VAN NEDERLANDSCH POST-, TELEGRAAF- EN … · centrale bond van nederlandsch post-, telegraaf- en...

CENTRALE BOND VAN NEDERLANDSCH POST-,

TELEGRAAF- EN TELEFOONPERSONEEL

JAARBOEKJE VOOR HET JAAR 1929 TEEN DE JAARGANG

Mannen die er correct uitzien, scheren zich dagelijks.

Men scheert zich pijnloos, vlug en schoon, zonder dat de huid stukgaat of na- schrijnt, als men voor het inieepen de baardopper- vlakte inwrigt met in weinig

PUROL Dods 30 en 60. tube 80 ct. Bij Apoth. to Drogisten

Centrale Bond van Nederl. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel. Goedgekeurd bij Kon. Besluiten van 22 Juli 1918, No. 43 en

van 21 October 1920, No 69.

II111111111111111111111,111,11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111i i 1111111111111111111111111.

JAARBOEKJE VOOR HET JAAR

1929.

Samensteller:

H. VAN G1ESSEL, Mg. Secr. C. B. P. T. T.

',iv ler NI"

TIENDE JAARGANG.

2

KALENDER VOOR 1929. ■••■••••

Algemeene ChristelWie Feestdagen.

januari 1 Nieuwjaarsdag. Maart 29 Goede Vrijdag. Maart 31 en April 1 Paschen. Mei 9 . . . Hemel vaartsdag. Mei 19 en 20 Pinksteren. December 25 en 26 Kerstmis.

Roomschmliatholieke Feestdagen.

Januari 6 Driekoningen. Maart 25 Maria Boodschap. Mei 30 H. Sacramentsdag. Juni 29 H.H. Petrus 6 Paulus. Augustus 15 Maria Hemelvaart. November 1 Allerheiligen. November 2 Allerzielen. December 8 Onbevl. Ontvangenis.

■■•■••■■

Israelitische Feestdagen.

Maart 26 Purimfeest. April 25 en 26 en 1 en 2 Mei Paschen. Juni 14 en 15 Pinksteren. October 5 Nieuwjaar (5690). October 14 Groote Verzoendag. October 19 en 20 Loofhuttenfeest. October 27 Vreugde der Wet.

3

KALENDER 1929.

Jan. I Febr. I Maar!

Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag

1 2 3 4 5

6 13 20 7 14 21 8 15 22 9 16 23

10 17 24 11 18 25 12 19 26

27 28 29 30 31

1 2

3 10 17 4 11 18 5 12 19 6 13 20 7 14 21 8 15 22 9 16 23

24 25 26 27 28

3 4 5 6 7

1 8 2 9

10 17 24 31 11 18 25 12 19 26 13 20 27 14 21 28 15 22 29 16 23 30

April Mei Juni

Zondag 7 14 21 28 5 12 19 26 2 9 16 23 30 Maandag 1 8 15 22 29 6 13 20 27 3 10 17 24 Dinsdag 2 9 16 23 30 7 14 21 28 4 11 18 25 Woensdag 3 10 17 24 1 8 15 22 29 5 12 19 26 Donderdag 4 11 18 25 2 9 16 23 30 6 13 20 27 Vrijdag 5 12 19 26 3 10 17 24 31 7 14 21 28 Zaterdag 6 13 20 27 4 11 18 25 1 8 15 22 29

Juli I Aug. I Sept.

Zondag 7 14 21 28 4 11 18 25 1 8 15 22 29 Maandag 1 8 15 22 29 5 12 19 26 2 9 16 23.30 Dinsdag 2 9 16 23 30 6 13 20 27 3 10 17 24 Woensdag 3 10 17 24 31 7 14 21 28 4 11 18 25 Donderdag 4 11 18 25 1 8 15 22 29 5 12 19 26 Vrijdag 5 12 19 26 2 9 16 23 30 6 13 20 27 Zaterdag 6 13 20 27 3 10 17 24 31 7 14 21 28

Oct. I Nov. I • Dec.

Zondag 6 13 20 27 3 10 17 24 1 8 15 22 29 Maandag 7 14 21 28 4 11 18 25 2 9 16 23.30 Dinsdag 1 8 15 22 29 5 12 19 26 3 10 17 24 31 Woensdag 2 9 16 23 30 6 13 20 27 4 11 18 25 Donderdag 3 10 17 24 31 7 14 21 28 5 12 19 26 Vrijdag 4 11 18 25 1 8 15 22 29 6 13 20 27 Zaterdag 5 12 19 26 2 9 16 23 30 7 14 21 28

4

JANUARI, 31 dagen.

1 Dinsdag 2 Woensd. L.K. 3 Donderdag 4 Vrijelag 5 Zaterdag

Nieuwjaarsdag

6 ZONDAG 7 Maandag 8 Dinsdag 9 Woensdag

10 Donderdag Vrijdag N.M.

12 Zaterdag

13 ZONDAG 14 Maandag 15 Dinsdag 16 Woensdag 17 Donderdag 18 Vrijdag E.K. 19 Zaterdag

20 ZONDAG 21 Maandag 22 Dinsdad 23 Woensdag 24 Donderdag 25 Vrijdag V.M. 26 Zaterdag

27 ZONDAG 28 Maandag 29 Dinsdag 30 Woensdag 31 Donderdag

Driekoningen

5

FEBRUARI, 28 dagen.

1 Vrijdag L.K. 2 Zaterdag

3 ZOND AG 4 Maandag 5 Dinsdag 6 Woensdag 7 Donderdag 8 Vrijdag 9 Zaterd . N.M.

10 ZONDAG 11 Maandag 12 Dinsdag 13 Woensdag 14 Donderdag 15 Vrijdag 16 Zaterdag

17 ZOND. E.K. 1:8 Maandag 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Donderdag 22 Vrijdag 23 Zaterd. V.M.


Congres C. B. P. T. T. Idem. Idem.

10- jarig bestaan C. B. P. T. T.

6

MAART, 31 dagen.

1 Vrijdag 2 Zaterdag

3 ZOND. L.K. 4 Maandag 5 Dinsdag 6 Woensdag 7 Donderdag 8 Vrijdag 9 Zaterdag

10 ZON DAG 11 Maand. N.M. 12 Dinsdag 13 Woensdag 14 Donderdag 15 Vrijdag 16 Zaterdag

17 ZONDAG 18 Maand. E.K. 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Donderdag 22 Vrijdag 23 Zaterdag

24 ZONDAG 25 Maand. V.M. 26 Dinsdag 27 Woensdag 28 Donderdag 29 Vrijdag 30 Zaterdag

31 ZONDAG

Maria Boodschap. Purimfeest.

Goede Vrijdag.

Paschen.

7

APRIL, 30 dagen.

1 Maandag 2 Dinsdag L.K. 3 Woensdag 4 Donderdag 5 Vrijdag 6 Zaterdag

2e Paaschdag.

7 ZONDAG 8 Maandag 9 Dinsdag N.M.

10 Woensdag 11 Donderdag 12 Vrijdag 13 Zaterdag

14 ZONDAG 15 Maandag 16 Dinsdag E.K. 17 Woensdag 18 Donderdag 19 Vrijdag 20 Zaterdag

21 ZONDAG 22 Maandag 23 Dinsdag V.M. 24 Woensdag 25 Donderdag 26 Vrijdag 27 Zaterdag

28 ZONDAG 29 Maandag 30 Dinsdag

Verjaardag van Z.K.H. Prins Hendrik.

Isr. Paschen. Idem.

Verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.

8

MEI, 31 dagen.

1 Woensdag Isr. Paschen. 2 Donderd. L.K. Idem. 3 Vrijdag 4 Zaterdag

5 ZONDAG 6 Maandag 7 Dinsdag 8 Woensdag 9 Dond. N.M. Hemelvaartsdag.

10 Vrijdag 11 Zaterdag

12 ZONDAG 13 Maandag 14 Dinsdag 15 Woensd. E.K. 16 Donderdag 17 Vrijdag 18 Zaterdag

19 ZONDAG 20 Maandag 21 Dinsdag 22 Woensdag 23 Dond. V.M. 24 Vrijdag 25 Zaterdag

Pinksteren. 2e Pinksterdag.

26 ZONDAG 27 Maandag 28 Dinsdag 29 Woensdag 30 Donderdag 31 Vrijdag L.K.

H. Sacrementsdag.

9

JUNI, 30 dagen.

1 Zaterdag

2 ZONDAG 3 Maandag 4 Dinsdag 5 Woensdag 6 Donderdag 7 Vrijdag N.M. 8 Zaterdag

9 ZONDAG 10 Maandag 11 Dinsdag 12 Woensdag 13 Donderdag 14 Vrijdag E.K. 15 Zaterdag

Isr. Pinksteren. Idem.

16 ZONDAG 17 Maandag 18 Dinsdag 19 Woensdag 20 Donderdag 21 Vrijdag 22 Zaterd. V.M.


30 ZOND. L.K.

H. H. Petrus en Paulus.

10

JULI, 31 dagen.

1 Maandag 2 Dinsdag 3 Woensdag 4 Donderdag 5 Vrijdag 6 Zaterd. N.M.

7 ZONDAG 8 Maandag 9 Dinsdag

10 Woensdag 11 Donderdag 12 Vrijdag 13 Zaterdag E.K.


21 ZOND. V.M. 22 Maandag 23 Dinsdag 24 Woensdag 25 Donderdag 26 Vrijdag 27 Zaterdag

28 ZONDAG 29 Maandag L.K. 30 Dinsdag 31 Woensdag

11

AUGUSTUS, 31 dagen.

1 Donderdag 2 Vrijdag 3 Zaterdag

4 ZONDAG 5 Maand. N.M. 6 Dinsdag 7 Woensdag 8 Donderdag 9 Vrijdag

10 Zaterdag

Verjaardag H.M. Koningin-Moeder Emma.

11 ZONDAG 12 Maandag E.K. 13 Dinsdag 14 Woensdag 15 Donderdag 16 Vrijdag 17 Zaterdag

Maria Hemelvaart.

18 ZONDAG 19 Maandag 20 Dinsdag V.M. 21 Woensdag 22 Donderdag 23 Vrijdag 24 Zaterdag

25 ZONDAG 26 Maandag 27 Dinsdag L.K. 28 Woensdag 29 Donderdag 30 Vrijdag 31 Zaterdag Verjaardag H.M. Koningin Wilhelmina.

12

SEPTEMBER, 30 dagen.

1 ZONDAG 2 Maandag 3 Dinsdag N.M. 4 Woensdag 5 Donderdag 6 Vrijdag 7 Zaterdag

8 ZONDAG 9 Maandag

10 Dinsdag E.K. 11' Woensdag 12 Donderdag 13 Vrijdag 14 Zaterdag

15 ZONDAG 16 Maandag 17 Dinsdag 18 Woensd.V.M. 19 Donderdag 20 Vrijdag 21 Zaterdag

22 ZONDAG 23 Maandag 24 Dinsdag 25 Woensdag 26 Donderd. L.K. 27 Vrijdag 28 Zaterdag

29 ZONDAG 30 Maandag

13

OCTOBER, 31 dagen.

1 Dinsdag 2 Woensd.N.M. 3 Donderdag 4 Vrijdag 5 Zaterdag

6 ZONDAG 7 Maandag 8 Dinsdag 9 Woensdag

10 Donderd. E.K. 11 Vrijdag 12 Zaterdag

Isr. Nieuwjaar (5690)

13 ZONDAG 14 Maandag 15 Dinsdag 16 Woensdag 17 Donderdag 18 Vrijdag V.M. 19 Zaterdag

Groote Verzoendag

Loof huttenfeest

20 ZONDAG 21 Maandag 22 Dinsdag 23 Woensdag 24 Donderdag 25 Vrijdag L. K. 26 Zaterdag


Idem

Vreugde der Wet

14

NOVEMBER, 30 dagen.

1 Vrijdag N.M. 2 Zaterdag

3 ZONDAG 4 Maandag 5 Dinsdag 6 Woensdag 7 Donderdag 8 Vrijdag 9 Zaterdag E.K.


17 ZOND. V.M. 18 Maandag 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Donderdag 22 Vrijdag 23 Zaterdag L.K.


A llerheil igen. Allerzielen.

15

DECEMBER, 31 dagen.

1 ZOND. N.M. 2 Maandag 3 Dinsdag 4 Woensdag

Donderdag 6 Vrijdag 7 Zaterdag

8 ZONDAG 9 Maandag E.K.

10 Dinsdag 11 Woensdag 12 Donderdag 13 Vrijdag 14 Zaterdag

15 ZONDAG 16 Maand. V.M. 17 Dinsdag 18 Woensdag 19 Donderdag 20 Vrijdag 21 Zaterdag

22 ZONDAG 23 Maandag L.K. 24 Dinsdag 25 Woensdag 26 Donderdag 27 Vrijdag 28 Zaterdag

29 ZONDAG 30 Maandag 31 Dinsdag N.M.

Maria onbevlekte on tvangenis.

Kerstmis 2e Kerstdag

16

MELKPRODUCTEN - RODEN GEBRUIKT ONZE ARTIKELEN :

ROOM BOTER

LAU DOR een heerlijke Cacaodrank, voedzaam, licht ver- teerbaar. Gereed met enkel toevoeging van water.

Vraagt Uwen Winkelier of wendt U zich tot de Fabrikante

CoOperatieve Fabrieken van Melkproducten. - Roden (Dr.)

Het goedkoopste adres voor RIJWIELEN en ONDERDEELEN

is bij G. VLIJM, Eikenbosscherweg 128, H i 1 v e r s u m.

Agent der Burgers Rij wielen.

Proteslotiscile Bootroleolt 6 s-VTellivillo, L VAN DEN BRINK,

Bijkantoor: Stationsplein.

Ruiterweg 12.

U M. I Telefoon 975.

- Telefoon 14.

HILVERS Begrafenissen, Transporten, Eigen Rouw-Volgauto's.

17

=I Het speciaai Meubel- en Beddenmagazijin Firma ERVEN ZkILSTRit, Groest 110, Tel. 110, Hilversum, is en blijft het aange we ze n ad res voor alle soorten Bedden, Matrassen, Wollen, Gestikte- en Molton Dekens, compl. Slaapkamer-Ameublementen, alle soorten Ledikanten (hout en ijzer). Linnenkasten, Buffetten, Stoelen, Tafels, alle soorten Huiskamer- en Salon-Ameublementen, enz.

Steeds het beste! De laagste prijzen! Firma ERVEN ZULSTRk Groest 110, Tel. 110, Hilversum. N. B. POSTBEAMBTEN A P A R T E CONDITIES.

Het adres voor Brandstoffen tegen concurreerende prijzen is

D. Lamme v/h De Nederlandsche Anthraciet Handel-Mij.

Bloemstraat 32, Telefoon 830, Hilversum en to Laren Telefoon 154.

VLEESCI-11-10UWERIJ VAN

D. A. KOOIJMAN, HILVERSUM, KONINGSTRAAT 65, TEL. 53.

STEEDS PRIMA KWALITEIT. 111111111111111111■1111111MIMIMMIIIMIIIMIMMIIIIIII1111111111.1

HOTEL—RESTAURANT A. STARINK

Houtkamscheweg. Doetinchem.

VERGADERZAAL VOOR FEESTEN EN PARTIJEN.

BELEEFD AANBEVELEND

18

Bodildildel B. C. ROZENBEEK Elm Schoutenstraat 2 — Hilversum

(b.h. Postkantoor)

Boeken op elk gebied.

Wasch-, Week- en Strijkinrichting CHR. J. GIJSBERTS

HOENDERPARK 48, — APELDOORN.

C. VAN LEEUWEN Sr., Schayerslaan 7, Vertegenwoordiger van Amsterdam. - Vraagt Prijscourant.

Gordijnen, Linoleum, Karpetten, Matrassen enz.

D. JOLINK, Hofstraat 510, Doetinchem.

Behanger. Stoffeerder.

NOORDMAN's Kleedingmagazijn, Hilversum - Bussum.

Het adres voor 't Goa

19

VAKBLADEN voor LEDERINDUSTRIE, SCHOENINDUSTRIE en -HANDEL, TEXTIELINDUSTRIE, KLEERMAKERS, MANUFACTURIERS, CONFECTIEZAKEN, KRUI DENIERS, H AN DELAREN IN AARD- APPELEN, GROENTEN EN FRUIT, HOTEL EN RESTAURATIE- HOUDERS, METAAL-, MOTOR- EN RIJWIELHANDELAREN,

SMEDEN, AUTOGENE LASSCHERS, INSTALLATEURS, HANDELAREN IN LUXE- EN HUISHOUDELIJKE

ARTIKELEN, ZUIVELFABRIKANTEN, LAND- EN TUINBOUWERS, PLUIMVEEHOUDERS, SLAGERS, ZOETWATERVISSCHERS, enz.

Proefilummers BB Adverteillielarieven grails 011 MM.

11110evers Moolii. 3. Esser, Nelifichem.

I 111111111111111111111111.111i11111111111,1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111

SIMON DE WIT Illillijiiiiiiillallli:11111111111111111I1111111111111111111111111111111111111111111111111111illi1111111111111111111111111111i111111i111111111111111111111111111

Filialen door geheel Nederland Ir!1!!IIIII!!!IIIIIIITINIIIII111111111111111111E1101111111!111111111111I11.1111111111 ■ 1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111

Levensmiddelen 111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111

M-MODEL

Verkrijgbaar bij

iederen eerste klasse

rijwielhandel.

VRAAGT

TELEPHONE ARTIKELE?I

Absoluut niet op gevoel to openen, daar speciale sper-inrichting is aangebracht.

Pr j s fl. 5.75 D.R.P. 374.198

RING-MODEL

/„.

.To lens o T,C)Cri • Apeldoorn

21

Centrale Bond van Nederlandsch Post., Telegraaf- en Telefoonpersoneel.

(Goedgekeurd bij Non. Besluiten van 22 Juli 1919, No. 43 en van 21 October 1920, No. 69).

BONDSBESTUUR: H. M. ROOS, Voorzitter, 's-Gravenhage.

H. VAN GIESSEL, Alg. Secretaris, 's-Gravenhage.

A. v. d. BAAN, Penningmeester, 's-Gravenhage.

H. FREEN, 2e Voorzitter, 's-Gravenhage.

D. STOFFELS, Redacteur, 's-Gravenhage.

D. J. BEVERLOO, Doornstraat 15, Utrecht, Lid.

J. P. VAN BRINK, Roerstraat 36, Utrecht, Lid.

Mej. W. v. d. PAUVERT, Stadhouderslaan 7, Utrecht, Lid.

H. CATS, Bleeklaan 42, Leeuwarden, Lid.

De correspondentie voor alle te Den Haag wonende Bondsbestuurders en copy voor het Orgaan te adres-seeren :

BONDSKANTOOR C. B. P. T. T., Marconistraat 96, 's-Uravenhage.

(Telefoon 30732).

BESTUUR VAN DEN BONDSRAAD, A. TEPPER, Postkantoor, Emmen (Voorzitter).

C. KR ABBENDAIVI, Leeuwenhoekstraat 56, Hilver-sum (Secretaris).

(Het Bestuur van den Bondsraad woont alle verga-deringen van het Bondsbestuur bij).

22

Landelijke Vakgroepsbesturen. (De met * aangedulde leden zijn Bondsraadslid).

Adjunet-Commiezen.

*C. SCHOUW Pzn., Saffierstraat 103 hs., Asdam Z. (Voorzitter).

H. ROVING, Van Brakelstr. 32 1, Asdam W. W. JAC. v. LAAR, Apeldoornscheweg 168, Arnhem.

Assistenten.

A. G. BISCHOFF, le van Swindenstraat 81 II, Am-sterdam 0. (Voorzitter).

*C. KRABBENDAM, Leeuwenhoekstr. 56, Hilversum. J. G. SLAGTER, Loosduinscheweg 917, den Haag. J. EEKHOF, Auke Stellingwerfstr. 14 B, Leeuwar-

den. J. M. P. J. VERSTEGEN, Ringdijk 38, Asdam 0.

Bestellers.

*A. TEPPER, Emmen (Voorzitter). *H. W. BRINKMAN, Van Speykstraat 67, Zwolle,

(Secretaris). H. C. BOTENGA, Huizumerstraat 13, Leeuwarden. H. J. WOLTERS, Worp 42, Deventer. J. A. v. d. Pavert, Sloetstraat 155, Arnhem.

Bureelambtenaren.

*C. URBAN, Overtonweg 9, Haarlem (Voorzitter). K. SWAAK, A. v. Solmstr. 5, Groningen (Seer.). E. ROGGEN, Piet Heinstraat 6, Groningen.

Chef -expediteurs en expediteurs. *D. J. KLUIT, Leidsche Vaartweg 116, Haarlem. J. BELLAART, Brouwersplein 26 r, Haarlem.

Commiezen -titulair.

J. NOORDBEEK, Postkantoor, Almelo (Voorzitter). *J. H. HEESPELINK, Medemblik (tijdelijk) (Seer.). J. G. GROENEWOUD, to Assen.

23

Conductears.

*J. MORRE, L. v. Nw. Guinea 26, Utrecht (Voorz.). D. v. d. LOOS, Pancrasstraat 2/11, Asdam C.

(Secretaris). D. J. BEKKER, Veerallee A 29 a I, Zwollerkerspel. D. HON KES, Van Ittersumstraat 80, Zwolle. G. OTTENHOF, Aurikelstraat 168, Asdam N.

Hoofdbestellers.

*J. F. TER HAAR, Jacob Marisstraat 76', Amster-dam W. (Voorzitter).

A. J. KEMMINK, Nassaukade 27 III , Asdam W., (Secretaris).

J. H. VAN ULZEN, Hoogstraat 50, Enschede.

Kantoorbedienden.

E. J. PITLO, Veerscheweg 250, Middelburg (Voorz.). *S. VAN RUITEN, Oude Molenweg 20, Hengelo (0.)

(Secretaris). D. G. BECKER, Zeist. J. VAN DER MEULEN, Bonifaeiusbuurt, Dokkurri. J. GREVEN, to Steenwijk.

Kantoorhouders.

H. RUIS, Kempen a/d IJssel (Voorzitter). A. SPIEKER, Valthermond-Oost (Secretaris).

*R. DE BOER, Steggerda. D. DE JONGE, Kruiningen. G. P. BEAUFORT, Heinkenszand.

Kantoorknechts en Zaalwachters.

*A. POLAK, Tilanusstr. 77hs., Asdam 0. (Voorz.). S. VAN DIJK, Auke Stellingwerfstr. 49, Leeuwarden.

24

Postch6que- en Girodienst.

*M. A. TH. VAN DEN BROEK, Maasstraat 228, Den Haag (Voorzitter).

Mej. A. T. HEEMSTRA, Amperestraat 28, Den Haag (Secretaresse).

K. C. BASTIAANSE, Witte de Withstraat 14, Den Haag.

N. J. WAAGMEESTER, Hoefliade 775, Den Haag.

gehrijvers.

H. J. v. BENTHEM, Rijnlaan 116, Utrecht, (Voorz.). *L. H. ERNEST, Violenstraat 18, Dordrecht.

D. BRANDENBURG, Isaak Hoornbeekstr. 21, Delft.

Technisch Personeel I. *CH. ULTZEN, Watervlierstraat 18, 's-Gravenhage

(Voorzitter). J. SWART, Huizumerlaan 99, Huizum bij Leeuwar-

den (Secretaris). P. KIESTRA, Westerplantage 11, Leeuwarden.

Technisch Personeel

K. BAAS, Ridder v. Catsweg 190, Gouda (Voorz.). 'G. KUBBENGA, Sperwerlaan 20 ,bov., Asdam N,

Teekenaars.

B. VELTMAN, Reinwardtstr. 39 rj, Amsterdam 0. (Voorzitter).

A. G. v. d. BURGH, van Rensselaerstraat 13 hs., Amsterdam W

Chef-Telefonisten en Toeziehthoudsters

(Vakgroep I).

*Mej. W. J. D. v. DAM, Cameliastraat 6, Hilversum, (Voorzitster).

C. FELDMEIJER, Ooievaarlaan 15, Eindhoven, (Secretaresse).

Mej. D. M. WISEMAN, Fred. Hendrikplantsoen 90/n, Amsterdam W.

25

Telefonisten le en 2e kl. (Vakgroep II).

*Mej. A. ACHTTIENRIBBE, Nw. Keizersgracht 86/i, Amsterdam C.

*Mej. A. C. S. JOOSSEN, Enkstr. 19, Zwolle (Seer.). J. E. v. d. HOEVEN, Nieuwsteeg 5, Leiden. J. M. S. v. d. HOOGENBAND, Valeriusstraat 2, Den

Haag. H. WESTERVELD, Valkstraat 2 bis, Utrecht.

Telegrafisten.

J. P. H. v. VELTHOVEN, Corn. Krusemanstraat Amsterdam Z. (Voorzitter).

*A. S. M. VAN SCHENDEL, Lijnbaanweg 19, Noord-wijk-Binnen.

P. DE JONG, Paul Krugerstraat 26, Leeuwarden. B. KOK, Joh. Camphuysstr. 28, Den Haag.

C.R.E.S. Schoenen! GEEN NATTE VOETEN MEER.

Vraagt het Uw Collega's die ze dragen. Alleen-verkoop voor Doetinchem en Omstreken G. J. GREVEN - DOETINCHEM HEERENSTRAAT TELEFOON 223

GEBR. LOKKER = ZIERIEZEE. Nieuwstraat 148-239=240. Tapijt= en Meubelmagazijnen

Complete Meubileering = Groote voorraad zoowel in goedkoope als

in betere genres = Scherp concurreerende prijzen.

26

Commissies uit den Bondsraad,

Finaneieele Commissie.

C. Urban, Overtonweg 9, Haarlem. M. A. Th. v. d. Broek, Maasstr. 228, 's Gravenhage.

Commissie voor Toezicht op beleid en beheer Orgaan, tevens Commissie voor gesohitlen.

Mej. A. C. S. Joossen, Enkstraat 19, Zwolle. A. S. M. v. Schendel, Lijnbaanweg 19, Noordwijk-

Binnen. Ch. Ultzen, Watervlierstraat 18, 's Gravenhage.

Commissie voor Bestuursgeschillen.

J. F. ter Haar, Jacob Marisstr. 76/1, A'dam W. S. van Ruiten, Oude Molenweg 20, Hengelo (0.). C. Schouw, Saffierstraat 103 hs., Amsterdam Z.

Commissie voor de iverkzaamheden der Afdeelingen.

R. de Boer, Kantoorhouder, Steggerda. J. Morre, L. v. Nw. Guinea 26, Utrecht. E. J. Pitlo, Veerscheweg 250, Middelburg.

KOOPT DE BENOODIGDE

Boomen en Planten BIJ

FR. DE BOER, BOOMKWEEKER. DELDEN.

27

Afdeelingsbesturen.

Indien geen adres en woonplaats is toegevoegd, woont de titularis in de standplaats, alwaar de afdee-ling is gevestigd.

AALSMEER.

P. Kroon, Voorzitter, Mijdrecht. K. C. Dubbeling, Secretaris. Mej. C. Maarssen, Penningmeesteresse, Rijk.

ALFEN (Z.-H.).

C. Baas, Voorzitter. L. K. v. d. Berg, Secretaris. H. Bruit, Penningmeester. (Prk. 79755).

ALKMAAR.

S. Blom, Voorzitter, Boezemsingel 33. H. de Vries, Secretaris, Bleekerskade 99. J. Ivangh, Penningmeester, Bergen (N.-H.).

(Prk. 120832).

ALMELO.

G. J. Tijben, Voorzitter, Rietstraat 153. H. E. Smit, Secretaris. L. Nijhof, Penningmeester, Violierstraat 18.

(Prk. 93510).

AMERSFOORT.

E. v. Engelenhoven, Voorz., Frans Halsstraat 23. W. J. Mulder, Secretaris, St. Bonifaciusstraat 36. B. Both, Penningmeester, Woestijgerweg 64.

28

AMSTERDAM.

J. v. Velthoven, Voorzitter en Secretariaat p/a Corn. Krusemaristraat 30 hs., Amsterdam, Zuid.

C. Urban, Secretaris, Overtonweg 9, Haarlem. J. B. Schenck, Penningm., Pelikaanstraat 15 boven,

Amsterdam-Noord. (Prk. 59221). Het Afdeelings-kantoor is gevestigd:

WESTEINDE 13, CENTRUM. Het Dag. Bestuur houdt aldaar des Dinsdag van

20.30 tot 21.30 spreekuur. Op Maandag, Woensdag en Zaterdag is van 14.—

tot 15.30 op het Bureau-Westeinde een Afdeelingsbe-stuurder aanwezig.

ANNA PAULOWNA.

A. de Leeuw, Voorzitter, Breezand. Tj. de Vries, Secretaris.

Groet, Penningmeester.

APELDOORN.

W. D. to Gussinklo, Voorzitter, Looscheweg 13. D. Nieuwenhuis, Secretaris, Sprengenweg 39. Mej. L. T. J. M. Shits, Penn., Regentesselaan 20 a.

ARNHEM.

J. A. v. d. Pavert, Voorzitter, Sloetstraat 155. W. J. van Laar, Secretaris, Apeldoornseheweg 168. A. J. van Bethlehem, Penningm., Klarenbeekstr. 115.

ASSEN.

IV. Strabbing, Voorzitter. H. Boerma, Secretaris, Zwartwatersweg G. Meyer, Penn., N. W. Kanaal 187. (Prk. 120413).

BAARN.

C. J. Laros, Voorzitter. C. W. van Woudenberg, Seer., Mauvestraat 75. H. van Klingeren, Penningmeester, Zandvoortweg 36.

(Prk. 120113).

29

BEETSTERZWAAG.

1. Kuipers, Voorzitter, Dragten. H. Hoekstra, Seeretaris.

Beitsma, Penningm., Dragten. (Prk. 71789).

BERGEN OP ZOOM.

J. II. Duboi s, Voorzitter, (dud-Vossemeer. Mej. E. P. Versijp, Seeretaresse, Wouw.--ch, , stizlat J. J. M. Fluke, Penningmeester. (Prk. COO-40).

BREDA.

II. v. Gog, Voorzitter, Nonnenvekl 10 a. G. v. Rtisewijk, Secretaris, Weertisstraat. J. Imanse, Penn., Follenoordstraat 1 a. (Prk. 45583).

BUSSUM.

P. C. Rometjn, Voorzitter. C. A. v. (I. Waal, Secretaris, N. Spiegelstraat 13 W. B. Majoor, Penningmeester, Hooftlaan 37.

COEVORDEN.

G. Hermelink, Voorzitter. F. Holthuis, Secretaris. U. Supheert, Penningmeester.

CULEMBORG.

J. v. Kekem, Voorzitter, Vianen. A. Verkerk, Secretaris. J. D. Brouwer, Penningmeester.

DEDEMSVAART-HARDENBERG.

IV. R. Benthem, Voorzitter, Slagharen. G. J. Jonker, Secretaris, Dedemsvaart, Sluis VI. L. J. A. Dorgelo, Penningmeester, Hardenberg.

(Prk. 04(190).

30

DELDEN-GOOR.

H. Kok, Voorzitter-Secretaris, Delden. F. J. Steenblik, Penningm., Delden. (Prk. 105977).

DELFT.

D. Brandenburg, Voorz., Isaak Hoornbeekstraat 21. D. Koppenol, Secretaris, Brab. Turfmarkt 22. J. C. v. d. Velden, Penningm., Oosterstraat 38.

DELFZIJL.

, Voorzitter. J. Bos, Secretaris, Kerkstraat A. 56. J. Bos, Penningmeester, Appingedam.

DEVENTER.

H. J. Wolters, Voorzitter, Worp 42. H. H. Mentink, Secretaris, Brinkgreverweg 46. B. J. Koldenhof„ Penningmeester, Driebergenstr. 31.

(Prk. 120663).

DIEREN.

A. Beeftink, Voorzitter, Brummen. J. Gietema, Secretaris. H. Schuerink, Penningm., Steenderen. (Prk. 25814).

DOETINCHEM.

L. Th. Meulenkamp, Voorzitter, Varsseveld. S. Siebelink, Secretaris. G. Salemink, Penningmeester, Terborg. (Prk. 71316).

DOKKUM. J. v. d. Menlen, Voorzitter, Bonifaciusbuurt. G. van Dijk, Secretaris. R. Lamer,' Penningmeester. (Prk, 486-78).

DOORN. , Voorzitter. N. G. v. d. Meent, Secretaris. 0. van Esseveld, Penningmeester.

31

DORDRECHT. G. J. de Groot, Voorzitter, Bagijnhof 52. Th. Koek, Secretaris-Penningm., Timorstraat 28 rood,

(Prk. 981164). Het bestuur is elken Maandag van 21-22 uur to

spreken.

EDAM. A. Frankena, Voorzitter, Purmerend. P. Sluisman, Secretaris. J. Kwadijk, Penningm., Purmer -weg 46, Purmerend.

EDE. G. J. Otterloo, Voorzitter. A. Barten, Secretaris. B. Veenendaal, Penningmeester, Stonipekamp 12.

EINDHOV EN. 11. v. 't Hul, Voorzitter. C. Voorkamp, Secretaris, Bomstraat 28. H. Kipmulder, Penningmeester., Bakkerstraat

(Prk. 120814).

EMMEN. A. Tepper, Voorzitter. G. Hilbrands, Secretaris. J. v. d. Berg, Penningmeester, Klazienavecn.

ENSCHEDE. D. G. Hammink, Voorzitter, Postkantoor. T. de Reiter, Secretaris, Delistraat 52. A. Aldenkamp, Penningmeester, Walhofstraat 26.

(Prk. 120494).

EPE. H. J. Krijt, Voorzitter. W. van Dijk, Secretaris, Heerde. G. J. v. Westenveld, Penningmeester.

GELDERMALSEN. C. Vos, Voorzitter, Enspijk. D. van Mourik, Secretaris. L, A. J. Wiskie, Penningmeester, Tricht.

32

GOEREE & OVERFLAKKEE.

C. J. A. Scheenloop, Voorzitter, Middelharnis. L. Blok, Secretaris, idem. P. v. d. Waal, Penningmeester, idem.

GOES, N.- EN Z.-BEVELAND.

D. D. Jumelet, Voorzitter. H. Joziasse, Secretaris, Beestenmarkt. L. W. de Keyzer, Penningmeester. (Prk. 51934).

GORINCHEM.

L van N.ffgteren, Voorzitter, Verl. Pompstraat. C. M. Brandt, Secretaris, Groenmarkt C 488. J. W. Lankhorst, Penningm., Keizerstraat 191.

(Prk. 96333).

GOUDA.

J. J. Engelbregt, Voorzitter. R. 4 use, Secretaris, Kantemelksloot 32. P. C. Robbe, Penningmeester, Du Tortstraat 7.

's-GRAYENHAGE.

Ch. Ultzen, Voorzitter, Watervlierstraat 18. B. Kok, Secretaris, Joh. Camphuysstraat 28. M. A. Th. v. d. Broek, Penningm., Maasstraat 228.

(Prk. 126222).

GRONINGEN.

T. Krol, Voorzitter, Adelheidstraat 16. J. Cleij, Secretaris, Hoornschedijk 146 a. It. W. Sampon, Penningm., Abel Tasmanplein 10 a.

GRIJPSKERK (Gn.). H. Toppen, Voorzitter, Noordhorn. P. v. d. Molen, Secretaris. L. Ossentjuk, Penningmeester, Zuidhorn.

HAARLEM. Voorzitter.

D. W. Noteboom, Secretaris, Anslijnstraat 20. 11,,Spier, Penningmeester, Schneevoogdstraat 12.

33

HA ARLEMMERMEER.

A. Arensmau, Voorzitter, Nieuw-Vennep. D. Heemskerk, Secretaris, Hoofddorp. L. B. v. Hulzen, Penningmeester, Hoofddorp.

HARLINGEN.

W. H. Hoekstra, Voorzitter, Franeker. L. Kingma, Secretaris, Osingastraat 5, Franeker. P. Vellinga, Kerkpoortstraat 65, Harlingen.

HEEMSTEDE.

H. Walter, Voorzitter, Hillegom. N. van Kampen, Secretaris, Bennebroek. P. Keur, Penningm., Noorderstraat 37, Zandvoort.

HEERENVEEN.

H. M. le Grand, Voorzitter, Verl. Draeht 313 e. E. van Zandbergen, Secret aris. J. Sjaardelna, Penningmeester.

HELDER.

J. Trap, Voorzitter, Dahliastraat 8. Mej. G. I. Ruig, Secretaresse, Sluisdijkstraat 110. J. Zandee, Penningm., Sluisdijkstraat 123

(Prk. 47538).

HENGELO (Ov.).

S. v. Ruiten, Voorzitter, Oude Molenweg 20. A. G. G. de Ridder, Seer., Pastoriestraat 20. H. A. Hulshoff, Langelermaatweg (Prk. "120259).

's-HERTOGENBOSCH.

F. H. ten Hove, Voorzitter. R. J. P. Versteeg, Secretaris, Koedijkstraat 35. W. P. J. Wouters, Penn., Langetuinstraat 56.

HILVERSUM.

P. Hulleman, Vi5oriitter, Ericastraat 6. G. de Kiviet, Secretaris, Azaliastraat 23. B. den Dunnen, Penningm., Leeuwerikstraat 117.

34

HOEKSCHEWAARD.

J. C. Knook, Voorzitter, Oud-Beijerland. J. Schippers, Seer., Oud-Beijerland. J. Pegels, .Penningmeester, Heinenoord.

HOOGEVEEN.

J. Koning, Voorzitter, Nieuweroord. H. Bekkering, Secretaris. L. Raak, Penningmeester.

HOORN.

D. Boendermaker, Voorzitter, Enkhuizen. P. Zweed, Secretaris, Abbekerk. J. Schouten, Penn., Scharwoude. (Prk. 104462).

HULST.

P. A. Hermans, Voorzitter, Ossenisse. G. de Vries, Secretaris, Kloosterzande. J. P. van Dorsselaar, Penningmeester, Lamswaarde

KAMPEN.

C. v. d. Noort, Voorzitter. G. van Breemen, Secretaris, Geerstraat 5. H. A. Kappenberg, Penningm., Singel 15.

KENNEMERLAND.

G. Meerman, Voorz., Rijksweg D 94, IJmuiden. H. Hofman, Seer., Hegelingerweg H 193 B., Santpoort. P. C. Reek, Penn., IJmuiden. (Prk. 63914).

LAREN (N.-H.).

H. Veenema, Voorzitter, Bij den Toren 9. R. v. Esseveld, Secretaris, Kloosterweg 49. a. Schaap, Penningmeester, Huizen.

LEERDAM.

G. de Jong Gzn., Voorzitter. H. C. de Jongh, Secretaris. J. de Jong, Penn., Talmastraat 7. (Prk. 20864).

35

LEEUWARDEN. J Eekhof, Voorzitter, Aube Stellingwerfstr. 14 B. P. de Jong, Secretaris, Paul Krugerstraat 26. H C. Botenga, Penningm. Huizumerstraat 13.

(Prk 72994)

LEIDEN. J. Bosch, Voorzitter, Magd. Moonstraat 25. J. Bergman, Secretaris, Warmond. M. Ramp, Penningmeester, Magd. Moonstraat 20 a.

LEMMER.

, Voorzitter. T. v. d Bijl, Secretaris. J, Krol, Penningmeester.

LOCHEM. J. Somer, Voorzitter. A. Assink, Secretaris. J. H. Zieverink, Penningmeester.

MAASTRICHT.

J. N. A. Suringa, Voorzitter, St. Pieterskade 21 a. Ph. Oostdijk, Secr.-Penningm., Orleansplein 5.

MEPPEL.

J. Schipper, Voorzitter. H. Smit, Secretaris, Wilhelminastraat S2. A. Slont, Penn., Kratonstraat 3S (Prk. 63986).

MIDDELBURG. W. H. v. d. Weele, Voorzitter, Bogardstr. D 40. E. J. Pitlo, Secretaris, Veerscheweg 250. W. C. Ruijtenburg, Penningm., Noordsingel S. 199.

(Prk. 120379).

MUSSELKANAAL. H. Wiertrga, V-Oorzitter. K. S. Nijboer, Secretaris, Valthermond, West. H. Pals, Penningmeester.

36

NEEDE.

G. Rondelink, Voorzitter. J. Wolfs, Secretaris, Eibergen. D. G. Vaags, Penningm., Eibergen.

NEUZEN.

H. Coene, Voorzitter. D. Koopman, Secretaris, Smidswal 29. J. Rottier, Penn., Douze Visserstr. 115. (Prk 120377).

NOORDWOLDE (Fr.).

J. Boerts, Voorzitter. J. Menger, Secretaris. R. de Boer, Penningm., Steggerda.

NUNSPEET. A. Rook, Voorzitter, Ermelo. W. B. Verheul, Secretaris, Harderwijk. E. Mensink, Penningm., Nunspeet. (Prk. 74800).

NIJMEGEN. F. Weydema, Voorz., Palestrinastraat I a. G. Oonk, Secretaris, Groenewoudscheweg 77. C. C. Mulder, Penn., Roukenstraat 24. (Prk. 120963).

OLDENZAAL. W. Slot, Voorzitter. H. Boswinke , Secretaris. G. van Asselt, Penningmeester. (Prk. 120336).

OMMEN. W Smit, Voorzitter. Mej. J. L. Veltman, Secretaresse. A. Jonink, Penningmeester.

OOSTELIJK ZUID-BEVELAND. D. de Jonge, Voorzitter, Kruiningen. A. D. de Kok, Secretaris, Krabbendijke. J. v. d. Berge, Penningmeester, Kruiningen.

37

ROOSENDAAL (N.-Br.). T. C. Meeuwisse, Voorzitter. A. P. Dansen, Secretaris, Badhuisstraat 30. N. den Boef, Penn., Langstraat 9. (Prk. 122380)

ROTTERDAM. J. de Groot, Voorz., Mathenesserweg 188 a. C. L. Dekker, Secretaris, Hugo Molenaarstr. 30 b. A. J. Veldhuis, Penningmeester, Korfmakerstr. 19 a.

(Prk. 37675). Elken Vrijdag van 21-22 uur houdt het Afdeelings-

bestuur spreekuur in het gebouw Boteisloot 24.

SCHAGEN. 11. de Nijs, Voorzitter. S. J. de Vries, Secretaris, Dirkshorn. S. P. Vries, Penningm. (Prk. 111306).

SCHIEDAM. J. J. Wiebes, Voorzitter, Vlaardingen. M. F. Zandbergen, Secretaris. P. Verburg, Penningm., Vondellaan 18.

SCHOONHOVEN. J. van Donselaar, Voorzitter. Arie de Groot, Secretaris. IWO. E. Stuurman, Penningm. (Prk. 120212).

SCHOUWEN & DUIVELAND. P. van Leersum, Voorzitter, Zierikzee. A. van Oost, Secretaris, Zierikzee.

\ J. Rotte, Penn., Zierikzee. (Prk. 120247).

SNEEK. Sybranda, Voorz., Pieter Tanjestr. 9, Bolsward

G. de Boer, Secretaris, Priorstraat 49, Sneek. S. Stoelenga, Penningm., 3e Woudstraat 5, Sneek.

SOEST. E. J. Roelen, Voorzitter. T. G. Klijn, Secretaris, Talmastraat 6. Jac. Verwoerd, Penningmeester. (Prk. 120525).

38

STADSKANAAL.

J. H. Voort, Voorzitter. E. Hidding, Secretaris, Hoofdkade 37. P. Loerop, Penningm., Pekelderweg. (Prk. 120574).

STEEN WIJK.

J. Greven, Voorzitter. H. A. Schurink, Secretaris. G. Buisman, Penningmeester.

TEXEL.

H. Kalis, Voorzitter, de Cocksdorp. A. J. Eelman, Secretaris, Den Burg. A. de Wijn, Penningmeester, idem.

TIEL.

Schmitz, Voorzitter. G- v. Doorn, Secretaris, Kerk-Avezaath. A. van Meerten, Penningmeester.

TILBURG. J. Mabelis, Voorzitter. J. S. v. Wijk, Secretaris, Lovenschestraat 157. W. A. Bredewoud, Penningm., Besterdstraat 71..

UITHUIZEN.

H. Kloosterhuis, Voorzitter. A. F. v. d. Berg, Secretaris, Uithuizermeeden. A. Slagter, Penningm., Usquert. (Prk. 120917).

UTRECHT.

J. C. Kremer, Voorz., Singeldwarsstraat 13 bis. J. Morre, Secretaris, L. v. N. Guinea 26. J. v. d. Heuvel, Penningmeester, Cremerstraat 9.

VECHTSTREEK. H. Koekkoek, Voorzitter, Maarssen. W. Koetsveld, Secretaris, Korenpad, Breukelen. C. J. v. d. Flier, Penn., Maarssen. (Prk. 136416).

39

VEENENDAAL.

J. ten Braak, Voorzitter. J. van Amerongen, Secretaris. , Penningmeester.

VELP (Gld.).

P. J. Labots, Voorzitter. M. C. Peppinck, Secretaris, Koningstraat 22. H. Steffen, Penningmeester.

VLISSINGEN.

J. Biesma, Voorzitter, Kasteelstraat 34. J. A. van Groeningen, Seer., Crocusland 9. J. de Geus, Penningm., Schuitvaartgracht 33.

VOORNE & PUTTEN.

D. v. Trierum, Voorzitter, Nw. Helvoet. A. de Werker, Secretaris, Hellevoetsluis. G. Bravenboer, Penningmeester, Oostvoorne.

VORDEN.

.J. Bruggeman, Voorzitter. G. J. Wahl, Secretaris. -C. J. C. Slotboom, Penningm., Hengelo (Gld.).

WAGENINGEN.

G. van Waert, Voorz., Julianastraat 1 E. K. Weernekes, Secretaris, Bennekom. J. H. Heij, Penningmeester, Grintweg 41.

WESTERKWARTIER.

J. Melessen, Voorzitter, Leek. J. J. Jansma, Secretaris, Leek. -G. Hecker, Penningmeester, Roden

WESTLAND.

W. J. de Waard, Voorz., Seinpad 19 2 , H. v. Holland. -C. Nooteboom, Seer.-Penn., Veerstr. 10, Maassluis.

(Prk. 38267).

40

WINSUHOTEN.

H. v. d. Molen, Voorzitter. A. Walstra, Seer., Burg. Mr. H. J. Engeikenslaan 29. A. Deisz, Penningmeester. (Prk. 51770).

WINTER SWIJK.

H. Th. Ch. J. Bekker, Voorzitter. K. J. Albers, Secretaris. J. B. Lammers, Penningm. (Prk. 63232).

WOERDEN. J. van Geelkerken, Voorzitter, Oudewater. P. G. Vuist, Seer., Keijzerstraat, Montfoort. A. Verwey, Penningmeester.

WOTtKTJM.

J. de Roest, Voorzitter. J. Hofman, Secretaris. J. Visser, Penningmeester, Molkwerum.

IJSSELMONDE.

F. Roders, Voorzitter, Ridderkerk. L. Plaisier, Seer., Smitshoek bij Barendrecht. .

L. Haksteeg, Penningmeester, H. I. Ambaeht. (Prk. 120313).

ZAANDAM.

S. Meereboer, Voorzitter, Rosmolenstraat 76. J. de Beet, Secretaris, Lindenlaan 35. S. Heystek, Penningm., Kattegatterdw.str. 6.

ZAANSTREEK.

P. Hille, Voorzitter, Koog-Zaandijk. N. J. Stein, Secretaris, Koog-Zaandijk. J. W. Buys, Penn., Voltastraat 12, Wormerveer. .

ZALTBOMMEL. A. van Steenis, Voorzitter, Tuil. A. J. P. v. Wijk, Secretaris, Koningstraat 58. D. Timer, Penningm. (Prk. 34399).

41

ZEELAND IVe DISTRICT. A. Maat, Voorzitter, Groede. A. de Hulster, Secretaris, IJzendijke. P. Schippers, Penningmeester, idem.

ZEIST. D. G. Becker, Voorzitter. C. A. Barel, Secretaris, Eikenlaan 20. C. J. v. Amerongen, Penn., 0. Arnhemscheweg 43.

(Prk. 120573).

ZEVENAAR. A. Ouwehand, Voorzitter. J. A. Looman, Secretaris. J. Kramers, Penningmeester.

ZUIDBROEK. II. Klein, Voorz., Martenshoek A. SO, bij Hoogezand. II. K. v. Bolhuis, Seer., 2Estraat 6, Veendam. Mej. J. Gerringa, Penningmeesteresse, Veendam.

(Prk. 120660).

ZUTPHEN. J. v. Barneveld, Voorz., Weg naar Laren 118. J. Kaptein, Secretaris, Slindewaterstraat 24. H. Emsbroek, Penningm., Staringstraat 45.

ZWOLLE.

H. W. Brinkman, Voorzitter, Van Speykstraat 67. H. Holstein, Secretaris, Cliviastraat 10. B. Slot, Penningmeester, Meidoornstraat 31.

42

Bondskantoor C. B. P. T. T. Het Bondskantoor van den C.B.P.T.T. is gevestigd

to 's-Gravenhage, Marconistraat 96. (Telefoon 30732. Bij „geen gehoor" opbellen 33088). Het Bondskantoor is to bereiken :

a. Van het Station Staatsspoor: Per lijn 3 tot Valkenboschplein, Valken- boschlaan volgen tot Copernicusplein. Links of Edisonstraat. Eerste straat rechts : Marconi-straat. Per lijn 5 van Prinsessegracht tot Fahrenheit-straat. Even terugloopende in de Weimarstraat, is links de Marconistraat. Per lijn 12 (begint voor Staatsspoorstation) tot halte Copernicusplein. 20 meter terugloopende r

is rechts de Marconistraat.

b. Van het Station Hollandsche Spoor: halte Copernicusplein. 20 meter terugloopende, is rechts de Marconistraat.

c. Westlandsche Stoomtram: Uitstappen halte Valkenboschlaan. Lijn 14 vol-gen tot Copernicusplein; voorts even rechts de Edisonstraat in. Eerste straat rechts is : Mar-conistraat.

WVaOJA-444-0-0-4-0-0.-0i0,4-4.04WW Het Bondskantoor

is GEOPEND op WERKdagen

van 9 tot 17.30 uur. ZATERDAGS 9 tot 13 uur.

WenegAVTOANO-0001.701XX

43

Centrale van Nederl. Overheidspersoneel. (Secretariaat : Amstel 244, Amsterdam, (Centrum).

(Telefoon 35867).

Samenstelling Bestuur van de C. N. 0. P. Dag. Bestuur:

M. M. COHEN, Voorzitter, Jekerstraat 51 1, Amster-dam-Z. Tel. 53977.

A. KOOIMAN, Secr.-Penningm., Amstel 244 11 , Am-sterdam-C. Tel. 35867, Prk. 129543.

J. v. d. KNAAP, Bestevaerstraat 51 iii, Amster-dam W. Tel. 34029.

P. G. A. POPPE, Rijn en Schiekade 32, Leiden. B. DE BOER, Asterstraat 136, Den Haag. Tel. 38217. H. M. ROOS, toegevoegd aan het D. B., qua : Lid

C. C. v. 0., Marconistraat 96, Den Haag. Tel. 30732.

Alg. Bestuur: Bond v. Techn. Pers. bij de Luchtvaartafd.:

C. LOS, Kampweg, Soesterberg. Ver. v. Teekenaars bij het Kad. en der Dom.:

W. J. A. BEIJER, Verstolkstraat 13, Leeuwarden. Bond van Ambt. bij 's Rijksbelast. in Nederl.:

G. J. VERDAASDONK, Pretoriusstraat 61, A'dam. Bond van Pers. werkz. b. d. Registr., de Dom., de

Hypoth. en het Kad.: A. D. PAULUS, Bilderdijkstraat 44, Haarlem.

Nationaal Verb. van Gem.-Ambt. in Nederland: H. B. BERGHUIJS, Westerstraat 9, Utrecht. Tel. 14776.

Centrale Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel: C. CRAMER, Merwedekade 181, Utrecht.

Algemeene Bond van Overheidspersoneel: J. B. DAAMEN, P. Nieuwlandstraat 61, Amster-dam 0. Tel. 31476.

Centrale Bond v. Ned. Post-, Tel.- en Telef.pers.: H. VAN GIESSEL, Marconistraat 96, Den Haag. Tel. 30732.

Rijkspolitie-Vereeniging : A. DE GROOT, Rijksveld-wachter Brig.-Tit., Blokker.

44

Postale Commissie van Overleg (C. v. 0.).

Vertegenwoordigers van de Administratie.

Voorzitter: Vacature. Ondervoorzitter: P. N. L. FELTZER, Directeur van

het Postkantoor te 's-Gravenhage. Secretaris: C. D. J. BUIJS, Commies P. en T. te

's-Gravenhage, Hoofdbestuur.

Ledren:

Ir. J. D. TOURS, Hoofdingenieur der Telegrafie in algemeenen dienst te 's-Gravenhage.

A. B. VAN BEERS, Directeur van het Postkantoor te Amsterdam.

C. A. v. d. BRIEL, Directeur van het Telegraafkan-toor te Rotterdam.

J. W. TE KOLSTe, Adjunct-Inspecteur der P. en T. in Alg. dienst te 's-Gravenhage (Hbs.).

G. 0. KLUIT, Directeur van het Postkantoor te Leiden.

L. K. ARKEMA, Adjunct-Directeur te Utrecht. P.

Plaatsvervangende Leden:

J. P. BAERENTS, Directeur van het Post- en Tele-graafkantoor te Gouda.

J. F. HABERMANN, Referendaris der P. en T. te 's-Gravenhage, Hoofdbestuur.

J. H. T. PFAFF, Directeur van het Postkantoor te Zwolle.

Ir. CH. H. DE VOS, Hoofdingenieur der Telegrafie te 's-Gravenhage, Hoofdbestuur.

T. NAUTA, Referendaris der P. en T. te 's-Graven-hage, Hoofdbestuur.

P. BOSSEN, Referendaris der P. en T. te Amster-dam. (T.).

45

Vertegenwoordigers van het Personeel.

Leden: (C.B.P.T.T.).

H. PREEN, Assistent le klasse te 's-Gravenhage, Inspectie.

H. VAN GIESSEL, Algemeen-Secretaris van den Centralen Bond van Nederl. P.T.T.-personeel te s-Gravenhage.


H. M. ROOS, Voorzitter van den Centralen Bond van Ned. P.T.T.-Personeel, te 's-Gravenhage.

A. TEPPER, besteller, te Emmen.

Leden: („St. Petrus").

M. v. d. BROEK, Assistent le klasse te Utrecht, Postkantoor.

J. H. WATERBORG, Referendaris der Posterijen en Telegrafie te 's-Hertogenbosch.

Plaatsvervangende Lecten:

J. J. v. M1ERLO, Telegrafist le klasse te Amster-dam, Telegraafkantoor.

A. P. ROAISOM, besteller te Roosendaal (N.-Br.).

Leden: (C.N.A.B.).

R. H. WATERBERG, Hoofdbestuurder van den Cen- tralen Nederl. Ambtenaarsbond te 's-Gravenhage.

TH. J. K. KUILER, Commies P. en T. te 's-Graven- hage, Telegraafkantoor.


J. V. PIJPERS, Chef-Instrumentmaker der Telegra-fie te 's-Gravenhage.

J. M. J. DRIESEN, Schrijver, Rotterdam P.

46

Leden: („Door Plicht tot Becht").

J. MENNES, Assistent le klasse, te Groningen. P. A. FEENSTRA, Commies, te 's-Gravenhage. T.


P. A. TEN HAAF, Ktb. 2e klasse te 's-Gravenhage P. A. FONTEIN, Assistent, te Rotterdam. P.

Leden: (Hoogere Centrale).

J. H. v. WILPE, Directeur van het Postkantoor te Leeuwarden.

G. DE NOO, Electrotechnisch Hoofd-Ambtenaar der Telegrafie te Zwolle.


B. NIEWOLD, Referendaris der Posterijen en Tele-legrafie te Amsterdam.

J. VAN HAMBURG, Electrotechnisch Ambtenaar der Telegrafie, te 's-Gravenhage.

Leden: (Federatie).

R. NIEUWENHUIS, bezoldigd bestuurder. L. R. J. M. LIMBURG, Treinpostambtenaar te Am-

sterdam. P.


D. SCHILP, bezoldigd bestuurder. L. POLAK, Telegrafist 2e klasse, te Hilversum. T.

* *

De Commissie vergadert, als regel, op den tweeden Donderdag der maand, in het gebouw van het Hoofd-bestuur der P. en T., Kortenaerkade, 's-Gravenhage.

De kort-verslagen der C. v. 0.-vergaderingen worden in het Bondsorgaan gepubliceerd.

47

Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (C. C. v. 0.).

Door den Voorzitter van den Ministerraad aange-wezen ambtenaren:

Voorzitter: Mr. J. WOLTMAN, (Tel. 15084), Secre-taris-Generaal Departement van Oorlog.

Ir. M. H. DAMME, (Tel. 14600), Directeur-Gene-raal der P. en T., Kortenaerkade 11, Den Haag.

A. MASTENBROEK, Referendaris Dep. v. Arbeid, H. en N., Rijswijkscheweg 63, Den Haag. (Tel. 72100).

Aangewezen door de organisaties: Permanent Comite van Christelijke organisaties van

personeel in publieken dienst. Leden: L. VERMEULEN, Rijswijkscheweg 242 a,

Den Haag, (Tel. 10747) en D. DE RIDDER, (Tel. 53971), Schalkburgerstr. 9,

Amsterdam. Plvv. leden: J. MENNES, Peizerweg 24a, Gronin-

gen, en J. KOOYMAN, Adr. Pauwstraat 32, Delft.

Centrale van Hoogere Rijksambtenaren. Leden: C. H. B. DE KORVER, Parkstraat 3, As-

sen. (Tel. 398) en Mr. J. DRAAYER, Pioenweg 11, Den Haag. (Tel.

11813). Plvv. leden: A. H. THESINGH, Meppelerweg 12,

Steenwijk, en K. v. SCHOUWEN, Rein. Vinkeleskade 31 1, Am-

sterdam.

Comit6 ter behartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel. (A. C. 0. P.).

Leden: N. VAN HINTS, Joh. Verhulststr. 203, Am-sterdam. (Tel. 24386), en

F. S. NOORDHOFF, Cyclaamstraat 31, Den Haag, (Tel. 72097).

Plvv. leden: P. VAN MEURS, Saxenburgerstraat 22 boven, Amsterdam.

J. J. LANIERS, Ililderdijkkade 16, Amsterdam.

48

R. -K. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel.

Leden: L. L. E. E. M. MOONEN, Suezkade 141, Den Haag. (Tel. 34232), en

L. F. GUIT, Helmerstraat 49, Den Haag. (Tel. 33451).

Plvv. leden: M. VAN DEN BROEK, Heerenweg 47 bis, Utrecht, en

J. H. L. VON FRIJTAG DRABBE, Valeriusstraat 40 huis, Amsterdam. (Tel. 21433).

Centrale van Ver. van Personeel in 's Rijksdienst.

Leden: F. PERDOK Hzn., Fahrenheitstr. 661, Den Haag. (Tel. 34712), en

P. A. RAVELLI, Magnoliastraat 24, Den Haag. (Tel. 11880).

Plvv. leden: J. J. FARO, Marconistraat 98, Den Haag. (Tel. 34712), en

F. J. R. SCHATTENBERG, Brusselscheweg 50, Maastricht.

Centrale van Nederl. Overheidspersoneel. Leden: H. M. ROOS, (Tel. 30732), Marconistraat

96, Den Haag. M. M. COHEN, Jekerstraat 51 1, Amsterdam-Zuid. Plvv. leden: A. KOOIMAN, Amstel 244 ii , Amster-

dam. (Tel. 35867), en P. G. A. POPPE, Rijn- en Schiekade 32, Leiden.

Secretaris C. C. v. 0.: W. M. PALM, Mauritskade 55, te 's-Gravenhage. (Tel. 16333/4).

Adjunct-Secretaris: W. MUUSSE, Mauritskade 55, te 's-Gravenhage.

Centraal Bureau van Voorbereiding voor Ambtenarenzaken.

Directeur: W. M. PALM. Hoofd-Commies: W. MITUSSE. Adj.-Commiezen: TH. J. W. P. WEMPE, P. VAL-

KIER en J. H. W. MEYER. Schrijfster: Mej. M. A. v. d. LEEUW.

49

Postale Commissie van Beroep (C. v. B.).

De Commissie is samengesteld als volgt:

Voorzitter: H. PALM, Inspecteur der Spoorwegpost-kantoren te Utrecht.

Plvv. Voorzitter: J. DEN HEWER, Directeur van het Telegraafkantoor te 's-Gravenhage.

Secretaris: A. K. J. KOCH.

Leden: J. SPAAN, Ref., te Amsterdam. J. J. DIETS, Ass. le kl. te idem. J. W. SCHRAM& Ktk. te idem. Mr. J. 00MKENS, Ref., te Utrecht. J. P. VAN BRINK, Tlg. le kl. te idem. D. J. BEVERLOO, Bslr. te idem.

Plaatsvervangende Leden: A. J. 0. DE RIDDER (o.v.), Ref., te 's-Hage. P. P. KAMPMAN, (o.v.), Cm., te Amsterdam. A. R. BUYTELAAR, Bslr. te 's-Gravenhage. -J. C. SMID, Cm. te Zwolle. A. K. PH. GUNDERMAN, Ass. le kl. te Amsterdam. P. KLEEFSTRA, Bslr. te Weidum.

De aanvrage om beroep moet geschieden binnen vier dagen na de schriftelijke aanzegging van de -straf, door inlevering bij den directeur, van een brief, mar nevenstaand model. Zon- en feestdagen tellen voor de berekening van dezen termijn van vier dagen niet mede.

De bezwaarde kan zich laten bijstaan door een raadsman. Als regel worden de leden van den .C.B.P.T.T., op hun desbetreffend verzoek, te richten aan het Bondskantoor, Marconistraat 96, den Haag, (Telefoon 30732), door een Bondsbestuurder als raads man bijgestaan.

Voor de zitting krijgen bezwaarde en raads-'man gelegenheid tot het inzien der op de strafzaak betrekking hebbende stukken. De tijd, hiervoor be-noodigd, is te beschouwen als diensttijd.

MO

DE

L V

OO

R H

ET

AA

NV

RA

GE

N V

AN

BE

RO

EP

.

Aan

Zij

ne

Exc

elle

nti

e de

n M

inis

ter

van

Wat

erst

aat,

te 's

-Gra

ven

hag

e.

Gee

ft m

et v

ersc

hu

ldig

den

eer

bie

d t

e k

enn

en, o

nd

erge

teek

end

e

(r

ang)

te

•

dat

hij

(zi

j) h

eeft

on

tvan

gen

een

sch

rijv

en v

an d

en

Min

iste

rN

o.

D

irec

teur

-Gen

eraa

lo

d.d.

h

oud

end

e aa

nze

ggin

g va

n s

traf

;

da

t h

ij (

zij)

zic

h d

oo

r d

e h

em (

ha

ar)

op

gel

egd

e st

raf

bez

wa

ard

gev

oel

t ;

dat

hij

(zi

j) e

r p

rijs

op

ste

lt d

oor

de

Com

mis

sie

van

Ber

oep

te

wor

den

geh

oord

;

red

en w

aaro

m h

ij (

zij)

Uw

er E

xcel

len

tie

eerb

ied

ig v

erzo

ekt

het

ad

vies

van

d

e P

erm

anen

te C

omm

issi

e va

n B

eroe

p b

ij b

et S

taat

sbed

rijf

der

P. e

n T

. te

wil

len

doe

n i

nw

inn

en, v

oord

at d

e st

raf

wor

dt

opge

legd

.

't W

elk

doen

de,

, d

en

192

.

51

Postraad. a. POSTRAADWET.

Bij de Wet van 16 December 1927 (Stbl. nr. 390) is bepaald:

Artikel 1.

Er is wader den naam van Postraad een Raad van Advies en Toezicht vocr het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie.

De Postraad is gevestigd te 's-Gravenhage. De leden en de \ secretaris worden door Ons be-

noemd op voordracht van Onzen Minister van Wa-terstaat.

Een der leden wordt door Ons als voorzitter aan-gewezen.

Artikel 2.

De Postraad dient Onzen voornoemden Minister clesgevraagd, of uit eigen beweging, van raad in alle zaken de Posterijen, Telegrafie en Telefonie betref-fende.

De Postraad houdt toezicht op de wijze, waarop de leiding van het Staatsbedrijf dit aan zijn maatschap-pelijke functie doet beantwoorden; hij geeft Onzen voornoemden Minister kennis van hetgeen naar zijn oordeel in het belang hiervan behoort te geschieden.

De Postraad is bevoegd de leiding en de ambtena-ren van het Staatsbedrijf en andere personen uit te noodigen zijn vergaderingen bij te wonen tot het ge-ven van inlichtingen; hij heeft recht op toegang tot alle gebouwen en inrichtingen van het Staatsbedrijf.

De Postraad kan de leiding van het Staatsbedrijf desgevraagd of uit eigen beweging van raad dienen in de zaken, in het eerste lid van dit artikel bedoeld, indien de beslissing van die zaken niet aan Ons of aan Onzen voornoemden Minister is voorbehouden.

Artikel 3.

De Postraad brengt jaarlijks aan Onzen voornoem-den Minister verslag uit over zijn werkzaamheden en bevindingen, welk verslag aan de Staten-Generaal wordt medegedeeld.

52

Artikel 4. Door Ons wordt een instructie voor den Postraad

vastgesteld ter regeling zijner werkzaamheden en worden voorts voorschriften gegeven betreffende de vaststelling van de instructie van den secretaris en van het reglement van orde van den Postraad, het aantal en den tijd en de wijze van aftreden van de leden, de bezoldiging en de woonplaats van den secretaris, de vergoeding voor de refs- en verblijf-kosten van de leden en den secretaris, alsmede de vergoeding voor de diensten, die de leden in hun hoe-danigheid bewijzen.

Artikel 5. Deze wet kan worden aangehaald onder den titel

van „Postraadwet", met vermelding van het Staatsi-blad, waarin zij is geplaatst.

Bij Koninklijk Besluit van 12 Maart 1928 (Staate-- blad nr. 55) is bepaald, dat de Postraadwet in wer-king zal treden met ingang van den dag na dien der afkondiging van dit besluit en is tevens vastgesteld de volgende

b. INSTRUCTIE VOOR DEN POSTRAAD. Artikel 1.

De Postraad bestaat nit ten minste vijf en ten hoogste negen leden, den voorzitter inbegrepen, be-nevens een secretaris.

Artikel 2. De leden en de secretaris van den Postraad wor-

den telkens voor vier jaren benoemd.

Artikel 3. 1. Zoo spoedig mogelijk na hun benoeming leggen

de leden en de secretaris een eed (belofte, verkla-ring) of in handen van Onzen Minister van Water-staat.

2. Het formulier van den eed (belofte, verklaring). wordt door onzen Minister van Waterstaat vastge-steld.

Artikel 4. De in artikel 2 van de Postraadwet (Staasblad

nr. 390/1927) bedoelde adviezen en kennisgevingen worden schriftelijk ingezonden.

53

Artikel 5. Zoo dikwijls de Postraad Onzen Minister van Wa-

terstaat desgevraagd van advies dient of nit eigen beweging voorstellen doet en in verband daarmede schriftelijk het gevoelen heeft ingewonnen van den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie, wordt diens verslag bij het bericht aan den Minister overgelegd.

Artikel 6. leder lid is bevoegd een afzonderlijke nota aan cen

rapport of advies toe te voegen.

Artikel 7. 1. De Postraad treedt rechtstreeks in briefwisseling,

met Onzen Minister van Waterstaat en met den Di-recteur-Generaal der Posterijen en Telegrafie.

2. De Postraad kan zich voor het verkrijgen van inlichtingen ook met andere personen of lichamen verbinding stellen.

Artikel 8. De leiding en de ambtenaren van het Staatsbedrijf

van de Posterijen, de Telegrafie en Telefonie zijn verplicht om gevolg te geven aan de door den Post-raad voor de vervulling van zijn taak gedane verzoe-ken om inlichtingen betreffende den dienst, inzage van bescheiden en toegang tot gebouwen en inrichtin-gen.

Artikel 9. 1. De Postraad vergadert zoo dikwijls de voorzitter

het noodig oordeelt of het door ten minste twee leden schriftelijk, met opgaaf van redenen, wordt gevraagd.

2. De vergaderingen worden gehouden te 's-Gra-venhage, tenzij de voorzitter het noodig acht die elders te doen houden..

Artikel 10. De Postraad kan geen besluiten nemen wanneer

niet ten minste de helft der leden tegenwoordig is.

Artikel 11. 1. De leiding van de vergaderingen berust bij den

voorzitter. 2. Bij ontstentenis van den voorzitter wordt deze

54

vervangen door den oudste in jaren der aanwezige leden, tenzij onze Minister van Waterstaat daarvoor een der andere leden aanwijst.

Artikel 12. De leden onthouden zich van stemming over aange-

legenheden, welke hen, hun echtgenooten of hun bloed- of aanverwanten tot den derden graad inge-sloten, persoonlijk aangaan.

Artikel 13. 1. Alle van den Postraad uitgaande stukken wor-

den door den voorzitter en den secretaris onderteekend. 2. De Postraad kan de afdoening van spoedeischen-

de zaken van gering belang aan den voorzitter over-laten.

3. De voorzitter kan over spoedeischende zaken schriftelijk het inzicht van de leden vragen.

Artikel 14. Het jaarverslag over de werkzaamheden en bevin-

flingen van den Postraad wordt voor Juli van het volgend jaar aan Onzen Minister van Waterstaat uit-gebracht.

Artikel 15. Onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 2,

wordt zonder toestemming van Onzen Minister van Waterstaat aan de door den Postraad behandelde zaken geen openbaarheid gegeven.

Artikel 16. • 1. De secretaris geniet een door Ons te bepalen

bezoldiging. 2. Hij heeft zijn vaste woonplaats te 's-Graven-

hage, tenzij onze Minister van Waterstaat hem een andere woonplaats veroorlooft.

3. Bij ontstentenis van den secretaris wordt deze vervangen door een der leden, aan te wijzen door den voorzitter, tenzij onze Minister van Waterstaat op andere wijze in zijn vervanging voorziet.

Artikel 17. 1. De Postraad stelt een Instructie voor den secre-

taris en een Reglement van Orde vast.

55

2. Deze, alsmede de daarin aan te brengen wijzigin-gen, behoeven de goedkeuring van Onzen Minister van Waterstaat, alvorens in werking te treden.

Artikel 18.

1. De leden van den Postraad genieten geed

2. Zij ontvangen, voor zoover zij niet behooren tot de bezoldigde burgerlijke en militaire landsdienaren, een vacatiegeld tot een bedrag van 15 gulden voor elken dag, waarop zij een vergadering hebben bijge-woond van den Postraad, of waarop zij ingevolge op-dracht van den Postraad werkzaambeden hebben verricht.

Artikel 19.

De leden en de secretaris genieten vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen van het „Reisbesluit 1916" wegens door hen ten be-boeve van den Postraad gemaakte reizen.

c. SAMENSTELLING POSTRAAD.

Bij Koninklijk besluit van 3 April 1928, nr. 14, zijn, voor het tijdvak 1 April 1928 tot en met 31 Maart 1932, benoemd:

A. tot leden van den Postraad: A. Pierson, bankier, te Amsterdam, wonende te

Baarn, tevens voorzitter; E. J. Aalders, lid van de firma D. Burger en Zoon,

Reederij te Rotterdam; H. Amelink, secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond te Utrecht;

A. Asscher, lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, te Amsterdam;

Fr. G. P. van Dooren, fabrikant, te Tilburg; F. van de Walle, secretaris van het Nederlandsch

Verbond van Vakvereenigingen, te Amsterdam; J. Warner, voorzitter van de Kamer van Koophan-

del en Fabrieken voor Noordelijk Overijssel, te Zwolle.

B. tot secretaris van den Postraad: M. Pott, oud-inspecteur bij het bestuur van den

Postcheque- en Girodienst, te 's-Gravenhage.

56

Personeelsbeoordeeling. Bij beschikking van den Directeur-Generaal, d.d.

1-11 1928, Nr. 10473 S, is vastgesteld de volgende

Regeling betreffende de beoordeeling van ambtenaren bij het Staatsbedrijf van de Posterijen, de

Telegrafie en TelVonie.

Artikel 1. In den zin van deze regeling worden, tenzij het

tegendeel blijkt, verstaan onder ambtenaren: • a. de ambtenaren van den rang van commies der Posterijen, der Telegrafie en der Posterijen en Tele-grafie, en de uit dien rang voortgekomen ambtenaren, met uitzondering van de hoofdinspecteurs, de inspec-teurs en de directeuren der niet tot een inspectie-afdeeling behoorende kantoren;

b. de ingenieurs en hoofdingenieurs ; c. de electrotechnische ambtenaren en de electro-

technische hoofdambtenaren ; d. de commiezen-titulair en de uit dien rang voort-

gekomen directeuren, aismede de overige ambtenaren, voor zoover zij op grond van de door hen afgelegde examens in aanmerking kunnen komen voor de be-noeming tot commies-titulair ;

e. de ambtenaren bij het Hoofdbestuur der Poste-rijen en Telegrafie en bij het Bestuur van den post-cheque- en girodienst in de rangen van referendaris, hoofdcommies, commies en adjunct-commies.

Artikel 2. 1. De beoordeeling geschiedt door de hoofden van

dienst der ambtenaren. Zijn deze zelf hoofd van dienst, dan geschiedt de beoordeeling als volgt :

van directeuren door den inspecteur, van (Hoofd)ingenieurs door den hoofdingenieur-

directeur. 2. In bijzondere gevallen bepaalt de Directeur-Ge-

neraal door wien de beoordeeling zal plaats vinden.

Artikel 3.

1. De gewone beoordeling heeft plaats in de maand November door invulling in tweevoud van een beoor-

57

deelingslijst (model Nr. 58) ; elk even jaar voor de ambtenaren genoemd in art. 1 sub a en 1) en elk on even jaar voor die genoemd sub c, d e. Eon exem plaar wordt voor 15 November aan den Directeur-Generaal toegezonden, c.q. door tusschenkomst van den Inspecteur, den districts (hoofd) ingenieur of den Hoofdingenieur-Directeur. Het tweede exemplaar wordt bewaard in het geheim archief II, sub U (art. 430 V.P.T.).

2. De doorzending vindt zoo tijdig plaats, dat alle beoordeelingslijsten elk jaar vOOr den eersten Decem-ber ten Hoofdbesture worden ontvangen.

3. Van ambtenaren, die nog geen zes maanden die-nen onder het als beoordeelaar optredende hoofd van dienst, behoeft geen volledige beoordeeling te worden gegeven.

Artikel 4. 1. Tusschentiklsche beoordeeling vindt plaats: le. op last van den Directeur-Generaal; 2e. in gevallen, bedoeld in art. 3, sub 3 en wel in

de maand November van het eerstvolgende jaar; 3e. indien het oordeel van een hoofd van dienst ten

aanzien van een bepaald ambtenaar tusschentijds in belangrijke mate wijziging ondergaat en dit hoofd van dienst aanleiding vindt nog voor de eerstvolgende ge-wone beoordeeling van zijn gewijzigd oordeel blijk te geven.

2. Voor de inzending van de tusschentijdsche be-oordeelingslijsten gelden, behoudens de data, de voor-schriften van art. 3.

Artikel 5.

1. De beoordeeling is geheim, zoowel tegenover an-deren als tegenover den betrokkene.

2. Wordt de beoordeelde ambtenaar niet voor nor-male bevordering in rang of salaris geschikt geacht,. dan wordt hem hiervan door den beoordeelaar schrif-telijk kennis gegeven, onder mededeeling van de be-trekkelijke aanteekeningen op de beoordeelingslijst. Deze kennisgeving wordt, na door den beoordeelde-voor gezien te zijn geteekend, als bijlage van de be-oordeelingslijst ingezonden.

3. Is de beoordeeling zoodanig, dat het bepaalde

58

bij lid 2 geen toepassing heeft gevonden, dan wordt deze• alleen dan ter kennis van den beoordeelden amb-tenaar gebracht, indien en voorzoover de Directeur-Generaal daartoe aanleiding vindt.

4. Op grond van minder gunstige aanteekeningen in een beoordeeling worden ten nadeele van den amb-tenaar geen maatregelen genomen noch nagelaten, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld tegen die aanteekeningen bezwaren in te brengen.

Artikel 6. 1. De chef der afdeeling Personeelszaken aan het

Hoofdbestuur, benevens een of meer door den Direc-teur-Generaal aan te wijzen ambtenaren brengen den Directeur-Generaal advies uit in alle zaken de tech-niek van de beoordeeling van de ambtenaren rakende.

2. Zij semen daartoe kennis van de ingezonden beoordeelingslijsten en brengen rapport uit aan den Directeur-Generaal met de voorstellen, tot welke de kennisneming hun aanleiding geeft.

3. Zij gaan in het bijzonder na, op welke beoordee-lingen, naar hun meening, het bepaalde bij artikel 5, lid 3 en 4, toepassing behoort te vinden en brengen den Directeur-Generaal advies uit over de vraag, of naar hun oordeel een uitgebrachte beoordeeling nit hoofde van de techniek nader behoort te worden ge-toetst, e.g. te worden aangevuld of gewijzigd.

Toelichtingen.

I. Er moet naar gestreefd worden een zoo joist mogelijke persoons- en karakterbeschrijving van den te beoordeelen ambtenaar te geven, alsmede een om-schrijving van diens ambtelijke waarde voor den

,dienst. 2. De beoordeelaar is daarbij geenszins aan waste

uitdrukkingen of vormen gebonden. Hem wordt vrij-held gelaten in de wijze, waarop hij den betrokken ambtenaar wil schetsen, mits daaruit duidelijk blijke in hoeverre de moreele, intellectueele en ambtelijke waarde van den beoordeelden ambtenaar hem geschikt

,doen zijn voor den rang, dien hij bekleedt en even-tueel voor den naast hoogeren rang of wel voor een -bepaalde functie, voor bijzondere werkzaamheden of -voor bijzondere opdrachten.

59

3. In de eerste plaats behooren daartoe de hoeda-nigheden in het licht te worden gesteld, welke in het bijzonder Naar invloed, hetzij ten goede of ten kwa-de, kunnen doen gelden op de waarde van den amb-tenaar in den door hem bekleeden en in den naast hoogeren rang.

4. Hierbij moet worden in acht genomen, dat cle mate van geschiktheid van den ambtenaar voor zijn taak niet alleen afhangt van zijn bekwaamheden, zijn practische geoefendheid, zijn ijver en zijn gedrag, maar ook, en wel in toenemende mate, naar gelang de bekleede functie van meer gewicht is, van het in meerdere of mindere mate bezitten van eigenschappen als : vastheid van karakter, besluitvaardigheid, wils-kracht, zelfstandigheid, plichtsbesef, voortvarendheid, takt, moed om verantwoordelijkheid te dragen, beza-digdheid, initiatief, e. d.

5. Daarnevens behoort aandacht te worden geschon-ken aan het in meerdere of mindere mate aanwezig zijn van hoedanigheden, welke den ambtenaar als leider of als chef van zijn ondergeschikten kenmer-ken en welke hem het vertrouwen en de achting van degenen, die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd, ver-zekeren, daaronder te begrijpen takt in den omgang met zijn ondergeschikten en behartiging van hun be-langen.

6. Rechtschapenheid, humaniteit, takt in den om-gang met anderen, beschaving, nevens andere hoeda-nigheden, welke den ambtenaar als mensch en als lid van een beschaafde maatschappij onderscheiden, be-hooren evenzeer in aanmerking te worden genomen.

7. Voorts kunnen nog andere eigenschappen ver-meld worden in verband met de eigenaardigheden van den rang, welken hij bekleedt en den bijzonderen werkkring, welke hem mocht zijn opgedragen.

8. Met bovenstaande opsomming wordt geenszins bedoeld, dat alle bovengenoemde karaktereigenschap-pen of hoedanigheden in de beoordeelingslijsten zou-den moeten worden besproken ; de chef vermeldt alleen datgene, wat tot het scheppen van een juist beeld met zijn licht- en schaduwzijden noodig is.

9. Strikte rechtvaardigheid en billijkheid moeten bij de invulling van de beoordeelingslijsten worden

60

betracht. Zoowel in het belang van den dienst, als in dat van de beoordeelden zelf, is een mild oordeel even verwerpelijk als een te streng.

10. Te allen tijde zullen de beoordeelaars er zich rekenschap van geven, dat van hen een oordeel over hun ondergeschikt personeel kan worden verlangd, •ook al ligt het voor indiening aangegeven tijdstip wel-licht nog in het verschiet.

11. De beoordeeling moet in beknopten vorm z645 ,duidelijk worden omschreven, dat zij geen twijfel laat omtrent de bedoeling van den beoordeelaar.

12. De in artikel 6 bedoelde ambtenaren zullen er voor waken, dat de beoordeelde ambtenaar met de beoordeeling in kennis wordt gesteld, indien hij hetzij

,ongeschikt wordt geacht, hetzij ongunstig is beoor-.deeld in die mate, dat de aangewezen gebreken of tekortkomingen — zoo zij niet verbeterd of aangevuld worden — invloed zouden kunnen hebben op de ge-schiktheid van den beoordeelde voor den naast hoo-geren rang; voorts om te voorkomen, dat ambtenaren, die ongunstig worden beoordeeld zOO, dat zij zouden kunnen worden benadeeld, schade zouden ondervin-den, zonder in de gelegenheid te worden gesteld zich te verdedigen.

13. De ten Hoofdbesture aanwezige beoordeelingen, uitgebracht in 1927, worden geacht te zijn tot stand .gekomen onder de werking van de vorenstaande Tegeling.

14. De eerstvolgende beoordeeling van de ambtena-Ten, vermeld in artikel 1 der regeling, zal geschieden:

voor a in November 1930, voor b in November 1928, voor c, d en e in November 1929. 15. Als ambtenaren, die overeenkomstig het bepaal-

sde in het eerste lid van artikel 6 der regeling met .den Chef der afdeeling Personeelszaken den Direc-teur-Generaal zullen adviseeren, zijn aangewezen:

Mr. Dr. J. G. Blink, referendaris, Juridisch Advi seur b/h Hoofdbestuur der P. en T., en

G. Wolters, inspecteur der P. en T. in algemeenen clienst.

N z z 0

r71

rri

rri z

z

63

H

z

z N

z

(-1.1

STU IVERSFONDS

Leden van den C. B. P. T. T. en nog

geen 50 jaar zijnde, kunnen lid van het

STUIVERSFONDS worden.

De leden betalen voor elk sterfgeval

aan het STUIVERSFONDS 5 cent, of

ongeveer f 2.— per jaar en de uitkeering

is bij overlijden vastgesteld op f 100. —.

Trots de zeer lage contributie bezit

het STUIVERSFONDS nog aan reserve

een bedrag van ruim f 8400.—.

A 11 e verdere inlichtingen verstrekt :

De Administrateur:

D. j. BEVERLOO,

DOORNSTRAAT 15, - UTRECHT

Verkortingen op Vakvereenigingsgebied. Vakcentralen

A.N.V.: Algemeen Nederlandsch Vakverbond. N.V.V.: Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen. R.K.V.: R.-K. Vakbureau. C.N.V.: Christelijk Nationaal Vakverbond. N.A.S.: Nationaal Arbeidssecretariaat. N.S.V. : Nederlandsch Syndicalistisch Vakverbond.

Comitd's van Overheidspersoneel. C.N.O.P : Comite van Neutraal Overheidspersoneel. A.C.O.P.: Comite ter behartiging van de Algemeene

Belangen van het Overheidspersoneel. R.K.C.: R.-K. Centrale van Burgerl. Overheidspers. „PERMANENT CO1VIITe" : Permanent Comite uit de

bij het Chr. Nationaal Vakverbond aangesloten organisaties van Personeel in Publieken Dienst.

„HOOGERE CENTRALE" : Centrale van Hoogere Rijksambtenaren .

„DE CENTRALE", Centrale van Vereenigingen van Personeel in 's Rijksdienst.

Ueorganiseerd overleg. C.C.v.O.: Centrale Commissie voor Georganiseerd

Overleg in Ambtenarenzaken. B.v.V.: Centraal Bureau van Voorbereiding voor

Ambtenarenzaken. C.v.O.: Commissie van Overleg voor het Staatsbedrijf

der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. Internationaal.

I.V.V.: Internationaal Verbond van Vakvereenigingen (zetel te Amsterdam).

R.V.I.: Roode Vakinternationale (zetel te Moskou). I.A.A.: Int. Arbeiders-Associatie (zetel te Berlijn). I.P.T.T.: Internationale van Post-, Telegraaf- en Te-

lefoonpersoneel • (zetel te Weenen). Postale organisaties.

C.B.P.T.T.: Centrale Bond van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel.

„SINT PETRUS" : Nederlandsche R.-K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel.

C.N.A.B.: Centrale Nederl. Ambtenaarsbond. D.P.t.R.: Nederlandsche Bond van Chr. Prot. Post-,

Telegraaf- en Telefoonpersoneel. „FEDERATIE" : Nederlandsche Federatieve Bond

van Personeel in Openbaren Dienst.

65

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1928.

Te rekenen van 1 November 1928 gelden onderstaan-de bepalingen:

Algemeene bepaling.

Waar in dit besluit gesproken wordt van: „ongehuwden", worden daaronder verstaan de ge-

huwde vrouwelijke ambtenaar en de ongehuwde amb-tenaar, voor zooveel deze niet gehuwd is geweest ;

„gehuwden", worden daaronder verstaan de gehuw-de en gehuwd geweest zijn de mannelijke ambtenaar, alsmede de gehuwd geweest zijnde vrouwelijke ambte-naar, voor zoover deze niet is hertrouwd;

„standplaatsaftrek", wordt daaronder verstaan de aftrek, bedoeld in artikel 2;

,ongehuv,rdenaftrek", wordt daaronder verstaan de aftrek ingevolge artikel 10;

„ambtstoelage - , wordt daaronder verstaan de toe-lage, bedoeld in artikel 19;

,huwelijkstoelage", wordt daaronder verstaan de toelage, bedoeld in artikel 20;

„kindertoelage", wordt daaronder verstaan de toe-lage, bedoeld in artikel 21;

„garantletoelage", wordt daaronder verstaan de toelage, volgens de overgangsbepalingen toe te kennen;

„toelagen", worden daaronder verstaan alle toela-gen op grond van dit besluit toe te kennen.

Artikel 1.

1. De bezoldiging van de burgerlijke Rijksambtena-ren in vasten dienst, behalve van hen, wier bezoldi-ging bij of krachtens wet of anderen algemeenen maatregel van bestuur, wordt geregeld, wordt, met inachtneming van de in dit besluit en in bijiage C gestelde regels, vastgesteld op de bedragen, als in de bijlagen A, B en C van dit besluit voor leder ambt aangegeven.

2. Tenzij in dit besluit ten opzichte van bepaalde ambten tinders is of wordt bepaald, worden voor elk jaar of gedeelte van een jaar, dat een ambtenaar van 18 jaar of ouder beneden den 21-jarigen leeftijd is,

3

t6

(1E' aanvangswedden van de ambLn, waarin periodieke verhoogingen worden genoten, verminderd met f 100. Deze vermindering blijft beperkt tot f 100 voor hen, die naar het oordeel van Onzen Minister, Hoofd van het daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, of de door dezen aan te wijzen autoriteit, niet bij het gezin, waartoe zij behooren, kunnen inwo-nen.

3. Tenzij op grond van de eerste alinea van het vorige lid geen vermindering van aanvangswedde heeft plaats gehad, treedt de ambtenaar met ingang van den eersten dag van de maand, waarin de 21-jarige leeftijd wordt bereikt, in het genot van de aan zijn ambt verbonden aanvangswedde.

4. Diensttijd, welke vOOr het bereiken van den 18-jarigen leeftijd. is vervuld, telt niet mede voor het toekennen van periodieke verhoogingen.

Diensttijd, vervuld tusschen den 18- en 21-j arigen leeftijd of den datum, waarop de aanvangswedde wordt bereikt, telt — tenzij onitrent eenig ambt door Ons antlers is of wordt bepaald — voor een vierde deel, naar boven tot eene voile maand afgerond, male voor het toekennen van periodieke verhoogingen.

5. Ten aanzien van daarvoor in dit besluit aange-wezen of nader aan te wijzen ambten zal Onze Mi-nister, Hoofd van het , daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, eene lagere bezoldiging kun-nen vaststellen wegens minderen omvang van het ambt, wegens waarneming daarvan te zamen met een ander arnbt, wegens toelaatbare bijverdiensten, nit het ambt voortvloeiende, of indien in verband met den arbeidstijd daartoe termen aanwezig zijn.

6. Wij stellen voor zooveel noodig wedderegelingen vast voor ambtenaren beneden den 18-jarigen leeftijd.

In afwachting daarvan blijven te dezer zake be-staande bepalingen en regelingen van kracht, zoolang en voor mover zij niet ingetrokken, gewijzigd of door andere vervangen zijn.

Artikel 2.

De bezoldiging, voor zooveel noodig verminderd overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, tweede lid, wordt, behoudens de in dit besluit gemaakte

67

beperkingen, met inbegrip van de ambts-, huwelijks-en garantie-toelagen, bedoeld in de artikelen 33 en 34 voor de gemeenten of onderdeelen van ge-meenten, in de als bijlage E aan dit besluit geheebte lijst, gerangschikt in de 2de en 3de klasse, onderseheidenlijk verminderd met 4 en 8 ten honderd. De aftrek, in den vorigen volzin be-doeld, heeft niet plaats voor de in de bijlage A II en

genoemde ambten, tenzij voor bepaalde ambten door Ons anders is of wordt bepaald.

Artikel 3.

Wij behouden Ons voor, ten aanzien van bepaalde ambten, met afwijking van het bepaalde in het vorige artikel, bijzondere regelingen to treffen.

Artikel 4.

1. Voor de toepassing van den standplaats-aftrek wordt als standplaats aangemerkt de gemeente of het onderdeel van eene gemeente, waar de ambtenaar zijne werkzaamheden moet verrichten, of wel de ge-meente of het onderdeel van eene gemeente van zijn dienstkring, hem als standplaats door het daartoe be-voegde Gezag aangewezen.

2. Ingeval bijzondere omstandigheden afwijking van bet vorige lid wenschelijk makers, kan den amb-tenaar eene andere gemeente of een onderdeel bier-van als standplaats worden aangewezen.

Artikel 5.

1. In geval van detacheering naar elders blijft, voor de toepassing van den standplaats-aftrek gelden de gemeente of het onderdeel van de gemeente, den ambtenaar als standplaats aangewezen.

2. Het Gezag, dat den ambtenaar benoemt, kan bij verplaatsing van dezen voor korten tijd tot het vol-voeren van eene bijzondere opdracht bepalen, dat ten aanzien van de bezoldiging en toelagen in den in het vorige lid aangegeven zin zal worden gehandeld.

Artikel 6.

1. Tenzij ten opzichte van bepaalde ambten bij dit besluit anders is of wordt bepaald, wordt voor het

68

genot van kost en inwoning op de bezoldiging, voor zooveel noodig, verminderd met den standplaats-aftrek, eene korting toegepast :

bij eene aanvangswedde of vaste wedde : van minder dan f 1300, van f 444 per jaar ; van f 1300 tot f 1600, van een door Onzen Minister,

Hoofd van het daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, vast te stellen bedrag, hetwelk ten minste f 444 en ten hoogste f 570 per jaar zal bedragen ;

van f 1600 tot f 2200, van een door Onzen Minister Hoofd van het daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, vast te stellen bedrag, hetwelk ten minste f 570 en ten hoogste f 696 per jaar zal bedragen ;

van f 2200 tot f 2800, van f 888 per jaar ; van f 2800 tot f 3400, van f 1110 per jaar ; van f 3400 of hooger, van f 1296 per jaar. De korting voor het genot van kost en inwoning

wordt, bij gelijk genot daarvan, in dezelfde inrichting genoten, door ambtenaren voor wie die korting op verschillende bedragen zou moeten worden vastge-steld, voor alien gesteld op het laagste van deze be-dragen.

Ingeval alleen het genot van kost gelijk is, kan het vorenstaande overeenkomstige toepassing vinden, met dien verstande, dat voor het genot van kost alleen alsdan een aftrek aangenomen wordt, gelijk aan dien voor het genot van kost en inwoning gezamelijk vast-gesteld, vermiderd met 10 ten honderd van de aan-vangswedde van het ambt van de desbetreffende amb-tenaren.

Naar gelang van de klasse van de gemeente, warden deze kortingen verminderd met 4 of 8 ten honderd.

Over tijdvakken van geoorloofde afvvezigheid, waarin geen van Rijkswege verstrekte kost en inwo-ning wordt genoten, wordt een evenredig deel van die korting teruggegeven.

2. Voor het genot van woning wordt, behalve in de gevalien, dat dit genot in het bijzonder is of wordt toe-geken0. als belooning voor het vervullen van eene neven-betrekking of wel als belooning voor het gedurig ver-riehten van, door eene daartoe bevoegde autoriteit, opgedragen werkzaamheden buiten den normalen

69

diensttijd, op de bezoldiging", met inbegrip van de toelagen, met uitzondering van de kindertoe-lage, voor zooveel noodig verminderd met den standplaatsaftrek, eene korting toegepast van 15 ten honderd. Deze korting bedraagt 12 ten honderd, indien aan den ambtenaar de verplich-ting tot bewoning van eene hem door het daar-toe bevoegde Gezag aangewezen woning is opge-legd. Heeft de bewoning ten doel de bewaring of be-waking van Rijkseigendommen, van een gebouw of van Letgeen daarin voor 's Rijks dienst aanwezig is, of wel, ingeval de desbetreffende woning dienstbaar wordt ge-maakt aan de uitoefening van den dienst van den amb-tenaar, dan bedraagt de korting 10 ten honderd. Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde van de wo-oing, bepaald naar artikel 10 van de wet op de perso-neele belasting 1896, minder bedraagt dan de op grond van de voriv.volzinnen van dit lid berekende korting, wordt deze op het bedrag van die huurwaarde ge-steld, met dien verstande, dat, tenzij Wij in bijzon--dere gevallen anders bepalen, de hiervoren genoemde percentages nimmer dalen beneden onderscheidenlijk

, 6 en. 5. Voor het genot van woning, hetwelk in het bijzon-

der is of wordt toegekend als belooning voor het ver-vulien van eene nevenbetrekking of wel als belooning voor het gedurig verrichten van, door een daartoe bevoegde autoriteit, opgedragen werkzaamheden bui-ten den normaleri diensttijd, stelt Onze Minister, Hoofd van het daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, voor zooveel noodig, voor korting een bepaald bedrag of een percentage vast en zendt van zijne beschikking daaromtrent afcchrift aan de Algemeene Rekenkamer.

3. Voor het genot van vuur, licht en water wordt behalve in de gevallen, dat tevens kost en inwo-

ning wordt genoten of dat dit genot in het bijzonder 1;-. of wordt toegekend als belooning voor het vervul-len van eon nevenbetrekking, of wel als belooning voor het gedurig verrichten van, door eene daartoe be-voegde autoriteit, opgedragen werkzaamheden buiten den normalen diensttijd — op de bezoldiging, met in-begrip van de toelagen, met uitzondering van de kin--dertoelage, voor zooveel noodig verminderd met den

70

standplaats-aftrek, eene korting toegepast voor het ge-not van vuur en licht van onderscheidenlijk 2 en 1 ten honderd, tot een maximum van onaerscheidenlijk f 100 en f 50 en voor het genot van over eene leiding geleverd water van 5 ten honderd van de ter zake van het genot van woning toegepaste korting, tot een maximum van f 25.

4. Voor dienstkleeding, van Rijkswege verstrekt, wordt gekort overeenkomstig de bepalingen van het

ijkskleedingbesluit. In afwachting van de inwerkingtreding der desbe-

treffende regelingen volgens het Rijkskleedingsbesluit, blij -itcn ter zake van deze korting voor dienstkleeding, geheel of ten deele van Rijkswege verstrekt, .de be-staande bepalirigen en regelingen van kracht, zoolang

voor zoover zij niet ingetrokken, gewijzigd of door andere vervangen zijn.

5. Voor zoover enkel het genot van kost, of enkel dat van inwoning wordt verschaft, of andere dan de in de vorige leden van dit artikel genoemde voordee•len worden genoten, stelt Onze Minister, Hoofd van het daarbij betrokkcn Departeraent van Alge-meen Bestuur, voor zooveel noodig, voor korting een bepaald bedrag of een percentage vast en zendt van zijne beschikking daaromtrent afschrift aan de Alge-meene Rekenkamer.

6. Onverminderd den standplaats-aftrek worden, bij toepassing van meer dan eene korting ingevolge dit artikel, eerst de vaste bedragen en wordt daarna van het komende overschot het percentsgewijze te berekenen bedrag gekort, bij welke berekening be-doeld overschot als grondslag dient. Indien korting dient plaats te vinden met meer dan een percentage, wordt het te korten bedrag berekend naar de som van de percenten.

Artikel 7.

1. Het genot van de bezoldiging vangt aan met den dag, waarop de benoeming. ingaat.

Bijaldien in het besluit van benoeming geen datum van ingang is vermeld, vangt het genot van de bezoldi-ging aan met den dag, waarop het ambt wordt aan-vaard.

2. Bij overgang In 's Rijks dienst naar eene andere

71

betrekking wordt, indien die betrekking wordt aan-vaard met ingang van een dag, waarop het ontslag uit de oude betrekking nog niet is ingegaan, de be-zoldiging in de nude betrekking niet langer uitbetaald dan tot den dag, waarop het genot van de bezoldi-ging in de nieuwe betrekking aanvangt.

Artikel 8. 1. De wedden van de ambtenaren, die eene be-

trekking bekleeden waaraan periodieke verhoo-gingen zijn verbonden, worden, behoudens bij toepassing van het bepaalde bij het vijfde lid van artikel 1, bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid, en voldoenden dienstijver periodiek ver-hoogd op de wijze als in de desbetreffende schalen van bezoldiging is aangegeven, naar gelang van den, voor de berekening van de bezoldiging geldenden diensttijd in den rang of de klasse.

2. I3ij overgang in hetzelfde dienstvak naar eerie betrekking, die gerang-schikt is in dezelfde schaal van bezoldiging, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 17, eerste lid, de in de verlaten betrekking voor de berekening van de bezoldiging geldende dienst-tijd geacht ook to gelden voor het toekennen van de bezoldiging en de periodieke verhoogingen in de nieuwe betrekking.

Artikel 9.

1. Voor het geval wegens onvoldoende bekwaam-heid, geschiktheid of onvoldoenden dienstijver eene periodieke verhooging niet op de wijze, als in de des-betreffende schalen van bezoldiging is aangegeven, naargelang van den voor de berekening van de bezoldi-ging geldenden diensttijd in den rang of de klasse, is toegekend, zullen, tenzij het Gezag, dat bevoegd is tot het toekennen van die verhoogingen, anders be-r,aalt, verdere periodieke verhoogingen zooveel later worden toegekend als doze onthouding heeft geduurd.

2. Indien de ambtenaar daarna in meer dan vol-doende mate bekwaamheid, geschiktheid of dienstijver betoont, kan het Gezag, dat tot het toekennen van periodieke verhoogingen bevoegd is, bepalen, dat de nadeelen, aan doze onthouding verbonden, hetzij met terugwerkende kracht, hetzij voor tie toekomst geheel of gedeeltelijk ongedaan worden gemaakt.

72

Artikel 10. 1. De wedden, met inbegrip van de ambtstoelage,

voor zooveel noodig verminderd met den standplaats-aftrek, van de ongehuwden warden verminderd met 3 ten honderd.

2. De ongehuwden-aftrek vindt niet plaats, zoolang de aanvangswedde van de desbetreffende schaal van bezoldiging, den ambtenaar nog niet is toegekend:

3. De verhooging of vermindering van de bezoldi-ging, als gevolg van de wijziging van de omstandig-heden, welke den ambtenaar al dan niet doen valley onder dezen ongehuwden-aftrek, gaat in op den eer-sten dag van de maand, waarin die wijziging plaats heeft.

Artikel 11.

Het toekennen van toelagen, van verhoogingen van bezoldiging en toelagen, alsmede het verminderen daar-van, op grond van de bepalingen van dit besluit, ge-schiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 43, •weede lid, voor zooveel de ambtenaren door Ons worden benoemd, door Onzen Minister, Hoofd van het daarbij betrokken Departement van Algemeen Bestuur, en overigens door het Gezag, dat bevoegd is tot het benoemen van de desbetreffende ambtenaren, tenzij door Ons anders is of wordt bepaald.

Artikel 12.

1. De tijd, gedurende welken krachtens wetteiijk voorschrift verlof wordt genoten ter vervulling van rnilitairen dienstplicht, komt in aanmerking als diensttijd, geldig voor het toekennen van periodieke verhooging.

2. Als diensttijd, in den zin van het vorige lid, blijft buiten aanmerking de tijd, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist met verlof doorgebracht, indien het verlof langer dan een jaar achtereenvolgens ge (luurd heeft of verleend is op een door den ambte-naar gedaan verzoek in zijn persoonlijk belang, al ook de tijd, gedurende welken de ambtenaar in zijne betrekking is gesehorst, voor zoover het Gezag, dat tot de schorsing bevoegd is, zulks heeft bepaald.

3. Wij behouden Ons nochtans voor, om in geval-len, waarin een verlof voor langer dan een jaar ach

73

tereenvolgens in 's Rijks belang verleend wordt, te bepalen, dat de tijd van dat verlof als diensttijd, gel-dig voor het toekennen van periodieke verhooging, in aanmerking zal komen.

4. Bij het toepassen van de voorafgaande leden van dit artikel vindt artikel 14 daarmede overeen-komstige toepassing.

Artikel 13.

1. Diensttijd als tijdeltjk ambtenaar, krachtens aanstelling door het daartoe bevoegde Gezag en on-middellijk gevolgd door vasten dienst in dezelfde be-trekking en in denzelfden rang of dezelfde klasse, liomt voor het toekennen van periodieke verhoogin-gen in aanmerking. De artikelen 1, derde en vierde lid, en 14 vinden daarmede overeenkomstige toepassing.

2. Indien tussehen den tijdelijken en den vasten dienst een kort tijdsverloop is gelegen, kan het Gezag, flat den ambtenaar benoemt, bepalen, dat nochtans voor de toepassing van het eerste lid de tijdelijke dienst geacht wordt aan te sluiten aan den vasten dienst.

8. Wij behouden Ons voor, in bijzondere gevallen of ten aanzien van bepaalde groepen van ambtena-ren te bepalen, dat de tijdelijke diensttijd, krachtens aanstelling, niet of slechts ten deele in aanmerking zal komen, alsmede om voor het in aanmerking ko-men van tijdelijken dienst, bij overgang in vasten dienst in eene andere dan de onmiddellijk te voren in tijdelijken dienst bekleede betrekking regelen te stellen, welke afwijken van die, voorkomende in bet eerste lid van dit artikel.

Artikel 14.

1. De voor het toekennen van periodieke verhoo-ging gestelde tijdvakken vangen aan met den eer-sten dag van de maand, waarin de benoeming ingaat.

2. Bijaldien in een besluit van benoeming geen datum van ingang is vermeld, treedt daarvoor in de plaats de eerste dag van de maand waarin het ambt wordt aanvaard.

3. De verhoogingen waarop bij het bereiken van den 19- en 20-jarigen leeftijd, ingevolge het bepaalde bij artikel 1, tweede lid, eerste alinea, aanspraak

74

ontstaat, gaan in op den eersten dag der maand, waarin die leeftijd wordt bereikt.

4. De verhooging of vermindering van de bezoldi-ging, als gevolg van de wijziging van de omstandig-heden, welke bepalen of op de ambtenaren, vallende onder artikel 1, tweede lid, de eerste dan wel de twee-de alinea daarvan van toepassing zal zijn, gaat in op den eersten dag van de maand, wvarin die wijziging plaats heeft.

Artikel 15.

De dagteekening van ingang van eene benoeming tot eenig ambt of van eene bevordering tot hoogeren rang of hoogere klasse in hetzelfde dienst-vak kan worden gesteld op een tijdstip, voorafgaande aan de dagteekening van het besluit van die benoe-ming of bevordering, indien de daarvoor benoodigde gelden bij eene begrootingswet voor dat duel zijn be-schikbaar gesteld en deze wet wordt afgekondigd in den loop van het jaar, waarvoor de begrooting moet dienen.

Artikel 16.

1. Het Gezag, dat bevoegd is tot het toekennen van periodieke verhoogingen, kan den ambtenaar, behou-dens de grens van de voor den rang of de klasse vastgestelde maximum-wedde, wegens buitengewone ekwaarnheid, geschiktheid en buitengewonen dienst-

tiver, eene periodieke verhooging met ingang van een vroegeren datum toekennen, dan waarop deze op de in artikel S omschreven wijze Lou worden verkregen, dan wel erne of weer periodieke verhoogingen buiten-gewoon toekennen, alsmede hem in beide gevallen bo-vendien nog een extra diensttijd toekennen voor de toekenning van verdere periodieke verhoogingen.

Om dezelfde redenen kan voor den ambtenaar afge-weken worden van het bepaalde bij artikel 1, tweede en derde lid, en van artikel 26, tweede en derde lid, alsmede van de op grond van het zesde lid van arti-kel 1 vast te stellen regelingen.

2. De aldus toegekende verhoogingen worden voor het toekennen van de verdere periodieke verhoogingen be-schouwd als te zijn verkregen door regelmatige perio-dieke verhooging na den daarvoor gevorderden dienst-

75

tijd. Artikel 14 vindt daarmede overeenkomstige toe-passing.

3. Als gewone periodieke verhoogingen zijn ook te bescbouwen de verhoogingen, die de wedde ondergaat ingevolge de artikelen 1, tweede lid, eerste alinea, en 26, derde lid.

4. Indien tengevolge van de toepassing van het eer-ate lid van dit artikel de aanvangswedde wordt be-reikt voor den eersten dag van de maand, waarin de 21-jarige leeftijd, of, voor zooveel het ambtenaren betreft, bedoeld in artikel 26, eerste lid, de 23-jarige leeftijd wordt bereikt, telt de diensttijd, vervuld na het bereiken. van die aanvangswedde, ten voile mede voor toekenning van periodieke verhoogingen. De diensttijd, vervuld v6Or het bereiken van de aanvangs-wedde, komt voor periodieke verhoogingen daarboven slechts in aanmerking met inachtneming van het be-paalde bij artikel 1, vierde lid, en bij artikel 36. Arti-kel 14 vindt bij een en ander daarmede overeenkom-stige toepassing.

Artikel 17.

1. Bij benoeming tot eenig ambt kan de wedde, met inachtneming van de bedragen, in de desbetref-fende schaal van bezoldiging vermeld, worden bepaald op een bedrag, hooger dan de aanvangswedde van den rang of de klasse, waarin de benoeming ge-schiedt, en kan mede, geheel of ten deele, buiten toe-passing worden gelaten de bepaling van artikel 1, tweede lid, en van artikel 26, derde lid, met inacht-neming echter ook in dit geval van de bedragen daar vermeld. Ook kan, ten behoeve van het toekennen der verdere periodieke verhoogingen, een extra dienst-tijd worden toegekend, hetzij bij benoeming op, hetzij boven de aanvangswedde. De bij benoeming toegeken-de wedde wordt voor het verleenen van verdere pe-riodieke verhoogingen beschouwd als te zijn verkre-gen door regelmatige periodieke verhooging na den daarvoor gevorderden diensttijd; het vierde lid van artikel 16 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

Zoowel in dit geval als bij het toekennen van een bepaalden diensttijd vindt artikel 14 overeenkomstige toepassing.

2. Indien de benoeming tevens eene bevordering

76

bij hetzelfde dienstvak is, wordt ten minste de wedde toegekend, die onmiddellijk gelegen is boven het be-drag — gerekend naar dezelfde klasse van gemeente --dat den desbetreffenden ambtenaar op den datum van de bevordering in den lageren rang of de lagere klasse volgens de desbetreffende schaal van bezoldiging aan wedde zou zijn toegekomen indien het bepaalde bij de artikelen 10, 33 en 34 buiten toepassing zou zijn ge-bleven.

3. Onvermindercl het bepaalde in de artikelen 2 en 10, blijft de ambtstoelage, eventueel berekend met inachtneming van de klasse van de gemeente van de nieuwe standplaats, voor mover deze de aan de be-vordering verbonden verhooging van wedde en de in den nie-awen rang of de nieuwe klasse genoten ambtstoelage te boven gaat, tc:_gekend als persoonlijke toelage. Latere verhoogingen van wedde, toekenning o1 verhooging van ambts- en huwelijkstoelagen ko-men in mindering van het bedrag van deze persoonlijke toelage, met uitzondering van de verhoogingen van wedde welke uitsluitend het gevolg zijn, hetzij van de rangschikking van eene genaeente of een onderdeel van de gemeente, waar de ambtenaar werkzaam is, in eene hoogere klasse, hetzij van overplaatsing van den ambtenaar naar eene gemeente of een onderdeel van eene gemeente van eene hoogere klasse.

4. Wij behouden Ons voor, te bepalen, dat in ,_?en dienstvak de overgang tot een anderen rang of eene andere klasse al dan niet als eene bevordering be-hoort te worden aangemerkt.

Artikel 18.

1. Wij behouden Ons voor, aan bepaalde ambtena ren, hetzij bij eerste aanstelling, hetzij door latere buitengewone persoonlijke verhoogingen, voor zooveel noodig met afwijking van de desbetreffende schaal van bezoldiging, eene hoogere wedde toe te kennen dan bet maximum van de schaal, waarin het ambt is ge-rangschikt.

2. Het bepaalde in het eerste lid geldt uitsluitend voor ambtenaren, die eene betrekking bekleeden, waarvoor bijzondere persoonlijke eigenschappen worden vereischt.

77

Artikel 19- 1. Wij behouden Ons voor, te regelen de toeken-

ning van toelagen aan ambtenaren, aan wie zoodanige eischen gesteld worden, dat hunne positie en tank een bijzonder karakter dragen, hetwelk hen onder-scheidt van de overige in denzelfden rang of dezelfde klasse werkzame personen in hun dienstvak.

2. De toelage wordt bepaald op ten hoogste 20 ten honderd van de genoten wedde.

3. Wij behouden Ons voor, te regelen de toe-kenning van toelagen aan ambtenaren bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wegens de bijzondere om-standigheden, waaronder zij hunne werkzaamheden verrichten.

Artikel 20.

1. De mannelijke ambtenaren, die gehuwd of ge-buwd geweest zijn en den 23-jarigen leeftijd hebben bereikt, genieten eene toelage van f 200, voor zoo-ver niet aldus het gezamenlijke bedrag aan wedde en toelagen, met uitzondering van de kindertoelage, zou stijgen boven f 2000, of het gezamenlijke bedrag aan wedde en toelage volgens dit artikel zou stijgen boven het maximum van de desbetreffende schaal van bezoldiging, indien dat maximum minder dan f 2000 bedraagt, een en ander gerekend naar een gemeente van de eerste Masse. Het bepaalde in den vorigenvolzin is mede van toepassing op de den 23-jarigen leeftijd bereikt hebbende vrouwelijke ambtenaren, die gehuwd zijn geweest, zoolang zij niet zijn her-trouwd, zulks met dien verstande, dat bij eventueelen hertrouw de volgens dit artikel reeds verkregen toe-lage blijft toegekend, met inachtneming van het be-paalde in dien voizin.

2. Voor de ambtenaren, die na het in werking tre-den van dit besluit in de terraen vallen om de huwe-lijkstoelage te genieten, gaat deze in op den eersten dag van de maand, waarin de 23-jarige leeftijd wordt bereikt, en overigens op den eersten dag van de maand, waarin het huwelijk wordt gesloten en voor zooveel de vrouwelijke ambtenaren betreft, op den eersten dag van de maand, waarin het huwelijk is ontbonden.

3. Voor de betrekkingen, die bezoldigd worden met een evenredig gedeelte van de wedde van eene andere

78

betrekking, wordt de in het eerste lid bedoelde toelage tot een in dezelfde evenredigheid bepaald gedeelte toegekend.

4. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid, komen voor de toepassing van dit artikel niet in aan-merking de door Ons bepaaldelijk daarvoor aangewe-zen betrekkingen, alsmede de betrekkingen, welke als nevenbetrekkingen zijn te beschouwen, tenzij de amb-tenaar meer dan Mile van dergelijke betrekkingen bekleedt en hij daarin voortdurend eene volledige dagtaak vindt, in Welk geval, zoolang de daaraan ver-•onden gezamenlijke wedden en toelagen, met uitzon-

dering van de kindertoelage, minder bedragen dan f 2000, op de in het eerste lid bedoelde toelage, met inachtneming overigens van het bepaalde bij dat lid, aanspraak bestaat.

Artikel 21.

1. Boven en behalve de wedden en toelagen, naar de regelen van dit besluit toe te kennen, genieten de ambtenaren, bij wijze van tijdelijke toelage, voor hunne wettige of wettelijk erkende, zoomede voor de nit een vroeger huwelijk van hun echtgenoot gespro-ten kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar, die zij op den lsten Januari van het jaar bezitten, eene kindertoelage, bedragende per kind 3 ten honderd van de wedden en toelagen, met uitzondering van die be-doeld in cult artikel, voor zooveel noodig verminderd net den standplaatsaftrek, welke zij op dien datum, of, bij latere indiensttreding, op den datum van de in-diensttreding, genieten, zulks met dien verstande:

a. dat deze toelage, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, ten minste f 60 en ten hoogste f 240 per kind per jaar bedraagt;

b. dat, ingeval beide ouders eene•burgerlijke Rijks-betrekking bekleeden, uitsluitend rekening wordt ge-houden met de wedde of het totaal aan wedden en toelagen met uitzondering van die bedoeld in dit artikel, van den hoogstbezoldigden ouder ;

c. dat, indien de andere ouder anders dan op grond van dit artikel ten laste van 'a Rijks sehatkist eene kindertoelage geniet, de in dit artikel bedoelde toelage sleehts wordt uitgekeerd, indien en voor zoo-ver deze toelage hooger is dan hetgeen door den ande-

79

ren ouder nit evengenoemden hoofde wordt genoten. 2. Voor de betrekkingen, die bezoldigd worden

met een evenredig gedeelte van de wedde van eene andere betrekking, geldt als minimum een in dezelfde evenredigheid bepaald gedeelte van het in het eerste lid, onder a, gestelde minimum.

3. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid, geldt het in het eerste lid, onder a, gestelde minimum Diet voor de betrekkingen, welke als nevenbetrekkin-gen zijn te beschouwen, tenzij de ambtenaar meer dan eerie van dergelijke betrekkingen bekleedt en hij daar-in voortdurend eene volledige dagtaak vindt, in welk geval, indien de toelage over de gezamenlijke bezoldi-ging minder bedraagt dan het evengenoemde minimum, die toelage met het verschil wordt verhoogd.

4. Ten aanzien van pleegkinderen, die deel uitma-ken van het gezin van den ambtenaar en geheel als eigen kinderen door hem worden onderhouden en opgevoed en voor wie de aftrek van het belastbaar inkomen voor de Rijksinkomstenbelasting is toege-staan, zijn de vorige leden van dit artikel van daar-mede overeenkomstige toepassing.

Artikel 22. 1. Het is den ambtenaar in zijn ambt verboden,

anders dan met goedvinden van het bevoegde Gezag, vergoedingen, belooningen of giften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.

2. Door Ons kan eene billijke, persoonlijke vergoe-ding worden verleend aan den ambtenaar, ingeval en voor zoolang deze door dit verbod natieel zou onder-vinden.

Artikel 23. 1. Tenzij het tot de aanstelling bevoegde Gezag

anders bepaalt of heeft bepaald, gelden de bepalingen van dit besluit en van de bijlage C, alsmede de in de bijlagen A, B en C vermelde bedragen, mede voor ambtenaren in tijdelijken dienst aangesteld, met een onafgebroken di2.nsttijd,van 2 of meer jaren boven den leeftijd van 21 jaar, of, voor zooveel het betreft amb-tenaren, bedoeld in artikel 26, boven den leeftijd van 23 jaar, doorgebracht in een rang of eene klasse, waarvoor in die bijlagen salarisregelingen zijn aan-gegeven.

80

2. Wij stellen wedderegelingen vast voor leerling-verplegenden, particuliere klerken bij den belasting-dienst en, voor zooveel noodig, voor andere groote groepen van ambtenaren in tijdelijken en zijdeling-schen dienst van het Rijk, voor zooveel op hen niet reeds, ingevolge het bepaalde in het eerste lid, de wedderegelingen van dit besluit van toepassing zijn.

3. In afwachting daarvan blijven te dezer zake be-staande bepalingen en regelingen van kracht, zoolang en voor zoover zij niet ingetrokken, gewijzigd of door andere vervangen zijn.

Artikel 24. Wij stellen regelen vast omtrent het toekennen van

bezoldiging of vergoeding voor de tijdelijke waarne-ming door een ambtenaar van eene andere betrekking.

In afwachting daarvan blijven te dezer zake be-staande bepalingen en regelingen van kracht, zoolang erg voor zoover zij niet ingetrokken, gewijzigd of door andere vervangen zijn.

Artikel 25. Indien dat naar het oordeel van Onzen Minister,

Hoofd van- het desbetreffende Departement van Alge-meen Bestuur, wenschelijk wordt geacht, k an afron-ding tot een vollen gulden plaats vinden zoowel van het op grond van dit besluit berekende totaal bedrag aan wedde, toelagen en toe te passen aftrek daarop, als van welk afzonderlijk of gezamenlijk bedrag van deze factoren ook.

Indien afronding plants heeft, geschiedt deze naar boven van het in het eerste lid bedoelde totaal of ge-zamenlijk bedrag, van het bedrag der wedde of toe-lage en naar beneden van het bedrag van een aftrek.

Artikel 26.

1. Op ambtenaren, wier bezoldiging in maand- of weekloon is uitgedrukt, zijn de artikelen 1, tweede, derde, vierde en zesde lid, 2, 3, 6, eerste lid, 10, 14, derde en vierde lid, 20 en 25 niet van toepassing.

2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, treden met ingang van den eersten dag van de maand, waarin de 23-jarige leeftijd wordt bereikt, in het genot van de aanvangswedde, welke geldt voor de loon-

81

groep, vermeld in bijlage B, onder I, waarin hun ambt is gerangschikt. Diensttijd, welke vOOr dien dag is ver-vuld, telt niet mede voor het toekennen van perio-dieke verhoogingen.

3. Voor mannelijke ambtenaren, bedoeld in het eer-ste lid, beneden den leeftijd van 23 jaar, geldt de loon-regeling, in bijlage B, onder II, vermeld, met dien ver-stande, dat, wanneer zij bij het bereiken van den 23-jarigen leeftijd in hunne betrekking uitzicht hebben :

a. op eene maximum-wedde van minder dan f 137.70 per maand of f 31.68 per week, zij vallen on-C van die loonregeling.

b. op eene maximum-wedde van f 137.70 per maand of f 31.68 per week of meer, doch minder dan f 152.31 per maand of f 35.04 per week, zij vallen onder groep B van die loonregeling ;

c. op eene maximum-wedde van f 152.31 per maand of f 35.04 per week of meer, zij vallen onder groep C van die loonregeling ,

4. De bezoldiging van de in het eerste lid bedoelde ambtenaren, wordt naar gelang van de klasse, waarin de gemeenten of onderdeelen van gemeenten, in wel-ke zij werkzaam zijn, zijn gerangschikt in de als bijlage E aan dit besluit gehechte lijst, gesteld op het bedrag, dat voor elke klasse afzonderlijk in bijlage B is vastgesteld.

5. In zooverre met afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, wordt voor het gent van kost en inwoning voor de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, een aftrek toegepast onderscheidenlijk van f 9 per week of f 40 per maand.

6. Het bepaalde in artikel 21 vindt daarmede over-eenkomstige toepassing voor de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, echter met dien verstande, dat de minimum-kindertoelage voor hen wordt bepaald op hetzij f 1.15 per week, hetzij f 5 per maand en per kind.

Artikel 27.

1. De Centrale Commissie voor Georganiseerd Over-leg in ambtenarenzaken wordt gehoord over het bren-gen van wijziging in en aanvulling van dit besluit, alamede over de op grond van dit besluit to treffen algemeene regelen.

82

2. Wij behouden Ons voor de salarisregeling voor bepaalde hoogere ambtenaren of bepaalde groepen van hoogere ambtenaren van de bepaling van het eerste lid uit te sluiten.

3. De Commissie is voorts bevoegd ter zake van de in dit besluit geregelde onderwerpen voorstellen te doen met inachtneming van de haar voorgeschreven werkwijze.

OVERGANGSBEPALINGEN.

Artikel 28. 1. Voor de op 1 November 1928 in dienst zijnde

ambtenaren (met uitzondering van de onderwijzers blj het gewoon lager of uitgebreid lager onderwijs en van de ambtenaren, wier bezoldiging in maand- of weekloon is uitgedrukt), benoemd met ingang van een vroegeren datum, wordt de bezoldiging naar dit be-sluit op eerstgenoemden datum vastgesteld naar een diensttijd, berekend op de wijze als in de volgende leden van dit artikel aangegeven.

2. Voor de gehuwden wordt de op 1 November 1928 voor de berekening van de bezoldiging geldige diensttijd, zooals deze onder de werking van het Be-zoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 op dien datum zou zijn verkregen, vermenigvuldigd met eene gewone breuk, waarvan de teller wordt gevormd door het aantal jaren van de desbetreffende bezoldi-gingsschaal van dit besluit en de noemer door het aantal jaren van de desbetreffende bezoldigingsschaal van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte-raren 1925, zooals deze op 31 October 1928 luidde.

De aldus verkregen uitkomst wordt zoo noodig naar boven tot een voile maand afgerond.

3. Voor de ongehuwden gesehiedt deze berekening op gelijke wijze als in het vorige lid aangegeven, met dien verstande, dat voor „de op 1 November 1928 voor de berekening van de bezoldiging geldige diensttijd, zooals deze onder de werking van het Bezoldigings-besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 op dien datum zou zijn verkregen", nimmer meer diensttijd in aanmerking genomen wordt, dan de tijd, volgens de desbetreffende bezoldigingsschaal van dat besluit ver-eischt, om regelmatig van het minimum op te klim-men tot de ingevolge het bepaalde in artikel 8, derde

83

lid van genoemd besluit, voor ongehuwden bereikbare maximum-wedde.

4. Indien de aldus berekende diensttijd voor een in het derde lid bedoelden ambtenaar minder bedraagt dan deze zoude hebben bedragen indien de ambtenaar op 31 October 1928 tot de in het tweede lid bedoelde gehuwden zoude hebben behoord, wordt zijn diensttijd op laatstbectoelden diensttijd vastgesteld, met dien verstande, dat deze:

L 'thinner meer zal bedragen dan de langste van de, met deze in tijdduur gelijkstaande of door dezen in tijdduur overtroffen, diensttijden, onder a en b hierna vermeld;

a. een diensttijd overeenkomende met het aantal jaren van de desbetreffende bezoldigingsschaal van dit besluit verminderd met vier jaren of den tijdduur an de laatste twee periodieke verhoogingen of van

deze bezoldigingsschaal, bf van de desbetreffende schaal van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks-ambtenaren 1925;

b. de diensttijd in maanden nauwkeurig, welke overeenkomt met eene wedde, welke verkregen wordt door het maximum van de desbetreffende be-zoldigingsschaal van dit besluit to verminderen met f 400, dan wel met een bedrag, overeenkomende met 10 ten honderd van dit maximum, dan wel met een bedrag, gelijk aan de som van de laatste twee perio-dieke verhoogingen of van deze bezoldigingsschaal Of van de desbetreffende schaal van het Bezoldigingsbe-sluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925.

II. niet minder zal bedragen dan de diensttijd vol-gens het derde lid berekend.

5. Voor een ongehuwde, die op 31 October 1928 reeds eene wedde genoot uitgaande boven de voor ongehuwden bereikbare maximum-wedde van de des-betreffende bezoldigingsschaal van het Bezoldigings-besluit Burgerlijke 'Rijksambtenaren 1925, geschiedt deze berekening als in het derde lid aangegeven, met dien verstande, dat voor „de op 1 November 1928 voor de berekening van de bezoldiging geldige diensttijd, zooals deze onder de werking van het Bezoldigings-besluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 op' dien datum zou zijn verkregen" in aanmerking genomen wordt de tijd, volgens de desbetreffende bezoldigings-

84

schaal van dat besluit vereischt om regelmatig van liet minimum op to klimmen tot deze door den on-gehuwde op 31 October 1928 genoten wedde.

(1. Voor een ongehuwde, in het vorige lid bedoeld, vindt het bepaalde in het vierde lid overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat in het geval de ongehuwde op 31 October 1928:

a. reeds de maximum-wedde genoot van de desbe-treffende schaal van het Bezoldigingsbesluit Burger-lijke Rijksambtenaren 1925, de beperking onder I van dat lid aangegeven, niet geldt;

b. eene wedde genoot, welke slechts eene periodieke verhooging van het maximum van de desbetreffende schaal van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks-ambtenaren 1925 of ligt, voor de in dat lid onder I, a, voorkomende woorden „de laatste twee periodieke verhoogingen" gelezen wordt: de laatste periodieke verh-ooging, en voor de in dat lid onder I, b, voorko-mende woorden „bedrag, gelijk aan de som der laat-ste twee periodieke verhoogingen" gelezen wordt: het bedrag der laatste periodieke verhooging.

7. Indien het bedrag van de wedde, berekend naar den diensttijd volgens het vierde lid onder I, niet overeenkomt met eenigen trap van de desbetreffende bezoldigingsschaal van dit besluit, wordt niettemin do wedde op dat' bedrag vastgesteld, mits dat bedrag Diet:

a. hooger zij dan het bedrag van de wedde, welke den ambtenaar zoude zijn toegekend, indien hij op 31 October 1928 tot de in het tweede lid bedoelde gehuw-den zoude hebben behoord;

b. lager zij dan het bedrag van den trap van de desbetreffende bezoldigingsschaal van dit besluit, waarop de ambtenaar naar den diensttijd, berekend als in het derde lid aangegeven, aanspraak heeft.

S. De overeenkomstig de vorige leden op 1 November 1928 vastgestelde wedde wordt tot het naastvolgend hoogere bedrag en verdere trappen in de desbetreffende bezoldigingsschaal van dit besluit ver hoogd, met inachtneming van den volgens het tweede tot en met zesde lid verkregen diensttijd in deze schaal.

9. Voor ambten, waaraan onder de werking van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren

85

1925 eene vaste wedde is verbonden en waarvoor bij dit besluit eene bezoldigingsschaal is vastgesteld, waarbij periodieke verhoogingen zijn voorzien, wordt voor de vaststelling van den voor de berekening va , bezoldiging geldigen diensttijd op 1 November 1928, aangemerkt de diensttijd, welke benoodigd is om de maximum-wedde van de desbetreffende schaal van be-zoldiging te bereiken.

10. Het in de vorige leden van dit artikel bepaalde vIndt voor de in de bijlage D vermelde ambten slechts in zooverre toepassing als in overeenstemming te ach-te-i is met de voor deze ambten in kolom 4 van die ,bijlage aangegeven bijzondere wijze van omrekening

an den diensttijd op 1 November 1928 of den in die kolom voor deze ambten vermelden diensttijd.

Artikel 29. (Heeft uitsluitend betrekking op onderwijzend per-

sonnel) . . Artikel 30.

1. Voor de op 1 November 1928 in .dienst zijnde ambtenaren, wier bezoldiging in maand- of weekloon it uitgedrukt, benoemd met ingang van een vroegeren datum, wordt de bezoldiging naar dit besluit vastge-steld naar een diensttijd, berekend op de wijze als in artikel 28, tweede lid, voor de gehuwden is aangege-y en.

2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toe-passing op de ambtenaren, wier bezoldiging volgens de op 31 October 1928 van kracht zijnde regeling in maand- of weekloon was uitgedrukt, en wier bezoldi-ging in dit besluit in eene jaarwedde is uitgedrukt.

Artikel 31, 1. Voor de ongehuwden, die met ingang van 1 No-

vember 1928 of een lateren datum tot hoogeren rang of hoogere klasse zijn of worden benoemd of bevor-derd, wordt voor de toepassing van artikel 17 de diensttijd in den verlaten rang of de verlaten klasse bepaald op dien, welke daarin zoude zijn verkregen, indien de desbetreffende ambtenaar op 1 November 1928 hadde behoord tot de gehuwden.

2. Voor mannelijke ambtenaren, die op of na 1 No-Nember 1928 voor het eerst in het huwelijk treden en

86

voor vrouwelijke ambtenaren, die op of na 1 Novem-ber 1028 den gehuwden staat verliezen, wordt met ingang van den eersten dag van de maand, waarin be-doelde burgerlijke staat wijziging heeft ondergaan, devoordeberekening van de bezoldiging geldige dienst-tijd bepaald op den diensttijd, welke zoude zijn ver-kregen, indien deze wijziging reeds op 31 October 1928 hadde plaats gevonden.

Artikel 32.

1. indien, hetzij op 1 November 1928, hetzij op eenig later tijdstip, voor een op 1 November 1928 in dienst zijnden ambtenaar, benoemd met ingang van. een vroegeren datum, de toepassing van het Bezoldi-gingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 en van de op grond van dat besluit getroffen regelingen, zooals dat besluit en die regelingen op 31 October 1928 luidden, voordeeliger is dan de toepassing van dit besluit, worden voor den duur, dat zulks het geval is en behoudens het bepaalde in het volgende lid, op den ambtenaar eerstgenoemd besluit en regelingen toegepast.

2. Bij de toepassing van het vorige lid op onge-huwden, wordt de wedde, volgens het Bezoldigings-

►esluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 toe to ken-nen, met inbegrip van de in dat besluit bedoel-de toelage, met 3 ten honderd verminderd, overeenkomstig het in artikel 10 van dit besluit bepaalde ten aanzien van de wedde volgens dit besluit, met dien verstande, dat de ambtenaar als gevolg hiervan nimmer minder ontvangen zal dan door hem op 31 October 1928 onder de werking van het Bezol-digingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 werd genoten.

3. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toe-'sassing op de ambtenaren wier bezoldiging in maand-of weekloon is uirgedrukt.

4. Het bepaalde in het eerste en tweede lid van (fit artikel vindt slechts toepassing, indien en zoolang de ambtenaar niet met ingang van 1 November 1928 of daarna is benoemd tot een an;er ambt of bevor-derd tot hoogeren rang of hoogere Masse.

5. In zooverre met afwtjking van het bepaalde in het vorige lid, vindt het bepaalde in het eerste en

87

tweede lid mede toepassing, ingeval de benoeming tot een ander ambt het gevolg is van titelwijziging van het op 31 October 1928 bekleede ambt, zonder veran-aering van werkkring.

Artikel 33. 1. Indien een ambtenaar, op wien artikel 32 toe-

passing vindt, op of na 1 November 1928 benoemd wordt tot een ander ambt, bij hetzelfde dienst-vak, zonder dat deze benoeming als eene be-vordering is te beschouwen, wordt hem in dat andere ambt, zoo de daaraan verbonden wedde-regeling volgens dit besluit zulks toelaat, tenminste dezelfde wedde toegekend, als hij in het vorige ambt op grond van artikel 32, overeenkomstig de regeling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte-Laren 1925, genoot.

2. Indien laatstgenoemde wedde hooger is dan de maximumwedde in dit besluit aan het nieuwe ambt verbonden, wordt den ambtenaar boven deze maxi-mum-wedde nog eene persoonlijke toelage toege-kend ten bedrage van het Nersehil, tenzij hem op grond van hiet volgende lid eveneens een persoonlijke toelage zou warden toegekend.

3. Was de ambtenaar tevens in het genot van eene persoonlijke toelage, bedoeld in artikel 27 van het Be-;,oldigingsbesluit Burgerlijke ltijksambtenaren 1925, clan wordt hem in dit nieuwe ambt eveneens eene persoonlijke toelage toegekend, waarvan, het bedrag ?.00veel hooger of zooveel lager zal zijn dan de wedde, in dit nieuwe ambt toegekend, minder of meer be-draagt dan de laatstelijk genoten wedde in het vorige ambt.

4. Op de toelagen, bedoeld in het tweede en derde lid, is het bepaalde in den slotzin van artikel 17, der-de lid, van toepassing.

5. Indien een in het eerste lid bedoelde benoeming tot een ander ambt op verzoek van den ambtenaar zelf geschiedt, of als eene straf is bedoeld, kan van het bepaalde in het 2de en 3de lid van dit artikel ten nadeele van den ambtenaar worden afgeweken, in het eerstbedoelde geval slechts, indien den ambtenaar tevoren is meegedeeld in hoeverre van deze bepalin-gen zal worden afgeweken en hem daarna nog gele-genheid is gegeven op zijn verzoek terug te komen.

88

Artikel 34. 1. Indien een ambtenaar, op wien artikel 32 toe-

passing vindt, op of na 1 November 1928 tot hoogeren rang of hoogere Masse wordt benoemd of bevorderd,

ordt zijne wedde in, dezen hoogeren rang of deze hoogere klasse, overeenkomstig de bepalingen en re-gelingen van dit besluit, vastgesteld naar den dienst-tijd en de bezoldiging, waarop hij volgens dit besluit, met inachtneming van de bepalingen van de artike-len 28, 30 en 31, in den lageren rang of de lagere Masse op den datum van benoeming of bevordering aanspraak heeft.

2. Indien de overeenkomstig het vorige lid vast-gestelde wedde in den hoogeren rang of de hoogere Masse, vermeerderd met daarin genoten toelagen, in-gevolge de artikelen 17, 19 en 20 van dit besluit, min-der bedraagt dan de ambtenaar, gerekend naar eene gemeente van dezelfde Masse, op het tijdstip van de be-vordering, op grond van artikel 32, overeenkomstig dc regeling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijkc_ Itijksambtenaren 1925 aan wedde en toelagen, inge-volge de artikelen 16, 19, 20 en 27 van. dat besluit genoot, wordt hem eene persoonlijke toelage toege-kend ten bedrage van het verschil.

3. Op deze persoonlijke toelage is van toepassing het bepaalde in den slotzin van artikel 17, derde lid.

Artikel 35. De diensttijd van amtbenaren, die met ingang

van een datum, vallende voor 1 November 1928, be-noemd of bevorderd zijn tot hoogeren rang of hoogere klasse bij hetzelfde dienstvak, wordt, indien hunne zoodanige benoeming of bevordering met ingang van 1 November 1928 meer diensttijd zou hebben opgele-verd, met ingang van laatstgenoemden datum met dat meerdere verlengd.

Artikel Voor de ambtenaren, op wie het bepaalde in

artikel 1, vierde lid, tweede alinea, van toepassing is, wordt de meerdere diensttijd, op grond van het bepaalde in die alinea in aanmerking komende voor de toekenning van periodieke verhoogingen van de be-zoldiging, toegekend met dien verstande, dat voor

89

hen, die in de maand November of December 1928, Januari, Februari, Maart, April, Mei of Juni 1929 den 21-jarigen leeftijd hebben bereikt, of die in die maand in hun ambt in het genot getreden zijn van de a an hun ambt verbonden aanvangswedde, het vierde deel van den diensttijd, vervuld tusschen. den 18- en 21-jarigen leeftijd, daarvoor tot niet meer in nanmerking wordt gebracht dan tot onderscheidenlijk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 maanden.

Artikel 37.

1. Voor de op 1 November 1928 in dienst zijnde ambtenaren, bedoeld in artikel 23, eerste lid, die op 31 October 1928 een wedde genoten, overeenkomstig de voor ambtenaren in vasten dienst geldende scha-len van bezoldiging, zijn de overgangsbepalingen van dit besluit merle van toepassing.

2. Voor degenen hunner, aan wie een zoodanige wedde niet is toegekend, wordt door Ons, zoo noodig de voor de berekening van hunne bezoldiging geldige diensttijd afzonderlijk bepaald.

Artikel 38.

1. De volgens de vorenstaande overgangsbepalingen op 1 November 1928 berekende wedde kan voor een ambtenaar, wien eene buitengewone periodieke ver-hooging is toegekend of toegedacht met ingang van 1 November 1928 of een lateren datum, vallende voor 1 Januari 1930, met toepassing daarbij van hetgeen in artikel 16 is bepaald, worden verhoogd op eene wijze als is vastgesteld door bet Gezag, dat tot het toekennen van periodieke verhoogingen bevoegd is.

2. Indien de, door toepassing van het vorige lid berekende, wedde overeenstemt met een bedrag, voor-komende in de schaal van bezoldiging, wordt die be-zoldiging voor de verdere verhoogingen beschouwd als to zijn verkregen door regelmatige periodieke ver-hooging na den daarvoor gevorderden diensttijd.

3. Indien de in het vorige lid bedoelde overeen-stemming niet bestaat, wordt de wedde verhoogd tot het naast hoogere bedrag, voorkomende in de desbetref-fende schaal van bezoldiging, na een op den voet van bet volgende lid berekend tijdsverloop, hetwelk aan-vangt met den eersten dag van de maand, waarin die

90

wedde is ingegaan. De aldus verhoogde wedde wordt voor de verdere periodieke verhoogingen beschouwd als te zijn verkregen door regelmatige periodieke ver-hooging na den daarvoor gevorderden diensttijd. Deze bepaling is niet van toepassing op de - wedde, vermin-derd overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, twee-de lid.

4. Het tijdsverloop, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend door het aantal maanden, dat is vastgesteld voor den trap van verhooging, tusschen welks aanvang en einde de wedde is gelegen, te vermenigvuldigen met eene gewone breuk, waarvan de teller aanwijst het bedrag, waarmede de wedde blijft beneden het naast hoogere bedrag in de schaal van bezoldiging, en de noemer het verschil tusschen het naast lagere en het naast hoogere bedrag in die schaal.

5. Gedeelten van eene maand worden verwaarloosd.

Artikel 39.

1. De herziening van de bezoldiging, welke op grond van deze overgangsbepalingen behoort plaats te vin-den, geschiedt door het Gezag, bevoegd tot het toe-kennen van periodieke verhoogingen.

2. Indien de voorwaarden, welke voor het toeken-nen van periodieke verhoogingen zijn gesteld, door een ambtenaar niet zijn vervuld, kan dat Gezag bepa-len, dat de herziening te zijnen opzichte niet, of ten deele niet zal plaats vinden.

3. De toekenning van verdere periodieke verhoo-gingen vindt alsdan zooveel later plaats als de ont-bonding of gedeeltelijke onthouding van deze herziening heeft geduurd, met dien• verstande, dat de artikelen 9, tweede lid, en 14, daarmede overeenkomstige toe-passing vinden.

SLOTBEPALINGEN. Artikel 40.

1. Ons besluit van 22 October 1924 (Staatsblad no. 476), zooals dat later is gewijzigd en aangevuld, is vervallen, behoudens de toepassing daarvan, in de gevallen, bedoeld bij artikel 32 van dit besluit.

2. Alle in andere besluiten voorkomende bepalin-gen, welke:

a. onderwerpen betreffen, die in dit besluit zijn geregeld

91

b. regelen vaststellen omtrent periodieke verhoogin-gen tot hoogeren rang of hoogere klasse,

zijn afgeschaft, behoudens het bepaalde bij de arti-kelen 1, zesde lid, tweeden volzin, 6, vierde lid, twee-den volzin, 23, derde lid, 24, tweede alinea en voor d. toepassing van de overgangsbepalingen van dit besluit.

De regelingen, welke zijn voortgevloeid uit de be-palingen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad no. 541), van het Bezoldigingstbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad no. 37) en van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1925 (Staatsblad 1924, no. 476), zooals die besluiten later zijn gewijzigd en aangevuld, blijven van kracht, zoolang deze niet inge-trokken, gewijzigd of door andere vervangen zijn.

3. De thans geldende bepalingen ten aanzien van stilstand van wedde, al dan niet gepaard met dien van periodieke verhooging, bij afwezigheid of bij schor-sing, blijven, behoudens het bepaalde in artikel 12, van kracht, zoolang geen a lgemeene regeling op dat punt is tot stand gekomen.

BIJLAGEN VAN HET BEZOLDIGINGSBESLUIT. Bijlage A bevat de salarisbedragen voor ambtena-

ren, wier bezoldiging niet in maand- of weekloon is uitgedrukt.

Bijlage B bevat de schalen van bezoldiging der amb-tenaren, wier bezoldiging in maand- of weekloon is uitgedrukt.

Bijlage C bevat de regelen omtrent de bezoldiging van het onderwijzend personeel, voor zoover niet ge-regeld in bijlage A.

Bijlage D bevat de bijzondere .regelen, in acht to nemen bij de berekening van den diensttijd, waarnaar df wedden van . op 31 October 1928 reeds in dienst zijnde ambtenarenop 1 November 1928 behooren 1,0 worden vastgesteld.

Bijlage E bevat de klassenindeeling der gemeenten. (Zie bladzijden 116/119 Jaarboekje 1928).

Een uittreksel van de bijiagen A, B en D., voor zoover zulks voor het P. T. T.-personeel van belang is to achten, is opgenomen op de biz. 94 VIII 114 van dit Jaarboekje.

92

Salarissen P.T.T.-personeel. Het Bezoldigingsbesluit onderscheidt twee groepen

van Ambtenaren, to weten: Ambtenaren op week- en Ambtenaren op jaarloon.

Ambtenaren op weekloon zijn : Voor

loonschaa zie ha.

Besteller 95 Chef-stoker 96 --- Chef-vakwerkman 96 ---- Instrumentmaker en idem le kl. 97-i" Kantoorknecht 96--•'""` 1Viagazijnbediende 94-- Monteur en monteur le kl. Stoker en stoker le kl. 95-- Vakwerkman en vakwerkman le kl. 96 -- Werkman en werkman le kl. 94 Zaalwachter 96 -'

Ambtenaren op jaarloon zijn :

Adjunct-commies 111 .- Idem Pcgd. 112

Adjunct-magazijnchef 111 Assistent 103 ----

Idem le kl. 110 Bode Pcgd. 114 Boekhouder Pcgd. 113 Boekhouder 2e kl. P. en T. 110

Idem P. en T. 110 Idem -bureelchef P. en T. 110

Buitengewoon geemployeerden 98 Bureel-ambtenaar 102

Idem le kl. 102 Chef-instrumentmaker 97-- Chef-magazijnbediende 100 Chef-monteur 97..- Commies Pcgd. 112 Commies-titulair Concierge Asd., Rt., Gv., Hlm. 108 en 109 Conducteur

'- 103/

93

Voor loonschaal zie bldz.

Conducteur lste kl. 110 Expediteur en chef-exp. 101 Hoofdbesteller 104 Kantoorbediende 103

Idem le kl. 110 Idem bij den Pcgd. 113

Kantoorhouder klasse 4 104

/1 /7 3a 105 If 3b 105

ff 3c 105

ff 2a 106 2b 106

ff 2c 106

ff la 107 lb 107 lc 107

Klerk Hoofdbestuur 100 Klerk P. en T. 109 Machinist 97 Machineschrijver Hbs. 99 Magazijn-opziehter 101 Opzichter 98 Schrijver 2e kl. Hoofdbestuur 99

„ le kl. 99 Schrijver P. en T. 100

77 Pcgd. 114 Teekenaar 102

Idem le kl. 103 Telefoniste bij den localen dienst 98

Idem bij den interl. dienst 103

Idem le kl. 110 Telegrafist 103

Idem le kl. 110 Vaste knecht Pegd. 114 Werkmeester 98

94

Ambtenaren op weekloon.

Weekloon Werkman. Dtenstjaren le klasse

Oud Nieuw 2e klasse Oud Nieuw

3e klasse Oud Nieuw

0 24.-- 24.- 22.08 22.56 19.20 20.64 1 24.96 24.96 23.04 23.52 20.16 21.60 2 25.92 25.92 24.- 24.48 21.12 22.56 8 26.88 26.88 24.96 25.44 22.08 23.52 4 27.84 27.84 25.92 26.40 23.04 24.48 5 28.80 28.80 26.88 27.36 24.- 25.44 6 30.24 28.80 26.88

Weekloon Werkman le kl. Dienstjaren le klasse


3e klasse Oud Nieuw

0 25.44 25.44 23.52 24.- 20.64 22.08 1 26.40 26.40 24.48 24.96 21.60 23.04 2 27.36 27.36 25.44 25.92 22.56 24.-

28.32 28.32 26.40 26.88 23.52 24.96 . 4 29.28 29.28 27.36 27.84 24.48 25.92 5 30.24 30.24 28.32 28.80 25.44 26.88 6 31.68 30.24 28.32

Weekloon Magazijnbedlende bij bet Magazijn v. postzegels en Pcgd. Archiefbediende fibs.

Dienstjaren le klasse Oud Nieuw .

0 26.88 26.88 1 27.84 27.84 2 28.80 28.80 3 29.76 29.76 4 30.72 30.72 5 31.68 31.68 6 33.12

95

Weekloon Bestellers. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw

2eklasse

Oud Nieuw

3e klasse

Oud Nieuw

0 27.84 28.32 25.92 26.40 23.04 24.48 1 28.80 29.28 26.88 27.36 24.- 25.44 2 29.76 30.24 27.84 28.32 24.96 26.40 3 30.72 31.20 28.80. 29.28 25.92 27.36 4 31.68 32.16 29.76 30.24 26.88 23.32 5 32.64 33.12 30.72 31.20 27.84 29.28 6 34.56 32.64 30.72

Weekloon Stoker (nienwe titel Verwarmingsstoker).

Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw

28.80 25.44 1 29.76 26.40 2 30.72 27.36 3 31.68 28.32 4 • 32.64 29.28 5 33.60 30.24 6 31.68

Weekloon Stoker lste kl. . e • Yerwarmin sstoker- ;

96

Weekloon Vakwerkman. Dienstjaren 1e klasse


3e klasse Oud Nieuw

0 28.80 28.80 26.88 26.88 24.- 24.96 1 29.76 29.76 27.84 27.84 24.96 25.92 2 30.72 30.72 28.80 28.80 25.92 26.88 3 31.68 31.68 29.76 29.76 26.88 27.84 4 32.64 32.64 30.72 30.72 27.84 28.80 5 33.60 33.60 31.68 31.68 28.80 29.76 6 35.04 33.12 31.20

Weekloon Vakwerkman lste kJ. Dienstjaren 1e klasse

Oud Nieuw 2eklasse Oud Nieuw

3e klasse Oud Nieuw

0 31.20 31.68 29.28 29.76 26.40 27.36 1 32.16 32.64 30.24 30.72 27.36 28.32 2 33.12 33.60 31.20 31.68 28.32 29.28 3 34.08 34.56 32.16 32.64 29.28 30.24 4 35.04 35.52 33.12 33.60 30.24 31.20 5 36.- 36.48 34.08 34.56 31.20 32.16

- 37.92 - 36.- 33.60 Weekloon Chef•vakwerkman en Chef-stoker.

Dienstjaren le k l a s s e Oud Nieuw

0 33.60 34.08 1 34.56 35.04 2 35.52 36.- 3 36.48 36.96 4 37.44 37.92

97

Weekloon Monteur. Instrumentmaker. Dienstjaren le klasse


0 32.16 32.64 30.24 30.72 1 33.12 33.60 31.20 31.68 2 34.08 34.56 32.16 32.64

35.04 35.52 33.12 33.60 4 36.- 36.48 34.08 34.56 5 36.96 37.44 35.04 35.52 6 38.88 36.96

Weekioon Monteur 1 ste kl. en Instrumentmaker 1 ste kl. Dienstjaren 1e klasse


0 85.- 36.48 33.- 34.08 1 36.- 37.92 24.- 35.52 2 37.- 39.86 35.- 36.96 3 38.- 40.80 36.- 38.40 4 39.- 42.24 37.- 39.84 5 40.-- 43.68 38.- 41.28 6 42.- 45.12 40.- 42.72 7 43.- - 41.-

Ambtenaren op jaarloon.

Chef-Monteur, Chef-Instrumentmaker, Machinist B. Dienstjaren 1e klasse


3e klasse Oud Nieuw

0 1600 1600 1536 1536 1472 1472 2 1800 1800 1728 1728 1656 1656 4 2000 2000 1920 1920 1840 1840 6 2200 2200 2112 2112 2024 2024 S 2400 2400 2304 2304 2208 2208

10 2500 2600 2400 2496 2300 2392 12 2600 2800 2-196 2688 2392 2576 14 2700 2592 2484

4

98

Opzichter.

Dienstjaren le klasse Oud Nieuw

2e klasse Oud Nieuw

0 1800 1800 1728 1728 2 2000 2000 1920 1920 4 2200 2200 2112 2112 6 2400 2400 2304 2304 8 2600 2600 2496 2496

10 2800 2800 2688 2688 12 3000 3000 2880 2880 14 3200 3072

Werkmeester, Buitengewoon geempl. groep 2.


0 2500 2600 2 2700 2800 4 2900 3000 6 3100 3200 8 3200 3400

10 3300 3600 12 3400

Telefoniste bij den localen dienst.

Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw

2e klasse

Oud Nieuw

3e klasse

Oud Nieuw 0 1000 1050 960 1008 920 966 1 1100 1150 1056 1104 1012 1058 2 1200 1250 1152 1200 1104 1150 4 1300 1350 1248 1296 1196 1242 6 1400 1450 1344 1392 1288 1334 8 1500 1550 1440 1488 1380 1426

10 1600 1650 1536 1584 1472 1518 12 1650 1700 1584 1632 1518 1564 14 1700 1632 1564

99

Machineschrijver bij het Hoofdbestuur. Dienstjaren Oud Leeftijd Nieuw

0 500 14 300 1 600 15 350 2 700 16 400 3 800 17 450 4 900 18 500

19 600 20 700 21 800 22 900

1000 24 1100 25 1200

Schrijver 2e kl. Hoofdbestuur. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 0 .1000 1050 1 1100 1150 2 1200 1250

1300 1350 4 1400 1450 6 1500 1550 8 1600 1650

10 1650 1700 12 1700 1750

Schrijver 1 e kl. Hoofdbestuur. Dienstjaren le k 1 a s s e

Oud Nieuw

0 1600 1600 2 1700 1700 4 1800 1800 6 1900 1900 8 2000 2000

10 2100 2100 12 2200

100

Schrijver P. en T. Dienstjaren le klasse


3e k1 asse Oud Nieuw

0 1000 1050 960 1008 920 966 1 1100 1150 1056 1104 1012 1058 2 1200 1250 1152 1200 1104 1150 3 1300 1350 1248 1296 1196 1242 4 1400 1450 1344 1392 1288 1334 5 1500 1550 1440 1488 1380 1426 6 1600 1650 1536 1584 1472 1518 8 1700 1750 1632 1680 1564 1610

10 1750 1850 1680 1776 1610 1702 12 1800 1900 1728 1824 1656 1748

Klerk lloofdbestuur en Pcgd. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 0 1100 1200 1 1200 1300 2 1300 1400 3 1400 1500 4 1500 1600 5 1500 1700 6 1600 1700 7 1900 8 1700 9 2100

10 1800 12. 1900 14 2000

Chef-Magazijnbediende fibs en Pcgd. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 6 1400 1400 2 .1600 1600 4 1800 1800 6 2000 2000 8 2100 2200

1.0 2200

1 01

Magazijnopzichter. Dienstjaren 1e k 1 asse

Oud Nieuw 0 1400 1400 9 1600 1600 6 2000 2000 4 1800 1800 8 2000 2200,

10 2200

Expediteur. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 0 1100 1200 1 1200 1300

1300 1400 1400 1500

4 1500 1600 5 1700

1600 7 1900

1700 9 2100

10 1800 11 12 1900 13 14 2000

Chef-Expediteur.


0 1600 1600 2 1700 1800 4 1800 2000 6 1900 2200 8 2000 2400

10 2100 12 2200 14 2300

102

Bureelambtenaar. Dienstjaren le k 1 a s s e

Oud Nieuw 0 1100 1200 1 1200 1300 2 1300 1400 3 1400 1500 4 1500 1600 5 1700 6 1600 7 1900 8 1700 9 2100

10 1800 12 1900 14 2000

Bureelanthtensar le kl. Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 2e k lasse Oud Nieuw

0 1700 1800 1632 1728 2 1900 2000 1824 1920 4 2100 2200 2016 2112 6 2300 2400 2208 2304 8 2400 2600 2304 2496

10 2500 2800 2400 2685 12 2600 2900 2496 2784 14 2700 2592 16 2800 2688

Teekenaar. Dienstjaren le k 1 a s s e

Oud Nieuw 2e k 1 a s s e Oud Nieuw

0 1100 1200 1056 1152 1 1200 1300 1152 1245 2 1300 1400 1248 1344 3 1400 1500 1344 1440 4 1500 1600 1440 1536 5 1700 1632 6 1600 1536 7 1900 1824 S 1700 1632 9 2100 2011

10 1800 1728 12 1900 1824 14 2000 1920

10 12 — 2000

Concierge to Haarlem. Dienstjaren 1e klasse

Oud Nieuw 1500 1400

2 1600 1500 4 1700 1600 6 1800 1700 8 1900 1800

10 1900

Klerk P. en T. Dienstjaren le klasse


3e klasse Oud Nieuw

0 1100 1200 1056 1152 1012 1104 1 1200 1152 1104 2 1300 1400 1248 1344 1196 1288 3 1400 1344 1288 4 1500 1600 1440 1536 1380 1472 5 1600 1536 1472

1700 1800 1632 172S 1564 1656 7 1800 1728 1656 8 1900 2000 1824 1920 1748 1840 9 2000 1920 1840

10 2100 2200 2016 2112 1932 2024 12 2200 2300 2112 2208 2024 2116 14 2300 2400 2208 2304 2116 2208 16 2400 2500 2304 2400 2208 2300 18 2500 2400 2300

Boekhouders P. en T. Dienstja 'ren

Boekh. in standplaats le kl. Oud Nieuw

Dienstjar,en Boekh. 2e kl. in standpl. le kl. Oud Nieuw

0 1600 1600 0 1100 1200 2 1800 1800 1 1200 1300 4 2000 2000 2 1300 1400 6 2200 2200 3 1400 1500 8 2400 2400 4 1500 1600

10 2500 2600 5 1700 12 2600 6 1600

7 1900 8 1700 9 2100

10 1800 12 1900 14 2000

Boekhouder-Bureelehet Dienstjaren le k 1 a s s e

Oud Nieuw 0 2500 2600 2 2700 2800 4 2900 3000 6 3100 3200 8 3200 3400

10 3300 3600 12 3400

111

Adjanct-Magazijachef (Magazijn van postzegels). Dienstjaren le klasse

Oud Nieuw 0 1800 1800 2 2000 2000 4 2200 2200 6 2400 2400 8 2500 2600

10 2600 2800 12 2700

Adjanct-Commies P. en T. Dienstjaren leklasse


3eklasse Oud Nieuw

0 1700 1300 1632 1248 1564 1196 2 1900 1500 1824 1440 1748 1381) 4 2100 1700 2016 1632 1932 1564 6 2300 1900 2208 1824 2116 1748 8 2500 2100 2400 2016 2300 1932

10 2600 23Q0 2496 2208 2392 2116 12 2700 2500 2592 2400 2484 2300 14 2800 2700 2688 2592 2576 2484 16 2900 2784 2668

De omrekening van den diensttijd of toe to kennen dienst-tijd op 1 November 1928 geschiedt aldus :

Vermenigvuldigen met 11/14 en daarna vermeerd ► en met 5 jaren.

Commies-titulair. Dienstjaren le klasse


3eklasse Oud Nieuw

0 2500 2600 2400 2496 2300 2392 2 2700 2800 2592 2688 2484 2576 4 2900 3000 2784 2880 2668 2760 6 3100 3200 2976 3072 2852 2944 8 3200 3400 3072 3264 2944 3128

10 3300 3600 3168 3456 3036 3312 12 3400 3264 3128

121

Commies Hbs en Pcgd.

Dienstjaren.

Aanvang Oud Nieuw Ongehuwden.

Nieuw 0 2500 2600 2522 1 2500 2600 2522 2 2700 2800 2716 3 2700 2800 2716 4 2900 3000 2910 5 2900 3000 2910 6 3100 3200 3104 7 3100 3200 3104 8 3200 3400 3298 9 3200 3400 3298

10 3300 *) 3600 3492 11 3300 *) — --- 12 3400 *)

Adjunct-Commies fibs en Pcgd. Dienstjaren.

A anvang Oud Nieuw Ongehuwden.

Nieuw 0 1700 1200 1164 2 1900 1400 1358 4 2100 1600 1552 6 2300 1860 1746 8 2400 2000 1940

10 2500 2200 2134 12 2600 *) 2400 2328 14 2700 *) 2600 2522 16 2800 2716

De omrekening van den diensttijd of toe to kennen dienst-tijd op 1 November 1928 gesehiedt aldus :

rermenigvuldigen met 10/14 en daarna vermeerderen met 6 jaren.

*) De twee laatste periodieke verhoogingen werden niet toegekend .an de ongehuwden.

113

Boekhouders Pcgd. Deenstjaren. Ongehuwden.

Aanvang Oud Nieuw Nieuw 0 1400 1400 1358 1 1400 1400 1358 2 1600 1600 1552 3 1600 1600 1552 4 1800 1800 1746 5 1800 1800 1746 6 2000 2000 1940 7 2000 2000 1940 8 2200 2200 2134 9 2200 2200 2134

10 2400 2400 2328 11 2400 2400 2328 12 2500 *) 2500 2425 13 2500 *) 2500 2425 14 2600 *) 2600 2522

Kantoorbedienden Pcgd. Dienstjaren.

Aanvang Oud Nieuw

Ongehuwden.

Nieuw 0 1100 1200 1164 1 1200 1300 1261 2 1300 1400 1358 3 1400 1500 1455 4 1500 1600 1552 5 1600 1700 1649 6 1700 — — '7 1700 1800 1746 8 1800 — — 9 1800 1900 1843

10 1900 — — 11 1900 2000 1940 12 2000 *) — 13 2000 *) 2100 2017 14 2100 *) -- — 15 2200 2134

*) De twee laatste periodieke verhoogingen werden niet toegekend aan de ongehuwden.

114

Schrijvers Pcgd. Dienstjaren. Ongehuwden.

Aanvang Oud Nieuw Nieuw 0 1000 1050 1018.50 1 1100 1150 1115.50 2 1200 1250 1212.50 3 1350 1400 1358.- 4 1500 1550 1503.50 5 - - --- 6 1600 1650 1600.50 7 - - - 8 1700 1750 1697.50 9 - - -

10 1750 *) 1800 1746.-- 11 - - - 12 1800 *) 1550 1794.50

*) De twee laatste periodieke verhoogingen werden niet toegekend aan de ongehuwden.

Weekloon Portier en Bode Hbs en Pcgd. Let wel:

Aan de Week-looners wordt het aauvangsloon pas op 23- jarigen leeftijd toegekend.

Dienstjaren. Aanvang Oud Nieuw

0 26.40 26.40 1 27.36 27.36 2 28.32 28.32 3 29.28 29.28 4 30.24 30.24 5 31.20 31.20 6 32.64

Weekloon Vaste knecht Hbs en Pcgd. Dienstjaren. Aanvang Oud Nieuw

0 24.- 24.- 1 24.96 24.96 2 25.92 25.92 3 26.88 26.88 4 27.84 27.84 5 28.80 28.80 6 30.24

115

Rangbevordering kantoorpersoneel 1928. (In werking getreden 1 November 1928).

EERSTE GEDEELTE. Artikel 1.

Rssistent. 1. Voor aanstelling tot assistent komen bij behoefte in aan-

merking de ambtenaren met ten minste 3 jaren vasten dienst, bij het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, die vol-daan hebben aan de ontwikkelingseischen (bijlage 1) en aan de eischen van vakbekwaamheid (bijlage 2) en den leeftijd van 30 jaar niet hebben bereikt. Bij het uitschrijven van het examen in vak-bekwaamheid wordt telkenmale het aantal beschikbare plaatsen in den assistentenrang bekend gemaakt.

2. De ambtenaren, die aan vorenbedoelde exameneischen hebben voldaan en bij het examen in vakbekwaamheid zoodanig rang-nummer behaald hebben, dat zij voor plaatsing in aanmerking komen, worden gedurende een proeftijd van 3 maanden werkzaam gesteld. Deze proeftijd zal niet worden geeischt van4exandidaten, die door dienstverrichting ter plaatse als waarnemeSd assistent gedurende tenminste denzelfden termijn, naar het oordeel van het hoofd van dienst, reeds afdoende blijken van geschiktheid voor den assistentenrang gegeven hebben. Na gebleken geschiktheid voor den assistentenrang geschiedt benoeming tot assistent in volgorde van het bij het examen in vakbekwaamheid verkregen rangnummer.

3. Zij, die wegens hun rangnummer niet voor benoeming tot assistent in aanmerking komen, kunnen voor zoodanige benoeming slechts in de termen vallen, indien zij bij een volgend examen in vakbekwaamheid een rangnummer behalen, dat daartoe aan-leiding geeft.

Artikel 2. Conducteur.

1. Voor aanstelling tot conducteur komen bij behoefte in aan-merking de ambtenaren met ten minste 3 jaren vasten dienst bij het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, die vol-daan hebben aan de ontwikkelingseischen (bijlage 1) en aan de eischen van vakbekwaamheid (bijlage 3) en den leeftijd van 30 jaar niet hebben bereikt. Bij het uitschrijven van het examen in vak-bekwaamheid wordt telkenmale het aantal beschikbare plaatsen in den conducteursrang bekend gemaakt.

116

2. De ambtenaren, die aan vorenbedoelde exameneischen hebben voldaan en bij het examen in vakbekwaamheid zoodanig rang-nummer behaald hebben, dat zij voor plaatsing in aanmerking komen, worden gedurende een proeftijd van 3 maanden werk-zaam gesteld. Deze proeftijd zal niet worden gedischt van de candidaten, die door dienstverrichting als waarnemend conducteur gedurende tenminste denzelfden termijn, naar het oordeel van het hoofd van dienst, reeds afdoende blijken van geschiktheid voor den conducteursrang gegeven hebben. Na gebleken geschiktheid voor den conducteursrang, geschiedt benoeming tot conducteur in volgorde van het bij het examen in vakbekwaamheid ver-kregen rangnummer.

3. Zij, die wegens hun rangnummer niet voor benoeming tot conducteur in aanmerking komen, kunnen voor zoodanige be-noeming slechts in de termen vallen, indien zij bij een volgend examen in vakbekwaamheid een . rangnunamer behalen, dat daartoe aanleiding geeft.

Hoofdbesteller.

1. Voor aanstelling tot hoofdbesteller komen bij behoefte in aanmerking kantoorknechts, bestellers en schrijvers, voortgelcomen uit den rang van besteller. In vacatures te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht of op de kantoren der le klasse, wordt als regel voorzien door benoeming van geschikte candidaten van het eigen kantoor en op de overige kantoren als regel door benoeming van geschikte candidaten van elders --- waartoe ook kunnen behooren hoofdbestellers van andere kantoren zonder evenwel in het laatste geval de bijzonder geschikte candidaten ter plaatse uit te sluiten. De candidaten moeten tenminste 3 jaar in vasten dienst hebben doorgebracht en mogen den leeftijd van 49 jaar niet hebben bereikt. Zij moeten hebben voldaan aan de ont-wikkelingseischen (bijlage 1) en aan de eischen van vakbekwaam-heid (bijlage 4 voor de hoofdbestellers bij den Postdienst ; bijlage 5 voor de hoofdbestellers bij den Telegraafdienst; bijlage 6 voor de hoofdbestellers bij den Post- en Telegraafdienst).

2. Van de candidaten, die in alle opzichten geschikt worden geacht, komt hij, die de meeste ancienniteit heeft, in aanmerking. Hij wordt gedurende een proeftijd van 3 maanden in de functie van hoofdbesteller tewerkgesteld ; na afloop daarvan volgt, bij gebleken geschiktheid, aanstelling tot hoofdbesteller. Deze proef-tijd zal niet worden gedischt van de candidaten, die door dienst-verrichting ter plaatse als waarnemend hoofdbesteller, gedurende

Artikel 3.

117

tenminste denzelfden termijn, naar het oordeel van het hoofd van dienst reeds afdoende blijken van geschiktheid voor den hoofd-bestellersrang gegeven hebben.

3. Desgewenscht kan aan den eersten candidaat voor eene vacature voor het afleggen van het vakexamen, ten hoogste een maand uitstel worden verleend. Dit vakexamen wordt afgenomen ter plaatse, waar de vacature bestaat, naar de regelen door den Directeur-Generaal te stellen. Het wordt afgenomen door of van-wege het betrokken hoofd van dienst en door een door den Directeur-Generaal aan te wijzen ambtenaar.

4. De vacature wordt bij kantoororder, dan wel bij dienstorder bekend gemaakt.

5. In bijzondere gevallen, ter beoordeeling van den Directeur-Generaal, kunnen ook ambtenaren uit andere dan de in den aan-hef van dit artikel genoemde rangen voor aanstelling tot hoofd-besteller in aanmerking komen.

TWEEDE GEDEELTE.

Artikel 4.

I. Leerling -kantoorbediende en Adspirant -kantoorbediende. 1. Voor indienstneming als leerling-kantoorbediende op burger-

rechtelijke arbeidsovereenkomst komen in aanmerking jongelieden van beiderlei kunne, die den leeftijd van 17 jaar hebben bereikt en nog niet dien van 21 jaar. De leeftijdsgrens van 21 jaar wordt ver-hoogd tot 25 jaar voor hen, die reeds in den kantoordienst of wel in den telefoondienst werkzaam zijn. De candidaten moeten in het bezit zijn van een diploma A of B, afgegeven door een der vereenigingen voor M. U. L. O., met dien verstande, dat uit het diploma A moet blijken, dat in Fransch, Duitsch en Engelsch is geexamineerd, of van een einddiploma van een Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus of van een bewijs van over-gang van de derde naar de vierde klasse van een Hoogere Burger-school met 5-jarigen cursus of Gymnasium. dan wel van een diploma of een dergelijk bewijs van een met die scholen officieel gelijk te stellen inrichting van onderwijs.

2. Voor aanwijzing tot adspirant-kantoorbediende met behoud van hun rang en de daaraan verbonden bezoldiging komen in aanmerking ambtenaren, die drie jaar in vasten dienst zijn bij het Staatsbedrijf, den leeftijd van 28 jaar niet hebben bereikt en in het bezit zijn van een der bovenbedoelde diploma's, dan

118

wel voldaan hebben aan een examen, waarvan de eischen over-eenstemmen met de hierboven voor leerling-kantoorbediende ge-stelde ontwikkelingseischen, doch alleen voor zoover betreft : Handschrift, Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch, Aardrijks-kunde en Rekenkunde.

3. De Directeur-Generaal bepaalt hoeveel pliatsen voor leerling-kantoorbediende en voor adspirant-kantoorbediende worden open-gesteld, zoomede of en tot welk aantal vrouwelijke candidaten in aanmerking komen. De candidaten worden volgens door den Directeur-Generaal te stellen regelen gerangschikt.

4. De leerling-kantoorbedienden en de adspirant-kantoorbe-dienden volgen een cursus, alwaar zij de bevoegdheid moeten verwerven voor zelfstandige uitvoering van den morsedienst en onderricht ontvangen in den post-, telegraaf- en telefoondienst, hetwelk er op gericht is den leerlingen eenige bedrevenheid bij te brengen in de behandeling der meest voorkomende post-, tele-graaf- en telefoonzaken ; de Directeur-Generaal treft hieromtrent regelen. Zij, die den cursus met vrucht gevolgd hebben, worden op een vereenigd kantoor op proef werkzaam gesteld..

5. De leerling-kantoorbedienden, die reeds in den kantoor-dienst werkzaam zijn en zich naar het oordeel van den Directeur-Generaal in voldoende mate de bedrevenheid in dien dienst hebben eigen gemaakt, kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van het volgen van den cursus, bedoeld in lid 4.

6. Met de leerling-kantoorbedienden, van wie niet te ver-wachten is, dat zij zich in alle opzichten tot goede en degelijke ambtenaren zullen ontwikkelen, wordt het dienstverband ver-broken. Adspirant-kantoorbedienden worden in deze omstandig-heden van hunne plaatsing aan den cursus ontheven met in-trekking van hunne aanwijzing als adspirant-kantoorbediende. Gebrek aan ijver of wangedrag kunnen mede verbreking van het dienstverband, onderscheidenlijk intrekking van de aanwijzing als adspirant-kantoorbediende, ten gevolge hebben. IL Kantoorbediende.

7. De adspirant-kantoorbedienden, die als zoodanig een jaar in de practijk van den vereenigden dienst werkzaam zijn geweest en blijken van Algetneene geschiktheid voor dezen dienst gegeven hebben, worden benoemd tot kantoorbediende.

8. De leerling-kantoorbedienden, die als zoodanig een jaar in de practijk van den vereenigden dienst werkzaam zijn geweest

119

en blijken van algemeene geschiktheid voor dezen dienst gegeven hebben, worden op voet van kantoorbediende werkzaam gesteld.

9. Voor de in lid 5 bedoelde leerling-kantoorbedienden kan het in het vorige lid bedoelde tijdvak van een jaar geheel of ge-deeltelijk vervallen.

III. t9djunct -Commies.

10. Bij goed gedrag en voldoenden ijver en bij algemeene geschiktheid voor den practischen kantoordienst, kunnen de kan-toorbedienden en zij, die op dezen voet werkzaam zijn, gedurende 5 jaar na den aanvang van hun werkzaamstelling als zoodanig, deelnemen aan het examen in vakbekwaamheid in den post-, telegraaf- en telefoondienst, dat desgewenscht in twee gedeelten kan worden afgelegd (bijlage 7). Tot het tweede gedeelte worden alleen toegelaten zij, die het eerste met goed gevolg hebben afgelegd.

11. Zij, die hebben voldaan aan de eischen van het examen, worden benoemd tot adjunct-commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst.

12. Zij, die op voet van kantoorbediende in dienst zijn en na bedoelden termijn van 5 jaar aan deze eischen nog niet hebben voldaan, worden benoemd tot kantoorbediende, indien op grond van bijzondere geschiktheid daartoe aanleiding wordt ge - vonden ; is dit laatste niet het geval, dan wordt de werkzaam-stelling op voet van kantoorbediende beeindigd.

IV. Commies.

13. De adjunct-commiezen, die voldaan hebben aan de examen-eischen, gesteld in de punten I en III van dit artikel, dan wel aan de exameneischen volgens vroegere regelingen (met inbegrip der overgangsbepalingen dezer rangbevordering) voor benoeming tot commies-titulair gesteld, zich als bijzonder geschikte ambte-naren hebben doen kennen en in voldoende mate de eigenschap-pen bezitten om als toezichtsambtenaar op to treden, kunnen bij behoefte en bij keuze in aanmerking komen voor benoeming tot commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst.

Bij het bepalen van de keuze wordt ancienniteit mede in aan-merking genomen.

14. De commiezen bij den post-, telegraaf- en telefoondienst kunnen bij keuze worden aangewezen voor de functie van direc-teur van kantoren der vierde klasse.

120

Artikel 5. I. Leerling-telegrafist en ildspirant -telegrafist.

1. Voor indienstneming als leerling-telegrafist op burger-rechtelijke arbeidsovereenkomst komen in aanmerking jongelieden van beiderlei kunne, die den leeftijd van 17 jaar hebben bereikt en nog niet dien van 21 jaar. De leeftijdsgrens van 21 jaar , wordt verhoogd tot 25 jaar voor hen, die reeds in den kantoordienst of wel in den telefoondienst werkzaam zijn. De candidaten moeten in het bezit zijn van een diploma A of B afgegeven door een der vereenigingen voor M. U. L. O., met dien verstande, dat uit het diploma A moet blijken, dat in Fransch, Duitsch en Engelsch is geexamineerd, of van een einddiploma van een Hoogere Burger-school met 3-jarigen cursus of van een bewijs van overgang van de derde naar de vierde klasse van een Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus of Gymnasium, dan wel van een diploma of een dergelijk bewijs van een met die scholen officieel gelijk te stellen inrichting van onderwijs.

2. Voor aanwijzing tot adspirant-telegrafist met behoud van hun rang en de daaraan verbonden bezoldiging komen in aan-merking ambtenaren, die 3 jaar in vasten dienst zijn bij het Staatsbedrijf, den leeftijd van 28 jaar niet hebben bereikt en in het bezit zijn van een der bovenbedoelde diploma's, dan wel voldaan hebben aan een examen, waarvan de eischen over-eenstemmen met de hierboven voor leerling-telegrafist gestelde ontwikkelingseischen, doch alleen voor zoover betreft : Hand-schrift, Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch, Aardrijkskunde en Rekenkunde.

3. De Directeur-Generaal bepaalt hoeveel plaatsen voor leer-ling-telegrafist en voor adspirant-telegrafist worden opengesteld, zoomede of en tot welk aantal vrouwelijke candidaten in aan-merking komen. De candidaten worden volgens door den Directeur-Generaal te stellen regelen gerangschikt.

4. De leerling-telegrafisten en de adspirant-telegrafisten volgen een cursus in den practischen telegraafdienst ; de Directeur-Generaal treft hieromtrent regelen. Zij, die den cursus met vrucht gevolgd hebben, worden op een telegraaf kantoor op proef werkzaam gesteld.

5. De leerling-telegrafisten, die reeds in den kantoordienst werkzaam zijn en zich naar het oordeel van den Directeur-Generaal in voldoende mate de bedrevenheid in dien dienst hebben eigen gemaakt, kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van het volgen van den cursus, bedoeld in lid 4.

121

6. Met de leerling-telegrafisten, van wie niet to verwachten is, dat zij zich in alle opzichten tot goede en degelijke ambtenaren zullen ontwikkelen, wordt het dienstverband verbroken. Adspirant-telegrafisten worden in deze omstandigheden van hunne plaatsing, aan den cursus ontheven met intrekking van hunne aanwijzing als adspirant-telegrafist. Gebrek aan ijver of wangedrag kunnen mede verbreking van het dienstverband, onderscheidenlijk in-trekking van de aanwijzing als adspirant-telegrafist ten gevolge hebben.

II. Telegrafist. 7. De adspirant-telegrafisten, die als zoodanig een jaar in de

practijk van den telegraafdienst werkzaam zijn geweest en blijken van algemeene geschiktheid voor dezen dienst gegeven hebben, worden benoemd tot telegrafist.

8. De leerling-telegrafisten, die als zoodanig een jaar in de practijk van den telegraafdienst werkzaam zijn geweest en blijken van algemeene geschiktheid voor dezen dienst gegeven hebben, worden op voet van telegrafist werkzaam gesteld.

9. Voor de in lid 5 bedoelde leerling-telegrafisten kan het in het vorige lid bedoelde tijdvak van een jaar geheel of gedeeltelijk vervallen. III. Adjunct-Commies.

10. Bij goed gedrag en voldoenden ijver en bij algemeene ge-schiktheid voor den practischen kantoordienst kunnen de telegra-fisten en zij, die op dezen voet werkzaam zijn, gedurende 5 jaar na den aanvang van hun werkzaamstelling als zoodanig deelnemen, aan het examen in vakbekwaamheid in den telegraaf- en telefoon-dienst. (bijlage 8).

11. Zij, die hebben voldaan aan de eischen van het examen worden benoemd tot adjunct-commies bij den telegraaf- ea telefoondienst.

12. Zij, die op den voet van telegrafist in dienst zijn en na bedoelden termijn van 5 jaar aan deze eischen nog niet hebben vol-daan, worden benoemd tot telegrafist, indien op grond van bijzondere geschiktheid daartoe aanleiding wordt gevonden ; is dit laatste niet het geval, dan wordt de werkzaamstelling op voet van, telegrafist beeindigd. IV Commies.

13. De adjunct-commiezen, die voldaan hebben aan de examen-eischen, gesteld in de punten I en III van dit artikel, dan wel

122

aan de exameneischen volgens vroegere regelingen (met inbegrip der overgangsbepalingen dezer rangbevordering) voor benoeming tot commies-titulair gesteld, zich als bijzonder geschikte ambtenaren hebben doen kennen en in voldoende mate de eigenschappen be-zitten om als toezichtsambtenaar op te treden, kunnen bij behoefte en bij keuze in aanmerking komen voor benoeming tot commies bij den telegraaf- en telefoondienst.

Bij het bepalen van de keuze wordt ancienniteit mede in aan-merking genomen.

Artikel 6.

I. Leerling-telefoniste bij den localen dienst en bij den Jnterlocalen dienst.

1. Voor indienstneming als leerling-telefoniste op burgerrech-telijke arbeidsovereenkomst, komen in aanmerking vrouwelijke candidaten, die den leeftijd van 17 jaar hebben bereikt en nog niet dien van 21 jaar. De leeftijdsgrens van 21 jaar wordt verhoogd tot 25 jaar voor haar, die reeds in den kantoordienst of wel in den telefoondienst werkzaam zijn. De candidaten moeten in het bezit zijn van een diploma A of B, afgegeven door een der vereenigingen voor M.U.L.O., met dien verstande, dat uit diploma A moet blijken, dat in Fransch, Duitsch en Engelsch is geexami-neerd, van een einddiploma van een Hoogere Burgerschool met 3-jarigen cursus of van een bewijs van overgang van de derde naar de vierde klasse van een Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus of Gymnasium, dan wel van een diploma of een dergelijk bewijs van een met die scholen officieel gelijk te stellen inrichting van onderwijs. De candidaten worden volgens door den Directeur-Generaal te stellen regelen gerangschikt.

2. Met de leerlingen, van wie niet te verwachten is, dat zij zich in alle opzichten tot goede en degelijke ambtenaren zullen ontwikkelen, wordt het dienstverband verbroken. Gebrek aan ijver of wangedrag kunnen mede verbreking van het dienstverband ten gevolge hebben. II. Telefoniste blj den localen dienst.

Voor aanstelling tot telefoniste bij den localen dienst komen in aanmerking de leerling-telefonisten bij den localen dienst, van wie op grond van een leer- en proeftijd van een jaar verwacht mag worden, dat zij in alle opzichten bruikbare ambtenaren zullen zijn en die tot zelfstandige uitvoering van den localen dienst zijn toegelaten. Deze proeftijd zal niet of slechts ten deele worden geeischt van candidaten, die naar het oordeel

123

van den Directeur-Generaal reeds bewezen hebben, dat zij aan de vorengestelde eischen voldoen. III. Telefoniste blj den interlocalen dienst.

4. Voor aanstelling tot telefoniste bij den interlocalen dienst komen in aanmerking de leerling-telefonisten bij den interlocalen dienst, van wie op grond van een leer- en proeftijd van een jaar verwacht mag worden, dat zij in alle opzichten bruikbare ambtenaren zullen zijn en die tot zelfstandige uitvoering van den interlocalen dienst zijn toegelaten. Deze proeftijd zal niet of slechts ten deele worden gedischt van de candidaten, die naar het oordeel van den Directeur-Generaal reeds bewezen hebben, dat zij aan de vorengestelde eischen voldoen. Mede komen bij behoefte voor aanstelling in aanmerking telefonisten bij den localen dienst, die voldaan hebben aan de ontwikkelingseischen in punt I genoemd en tot zelfstandige uitvoering van den interlocalen dienst zijn toegelaten.

Telefoniste le klasse.

5. Voor aanstelling tot telefoniste le klasse komen in aan-merking de telefonisten bij den interlocalen dienst, die hebben voldaan aan het vakexamen in den telefoondienst (bijlage 9). Tot dit examen worden toegelaten de telefonisten bij den interlocalen dienst, die in Naar rang de noodige geschiktbeid, ervaring en dienstijver bezitten en van goed gedrag zijn. V. Toezichthoudster.

6. Voor aanwijzing tot toezichthoudster bij den interlocalen dienst komen bij behoefte in aanmerking de daarvoor geschikt geachte telefonisten le klasse, in volgorde van ancienniteit als zoodanig, behalve op de kantoren Amsterdam, Rotterdam, 's Gra-venhage en Utrecht, alwaar de aanwijzing geschiedt bij keuze.

7. Voor aanwijzing tot toezichthoudster bij den localen dienst komen bij behoefte in aanmerking de daarvoor alleszins geschikt geachte telefonisten in onderstaande volgorde naar ancienniteit :

a. telefonisten bij den localen dienst ter plaatse ; b. telefonisten bij den localen dienst elders c. telefonisten bij den interlocalen dienst ; d. telefonisten le klasse.

VI. Chef•telefoniste. 8. Voor aanwijzing tot chef-telefoniste bij den interlocalen

dienst komen bij behoefte in aanmerking de daarvoor geschikt

124

igeachte toezichthoudsters bij den interlocalen dienst in volgorde van ancienniteit als zoodanig. Bij ontstentenis van deze kunnen de telefonisten le klasse, die de daarvoor vereischte geschiktheid bezitten, naar dezelfde volgorde in aanmerking komen. Op de kantoren Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage en Utrecht even-wel geschiedt de aanwij zing steeds bij keuze.

9. Voor chef-telefoniste bij den localen dienst komen bij vol-ledige geschiktheid en naar behoefte in aanmerking naar ancienniteit als zoodanig

a. toezichthoudsters bij den localen dienst ter plaatse ; b. idem, elders ; c. telefonisten bij den localen dienst ter plaatse ; d. idem, elders ; e. telefonisten bij den interlocalen dienst; f. telefonisten le klasse.

ALGEMEENE BEPALINGEN.

Artikel 7. 1. De examens worden afgenomen volgens de bij deze be-

schikking behoorende programma's. Indien om eenige reden wijziging noodig is, worden deze programma's door den Directeur.Generaal ,gewijzigd of herzien.

2. Elk examen kan ten hoogste driemaal worden afgelegd. Indien een candidaat zich gedurende een examen om een andere reden dan welbewezen ziekte terugtrekt, wordt hij beschouwd met onvoldoenden uitslag aan het examen to hebben deelgenomen.

3. De gelegenheid tot het afleggen van de examens wordt in den regel eenmaal per jaar gegeven.

Artikel 8. Om bijzondere redenen of indien zulks in het belang van den

dienst wordt noodig geacht, kan ten behoeve van zeer verdienstelijke ambtenaren van de voor bevordering tot hoogeren rang gestelde eischen worden afgeweken.

Artikel 9. Overgang van den eenen rang naar den anderen, niet voort-

vloeiende uit de bepalingen van deze regeling, kan in bijzondere gevallen worden toegestaan door den Directeur-Generaal, die voor elk geval bepaalt in hoeverre diensttijd, in vorige rangen doorgebracht, in den nieuwen rang zal worden medegerekend.

125

OVERGANGSBEPALINGEN. Artikel 10.

1. De op den datum van het in werking treden van deze beschikking in dienst zijnde ambtenaren behouden hunne ambte-lijke positie, met inachtneming van de volgende regelen :

a. Voor benoeming tot adjunct-commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst, bij den telegraaf- en telefoondienst, bij den postdienst en bij den treindienst, komen bij bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver onderscheidenlijk in aanmerking :

10. de kantoorbedienden le en 2e klasse, de telegrafisten le en 2e klasse, de assistenten le klasse, de assistenten, de conducteurs le klasse en de conducteurs, die volledig hebben voldaan aan de tot vorenbedoelden datum voor be-noeming tot adjunct-commies geldende eischen van ont-wikkeling en vakbekwaamheid of die in verband met het bepaalde bij dit artikel alsnog aan die eischen zullen vol-doen, of geacht worden daaraan te hebben voldaan ;

2o. de overige ambtenaren, die, hoewel zij overigens aan de eischen sub 1o. voldoen, nog niet zijn aangesteld tot kan-toorbediende 2e klasse, telegrafist 2e klasse, assistent of conducteur, en wel zoodra zij voor aanstelling tot kantoor-bediende, telegrafist, assistent of conducteur in aanmerking zouden komen.

b. Voor benoeming tot kantoorbediende le klasse, telegrafist 1 e klasse, telefoniste le klasse, assistent le klasse en conducteur le klasse, komen bij bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver

onderscheidenlijk in aanmerking : 1o. de kantoorbedienden 2e klasse, de telegrafisten 2e klasse, de

telefonisten 2e klasse bij den interlocalen dienst, de assistenten en de conducteurs niet behoorende tot die bedoeld sub a, die volledig hebben voldaan aan de tot vorenbedoelden datum voor benoeming tot le klasse geldende eischen van ontwikkeling en vakbekwaamheid of die in verband met het bepaalde bij dit artikel alsnog aan die eischen zullen voldoen, of geacht worden daaraan te hebben voldaan ;

2o. de overige ambtenaren, die, hoewel zij overigens aan de eischen sub lo. voldoen, nog niet zijn aangesteld tot kantoorbediende 2e klasse, telegrafist 2e klasse, telefoniste 2e klasse bij den interlocalen dienst, assistent of con-ducteur, en wel zoodra zij voor aanstelling tot kantoor-bediende, telegrafist, telefoniste bij den interlocalen dienst, assistent of conducteur in aanmerking zouden komen.

126

c. De kantoorbedienden 2e klasse, de telegrafisten 2e klasse en de telefonisten 2e klasse, niet vallende onder a of b, worden onderscheidenlijk benoemd tot kantoorbediende, telegrafist en telefoniste.

2. Assistenten en conducteurs, die bij het in werking treden van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922 (1 Juni 1922) 35 jaar of ouder waren, worden bevorderd tot assistent le klasse c. q. conducteur le klasse, indien zij aan het vOor het in werking treden van deze beschikking vereischte vakexamen hebben voldaan en zich tot genoegen van de Administratie als een zeer geschikt am btenaar hebben doen kennen. De bevordering heeft plaats naar ancienniteit, gerekend van den datum van benoeming tot assistent, conducteur c. q. hoofdbesteller. Bij gelijke beoordeeling en ge-lijken diensttijd beslist de leeftijd.

3. Het aantal assistenten le klasse, onderscheidenlijk conduc-teurs le klasse, die niet voldaan hebben aan de eischen genoemd in artikel 1 sub II en sub V Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922, zal steeds worden gehouden op 30 pCt. tot een geheel getal naar boven afgerond van het gezamenlijk aantal assistenten en assistenten le klasse, onderscheidenlijk conducteurs en conducteurs le klasse, dat op 1 Juni 1922 in dienst was.

4. Onder de in purit 2 van dit artikel bedoelde assistenten en conducteurs worden mede begrepen zij, die uit den rang van hoofdbesteller zullen overgaan of na 1 Juni 1922 en vOOr het in werking treden van deze beschikking zijn overgegaan in de rangen van assistent of conducteur en op genoemden datum 35 jaar of ouder waren.

5. De ambtenaren, die in het bezit zijn van het telegraaf-radicaal, onderscheidenlijk het posten het telegraafradicaal, worden geacht te hebben voldaan aan het examen in vak-bekwaamheid in den telegraaf- en telefoondienst (bijlage 8), onder-scheidenlijk in den post-, telegraaf- en telefoondienst (bijlage 7).

6. De adjunct-commiezen bij den posten telegraafdienst en de kantoorbedienden, die in het bezit zijn van het telegraaf-radicaal, dan wel van het postradicaal, dock het tweede radicaal niet bezitten, worden geacht te hebben voldaan aan het examen in vakbekwaamheid in den post-, telegraaf- en telefoondienst (bijlage 7), indien zij binnen drie jaar na het in werking treden van deze regeling voldoen aan het eerste, onderscheidenlijk het tweede gedeelte, van bedoeld examen in vakbekwaamheid.

7. Het ontwikkelingsexamen, vermeld in bijlage 4 van de

127

Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922 en in bijlage 2 van de Rangbevordering Telefoonpersoneel 1919, wordt, voor zooveel de punten 1 tot en met 4 betreft, gelijkgesteld met het ontwikkelings-examen, bedoeld in bijlage 1.

8. Net vakexamen in den postdienst, vermeld in bijlage 8 van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922, wordt gelijkgesteld. met het vakexamen voor assistent, bedoeld in bijlage 2.

9. Het vakexamen voor conducteur der brievenmalen, ver-meld in bijlage 5 van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922, wordt gelijkgesteld met dat, bedoeld in bijlage 3.

10. De vakexamens voor hoofdbestellers, vermeld in bijlage 1, 2 en 3 van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922, worden onderscheidenlijk gelijkgesteld met die, bedoeld in bijlagen 4, 5 en 6.

11. Het vakexamen in den telefoondienst, vermeld in bijlage 3 van de Rangbevordering Telefoonpersoneel 1919, wordt gelijk-gesteld met dat, bedoeld in bijlage 9.

12. De ambtenaren, die hebben voldaan aan het indertijd gehouden klerkexamen of aan het ontwikkelingsexamen voor commies-titulair (vermeld als bijlage 9 van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922), worden beschouwd aan de ontwikkelings-eischen, bedoeld bij de artikelen 4 en 5, te hebben voldaan.

13. Verzoeken om inlichting of de bij het in werking treden van deze beschikking in dienst zijnde ambtenaren, op grond van een of meer behaalde diploma's of eenig ander bewijs, worden gelijkgesteld met hen, die hebben voldaan aan de bij de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde ontwikkelingseischen, kunnen nog gedurende 3 maanden worden gedaan. Nadien zullen deze verzoeken niet meer in behandeling worden genomen.

14. Tot het examen in vakbekwaamheid post-, telegraaf- en telefoondienst en telegraaf- en telefoondienst (bijlage 7, onder-scheidenlijk 8) worden alleen toegelaten de ambtenaren, die hebben voldaan of geacht worden te hebben voldaan aan de ontwikkelings-eischen, bedoeld bij de artikelen 4 en 5.

15. Tot het vakexamen in den telefoondienst (bijlage 9) worden alleen toegelaten de telefonisten bij den interlocalen dienst die hebben voldaan of geacht worden te hebben voldaan aan de ontwikkelingseischen, bedoeld bij artikel 6, punt 1, of wel aan het examen, waarvan het programma als bijlage 2 is opgenomen in de Rangbevordering Telefoonpersoneel 1919 ; voorzoover dit

128

laatste examen betreft, met inachtneming van het bepaalde bij punt 16 van dit artikel.

16. De Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922 en de Rang-bevordering Telefoonpersoneel 1919 kunnen voor de op den datum van ingang van deze beschikking in dienst zijnde ambtenaren nog toepassing vinden gedurende 3 jaren na het in werking treden van deze Rangbevordering, met dien verstande, dat:

a. aanwijzing als adspirant-telegrafist of als adspirant-kantoor-bediende op voet van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922 niet meer zal plaats vinden ;

b. de vakexamens voor assistent en conducteur, op voet van de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922, nog eenmaal zullen worden gehouden en wel in den loop van 1930.

c. in overeenstemming met het bepaalde bij de punten 5 On 11 van dit artikel de programma's, opgenomen in bijiagen 1 tot en met 6 en in bijlage 9, in de plaats treden van de overeen-komstige programma's, geldende onder de vorige regelingen.

17. Voor de bij het in werking treden van deze beschikking in dienst zijnde ambtenaren blijven de in de Rangbevordering Kantoorpersoneel 1922 opgenomen bepalingen omtrent de leef-tijdsgrenzen voor benoeming tot assistent en conducteur en voor aanwijzing tot adspirant-kantoorbediende en adspirant-telegrafist van kracht.

18. De ambtenaren, die op den datum van ingang van deze regeling ten voile aan de eischen voor aanstelling tot assistent of conducteur hebben voldaan, komen in de eerste plaats voor aanstelling als zoodanig in aanmerking en wel volgens de regelen en op de wijze, welke vOOr bedoelden datum golden.

19. Voor hen, die op den datum van ingang van deze regeling in den kantoordienst of in den telefoondienst werkzaam zijn, wordt de leeftijdsgrens van 25 jaar, bedoeld in lid 1 van de artikelen 4 en 5, onderscheidenlijk 6, verhoogd tot 30 jaar.

SLOTBEPALING.

Artikel 11.

Deze regeling kan worden aangehaald onder den titel „Rang-bevordering Kantoorpersoneel 1928".

129

NEGEN BIJLAGEN, bestaande uit de programma's van : 1. het ontwikkelingsexamen voor Assistent, Con-

ducteur en Hoofdbesteller, 2. bet vakexamen voor Assistent, 3. het vakexamen voor Conducteur, 4. het vakexamen voor Hoofdbesteller bij den

postdienst, 5. het vakexamen voor Hoofdbesteller bij den

telegraafdienst en telefoondienst, 6. het vakexamen voor Hoofdbesteller bij den

post-, telegraaf- en telefoondienst, 7. het examen in vakbekwaamheid in den post-,

telegraaf- en telefoondienst voorAdjunct-Commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst,

8. het examen in vakbekwaamheid in den tele-graaf- en telefoondienst voor Adjunct-Commies bij den telegraaf- en telefoondienst,

9. het vakexamen in den telefoondienst.

BIJLAGE 1.

Programma van het ontwikkelingsexamen voor tissistent, Conducteur en Hoofdbesteller.

1. Vlug, duidelijk en net schrift.

2. Voldoende kennis van de Nederlandsche taal, om zonder grove taalfouten een dictee te kunnen schrijven en een opstel te maken.

3. Kennis van de vier hoofdregels der rekenkunde, de tien-deelige en gewone breuken en het Nederlandsche stelsel voor maten en gewichten ; het oplossen van eenvoudige vraagstukken.

5

130

4. Staatkundige indeeling van Europa. Kennis van de ligging der voornaamste plaatsen en zeeen en

van den loop der rivieren in Nederland en de andere landen van Europa. Ligging der voornaamste plaatsen in de andere werelddeelen, in het bijzonder van Nederle-Oost-Indie, Suriname en Curacao.

Kennis van het spoorwegnet in Nederland.

BIJLAGE 2.

Programma van het vakexamen voor Assistent. Het-vakexamen bestaat uit twee gedeelten : Een gedeelte omvat het onderzoek naar de eigenschappen, die

de vaardigheid beinvloeden. De wijze, waarop dit onderzoek plaats heeft, wordt jaarlijks door den Directeur-Generaal vast-gesteld.

Het andere gedeelte omvat een onderzoek naar de kennis, die omschreven is in de volgende punten.

1. Kennis van de ligging der plaatsen in Nederland, waar post- of hulppostkantoren zijn gevestigd ; van de landen en kolonien. alsmede van de voornaamste plaatsen in en buiten Europa, meer in het bijzonder voor zoover Nederlandsch-Oost-Indie, Suriname en Curacao betreft. Kennis van de meest voorkomende gelijknamige plaatsen, zooals deze in den Post-, Telegraaf- en Telefoongids zijn opgenomen.

2. Kennis van de spoorwegen, tramwegen, postritten, stoom-boot-, auto- en wagendiensten, waarmede postvervoer plaats vindt ; van de verdeeling van de treinen, trammen en booten over het treinenboek ; van de verzendings-wegen naar Nederlandsch-Oost-Indie, Suriname en Curacao.

Vaardig gebruik van alle bescheiden, op de expeditie betrekking hebbende.

3. Kennis van de tarieven voor binnen- en buitenland ; vlugge raadpleging van het briefpost- en pakketposttarief.

4. Kennis van de voornaamste bepalingen betreffende de regeling en uitvoering van den dienst, zooals deze in den post-gids zijn vermeld ; voorts van de behandeling van aangeteekende en dienststukken, expresse-stukken, postwissels, postbewijzen, quitantien, postpakketten, van de aangelegenheden den dienst der Rijkspostspaarbank, Ongevallenwet, Invaliditeitswet en den Post-cheque- en girodienst betreffende, voor zoover deze voor een goede uitvoering van den loketdienst wordt noodig geachto

131

De candidaat behoort met de indeeling van de V. P. en met de overige dienstbescheiden voldoende op de hoogte te zijn, om ook niet dagelijks voorkomende zaken, vorenbedoelde onder-werpen betreffende, daarin te kunnen opzoeken.

5. Kennis van de bepalingen betreffende de behandeling van de posten bij vertrek en aankomst.

6. Eenige bekendheid. met de bepalingen betreffende de orga-nisatie van den dienst en de ambtelijke verhoudingen ; de dienst-verrichtingen en de verplichtingen (geheimhouding, nevenbetrek-kingen, ziekte, verlof, ruiling van dienst enz.) van het personeel bij P.T.T., inzonderheid dat tot den rang van commies.

7. Algemeen begrip omtrent de verantwoording van ont-vangsten en uitgaven, de daarvoor in gebruik zijnde staten, for-mulieren en leggers, een en ander voor zooveel noodig is om de afrekening voor den loketdienst naar behooren te kunnen opmaken.

8. Kennis van de instructie voor bestellers ; voorts van de instructie voor de hulppostkantoren, inzonderheid wat betreft de betrekkingen met het hoofdkantoor.

BIJLAGE 3.

Programma van het vakexamen voor Conducteur. Het vakexamen bestaat uit twee gedeelten Een gedeelte omvat het onderzoek naar de eigenschappen, die

de vaardigheid beInvloeden. De wijze, waarop dit onderzoek plaats heeft, wordt jaarlijks door den Directeur-Generaal vast-gesteld.

Het andere gedeelte omvat een onderzoek naar de kennis, die omschreven is in de volgende punten.

1. Kennis van de ligging der plaatsen in Nederland, waar post- of hulppostkantoren zijn gevestigd; van de landen en kolonien alsmede van de voornaamste plaatsen in en buiten Europa, meer in het bijzonder voor zoover Nederlandsch Oost-Indie, Suriname en Curacao betreft.

Kennis van de meest voorkomende gelijknamige plaatsen, zooals deze in den Post-, Telegralf- en Telefoongids zijn opgenomen.

2. Kennis van de spoorwegen, tramwegen, stoomboot-, auto-en wagendiensten, waarmede postvervoer hier te lande plaats

132

vindt ; van de postritten en de postdiensten to voet of per rijwiel. Kennis van de verdeeling van de treinen, trainmen en booten over het treinenboek, de lijst der posttrammen en de lijst van postdiensten, en van de inrichting van die boeken ; verdeeling van het spoor.. wegnet over de spoorwegpostkantoren. Kennis van de verzendings-wegen naar Nederlandsch Oost-Indie, Suriname en Curacao, alsmede van de gelegenheden tot verzending naar en van de ontvangst uit de landen in en buiten Europa, in het bijzonder van die landen, waarmede rechtstreeksche depeche-wisseling plaats vindt ; van de spoorwegverbindingen in Europa, alleen voor zoover deze voor den Nederlandschen dienst van belang zijn ; vaardig gebruik van alle bescheiden, op de expeditie betrekking hebbende.

3. Kennis van de tarieven voor binnen- en buitenland en van de voornaanaste bepalingen betreffende brieven, brief kaarten, druk-werken, monsters, acten en geschreven bescheiden, aangeteekende en dienststukken, expresse-stukken, berichten van ontvang en post-pakketten (binnen- en buitenland), zoomede van het brievenvervoer (monopolie). Een en ander voor zoover in den postgids vermeld.

4. Kennis van de behandeling van aangeteekende en dienst-stukken, expresse-stukken en postpakketten, een en ander zoowel wat betreft het binnenlandsch als het buitenlandsch verkeer; vertrouwdheid met het opmaken en invullen van de „feuille de route". Bekendheid met het gebruik van het briefpost- en het pakketposttarief ; grondige bekendheid met de taxeering van on-gefrankeerde en ontoereikend gefrankeerde stukken van en naar het buitenland ; buitenlandsche statistiek. Kennis van het Duitsche schrift, hetgeen moet blijken uit het vaardig lezen van in dit schrift gestelde plaatsnamen.

5. Kennis van de bepalingen betreffende het vervoer en de behandeling van de posten bij vertrek en aankomst. Vertrouwdheid met het gebruik van de in den practischen dienst voorkomende formulieren voor het binnen- en buitenlandsch verkeer.

6. Eenige bekendheid met de bepalingen betreffende de organi-satie van den dienst en de ambtelijke verhoudingen ; de dienst-verrichtingen en de verplichtingen (geheimhouding, nevenbetrek-kingen, ziekte, verlof, ruiling van dienst enz.) van het personeel bij P. T. T., inzonderheid dat tot den rang van commies.

133

BIJLAGE 4. Programma van het vakexamen voor Hoofdbesteller

bij den postdienst. 1. Kennis van de tarieven voor brieven. briefkaarten, druk-

werken, nieuwsbladen en monsters, het recht van aanteekening en van expresse bestelling, zoowel voor binnen- als buitenland.

Bekendheid met de bepalingen omtrent het heffen van port voor ongefrankeerde en ontoereikend gefrankeerde stukken uit het binnenland afkomstig.

2. Bekendheid met de bepalingen omtrent het gebruik van de stempels, de uitreiking van dienststukken, van stukken bestemd voor gefailleerden of overledenen, van stukken met twijfelachtig adres, zoomede omtrent de bestelling op Zon- en feestdagen.

3. Volledige kennis van de instructie voor bestellers (postdienst), van de aanwijzing voor de dienstuitvoering door hulpbestellers en van de plaatselijke voorschriften betreffende de bestelling, den treindienst, de buslichting, enz.

4. Uitgebreide plaatselijke kennis, zoowel omtrent personen en firma's als omtrent wijkverdeeling en besteldienst.

(Indien de candidaat niet behoort tot het personeel van het kantoor, waar de vacature bestaat, dan vervalt deze eisch, zoo-mede die, genoemd sub 3 voor zooveel de kennis van de plaatselijke voorschriften betreft. Van den candidaat van elders moet echter op goeden grond kunnen warden verwacht, dat hij zich in korten tijd de plaatselijke kennis zal eigen maken).

5. Vertrouwdheid met de bepalingen betreffende het in dienst nemen enz. van jongelingen en hulppersoneel.

6. Kennis van de bepalingen omtrent den rijwieldienst en de behandeling van het rijwiel ; geschiktheid tot wielrijden.

7. Kennis van de bepalingen van het D.A.P.T.T. en van het A.H.P.T.T. voorzoover deze voor de uitoefening van de functie van hoofdbesteller van belang zijn.

8. Het ontwerpen van een dienstregeling voor het bestellend personeel naar daarvoor verstrekte gegevens.

BIJLAGE 5. Programma van het vakexamen voor Hoofdbesteller

bij den telegraaf- en telefoondienst. 1. Bekendheid met de algemeene, zoowel als de plaatselijke

voorschriften, betreffende de aflevering van telegrammen en de behandeling van de daarbij in gebruik zijnde registers en for-mulieren.

134

2. Uitgebreide plaatselijke kennis, zoowel van personen en firma's als van straten, enz. voor zooveel de laatste betreft, ook van de juiste ligging en van de afstanden, waarop zij van het kantoor verwijderd zijn.

(Indien de candidaat niet behoort tot het personeel van het kantoor, waar de vacature bestaat, dan vervalt deze eisch zoo mede die, genoemd sub 1 voor zooveel de kennis van de plaatse-lijke voorschriften betreft, en die sub 3. Van den candidaat van elders moet echter op goeden grond kunnen worden verwacht, dat hij zich in korten tijd de plaatselijke kennis zal eigen maken.)

3. Bekendheid met de bestellingskringen van hoofden bij-kantoren.

4. Vertrouwdheid:met de bepalingen betreffende het in dienst nemen enz. van jongelingen en hulppersoneel.


6. Volledige kennis van de instructie van bestellers (telegraaf-dienst).

7. Kennis van de bepalingen van het D.A.P.T.T. en van het A.H.P.T.T., voor zoover deze voor de uitoefening van de functie van hoofdbesteller van belang zijn.


BIJLAGE 6 Programma-van het vakexamen voor Hoofdbesteller

bij den post-, telegraaf- en telefoondienst. 1. Kennis van de tarieven voor brieven, brief kaarten, druk

werken, nieuwsbladen en monsters, het recht van aanteekening en van expresse bestelling, zoowel voor binnen- als buitenland. Bekendheid met de bepalingen omtrent het heffen van port voor ongefrankeerde en ontoereikend gefrankeerde stukken uit het binnenland afkomstig, met de algemeene, zoowel als de plaatse-lijke voorschriften, betreffende de aflevering van telegrammen en de behandeling. van de daarbij in gebruik zijnde registers en formulieren.

2. Bekendheid met de bepalingen omtrent het gebruik van de stempels, de uitreiking van dienststukken, van stukken bestemd voor gefailleerden of overledenen, van stukken met twijfelachtig adres, zoomede omtrent de bestelling op Zon- en feestdagen.

135

3. Volledige kennis van de instruction voor bestellers, van de aanwijzing voor de dienstuitvoering door hulpbestellers en van de plaatselijke voorschriften betreffende de bestelling, den treindienst, de buslichting, enz.

4. Uitgebreide plaatselijke kennis, zoowel omtrent personen en firma's als omtrent wijkverdeeling en besteldienst.

(Indien de candidaat niet behoort tot het personeel van het kantoor, waar de vacature bestaat, dan vervalt deze eisch, zoomede die, genoemd sub 1 en 3 voor zooveel de kennis van de plaatselijke voorschriften betreft. Van den candidaat van elders moet echter op goeden grond kunnen worden verwacht, slat hij zich in korten tijd de plaatselijke kennis zal eigen maken.)

5. Vertrouwdheid met de bepalingen betreffende het in dienst nemen enz. van jongelingen en hulppersoneel.


7. Kennis van de bepalingen van het D.A.P.T.T. en van het A.H.P.T.T., voorzoover deze voor de uitoefecing van de functie van hoofdbesteller van belang zijn.


BIJLAGE 7.

Programma van het examen in vakbekwaamheid in den post-, telegraaf- en telefoondienst voor

Adjunct-Commies bij den post-, telegraaf- en telefoondienst.

EERSTE GEDEELTE.

A. Wetgeving en voorschriften postdienst.

1. a. Postwet, Pakketpostwet, Spaarbankwet, Koninklijke be-sluiten en voorschriften tot uitvoering van deze wetten.

b. Voorschriften betreffende de uitvoering van den dienst der sociale verzekeringswetten (Ongevallenwet en Invaliditeitswet) op <le kantoren.

c. Bemoelingen van de Posterijen ten behoeve van andere diensten. 2. Overbrenging van correspondentie. Terpostbezorging, bus-

lichting, vervoer, enz. Statistiek. 3. Verantwoording van ontvangsten en uitgaven. Algemeen

begrip omtrent de geldelijke verantwoording op posten post-en telegraafkantoren, ook voor zoover betreft bij- en hulpkantoren,

136

postagentschappen en stations. (Bijzonderheden betreffende de telegraaf- en telefooncomptabiliteit behooren tot het tweede gedeelte van dit programma).

4. Postverkeer met het buitenland. Bekendheid met de hoofd-bepalingen van de verschillende verdragen. overeenkomsten en reglementen en de voorschriften tot uitvoering daarvan, voor zooveel deze bij de uitvoering van den dienst toepassing vinden.

B. Aardrillcskunde en postverbindingen. 5. Grondige kennis van het spoor- en tramwegnet in Neder-

land, -voor zoover de lijnen voor postvervoer worden gebezigd. Kennis van de postdiensten in Nederland, welke dienen oin

niet aan spoor- of tramweg gelegen postkantoren daarmede in verbinding te brengen of die als schakel in het spoor- en tram-wegnet zijn te beschouwen.

6. Ligging van de posten hulpkantoren in het binnenland en van de voornaamste plaatsen in het buitenland, in het bij-zonder in de aangrenzende landen en in Nederlandsch-Oost-Indie,. Suriname en Curacao.

Verzending naar Nederlandsch-Oost-Indict, Suriname en Curacao. Voornaamste spoorwegen in Europa, in het bijzonder voor

zoover de kennis daarvan bij de expeditie op de Nederlandsche spoorwegpostkantoren van belang is.

C. Algemeen gedeelte. 7. Personeel. Algemeene kennis van de Koninklijke besluiten

en van de bepalingen betreffende het personeel bij den P. T. T.-dienst. Eenige bekendheid met de belangrijkste wettelijke be-palingen, reglementen en voorschriften, welke op de burger-lijke rijksambtenaren in het algemeen van toepassing zijn (de-voornaamste bepalingen betreffende bezoldiging, pensioen, wacht-geld, verplaatsings- en reis- en verblijfkosten).

8. Eenige bekendheid met de bepalingen van de Grondwet en eenige algemeene wetten, welke voor den P.T.T.-dienst van bij-zonder belang zijn of waarvan de kennis bij de dienstuitvoering noodzakelijk is te achten, bijv.: Grondwet artikelen 5, 6, 7, 9, 58, 160, 187 en de wet ter uitvoering van dit laatste artikel (Wet Staat van Oorlog en Beleg ; o a. artikelen 21 en 38) ; de voornaamste bepalingen betreffende minderjarigheid, ouderlijke macht en voogdij, huwelijk en curateele; - de voornaamste bepalingen betreffende firma's, vennootschappen, vereenigingen en stichtingen ; faillissement handelsregister ; eenig begrip van de bepalingen betreffende wissel& (wisselpersoneel ; accept ; endossement ; protest); ,enkele der voor--

137

naamste bepalingen betreffende formaat- en quitantiezegel (bijlage XLVII[ der V.P.T.) ;

de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering, voor zoover opgenomen in artikel 219 V.P.T.

9. Kantoren. Eenige kennis der bepalingen betreffende kantoren en gebouwen, materieel en archief.

Opmerking. Hoewel uit den aard der zaak voor het slagen behoorlijke beheersching van de examen-stof vereischt wordt, zal weer in het bijzonder gelet worden op juist begrip, helder inzicht en op practische bedrevenheid.

De vragen betreffende de eenvoudige, meer dagelijks voorkomende dienstaangelegenheden, zal de candidaat uit het hoofd moeten kunnen beantwoorden. Niet dagelijks voorkomende zaken, welke moeilijker onderwerpen betreffen, zal de candidaat c. q. met behulp van de in den dienst voorhanden bescheiden (als V.P. bnl en btl ; V.P.T. ; V.T. ; V.Tfn ; Verdragen enz. ; P.T.T.- gids ; tarieftabellen en lijsten) moeten kunnen oplossen.

TWEEDE GEDEELTE.

A. Technische kantoordienst.

(op den grondslag van de door het Hoofdbestuur uitgegeven Handleidingen).

I. Natuurkunde. Magnetisme. statische electriciteit, capaciteit condensatoren. Dynamische electriciteit. Wet van Ohm. E.M.K. en klemspanning, stroomverdeeling, gereduceerde weerstand. Invloed van den stroom op magneten, Galvanometers, amperemeters, volt-meters. Electro-magnetisme. Inductiestroomen. Zelf-inductie. Begrip van een dynamo, wisselstroom. Begrip van eel, motor.

II. Telegraaf. Stroomvoorziening, galvanische elementen, droge cellen, accumulatoren. Stroomvoorziening met behulp van dynamo's. Morse-toestellen, sounders, relais, toestel-galvanometers, stroomloop toesteltafel, wekkers, centraal-telegraafposten, overdraging. Lijnen en kabels. Lussen en Cailho's. Storingen op telegraafgeleidingen localiseeren en opheffen daarvan. Veiligheden. Kennis der kantoor-verbindingen en onderzoek daarvan.

III. Telefoon. Telefonen, microfonen, inductieklos, handgene-ratoren, wisselstroomwekkers, microtelefoontoestellen type A en B. Wand- en tafeltoestellen. Toestel voor centraalbatterij-systeem. Gebreken in microtelefoontoestellen. Schakelaars en commutatoren.

138

Beginsel van de telefoonposten van de B. T. M. en van Ericsson. Translator ; graduator ; poolwisselaar ; wekdynamo. Telefoon-posten met automatische signaalklinken. Controle-signalen. Duplex-telefonie. Opsporen en opheffen van kleine, veelvuldig voorkomende gebreken in telefoonposten. Technische inrichting der telefoon-kantoren. Bescherming van geleidingen, toestellen en personeel tegen atmospherische ontlading en tegen sterkstroom. Storingen op telefoonlijnen. Localiseeren en opheffen van storingen op telefoonlijnen, onderzoek van de kantoorgeleidingen, B. Exploitatie. I. Telegraaf.

1. Vertrouwdheid met de voorschriften betreffende lijnen en technische inrichtingen, voor zooveel de kantoordienst daarbi) betrokken is.

2. 7'elegraafverkeer. Voornaamste bepalingen van de Tele-graaf- en Telefoonwet. Rijkstelegraafreglement.

Bekendheid met die bepalingen van het internationaal telegraaf-reglement, welke de behandeling van telegrammen betreffen. De voorschriften betreffende den Morse-toesteldienst en de behandeling van telegrammen. De voorschriften betreffende de bediening van de overige ter standplaats van den candidaat aanwezige telegraaf-toestelIen.

Bekendheid met de instructie voor de hulptelegraafkantoren. 3. Telegraaftarieven. Raadplegen van tarieftabellen. 4. Telegraafkantoren en • verbindingen. Onderlinge verbinding van de centraalkantoren. Kennis van de

verkortingen der namen van de Rijkstelegraafkantoren. 5. Verantwoording van ontvangsten en uitgaven, voor zoover

niet reeds opgenomen onder het eerste gedeelte van dit programma.

II. Telefoon.

6. Telefoonverkeer. Voornaamste bepalingen van de Telegraaf- , en Telefoonwet. Riikstelefoonreglement. Bekendheid met die be

palingen van het Internationaal Reglement, welke de telefoon-gesprekken betreffen. Voorschriften betreffende den binnenlandschen telefoondienst. Instructie voor hulp-telefoonkantoren.

III. Toesteldienst. 7. Seinen en opnemen van telegrammen volgens door den

Directeur-Generaal to stellen regelen. Opmerking. Voor he_ t tweede gedeelte geldt dezelfde opmerking,

welke achter het eerste gedeelte is opgenomen.

139

BIJLAGE 8.

Programma van het examen invakbekwaamheid in den telegraaf- en telefoondienst voor Adjunct- Commies bij den telegraaf- en telefoondienst.

A. Technische kantoordienst.

(op den grondslag van de door het Hoofdbestuur uitgegeven Handleidingen).

I. Natuurkunde. Magnetisme, statische electriciteit, capaciteit, condensatoren, dynamische electriciteit. Wet van Ohm, practische eenheden, E. M. K. en klemspanning, stroomverdeeling. geredu-ceerde weerstand. Invloed van den stroom op magneten. Galvano-metrie, amperemeters, voltmeters. Electro-magnetisme, differentiaal schakeling bij electromagneten. Inductiestroomen. Zelfinductie. Begrip van een dynamo, wisselstroom. Begrip van een motor. Transformeeren.

II. Telegraaf. Stroomvoorziening, galvanische elementen, droge cellen, accumulatoren. Stroomvoorziening met behulp van dynamo's. Morse-toestellen, sounders, relais, toestel-galvanometers, stroom-loop toesteltafels, wekkers, centraal-telegraafposten, overdraging en overdragers.

Duplex-telegrafie volgens het brug-beginsel en het differentiaal-beginsel. Lijnen en kabels. Lussen en Cailho's. Storingen op tele-graafgeleidingen, localiseeren en opheffen daarvan. Veiligheden. Kennis der kantoorverbindingen en onderzoek daarvan. Kennis van de inrichting en van het gebruik van de ter standplaats van den candidaat aanwezige snelwerkende telegraaftoestellen.

III. Telefoon. Telefonen ; microfonen, inductiekios, hand-generatoren, wisselstroomwekker. Microtelefoontoestellen type A en B. Wand- en tafeltoestellen. Beginsel centraal-batterijsysteem. Gebreken in microtelefoontoestellen. Schakelaars en commutatoren.

Beginsel van de telefoonposten van de B. T. M. en van Ericsson. Translator, graduator, pool wisselaar, wek-dynamo Telefoonposten met automatische signaalklinken. Controle-signalen. Duplex-tele-fonie. Opsporen en opheffen van kleine, veelvuldig voorkomende gebreken in telefoonposten. Technische inrichting der telefoon-kantoren. Bescherming van geleidingen, toestellen en personeel tegen atmospherische ontlading en tegen sterkstroom. Storingen op telefoonlijnen. Localiseeren en opheffen van storingen, onder-zoek van de kantoorgeleidingen.

140

B. Exploitatie.

I. Telegraaf.

1. Vertrouwdheid met de voorschriften betreffende lijnen en technische inrichtingen, voor zooveel de kantoordienst daarb4 betrokken is.

2. Telegraafverkeer. Telegraaf- en telefoonwet. Rijkstelegraaf-reglement.

Bekendheid met die bepalingen van het internationaal telegraaf-reglement, welke de behandeling van telegrammen betreffen. De voorschriften betreffende den Morse-toesteldienst en de behande-ling van telegrammen. De voorschriften betreffende de bediening van de overige ter standplaats van den candidaat aanwezige telegraaftoestellen.

Bekendheid met de instructie voor de hulptelegraafkantoren.

3. Telegraaftarieven. Raadplegen van tarieftabellen. 4. Telegraafkantoren en -verbindingen. Onderlinge verbinding

van de centraalkantoren. Kennis van de ligging der plaatsen in Nederland ; waar tele-

graaf- of hulptelegraafkantoren zijn gevestigd ; van de meest voor-komende gelijknamige plaatsen, zooals deze in den Post-, Tele-graaf- en Telefoongids zijn opgenomen, en van de verkortingen der namen van de Rijkstelegraafkantoren.

5. Verantwoording van ontvangsten en uitgaven, ook wat betreft hulptelegraafkantoren en stations.

II. Telefoon.

6. Telefoonverkeer. Telegraaf- en telefoonwet. Rijkstelefoon-reglement. Bekendheid met die bepalingen van het Internationaal Reglement, welke de telefoongesprekken betreffen. Voorschriften betreffende den binnenlandschen telefoondienst. Instructie voor hulptelefoonkantoren.

Algemeen gedeelte. 7. Personeel. Algemeene kennis van de Koninklijke besluiten

en van de bepalingen betreffende het personeel bij den P. T. T. dienst. Eenige bekendheid met de belangrijkste wettelijke bepalin-gen, reglementen en voorschriften, welke op de burgerlijke rijks-ambtenaren in het algemeen van toepassing zijn of voor den telegraaf- en telefoondienst van bijzonder belang zijn, nl. artikel der Grondwet ; artikel 187 der Grondwet en de wet van 23 Mei

141

1899. Staatsblad No. 128, ter uitvoering daarvan (Staat van Oorlog en Beleg ; o. a. artikelen 21 en 38) ; de bepalingen van het Witboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht, opgenomen in artikel 219 V. P. T.; de voornaamste bepalingen betreffende bezoldiging, pensioen, verplaatsings- en reis- en ver-blijfkosten.

8. Kantoren. Eenige kennis van de bepalingen betreffende kantoren en gebouwen, materieel en archief. Verhouding tusschen controlekantoren, hulptelegraafkantoren en stations.

V. Toesteldienst.

9. Seinen en opnemeii van telegrammen volgens door den Directeur-Generaal to stellen regelen.

Opmerking. Hoewel uit den aard der zaak voor het slagen behoorlijke beheersching van de examen-stof vereischt wordt, zal meer in het bijzonder gelet worden op juist begrip, helder inzicht en practische toepassing van het feiten-materiaal.

De vragen betreffende de eenvoudige, meer dagelijks voorko-mende dienstaangelegenheden, zal de candidaat uit het hoofd moeten kunnen beantwoorden. Niet dagelijks voorkomende zaken, welke moeilijker onderwerpen betreffen, zal de candidaat, c. q. met behulp van de in den dienst voorhanden bescheiden (als V. T., V. Tfn., V. P. T., P. T. T.-gids, tarieftabellen en lijsten) moeten kunnen oplossen.

BIJLAGE 9.

Programma van het vakexamen in den telefoondienst.

1. Wetgeving. Bekendheid met de voornaamste bepalingen van de Telegraaf- en Telefoonwet en van de daarop betrekking hebbende Koninklijke besluiten betreffende den telefoondienst, alsmede hetgeen in het Internationaal Telegraafreglement voor-komt met betrekking tot den telefoondienst.

2. Voorschriften. Grondige kennis van de in de V. Tfn. voor-komende bepalingen omtrent den localen, interlocalen en inter nationalen telefoondienst.

Bedrevenheid in de telefoonadministratie, rekening en verant-woording van de telefoon-ontvangsten en telefoon-uitgaven, ook wat betreft de hulptelefoonkantoren en telefoonstations.

142

Volledig inzicht van het doel van de verschillende statistische opnamen en de uitwerking van deze opnamen.

3. Personeel. Bekendheid met de bepalingen betreffende orga-nisatie, de dienstverrichtingen en verplichtingen van het telefoon-personeel.

4. Ativikkeling der correspondentie, enz, Vaardig gebruik van alle bescheiden, welke voor de afwikkeling van de gesprekken en het geven van inrichtingen aan het publiek dienstig kunnen zijn.

5. Technische kantoordienst. De beginselen van magnetisme en electriciteit, voor zooveel als noodig is voor de verklaring der verschillende bij den telefoondienst in gebruik zijnde toestellen.

Beginsel en samenstelling van telefonen, microfonen, inductie-klos, oproep-inrichtingen en wisselstroomschellen.

Inrichting en werking van de microtelefoontoestellen typen A en B. Wand- en tafeltoestellen. Toestellen voor centraalbatterij-systeem. Werking van de kiesschijf voor automatische inrichtingen.

Inrichting en werking van de centraal-telefoonposten systeem B.T. M. en Ericsson. Manipulatie.

Algemeen begrip van de werking van de handcentrales. Inrichting van de kantoren. Toestellen en inrichtingen voor bescherming tegen atmosphe-

rische ontlading en tegen sterkst •room. Opsporen van storingen op de geleidingen. Manipulaties daar-

voor noodig. 6. Llitdrukken in vreemde talen. De candidaten moeten zich

in het Fransch, Duitsch en Engelsch gemakkelijk kunnen uit-drukken, voorzoover dit noodig is voor de afwikkeling van het buitenlandsch telefoonverkeer.

143

Jong ambtenaars.huisje. Er waren „twee aardige menschen".

Zoo : „zonder verstand, mahr gezond". Ze gingen een beetje sparen,

Voor een eigen Postalen Bond. Voor een Postbondje van twee leden,

met het vrouwtje als „president". En de man als het lid, dat bethalde. .

tot z'n laatste salariscent.

Ze zouden het nestje gaan bouwen met 't motto: „Thuis tik je het best. .

Ze gingen nu straten af-sjouwen in Noord, en in Oost en in West.

Ze vonden vier poppenkamers met „stroomend, warm water" incluis!

Een tocht-vrije reuzenveranda. Ze zwoeren: „Dit wordt ons TEHUIS!"

Ze kochten op afbetaling, gordijnen, een tafel, een kleed,

een goud-groene keukenuitrusting, een slaapkamer. . . heel'maal compleet!

Een linnenkast ('t linnen kwam later). Een spiegeltje voor aan-den-wand.

En voor de W. C. zoo'n leuk matje. Dat betaaiden ze zelfs nog „contant" !

Ze trouwen en „honeymoonden", tot de „honnie" was naar de „moen".

En 't Leven werd zacht-aan eentonig, zooals het wel weer placht to doers. . .

Ze kochten toen 'n radiotje, de buren snapten er van. . . . geen steek!

Ze kochten 't. . . op afbetaling. Dat merle je geeneens elke week.. .

Toen (stoffen is ook niet zoo prettig, nee: stoffen dat is heusch een kruis!

En heb je Electra, dan hoort toch 'n stofzuiger 66k in je huis).

Toen kochten z' een zuigmachine, die klopte — en veegde — en „zoog".

Voor 'n daalder per week — zei het vrouwtje, (waarbij ze den gulden maar loog).

144

Maar eens kwam er 'n dag in de week, dat het vrouwtje geen cent meer bezat,

omdat ze zijn heele salaris zoo langzaam ver-afbetaald had!

Toen kwamen er tranen met tuiten. Hij zei. . . wat hij anders nooit zei.

En de radio (die prachtig door-kwam), die speelde een wijsje daar bij. . .

De stofzuiger giug naar de lommerd. De radio werd stil verkocht.

Een cent werd een muntstuk van waarde, waarnaar soms heel lang werd gezocht. . .

Nu waren ze ziek van de zorgen, 't Was nit met hun heerlijk bestaan.

Hoe je radio speell bij een ander. . . Daar heb je geen sikkepit aan. . .

En 't scheelde waarempel een schijntje of door dien „stofzuiger-vent",

had 't vrouwtje den binnenkant van 't hOtel „Houten Lepel" gekend!

Ze ploeterden nu en ze zwoegden, maar ze wisten, wat HUURKOOP beduidt.

„Je krijgt het heel mak'lijk de deur in, maar 't gaat er fnog 7nak'lijker wit."

J.

Voor Woninginrichting wende men zich tot

Meubileering Zandbergen Meppel Hoogeveen.

111111111111111111111111111 1111 11111111111111111111111111111111111111111111111 111 1111111111111111111111111111111111111111111111111 111 111111111111111111111111111111111111111111111111 111 1111111111111111111,

145

'n Praatje over „Klein Werk". Wie 't kleine niet eert, Is 't groote niet weerd.

Iedere vakgenoot(e) behoort zich of te vragen of hij of zij reeds in de juiste verhouding staat tot de op-vattingen over o r g a n i s a t i e.

't Klinkt wellicht eigenaardig, dock velen verwach-ten Mies van het optreden der vakorganisatie, maar veron.achtzamen het in orde brengen van de meest-voor-de-hand-liggende taken in eigen ambtelijke om-geving, waarvoor doorgaans de organisatie in eersten aanleg in het geheel niet behoeft op te treden 1

Er zijn collega's, die georganiseerd zijn, omdat zij geen klaplooper willen zijn, maar zich overigens van den vakbond geen steek aantrekken. Je kunt toch overal( !) geen interesse voor hebben ! En voor allerlei taken, die je eigen onmiddellijk levensbelang raken, interesseer je je immers in ladtste instantie, is 't niet, laksche vakgenooten, ook al slijt je het grOdtiste ge-deelte van het leven bij „het yak"

Weer anderen zijn georganiseerd, omdat ze wel ge-voelen, dat de voormannen steun noodig hebben bij hun arbeid tot verbetering van onze arbeids- en levensvoorwaarden in allerlei lichamen, commissies en in de directiekamer. En dan, nietwaar, al die ad-ministratie en wat zoo'n vereenigingsapparaat verder voor onkosten meebrengt, daar kun je niet onver-schillig tegenover blijven staan, maar overigens. . . . nu ja, je praat en fantaseert wel ems mee — zoo in het algemeen — over je organisatie, maar verder reikt de belangstelling voor het streven van den vak-bond toch eigenlijk niet, is 't wel, collega's?

Tracht men deze collega's voor een benaalde zaak „warm" te krijgen of spoort men hen aan tot beter vergaderingbezoek, dan worden ze dikwijls kregel, doen soms erg beleedigd en maken je uit voor een.. . fanatieker

Aileen bij massa-bewegingen bewegen ze mee: Voor het „kleine werk", in eigen onmiddellijke om-

geving, hebben ze echter geen oog. Daar is bijy. het overwerk. Er zijn ambtenaren, die regelmatig werk mee naar

146

huis nemen, omdat zij het op het kantoor binnen den gestelden tijd niet kunnen bolwerken. Volgens den dienstrooster is alles prachtig in orde en kloppen de uren als een bus. • Deze collega's zwijgen echter als „moffen" tegen-over de directie.

Men moppert en sputtert wat tegen en tinder elkaar; men is dikwijls overtuigd, dat de toestand ter plaatse niet in orde is, doch verder breekt men in eigen om-geving of wat door lidmaatschap der organisatie is opgebouwd en — wat het ergste is — men verprutst een behoorlijk-geregelden diensttijd. Het komt zelfs voor, dat de autoriteiten in het geheel niet bekend zijn met het feit, dat er werk mee naar huis geno-men wordt !

De eene collega blijft ,overwerkeu" omdat.. . . een ander het Oa doet!

In verschillende gevallen kan de dienst alleen gaan-de gehouden worden, wanneer er zoo'n beetje de hand mee gelicht wordt — tot eigen nadeel.

Op deze wijze wordt het „overwork" veelal. . . „huiswerk"!

Zelfs in kleinen kring op standplaatsen van gelijk-georganiseerden zijn velen er niet toe te bewegen te trachten langs den gewonen weg eener bespreking aan dergelijke toestanden een einde te maken.

Ziet hier, collega's, „klein werk", waarvoor het organisatie-apparaat heusch niet altijd o n m i d d e 1-1 ij k in werking behoeft te komen, doch dat ge zelf kunt opknappen!

Zorgt voor naleving en het doen naleven van het D.A.P.T.T., de dienstvoorsehriften, enz.; dat zal U voldoening geven, de organisatie zult ge van veel „klein werk" vrijwaren en haar daardoor nog beter in staat stellen meer „groot werk" in het belang van alien ter hand te nemen.

Misschien kan dit praatje op de kantoren nog aan-leiding geven om hier en daar den bezem door de vele verborgen augiusstalletjes te halen.

Zonder strijd geen overwirming, zonder strijd — ook in 't klein — geen verbeteringen!

Gv. D. STOFFELS.

147

ilersiellings•ord Rusibehoevellde Ambleoars' te EDE (Gelderland).

Van de Vereeniging tot Ondersteuning van Burgerlijke Ambtenaren.

*..■•••••■••••••••

Deze Vereeniging werd 20 jaar geleden opgericht, om hare leden, die buiten hun schuld in financieele moeilijkheden verkeeren, te helpers. Zij doet dit door het verstrekken van rentegevende voorschotten, ren-telooze voorschotten en giften.

Sedert 1915 is aan pl.m. 2100 leden *) een totaal bedrag van 32 ton aan steun verleend.

Hoevelen zouden, daardoor aan de handen van woe-keraars zifn ontkomen?

Bij rentegevende voorschotten wordt 5 % rente per jaar berekend van het bedrag, dat bij den aanvang van ieder leenjaar als schuld aanwezig was.

Geen rentebetaling vooruit, Been administratie- of informatiekosten. Het voile bedrag, waarvoor men teekent, wordt uitbetaald.

Rentegevende voorschotten mogen f 500.— niet te boven gaan.

Rentelooze voorschotten en giften mogen te zamen een bedrag van f 200.— niet overschrijden.

*) (Pl.m. 1/5 deel hiervan waren Postambtenaren.)

148

In den regel wordt niet direct tot het verleenen van een gift overgegaan, maar wordt in gevallen, waar dit noodig blijkt, begonnen met een renteloos voorschot.

Voorschotten kunnen, wanneer de noodzakelijkheid blijkt, geheel of gedeeltelijk omgezet worden in eene gift.

De terugbetaling van voorschotten wordt zooveel mogelijk in overleg met de voorschotnemers geregeld.

Om voor steun in aanmerking te komen (dit geldt ook voor alle voorechotten) moet men 2 jaar onafge-broken lid der Vereeniging zijn.

De steunverleening is geheirn.

Ook voor de rustbehoevenden onder hare leden maakt de Vereeniging zich nuttig.

zij bezit te Ede op de Veluwe een Rustoord, inge-richt voor 64 patienten, te midden van haar prachtig terrein van 52 H.A. met bosschen en wandelpaden.

Voor leden, die 2 jaar lid zijn, wordt de verpleeg-prys naar draagkracht geregeld; dit geldt ook voor de gezinsleden. Voor hen varieeren de prijzen tus-schen f 0.50 en f 2.50 per dag, en bedroeg in 1927 het gemiddeld bedrag per dag slechts f 1.23.

Leden, die geen 2 jaar lid zijn, betalen f 3.50; par-ticulieren f 4.— per dag.

In den verpleegprijs zijn kosten voor dokter en apotheker inbegrepen, evenals de gewone versterken-de middelen.

Het Herstellingsoord werkt nu 5 jaar en is voor velen een zegen geweest. De Vereeniging paste in dien tijd pl.m. f 90.000.— bij op de exploitatiekosten.

Bedlegerigen en lijders aan t.b.c. en aan besmette-lijke ziekten, alsmede ernstige zenuwpatienten en zij, die gevaar voor de omgeving opleveren, kunnen niet worden opgenomen. Deze moeten — indien noodig en mogelijk met geldelijken steun van de Vereeniging

speciaal daarvoor bestemde inrichtingen worden verpleegd.

Wijder kunnen de deuren van ons niet genoeg te prijzen Herstellingsoord warden opengezet, ruimer moet de Voorsehotbank en ehe overige steunverleening haar zegenrijk werk kunnen uitstrekken. Maar dan ook alien toegetreden.

De contributie bedraagt voor Leden f 3.— per - jaar

149

minimum en voor Donateurs f 2.51 per jaar minimum. Leden kunnen zijn: Allen, die als ambtenaar kun-

nen worden beschouwd volgens artikel 3 tot en met G der Pensioenwet 1922, dus de liurgerlijke Ambtena-ren van Rijk,, Provincie en Geineentk?, enz.

Voor alle inlichtingen, zoowel de Vereeniging, de Voorschotbank, als het Herstellingsoord betreffende, zich te wenden tot den Administrateur van H.0.1?.A., Vaikenboschkade 520, Den Haag.

Kinderfonds P. T. T. „Draagt elkanders lasten".

Met genoegen maak ik van ons Jaarboekje gebruik, om, door het vullen van een bladzijde, de aandaeht te vestigen op het Kinderfonds P.T.T.

Alhoewel ik een voldoende bekendheid met het be-staan van het Fonds mag verwachten, meen ik toeh deze gelegenheid niet ongebruikt te molten laten voor-bijgaan, te meer niet, waar mij bekend is, dat nog tal van collega's niet sympathiek tegenover dit Fonds staan.

Dit standpunt spiuit voort niet zoozeer uit een ge-brek aan collegialiteit, dan wel uit de meening, dat het Fonds er is om het tekort aan loon aan te vullen.

Ik meen, dat zij, die deze meening tot de hunne heb-ben gemaakt, de zaak onjuist zien. Allen zfillen we er van overtuigd kunnen zijn, en vooral wanneer we een gezin hebben, dat, onafhankelijk van het salaris, om-standigheden in verband met onze kinderen, ons in een toestand kunnen brengen, dat we geen uitkomst meer zien, dat we een beroep moeten doen op ande-ren. Gedurende het bestaan van het Kinderfonds beeft de praktijk mij dit bewezen.

Met veel moeite en financieele zorgen kan het ons gelukt zijn om ons kind, hetwelk ziek was, door spe-cialistische of behandeling in een ziekenhuis hersteld te krijgen, maar nu breekt de tijd aan, dat verster-kende middelen noodig zijn of uitzending naar bosch of zee moet plaats hebben. Thans ontbreken de hier-voor noodige financien. Welnu, dan is bet Kinder-fonds daar om te helpen.

150

Ook studiebelangen van een kind van een postamb-tenaar kunnen het noodig doen zijn, dat het Fonds de helpende hand biedt, al zal dat zich tot uitzonde-ringsgevallen moeten bepalen.

Nu is het Fonds niet verstoken van inkomsten, al zou er geen enkele postambtenaar als begunstiger of donateur toetreden. Deze middelen zijn evenwel niet voldoende om de vleugelen zoo ver nit te slaan als het bestuur cult wel zou wenschen. Daarorn doe ik een beroep op onze leden vooral als begunstige.r of dona-teur toe te treden. EveneBns doe ik dit beroep op onze afdeelingen.

Vele postambtenaren dragen reeds het hunne bij, ook afdeelingen van verschillende postale vak-organi-saties, zoowel als die organisaties zelf, maar gezien het aantal ambtenaren, enz., is dit aantal nog te gering.

Ik hoop, dat het gevolg dezer regelen zal zijn een regen van aanvragen om formulieren voor aangifte, terwijl ik hoop, dat weinigen onzer in de omstandig-heden 'zullen komen een beroep op het Fonds te moe-ten doen.

De socretaris, Teunisbloemlaan 11, 's-Gravenhage, of ondergeteekende, sullen U gaarne de benoodigde formulieren zenden.

Hier geldt vooral, met een variant op de bekende woorden: „Het is beter te geven, dan te ontvangen."

A. TEPPER, Emmen. Penningmeoster Kinderfonds.

„BONDSLIED C. B. P. T. T.". (woorden van J. P. H. v. Velt- hoven ; muziek van D. Speets)

en „MANNEN HOU' ZEE!" (woor-den van J. P. H. van Velthoven ; muziek van M. J. Cerfontaine)

prijs der beide liederen met muziek f 0.25. Zonder muziek f 0.05; bij io ex. a 3 ct.; bij 20 of meer (afgerond in tientallen) a 2 ct.

p

LA

ND

DA

G T

E F

RE

DE

RIK

SO

OR

D

GE

HO

UD

EN

12

AU

GU

ST

US

19

28

152

Aan 't Loket. Lang voordat ik het getraliede luikje opendeed, zat

hij reeds op de bank in de wachtkamer, groezelig grauw in elkaar, als 'n hoop in elkaar gezakte vodden.

Zijn hoofd diep in de schouders getrokken, de ma-.gere handen over elkaar, loerde hij onder de klep van zijn groote pet voortdurend naar de klok en naar 't loketje.

Dan, om half negen, als ik met mijn werk begin, staat hij daar, onderdanig, beleefd in militaire hou-ding.

Fen kleffe, diepvunze logementslucht stroomt het verwarmde lokaal binnen en een enkele blik op mijn klant doet zien, dat ik vandaag meer van die pen.- sioengangers zal hebben uit te betalen. Zenuwachtig, steeds maar omkijkende, frommelt de man zijn cheque van de eene in de andere hand en als ik hem vraag even te willen teekenen, verontschuldigt de stakker zich over zijn onhandige, bibberende hanepooten. Dan tel ik hem zijn geld voor, 'n goeie tachtig gulden, noodig om 3 maanden van te leven, en ik kijk hem na: Jan Fusilier.

En dan. plotseling zie 1k de oorzaak van zijn zenuw-achtigheid. Bij den uitgang van de wachtkamer heeft zich een forsche, goed in de kleeren zittende, welge-dane figuur geposteerd, 'n korte woordenwisseling volgt en dra verdwijnt 't grootste gedeelte van het juist ontvangen geld in de grijpgrage klauwen van den kroegbaas. . . .

Op 't marktplein, waar de kille morgenschemerte nog hangt, 'n enkele lantaarn zijn mat schijnsel door den killen mist boort, zie ik het verloop van deze tragedie. De hyena, nu hij zijn doel bereikt heeft, spoedt zich naar huis, zijn dikke duffel hoog dicht-geknoopt ; de pensioenganger, nog troosteloozer, nog droeviger in de trieste oude huizenomgeving, telt zijn weinige guldens.

Den oogenblik nog staat hij stil, dan ineens stevent hij rechtuit op een kroeg af, waar hij in schroeiende, fel-bijtende jenever voor een oogenblik kleur en warmte hoopt te vinden, verdooving en afleiding, sympathie misschien, die dezen mensch niet bescho-ren schijnt. . . .

153

Ms een bonte caleidoscoop trekt het publiek 's mor-gens, 's middags en 's avonds aan je oog voorbij. Wat 'fl menschen, wat 'n t3Ten leer je er kennen.

Daar komen brutale loopjongens, die altijd den tijd hebben, maar die natuurlijk op 't postkantoor uren hebben moeten wachten, als zij weer bij den baas. komen ; daar komt de bankier zijn twintigduizend gulden storten, de student zijn studietoelage incassee-ren of het jarige meisje den rijksdaalder van haar Opoe halen.

Daar haalt de wrorstelende kleine zakenman zijn onbetaalde kwitanties, komt de schoohneester om rentezegels en de dienstbode met een briefje van me-vrouw, die postzegels verzamelt en tuk is op raritei-ten.. Toch is er wel variatie, ook aan 't zegelloket, waar je den ganschen dag bijna niets doet dan reke-nen.

Drie zegels van 10, den briefkaart, 'n rentezegel van 12 cent en V001' de rest zegels van 14 cent.

Dc ondeugende wipneus immers komt bier poste-restante halen, de schipper komt telefoneeren, straks. komt er iemand met een postpakket of weer een an-der een telegram aanbieden. En je ziet de vreugde op het gezicht van den gelukkigen vader, maar ook de. smart van hem, die het overlijden van zijn dierbare telegrafeert. . . .

Ja, inderdaad er is variatie, je staat midden in 't voile leven en de nukken en grillen van het publiek. neem je op den koop toe.

Maar 't liefste sta ik aan het loket waar de Ouder-domsrente wordt uitbetaald. Heel vroeg reeds zijn de oude wijfjes present en babbelen honderd ult. Netjes. opgeknapt met hun opgestreken li'riesche schorten en met hun gesteven witte kanten mutsen staan zij even later achter elkaar in de rij om hun 10 of 12 gulden in ontvangst te nemen. Bijdehandsche boerinnen met frischroode kleurtjes, bleeke dagloonersvrouwen, zwervers en renteniers komen en gaan. Daar zijn de analphabeten, die, zich schamende, heel zachtjes hun buren om een h.andteekening vragen, nadat zij zelf eerst een kruisje gezet hebben, daar is de verwaande rentenier, die niks te doen heeft, maar toch altijd erge haast heeft en die liefst maar op een stil oogen-blikje komt, als schaamt bij zich voor de staatsfooi..

154

Daar ontmoet ik ook de weduwe, die bij 't vreeselijke fabrieksongeluk paar jaar geleden haar echtgenoot verloor en die thans haar weduwe- en weezenrente komt halen. Want, voornamelijk toch zijn het versle-ten werkmenseheh, sjouwers en zwoegers van de vo-rige generatie, onderworpen, murw gemaakt door een hardvochtig kapitalistisch stelsel, brave lieden, die hun levensavond door deze kleine uitkeering zoo heer-lijk zien verlicht. En ik werk gaarne onder die men-schen, die zoo dankbaar zijn voor een vriendelijk woord en 'n kleinen dienst, dien je hun bewijst. En zoo langzamerhand leer je alien kennen. Je kent pre-cies het vrouwtje dat altijd 4 kwartjes bij haar geld wil hebben, de boer in deftig zwart, 't stokdoove kereltje, die met zijn neus bijna op de kwitantie ligt en er dan nog naast schrijft.

Daar kwam ook het oude vrouwtje, waarvan ik U tot besluit nog iets moet vertellen. Altijd op denzelf-den tijd strompelde ze, zwaar leunende op haar stokje, gebogen door haar hoogen ouderdom, het hoofd moeizaam opbeurende, binnen. Ik mocht het vriendelijke oudje, vol humor en levenslustig nog ondanks haar 83 jaren, graag lijden, ik was altijd blij, als 't niet te druk was, eens even met haar te kunnen babbelen.

1k kende haar en haar familie, haar zoon, de tim-merman, die altijd dronken was, en waarbij ze „in" woonde.

Maar tijd om '1 geld voor zijn moeder te halen had hij niet, ze vertrouwde het hem trouwens niet eens toe.

Dan, na een kort praatje, de formaliteit van 't kruisje zetten, enz., strompelde zij weer voort, in den winter voetje voor voetje langs de gladde wegen, in het voorjaar monter langs de oude huisjes en de kerk, die in fleurig zon- en sehaduwspel rustig van eeuwen her stond te droomen.

En ik keek haar dan na, 't oude moedertje, dat reeds zooveel levensstormen over zich heen zag gaan.

Totdat. . . vanmorgen haar zoon, zwaar besehon-ken, den slottermijn kwam opeischen, met 'n dubbele tong en valsche sentimentaliteit me het overlijden van zijn moeder mededeelde.

Lang nog zal ik het lieve oudje missen. . . . Wageningen, 27 April 1928. G. VAN WAERT.

159

KLAPPER. Bladz.

Afdeelingsbesturen

27/41

Baan A. v. d. (Foto) 63 Beroep (Commissie van) 49/50 Bezoldigingsbesluit 1928 65/91 Bondsbestuur (Samenstelling van het) 21 Bondsinsignes . 61 Bondscursussen 158 Bondskantoor 42 Bondsraad (Samenstelling van den); 22/25

(Bestuur) 21 (Commissies uit den) 26

Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenaarszaken (C. C. v. 0.) . . 47/48

Centrale van Nederlandsch Overheidspersoneel (C. N. 0. P.) 43

Christelijke feestdagen (Algerneene) 2 Commissie van Beroep 49/50

van Overleg (C. v. 0 . ) . 44/46 Commissies uit den Bondsraad 26 Contributieregeling 62

Directeur-Generaal (foto) 46/47

H . O . R . A. 147/149

Insignes 61 Israelitische feesten vastendagen . 2

Jaarloon (Ambtenaren op) P. T. T. . . 97/114

160

Kalender 1928 2/15

Kinderfonds P. T. T. . 149/150

Landdag Frederiksoord (foto) 151

Mengelwerk 143/157 Muziek (Bondslied) 150

Overleg (Commissie van) C. v. 0. ... 44/46 „ (Centrale Commissie van) C. C. v. 0. . 47/48

Personeelsbeoordeeling 56/60 Penningmeester Van der Baan (foto). . 63 Postraad 51/55

K. K. feestdagen 2

Salarissen P. T. T.-personeel 92/114 Studeerenden 158 Stuiversfonds 63

Vakgroepsbesturen . 22/25 Varia . . , 155/157 Verkortingen op Vakvereenigingsgebied 64

Weeklooners P. T. T.-personeel . . 94, 97 en 114

N.V. GEBR. BISCHOFF.

Dames-eti ficonotimliill Mode-artikelen, Manufacturen. Bedden- en Tapijten-Magazijnen.

ALTIJD SOLIEDE EN HET GOEDKOOPST.

16 FILIALEN IN NEDERLAND.

I NSTITU UT VOOR OPLE1DING TOT AMBTEN EN BEROEPEN

POSTBUS 60,

UTRECHT

VAN NEDERLANDSCH POST-, TELEGRAAF- EN … · centrale bond van nederlandsch post-, telegraaf- en...

Documents

Transcript of VAN NEDERLANDSCH POST-, TELEGRAAF- EN … · centrale bond van nederlandsch post-, telegraaf- en...