Nr 19 20 22 juni 2016

40
ONAFHANKELIJK MAGAZINE VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT — WWW.ADVALVAS.VU.NL NR 19/20 22 JUNI 2016 ZOMERNUMMER De Indiase roots van Ernest van der Kwast en Vinod Subramaniam | VU heeft carrièretips goed verstopt | Flirtend de zomer door | Marie, ga programmeren | Faculteiten kreunen onder reorganisatie Klauterrun (op eigen risico) pag 10

description

Onafhankelijk magazine van de Vrije Universiteit, Amsterdam. Verschijnt 20 keer per jaar, om de week.

Transcript of Nr 19 20 22 juni 2016

Page 1: Nr 19 20 22 juni 2016

Onafhankelijk magazine van de vrije Universiteit — www.advalvas.vU.nl

Nr 19/2022 juni 2016 zomernummer

De Indiase roots van Ernest van der Kwast en Vinod Subramaniam | VU heeft carrièretips goed verstopt | Flirtend de zomer door |

Marie, ga programmeren | Faculteiten kreunen onder reorganisatie

Klauterrun (op eigen risico) pag 10

Page 2: Nr 19 20 22 juni 2016

HOE VER KIJK JIJ?We leven in een snel veranderende samenleving, met grote maatschappelijke vraagstukken. Dat vraagt om mensen die verder kijken. Verder dan het voor de hand liggende, verder dan het bekende. Mensen die verder kijken zijn op hun plek bij de VU. De VU stimuleert haar medewerkers buiten hun eigen afdeling en eigen vakgebied te kijken. Om nieuwe wegen in te slaan. Om samen te werken aan toonaangevend onderzoek en onderwijs. De VU is een universiteit die midden in de maatschappij staat. Met de blik gericht naar buiten. VU is verder kijken.

Ben jij een medewerker van de VU? Kijk dan voor een overzicht van alle interne vacatures op:

WWW.VU.NL/VUNET/VACATURES

Ben jij geen medewerker van de VU maar wel geïnteresseerd om bij de VU te werken? Kijk dan op:

WWW.WERKENBIJDEVU.NL

2 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

REDACTIONEEL

Klauterrun over boom-stammen, door de drek: hoe meer obstakels, hoe beter 10

India de VU-rector en de Vrije Schrijver delen hun roots 16

Zomerflirt: verleid je medestudent, buurvrouw, of de treinconducteur 22

Het moest er eens van komen: in dit nummer staat de laatste column van Roos van Rijswijk. Ze was al eens weg, want afgestudeerd, maar maakte op veler verzoek een comeback. Nu staat haar schrijverscarrière als een huis, en wordt het tijd voor een opvolger. Wij danken Roos voor jaargangen vol mooie, grappige en ontroerende observaties. Die opvolger is Sanne Pieters, overtuigend winnaar van de columnwedstrijd (zie ook p4). In het nieuwe collegejaar zullen we lezen hoe deze kersverse eerstejaars sociologie haar intree in de VU en het studentenleven beleeft. En dan Griff… Dit tamelijk onaangepaste, roodgekuifde karakter verlaat na tien jaar de achterpagina. Zijn schepper Merlijn Draisma blijft gelukkig als illustrator aan Advalvas verbonden.

De Advalvas-redactie wenst u allen een ontspannende zomer.

Heen en weer

advertentie

Page 3: Nr 19 20 22 juni 2016

3nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

INHOUD jaargang 63 — nr 19/20

En verder Online nieuws 4

Opinie: missie in Mali 8 Column: Mark van Vugt 9

Onderzoeksnieuws 14

Column: Sinan Çankaya 25

Mail 26

So you think you can teach 27

PP 32

OR 34

Opinie: medezeggenschap 36

Column: Roos van Rijswijk 37

Cultuur: Griffioen en restaurant 38

Uilensteders 39

Griff 40

Het volgende nummer verschijnt 31 augustus 2016.

RedactieadresDe Boelelaan 1105BelleVue, Kamer 1H-43 1081 HV [email protected] SchilpRedactieFloor Bal, Peter Breedveld, Dirk de Hoog, Marieke Kolkman, Welmoed VisserEindredactie Win Castermans, Welmoed VisserSecretariaatAnna Jansen (020) [email protected] OntwerpLuis Mendo - GOOD Inc.Vormgeving Rob Bömer - behance.net/rbbmr

Medewerkers Joeke Berg, Sinan Çankaya, Merlijn Draisma, Nico den Dulk, Frances Gallimore, Peter Gerritsen, Martijn Gijsbertsen, Kasper Hermans, Roos Lankhorst, Roos van Rijswijk, Dick Roodenburg (Griffioen), Lae Schäfer, Bas van der Schot, Peter Valckx Copyright HOP-kopij Hoger Onderwijs Persbureau, AmsterdamVU-advertenties zie secretariaat Commerciële advertenties Bureau Van Vliet (023) 5714745 Druk Opmeer drukkerij BV, Den Haag

ONAFHANKELIJK MAGAZINE VAN DE VRIJE UNIVERSItEIt

Rosa Jong laat zien dat programmeren niet alleen voor nerdy mannen is 6

Zoeken naar het VU Career Centre 20

Faculteiten lijden onder reorganisatie 28

3

VU NU

Coverfoto Peter Gerritsen

Zaterdag 18 juni 2016, 09.30 »

Bordes hoofdgebouw.koningin máxima opent internationaal

congres over transgenderzorg. Foto pETER gERRITsEN

Pauze

Page 4: Nr 19 20 22 juni 2016

rSS feedabonneer je op het laatste nieuws online

voor al het laatste nieuws: advalvas.vu.nl

De wedstrijd voor een vaste column in Advalvas heeft een overtuigende winnaar opgeleverd. Sanne Pieters, kersverse

eerstejaars sociologie, gaat Roos van Rijswijk opvolgen. De redacteuren en een studentenjury verkozen unaniem haar column.“Actueel en bijna poëtisch”, “Goed punt, heel herkenbaar”, “Pakkend

geschreven”, “Dit is een echte schrijver, ik zie het voor me”, aldus de juryleden over Pieters column ‘Demonstratie’.Sanne Pieters (23) heeft enkele jaren een schrijfopleiding gevolgd, en werkt naast haar studie voor culturele instanties zoals SLAA, Read My World en de School der Poëzie. Met ingang van het nieuwe collegejaar krijgen haar columns een vaste plek in Advalvas magazine.

De animo voor deze columnwed-strijd was aangenaam groot. Ruim dertig VU-studenten stuurden ons een proefcolumn, met soms verrassende onderwerpen. Van bibliotheekangst en egoïstische studenten tot tosti’s en Nedertur-ken: alles kwam voorbij. Uiteinde-lijk stelde de redactie een shortlist samen van zes kandidaten. (MS)

Lees de column van pieters en de andere finalisten op advalvas.vu.nl>achtergrond.

CPB adviseert seksesegregatie in de collegezaalGeef bollebozen hun eigen werkgroep en houd de jongens bij de meisjes vandaan. Dat zal het hoger onderwijs verbete-ren, zeggen onderzoekers van het Centraal Planbureau.

Toch geen hogere boete voor te laat stopzetten ov-kaartJaarlijks vergeten tiendui-zenden oud-studenten hun ‘studentenreisproduct’ op tijd van hun ov-chipkaart te halen. Het kabinet wilde de boete fors verhogen, maar ziet daar onder druk van de tweede Kamer toch vanaf.

‘Geesteswetenschap-pen zijn provinciaal geworden’Studenten Geestesweten-schappen organiseren een mini-symposium over een nieuw programma, waarbij studenten aan docenten worden gekoppeld om zelf onderzoek te doen.

Veel instellingen schaffen ‘uitgesteld’ bindend studieadvies af

Onderzoekers met kinderen benadeeld in tenure track

Voorzitters studen-tenorganisaties: ‘Het is een oogstjaar geweest’

Promoveren op de vagina

nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS4

Floo

r Bal

Rector Vinod Subra-maniam: “Dat we zijn geslaagd voor de toets heeft vooral een psychologisch effect. Het is een pluim op

onze hoed en bevestigt dat we met ons onderwijsbeleid op de goede weg zijn.” In de dagelijkse praktijk zal er weinig veranderen legt beleidsmedewerker Jikke Bekker uit. “Sinds 2011 mochten we al met een lichtere vorm van visitatie van opleidingen werken in afwachting van het behalen van

de instellingstoets. Als we nu niet waren geslaagd, hadden we echt een probleem, want dan hadden alle opleidingen opnieuw een uitgebreide accreditatie moeten ondergaan.”De teleurstelling was twee jaar geleden groot toen de VU nog niet helemaal klaar bleek voor het halen van de instellingstoets. Bij de komst van de commissie- Ritzen toen werd geconstateerd dat de VU al grote stappen vooruit had gezet, maar men vond het vooral nog een papieren werke-

lijkheid. De commissie wilde graag zien hoe de goede voor-nemens in de praktijk zouden uitpakken. Daarom slaagde de VU onder voorwaarden.De commissie prijst nu de cultuuromslag aan de VU: “We treffen een cultuur aan van open-heid, transparantie en delen van good practices. Een lerende universiteit die bereid is tot luis-teren en veranderen. (DdH)

Meer hierover op advalvas.vu.nl>nieuws>14 juni.

VU slaagt voor instellingstoetsaccreditatieinstelling nvaO heeft de vU eindelijk groen licht gegeven voor de instellingstoets kwaliteitszorg onderwijs.

Sanne Pieters wint columnwedstrijd

Page 5: Nr 19 20 22 juni 2016

(re)tweetseen selectie uit de opvallendste tweets van de afgelopen dagenD

e VU wil de verwijzing naar het evange-lie van Jezus Christus uit haar statuten schrappen.

Dit staat in een voorstel dat het bestuur aan de onder-nemings- en studentenraad heeft gestuurd.Nu staat de grondslag als volgt omschreven: ‘De (VU) Stichting/Vereniging aanvaardt de Bijbel als inspi-rerend uitgangspunt van al haar handelen. Zij wil zich laten leiden door het evange-lie van Jezus Christus waarin

de mens wordt opgeroepen God en zijn wereld van harte te dienen.’Volgens het bestuur is de VU-gemeenschap zodanig veranderd de afgelopen decennia dat veel studenten en medewerkers weinig bete-kenis meer toekennen aan het evangelie van Jezus, maar zich wel herkennen in de waarden die het christendom hooghoudt.Om te voorkomen dat de grondslag alleen nog maar een dode letter is, is gezocht naar een nieuwe, meer bij deze tijd passende omschrij-ving. Het voorstel luidt nu

dat de VU, ‘voortbouwend op haar christelijke oorsprong, ten doel heeft om bij te dragen aan een betere wereld, een wereld waarin rechtvaar-digheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld centraal staan. (…) Zij onder-kent en waardeert de rol die levensbeschouwing en zinge-ving hierbij spelen.’ (DdH)

vanaf maandag 27 juni staat een interview met collegevoorzitter jaap Winter hierover op advalvas.vu.nl. Het voornemen roept veel emoties op. Lees de reacties op: advalvas.vu.nl>nieuws>3 juni.

nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS 5

ADVALVAs_ONLINE

twitter/facebook/issuu

Jezus uit de statuten?

@MarcSchuilen20-6_Wat hebben EK-Voetbal, Typhoon en Brexit gemeen? Lees mijn nieuwe column in @nrc http://bit.ly/28Ilcqn De column is lezenswaardig: in Nederland hoeven

we geen noodtoestand uit te roepen, omdat we die in feite al permanent hebben, maar wat die drie dingen nou gemeen hebben? #Breinbreker.

@fcvheest20-6_Volgens het CPB is er geen bewijs dat blended learning, flipping the classroom en MOOC’s het onderwijs verbeteren http://scienceguide.nl/201606/werkcolleges-indelen-op-leerprestatie.aspx …

@VUamsterdam 20-6_Aafke Hulk nieuw lid Raad van Toezicht VU. Zij is voorgedragen door gezamenlijke medezeggenschapsorganen van de VU. http://ow.ly/DIr9301qBRC

@liekekuiper19-6_ Heel erg bedankt voor alle felicitaties ik zie er naar uit om me nog twee jaar te mogen inzetten voor de @jspvda en nu als voorzitter!Daarmee hebben de Jonge Socialisten een

VU-student als voorzitter. Gefeliciteerd Lieke Kuiper! Lees het interview met Kuiper in Advalvas nummer 18 via issuu.com.

@FGWVU16-6_Trots! Vijf promotievoorstellen van de Faculteit der Geesteswetenschappen @VUamsterdam gehonoreerd @NWOHumanities: http://www.fgw.vu.nl/nl/nieuws-agenda/nieuwsarchief/2016/apr-jun/160615-faculteit-verwelkomt-vijf-nieuwe-promovendi.aspx …

@BasvdKlaauw16-6_@advalvas_vu @FEWEB_VU “Onderwijsinnovatie” is middel, geen doel. Graag (empirisch) bewijs welke innovatie leerprestaties verbetert.Dit is een reactie op een opiniestuk van Ines

Lindner op advalvas.vu.nl>opinie>16 juni. Lindner betoogt daar dat wetenschappers punten moeten krijgen voor innovatief onderwijs.

@pmwisse15-6_Een organisatie die haar declaratiekosten probeert te beheersen via een onbruikbaar ict-systeem. Kennen jullie dat? Ik wel!

minder in de min

Dit staat in het concept-jaarverslag 2015. Het resultaat valt mee, want de begroting ging uit van een tekort van 12 miljoen. Over 2014 was het tekort bijna 19 miljoen euro.Het verlies is ontstaan door de kosten van de reorganisatie bedrijfsvoering waarvoor

in 2015 10,5 miljoen euro is gereserveerd. (DdH)

Meer over de financiën van de VU op advalvas.vu.nl>nieuws>9 juni.

de vU heeft vorig jaar een verlies geleden van 7,3 miljoen euro.

Geef punten‘Geef punten voor onder-wijsinnovatie.’ Universitair hoofddocent Ines Lindner heeft vernieuwende ideeën voor docenten op advalvas.vu.nl>opinie

Atheïstisch geluid‘theologie is niet speciaal.’ Het is tijd voor analyse en een atheïstisch geluid, vindt student Ludo Schoenmakers op advalvas.vu.nl>opinie

N t/m ZDeel 2 van het one-and-only, limited edition, woordenboek Amerikaans-Nederlands van student Marthe van Bronkhorst op advalvas.vu.nl>blogs&columns

Page 6: Nr 19 20 22 juni 2016

Rosa Jong stimuleert vrouwen om te programmeren6 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Page 7: Nr 19 20 22 juni 2016

7nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

IN ACTIE

Je hebt de bachelor politi-cologie gedaan. Hoe ben je in politiek geïnteresseerd geraakt? “Dat kwam door mijn lerares maatschappijleer op de middelbare school. Al was dat waarschijnlijk niet op de manier waarop ze gehoopt had. We moesten van haar altijd De Groene Amsterdammer lezen, ze probeerde iedereen haar richting op te krijgen. toen ik dat tijdschrift las, besefte ik hoe gekleurd het nieuws is. En hoe belangrijk het is om meerdere bronnen te gebruiken. Als puber las ik de NRC, maar daarnaast ging ik vaak online om te kijken of hetzelfde bericht in een ander land anders gebracht werd.”

Politicologie en program-meren; het lijkt zo’n rare combinatie. “Nee hoor, het zijn twee losstaande passies van me. Al zou het het allermooiste zijn als ik die in de toekomst ooit kan combineren. Zoals tijdens mijn stage bij het Kieskompas. Mijn bachelorthesis ging over de vraag of een online instrument als Kieskompas de opkomst bij de verkiezingen daadwerkelijk kan verhogen.”

Masterstudent bestuurskunde Rosa Jong (21) wil laten zien dat programmeren niet alleen voor nerdy mannen is.

dOOr flOOr Bal FOtO MARtIJN GIJSBERtSEN

Hoe kom je erbij om een programmeerwork-shop voor vrouwen te geven? “Ik dacht altijd dat programmeren saai was. totdat een vriend van mij liet zien hoe leuk

het was. toen begon ik er zelf ook mee te spelen. Uiteindelijk kreeg ik een baan bij zijn bedrijf en heb ik echt leren program-meren. Django Girls is een internationale organisatie die vrouwen met program-meren kennis wil laten maken. Niet per se om meer vrouwen de It binnen te krij-gen, maar meer om te delen hoe leuk het is. Wij kenden hun evenementen al en

het leek ons leuk om het ook in Amster-dam te organiseren.”

Wat is het grootste cliché over programmeurs? “Dat het alleen maar nerds zijn die de hele dag achter de computer zitten om moeilijke codes te schrijven. Zo lijkt het werk erg saai. Je zit inderdaad veel achter de computer. Maar het werk is heel analytisch, je bent bezig om problemen op te lossen. Het vereist wel een bètamanier van denken, maar die valt aan te leren. Ik ben ook niet heel exact, ik studeer bestuurskunde.”

Een evenement voor vrouwen. Laat me raden: overal cupcakes, handtasjes en roze strikjes? “We houden niet van die stereotypen die vaak gebruikt worden om vrouwen te trekken. Daar zijn veel vrouwen helemaal niet in geïnteresseerd. Het is vooral de bedoeling dat het een leuke dag wordt waarbij vrouwen leren om een website te bouwen. Aan het eind van de dag hebben ze een eigen werkende site. Ik kan trouwens niet garanderen dat er helemaal geen cupcakes te vinden zijn.”

Is het veel werk om zo’n evenement te organiseren? “Het kost me momenteel ongeveer één dag in de week. Naast mijn studie werk ik ook nog als programmeur en ben ik university research fellow bij hoogleraar Bert Klandermans. Van huis uit heb ik meegekregen om hard te werken. Niet dat mijn ouders altijd weg waren. Maar ik heb vooral geleerd dat het belangrijk is om je te ontwikkelen. En dat je meer van je vrije tijd geniet wanneer je iets nuttigs gedaan hebt. Ik kan er niet tegen om thuis te zitten en niets te doen. Al op mijn elfde werkte ik zwart. Ik had een krantenwijk en pelde de hele zomer bollen in een schuur. Buitenspelen deed ik wel in het weekend.”

Django GirlsDjango Girls is een internationale non-profitorganisatie met als doel vrouwen enthousiast te maken voor programmeren. De vrijwilligers hebben al meer dan 200 evenementen in 62 landen georganiseerd. Info over komende evenementen in Amsterdam op facebook.com/djangogirlsams.

Rosa JongMaart 2016 – nu Organisator Django Girls Amsterdam

November 2015 – nu Special webdevelopment programmeur

September 2015 – nu University research fellow bij hoogleraar Bert Klandermans

September 2015 – nu Master bestuurskunde

November 2014 – juni 2015 Projectmanager Kieskompas

September 2013 – nu Lid opleidingscommissie politicologie en bestuurskunde

September 2015 – nu Mentor eerstejaars politicologie

September 2012 – 2013 Project Vooruit Slotermeer

2012 – 2015 Bachelor politicologie

Page 8: Nr 19 20 22 juni 2016

8 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Gelet op de problematiek in Mali zijn het aantal militairen dat Nederland stuurt (450) en het totaal aantal militai-ren dat meedoet aan deze interventie (12.000) pervers te noemen. De ‘Afghanista-

nisering’ van Mali (feitelijk de hele Sahel) is niet ondenkbaar: relatieve stabiliteit binnen Malinese landsgrenzen, gevolgd door een hernieuwd conflict en langdurige regionale instabiliteit. Wat gaat hier verkeerd? Allereerst dienen participerende landen te onderkennen dat het probleem in Mali niet zozeer een acuut geval van jihadistische terreur betrof, maar eerder een cyclische binnenlandse politieke crisis. Zeker, elementen van Al Qaida zijn uit hun veilige havens in het noorden van het land verdreven. Maar het gewapende conflict tussen de zittende regering en sepa-ratistische toeareg-strijders is nog lang niet opgelost. Want hoewel vorig jaar de toeareg schoorvoetend hebben ingestemd met een vredesakkoord, is het nog maar de vraag hoe duurzaam deze afspraken zijn. ten tweede: de grenzen. Net als tijdens de interventie in Libië is het sluiten van de grenzen de grootste uitdaging. Het land veroveren is namelijk één, het gebied onder controle houden een tweede. Het was tenslotte dankzij poreuze Libische grenzen dat huurlingen in 2011 hun weg terug naar

Onze missie in Mali is minimaal en ondoordachtNederland stuurt net genoeg militairen naar Mali om te kunnen zeggen dat het zijn steentje bijdraagt. Een plichtmatige missie.

dOOr dieUwertje kUijPers ILLUStRAtIE BAS VAN DER SCHOt

Page 9: Nr 19 20 22 juni 2016

9nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

OpINIE wIssELCOLUMN

FOtO

Yvo

nne C

ompi

er

Reageren? Mail naar [email protected]? Mail naar [email protected].

thuisland Mali wisten te vinden: zonder inkomen, maar met wapens. Dit resul-teerde onder meer in de toeareg-rebellie van 2012. Internationale organisaties zijn wel op de hoogte van het risico van poreuze grenzen, getuige ook de wirwar aan internationale afspraken, wetten en richtlijnen, maar eenmaal op de grond ontbreekt het de landen in de Sahel aan capaciteiten. Feitelijk is grenscontrole in de Sahel-regio geprivatiseerd en in handen van lokale stammen die goed geld verdienen met smokkelroutes. Resultaat: georganiseerde misdaad en terreurorganisaties kunnen gemakkelijk opereren in de Sahel en genieten steun onder de lokale bevolking door basisvoor-zieningen aan te bieden die de zwakke regeringen in deze regio niet kunnen of willen garanderen. tegelijkertijd heeft Operation Serval gezorgd voor een waterbedeffect, en is het jihadistische probleem doorgeschoven op het bordje van buurlanden Niger, zuid-Libië en noord-Nigeria.Hoewel de Verenigde Naties steeds vaker een zogeheten ‘robuust’ mandaat krijgen, kiezen deelnemende landen, waaronder Nederland, vaak eieren voor hun geld. Uit angst voor electorale onvrede wordt de term ‘gevechtsmissie’ ontweken of met zijden handschoenen aangepakt, maar hiermee wordt het tegelijkertijd lastig voor militairen om effectief op te treden en de lokale bevolking te beschermen waar nodig. Zij hebben immers geen helder mandaat. Nederland loopt het risico dat de missie in Mali zal worden gezien als de zoveelste cheerleader-missie: net genoeg troepen leveren om te kunnen zeggen dat je je steentje bijdraagt, maar jezelf niet afvragen of deelname het Nederlandse veiligheidsbe-lang dient en of er een duidelijke en haal-bare end game is geformuleerd. Vooral dit laatste is belangrijk want het stelt volksvertegenwoordigers, militairen en burgers in staat om te beoordelen of de einddoelen zijn behaald en hierdoor de Nederlandse inzet succesvol was of niet.Je zou bijna denken dat Nederlandse politici dat laatste liever in het midden laten.

Dieuwertje Kuijpers doet onderzoek naar electoraal risicogedrag van regeringen ten aanzien van militaire interventie.

Mark van Vugt hoogleraar evolutionaire psychologie

Long Hot Summer

kiezers een algemene voorkeur voor leiders met mannelijke gezichten – een scherpe kaaklijn en een breed, hoekig gezicht. Ook lichaamslengte is van belang. Als we de stemmen optellen van alle Amerikaanse presidentsverkiezingen die er zijn geweest dan ging 60 procent van de voorkeur van kiezers uit naar de langste kandidaat. Dat laatste spreekt in het nadeel van Clinton (1m73) tegenover trump (1m88). Uit onderzoek dat ik samen met Brian Spisak van de econo-mische faculteit heb uitgevoerd, blijkt

dat kiezers wel degelijk met de context rekening houden. Zo neemt de voorkeur voor een manne-lijke politieke leider toe bij oorlogsdreiging. Maar wanneer kiezers vrede willen, hebben ze juist een sterkere voorkeur voor vrouwelijke leiders. Clinton maakt dus wel degelijk een kans, maar is afhankelijk van de

gevoelstemperatuur van het land. Als de prioriteit van de Amerikaanse kiezers ligt bij veiligheid en bescherming tegen terro-risme, maakt ze weinig kans. Maar staan rassenrelaties en gun control nadrukkelijk op de agenda van de Amerikaanse kiezer, dan biedt dat mogelijkheden voor haar. We wachten het af. Het wordt een long hot summer in de VS.

Het lijkt nu eindelijk te gaan gebeuren. Hillary Clinton kan Amerikaanse geschiedenis schrijven door als eerste vrouw de presidentsnominatie van een politieke partij binnen

te slepen. Maar gaat Hill het redden tegen the Donald, haar Republikeinse rivaal? Dergelijke voorspellingen worden doorgaans gedaan door politieke weten-schappers die via interviews en enquêtes kiezers vragen hun oordeel te geven over de programma’s van de partijen. Maar dit veronderstelt dat iemands politieke voorkeur op rationele wijze tot stand komt. Ik wou dat het waar was. Uit veel onderzoek blijkt dat kiezers juist heel intuïtief te werk gaan en zich gemakkelijk laten (mis)leiden door allerlei irrelevante informatie.Zo blijkt uit Ameri-kaans onderzoek dat politici minder kans hebben om herkozen te worden in districten die net getroffen zijn door een natuurramp. Ook zijn politici popu-lairder wanneer nationale sportteams winnen dan wanneer ze verliezen. (Rutte kan de komende maand rustig slapen). Ook ogenschijnlijk irrelevante, uiterlijke kenmerken spelen een rol. Zo blijken aantrekkelijk en gezond uitziende poli-tici meer stemmen te krijgen, en hebben

Maar gaat Hill het redden tegen The Donald?

Page 10: Nr 19 20 22 juni 2016

10 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Klauterrun

Kruip, klim, duik, spring, lach, zwem en verwonderHoe meer obstakels, hoe beter. Zelfs door een diepe sloot vol drek, niets gaat deze lopers te ver.

dOOr kasPer hermans FOtO’S PEtER GERRItSEN

Page 11: Nr 19 20 22 juni 2016

11nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

spORT

Een duimpje kan er bij de meesten nog wel van af als ze bezweet langsrennen, maar dan wordt de focus alweer verlegd naar het volgende obstakel. Ze zijn immers bezig met 3,5 kilometer lange

opeenvolging van hindernissen, dat het parcours vormt van de klauterrun rondom Sportcentrum Universum op Science Park in Watergraafsmeer. Ruim zestig deelnemers - sommigen alleen, sommigen in teamverband – proberen het traject zo snel mogelijk af te leggen.

Zwaarder dan lange afstandDe afstand is niet enorm, maar de obstakels maken het uitdagend, zo ondervindt ook UvA-student master business administration Amrit Singh. Hij maakt deel uit van de groep Amsterdam Running Junkies en kan de halve marathon in iets meer dan anderhalf uur afleggen. toch vindt Singh het op een bepaalde manier zwaarder dan een lange afstand: “Want je komt niet echt in je ritme. Aan de andere kant valt het juist weer mee omdat je meer plezier beleeft door alle hindernissen.”Ook Amarens Genee (zie foto pag 12: op schuimbaan) doet van zichzelf al meer dan genoeg aan sport. De VU-studente bewegingswetenschappen maakt immers deel uit van de nationale waterpoloploeg. “Alleen staat dat deze zomer op een laag pitje, dus kan ik eens aan dit soort dingen meedoen.” Bovendien komen haar water-polokwaliteiten tijdens de laatste kilo-meter ook nog van pas. Zo’n tien meter van het parcours gaat namelijk door een diepe sloot vol met drek. “Dat was wel een verrassing. Ik had niet verwacht dat we door het water moesten.” Verder is Genee niet voluit gegaan. “Ik vond het leuk om samen met mijn vriend te blijven lopen, maar hij had iets meer tijd nodig.”

Van voetbaldoel springenDeze klauterrun – met zowel een binnen- als buitengedeelte – kent wel meer verrassingen. Zo is de allereerste zaal bijna volledig donker, terwijl de lopers een traject tussen tafels en langs palen moet afleggen. Daarna is het binnen vooral gooien, springen, draaien en keren, op en af, onderlangs en bovenlangs. Eenmaal buiten wordt het parcours een stuk langgerekter, maar niet minder makkelijk. Dat ondervindt ook Roy Vermeulen, student medische informatiekunde aan

Page 12: Nr 19 20 22 juni 2016

12 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Klauterrun

Elke deelnemer moet een verklaring eigen risico ondertekenen bij inschrijving

Door alle hindernissen beleef je meer plezier

Page 13: Nr 19 20 22 juni 2016

13nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

de UvA. “Ik haal de trein weleens”, zo antwoordt hij vooraf op de vraag of hij regelmatig hardloopt. “Dit zie ik voor mijzelf als een uitdaging. Ik wil af en toe iets nieuws proberen.” Voor sommigen is het nieuwe wel even schrikken. “Ik vond het best spannend om van het voetbaldoeltje [zo’n twee meter hoog, red.] af te springen”, zegt Genee. “Dan moet je zorgen dat je goed landt en niet geblesseerd raakt.”

At your own riskWie gewond raakt, kan in ieder geval geen claim neerleggen bij Studenten Sport Amsterdam. De organisatie pakt het serieus aan en laat elke deelnemer een verklaring eigen risico tekenen bij inschrijving. Gelukkig hoefde er geen ambulance gebeld te worden, zo concludeert het bestuur na afloop blij. Alleen Singh heeft een klein wondje net boven zijn neus, omdat hij in de donkere zaal tegen een paal is aangelopen. “Maar ik ben in orde”, laat hij weten. toch verloopt niet alles perfect. Zo is voor de eerste groep lopers het parcours niet helemaal duidelijk. Een drietal mist hierdoor onder meer de route over de boomstammen en klimt niet tussen de bomen door, waar ze door een duo ‘jagers’ met waterballonnen bekogeld zouden worden. Bovendien finishen ze door hun onbedoelde shortcut wel in een heel snelle tijd. Ondanks dat missertje is er toch vooral lof voor de organisatie. “Ik vind het knap dat ze elk jaar elementen op het parcours blijven vernieuwen, zeker gezien de beperkte ruimte”, zegt economiestudent thom de Kogel. “tot nu toe heb ik alle drie de keren meegedaan aan de klauterrun en ik vind het steeds weer iets leuker worden.”

BuikschuiverNikita Rutte deed vorig jaar niet mee. De frontoffice medewerker van Sportcentrum VU maakte tijdens de tweede editie nog deel uit van de organisatie. “Het was leuk om nu wél mee te kunnen rennen, daar had ik vorig jaar helemaal geen tijd voor. Mijn opvolgers hebben het goed gedaan”, vertelt ze, kort nadat ze een buikschuiver heeft gemaakt op de lange schuimbaan bij de finish. Het zeepsop doet al direct zijn werk tegen al het vuil en zweet, toch is het niet voldoende. De meeste lopers verdwijnen na de run lekker onder een warme douche.

‘Ik had niet verwacht dat we door het water moesten’

Page 14: Nr 19 20 22 juni 2016

Europese landen met conservatievere opvattingen over het delen van zorg-taken binnen het huishouden hebben een gastvrijer

gezinsmigratiebeleid. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van jurist Johanne Sondergaard. Dat juist conserva-tieve landen gast-vrijer zijn, ondersteunt volgens Sondergaard de hypothese dat waar meer gelijkheid is tussen man en vrouw, de migrant juist meer als buitenstaander wordt gezien, met ‘achterlijke’ opvattingen

over vrouwen en homo’s. En dat wordt dan weer vertaald in een strenger gezinsmigratiebeleid, bijvoorbeeld in de vorm van strikte eisen aan kostwinners,

die dan een bepaald mini-mum inkomen moeten

hebben om hun gezin te laten over-

komen.Het zou de oorzaak kunnen zijn van het feit

dat binnen de EU nog altijd het

migrantenbeleid niet verregaand is geharmoni-

seerd, denkt Sondergaard. (PB)

Zie proefschrift via tinyurl.com/Johannesondergaard.

14 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Docenten in het hoger onderwijs zijn meestal niet geschoold in het maken van tenta-menvragen. En dat kun je merken,

concludeert promovendus Silvester Draaijer: er wordt te vaak gevraagd naar contextloze feitjes en vaak zijn de vragen

niet eenduidig genoeg. Draaijer ontwikkelde een model om docenten te helpen bij het maken van goede vragen. Dat model werkt met een computerpro-gramma en een papieren lijst met ideeën.“Goede vragen maken is niet eenvoudig”, zegt Draaijer. “Docenten moeten vragen voor verschillende doelen kunnen

construeren. Dus niet alleen voor het bevragen van feiten of kennis, maar ook over de toepassing van die kennis, probleem oplossen of kritisch denken.” Al die aspecten komen in het model van Draaijer aan bod. (WV)

Zie proefschrift via tinyurl.com/silvesterdraaijer.

Sonja Meijer en Joke Harte zijn benoemd in de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Ze adviseren ministers en staatssecretaris-sen, gevraagd en ongevraagd, over de uitvoering van beleid op het gebied van uitvoering van straffen en maatregelen.

Emeritus hoogleraar econo-mie Jan Willem Gunning is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij ontving deze onderschei-ding voor zijn belangrijke weten-schappelijke bijdrage aan ontwikkelingseconomie, ontwikkelingssamenwer-king en armoedebestrij-ding. Sinds 1970 deed hij onderzoek hiernaar.

Filosoof en psychiater Gerrit Glas is de eerste Nederlandse hoogleraar filosofie van de neurowe-tenschappen. Hij is benoemd aan de afdeling Anatomie en neurowetenschappen van VUmc. Aankomend studiejaar begint ook de master filosofie van de neurowetenschappen.

Universitair docent litera-tuurwetenschap Hans van Stralen schreef het boek De literaire apologie, een alternatieve verdediging van het chris-tendom. ‘Na een lange stilte voelen christenen zich weer geroepen om zich te verdedigen tegen aanvallen op hun religie.’

VIPs

Terrorisme en privacy

Privacy schmivacy, zeggen overheden na elke terroristi-sche aanslag in het Westen. Rechtsge-leerde Rob van den Hoven van Gende-

ren, die op 10 juni is gepromo-veerd, constateert dat er sprake is van een golfbeweging: “Na 9/11 kwam er een golf van nieuwe regels die de mogelijkheden voor inlichtingendiensten en justitie vergroten, en na de ontboeze-mingen van Snowden kwam er weer een rem op die activiteiten. En nu, na de aanslagen in Parijs en Brussel, worden het toezicht en interceptiebevoegdheden, bijvoorbeeld om af te luisteren, opnieuw versterkt.” (PB)

Conservatieve landen zijn gastvrijer

Foto

vU/P

eter

val

ckx

Fran

k Pen

ders

Foto

vU/Y

CFo

tovU

/PS

gerli

nde S

chrij

ver

Model voor goede tentamenvragen

Page 15: Nr 19 20 22 juni 2016

“Dit onder-zoek is mijn levens-werk. Het gaat direct over mijn gezin en de oplei-ding die ik heb vormgegeven aan de hogeschool Windesheim. Zelf heb ik een aantal zware depressies gehad en mijn man heeft een verleden als verslaafde. Als hulpverlener – ik heb psychologie gestudeerd aan de VU – heb ik geleerd om niet over mijn eigen ervaringen te praten. Maar waarom eigenlijk niet? Als je je eigen ervaring op de juiste manier inzet, voegt die iets toe. Als docent bij Sociaal Pedagogische Hulpverlening merkte ik dat het onder studenten veel losmaakte als ik over mijn eigen ervaringen vertelde. Velen van hen hebben ook ervaringen met depressie, verslaving, of trauma’s. Ik heb gezocht naar een vorm en een theoretisch kader om die erva-ringen te integreren in het regu-liere curriculum. Die zoektocht beschrijf ik in mijn proefschrift.

Ik kwam uit bij existentiële vragen. Ervaringskennis heb ik inhoude-lijk beschreven vanuit de exis-tentiële filosofie en psychologie. En ervaringsdeskundigen weten wat het is om geen zin meer te hebben in het leven, of om je te schamen en te moeten leven met onmacht en stigma. Daarin zit hun toegevoegde waarde voor de hulpverlening.” (WV)

Weerman promoveerde cum laude op onderzoek naar integratie van eigen cliëntervaringen in een rol als professioneel hulpverlener. Zie ook interview op advalvas.vu.nl>nieuws.

15nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

ONDERZOEksNIEUws

Nederlandse medisch specia-listen hebben niet de communicatie-vaardigheden die belangrijk zijn in een multicultu-

rele samenleving. Dat blijkt uit het proefschrift waarop Emma Paternotte 14 juni promoveerde. De meeste artsen kunnen goed luisteren en tonen respect naar de patiënt. Dat zijn heel belangrijke vaardigheden. Helaas controleren ze vaak niet of de patiënt voldoen-de Nederlands spreekt of het gesprek goed begrepen heeft. Ook is de arts vaak niet op de hoogte van de culturele achtergrond van de patiënt. Paternotte adviseert medische vervolgopleidingen om zich daar meer op te richten. Daarbij is het van belang dat het lesprogramma zoveel mogelijk op de dagelijkse praktijk gebaseerd is, bijvoorbeeld met behulp van gefilmde consul-ten. (FB)

Zie proefschrift via tinyurl.com/Emmapaternotte.

Beste stuurlui

Hulpverleners moeten hun eigen ervaringen met ontwrichting niet thuislaten, vindt promovendus Alie Weerman.

Eigen ervaring helpt hulpverlener

Zou het helpen? Dat wetenschappers aan bestuurders vertellen hoe het moet? Zou het ons beschermen tegen een volgende bankencrisis? Biedt het een uitweg uit het milieumoeras en de vluchtelingenjungle? In elk geval hebben bestuurders na afgelopen week geen excuus meer voor

fact-free-politics; bijna alle heikele bestuurlijke thema’s kwamen aan bod. (WV)

Met behulp van genetische modificatie zouden ziekten als aids, malaria en tuberculose beter bestreden kunnen worden. Dat blijkt uit het proefschrift van Bahar Ramezanpour. Zij evalueert in haar proefschrift hoe de vaccin-markt reageerde op de introductie van

de technologie van genetische modificatie. Hieruit blijkt dat ‘genetisch gemodificeerde vaccins’ veel minder op de markt komen dan traditionele vaccins. terwijl dit nieuwe soort vaccins juist goed ingezet kan worden tegen ziekten als aids, waarvoor op de traditionele manier nog geen vaccin ontwikkeld is. (FB)

Zie proefschrift via tinyurl.com/Baharramezanpour.

Meer dan 40 wetenschappers gaven hun visie op goed bestuur op de

vU-lustrumconferentie.

inter-cultureel communi-ceren

jelm

er te

n Ho

eve

Genetisch gemodificeerde vaccins

Page 16: Nr 19 20 22 juni 2016

16 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Geboorteland

Page 17: Nr 19 20 22 juni 2016

17nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

INDIA

dOOr Peter Breedveld ILLUStRAtIE NICO DEN DULK

“Indiërs”, verzucht VU-schrijver Ernest van der Kwast als we op rector Vinod Subramaniam zitten te wachten. “Altijd zijn ze te laat.” tegenover de rector uit hij, uiteraard met een vette knipoog, zijn frustratie: “Mijn halve jeugd heb ik staan wachten op familie-

leden. Een soort trauma heb ik eraan overgehou-den.” Subramaniam knikt. “Dat komt me best bekend voor.”Van der Kwast: “Je bent in India opgegroeid?” Subramaniam: “tot mijn achttiende.” – “En toen ben je zonder je ouders naar Amerika vertrok-ken? Ze lieten hun zoon zomaar gaan?” – “Ja”, zegt Subramaniam, “dat is echt een ding, hè?” - “Nou”, zegt Van der Kwast, “mijn ouders lieten me niet zomaar gaan, hoor. Ik had ongeveer zoveel beweegruimte als een vlinder in een netje.”

De schrijver, de rector en hun moeder

Toen de VU-rector de nieuwe Vrije Schrijver bekendmaakte, zei hij zich te verheugen op de gesprekken over hun gezamenlijke geboorteland India. Advalvas regelde het.

“Het is ook best bijzonder, want het is niet gebruikelijk in onze cultuur”, beaamt Subrama-niam. “Maar ja, ik kreeg een beurs voor de New Yorkse Cornell University, dat was een buiten-kans, dat ontneem je je kind niet. Maar er waren wel wat tranen, hoor.”

Mama TandooriDe heren zijn beiden in India geboren: Subrama-niam in Madras, Van der Kwast in Bombay, maar terwijl Subramaniam de eerste achttien jaar van zijn leven in India heeft gewoond, heeft Van der Kwast er alleen de eerste maand van zijn leven doorgebracht. De vader van Van der Kwast is Nederlands, dus het enige dat ze in feite gemeen hebben, is een Indiase moeder. “Dat is meteen ook heel veel”, zeggen ze bijna in koor. “Een typisch Indiase vrouw”, beschrijft Subra-maniam zijn eigen moeder. “Ze zorgde voor de familie op haar eigen stevige manier. Ze werkte als officemanager in het bedrijf van mijn opa, maar had ook het totaaltoezicht over haar huis en familie. Een superwoman.”Is dat de autoritaire moeder die Van der Kwast beschrijft in zijn autobiografische roman Mama

Page 18: Nr 19 20 22 juni 2016

ernest van der Kwast

Vinod Subramaniam

‘Ik had zoveel beweegruimte als een vlinder in een netje’

‘We laten onze dochter vrij, maar willen toch precies weten waar en met wie ze is’

18 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Geboorteland

Tandoori? “Nou ja, niet autoritair”, stribbelt Subramaniam tegen. “De controle”, zegt Van der Kwast. Subramaniam, aarzelend: “Ja.” “Ik vraag me altijd af of het eigen geluk ertoe doet voor de Indiase vrouw”, zegt Van der Kwast. “Omdat ze zich zo inzetten voor de familie, voor de dromen van hun kinderen. Als ik dan zo naar mijn eigen moeder kijk, en ik hoor haar verhalen over vroeger, denk ik: jeetje, die heeft nog iets te verwerken. Ze heeft al die tijd in Nederland gewoond, zo ver van haar familie, terwijl die familieband zo hecht is.” “Veel hechter dan in Nederland”, beaamt Subra-maniam. “Als ik in India op familiebezoek ben, heb ik totaal geen vrijheid”, aldus Van der Kwast. “Ik kan niet zomaar de trein ergens naartoe nemen, dan krijg ik een auto met chauffeur, want als me iets zou overkomen, zou mijn familie zich verantwoordelijk voelen. Al ben ik al 35, dat maakt hen totaal niet uit. terwijl ik het heerlijk vind om in zo’n overvolle Indiase bus te zitten. Zo’n chauffeur, die slaapt dan in je hotel op de vloer, of in zijn auto. En als ik iets ga eten, nodig ik hem ook maar uit. Maar dat is de Indiase cultuur: er hangt altijd iets aan je been.”Subramaniam weer: “Dat komt me wel bekend voor.”De moeder van de rector (zijn vader is overle-den) komt regelmatig op bezoek in Nederland. “Dan praten en koken we, en gaan naar Artis met mijn achtjarige dochter. Die is tweetalig, spreekt Nederlands en Engels, maar geen Hindi. De band met India is dus al aan het verwateren.”

Vluchteling uit PakistanDe moeder van Van der Kwast was een vluchte-ling. toen Pakistan in 1947 een onafhankelijke islamitische staat werd, afgescheiden van India, moest haar familie, die hindoeïstisch was, via Kashmir naar India. Ze was nog een baby en Van der Kwast beschrijft in Mama Tandoori dat ze gezoogd werd door een geit, omdat de borsten van haar moeder vanwege de stress geen melk meer gaven.“Ik heb dat verhaal nooit geloofd”, zegt Van der Kwast. “Ik vond het te mooi, een beetje Romulus

Page 19: Nr 19 20 22 juni 2016

ernest van der Kwast

Vinod Subramaniam

‘De Indiase cultuur: er hangt altijd iets aan je been’

‘Ik probeer dichterbij te komen. In de westerse wereld wordt meer afstand gehouden’

19nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

en Remus-achtig. Maar op bezoek bij mijn tante ontdekte ik dat ze haar zus nog steeds ‘Pucha’ noemde, naar het geluid dat haar mond maakte toen ze aan die geitenspeen zoog. Dat verhaal, daar komt mijn moeder vandaan, daar kom ik vandaan. Dat die verhalen niet verloren gaan geeft een meerwaarde aan hoe je later in het leven kan staan. Als ik nu naar de vluchtelingen uit Syrië kijk, vanuit het besef dat mijn moeder ooit zelf vluchteling was; dat bepaalt mijn blik erop.”De familie van zijn moeder vluchtte uit Rawal-pindi in Pakistan naar Agra in de Indiase deel-staat Uttar Pradesh. “Ze kwamen terecht in een huis dat ik heb gezien, gebouwd in een kenmer-kende moslimstijl, dus daar heeft een familie gewoond die in precies de tegenovergestelde richting naar Pakistan heeft moeten vluchten.”Hij zou met zijn moeder, nu in de zeventig, graag eens een reis maken langs deze voor zijn familie historische plekken. “Ook omdat ik nu volwassen ben en met mijn moeder over dingen kan praten die ik als kind niet besprak.”

Moderne vrouwZijn moeder was “vuurwerk”, zegt Van der Kwast. Een doorzetter, een pusher. “tegen mijn kleuter-juf zei ze al dat ik naar de universiteit zou gaan.” Die werkethiek heeft hij van haar meegekregen. “Ik vind dat een goede eigenschap, al heeft iemand me weleens gezegd dat ik moet leren loslaten als iets inefficiënt wordt.”Subramaniam heeft van huis uit dezelfde werkethiek. “Mijn vader werkte ook heel hard, maar mijn moeder beheerste de kunst van het multitasken op een manier waar ik enorm respect voor heb. Ze was opgeleid als zoöloog, maar heeft daar niets mee gedaan omdat ze trouwde. Ze combineerde wel het managen van een bedrijf met het huishouden.”“Maar dat klinkt heel modern. Was zij een moderne vrouw, in die tijd?”, vraagt Van der Kwast. “Het had iets paradoxaals”, antwoordt Subramaniam. “Ze was een moderne vrouw, maar toch was de rolverdeling thuis heel erg conservatief, in de zin dat ze er altijd moest zijn voor de familie.”“Je vader heeft nog nooit gekookt?” vraagt Van der Kwast. “Mijn vader heb ik nooit zien koken”, aldus Subramaniam.Veel mensen met Indiase of Surinaams-Hindoe-staanse roots vertellen over de hoge ambities die ze voor hun kinderen koesteren. Ze moeten advocaat, of arts, of ingenieur worden. “Dat stereotype klopt voor mij ook”, zegt Subrama-niam. “Mijn ouders bepaalden niet zozeer het beroep dat ik moest gaan uitoefenen, maar hamerden er wel op dat ik hard moest werken, hard studeren. Zeker als je aan een topuniversi-teit wilde worden toegelaten, waarvoor je toela-

tingsexamen moest doen. tweehonderdduizend gegadigden waren er voor de Indian Institute of technology, waar ik wilde studeren, en er waren vijftienhonderd plaatsen beschikbaar.”Subramaniam eindigde met een hoge score, thuis waren ze dolblij, maar zijn moeder bleef kritisch. “Met een beetje harder werken had je nóg hoger kunnen scoren”, zei ze.

Grote mond“Ik denk dat mijn moeder daar ook een beetje te veel bovenop zat”, zegt Van der Kwast. “Mijn belangstelling was breed, ik zette me op het gymnasium ook met plezier aan de vertaling van de Ilias. Daar was bij mijn moeder eigenlijk geen ruimte voor.”“Ik heb het met mijn eigen dochter”, zegt Subra-maniam, “die we constant aansporen haar best op school te doen, terwijl andere ouders hun kinderen af en toe vrij laten. Wij laten ze ook vrij, maar je wilt toch precies weten waar en met wie. Dat is wat mijn vrouw en ik wel hebben meege-nomen uit onze eigen cultuur.”Van der Kwast is, volgens de wens van zijn moeder, economie gaan studeren. Hij heeft zijn bachelor gehaald, maar besloot zijn hart te volgen en schrijver te worden. “Dat was een moeilijke dag voor mijn moeder. Haar oudste zoon een verstandelijk gehandicapte, haar jong-ste schrijver, daartussen zat in haar ogen weinig verschil. Dat was even moeilijk.”Hoe Indiaas voelen de beide heren zich? “Ik ben er al dertig jaar weg, ik ben erg verwesterd”, zegt Subramaniam. Maar in de omgang met mensen probeert hij toch “dichterbij te komen. In de westerse wereld wordt meer afstand gehouden.”Ook de rol van familie is voor hem belangrijk. “Al merk ik dat ook dat verwatert. Want mijn familie is ver weg.”“Bij mij is het vooral een gemis”, zegt Van der Kwast. “Mijn moeder is Indiaas, ik ben in India geboren, maar de taal spreek ik niet en de cultuur is onbekend voor mij. Ik vind het een groot gemis dat ik die rijke cultuur niet via de taal kan verkennen.”

Page 20: Nr 19 20 22 juni 2016

Elke student schrikt ’s nachts weleens wakker van de Grote Vragen: wat ga ik in godsnaam doen als ik mijn bachelor of master heb? Hoe kom ik binnen bij dat bedrijf waar op elke vacature drie-

honderd mensen zoals ik reageren? tot voor kort konden VU-studenten met dit soort vragen terecht bij de loopbaan-adviseurs van het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU. Maar sinds januari 2016 heet deze afdeling Centrale Studentbegeleiding, zijn drie van de vier loopbaanadviseurs verdwenen en moeten studenten hun informatie online zien te vinden. Werkt dat? Wat is er te vinden bij het VU Online Career Centre? In elk geval is het even zoeken op VUnet voor je er bent. Per toeval zul je er niet snel terechtko-men. Eenmaal gevonden moet je je even registeren, en dan kom je terecht op een Engelstalige site die overloopt van de tips en trucs op carrièregebied: key actions, career management, self-devel-opment, fast classes. Het aantal opties is overweldigend. Key actions lijkt een mooi punt om te beginnen voor een kleine test. Understand your preferences

Carrièretips voor speurneuzen

Diep weggestopt op VU-net staat een online programma waarmee je kunt uitvogelen welke baan bij je past en hoe je een cv maakt. Student-reporter Roos Lankhorst vond het en kreeg een zee aan advies.

DOOR ROOS LANKHORST ILLUStRAtIE ROB BöMER

is een van de intrigerende onderdelen van deze optie. Hier kun je bijvoorbeeld je temperamenttype ontdekken. De test bevat 56 persoonlijksheidsvragen die niet meevallen. Denk of doe ik liever? Heb ik tijd in m’n eentje nodig om mijn batterij op te laden? Vooral over de stelling It is more important to be liked than to be right moet ik een tijdje nadenken. Ik wist niet dat het zo filosofisch zou worden. Die stelling komt ook nog drie keer terug, telkens in nét andere bewoordingen.

Sollicitatiegesprek naspelenMijn temperamenttype is Extraverted Intuitive Feeling Perceiving. Het zegt me nog niet zoveel, maar het zou onder meer inhouden dat ik perfectionistisch ben en af en toe last heb van dramatic mood-swings. Niet per se twee eigenschappen die ik bij mezelf vind passen. Er staan ook wat banen die geschikt zouden zijn voor mij, variërend van consultant tot wetenschapper of ict’er. Ik weet nog niet precies wat ik na mijn bachelor politico-logie ga doen, maar het is vrij zeker dat ik geen ict’er word. Ook de andere persoon-lijkheidstesten vertellen me helaas niet welke master ik moet gaan doen. Maar mocht ik ooit een master afronden,

20 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Online loopbaancentrum

Page 21: Nr 19 20 22 juni 2016

Per faculteit meer aandachtOf het nou blijft bestaan of niet, een online tool en één loopbaanadviseur in plaats van vier (!) klinkt wat magertjes. Zeker als je bedenkt dat VU-studenten in de WO-monitor van 2009 tot 2012 – jaren voor de reorganisatie dus – al

aangaven dat ze de voorbereiding op de arbeidsmarkt maar nipt voldoende vonden op de VU. Maar hier blijken de faculteiten een belangrijke rol te spelen: het is de bedoeling dat er op faculteitsniveau meer aandacht komt voor studie- en loopbaanbegeleiding. Zo is er bij Sociale Wetenschappen een werkgroep die onderzoekt hoe ze loop-baanbegeleiding beter kunnen integre-ren in de bachelors. Bij de economische faculteit en Rechten kunnen studenten al terecht bij een career office.Berkhoff: “Uiteindelijk vind ik het het belangrijkst dat alle studenten goede, passende loopbaanbegeleiding krijgen tijdens alle fasen van hun opleiding.

En op de faculteiten zelf kunnen ze uiteindelijk toch het best inschatten welke begeleiding het best bij het onderwijs past. Mijn medewerker kan hierbij adviseren en het VU-brede aanbod coördi-neren.” Lijkt het VU Online Career Centre je wat, maak er dan snel gebruik van. Er bestaat dus een kans dat het na de zomer weer

verdwenen is. Dit betekent niet dat twij-felende studenten voortaan aan hun lot overgelaten worden. Ze kunnen in de toekomst misschien wel beter aanklop-pen bij hun eigen faculteit.

dan kan het online carri-èrecentrum nog weleens handig zijn. Er zijn name-lijk tientallen pagina’s die helpen bij het vinden van een baan, van hulp bij het cv-schrijven tot een database met vacatures. Ik kan zelfs een sollicita-tiegesprek naspelen en mijn eigen antwoorden opnemen. Het is nog best lastig om serieus te blijven: probeer maar eens aan je computer te vertellen wat jou anders maakt, of wat de grootste fout in je leven was. En dan is er nog de optie fast classes: zestien video’s over letterlijk alle stadia van het zoeken van een baan. Het begint met develop a plan en eindigt met planning for your retirement.

Studenten vrij enthousiastHet is nog niet zeker of dit online carri-èrecentrum in gebruik blijft. tot nu toe was het slechts een project om te testen hoe het bevalt. Yvonne Berkhoff, hoofd van de Centrale Studentbegeleiding: “Het VU Online Career Centre is onderdeel van een pilot. Ruim vierhonderd studenten hebben hier op eigen initi-atief gebruik van gemaakt. Dit is niet zo veel als je bedenkt dat de VU 23.000 studenten heeft. Over het algemeen waren deze studenten wel tevreden: het aanbod aan tools en opties was misschien wat te groot, maar ze waren verder vrij enthousiast.” Op basis van de evaluaties van deze studenten en een aantal opleidingen heeft de afdeling Centrale Studentbegeleiding een rapportage opgesteld voor het Over-leg Portefeuillehouders Onderwijs. Daar wordt in juli besloten of het VU Online Career Centre blijft bestaan.

Een online tool en één loopbaan-adviseur in plaats van vier klinkt wat magertjes

De persoonlijk-heidstesten vertellen me helaas niet welke master ik moet gaan doen

21nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

ARBEIDsMARkT

Page 22: Nr 19 20 22 juni 2016

22 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Verleiden

Flirtend de zomer door

‘Het hele sociale verkeer zou zoveel soepeler lopen als we elkaar meer zouden verleiden’, stelt hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk. Maar waar gaat het eigenlijk om bij verleiden en flirten? De ander een goed gevoel geven, een leuke,

boeiende ontmoeting hebben en bovenal: meer contact en meer plezier in je leven! Heb je er al zin in? Lees deze warming-up voor een feelgood summer.

dOOr frances gallimOre ILLUStRAtIE LAE

Wees benaderbaarVind je het eng om op iemand af te stappen? Zorg er dan voor dat hij of zij jou aanspreekt. “Nodig de ander uit en geef hem of haar de gelegenheid om het spel te spelen”, zegt Esther Popelier, eigenaar en coach van de Flirt Company. ter voorbeeld: als je bij een groepje vrienden staat zal die leuke persoon niet snel naar je toekomen. Maar als je oogcontact maakt, glimlacht, een knikje geeft en vervolgens in je eentje naar de bar loopt, geef je hem of haar de gelegenheid om op jou af te stappen. Leuk weetje uit het boek van Roos Vonk: een onderzoekster observeerde gedurende meer dan tweeduizend uur mannen en vrouwen in Amerikaanse cafés en nachtclubs. Wat bleek: de vrouwen die het vaakst werden benaderd door mannen waren helemaal niet de mooiste vrouwen, maar degenen die de meeste flirtsignalen uitzonden.

Het hoeft niet altijd om de ware liefde te gaan. Je kunt ook je medestudent, buurvrouw, docent of treinconducteur verleiden. Iedereen kan het leren.

Page 23: Nr 19 20 22 juni 2016

23nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

VAkANTIE

vergeet je onzekerhedenDe grootste spelbreker van flirten is misschien wel de criticus in jezelf, die zich focust op onzekerheden. “Ik zeg alleen maar stomme dingen.” Of: “Ik ben niet leuk genoeg , wat moet zij nou met mij?” Dit soort gedachten belemmert het speelse contact. Ook zijn deze gedachten vaak helemaal niet waar. ‘Bovendien’, benadrukt sociaal psycholoog Vonk in haar boek: ‘Het gaat helemaal niet om jou! Goed flirten is: met de ander bezig zijn, niet met jezelf. Aandacht geven en je openstellen.’

Maak complimentjes Een compliment is hét smeermiddel waarmee je de ander een goed gevoel kunt geven. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat complimenten op de werkvloer zelfs meer motiveren dan geldelijke beloningen. ‘Als we een compliment ontvangen, krijgen onze hersens een shot dopamine’, licht VU-‘complimentenprofessor’ Marius Rietdijk toe in de NRC. Hij is ook directeur van het instituut Adriba dat zich richt op gedragsverandering door positief gedrag. Op het moment dat er in de hersenen dopamine wordt aangemaakt, krijg je een heerlijk gevoel van blijdschap en genot.Nu zijn vrouwen onderling wat makkelijker in het geven van complimenten aan elkaar. Een leuke opmerking over kleding of het haar is al snel gemaakt. Maar hoe geef je een goed compliment dat verder gaat dan het uiterlijk? Geef een specifiek compliment over iemands gedrag en wat dat met je doet, tipt Rietdijk. Dus: wat is er leuk en interessant aan de persoon voor je? Zijn het zijn gevatte grapjes die je aan het lachen maken, of word je blij van haar aanstekelijke enthousiasme voor een bepaald project? Als je geïnteresseerd bent in de ander is het niet moeilijk om een goed compliment te geven. En een aanraking daarbij werkt extra versterkend.

Laat de woorden vanzelf ontstaanHoewel veel mensen zich breken over de perfecte openingszin, is die helemaal niet belangrijk. “Bij flirten gaat het erom dat je iets laat ontstaan tussen jou en de ander en daar hoef je niets bij te zeggen”, aldus Popelier. Oftewel, als je de eerste tips ter harte hebt genomen en die leuke persoon stapt op je af, is de opening al gemaakt. Om niet met een mond vol tanden de staan, toch nog een tip om verbaal mee te openen: “Vraag wat hem of haar bezig-houdt, waar je flirtkandidaat trots op is en waar hij of zij blij van wordt”, geeft Popelier als advies mee.

Page 24: Nr 19 20 22 juni 2016

24 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Verleiden

Lach! Ook naar de kantine-juffrouwOnderzoekers hebben ontdekt dat vrolijke mensen gezonder zijn dan piekeraars. Mensen die veel lachen hebben een beter immuunsysteem. Dit komt doordat je hersenen tijdens het lachen het ‘gelukshormoon’ endorfine produceren. Endorfine vermindert je gevoel van pijn en is betrokken bij het beloningssysteem van je lichaam. Het zorgt voor aangename gevoelens. Glimlach dus. En dat hoeft niet alleen naar die perfecte flirtkandidaat. Lach ook eens naar de mevrouw die je passeert op de fiets, zeg goedemorgen tegen je buurtbewoners, en maak een leuk praatje met de kantinejuffrouw. En zeg nou zelf, je voelt je toch meer aangetrokken tot een lachend iemand dan een chagrijn?

Laat je telefoon liggenStel, je zit alleen in de trein of op een terras en er komt ineens een heel leuke man of vrouw tegenover je zitten. Dan kun je twee dingen doen: of je duikt gelijk weer in je telefoon om verder te scrollen in onbelangrijke berichten op Facebook. Of je weerstaat de verleiding om op safe te spelen. Laat alle afleidingen voor wat ze zijn en maakt contact met deze mooie vreemdeling. Lach, zeg gedag en kijk hem of haar iets langer aan. Speel ermee en ontdek wat er kan ontstaan. Je merkt snel genoeg of de ander ervoor openstaat.

neem het niet te serieus!Flirten is geen tentamen of proefschrift. Je hoeft niet te scoren of presteren. Volgens sociaal psycholoog Vonk zijn wij Nederlanders slecht in flirten omdat we het allemaal te serieus nemen. In haar boek schrijft ze: ‘We doen alsof er iets op het spel staat. Onze handelsmentaliteit fluistert ons in dat we flirten om iets voor elkaar te krijgen.’ Maar juist door open en onbevangen te zijn en de controle los te laten, ontstaat er iets moois.

Verder lezen en doen• roos vonk, Liefde, lust en ellende, Maven Publishing, roosvonk.nl • esther Popelier, Het Flirtboekje via flirtcompany.nl• tips, trucs en online workshops door Lisa Portengen op smartensexy.nl• Uitzending van Liempt Live: ‘geld maakt niet gelukkig’ met Marius rietdijk (23 oktober 2015),

via rtlz.nl• artikel: ‘een compliment geven? dat werkt beter dan een bonus’ met Marius rietdijk en esther Popelier (10 oktober

2015) via nrc.nl

Page 25: Nr 19 20 22 juni 2016

25nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

COLUMN

Wanneer tegenargu-menten stokken, kan er nog altijd worden teruggegre-pen op de zin: als het je niet bevalt in Nederland, dan ga

je toch lekker terug. Dat ik geboren ben op Nederlands grondgebied en niet zou weten waar ik dan exact naartoe moet, is een logistieke kwestie waar deze mensen ontegenzeggelijk weinig over hebben gefilosofeerd.Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek ben ik een ‘allochtoon’. Dat woord wil zeggen dat ik ‘niet van deze grond’ ben, terwijl ik wel op deze grond ben geboren. Het begrip definieert en categoriseert. Omdat het om een wijdver-breide overheidsdefinitie gaat, spreekt de socioloog Pierre Bourdieu over definitie-macht – de macht om te bepalen wat wat is en wie wie. Ik ontkom er nauwelijks aan om mezelf te begrijpen door de lens allochtoon, maar word ook door anderen gezien als allochtoon. De woorden beper-ken, en belemmeren. Ze definiëren de manoeuvreerruimte.

Microrevoluties

toch is er een ontsnap-ping mogelijk. Je kunt je verzetten. Nee, het gaat hier niet om een leeg verhaal waarin je in jezelf moet geloven als individu en er dan vanzelf komt. Maar we kunnen, zoals de filosoof Baukje Prins zegt, weigeren om ons te voegen naar het taalspel-letje dat ons wordt opge-drongen. Er zijn ontsnap-pingsroutes – we moeten zoeken naar de plaatsen waar het dominante denken op zijn kop kan worden gezet en kan worden ontmanteld.Ik ben door jou. Maar tegelijkertijd definieer ik mezelf. De socioloog Harold Garfinkel deed met zijn studenten zogeheten crisisexperimenten. Bij zo’n experiment wordt bestudeerd hoe mensen reageren wanneer er een algemeen aanvaarde regel of norm wordt overschre-den. Een voorbeeld van een crisisexperiment: kijken hoe mensen reageren als je in de lift dicht op ze staat. Of wanneer je plots stokstijf zou stilstaan middenin de publieke ruimte. tijdens eerdere experimenten flipten omstanders en wisten ze zich geen houding te geven, terwijl het slechts een kleine overtreding van een alle-daagse regel betrof.

tijdens de Gezi-parkdemonstraties in 2013 in turkije groeide Standing Man – hij bleef slechts stokstijf stilstaan in de publieke ruimte – uit tot het ultieme symbool van geweldloos verzet. De poli-tie wist aanvankelijk niet hoe ze op Stan-ding Man moesten reageren. Het lichaam dat volledig ontspannen, beheerst en zelfverzekerd stilstaat, is een oprecht geweldloze vorm van verzet.Het is tijd voor microrevoluties. Ja, gewoon in Nederland. Microrevoluties zijn kleine overtredingen van alledaagse regels. Microrevoluties gaan over alle-daagse verstoringen van machtsver-houdingen. Het gaat over opstaan voor gelijkheid. Over stilstaan in de publieke ruimte. Microrevoluties zijn bescheiden ingrepen in het leven. ‘Je kunt de wereld misschien niet veranderen, maar wel je eigen wereld’, las ik laatst ergens, het zal vast op Facebook zijn geweest.Maar namens welke wij heb ik gesproken? En wie ben jij in dit verhaal?

Omstanders flipten en wisten zich geen houding te geven

sinan Çankaya postdoc onderzoeker naar het bestuur, racisme en uitsluiting

Reageren? Mail naar [email protected]. volg hem op twitter @s1nanCankaya FO

tO M

artij

n gi

jsber

tsen

Page 26: Nr 19 20 22 juni 2016

Voor deze studie zijn we op zoek naar vrouwen tussen de 18 en 36 jaar oud. De studie duurt 3 maanden. Tijdens de eerste en derde maand zul je om de dag een vaginaal zelfswabje afnemen en tijdens de tweede maand vragen we je daarbij 3 maal per week een vaginale douche te gebruiken. Aan het eind van de studie krijg je 100 euro ter compensatie.

VrouwenstudiesVaginale Hygiëne Studie

Wij willen graag onderzoeken of het gebruik van vaginale douches wel of niet goed is.

Meer informatie of aanmelden? Stuur een e-mail naar: [email protected]

26 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Reacties (max. 300 woorden) op Advalvas-artikelen zijn welkom op [email protected]. De redactie behoudt zich het recht voor uw bijdrage eventueel in te korten.

Bij de Vrije Universiteit zal de catering wel duurzaam zijn, zou je denken. Maar wie catert daar? Oeps, de multinational Sodexo. Je kunt er dan ook mooi bruingekleurd witbrood kopen. En bij de aankoop van een broodje Unox, die zoute vette worst, krijg je soms zegeltjes. Bij drie zegels, hoe verzin je het, krijg je een Unox-telefoonmuts. Sodexo wil geld als water verdienen. Er is dan ook geen gratis tapwater in het restaurant. Chaudfontaine in plastic

Verlos ons van Sodexo

Page 27: Nr 19 20 22 juni 2016

27nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

MAIL ONDERwIJs

Wie weet van een hoorcollege een inspirerende sessie te maken? Student-reporter joeke Berg schuift aan. deze keer: het college brein en leren van Mariëtte Huizinga.

SO YOU tHink YOU Can teaCH

08-06-2016|HG-14A-00. Het is zomer! En dat betekent dat het met de dag rusti-ger wordt op de VU. Geen rijen meer bij de koffiecorners, niet meer dringen bij de liften en steeds legere collegezalen. Gelukkig voor Mariëtte Huizinga verko-zen toch nog zo’n veertig eerstejaars pedagogische wetenschappen haar college brein en leren boven een terrasje of het strand. Huizinga geeft de studen-ten vandaag een eerste inkijkje in de relatie tussen de ontwik-keling van het brein en het vermogen om te leren. Een heel bescheiden inkijkje want, zo benadrukt ze maar meteen, het is onmo-gelijk de ontwikkeling van het lerende brein in één college te vatten. Al snel blijkt dat de hoofddocent onderwijsneuroweten-schap eigenlijk met een heel andere missie naar de veertiende etage van het hoofdgebouw is getogen: de pedagogen in spe behoeden voor de geniepige valkuil van de ‘neuromythen’. Veel onderzoeksresultaten uit de neuro-wetenschap worden, tot grote frustratie van Huizinga, nogal eens verkeerd uitge-legd. En een groot aantal hardnekkige misvattingen blijkt maar moeilijk uit te roeien, zo leren we. Meteen krijgen de media een flinke veeg uit de pan. “Er wordt heel veel gezegd en geschreven over het lerende brein, maar geloof nooit zomaar wat je hoort en leest. Veel bevindingen worden door journalisten

verkeerd geïnterpreteerd. Het is super-cool als je de werking van het brein kort en bondig kunt uitleggen, maar vaak gaat dat veel te kort door de bocht. Ouders, leraren en onderwijsspecialisten passen verkeerde informatie uit de media in de praktijk toe. En dat is heel gevaarlijk.” De toon is gezet. De studenten wordt veelvuldig op het hart gedrukt te allen tijde kritisch te kijken naar de weten-schappelijke onderbouwing van derge-

lijke beweringen. Zo mogen we nooit meer aannemen dat de mens maar tien procent van zijn hersencapaciteit gebruikt. Dat je adhd kunt zien op een hersenscan. Of dat sommigen een dominante linker-, en anderen een dominante rechterhersen-helft hebben. Nog zo’n hardnekkige mythe: kinderen leren beter als ze informatie krijgen aangeboden in hun

persoonlijke leerstijl (auditief, visueel, kinetisch). Iets wat meer dan 90 procent van de Nederlandse leerkrachten blijkt te geloven. “Daar ligt een belangrijke taak voor jullie.” Na het rechtzetten van alle misvattingen passeren nog even snel de belangrijkste hersengebieden de revue. Occipitale lob, pariëtale lob, temporale lob... Het begint de zaal te duizelen. “In hoeverre moeten we dit allemaal weten?” vraagt een student schoorvoetend. Daar kan Huizinga kort over zijn. “Je moet alles weten.”

+ Veel nadruk op ontwikkeling kritische blik � Weinig tijd over voor inhoudelijke stof

Als student ben ik het helemaal eens met de ingezonden brief ‘Stilte gevraagd!’ van hoogleraar antropologie thijl Sunier. Zie vorige Advalvas. Het stoort mij enorm dat er haast geen stille ruimte te vinden is op de VU, dat kost me gewoon mijn concentratie. De vernieuwde studie-ruimte op de eerste verdieping vind ik fantastisch. Maar wat heb je eraan als die ruimte steeds geterroriseerd wordt door de ‘samenwerkende’ groepjes studenten met luidruchtige verhalen over met wie die-en-die nu weer het bed gedeeld heeft en wat het vriendje van de ander in het weekend gedaan heeft. En nee, stilte krijg je inderdaad niet als je erom vraagt, “want het is geen stilteruimte.” In Utrecht hebben ze het wel begrepen, daar hebben ze twee enorme bibliothe-ken waar het muisstil is.

Charlotte Köll, vierdejaars klinische psychologie

Stilte gevraagd (2)

wegwerpflesjes kost daar liefst 1,10 euro. Een halve liter cola in de bonus bij een hele pizza is er goedkoper. De VU zou toch het goede voorbeeld moeten geven. Gelukkig zit in de kelder nog een taai clubje studenten dat zich inzet voor duurzaamheid, the Green Office. Deze studenten vechten met hervulbare groene Doppers tegen de berg plastic wegwerpflesjes. Je steunt hen als je zelf je biologische boterham met goddelijke pindakaas en een snee noten-rozijnenbrood meeneemt naar de VU. Gaat Sodexo vanzelf om.

Pieter ter Steeg, ontwerpt voor hogeschool Inholland de nieuwe uitstroomrichting ‘Duurzame Food Research & Development’ voor het laboratoriumonderwijs en schrijft deze brief op persoonlijke titel

Page 28: Nr 19 20 22 juni 2016

“Albert Heijn levert geen spul-len meer aan onze afdeling zonder betaling vooraf. Want de rekeningen werden niet op tijd betaald”, zegt Biejan Poor toulabi, opleidingscoördina-tor van de bachelor en master

politicologie. Hij is een van de vertegen-woordigers van de drie faculteiten die Advalvas uitnodigde om te praten over de gevolgen van de reorganisatie van de ondersteunende diensten. Oorzaak van de wanbetalingen was de invoering van een nieuw ict-systeem voor het beheer van de financiën, tegelijk met de reorga-nisatie van de dienst Financiën, waar-door achterstand ontstond. En juist slimme ict-systemen moesten de bedrijfsvoering van de universiteit beter en goedkoper maken. Over de gebruiks-vriendelijkheid van die systemen zijn veel

klachten. “Als je een nieuwe medewer-ker wilt aanstellen, moet je een digitaal dossier invullen. Dat doe ik misschien twee, drie keer per jaar. Dus ik ben er niet zo handig in en het kost me veel tijd”, vertelt Frank Derksen, hoofddocent bij de economische faculteit. “Vroeger kon ik even aan de facultaire medewerker bij Personeelszaken vertellen dat we iemand gingen aannemen en die regelde het dan, maar die medewerker is er niet meer.”

Te veel en te snel aangepaktHet lijken kleine ergernissen, maar er zit volgens Dick de Gilder, hoofddocent organisatiewetenschappen en OR-lid, een groter probleem achter. “De universiteit heeft voor een deel schijnbezuinigingen doorgevoerd. Ondersteunende mede-werkers zijn ontslagen, maar het werk moet wel worden gedaan. Dus allerlei

Faculteiten lijden chronisch pijn

De VU heeft flink bezuinigd op het ondersteunend personeel. Taken zijn gecentraliseerd en gedigitaliseerd. Wat merken de faculteiten daarvan? Een rondetafelgesprek.

dOOr dirk de hOOg FOtO’S PEtER VALCKX

28 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Reorganisatie

Page 29: Nr 19 20 22 juni 2016

1 2 6 3 4 5

1. Opleidingscoördinator bachelor en master politicologie

Biejan Poor Toulabi

“Waar ik onder meer tegen aanloop is de chaos bij de dienst Communicatie & Marketing. er zijn te weinig mensen die te

veel moeten doen. Bovendien werken ze in een cluster voor drie faculteiten. daardoor staan ze te ver af van de opleidingen die ze niet allemaal even goed kennen. en op voorlichtingsdagen is de informatievoorziening niet goed geregeld. Zo waren bij de bachelorvoorlichting niet genoeg studenten aanwezig om achter de tafeltjes van de opleidingen te staan. daardoor moesten docenten een deel van de voorlichtingstaken overnemen.”

2. Voorzitter onderdeelcommissie Feweb en onderzoeker Stichting Wereldvoedselvoorziening

Lia Wesenbeeck

“Probleem is vooral dat we het onderwijs willen intensiveren, maar dat botst met het gecentraliseerde beleid. de

ondersteuning is universitair geregeld slash wegbezuinigd. de ict-systemen die daarvoor in de plaats zouden komen zijn er nog niet of werken onvoldoende. dat zorgt voor extra belasting van de docenten. de reorganisaties waren bedoeld om efficiënter te kunnen werken, maar we merken vooral de nadelen doordat

29nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

CAMpUs

Page 30: Nr 19 20 22 juni 2016

administratieve zaken komen nu op het bordje van de docenten, vooral als ze leidinggevende taken hebben. Nu ja, dat zijn dure werknemers. De tijd die dat kost, kan niet worden besteed aan onderwijs.”Hij vindt dat bij de reorga-nisatie te veel zaken tege-lijk en te snel zijn aangepakt. “Nieuwe ict-systemen moesten veel zaken makke-lijker en beter maken, maar tegelijk werd de dienst It gereorganiseerd. Dat is vragen om problemen. Bovendien wilde de universiteit voor een dubbeltje op de eerste rang zitten en hebben ze soms te goedkope software aangeschaft die in de praktijk niet goed werkt.”

Geen aanspreekbare personenMaar het is niet alleen een technisch probleem, vindt Lia Wesenbeeck, voor-zitter van de onderdeelcommissie bij de economische faculteit en onderzoeker bij de Stichting Wereldvoedselvoorziening. “Ik wilde een andere computer hebben omdat de mijne te weinig geheugencapaciteit had. Dus ik bel de dienst It. Dan krijg ik het antwoord dat ik geen storing heb en dus bij een andere afde-ling moet zijn. Veel zaken zijn vanuit de toplaag van de organisatie bedacht en niet vanuit de gebrui-kers. Dus als ik iets wil oplossen, moet ik eerst bedenken hoe de VU het probleem zou benoemen. Het scheelt al heel wat als je per faculteit duidelijk aanspreekbare personen zou hebben, van wie je de naam weet. Want elkaar een beetje kennen, maakt het oplossen van problemen makkelijker.”

WegbezuinigdHanneke Hovenkamp, studieadviseur bij Sociale Wetenschappen, loopt aan tegen het feit dat informatie op VUnet vaak moeilijk te vinden, dikwijls niet volledig en soms achterhaald is. “Studenten moeten nu eerst op VUnet informatie

zoeken om hun problemen op te lossen. Maar daar vinden ze lang niet altijd wat ze zoeken. Dan komen ze toch weer bij mij op bezoek. terwijl het de bedoeling was dat studenten voor praktische vragen minder een beroep zouden doen op de ondersteuning. En voor veel problemen moeten ze nu naar de centrale balie in het hoofdgebouw, maar daar zijn ze nog niet allemaal aan gewend.” Een voorbeeld van een praktisch probleem is de inschrijving voor een minor. Die is universiteitsbreed erg complex.Over onvoldoende informatie op VUnet kan Cor Petiet, docent strafrecht, meepraten. “Ik houd me ook bezig met de financiële ondersteuning van studenten

uit het profileringsfonds. De informatie daarover op VUnet is erg ingewik-keld, dus krijg ik daar veel praktische vragen over, als studenten al weten dat ze financiële ondersteuning kunnen krijgen bij ziekte of bestuurstaken. Ik doe dit met liefde hoor, maar het is natuurlijk de vraag of een docent daaraan

zijn tijd moet besteden. Vroeger deden mensen van het Onderwijsbureau dat. Maar ja, die zijn wegbezuinigd.”

Waan van de dagDerksen probeert de problemen op een hoger niveau te analyseren. “Natuurlijk is

‘Als ik iets wil oplossen, moet ik eerst bedenken hoe de VU het probleem zou benoemen’

‘Mensen raken overbelast en dreigen om te vallen’

het inhoudelijk gezien prima dat docenten taken hebben bij voorlichting en extra begeleiding van studenten. Maar we krij-gen er geen tijd bij. Dus gaat het af van onderwijs en onderzoek. En dan moeten we ook nog zorgen voor extra inkomsten uit tweede- en derdegeldstroomonderzoek. Bovendien moeten we ook meer verdienen aan speciaal onderwijs, de opleidingen intensiveren en nieuwe VU-prioriteiten vormgeven. Het is én, én, én. De VU wil alles tegelijk. Meer studenten, hoger in de rankings, internationaal toponderzoek én efficiënter werken. Dat gaat niet automa-tisch samen. Mensen raken overbelast en dreigen om te vallen. Daarom moeten er scherpere keuzes worden gemaakt. Wat doen we wel en wat doen we niet?”Poor toulabi doet daar nog een schepje bovenop. “Onze faculteit moet op ondui-delijke gronden flink bezuinigen. Ik heb volgend jaar niet eens genoeg docenten om alle vakken te geven. Maar de zittende docenten krijgen wel steeds meer taken. De VU heeft een begroting van honder-den miljoenen euro’s, maar een gebrek

30 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Reorganisatie

Page 31: Nr 19 20 22 juni 2016

de ondersteuning op afstand is geplaatst. en onze faculteit is zo groot dat er geen echte schaalvoordelen behaald zijn.

3. Hoofddocent economie en lid onderdeelcommissie

Frank Derksen

“Mijn grootste ergernis is hoe het gaat met tentamens. ik was heel gelukkig met de mogelijkheid van digitale tentamens,

want dat helpt docenten echt. Maar nu gaat er van alles mis. de digitale tentamenzaal kunnen we nog maar nauwelijks gebruiken, want die wordt niet goed ondersteund. is er één iemand ziek, werkt het systeem niet meer. Ook zijn er tentamens kwijtgeraakt. kortom, toen we tentamens afnemen nog in eigen beheer hadden, ging het goed. Sinds de centralisatie gaat er van alles fout. Waarom precies weet ik niet.’’

4. Docent strafrecht, lid onderdeelcommissie

Cor Petiet

“Wij merken vooral dat het maatwerk van vroeger is verdwenen. een voorbeeld. als je de volgende dag een andere

collegezaal wilt hebben, is dat een heel gedoe. ik mis vaste aanspreekpunten, herkenbare mensen. vroeger vroeg ik dat op de faculteit aan iemand, een bekend gezicht voor mij, van het Onderwijsbureau. nu weet ik niet eens welke afdeling ik moet bellen. Bij wijze van spreken: gaat de dienst Facilitaire Zaken over collegezalen of de dienst Onderwijs en Studentenzaken?”

5. Hoofddocent organisatiewetenschappen, lid ondernemingsraad

Dick de Gilder

“ik hoor vaak dat docenten, vooral de leidinggevenden, extra administratieve taken moeten uitvoeren: declaraties,

vakantiedagen, jaargesprekken. de ict-systemen daarvoor werken niet zo makkelijk. dus zijn ze daar best veel tijd mee kwijt. vroeger waren daar secretaresses voor. dit is dus zeker geen kostenbesparing. ik heb begrepen dat bij de reorganisaties soms is gekozen voor de goedkoopste, maar uitgeklede software die in de praktijk niet voldoet.”

6. Studieadviseur Sociale Wetenschappen, lid onderdeelcommissie

Hanneke Hovenkamp

“Ook op centraal niveau is bezuinigd op de begeleiding van studenten. vroeger waren er allerlei cursussen, zoals schrijf-

en studievaardigheden en ook loopbaanoriëntatie. Maar die cursussen bestaan niet meer. terwijl daar onder studenten veel vraag naar is. ik kan niemand meer doorverwijzen. dat vind ik een groot gemis. er zou een alternatief cursusaanbod komen, waar studenten dan meer voor moeten betalen, maar dat is er niet gekomen.”

aan een meerjarenbeleid. Het lijkt wel of de waan van de dag regeert. Waarom mogen afdelingen hun financiële reser-ves niet gebruiken om fluctuaties op te vangen? Dat geeft rust in de tent en dan kunnen docenten zich met hun kerntaken voor onderwijs en onderzoek bezighouden in plaats van te rennen van reorganisatie naar reorganisatie.”

Snakken naar rustMet die conclusie is iedereen het eens. Maar niemand ziet het zitten de reorgani-saties terug te draaien omdat dat in feite weer een nieuwe reorganisatie betekent.“Laten we vooral onze energie gebruiken om dat wat we nu hebben beter te laten werken door de knelpunten op te lossen en prioriteiten te stellen en vooral geen nieuwe beleidsuitdagingen toevoegen. De mensen op de werkvloer, ook het ondersteunend personeel dat nu regel-matig overbelast is, snakken naar rust om eindelijk weer eens gewoon hun werk te kunnen doen”, vat Wesenbeeck de wensen samen.

31nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

Page 32: Nr 19 20 22 juni 2016

we voorheen op papier stelden. Daardoor mist de studieadministratie gegevens die ze wel nodig heeft. Inmiddels hebben we dat creatief opgelost, maar ideaal is het niet.”

NIEUWE DIGITALE VOORZIENINGENOm de geharmoniseerde dienstverlening aan studenten efficiënt te laten verlopen, zijn er nieuwe digitale voorzieningen ingevoerd. Vragenformulieren die studenten via VUnet indienen, worden verwerkt met TOPdesk, waarin mailtjes, telefoontjes en aanvullende informatie geregistreerd en gedeeld worden. Zo hebben medewerkers van de onderwijs­bureaus van faculteiten, studieadviseurs en examencommissies toegang tot dezelfde infor­matie. Daarnaast werken de baliemedewerkers nu met het kennissysteem Confluence, dat hen helpt vragen af te handelen.

VOOR- EN NADELENBeide systemen hebben voor­ en nadelen. Rotteveel: “TOPdesk geeft bijvoorbeeld helder zicht op de studentendienstverlening: op de pieken en dalen, doorlooptijden, percenta­ges afgehandelde aanvragen per faculteit en afdeling. Zo kunnen we beter plannen en waar nodig bijsturen.” Een nadeel is dat het systeem soms omslachtig is. Kranendonk: “Alles gaat net anders dan in Outlook. Je moet vaak extra handelingen verrichten. Maar dat is ook een kwestie van gewenning.” Confluence is een overzichtelijke kennisbron, maar het systeem is nog niet toegankelijk voor de faculteiten. “Wij hebben geen zicht op de inhoud”, legt Van Nieuwamerongen uit. “Redt de centrale balie het daarmee? Is de informatie actueel? Dat

weten we niet.” Sharon Lo­Fo­Wong, afdelings­hoofd Studie­ en Studentenadministratie: “Dat probleem gaan we ondervangen. Binnenkort start een pilot met FEWEB en de bètafacultei­ten, waarin we onder andere onderzoeken wat de beste manier is om de facultaire informatie voor de Centrale Studentenbalie up­to­date te houden.”

WENNEN, MAAR VERFRISSENDVooral voor medewerkers van de facultaire studentenbalies en de Centrale Studentenbalie waren de veranderingen ingrijpend. Op de faculteiten is alleen nog een backoffice actief, waar medewerkers vragen van studenten digitaal afhandelen in plaats van oog in oog aan de balie. Sommige medewerkers van facul­taire studentenbalies gingen naar de Centrale

Redactie Personeelspagina > COMMUNICATIE & MARKETING Tekst > ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS Fotografie > CAREN HUYGELEN Vormgeving > HAAGSBLAUW Reageren > [email protected]

Studentenbalie. Zoals Marjan Meijrink. “Ik werkte bij het onderwijsbureau van FGB”, vertelt ze. “Toen bleek dat ik boventallig ver­klaard was en na een sollicitatieprocedure toch bij de Centrale balie kon werken, was dit een fijne kans. Ik vond de overstap heel verfris­send. Al was het wel wennen om de nieuwe systemen onder de knie te krijgen.”

AFSTUDEREN BIJ DE BALIEDat laatste gold ook voor de medewerkers die al voor de reorganisatie op de Centrale Studentenadministratie werkten. Zij kregen er bovendien allerlei taken bij, zoals het uitdraai­en van cijferlijsten. Ook het takenpakket van Carmelita Joerawan op de backoffice is uitge­breid. “Voorheen maakten we alleen de bullen; nu verzorgen we de complete administratie rondom het afstuderen. We hebben kluizen be­steld met blanco bullen waar de faculteiten ook bij kunnen. En bij onze balie worden bullen af­gegeven aan afstudeerders die geen ceremonie willen. In het begin was er veel onduidelijkheid over wie zich wanneer bij welke balie kon mel­den. Nu werken we met vaste afhaalmomenten en hangen er posters waar duidelijk op staat wie wanneer z’n bul kan ophalen.”

VAN HET KASTJE NAAR DE MUURMarjan vindt dat de Centrale Studentenbalie inmiddels goed draait. “Doordat we nu weten hoe de lijnen lopen, neemt de werkdruk af. Studenten weten ook waarvoor ze bij ons moeten zijn. Al komen ze soms nog via de verkeerde kanalen binnen. We merken dat ze vaak eerst contact met docenten zoeken voor­dat ze bij ons aankloppen. En die weten nog niet helemaal de weg. Dan geven ze studenten de verkeerde informatie, waardoor die weer het gevoel krijgen dat ze van het kastje naar de muur gestuurd worden.”

PUNT VAN AANDACHTBij de faculteiten is dit een bekend pro­bleem. Annemarie Baaijens, hoofd Onderwijsbureau bij de Faculteit Gedrags­ en Bewegingswetenschappen: “Voor ons is het logisch waarvoor studenten naar de Centrale Studentenbalie moeten en waarvoor niet; we zijn er maanden mee bezig geweest. Voor wie dit geen dagelijks werk is, is dat lastiger. Docenten hebben bijvoorbeeld niet altijd door dat formulieren digitaal beschikbaar zijn en sturen studenten dan met oude papieren for­mulieren door.” Lo­Fo­Wong erkent dat dit een heet hangijzer is: “In de voorbereidingen is het wetenschappelijk personeel niet goed genoeg bereikt. Dat is een punt van aandacht, tot aan het college van bestuur.”

STUDENTEN KENNEN DE WEGToch weten studenten de Centrale Studenten­balie steeds beter te vinden. Marloes van Diggelen, teamleider van de Student Service

Desk bij Rechtsgeleerdheid: “In het begin klopten ze vaak bij ons aan met vragen die bij de Centrale Studentenbalie thuishoren. Nu gebeurt dat minder.” Haar collega bij de backoffice Rianne van Empelen beaamt dat: “Het komt nog wel voor dat ze rechtstreeks contact opnemen met een docent, studieco­ordinator of studieadviseur in plaats van met de Centrale Studentenbalie, maar minder dan we verwachtten. Ook op het spreekuur van de examen commissie is het niet drukker gewor­den. Blijkbaar weten studenten de routes te vinden.”

MINDER EILANDJES“Voor studenten is er veel verbeterd”, vindt Van Diggelen. “De digitalisering heeft daar­aan bijgedragen. Daardoor komen vragen nu op dezelfde manier binnen.” “Ook de kwaliteit van de antwoorden is verbeterd”, vult Baaijens aan. “Alleen al doordat je kunt zien wat andere opleidingen doen en welke vragen nog open­staan.” Ook op de faculteiten is winst geboekt.

Van Diggelen: “De onderlinge samenwerking is verbeterd; we zijn minder eilandjes gewor­den. Voorheen belden we elkaar ook weleens, maar nu delen we echt kennis en leren we van elkaar.”

MEERWAARDEDe volgende stappen zijn vooral gericht op optimaliseren. Zoals het wetenschappelijk personeel beter informeren, VUnet verder ontwikkelen en het gebruik ervan bevorderen, het procesbeheer rondom Confluence goed regelen. Van Nieuwamerongen: “We zijn er nog niet. De zomer wordt een spannende periode voor zowel de Centrale Studentenadministratie als de Onderwijsbureaus. Dan komen verschil­lende pieken samen terwijl nog niet alles goed werkt en iedereen met vakanties te maken heeft.” Lo­Fo­Wong heeft alle vertrouwen in de toekomst van de Centrale Studentenbalie: “Als alle faculteiten echt kiezen voor uniformering en de neiging bedwingen om allerlei varianten in te bouwen, bieden wij echt meerwaarde. Voor iedereen.”

“De onderlinge samenwerking is verbeterd.”

“We zijn er nog niet. De zomer wordt een spannende periode.”

1027442_hrm_personeelspagina-juni 2016.indd 2 14-06-16 16:05

PERSONEELSPAGINAONDER REDACTIE VAN COMMUNICATIE & MARKETING VU JAARGANG 9, NUMMER 6, 22 JUNI 2016

CENTRALE STUDENTENBALIE OP STOOM

Dat bleek minder eenvoudig dan gedacht. Over een proces als resultaten aanvragen konden faculteiten het snel eens worden, maar bijvoorbeeld afstuderen leverde veel discussie op. Daarvoor moesten we uiteindelijk op VUnet toch tien verschillende formulieren inrichten.”

WATER BIJ DE WIJNJack van Nieuwamerongen was als team­leider van het studiesecretariaat van Sociale Wetenschappen bij de voorbereidingen betrok­ken. “Standaardisatie vraagt van iedereen aanpassing van de werkprocessen”, zegt hij. “Bij de een is daar meer ruimte voor dan bij de ander. Dat maakte compromissen sluiten lastig. Hoeveel water doe je bij de wijn? Je wilt ook niet in je eigen faculteit goed lopende processen overhoop halen.” Een herkenbaar dilemma voor Carolien Kranendonk, coördi­nator studieadministratie onderwijsbureau bij Gedrags­ en Bewegingswetenschappen. Zij illustreert dat met een voorbeeld: “In het nieuwe digitale formulier voor ons afstudeer­proces konden we niet alle vragen opnemen die

De studentendienstverlening op de VU heeft een metamorfose ondergaan. De facultaire balies hebben per 1 januari 2016 plaatsgemaakt voor één Centrale Studentenbalie in het hoofd­gebouw. En studenten kunnen veel meer regelen via het digitale informatieloket op VUnet. Loopt alles al op rolletjes?

Voor de reorganisatie verliep de studen­tendienstverlening bij elke faculteit nét een beetje anders. Ook werd er nog veel op papier gewerkt, met verschillende formulieren voor vergelijkbare processen. “Met standaardisa­tie en verdergaande digitalisering viel veel winst te halen”, zegt José van Schie, transitie­manager van het programma Ondersteunen, Studeren en Doceren (OSD). “In efficiency, maar ook in kwaliteit. De reorganisatie was namelijk niet mogelijk zonder de stu­dentendienstverlening te veranderen en te moderniseren.”

VEEL DISCUSSIEAan de centralisatie van de studentendienst­verlening gingen intensieve voorbereidingen vooraf. Pieter Rotteveel, projectleider imple­mentatie: “De belangrijkste stap was om met betrokkenen van alle faculteiten de processen in kaart te brengen en te beschrijven, van intekenen voor colleges en werkgroepen tot afstuderen. Hoe verlopen die? Waar zitten verschillen? Hoe kunnen we ze uniformeren?

1027442_hrm_personeelspagina-juni 2016.indd 1 14-06-16 16:05

Page 33: Nr 19 20 22 juni 2016

we voorheen op papier stelden. Daardoor mist de studieadministratie gegevens die ze wel nodig heeft. Inmiddels hebben we dat creatief opgelost, maar ideaal is het niet.”

NIEUWE DIGITALE VOORZIENINGENOm de geharmoniseerde dienstverlening aan studenten efficiënt te laten verlopen, zijn er nieuwe digitale voorzieningen ingevoerd. Vragenformulieren die studenten via VUnet indienen, worden verwerkt met TOPdesk, waarin mailtjes, telefoontjes en aanvullende informatie geregistreerd en gedeeld worden. Zo hebben medewerkers van de onderwijs­bureaus van faculteiten, studieadviseurs en examencommissies toegang tot dezelfde infor­matie. Daarnaast werken de baliemedewerkers nu met het kennissysteem Confluence, dat hen helpt vragen af te handelen.

VOOR- EN NADELENBeide systemen hebben voor­ en nadelen. Rotteveel: “TOPdesk geeft bijvoorbeeld helder zicht op de studentendienstverlening: op de pieken en dalen, doorlooptijden, percenta­ges afgehandelde aanvragen per faculteit en afdeling. Zo kunnen we beter plannen en waar nodig bijsturen.” Een nadeel is dat het systeem soms omslachtig is. Kranendonk: “Alles gaat net anders dan in Outlook. Je moet vaak extra handelingen verrichten. Maar dat is ook een kwestie van gewenning.” Confluence is een overzichtelijke kennisbron, maar het systeem is nog niet toegankelijk voor de faculteiten. “Wij hebben geen zicht op de inhoud”, legt Van Nieuwamerongen uit. “Redt de centrale balie het daarmee? Is de informatie actueel? Dat

weten we niet.” Sharon Lo­Fo­Wong, afdelings­hoofd Studie­ en Studentenadministratie: “Dat probleem gaan we ondervangen. Binnenkort start een pilot met FEWEB en de bètafacultei­ten, waarin we onder andere onderzoeken wat de beste manier is om de facultaire informatie voor de Centrale Studentenbalie up­to­date te houden.”

WENNEN, MAAR VERFRISSENDVooral voor medewerkers van de facultaire studentenbalies en de Centrale Studentenbalie waren de veranderingen ingrijpend. Op de faculteiten is alleen nog een backoffice actief, waar medewerkers vragen van studenten digitaal afhandelen in plaats van oog in oog aan de balie. Sommige medewerkers van facul­taire studentenbalies gingen naar de Centrale

Redactie Personeelspagina > COMMUNICATIE & MARKETING Tekst > ANNEMIEKE BARTHOLOMEUS Fotografie > CAREN HUYGELEN Vormgeving > HAAGSBLAUW Reageren > [email protected]

Studentenbalie. Zoals Marjan Meijrink. “Ik werkte bij het onderwijsbureau van FGB”, vertelt ze. “Toen bleek dat ik boventallig ver­klaard was en na een sollicitatieprocedure toch bij de Centrale balie kon werken, was dit een fijne kans. Ik vond de overstap heel verfris­send. Al was het wel wennen om de nieuwe systemen onder de knie te krijgen.”

AFSTUDEREN BIJ DE BALIEDat laatste gold ook voor de medewerkers die al voor de reorganisatie op de Centrale Studentenadministratie werkten. Zij kregen er bovendien allerlei taken bij, zoals het uitdraai­en van cijferlijsten. Ook het takenpakket van Carmelita Joerawan op de backoffice is uitge­breid. “Voorheen maakten we alleen de bullen; nu verzorgen we de complete administratie rondom het afstuderen. We hebben kluizen be­steld met blanco bullen waar de faculteiten ook bij kunnen. En bij onze balie worden bullen af­gegeven aan afstudeerders die geen ceremonie willen. In het begin was er veel onduidelijkheid over wie zich wanneer bij welke balie kon mel­den. Nu werken we met vaste afhaalmomenten en hangen er posters waar duidelijk op staat wie wanneer z’n bul kan ophalen.”

VAN HET KASTJE NAAR DE MUURMarjan vindt dat de Centrale Studentenbalie inmiddels goed draait. “Doordat we nu weten hoe de lijnen lopen, neemt de werkdruk af. Studenten weten ook waarvoor ze bij ons moeten zijn. Al komen ze soms nog via de verkeerde kanalen binnen. We merken dat ze vaak eerst contact met docenten zoeken voor­dat ze bij ons aankloppen. En die weten nog niet helemaal de weg. Dan geven ze studenten de verkeerde informatie, waardoor die weer het gevoel krijgen dat ze van het kastje naar de muur gestuurd worden.”

PUNT VAN AANDACHTBij de faculteiten is dit een bekend pro­bleem. Annemarie Baaijens, hoofd Onderwijsbureau bij de Faculteit Gedrags­ en Bewegingswetenschappen: “Voor ons is het logisch waarvoor studenten naar de Centrale Studentenbalie moeten en waarvoor niet; we zijn er maanden mee bezig geweest. Voor wie dit geen dagelijks werk is, is dat lastiger. Docenten hebben bijvoorbeeld niet altijd door dat formulieren digitaal beschikbaar zijn en sturen studenten dan met oude papieren for­mulieren door.” Lo­Fo­Wong erkent dat dit een heet hangijzer is: “In de voorbereidingen is het wetenschappelijk personeel niet goed genoeg bereikt. Dat is een punt van aandacht, tot aan het college van bestuur.”

STUDENTEN KENNEN DE WEGToch weten studenten de Centrale Studenten­balie steeds beter te vinden. Marloes van Diggelen, teamleider van de Student Service

Desk bij Rechtsgeleerdheid: “In het begin klopten ze vaak bij ons aan met vragen die bij de Centrale Studentenbalie thuishoren. Nu gebeurt dat minder.” Haar collega bij de backoffice Rianne van Empelen beaamt dat: “Het komt nog wel voor dat ze rechtstreeks contact opnemen met een docent, studieco­ordinator of studieadviseur in plaats van met de Centrale Studentenbalie, maar minder dan we verwachtten. Ook op het spreekuur van de examen commissie is het niet drukker gewor­den. Blijkbaar weten studenten de routes te vinden.”

MINDER EILANDJES“Voor studenten is er veel verbeterd”, vindt Van Diggelen. “De digitalisering heeft daar­aan bijgedragen. Daardoor komen vragen nu op dezelfde manier binnen.” “Ook de kwaliteit van de antwoorden is verbeterd”, vult Baaijens aan. “Alleen al doordat je kunt zien wat andere opleidingen doen en welke vragen nog open­staan.” Ook op de faculteiten is winst geboekt.

Van Diggelen: “De onderlinge samenwerking is verbeterd; we zijn minder eilandjes gewor­den. Voorheen belden we elkaar ook weleens, maar nu delen we echt kennis en leren we van elkaar.”

MEERWAARDEDe volgende stappen zijn vooral gericht op optimaliseren. Zoals het wetenschappelijk personeel beter informeren, VUnet verder ontwikkelen en het gebruik ervan bevorderen, het procesbeheer rondom Confluence goed regelen. Van Nieuwamerongen: “We zijn er nog niet. De zomer wordt een spannende periode voor zowel de Centrale Studentenadministratie als de Onderwijsbureaus. Dan komen verschil­lende pieken samen terwijl nog niet alles goed werkt en iedereen met vakanties te maken heeft.” Lo­Fo­Wong heeft alle vertrouwen in de toekomst van de Centrale Studentenbalie: “Als alle faculteiten echt kiezen voor uniformering en de neiging bedwingen om allerlei varianten in te bouwen, bieden wij echt meerwaarde. Voor iedereen.”

“De onderlinge samenwerking is verbeterd.”

“We zijn er nog niet. De zomer wordt een spannende periode.”

1027442_hrm_personeelspagina-juni 2016.indd 2 14-06-16 16:05

Page 34: Nr 19 20 22 juni 2016

COMMISSIE COMMUNICATIE OR SANDRA DE MAESSCHALCK, HENK OLIJHOEK, ESTHER PLOMP, BORIS SLIJPER TEKST ESTHER PLOMP, SANDRA DE MAESSCHALCK, HENK OLIJHOEK, RIEKY VAN WALRAVEN, AUKJE SCHEP BEELD VU STUDIO VORMGEVING HAAGSBLAUW

COLOFON

WWW.FACEBOOK.COM/ONDERNEMINGSRAAD.VU

@OR_VU

WWW.ONDERNEMINGSRAADVU.NL

Haar werk aan de VU is een andere ervaring in vergelijking met haar tijd bij de STC-group, de onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrieel complex, waar Marjolein Jansen ook lid van het CvB is geweest (2012-2015). Zo is volgens haar de vergaderdruk op de VU hoger. “We hebben hier de neiging om alles extra te bespreken waardoor onderwerpen soms op vijf verschillende overlegtafels langskomen. Je krijgt als bestuurder daarbij een half oerwoud aan lange stukken en dan moet je de bomen in het bos maar zien. Bij de STC-group hadden

we de uitdrukking Romeo Delta: regel dat! Vergaderingen duurde nooit langer dan drie kwartier en werden altijd afgesloten met het vaststellen van de acties. Ik heb soms het gevoel dat als hier een besluit word genomen het alleen de start van de academische discussie is. Ik ben in die zin ongeduldig: wat gaan we nu doen?” Van plannen van aanpak is Marjolein Jansen ook geen groot fan: “Ik denk dat experimenteren met oplossingen een betere weg is dan enorme plannen van aanpakken te gaan schrijven. Ga nu maar gewoon beginnen en kijk waar je komt!” Waar zij zich wel bij aan kan sluiten is de zinspreuk van de VU: VU is verder kijken. “Daarachter zit een missie en een visie die voor mij belangrijk waren om hier te komen werken. De VU zegt hiermee dat wij niet blijven hangen in het verleden, maar hier wel onze lessen uit trekken. We kijken verder naar de toekomst en we kijken ook over onze grenzen heen. Ik zie de VU graag meer als een geheel in plaats van losse onderdelen: de bedrijfsvoering, het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP), en het primaire proces, wetenschappelijk personeel (WP) en studenten, vormen samen de VU.” Of zoals Marjolein Jansen het zelf onder

woorden brengt: “It takes two to tango”.Toch lijkt deze eenheid momenteel niet overal op de VU aanwezig te zijn. Er zijn als gevolg van de reorganisaties spanningen tussen de diensten (vnl. OBP) en faculteiten (vnl. WP) ontstaan omdat het onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Om deze spanningen te verminderen stelt Marjolein Jansen een pragmatische aanpak voor, waarbij de acties voor een herstel van de eenheid worden meegenomen in de planningcyclus die al loopt. Zo moeten bijvoorbeeld projectteams een gemengde samenstelling hebben waardoor zowel OBP als WP worden vertegenwoordigd. Ook in de bestuurlijke overleggen met de decanen is dit onderwerp besproken en wordt er meer op gezamenlijkheid aangestuurd. “Wij als CvB hebben daarin een belangrijke voorbeeldfunctie, dit zie je terug in bijvoorbeeld de portefeuilleverdeling. Zo deel ik het thema onderwijs samen met de rector omdat ik ook een achtergrond heb in het onderwijs en het kan niet zo zijn dat je bestuurlijk bezig bent met onderwijs zonder na te denken over

bedrijfsvoerring en andersom. Dat is raar.” Om knelpunten op te sporen en in samenwerking op te lossen heeft bijvoorbeeld de directeur van Communicatie & Marketing (C&M) met de faculteiten het traject ‘Faculty First’ opgezet. Jansen: “Veel knelpunten worden niet opgelost met meer mankracht, maar met een gezamenlijke andere focus.” Er is binnen de organisatie ook behoefte aan betere informatievoorziening. “Eén van de dingen die beter moeten is VU-net. Wij zijn nu bezig met het samenstellen van een zogenaamd ‘baggerteam’, een groep jonge mensen/studenten die VU-net gaan opschonen, zodat we in het nieuwe studiejaar met een

schone digitale lei kunnen beginnen.” De oplossing voor problemen ligt volgens Marjolein Jansen dus niet in het terugdraaien van het huidige model, maar in het beter in gebruik nemen ervan. “Nieuwe systemen komen soms met een kramp; we hebben het zo bedacht met elkaar en dit zijn de systemen. We zitten nu in de fase waarbij we gaan bedenken

hoe deze systemen voor ons gaan werken. Dat is een weerbarstige fase, maar ook een leuke.” Waar de werking nog niet goed verloopt, maken de verschillende diensten die het betreft samen met de faculteiten afspraken over hoe dingen beter kunnen. “Dat houdt in dat we het gesprek aan moeten gaan met elkaar. Ik hoop dat iedereen de energie en lol vindt om samen oplossingen te vinden voor de problemen die ervaren worden. Ik hoop dat mensen uit hun faculteit, dienst, of kamer gaan komen om collega’s te ontmoeten voor een kop koffie en om samen te werken. Dat gun ik ons.” Ook hier staat Marjolein Jansen met een Romeo Delta houding in. “Mensen moeten niet het idee krijgen dat ze het al tien keer hebben gezegd en dat er niets mee wordt gedaan. We moeten het niet gaan doen met plannen van aanpak, maar met meer aanpak.”

Marjolein Jansen, vicevoorzitter van het College van Bestuur (CvB), is sinds 15 december 2015 werkzaam bij de VU. Haar eerste maanden op de VU kan zij met één woord omschrijven: “Leuk! Ik heb de eerste maanden de tijd genomen om veel verschillende onderdelen van de VU te bezoeken: faculteiten, diensten, op afdelingen en in colleges want ik ben hier niet komen werken om bestuurder op afstand te zijn, maar omdat ik echt bestuurder van een universiteit wil zijn. De VU is een dynamische omgeving met veel mensen die een passie hebben voor hun vak. Er staat een mooie organisatie waar we trots op mogen zijn."

“IK BEN HIER NIET KOMEN WERKEN OM BESTUURDER OP AFSTAND TE ZIJN, MAAR OMDAT IK ECHT BESTUURDER VAN EEN UNIVERSITEIT WIL ZIJN.”

“HET KAN NIET ZO ZIJN DAT JE BESTUURLIJK BEZIG BENT MET ONDER-WIJS ZONDER NA TE DENKEN OVER BEDRIJFSVOERRING EN ANDERSOM.”

“WE MOETEN HET NIET GAAN DOEN MET PLANNEN VAN AANPAK, MAAR MET MEER AANPAK.”

1029074_OR_pagina_juni_2016.indd 2 17-06-16 12:00

E: [email protected] | WWW.VU.NL/OR | WWW.ONDERNEMINGSRAADVU.NL | 22 JUNI 2016

IT TAKES TWO TO TANGOMARJOLEIN JANSEN OVER BEDRIJFSVOERING, ONDERWIJS EN ONDERZOEK

In 2013 en 2014 werden als onderdeel van de reorganisatie bedrijfsvoering de afdelingen Communicatie en Marketing (C&M), Facilitaire Campus Organisatie (FCO), Human Resource Management (HRM), International Office (IO), IT, het secretaressedomein en de Universiteitsbibliotheek (UB) gereorganiseerd. De evaluaties van deze reorganisaties hebben begin dit jaar plaats gevonden (zie voor een reactie van de medezeggenschap de Advalvas van 23 maart 2016) en daaruit bleek dat er door deze reorganisaties verschillende knelpunten op de werkvloer zijn ontstaan.

Zo is er naar voren gekomen dat in sommige gevallen onvoldoende personeel aanwezig is om werkzaamheden uit te voeren, of er kan sprake zijn van inhuur van externen om het werk op te vangen waardoor continuïteit verdwijnt. Ook werken de instrumenten die geïmplementeerd werden voor werkverlichting (nog) niet optimaal, zoals het Handboek Secretaresses. Andere problemen lijken lastig op te lossen te zijn omdat er op sommige werkplekken het idee heerst dat bepaalde kwesties niet bespreekbaar zijn. Spanningen worden ook ervaren tussen de diensten en de faculteiten omdat er onduidelijkheden zijn over wie waarvoor verantwoordelijk is en er onvoldoende interactie lijkt te zijn tussen de partijen. De Ondernemingsraad (OR) heeft deze knelpunten in april aangekaart bij het College van Bestuur (CvB) en heeft hierbij aangedrongen om op korte termijn een plan van aanpak te ontwikkelen om de geconstateerde knelpunten op te lossen.

Omdat de OR graag wil weten wat er is gedaan door het CvB met onze adviezen doet het de OR goed hierover te praten met Marjolein Jansen.

1029074_OR_pagina_juni_2016.indd 1 17-06-16 12:00

Page 35: Nr 19 20 22 juni 2016

COMMISSIE COMMUNICATIE OR SANDRA DE MAESSCHALCK, HENK OLIJHOEK, ESTHER PLOMP, BORIS SLIJPER TEKST ESTHER PLOMP, SANDRA DE MAESSCHALCK, HENK OLIJHOEK, RIEKY VAN WALRAVEN, AUKJE SCHEP BEELD VU STUDIO VORMGEVING HAAGSBLAUW

COLOFON

WWW.FACEBOOK.COM/ONDERNEMINGSRAAD.VU

@OR_VU

WWW.ONDERNEMINGSRAADVU.NL

Haar werk aan de VU is een andere ervaring in vergelijking met haar tijd bij de STC-group, de onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrieel complex, waar Marjolein Jansen ook lid van het CvB is geweest (2012-2015). Zo is volgens haar de vergaderdruk op de VU hoger. “We hebben hier de neiging om alles extra te bespreken waardoor onderwerpen soms op vijf verschillende overlegtafels langskomen. Je krijgt als bestuurder daarbij een half oerwoud aan lange stukken en dan moet je de bomen in het bos maar zien. Bij de STC-group hadden

we de uitdrukking Romeo Delta: regel dat! Vergaderingen duurde nooit langer dan drie kwartier en werden altijd afgesloten met het vaststellen van de acties. Ik heb soms het gevoel dat als hier een besluit word genomen het alleen de start van de academische discussie is. Ik ben in die zin ongeduldig: wat gaan we nu doen?” Van plannen van aanpak is Marjolein Jansen ook geen groot fan: “Ik denk dat experimenteren met oplossingen een betere weg is dan enorme plannen van aanpakken te gaan schrijven. Ga nu maar gewoon beginnen en kijk waar je komt!” Waar zij zich wel bij aan kan sluiten is de zinspreuk van de VU: VU is verder kijken. “Daarachter zit een missie en een visie die voor mij belangrijk waren om hier te komen werken. De VU zegt hiermee dat wij niet blijven hangen in het verleden, maar hier wel onze lessen uit trekken. We kijken verder naar de toekomst en we kijken ook over onze grenzen heen. Ik zie de VU graag meer als een geheel in plaats van losse onderdelen: de bedrijfsvoering, het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP), en het primaire proces, wetenschappelijk personeel (WP) en studenten, vormen samen de VU.” Of zoals Marjolein Jansen het zelf onder

woorden brengt: “It takes two to tango”.Toch lijkt deze eenheid momenteel niet overal op de VU aanwezig te zijn. Er zijn als gevolg van de reorganisaties spanningen tussen de diensten (vnl. OBP) en faculteiten (vnl. WP) ontstaan omdat het onduidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Om deze spanningen te verminderen stelt Marjolein Jansen een pragmatische aanpak voor, waarbij de acties voor een herstel van de eenheid worden meegenomen in de planningcyclus die al loopt. Zo moeten bijvoorbeeld projectteams een gemengde samenstelling hebben waardoor zowel OBP als WP worden vertegenwoordigd. Ook in de bestuurlijke overleggen met de decanen is dit onderwerp besproken en wordt er meer op gezamenlijkheid aangestuurd. “Wij als CvB hebben daarin een belangrijke voorbeeldfunctie, dit zie je terug in bijvoorbeeld de portefeuilleverdeling. Zo deel ik het thema onderwijs samen met de rector omdat ik ook een achtergrond heb in het onderwijs en het kan niet zo zijn dat je bestuurlijk bezig bent met onderwijs zonder na te denken over

bedrijfsvoerring en andersom. Dat is raar.” Om knelpunten op te sporen en in samenwerking op te lossen heeft bijvoorbeeld de directeur van Communicatie & Marketing (C&M) met de faculteiten het traject ‘Faculty First’ opgezet. Jansen: “Veel knelpunten worden niet opgelost met meer mankracht, maar met een gezamenlijke andere focus.” Er is binnen de organisatie ook behoefte aan betere informatievoorziening. “Eén van de dingen die beter moeten is VU-net. Wij zijn nu bezig met het samenstellen van een zogenaamd ‘baggerteam’, een groep jonge mensen/studenten die VU-net gaan opschonen, zodat we in het nieuwe studiejaar met een

schone digitale lei kunnen beginnen.” De oplossing voor problemen ligt volgens Marjolein Jansen dus niet in het terugdraaien van het huidige model, maar in het beter in gebruik nemen ervan. “Nieuwe systemen komen soms met een kramp; we hebben het zo bedacht met elkaar en dit zijn de systemen. We zitten nu in de fase waarbij we gaan bedenken

hoe deze systemen voor ons gaan werken. Dat is een weerbarstige fase, maar ook een leuke.” Waar de werking nog niet goed verloopt, maken de verschillende diensten die het betreft samen met de faculteiten afspraken over hoe dingen beter kunnen. “Dat houdt in dat we het gesprek aan moeten gaan met elkaar. Ik hoop dat iedereen de energie en lol vindt om samen oplossingen te vinden voor de problemen die ervaren worden. Ik hoop dat mensen uit hun faculteit, dienst, of kamer gaan komen om collega’s te ontmoeten voor een kop koffie en om samen te werken. Dat gun ik ons.” Ook hier staat Marjolein Jansen met een Romeo Delta houding in. “Mensen moeten niet het idee krijgen dat ze het al tien keer hebben gezegd en dat er niets mee wordt gedaan. We moeten het niet gaan doen met plannen van aanpak, maar met meer aanpak.”

Marjolein Jansen, vicevoorzitter van het College van Bestuur (CvB), is sinds 15 december 2015 werkzaam bij de VU. Haar eerste maanden op de VU kan zij met één woord omschrijven: “Leuk! Ik heb de eerste maanden de tijd genomen om veel verschillende onderdelen van de VU te bezoeken: faculteiten, diensten, op afdelingen en in colleges want ik ben hier niet komen werken om bestuurder op afstand te zijn, maar omdat ik echt bestuurder van een universiteit wil zijn. De VU is een dynamische omgeving met veel mensen die een passie hebben voor hun vak. Er staat een mooie organisatie waar we trots op mogen zijn."

“IK BEN HIER NIET KOMEN WERKEN OM BESTUURDER OP AFSTAND TE ZIJN, MAAR OMDAT IK ECHT BESTUURDER VAN EEN UNIVERSITEIT WIL ZIJN.”

“HET KAN NIET ZO ZIJN DAT JE BESTUURLIJK BEZIG BENT MET ONDER-WIJS ZONDER NA TE DENKEN OVER BEDRIJFSVOERRING EN ANDERSOM.”

“WE MOETEN HET NIET GAAN DOEN MET PLANNEN VAN AANPAK, MAAR MET MEER AANPAK.”

1029074_OR_pagina_juni_2016.indd 2 17-06-16 12:00

Page 36: Nr 19 20 22 juni 2016

36 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

OpINIELaura Henderson voorzitter ondernemingsraad

FOtO

Pet

er g

errit

sen

brainstormt met decanen en directeuren, maar we willen dan wel graag de uitkomsten van die sessies zien. De redenering achter de keuzes moeten we kennen om de redelijkheid van de gemaakte keuzes te kunnen beoordelen. Het zegt veel over de visie van het college dat het ons pas later in het traject betrekt.”

Klopt het dat dit college de medezeggenschap vaker buitenspel zet? “Het gesprek moet wel vaak gevoerd worden over waar we wel of niet bij mogen zijn. Het feit dat we twee weken geleden zijn uitgenodigd bij een soortgelijke conferentie over het instellingsplan, waarin

de strategie van de VU wordt uitgestippeld, bewijst dat het college onze kritiek ter harte heeft genomen.”

Hoe gaat dat dan? “Als toehoorders waren we uitgeno-digd. Wij willen graag weten wat er besproken is om te kunnen bepalen of een bepaalde keuze van het college redelijk is. Daarvoor hanteren we zo’n tien criteria.”

Welke zijn dat zoal? “Bijvoorbeeld dat we geen verdere extensivering in het onderwijs willen. In het huidige instellingsplan is sprake van intensivering, dus kleinere groepen, meer contacturen, maar in plaats daarvan is er afgelopen jaar toch weer sprake geweest van keuzes die leiden tot vergroting van de groepen. Dat moet stoppen.”

Reageren? Mail naar [email protected].

‘Medezeggenschap hoort bij de besluitvorming’Als het bestuur de medezeggenschap niet in de besluitvorming betrekt, is dat veelzeggend, meent OR-voorzitter Laura Henderson.

dat wordt ingezet op een kleine groei door het aantrekken van meer studenten van buiten de EU.”

Instemmingsrecht betekent toch dat je het recht hebt met een voorstel al dan niet in te stemmen? Is het niet logisch dat bestuurders eerst met elkaar willen uitmaken welk voorstel ze gaan voorleggen? “Het is wel begrij-pelijk dat het bestuur eerst oriënterend

Laura Henderson

DOOR PETER BREEDVELD

Op een conferentie van het bestuur, decanen en opleidingsdirecteuren over de toekomst van de VU waren de OR en de universitaire studen-tenraad niet aanwezig.

Voelen jullie je buitengesloten van dergelijke belangrijke overlegbijeen-komsten? “Dit was een strategische conferentie die heel erg de meerjaren-begroting leek te gaan bepalen en dan is het goed als wij daar vanuit ons instem-mingsrecht bij worden betrokken.”

Het zou op die conferentie gaan om vier toekomstscenario’s. Hebben jullie die ter inzage gekregen? “Een A4’tje, daar waren we niet van onder de indruk. Inmiddels heeft het college de uitkomsten verder toegelicht en toege-zegd ook meer schriftelijke informatie te verstrekken. In het eerste scenario doet de VU niks en blijft het marktaan-deel hetzelfde, in het tweede zet ze in op een kleine groei, in het derde op een grote groei en in het vierde krimpt de VU bewust.”

En het college van bestuur heeft een van die scenario’s gekozen. “De gesprekken lopen nog, maar het lijkt erop

redelijkde medezeggenschap bepaalt of ze een keuze van het bestuur acceptabel vindt aan de hand van één hard criterium, zegt Or-voorzitter Laura Henderson. “Onze eerste prioriteit is dat de kwaliteit van onderzoek en onderwijs wordt bevorderd. als dat volgens ons niet zo is, moet het college ons overtuigen van de redelijkheid van dat besluit.”

Page 37: Nr 19 20 22 juni 2016

37nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

COLUMN

Je veilig voelen, je niet hoeven verdedigen, het niet hoeven uitleggen van wie je bent, een plek waar je nooit – nooit – door een blik of een straat of een sfeer denkt: ik laat de hand van

mijn geliefde los. Door op een plek te zijn waar iedereen op net een andere manier anders is en dat dat kleine verschil dat geen verschil zou hoeven maken, niks uitmaakt. Houvast hebben in het idee dat, ondanks het feit dat iedereen uniek wil zijn, je dat niet bent, je bent niet de enige, gelukkig niet. tuurlijk: ruzie maken, vreemde blikken, nare voorvallen blijven bestaan, maar gewoon omdat je allemaal óók maar een mens bent, en niet omdat je gereduceerd wordt door waar je het liefst je piemel, vingers, tong of ziel en zaligheid in stopt.toevallig in Orlando wonen, neergeknald worden om het verschil dat geen verschil zou moeten maken, op een plek die veilig is zoals alle plaatsen dat zouden moeten zijn. Het Paleis op de Dam in regenboog-kleuren om een voorval aan de andere kant van de oceaan, wat goed is, maar

Niet de enige

cru – ook in de stad die tot een paar jaar geleden bekend stond als gay capital worden mensen neergeslagen en in een hoek gesmeten omdat… ja, waarom, eigenlijk? En neerhoeken is een grootse uiting van iets dat veel kleiner overal is; minige-vaartjes, ongemakkelijke stiltes, net iets te lollige grapjes op net het verkeer-de moment. Ik weet het heus wel, pure armoe is het hier niet, maar volledige vrijheid evenmin.“Waarom laat je ineens mijn hand los?” vroeg een lief mij een paar jaar geleden. “Ik weet het niet”, antwoordde ik, “automatisch”, en hij pakte mijn hand weer en even voelde ik me vreselijk ongemakkelijk, we liepen langs een plein vol feestende voetbalsupporters. “Ik weet het wel”, zei ik toen, “hier zou ik normaal losla-ten als ik even geen zin had in gezeik.”Hij was mijn eerste vriend, ik had het ook niet aan zien komen. Ik moest heel veel uitleggen aan de mensen om me heen, alwéér, want iedereen was er na honderd jaar net aan gewend dat ik zo iemand was die het met vrouwen deed (“hoe doen jullie het eigenlijk, mag ik

meedoen, ik aaide alleen maar even”). En ik merkte ineens het verschil op straat. Het vasthouden van een hand was niet meer dan dat, geen statement, geen uitzondering. Van de barricades was ik nooit enorm geweest, nu voelde ik ineens allemaal activistische neigingen in me opborrelen, maar was ik bang dat het niet meer geloofwaardig zou zijn. Voor de buitenwereld was ik ineens normaal, namelijk, en dan is het een stuk eenvou-diger om roeptoeterend tussen de hooli-gans door te laveren. Ik had makkelijk praten, misschien helemaal geen recht van spreken meer. En dat laatste is natuurlijk onzin; door m’n kop te houden, houd ik op kleine schaal het verschil in stand. Alsof ik (net als mensen in dezelfde situatie) inder-daad heel iemand anders word afhanke-lijk van de geliefde aan mijn hand. Dus ik praat, desnoods te makkelijk, en hoop, en weet, dat ik godzijdank de enige niet ben.

dit is de laatste column van roos in advalvas. de redactie wenst haar veel geluk in haar schrijverscarrière.

‘Waarom laat je ineens mijn hand los?’

Roos van Rijswijk

Reageren? Mail naar [email protected].

Page 38: Nr 19 20 22 juni 2016

38 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS

Rode draad is misschien overdreven, maar komend seizoen staan in de Griffioen veel voorstellingen die je een hommage kunt noemen. De meeste zijn muzikale hommages. In oktober brengt trompettist Michael Varekamp met vijf collega-musici een programma over jazzlegende Louis Armstrong. De maand daarop speelt Beatrice van der Poel met haar band Jimi Hendrix en zingt Elke Vierveijzer liederen van Maarten van Roozendaal. Begin 2017 staan Ernst de Corte met werk van vader Jules, Daisy Correia met haar ode aan fadokoningin Amália Rodrigues en Denise Jannah met haar programma over jazz-zangeres Ella Fitzgerald op het Griffioenpodium.Daarnaast zijn er drie theaterhommages. Diederik van Vleuten gaat op zoek naar Winston Churchill, Wart Kamps laat de goede kant van psychopaat-koning Richard III zien en Ulrike Quade raakte gefascineerd door het leven van Coco Chanel.tot slot twee voorstellingen waarin de artiest zichzelf in het zonnetje zet: Xaviera Hollander over Xaviera Hollander en Jan Rot over Jan Rot.

Dick Roodenburg,publiciteitsmedewerker Griffioen

The Red Sun

CONCEPT Modern Aziatisch, luxe sushi. Een combinatie van Japan-se en Chinese gerechten.SFEER Authentiek Aziatisch met de chique uitstraling van een ster-renrestaurant. Bij binnenkomst vallen de mooie planten en stijlvolle bar op. De rode verlichting, kaarsen en tafeltjes bij het raam maken het romantisch. Ideaal voor een diner met een date of vrienden. ETEN Mijn tafelpartner en ik beginnen met de bekende spicy tuna sushi rolls. Aan de acht stuks op het stenen plankje is wel te zien waarom je hier meer betaalt dan bij de meeste sushirestaurants. De opmaak is schitterend en de smaak nog beter. In de rondes daarna proberen we de tuna nigiri, een uitzonderlijk stuk tonijn met daar-onder rijst. En vervolgens de tempura ebi roll, met garnaal, Japanse mayonaise en sesam. Die laatste vind ik het lekkerst. Daarna doen we nog een ronde. De kok geeft een nieuwe draai aan de bekende typen sushi, maar maakt ook totaal onbekende sushi. BEDIENING Onberispelijk, en je hoeft geen seconde te wachten.TIP traditionele Japanse sake. AANRADER Zeker, wanneer er iets te vieren valt of als je indruk op iemand wilt maken. PRIJS Aan de dure kant. Niet iets voor elke dag. Voor 50 euro heb je voor twee personen een drankje en een lichte, maar wel uitzonderlijk lekkere maaltijd. WAARDERING

Chique aziaat voor je date

cultuurcentrum griffioen Uilenstede

Voorstel-lingen seizoen 2016-2017korting voor studenten, medewerkers vU en alumni vU

griffioen.vu.nl

Chapeau!

THE RED SUN Olympiaplein 176theredsun.nl

Marc Barendsen, tweedejaars bachelor bedrijfskunde

Hommages Restaurant

om de week gaat een student op kosten van

advalvas uit eten en beoordeelt het restaurant.

Ook gRATIs UIT ETEN voor Advalvas? Mail naar [email protected].

elke vierveijzer

Beatrice van der Poel

deni

se j

anna

h

diederik va

n vleu

ten

Wart kamps

daisy Correia

Page 39: Nr 19 20 22 juni 2016

39nr 19/20 — 22 juni 2016ADVALVAS

CULTUUR

“Mijn huisgenoten dachten in het begin: wat komen al die jongens toch bij Judith doen? Volgens de Cito-toets kon ik naar het vwo, maar ik wilde kapster worden. Mijn ouders wisten dat pushen geen zin had: dat werkt alleen maar averechts. Omdat ik in discussies altijd

weerwoord had, zei mijn vader ooit al dat ik een goede jurist zou zijn.Op mijn negentiende begon ik met werken in een kapsalon. Daar kreeg ik steeds meer pijn in mijn rug. De hernia die ik bleek te hebben, was zo erg dat de artsen zeiden dat ik ander werk moest gaan zoeken. Waarschijnlijk haal ik voor de zomer nog mijn propedeuse hbo-rechten. Straks wil ik naar de universiteit. Na een stage op een advocatenkantoor ontdekte ik dat ik echt die meestertitel wil. Die hernia heeft dus positief voor me uitgepakt: het heeft mijn ogen geopend dat ik nog veel meer kon. En het knippen doe ik er gewoon naast, hier op mijn kamer. Het geeft me energie en ik ontmoet allerlei aardige mensen.

judith hannewijk

Door Floor BalFoto Peter Valckx

Wil je ook in Uilensteders? Mail naar [email protected].

Uilensteders 19/20

Op kamers

De eenkamerwoningen van Uilenstedebewoners zijn hetzelfde. Hun verhalen beslist niet.

21

eerstejaars rechten, Hva

rode flat

Page 40: Nr 19 20 22 juni 2016

griff ontmaskerd door Merlijn draisma

40 nr 19/20 — 22 juni 2016 ADVALVAS