NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

92
NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT voor eerstbeginnenden. Handleiding bevattende de eerste Grondbeginselen der Stenografie met talrijke schrijf- en leesoefeningen. door J. Luyckx, Stenograaf. Leeraar in het Nederlandsch Snelschrijven aan :: den Stedelijken Leergang te Antwerpen, :: Bekroond met den Bizonderen Eereprijs der Stad Antwerpen voor de snelheid van 210 woorden per minuut. GUST JANSSENS. UITGEVER. ANTWERPEN.

Transcript of NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Page 1: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT voor eerstbeginnenden. Handleiding bevattende de eerste Grondbeginselen der Stenografie

met talrijke schrijf- en leesoefeningen.

door J. Luyckx, Stenograaf. Leeraar in het Nederlandsch Snelschrijven aan :: den Stedelijken Leergang te Antwerpen, :: Bekroond met den Bizonderen Eereprijs der Stad Antwerpen voor de snelheid van 210 woorden

per minuut.

GUST JANSSENS. UITGEVER. ANTWERPEN.

Page 2: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl
Page 3: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Z

<[T

I o~

0::

:0

:::o

r [T

I:l>

[TIz

::

:00

(J

}(J)

~(')

tl:l

l:

[TI?

:::

90

Z::

:o

Z~

[TI(

J}

Zn

O

l:

[TI::

:o

z:;

; ~

NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT

VOOR EERSTBEGINNENDEN.

NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT

VOOR EERSTBEGINNENDEN.

Page 4: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Alle exemplaren zijn door den schrijver onderteekend.

Page 5: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT voor eerstbeginnenden. Handleiding bevattende de eerste Grondbeginselen der Stenografie

met talrijke schrijf- en leesoefeningen,

door j. Luyckx, Stenograaf, Leeraar in het Nederlandsch Snelschrijven aan :: den Stedelijken Leergang te Antwerpen, :: Bekroond met den Bizonderen Eereprijs der Stad Antwerpen voor de snelheid van 210 woorden

per minuut.

GUST JANSSENS, UITGEVER, ANTWERPEN.

Page 6: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl
Page 7: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Voorwoord.

HET stelsel, waarvan dit werk de eerste grondbegin­selen bevat, heeft tot grondslag de zoogenaamde

metagrafie, een kortschrift dat op zijn beurt gebouwd is op de door Duployé ontworpen stenografie.

Sinds een twintigtal jaar is dit kortschrift in België zeer verspreid. Dank zij het aannemen van de metagrafie door Antwerpens Gemeentebestuur voor het onderwijs op de stadsscholen, dank zij niet minder den onverdroten ijver van een schaar onbaatzuchtige werkers, aan wier spits de steeds jeugdige en onvermoeibare baanbreker, leeraar J. B. Claes, moet genoemd worden, mag men zeg­gen, dat dit stelsel nu, vooral te Antwerpen, alleenheer­schend is.

Reeds lang bestond er behoefte aan een Nederland­sche bewerking van de metagrafie. Van af 1907 tot vó6r het uitbreken van den wereldoorlog, lieten we dan ook in het maandblad Le Métagraphe, naast talrijke praktische leesoefeningen, een korte schets van de door ons ont­worpen bewerking verschijnen.

5

Page 8: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Deze Nederlandsche bewerking der metagrafie, wel­ke terzelfder tijd gepaard ging met een gelijkloopende Duitsche en Engelsche bewerking, vond in de Belgische stenografenwereld, en zelfs daarbuiten, een niet ongun­stig onthaal.

In '9' 2 droeg het Gemeentebestuur der Stad Ant­werpen ons de vereerende, doch niet gemakkelijke taak op. voor de eerste maal in België, een openbaren leer­gang in het Nederlandsch snelschrijven in te richten.

De stijgende bijval, welken deze leergang genoot, maakte het in 191'5 dringend noodzakelijk hem in een eerste en tweede studiejaar te ontdubbelen. Sindsdien verliet menig leerling dezen leergang, na verworven diplo­ma in de jaarlijksche beroepsproeven . met degelijke, prak­tische kennis van het vak toegerust, bekwaam om als beslagen vakman, het hem opgedragen stenografisch werk vlug en wel te verrichten.

Zoo nu in ondernemingen van handel en nijverheid. en niet minder in takken van bestuur van stad en land. waarvan de werkkring zich hoe langer hoe meer uitbreidt, talrijke jongelieden als Nederlandsch-schrijvend steno­graaf, winstgevende betrekkingen hebben weten te ver­overen, zoo danken ze dit voorzeker aan hun noesten arbeid. doch tevens voor een goed deel aan het initiatief van Antwerpens Gemeentebestuur.

Van verschillende zijden werd intusschen bij ons aangedrongen, opdat we de grondbeginselen van ons stelsel in boekvorm zouden laten verschijnen. Niet alleen zou zulk werk steeds door de stenografen kunnen ge­raadpleegd worden, maar het zou tevens verhoeden, dat de Vlaamsche bevolking in het algemeen, van het nut en het genot van een kortschrift in de eigen landstaal ver­stoken bleef.

Aan dezen wensch wordt hiermede voldaan.

6

Page 9: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Met dit boek wenden we ons in het bizonder tot klerken, bedienden, oversten van

handels- en nijverheidsondernemingen, takken van bestuur, gerechtshoven, advokaten, notarissen, enz.,

studenten van middelbaar en hooger onderwijs, onderwijzers, leeraars en professors, advokaten, lefferkundigen en dagbladschrijvers, en in het algemeen tot

IEDEREEN

in Vlaanderen, Holland, Zuid-Afrika en Oost-Indië, die de pen voert of geestesarbeid verricht.

Aan allen wenschen we uit ganscher harte, dat in hun handen dit Nederlandsch kortschrift een werktuig en een wapen weze: een werktuig om hun geestelijke ont­wikkeling zoo hoog mogelijk op te voeren, een wapen in hun strijd om het bestaan, op onze dagen. waar meer dan ooit de spreuk waarheid blijft:

TIJD IS GELD.

7

Page 10: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl
Page 11: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Grondbeginselen.

VIER grondtrekken kenschetsen dit Nederlandsch kortschrift en onderscheiden het van andere stel-

sels. Het is namelijk 1) een geometrisch schrift. 2) een alfabetisch schrift, 3) een fonetisch schrift. 4) bizonder geschikt om de vier voornaam­

ste levende talen van West-Europa te stenografeeren. Laat ons elk dezer vier kenmerken van nabij be­

schouwen.

* * *

1) Een geometrisch schrijt. - Alle teekens van dit kortschrift zijn ontleend aan de rechte lijn en den cirkel, zoodat - hoe wonderlijk dit ook op het eerste zicht moge schijnen - het gansche alfabet in de volgende geometrische figuur kan samengevat worden :

9

Page 12: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

@ Deze teekens worden echter zoodanig onder elkan­

der verbonden. dat de stenografische woordbeelden veelal het uitzicht verkrijgen van onze gewone letters, hoofd­letters, cijfers, of deelen daarvan, b.v .

..f' lak'=!n '} beschikbaar t ' indruk

-t:. ledikant ~ toekomst !I.. accoord j. gal ;,( uitgaven 3 onaangenaam

-( loochenen ( logenstraffen H ballingschap ~ hoe ~ zorgeloos û zelden

11 raadgever d' slachtoffer 6 koe ). natellen ':t verslaggever J ingericht

'e sommige :<: overgave 7 vraag

~ medemen- ~ lokaas 0 hou schen

Deze woordbeelden bewijzen tevens, dat dit kort-schrift in werkelijkheid een .... kort .... schrift is. Immers in elk geval neemt het stenografeeren van een woord niet meer tijd, dan om, in ons gewoon schrift, de eerste letter van dit zelfde woord neer te pennen.

* * *

2) Een alfabetisch schrift. - Dit kortschrift spelt de woorden juist zooals in ons gewoon schrift. zonder nochtans aan de drie volgende euvels mank te gaan :

JO

Page 13: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

a) dat voor één zelfden klank verschillende letters gebruikt worden, zooals b. v.

de klank f in foor, phrase, k in kikker, cacao, s in cent, nationaal, bruisen, ruis eh en, f in tot, dood, schaadt, V in vader, wraak, i in typisch,

ij in nijgen. neigen, o in spoken, loopen,

oe in goed, caoutchouc, ou In zou, rouW, rauw,

b) dat met dezelfde letters verschillende klanken v.oorgesteld worden, zooals b. v.

c in cigaar, accoord, concert, d in brood, deur,

ng In wang. aangenaam, e in les, vader. ij in ijselijk.

c) dat om één klank voor te stellen, verbindingen worden gemaakt met twee of meer letters, die in niets meer aan den bedoelden klank doen denken. zooals bij voorbeeld het geval is met

c + h ch in lachen, e + u eu in deur, o + e oe in hoe, u + i Ul In huis.

Met al die ongerijmdheden van het gewoon schrift ruimt ons kortschrift op. Hier gelden de algemeene regels:

Voor eiken hoofdklank één afzonderlijk teeken, Elk teeken steeds voor denzelfden hoofdklank.

* * *

11

Page 14: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

3) Een jonetisch schrift. - Uit bovenstaande blijkt reeds duidelijk, dat dit kortschrift een fonetisch schrift is, in zooverre dat het nader tot de spraak gebracht wordt, dan het gewone schrift. Dit streven is trouwens een modern verschijnsel. dat tot hiertoe reeds op tweeër­lei wijze in de meeste Europeesche schrijf talen tot uiting is gekomen, namelijk door de spelling van de gewone schrijfwijze te vereenvoudigen, en door het ontwerpen van een nieuw fonetisch schrift, als hulpmiddel voor de mo­derne taalwetenschap, ,de fonetiek.

De Vereenvoudigde Spelling (V. S.), in Zuid-Afri­ka reeds officieel erkend en aangenomen, en die in Noord­en Zuid Nederland duizenden aanhangers telt, doet een stap in die richting, en verlost aldus schoolkinderen en (waarom het niet bekennen?) ook volwassenen van de dwingelandij van ouderwetsche, lastige en tijdroovende spelregels. Alhoewel deze verbetering tot een minimum van logische vereenvoudigingen beperkt blijft, ontmoet ze in Noord en Zuid voorshands toch nog eenigen tegen­stand, denzelfden tegenstand dien elke uitvinding, elke nieuwigheid ondervindt, en waarvan de oorsprong te zoe­ken is in sleur en slenter der groote, onnadenkende massa, welke uit gemakzucht slechts ongaarne, als het ware noodgedwongen, met oude gewoonten breekt.

Dit bezwaar bestaat bij ons kortschrift niet. De leerling staat hier immers voor een geheel nieuw schrift, dat met geen gewoonten, noch overleveringen dient reke­ning te houden. Oog, hand en geest hoeven zich geen oude woordbeelden te ontwenneD. Derhalve kan ons kort­schrift op de volgende radikale grondbeginselen steunen, die we eIken pasbeginner in den geest zouden willen prenten:

12

Voor elken hoofdklank één ajzonderlijkteeken, Elk teeken steeds' voor denzeljden hoojdklank,

Page 15: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Geen teekens voor klanken die niet uitgesproken worden.

Gaan we daarbij veel verder op den weg der ver~ eenvoudiging dan de V. 5., anderzijds kunnen en mogen we niet zoo ver gaan als het door de " Association pho­nétique internationale " ontworpen fonetisch schrift, waar­mede getracht wordt alle talen, ja zelfs alle dialekten, zoo klankgetrouw mogelijk op het papier weer te geven. Voor onze Nederlandsche taal zijn daartoe een 70-tal verschillende teekens vereischt, wat nochtans niet belet, dat dit schrift er niet volkomen in slaagt de taal in al haar fijnste schakeeringen voor te stellen. Geen wonder r Klank is nu eenmaal klank en laat zich uiteraard moeilijk afteekenen, noch afbeelden op welke wijze ook.

Dáár ligt trouwens het doel van een kortschrift niet. De stenograaf immers hoeft niet alle nuancen in de uit­spraak van een spreker te noteeren, afgezien van het feit dat dit, gedurende het stenografeeren van het leven­de Woord, onmogelijk en onnoodig zou zijn : onmogelijk, want de arme man zou op zijn minst een dubbel stel hersens en zenuwen moeten hebben, - onnoodig, want het komt er voor hem zoozeer niet op klankschakeeringen aan, dan wel op zinnen en gedachten, niet zoozeer op hoe er gesproken, dan wel op wal er gezegd en bedoeld wordt. De stenograaf zij geen fonograaf, wel een grijper en begrijper van gedachten.

Ons kortschrift moest dus, veel eenvoudiger dan het vereenvoudigde gewone schrift, niet zoo fijngevoelig zijn als het fonetische schrift der " Association phonétique internationale ".

Zoo als bij het gewone schrift, volstaan bij ons kort~ schrift een 30-tal teekens om de voornaamste, voor ieder­een waarneembare gemiddelde hooJdklanken der Neder­landsche taal voor te stellen. Bestaat er tusschen twee klanken een klein verschil, dat voor den foneticus van

13

Page 16: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

belang kan zijn, doch voor het ongeoefend oor nauwelijks waarneembaar is (b.v. g en ch in lachte, laagte, looche­nen, logenstraffen, of t en ie in lid, liter, lied, rit, F e~ bruari, riet) zoo worden beide klanken 'lJereenzelvigd, daar het er in hoofdzaak voor den stenograaf slechts op aan komt de hoogst noodzakelijke klankonderscheidingen (waaruit woorden en zinnen samengesteld zijn) op te vangen.

In dien zelfden gedachtengang worden bij het steno~ grafeeren als overbodig verwaarloosd:

a} hoofdletters, b} zinteekens (punctuatie), c) spitsvondige taalregels, d) klanken die bij het herlezen niet onmisbaar zijn,

b. v. h zooals in hypotheek (= ipotek) ; w op het einde der woorden zooals in ruW (= ru), zwaluw (= zwalu) ; de toonlooze e in het begin en op het einde der woorden, zooals in het (= t), we (= w), ge (= g), ze (= z), have (= av) ; e' het verdubbelen van klinkers of medeklinkers, waar die niet dubbel, d.w.z. tweemaal afzonderlijk uitgesproken worden, zooals in hadden, bakker, ta~ fellaken, vennoot (= vénot), voorraad (= vorat), enz. ; of waar twee medeklinkers bij het uitspreken tot een enkelen te samenvloeien, zooals in schipbreuk (= schibreuk), handdoek (= andoek), aftaart (= afart), leeszaal (= lesal). Hieruit volgen twee andere' grondbeginselen, die in

het nauwste verband staan met de reeds vermelde hoofd~ regels:

Schrijf niel wat ge niet hoort,

Schrijf, van wat ge hoort, slechts wat u bij het her~ lezen onmisbaar is.

14

Page 17: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

4) Bizonder geschikt Voor het slenograjeeren van vreemde lalen. - Met dit stelsel kunnen de Germaan~ sche talen, evenzoo gemakkelijk als de Latijnsche ge~ stenografeerd worden, hetgeen voor wie dagelijks diktaten in verschillende levende talen op te nemen heeft, van het allergrootste belang is.

Dank zij het gelijkelijk uitwerken van ons stelsel met het oog op het Nederlandsch, het Duitsch en het Engelsch" moesten we tot den verblijdenden uitslag komen, dat in alle gevallen, woorden van gemeenschap~ pelijken oorsprong of bijna gelijkluidende uitspraak in de vier talen op dezelfde wijze in ons kortschrift geschreven worden. zoo b.v.

N ederlandsch Duitsch Engelsch Fransch

d cel Zelle cell celle

\ fijn fein fine fin

C\..I Fransch Franz France France

hand Hand hand hante

11 lamp Lampe lamp lampe

..v los los loss l' os

~ officier Offizier officer officier

'~ pomp Pumpe pump pompe / Rijn Rhein Rhine Rhin

J sigaar Zigarre clgar clgare

..... toon Ton tone ton

! wagen Wagen waggon vagon

\ wIJn We in wme vm

15

Page 18: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

De lijst dezer voorbeelden, die voor de hand geko. zen zijn, is natuurlijk voor zeer groote uitbreiding vatbaar. Het ontdekken van zulke, soms verrassende overeen. komsten, is het grootste genot van de meertaligen steno· graaf.

Stelsels die bij voorbeeld in Nederlandsch Duitsch Engelsch Fransch

goed gut good goûte

den klinker, zooals in het gewone schrift, op vier ver· schillende wijzen voorstellen, kunnen natuurlijk nooit zulk resultaat bereiken.

Met ons stelsel echter zijn zij die Nederlandsch en Fransch,

(openbare besturen, handel in Vlaanderen) Nederlandsch en Duilsch,

(handel in Vlaanderen en Holland) Nederlandsch en Engelsch,

(handel en scheepvaart in Vlaanderen, Hol· land, Zuid·Afrika en Oost.lndië)

of beurtelings deze "ier talen, (groote handelshuizen, internationale kongres. sen. enz.)

moeten stenografeeren, van de nachtmerrie verlost voor elke taal een verschillend kortschrift te moeten aanleeren (wat niet alleen een Babel van verwarring in de schriften, maar ook in den geest ten gevolge moet hebben) of, wat op hetzelfde neerkomt, een afzonderlijke .. adaptation " te moeten verduwen. .

Zulke .. adaptations " stellen immers even zooveel aparte stelsels daar, voor de goede reden, dat elke auteur van uit zijn hoek slechts één enkele zijde van het probie. ma beschouwt en tracht op te lossen.

Kan het dan verwondering baren, zoo in zulk geval

16

Page 19: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

elk innerlijk verband tusschen de stenografie voor de vier talen ontbreekt?

Zoo tijd en gezondheid ons deel blijven, hopen we binnen een niet al te lang tijdsverloop, naast het tweede gedeelte van di.t werk, dat de eigenlijke melagrafie zal omvatten, ook de hand te kunnen slaan, aan het uitgeven der Engelsche en Duitsche bewerkingen van hetzelfde stelsel.

Ook hopen we dat dit werk - de langzaam gerijpte vrucht van jarenlange opzoekingen - aan de keurbende van Groot-Nederlands jongelingschap moge ten goede komen.

17

Page 20: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Wenken en Raadgevingen.

GRONDIGE taalkennis en algemeene ontwikkeling, naast degelijke kennis van het handelsbedrijf waar

het den kantoorstenograaf betreft, is een eerste vereischte voor wie stenograaf wil worden

De stenograaf is immers geroepen om als denkend mensch he. levende Woord van den redenaar in zijn vlucht op te vangen, om het daarna in ons gewoon schrift over te zetten, lOodat iedereen van de uitgedrukte gedachten en denkbeelden zou kunnen kennis nemen. In bijna alle gevallen is het transcribeeren het einddoel van het kortschrift. (1) Bijgevolg zal de stenograaf niet naar zijn vingervaardigheid, maar wel naar de mate waarin hij zijn stenogram (stenografisch verslag) zal verzorgd heb­ben, beoordeeld worden. Het stenogram is het criterium van de waarde van den stenograaf.

(1) Een enkele uitzonderin~ is slechts denkbaar, n.\. het geval van den sludent of autodidact, die uitsluitend te zijnen persoonlijken gerieve stenografische notas r.eemt. Daar deze voor eigen gebruik bestemd zijn, hoeven ze niet in gewoon schrift overgebracht t· worden.

18

Page 21: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Hij weze dus goed op de hoogte van taal en stijl. bekwaam om desnoods wat slecht gezegd werd in een zuiver Nederlandsch taalkleed te hullen. Taalfouten ont­sieren de sierlijkste rede en verwekken al te zeer spot~ lust en geringschatting, al is de inhoud der rede nog zoo belangájk en de spreker nog zoo gezaghebbend. De stenograaf zou toch in zulk geval bezwaarlijk te zijner verontschuldiging kunnen inroepen, dat de redenaar die fouten ook inderdaad gemaakt heeft.. ..

Dit alles kan - mutatis mutandis ook op den kantoorstenograaf toegepast worden, al gaat het op kan~ toren, uit den aard der zaak, rustiger toe, dap b. v. op openbare vergaderingen. De diktaten bepalen zich hier in het algemeen tot korte, kalme, zakelijke en wel door~ dachte mededeelingen. Niettemin blijft taal~ en vakkennis ook hier een strenge eisch, daar het al een uiterst slech~ ten indruk maakt, zoo er in een handelsbrief taalfouten of ongerijmdheden voorkomen. Dit strekt een handelsfirma en .... haar kantoorstenograaf niet tot aanbeveling.

Dat de stenograaf, die eiken dag geroepen kan wor~ den om redevoeringen, voordrachten, debatten, enz. over de meest uiteenloopende onderwerpen te stenografeeren, een veelzijdige ontwikkeling moet genoten hebben, om vlug en wel te kunnen begrijpen wat hij hoort, behoeft wel geen nader betoog.

OVER HET SCHRIJVEN.

Langzaam schrijven is een allereerste eisch voor den eerstbeginnende. Dit wil niet zeggen dat de gevormde stenograaf haastig moet schrijven. De ware stenograaf is geen snelschrijver, maar een korlschrijver. Zenuwachtige gejaagdheid, het kenmerk van wie zich met een afgekort gewoon schrift of met een onverkorte stenografie willen of moeten behelpen, bederft alles. De kunst van den

19

Page 22: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

stenograaf ligt niet hoofdzakelijk in zijn vingervaardigheid, doch veeleer in de vlugheid van z:in begrip. Bij het hooren uitspreken der woorden, moet het geheugen de woordbeelden voor den geest kunnen oproepen, die de hand te schrijven heeft. De geestesarbeid is dus minstens zoo groot als de handenarbeid. Natuurlijk wordt zulke lenigheid van het geestvermogen niet op één dag bereikt. Slechts door volharding, taai geduld en aanhoudend werk, wordt men stenograaf. De leuze van den eerstbe­ginnende weze

ARBEIDSN EN NIST VERTWIJFELEN.

Om de woordbeelden in zijn geest te prenten, schrijve hij ze achtereenvolgens twintigmaal en meer, tot­dat het schrijven een reflex-bewegi!1g der .hersens wordt, m.a.w. totdat de hand vanzelf schrijft. Hoe langzamer hij in den beginne schrijft, hoe beter. De vlugheid van geest en hand laat zich niet afdwingen; de leerling zal ze langzamerhand, bijna zonder het gewaar te worden, moeten verwerven.

De eerstbeginnende trachte niet dadelijk allerlei woorden te schrijven, doch houde zich stipt aan de voor­beelden van het boek. Deze zijn derwijze gekozen, dat ze in metagrafie (2n trap van ons stelsel) geen verande­ring meer hoeven te ondergaan. Ook in dit opzicht heb­ben we iets nieuws willen brengen. De Fransche steno­grafische handleiding~n gaan namelijk bijna zonder uitzon­dering aan het groote pedagogische euvel mank, voorbeel­den op te geven, die in metagrafie nog verkort worden, zoodat later geest, oog en hand zich reeds vertrouwd ge­worden woordbeelden moeten ontwennen, wat natuurlijk met moeilijkheden, verwarring en tijdverlies gepaard gaat. We vleien ons deze klip te hebben ontzeild.

Elk teeken moet wat vorm en lengte betreft stipt

20

Page 23: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

volgens de voorbeelden worden weergegeven. Elke andere wijze van schrijven is uit den buoze.

Alvorens tot een volgend hoofdstuk over te gàan, moet de leerling alle woordbeelden zonder eenige aarze­ling en in verschillende volgorden onder diktaat kunnen schrijven. Het bloote af, chrijven der woordbeelden is hoegenaamd niet voldoende. Naast geest, oog en hand, moet ook het oor geodend worden. Dit is van het grootste belat g.

Zoohaast men zoodanig met de woordbeelden ver­trouwd geraakt, dat men ze niet meer hoeft te spellen, en men ze dus zonder aarzeling en in één enkelen trek kan schrijven, moeten punten en accmten, die boven of onder sommige klinkers en neusklanken staan, verwaalloosd worden.

OVER HET LEZEN.

Uit den aard der zaak moet al wat gestenografeerd is noodwendig herlezen worden. Leesbaarheid is het conditio sine qua non van elk schrift en geschrift. Wie niet kan lezen kan niet schrijven, en wie zijn stenografische teekens niet vlot kan ontcijferen, mag geen aanspraak maken op den titel van stenograaf. Van di ar ,'at een keurig en nauwkeurig stenografisch handschrift aller­noodzakelijkst is. Van daar ook de noodwendigheid alle regels stipt te volgen, van daar eindelijk ook, dat het lezen en herlezen zulk een groote plaals in de oefeningen voor eerstbeginnenden moet innemen.

Hiermede is nochtans niet alles over het lezen gezegd. Het lezen leert niet alleen' 10' lezen maar tege­lijkertijd ook vlot schrijven. Hoe meer de leerling zich in het lezen zal oefenen, hoe vaster de woordbeelden zich in zijn geheugen zullen prenten, hoe sneller zijn get stes­oog de woordbeelden zal zien, hoe minder tijd er zal

21

Page 24: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

verloopen tusschen het hooren uitspreke n der woorden en het neerpennen van hun stenografisch equivalent, en hoe werktuiglijker de hand haar werk op het papier zal verrichten. Lezen geeft dus niet alleen zekerheid in het lezen, maar ook in het schrijven.

In den beginne moet natuurlijk elk woordbeeld ge­speld, d.w.z. letter per letter ontleed worden, doch even­als in het gewone schrift erkent men welhaast met één enkelen oogopslag de beelden van een geheel woord: de woordbeelden. Naarmate men hoe langer hoe meer bij wijze van reflex, zonder te moeten spellen, leest, ge­schiedt het lezen sneller, en bijgevolg het schrijven ook.

Zoo mogelijk leze de leerling steeds luidop. Aldus wordt oor en oog gelijktijdig geoefend. en beide zintuigen zullen elkander wederkeerig kunnen steunen. Gebruikt een redenaar b.v. woorden, die de stenograaf reeds dik­werf bij vroegere gelegenheden met luider stem gelezen heeft, zoo zal de fotografie der equivalente woordbeelden des te sneller in de camera obscura van zijn geheugen ontwikkeld worden. Ook het herlezen van gestenogra­feerde teksten zal hardop beter vlotten, dan indien het lezen slechts met de oogen gebeurt. De praktijk en onze ondervinding bij het onderwijs in de stenografie hebben ons bewezen, dat ook het oor een niet te misprijzen bondgenoot van den stenograaf kan zijn.

22

Page 25: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Indeeling.

DIT stelsel bestaat uit twee trappen: de onverkorte stenografie, waarbij alle woorden voluit geschreven

worden, en de melagrafie, waarbij lange woorden volgens zekere vaste regels verkort worden.

In dit boek houden we ons uitsluitend bezig met de onverkorte stenografie. Er komen echter slechts woorden in voor, die in metagrafie geen verandering meer onder­gaan. Wat de grondbeginselen der metagrafie aangaat, we stellen ons voor, die in een volgend werk neer te leggen. Voor het overige zal de leerling zich eerst den inhoud van dit boek moeten eigen maken, alvorens de studie der m~tagrafie aan te vatten.

De regels der onverkorte stenografie hebben we over 18 hoofdstukken verdeeld. Onder geen voorwendsel mag er tot een volgend hoofdstuk overgegaan worden, zoolang de inhoud van het voorgaande hoofdstuk niet grondig gekend is.

Elke regel wordt slechts éénmaal en zoo beknopt geformuleerd als met de duidelijkheid maar eenigszins

23

Page 26: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

bestaanbaar is. Alle regels zijn evenwel genummerd, wat ons toelaat, waar dit ons wenschelijk of noodzakelijk toeschijnt, naar een of ander voorafgaandelijken regel te verwijzen, met eenvoudig het nummer van bedoelden regel achter het woordbeeld te plaatsen. Aan deze methode hechten we groote waarde, daar ze den leerling tot ver­gelijken, onderzoeken, redeneeren, nadenken, met één woord tot. .. zelfwerkzaamheid dwingt. Bovendien worden hem door deze gedurige herhaling de onmisbaarste regels van lieverlede onbewust in het geheugen geprent.

Elk hoofdstuk wordt op zijn beurt in drie deelen verdeeld: I, 11 en III.

'" * *

Onder I geven we de nieuw aan te leeren teekens op : medeklinkers, klinkers of neusklanken. De pijl naast de teekens wijst aan in welke richting ze moeten geschre­ven worden. Verder· wordt aangeduid hoe de klinkers in het begin en op het einde der woorden met de mede­klinkers verbonden worden. Het is van het grootste belang, dat de leerling deze verbindingen onder diktaat telkens zoo dikwijls schrijve en herschrijve, totdat elke aarzeling verdwenen zij en de hand haar werk als werk­tuiglijk verrichte. (1) Eerst dan mag tot 11 overgegaan worden.

* * *

Onder 11 geven we de woordbeelderi op, die met het paar nieuwe teekens van elk hoofdstuk kunnen ge­vormd worden. Al die woordbeelden zonder onderscheid

(1) Zooals reeds op blz. 21 gezegd, laat men bij de oefeningen onder diktaat punten en accenten weg. Deze gewoonte dient van den beginne aangenomen te worden.

24

Page 27: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

zijn voor den leerling definitieve aanwinsten. Ze onder­gaan in metagrafie geen enkele verandering. De leerling schrijve en herschrijve ze ondel diktaat, leze en herleze ze luidop, in alle mogelijke volgorden, totdat wederom de minste aarzeli~g hetzij in het lezen, hetzij in het schrijven,. overwonnen ZIJ.

,. * *

Onder III geven we eindelijk een reeks kleine losSe zinnen. Deze moeten telkens, naarmate de studie voort­schrijdt, met de losse zinnen der voorgaande hoofdstuk~ ken verwerkt worden, zoodat de diktaten steeds voor den leerling een onbekend element in zich bergen. Op die manier zal en kan hij zich niet op zijn geheugen alleen ver~ laten. Voor het overige is die werkwijze een eerste stap in de richting der praktijk, waar de stenograaf elk oogenblik voor onverwachte woorden of wendingen staat. Men aarzele niet deze diktaten zeer dikwijls. bij steeds nieuwe rang­schikking der zinnen, te herhalen. T elk~ns verzuime men niet het geschrevene te herlezen, hetzij onmiddellijk, hetzij na korte of lange tusschenpoozen, zoodat de leerling langzamerhand niet alleen de beelden van enkele woor~ den, maar zelfs van gansche zinnen in één enkelen oog­opslag zal kunnen lezen. Is dit resultaat bereikt, dan ge­schiedt het lezen op zijn minst zoo vlug als bij het ge~ wone schrift. Naarmate de leerling vlotter leest, mag ook het tempo der diktaten iets sneller worden, zonder dat er gevaar bestaat de leesbaarheid van het stenografische schrift te schaden.

* * *

We kunnen niet genoeg aanbevelen van tijd tot tijd de stenografische woordbeelden uit 11 en III zonder be~

25.

Page 28: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

hulp van dit boek of van een woordenboek, door den leerling in gewoon schrift te laten overzetten. Dit is ons bij ondervinding een heilzame oefening gebleken, en daar nu de stenograaf bijna steeds moet eindigen met het over­zetten en opstellen in gewoon schrift, vormt dit tegelijker­tijd weer een begin van praktijk.

Ook moet de leerling zich van meet af aan gewennen die transcripties in een minimum van lijd te verrichten: in de praktijk is stenografisch werk steeds spoedeischend. Hoe meer de leerling aan dergelijke oefeningen zal ge­wend raken, hoe meer hij later tegen de soms moeilijke en ondankbare taak van den s nel schrijver zal opgewas­sen zIJn.

* .. ,.

T en slotte houden we ons voor alle verstandige op­en aanmerkingen, door wetenschap of ervaring ingegeven, bij al onze ambt- en vakgenooten beleefdelijk aanbevolen.

Antwerpen, 7 Juni 1917 .

.26

Page 29: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

1 e HOOFDSTUK.

0= AA

ö = AAI (ij)

0= 00 (ou)

0= OOI

(9 = OE (oe;) = 0

I=P v 1= B

1. Bij verbindingen van bovengenoemde klinkers en medeklinkers, worden in het begin en op het einde der woorden de klinkers rechts van de medeklinkers geplaatst. Aldus:

paa poo poe

t b b baa boo boe

t b b aap oop oep

r p p

aab oob oeb

r r f> I

27

Page 30: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

2. De eerste medeklinker van een woordbeeld staat steeds op den regel. De klinker moet zich naar den medeklinker richten.

3. Het oe-teeken met den haak in het m:dden wordt ge­bruikt in het begin en op het einde der woordbeelden. H~t oe-teeken met het punt in het midden wordt ge­bruikt in het midden der woordbeelden.

4. Daar ten opzichte van alle medeklinkers de stand van den klinker aai (ij) dezelfde is als die van aa, en de stand van ooi dezelfde is als die van 00 (ou), zoo worden deze standen in de tafels onder I van elk hoofdstuk niet afzonderlijk aangeduid.

11 ,

t ba, bah. ah, ha. I f' hop, hoop. I

ö ooi, hooi. L baai, bij, bei. i :. pap, paap. (!) hoe. b bouw. ~. pijp.

L pa. t, boe, boei. /> pop, pope.

~ paal, PIJ. " hap, aap. t papa.

b pauw. rijp. bopbouw (obou), hobo.

5. Zooals uit bovenstaande yoorbeelden blijkt, kunnen woorden van verschillende beteekenis soms hetzelfde woordbeeld hebben, omdat ze nagenoeg of geheel en al op dezelfde manier uitgesproken worden. Dit kan evenwel geen aanleiding tot verwarring voor den stenograaf zijn, omdat woorden zelden of nooit afzon­derlijk uitgesproken worden. Het taalverschijnsel der

28

Page 31: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

homoniemen in het gewone schrift is voor het overige genoeg bekend, opdat we hierover verder zouden moeten uitweiden.

III

o t P i p 0

,,. t ~ l <9 b u

Bij papa. Hop, aap! Hoe, papa? Hoop hooi. Bob, bij papa! Ho, papa!

29

Page 32: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Ze HOOFDSTUK.

T -D ->

6. Bij verbindingen der ronde klinkers uit het 1 e hoofd­stuk met de bovengenoemde medeklinkers, worden in het begin en op het einde der woorden de klinkers boven op de medeklinkers geplaatst. Aldus:

.-D taa -D too ~ toe

----" daa --LJ doo --EJ doe

aat a.. oot ~ oet

"-- aad ~ ood ~ oed

7. De stand der ronde medeklinkers tusschen twee mede~ klinkers, die onder elkander een hoek vormen, is builen den hoek.

8. Vormen de twee medeklinkers in zulk geval geen hoek, zoo hebben de ronde klinkers zich naar den

30

Page 33: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

voorafgaanden medeklinker te richten; volgens den stand in de tafels onder I van elk hoofdstuk aan~ geduid.

.J 4) taai, tij.

~ dij.

...0 touw.

--" do, douw.

-ó 4}tooi.

-iJ dooi.

~ toe. --D doe.

at, had-t, haat.

c....- hadde. cL aait.

L-. aaide, heide.

II

i a... oud, hout, houd-t. :

0-- ode, oude.

à.. 4) ooit.

J- pot, poot.

J- 5) bot, bod, boot, bood.

J.. bad, baat •

.-p 2) dop, doop.

..1- bijt.

J- 3) boet.

1- 2) tapijt.

f-~ t --"-

A..

--"-

.-B-

toepad.

bijpad.

opbod (= obot).

8)tijd.

dat, daad.

tooit.

dot, dood-t.

Q... hoed.

lol- hoede, hoedde. I: 3) doet .

auto,OUo.

Ada.

J- 7) pad. ä..ó-

-r 2) tap. CL-

8) hooitijd.

oudheid.

31

Page 34: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

III

~ 0- F (!I

a..- "1- -D a..- Q..

---D ..D IS) .--a a --Cl.. 0...

P Q.. ~ --'ll. .;

G....- ...... $ ö ~ -0.. 0 --"- cl..

Houd dat bij. Doet hij dat? Oude tapijt. Hoe hij dat doet ? Oude hoed. Doe toe. Oude tijd. Doe dat. Dood hout. Hij had hoop. Doet hij dat ooit? Hoop hout. Dat doet hij! Hoe oud ? Hij had tijd. Hoe dat ? Hoe hij dat doet !

32

Page 35: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

9.

3e HOOFDSTUK.

~ \l

" = F ,,= V (w)

Bij verbindingen der ronde klinkers uit het 1 e hoofd-stuk met de bovenstaande medeklinkers, worden de klinkers in het begin en op het einde der woorden rechts van de medeklinkers geplaatst. Aldus:

faa foo foe

\, '0 'e

vaa voo ,"oe

\ \ "0 aaf oof oef

, ~ ~

aav oov oev

\ \ ~

33

Page 36: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11

.... fa . ~ hoeve.

\) 4) fooi. J 7) boef. ~ foei. ~ feit, fijt. \ we. }- fout. \; waal, wel. \. vat, wat. \0 vouw, wou. \:.. waait, wijd. \ woel. ~ vod, woud. ~ af. }- voet, voed-t, woed-t. ~ of, hof.

~. 2) dof, doof. ~ hoef.

doove \ have. ~

~ doofheid.

III

G... ~ Ie a-...J> \- ~ ~ \, ..tá) CU) \- f' o \- ~ -t '\' !. \-0-),.. \.-.1il...t2.p

\- ~ -- \..a..~; '"f --- \. ~

Tap dat vat af. Hoed af! Vouw toe. Wat doet Qtto? Foei, Ada! Ho, wat doofheid! Wat haat voedt hij! Quo vat hoop. Wat wou hij? Wat oude vod! T oe­pad of bijpad. Wat baat dat I

34

Page 37: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

4e HOOFDSTUK.

! /=K / G

10. Bij verbindingen der ronde klinkers uit het 1 e

hoofdstuk met de bovenstaande medeklinkers, wor­den de klinkers in het begin en op het einde der woorden rechts van de medeklinkers geplaatst. Aldus:

kaa koo koe

b 6 IJ gaa goo goe

I /; b aak ook oek

i f:l P

aag oog oeg

I / ~

35

Page 38: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11 ~. kaai, kei. rf kot, koud, kout.

6 kou. i' tak, taak.

~ koe. I tijk. / ge. I tijg.

t ga. .,( kaf.

/; gauw, gouw. à(. kijf. /' aak, haak. ot... kof.

i ijk, eik. )0 fok. ;0 hok, ook. I gaap. I' hoek. ~ bak, baak. / ach, haag. 1 tabak. jl och, oog, hoog. ~ bok. f 8) kaak. }. boycott.

J kijk.

~ boog.

P kok, kook. boeg. ~ koek. /- 7) gat, gaat. j koekoek. I agaat.

" 7) kap, kaap. /- geit. cf kop, koop. t hoogheid. <t 2) kopij. l- God. goot. goud. ) 7) pak. J goed. p pok, pook. 7' 2) dak.

,; 2) koepok. -/' dijk.

~ koevoet. --I' dok. dook. J- kat. -fP doek.

36

Page 39: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

I dag.

/ dog, doch.

-t . r toch. toog.

toga.

gaf. gaaf.

I~ ~6l..

12.- 7 .( a.

> p

)0

~ }ö

I )0

III

j'l J-

rf 1-I ,0

12.-):

/- 1,

vak, vaak. waak. bouwvak.

wijk.

vaag, waag.

voeg-eo

~I /; A

0-7 "ol b I

Ga toch. Hoog bod. Oude dag. Oude God. Koud bad. Goed boek. Oude wijk. Bij dag. Ook goed. Hooge eik. Vage hoop. Gaaf hout. Hooge hoed. Kijk toe.

j>~ r 1'.., O:P .... ~ /. /"1 (!) j / t .f"~1 L· f' ..; .-Si> -"- ,I, ...JZ)

---':iJ ..-"-; ;<' \...-0./ 19 -"-·Î r

r( ___ a.. \ ---- ,.; j;, \.. /;0 ~ -i:l.';

Hooge top. Pijp tabak. Hooge oudheid. Vijf voet hoog. Hooge tak. Gaat ge toch ? Otto had vaak. Hoe gaat ge ? Wat doet ge ? Doe dat ook. Kap dat touwaf. Doe dat boek toe. Bij hooge tij. Hoe dat toch toegaat ! Dat gaf hij toe. Wat ge ook doet. doet hij.

37

Page 40: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

se HOOFDSTUK.

/'1

/=L / =R

11. Dit zijn de eenige rechte medeklinkers, die van onder naar boven getrokken worden.

12. Bij verbindingen der ronde klinkers uit het 1 e

hoofdstuk met de bovenstaande medeklinkers, worden de klinkers in het begin en op hel einde der woorden links van de medeklinkers geplaatst. Aldus:

laa 100 loe

~ ..9 .9

raa roo roe

/ / /

aal 001 oeI

,y 0/' Q/

aar oor oer

./ c/ (Y"

38

Page 41: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11

.1 la. / roep .

/ ra. y 7) paL paal.

,,9 lauw. Y bal, baal.

/ rauw, rouw. &" pol, pool.

.; laai, lij, lei . V pijl, peil.

./ raai, riJ, rel. f- bijl.

j looi. er poel.

/ roOI. i' boel.

~ loei. V- paar.

/ roe, roei. V bar, baar.

cl' al, hal, aal, haal. Y boor.

./ aar, haar. Y boer.

;/' ijl, heil. ,?- 7) lat, laat, laad~t.

0/ hol. / rat, rad, raad~t.

v' oor, hoor. P- lot, loot, lood.

tV 8) lol. }l- rot, root, rood. 7 ~

~ rol. r laait, lijd, leid.

/ laar . / rijd, rijt.

./ raar. ~ 7) tal, taal.

r loer. --d" dal, daal. y roer. ~ tol.

A' 7) lap. -ó dol, dool.

A' loop. ~ doel.

/r-f rap, raap. -/' toer.

~ riJp. -/ daar.

39

Page 42: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

-6' dor. ,,; lijk. A 7) laf, laaf. / rijk, reik. / raaf. ,-/' 10k, look. A lijf. ~ rok, rook. /- rijf. ,r kaal. A lof, loof. r- kol, kool. ,)l roof. r kar. ~ loef. r koor. y 7) foor. '" koel.

V vaar, waar, war.

~ 7) lag, lach, laag.

\-- val, wal. rag.

\- vol, wol. !t log, loog. \;- vijl, veil, wijl. rogge.

\- voel, woel. f gal.

..I' lak, laak . f geil. .,A raak.

,,/ 12) prij. V 12) vrouw.

(j blij. lP klauw.

./ fraai. lP plooi •

V VrIJ. vP proOi.

~ klei. LP bloei.

lP blauw. jP groei.

J trouw. j; allooi.

\P flauw.

40

Page 43: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

p/' 8) Laura. / aurora. tY 7) PauÎa. .9-

;; ,f.

y ./

'\ oÀ.

.;J<

aloud. galei. lakei. vallei. tarra. lava. olijf. eiloof.

V ,:.

OOIevaar. kabaal.

J'- ~

A

1- \­Y-j< lP j>

19 ~ J.Si'

111

r .-Ij)

1 ~ cY..-D

/'/ )"q

J ij \ -1 ~

~ -J? fr t ~

.A----rf

/'~1

vocaal. bokaal. bijlage . bijval. toelage. toeloop.

toeval. doolhof. galop. laagheid. lafheid . rapheid. dolheid.

'>tI 'lP P

.-Ar!­

-dG..

\-/-P ~ /'"0 ,

Rappe kat. Hooge raad. Laffe daad. Flauwe hoop. Kale kop. Volle galop. Hoor toe. Laat af. Dor hout. Laat toe. Ware doolhof. Vol gal. Lage taal. Baal wol. Dat raadt hij af. Hoog of laag. Bloei of groei.

41

Page 44: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

\-. '1y I. .ft ;<>-1' ,Á-d' ~~ -ti' Á-

/,-D ~: ~r V .L ; ~y"/ I ,;,-v~--<>- -/ çV ~ 1-» -- I .,./ \- -'iJ.. I -/ .P-'; __ JII

(9 ;, ~ ...J'-

Hoog peil. Rauw ei. Koele dauw. Dorre heide. Bij toeval. Rijke taal. Hooge toelage. Goed allooi. Wat bijval! Waar gaat hij? Goed heil! Rijpe. volle aar. Vrij of dood. Dat gaat al goed. Dal of vallei. Bij lage tij. Laat hij dat toe? Wat doet ge daar? Hoe hij dat toelaat!

42

Page 45: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

6e HOOFDSTUK. I

../ UU ;- UI ~ = EU

~7 ~7 ~

13. De standen, zooals hierboven aangeduid, gelden en~ keI voor het geval dat we deze klinkers afzonderlijk willen voorstellen.

14. Bij verbindingen der bovenstaande klinkers met de medeklinkers uit de voorgaande hoofdstukken. houde men zich in het begin en op het einde der woorden aan volgende tafel.

puu tuu fuu kuu luu

L ~ \... { r

pUl tui fui kui lui

t: --Y \:. t /-

peu teu feu keu leu

J ~ ':, .< /-

uup uut uuf uuk uul ( '-- <- /' ../

Ulp uit uif uik uil

( <.:- <. / .:/

eup eut euf euk eul

f ~ ~ l- J

43

Page 46: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

15. De lange medeklinkers (b, d, v-w, g, r) hebben we ter wille van een gemakkelijker overzicht, in boven­staande tafel weggelaten. Daar hun verbinding met klinkers of neusklanken op dezelfde manier gebeurt als met de korte medeklinkers p, t, f. k, I, zullen we dit in de tafels der volgende hoofdstukken blijven doen.

16. Valt u, ui, eu, tusschen twee medeklinkers, zoo ge­schiedt de verbinding, zoo mogelijk, zonder een hoek te vormen.

17. Is zulk een hoek onvermijdelijk, zoo wordt hij ge-vormd met den medeklinker die op u, ui, eu, volgt.

II

.J 13) u, uw. '.:- huid. /. ruw . ,

i" UI. \, huif ~ lui.

l 14) pui. / huik. J hul.

l 15) bui. l Hugo. .:/ uil, huil.

J beu. 1 huig. ./ heul.

f 14) heup. r heug. ./ uur, huur.

~ ut, hut. /" luw. ~ Europa. . -

L 16) put. j. 16) puik. ;- 16) luid.

l buit. ) buk. / ruit.

tuba. J buik. J tuil. 1 kuip. J beuk. J duur. r ( Cuba. J buig. _/ deur.

44

Page 47: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

-->'" 17)duit,duidt L 7

7' 7· -:; \./ ~

V

}

guit.

tuk. tuig. duig.

teug. vul.

vuil. vuur. kuch.

<Y} )-v -<'..0 ~./

/l'?/

\- ~ 0 __ /-1

). VUlgo

t; bul. I:t buil.

Y beul. V buur. /] luk. /! ruk. /! rug.

/? luik, Luik. /Î ruik.

III

I' J /"-0

i/l J....:.. a. J j

t 'v .I r ö /.1 ____ '"

/i ruig. leuk. 19

ft reuk.

kuil. gul.

(y

(; iI kuur. t! guur. {/ keur.

ti geur. /{ ruil.

~1 ft 1 ~\./ J .I \-

.(/ -'"!i- ~

o.pj.kC

Hooge huur. Dure tijd. Gulle lach. Hooge rug. Holle kuch. Vol vuur. Ruwe huid. Deur toe. Volle teug. Hooge beuk. Puike waar. Houd u goed. Luk of raak. Buk u wat. Dat hout vat vuur. Hij raadt u dat af. Keur lafheid af. Quo gaat bij Hugo. Papa, vul uw pijp. Wat doet hij dat leuk I

45

Page 48: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

7e HOOFDSTUK.

I

("\ =] r.\ = SCH

18. Bij verbindingen van bovenstaande medeklinkers met de ronde medeklinkers uit het 1 e hoofdstuk, worden deze in het begin en op het einde der woorden bin~ nen in den hal ven cirkel geplaatst.

19. Bij verbindingen van bovenstaande medeklinkers met de kwartcirkelklinkers uit het 6e hoofdstuk. worden deze klinkers bij het begin der woorden binnen, en op het einde der woorden buiten den hal ven cirkel ge~ plaatst.

Jaa JOO Joe JUU JUl Jeu

n ra ~ I\.. f\: 0-schaa schoo schoe schuu schui scheu

f.;) r:;) ~ q q f.\... ..

aal 00) oe) UU) UI) eUJ

" ó' él (' 0 ('

aasch oosch oesch uusch uisch eusch

(:) ó.'I 6:) (-' 0 0

46

Page 49: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11

r"J 18) ja. r; Joeg. ~ scha. ~ schal. schaal. ~. JIJ. Cl' schol, school. 0' schei. r.r schooluur. ro JOU, JOUW. rY" Jaar. r.o schouw. r.Y schaar.

"\. JU. r:4' schor, schoor.

t':\. schuw. '-=! 8) schap, schaap. ,~ 7) jota. '''l schop. t:}- schat, schaad-t. '-L 16)schut,schudt,schuwt r:}-/ schaduw. r.'\:.. schuit. r.ç. schot, schoot. schout. '\.. schavuit. 0... schaf, schaaf. '~ 17) schup.

~ schavot. ~ schuif. 'l3o. schoof. t"') juk.

~ Java. ') jeuk.

r.r schaak. Î juich. r.p schok. r.v schuil.

?: 2) Jacob. ~ schuilhoek.

? 7) jaag. r.v schuur.

'V scheur.

41

Page 50: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

)~ /-1 /"à-

/r.p ~~ a. ...

III

Vr:;r

/ r:o

'2r.0/ /-ry' V,-y ó Î /:'L ../ "t "

~ 0:.., ;, .'1:}- /

J fl ~ t:'\; \.- ~ \- ,-d 0-

Goed jaar. Ruwe schok. Boef of schavuit. Volle schuur. Koele schaduw. Hij schoot raak. Hooge schouw. Raak schot. Hoe oud schat ge Jacob? Volle schuit. Vrije school. Schudt uw juk af! Wat rijke schat! Juich toe! Schaaf dat hout af. Waar school hij toch? Schuif wat bij.

43

Page 51: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Be HOOFDSTUK.

EE

20. De stand, zooals hierboven aangeduid, geldt enkel in geval we den klinker afzonderlijk willen voorstellen.

21. Bij verbindingen van bovenstaanden klinker met de medeklinkers uit de voorgaande hoofdstukken, houde men zich (wat begin en einde der woorden betreft) aan volgende tafel.

pee

J

eep r

tee

"""?

eet

fee

~

eef

"

kee lee Jee

J ? IJ

eek eel ee)

/' c/ " 22. De verbinding met sch geschiedt op dezelfde wijze

als met j. Daarom laten we, ter wille van een ge­makkelijker overzicht, dit teeken sch in boven­staande tafel, en die der volgende hoofdstukken, weg. Zie ook 15.

23. Valt ee tusschen twee medeklinkers, zoo geschiedt de verbinding, zoo mogelijk, zonder een hoek te vormen.

24. Is zulk een hoek onvermijdelijk, zoo wordt hij ge­vormd met den klinker, die op ee volgt. Daarbij wordt het halfcirkeltje van ee, zoo mogelijk, steeds onder- of achterwaarts gedraaid, zooals dit op het einde der woorden geschiedt.

49

I

I I

Page 52: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

25. Slechts in uitzonderlijke gevallen waar dit onmogelijk blijkt, is het geoorloofd het half cirkeltje van ee boven- of voorwaaarts te richten.

\

.:'

r./

J V

\ r '-

20) eeuw.

thee.

fee.

leeuw.

schreeuw.

tree.

vree.

vee, wee.

ebbe.

eet, eed, heet.

11

V 23) bel.

11 t/

,/l

50

-;

-;/ ':> ) /\

'\ v

\I

beer.

per, peer.

reep.

dek.

deeg.

week.

veeg, weeg, weg.

leef.

leve.

fel.

ver, veer, weer.

\

\ I'

I I' v c/'

/­,/

/-

hef.

Eva.

hek.

heg, egge .

eega.

el"hel.

held.

8) heelal.

eer, heer.

heraut.

\; vel, veel, wel.

V veelal. t- hoeveel.

~ hoeveelheid.

tr hoever.

t/ keel.

? geel.

t/ keer.

~ lek, leek.

t leg, leeg.

r.v schel, scheel.

r.V scheer.

Page 53: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

'? 24) web. -- tel, teel.

'\ weef. -,/' ter, teer.

-:>.. deed. -y deel.

-r debat. -,/ deer.

,.J pek. / . leer. ) bek, beek. ,/ leerrijk.

,.; keek. \! veeleer, weleer.

/ gek. t:? schep, scheep.

J gekheid. ~ scheef.

r 25) let. leed. ~ beef.

y- palet. e. ophef.

/" red-t, reed, reet. \... vet, wet, weet.

L bed. o weduwe.

III

0( --, V p o ':l \; r:: t/V /\.t ~<- (.Vi> !v /- V v 6 -Gv "- \ I\.. /k

") /

Week hart. Leer wel. Leeg vat. Vet vee. 0 wee! Felle kou. Goed weer· Gekke kuur. Scheeloog. Dure eed. Doe wel. Keer weer. Veel ophef. Leerrijk boek. Vene hoop. Kop thee.

51

Page 54: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

-// cS) L- .; /k o j '9 o,\-}

: <- 6' -"- \- / \;

t-' j ~" -//.~ v

ö j v> j'-<>-k» t- <l.. ; L·

>" -"- ) , \.. -,... ~ -/ -"'- -..../v/'-\.. / Và j

T eer hart. Hoe heet hij? Dat weet ge wel. Hij heet Hugo. Wat deed hij daar ? Weet ge waar hij gaat? Hij gaat scheep. Hij gaat ver weg. 0 wat gekheid ! Dat deed haar veel leed. Hoeveel houdt hij bij? Leg dat boek weg. Weeg dat pak af. Daar gaat hij weer. Hoe­ver gaat hij ?

52

Page 55: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

ge HOOFDSTUK.

'----' =5 0' =z\ 26. Bij verbindingen van bovenstaande medeklinkers met

de reeds behandelde klinkers uit de vorige hoofd-stukken, houde men zich. wat begin en einde der woorden betreft, aan volgende tafel : Men vergelijke daarbij 18 wat de ronde klinkers, 19 wat de kwart-cirkelklinkers , en 21 wat den haUcirkelklinker ee aan-gaat.

saa soo soe suu see

v v 1....9 v-. 0....-:>

zaa zoo zoe zuu zee

~ 01 0 J c:;

aas oos oes uus ees

G V €.-I G u

aaz ooz oez uuz eez

U eY b G u

27. De verbindingen van s en z met ui en eu geschieden op dezelfde wijze als met uu, reden waarom wij ui en eu in bovenstaande tafel niet meer afzonderlijk op­nemen. Om dergelijke reden geschiedt dit ook niet meer bij de nog te behandelen medeklinkers. Zie ook 4 en 22.

53

I

Page 56: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Il

\.;/ ze. u as, als. asch,aas,haas. J saai. V ijs, eisch, hijsch. d zaal, zei. ~ os, hoos. d> zoo, zou. 0 huis. \.::1 zee. <:J heusch.

~ hoezee. U heesch.

8) pas. I~ pauze. I ~ bos. bosch. l, boos. ~ poos,paus./ L bas, baas.

....., 7) sap . \:.'"" zat, zaat, zaad.

. ....p soep. \&- zot, zout.

~ soda. -1- zijpad. \.- was, wasch, vaas, ..:f zak, zaak .

waas. l, bijzaák. '0 vijs, wijs, wijze. t.:jI zoek. 'ü- wijsheid.

'i sage. ~ boosh~id. y zag, zaag. ~ vos, voos.

'G kas, kaas. d zal, zaal.

0 kassei. \y vazaal. cG koos, kous. -..:Y zeil. -L lokaas. d Sarah.

54

Page 57: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

uv 7) sol. ,,(.J} lasso. & zool. -./U talloos. & zoel. -.JU doelloos. V huzaar. tf'U kolos.

V bazaar. rU paleis.

,U los, loos. ~ zooveel.

..& loosheid . ~ helaas,

~ 16) Zuid. Cu kuisch.

-V thuis. tv keus.

~ 17) bus. ~ zuil.

l buis. ../ zuur.

\.- kus. A/ leus.

A../ 23) les, lees. j cello. /\Y' leeszaal. d zeel. -IV taalles. J zeer.

'1 zeg, zege. e:I hoezeer. V'I zeep. ./' zeeroof.

L 24) pees. ~ zeerob. L bes. ./' zeeraad, zeerat. "t, vees, wees. J zeeleeuw J cel.

55

Page 58: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

III

\:;/V ,J0~ \:9"'V

/':Ou lv 0-\J /

b ) 0-; Vc V v ~~ \LY )-0 0.-& .~-t'

Eivolle zaal. Looze vos. Heesche keel. Vrije keuze. Schol ijs. Booze haat. Wijze raad. Oude sage. Booze fee. Zoel weer. Vooze raap. Volle zee. Doellooze taak. Oude wijsheid. Wijze les .

lJ' / -.A. ././ /V /J /V V

/0- Jo/i biJ I'~ 0~

r --'L.. -0 h V 0-/"" -.:.9j-L/V

0)~L// \:.9)2-uV ó\,..dV

Q \..., /- L· v ~O-) iJ \- ..:9 ~

Hij weet zeer veel. Sarah houdt goed huis. Ge zijt zeer rijk. Wat zou dat? Herhaal uw les. Zeg haar dat. Leer uw les wel. Waar zijt ge al? Laat dat touw los. Hak dat ijs los. Hugo keek zuur. Hij was goed bij kas. Zoo koud als ijs. Zoo rood als vuur. Zoo taai als leer.

56

Page 59: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

10e HOOFDSTUK.

IE I 28. De stand, zooals hierboven aangeduid, geldt enkel'

voor het geval dat de klinker afzonderlijk zou moe­ten voorgesteld worden.

29. Bij verbindinge!1 van bovenstaanden klinker met de medeklinkers uit de voorgaande hoofdst\lkken, houde men zich, WE.t begin en einde der woorden betreft, aan volgende tafel.

ple tie fie kie lie )le Sle

(; ~ " t /' /l; '-'"

lep iet ief iek iel Ie) les

f c....., "- /' V n v

30. De verbindingen met z geschieden op dezelfde wijz:e als met s, reden waarom we in bovenstaande tafel het z-teeken weglaten, en dit ook in de tafels der volgende hoofdstukken zullen doen. Zie ook 15 en 27.

31. Valt ie tusschen twee medeklinkers, zoo geschiedt de verbinding, zoo mogelijk zonder een hoek te vormen.

32. Is zulk een hoek onvermijdelijk, zoo wordt deze gevormd met den medeklinker die op ie volgt. Daar­bij draaie men het halfcirkeltje van ie, zoo mogelijk, steeds boven- of voorwaarts, zooals dit op het einde der woorden geschiedt.

57

10e HOOFDSTUK.

IE I 28. De stand, zooals hierboven aangeduid, geldt enkel'

voor het geval dat de klinker afzonderlijk zou moe­ten voorgesteld worden.

29. Bij verbindinge!l van bovenstaanden klinker met de medeklinkers uit de voorgaande hoofdstukken, houde men zich, WE-t begin en einde der woorden betreft, aan volgende tafel.

ple tie fie kie He )Ie Sle

l; ~ 'J t /' /l; ~

lep iet ief iek iel Ie) les

f <--.... "- /' V (\ V

30. De verbindingen met z geschieden op dezelfde wijz:e als met s, reden waarom we in bovenstaande tafel het z-teeken weglaten, en dit ook in de tafels der volgende hoofdstukken zullen doen. Zie ook 15 en 27.

31. Valt ie tusschen twee medeklinkers, zoo geschiedt de verbinding, zoo mogelijk zonder een hoek te vormen.

32. Is zulk een hoek onvermijdelijk, zoo wordt deze gevormd met den medeklinker die op ie volgt. Daar­bij draaie men het halfcirkeltje van ie, zoo mogelijk, steeds boven- of voorwaarts, zooals dit op het einde der woorden geschiedt.

57

I

Page 60: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

33. Slechts in uitzonderlijke gevallen waar dit onmogelijk blijkt, is het geoorloofd het halfcirkeltje van ie onder of achterwaarts te richten.

58

\;

t:

~

o 0(;

0/"

/'

t. -j

'> / 6"

lP

t !I

f ;7

wie. kieuw,

zie. passie. koffie.

olie. lelie.

31 ) git, giet. dik. wik, wiek. Wig, wieg. kil, kiel. kilo. gil. gier. lig, lieg. leelijk (=lelik),

II

"V" Juli, jullie.

'-

~

<----,

y

:/ Y ~

hitte. Ida. idee.

hiel. Ier, hier. Ivoor. Isabella.

vi ziek. ~ pilaar. 17 bil.

V pil. /Ï

{" \:,u

bi

V V

rib, riep. lieg. vil, wil, wiel. wielas. bier. fier. Vier, wier.

Page 61: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

r.v r..4 v.q Á)

l-\v-

-=\---Y

{"

t t LI'"

\v tV v.. ..:/

3 J ) schil. N schier. schielijk( ~schilik) J'0 polis. bisschop. tv politie. lis, lisch.

32) bid·t, bied·t. ,l- lid, lied, liet. vit, wit. /- rit, riet, ried. David. /' ril. dier. n,- schip, schiep. gIS. f.Y schiet. logisch. '-'i schik. ibis. J ziel. zit, ziet, zied·t. ....;/ SIer.

visch, vies. d Zier. kies, kiesch. c;/ hussier (=usir). kieschheid (=kiseit) V VlZler. til. J sieraad (=sirat).

-r

~

33) diep. dief.

59

Page 62: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

111

-r /' \- /' \- V JJ Y ~ --"7

. "-

Á J -tfd V \/'

IYA.../ I:J ./'. }--r

<J 0..:..- \; \,.. a. .I d

Wie weet! Kiesche zaak. Leelijke fout. Fiere leus. Diepe kuil. Vrije wil. Dorre ziel. Lief sieraad. Dikke huid. Baal koffie. Trouw dier. Vat bier. Wat herrie r Diepe rouw. Houd u fier!

dl ~ \; \,. V· j

~ ó '7' \..; \;.

\;~

-r.l.jI-i h .IÎ l:9./-<,­

-\Y '"

! óP 0(;

~ .-..A \- ~ \:;

\.!.I d01A.-V

Lage ziel. Vier kilo koffie. Wie doet dat? Ziet goed toe. Hij doet wat hij wil. Wie weet waar hij gaat? Dat schip lag diep. Dat hij zegge wat hij wil. Liza liep zoo hard dat ze viel. Ze ziet zoo rood als vuur.

60

Page 63: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11 e HOOFDSTUK.

I c M v

34. Bij verbindingen van bovenstaanden medeklinker met de reeds behandelde klinkers, houde men zich, wat begin en einde der woorden betreft, aan volgénde tafel. Zie daarbij 18 Voor de ronde klinkers, 19 voor de kwartcirkelklinkers, 21 en 29 voor de halfcirkel~ klinkers.

maa moo moe muu mee mie

C; <ö (Q C. ç G

aam oom oem uum eem lem

( e e C- C C·

11

<- me. G, moe, moel. ~ ham. (.; maai, Mei. 'e, meeuw. e om, oom.

G; mooi. e; mi. e hem.

G... 8) mat, maat.j

' Co.. mijd, mijt, meid. ~ mot, mout.

~ moet, moed.

61

I

Page 64: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

9' 7) mop. >- mak, maak. --c lama.

~ bom, boom, ~ koma. --é lijm.

& Boma. 5- mag. maag. -f loom.

~ meiboom. fa moka. tie kolom.

--c tam. « mal, maal. Á ram, raam.

-c dam. Dame. '1 Malaga. Á llJm.

~ Adam. '.tV Maleiseh. A room, Rome.

-e toom. C? mijl. ~ roem.

--e dom. Ctf mol. ~ schaam.

~ domoor. V maar. 'f som.

è faam. 0 Marokko. r mom.

<! kam. V moraal. & mommle.

(l lichaam. --( lam. t mama.

~ kom. ~ mammoet.

c' 16) puim. Cv mul. -'( luim.

~' 17) duim. V muur. A ruim.

7 mug. Cv- muil. 1 schuim.

'è 23) veem. (,.. 24) meel.

~ tem. V meer.

~ thema. c... meet, meed.

-? leem. ct komeet.

62

Page 65: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

~ 31) riem. (kim, kiem.

o moeilijk G- Emiel. (=moeilik) <YU militie.

~ familie. (y' mier.

'1 schim.

35. In uitzonderlijke gevallen, waar de toonlooze e in het midden der woorden valt, wordt deze klank voorge~ steld door een zeer klein cirkeltje of puntje, b. v.

"-(= adem,

111

I'~ ~' 7' f 1 \-~

-t. ' )-G.. 0. ~ G .b '9 Ca.

/t!v ~ L· ( )'- ( ..JU

Mooi boek. Volle maat. Moeilijke taak. Schaam u. Wat domoor! Schep moed. Oud Rome. Hooge boom. Laat me los. Kom bij me. Leege maag. Lam lichaam. Ruime keuze. Mat goud.

/' c./ ~'

" ..,;.. / (Q

Av~ Y---.I t ~ ---< -- .i ( <... j Ç{I' /. P

o \. ~ ~-4-/ §'''-L,~f./

Moeilijk thema. Hooge muur. Mat goud. Malei~ sche taal. Arabische ~om. Dat gaat me. Zijt ge moe? Ruim dat weg, Emiel eet pas om 6 uur. Schep wat adem. Faam of roem. Moeilijk gaat ook.

63

Page 66: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

12e HOOFDSTUK.

OVER DE NEUSKLANKEN.

36. KLinker + n o} g = neusklank,

dit wil zeggen, dat als neusklanken worden be­schouwd alle klinkers die in het gewone schrift door n of ng gevolgd worden, b.v. in aanvang, ingeving, onmondig, enz.

37. Deze neusklanken worden voorgesteld door kwart­cirkeltjes van omtrent een derde van het uu-teeken.

38. Zonder toonteeken (accent) stellen die kwartcirkel­tjes den doffen neusklank en voor, zooals in arend, loopen, enz. Zie verder 13e hoofdstuk.

39. Bij middel van toonteekens (accent aigu of accent grave) kunnen deze kwartcirkeltjes gevocaliseerd worden. Een overzichtelijk beeld van de wijze waar­op dit geschiedt geeft het nevenstaande Wiel der Neusklanken.

De pijlen geven de richting aan, waarin de neus­klanken (die hier opzettelijk vergroot zijn) moeten getrok­ken worden, wanneer het er op aan komt ze afzonderlijk voor te stellen, b.v. in de woordjes aan, in, een. hun. Door hun bIzonderen, vasten stand worden deze vier woordjes genoeg gekenschetst, zoodat het plaatsen der toonteekens daar overbodig is. Zie verder voor elk der vier groepen van neusklanken het 14e 15e , 16c en t 7e

hoofdstuk.

64

Page 67: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

WIEL DER NEUSKLANKEN.

AAN(G) IEN(G)IJN Zi< 14" ImOfd''''-j / ( I '\ ~ \Zi< 15" h~Id.", .

.... "~'~'~'/"""'" .................... .

EEN(G) ~! VVN, enz. Zie 16" hoofdstuk. : Zie 17" hoofdstuk.

65

Page 68: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

13e HOOFDSTUK.

I

I. = EN (dof)

40. Deze neusklank komt in het begin der woorden niet voor.

41. Bij verbindingen met de reeds behandelde medeklin­kérs, houde men zich, wat het einde der woorden be­treft, aan volgende tafel :

pen ten fen ken len Jen sen men

t - \. ( /" f\. ~ C.

42. Valt deze neusklank tusschen twee medeklinkers .. zoo geschiedt de verbinding op dezelfde wijze als met het uu-teeken. Zie 16 en 1 7.

43. Sommige woorden eindigen op twee elkander vol­gende neusklanken, b.v. rekenen. In zulke gevalle,n voege men den tweeden neusklank derwijze aan den eersten, dat geen hoek, doch een licht kronkelend lijntje gevormd wordt.

66

Page 69: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

C, mijn (=m' n). Lr wassen, wasschen. 1.,;/ zijn (=z'n). ~ komen.

r I ) open, hopen. ? mogen.

"-' 6) aten, haten. v malen.

0...- ouden, houden. Çr molen.

~ hoeden. .,JY 8) rollen.

-f 7) doopen. y loeren.

~ bakken, baken. 4 schapen.

y palen. Al schoppen.

d"" polen, Polen. \ 9) haven.

;/" paren. \ oven, hoven.

.f loopen . f 10) haken. .A' roepen. t oogen, hoogen.

--.r dalen. .,/" 12) allen, hallen, halen.

-ó dooien. / aren, haren.

'y vallen, wallen. /' OOren, hooren.

)( voelen, woelen. ./' 14) huilen .

-1' laken. ./' heulen .

~ lagen, lachen. J 16) duren.

raken. /( 17) lukken.

~ rooken. ~ keuken.

cr kolen, kooIen. t./ kuren.

'\ schaven. V keuren.

r.Y" scharen. \./ vullen.

\:f zakken, zaken.

67

Page 70: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

'1 schuiven.

~ toejuichen.

21) eten.

Eden, heden.

\. effen, heffen.

\ even.

/" eeren, heeren.

V 23) bellen.

-; dekken.

» wegen.

? wekken.

'1 leven.

!/' keeren, keren.

t:l/ scheren.

t leggen.

/l:/ lezen.

1 zeggen.

~ temmen.

...".. 24) tellen, teelen.

~ 42~ 16) avond.

..r arend.

lr passend.

68

--y" deelen. -/' deeren.

"[ scheppen. schepen.

~, beven.

'b- wezen.

ty' 26) azen, hazen.

b eischen, hijschen.

'I 31) wikken.

/.. Wiegen.

f' liggen, liegen.

/! lippen, liepen.

\;;- willen, wielen.

--Y 32) tillen.

C-- kiezen.

0 gissen.

./ rillen.

r.y schikken.

( kiemen.

( 34) amen.

t. 42~ 17) leugens.

~ Rubens .

t:.1- hazenpad.

Page 71: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

e 43) openen. \, effenen . ,

/? rekenen.

. A heropenen. 7 teekenen. ( loochenen.

~ oefenen. '1 zegenen.

III

J~ ~Gi I 6- ti

"---('? //V'

a... 0-

I c.... lL-- P ~ 1/1'

<.:.?(".. ~ I '-3' $> <:

ce 1.:// I a. t -r

j /A:/ I

<ä.. r.r 0(; V

~ /\:/ --"- ~ 4 e .A ~

Maat houden. Aren lezen. Zakken rollen. Zee kiezen. Moed scheppen. Dieren temmen. Moppen tap­pen. Hout hakken. Koeken bakken. Koffie malen. School maken. Koren maaien. Haat zaaien. Bier tappen. Adem scheppen. Boeken lezen. Om hulp roepen. Goed leeren lezen. Dat zal lukken. Tabak rooken. Huizen koopen.

t.[

~1 /~ ~/V/

!.A ~ .:.r~1

L· l )(/

F ./ g ry"'..y

~"I'v

f' Ç> 0...--

f'--.A1.

t: L­

f ~ '- rr .yI:J Q.......

0- ~~

\.. \;. -"- '1

69

Page 72: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

Open oogen. Doelloos leven. Leemen hut. Open hart. Leerrijke boeken. Heete kolen. Gekke kuren. Hoo~ ge toren. Diep adem halen. Twaalf jaar tellen. Zijn fa~ milie liefhebben. Kiezen of deelen. Open hof houden. Eigen roem zoeken. Zijn Paschen houden. Zijn zakken vullen. Zijn lessen herhalen. Bij avond. Wat wil dat zeggen? Hoop doet leven.

erA I)/?

\Y /" f:

";-/f \:9ö~(

~"". o ( Ic... .//-~ ./ er" <.:Y./ ('

Wegen effenen. Scholen heropenen. Zijn hart ope~ nen. Goed leeren rekenen. Alle deuren openen Uw familie zal u zegenen. Gij moet u goed oefenen. Dat wil hij teekenen. Zou hij dat loochenen ?

70

Page 73: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

14e HOOFDSTUK.

I

I /~ > = AAN(G)

44. De stand van dezen neusklank. zooals hierboven aangeduid. geldt enkel wanneer we dien afzonderlijk willen voorstellen. Zie ook 39.

45. Bij verbindingen van dezen neusklank met de reeds behandelde medeklinkers. houde men zich. wat begin en einde der woorden betreft. aan volgende tafel :

paan taan faan kaan laan jaan saan maan

l' ~ \., {, / 1\: J (,

aanp aant aanf aank aanl aanj aans aanm

) .!/ !Î'I ,

\....J (.' { L , "\.

46. Valt deze neusklank tusschen twee medeklinkers, zoo geschiedt de verbinding op dezelfde wijze als met het uu-teeken. Zie 16 en 17.

47. In woorden. waarin een klinker gevolgd wordt door mIJ of mb, wordt die klinker + m als neusklan~ be­schouwd, b. v. damp (=danp). lamp (=lanp).

71

Page 74: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

11.

r 44) aan, haan. I

aanpakken. t t' 45) pan.

, aanpassen. Lr

1, Japan. ,

aanpalen. y l. ban, baan, bang. .:.... hand, hangt.

I tang . aantal. .-J ..!.../ I

~ aandeel. v-' staan. (, kan. .;../' hanteeren. tj, pelikaan.

\: handhaven.

/, gaan, gang. aanvang. ,

laan, lang. ,

aanvallen. /, y , plan. /,' v aangaan.

I v slaan, slang. I aankijken. , ; / rang. ( aankomen.

I

y, voorrang. I aangapen . ../' traan. J/ aanlokken. J! drang. 1 aanleggen. , ./" frank. / aanleeren.

I y kraan. yt aanraken. , r graan. yf aanroepen. , d zang, zaan.

U aanjagen.

(o' man, maan. aanslaan.

72

Page 75: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

46-16) pand. ,

Holland. lé. or-, l. band, bant. baant. J Zeeland.

\!. want, wand, waant. ,r Roelandt. ti\!. olifant. r--o landouw.

J bank. ~ schand. / ,

eiland. /" rand. cr r land. -V thans.

I 46-17) tand, taant. G kans. .-r--

é.. kant. G gans. ganseh.

---! dank. /'"}. rangschikken. ,

lans, langs. -,' 47) damp. AJ

~ balans. (' kamp. /

langzaam. f

lamp. ~ /I , <.:. mant, maant, maand. ,,/! ramp. , /' rank. '-)/ schamp.

(, 43) banen, bannen. (-

gangen. I

, tanen, tangen. /" rangen. -. \:

, vanen, vangen. v- zangen.

/

\; aanvangen.

73

Page 76: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

III

Á( '- cY~ I, ....;. j .0 l' <.: ~ ;, p/'? ~ f CL ,

'/ ~ S· ;. ,

j'v-

'T:.!./ GL- 0 ~~ /1 -,{/ ~/ l' ('èJJ! rYr! 01./ G

Bange tijd. Langzame gang. Holle tand. Lange gang. Leege mand. Wapenen hanteeren. Houdt aan. Talen aan­leeren. Boeken rangschikken. Pal staan. Mank gaan. God aanroepen. Visch vangen. Hoeden aanpassen. Langzaam eten. V uur aanjagen. Graan aankoopen. Wegen banen. Vijf uur gaans. Aan wal komen. Om zeep gaan.

I ~' \.

1.."/71-" -?.-' d tl'v~

ö (,..-' .:.9 /;'

\- ./ )' -.:/..:--'v --- ~\..,;'

\- f, • \

\.- 1- (~r

, r ,,- cf V /f. [ --"" V l, -r ~""j ! ,-U,/ç ÁJ-I

Wat u aangaat. Ik zal handhaven. Aan land komen. Zijn handen wasschen. Zijn weg gaan. We danken u zeer. Zijn eigen gangen gaan. Wat gaat me dat aan! Kant noch wal raken. Dat schip gaat aanleggen. Hij kan u zoo raar aankijken. Dat ware bange dagen. Langs hier of langs daar. Wat kan hij aanvangen? Dat zal wel gaan.

74

Page 77: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

1Se HOOFDSTUK.

I

\ ~ = JN(G) JIN

48. De stand van dezen neusklank, zooals hierboven aan~ geduid, geldt enkel, wanneer we dien afzonderlijk willen voorstellen. Zie ook 39.

49. Voor de verbindingen van dezen neusklank met de reeds behandelde medeklinkers. houde men zich (wat begin en einde der woorden betreft) aan volgende tafel.

plen tien fien kien lien jien slen mlen

[, ~ ~, (.. /'

, , C 0, \ ... f

lenp ient ienf ienk ie nl len) lens lenm

f ( ,

'- "\ J' .,/ y\ v

50. Valt deze neusklank tusschen twee medeklinkers. zoo geschiedt de verbinding op dezelfde wijze als met het uu~teeken. Zie 16 en 17.

75

Page 78: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

48) in.

l, 49) pin, pIJn. ,,1,

, -'

~'

, ---'

;--'

:r-~'

. , ----\:

~.

t­'-{:

! /. /'

r

y'

/' \y'

Y' /'

76

roeplOg. tin.

zitting.

ding.

lading.

inleiding.

loting.

tijding. fijn.

wm, WIJn. kin.

schikking,

gmg.

ligging.

lijn. klein.

paling.

rilling.

veiling.

woeling.

herhaling.

11

v' brein. J' trein.

.0- schijn.

t/.\' 0:1., '-./'

-.:;-'

~' I , , ./"

0' ~,

i

~

I

~.

y I' ;Á/

i '1 ~ 0-~

aanschijn.

maneschijn.

sem. . . ~.

zm, ZIen, zmg, ZIJn.

waanzm.

aanZIen.

kiezing. aanWI]Zmg. inpakken. einde, heinde.

indammen. indien. mvoer.

mgang.

inlasschen.

inlijven.

mzage.

inzakking.

mZlen.

Page 79: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

l 50-16) bind.

\:. ), r

vind.t. wind, wint.

pink.

lint.

~ 50.17) tint.

t. kind. ,

zink. V1

\.:/I' zinken.

l" 43) binnen.

~ dienen, dingen.

\ winnen, vinnen, vingen.

\ Inwmnen.

~ gmgen.

t pogmgen.

r linnen.

'-\" schijnen. J semen.

0- Zinnen, zmgen.

~, mmnen.

77

Page 80: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

III

0- \. l· /' \.. /

/' 1- / J----' V Cl ...... ,'

\- ,P--' tr t:. 0['-t

h V .:..r--' ~ , /<2......-

d..Jy ''-..:.?f V ~ ç. ~ 0- " .

vr ~. --f r i

Oppassend kind. Volle lading. Fiere houding. Zit­ting houden. Pint bier. Zinken dak. Lange inleiding. Koffie invoeren. Waren inpakken. Bij herhaling. Oude wijn. In zee gaan. In eere houden. Fijne lui. Rein leven. Zijn wijn doopen. Veel wind maken. Wind zaaien. Land inlijven.

1-\ ~ \: Ir' V /'

i, 7 \; ,

-"-\ l. 8" -7 ~ {< CD J

, ~ -r ( Q./.:,'

x~ ). l' ~ { -y-,o"://

jl ~ \: \; \:.

Kolommen invullen. Klein maar rein. Hugo zingt ook zeer goed. In twee dagen kan hij hier zijn. Hooge ho omen vangen veel wind, Tijd winnen. God dienen. Pak fijn linnen. Binnen acht dagen. Ida kan mooi zingen. Tijd inwinnen. Bange dagen vingen aan.

7&

Page 81: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

16e HOOFDSTUK.

\ ,,= EEN(G)

51. De stand van dezen neusklank. zoo als hierboven aaageduid, geldt enkel voor het geval we dien afzon­derlijk voor te stellen hebben. Zie ook 39.

52. Bij verbindingen van dezen neusklank met de reEds behandelde medeklinkers, houde men zich. wat begin en einde· der woorden betreft, aan volgende tafel.

peen teen feen keen leen jeen seen meen

~ '\ ( /- f\ \.../- c,

eenp eent eenf eenk eenl eenj eens eenm

'l ~ ~ l· ./ ./'I ;IJ (, , "

53. Valt deze neusklank tusschen twee medeklinkers, zoo geschiedt de verbinding op dezelfde wijze als met het eu-teeken. Zie 16 en 17.

79

Page 82: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

\. 51 ) hen, een, heen. /- leen.

~ 52) pen. ./- alleen.

! ben, been. q scheen.

~ teen. 0'"' zeng.

...n steen. \ meR, meen, meng.

~ den, Deen. eend. ,

) wen, ween. ~ eens.

t ken. :( engelen.

'; geen, gene. ';- Engeland.

\Y-"" 53-16) zend. L wensch.

53-1 7)tent. 0 wenschen. ~

!- kent. Çv mengel.

l:. Gent. y mengelen.

! agent. Y' mengeling.

-y denk. ~ 47) demp.

y denken. -q dempen.

~ wenk. (- kemp.

') wenken. f Kempen.

,~ 42) pennen. ~ dennen. ,( kennen.

J beenen. \ wennen, ~ leenen.

""" teenen. weenen. ~ mennen, mengen.

80

Page 83: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

111

.t.{ '/ ' .. o<."'"}

ry I { ( /V ' ). /"

, ~ "-- '" /\.:/ a-.- ' > u , '- t. ./ '- 0 ,b OCL..!~

\ y rJ/- o f- C ,j. -y/<;,/..v (>

'ç.\-\'1 --Ç r , cY'~' Jv~,- ..:- r

Ga heen. Diep denken. Eenzame weg. Koffie in~ schenken. Een lezing houden. Een weg inslaan. Ik ken mijn les. Een wensch uiten Hij had geen tijd. Hij kent hem goed. We denken aan u alleen. Daaraan wil hij een einde maken. Een huis in aanbouw . We meenen wat we zeggen. Denk er maar eens om. Doof aan één oor zijn. Een huis huren. Een vak leeren.

,( s:- I. \,.. ~ t· ~ , ...+' t" '- ",;.. ...,r <-.f~

'- > S .çrlvl- .. ~ , 0

" J. C dj '~\"tr :&C//

I<;"J-/\ ;\,c~,1.'vA" C, (, ( <../ , .. ~ - ~

5"-"""'C,C. ~ ocr~u'ó-!A

Beenen makt:n. Hij' zal me leeren kennen. Dat lal hij als een fout aanrekenen. We kennen hem zeer goed. Men kan geen twee heeren dienen. Hij wou me dat boek wel leenen. Ge moet u daaraan wennen. Wijn mengen. Een lied zingen. Een zitting openen. Heete tranen wee~ nen. Een wet indienen. Een wagen mennen. Een moor willen wasschen. Een baken in zee. Hij went veel po~ gingen aan. Men moet zaaien, wil men maaien.

81

Page 84: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

17e HOOFDSTUK.

/7 -} = ON,OEN, UN(UIN)

54. De stand van deze neusklanken, zooals hierboven aangeduid, geldt enkel voor het geval dat we ze afzonderlijk hebben voor te stellen. Zie ook 39.

55. Bij verbindingen van een dezer neusklanken met de reeds behandelde medeklinkers, houde men zich, wat begin en einde der woorden betreft, aan volgende tafel.

poon toon foon koon loon joon soon moon

J I ---;- ~ / /. 1'\ , \.....1' <;

oonp oont oonf oonk oonl oonj oons oonm

,J ~ , ~ r; ;-" /\ ;u ~

56. Valt een dezer neusklanken tusschen twee mede­klinkers, zoo geschiedt de verbinding op dezelfde wijze als met het eu-teeken. Zie 16 en 17.

3~

I

Page 85: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

..,

'> (

( .

L

L , ,ç

54) hoon, hun.

55) puin.

tong, toen, tuin.

boon.

doen, dun, duin.

won, woon.

kon, koen.

gun .

56-16) punt, pond.

bond, bont.

lont.

toonloos .

rond, rund.

7- 56-17) toont.

.....v (

/'

L ,C

( . ~

~

bons.

gons.

43) boonen.

toonen.

duinen.

11

'") Jong.

/':\ schoon, schoen.

~ zon, zoon, zoen .

:--;- Antoon.

;-/ onthaal.

<, onmm.

! honger.

V baron.

C I

rt/

vf-\'

t ~ /,J

~

,(

mond, munt.

jongeling.

zonneschijn.

Kongo.

47) pomp.

lomp.

romp.

gunnen .

') Jongen.

0, schoenen.

\ wonen, wonnen. I >..:.fi' zonnen, zoenen.

,( kunnen.

83

Page 86: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

UI

-i L J;- )- f.-I

v-, r- -.. & :-J' , r.fl ..A. V -i " ,

~ --,. '- c...- ---;- .I .I ---~ t ~ \Y S-.e-. , (, '\

Zaken doen. Lont ruiken. Trouwe hond. Onthoud wel. Gul onthaal. Losse tong. Diepe hoon. Volle mond. Kond doen. Diepe wond. Een bod doen. Zijn mond houden. Een haven aandoen. In onmin leven. E~n eed doen. Gun hun dat.

'-Y "'---. I

4- ~ $-

~ ."I v" c,,,

e:J/-/~-;z

.. 7 -;" y \.. ;

I

t J "7

/ t' ( t JJ-., . ,

~ J- --,. b j. t· '7 - -\Y-;,,-{'Q....J

-..9 /'u .. '";'o..Y'

Hugo gaat bij Antoon. Waar woont hij ? Schoon schip maken. Een teeken doen. Zijn wil doen. Zijn tong in toom houden. Een hoogen toon aanslaan. Toon u als een man. Zoo rond als een ton zijn. Ik kan geen oog toe­doen. Hoe kunt ge 100 denken. Een bod doen.

84

Page 87: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

l0 7- ..L. ,( (..-:. ( d , , r.;.,

, Go.. JU , ..:/ r.;, V U -;-

~y ,.,. .. Y0 ~ l3; _,< ( (!) \:.9; ~, ( -;t ~d-;-\-';(. (jv0J-Cb

"7 ---/ ... C' u- t') \, I a.- I.:t \ ~ 1..:.9- <.:rVG;

Hij zal doen wat hij kan. Toon dat ge een man zijt. Kom, malle jongen, laat me los. Tijd gunnen. Schoenen aanpassen. Moed toonen. Los in zijn schoenen staan. Hoe zou hij dat kunnen doen? Geen lied kunnen zingen. Een paar schoenen maken. Zijn hielen toonen. Booze tongen. Zou hij dat kunnen loochenen? Jonge wijn in oude zakken. Wie wind zaait, zal onweer maaien.

85

Page 88: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

18e HOOFDSTUK.

1 ) N

57. Dit n-teeken wordt slechts gebezigd in gevallen waar de n-klank door een klinker of neusklank gevolgd wordt. Vergelijk met 36.

58. Bij verbindingen van het n-teeken met de reeds be­handelde klinkers en neusklanken, houde men zich, wat het einde der woorden aangaat, aan volgende tafel.

na no noe nu ne me naan men no on neen

.) dG) i;? i))). r??

11

d 58) nauw. ~ China. I nu. (

J anno. .~ bijna. < neen.

=> Anna. ;) 2 aaneen. meuw.

Helena. J.. eenheid. ? ineen. v:J

-----"

86

I

Page 89: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

, 7) koning. t ..

nIJgen, neIgen.

~ WOnIng. ~ ROg, noch.

? kanon. Nijl.

~ nabij. y naar, nar.

~ bijna. )/- naarheid.

~ naad, nat. ~ banaal.

d- nood, noot. '5- kanaal. i). nooit. ( naam.

~ wanhoop. ? bijnaam.

; naken. ç namaak. ..

inham . p nIJpen. ( i).. nijd. ~ noemen.

I. 16) puinhoop. ? 24) nek. ~ ~ Juni. e neem.

L 17) nut. ( nemen.

~ nul. 25) leenheer. y 23) neer. 0/

y' nenng. :v 31) nier.

~ neerhof. i~ banier.

< neef. I~ 32) minuut.

~ paneel. -?- dienaar.

2 kaneel. , 33) monnik.

~ tooneel. ? paniek.

87

Page 90: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl

III

~ i}- v \. ti ). -J ~, ~! \, ? 'tv

• 1- ( -d'? iJ ,/

? " i). ~ -f ( c '-\. , d--<i>-.,) , q'o(;2 ~jrC:0/

Gure nood. Dolle paniek. Wanhoop nooit. Een schip in nood. Zijn loop nemen. Nieuwe haring. Een bad nemen. Booze neiging. Nieuwe tijdingen. Wijze koning. Nieuwe maan. Nu of nooit. Een kop koffie ne­men. Doe dat na. Dat gaat naar mijn zin .

./ J-y Q'v 6 -<l-

C./ ~ 1. f\.

~ '-"'" J..

;2;rYc,

.y y'r e. -;'

~) rL

è/(\'? ---y v.vJ .) ;,\..~/';/fJ

Dat zal nooit. Hij was bijna dood. Uw trouwe dienaar. Zijn nering aan kant doen. Als een koning leven. Hij weet dat ge zijn gangen nagaat. Anna ijlt naar huis. Dat gaat naar wensch. Noem uw naam of bijnaam. Denk maar eens goed na.

59. ARBEIDEN EN NIET VERTWIJFELEN.

88

Page 91: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl
Page 92: NEDERLANDSCH KORTSCHRIFT - dbnl