n'GO nr 13

33
De drenkelingen van onze hulpprogram- ma’s Gie Goris over nood aan structurele actie Friendraising relatie centraal in fondsen- werving N r 13 september 2013 ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN MENSELIJKE RELATIES Bedrieglijk beeld Hoe ngo’s communiceren over het Zuiden

description

n’GO wandelt tussen beeld en realiteit. Het dossier analyseert met welk beeldmateriaal de sector het Zuiden kenschetst. Niet altijd even mooi om te zien! Hoe kunnen we een communicatie die de realiteit op het terrein geweld aan doet, doen evolueren? Gie Goris geeft ons een inkijk in zijn parcours en het tijdschrift Mo*. Met enige afstand en tegelijk een scherp bewustzijn bekijkt en corrigeert deze eigenzinnige hoofdredacteur het begrip ‘ontwikkeling’. Hoe aanvaarden we de realiteit? Eens een gebeurtenis zich heeft voorgedaan, of deze nu acceptabel is of niet, proberen we er maar beter mee om te gaan.... Een gebruiksaanwijzing tegen de ontkenning. Friendraising profileert zich als een trend in fondsenwerving. De gift wordt secondair; de relatie gaat voor. Rijft wie er het minst over praat het meeste binnen? Guy Malfait deelt zijn ervaring van alledag. Als ontwikkelingswerker in Manilla vertelt hij ons over de zogenaamde ‘probleemgevallen’, voor wie de mazen van het hulpnet te groot zijn

Transcript of n'GO nr 13

Page 1: n'GO nr 13

De drenkelingen van onze

hulpprogram-ma’s

Gie Goris over nood aan

structurele actie

Friendraising relatie centraal

in fondsen-werving

Nr13september

2013

ON T W IK K ELINGSSA MEN W ER K ING EN MENSELIJK E R EL ATIES

Bedrieglijk beeldHoe ngo’s communiceren

over het Zuiden

Page 2: n'GO nr 13

Voelde u zich niet wat triest, zelfs verscheurd bij de foto voor de laatste fondsenwervingscam-pagne van uw organisatie? Omdat hij regelrecht indruist tegen ons waardensysteem: we werken in partnerschap, maar tegelijkertijd verspreiden we liefdadigheidsbeelden waarop de begunstig-den alleen maar als alibi fungeren voor onze giften; we werken aan empowerment, maar we tonen beelden van het archetype van de Blanke Weldoener, ... Wanneer gaan de communicatie-diensten ermee ophouden te doen geloven dat enkel sterke (en choquerende) emoties de porte-feuilles kunnen bovenhalen?De uitdaging voor het beeldgebruik van morgen is om uit te zoeken hoe het tegelijkertijd meer respectvolle voorstellingen van het Zuiden en haar inwoners kan voortbrengen én de noden voor fondsenwerving kan dienen. We moeten ook in vraag durven stellen dat onze instituti-onele belangen steeds de overhand nemen op de sociale zaak. Waarom? Om een dialoog van gelijke tot gelijke tussen partners in het leven te roepen en opdat de leden van organisaties ein-delijk enige coherentie aan de dag zouden leggen tussen wat ze doen en wat ze communiceren.

Miguel de ClerckDirecteur Echos Communication

| voorafradar P.3

portret P.7 Gie Goris

2

Het gelaat van AfrikaOnze hulpcampagnes op de rooster dossier P.13

Zonder oogkleppen zie je beter! P.20

instrument P.25 Friendraising

een nieuwe trend in

fondsenwerving

blog-notes P.31 Guy Malfait

CO

VER

: M

ON

TAG

E ©

FO

TOLI

A &

ISTO

CK

PH

OTO

Nr13

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

n’GO september 2013

Page 3: n'GO nr 13

Afronauten1964. In de opwinding van de onafhankelijkheid kondigt Zambia de lancering aan van haar ruimteprogramma. Dit vergeten gebeuren diende als springplank voor het werk van Cristina De Middel. Met een reeks foto’s concretiseert ze een begraven droom. “Ik denk dat we niet klaar zijn om te geloven dat Afrika op de maan kan geraken en al helemaal niet in 1964. In hun reacties blijkt duidelijk dat mensen niet bereid zijn erin te geloven. Maar iedereen kan naar de maan!” (fotos : Cristina De Middel)

Foto van de maand

een andere kijk 3n’GO september 2013

Page 4: n'GO nr 13

Krijg je ‘t niet verkocht, zeg het met andere woorden. Sterker kon deze boodschap niet geïllustreerd worden. Een blinde bedelaar wordt door de mensenmassa

voorbijgelopen tot een jonge vrouw de tekst op zijn bordje herschrijft en de giften overvloedig binnenrollen. Een oproep tot ieder van ons met een ijzersterk verhaal

dat de persen niet haalt. Dit filmpje gaat niet over een goede daad. Het gaat over de kracht van woorden, beelden en gedeelde gevoelens. Try it out!

The power of words| Video van de maand

Ontdek de video

© P

EDR

O N

OG

UEI

RA

- F

OTO

LIA

een andere kijk 4n’GO september 2013

Page 5: n'GO nr 13

© R

EPO

RTE

R S

AN

S F

RO

NTI

ÈRES

Fuck the pressDe laatste campagne van Reporters Zonder Grenzen doet er geen doekjes om. Om de werelddag van de pers-

vrijheid in de verf te zetten, heeft de ngo een vrije interpretatie gemaakt van wat bepaalde wereldleiders lijken te zeggen aan de pers. Weg die pot-ten waar we maar blijven ronddraaien, weg de eindeloze schroom; Reporters

Zonder Grenzen durft de vinger op de wonde leggen. En u, wat vindt u ervan?

Ontdek de hele campagne-reeks

een andere kijk 5n’GO september 2013

Page 6: n'GO nr 13

Bedrijfswereld en ngo’s samen aan zet

Lees het analyse van de GuardianLees het volledige rapport

Een recente bevraging bij meer dan 1000 CEO’s van ‘s werelds grootste bedrijven

schudt stevig aan het kader waarbin-nen ontwikkelingssamenwerking tot nu toe werd uitgevoerd. Wat blijkt? De bedrijfswereld is zich niet enkel bewust van het grote belang van duurzame ontwikkeling, ze ziet voor zichzelf een leidende rol weggelegd om voortaan de doelstellingen en prioriteiten uit te zetten. Daarbij kiezen ze resoluut het spoor van de marktontwikkeling en laten ze de traditionele filantropie achterwege. Moeten ngo’s zich zorgen maken, worden zij overtijd overbodig? Niet noodzakelijk. De bedrijfswereld erkent de nood aan cross-sector-partnerschappen. Voor ngo’s ligt er een grote kans om de wil en ambitie van bedrijven om zich te engageren om te zetten in een samenwerking waarin beide sectoren hun sterktes kunnen uitspelen. Dit heeft een naam: win-win.

360° Voor u gelezen

© W

AVE

BR

EAK

MED

IAM

ICR

O -

FO

TOLI

A

een andere kijk 6n’GO september 2013

Page 7: n'GO nr 13

“We weten zo veel en doen zo weinig”

7portret n’GO september 2013

Hoofdredacteur van Mo*Gie Goris

Page 8: n'GO nr 13

| bio

1955Geboren in Geel

1979Licentiaat Godsdienstwe-tenschappen (KULeuven)

1980-90Educatiewerk bij Broederlijk Delen-Welzijns-zorg

1986-99Voorzitter HAVEN vzw (Antwerpse koepel voor werkingen rond vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder papieren)

1990-02Hoofdredacteur Wereldwijd Magazine

1999-06Voorzitter Open Doek (organi-sator mondiaal filmfestival te Turnhout)

2001- …Lid adviesraad en later voorzit-ter (2006) van Africalia

2003- …Hoofdredacteur MO*

Steenkoolmijnen, een Kempisch boerendorp, een getuigschrift A2 Elek-tronica. Velen met een gelijkaardige achtergrond blijven onder de radar, Gie Goris werd hoofdredac-teur van het maatschappij-kritische Mo*. “Ik heb geleerd zelf een weg te zoeken op plaatsen waar ik misschien niet thuishoorde.”

© B

REC

HT

GO

RIS

portret 8n’GO september 2013

Page 9: n'GO nr 13

G ie Goris groeide op in een uitgesproken arbeidersmi-lieu, eerder in stamverband dan in de beslotenheid van een moleculair gezin. Rond

zijn zeventiende liep hij tegen zijn roots aan. Toen hij na een rebelse periode in de Latijn-Griekse van het college op een technische school belandde, rijpte het be-sef dat uitsluiting alles te maken heeft met klassenverschil. “Cognitief was mijn studie elektronica wellicht een verkeerde keuze, maar ze hield mij wel een spiegel voor. Ik voelde mij op mijn plaats tussen ‘mensen zoals ik’ en tegelijk onderscheidde ik mij door mijn uitvoerige boekbesprekingen en het lezen van maatschappijanalyses. Mijn jeugdervaringen hebben in sterke mate bij-gedragen tot de politisering van mijn hou-ding tegenover de wereld. Ik zocht steeds het grotere verband, ik wou begrijpen waarom de dingen waren zoals ze waren.”

Empathische handicapGie Goris mag dan een sterke interesse hebben voor maatschappelijke vraagstuk-ken, die belangstelling komt niet voort uit

“We moeten weer van erg ver komen om te bewijzen dat alles uitdrukken in commerciële

termen mensen niet gelukkig maakt.”

| getuigenis

Walter Zinzen, (VRT)-journalist en Congo-expert« Gie Goris is op en top journa-list: gedreven, geëngageerd. Maar wel één die zich baseert op feiten, niet op dromen. Zijn feitenkennis is enorm, zijn belangstelling zo groot als de wereld. Zijn stukken en zijn blad hebben niets van dat hijgerige van sommige gedreven, maar minder goede journalisten. De toon van Gie is rustig, hij wil zijn lezers informeren, hun ogen en oren openen voor dingen die je elders niet leest. Gie Goris is erg belezen en erudiet en hij houdt zich ook nog eens met duizend en één andere dingen bezig; dit alles zegt meteen wie Gie Goris is: een onmisbaar figuur in het mediawereldje. »

portret 9n’GO september 2013

Page 10: n'GO nr 13

empathie. “Ik heb eerder een empathische handicap: ik kan geconfronteerd worden met menselijk lijden zonder er zelf aan ka-pot te gaan. Dat ‘gebrek’, die afstand ben ik als journalist gaan cultiveren. Mensen voor wie ik een grote waardering koester, hebben voor mij niet automatisch gelijk. En van personen of groepen voor wie ik niet de minste sympathie voel, zoals de Soennistische fundamentalisten, probeer ik toch te begrijpen wat hen beweegt. Mijn betrokkenheid bij de wereld wordt eerder gedreven door een verzet tegen onrecht. Armoede en uitsluiting zijn een structurele belemmering van mens-zijn en ontwikkeling. Dat is onaanvaardbaar. Daarom zie ik meer heil in structurele dan in individuele hulp. Toch ben ik te betrok-ken om er een cynische politieke analyse op na te houden. Het gaat steeds om men-sen en ik ben blij om elk individu dat een beter leven krijgt. Maar een echte activist is er aan mij niet verloren gegaan. Cam-pagnes zijn een noodzakelijke reductie en die toegifte valt mij zwaar.”

Groeiend verzetDiezelfde voorkeur voor het grote verhaal vertaalt zich ook in Gie Goris’ kijk op ont-wikkeling. Ontwikkeling is geen aan- of uitknop, maar een langzaam maatschap-pelijk proces. “Mensen liegen als ze een interventie verkopen als ‘ontwikkeling’. De echte vraag is welke maatschappelijke organisatie we nodig hebben voor het toe-

komstproject van mensen. Handel en eco-nomische groei zijn niet alles-zaligmakend. In India daalt de armoede minder snel op het moment dat de groei stijgt. De toene-mende rijkdom komt terecht bij een min-derheid. Inheemse volkeren worden ontei-gend voor de exploitatie van grondstoffen. Ze verliezen hun waardigheid en die wordt niet gecompenseerd door deelname aan

“Er wordt geen klimaatbeleid gevoerd omdat er zogezegd geen draagvlak bestaat bij de bevolking, maar een bevolking die zijn bereidheid niet

beloond ziet in concrete acties door de overheid, verglijdt in onverschilligheid.

© A

XIL

Y -

FOTO

LIA

portret 10n’GO september 2013

Page 11: n'GO nr 13

de moderne maatschappij. Maar door de beschikbaarheid van informatie en communicatiemiddelen wordt de kloof tussen arm en rijk zichtbaarder. Ook vormingswerk en politieke bewustma-king doen het besef van onrecht groeien. Mensen aanvaarden het niet langer en verzetten zich. Helaas haalt dit verzet de internationale pers niet.”

VeerkrachtKritisch, betrokken en zoekend. Maar bitter stemt de dagelijkse confrontatie met grote wereldproblemen Gie Goris niet. “Ik ben geen optimist of pessimist, ik sta aan de andere kant”, parafraseert hij oud-premier Wilfried Martens. “Op-timisten en pessimisten kiezen zelf wat ze zien. Ik probeer te zien wat er is en zoek naar wat verborgen blijft. De hon-derdste editie van Mo* had ‘veerkracht’ als thema. We wilden aantonen dat bin-nen wat fout gaat mensen bezig zijn met weerstand, individueel en institutioneel. Dat leverde een aangenaam nummer op, niet omdat het een goednieuwskrant was, maar omdat verhalen in de marge van de grote wereldvraagstukken een plaats kregen.”

De crisis verspildEn toch. Als één thema Gie Goris ernstig zorgen baart, dan is dat het klimaat: de weigering van de bevolking en van het beleid om de ecologische dreiging on-der ogen te zien. “Onze kleinburgerlijke

consumptiebelangen ondermijnen elke omkering. Er is zelfs een infernale kring-loop: er wordt geen beleid gevoerd om-dat er zogezegd geen draagvlak bestaat bij de bevolking, maar een bevolking die zijn bereidheid niet beloond ziet in con-crete acties door de overheid, verglijdt in onverschilligheid. We weten zo veel en vertalen zo weinig in daden. Ja, dat verontrust mij.”“Ik ben ook verrast door de gang van de huidige crisis. In 2008 meende ik dat het kapitalisme onvermijdelijk een dood-lopend spoor was, maar de financiële sector, die de problemen veroorzaakte, bepaalt nu alweer wat goed beleid is. We hebben het momentum gemist, de opportuniteit van de crisis verspild. He-laas waren zij die al lang op die spijker slaan niet in staat hun visie te vertalen in macht. We moeten vandaag weer van erg ver komen om te bewijzen dat al-les uitdrukken in commerciële termen economisch niet haalbaar is en mensen niet gelukkig maakt. De Westerse mid-denklasse wordt als consument vertrap-peld door de opkomende markten. De onderhandelingspositie van onze arbei-dersklasse verwatert. De politiek beseft dat we steeds misbaarder worden, maar ze geeft zich over aan het dictaat van de globalisering in plaats van zich af te vra-gen hoe we weerwerk kunnen bieden. Hoe kunnen we ons beschermen tegen de monopoliehouders van de macht die de bevolking tegen elkaar uitspelen?”

“Mensen liegen als ze een interventie verkopen als

‘ontwikkeling’. De echte vraag is welke maatschappelijke organisatie we nodig hebben voor het toekomstproject van mensen.

© S

ERG

EY N

IVEN

S -

FO

TOLI

A

portret 11n’GO september 2013

Page 12: n'GO nr 13

Informeren, niet entertainenIn deze wereld vol complexiteit wil Gie Go-ris met Mo* houvast bieden. Hij gaat tegen de stroming in van media die ‘niet meer informeren, maar entertainen met nieuws en opinie’. “Pas als je informatie en context krijgt, ga je de wereld begrijpen, verbanden zien en je eigen rol ontdekken. Ik wil de lezers als volwassenen benaderen en hun informatie aanreiken waarmee ze zelf aan de slag kunnen: analyses, achtergrond en perspectief.”

Universele herkenningDie zoektocht naar de zin van het wereld-gebeuren bracht Gie Goris zowat overal ter wereld, maar de mystiek rond reizen deelt hij niet. “Ik ben niet langer geneigd om het exotische te benadrukken. De grootste les die ik heb geleerd, is dat er meer herken-ning is dan verschil, zowel in persoonlijke levens als in structuren. Dat besef werd mij heel concreet ingeprent toen ik eind jaren 80 in een verarmde Antwerpse volkswijk een uiteenzetting gaf over de armoede in het opkomende Zuid-Korea. Ik legde er de geopolitieke context uit van de gebrekkige toegang tot basisvoorzieningen, toen een vrouw mij zei: ‘ ’t Is daar eigenlijk juist zo-als hier: er zijn drie machten: gas, elek-triciteit en water.’ Ze had verdorie gelijk. Ik had de herkenning niet gezien. Vandaag maak ik nog steeds fouten tegen dit inzicht, maar ik zoek bewust de herkenning.”

Kunst als motor van waardigheidWe hadden dit portret evengoed kunnen openen met de rode draad doorheen heel Gie Goris’ volwassen leven: zijn passio-nele liefde voor kunst. De soundtrack van zijn jeugd was de hitgevoelige muziek van Radio 2 of ‘de gewestelijke zenders’, zoals dat toen nog heette. Van literatuur was al helemaal geen sprake. Vandaag gaat zijn voorkeur naar Perzisch klassiek of heden-daagse jazz. En zijn kantoor thuis wordt door de buren lachend ‘de bib’ genoemd.Gie Goris is een gulzige bewonderaar. Niet in de eerste plaats van het kunstwerk, maar van de kunstenaar en zijn artistieke demarche. Als voorzitter van Africalia* engageert hij zich voor kunst als emanci-patorische kracht. “Kunst is voor mij geen onaantastbare religie. Uit kunst kan het besef ontstaan van recht op waardigheid. Het gevoel dat er geluisterd wordt, dat er schoonheid en verstomming ontstaan, is de motor van een heel andere omgang met jezelf en de medemens. Muziek is geen consumptieproduct waarvoor je moet be-talen, maar iets dat gebeurt. Die omgang met creatie, die zoektocht naar de kracht van mensen en hun uitdrukkingsvormen hebben we verleerd. Geef mij maar moei-lijke kunst. Ik word graag uitgedaagd, ik wil weten vanwaar het komt en begrijpen. Wat mij bevestigt wekt mijn argwaan.”

SYLVIE WALRAEVENS

| getuigenis

www.giegoris.bewww.mo.be

| meer weten

Soaade Messoudi, vroegere collega Wereldwijd Magazine, communicatie- en preventieverantwoor-delijke voor het ICRC in de Filipijnen« Ik heb zelden iemand ontmoet die zo open en respectvol omgaat met mensen, ongeacht hun achtergrond. Guy denkt nooit in termen van nationaliteit en over sociale grenzen kijkt hij heen, op zoek naar de intrinsieke waardigheid van mensen. Zo schrijft hij, zo leidt hij de organisatie. Hij heeft mij op een andere manier naar de wereld leren kijken: met veel aandacht voor minderbedeelden, maar zonder hen in een slachtofferrol te duwen. Heel het handelen van Gie ademt intelligentie uit, plichtsbewustzijn en een gedrevenheid om het goede te doen. Een bijzondere mentor. »

* Africalia is een ngo die artis-tieke en culturele initiatieven in Afrika onder-steunt, vanuit de overtuiging dat cultuur een noodzakelijk onderdeel is van duurzame men-selijke ontwik-keling.

portret 12n’GO september 2013

Page 13: n'GO nr 13

In een zee van informatie moet

elke boodschap eruit springen om niet verloren te gaan.

Een eerste stap naar erkenning: sterke

beelden gebruiken … Maar hoe vang je de

blikken zonder je imago schade toe te brengen?

Het gelaat van AfrikaOnze hulpcampagnes op de rooster

© CEC

13dossier n’GO september 2013

Page 14: n'GO nr 13

C ommunicatie is voor ngo’s een dagelijkse dobber (zie n’GO 4). Om aan de wereld te tonen wat je doet, gebruik je beter beel-den dan woorden. Decennia-

lang werden armoede en honger als beeld gebruikt om traantjes los te weken en geld los te krijgen van een gechoqueerd publiek dat een schuldgevoel werd aangepraat. Vandaag zijn er andere prikkels nodig voor de grote massa, die snel verveeld of kritisch reageert.

Hardnekkige stereotypesDe nalatenschap van jaren simplistische campagnes is niet mooi. Céline Langen-dries van de ngo Coopération Education Culture schetst het portret van Afrika dat ons steeds weer werd voorgehouden. “Eerst en vooral heeft men het nooit over een be-paald land. Het gaat altijd over Afrika als een groot geheel. Meestal zien we een beeld van een woestijn, ver weg van de weelderige natuur. Daarnaast

dossier

Mark Van Luyk: De foto is heel mooi en krachtig, maar de boodschap laat te wensen over. Hoewel het visuele aspect professioneel en modern oogt, is er niets innoverends aan. Het is de aloude scheiding tussen “zij” en “wij”. Daarnaast wordt een schuldgevoel op-gewekt door te werken met een recla-mebeeld: wij kopen tassen, zij hebben honger. Het is de klassieke benadering, maar dan in een mooi beeld.

Kalvin Soiresse Njall: Is het echt nodig om zo’n magere persoon op de grond, in zo’n dorre en desolate om-geving te tonen? Is er echt niets in de regio waar de ngo zijn werk doet? We hebben hier te maken met een karika-tuur om geld in te zamelen. Er wordt geen enkele context geschetst. Er zijn mensen die niets over Afrika weten en zullen denken dat dit beperkend beeld het hele continent voorstelt. Ik vraag me echt af of communicatiever-antwoordelijken ooit stilstaan bij het effect van hun campagne.

In de loop van dit artikel ontleden Mark Van Luyk, mede-oprichter en artistiek directeur van Brand-OutLoud, en Kalvin Soiresse Njall, journalist, schrijver en coördinator van het Collectief Mémoire Coloniale et Lutte contre les Discrimi-nations enkele recent verschenen campagnes.

“Geld is nog steeds het antwoord op alle problemen.”

Klassieke en karikaturale benadering

dossier 14n’GO september 2013

Page 15: n'GO nr 13

wordt er vaak een landelijk en geen stedelijk beeld getoond.

Geen stenen gebouwen of aangelegde wegen. Er staan ook geen mannen op de affiches, maar bijna altijd vrou-wen en kinderen, die in het collectieve bewustzijn als kwetsbaar bestempeld worden. De personen komen als ge-isoleerde individuen in beeld en niet in de context van hun gemeenschap. Deze enkelingen moeten ‘alle Afrika-nen’ voorstellen, die passief op hulp uit het Noorden wachten.”De laatste jaren vindt er een verschui-ving plaats naar een objectievere en ethischere communicatie. Maar de weg is nog lang. “In campagnes die gericht zijn op potentiële schenkers wordt een eenvoudige taal gehan-teerd om overtuigend en begrijpelijk over te komen. Daartegenover staat de ontwikkelingseducatie, die aan-knopingspunten probeert aan te rei-ken voor complexe problematieken. Tussen de doelstellingen van fondsen-werving en van ontwikkelingseduca-tie is er duidelijk een conflict. Maar heel wat ngo’s hanteren beide tac-tieken! De incongruentie houdt zelfs hier niet op. In het algemeen is er de laatste decennia sprake van een over-gang van een paternalistische bena-dering van ontwikkelingshulp naar partnerschappen gebaseerd op een hechtere samenwerking.

Mark Van Luyk: Dit is erg sim-plistisch. Alsof we een wereldwijd probleem kunnen oplossen met een euro. De foto is eenvoudig, waarschijnlijk ergens uit de archie-ven geplukt. Dit soort boodschap-pen zouden we niet meer mogen aanvaarden. Context, respect en esthetiek ontbreken volledig. Wat me het meest verrast is dat het werk van MSF zo belangrijk is, maar dat ze toch geen betere manier vinden om hun boodschap over te brengen.

Kalvin Soiresse Njall: Hier zien we al een ander soort beeld. Een lachende moeder met haar kind, die zich aanpast aan de con-text. Ondanks de armoede kunnen de mensen toch een goed leven lij-den. Men blijft weg van de drama-tische kant, maar er wordt wel op de emoties gespeeld. Het doel blijft hetzelfde: geld inzamelen.

Gesimplificeerde dedramatisering

dossier 15n’GO september 2013

Page 16: n'GO nr 13

Maar de cam-pagnes zijn

quasi onveranderd gebleven. De bood-schap luidt nog al-tijd: we hebben uw geld nodig, want het gaat niet goed met Afrika. Geld is dus nog steeds het antwoord op alle problemen.”

Vastgewortelde perceptiesKalvin Soiresse Njall, journalist, schrijver en coördinator van het collectief Mémoire Coloniale et Lutte contre les Discrimina-tions, is erg begaan met deze realiteit. “Een beeld dat in de openbare ruimte getoond wordt, is meer dan zomaar een beeld dat aan onze ogen passeert. Het creëert vaste voorstellingen in de hoofden van mensen en van hele samenlevingen. Wanneer de media en ngo’s ons enkel moeilijke om-standigheden in Afrikaanse landen tonen, is het beeld van een volledig continent in ellende snel gevormd. Deze negatieve perceptie van Afrikanen in Afrika wordt geprojecteerd op Afrikanen die in Europa wonen. Voeg daarbij nog het koloniale ver-leden en je komt tot een bijzonder negatief beeld van een continent dat nochtans zoveel te bieden en te delen heeft.”

Mark Van Luyk: Visueel is dit zeer sterk. Het water stelt het leven voor en de atoombom de dood. Het vraagt wel een interpretatie-inspanning, wat een goed begrip door iedereen in de weg kan staan. Deze keer wordt niemand individueel geviseerd. Het is gewoon een feit. Technisch is het beeld goed bedacht.

Kalvin Soiresse Njall: Ik voel me hier niet door aangesproken. Het beeld is zeer gewelddadig. Als je het over de waterproblematiek wil hebben, kan je beter westerse bedrijven tonen die hun afval in de rivier lozen.

Niemand wordt geviseerd

Céline Langendries

dossier 16n’GO september 2013

Page 17: n'GO nr 13

In de greep van het systeem

“Er moet iets gedaan worden aan het pro-bleem van de perceptie, en ik denk dat de situatie de goede richting uitgaat. Maar zolang de ontwikkelingssamenwerking zichzelf niet in vraag stelt, zal er niets fundamenteels veranderen. In het begrip ‘hulp’ zit impliciet de idee vervat van een zwak Afrika in verhouding tot Europa. Als wij, Europeanen, erin geslaagd zijn ons te ontwikkelen, dan moeten wij jullie, Afrikanen, laten zien hoe jullie op ons ni-veau kunnen komen. De communicatie en beelden die gebruikt worden, zijn louter een reflectie van vooroordelen die, soms onbewust, de koers bepalen van ontwik-kelingsorganisaties.”Heel wat verenigingen zijn al begonnen met een gewetensonderzoek en zoeken naar nieuwe samenwerkingsmethodes. Dit vertaalt zich in positievere boodschappen en beelden. Kalvin Soiresse Njall put hoop uit deze evolutie. “Het beeld van Afrika kan daadwerkelijk veranderen als Afrikaanse landen echte instrumenten krijgen om hun eigen ontwikkeling te sturen. Ik denk bijvoorbeeld aan een aanpassing van de

mechanismen van economische uit-wisseling. Voor mij luidt de ideale slo-gan voor een ngo: ‘Afrika echt helpen betekent werk ma-ken van andere re-gels van internatio-nale handel’. Slechts weinig ontwikkelingsorganisaties zullen het risico nemen om dit soort campagnes te voeren. Ze behoren immers tot landen die de internationale handel domineren en er geen enkele baat bij hebben dat het systeem verandert. Dit zou een soort van harakiri van de ontwikkelingssamenwer-king zijn. En eigenlijk is dit logisch: als het je doel is om te zorgen dat mensen hun lot in eigen handen nemen, is het ook logisch dat je rol als ontwikkelingswerker op een gegeven moment overbodig wordt.”

Waardering van het schoneEen jonge organisatie uit Nederland, op-gericht in 2007, gelooft heilig in de kracht van sterke en esthetische beel-

“Een beeld dat in de openbare ruimte getoond wordt, creëert vaste voorstellingen in de hoofden van mensen en van hele samenlevingen”

Kalvin Soiresse Njall

© CEC

dossier 17n’GO september 2013

Page 18: n'GO nr 13

den. BrandOutLoud belicht lokale en internationale ngo’s vanuit hun kern

en kracht. Judith Madigan, medestichter en directeur van BrandOutLoud vertelt ons waarom. “Als je iemand vraagt waar hij trots op is, dan zal hij je zeker iets kun-nen vertellen. Als je dan kijkt naar de beel-den van ontwikkelingssamenwerking van de laatste vijftig jaar, krijg je bijna alleen negatieve indrukken. Wij vinden dat het anders moet en willen uitgaan van de es-thetiek, de waardering van het schone. Zonder daarbij de realiteit en menselijke waarde uit het oog te verliezen. In een sec-tor waar financiering met de dag moeilij-ker wordt en het draagvlak vermindert, is visuele communicatie een sterke troef. Visualise to persuade. Je moet in woord en beeld de kernwaarden van je organi-satie benadrukken. Ngo’s zijn over het al-gemeen sterk in het uitleggen van wat ze doen en hoe. Maar het belangrijkste is het ‘waarom’, want dat is wat mensen achter een zaak schaart.”

Judith MadiganMark Van Luyk

Mark Van Luyk : De foto komt posi-tief en verrassend over, maar inhoude-lijk vertelt hij niet veel. Deze campagne wil het beeld van Afrika veranderen. Het probleem is hier dat er een posi-tief beeld op een negatief beeld wordt gekleefd. Het blijft een stereotiepe boodschap. Het lijkt zelfs alsof de foto bewerkt is om de zaken nog mooier voor te stellen. Wat mij betreft schiet de campagne haar doel voorbij.

Kalvin Soiresse Njall : Het is een mooi beeld met een goede slogan. Ik denk dat dit toeristen zeker zal aanspreken. Je voelt dat de cam-pagne in de goede richting probeert te gaan, maar daar niet helemaal in slaagt. Waarom tonen ze geen Afrikaanse markten, artisanale ate-liers, vrouwen op het land of sociale verenigingen die aan alfabetisering of sociale economie doen? We her-vallen hier weer in een karikatuur, hoewel de intentie oprecht is.

Positief stereotype

dossier 18n’GO september 2013

Page 19: n'GO nr 13

Het volstaat niet om negatieve clichés te vervangen door mooie kleurplaatjes. De

aanpak van BrandOutLoud gaat uit van een grondige verandering van perspectief. “Het gaat om branding. We werken aan het merk of imago van een organisatie. Het gaat om de fundamenten van die organisatie, haar ware indentiteit en haar drijfveren. Als je fondsen wilt werven via een campagne, komen je boodschap en de manier waarop die geïl-lustreerd wordt waarschijnlijk niet overeen met waar je echt voor staat. Je neemt afstand van je diepste kern en daardoor ontstaat een conflict: de alarmerende campagne die me-delijden opwekt versus de kernwaarden van je merk. Door je identiteit kenbaar te maken zal je veel meer mensen kunnen overtuigen van het nut van je acties.” De eerste stap naar een nieuwe vorm van com-municatie is makkelijker gezegd dan gedaan. “Het moeilijkste is vaak de bewustwording dat werken aan je merk en de communicatie hierrond belangrijk is. Soms komen er orga-nisaties naar ons voor een nieuwe website of mooie foto’s voor hun jaarlijks rapport. Maar dat zijn eindproducten die voortkomen uit je kernwaarden. Het is die kern die juist het startpunt is: waarvoor sta je en hoe sluit je visuele identiteit daarbij aan. Je moet durven investeren in je imago en je unieke kenmer-ken in de verf zetten. We krijgen steeds meer vragen van ngo’s die het anders willen aan-pakken. Wij zijn er om hen te begeleiden en het schone naar voren te brengen.”

RENAUD DEWORST

“De gebruikte beelden zijn een reflectie van vooroordelen die, soms

onbewust, de koers bepalen van ont wikkelingsorganisaties.”

© B

RA

ND

OU

TLO

UD

BrandOutLoud aan het werk op een strand in Benin. De waardering van menselijke kwaliteiten kan meer teweegbrengen dan medelijden.

dossier 19n’GO september 2013

Page 20: n'GO nr 13

Zonder oogkleppen zie je beter!Als we een situatie niet meer de baas zijn, zijn we geneigd toch door te gaan en ons niet van de wijs te laten brengen door de obstakels of onvoorziene omstandigheden. Maar vroeg of laat ervaren we toch stress. Een teken dat onze strategie een deel van de werkelijkheid negeert, omdat we koppig doorzetten of niet kunnen loslaten.

© G

ERM

ALI

X -

FO

TOLI

A

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 20n’GO september 2013

Page 21: n'GO nr 13

I edereen wordt in zekere mate beperkt door zijn denkpatronen. Als iets ons stoort, zijn we geneigd hevig te rea-geren: ons op te winden, onze eigen regels en waarden te verdedigen. Zo-

dra iets niet werkt zoals we het willen of iets niet strookt met ons gedachtegoed, spuien we kritiek. Als iemand iets wat wij ook kunnen op een andere manier doet, is onze eerste reactie: “hij doet het niet zoals het moet”, en niet: “hij doet het anders dan ik, maar zou ik misschien iets kunnen leren van zijn manier van doen?”

Natuurlijk belet niets of niemand ons om de realiteit volledig of gedeeltelijk te negeren. Ook niet om iets onaange-naams uit de weg te gaan. Maar de reali-teit is wat ze is. Vroeg of laat staan we er oog in oog mee. Waarom dus wachten? 1. Doe meteen de test

Je bevindt je in een situatie die niet verloopt zoals je wil. Je hebt geen grip meer op de zaken en anderen reageren op een volgens jou ongepaste manier… Wat denk je? Als je denkt: “Zo gaan we er niet geraken!” of “Als het zo zit, loop dan allemaal naar de maan!”, of nog “Wat bezielt je, voel je je niet goed?”, dan is je reactie te rigide. Als je denkt: “Ah, dit had ik niet verwacht, laten we kijken hoe het loopt” of “Dit heb ik nog nooit gehoord (of gezien)! Interessant” of nog “Hier kan ik nog iets van leren”, dan stel je je open op en ben je flexibel.

2. Probeer alternatieve gedachten te vinden

Ben je rigide? Stop ermee! Deze oefe-ning helpt je om je automatische modus “weg te zappen”, of je niet te hard aan een gedrag vast te klampen. Denk aan een gebeurtenis die niet verlopen is zo-als je had gewild en probeer je te herin-neren wat je toen dacht. Bedenk vervol-gens alternatieve gedachten door jezelf de volgende vragen te stellen:

✔✔ Hoe kan ik nog op een andere manier denken?

✔✔ Als ik me in de plaats van de andere zou zetten, wat zou ik dan denken?

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden

© R

OB

YNM

AC

- IS

TOC

KP

HO

TO

“Onze extreme gevoeligheid voor falen doet ons het gekende verkiezen boven

het ongekende. Ze dwingt ons om de realiteit zo te bekijken dat ze in onze gebruikelijke schema’s past.

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 21n’GO september 2013

Page 22: n'GO nr 13

Waar komt toch die manie vandaan om de pertinentie te ontkennen van

andere manieren van denken dan de onze? Er zijn voornamelijk twee oorzaken: onze extreme gevoeligheid voor falen en een hardnekkige rigiditeit die ons het gekende doet verkiezen boven het ongekende. Wat heeft faalangst hiermee te maken? Gewoon-weg omdat wij geprogrammeerd zijn om fa-len te vermijden. Ik verduidelijk: in het wild moet een dier dagelijks tientallen keren sla-gen om te overleven (eten, drinken, slapen, ontsnappen aan de vele gevaren, zodat hij zich uiteindelijk kan voortplanten en zijn soort kan verderzetten). Eén enkele misstap kan fataal zijn. In de moderne wereld geldt dit principe evengoed voor de mens: wij blij-ven hyperactief tegenover falen. En bij elke situatie die we meemaken doen we beroep op een bibliotheek aan reacties die ons tot nu toe hebben helpen overleven. Men zou denken dat elke levenservaring onze biblio-theek doet groeien, maar neen: ze heeft in-tegendeel eerder de neiging te verstenen, te verstarren. De ettelijke successen die we dagelijks boeken om te overleven stellen emotioneel niets voor; het zijn de misluk-kingen die blijven hangen en die zijn er bij de vleet. Ons falen heeft veel meer invloed op ons toekomstig gedrag dan succes. Denk maar aan die keer dat je je hand boven een brandende kaars hield. Is de brandwonde niet beter in je geheugen gegrift dan die tientallen keren dat je je hand boven een gedoofde kaars hield? Als iets mislukking in de hand werkt, dan is het wel het onbekende. Het nieuwe.

✔✔ Wat kan ik in deze situatie veranderen?✔✔ Wat heb ik niet onder controle?✔✔ Als er iemand anders in mijn schoenen zou staan, wat zou ik hem dan aanraden?

Deze vragen zouden al heel wat stress moe-ten wegnemen. Het werkt zelfs nog beter als je erin slaagt om die vragen onmiddel-lijk te stellen, op het moment zelf.

3. Waan je een wierAls je je flexibel wil opstellen is dingen loslaten het moeilijkste. Een oefening: zet je even vijf minuten neer en beeld je in dat je zeewier bent. Wier leeft in de duis-ternis, vastgeworteld op de bodem van de zee. Tijdens een storm wordt het los-getrokken en drijft het af. Op een pas-sieve manier gaat het wier een hele reeks ontdekkingen tegemoet (wind, regen, een bootschroef, een vis, de zon… alles is nieuw). In een tweede fase wordt het op het strand geworpen en ervaart het een

heleboel nieuwe sensaties (zand, droog-te, gebeten worden door dieren…). In de derde fase wordt het wier weer in zee ge-gooid, zinkt naar beneden en wordt één met de zeebodem om zo nieuw wier te voeden. Doe die oefening tot je je hele-maal één voelt met het zeewier dat op geen enkele manier vat heeft op zijn om-geving. Je kan het ook proberen per twee. Probeer je te laten meeslepen door de stem van een kalmerende verteller.

4. Leer flexibel reagerenOnthoud enkele zinnetjes die je beletten om rigide te worden: “Pak de koe bij de horens, het heeft geen zin om te struis-vogelen”; “het is tijd voor iets nieuws”; “De dingen negeren of zich verzetten heeft geen zin en is tijdverlies”; “Neem de golf zoals een surfer (of de wind zo-als een arend) en laat je meevoeren: zo geraak je veel verder”; “Hoe leuk, een verrassing, iets onverwachts!”…

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden

“Of iets aanvaardbaar is of niet, zodra je ermee geconfronteerd wordt, kan je het maar beter op een of andere manier accepteren.

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 22n’GO september 2013

Page 23: n'GO nr 13

Laten we een klassiek geval nemen: de mening van ouderen over de jeugd.

Onlangs las ik dit: “De jeugd van tegen-woordig is slecht opgevoed. Ze hebben lak aan autoriteit en hebben geen respect voor ouderen. Ze staan hun plaats niet af als een oudje binnenkomt. Ze spreken hun ouders tegen in plaats van te gaan wer-ken.” Velen zijn het hiermee eens. Heeft de auteur het gemunt op generatie “Y”? Nee hoor! Dit is een citaat van … Socrates. De herkomst van de uitspraak is betwistbaar, maar ze leidt ons in ieder geval naar een boek uit 1953, dat er voor het eerst mel-ding van maakt. Maakt niets uit... Zeker is dat dergelijke uitspraken al minstens vier generaties circuleren. Maar geven ze ook de werkelijkheid weer? Waarom kijken de jongeren van vroeger, die nu oud zijn ge-worden, op dezelfde manier op de jongeren neer als anderen met hen deden, zestig jaar geleden? Simpelweg omdat de nieuwe ge-neraties met hun nieuwe kijk op de wereld, hun innovatieve en baanbrekende ideeën, hun ongeziene levenswijzen, iets ongekends meebrengen. En de mens heeft het niet zo voor het ongekende. Zelfs Socrates niet.

Als de realiteit stoortWat gaat er door je heen als je je doelstel-ling niet haalt? Als een logistieke bevoor-radingslijn op het werk in het gedrang komt door een overijverige ambtenaar? Moeilijk om kalm te blijven. Nochtans vermindert stress het reactievermogen. Deze stress is gelinkt aan onze waarden, ons leerproces en onze opgeslagen ervaringen, die zich uiten in gedachten: “Ik weet wat er moet gebeuren, maar hij doet het niet. Onuit-

staanbaar” ; “Met dergelijke cijfers raken we in de problemen!” ; “Er is altijd wel een ambtenaar die roet in het eten moet strooi-en.”… We nemen de situatie op en wringen ze soms ‘met geweld’ in een gekende ca-tegorie. Onbewust laat je dan informatie links liggen die buiten je referentiekader valt, die je niet zint of die je zou dwingen je mening te herzien. Je zit vast in het stra-mien van de automatische modus. Je wordt geleid door je wil om je niet te laten afleiden door onvoorziene omstandigheden of ob-stakels. Niet zelden verbergt deze houding een angst om je eigen overtuigingen te zien wankelenen. In je diepste binnenste, mis-schien onbewust, voel je dat je je verzet te-gen verandering, ook al is die onvermijde-lijk. Het risico dat je probeert te vermijden, is dat je je wereldbeeld moet aanpassen (zie n’GO nr.12)…

Je kan maar beter aanvaarden!De situatie is wat ze is en zodra je ermee geconfronteerd wordt kan je ze maar beter aanvaarden in plaats van ontkennen. Ont-kenning vergroot alleen maar het ongemak en verkwist energie. De idee om afstand te doen van negatieve gedachten is niet nieuw. Boeddhistische meditatie is daar al duizen-den jaren op gebaseerd, vertelt Matthieu Ricard, een bioloog die vaak samenwerkt met neurowetenschappers en boeddhisti-sche monniken: “Gedachten die onze geest ontregelen, hebben maar zoveel kracht als wij er zelf aan geven. Ze staan los van de realiteit. Mediteren is de gedachten die in onze geest opduiken aanvaarden als wolken die voorbijdrijven, zonder

Wat zegt het woordenboek hierover

Starheid•  Weigering om toegevingen te doen, compromissen te sluiten of omzichtig te werk te gaan.

Flexibiliteit•  Een meegaand karakter dat zich gemakkelijk aanpast aan de wil van de anderen, aan vereisten in bepaalde situaties.

| uitgeklaard

BoekenVotre profil face au stressPatrick Collignon et Jean-Louis Prata, 2012, Eyrolles, Paris

L’art de la méditation : Pourquoi méditer ? Sur quoi ? Comment ?Matthieu Ricard, 2010, Pocket, Paris

| meer weten

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 23n’GO september 2013

Page 24: n'GO nr 13

te oordelen en zonder ze te verme-nigvuldigen”. Heel veel meditatie-

en relaxatieoefeningen helpen ons om te aanvaarden (in het kaderstuk “hoe pak je het aan” vind je enkele voorbeelden). Het komt erop aan je af te vragen waarover je echt controle hebt, en je eigen eisen aan de kant te zetten. Als je de situatie niet meer in de hand hebt, kijk dan nog eens terug naar de piramide van eisen/middelen (zie n’GO nr.5). Als we iets willen, verwachten we dat alles gebeurt zoals wij dat in gedachten hebben en, indien mogelijk, dat anderen de dingen doen zoals wij ze ons voorgesteld hebben. “Je moet alleen maar…”, zeggen we op die momenten. Maar ben je daar zo zeker van? Moet er echt ‘alleen maar’? En als dat al zo zou zijn, waarom is dat dan niet allang gebeurd? Is het niet beter voor jezelf en voor je omgeving als je de realiteit onder ogen ziet en je eisen wat bijstelt? Dat je je wat flexibeler opstelt? We wensen je van harte een stevige dosis flexibiliteit.

PATRICK COLLIGNON

…rigiditeitAutomatischJe automatische hersenmo-dus (zie n’GO nr. 9) probeert een snelle reactie te zoeken op een situatie. Systematisch gaat hij op zoek in de interne bibliotheek naar bestaande oplossingen. Dit is zijn rol. De rigiditeit zorgt ervoor dat je de situatie aanpast aan de inhoud van de bibliotheek, dat je weigert om nieuwe informatie te zien. Je dwingt jezelf om de situatie onder te brengen in een bekende categorie.

Gebaseerd op de vrees voor het onbekendeHet is veel eenvoudiger voor de automatische hersenmo-dus om in ‘bekende’ sferen te vertoeven, om te vertrekken van wat men al eens heeft meegemaakt (en dat je te boven bent gekomen, want je bent toch nog in leven). Ook heb je vaak de neiging om alleen bekende elementen uit de situatie te halen om ze te toetsen aan je bibliotheek.

Gelinkt aan stressStress duikt op als je meer elementen ervaart dan de automatische hersenmodus aankan. Als deze laatste weigert om een deel van de realiteit te zien, is er nog altijd de adaptieve her-senmodus. Die heeft wel de flexibiliteit om de hele realiteit te zien en, indien nodig, een nieuwe reactie tevoorschijn te toveren.

Kenmerken van…

© B

YHEA

VEN

- F

OTO

LIA

Dit artikel werd geschreven in samenwerking met het INCwww.neurocognitivism.com

hoe pak je het aan… de realiteit aanvaarden 24n’GO september 2013

Page 25: n'GO nr 13

Friendraising een nieuwe trend in fondsenwerving

© E

NR

ICO

FIA

NC

HIN

I - IS

TOC

KP

HO

TO

Geld in het laatje krijgen: het blijft een snijdend zeer. De een draait onwennig in het rond, de ander voert een agressieve politiek. Anders en beter! Friendraising plaatst donor en ontvanger in een nieuwe rol. Betrokkenheid is het codewoord.

25instrument friendraising n’GO september 2013

Page 26: n'GO nr 13

I n de USA heeft fundraising zo’n 50 jaar voorsprong op de rest van de wereld. Concepten als peer-to-peer fundraising en relationship fund-raising zijn er gemeengoed. Allemaal

wijzen ze erop hoe belangrijk het is de bo-dem goed te bewerken alvorens te oogsten. Met andere woorden: investeer in relaties, dan rolt het geld in het bakje. Friendrai-sing gaat echter een stap verder: geld bin-nenhalen is niet de expliciete inzet van netwerking, maar een mogelijk ‘nevenef-fect’ van een totale gedragsverandering tegenover je contacten, waarbij wederke-righeid in de relatie een grote rol speelt. Friendraising, de naam bekt goed, maar dekt de vlag een bruikbare lading?

‘All the way’Vera Peerdeman is senior fondsenwerver en haalde jarenlang sloten geld binnen voor talrijke non-profitorganisaties. On-danks het succes voelde haar klassieke aanpak structureel fout aan. “Ik nam deel aan netwerkactiviteiten en bouwde een waardevol adressenboekje op, maar zo-dra mijn doel bereikt was, verwaterde het contact met de schenkers. In de USA vertrouwde de manager van een groot bedrijf mij zijn succesvolle strategie toe: ‘friendraising comes before fundraising’. Je werft grotere bedragen als je vooraf persoonlijke aandacht en tijd besteedt. Maar voor mij moest die aanpak verder gaan. De belevingscomponent (de rela-

1. Beleving van de organisatie in kaart brengen

Probeer zicht te krijgen op de wijze waarop betrokkenen, zowel intern als extern, jouw organisatie beleven. Misschien is hier nog wat werk aan de winkel? Zij kunnen pas ambassadeurs zijn als ze enthousiasme uitdragen.

2. Kennismaking met de organisatie

Hoe komen mensen in aanraking met de organisatie? Een aangename kennismaking kan de basis vormen voor een eventuele vriendschap. De ambassadeurs spelen hier een cruciale rol, maar ook diverse communicatiemiddelen kunnen ingezet worden.

3. Wanneer een vriend?Vriendschap vergt tijd. In een eerste fase spreken we daarom eerder van relaties. Het is heel belangrijk deze relatie te bestendigen door ze formeel te registreren: vraag iemands

| Friendraising in 7 stappen

© G

IUS

EPP

E P

OR

ZA

NI -

FO

TOLI

A

instrument friendraising 26n’GO september 2013

Page 27: n'GO nr 13

tie) en de technische component (de fond-senwerving) kan je niet splitsen als twee stappen in een proces. Friendraising is geen techniek, maar een gedrag waarbij je 100% van je tijd aan mensen besteedt. Een langdurige relatie stopt niet na de gift. Friendraising gebeurt ‘all the way’ en niet ‘before fundraising’.”

Waarde zonder geldIn een friendraising-relatie is het geld niet het eerste en zeker niet het enige doel. Alles is erop gericht een zo groot mogelijk draagvlak te creëren voor je or-ganisatie. Daarom moet een organisatie evengoed zorg besteden aan haar rela-tiemanagement van kleine schenkers of andere betrokkenen. Gelijkgestemden kunnen immers zoveel meer samen doen. Een interessant contact, een advies, een gelegenheid om ergens een uiteenzetting te houden, tijd als vrijwilliger: al deze za-ken scheppen een waardevolle band en

e-mailadres, verbind je via sociale netwerken, stuur een nieuwsbrief,

... Onderhoud de relaties en behandel je donateurs zoals je vrienden zou behandelen.

4. Geefrelatie formulerenFriendraising is gericht op het verkrijgen van steun in vele vormen, niet enkel geld. Maak een overzicht van de steun die uw organisatie kan gebruiken.

5. Doelstellingen benoemenFriendraising kan ingezet worden voor fondsenwerving, maar evengoed om je netwerk uit te breiden, steun of advies te krijgen enzovoort. Niet elke steun vertaalt zich in euro’s, maar formuleer je doelstellingen wel SMART. Maak een implementatieplan om je doelstellingen te bereiken.

6. Doelgroepen formulerenWelke doelgroepen wil je betrekken met je friendraising? Breng je persoonlijke netwerk (familie, vrienden, collega’s, ...) én dat van je organisatie (bestuurders, vrijwilligers,…) in kaart. Zoek ook nieuwe contacten, maar bedenk dat ook bij friendraising het aloude verkoopprincipe geldt dat het veel goedkoper is om een bestaande klant een product te doen kopen dan een nieuwe klant!

7. Bepaal je vertrekpuntBreng een rangorde aan in de contacten die je beoogt en richt je inspanningen in de eerste plaats op laaghangend fruit! Begin klein en groei in friendraising naarmate je succes boekt.

instrument friendraising 27n’GO september 2013

ORGANISATIECreëren

van een positieve ervaring

KENNISMAKINGBeleven

van een positieve ervaring

RELATIEBestendigen

van een positieve ervaring

GEEFRELATIEUitdragen

van een positieve ervaring

Page 28: n'GO nr 13

kunnen, wie weet, later zelfs geld in het laatje brengen.

Winst voor beideDeze aanpak blijkt bijzonder succesvol, maar hoe vermijd je dat friendraising pure berekening wordt, het woord ‘vriend-schap’ onwaardig? Vera Peerdeman: “De waarden die inherent zijn aan vriend-schap horen ook thuis in de relatie met de potentiële donor. Het gaat om ver-trouwen, gedeelde interesses, aandacht. Maar vooral: vriendschap is geen trucje, je moet het menen. Friendraising beoogt een één-op-één-relatie die niet gericht is op die eerste gift, maar een langeter-mijnrelatie wil vestigen, waarbij zowel de organisatie als de donor zich goed voelt. Wederkerigheid is essentieel voor het sla-gen van een dergelijke relatie. Er is winst voor beide. Een donor krijgt een hechtere band met het project van de organisatie, hij wordt op de hoogte gehouden van de activiteiten, hij kent de mensen persoon-lijk. Daarom geeft hij liever zijn geld aan die organisatie dan aan een andere. Ook

Friendraising – Friendraisers zetten een netwerkersbril op, geen

fundraisersbril. Geld is niet het eerste doel. Het contact is vóór alles een positieve ervaring. Dit

draagt bij tot het duurzame karakter van de relatie.

– Friendraising is toegankelijk voor elk lid van de organisatie, ongeacht functie of

persoonlijkheid. Iedereen legt contacten op de wijze die hem of haar eigen is en zonder

de remmende fondsenwervingsdruk.

– Friendraising is een bijzonder efficiënt alternatief voor fundraising. De aanpak brengt

geld in het laatje en zorgt tegelijk voor een positieve beleving door beide partijen.

| de sterktes

– De verleiding bestaat om friendraising te groots aan te pakken. Friendraising gaat over gedrag en men-

taliteit en raakt de cultuur van een organisatie. Maar er is niets moeilijker te veranderen dan een organi-satiecultuur... Bescheidenheid is hier op zijn plaats,

maar er moeten wel mijlpalen vastgelegd worden.

| de beperkingen

“Friendraising is geen techniek, maar een gedrag waarbij je 100% van je tijd aan mensen besteedt. ’’

© B

LEN

D IM

AG

ES -

FO

TOLI

A

instrument friendraising 28n’GO september 2013

Page 29: n'GO nr 13

de medewerkers van een organisatie win-nen bij friendraising. Een directe bedan-king, niet via een call center maar door even persoonlijk te bellen, kan leiden tot bijzonder mooie gesprekken waaruit de medewerkers van de organisatie kracht putten, of tot waardevolle informatie voor de organisatie."

SMART doelstellingenKlassieke fondsenwervers staan ietwat argwanend tegenover friendraising om-dat de resultaten niet op dezelfde ma-nier meetbaar zijn en de waarde van een vriendschappelijke relatie niet steeds uit te drukken valt in cijfers. Toch betekent dit geenszins dat friendraising ongestruc-tureerd verloopt. Vera Peerdeman: “Wie zonder plan aan de slag gaat, verzinkt in het netwerken. Ook een friendraiser zal zijn doelstellingen SMART moeten formu-leren. Maar omdat het om gedrag gaat, raad ik aan de lat in het begin niet te hoog te leggen. Uit eerste beperkte resultaten kan je al snel kracht putten om verder te gaan op de gekozen weg.”

Jan Jacob Hoefnagel, Verantwoordelijke Particuliere Donateurs (Dorcas Hulp en Ontwikkeling): “Ken je achterban!” « Friendraising veroorzaakt geen grondver-schuiving, maar door het accent te leggen op een relatiegerichte manier van werken, maakt ze een wezenlijk verschil. Het uitgangspunt is simpel: je achterban kennen en oprecht geïnte-resseerd zijn in hun motivatie om je organisatie te steunen. Uiteraard kan ik met mijn 80.000 contacten geen intieme relatie onderhouden, maar ik benader ze wel op een persoonlijke manier. Toen we onlangs een foutieve inning van een beperkt bedrag moesten rechtzetten, hebben we aan de donor ook een bos bloemen gestuurd. Sommigen vinden dat dit niet in verhouding staat met de klacht, maar deze vrouw was zo ingenomen met onze actie dat ze vervolgens ongevraagd een grotere gift deed. Een andere vrouw reageerde erg negatief op een brief waarin we volgens haar te gretig om geld hadden gevraagd. We hadden deze klacht naast ons kunnen neerleggen, maar toen we haar contacteerden, bleek zij één van onze super-vrijwilligers te zijn, die zich niet goed voelde bij de communicatie van de organisa-tie. Wij hebben haar uitgenodigd om bij een volgende brief haar mening te geven, wat ze bijzonder apprecieerde. Met friendraising is fundraising geen koude geldrelatie meer, maar een investering in mensen. Een heel verschil! »

| getuigenis

Vera Peerdeman

instrument friendraising 29n’GO september 2013

© V

ERA

PEE

RD

EMA

N

Page 30: n'GO nr 13

© P

ETER

ATK

INS

- F

OTO

LIA

Zingen zoals je gebekt bentFriendraising vraagt wat lef om naar bui-ten te treden, maar ook introverte mede-werkers kunnen ermee aan de slag. Niet elk contact hoeft face to face te gebeuren. Vera Peerdeman: “Aanwezigheid op een evenement, een twitter-account of een persoonlijke mailing kunnen evengoed de band versterken. Iedereen is in staat om vrienden te maken, op zijn eigen per-soonlijke manier. In een organisatie moet daarom elke medewerker bij deze aanpak betrokken worden. Ook de receptioniste moet doordrongen zijn van de overtui-ging dat zij een belangrijke friendraising-rol heeft.” Omdat Friendraising bij ons nog zo weinig gekend is, maakt een organisatie die met deze methode aan de slag gaat al snel het verschil. Trendsetters, haal uw slag thuis!

SYLVIE WALRAEVENS

BoekHandboek Friendraising. 21 strategieën om vrienden duurzaam aan je organisatie te verbindenVera Peerdeman, Walburg Pers, 2012

“Iedereen is in staat om vrienden te maken, op zijn eigen persoonlijke manier.”

U kent een interessant werk- instrument dat waardevol

is in een context van ontwikkelingssamenwerking?

Laat het ons weten!

instrument friendraising 30n’GO september 2013

Page 31: n'GO nr 13

blog-notes

M ijn moeder kwam ontsteld thuis van de bakker. An-drea, een arme vrouw die eigenlijk al te veel kinderen heeft – om nog te zwijgen

van de mannen – , had de bakkersvrouw aardig voor schut gezet. De bakkersvrouw kent Andrea – wie niet trouwens in het dorp – en ze weet dat ze met moeite het einde van de maand haalt. In al haar goedheid had ze Andrea een brood van de dag ervoor aangeboden, verkopen kon ze toch niet meer. Had dat kreng van een

Andrea even een scène in de bakkerij ge-maakt en gezegd dat de vrouw van de bak-ker dat brood maar zelf moest opeten als ze het zo lekker vond! “Het is toch al ver gekomen”, had mijn moeder er nog aan toegevoegd. “Zo’n mensen verdienen het toch niet om geholpen te worden!” Andrea ken ik niet, maar het verhaal komt me zo bekend voor. De reactie van mijn moeder ook. In de bijna twintig jaar dat ik betrokken ben bij de internationale beweging ATD (All Together in Dignity) Vierde Wereld ben ik al veel Andrea’s

tegengekomen. Mijn gedachten dwalen af naar Ate Tela die samen met zo’n 100 gezinnen onder een brug boven een open riool in Manilla woont. Ook dit jaar zullen haar kinderen, ondanks allerlei interventies van sociale diensten, regelmatig school missen om op het kruispunt verderop op de ramen van de auto’s te tikken voor een paar centen.

Kwestie van slechte wil?Het zijn de armen waar de maatschappij geen weg mee weet. Het zijn de armen

Guy Malfait

| stem van de expert

Guy Malfait, afgestudeerd in de godsdienstwetenschappen aan de KULeuven, is samen met zijn vrouw Vanessa Joos sinds 1996 permanent volontair in de internationale beweging ATD Vierde Wereld. Na missies in Frankrijk, Haïti en Nederland zijn ze sinds 2010 werkzaam in Manilla. Ondanks die uiterst rijke ervaringen wil hij zichzelf geen expert noemen op vlak van armoedebestrijding; de echte experts zijn eerst en vooral de armen zelf. Hoewel idealisme en passie hem niet vreemd zijn, blijft hij als zoon van een eenvoudige boerenfamilie steeds met beide voeten op de grond. Zijn drie kinderen zijn daarbij een blijvende bron van inspiratie.

Probleemgeval of kans voor de mensheid?

blog-notes 31n’GO september 2013

Page 32: n'GO nr 13

die niet passen in de hulpprogramma’s. Kortom, ze werken tegen in plaats van mee. “Willen deze mensen eigenlijk wel geholpen worden?”, roept iedereen uit-eindelijk gefrustreerd. Het is volgens mij een misleidende vraag; ze geeft de indruk dat het probleem alleen bij de hulpbe-hoevende ligt. Dat is het comfortabele uitgangspunt van iedereen die bereid is tot helpen. Wanneer het hulpaanbod niet in dank wordt aangenomen of zelfs gewei-gerd wordt, dan wordt de ontvanger in vraag gesteld, zelden of nooit de persoon of organisatie achter de aangeboden hulp, laat staan dat de maatschappij zichzelf in vraag gaat stellen. Dat is nochtans waar ATD Vierde Wereld mij steeds opnieuw toe aanspoort. Eerlijk gezegd is dat het soort uitnodigingen die we liever in de wind slaan. Toch loont het de moeite om zekerheden los te laten. Valse, comfortabele zekerheden durven loslaten om ruimte te geven aan de over-tuiging dat élke mens een kans is voor de mensheid, zelfs een Andrea.

Verantwoordelijkheid nemenNeem nu het ‘probleemgeval’ Ate Tela in Manilla. Ondanks alle informatiesessies en zelfs dreigementen van de sociale dienst blijft ze haar kinderen regelmatig de straat opsturen om wat geld bij elkaar te bedelen. Hoe kan een moeder zo zijn dat ze haar kinderen bewust van school houdt? Daar kregen wij in het begin ook geen antwoord op. We nodigden haar kinderen en de anderen van Onder de Brug uit voor de wekelijkse straatbibliotheek. Via de kinderen konden we een relatie opbouwen met Ate Tela. Dat ging moeizaam in het begin, ze zat natuurlijk niet te wachten op nog iemand die haar de les zou spellen. Toen kwam er verandering: ze kwam steeds vaker, “gewoon even kijken”, zei ze dan. Dat gewoon even kijken werd na een paar maanden actief deelnemen en later zelfs mee verantwoordelijkheid opnemen in de straatbibliotheek.Niet te verwonderen, bleek achteraf. Ate

“Willen deze mensen eigenlijk wel geholpen worden ?”, roept iedereen uiteindelijk gefrustreerd.

© G

UY

MA

LFA

IT

blog-notes 32n’GO september 2013

Page 33: n'GO nr 13

Tela is een referentiefiguur voor de gezin-nen van Onder de Brug. Bij haar kan je altijd terecht met je problemen, als het nodig is zal zij met je meegaan naar wat voor overheids-dienst ook. Ate Tela is het soort vrouw die ge-schillen regelt in de buurt, ze kent de mensen door en door.

MillenniumdoelenSamen met andere ouders van Onder de Brug heeft ze deelgenomen aan internationaal onderzoek om de Millenniumdoelen van 2015 te evalueren en advies te geven voor de post-2015 agenda. Anderhalf jaar kwamen ze maandelijks samen om ervaringen uit te wisselen, om inzicht te krijgen in hun eigen realiteit en om er de precieze woorden voor te vinden. Met verbazing ontdekten we de dagelijkse inspanningen die de ouders én kin-deren doen om naar school te gaan. Als geen ander weten ze dat school de kans is op een beter leven. Als geen ander kennen ze echter ook de realiteit van de meeste arme kinderen op school: ze gaan wel naar school maar

leren nauwelijks echt wat! Dit omwille van de zware levensomstandigheden, uitsluiting op school enzovoort. Logisch dat de kinderen als de nood hoog is, school missen om hun familie te ondersteunen.Afgelopen juni werden de eerste bevindingen van het onderzoek aan de VN voorgesteld in New York. Ate Tela en de anderen van Onder de Brug zijn er niet rijker van geworden. Maar er is iets fundamenteel veranderd in elk van hen. Het gevoel dat ze overbodig zijn, dat niemand naar hen wil luisteren, heeft plaats gemaakt voor zelfrespect, zelfvertrouwen en zelfwaardering.Als een Andrea een oud brood weigert, is ze dan een verwend kreng? Of is het een schreeuw van het laatste stukje zelfrespect dat nog overeind staat om gehoord te worden en niet langer genoegen te nemen met alleen maar liefdadigheid? Daarom hou ik zo van Andrea’s: te pas en te onpas dwingen ze mij om een ware Copernicaanse omwenteling te maken: van probleemgeval tot kans voor de mensheid!

“Als een arme een oud brood weigert, is dat een schreeuw van het laatste stukje zelfrespect om niet langer genoegen te nemen met alleen maar liefdadigheid.”

Maandelijks e-zine uitgegeven door Ec hos CommunicationRue Coleau, 301410 WaterlooBelgië +32(0)2 387 53 55Verantwoordelijke uitgever Miguel de Clerck HoofdredacteurPierre Biélande Adjunct-hoofdredacteurRenaud Deworst RedactieSylvie Walraevens Patrick CollignonVormgevingBertrand Grousset Lay-outThierry Fafchamps Met de steun van :

Vind Echos Communication op het Internet www.echoscommunication.org

Abonneer u gratis op het magazine. Klik hier!

n’GO september 2013blog-notes 33