Mira Media - Voorwoord · 2017-03-06 · Voor u ligt het verslag van een onderzoek dat is...
Transcript of Mira Media - Voorwoord · 2017-03-06 · Voor u ligt het verslag van een onderzoek dat is...
Voorwoord
In opdracht van stichting Mira Media heb ik in 2004 een onderzoek uitgevoerd naar het
bioscoopbezoekgedrag van Turkse en Marokkaanse jongeren in Nederland. Het doel van dit
onderzoek is een beeld krijgen van het gedrag in bioscoopbezoek van Marokkaanse en Turkse
jongeren in de leeftijd van 16 t/m 19 jaar en hun beweegredenen een film in de bioscoop te
bezoeken. Ook is er gekeken naar de verschillen in kijkgedrag van bioscoopfilms en video s
of dvd s. De resultaten van dit onderzoek staan in dit verslag vermeld.
Op de eerste plaats wil ik Simon Welling bedanken voor het ontwerpen van de voorkant en
Joran Kroeke voor het nakijken van dit verslag. Verder wil ik iedereen bedanken die een
bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. Het voert te ver om iedereen apart te noemen,
maar zonder jullie inzet had dit verslag niet tot stand kunnen komen.
Een speciaal dankwoord gaat uit naar Alexander Grit van de hogeschool Inholland en Susan
Bink en Giovanni Massaro van Mira Media voor hun begeleiding tijdens het uitvoeren van dit
onderzoek.
Hamid Azriouil
VTM student
01 oktober 2004
2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Onderzoeksopzet ..blz 4
1.1 Inleiding ...blz 4
1.2 Achtergrond en aanleiding ...blz 4
1.3 Probleemformulering ...blz 5
1.4 Relevantie van het onderzoek ..blz 8
1.5 Verdere opbouw van de scriptie ..blz 9
Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek blz 10
2.1 De vrijetijdsbesteding van Turken en Marokkanen en de verschillen en
overeenkomsten met Nederlanders blz 10
2.2 De vrijetijdsbesteding van Turkse en Marokkaanse jongeren en de verschillen
en overeenkomsten met Nederlandse jongeren ..blz 12
2.3 Het filmbezoek en kijkgedrag van Turkse en Marokkaanse jongeren en de
verschillen en overeenkomsten met Nederlandse jongeren blz 13
Hoofdstuk 3 Demografische ontwikkelingen en gegevens blz 15
3.1 Demografische gegevens in Nederland blz 15
3.2 Demografische gegevens totale groep nieuwe Nederlanders ...blz 17
3.3 Demografische gegevens van Turken in Nederland .blz 19
3.4 Demografische gegevens van Marokkanen ..blz 22
3.5 Opleidingsniveau ..blz 25
Hoofdstuk 4 Opzet en uitvoering van het onderzoek blz 31
4.1 Kwantitatief en kwalitatief onderzoek ..blz 31
4.2 Onderzoekspopulatie .blz 32
4.3 Onderzoeksaanpak blz 33
4.4 Steekproef .blz 34
4.5 Interviews ..blz 35
Hoofdstuk 5 Onderzoeksresultaten .blz 36
5.1 Enquête ..blz 36
5.2 Interview blz 59
Hoofdstuk 6 Conclusies en Aanbevelingen .blz 62
6.1 Conclusie ...blz 62
6.2 Discussie en Aanbevelingen ..blz 64
3
Literatuurlijst ... blz 66
Bijlage A
Enquête
Bijlage B .
Interview Daniëlla Koot ..
Interview Mounir Hanchaou
Interview Anil Sahin
Bijlage C .
Onderverdeling van de Turkse gemeenschap in Nederland naar generatie, geslacht
en leeftijd in Nederland op 1 januari 2004 ..
Bijlage D .
Onderverdeling van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland naar generatie,
geslacht en leeftijd in Nederland op 1 januari 2004
Bijlage E .
Krantenknipsels bioscoopbezoek van Marokkaanse en Turkse films in Nederland
4
Hoofdstuk 1 Onderzoeksopzet
1.1 Inleiding
Voor u ligt het verslag van een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van stichting Mira
Media. Mira Media ontwikkelt, initieert en voert projecten uit die staan voor diversiteit en
meer kleur in de audiovisuele en nieuwe media.
Dit onderzoek is uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in het bioscoopbezoek onder
Marokkaanse en Turkse jongeren. In paragraaf 1.2 wordt de cultuurdeelname van jongeren
onder de loep genomen. Naar aanleiding daarvan wordt in paragraaf 1.3 ingegaan op de
probleemformulering van het onderzoek. Paragraaf 1.4 zal de relevantie van het onderzoek
beschrijven. Tot slot komt in paragraaf 1.5 de verdere opbouw van deze scriptie aan de orde.
1.2 Achtergrond en aanleiding
Mira Media is een projectorganisatie met landelijke en Europese activiteiten. Mira Media
streeft naar gelijkwaardige deelname van allochtonen in de audiovisuele media op alle
functieniveaus en zet zich in voor een kleurrijke programmering. Een programmering die zich
uit in een multicultureel aanbod voor een breed, autochtoon en allochtoon publiek, anderzijds
een doelgroepprogrammering voor specifieke etnisch culturele groepen. Mira Media wil
daarbij werken vanuit het oogpunt van de mediaconsument.
Daarnaast werkt de organisatie aan het vergroten van de mediavaardigheid van kijkers en
luisteraars. Anders gezegd: kijkers en luisteraars moeten kritisch (leren) omgaan met het
aanbod van audiovisuele en interactieve media, maar ook zelf de technische en inhoudelijke
kennis onder de knie krijgen om met media aan de slag te gaan.
De multiculturele samenleving in Nederland vindt zijn oorsprong in de jaren 60, waarin
nieuwe bevolkingsgroepen als gastarbeiders en Indonesiërs zich in Nederland vestigen. In de
jaren 70 kwamen hier de Surinamers en Antillianen bij. Deze groepen namen hun eigen
cultuur mee en zodoende veranderde de maatschappij in een multiculturele samenleving.
Sinds de jaren 70 is er echter veel veranderd. De eerste generatie is opgevolgd door een
tweede en een derde generatie en recente gebeurtenissen als de aanslagen in Amerika
5
hebben een grote invloed op deze samenleving.1 Dit heeft onder meer gevolgen voor de
vrijetijdsbesteding van allochtone jongeren.
Voor dit onderzoek wordt vooral gekeken naar de culturele activiteiten die deze jongeren
uitvoeren. Cultuur kan hierin ook weer onderscheiden worden in twee culturen 2, de
gecanoniseerde cultuur (bijvoorbeeld musea, theater en uitvoeringen van klassieke muziek) en
de jeugdcultuur (bijvoorbeeld popconcert, bioscoopbezoek, uitgaan). Uit onderzoek3 van het
Sociaal en Cultureel Planbureau is gebleken dat de uitgaansactiviteiten binnen de jeugdcultuur
sinds 1991 een groeiend bereik hebben. Zo is het percentage jongeren dat een bioscoop
bezoekt tussen 1991 en 1999 met 14% (van 61% naar 75%) gestegen. Ook is het aantal uur
dat de jongere televisie kijkt toegenomen in de afgelopen tien jaar4. Jongeren zijn dus vaker
films gaan kijken. De redenen om een film te gaan kijken zijn uiteenlopend van aard.
De een zal een film kijken omdat het inhoudelijk goed in elkaar zit en een ander zal een film
bekijken omdat het uiterlijk hem trekt.
Door deze toename wil Mira Media onderzoeken wat van invloed is op het
bioscoopbezoekgedrag van de allochtone jongeren. Omdat dé jongere niet bestaat5, worden in
dit onderzoek de jongeren van Marokkaanse en Turkse afkomst in de leeftijdcategorie 16 t/m
19 jaar beschouwd als doelgroep. Deze groep is gekozen omdat de culturen tussen deze
nationaliteiten veel minder verschillen ten opzichte van andere prominent aanwezige culturen
binnen de Nederlandse samenleving6. Daarnaast is algemeen bekend dat Turken en
Marokkanen van de vier grote groepen allochtonen (naast Marokkanen en Turken de
Surinamers en Antilianen) qua cultuur het meest verschillen met de Nederlanders.
Mira Media fungeert als kennisbank met betrekking tot audiovisuele media en etnische
minderheden en heeft ervaring met het uitvoeren van soortgelijke onderzoeken.
1.3 Probleemformulering
Doelstelling
Voor het uitvoeren van dit onderzoek is weinig informatie bekend over het bioscoopbezoek
onder allochtonen. Bezoekcijfers zijn wel aanwezig, maar het doel van de bezoeker is vaak
1 Verharding in de multiculturele samenleving, www.forum.nl, november 2003 2 Rapportage jeugd 2002, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag 2003 3 Rapportage jeugd 2002, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag 2003 4 Rapportage jeugd 2002, Sociaal Cultureel Planbureau, Den Haag 2003 5 Vrijetijdsbesteding jongeren in Amsterdam, O+S, Amsterdam 2002 6 De effectiviteit van rekeninterventies bij jonge Marokkaanse en Turkse leerlingen, Marc Frijlink, Scriptie Universiteit Utrecht 2000
6
onbekend. Het doel van dit onderzoek is dan ook een beeld krijgen van het gedrag in
bioscoopbezoek van Marokkaanse en Turkse jongeren in de leeftijd van 16 t/m 19 jaar en hun
beweegredenen een film in de bioscoop te bezoeken.
De resultaten van dit onderzoek zullen worden gepubliceerd door Mira Media in haar
magazine en op de website. Daarnaast zal het Nicam (Nederlands instituut voor de
classificatie van audiovisuele media) waarschijnlijk geïnteresseerd zijn om aan de hand van
deze resultaten te onderzoeken of de doelgroep gebruik maakt van de door hen ontwikkelde
kijkwijzer (www.kijkwijzer.nl). Kijkwijzer is de naam voor het classificatiesysteem dat vanaf
het voorjaar van 2001 in Nederland wordt gebruikt om bioscoopfilms, videofilms en
televisieprogramma s te voorzien van informatie over hun mogelijke schadelijkheid voor
jeugdigen.
Centrale vraagstelling
De centrale vraag van dit onderzoek zal dus zijn:
Hoe ziet het bioscoopbezoek van Marokkaanse en Turkse jongeren in de leeftijd 16 t/m 19
jaar eruit en wat beweegt hen een film te gaan bekijken in de bioscoop?
Deelvragen
De deelvragen die dit onderzoek compleet maken zijn:
- Wat zijn de bezoekerskarakteristieken van de doelgroep en hebben deze invloed op
het bioscoopbezoek van de doelgroep?
Het is duidelijk dat de doelgroep bestaat uit Turkse en Marokkaanse jongeren van 16 t/m 19
jaar. Deze jongeren zijn niet allemaal hetzelfde. Voor dit onderzoek is belangrijk te weten of
het leeftijdsverschil, het opleidingsniveau, de sekse en de achtergrond invloed heeft op het
bioscoopbezoek van de doelgroep. Deze vragen zullen gesteld worden door middel van een
enquête. Deze vraag wordt gesteld om zo te weten te komen of de bovenstaande
eigenschappen van de doelgroep invloed hebben op de keuzes van deze groep.
- Wat zijn de criteria om een film te gaan kijken?
Dit is de belangrijkste deelvraag van dit onderzoek. Door middel van een enquête zullen aan
de respondenten verschillende vragen gesteld worden en de antwoorden moeten gezamenlijk
7
het antwoord geven op deze vraag. De vragen zullen varieren van onderwerp. Dit kan dus zijn
de bioscoop zelf, maar ook de acteurs of de omgeving van de respondent. Door de
antwoorden van de enquête met elkaar te vergelijken zal er een conclusie getrokken worden.
Deze conclusie zal verwerkt worden in een antwoord op deze deelvraag. Daarnaast zullen de
NFC (Nederlandse Federatie voor de Cinematografie) en de grootste bioscoopexploitanten
gevraagd worden wat hun criteria zijn om films te laten vertonen. Dit zal gebeuren door
middel van interviews.
Deze vraag wordt gesteld om enerzijds het beeld van de doelgroep te creëren waarom zij
kiezen voor een film en anderzijds het beeld van de aanbieders te creëren waarom zij een film
vertonen.
- Wat is het verschil tussen het kijkgedrag bij video/DVD en het kijkgedrag bij
bioscoopfilms?
Deze deelvraag zal door middel van een enquête door de respondenten beantwoord worden.
De vraag sluit aan bij de eerste deelvraag en verduidelijkt het beeld van de doelgroep waarom
deze kiest voor een film in de bioscoop. Het doel van deze vraag is te kijken of de omgeving
waarin de film gekeken wordt invloed heeft op het gedrag van de kijker. Deze vraag wordt
gesteld om zo uit te vinden of er een duidelijk verschil is tussen het bioscoopkijkgedrag en het
videokijkgedrag.
- In hoeverre is men tevreden over het aanbod aan films?
Deze deelvraag sluit aan bij de vorige twee. De vraag wordt gesteld door middel van een
enquête van de doelgroep en interviews van de aanbieders. Is men tevreden of wordt er iets
gemist? Wat wordt er dan gemist en hoe zou dat veranderd moeten worden? Deze vraag wordt
gesteld om zo het aanbod te analyseren en evalueren. Ook is de vraag belangrijk om uit te
vinden of men in de toekomst meer of minder gebruik van de bioscoop gaat maken.
- Welke invloed hebben films in eigen taal/cultuur op het gedrag van de jongere?
8
Het is bekend dat de achtergrond van de jongeren uit de doelgroep een grote invloed heeft op
het leven van de jongeren7 en dus ook in de vrijetijdsbesteding van de jongere. Maar geldt dit
ook voor films? Hebben films uit de eigen cultuur deze invloed ook of juist helemaal niet?
Waarin onderscheiden films uit de eigen cultuur zich in ten opzichte van westerse films?
Het antwoord op deze vraag wordt gegeven door het ondervragen van de doelgroep door
middel van een enquête en het bestuderen van statistische gegevens en literatuur. Ook worden
eerdere onderzoeken naar de vrijetijdsbesteding van Marokkaanse en Turkse jongeren
bestudeerd.
De deelvragen hebben veel raakvlakken. Hierdoor is een zo volledig mogelijk antwoord op de
centrale vraag mogelijk.
Om uiteindelijk de doelstelling te bereiken zullen verschillende onderzoeksmethoden worden
toegepast. Literatuuronderzoek zal worden toegepast om zo een situatieschets te creëren en
waarbij een metanalyse eerdere onderzoeken over de doelgroep met elkaar vergelijkt. Hierbij
zal ook binnen bestaande informatiebronnen worden gekeken naar statistische gegevens. Ook
zal er een enquête worden opgesteld waarin de doelgroep gevraagd wordt naar haar situatie,
wensen en behoeftes met betrekking tot het filmkijkgedrag. In dit deel van het onderzoek
wordt ook gekeken of de uitkomsten verschillen naar etniciteit, sekse en opleidingsniveau.
1.4 Relevantie van het onderzoek
Het onderzoek wordt, zoals in de inleiding al naar voren kwam, uitgevoerd in opdracht van
Mira Media. Het gaat hier vooral om praktijkgericht onderzoek. De praktische relevantie is
dat de onderzoeksresultaten laten zien hoe het bioscoopbezoekgedrag van Turkse en
Marokkaanse jongeren eruit ziet en waardoor dit gedrag beïnvloed zou kunnen worden. Zoals
in paragraaf 1.2 aan de orde kwam, neemt het bioscoopbezoek en andere activiteiten binnen
de jeugdcultuur procentueel toe. Het onderzoek geeft inzicht in de deelname en ongelijkheid
van deze activiteiten binnen de doelgroep. Ook worden door middel van dit onderzoek de
interesses en wensen van de doelgroep met betrekking tot filmbezoek in kaart gebracht. Op
deze manier heeft deze doelgroep invloed op het filmaanbod van de NFC en de aanbieders.
Hiermee zijn we uitgekomen bij de beleidsrelevantie van het onderzoek. Zoals in de
7 De effectiviteit van rekeninterventies bij jonge Marokkaanse en Turkse leerlingen, Marc Frijlink, Scriptie Universiteit Utrecht 2000
9
doelstelling al wordt aangegeven kunnen de onderzoeksresultaten bijdragen aan het
verbeteren van de boodschap van het Nicam om de kijkwijzer een grotere naamsbekendheid
te geven. Daarnaast kan Mira Media met dit onderzoek een realistischer beeld vormen van het
gedrag van de doelgroep. De onderzoeksresultaten bieden tevens inzicht in (eventuele)
oorzaken voor de verschillen binnen dit gedrag en daarnaast in de opinie van de doelgroep
over het filmaanbod. Uit bovenstaande tekst komt naar voren dat de maatschappelijke
relevantie en de beleidsrelevantie van dit onderzoek nauw aan elkaar verwant zijn.
1.5 Verdere opbouw van de scriptie
In het vervolg van deze scriptie zal in hoofdstuk 2 (Overzicht bestaand onderzoek) een
overzicht van (conclusies van) bestaande onderzoeken worden gegeven. Dit heeft als doel een
situatieschets te maken en hieruit worden verwachtingen geformuleerd die in dit onderzoek
vergeleken zullen worden met de resultaten uit dit onderzoek. Hoofdstuk 3 gaat over de
demografische gegevens van Turken en Marokkanen in Nederland. Hoofdstuk 4 (Opzet en
uitvoering van het onderzoek) behandelt onder andere het type onderzoek, de
dataverzamelingsmethode en de wijze van data-analyse. In hoofdstuk 5
(Onderzoeksresultaten) worden de (belangrijkste) onderzoeksresultaten gepresenteerd. Tevens
vindt in dit onderzoek een confrontatie plaats tussen de geformuleerde verwachtingen en de
onderzoeksbevindingen van dit onderzoek. Tot slot worden in hoofdstuk 6 (Conclusies,
discussie en aanbevelingen) de belangrijkste resultaten samengevat en kritisch bekeken.
10
Hoofdstuk 2 Bestaande literatuur
In dit hoofdstuk zal ik verschillende literatuur bespreken die ik van pas vind komen op dit
onderzoek. Dit zal echter geen specifieke informatie zijn, doordat er geen of weinig
informatie is over het bioscoopbezoek van allochtonen. Ook over de vrijetijdsbesteding van
Turkse en Marokkaanse jongeren is vrij weinig bekend. Wel is er veel literatuur te vinden
over etniciteit en verschillende media.
2.1 De vrijetijdsbesteding van Turken en Marokkanen en de verschillen en
overeenkomsten met Nederlanders
Er is verschillende malen onderzoek gedaan naar de vrijetijdsbesteding van allochtonen.
Onder andere het Verwey-Jonker instituut, CBS en de gemeentes Amsterdam, Rotterdam en
Eindhoven hebben dit bestudeerd. Uit deze onderzoeken blijkt dat er veel overeenkomsten
zijn tussen de Marokkaanse en de Turkse allochtoon. Ook zijn de verschillen met de
autochtone bevolking niet groot. Zij voelen zich geïntegreerd in de Nederlandse samenleving.
Toch brengen ze hun vrije tijd merendeels door met mensen met dezelfde culturele
achtergrond. Het voordeel hiervan is dat de mensen zich vaak beter begrepen voelen en er
meer herkenning is. Daarnaast is de sociale controle binnen allochtone groepen wat betreft
vrijetijdsbesteding vaak groter. Ondanks de vrijetijdsbesteding binnenshuis vinden
allochtonen dit buitenshuis erg belangrijk. Meestal brengen zij deze dan door in de eigen
buurt.8 In grote delen van de wereld en in verschillende culturen is de straat een belangrijke
ontmoetingsplek. Een praatje, wat drinken, een sigaretje, een beetje dollen. In veel landen
(waaronder Turkije en Marokko) brengen mensen nog steeds meer vrije tijd buiten door, dan
binnenshuis. In Nederland zijn we ons steeds meer gaan terugtrekken achter de gesloten
voordeuren. De mensen die elkaar in hun vrije tijd liever op straat ontmoeten, worden vaak
bekeken met een mengeling van achterdocht en onbegrip. En soms zelfs met angst. Omdat in
Nederland alles geregeld moet worden is dat ook gebeurd met de ontmoetingsplaatsen van die
8 Sport verbroedert, praktijk of mythe? Waarden en normen in sport deel 2, A. Elling, Arnhem 2001
11
jongeren.9 Echter zijn de overeenkomsten veel groter. Veelvoorkomende vrijetijdsbestedingen
zijn winkelen, stedelijk uitgaan, wandelen en sporten. De gezelligheid spreekt hierbij een
grote rol.10 Recreatiegebieden als bos, parken, strand en duinen worden wel minder bezocht
door allochtonen. Een oorzaak hiervoor zou kunnen zijn dat er niet op de omgeving gelet
wordt, zoals bij Nederlanders wel het geval is. Daarnaast brengen oudere getrouwde
allochtonen hun vrije tijd steeds meer door in koffiehuizen.11
Ondanks de aangetoonde overeenkomsten zijn er toch nog een aantal verschillen tussen de
vrijetijdsbesteding van allochtonen en autochtonen. Verklaringen van deze verschillen worden
in diverse onderzoeken op verschillende wijze beschreven. Deze wijzen zijn uiteindelijk
onder te verdelen in twee termen, namelijk: structurele en culturele verklaringen.12
Structurele verklaringen zoeken de oorzaak van de verschillen in de structurele
achtergrondkenmerken van de diverse groepen. Uitgangspunt van dit soort verklaringen is de
veronderstelling dat de wijze waarop mensen hun vrije tijd besteden afhankelijk is van hun
sociaal-economische statusgroep. Mensen met een hogere sociale positie (gemeten aan het
opleidings- of inkomensniveau) besteden hun vrije tijd anders dan mensen uit lagere sociale
posities. Aangezien veel allochtonen in de sociaal lagere posities verkeren, ligt hier de
verklaring van de verschillen in vrijetijdsbesteding. Culturele verklaringen zoeken de oorzaak
van verschillen juist in het verschil tussen culturele waarden en opvattingen van diverse
etnische groepen in Nederland. De meeste onderzoeken wijten hun resultaten aan sociale
verklaringen of juist aan culturele verklaringen .
Slechts in één onderzoek worden resultaten verklaard door zowel de sociale als de culturele
kenmerken. Uit deze resultaten blijkt dat naast de sociaal-economische verklaring(minder
bezoek aan podium- en horecavoorzieningen) ook het geloof een belangrijke plaats inneemt
binnen de vrije tijd. Turken en Marokkanen gaan bijvoorbeeld minder vaak of helemaal niet
naar het strand vanwege het vele bloot .13
Er is ook een verschil tussen de verschillende sekses. Marokkanen gaan vaker om met
mannen van hun eigen achtergrond en gaan naar plaatsen waar ze geen of weinig
Marokkaanse of Turkse vrouwen tegenkomen. Andersom is dit ook het geval. Turkse of
9 Maatschappelijke Verkenning vrijetijdsbesteding door allochtone jongeren, M. de Boer, Eindhoven 2001 10 Recreatie van Turken, Marokkanen en Surinamers in Rotterdam en Amsterdam, E.M. Jókövi, Wageningen 2000 11 Mijn vrienden ken ik van de straat, Verwey-Jonker, Utrecht 2002 12 Mijn vrienden ken ik van de straat, Verwey-Jonker, Utrecht 2002 13 Vrijetijdsbesteding van allochtonen en autochtonen in de openbare ruimte. E.M. Jókövi, Wageningen 2000
12
Marokkaanse vrouwen zoeken vaak gezamenlijk juist niet de plekken op die veelvuldig door
Turkse of Marokkaanse mannen of jongens bezocht worden.14 Zij zoeken plekken op waar
vaak gelijkgestemden komen. Met gelijkgestemden bedoel ik de peergroup: vrienden van
dezelfde leeftijd en etnische achtergrond. Hoogopgeleide Marokkanen en Turken zoeken
echter af en toe contacten met mensen of groepen buiten hun eigen peergroup, om samen iets
te ondernemen of te organiseren. Zij hechten ook veel meer waarde aan een goede kwaliteit
van de vrijetijdsvoorzieningen dan laagopgeleiden. Hiervoor willen ze zelfs extra betalen.
2.2 De vrijetijdsbesteding van Turkse en Marokkaanse jongeren en de verschillen en
overeenkomsten met Nederlandse jongeren
Hierboven had ik al aangegeven hoe de vrijetijdsbesteding van Turken en Marokkanen er uit
ziet en wat de factoren zijn. Nu zal ik verder kijken naar hoe dat bij jongeren gesteld is.
Ook tussen Turkse en Marokkaanse jongeren en hun ouders verschilt de vrijetijdsbesteding
heel weinig. Over het algemeen is bovenstaande ook van toepassing op de jeugd. Het is vooral
de manier van denken die anders zijn. Jongeren voelen zich veel moderner dan hun ouders.
Dit heeft echter geen of nauwelijks invloed op de vrijetijdsbesteding.15
Op sportief gebied wijkt de voorkeur weinig af van autochtone jongeren. Voetbal,
vechtsporten en atletiek zijn populair bij jongens en bij de meisjes noemen vooral zwemmen.
De vrijetijdsbesteding van allochtone jongeren hangt voor een deel af van de interesse van
hun ouders in de vrijetijdsactiviteit of in die vrijetijdssector. In de sector cultuur bijvoorbeeld
heeft 29% van de Turkse en Marokkaanse ouders interesse, in tegenstelling tot 65% van de
Nederlandse ouders. Daarnaast zijn allochtone meisjes vaak minder vrij dan allochtone
jongens.16 De meisjes hebben over het algemeen wel meer vrije tijd dan hun moeder of oudere
zussen, maar minder dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Dit komen doordat de meisjes vaak
zijn opgescheept met het doen van de huishoudelijke taken en omdat er door moeders en
oudere zussen vaak al een bezorgdheid over een meisje is al vanaf de geboorte. Grotere
verschillen zijn er bijna niet. Of het moet zijn dat Marokkanen en Turken horecabezoek voor
hun ouders verzwijgen. Dit omdat de sociale controle groot is en de opvoeding binnen het
gezin heel sterk is. Jongere allochtone jongeren (tot 12 jaar) spelen daarom veel vaker voor de
14 Mijn vrienden ken ik van de straat, Verwey-Jonker, Utrecht 2002 15 Recreatie van Turken, Marokkanen en Surinamers in Rotterdam en Amsterdam, E.M. Jókövi, Wageningen 2000 16 Mijn vrienden ken ik van de straat, Verwey-Jonker, Utrecht 2002
13
deur dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Veel vrije tijd wordt daarom ook thuis in eigen
woning of bij anderen besteed. Anders dan Marokkanen voelt een groot gedeelte van de
Turkse jongeren zich echter meer Turk dan Nederlander over het algemeen.
Toch voelen zij zich thuis en velen vinden dat er geen onderscheid gemaakt moet worden
tussen het vrijetijdsaanbod voor allochtonen en autochtonen.17
2.3 Het filmbezoek en kijkgedrag van Turkse en Marokkaanse jongeren en de
verschillen en overeenkomsten met Nederlandse jongeren
Omdat dit onderzoek over het filmbezoek en het filmkijkgedrag van jongeren gaat, is het
belangrijk om er achter te komen, hoe dit filmbezoek en kijkgedrag met betrekking tot films
eruit ziet. Volgens de P. van der Steenhoven lag de filmbezoekparticipatie van jongeren in
Nederland op 84%.18 Turkse en Marokkaanse meisjes bezoeken aanmerkelijk minder vaak
een film dan hun (mannelijke) autochtone leeftijdsgenoten. Dit zou kunnen komen door het
gemiddelde lagere opleidingsniveau, het zelf kunstzinnig actief zijn, het budget, minder belast
zijn met huishoudelijke taken of opvoeding van jongere kinderen en de interesse van ouders
in cultuur.19 Toch zijn er op het gebied van televisie en film geen grote verschillen tussen
allochtoon en autochtoon. Turkse en Marokkaanse jongeren kijken net zoveel televisie als
Nederlandse.20 Beide groepen tonen meer interesse in commerciële zenders in vergelijking
met de eerste generatie die meer Marokkaanse of Turkse series en films kijken op video of
DVD, of op satelliet tv.21 Deze concurreren hierdoor in zekere mate met het aanbod op de
Nederlandse televisie, maar dat zal langzamerhand veranderen door het kijkgedrag van de
tweede en derde generatie. Zij vinden wel dat er een betere afspiegeling van de Nederlandse
samenleving op tv zichtbaar moet zijn. Volgens hen zouden er meer etnische minderheden in
beeld moeten komen en niet alleen in negatieve context.22 Wat opvalt, is dat er een groot
verschil is tussen het televisieaanbod in Turkije en Marokko. De media in Turkije zijn veel
beter ontwikkeld dan die in Marokko. Zo heeft de Turkse tv veel programma s die inhoudelijk
17 Recreatie van Turken, Marokkanen en Surinamers in Rotterdam en Amsterdam, E.M. Jókövi, Wageningen 2000 18 Cultuurmonitor Amsterdam 2002, P.van der Steenhoven, Amsterdam 2003 19 Cultuurmonitor Amsterdam 2002, P.van der Steenhoven, Amsterdam 2003 20 Diversiteit in vrijetijdsbesteding, S.G.Rijpma, Rotterdam 2000 21 Bollywood in Holland De populaire Indiase film bekeken door Surinaams-Hindoestaande jongeren in Nederland, Roshni Dokkum, Amsterdam 2004 22 The media experience of the ethnic minorities in the Netherlands, L. d Haenens, J. Beentjes & S. Bink, Communications, 25(3), 325-241
14
gezien niet veel verschillen met Nederlandse.23 Deze programma s zijn voornamelijk
commercieel en hierin speelt de Turkse identiteit geen belangrijke rol. De meeste Turkse
commerciële zenders zijn dan ook erg modern. Waardoor ook de eerste generatie op nieuwe
ideeën wordt gebracht wat betreft de opvoeding. Deze zenders vormen dus niet voor
belemmering in Nederland, zoals vaak gedacht wordt.
Ook het videokijkgedrag verschilt ook weinig met autochtonen. Zeven van de tien jongeren
huurt wel eens een video. Dit doen zij gemiddeld 1 keer per maand. Opmerkelijk is dat Turkse
en Marokkaanse meisjes vaker een video/DVD huren dan jongens of autochtonen.24 Dit zou
te maken kunnen hebben met het vrijetijdsgedrag van deze meisjes waarbij zij deze graag in
hun eigen peergroup besteden. Redenen om niet naar een filmzaal of bioscoop te gaan zijn
onder andere dat jongeren geen tijd of geen interesse hebben. Ook vindt een groot deel (40%)
van beide groepen de prijs van een bioscoopkaartje te hoog.25 Dit geldt ook voor de
autochtone jongeren.
23 Stoorzender of katalysator?; Turkse satellite-tv in Nederland, M. Milikowski, Amsterdam 1999 24 Cultuurmonitor Amsterdam 2002, P.van der Steenhoven, Amsterdam 2003 25 Cultuurmonitor Amsterdam 2002, P.van der Steenhoven, Amsterdam 2003
15
Hoofdstuk 3 Demografische ontwikkelingen en gegevens
Als vervolg op de aanleiding en voor beantwoording van de centrale vraag is het van belang
om inzicht te krijgen in de demografische gegevens met betrekking tot de personen met een
Turkse of Marokkaanse achtergrond in Nederland. Voordat de specifieke demografische
gegevens van Turken en Marokkanen apart besproken worden, is het relevant om in eerste
instantie de demografische gegevens van de gehele Nederlandse bevolking te bekijken en
daarnaast de demografische gegevens met betrekking tot de gehele groep nieuwe
Nederlanders. Hierdoor kunnen specifieke feiten, trends en demografische gegevens van
Turken en Marokkanen vergeleken worden. Eerst zullen de algemene demografische
ontwikkelingen behandeld worden. Daarna zullen de algemene demografische gegevens over
alle nieuwe Nederlanders beschreven worden. Hierop volgen de algemene demografische
gegevens van de mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Ten slotte worden de
opleidingsgegevens besproken, omdat deze onderdeel zullen uitmaken van de enquête en de
conclusie(s).
3.1 Demografische gegevens in Nederland
In de afgelopen eeuw was Nederland één van de sterks groeiende landen van Europa. De
totale bevolking verdrievoudigde in honderd jaar. Sinds de jaren zestig is de bevolkingsgroei
iets minder sterk. Zo was er tussen 1940 en 1970 een toename van ruim 40 procent waar te
nemen, terwijl tussen 1970 en 2000 de groei 20 procent bedroeg. Dit is dus een afname van de
groei met 50 procent. Aan de hand van prognoses van het CBS is te zien dat de
bevolkingsgroei blijft afnemen. Deze tabellen zijn hieronder te zien. In deze prognoses
worden alle relevante gegevens verwerkt, zoals geboorte, sterfte en immigratie. Bij
vergelijking met eerdere prognoses kan de conclusie getrokken worden dat de prognoses vrij
nauwkeurig zijn.
Begin 2001 is de zestienmiljoenste inwoner van Nederland geregistreerd en naar verwachting
zal over vijftien jaar de mijlpaal van zeventien miljoen worden bereikt. Daarna zal het
groeitempo volgens de verwachtingen sneller afnemen en pas medio jaren 30 wordt de
achtienmiljoenste inwoner verwacht. Na die tijd zal de bevolking nauwelijks verder toenemen.
16
Tabel 1: Bevolkingomvang Tabel 2: prognose bevolkingsomvang
Bron: CBS Statline, 2004 Bron: CBS Statline, 2004
Sinds in de jaren zeventig van de vorige eeuw het geboortecijfer sterk daalde is de natuurlijke
groei (geboorte minus sterfte) in omvang afgenomen. Het migratiesaldo (immigratie minus
emigratie) is in deze periode juist erg toegenomen. Inmiddels kan bijna de helft van de
bevolkingsgroei worden toegeschreven aan migratie. Door immigratie en de gemiddeld
hogere vruchtbaarheid van nieuwe Nederlanders bestond de afgelopen jaren de
bevolkingstoename voor tweederde uit nieuwe Nederlanders.26
26 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
Perioden
x 1 000
Percentage
groei
1940 8834
1
1950 10027
1,7
1960 11417
1,2
1970 12958
1,2
1980 14091
0,8
1990 14893
0,8
2000 15864
0,8
2001 15987
0,7
2002 16105
0,5
2003 16193
0,4
2004 16258
Perioden
Prognose
bevolking
Percentage
groei
2004
16283902
1%
2006
16422783
1,7%
2008
16546018
1,2%
2010
16667122
1,2%
2012
16786969
0,8%
2014
16901111
0,8%
2016
17008998
0,8%
2018
17112380
0,7%
2020
17211923
0,5%
2022
17306574
0,4%
17
3.2 Demografische gegevens totale groep nieuwe Nederlanders
Bevolkingsomvang
Nederland telde in 2002 ongeveer 1,6 miljoen niet-westerse allochtonen. Dat is bijna 10
procent van de gehele Nederlandse bevolking. Verwacht wordt dat deze groep in 2020 14
procent uitmaakt van de Nederlandse bevolking. Op dit moment is de totale bevolking van
Nederland is sinds 2000 met 2,07 procent toegenomen. Het aantal nieuwe Nederlanders
groeide in dezelfde periode acht keer zo snel. Vooral de nieuwe herkomstgroepen zoals
Afghanen en Irakezen zijn recent sterk in omvang toegenomen. De meest bekende nieuwe
Nederlanders: De Turken, Marokkanen, Surinamers en Antilianen zijn echter met grote
afstand de omvangrijkste groep nieuwe Nederlanders. Samen maken ze ongeveer tweederde
uit van alle nieuwe Nederlanders. Dit is duidelijk te zien in onderstaande tabel en diagrammen.
L a n d v a n h e r k o m s t 1990 1995 2000 2005 2010 2015 2020
Turkije 203 264 341 357 394 425 452
Marokko 164 219 295 314 359 399 432
Suriname 224 276 321 330 349 364 374
Antillen/Aruba 69 86 129 136 153 171 189
Overige nieuwe Nederlanders 171 284 537 596 718 846 978
Totaal nieuwe Nederlanders 831 1129 1623 1732 1947 2205 2425
Percentage van totale bevolking 8,3% 7,6% 10% 10,6% 11,7% 12,8% 13,9%
Tabel 3: Afkomst niet-westerse nieuwe Nederlanders (x1000)
Bron: CBS allochtonen in Nederland 2002, CBS Statline, 2004
21%
18%
21%8%
32%
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen-Aruba
overige niet/westerse nieuwe Nederlanders
19%
18%
15%8%
40%
Turkije
Marokko
Suriname
Antillen/Aruba
overige niet-westerse nieuwe Nederlanders
Figuur 1: Verdeling van nieuwe Nederlanders naar afkomst in 2002 Figuur 2: Prognose afkomst nieuwe Nederlanders in 2020
Bron: CBS, allochtonen in Nederland, 2002 Bron: CBS, allochtonen in Nederland, 2002
18
Tabel 3 laat zien dat de vier meest bekende niet-westerse nieuwe Nederlanders ook in de
toekomst in flink in aantal zullen toenemen, maar de grootste stijging valt waar te nemen bij
de overige nieuwe Nederlanders. In 1990 vormden personen binnen deze groep nog slechts
eenvijfde van het totale aantal niet-westerse nieuwe Nederlanders en in 2002 reeds eenderde.
In 2020 zal hun aandeel in de buurt van de 40 procent komen. Deze spectaculaire groei is
voor het overgrote deel toe te schrijven aan de doorgaande instroom van vluchtelingen en
asielzoekers.
Nationaliteit
Van de allochtonen in Nederland heeft de meerderheid de Nederlandse nationaliteit (eventueel
naast de nationaliteit van het land van herkomst). Bij de Turken en Marokkanen heeft ruim
tweederde de Nederlandse nationaliteit en bijna de gehele Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschap heeft vanouds de Nederlandse nationaliteit. Ook het overgrote deel van de
overige nieuwe Nederlanders heeft de Nederlandse nationaliteit aangenomen.27
Eerste en tweede generatie
Een groot deel van de allochtonen in Nederland is hier geboren. Met de toenemende
verblijfsduur van allochtonen zal het aandeel van de tweede generatie ook stijgen, maar het
proces loopt langzaam door de tussentijdse vestiging van de nieuwe eerste generatie. Dit is af
te lezen in tabel 4. In 2003 behoorde 38 procent van de allochtonen tot de tweede generatie en
naar verwachting zal dat in 2020 42,5 procent zijn. Pas in 2030 (volgens het CBS) zullen
beide generaties ongeveer even talrijk zijn. Voor Turken en Marokkanen doet deze situatie
zich eerder voor, maar daar wordt in een later stadium verder op ingegaan.
27 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
19
Aandeel tweede generatie bij
allochtonen
2003 2020
Turken 44,3% 48,4%
Marokkanen 44,7% 50,4%
Surinamers 41,6% 45,1%
Antillianen/Arubanen 34,8% 39,2%
Overige niet-westerse Allochtonen 31% 34,6%
Totaal niet-westerse Allochtonen 38,1% 42,5%
Tabel 4: Aandeel van de tweede generatie bij allochtonen
Bron: SCP, rapportage minderheden 2003
3.3 Demografische gegevens van Turken
Voor beantwoording van de centrale vraag is het van belang meer over de jongeren met een
Turkse achtergrond te weten dan in het algemene stuk hierboven is behandeld. In deze
paragraaf zullen echter niet alleen jongeren behandeld worden, maar zal de gehele Turkse
gemeenschap in Nederland aan bod komen. Dit omdat ten eerste niet alle gegevens met
betrekking tot Turken gesplitst zijn naar leeftijd. Ten tweede is het van belang om een beeld te
krijgen van de gehele groep, zodat onderzoeksresultaten misschien ook aan de gehele groep
gekoppeld kunnen worden.
In deze paragraaf zullen de specifieke feiten, cijfers en trends over personen met een Turkse
afkomst in Nederland behandeld worden. De onderdelen die aan bod komen zijn:
bevolkingsomvang, leeftijdsopbouw en aandeel eerste en tweede generatie.
Bevolkingsomvang
In deze tijd waarin de multiculturele samenleving veel ter sprake komt, is het van belang om
te weten hoe groot de Turkse (en ook de Marokkaanse) gemeenschap in Nederland
is.Vrijetijdsmanagers zouden moeten weten hoe groot het bereik van hun product is als zij
zich richten op één van deze twee (of beide) gemeenschappen. Zoals ik hiervoor aangegeven
heb zijn deze gemeenschappen nog steeds groeiende. Bij dit onderdeel zullen deze punten
behandeld worden.
20
In tabel 3 is duidelijk te zien hoe groot de bevolkingsomvang van mensen met een Turkse
afkomst in Nederland is. Vandaag de dag zijn dat er ongeveer 350.000. De Nederlandse
bevolking bestaat dus voor ruim twee procent uit Turken en de verwachting is dat in 2010 dit
aandeel zal stijgen naar 2,3 procent en in 2020 naar 2,6 procent. Aan de hand van eerdere
onderzoeken kan gesteld worden dat de omvang van de Turkse gemeenschap voldoende is
voor de toepassing van etnomarketing op het gebied van vrije tijd.28 Dit is ook al aangegeven
door bijvoorbeeld het vertonen van Turkse films in de bioscoop.
Het aandeel mensen met een Turkse achtergrond in Nederland blijft dus toenemen. Deze
toename wordt veroorzaakt door een geboorteoverschot onder deze bevolkingsgroep.
Ondanks dat het geboorteoverschot onder deze groep afneemt, ligt het nog steeds boven het
Nederlands gemiddelde. Het aantal kinderen per Turkse vrouw is gemiddeld ongeveer 2,3. Bij
autochtone vrouwen ligt dit gemiddelde op ongeveer 1,7.
Het geboorteoverschot is met name verantwoordelijk voor de toename van de tweede en derde
generatie (zie tabel 5). Een tweede oorzaak voor de toename van de Turken in Nederland is
het vestigingsoverschot (immigratie minus emigratie). De stroom van Turkse immigranten
bestond de afgelopen jaren vooral uit volgmigranten . Dit zijn personen die zich bij hun
familie in Nederland voegen, oftewel gezinsherenigers en personen die zich in Nederland
vestigen om te trouwen of ongehuwd samen te kunnen wonen, oftewel gezinsvormers. Het
aantal gezinsvormers is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen terwijl het aantal
gezinsherenigers is verminderd. Iets meer dan de helft van de volgmigranten bestaat
inmiddels uit gezinsvormers. De volgmigranten zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de
toename van de eerste generatie.29
Verdeling naar generatie en geslacht
Dit onderzoek heeft als doel een beeld te krijgen van het gedrag van het bioscoopbezoek van
Turkse en Marokkaanse jongeren en hun beweegredenen om te kiezen voor een film. Hierin
zou een verschil kunnen liggen tussen verschillende generaties. Zoals al eerder is opgemerkt,
voelen personen uit de tweede generatie zich moderner dan personen uit de eerste dus door
hen logischerwijs een moderne film eerder bezocht worden dan een traditionele. Ook in het
vervolg zouden vrijetijdsmanagers door rekening mee kunnen houden. In deze paragraaf
28 Etnische Marketing: nieuwe kans of achterhaald?, A.M. Dekkers, Amsterdam 1999 29 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
21
wordt ingegaan op de verdeling tussen de generaties. Ook zal de verdeling naar geslacht
behandeld worden. Dit punt zal ook terugkomen in het onderzoek. Zo zal bekeken worden of
er verschillen bestaan tussen de antwoorden van meisjes en jongens en waar die verschillen
door zouden kunnen komen.
In de tabel van bijlage C (Tabel onderverdeling van Turken in Nederland) is deze verdeling
tussen eerste (geboren in Turkije) en tweede generatie (niet geboren in Turkije, wel minimaal
één van de ouders geboren in het buitenland) duidelijk weergegeven.Uit de tabel is op te
maken dat de tweede generatie uit ongeveer 157.000 personen bestaat of te wel 45% van het
gehele aantal personen.
Uit tabel 5 valt af te lezen dat de procentuele groei van de tweede generatie doorzet door de
hoge leeftijd van de eerste generatie. In 2010 zal het aandeel van de tweede generatie stijgen
naar 48 procent. De relatieve groei van de tweede generatie overtreft dus die van de eerste
generatie. Het aandeel van de tweede en derde generatie is stijgende terwijl dat van de eerste
dalende is.
Turken Tweede gen.
( 1 ouder uit
buitenland)
Tweede gen.
( 2 ouders uit
buitenland)
Tweede
generatie
totaal
Totaal eerste
en tweede
generatie
Percentage
tweede
generatie
2010 164111 26542 190653 394325 48,35
2015 181373 31585 212958 425366 50,06
2020 196129 35786 231915 451717 51,34
2025 209487 39435 248922 474610 52,45
2030 221995 42768 264763 494714 53,52
Tabel 5: Prognose aantal en aandeel personen van de tweede generatie met Turkse afkomst in Nederland
Bron: CBS Statline, 2004
Leeftijdsopbouw
Aangezien het uit te voeren onderzoek zal plaatsvinden onder jongeren tussen de 16 en de 19
jaar is het van belang er achter te komen hoe groot deze groep is. De leeftijdopbouw van de
totale bevolking is smal aan de basis en breder in de leeftijdsgroep 20-40 jaar. De urnvorm
duidt op een afnemende groei van de bevolking en kan zelfs wijzen op een absolute afname.
22
Met behulp van de tabel in bijlage C kan onderstaande grafiek (figuur 3) worden
samengesteld over de leeftijdsopbouw van de Turkse gemeenschap.
aantal vrouwen
05000100001500020000
aantal mannen
0 5000 10000 15000 20000
0 tot 5 jaar
15 tot 20 jaar
30 tot 35 jaar
45 tot 50 jaar
60 tot 65 jaar
75 tot 80 jaar
90 tot 95 jaar
eerste generatie
tweede generatie ( 2 ouders uit buitenland)
tweede generatie ( 1 ouder uit buitenland)
Figuur 3: Verdeling van Turken naar leeftijd
Bron: samengesteld uit tabel 1 bijlage C
Aan de vierkante vorm van de grafiek is te zien dat grafiek tot de leeftijd van 40 jaar bijna
regelmatig loopt. Pas bij 40 jaar en ouder krijgt de grafiek de vorm van een piramide. Dit
betekent dus dat er geen sprake is van vergrijzing van het Turkse deel van de Nederlandse
bevolking, in tegenstelling tot de leeftijdsopbouw van de autochtone en totale Nederlandse
bevolking.
Verder is in de grafiek duidelijk te zien dat het relatieve aandeel van de tweede generatie
toeneemt. Vooral in de leeftijd 0 tot 25 zijn er veel mensen wier ouders van de eerste
generatie zijn. Daarnaast is te zien dat de potentiële doelgroep ongeveer uit 23.500 personen
(in Nederland) bestaat. Hierbij zijn de personen in de leeftijd 16 tot en met 19 jaar
geselecteerd.
3.4 Demografische gegevens van Marokkanen
In deze paragraaf zullen specifieke feiten, cijfers en trends van de personen met een
Marokkaanse afkomst behandeld worden, zoals deze in de vorige paragraaf met betrekking tot
Turken behandeld zijn. Hierbij zullen de volgende onderwerpen aan bod komen:
bevolkingsomvang, leeftijdsopbouw en aandeel eerste en tweede generatie. Deze
23
onderwerpen worden met dezelfde achterliggende gedachte als bij Turken behandeld. De
onderwerpen zijn van belang voor de beantwoording van de centrale vraag en het behalen van
de uiteindelijke doelstelling. Dit onderwerp komt ook terug in de vragenlijst van het
onderzoek.
Bevolkingsomvang
Om dit moment zijn er ongeveer 300.000 Marokkanen in Nederland. Dat is ongeveer 1,85
procent van de totale bevolking. Dit aandeel zal volgens prognoses van het CBS stijgen naar
2,2 procent in 2010 en 2,5 procent in 2020. Hiermee groeit het aandeel van Marokkanen in
Nederland sneller dan dat van de totale Nederlandse bevolking. Daarnaast groeit het aandeel
van de Marokkanen ook iets sneller dan dat van de Turken.
Net als voor de Turken wordt deze groei vooral veroorzaakt door een geboorte- en een
migratieoverschot. Het aantal kinderen per van oorsprong Marokkaanse vrouw ligt gemiddeld
op ongeveer 2,6. Dit is dus hoger dan bij haar Turkse seksegenote. Dit cijfer zal naar
verwachting de komende twintig jaar sterk afnemen. Verwacht wordt dat dit cijfer rond 2009
tegen het vervangingsniveau ligt (2 kinderen per vrouw).30
Er was tussen 1995 en 2002 een migratieoverschot van 31.200 Marokkanen in Nederland. De
stroom van Marokkaanse immigranten bestond de afgelopen jaren net zoals bij de Turken
vooral uit volgmigranten . Dus gezinsherenigers en gezinsvormers. Volgens verwachting zal
het vestigingsoverschot uit de buitenlandse migratie zal de komende jaren dalen om op lange
termijn weer terug naar het huidige niveau te stijgen.31 Het geboorteoverschot blijft echter
dalen. Daardoor zal naar alle waarschijnlijkheid in 2010 immigratie de belangrijkste bron van
bevolkingstoename zijn. In 2015 zal deze toename al voor tweederde deel uitmaken van de
migratie.
De Marokkaanse gemeenschap maakt toch een relatief groot gedeelte uit van de Nederlandse
bevolking en dit zal in de toekomst ook zo blijven. Uit eerdere onderzoeken en evenementen
is gebleken dat de Marokkaanse gemeenschap groot genoeg is voor onderzoek naar het
bezoeken en huren van films. Dit is ook al bewezen door het vertonen van Marokkaanse film
in Nederland en bijvoorbeeld de vele Marokkaans/Arabische filmfestivals.
30 Nieuwe Nederlanders, P.P. Verheggen, F. Spangenberg, Alphen aan de Rijn 2001 31 Bevolkingstrends 1e kwartaal 2003, CBS, Voorburg 2003
24
Verdeling naar generatie en geslacht
In deze paragraaf zal net zoals bij de mensen met een Turkse achtergrond de verdeling naar
generaties en geslacht aan bod komen.
In de tabel van bijlage D is de verdeling naar generatie en geslacht goed weergegeven. In de
tabel van bijlage D (Tabel onderverdeling van Marokkanen in Nederland) is deze verdeling
goed weergegeven. Zo is de verdeling tussen eerste (geboren in Marokko) en tweede
generatie (niet geboren in Marokko, wel minimaal één van de ouders geboren in Marokko)
goed weergegeven. Zo is te zien dat de tweede generatie uit ongeveer 140.000 personen
bestaat of te wel 45 procent. Dat is evenveel als bij de mensen met een Turkse achtergrond.
Verder is bij de verdeling man/vrouw te zien dat er meer mannen zijn dan vrouwen. De
vrouwen maken ongeveer 47 procent van de Marokkaanse gemeenschap uit. Bij de totale
bevolking in Nederland is dit 50,5 procent
In onderstaande tabel (tabel 6) is af te lezen dat de procentuele groei van de tweede generatie
doorzet. In 2010 zal het aandeel van de tweede generatie van Marokkaanse afkomst in
Nederland stijgen naar ongeveer 50 procent. Hieruit blijkt dat de relatieve groei van de tweede
generatie die van de eerste generatie zal overtreffen. De tweede generatie personen van
Marokkaanse komaf zal dus een grotere doelgroep vormen voor de vrijetijdsmanager dan de
eerste.
Marokkanen Tweede gen.
(1 ouder uit
buitenland)
Tweede gen.
( 2 ouders uit
buitenland)
Tweede
generatie
totaal
Totaal eerste
en tweede
generatie
Percentage
tweede
generatie
2010 18869 162533 181402 359252 50,49
2015 23101 188423 211524 399188 52,99
2020 26914 208783 235697 431957 54,56
2025 30246 224881 255127 458557 55,64
2030 33176 238288 271464 480653 56,48
Tabel 6: Prognose aantal en aandeel personen van tweede generatie met Marokkaanse afkomst
Bron: CBS Statline, 2003
25
Leeftijdsopbouw
Onderstaande grafiek (figuur 4) geeft hetzelfde beeld weer als figuur 2 die de leeftijdsopbouw
van Turkse mensen in Nederland weergeeft. Sprake is van een brede onderlaag en vanaf de 40
jaar worden deze lagen steeds smaller. Ook bij de Marokkanen is dus geen sprake van
vergrijzing (in tegenstelling tot de totale Nederlandse bevolking). In deze grafiek is ook
duidelijk te zien dat het relatieve deel van de tweede generatie aan het toenemen is. Ook is
duidelijk dat de doelgroep voor dit onderzoek bestaat uit ongeveer 23.000 personen. Deze
personen bevinden zich in de leeftijdscategorie 16-19 jaar.
aantal vrouwen
05000100001500020000
aantal mannen
0 5000 10000 15000 20000 25000
0 tot 5 jaar
15 tot 20 jaar
30 tot 35 jaar
45 tot 50 jaar
60 tot 65 jaar
75 tot 80 jaar
90 tot 95 jaar
eerste generatie
tweede generatie ( 2 ouders uit buitenland)
tweede generatie ( 1 ouder uit buitenland)
Figuur 4: Verdeling van Marokkanen naar leeftijd
Bron: samengesteld uit tabel 1 bijlage C
3.5 Opleidingsniveau
Er is vrijwel geen aspect van het maatschappelijke functioneren van personen waarin het
opleidingsniveau geen rol speelt. De plaats waar men woont, de mensen met wie men omgaat,
het werk dat men doet, de krant die gelezen wordt, de televisieprogramma s die men bekijkt,
de leeftijd waarop men kinderen krijgt, de manier van opvoeden en opvoeding genieten, het
26
optreden van gebreken bij veroudering en ook de leeftijd waarop men sterft. Op al deze
terreinen hangen verschillen tussen personen samen met verschillen in opleidingsniveau.32
Waarschijnlijk zal de mening en de respons wat betreffende dit onderzoek van hoogopgeleide
jongeren afwijken van de mening van laagopgeleide. De gedachte hierachter is daarbij dat
hoogopgeleiden vaak vernederlandster zijn dan laagopgeleiden. Echter alvorens de
onderzoeksresultaten gekoppeld kunnen worden aan het opleidingsniveau is het van belang
inzicht te krijgen in de opleidingsniveaus van Turken en Marokkanen.
2002/2003
Turken Marokkanen Totaal alle studenten
Man Vrouw
Man Vrouw Man Vrouw Totaal
MBO* n.b. n.b. n.b. n.b. 250540 222490 473030
HBO 1800 1620 1640 1760 120390 128800 249190
WO 890 790 670 640 82830 76220 159050
Tabel 7: opleidingsgegevens van Turken en Marokkanen voor het schooljaar 2002/2003
Bron: IB-groep
* MBO: Niets bekend over gegevens van mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst
In bovenstaande tabel (7) is af te lezen hoeveel Turken en Marokkanen een MBO, HBO of
WO opleiding volgden in het schooljaar 2002/2003. Deze gegevens zijn vooral van belang
voor de bepaling van de grootte van de steekproef.
In onderstaande grafiek (figuur 5) is af te lezen dat het opleidingsniveau van mensen met een
Turkse en Marokkaanse achtergrond in Nederland nog beduidend lager is dan dat van de
autochtone bevolking. Er zijn de afgelopen jaren echter wel veranderingen opgetreden.Het
opleidingsniveau van Turken en Marokkanen is de afgelopen vijftien jaar duidelijk gestegen.
32 Nieuwe Nederlanders, P.P. Verheggen, F. Spangenberg, Alphen aan de Rijn 2001
27
Figuur 5: Gerealiseerd opleidingsniveau onder 15-64 jarigen naar afkomst (overgenomen uit CPB, Rapportage minderheden 2003)
Het aandeel ongediplomeerden allochtonen(met ten hoogste basisonderwijs) is behoorlijk
afgenomen. Daarentegen zijn de aandelen van gediplomeerden op MBO-niveau en het hoger
onderwijs juist toegenomen. Ook onder de autochtone bevolking is er sprake van een stijging
in het opleidingsniveau. Maar de grafiek maakt duidelijk dat deze stijging onder allochtonen
veel sneller is gegaan dan onder autochtonen. Terwijl onder de autochtone bevolking (sinds
1991) het aandeel gediplomeerde personen met minimaal een MBO-niveau met 11 procent
toenam, was deze toename bij Turken en Marokkanen veel groter. Dit was namelijk
respectievelijk 19 en 26 procent. Vooral de sterke toename van het aandeel Marokkanen met
minimaal een mbo-opleiding valt op. Inmiddels (in 2002) heeft 29 procent van de Mensen met
een Marokkaanse achtergrond een opleiding op minimaal MBO-niveau genoten en is dit
aantal gelijk aan dat van mensen met een Turkse achtergrond. Wel is het zo dat Marokkanen
minder dan Turken een opleiding op VMBO-niveau hebben gevolgd. Verder vallen de lage
aandelen HBO en WO gediplomeerden op onder Turken en Marokkanen. Deze zijn licht
toegenomen de laatste jaren, maar nog steeds heeft nog slechts zes tot acht procent van de
Turken en Marokkanen een HBO-diploma of hoger op zak.
Ten slotte is het aandeel Turken en Marokkanen met hooguit basisonderwijs de afgelopen
jaren sterk afgenomen. Terwijl dit in 1988 nog 78 procent was bij de Turken en 90 procent bij
de Marokkanen, zijn de aantallen gedaald naar respectievelijk 52 en 57 procent.
28
Het is duidelijk dat het opleidingsniveau onder Turkse en Marokkaanse mensen in Nederland
sneller is gestegen dan onder autochtonen. Echter in vergelijking met de autochtone bevolking
is het aandeel ongediplomeerden onder de Turkse en nog meer onder de Marokkaanse
gemeenschap nog steeds extreem hoog. Meer dan 50 procent van de Turken en Marokkanen
heeft ten hoogste basisonderwijs genoten, terwijl dit voor slechts negen procent van de
autochtone bevolking geldt. De veroorzaker van dit hoge cijfer is vooral doordat het
merendeel van de personen die in de jaren 60 en 70 naar Nederland werden gehaald als
gastarbeider, laag of helemaal niet opgeleid waren. Hun werk in Nederland betrof daarbij
werkzaamheden waar geen opleiding voor nodig was. Ze hebben zich daarom ook nooit
hoeven te scholen. Als ze zich wilden scholen dan ging dat vaak ten koste van hun werk.
Daarnaast is er een groot deel van de jongeren op dit moment nog bezig met het
opleidingstraject.
Wanneer het opleidingsniveau gekoppeld wordt aan leeftijd zal duidelijk worden dat het
opleidingsniveau onder Turken en Marokkanen hoger uitvalt onder jongeren en lager onder
ouderen. De koppeling van het opleidingsniveau en de leeftijd is gerealiseerd door het SCP33
en de uitkomsten hiervan staan in onderstaande figuur (6) weergegeven. Hierbij zijn MBO,
HBO en WO opleidingen samengevoegd tot de categorie MBO+.
33 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
29
Figuur 6: Opleidingsniveau van schoolgaande en niet-schoolgaande personen naar etniciteit en leeftijd, 2002
Bron: SCP, Rapportage minderheden 2003
Zoals al eerder aangegeven, is in deze grafiek direct te zien dat de jongeren van Turkse en
Marokkaanse komaf hoger zijn opgeleid dan ouderen.
Tussen vrouwen en mannen bestaan een aantal opvallende verschillen. In de oudere
leeftijdsklassen, van 25 tot 64 jaar, zijn de mannen hoger opgeleid dan de vrouwen en hebben
de mannen minder vaak helemaal geen diploma. In de jongste leeftijdsklasse (15-24 jaar)
doen de vrouwen het juist beter dan de mannen. De Turkse vrouwen in die leeftijdsklasse
hebben vaker een MBO+ diploma en minder vaak een VMBO diploma dan hun mannelijke
Turkse leeftijdsgenoten. Marokkaanse jonge dames hebben ook vaker dan Marokkaanse
jongemannen minimaal een MBO diploma. Daar staat echter wel tegenover dat ze ook vaker
dan de mannen alleen maar basisonderwijs hebben gevolgd. Binnen de groep Marokkaanse
jonge vrouwen is dus duidelijker sprake van een tweedeling tussen een deel dat relatief hoog
is opgeleid en een deel dat juist zeer laag is opgeleid.
Zoals eerder aangegeven heeft ondertussen een groot deel van de Turkse en Marokkaanse
jongeren een opleiding op tenminste MBO niveau. Toch blijkt uit figuur 6 dat vooral Turkse
30
en Marokkaanse jongeren het vaker zonder diploma moeten stellen in vergelijking met hun
leeftijdsgenoten. Dit komt door voortijdig schooluitval. Hierbij gaat het om jongeren die het
onderwijs verlaten zonder enig diploma gehaald te hebben en om jongeren die het onderwijs
hebben verlaten met een diploma die niet voldoet aan de norm van de startkwalificatie ( o.a.
VMBO). Een startkwalificatie komt overeen met minimaal een HAVO of VWO diploma, dan
wel een voltooide basisberoepsopleiding in het MBO.
Als gevolg van de hogere schooluitval onder Turken en Marokkanen in het voortgezet en het
middelbaar beroepsonderwijs, is het aantal adolescenten zonder startkwalificatie relatief hoog.
Ongeveer 40 procent van de personen van Turkse afkomst en zo n 45 procent van die van de
Marokkaanse achtergrond in de leeftijd van 20-24 jaar heeft geen startkwalificatie. Ongeveer
de helft van deze groepen heeft helemaal geen diploma.34
Samenvattend kan gesteld worden, dat het verschil in opleidingsniveau tussen jongeren met
een Turkse/Marokkaanse achtergrond en autochtone jongeren snel kleiner is geworden.
Ondanks dit optimisme is het verschil nog erg groot. Vooral de verschillen tussen personen
zonder diploma zijn weinig rooskleurig en hebben veel tijd nodig om verkleind te worden.
34 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
31
Hoofdstuk 4 Opzet en uitvoering van het onderzoek
Om erachter te komen hoe het bioscoopbezoek van Turkse en Marokkaanse jongeren eruit
ziet en wat hun beweegredenen zijn om een film te bezoeken heb ik kwantitatief (in de vorm
van enquêtes) en kwalitatief onderzoek (in de vorm van interviews) verricht. In dit hoofdstuk
zal ik de onderzoeksmethodes bespreken, evenals hoe ik verder te werk ben gegaan.
4.1 Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Onderzoek kan zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. Het verschil zit hem in het
tellen van de uitkomsten en het beschrijven van de uitkomsten. Hier geldt dat de keuze voor
kwalitatief of kwantitatief afhankelijk is van wat je te weten wilt komen. De tweedeling
tussen beide is echter niet absoluut; vaak worden kwalitatieve en kwantitatieve gegevens in
één onderzoek gecombineerd.
Bij kwalitatief onderzoek is het ontwikkelen en verder uitwerken van theoretische inzichten
meestal de inzet; het wordt gebruikt om de aard van verschijnselen te onderzoeken.35 Om tot
verklaringen te komen probeert een onderzoeker zich zoveel mogelijk te verplaatsen in de
leefwereld van de onderzochte deelnemers om daar vervolgens regels, patronen en structuren
in te reconstrueren. Het doel is om op basis van een systematische beschrijving van de
leefwereld van de onderzochte deelnemers stap voor stap theoretische waarnemingen te
doen.36
Bij kwantitatief onderzoek gaat het vooral om de mate van optreden van (elementen van)
verschijnselen, waarbij de aard van die verschijnselen veelal als gegeven wordt beschouwd.37
Er wordt doorgaans met steekproeven gewerkt waarvan de resultaten worden weergegeven in
tabellen, grafieken en percentages, Dit soort onderzoek tracht door middel van cijfermateriaal
veronderstellingen uit het vooronderzoek te bevestigen. De input en analyse van kwantitatieve
onderzoeksgegevens gebeuren vaak met behulp van een computerprogramma voor statistische
bewerkingen. Het komt erop neer dat in kwalitatief onderzoek de aard en betekenis van dat
wat zich voordoet (een geobserveerde handeling, een uitspraak in een interview, een
afbeelding in een document) op zichzelf als object van onderzoek is, terwijl dat in kwantitatief
35 Kwalitatief onderzoek, I. Maso, Meppel 1993 36 Methodologie en statistiek voor communicatie-onderzoek, D. den Boer, H. Bouwman, V. Frissen & M.Houben, Houten 1994 37 Kwalitatief onderzoek, I. Maso, Meppel 1993
32
onderzoek eerder als te categoriseren, te coderen en te tellen element wordt gezien. Een
onderzoek kan ook toetsend of explorerend zijn. Bij toetsend onderzoek is er sprake van
een uitgewerkt model of theorie met daarvan afgeleide veronderstellingen, die in het
onderzoek op hun houdbaarheid beproeft worden. Bij explorerend onderzoek heeft de
onderzoeker in het begin niet veel meer dan een thema, een richting waarin de interesse ligt.
In het onderzoek wordt dit al doende nader uitgewerkt en wordt gezocht naar antwoorden op
de vragen die rond dit thema naar voren komen.38 Kwalitatief onderzoek is eerder explorerend,
terwijl kwantitatief onderzoek vaak toetsend is opgezet.
4.2 Onderzoekspopulatie
Bij het opstellen van het onderwerp en het thema van dit onderzoek, werd mij aangeboden het
bioscoopbezoek van allochtone jongeren te onderzoeken. Hierbij werd vooral gedacht aan de
vier grote groepen allochtonen die in hoofdstuk 1.2 genoemd worden. Echter is het voor één
persoon te veel werk om een goed onderzoek te doen onder deze groepen. Ook de leeftijd is
van belang. Voor dit onderzoek is gekozen voor de leeftijd 16 tot en met 19 jaar. Waarom
hiervoor gekozen is, is dat jongeren in deze leeftijdscategorie steeds vaker films bezoeken. Dit
komt doordat zij vaak een bijbaan hebben en met vrienden iets leuks willen gaan doen.
De grens van negentien jaar is gekozen om met name de groep schoolgaande jongeren te
bereiken. Rond de leeftijd van negentien á twintig jaar, is men uitgeleerd . De leerplichtwet
verplicht jongeren tot hun zestiende een opleiding te volgen. Dit is gemiddeld ook de leeftijd
dat men een eerste middelbare schooldiploma haalt (VMBO). Een vervolgopleiding duurt dan
vaak nog vier jaar waarbij dan de leeftijd van twintig bereikt wordt. Met uitgeleerd bedoel ik
dus klaar met school, met of zonder diploma, en gaat werken. Deze werkenden hebben
meestal een fulltimebaan en vaste verplichtingen (zoals in hoofdstuk twee duidelijk wordt)
waardoor het bioscoopbezoek slechts op vaste tijden of soms helemaal niet verricht kan
worden. Een voordeel is dus dat de doelgroep te benaderen is op scholen. Daarnaast is de
populatie in deze leeftijdscategorie binnen beide groepen groot. Uit de tabellen in de bijlage C
& D valt af te leiden dat de populatie in die leeftijdscategorie (15-20 jaar) ongeveer 30.000
Turken en 29.000 Marokkanen telt. Ten slotte kan door het in kaart brengen van de mening
van de jeugd een voorzichtige voorspelling worden gedaan voor de toekomst.
38 Symbolic interactionism: perspective and method. H. Blumer, Englewoo-Cliffs 1969
33
4.3 Onderzoeksaanpak
Voor het verkrijgen van de mening van de Turkse en Marokkaanse jongeren zal een enquête
worden opgemaakt en uitgedeeld onder ongeveer 200 Turkse en Marokkaanse jongeren. Uit
de ingevulde vragenlijsten moet blijken wat de mening is van de Turkse en Marokkaanse
jongeren over de film en het bioscoopbezoek. In principe zou dus kunnen worden volstaan
met één vraag namelijk: Hoe ziet je bioscoopbezoek eruit en wat heeft invloed op je
filmkeuze? . Door de beantwoording van slechts deze ene vraag zal echter geen goed beeld
geschetst kunnen worden, omdat het bioscoopbezoek en de filmkeuze veel
keuzemogelijkheden omvatten. Daarom zijn er deelvragen opgesteld waarop antwoord
gegeven wordt door middel van vragenlijsten, interviews en literatuuronderzoek . Deze
deelvragen maken het antwoord op die belangrijkste vraag zo duidelijk mogelijk.
De vragenlijsten, die door de jongeren worden ingevuld, gaan in op de criteria en
tevredenheid van het bioscoopbezoek van de jongeren. De respondenten wordt om hun
mening gevraagd over de bioscoop en de films zodat hij of zij een beeld heeft van het
onderwerp van dit onderzoek. Verder zijn in de vragenlijst ook statistische vragen opgenomen,
zoals leeftijd, afkomst en opleidingsniveau.
De enquête zal grotendeels kwantitatief van aard zijn. Echter zal daar waar noodzakelijk de
mogelijkheid zijn om toelichting te geven (kwalitatief). In hoofdstuk 5, waarin de
onderzoeksresultaten behandeld zullen worden, zal de enquête verder aan bod komen. De
enquête is in bijlage A.
Voor verkrijging van een zo n betrouwbaar mogelijk beeld zullen de 200 af te nemen
enquêtes zo gelijkmatig mogelijk verdeeld worden over Turkse en Marokkaanse jongeren.
Aangezien het aantal Turkse en Marokkaanse jongeren in de leeftijdscategorie 16-19 jaar niet
veel van elkaar afwijkt, kan volstaan met een gelijke verdeling, dus ongeveer 100 enquêtes
per subdoelgroep. De enquêtes zullen worden afgenomen op verschillende scholen, in
verschillende winkelcentra en op evenementen gericht op deze doelgroep.
34
4.4 Steekproef
In onderstaande tabel (8) staan gegevens van het aantal scholieren/studenten die een opleiding
volgen op het MBO, HBO of het WO gesplitst naar etniciteit voor het school 2002/2003. Op
het moment van het schrijven van dit onderzoek zijn er nog geen gegevens bekend over het
schooljaar 2003/2004. Daarom zijn de gegevens van het vorige schooljaar meegenomen.
2002/2003
Turken Marokkanen Totaal alle studenten
Man Vrouw
Man Vrouw Man Vrouw Totaal
MBO* n.b. n.b. n.b. n.b. 250540 222490 473030
HBO 1800 1620 1640 1760 120390 128800 249190
WO 890 790 670 640 82830 76220 159050
Tabel 8: opleidingsgegevens van Turken en Marokkanen voor het schooljaar 2002/2003
Bron: IB-groep
* MBO: Niets bekend over gegevens van mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst
In de tabel is te zien dat het aantal scholieren van Turkse en Marokkaanse komaf die een
opleiding op MBO-niveau volgen niet bekend is bij de IB-groep (ook niet bij het CBS). Hier
kan echter een schatting van worden gegeven. In de Rapportage Minderheden 2003 van het
CPB (2003) wordt aangegeven dat 49 procent van de Turken en 53 procent van de
Marokkanen in Nederland in de leeftijdscategorie 15-24 jaar een opleiding volgt op MBO-
niveau en voor de autochtone bevolking is dat 32 procent. Wanneer we deze percentages
toepassen op de leeftijdsgroep 16-19 jaar dan komt daar de volgende tabel uit:
Schooljaar
2002/2003
Turken Marokkanen Totaal alle studenten
Man Vrouw
Man Vrouw
Man Vrouw
Totaal
MBO 6228 6102 6133 6569 100216
88996 189212
Tabel 9: Schatting van het aantal studenten van Turkse of Marokkaanse afkomst dat een Mbo-opleiding volgt in de leeftijdscategorie 16- 19
jaar.
De laatste groep is de groep ongediplomeerden (vroegtijdige schoolverlaters of
schoolverlaters met maximaal een VMBO diploma of niveau). Uit gegevens van het CBS en
SCP blijkt dat deze groep ongeveer 53 procent bedraagt van de totale groep 16-19 jarigen.39
39 Rapportage minderheden 2003, J. Dagevos, M. Gijsberts, C. van Praag, Den Haag 2003
35
Dit percentage loopt op naar mate de groep ouder wordt. Zo is in de leeftijdscategorie 20-24
jaar gemiddeld 60 procent ongeschoold.
Nu ook dit bekend is hoe groot groepen zijn, kan de verdeling van de enquêtes pro rato
uitgevoerd worden.
Verdeling 200 enquêtes Turken Marokkanen Totaal
Dagelijkse bezigheid Man Vrouw Man Vrouw
Werkend/Niet schoolgaand 27 26 28 25 106
MBO/HAVO 16 16 17 15 64
HBO 5 5 5 5 20
WO 3 2 3 2 10
Totaal 51 49 53 47 200
Tabel 10: Verdeling pro rato van de enquêtes binnen de doelgroep naar opleidingsniveau, afkomst en geslacht
In tabel 10 zijn de verdelingen aangegeven. Deze tabel zal als richtlijn aangehouden worden
tijdens het verspreiden en verwerken van de enquête. Het zal vrij moeilijk worden deze
richtlijn aan te houden. In het volgende hoofdstuk zal bekeken worden hoe de verdeling
daadwerkelijk geworden is.
4.5 Dataverwerking, datapreparatie en data-analyse
De gegevens die door middel van de vragenlijst worden verzameld, zijn hoofdzakelijk
kwantitatief van aard. Toch zijn er ook enkele kwalitatieve gegevens verzameld. Voor een
groot gedeelte van de gegevens van kwantitatieve aard is, de code die een bepaald antwoord
zou krijgen al aangegeven. Maar er zijn ook enkele antwoordcategorieën waarvoor deze code
in de vragenlijst nog niet is aangegeven. Bijvoorbeeld bij de vraag naar welk soort film of
bioscoop de respondent nooit zo gaan. De codering van deze antwoorden is achteraf gedaan.
De antwoorden voor de gegevens van kwalitatieve aard zijn eveneens achteraf gecodeerd. Een
voorbeeld hiervan zijn de vragen waarbij men kon aangeven wat men mist op filmgebied. Dit
alles is opgeschreven in een codeboek waarvan gebruik is gemaakt in het
dataverwerkingsprogramma SPSS 12.
36
4.6 Interviews
Voor het voltooien van dit onderzoek door middel van het maken van conclusies en het geven
van aanbevelingen zullen de verschillende organisaties die zich richten op filmbezoek en
allochtone jongeren in de vrijetijdsbranche enkele vragen worden gesteld op hun wijze
waarop zij de jongeren bereiken en waarom. Ook zal hen om hun toekomstvisie gevraagd
worden. Deze vragen zijn belangrijk om een zo volledig mogelijk antwoord te kunnen geven
op de hoofd- en deelvragen van dit onderzoek. De interviews zijn te vinden in bijlage B. De
personen die geïnterviewd zullen worden zijn Daniëlla Koot (hoofd programmering Pathé),
Mounir Hanchaou (oprichter etnomarketingbureau Novodor), en Anil Sahin (distributeur
Maxximum film). Mevrouw Koot richt zich op de doelgroep van dit onderzoek doordat zij
films zo programmeert dat deze zeer toegankelijk zijn voor jongeren van Turkse en
Marokkaanse afkomst en omdat zij ook de nieuwe Turkse en Marokkaanse films in Pathé
vertoont. Zoals in bijlage E te zien is, zijn ook deze films erg populair. Daarom wil ik de
heren Hanchaou en Sahin, die verantwoordelijk zijn voor de distributie van de respectievelijk
Marokkaanse en Turkse films de vragen stellen die met name betrekking zullen hebben op
hun keuze hiervoor.
Samen met de enquêtes en de literatuur uit hoofdstuk twee, moet ik met deze resultaten een
heldere conclusie kunnen vormen en daarbij duidelijke aanbevelingen kunnen geven.
37
Hoofdstuk 5 Onderzoeksresultaten
Het hoofdstuk waar het allemaal om draait. Om de vraag Hoe ziet het bioscoopbezoek van
Marokkaanse en Turkse jongeren in de leeftijd 16 t/m 19 jaar eruit en wat beweegt hen een
film te gaan bekijken in de bioscoop? te kunnen beantwoorden heb ik onderzoek gedaan
onder de doelgroep van jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf in de leeftijd 16-19 jaar
door middel van het doen van literatuuronderzoek over de vrijetijdsbesteding van deze
doelgroep, het enquêteren van deze jongeren en het ondervragen van vrijetijdsaanbieders die
zich (gedeeltelijk) richten op film en allochtonen. In dit hoofdstuk komen de resultaten van de
enquêtes en de interviews naar voren en deze worden hierin ook besproken.
5.1 Enquête
Gegevens respondenten
Om van de doelgroep een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over wat hun mening is over
het films in bioscopen en op televisie in Nederland is een enquête afgenomen onder 209
jongeren. In hoofdstuk 4 had ik een indicatie gemaakt over de richtlijn van de verdeling van
de enquêtes onder de Turkse en Marokkaanse jongeren tussen de 16 en 19 jaar. Hieronder in
tabel 11 is te zien waaruit de werkelijke verdeling heeft plaatsgevonden.
Verdeling 209 enquêtes Turken Marokkanen Totaal
Dagelijkse bezigheid Man Vrouw Man Vrouw
Werkend/Niet schoolgaand 21 8 13 23 65
MBO/HAVO 20 28 27 24 99
HBO 9 6 7 8 30
WO 5 2 4 4 15
Totaal 55 44 51 59 209
Tabel 11: Werkelijke verdeling van de enquêtes binnen de doelgroep naar opleidingsniveau, afkomst en geslacht
Zoals te zien is in bovenstaande tabel is het niet gelukt om me te houden aan de voorgenomen
verdeling. Dit komt doordat ik de enquête ook via internet verspreid heb en daar reacties op
zijn teruggekomen van onvoorspelbare respondenten. Ook is de grens van 200 overschreven
38
hierdoor. Wat opvalt, in vergelijking met de voorspelling, is dat er meer (hoger) studerenden
gereageerd hebben. Ook hebben Marokkaanse meisjes vaker een enquête ingevuld, terwijl er
toch minder meisjes dan jongens in de Nederlandse samenleving aanwezig zijn.
De jongeren die hebben deelgenomen aan de enquête verschillen van leeftijd. De doelgroep
van het onderzoek zijn jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst tussen de 16 en de 19
jaar. Ik heb geprobeerd dit zo gespreid mogelijk te houden. In de volgende tabel is te zien of
dit gelukt is en hoe de enquête is verdeeld onder de verschillende leeftijden. Dit is belangrijk
om te weten om in de conclusie te kunnen kijken of er verschillen bestaan tussen de
verschillende leeftijden.
39
Tabel 12: Onderverdeling enquêtes naar leeftijd, achtergrond, geslacht en opleidingsniveau
Opvallend in tabel 12 is dat de personen in de groep 19-jarigen 77 van de 209 enquêtes
ingevuld hebben. De overige leeftijdsgroepen liggen ongeveer gelijk rond de 45 respondenten.
Ook dit komt doordat mensen via internet gereageerd hebben.
Het opleidingsniveau van de respondenten per leeftijd is ook van belang, omdat na het inzien
van de uiteindelijke resultaten conclusies getrokken kunnen worden naar leeftijd, geslacht en
opleiding. Deze gegevens, die ook weergegeven worden in tabel 12, kunnen verhelderend
werken voor vrijetijdsaanbieders om zich zo nog beter te kunnen richten op een bepaalde
doelgroep.
leeftijd geslacht
achtergrond opleiding Total
VMBO HAVO VWO MBO HBO
Universit
eit
16 Jongen
Turks 3
6
1
10
Marokkaans 5
3
3
11
Totaal 8
9
4
21
Meisje
Turks 5
4
2
11
Marokkaans 6
3
0
9
Totaal 11
7
2
20
17 Jongen
Turks 6
3
4
1
14
Marokkaans 2
3
0
0
5
Totaal 8
6
4
1
19
Meisje
Turks 2
2
1
9
0
14
Marokkaans 0
2
3
3
1
9
Totaal 2
4
4
12
1
23
18 Jongen
Turks 0
1
4
2
7
Marokkaans 2
2
8
3
15
Totaal 2
3
12
5
22
Meisje
Turks 4
3
2
0
9
Marokkaans 2
2
12
2
18
Totaal 6
5
14
2
27
19 Jongen
Turks 2
4
6
7
5
24
Marokkaans 2
0
10
4
4
20
Totaal 4
4
16
11
9
44
Meisje
Turks
2
6
2
10
Marokkaans
14
5
4
23
Totaal
16
11
6
33
40
Door bovenstaande tabel wordt in het vervolg niet meer naar opleiding gekeken. Dit wordt in
de conclusie duidelijk waarin de resultaten van dit onderzoek naar berekening worden
bekeken.
Criteria
De respondenten is gevraagd hoeveel zij gemiddeld per maand uitgeven aan uitgaan en
hoeveel daarvan aan films uitgegeven wordt. De resultaten van deze vraag zijn in
onderstaande tabellen te vinden.
Respondenten Uitgaven uitgaan algemeen per
maand (in euro)
Uitgaven aan films per maand
(in euro)
achtergrond 0-
25
25-50 50-75 75-100 100+ 0-25 25-50 50-75 75-100 100+
Turkije
Jongen 1 21 4 11 18 26 22 0 5 2
Meisje 12 10 9 3 10 35 6 3 0 0
Marokko
Jongen 7 4 22 10 8 35 11 3 2 0
Meisje 24 21 4 8 2 42 14 3 0 0
Totaal 44 56 39 32 38 138 53 9 7 2
Tabel 13: Uitgaven aan uitgaan en aan films van Turkse en Marokkaanse jongeren naar achtergrond en geslacht
In tabel 13 zijn de uitgaven onderverdeeld naar geslacht en achtergrond en in tabel 14 zijn
deze onderverdeeld naar achtergrond en opleidingsniveau. Dit is zo gedaan om zo een beter
beeld te kunnen vormen naar geslacht en opleidingsniveau. In tabel 13 zijn geen grote
verschillen te vinden tussen de beide groepen te vinden op het gebied van uitgave aan film,
echter wel op het gebied van uitgave aan uitgaan. Turkse jongeren geven gemiddeld meer uit
aan uitgaan per maand. Onder uitgaan wordt in dit onderzoek verstaan: alle vrijetijdsbesteding
41
buitenshuis, waarbij geen sprake is van verplichting en in grote mate sprake is van
ontspanning.
In tabel 14 wordt naar het opleidingsniveau gekeken. Doel van deze vraag is om te
onderzoeken of het opleidingsniveau invloed heeft op de uitgaven aan vrijetijdsbesteding van
Turkse en Marokkaanse jongeren. In hoofdstuk twee is namelijk besproken dat bijvoorbeeld
hoogopgeleiden meer uitgeven aan vrijetijdsbesteding doordat zij vaak een hoger inkomen
hebben.
Respondenten Uitgaven uitgaan algemeen
per maand (in euro)
Uitgaven aan films per maand
(in euro)
achtergrond opleiding 0-25 25-
50
50-
75
75-
100
100+ 0-
25
25-
50
50-
75
75-100 100+
Turks
VMBO 2 5
7 2 6 16
2 0 4 0
HAVO 4 6 2 6 5 13
7 3 0 0
VWO 3 5
0 0 0 8
0 0 0 0
MBO 2 12 0 6 4 16
8 0 0 0
HBO 2 3 2 0 8 6
9 0 0 0
WO 0 0 2 0 5 2
2 0 3 2
Totaal
13 31 11 14 28 61
28 3 7 2
Marokkaans
5 5 7 2 0 16
3 0 0 0
5 2 0 8 0 8
7 0 0 0
3 0 3 0 0 6
0 0 0 0
11 15 8 4 9 25
15 5 2 0
5 3 2 4 1 14
0 1 0 0
VMBO
HAVO
VWO
MBO
HBO
WO
2 0 6 0 0 8
0 0 0 0
Totaal 31 25
26 18 10 77
25 6 2 2
Tabel 14: Uitgaven aan uitgaan en films van Turkse en Marokkaanse jongeren naar achtergrond en opleidingsniveau
Uit deze tabel blijkt bij jongeren van Turkse afkomst inderdaad dat zij meer uitgeven naar
mate hun opleidingsniveau stijgt. Bij de Marokkaanse jongeren is dat echter niet het geval. Zij
geven minder uit dan Turkse jongeren aan uitgaan en films en daarbij bevinden de
hoogopgeleiden zich in de lage regionen wat betreft de uitgaven aan uitgaan en film.
42
Dit zou kunnen komen door het bezoeken of huren van films. Het is logisch dat iemand
minder uitgeeft aan film bij weinig of geen bezoek dan iemand die wekelijks naar de bioscoop
gaat. Dit komt in de volgende tabellen naar voren. In deze tabellen (15), (16) en (17) worden
respectievelijk de filmbezoekfrequenties en de filmverhuurfrequenties onder elkaar gezet en
onderverdeeld naar achtergrond, geslacht en leeftijd.
leeftijd achtergrond geslacht Hoe vaak ga je naar de bioscoop? Totaal
Nooit
1 keer
per
week
1 keer
per 2
weken
1 keer
per
maand
1 keer
per 2
mand.
1 keer
per 3
mnd.
1 keer per
6 mnd.
1
keer
per
jaar
16 Turks
Jongen
3
6
1
0
10
Meisje
0
0
9
2
11
Totaal
3
6
10
2
21
Marokkaans
Jongen 0
0
3
3
0
2
0
8
Meisje 1
1
4
0
1
0
2
9
Totaal 1
1
7
3
1
2
2
17
17 Turks
Jongen
8
0
4
2
14
Meisje
5
2
4
3
14
Totaal
13
2
8
5
28
Marokkaans
Jongen
3
0
0
0
2
5
Meisje
3
2
3
1
0
9
Totaal
6
2
3
1
2
14
18 Turks
Jongen
2
0
3
2
7
Meisje
2
5
2
0
9
Totaal
4
5
5
2
16
Marokkaans
Jongen
3
3
2
4
3
15
Meisje
2
3
9
4
0
18
Totaal
5
6
11
8
3
33
19 Turks
Jongen
7
7
2
2
6
24
Meisje
0
6
4
0
0
10
Totaal
7
13
6
2
6
34
Marokkaans
Jongen 0
6
8
2
0
2
2
20
Meisje 2
7
5
4
4
0
1
23
Totaal 2
13
13
6
4
2
3
43
43
leeftijd achtergrond Geslacht
Op welk moment van de dag ga je meestal naar de
bioscoop? Totaal
Door de
weeks 's
middags
Door de
weeks 's
avonds
In het
weekend 's
middags
In het
weekend 's
avonds
16 Turks
Jongen 0
3
3
4
10
Meisje 5
2
2
2
11
Totaal 5
5
5
6
21
Marokkaans
Jongen
0
0
8
8
Meisje
2
4
2
8
Totaal
2
4
10
16
17 Turks geslacht Jongen 4
0
10
14
Meisje 3
1
10
14
Totaal 7
1
20
28
Marokkaans geslacht Jongen 0
0
0
5
5
Meisje 1
2
1
5
9
Totaal 1
2
1
10
14
18 Turks geslacht Jongen 4
0
0
3
7
Meisje 3
2
2
2
9
Totaal 7
2
2
5
16
Marokkaans geslacht Jongen 0
7
0
8
15
Meisje 7
6
2
3
18
Totaal 7
13
2
11
33
19 Turks geslacht Jongen 0
7
5
12
24
Meisje 2
6
0
2
10
Totaal 2
13
5
14
34
Marokkaans geslacht Jongen 2
8
10
20
Meisje 12
6
5
23
Totaal 14
14
15
43
Tabellen 15 & 16: Bezoekersfrequenties jongeren naar geslacht, achtergrond en leeftijd
44
leeftijd achtergrond geslacht Hoe vaak huur je een video? Totaal
Nooit
1 keer
per
week
1 keer
per 2
weken
1 keer
per
maand
1 keer
per 2
mnd.
1 keer
per 3
mnd.
1 keer
per 6
mnd.
1 keer
per
jaar
16 Turks
Jongen 0
9
1
0
0
10
Meisje 2
1
4
2
2
11
Totaal 2
10
5
2
2
21
Marokkaans
Jongen 0
5
0
3
3
11
Meisje 2
4
1
2
0
9
Total 2
9
1
5
3
20
17 Turks
Jongen 3
6
0
5
0
14
Meisje 2
5
3
0
4
14
Totaal 5
11
3
5
4
28
Marokkaans
Jongen 2
3
0
0
5
Meisje 0
5
3
1
9
Totaal 2
8
3
1
14
18 Turks
Jongen 2
0
1
2
2
7
Meisje 0
4
5
0
0
9
Totaal 2
4
6
2
2
16
Marokkaans
Jongen 0
5
3
7
0
0
15
Meisje 2
6
6
2
1
1
18
Totaal 2
11
9
9
1
1
33
19 Turks
Jongen 4
14
2
4
0
0
24
Meisje 2
4
0
0
2
2
10
Totaal 6
18
2
4
2
2
34
Marokkaans
Jongen 8
8
2
2
0
20
Meisje 7
10
4
1
1
23
Totaal 15
18
6
3
1
43
Tabel 17: Filmverhuurfrequentie jongeren naar achtergrond, geslacht en leeftijd
In de eerste van de drie bovenstaande tabellen is te zien dat er weinig verschil is tussen het
bioscoopbezoek tussen Turkse en Marokkaanse jongeren en tussen jongens en meisjes. Wel is
er een verschil op het gebied van leeftijd. Turkse jongeren gaan vaker (gem. één keer per
week) op jongere leeftijd (16-17 jaar) naar de bioscoop, terwijl Marokkaanse jongeren juist op
oudere leeftijd (18-19 jaar) vaker de film bezoeken.
Uit de tweede tabel blijkt dat de bioscoop vooral in het weekend s avonds populair is. De
meeste jongeren hebben dan waarschijnlijk weinig verplichten en daardoor kunnen ze er een
gezellige avond van maken. Dat betekent echter niet dat andere dagdelen zoals s middags en
op werkdagen impopulair zijn. Op deze dagdelen wordt de bioscoop ook goed bezocht, echter
in mindere mate. Opvallend is dat het dagdeel s ochtends zowel door de weeks als in het
weekend totaal niet genoemd wordt.
45
De derde tabel beschrijft het video/DVD-huurgedrag van de doelgroep. Ook hierin is te zien
dat er geen grote verschillen zijn tussen achtergrond, geslacht of leeftijd. Het meest gaat men
1 keer per week of 2 weken een film huren en ook het helemaal niet huren van een film komt
veel voor.
De volgende vraag die gesteld wordt in het onderzoek gaat over het favoriete filmgenre van
een bioscoopfilm. Met het antwoord op deze vraag kan gekeken worden of de genres binnen
de doelgroep verschillen en wat daar de reden van zou kunnen zijn. Ook wordt in dit
onderzoek gekeken naar het favoriete filmgenre van video- of DVDfilms. Dit om te bepalen
of er een verschil bestaat tussen het favoriete genre van de bioscoop en de video en wat
daarvan de oorzaak zou kunnen zijn. Daarnaast is het belangrijk om te weten of er het
kijkgedrag verschilt tussen bioscoop en video.
leeftijd achtergrond geslacht Welk filmgenre bezoek je graag in de bioscoop? Totaal
Actie
Avont
uur
Comedy
Dra-
ma
Fan-
tasy
Horr
or
Romanti
ek S.F.
Thrille
r
16 Turks Jongen 4
3
0
3
0
10
Meisje 2
2
2
2
3
11
Totaal 6
5
2
5
3
21
Marokkaans Jongen 9
0
0
0
2
0
11
Meisje 0
1
3
2
2
1
9
Totaal 9
1
3
2
4
1
20
17 Turks Jongen 14
0
0
0
0
0
14
Meisje 0
1
3
4
2
4
14
Totaal 14
1
3
4
2
4
28
Marokkaans Jongen 2
3
0
5
Meisje 0
7
2
9
Totaal 2
10
2
14
18 Turks Jongen 5
0
2
0
0
7
Meisje 0
3
2
2
2
9
Totaal 5
3
4
2
2
16
Marokkaans Jongen 3
3
5
0
2
0
2
15
Meisje 1
0
9
1
5
2
0
18
Totaal 4
3
14
1
7
2
2
33
19 Turks Jongen 8
6
4
3
3
24
Meisje 4
2
0
2
2
10
Totaal 12
8
4
5
5
34
Marokkaans Jongen 10
4
2
0
0
0
0
4
20
Meisje 7
4
4
2
1
2
1
2
23
Totaal 17
8
6
2
1
2
1
6
43
Tabel 18: Gegevens over het favoriete bioscoopfilmgenre van Turkse en Marokkaanse jongeren naar achtergrond, geslacht en leeftijd
46
Het is over het algemeen bekend dat jongens vaker van stoere films houden zoals actie en
avontuur en meisjes interesseren zich meer in drama en romantische films. Ook na het
uitvoeren van dit onderzoek is dit gebleken. Wat wel opvalt, is dat er praktisch geen verschil
is tussen het kijkgedrag van jongens en meisjes bij het filmgenre avontuur . Ook naar mate
meisjes ouder worden weten zij actie steeds meer te waarderen. Andere populaire genre s bij
meisjes zijn comedy, horror en romantiek. Het genre drama wordt echter minder als favoriet
aangegeven dan van te voren gedacht werdt. Hierbij geven de meisjes te kennen dat
dramafilms de laatste tijd erg zwaar zijn om naar te kijken en dat ze daarom vaak voor iets
lichters kiezen zoals een comedy.
Verder is er tussen Turkse en Marokkaanse jongeren weinig verschil qua keuze voor een
bepaald filmgenre, behalve dat Marokkanen wat vaker kiezen voor comedy. Ook de
verschillende leeftijdsgroepen hebben enigszins dezelfde mening.
leeftijd Achtergrond
geslacht Welk filmgenre heeft je voorkeur bij een video of DVD? Totaal
Actie
Avon-
tuur Comedy Drama Fantasy Horror
Romanti
ek Thriller
16 Turks Jongen 7
0
3
0
10
Meisje 5
2
0
2
9
Totaal 12
2
3
2
19
Marokkaans Jongen 5
3
3
0
0
11
Meisje 0
2
0
2
3
7
Totaal 5
5
3
2
3
18
17 Turks Jongen 9
2
0
0
0
11
Meisje 0
3
3
2
4
12
Totaal 9
5
3
2
4
23
Marokkaans Jongen 0
3
0
0
3
Meisje 2
2
3
2
9
Totaal 2
5
3
2
12
18 Turks Jongen 4
2
0
0
1
7
Meisje 3
0
2
2
2
9
Totaal 7
2
2
2
3
16
Marokkaans Jongen 4
0
7
2
0
2
15
Meisje 7
3
1
3
2
0
16
Totaal 11
3
8
5
2
2
31
19 Turks Jongen 2
0
8
0
10
20
Meisje 4
2
0
2
0
8
Totaal 6
2
8
2
10
28
Marokkaans Jongen 8
2
0
0
2
2
14
Meisje 5
0
8
1
1
1
16
Totaal 13
2
8
1
3
3
30
Tabel 19: Gegevens over het favoriete filmgenre van Turkse en Marokkaanse jongeren over dvd/video naar achtergrond, geslacht en leeftijd
47
Als je de tabellen 18 en 19 met elkaar vergelijkt, zal je merken dat er niet veel grote
verschillen zijn tussen het bioscoopkijkgedrag en het videokijkgedrag van de Turkse en
Marokkaanse jongeren. Ook geven zij dit zelf aan bij een vraag hierop in de enquête. De
verhouding is ongeveer 50/50. Een punt waar wel op gelet moet worden is het af en toe grote
verschil tussen jongens en meisjes in dezelfde leeftijdscategorie. Zo zijn bijvoorbeeld de
verschillen erg groot bij de 17-jarige Turkse jongens en meisjes die van actie houden of bij de
19-jarige Turkse jongeren die van thrillers houden. Ook in de oudere leeftijdscategorieën in
het genre comedy kan een interessant punt aangekaart worden. Turkse jongens van achttien
kijken graag een comedy thuis in tegenstelling tot hun vrouwelijke leeftijdsgenoten. De
negentienjarige Marokkaanse meisjes kijken ook graag een video/DVD als comedy dat in
tegenstelling tot de Marokkaanse jongens.
De hoofdvraag van dit onderzoek is: Hoe ziet het bioscoopbezoek van Marokkaanse en
Turkse jongeren in de leeftijd 16 t/m 19 jaar eruit en wat beweegt hen een film te gaan kijken
in de bioscoop? . Een belangrijke vraag om het tweede gedeelte van deze hoofdvraag te
beantwoorden is: Wat is van invloed op je filmkeuze? De respondenten kunnen hierbij
direct aangeven wat hun belangrijkste criteria zijn voor een bepaalde film.
48
leeftijd Achtergrond
geslacht Wat is het meest van invloed op je filmkeuze?
T
ot
aa
l
Filmkeuze
van
medebezoe
kers
Verhale
n van
anderen
over de
film
Bioscoop
waar je
naartoe
gaat en
het
aanbod
daarvan
Acteur
s die
meesp
elen
De
prijs
De
populariteit
Het
tijdstip
Promoti
e v/d
film
16 Turks Jongen 1
3
0
0
6
10
Meisje 0
6
4
1
0
11
Totaal 1
9
4
1
6
21
Marokkaans Jongen 3
0
3
0
2
3
11
Meisje 0
4
2
1
2
0
9
Totaal 3
4
5
1
4
3
20
17 Turks Jongen 0
3
4
4
0
0
3
14
Meisje 3
1
0
2
2
4
2
14
Totaal 3
4
4
6
2
4
5
28
Marokkaans Jongen
0
0
0
3
2
5
Meisje
4
4
1
0
0
9
Totaal
4
4
1
3
2
14
18 Turks Jongen
2
2
0
3
7
Meisje
0
2
7
0
9
Totaal
2
4
7
3
16
Marokkaans Jongen 1
2
4
0
3
2
3
15
Meisje 0
6
2
5
1
0
4
18
Totaal 1
8
6
5
4
2
7
33
19 Turks Jongen 6
0
2
2
6
0
8
24
Meisje 0
4
0
2
2
2
0
10
Totaal 6
4
2
4
8
2
8
34
Marokkaans Jongen 6
0
2
4
6
0
2
20
Meisje 6
1
2
5
4
2
3
23
Totaal 12
1
4
9
10
2
5
43
Tabel 20: Wat is van invloed op filmkeuze jongeren, naar achtergrond, geslacht en leeftijd.
In de meeste onderzoeken wordt gekeken naar de bezoekersaantallen van films en daaruit
worden dan vaak conclusies getrokken over de criteria van de doelgroep. In dit onderzoek heb
ik dat anders gedaan. De Turkse en Marokkaanse jongeren werden vrij gelaten in het invoeren
van hun criteria en deze antwoorden zijn later samengevoegd in de antwoorden in de
bovenstaande tabel (20).
49
De populariteit van de film wordt door 46 van de 209 ondervraagden aangegeven als
belangrijkste criterium. Hierna volgen verhalen van andere over de film, de promotie van de
film, de bioscoop waar men naar toe gaat, de acteurs die meespelen, de filmkeuze van
medebezoekers, het tijdstip van de film en als laatst de prijs.
De jongens geven over het algemeen meer aan dat de keuze voor een bepaalde film
afhankelijk is van de keuze van hun vrienden of andere personen die met hen de film
bezoeken. Meisjes geven meer aan (hoewel dit verschil erg klein is) dat zij tijdstip een
belangrijk punt vinden voor het kiezen van een film. Opvallend is dat deze meisjes in de
oudere leeftijdscategorieën vallen. Dit zou kunnen betekenen dat deze meisjes iets minder vrij
(zie hoofdstuk twee) zijn dan jongere meisjes. Verder zijn er weinig verschillen tussen de
beide achtergronden.
achtergrond geslacht
met wie ga je over het algemeen naar de
film? Totaal
Mijn
vriend/
vriendin
Vrienden/
Vriendinnen Ouders Alleen Anders
Turks Jongen leeftijd 16 7
3
10
17 8
6
14
18 2
5
7
19 15
9
24
Totaal 32
23
55
Meisje leeftijd 16 6
4
1
11
17 4
10
0
14
18 4
5
0
9
19 4
6
0
10
Totaal 18
25
1
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 0
11
0
11
17 3
2
0
5
18 5
8
2
15
19 14
6
0
20
Totaal 22
27
2
51
Meisje leeftijd 16 4
4
0
1
9
17 5
4
0
0
9
18 0
17
1
0
18
19 2
18
0
3
23
Totaal 11
43
1
4
59
Tabel 21: Met wie gaat men naar de film over het algemeen onder Turkse en Marokkaanse jongeren onderverdeeld naar geslacht,
achtergrond en leeftijd.
50
In tabel 21 is te zien dat Turkse en Marokkaanse jongeren over het algemeen met hun eigen
vriend/vriendin of met vrienden/vriendinnen naar de film gaan. Vaker komt het voor dat
Turkse jongeren met hun vriend/vriendin gaan in tegenstelling tot Marokkanen. Verder zijn er
weinig verschillen naar achtergrond, leeftijd of geslacht.
Deze jongeren is ook gevraagd wie over het algemeen de entreekaartjes betaalt van een film.
Ongeveer 40 procent van de Turkse meisjes laat hun kaartje door een ander betalen dan
zijzelf. In de andere groepen is dit aantal veel lager. Zij betalen hun kaartje meestal zelf.
achtergrond geslacht
wie betaalt de entreekaartjes? Totaal
Ikzelf Ouders/Verzorgers
Anderen met
wie ik ga
Turks Jongen leeftijd 16 10
0
0
10
17 10
4
0
14
18 5
2
0
7
19 22
0
2
24
Totaal 47
6
2
55
Meisje leeftijd 16 4
7
0
11
17 10
2
2
14
18 2
2
5
9
19 8
0
2
10
Totaal 24
11
9
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 11
0
0
11
17 5
0
0
5
18 13
2
0
15
19 16
0
4
20
Totaal 45
2
4
51
Meisje leeftijd 16 3
4
2
9
17 9
0
0
9
18 18
0
0
18
19 20
0
3
23
Totaal 50
4
5
59
Tabel 22: Betalingsgedrag van Turkse en Marokkaanse jongeren voor bioscoopkaartje naar geslacht, leeftijd en achtergrond.
Deze Turkse meisjes hebben ook het vaakst toestemming nodig om naar de film te gaan (tabel
23). Hier geldt vooral dat de meisjes in de jongere leeftijdscategorieën (16-17 jaar) hun ouders
moeten vragen of ze mogen gaan. Ook moeten meisjes vaker toestemming krijgen dan
jongens. Verder zijn er geen grote verschillen naar achtergrond.
51
achtergrond geslacht
Heb je toestemming
nodig voor filmbezoek? Totaal
Ja Nee
Turks Jongen leeftijd 16 3
7
10
17 0
14
14
18 4
3
7
19 3
21
24
Totaal 10
45
55
Meisje leeftijd 16 11
0
11
17 6
8
14
18 0
9
9
19 2
8
10
Totaal 19
25
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 0
11
11
17 0
5
5
18 3
12
15
19 0
20
20
Totaal 3
48
51
Meisje leeftijd 16 7
2
9
17 2
7
9
18 8
10
18
19 0
23
23
Totaal 17
42
59
Tabel 23: Hebben jongere Turkse en Marokkaanse jongeren toestemming nodig om een film te bekijken onderverdeeld naar geslacht, leeftijd
en achtergrond.
De keuze maken voor een bioscoopfilm of een video/dvd thuis is vaak niet makkelijk. De
bioscoop heeft vaak een geweldige sfeer, maar thuis is het erg fijn om even de film te stoppen
en bijvoorbeeld naar het toilet te gaan. In dit onderzoek is gevraagd aan de Turkse en
Marokkaanse jongeren of ze een keuze willen maken tussen video, dvd en bioscoop en of zij
hun antwoord wilden toelichten. Hieruit (tabel 24) blijkt dat bij de Turkse jongeren de
bioscoop veel populairder is dan de video of de DVD. Bij de Marokkanen echter, is de keuze
voor DVD of bioscoop ongeveer gelijk. Video wordt daarnaast heel weinig gekozen. De
jongeren kiezen toch vaak voor betere kwaliteit. De jongeren die bij deze vraag voor video
gekozen hebben, hebben thuis geen dvd-speler. Verder is er weinig verschil tussen de
verschillende leeftijd.
52
achtergrond geslacht
Maak een keuze: Video, DVD of
bioscoop Totaal
Video DVD Bioscoop
Turks Jongen leeftijd 16 0
1
9
10
17 0
1
13
14
18 0
5
2
7
19 3
7
14
24
Totaal 3
14
38
55
Meisje leeftijd 16 0
4
7
11
17 0
4
10
14
18 0
4
5
9
19 2
2
6
10
Totaal 2
14
28
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 0
8
3
11
17 2
0
3
5
18 2
5
8
15
19 0
14
6
20
Totaal 4
27
20
51
Meisje leeftijd 16 0
6
3
9
17 0
3
6
9
18 0
6
11
17
19 3
11
9
23
Totaal 3
26
29
58
Tabel 24: Keuze tussen video, dvd en bioscoop onder jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf naar achtergrond, geslacht en leeftijd
De jongeren die voor de bioscoop gekozen hebben, geven over het algemeen aan dat zij deze
keuze gemaakt hebben, omdat een bioscoopfilm doorgaans indrukwekkender is. Ook geven
zij aan dat de bioscoop gezelliger is om te bezoeken vooral met hun vriend/vriendin. De
jongeren die kiezen voor een video of dvd geven aan dat dit makkelijker is en dat het ook erg
gezellig kan zijn. Ondanks dat ik de vraag of zij de films alleen of met gezelschap kijken niet
gesteld heb, geven zij aan dat vooral dat laatste erg van toepassing is.
De nieuwste films direct in de bioscoop bekijken wordt erg weinig aangegeven als belangrijk.
Tevredenheid
Voor het zo volledig mogelijk antwoord geven op de hoofdvraag is het nodig om de
tevredenheid over het filmaanbod van de doelgroep te weten te komen. De doelgroep is
gevraag dof ze tevreden zijn over het filmaanbod en zo niet, wat ze dan anders zouden willen
zien.
53
achtergrond geslacht
Ben je tevreden over
het filmaanbod? Totaal
Ja Nee
Turks Jongen leeftijd 16 10
0
10
17 14
0
14
18 2
5
7
19 20
4
24
Totaal 46
9
55
Meisje leeftijd 16 8
3
11
17 13
1
14
18 9
0
9
19 10
0
10
Totaal 40
4
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 11
11
17 5
5
18 15
15
19 16
16
Totaal 47
47
Meisje leeftijd 16 6
3
9
17 9
0
9
18 18
0
18
19 20
3
23
Totaal 53
6
59
Tabel 25: Tevredenheid over filmaanbod onder jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst naar afkomst, geslacht en leeftijd
Zoals te zien is in tabel 25 is het grootste deel van de doelgroep tevreden over het filmaanbod
in Nederland. Slechts 19 van 209 ondervraagden is niet tevreden met het aanbod. Wat zij
vooral missen of anders willen zien zijn: de variatie van films en het vertonen van meer of
andere films in de bioscoop. Veel films zijn namelijk niet in alle bioscopen te zien.
De jongeren is ook gevraagd waar zij nooit naar toe zouden willen gaan. De waarom vraag is
hierbij achterwege gelaten. De antwoorden op deze vraag staan vermeldt in tabel 26.
54
Achter
grond geslacht
Waar zou je nooit (meer) heen willen gaan? Totaal
Docu
ment
aires S.F.
Dru
kte
Niet
s
Neder
lands
e film
Nietszeg
gende
films
Lang
e
films
Roma
ntisch
e films
Erotisch
getinte
films
Slechte
bioscoo
p
Turks Jongen 16 0
3
4
0
0
3
0
0
10
17 1
0
2
0
0
0
4
0
7
18 0
0
2
0
1
0
0
2
5
19 0
0
4
3
0
0
4
2
13
Totaal 1
3
12
3
1
3
8
4
35
Meisje 16
0
0
1
0
0
6
0
7
17
3
0
4
0
2
0
0
9
18
0
0
0
0
0
2
2
4
19
0
2
2
2
0
0
0
6
Totaal
3
2
7
2
2
8
2
26
Marokka
ans
Jongen 16
0
0
8
0
3
0
11
17
0
0
0
0
2
0
2
18
0
0
0
2
0
2
4
19
4
4
0
2
0
0
10
Totaal
4
4
8
4
5
2
27
Meisje 16
2
0
0
0
0
0
0
0
2
17
2
0
0
0
1
0
0
0
3
18
1
2
2
0
0
0
4
0
9
19
3
3
0
3
2
2
2
2
17
Totaal
8
5
2
3
3
2
6
2
31
Tabel 26: Waar gaan jongere Turkse en Marokkaanse jongeren nooit (meer) heen, naar geslacht, leeftijd en achtergrond
Volgens tabel 26 gaan Turkse en Marokkaanse jongeren vooral niet naar erotische getinte
films en nietszeggende films. Ook geven vooral Turkse jongens aan dat zij alle soorten films
wel bezoeken. Verder zijn er weinig grote verschillen. Echter, er zijn ook enkele meisjes die
niet van romantische films houden en deze dus ook niet zullen bezoeken.
Eigen cultuur
Naast het onderzoek naar het standaard bioscoopbezoek in Nederland onder Turkse en
Marokkaanse jongeren, heb ik hen ook gevraagd naar films uit hun eigen en andere culturen.
Het is belangrijk hier een beeld van te vormen. Over het algemeen is hier namelijk weinig
over bekend. Zoals in hoofdstuk drie is aangegeven zijn op dit moment meer eerste generatie
55
allochtonen aanwezig dan tweede. Hier is dan ook meer over bekend op het gebied van
kijkgedrag. De tweede generatie is echter in opmars. De meeste van de ondervraagde jongeren
zijn ook van deze tweede generatie. Daarom is het belangrijk in kaart te brengen in hoeverre
hun eigen of een andere cultuur invloed heeft op hun filmkijkgedrag.
achtergrond geslacht
Kijk je ook films uit je
eigen cultuur of
achtergrond? Totaal
Ja Nee
Turks Jongen leeftijd 16 9
1
10
17 13
1
14
18 5
2
7
19 24
0
24
Totaal 51
4
55
Meisje leeftijd 16 10
1
11
17 14
0
14
18 9
0
9
19 8
2
10
Totaal 41
3
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16 8
3
11
17 5
0
5
18 12
3
15
19 4
16
20
Totaal 29
22
51
Meisje leeftijd 16 9
0
9
17 8
1
9
18 16
2
18
19 19
4
23
Totaal 52
7
59
Tabel 27: Kijkgedrag naar films uit eigen achtergrond onder Turkse en Marokkaanse jongeren naar geslacht, leeftijd en achtergrond
Van alle jongeren kijk het overgrote deel naar films uit de eigen achtergrond. (tabel 27).
Marokkaanse jongens van 19 jaar kijken echter veel minder. De reden die zij daarvoor geven
is dat ze hier geen behoefte aan hebben. Ook geven zij aan dat ze niet houden van dit soort
film.
Turkse jongeren kijken relatief meer Turkse films dan dat Marokkaanse jongeren
Marokkaanse films kijken. Dit zou kunnen komen door het aanbod aan films en
televisiezenders. Dit aanbod aan zenders is respectievelijk 52 tegenover 3.
56
De films die bekeken worden zijn vaak de originele versie in beeld en geluid, zoals te zien is
in tabel 28. De Turkse en Marokkaanse jongeren kijken ook veel originele films met
ondertiteling; dit komt vaak doordat ze de Turkse of Marokkaanse taal nog niet machtig
genoeg zijn. Vertaalde of nagesynchroniseerde films worden weinig bekeken. Dit is
opvallend, omdat veel films in Turkije en Marokko op televisie niet ondertiteld maar
nagesynchroniseerd worden. Op video of DVD gebeurt het wel steeds vaker dat films
ondertiteld worden.
achtergrond geslacht
De films uit je eigen achtergrond die je kijkt zijn die:
Totaal
Originele
versie
Origineel met
ondertiteling
Vertaald/
nagesynchroniseerd
Turks Jongen leeftijd 16 9
0
0
9
17 11
2
0
13
18 1
4
0
5
19 9
12
3
24
Totaal 30
18
3
51
Meisje leeftijd 16 8
2
10
17 10
4
14
18 4
5
9
19 4
4
8
Totaal 26
15
41
Marokkaans Jongen leeftijd 16 2
6
8
17 3
2
5
18 7
5
12
19 4
2
6
Totaal 16
15
31
Meisje leeftijd 16 4
5
0
9
17 5
3
0
8
18 4
10
2
16
19 9
8
2
19
Totaal 22
26
4
52
Tabel 28: Bekeken filmsoort uit eigen achtergrond naar achtergrond, geslacht en leeftijd van Turkse en Marokkaanse jongeren
Het bekijken van Turkse of Marokkaanse films wordt veelal gedaan in bioscopen en op de
televisiezenders vanuit de eigen cultuur zoals te zien is in onderstaande tabel (29). De
Nederlandse tv-zenders die ook Turkse of Marokkaanse films uitzenden worden veel minder
bekeken. Met de pas geïntroduceerde Turkse en Marokkaanse films geeft 55 van de 137
respondenten die naar films uit de eigen achtergrond kijken, aan dat zij deze films zien in de
bioscoop. Verder zijn er geen grote verschillen tussen achtergrond, geslacht en leeftijd.
57
achtergrond geslacht Leeftijd
waarop kijk je de films uit je eigen
cultuur/achtergrond? Totaal
Bioscoop
Video/
DVD
Tv-zender
van eigen
achtergrond
Nederlandse
Tv-zender
Turks Jongen
16 3
0
6
9
17 7
2
4
13
18 2
0
3
5
19 8
7
9
24
Totaal 20
9
22
51
Meisje
16 2
4
4
10
17 2
4
8
14
18 3
4
2
9
19 2
0
6
8
Totaal 9
12
20
41
Marokkaans Jongen
16 3
5
0
8
17 3
2
0
5
18 5
5
2
12
19 0
2
4
6
Totaal 11
14
6
31
Meisje
16 3
6
0
0
9
17 5
0
3
0
8
18 2
2
7
5
16
19 5
1
14
0
20
Totaal 15
9
24
5
53
Tabel 29: filmkijkgegevens naar plaats waar deze films bekeken worden voor de doelgroep Turkse en Marokkaanse jongeren, onderverdeeld
naar leeftijd, geslacht en achtergrond
Ongeveer 75 procent vindt het belangrijk om deze soort films te zien. Van de Marokkaanse
meisjes is dit ongeveer 50 procent. Verder zijn er weinig verschillen tussen leeftijden,
geslacht en achtergrond. De reden die deze respondenten opgeven waarom ze deze films
belangrijk vinden, verschilt nogal zoals te zien is in tabel 30. De jongeren voelen zich vooral
verbonden met hun achtergrondcultuur, maar daarna zijn de verschillen tussen omdat ouders
ook kijken , omdat het leerzaam is en uit verveling erg klein.
58
achtergrond geslacht leeftijd
waarom vind je het kijken naar je ' eigen' films
belangrijk? Totaal
Omdat
ouders
ook
kijken
Je voelt je
verbonden
met je
cultuur Leerzaam
Uit
verveling,
omdat er
niets
anders is Anders
Turks Jongen
16 3
6
0
0
0
9
17 3
8
2
0
0
13
18 0
1
2
2
0
5
19 5
16
0
0
3
24
Totaal 11
31
4
2
3
51
Meisje
16 0
6
2
0
2
10
17 1
5
2
2
4
14
18 0
2
3
4
0
9
19 0
6
0
0
2
8
Totaal 1
19
7
6
8
41
Marokkaans Jongen
16 0
3
3
2
0
8
17 3
2
0
0
0
5
18 2
3
5
0
2
12
19 0
0
2
4
0
6
Totaal 5
8
10
6
2
31
Meisje
16 1
8
0
0
0
9
17 1
5
0
0
2
8
18 2
9
2
2
1
16
19 5
7
2
6
0
20
Totaal 9
29
4
8
3
53
Tabel 30: Wat vinden Turkse en Marokkaanse jongeren belangrijk bij het kijken naar films uit de eigen achtergrond, naar geslacht,
achtergrond en leeftijd
Als laatste vraag van de enquête zijn de respondenten gevraagd of zij naar films kijken uit
andere (niet-westerse) culturen. Dit is ongeveer onderverdeeld in 70 procent wel en 30
procent niet
59
achtergrond geslacht
Kijk je films uit andere culturen?
Totaal
Ja Nee
Turks Jongen leeftijd 16
4
6
10
17
10
4
14
18
3
4
7
19
17
7
24
Totaal 34
21
55
Meisje leeftijd 16
8
3
11
17
12
2
14
18
9
0
9
19
10
0
10
Totaal 39
5
44
Marokkaans Jongen leeftijd 16
5
6
11
17
5
0
5
18
12
3
15
19
18
2
20
Totaal 40
11
51
Meisje leeftijd 16
7
2
9
17
8
1
9
18
16
2
18
19
22
1
23
Totaal 53
6
59
Tabel 31: Wordt er naar andere films gekeken dan westerse of die uit de eigen achtergrond naar achtergrond, geslacht en leeftijd
Van de jongeren die wel naar andere films kijken geeft driekwart aan dat het leerzaam is en
een kwart geeft aan dat ze vooral deze films kijken omdat ze dat leuk vinden.
Opvallend is dat de meerderheid van Turkse en Marokkaanse jongens liever geen films
bekijkt van andere culturen. In de oudere leeftijdscategorieën kijken jongens juist steeds meer
naar dit soort films.
Van de jongeren die niet naar andere films kijken geeft tweederde aan dat ze daar geen
behoefte aan hebben. Eenderde geeft aan dat ze een film kijken om de film en niet om
bijvoorbeeld de cultuur waarin de film zich afspeelt.
5.2 Interview
Om een beeld te krijgen van hoe de filmaanbieders zich bezig houden met de doelgroep van
dit onderzoek heb ik interviews afgenomen. Gekeken is of zij zich richten op in bepaalde
mate richten op Turkse en/of Marokkaanse jongeren. De uitkomsten hiervan zullen in de
conclusie vergeleken worden met de uitkomsten van de enquête en het literatuuronderzoek.
60
De geïnterviewden zijn: - Daniëlla Koot (hoofd programmering Pathé)
Zij zorgt voor de programmering van films binnen Pathé en dus
ook voor de programmering van de Turkse en Marokkaanse films
daar.
- Mounir Hanchaou (oprichter etnomarketingbureau Novodor)
Bezit de rechten voor het vertonen van de Marokkaanse film Les
Bandits .
- Anil Sahin (distributeur Maxximum film)
Bezit o.a. de rechten voor het vertonen van de Turkse film
Hababam Sinifi .
De interviews zijn te vinden in bijlage B.
Het interview met Daniëlla Koot is telefonisch verlopen.
Zij vertelde hierin dat Pathé een commercieel bedrijf is en zij met hun films een zo breed
mogelijk publiek willen trekken om hoge bezoekersaantallen te realiseren. De distributeurs
zorgen volgens mevrouw Koot voor de film en alles hierom heen. Deze distributeurs moeten
Pathé overtuigen om daar een film te mogen laten vertonen.
Ook vroeg ik mevrouw Koot of zij tevreden was met het filmaanbod op dit moment. Zij gaf
aan dat voor Pathé zij tevreden was zolang de films rendabel zijn.
De belangrijkste vraag van dit interview luidt: Wat verschilt deze doelgroep van de normale
bezoeker en wat zijn de toekomstplannen op het gebied van vertonen van niet-westerse films?
Mevrouw Koot antwoordde: Op de korte termijn zullen er geen Turkse en Marokkaanse
films vertoond worden. Dit komt vooral door de zomervakantie en de Ramadan die er weer
aankomt. Deze films zijn erg doelgroepgericht, want bijvoorbeeld bij de Turkse film was maar
3% van de bezoekers niet van Turkse afkomst. Ik weet dus niet zeker of deze bezoekers de
films blijven bezoeken en of we de films blijven vertonen. Ook is gebleken dat een bioscoop
toch een enge stap is. Een film thuis of in een café kijken voelt vertrouwelijker. Wat trouwens
wel opviel is dat de Turkse bezoeker vaak met het hele gezin kwam en de Marokkaanse
bezoeker niet.
Ook het interview met Mounir Hanchaou is telefonisch verlopen. Mijnheer Hanchaou gaf aan
dat Novodor Marokkaanse films naar Nederland haalde, na het inventariseren of er onder de
61
Marokkaanse gemeenschap in Nederland behoefte aan was deze films te halen. Dit deed
Novodor na de goede ontvangst van Turkse en Bollywoodfilms in Nederland. De films
moesten een breed publiek (zoals Les bandits ) trekken om ook voor Novodor rendabel te
kunnen zijn. Door tijdnood en het niet aan de afspraken houden van bepaalde mensen is de
film niet goed gepromoot in Nederland en heeft Novodor met deze film niet het resultaat
behaald waar de organisatie van te voren op gehoopt had.
Zoals ik eerder in dit interview al aangaf, heb je een breed publiek nodig om een film
rendabel te maken. Daarom maakt Novodor geen onderscheid tussen bijvoorbeeld jongeren en
ouderen. Hierdoor ook zal Novodor op korte termijn geen nieuwe films op de markt brengen.
Marokkaanse films zijn namelijk vaak niet op een breed publiek gericht.
Het interview met Anil Sahin is via de email gedaan. Hier is niet gekozen voor telefonisch
contact, omdat mijnheer Sahin weinig telefonisch te bereiken was.
Mijnheer Sahin begon over het veroveren van Nederland met de Turkse films. Hababam
Sinifi was een groot succes in Duitsland. Door middel van berekeningen en onderzoek op de
Nederlandse markt is deze film hier ook een groot succes geworden. Hij zegt dat ook dat
Maxximum film vooral films op de markt brengt met een bekende naam om zo een breed
publiek te trekken. De organisatie evalueert de films na het lezen van bijvoorbeeld forums op
internet over hun films.
Ook maakt Maxximum film onderscheidt in de doelgroep. Oudere mensen worden
bijvoorbeeld geïnformeerd door middel van de krant en jongeren worden geïnformeerd door
middel van de nieuwe media. Ook is mijnheer Sahin van plan door te gaan met het uitbrengen
van Turkse films.
Na het vergelijken van deze interviews kunnen er een aantal overeenkomsten en verschillen
vastgesteld worden. Aangezien de interviews gehouden zijn met personen die werkzaam zijn
bij commerciële bedrijven is het logisch dat zij aangeven dat zij alleen films uitbrengen als
deze rendabel zijn. Allen zijn tevreden over de publiciteit van de films. Verschillen zijn echter
te vinden in de mening van mijnheer Sahin en meneer Hanchaou en mevrouw Koot. Mijnheer
Sahin wil namelijk wel op de korte termijn weer dit soort doelgroepfilms uitbrengen in
tegenstelling tot meneer Hanchaou en mevrouw Koot. Ook ziet mijnheer Sahin de toekomst
op het gebied van deze films rooskleuriger in dan de anderen.
62
Hoofdstuk 6 Conclusies en Aanbevelingen
Ik heb onderzoek gedaan naar een onderwerp waar nog niet veel over bekend is, namelijk
naar Turkse en Marokkaanse jongeren en hun bioscoopbezoek. Mijn probleemstelling luidt:
Hoe ziet het bioscoopbezoek van Marokkaanse en Turkse jongeren in de leeftijd 16 t/m 19
jaar eruit en wat beweegt hen een film te gaan bekijken in de bioscoop? . In dit hoofdstuk
zullen mijn uiteindelijke conclusies worden besproken.
6.1 Conclusie
Om uiteindelijk antwoord te kunnen geven op mijn probleemstelling heb ik een aantal
stappen ondernomen. In het eerste hoofdstuk heb ik het onderwerp ingeleid. In hoofdstuk 2
werd alle relevante literatuur besproken over Turken en Marokkanen en hun
vrijetijdsbesteding en hier werd ook verder op in gegaan in de richting van het filmbezoek en
kijkgedrag. Hieruit kwam vooral naar voren dat er weinig verschil is tussen allochtonen en
autochtonen. Hoofdstuk 3 gaat over de demografische gegevens van de doelgroep en hoe deze
er naar verwachting in de toekomst uit zal zien. In hoofdstuk 4 is uiteengezet hoe ik te werk
ben gegaan: ik heb enquêtes en interviews afgenomen. De enquêtes zijn verdeeld onder 209
respondenten. Ik heb deze enquêtes verwerkt in SPSS en de resultaten staan weergegeven in
hoofdstuk 5. De interviews zijn gehouden met filmaanbieders. Deze uitkomsten staan ook
weergegeven in hoofdstuk 5.
In paragraaf 1.2 & 1.3 had ik het al over de vrijetijdsbesteding en het filmkijkgedrag van
Turkse en Marokkaanse jongeren. Hierbij heb ik een aantal deelvragen opgesteld. Deze
deelvragen zal ik nu bespreken. Te beginnen met de eerste: Wat zijn de
bezoekerskarakteristieken van de doelgroep en hebben deze invloed op het bioscoopbezoek
van de doelgroep? .
Een groot deel van Marokkaanse en Turkse jongeren gaan wel eens naar de bioscoop. Hier is
gekozen voor de doelgroep tussen 16 en 19 jaar. Veel grote verschillen binnen deze groep zijn
er niet. Daarom is de groep in tweeën gedeeld. De jongere leeftijdscategorie (16-17 jaar) en de
oudere leeftijdscategorie (18-19jaar). Deze groepen zullen af en toe genoemd worden in deze
conclusie. Zowel Turkse als Marokkaanse jongeren gaan wel eens naar de bioscoop.
Gemiddeld doen ze dat een keer per twee weken. De opleidingsniveaus tussen de twee
63
groepen verschillen ook niet veel. Het grootste gedeelte van de doelgroep heeft een HAVO of
MBO opleidingsniveau. Naar mate het opleidingsniveau stijgt, stijgen ook de uitgaven van de
jongere aan filmbezoek en andere vrijetijdsbesteding. Wat opvalt, is dat ondanks dat Turkse
en Marokkaanse jongeren niet veel verschillen, de Turkse meer geld uitgeven voor dezelfde
vrijetijdsbesteding. Ook is het opmerkelijk te noemen dat Turkse jongeren van de jongere
leeftijdscategorie vaker naar de bioscoop gaan dan hun Marokkaanse leeftijdsgenoten. De
Marokkaanse oudere leeftijdcategorie gaat daarentegen vaker naar de film dan hun Turkse
leeftijdsgenoten.
Bij het doen van het onderzoek naar de dagdelen waarop men een film bezoekt is duidelijk
geworden dat niemand van de ondervraagden s ochtends een film bezoekt.
Het is ook opvallend te noemen dat Turkse meisjes het vaakst toestemming van hun ouders
nodig hebben om een film te bezoeken. Zodra ze die dan gekregen hebben wordt er 40
procent van de Turkse meisjes door een ander dan henzelf betaalt voor het ticket.
De volgende vraag die ik zal beantwoorden in dit onderzoek is de criteria die de jongeren
hebben om een film te gaan bezoeken. Hieruit blijkt dat de jongeren bijna als geheel aangeven
dat voor hen vooral de populariteit en de verhalen van anderen over films meespelen bij hun
keuze voor een bepaalde film. In het literatuuronderzoek in hoofdstuk 2 wordt aangegeven dat
veel jongeren de prijs van een bioscoopkaartje te hoog vinden. Uit dit onderzoek blijkt dat de
prijs juist geen obstakel is bij het vinden van een geschikte film. De jongeren geven wel aan
dat ze een kaartje duur vinden, maar gaan alsnog wel naar de bioscoop. Zij bezoeken deze
bioscoop vaak voor de gezelligheid en de indrukwekkendheid van de film die zich afspeelt.
Bij het video-of dvdgebruik wordt gezelligheid ook vaak aangegeven als belangrijke factor.
Ook kiezen de jongeren bij hun keuze voor video of (in de meeste gevallen) dvd voor de
makkelijkheid waarmee je een dvd kan kijken. Het is namelijk heel handig deze even stop te
zetten bij het gaan toiletteren of als men even gaat eten. Hierbij wordt ook vaak een
makkelijke film bekeken. Voorbeelden voor makkelijke films zijn comedy en tekenfilms.
Gemiddeld wordt er door de doelgroep een keer per week een film gehuurd.
Het videokijkgedrag verschilt verder weinig met het kijkgedrag bij bioscoopfilms.
Zowel de geïnterviewden als de respondenten van de enquête zijn gevraagd of zij tevreden
zijn met het filmaanbod op dit moment. De mensen die ik heb geïnterviewd gaven vooral aan
dat zij tevreden zijn zolang de film rendabel zijn. De jongeren gaven aan erg tevreden te zijn
64
met het filmaanbod. Enkele van hen waren niet tevreden en gaven aan dat er variatie mist in
het aanbod.
Ook werd hen gevraagd hoe zij staan tegenover het zien van films uit hun eigen cultuur en
films uit andere (niet-westerse) culturen. Vrijwel alle respondenten stonden daar positief over.
Alleen Marokkaanse jongeren van 19 jaar gaven aan geen behoefte te hebben aan films van
Marokkaanse herkomst. Dit kan komen door het aanbod. Door de weinige Marokkaanse tv-
zenders worden er minder Marokkaanse films (gericht op jongeren) uitgezonden in
vergelijking met het aantal films via de Turkse schotel of de Nederlandse kabel. Ook zijn deze
films minder gericht op een breed publiek en geniet vooral de eerste generatie Marokkanen
hiervan.
De jongeren die wel films van hun eigen achtergrond kijken geven als reden aan dat zij zich
hierdoor meer verbonden voelen met hun eigen cultuur. Daarnaast geven de meeste van deze
jongeren ook aan dat ze films van andere culturen bekijken. Hierbij geven ze als reden dat dit
vooral leerzaam en leuk is.
6.2 Discussie en Aanbevelingen
Door dit onderzoek is er nu meer bekend over de bioscoopbezoekkarakteristieken van Turkse
en Marokkaanse jongeren tussen de 16 en 19 jaar. Er zijn echter een paar discussiepunten te
bedenken met betrekking tot het onderzoek dat ik heb gedaan. Om te beginnen moet men zich
realiseren dat een eerder onderzoek als deze nog niet is uitgevoerd. Hierdoor zijn deze
resultaten slechts een momentopname en hebben in de toekomst weinig tot geen resultaat
zolang er geen vervolgonderzoek gedaan wordt. Ik heb al aangegeven hoe deze doelgroep
zich zal ontwikkelen in de komende jaren. Daarom is het belangrijk te weten te komen de
resultaten van dit onderzoek op de korte of lange termijn nog relevant zullen zijn.
Daarnaast is uit het onderzoek gebleken dat, in tegenstelling tot wat in het literatuuronderzoek
vermeldt staat, meisjes en jongens op het gebied van bioscoopbezoekgedrag en
filmverhuurgedrag niet veel van elkaar verschillen. Er werdt aangegeven dat meisjes minder
vaak de bioscoop bezoeken en vaker een film thuis kijken. Dit is zo, maar het verschil met
jongens is veel kleiner dan werd gedacht. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat veel
Turkse en Marokkaanse jongeren films uit hun eigen achtergrond met ondertiteling bekijken.
Dit zou kunnen betekenen dat de bioscoop en de video/dvd sterk in opmars zijn. Het is
namelijk zo dat Turkse en Marokkaanse televisiezenders hun films nasynchroniseren.
65
Aangezien in dit onderzoek blijkt dat nagesynchroniseerde films niet erg populair zijn bij de
jongeren, zou dat kunnen beteken dat zij zich dus meer richten op de bioscoop en video/dvd.
Filmaanbieders zouden zich dus op deze manier moeten gaan richten op deze doelgroep.
66
Literatuurlijst
Baarda, Goede de,(2001). Basisboek Methoden en Technieken.: Stenfert Kroese
Blumer, H. (1969). Symbolic interactionism: perspective and method. Englewoo-Cliffs
Boer de, M.(2001). Maatschappelijke Verkenning vrijetijdsbesteding door allochtone
jongeren, Eindhoven
Boer den, D. Bouwman, H. Frissen, V. Houben, M. (1994). Methodologie en statistiek voor
communicatie-onderzoek. Houten
Crok, S., Slot, J., Klein Wolt, K.,(2000). Vrijetijdsbesteding jongeren in Amsterdam.
Amsterdam: O+S Amsterdam
Dagevos, Gijsberts, Praag van,(2003). Rapportage minderheden 2003. Den Haag: Sociaal en
Cultureel Planbureau
Dekkers, A.M. (1999). Etnische Marketing: nieuwe kans of achterhaald? Amsterdam
Dokkum, Roshni.(2004).Bollywood in Holland De populaire Indiase film bekeken door
Surinaams-Hindoestaande jongeren in Nederland, Amsterdam: scriptie Universiteit van
Amsterdam
Elling, A.(2001). Sport verbroedert, praktijk of mythe? Waarden en normen in sport deel 2,
Arnhem
Frijlink, M.(2000). De effectiviteit van rekeninterventies bij jonge Marokkaanse en Turkse
leerlingen, Utrecht: Scriptie Universiteit Utrecht
Haenens, L. d , Beentjes, J.W.J. & Bink, S.(2000) The media experience of the ethnic
minorities in the Netherlands; A qualitative study. Communications, 25(3), 325-241
67
Jókövi, Dr. M.E.(2000) Vrijetijdsbesteding van allochtonen en autochtonen in de openbare
ruimte. Wageningen
Jókövi, Dr. M.E.(2000) Recreatie van Turken, Marokkanen en Surinamers in Rotterdam en
Amsterdam., Wageningen: Alterra-rapport 003 Alterra
Maso, I. (1993). Kwalitatief onderzoek, Meppel
Milikowski, M.(1999). Stoorzender of katalysator?; Turkse satellite-tv in Nederland,
Amsterdam
Rijpma, S.G., & Roques, C. (2000). Diversiteit in vrijetijdsbesteding; rapportage van een
onderzoek naar de deelname van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse Rotterdammers van de
1e en 2e generatie aan onder andere cultuur, openluchtrecreatie en sport in 1999. Rotterdam:
Centrum voor Onderzoek en Statistiek
Sociaal en Cultureel Planbureau (2003) Jeugd 2002. Den Haag: Sociaal en Cultureel
Planbureau
Steenhoven van der, P. (2003) Cultuurmonitor Amsterdam 2002. Amsterdam
Sweijers, M. (1998). Vrijetijdsbesteding in Amersfoort Amersfoort: scriptie UU SW 98-199
O+S (2002). Vrijetijdsbesteding jongeren in Amsterdam Amsterdam
Verheggen, P.P. Spangenberg, F. (2001) Nieuwe Nederlanders. Alphen aan de Rijn
Verwey-Jonker (2002). Mijn vrienden ken ik van de straat . Utrecht
Voorpostel, M. (2000). Jongeren en cultuur een onder naar deelname aan culturele
voorzieningen van allochtone meisjes en jongens. Utrecht: scriptie UU SW 00-396
Wel, van. Cultuurparticipatie van allochtone en autochtone jongeren. Utrecht onderzoek UU
Ms12,2-13
68
CBS,(2003) Bevolkingstrends 1e kwartaal 2003, Voorburg: CBS
Borsboom, E. (2001). Publiek bekeken : NFC onderzoek presenteert de cijfers van
bioscoopmonitor. Holland film nieuws.7(2001)39(pag.20-21)
CBS (2004), statistische database Statline 2003,
http://www.cbs.nl/nl/cijfers/statline/index.htm
(2000). De multiculturele samenleving in de tijd van de ontzuiling. Op:
http://scholieren.samenvattingen.com/documenten/show/9230685/
(bezocht op 27 maart 2004)
(2003). Verharding in de multiculturele samenleving Op:
http://www.forum.nl/trendsite/trend-verharding.html (bezocht op 28 maart 2004)
69
Bijlage A Deze enquete maakt deel uit van een onderzoek naar het bioscoopbezoekgedrag van Marokkaanse en Turkse jongeren in Nederland. Waarom gaan zij naar een bepaalde film? Dat is uiteindelijk de vraag die ik onder andere met deze enquete wil beantwoorden. Zou je zo vriendelijk willen zijn deze voor me in te vullen? Het duurt niet langer dan 5 minuten en is niet moeilijk.
Bedankt!
Hamid
Vragenlijst bioscoopbezoekgedrag Turkse en Marokkaanse jongeren
Persoonlijke info
1. Wat is je geslacht?
jongen meisje
2. Wat is je leeftijd?
….jaar
3. Wat is je achtergrond?
Turks Marokkaans Anders
4. Wat is je voor opleiding doe je of heb je gedaan?
Basisonderwijs VMBO HAVO VWO MBO HBO Universiteit 4a. Als je al klaar bent met school, werk je dan of ben je werkloos? Werkloos
Werk
5. Hoeveel geld geef je ongeveer uit aan uitgaan (ook bioscoop) per maand?
0-25 euro 25-50 euro 50-75 euro 75-100 euro 100 euro of meer
5a. Hoeveel daarvan geef je uit aan films?
0-25 euro 25-50 euro 50-75 euro 75-100 euro 100 euro of meer
Criteria
6. Hoevaak ga je gemiddeld naar de bioscoop?
Nooit 1 keer per week 1 keer per 2 weken 1 keer per maand 1 keer per 2 maanden 1 keer per 3 maanden 1 keer per 6 maanden 1 keer per jaar
7. Wanneer ga je over het algemeen naar de film?
Door de weeks In het weekend
’s ochtends ’s middags ’s avonds
8. Welk filmgenre bezoek je graag?
Actie Avontuur Comedy Drama Fantasy Horror Romantiek Science fiction Thriller
9. Welk van de volgende zaken heeft invloed op je filmkeuze?
Filmkeuze van medebezoekers Verhalen van anderen over de film Bioscoop waar je naar toe gaat en het filmaanbod daarvan Acteurs die meespelen De prijs De populariteit van de film Het tijdstip van de film Promotie van de film ( heb je er veel van gehoord in de media bijv.)
10. Met wie ga je over het algemeen naar de film?
Mijn vriend/ vriendin Vrienden/vriendinnen Ouders Alleen Anders
11. Wie betaalt over het algemeen de entreekaartjes?
Ikzelf Ouders/Verzorgers Anderen met wie ik ga
12. Heb je toestemming nodig om naar de film te gaan?
Ja Nee
13. Als je een keuze moet maken tussen een film op video, op dvd of in de bioscoop waar kies je dan voor?
Video DVD Bioscoop
14. En waarom?
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
14. Heb je een video of dvdspeler thuis?
Video DVD Allebei Geen van beide
15. Ga je naar de videotheek en hoevaak gemiddeld?
Nooit 1 keer per week 1 keer per 2 weken 1 keer per maand 1 keer per 2 maanden 1 keer per 3 maanden 1 keer per 6 maanden 1 keer per jaar
16. Wat voor soort film huur je dan?
Actie Avontuur Comedy Drama Fantasy Horror Romantiek Science fiction Thriller
17. Verschilt je filmkeuze tussen bioscoop en videotheek?
Ja Nee
Tevredenheid
18. Ben je tevreden met het filmaanbod in de bioscoop?
Ja Nee
19. Zo nee, wat mis je of wat zie je liever anders?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
20. Waar zou je nooit heen gaan en waarom? (Alles mag, als het maar met film of
bioscoop te maken heeft)
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
21. Kijk je ook films vanuit je eigen achtergrond?
Ja Nee (ga door met vraag 23)
22. Zo ja, zijn deze films dan:
de originele versie de originele versie met ondertiteling vertaald/nagesynchroniseerd
23. Zo nee, waarom niet? (na deze vraag, door naar vraag 27)
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
24. Waar of waarop kijk je deze films?
Bioscoop Video/DVD Tv-zender van eigen achtergrond (via kabel of satelliet) Nederlandse Tv-zender (bijv. wereldcinema op Nederland 3)
25. Zijn deze films belangrijk voor je?
Ja Nee
26. Waarom kijk je deze films?
Omdat ouders ook kijken Je voelt je verbonden met je cultuur Leerzaam Uit verveling, omdat er niets anders is Anders nl…………………………………………………….
27. Zou je films uit een andere cultuur kijken en waarom?
Ja Nee
27a.Waarom?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Hartelijk dank voor je medewerking!
Heb je nog opmerkingen of vragen?
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Bijlage B (deel 1) Interview met Daniëlla Koot (Hoofd programmering Pathé) Datum: donderdag 1 juli 2004 12:16 uur Hoe: Telefonisch Vraag: Wat zijn jullie criteria om een film te vertonen? Wordt er rekening gehouden met de wensen van de bezoeker? Antwoord: Dit zijn vooral commerciële redenen, Pathé is namelijk een commercieel bedrijf en wij vertonen in principe alleen films die commercieel aantrekkelijk zijn. Zodra een distributeur ons benaderd met een film en ons ervan kan overtuigen dat de film rendabel wordt en zonder problemen vertoond kan worden, dan besluiten we deze te vertonen. Verder heeft de distributeur meestal uitgezocht wat zijn doelgroep wil. Vraag: Dus jullie zijn slechts de vertoner? Antwoord: Ja, wij zijn de Albert Heijn en de distributeur is de groothandel Vraag: Bent u tevreden met wat er nu in de bioscopen vertoond wordt? Antwoord: Zolang de films rendabel zijn, ben ik tevreden. Vraag: U heeft ook Turkse en Marokkaanse films vertoond hoe ging dat? Heeft u gezorgd voor andere aankleding of iets dergelijks? Antwoord: Wij zelf hebben niets gedaan, omdat alles door de distributeur geregeld zou worden. Dit was bij de Turkse distributeur( Maximumm) in minder mate geregeld dan bij de Marokkaanse (Novodor). Die laatste had namelijk gezorgd voor aankleding en publiciteit en liet de cast overkomen. Maximumm heeft niet of weinig aan publiciteit gedaan. Vraag: Wat verschilt deze doelgroep van de ‘normale’ bezoeker en wat zijn de toekomstplannen op het gebied van vertonen van niet-westerse films? Antwoord: Op de korte termijn zullen er geen Turkse en Marokkaanse films vertoond worden. Dit komt vooral door de zomervakantie en de Ramadan die er weer aankomt. Deze films zijn erg doelgroepgericht, want bijvoorbeeld bij de Turkse film was maar 3% van de bezoekers
niet van Turkse afkomst. Ik weet dus niet zeker of deze bezoekers de films blijven bezoeken en of we de films blijven vertonen. Ook is gebleken dat een bioscoop toch een enge stap is. Een film thuis of in een cafë kijken voelt vertrouwlijker. Wat trouwens wel opviel is dat de Turkse
bezoeker vaak met het hele gezin kwam en de Marokkaanse bezoeker niet.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
Bijlage B (deel 2) Interview Mounir Hanchaou Eigenaar filmrechten “Les Bandits” (Novodor) Datum: donderdag 8 juli 2004 13:45 uur Hoe: Telefonisch Vraag: Hoe komt u erop de Marokkaanse film naar Nederland te halen? Antwoord: Nadat de Bollywoodfilms en de Turkse film hier in Nederland goed ontvangen werden hebben we binnen de Marokkaanse gemeenschap gepeild hoe deze zou reageren als er een Marokkaanse film in de bioscoop zou worden. Ook waren we als etnomarketingcommunicatiebureau al eerder op de hoogte van de wensen van de doelgroep door andere activiteiten. Hierdoor dachten we dus een gat in de markt gevonden te hebben. Vraag: Waarom heeft u gekozen voor “Les Bandits”?
Antwoord: Deze film was op dat moment de meest populaire Marokkaanse film en trekt een breed publiek. Andere films hadden en hebben dat niet. En zonder een breed publiek is de film
niet rendabel.
Vraag: Hoe heeft u de promotie van de film aangepakt? Antwoord: Doordat we maar drieënhalve week de tijd hadden hebben we zoveel mogelijk media ingeschakeld. Dit zorgde dus voor de promotie. We hebben niet de tijd gehad een
grotere promotiecampagne op de kunnen zetten en ook bijvoorbeeld sponsors te benaderen. Wat een probleem was, was dat niet iedereen zich aan de gemaakte afspraken hield waardoor
er wel wat problemen waren met het vertonen van de film.
Vraag: Maakt u binnen uw doelgroep ook onderscheid tussen jongeren en ouderen? Antwoord: Niet echt. Je kan de menigte het best breed bereiken als je iets commercieel in de
markt wil zetten. Anders zou je bijvoorbeeld een film beter kunnen laten zien in achterafzaaltjes.
Vraag: Gaat u in het vervolg nog Marokkaanse films naar Nederland halen?
Antwoord: Op de korte termijn zeer zeker niet. Ondanks dat dit heeft gezorgd voor veel bekendheid zijn er geen Marokkaanse films die hier in Nederland aan zullen slaan, omdat ze niet op een breed publiek gericht zullen zijn. Daarnaast zullen we misschien weer problemen
tegenkomen buiten onze schuld om en zal niet de hele doelgroep de films gaan kijken. Hartelijk dank voor uw medewerking
Bijlage B (deel 3) Interview Anil Sahin Eigenaar filmrechten o.a “Hababam Sinifi” (Maxximum film) Datum: maandag 12 juli 2004 17:10 uur Hoe: Via e-mail Vraag: Why did you buy the movie rights of "Hababam sinifi" and bring it on the Dutch market? Have you done research on this? Or was it the success on the German market? Antwoord: The release of Turkish films is the result of our researches between 1998 and 2001. In Holland, we have anticipated a proportion of the success we have in Germany. We were luckily right with our calculations. It has a mathematical relation to the success in Germany. Vraag: How did you do the promotion of the movie? Were you looking for sponsors or sell it on another way? Antwoord: We do not search for sponsors all the time. However, they are welcome, when it occurs. Like all distributors, we are using the media channels for our advertising, which is prepared according to the sales volume we expect. We prefer investing in the Turkish media, since the Turks are following them quite regularly. . Vraag: In the Netherlands "Hababam Sinifi" sold very well. Other Turkish movies here didn't. Do you know why? Antwoord: Hababam Sinifi and Vizontele have reached remarkable sales figures, since both films are very well known among the audience since many years. They are like trade names for comedy. The other films were relatively new and unknown films. Unfortunately, the young audience (in every nationality) prefers very "shiny and popular" titles. Vraag: Have you done research about the influences of the Turkish movies in the Netherlands? Antwoord: We are continuously participating in forums, where young Turks discuss about the cultural events. Although it is not very intellectual, how they perceive the films, their interest in our films is still very encouraging for the future. The best contribution of our films lies in the integration of Turks into the social - cultural life of the Europe. As you can imagine, many older Turks have not been to the cinema since years. Vraag: Do you make any difference between Turkish older and younger people? If yes, in which way are you doing that? Antwoord: Older Turkish people (in Europe) are rather conservative and show a passive role in the social life. The young Turks are very energetic, very open and have a high integration potential.
To give an example: We use the Turkish newspapers to reach the older generation, and multimedia channels to reach the young ones. Vraag: Are you satisfied with the proposition of movies at this moment? do you have plans to bring on other Turkish movies at the Dutch market? Antwoord: We are definitely planning new movies in Netherlands. In December we will start with a quite intellectual film called "The Time", it will be followed by "Hababam Sinifi 2" in January. In short, we are planning 4 movies in Early 2005. I hope, these answers will be helpful to you. Best regards Anil Sahin
Bedankt voor uw medewerking!
Turken 2004
Per 1 januari 2004
Totaal 2e generatie allochtonen
2e gen.: 1 ouder in buitenland geboren mannnen
2e gen.: 1 ouder in buitenland geboren vrouwen
2e gen.: 2 ouders in buitenland geboren mannen
2e gen.: 2 ouders in buitenland geboren vrouwen
0 tot 5 jaar 34236 696 368 328 33540 4525 4321 12609 120855 tot 10 jaar 35971 1875 954 921 34096 2505 2482 15118 1399110 tot 15 jaar 35932 3323 1776 1547 32609 1381 1311 15401 1451615 tot 20 jaar 30282 7659 3836 3823 22623 654 539 11002 1042820 tot 25 jaar 33317 13750 5932 7818 19567 404 385 9734 904425 tot 30 jaar 34899 24525 11921 12604 10374 272 224 5201 467730 tot 35 jaar 38318 34537 17669 16868 3781 282 274 1729 149635 tot 40 jaar 32883 32259 17987 14272 624 224 204 106 9040 tot 45 jaar 24767 24742 14117 10625 25 12 11 2 045 tot 50 jaar 13286 13270 7264 6006 16 2 11 2 150 tot 55 jaar 10078 10060 4674 5386 18 8 9 0 155 tot 60 jaar 9478 9463 4634 4829 15 9 4 2 060 tot 65 jaar 9458 9448 5634 3814 10 6 4 0 065 tot 70 jaar 5520 5513 3392 2121 7 2 4 1 070 tot 75 jaar 2315 2305 1214 1091 10 3 6 1 075 tot 80 jaar 624 617 235 382 7 3 3 1 080 tot 85 jaar 178 172 46 126 6 3 2 0 185 tot 90 jaar 59 59 11 48 0 0 0 0 090 tot 95 jaar 33 32 2 30 1 0 1 0 095 tot 100 jaar 10 10 4 6 0 0 0 0 0100+ jaar 4 4 0 4 0 0 0 0 0Totaal 351648 194319 101670 92649 157329 10295 9795 70909 66330
15 jaar 6651 1137 585 552 5514 169 144 2683 2518
Tabel: verdeling naar generatie, geslacht en leeftijd van de Turkse gemeenschap in Nederland in 2004 Bron: CBS, Statline 2004 Bijlage C Tabel onderverdeling van Turken
2e generatie allochtonenTotaal alle personen
1e generatie allochtonen totaal
1e generatie allochtonen mannen
1e generatie allochtonen vrouwen
Marokkanen 2004
Per 1 januari 2004
Totaal 2e generatie allochtonen
2e gen.: 1 ouder in buitenland geboren mannnen
2e gen.: 1 ouder in buitenland geboren vrouwen
2e gen.: 2 ouders in buitenland geboren mannen
2e gen.: 2 ouders in buitenland geboren vrouwen
0 tot 5 jaar 38319 695 357 338 37624 2828 2676 16421 156995 tot 10 jaar 32040 1612 825 787 30428 1622 1425 13874 1350710 tot 15 jaar 31120 3302 1743 1559 27818 1006 924 13195 1269315 tot 20 jaar 28935 8208 4116 4092 20727 657 634 9731 970520 tot 25 jaar 30085 15372 6554 8818 14713 509 557 6853 679425 tot 30 jaar 30230 23684 11157 12527 6546 328 343 2960 291530 tot 35 jaar 29008 27374 14671 12703 1634 310 278 523 52335 tot 40 jaar 23827 23582 14008 9574 245 117 114 6 840 tot 45 jaar 17631 17621 10328 7293 10 3 7 0 045 tot 50 jaar 11580 11575 5626 5949 5 3 2 0 050 tot 55 jaar 9025 9023 4400 4623 2 1 1 0 055 tot 60 jaar 7921 7920 5082 2838 1 1 0 0 060 tot 65 jaar 8364 8363 5537 2826 1 0 0 1 065 tot 70 jaar 5673 5673 3764 1909 0 0 0 0 070 tot 75 jaar 1802 1802 1245 557 0 0 0 0 075 tot 80 jaar 468 468 322 146 0 0 0 0 080 tot 85 jaar 150 149 86 63 1 0 1 0 085 tot 90 jaar 31 31 11 20 0 0 0 0 090 tot 95 jaar 8 8 0 8 0 0 0 0 095 tot 100 jaar 2 2 0 2 0 0 0 0 0100+ jaar 0 0 0 0 0 0 0 0 0Totaal 306219 166464 89832 76632 139755 7385 6962 63564 61844
15 jaar 5990 1241 654 587 4749 141 147 2268 2193
Tabel: verdeling naar generatie, geslacht en leeftijd van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland in 2004 Bron: CBS, Statline 2004 Bijlage D Tabel onderverdeling van Marokkanen
Totaal alle personen
1e generatie allochtonen totaal
2e generatie allochtonen1e generatie allochtonen mannen
1e generatie allochtonen vrouwen