meer van de Heer Bakker, en, zonodig, ook van ons gehoord hebben.

De NZAW, fervente apartheidsaanhangers in Nederland, reageerde op onze handtekeningenaktie met een kreterige brief aan de minister-president, waarin gesteld wordt dat alles wat wij aan wantoestanden hebben opgesomd, in Zuid-Afrika niet voorkomt ) ) en dat wij gedreven worden bij onze "hetze" door ongrijpbare machten, waar de regering maar eens wat aan zou moeten doen. Het is voor de NZAW kennelijk onvoorstelbaar, dat er in Nederland zoveel mensen zijn met voldoende gezond verstand om op eigen kracht en door eigen informatie (en ook met behulp van de cijfers, door de Zuid-Afrikaanse regering verstrekt) tot een volstrekte afwijzing van de mensonterende apartheidspolitiek te komen. Onze aktie richtte zich op een schijnbaar niet zo belangrijke gebeurtenis, maar heeft de zo kenmerkende schijnheilige houding van de Nederlandse regering t.a.v. Zuid-Afrika en de kennelijke behoefte van de ZuidAfrikaanse regering aan bijval van het "stamverwante" Nederland, om haar heilloze politiek daarna met des te meer kracht en overtuiging te kunnen voortzetten, weer eens duidelijk gemaakt. Wij hopen, dat deze aktie nog meer mensen tot het besef heeft gebracht dat zij ondubbelzinnig met woord en daad stelling moeten nemen tegen de onmenselijke apartheid, en dat wij met ons allen moeten zorgen dat onze "vertegenwoordigers" door maatregelen duidelijk maken aan Zuid-Afrika dat het ons ernst is met onze afwijzing van hun politiek.

OVER IMMIGRATIE

Uit de Zuidafrikaanse koerier (okt.1970) haalden wij het volgende citaat uit een artikel over immigranten in Zuid-Afrika. Het citaat spreekt voor zichzelf. Mevr. van wijk is secretaresse van het Pretoriase Immigrantenkomitee. "Mevr. van Wijk zegt dat er ook mensen zijn die door een jarenlange indoctrinatie van raciale gelijkheid aanvaard hebben dat ze met de niet-blanken kunnen verbroederen zonder dat ze de minste kennis van hun beschavingspeil bezitten. Wanneer duidelijk blijkt dat bepaalde mensen geen gevoel hebben voor de verschillen in samenstellingen en leefwijze in ZuidAfrika, worden deze naar hun oorspronkelijke vaderland teruggestuurd."

Page 15: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

PUBLIKATIES

Publikaties verkrijgbaar door storting op postgiro 580900 t.n.v. Stichting Comité Zuid Afrika.

Uitgaven van het International Defence and Aid Fund.

South Afriean Prisons and the Red Cross Investigations South Africai The Violence of Apartheid S.A.: Resettlement, the new violence to Africans S.A.: The oost of freedom S.A.: The BOSS Law S.A.: Trial by torture; The Case of the 22 S.A.: Workers under Apartheid S.A.: Racism in Sport Rhodesia: Why Minority Rule survives Report on the Education Scheme for detainees, restrictees and convicted political prisoners and their dependants in Rhodesia Transit Camps in South Africa

Uitgaven van "Christian Action Pamphlet"

Bram Fischer The purge of the Eastern Cape

Brian Bunting: Education for Apartheid

Witness in the Dark, Police torture and brutality in South Africa

...I am prepared to die (Nelson Mandela, 1964)

Uitgaven van het Comité Zuid-Afrika:

Apartheid, feiten en commentaren Zuid-Afrika .......... een fijn land, slegs vir blankes

Grammofoonplaat (25 cm) "NEE"

Uitgave Unesco:

Apartheid, its effects en eduaction, science, culture and information

Uitgaven van de Verenigde Naties: (Uniton-Apartheid):

Apartheid and Racial Discrimination in Southern Africa Segregation in South Africa, Questions and answers on the policy of Apartheid Industrialization foreign Capital and forced Labour in South Africa

2,50 2,50 2,-0,75 1, 0,75 3,25 1,25 1,50

0, 25 0,75

f 0,75 f 1,-

1 1,-

1 1,-

1 1,-

1 0,95 1 1,-

1 2,50

1 8,-

1 3,-

f 2,-1 8,--

IPU

Op 7 oktober 1970 heçft de oud-voorzitter van het Comité Zuid-Afrika, de Heer J.J. Voogd een rede gehouden voor de I.P.U. conferentie in Den Haag (I.P.U.: Internationale Parlementaire Unie). Hij stelde o.a. dat op de woorden van de VN resoluties over rassendiscriminatie in Zuidelijk Afrika daden moeten volgen, want de onderdrukte volkeren in Zuidelijk Afrika kijken uit naar die daden. Hij deed een beroep op de deelnemers aan de conferentie er bij hun regeringen op aan te dringen gehoor te geven aan de oproep die Canon John Collins, president van het "International Defence and Aid Fund" (IDAF) in 1971 wil doen uitgaan. Hij zal de lidstaten van de VN vragen:

1. Het voorbeeld van Zweden, Denemarken, Noorwegen, India, Pakistan, de SovjetUnie e.a. te volgen door een direkte bijdrage te geven aan het IDAF en door meer te geven aan het United Nations Trust Fund for South Africa.

2. De campagne voor het vrijlaten van politieke gevangenen in Zuid-Afrika en Rhodesië te steunen.

3. De Portugese bevrijdingsbewegingen in de bevrijde delen van de Portugese koloniën te steunen.

4. De VN-resolutie, waarin gesteld wordt dat de guerrillastrijders die zijn gevangen genomen door de Zuidafrikaanse Rhodesische en Portugese regiems, de status van krijgsgevangene moeten krijgen, te steunen.

De Heer Voogd stelde dat het ondersteunen van dit verzoek in de nationale parlementen de meest praktische methode voor de parlementariërs is om iets te doen tegen rassendiscriminatie.

Page 16: Nu: Je moet er geweest zijn. Straks: Wir haben es nicht ...psimg.jstor.org/fsi/img/pdf/i0/10.5555/al.sff.document.nizap2b00048.pdfvoor de inhoud. Voor het uitdenken en uitdokteren

Oranje boven. Zwart onder.

Drukwerk Frankering bij abonnement

Comité Zuid-Afrika, Amstel 240, Amsterdam