Kindjes boek

Rie Cramer

bronRie Cramer, Kindjes boek. De Boekerij, Amsterdam 1987 (eerste druk 1909)

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/cram006kind01_01/colofon.htm

© 2004 dbnl / erven Rie Cramer

5

[Kindjes boek]

Kindertjes liggen onder den boom,

Als ze opstaan dan zijn ze loom,

Als ze loom zijn vallen ze neer,

En als ze vallen dan liggen ze weer.

Rie Cramer, Kindjes boek

6

Klein blauw broekje zat in z'n hoekje,At van 'n groote pastei.Hij nam een pruimMet z'n vinger en duim,En zei toen wat aardig ben jij!

‘Mijn paatje kocht voor mij niet eens een woef wauw wauw!En 'k heb wel een kleine kat,Ook een heele erge schat ......Maar ik wou toch liever nog een woef wauw wauw!’

Rie Cramer, Kindjes boek

7

Jantje trek je wanten an,'t Is voor de deur zoo koud.Daar ginder komt een meisjen anEn daar ben je mee getrouwd.

Rie Cramer, Kindjes boek

8

Rozemarijn en boonekruid,Groeien in den tuin.Onze Anna is de bruid,Knoflook en ajuin.Boonekruid en Rozemarijn,Morgen zal de bruiloft zijn!

Rie Cramer, Kindjes boek

9

Hansje sokken,Trek hem aan zijn rokken,Trek hem aan zijn staart,Hansje is geen oordjen waard!

Rie Cramer, Kindjes boek

10

Één

Twéé

Drié

Mijn zusje heet Marie.En als ze geen Marietje heet,Dan heet ze Één twee drie.

Rie Cramer, Kindjes boek

11

Toen onze Jantje jarig was,Toen was er feest in 't landje,Zijn moeder bakte een tulleband,Zoo groot wel als ons Jantje.

Rie Cramer, Kindjes boek

12

Tire, lire, let, let, let,Musschen zijn geen vinken.Mietje heeft de kan gebroken,

Waar zullen we nu uit drinken?

Rie Cramer, Kindjes boek

13

't Kindje gaat naar bed,'t Kindje gaat naar bed,Zijn oogjes vallen toe,Hij zal zoete melkjen drinkenAl van de bonte koe.'t Melkjen van de bonte koe,Dat komt aan 'tkindje toe.

Rie Cramer, Kindjes boek

Rie Cramer, Kindjes boek

14

Jantje is laat opgestaan,Loopt nog op z'n muilen.

Zie hem daar beteuterd staan,Strakjes gaat hij huilen!!Wees vroeger uit de veeren Jan,Anders wordt je nooit een man.

Rie Cramer, Kindjes boek

15

Krisje Krelissen,liep in den regen.

Jaapje Melissen,Kwam haar tegen

Met zijn Moeders paraplu!

Rie Cramer, Kindjes boek

Krisje Krelissen waar ben je nu?

Rie Cramer, Kindjes boek

16

Bè bè schaapje zwart?Heb je een beetje wol?Ja zeker heb ik dat,Wel drie zakken vol:

Een voor m'n meester,

En een voor z'n vrouw

Dan heb ik nog een derde zak,Maar die is niet voor jou!

Rie Cramer, Kindjes boek

17

Molenaartje maal je molen,Maal voor 't kindje een zakje meel.

Dan zal moeder pankoek bakken,Die in kindjes keel zal zakken,

Stroop, stroop, stroop met meel,Dat glijdt zacht door kindjes keel.

Rie Cramer, Kindjes boek

18

AaltjeZat op 't paaltje.

Wip zei 't paaltje -Weg was Aaltje!

Rie Cramer, Kindjes boek

19

‘Poesje lief, Poesjenel,Waar was je toch vandaag?’‘Bij de Koningin op Audiëntie in den Haag!’

‘Poesje lief, PoesjenelWat heb je daar gedaan?!’‘Ving een heel klein muisje onder den troon vandaan!’

Rie Cramer, Kindjes boek

20

Lijsje leerde Lotje loopen,In de lange lindelaan.Maar toen Lotje niet wou loopen,Toen liet Lijsje Lotje staan.

Rie Cramer, Kindjes boek

21

Twee bloote beentjes,Tien roze teentjes,

Klein spartelhandje,Uit 't wiegemandje, -

Piep dat is Jantje.

Een twee drie,In Overschie,Stond een bord op tafel,Met een warme wafel.

Rie Cramer, Kindjes boek

22

Jan mijne man wou ruiter worden,Jan mijne man die had geen paard.Toen nam hij de kat en kneep die in zijn staart;Toen had Jan mijne man een paard.

Rie Cramer, Kindjes boek

23

Tire, lire, letje,Op de wip,

Boven op de wip,Zit Jetje.

Gelukkig maar dat broertje haarZoo vast houdt hij haar jasje,

Want anders viel ze van de plank,Pardoes in 't groene grasje.

Rie Cramer, Kindjes boek

24

Marietje had een lammetje,Wit met een roze lintje,En waar je nu Marietje zag,Daar zag je ook haar vrindje.

Rie Cramer, Kindjes boek

25

Dit is het allerlaatste versje,Want hier komt de olifant met z'n lange snuit,En je weet - die blaast alle versjes uit.

Rie Cramer, Kindjes boek

26

Einde

Rie Cramer, Kindjes boek