1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel...

92

Transcript of 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel...

Page 1: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat
Page 2: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

“Een vreemdeling is niet iemand die vandaag komt en morgen gaat, maar degene die vandaag komt en morgen blijft. In hem wordt het nabije ver maar ook het verre nabij en men kan zich dit zelfs ten nutte maken: de beschikking te hebben over buitenstaanders kan de objectiviteit ten goede komen. Scheidsrechters haal je niet uit een spelende club.” Georg Simmel, 19081

1 Uit Simmel, G. (1908). Exkurs über den Fremden. In Simmel G. (1958). Soziologie. Untersuchungen über die Formen der Vergesellschaftung (pp. 509-512). Berlijn: Duncker & Humblot. Vertaling p. 7 van Nauta L. (1994). Vreemdelingen. In Krisis, 56, 5-15.

2

Page 3: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1: Inleiding__________________________________________5

1.1 Nederland over het uitzetbeleid______________________________________51.2 De media in het vluchtelingendebat: een reden voor onderzoek___________61.3 Probleemstelling__________________________________________________8

Hoofdstuk 2: De selectie van het nieuws__________________________9

2.1 Nieuwswaarden en selectiecriteria____________________________________92.2 Nieuwsbronnen__________________________________________________122.3 Vluchtelingen in het nieuws: eerder onderzoek________________________14

Hoofdstuk 3: De vluchtelingenproblematiek in het kort____________18

3.1 De definitie van een vluchteling_____________________________________183.2 Vluchtelingen wereldwijd__________________________________________193.3 Vluchtmotieven en oorzaken_______________________________________213.4 Ontwikkelingen in het asielbeleid___________________________________233.5 Vluchtelingen in het publieke debat_________________________________25

Hoofdstuk 4: Verwachtingen op een rij__________________________28

Hoofdstuk 5: Methode________________________________________31

5.1 Steekproef_______________________________________________________315.2 Onderzoekscategorieën____________________________________________335.3 Betrouwbaarheid en validiteit______________________________________35

Hoofdstuk 6: Resultaten inhoudsanalyse________________________37

6.1 Berichtgeving algemeen___________________________________________376.2 Van opvangen tot uitzetten_________________________________________386.3 Vluchtelingen hier en daar_________________________________________416.4 Duwen en trekken: push en pullfactoren_____________________________446.5 Aantal en type___________________________________________________45

Hoofdstuk 7: Conclusie_______________________________________48

7.1 Media realiteit versus sociale realiteit________________________________487.2 De context van vluchtelingen in het nieuws___________________________517.3 Een alternatieve aanpak___________________________________________527.4 Discussie en aanbevelingen vervolgonderzoek_________________________54

3

Page 4: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Literatuur__________________________________________________57

Bijlage 1: Asielaanvragen in Europa____________________________61

Bijlage 2: Codeerschema inhoudsanalyse__________________________62

4

Page 5: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Nederland over het uitzetbeleidVluchtelingen, asielzoekers en het asielbeleid zijn van tijd tot tijd populaire onderwer-pen in het publieke debat. Zo ook het afgelopen jaar waarin het nieuwe uitzetbeleid de gemoederen flink deed oplopen. Gesteund door de Tweede Kamer wil minister Ver-donk van Vreemdelingenzaken de komende drie jaar in totaal 26.000 uitgeprocedeerde asielzoekers het land uitzetten. Daarnaast krijgen ongeveer 2.3002 asielzoekers, die al meer dan vijf jaar wachten op een uitspraak over hun asielaanvraag, een generaal par-don.

Nederland is verdeeld over de uitzetplannen. Een peiling van Maurice de Hond wijst uit dat 58 procent van de Nederlanders voorstander is van het verlenen van meer verblijfsvergunningen aan uitgeprocedeerde asielzoekers, mits er in de toekomst een strenger en consequenter beleid gevoerd wordt ten aanzien van nieuwe asielzoekers.3

Ook volgens een peiling van Bureau Intomart vindt bijna de helft van de bevolking dat er een ruimere pardonregeling moet komen. Van de ondervraagden zou zelfs 25,9 pro-cent bereid zijn een schrijnend geval of gezin in huis op te vangen om uitzetting te voorkomen.4 Maar bij een demonstratie op het Binnenhof tegen de uitzetting van asiel-zoekers komen er slechts 2.500 mensen opdagen en twee maanden later vinden 10.000 mensen hun weg naar een demonstratie op de dam.5

Ook een kijkje op de forumpagina van de Volkskrant laat verdeeldheid zien over de uitzetplannen. Een duidelijke tegenstander roept op om burgemeesters te bestoken en blokkades op te werpen wanneer de politie asielzoekers komt halen, en een ander noemt het beleid panisch en manisch-depressief. Maar een voorstander van het beleid vindt dat het geven van een generaal pardon een verkeerd beeld geeft. Volgens hem laat het asielzoekers in de waan dat de keuze hier naar toe te komen juist is geweest. Verder is een twijfelaar van mening dat zieligheidsargumenten in ieder geval geen rol mogen spelen in de discussie wie wordt uitgezet, voor “elk zielig verhaal dat je helpt is er na-melijk een zielig nepverhaal dat je ook helpt”. Iemand anders meent echter dat we “die paar rotte appels” dan maar op de koop toe moeten nemen.6

In de media wordt het onderwerp breed uitgemeten. Het publiek wordt bediend met een live uitgezonden Kamerdebat over het uitzetbeleid en met talloze interviews met minister Verdonk, collega politici, deskundigen en mensen op straat. Actualiteiten-programma’s en kranten vullen zich met portretten van uitgeprocedeerde asielzoekers die op straat zullen worden gezet. Portretten van asielzoekende gezinnen die al jaren in Nederland verblijven en inmiddels ‘modelburger’ Nederlander zijn, met kinderen die

2 Dit was het aanvankelijke aantal, inmiddels krijgen iets meer asielzoekers een generaal pardon.3 Steun bevolking voor asielbeleid Verdonk kalft af (2004, 5 februari). De Volkskrant, p. 2.4 Meerderheid voor opvang asielzoekers (2004, 2 februari). De Volkskrant, p. 3.5 Vreedzaam protest tegen uitzetbeleid (2004, 9 februari). NRC Handelsblad, p. 1. & Kiene, A. (2004, 13 april). Duizenden betogen tegen uitzetbeleid. De Volkskrant, p. 2.6 Generaal pardon sneu voor vertrokken asielzoeker (2004, 2 februari). De Volkskrant, p. 7.

Inleiding 5

Page 6: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

inmiddels perfect Nederlands praten of hier zelfs geboren zijn. De media hebben dui-delijk genoeg te berichten over het uitzetbeleid en wanneer minister Verdonk het woord ‘vignet’ in de mond neemt, oud-minister Dijkstal het woord ‘jodenster’ en oud-minister Pronk ‘deportatie’, lijkt de bron onuitputtelijk.

Het bovenstaande is een momentopname van hoe er op het uitzetbeleid gereageerd wordt door mensen en media. De genoemde opiniepeilingen zijn wellicht al achterhaald of komen niet overeen met andere peilingen. Bovendien moeten dergelijke opiniepei-lingen altijd met een korrel zout worden genomen, omdat er nooit bij verteld wordt hoe, aan wie, waar en wanneer de vragen zijn gesteld. Factoren die de uitkomst sterk kunnen beïnvloeden. Verder geeft de beschreven media-aandacht voornamelijk weer wat mij opviel. Zo zag, las en hoorde ik veel over het onderwerp, maar leek het me vooral veel van hetzelfde. Ik kreeg tal van portretten en opinies onder ogen waarbij redenen werden aangedragen waarom het inhumaan is om veel van deze asielzoekers Nederland uit te zetten, bijvoorbeeld dat ze al zo lang wachten op een verblijfsvergunning en ver inge-burgerd zijn. Maar minder vaak hoorde ik over waarom het inhumaan zou zijn deze mensen terug te sturen naar hun land van herkomst, welke gevaren hen daar staan te wachten en wat de gevolgen zijn voor hun verdere leven. Ook werd het mij niet duide-lijk waarom deze mensen meer dan vijf jaar geleden überhaupt naar Nederland waren gekomen. En waar kwam eigenlijk ineens de noodzaak vandaan om 26.000 mensen uit te zetten?

Langzamerhand raakte ik nieuwsgierig naar het beeld dat de Nederlandse media neerzetten van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek. Ik vroeg mij af hoe de media omgaan met deze complexe materie en welke thema’s er in de berichtgeving over vluchtelingen en het asielbeleid naar voren komen. Zetten de media vluchtelingen in een brede internationale context of maken ze zich schuldig aan nationaal navelsta-ren?

1.2 De media in het vluchtelingendebat: een reden voor onderzoekHet laatste decennium zijn de maatschappelijke ontwikkelingen rond het asielbeleid in een stroomversnelling gekomen. De Europese Unie heeft haar binnenlandsgrenzen voor elkaar geopend en in navolging daarvan het vreemdelingenbeleid sterk aangescherpt om illegale immigratie te voorkomen. De EU streeft al jaren naar een gezamenlijk asielbeleid maar vooralsnog voert elk land, op enkele maatregelen na, zijn eigen beleid. Daarbij ontwikkelen de EU-landen steeds strengere maatregelen om de komst van on-gewenste migranten zo veel mogelijk te beperken. Voor asielzoekers betekent dit dat de toelatingseisen tot de asielprocedure strenger zijn geworden en de kans op een vluchte-lingenstatus kleiner. Een groot deel van de Europese vluchtelingenpolitiek draait te-genwoordig om grenscontroles en het asielbeleid, en ondertussen is er weinig aandacht voor het wegnemen van de werkelijke vluchtoorzaken.

Inleiding 6

Page 7: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Door deze ontwikkelingen zijn vluchtelingen en asielzoekers vaker onderwerp van dis-cussie. Het debat is echter, net als het beleid, voornamelijk gericht op hoe de komst van asielzoekers naar Nederland en West-Europa beperkt kan worden in termen van toela-tingseisen. Hierdoor worden de herkomstsituaties van vluchtelingen en asielzoekers en eventuele oplossingen van de oorzaken van de vluchtelingenproblematiek vaak kind van de rekening.

De media spelen een belangrijke rol in het vluchtelingendebat. Zij zorgen voor informatie over het onderwerp, geven een reflectie op de ontwikkelingen en bieden een platform voor verschillende deelnemers aan het debat. Bovendien zijn de media voor een groot deel verantwoordelijk voor het beeld van de vluchtelingenproblematiek bij het publiek. Normaal gesproken zijn media maar één van de vele bronnen waar mensen hun houding, gedrag en opvattingen op baseren. De media als informatiebron is dan in wisselwerking met ervaring en kennis die mensen opdoen uit andere bronnen zoals de opvoeding en opleiding of het contact met vrienden, familie en kennissen. Maar waar het om vluchtelingen en asielzoekers gaat, hebben de meeste autochtone Nederlanders geen persoonlijke ervaringen of contacten. Zij kennen ook meestal geen mensen die dat wel hebben en zijn dus voor informatie extra aangewezen op de media. Het blijkt dan ook dat autochtone Nederlanders hun mening ten aanzien van allochtone minderheden, waaronder asielzoekers, expliciet vormen op welk beeld de media uitdragen (Brants, 1998, p. 220; Van Dijk, 1983, p. 11).

Dat de media het beeld vormen over de vluchtelingen bij het publiek, wil echter niet zeggen dat ze ook precies bepalen wàt mensen vinden. Meningen worden ten slotte gevormd op basis van het mediabeeld en zijn dus niet persé rechtstreekse kopieën. Maar media bepalen wel wáár we voornamelijk aan moeten denken. De mate en manier van aandacht voor verschillende onderwerpen geven aan in hoeverre ze belangrijk zijn en hoe ze moeten worden geïnterpreteerd (Brants, 1998, p. 225). Door onderwerpkeuze en taalgebruik kunnen media verschillende mensen, visies en oplossingen buiten spel zetten en zo een eenzijdig beeld van de vluchtelingenproblematiek naar buiten brengen. Een eenzijdig beeld dat kan leiden tot een eenzijdig debat en vervolgens tot eenzijdige oplossingen. Het is daarom van belang te onderzoeken welk beeld media neerzetten van vluchtelingen.

Nu lijken de media steeds kritischer naar zichzelf te kijken als het gaat om de berichtgeving over minderheden. Zo heeft de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) de werkgroep ‘Migranten en de media’ opgericht dat onderzoek doet naar jour-nalistiek in de multiculturele samenleving. Aan de hand van dit onderzoek zijn journa-listieke richtlijnen opgesteld met aanbevelingen en aandachtspunten voor de berichtge-ving over minderheden en migranten (Stuk, Top & Doppert, 2000, pp. 127-136). Be-staande onderzoeken over migranten en de media richten zich echter meestal op mi-granten die hier al jaren wonen en officieel mogen verblijven. Over vluchtelingen en asielzoekers in de media is weinig recent onderzoek en reflectie te vinden, maar na-tuurlijk minstens zo belangrijk als het gaat om het onderwerp ‘migranten en de media’.

Inleiding 7

Page 8: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

1.3 ProbleemstellingHet hier gepresenteerde onderzoek geeft meer inzicht in het beeld dat media neerzetten van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek en of deze het laatste decennium, sinds de aanscherping van het beleid, veranderd is. Het beeld van vluchtelingen in de media wordt bepaald door de keuze en aandacht voor verschillende onderwerpen. Zo zijn er enerzijds onderwerpen met betrekking tot de situatie en herkomst van vluchte-lingen en de achtergronden van het vluchtelingenprobleem. Het gaat dan om onderwer-pen uit het oogpunt van de vluchteling en zijn persoonlijke en internationale context. Anderzijds zijn er onderwerpen uit het oogpunt van de gastlanden, in dit geval West-Europa, zoals het beleid, de opvang, het aantal asielzoekers en meer van dergelijke on-derwerpen. Door te onderzoeken aan welke kant van de vluchtelingenproblematiek de media veel aandacht geven, wordt duidelijk in welke context zij vluchtelingen zetten. Daarbij wordt, door het onderzoek te richten op het afgelopen decennium, duidelijk of de aanscherpingen van het asielbeleid sinds begin jaren negentig invloed hebben gehad op het beeld van vluchtelingen en asielzoekers in de media.

De volgende probleemstelling staat in het onderzoek centraal:

In welke context plaatsen de Nederlandse media vluchtelingen en de vluchtelin-genproblematiek door de selectie van en aandacht voor bepaalde onderwerpen? Is deze context veranderd sinds begin jaren negentig?

Welke aspecten van de vluchtelingenproblematiek precies de context bepalen wordt in de volgende hoofdstukken duidelijk. In het volgende hoofdstuk volgt een bespreking van factoren die de nieuwsselectie beïnvloeden en wat ze eventueel kunnen betekenen voor de berichtgeving over vluchtelingen. Het wordt dan al enigszins duidelijk welke onderwerpen rond vluchtelingen naar verwachting meer en minder kans maken om in het nieuws te komen en hoe dit de context van vluchtelingen in het nieuws bepaalt. In het derde hoofdstuk worden deze onderwerpen nader verklaard en verder uitgebreid zodat er meer inzicht verkregen wordt in de achtergrond van de vluchteling. Om de context rond vluchtelingen in het nieuws te kunnen beoordelen is immers een enige ba-siskennis van vluchtelingen nodig. Verschillende vragen worden daarom beantwoord. Wie is eigenlijk een vluchteling? Waar komt hij vandaan? Waarom is hij gevlucht? En hoe reageert de Europese politiek op vluchtelingen? Achtergronden over problemen die gastlanden ondervinden door de komst van vluchtelingen, zoals problemen met de op-vang, komen niet aan bod. Daarmee wil ik ze niet ontkennen, maar in dit onderzoek wordt gekeken naar de achtergrond van de vluchteling zelf en in hoeverre de media deze context betrekken bij het nieuws. In hoofdstuk vier volgt een samenvatting van de contextbepalende punten en worden de deelvragen en hypotheses geformuleerd die een leidraad vormen voor het onderzoek naar de berichtgeving over vluchtelingen. In hoofdstuk vijf en zes volgen de methodologie en resultaten van het onderzoek.

Inleiding 8

Page 9: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 2: De selectie van het nieuws

2.1 Nieuwswaarden en selectiecriteriaEen gangbare beroepsopvatting in de journalistiek is dat nieuwsgaring- en verslagge-ving accuraat en neutraal gebeurt. Objectiviteit is daarom een hoog goed in de journa-listiek en journalisten stellen zichzelf dan ook meestal als taak het nieuws zo objectief mogelijk weer te geven. Maar volledig objectieve nieuwsverslaggeving is natuurlijk onmogelijk, alleen al omdat de keuze uit een enorm aanbod van gebeurtenissen en on-derwerpen voor het nieuws al enige subjectiviteit impliceert. Bovendien wordt de se-lectie en presentatie van het nieuws beïnvloed door tal van factoren zoals de interesses van het publiek, de economische factoren en de technische en organisatorische aspecten van nieuwsverzameling, de macht van bepaalde nieuwsbronnen en algemene nieuws-waarden (McQuail, 1995, p. 167). En, naast zulke organisatorische factoren en profes-sionele opvattingen, hebben de sociale en culturele achtergrond, de politieke voorkeu-ren en de culturele vooroordelen van een journalist, al dan niet bewust, invloed op de selectie en presentatie van het nieuws (Hamelink, 2004, p. 41).

Onder invloed van al deze factoren creëren de media altijd een bepaalde sym-bolische omgeving rond een onderwerp en krijgen sommige mensen, gebeurtenissen en kenmerken meer of minder, positieve of negatieve aandacht (Shoemaker & Reese, 1996, p. 37). De realiteit die de media presenteren wordt daarom ook wel de media re-aliteit genoemd. Om de context waarin de media vluchtelingen en de vluchtelingenpro-blematiek plaatsen te kunnen interpreteren, wordt in dit onderzoek deze media realiteit onderzocht en vergeleken met de zogenaamde sociale realiteit van de vluchtelingen-problematiek. Volgens Shoemaker en Reese is de sociale realiteit het best te omschri-jven als: “A view of the world that is socially derived; that is, what society knows about itself. (…) our best guess about what is actually going on” (1996, p. 4). Er wordt geke-ken in hoeverre verschillende specifieke nieuwswaarden van invloed zijn op de media realiteit van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek, en welke gevolgen dat heeft voor de context rond vluchtelingen in de media.

Onderzoeken naar westerse nieuwswaarden komen meestal tot evaluatiecriteria als negativisme, periodiciteit, geografische en ideologische dichtbijheid, begrijpelijk-heid en de aanwezigheid van actoren als elite naties, elite instituties en elite individuen (Van Dijk, 1988, p. 155). Dergelijke nieuwswaarden zijn lang niet altijd weldoordacht maar eerder gegroeid tot een vanzelfsprekendheid. De routine bepaalt meestal hoe en welk nieuws gepresenteerd wordt en zorgt ervoor dat sommige feiten en relaties tussen feiten vaak worden geobserveerd en gerapporteerd en andere zelden of nooit.

De vluchtelingenproblematiek is een internationaal probleem dat ook op natio-naal niveau merkbaar is. In theorie betekent dit dat zoveel internationale gebeurtenissen als nationale gebeurtenissen rond vluchtelingen in het nieuws zouden kunnen komen. Maar in de praktijk zijn er veel factoren die een evenwichtige balans tussen internatio-naal en nationaal nieuws beïnvloeden. Er is bijvoorbeeld maar een beperkt aantal inter-

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 9

Page 10: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

nationale nieuwsleveranciers en zijn er wegens de hoge kosten weinig Nederlandse cor-respondenten. Bovendien zijn deze correspondenten ongelijk verdeeld over de wereld (Hamelink, 2004, p. 41). Verder hebben de geografische en culturele afstand tot een gebeurtenis en de heersende internationale machtsverdeling veel invloed op de selectie en presentatie van het nieuws (McQuail, 1995, p. 167). Journalisten blijken zich meestal moeilijk te kunnen ontdoen van hun westerse en Europese jasje en laten zich vaak, al dan niet bewust, leiden door etnocentristische en eurocentristische nieuws-waarden. Zulke waarden zorgen ervoor dat de nieuwsproducenten bepaalde dingen op-merken en andere dingen negeren, met het gevolg dat er een bepaalde realiteit verte-genwoordigd wordt die maar een deel van de wereld en wereldwaarden laat zien.

Volgens Shohat en Stam (2001) wordt bij een eurocentristische benadering van de wereld Europa in het centrum van een breed scala aan dingen gezet. Europa wordt daarbij verantwoordelijk gezien voor grote historische veranderingen, en als schepper van democratische instituten, filosofie, literatuur, kunst en van dat soort dingen meer. Eurocentrisme maakt Europa (of het Westen) superieur ten opzichte van niet-Europa (niet-West) en karakteriseert het als inventief en progressief in het voordeel van ieder-een. Het neigt de slechte ontwikkelingen van niet-Europa te veroordelen en de goede ontwikkelingen aan zichzelf toe te schrijven. Het vergeet de eigen onderdrukkende ac-ties tijdens kolonisatie en andere onwelkome historische gebeurtenissen. Volgens Sho-hat en Stam is het eurocentrisme een ‘common sense’ geworden en gebeurt het vaak ongemerkt. Zij geloven daarom dat eurocentrisme als ‘common sense’ nodig is om de media te begrijpen (Shohat & Stam, 2001, pp. 1-11).

Galtung en Ruge (1965) scharen, in hun veel aangehaalde studie ‘The structure of foreign news’, het etnocentrisme onder de nieuwsfactor meaningfulness dat twee as-pecten heeft. Een daarvan is de culturele nabijheid van de gebeurtenis: het bekende en cultureel overeenkomstige heeft veel kans op aandacht terwijl het cultureel onbekende vaak onopgemerkt blijft. Het tweede aspect is relevantie waarbij een gebeurtenis, on-danks dat het cultureel ver verwijderd is, wèl onder de aandacht kan komen wanneer er een direct gevolg aanmerkbaar is voor de lezer (Galtung & Ruge, 1965, pp. 66-67). Herbert Gans (1999) ontdekt in zijn onderzoek naar het nieuws in Amerika, ‘Deciding What’s News’, dat internationaal nieuws gepresenteerd werd vanuit een nationaal per-spectief met als gevolg dat alleen díe onderwerpen behandeld werden die relevant wa-ren voor het Amerikaanse publiek. In de reflectie op deze internationale gebeurtenissen bleken de media bovendien het buitenlands beleid van de regering te volgen (Van Gin-neken, 1998, p. 28; Shoemaker & Reese, 1996, p. 51).

De vluchtelingenproblematiek heeft ten opzichte van het westen zowel een kant die cultureel (of maatschappelijk) ver is als een kant die cultureel dichtbij is. Cultureel ver weg zijn bijvoorbeeld de omstandigheden in het herkomstland die reden geven om te vluchten en de dieperliggende oorzaken van de vluchtelingenproblematiek. Hieraan liggen voor West-Europeanen vaak ‘cultureel verre’ gebeurtenissen ten grondslag als oorlog, armoede, mensenrechtenschendingen of de negatieve gevolgen van globalise-

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 10

Page 11: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

ring. Cultureel dichtbij zijn bijvoorbeeld de binnenlandse gevolgen van vluchtelingen-migratie. Het gaat dan om onderwerpen als het aantal asielaanvragen, de opvang van asielzoekers, het asielbeleid of de uitwijzing van uitgeprocedeerde asielzoekers. Vanuit een eurocentristisch oogpunt is te verwachten dat deze cultureel onbekende aspecten van de vluchtelingenproblematiek minder vaak het nieuws halen dan de aspecten die ‘dichtbij’ voelbaar zijn voor het publiek. Ook is het te verwachten dat de oorzaken van migratie naar West-Europa vanuit een nationaal perspectief zullen worden benaderd. Migratiemotieven worden dan bijvoorbeeld gezien in de zogenaamde aanzuigende wer-king van het westen in termen van welvaart, vrijheid en veiligheid of een soepel asiel-beleid en goede opvangfaciliteiten.

Verder bevinden vluchtelingen zich over de hele wereld, maar vanuit een euro-centristische benadering zullen nieuwsberichten over vluchtelingen en asielzoekers dichtbij, dus in Nederland en West-Europa, de boventoon voeren. En wanneer het wel over vluchtelingen buiten ons cultureel herkenbare kader gaat, dus buiten West-Europa, dan is te verwachten dat er sprake is van Nederlandse of Europese betrokkenheid bij de gebeurtenis. De vluchtelingensituatie in Afrika zal bijvoorbeeld eerder als nieuwswaar-dig bestempeld worden wanneer een Nederlandse prominent er zijn mening over geeft of wanneer de Nederlandse overheid internationale actie onderneemt. Het zal dan na-melijk eerder relevant worden geacht voor het publiek. Hetzelfde geldt voor een West-Europese betrokkenheid, al dan niet in mindere mate. Naar alle waarschijnlijkheid spreken de media ook meer over vluchtelingen uit landen waarvan het publiek al veel weet uit ander nieuws, waar de meeste asielzoekers vandaan komen of waarmee het publiek op een andere wijze misschien meer mee vertrouwd is. Zo is het waarschijnlijk dat vluchtelingen uit Turkije, Oost-Europa en Irak vanwege de bekendheid, dichtbijheid en nieuwswaardigheid meer besproken worden dan vluchtelingen uit bijvoorbeeld Angola, Ivoorkust of Kaapverdië.

Naast de culturele nabijheid van een gebeurtenis zijn er nog andere factoren die van invloed kunnen zijn op de vormgeving van vluchtelingennieuws. Zo is ook de tijd waarin een gebeurtenis betekenis krijgt belangrijk. Het nieuws wordt iedere dag, en op meerdere tijdstippen, gebracht waardoor gebeurtenissen waarvan de gevolgen snel dui-delijk zijn meer kans hebben in het nieuws te komen. Daarbij moet de intensiteit van de gebeurtenis meestal eerst een bepaalde drempel over om nieuwswaardig te worden. De gebeurtenis moet zich opwarmen tot een ‘hot’ issue of een constante situatie doorbre-ken. Tot slot speelt de helderheid van een gebeurtenis een belangrijke rol. Hoe minder dubbelzinnig het onderwerp is en hoe duidelijker men er een interpretatie en betekenis aan kan geven, hoe meer kans het heeft in het nieuws te komen (Galtung & Ruge, 1965, pp. 66-67).

Veel aspecten van de vluchtelingenproblematiek zijn langdurige, vaak jaren onveranderde verschijnselen waardoor ze niet snel voor het nieuws in aanmerking komen tenzij ze dramatisch proporties aannemen of een onverwacht breekpunt

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 11

Page 12: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

bereiken. Zo zijn vluchtoorzaken als honger, armoede en oorlog vaak al lang geen nieuws meer. Landen die al jaren te kampen hebben met zulke problemen zonder dat er verandering in de situatie plaatsvindt of dreigt plaats te vinden, komen dan ook niet meer om die problemen in het nieuws.

Ook is de vluchtelingenproblematiek eerder een complex dan een helder ver-haal. Het probleem heeft te maken met vele nationale en internationale oorzaken en ge-volgen waardoor het moeilijk, zo niet onmogelijk, is een eenduidige interpretatie aan het verhaal te geven. Het is dan ook te verwachten de dieperliggende oorzaken van het vluchtelingenprobleem, de zogenaamde root-causes, zelden in het nieuws betrokken worden. Hier gaat het namelijk om zeer complexe internationale machtsrelaties, ver-houdingen en ontwikkelingen die zich meestal niet lenen voor een ‘snelle interpretatie’.

De ‘nationale’ gebeurtenissen met betrekking tot vluchtelingen hebben dus ook door de factoren tijd en helderheid meer kans om het nieuws te halen. Nationale ge-beurtenissen spelen zich dichtbij af en komen snel onder de aandacht van journalisten. Zij hebben vervolgens makkelijker uiteenlopende bronnen voorhanden en kunnen ze de gebeurtenis snel en makkelijk interpreteren en visualiseren. Een gebeurtenis die dichtbij plaatsvindt is bovendien cultureel gezien ook makkelijker te interpreteren dan een ge-beurtenis die zich ver weg afspeelt. Wanneer er inderdaad buitenproportioneel veel aandacht is voor de ‘binnenlandse’ onderwerpen van de vluchtelingenproblematiek geeft dat natuurlijk een eenzijdig beeld. De bredere internationale context van een vluchteling wordt dan namelijk genegeerd of gemarginaliseerd.

2.2 NieuwsbronnenNaast de bestaande nieuwswaarden speelt ook de keuze van informatiebronnen door journalisten een grote rol in hoe en welk nieuws gepresenteerd wordt. Gans ziet nieuws als informatie dat overgebracht wordt van een bron naar het publiek waarbij de journa-list als intermediair de informatie samenvat, verfijnt, verandert en geschikt maakt voor het publiek (Gans, 1999, p. 237). Bronnen representeren sectoren van de samenleving en georganiseerde of ongeorganiseerde belangengroepen. Zij stellen zichzelf, hun ideeën en informatie beschikbaar voor de media, waarna de journalist bepaalt of het geschikt is. Gans vergelijkt de relatie tussen journalisten en hun informatiebronnen met een dans waarbij over het algemeen de bron leidt (Gans, 1999, p. 239).

De keuze van de informatiebron gebeurt meestal op basis van drie kenmerken namelijk autoriteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid (Van Ginneken, 1998, p. 88). Bron en journalist moeten elkaar eerst bereiken voordat informatieoverdracht mogelijk is. De toegang tot elkaar is onder andere afhankelijk macht van de bron. Zo hebben de economisch en politiek gezaghebbenden makkelijker toegang tot de media en gebrui-ken journalisten hen eerder als bron dan degenen met minder autoriteit (Gans, 1999, p. 238). Zij worden ook betrouwbaarder geacht dan andere bronnen. Journalisten veronderstellen dat mensen die een officiële, hoge en verantwoordelijke functie bekle-den minder snel tot liegen geneigd zijn omdat er meer op het spel staat. Ook lijken zij

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 12

Page 13: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

overtuigender omdat zij ‘officiële’ feiten en meningen verkondigen en hebben zij altijd makkelijk en snel journalistiek geschikte informatie beschikbaar (Gans, 1999, pp. 246-247). Toch is alleen autoriteit hebben niet voldoende. Een bron kan namelijk wel veel gezag hebben, het is ook erg belangrijk dat de bron geografisch en maatschappelijk dichtbij de journalist staat. Zo gebruiken journalisten eerder bronnen die waarmee ze dezelfde soort achtergrond en interesses delen (Gans, 1999, pp. 243-244).

Als we er vanuit gaan dat journalisten ook bij vluchtelingennieuws deze criteria hanteren voor bronnen, wat impliceert dat voor het nieuws dat het publiek ontvangt over de vluchtelingenproblematiek? In de eerste plaats hebben gezaghebbende bronnen, doordat zij de meeste kans krijgen om hun ideeën in het nieuws te profileren, de macht om het kader te bepalen waarbinnen het onderwerp behandeld wordt. Journalisten re-flecteren namelijk vooral de probleemdefinities en discoursen die autoriteiten hanteren. En wanneer in het nieuws over vluchtelingen vooral overheid, politie en justitie aan het woord zijn, raakt het gezichtspunt van vluchtelingen en hun vertegenwoordigers onder-vertegenwoordigd (Van Ginneken, 1998, p. 87; Brants, 1998, pp. 228-229). Bovendien worden de bronnen met weinig autoriteit of met een grote geografische en maatschap-pelijk afstand tot de journalist, meestal pas ingeschakeld als zij, of de mensen die zij vertegenwoordigen, maatschappelijk of moreel afwijkend gedrag vertonen (Gans, 1999, p. 238). Vluchtelingen en asielzoekers moeten dan dus in feite eerst in een negatief daglicht staan voordat ze de kans krijgen hun stem te laten horen.

Een andere bijkomstigheid is dat bronnen worden beoordeeld door westerse journalisten, vanuit een westerse situatie en voor een westers publiek. Daarom worden ook voornamelijk westerse bronnen gekozen. Zo wordt niet alleen het discours van au-toriteiten, maar het discours van westerse autoriteiten gerepresenteerd (Van Ginneken, 1998, pp. 89-90). Zoals uit de inleiding bleek, gaat het in de Europese politiek en het debat namelijk hoofdzakelijk om het beperken van immigratie door onder andere het aanscherpen van het asielbeleid. Voor het wegnemen van de werkelijke oorzaken van de vluchtelingenproblematiek is weinig aandacht. Het vluchtelingenprobleem wordt daardoor voornamelijk gezien vanuit die kant die zich dichtbij afspeelt; het gaat om vluchtelingen die zich in West-Europa bevinden, over het asielbeleid en aanverwante onderwerpen. Dus, omdat media voornamelijk westerse bronnen zullen aanwenden, is te verwachten dat de vluchtmotieven, grondoorzaken en vluchtelingen buiten West-Eu-ropa weinig of helemaal niet in het nieuws voorkomen en dat de internationale of per-soonlijke context van de vluchteling weinig gerepresenteerd wordt.

Bronnen kunnen op verschillende manieren geciteerd worden, soms met kritiek op hun informatie en soms zonder (Van Ginneken, 1998, pp. 103-105). Maar met of zonder kritiek, bepaalde woordkeus kan altijd onbedoelde misleiding tot gevolg heb-ben. Woorden waarmee we de werkelijkheid beschrijven geven kleur aan hetgeen wordt beschreven. Wat bijvoorbeeld voor de een terrorist is, kan voor de ander een vrijheidsstrijder zijn. Door het gebruik van dergelijke termen in de media kan dus (onbedoeld) een bepaald standpunt ingenomen worden (Hamelink, 2004, p. 44). Zo

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 13

Page 14: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

wordt bijvoorbeeld een Palestijnse aanslag vaak een daad van terrorisme genoemd en Israëlische aanslag een vergeldingsactie, waarbij de eerste natuurlijk een stuk geweld-dadiger en onrechtvaardig lijkt. Dergelijke terminologie wordt meestal nog versterkt door het gebruik van metaforen. Journalisten gebruiken metaforen om beeldende be-schrijvingen te geven, maar ze kunnen onbedoeld ook bevestigend of versterkend wer-ken (Brants, 1998, p. 226). Wat betreft het ‘politieke’ taalgebruik rond vluchtelingen en de reflectie daarvan in de media, is de verwachting dat termen als ‘economische vluch-telingen’, ‘politieke vluchtelingen’, ‘onechte vluchtelingen’ of ‘echte vluchtelingen’ en metaforen als een ‘golf’ vluchtelingen regelmatig gebruikt zullen worden in de bericht-geving.

Volgens Gans is het criterium van autoriteit overigens ook te overstijgen. Hij beweert dat bronnen met minder autoriteit ook kans maken het nieuws te halen wanneer ze snel geschikte informatie kunnen leveren (Gans, 1999, p. 242). Helaas is het voor handen hebben van juiste informatie over vluchtelingen nogal eens een probleem. Zo bleek uit debatten in Engeland tussen het Information Centre about Asylum and Refu-gees (ICAR) en PressWise7 dat inadequate informatie over vluchtelingen en asielonder-werpen een storende factor bleek te zijn in de berichtgeving. Er bleek een gebrek te zijn aan betrouwbare, transparante en gedetailleerde informatie en feiten over vluchtelingen en asielzoekers. Dit belemmerde vluchtelingenorganisaties om geschikte informatie te prepareren voor de media en maakte het tegelijkertijd voor media moeilijk om uit an-dere bronnen verkregen informatie te verifiëren en dus accuraat te rapporteren (Finney, 2003, p. 18).

2.3 Vluchtelingen in het nieuws: eerder onderzoekDe besproken nieuwsfactoren geven een indicatie van welke onderwerpen er te ver-wachten zijn in het nieuws over vluchtelingen. Asielzoekers in Nederland en de bin-nenlandse asielonderwerpen zullen bijvoorbeeld eerder in het middelpunt van de be-langstelling staan dan vluchtelingen en gebeurtenissen over de grens. Het is daarom waarschijnlijk dat de internationale en cultureel onbekende aspecten van de vluchtelin-genproblematiek onderbelicht blijven. Zij zullen op basis van de bovenstaande conclu-sies namelijk alleen in het nieuws komen als ze een kritieke grens bereiken of wanneer een Europese of Nederlandse betrokkenheid is. Media zullen ook voornamelijk het dis-cours van westerse autoriteiten reflecteren.

De resultaten van eerdere onderzoeken naar vluchtelingen en asielzoekers in het nieuws versterken de bovenstaande verwachtingen. Uit deze onderzoeken blijkt dat vluchtelingen en asielzoekers over het algemeen voornamelijk negatief geëvalueerd worden in de media en er voornamelijk thema’s besproken worden als illegaliteit, criminaliteit, onzuivere vluchtmotieven, en het profiteren van sociale voorzieningen. De achtergronden en de oorzaken wereldwijd van de vluchtelingenproblematiek, worden daarbij inderdaad vaak buiten beschouwing gelaten. 7 Organisatie ter promotie van media ethiek. Onder leiding van journalisten.

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 14

Page 15: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Randall onderzocht negentig artikelen uit de Engelse kranten The Daily Tele-graph, The Guardian en The Independent. Drie onderwerpen bleken veruit de populair-ste te zijn: het uitzetbeleid met betrekking tot ‘onechte’ vluchtelingen, criminaliteit of terrorisme van asielzoekers en de huisvesting van asielzoekers wachtend op een beslis-sing. De grondoorzaken van de vluchtelingenproblematiek kwamen totaal niet aan bod en werden dus gewoonweg genegeerd. Ook werd er, wanneer het om het aantal asiel-zoekers in Engeland ging, nooit een vergelijking gemaakt met het aantal vluchtelingen in niet-westerse landen. De feitelijke economische en demografische effecten van mi-gratie voor Engeland, zoals bekend uit onderzoek, werden daarbij nauwelijks besproken (Randall, 2003, pp. 3-4).

Uit een onderzoek van Mares naar vluchtelingen in de Australische media en een onderzoek van Spitz naar de representatie van vluchtelingen in De Telegraaf bleek dat vluchtelingen die zich ver weg ophouden gepresenteerd worden als hulpeloze slachtoffers die hulp nodig hebben terwijl wanneer ze asiel aanvragen in ‘het ontvan-gende land’ ze gepresenteerd werden als een bedreiging van de orde en veiligheid (Ma-res, 2003, p. 330; Spitz, 1991, p. 106). Op deze manier worden vluchtelingen dus niet meer gezien niet als mensen die een probleem hebben, maar mensen die een probleem zijn (Joly e.a., 1997, p. 35).

Ook uit een onderzoek van Van Dijk naar de berichtgeving over de immigratie van Tamils naar West-Europa in 1984 en 1985 bleek dat het perspectief in de bericht-geving voornamelijk gericht is op de gevolgen voor het ontvangende land. Uit het on-derzoek bleek dat de dagbladpers klakkeloos het standpunt van de regering en het gros van de bevolking overnam. De vluchtelingen werden door de dagbladpers neergezet als economische vluchtelingen die hier kwamen profiteren van de welvaart en voorzienin-gen. Thema’s als illegaliteit, twijfelachtige motieven voor asielaanvraag en criminaliteit spanden ook hier de kroon. De politieke situatie in Sri Lanka waarvoor de Tamils vluchtten of de economische of culturele toevoeging die de Tamils aan Nederland zou-den kunnen toevoegen werden buiten beschouwing gelaten. “The main perspective is the assumed damage to Dutch society, not the interest of the refugees” (Van Dijk, 1988, p. 232). De eenzijdige berichtgeving zorgde voor vooroordelen en het ontstaan van morele paniek. Er werd gesproken over een ‘invasie’ van Tamils die een bedreiging vormde voor de status-quo. De heersende paniek in de politiek werd overgenomen en versterkt door de media en projecteerde zich zo vervolgens op het publiek. Nadat de eerste politieke paniek voorbij was en zij het beleid aan ging passen ten gunste van de Tamils, was de media al lang weer stil over het onderwerp en bleef het publiek met ne-gatieve beelden en vooroordelen ten opzicht van de Tamils achter (Van Dijk, 1988, p. 254).

Van Dijk constateerde dus dat de eenzijdige berichtgeving zorgde voor een pa-niekreactie, negatieve beelden en vooroordelen bij het publiek. Ook andere onderzoe-kers concludeerden dat negatieve berichtgeving zorgt voor een negatieve houding bij het publiek en het de angst ten opzichte van asielzoekers en vluchtelingen doet groeien.

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 15

Page 16: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Door sympathieke berichtgeving anderzijds, voornamelijk wanneer het een bepaalde groep betreft, begrijpt het publiek de situatie van vluchtelingen beter wat positieve steun opwekt en vrijwillige hulp aanmoedigt (Joly e.a., 1997, p. 19; Mares, 2003, p. 345).

Sympathieke beelden van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek ver-oorzaken dus meer begrip en eventueel meer hulp. Maar ook sympathie kan een eenzij-dig beeld geven wanneer de media vluchtelingen slechts weerspiegelen als wanhopige en passieve slachtoffers die ernstig hulpbehoevend zijn en dankbaar voor elk beetje hulp. Deze vorm van aandacht heeft het gevaar dat het publiek, na een korte periode van meeleven, ‘compassie-moe’ wordt en vervolgens het probleem steeds minder aan-dacht geeft. Daarbij zorgt deze weergave van vluchtelingen voor een stereotype dat niet overeenkomt met de werkelijkheid dat vluchtelingen behalve slachtoffers van een be-paalde situatie voornamelijk ook ‘survivors’ zijn van de situatie en de vele ontberingen die ze meestal doorstaan hebben tijdens vluchten (Mares, 2003, pp. 346-347).

Omdat dergelijke onderzoeken de verwachtingen bevestigen rijst de vraag waarom een extra onderzoek nodig is. De redenen zijn eenvoudig. In de eerste plaats zijn de onderzoeken naar vluchtelingen in de Nederlandse media nogal beperkt in aan-tal en, in de tweede plaats, zijn ze weinig actueel. Onderzoek naar vluchtelingen in de Nederlandse media stamt voornamelijk uit de jaren tachtig. In de jaren daarna zijn er vele ontwikkelingen geweest in de vluchtelingenproblematiek die wellicht invloed hebben gehad op de berichtgeving over vluchtelingen. Bovendien blijken ook de media een ontwikkeling te hebben doorgemaakt.

De politieke correctheid lijkt namelijk niet alleen in de politiek, maar ook in de media voorbij te zijn. Dit ondervond Leurdijk (1999) in een onderzoek naar de ver-meende taken van programmamakers zelf wanneer het gaat over de multiculturele sa-menleving. Zij onderscheidde vier repertoires waarbij het repertoire confronteren de meeste waardering kreeg. Hierbij is de veronderstelling dat etnische minderheden te veel zijn vertroeteld en alle heilige huisjes moeten worden afgebroken. De confrontatie is een reactie op het taboe op openlijke berichtgeving over problemen in de multicultu-rele samenleving. De journalist hoeft niet langer rekening te houden met gevoeligheden en taboes, maar moet zeggen waar het op staat (Leurdijk, 1999. pp. 172-178). Doordat de media dit confrontatierepertoire steeds meer aanhangen en bovendien meestal domi-nante politieke discoursen reflecteren, is te verwachten dat de media de laatste tien jaar ook meer restrictief of eenzijdig over vluchtelingen en het vluchtelingenprobleem zijn gaan bericht geven. Het hiernavolgende onderzoek geeft verder inzicht in de berichtge-ving sinds begin jaren negentig tot het begin van de nieuwe eeuw, en is daarom een goede aanvulling op de eerdere onderzoeken.

Tot slot is een actueel onderzoek belangrijk omdat eerdere onderzoeken al heb-ben laten zien dat de media de percepties en houding van het publiek ten opzichte van asielzoekers en vluchtelingen sterk beïnvloeden. Bovendien hebben de media, volgens Mares, invloed op het beleid: “The media can influence public policy on refugee issues,

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 16

Page 17: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

encouraging a humanitairian response to people in need” (2003, p. 345). Dit laatste geldt voornamelijk wanneer het beleid van de overheid onzeker is, maar media moedi-gen met het beschrijven van vluchtelingen in termen van ‘goed’ en ‘slecht’, ‘schuldig’ en onschuldig’ het begrip van de complexe situatie van vluchtelingen of de ontwikke-ling van een genuanceerder beleid sowieso niet aan (Mares, 2003, p. 347). Een recent onderzoek naar het media-beeld van vluchtelingen geeft meer inzicht in de actuele hou-ding van het publiek ten opzichte van vluchtelingen, en de houding van de media ten opzichte van het politieke beleid.

Theoretisch kader – De selectie van het nieuws 17

Page 18: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 3: De vluchtelingenproblematiek in het kort

3.1 De definitie van een vluchtelingNaar aanleiding van de slechte vluchtelingenopvang in en na de Tweede Wereldoorlog werd in 1951 door de Verenigde Naties het Verdrag van Genève opgesteld waarin voor het eerst een definitie van vluchteling werd vastgelegd. Het verdrag was in eerste in-stantie bedoeld om de asielmigratie naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog be-heersbaar te maken en had alleen betrekking op vluchtelingen die gevlucht waren voor 1951 of vanwege gebeurtenissen van voor 1951. Bovendien moesten de gebeurtenissen binnen Europa hebben plaatsgevonden. Maar na de oorlog kwamen er ook andere vluchtelingen, voornamelijk uit communistische landen, en bleek de definitie hen onvoldoende bescherming te bieden. In 1967 werd het verdrag daarom aangepast en werden de voorwaarden tijd en plaats geschrapt (Joly, Kelly & Nettleton, 1997, pp. 6-7). Sindsdien speelt het vluchtelingenverdrag van de VN de hoofdrol in de regelgeving rond vluchtelingen naast andere verdragen zoals de ‘Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens’. De definitie van vluchteling volgens het Verdrag van Genève uit 1967 luidt:

Een vluchteling is iemand die uit gegronde vrees voor vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn po-litieke overtuiging, zich buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit be-zit, en die de bescherming van dat land niet kan, of uit hoofde van bovenbe-doelde vrees, niet wil inroepen (Artikel 1).

Een belangrijk element van het Verdrag van Genève is het beginsel van non-refoul-ment. Dit houdt in dat landen een vluchteling niet mogen weigeren en terugsturen naar een land waar hij of zij vervolgd of gemarteld dreigt te worden. In de Universele Ver-klaring voor de Rechten van de Mens staat: “Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging” (Artikel 14). Het recht op asiel-aanvraag betekent echter niet per definitie dat iemand automatisch mag blijven. Elk land ontwerpt op basis van de internationale verdragen een eigen vreemdelingenbeleid en mag per asielaanvraag zelf bekijken of een vluchtelingenstatus toegekend wordt (Joly e.a., 1997. p. 8).

De termen vluchteling en asielzoeker worden veel door elkaar gebruikt, maar zijn juridisch gezien zeer verschillend. Een asielzoeker is iemand die een beroep doet op de asielprocedure van een land, wat inhoudt dat hij of zij als vluchteling wil worden toegelaten. Tijdens de asielprocedure worden de redenen voor asielaanvraag onderzocht en getoetst aan de Vreemdelingenwet. Pas dan wanneer de asielaanvraag binnen de wet valt, en de asielzoeker erkend wordt als vluchteling, spreken we van vluchteling (Vluchtelingenwerk Nederland, 2004, p. 10).

Er worden verschillende vormen van een vluchtelingenstatus gehanteerd. Asiel-zoekers die niet erkend worden als vluchteling volgens de definitie van het Verdrag van

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 18

Page 19: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Genève, kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op een vluchtelingenstatus op basis van humanitaire redenen of een de facto status. Zij zijn weliswaar geen verdragsvluchteling maar kunnen wegens verschillende humanitaire redenen niet worden teruggestuurd naar hun eigen land. Sinds de oorlog in voormalig Joegoslavië is er ook de vluchtelingen-status bijgekomen op basis van tijdelijke bescherming. Dit houdt in dat de vluchteling mag blijven op basis van een visum maar weer terug moet naar het eigen land wanneer de situatie dat toelaat (Joly e.a., 1997, p. 9).

Verder wordt er veel gesproken over ‘politieke vluchtelingen’, waarbij de vlucht als gedwongen noodzaak wordt gezien, en ‘economische vluchtelingen’, waarbij de vlucht als vrijwillige keuze wordt bestempeld. De scheiding tussen vrijwillig en on-vrijwillig is echter niet zo simpel. Zo zijn landen waar politieke chaos heerst of een ge-wapend conflict plaatsvindt meestal ook landen met weinig of negatieve economische groei, hoge inflatie, verslechterde sociale welvaart en een hoge werkloosheid. Bewo-ners van die landen worden vaak gedwongen hun woonplaats ergens anders te zoeken en hun fysieke en economische veiligheid te waarborgen. In zulke gevallen van zoge-naamde gedwongen ‘gemixte migratie’ is er meestal geen duidelijke politieke individu-ele vervolging aan te duiden omdat mensen meer vluchten voor een collectieve levens-bedreiging of voor een algemeen gevaar voor geweld (Muus, 1995, p. 61). Maar door het ontbreken van het gevaar op ‘individuele vervolging’ vallen deze vluchtelingen niet onder het Verdrag van Genève, wat de ondertekenaars meer ruimte geeft deze vluchte-lingen te weren. De United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) bena-drukt echter dat mensen, of het om economische of politieke redenen is, alleen vluchten als uiterste redmiddel:

As a rule, people do not abandon their homes and flee from their own country or community unless they are confronted with serious threats to their life lib-erty. Flight is the ultimate survival strategy, the one employed when all other coping mechanisms have been exhausted (UNHCR, 1997, p. 11).

3.2 Vluchtelingen wereldwijdHet aantal vluchtelingen is de laatste twee decennia schrikbarend gegroeid. Halverwege de jaren tachtig ging het volgens UNHCR om ongeveer 10 miljoen vluchtelingen, in 1992 waren dat er al bijna 18 miljoen, inmiddels is dat getal gegroeid tot meer dan 20 miljoen.8 Deze cijfers bevatten niet alle mensen die gevlucht zijn. Ze bevatten maar een klein deel van het aantal mensen dat niet zijn landgrenzen overschrijdt maar vlucht bin-nen het eigen land, de zogenaamde ‘internally displaced persons’. Deze laatste groep bestaat in totaal naar schatting uit 20-25 miljoen mensen (UNHCR, 2003, pp. 3-4). Het aantal vluchtelingen dat zijn landsgrenzen overschrijdt, wordt in verhouding steeds

8 Deze cijfers bestaan uit verschillende soorten vluchtelingen, bijvoorbeeld de cijfers van begin 2003 bestaan uit 10,4 miljoen (51%) vluchtelingen, 1 miljoen (5%) asielzoekers, 2,4 (12%) teruggekeerde vluchtelingen, 5,8 miljoen (28%) internally displaced persons en 951.000 (4%) overige (UNHCR, 2003, p. 14).

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 19

Page 20: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

kleiner terwijl het aantal mensen dat binnen hun eigen land vlucht steeds groter wordt (UNHCR, 1997, p. 30).

In Europa zorgden eind vorige eeuw vooral de conflicten in de Balkan voor een groot aantal vluchtelingen. Van 1990 tot 1995 kwam bijna een kwart van de asielaan-vragen in Europa van mensen uit voormalig Joegoslavië. Eind jaren negentig steeg het aantal asielaanvragen wederom sterk door de Kosovo-crisis. Tegelijkertijd nam het aantal vluchtelingen uit Irak (1999) en Afghanistan (2000) toe, een trend die zich in de nieuwe eeuw heeft doorgezet (zie Tabel 11 van bijlage 1). Ondanks deze toename is het aantal asielzoekers in Europa de laatste jaren weer gedaald (ECRE, pp. 1-2).

Er is wel een toenemend aantal economische migranten dat asiel aanvraagt in Europa in de hoop erkend te worden als vluchtelingen en een verblijfsvergunning te krijgen. Deze toename komt enerzijds door de materiële onzekerheid in grote delen van de wereld, door nieuwe vormen van gemixte migratie, door de mondialisering van communicatienetwerken en de ontwikkeling van betere transportmiddelen. Anderzijds komt het doordat geïndustrialiseerde staten veel officiële migratiekanalen hebben gesloten en asielaanvraag voor veel mensen de enige overgebleven kans is om eventu-eel toegelaten te worden (UNHCR, 1997, p. 34).

De toename van zogenaamde ‘economische vluchtelingen’ heeft ertoe geleid dat politici en media vaak suggereren dat Europa overspoeld wordt met (‘onechte’) asielzoekers (Monahan, 1995, p. x). Dit is echter een mythe. In de eerste plaats van-wege de onduidelijke scheidslijn tussen een economische vluchteling en een politieke vluchteling, zoals eerder uiteengezet. In de tweede plaats vraagt slechts een klein deel van het totaal aantal asielzoekers wereldwijd asiel aan in het westen. Het aantal mensen van de grote vluchtelingenpopulatie wereldwijd dat veiligheid in een ander continent heeft gezocht is te verwaarlozen ten opzichte van het aantal dat in het eigen continent blijft. Daarbij wordt het grootste deel van de vluchtelingen opgevangen in de eigen re-gio, dus door buurlanden en meestal tevens ontwikkelingslanden, en zijn er ook enkele landen die én veel vluchtelingen ‘produceren’ én veel vluchtelingen opvangen (Westin, 1999, pp. 24-25). Het is dan ook niet verwonderlijk dat een groeiend aantal vluchtelingen de nieuwe situatie waarin zij zitten, minstens zo gevaarlijk of onzeker vinden als de situatie die ze ontvlucht zijn (UNHCR, 1997, p. 33).

Ook het aantal asielaanvragen in Nederland daalde de laatste jaren (zie Figuur 1). Nederland is echter nog altijd een van de West-Europese landen met de meeste asielaanvragen. Herkomstlanden als Afghanistan, Irak, Iran, Turkije en Somalië zijn al jaren in de top tien herkomstlanden terug te vinden maar ook uit Bosnië, Sierra Leone en Sudan zijn de afgelopen twaalf jaar veel asielaanvragen geweest. Sinds eind vorige eeuw komen steeds meer asielzoekers uit Afrikaanse landen als Liberia, Angola, Nige-ria en Burundi.9

9 Bron: Historie_asiel_instroom_asiel.pdf gedownload van www.immigratiedienst.nl op 6 mei 2004, (bestand staat sinds vernieuwing van de site niet meer online); Vluchtelingen in getallen 2001, 2002-2003, 2004 te downloaden van http://www.vluchtelingenwerk.nl

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 20

Page 21: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Figuur 1 Aantal asielaanvragen in Nederland 1992-2003.

1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003Jaar

10000

20000

30000

40000

50000

Max

Asi

elaa

nvra

gen

20346

35399

52576

29233

22866

34443

45217

39299

43895

32579

18667

13402

Noot. Het jaar 1999 is exclusief de 4.062 uitgenodigde Kosovaren.Bron: Vluchtelingen in getallen 2004, p. 10. Gedownload op 24 november van http://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/sections/01074000.html

3.3 Vluchtmotieven en oorzakenZoals al duidelijk is geworden, zijn er verschillende redenen waarom mensen vertrek-ken uit hun eigen land. Maar er zijn ook redenen waarom mensen soms in één bepaald land proberen aan te komen. Deze redenen worden onderscheiden in zogenaamde push-factoren en pull-factoren.

De push-factoren zijn de migratiemotieven die gelegen zijn in het land van her-komst (Doomerik, Penninx & Van Amersfoort, 1996, p. 12). Redenen kunnen (een combinatie van) problemen zijn zoals oorlog, angst voor vervolging, marteling, honger, extreme armoede, ziekte, en wellicht natuurrampen. De pull-factoren zijn de positieve kenmerken van een gastland die migratie aantrekken. Dit kunnen zijn welvaart, betere kans op een baan en een hoger inkomen, betere gezondheidszorg, beter onderwijs maar ook politieke stabiliteit, vrijheid, bescherming van mensenrechten of de aanwezigheid van tolerantie, kennissen of familie in een land.10

Ook een soepel asielbeleid en het aanbod van goede opvangfaciliteiten wordt, hoewel wetenschappelijk onbewezen, door veel westerse landen gezien als een pull-factor (Doomerik e.a., 1996, p. 32). Op basis van deze aanname zullen landen waar asielzoekers een grotere kans hebben op een verblijfsvergunning en veel voorzieningen dus meer mensen trekken dan landen met een restrictiever beleid (Vink en Meijerink, 2003, pp. 299-300). Daarom ontwikkelen landen in Europa, sinds het de migratiestro-10 Push- en pull-factoren zijn samengesteld uit verschillende bronnen: UNHCR, 1995, pp. 191, 198, 207; UNHCR, 1997, pp. 11-18; Bijleveld en Tasselaar, 2000.

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 21

Page 22: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

men probeert te beperken, een steeds restrictiever beleid om mensen af te schrikken. Uit angst voor de asielzoekers van de buurlanden lijkt het soms wel een wedstrijd om wie het strengste asielbeleid heeft, het ene land volgt daarbij de ander met nieuwe en strengere maatregelen.

Maar volgens deskundigen maken asielzoekers die op eigen houtje komen van tevoren geen goed gefundeerde of goed geïnformeerde keuze voor een bestemmings-land (Bijleveld & Tasselaar, 2000, pp. 17-19). Er zijn wellicht wensen voor een bepaald land, maar dit is eerder bijzaak dan hoofdzaak omdat de push-factoren nog altijd een grotere rol spelen dan de pull-factoren. Dit in tegenstelling tot mensensmokkelaars die van verschillende landen de asielprocedure en slagingskans kennen en wel duidelijk voor een land lijken te kiezen. Hoeveel mensen hulp krijgen van mensensmokkelaars is onduidelijk, al is wel bekend dat dit aantal steeds groter wordt omdat, door onder an-dere de aanscherping van het toelatingsbeleid, asielzoekers steeds moeilijker zelf de landsgrenzen kunnen bereiken. Mede door de opkomst van mensensmokkelaars is dan ook de verwachting, bijvoorbeeld door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in 1992, dat een strenger Europees beleid de migratiestromen naar het westen niet zal tegenhouden. De kern van het probleem ligt immers niet in het vluchtelingen-beleid of de aantrekkelijke welvaart in het westen, maar in de groeiende migratiedruk door armoede, bevolkingsgroei, gewelddadige conflicten en andere push-factoren (Vi-dal, Raspoet & Van Gijsbergen, 1999, p. 122).

Naast eenduidige push- en pull-factoren, zijn er natuurlijk ook dieperliggende oorzaken van het vluchtelingenprobleem, de zogenaamde root-causes. De UNHCR wijst er op dat migratiestromen “cannot be plotted or predicted simply in enumerating the pressures which ‘push’ people out of one country and ‘pull’ them to another. Dis-parities in wealth, opportunity and security obviously form the basis of any decision to migrate” (UNHCR, 1995, p. 191). Het United Nations Development Report (UNDP) van 1999 meldt dat de ongelijkheid in inkomens tussen 20 procent van de rijkste en 20 procent van armste mensen op de wereld de laatste dertig jaar meer dan verdubbeld is. Verdiende de rijkste 20 procent in 1960 nog 30 keer zoveel als de armste, in 1997 ver-diende de rijkste al 74 keer meer. Als deze ongelijke groei doorgaat zullen meer dan 80 landen een lager inkomen per hoofd van de bevolking hebben, dan ze tien jaar geleden hadden (UNDP, 1999, pp. 2-3). Het proces van deze economische polarisatie heeft na-tuurlijk gevolgen voor de migratie van mensen die vanwege armoede, werkloosheid of de uitzichtloosheid op een betere toekomst op zoek gaan naar betere levensomstandig-heden.

Maar het is niet armoede en economische polarisatie alleen die gedwongen mi-gratie als gevolg heeft. De voornaamste oorzaak van vluchtelingenmigratie is de sociale en politieke instabiliteit binnen landen met vaak een eenzijdig politieke bezetting en weinig aandacht voor de naleving van mensenrechten. Het gaat dan vaak om een com-binatie van oorzaken die vooral sinds de dekolonisatie parten spelen, zoals de formatie van nieuwe staten, klasse en etnische conflicten die vaak hebben geleid tot burgeroor-

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 22

Page 23: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

logen, revoluties en dictaturen, ongelijke ontwikkeling en economisch verval (Joly e.a., 1997, p. 8; UNHCR, 1997, p. 29). Bij dit alles en door dit alles, is tevens de verslech-tering van het milieu een root-cause.

Het beleid ten aanzien van de grondoorzaken van de vluchtelingenproblematiek, laat nogal wat te wensen over. Regeringen van ontvangende westerse landen besteden miljarden euro aan grenscontroles en beleidsontwikkeling terwijl ze drastisch bezuini-gen op het budget voor economische ontwikkeling en de promotie van mensenrechten in de herkomstlanden (Monahan, 1995, p. xii; Westin, 1999). Naast dat het westen mi-gratie wil beperken door aanscherpingen van het toelatingsbeleid, zouden ze meer aan-dacht moeten hebben voor de bestrijding van de werkelijke oorzaken van migratie.

3.4 Ontwikkelingen in het asielbeleidSinds Europa haar binnenlandsgrenzen voor elkaar geopend heeft op basis van het Schengen-akkoord van 1996, is het vreemdelingenbeleid sterk aangescherpt “ter be-scherming van de veiligheid en tot verhindering van de illegale immigratie” (Schans & Van Buuren, 1999, p. 16).11 De verschillende landen hadden allemaal een eigen vreemdelingenbeleid, maar nu zouden vreemdelingen die binnenkwamen in een land ook zonder controle kunnen doorreizen naar andere landen waardoor de landen be-leidsmatig meer rekening met elkaar moesten gaan houden. Het uiteindelijke streefdoel is de harmonisatie van het asielbeleid tot één gezamenlijk Europees beleid. De hoofd-argumenten voor harmonisatie zijn het onderscheid maken tussen ‘echte’ en ‘onechte’ vluchtelingen en een betere verdeling van vluchtelingenopvang tussen verschillende lidstaten, het zogenaamde ‘burden-sharing’, zodat niet één land verhoudingsgewijs veel meer vluchtelingen hoeft op te vangen.

De harmonisatie heeft echter nogal wat om handen en duurt inmiddels al jaren. Ondertussen voert elk land nog zijn eigen vreemdelingenbeleid. Zoals al eerder duide-lijk werd, is tussen de landen sinds die tijd een soort ‘concurrentiestrijd’ ontstaan om het minst aantrekkelijke asielland te worden. De landen letten scherp op het beleid van elkaar en elke verandering (en vaak verscherping) van het beleid in het ene land, leidt tot een nog striktere beleidsvoering in het andere land (Schans & Van Buuren, 1999, p. 20).

Dit heeft geleid tot vele nieuwe maatregelen en vergaande grenscontroles. Een van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat asielaanvraag kan doen. Wordt hij in dat land geweigerd, dan kan hij het niet ook in een andere lidstaat proberen (Schans & Van Buuren, 1999, p. 17). Deze maatregel hangt samen met het concept van veilige derde landen. Asielzoekers die tijdens hun reis door een veilig derde land zijn geko-men, mogen niet meer asiel aanvragen want dat had hij namelijk al in dat derde land

11 Het uiteindelijke akkoord van Schengen werd pas sinds 1995 van kracht, maar de eerste versie werd al getekend in 1985 door de toenmalige Schengen-landen België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland.

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 23

Page 24: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

kunnen doen. Verder kunnen asielzoekers die uit een zogenaamd ‘veilig land’ komen, na een korte procedure worden teruggestuurd. Een ander voorbeeld van aangescherpte grenscontrole is de pre-boarding check. Hierbij worden mensen op buitenlandse vliegvelden gecontroleerd op de juiste documenten. Wanneer men deze niet heeft, mag men niet mee, vluchteling of niet (Schans en Van Buuren, 1999, p. 11).

De nieuwe of geïntensiveerde maatregelen stuiten regelmatig op kritiek. Zo is de kritiek op het concept van ‘veilige landen’ dat het geen rekening houdt met de in-dividuele situatie van de asielzoeker. Hij of zij wordt namelijk beoordeeld op het land van herkomst en of deze veilig is, en niet op of de persoon zelf veilig is. Dit is eigenlijk in strijd met het Verdrag van Genève dat voorschrijft dat mensen individueel en inhou-delijk moeten worden beoordeeld (Schans & Van Buuren, 1999, p. 71). Een andere maatregel die veel kritiek heeft ontvangen is de ontwikkeling van de al eerder ge-noemde vluchtelingenstatus op basis van ‘tijdelijke bescherming’. Naar aanleiding van de grote vluchtelingenstroom uit voormalig Joegoslavië en Kosovo naar andere Euro-pese landen, stelde de Europese Unie een nieuwe resolutie op waarin deze tijdelijke status werd vastgesteld. De kritiek is dat de status weinig rechten en veel onzekerheid biedt. Zo kunnen deze vluchtelingen geen aanspraak maken op integratieprogramma’s, hebben geen recht op werk, geen recht op training en educatie en geen recht op hereni-ging met familie. Bovendien is het nooit precies voorspellen hoe lang het duurt voor de situatie in het land van herkomst weer stabiel is. Het kan jaren duren voor terugkeer mogelijk is, en in die jaren kan de vluchteling door gebrek aan rechten en mogelijkhe-den niets nieuws opbouwen.

Uit dergelijke nieuwe maatregelen blijkt dat Europa het Verdrag van Genève niet altijd erg nauw neemt. Het vermoeden bestaat zelfs dat Europa eigenlijk afwil van de definitie van vluchteling uit het verdrag en deze daarom zo krap mogelijk probeert te interpreteren zodat er minder mensen aanspraak op kunnen maken (Joly e.a., 1997, p. 29). In 1995 werd in enkele Europese lidstaten de resolutie aangenomen waarin een nieuwe definitie van een vluchteling staat en ‘slachtoffers van niet-statelijk geweld’ niet langer meer als vluchteling erkend werden. De meeste moderne vluchtelingen zijn echter slachtoffer van burgeroorlogen en dus niet direct statelijk geweld. De resolutie is niet heel ver gekomen maar de intentie laat wel zien dat geprobeerd wordt de definitie te beperken (Schans & Van Buuren, 1999, pp. 71-72).

Ook Nederland doet mee aan het aanscherpen van het asielbeleid als gevolg van de Europese harmonisering. Zoals in de inleiding al duidelijk werd, zullen de komende jaren 26.000 asielzoekers worden uitgezet. Ook deze nieuwe beleidsvorming heeft de nodige kritiek te verduren. Ten eerste omdat tussen de asielzoekers die uitgezet zullen worden mensen zijn die al ver ingeburgerd zijn en waarvan hun kinderen bijvoorbeeld hun thuisland niet meer herinneren, de taal niet goed kennen, en soms zelfs in Neder-land geboren zijn. Ten tweede omdat de overheid de veiligheid van herkomstlanden en zogenaamde ‘veilige derde landen’ beoordeelt op basis van minimale veiligheidscriteria en eenzijdige landenrapporten. Zo worden landen veilig bevonden in overheidsrappor-

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 24

Page 25: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

ten terwijl ze onveilig bevonden worden in andere rapporten van bijvoorbeeld mensen-rechtenorganisaties. De laatsten spelen echter steeds minder rol van betekenis bij het uiteindelijke besluit tot uitzetting (Bronkhorst, 2004, p. 25).

Omdat het beleid zeer complex en onduidelijk is geworden door alle aanpassin-gen, zien politici vaak zelf door de bomen het bos niet meer. Niet voor niets spreken we nu over asielzoekers die al meer dan vijf jaar op een eerste uitspraak van de rechter wachten over hun status, niet voor niets wordt de portefeuille Vreemdelingenzaken de ‘hoofdpijnportefeuille’ genoemd (Corduwener, 2001, p. 23). Over het Europees asiel-beleid zeggen Van der Schans en Van Buuren dat het ontwikkeld wordt in de zoge-naamde achterkamertjes waarbij het nauwelijks parlementaire of juridische controle ondervindt, dat zowel het Europese als nationale parlementen er weinig over te zeggen krijgen, en journalisten weinig toegang tot informatie krijgen (1999, p. 11).

3.5 Vluchtelingen in het publieke debatVolgens Eduard Nazarski, algemeen directeur van Vluchtelingenwerk Nederland, is het beeld van de vluchteling in het debat veranderd. Hij zegt in een interview: “Toen ik be-gon met dit werk in 1991 was Nederland gids. Goed beleid tegenover kommer en kwel elders in Europa. In de jaren daarna gebeurde er veel. Het woord vluchteling ver-dween.” Hij zegt dat de samenleving harder is geworden de laatste jaren. Met betrek-king tot vluchtelingen betekent dit dat, anders dan vijf jaar geleden, het nu politiek correct is geworden om “zo streng mogelijk over te komen” (Korevaar, 2004).

De strengheid die Nazarski noemt, uit zich onder andere in het ‘krap’ houden van de definitie van het vluchtelingen- en asielprobleem door Europese landen om zo immigratie te beperken. Dit heeft er volgens politiek filosoof Nauta toe geleid dat zich een nieuw vertoog rondom vreemdelingen heeft ontwikkeld (Suurmond, 1998, p. 98). Het nieuwe vertoog:

… geeft de mate aan van erkenning of niet-erkenning. (…) Het betreft hier een vertoog waarin vreemdelingen beschreven worden in relatie tot de nationale staat, in termen van wat hen aan civiele status ontbreekt. (…) Het voor de vreemdeling-nieuwe-stijl karakteristiek vertoog is niet cultureel, maar juridisch. Hier geen kleren, goden en mensen, maar procedures, processen en status. (…) In plaats van herkenning draait het om erkenning (Nauta, 1994, p. 8).

Een dergelijk nieuw vertoog draagt niet bij aan een goede beeldvorming van de bredere context rond vluchtelingen en het vluchtelingenprobleem. Het draait immers niet langer om de herkenning van de situatie waar de vluchteling zich als mens in bevindt, het gaat om de erkenning van de vluchteling in termen van welke rechten hij toegekend krijgt. Ook Suurmond ontdekt bij haar onderzoek naar gebruikte discoursen in het vluchtelin-gendebat dat het zogenaamde ‘restrictieve rechtendiscours’ dominant is. Dit discours houdt in dat het vluchtelingenprobleem besproken wordt in juridische termen, in termen van ‘respect voor regels’. Daarbij staat de bescherming van de verzorgingsstaat

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 25

Page 26: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

in het debat voorop, en niet de bescherming van de vluchteling. Het discours brengt de morele discoursen in het geding waarbij de rechtvaardigheid van het beleid of de individuele verhalen van vluchtelingen centraal staan. Door deze eenzijdigheid wordt volgens Suurmond “een complex probleem vertaald tot een simpel probleem van voorbijgaande aard” (1998, p. 121).

Een gekozen discours kan beperkend werken en is moeilijk te veranderen. Een onderzoek van Hall naar het debat over zwarte immigranten in Engeland eind jaren ze-ventig laat dat zien. Volgens Hall werd destijds de onrust tussen allochtonen en au-tochtonen door zowel politici als journalisten toegeschreven aan het toenemende aantal nieuwe immigranten. De politici pleitten vervolgens om immigratiebeperkende maatre-gelen. Het bleek dat de (politieke) tegenstanders van deze maatregelen niet om de ge-kozen richting van het debat heen konden. Ook zij werden gedwongen om in ‘de reto-riek van aantallen’ te spreken en waren niet in staat de termen van het debat te verande-ren (Hall e.a., 1982; Leurdijk, 1999, p. 23; Brants, 1998, p. 227).

Naast de ‘retoriek van aantallen’ is er ook ander taalgebruik op te merken dat de richting van het debat aangeeft. Zo heeft men het vaak over een ‘stroom’ vluchtelingen. Al betekent ‘stroom’ volgens het woordenboek de Dikke van Dale inderdaad “een zeer grote menigte die zich verplaatst, ergens binnenkomt of ontvangen wordt”, het roept andere associaties op wanneer het versterkt wordt met ‘watertaal’ (Muus, 1995, p. 121). Watertaal is het gebruik van woorden als ‘stromen’ en ‘golf’ en de daarbij horende overstromingstermen als ‘indammen’ of, wanneer dat niet lukt, ‘het dweilen met de kraan open’. Volgens Muus zijn het woorden die veel gebruikt worden wanneer er bij de ontvangende landen angst en onzekerheid heersen over wat gaat komen als onver-wacht veel mensen vluchten voor een nieuw conflict (1995, p. 122). De watermetaforen roepen het beeld op van een massale groep mensen dat zich op onvoorspelbare wijze beweegt en waartegen barrières moeten worden opgeworpen. Dat is dan ook het pro-bleem van watertaal, het vervangt een nauwkeurige beschrijving van migratie, ver-bloemt hetgeen wat feitelijk plaatsvindt en beperkt de oplossingen van migratieproble-men tot het opwerpen van dijken, dammen en barrières.

Daarnaast kan het gebruik van termen als, ‘onechte’ of ‘nep’-vluchtelingen tot misverstanden leiden. Deze termen worden regelmatig door overheidsvertegenwoordi-gers gebruikt, vaak met de toevoeging dat deze ‘onechte’ vluchtelingen de asielproce-dures ‘misbruiken’. Maar het feit dat een asielaanvraag niet gehonoreerd wordt omdat de motieven voor aanvraag niet stroken met de wetgeving, maakt niet dat iemand on-eerlijk is. In veel gevallen gaat het wel om iemand die gevlucht is voor onhoudbare le-vensomstandigheden door bijvoorbeeld armoede, hongersnood en onveiligheid. Dat men met deze redenen doorgaans niet voldoet aan de criteria voor een verdragsvluchte-ling, maakt het motief natuurlijk niet onecht of nep (Dummett, 2002, pp. 47-48).

Parallel hieraan staan de veelgebruikte termen als ‘economische vluchteling’ of het afdoen van asielzoekers als ‘economische migranten’. De UNHCR beweert: “A movement that was once perceived by the receiving countries as a refugee flow is rede-

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 26

Page 27: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

fined as a movement of economic migrants” (1995, p. 198). Hiermee vervaagt het on-derscheid tussen een vluchteling en een immigrant, en doet de motieven van een asiel-zoeker wederom overkomen als ongepast en onbeduidend (Dummett, 2002, p. 54). Verder beweert onderzoeker Kaye dat ook de term ‘asielzoeker’ is gedegradeerd. Zo wordt de term asielzoekers steeds meer bejegend alsof het om mensen gaat die iets vragen waar ze geen recht op hebben, terwijl vluchtelingen wèl recht hebben op be-scherming (2001, p. 68).

Wellicht is door deze terminologie ook bij het publiek het beeld van vluchtelin-gen veranderd. Zag men vroeger de vluchteling nog als strijder voor democratie en mensenrechten, op de vlucht voor een streng, misdadig regime uit angst voor marteling of vervolging, inmiddels is dit beeld vervangen door het beeld van de vluchteling op zoek naar welvaart en geluk in de westerse wereld. Volgens de UNHCR zien veel men-sen in het westen het verschil niet meer tussen een vluchteling en een economische mi-grant. Ze zien deze twee groepen gewoon beide als ‘vreemd’. Mensen zijn bang dat Eu-ropa ‘overspoelt’ met ‘onechte’ en illegale asielzoekers die misbruik maken van het asielbeleid, met buitenlanders die alleen komen om te genieten van de welvaart, daarbij alle banen inpikken en de cultuur bedreigen (UNHCR, 1995, p. 188). Deze mythe draagt bij aan intolerantie en xenofobie jegens asielzoekers en andere etnische minder-heden.

Theoretisch kader – De vluchtelingenproblematiek in het kort 27

Page 28: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 4: Verwachtingen op een rij

Uit de theorie over nieuwsproductie en eerdere onderzoeken naar vluchtelingen in de media zijn verschillende aspecten van de vluchtelingenproblematiek naar voren geko-men die, door de mate waarin de media ze aandacht geven, de context rond vluchtelin-gen in het nieuws bepalen. De probleemstelling, zoals deze in de inleiding staat, wordt beantwoord aan de hand van de hier beschreven deelvragen en hypotheses.

De jaarlijkse hoeveelheid berichten in de media over het onderwerp geeft aan op welke momenten er meer of minder aandacht naar vluchtelingen uitgaat en of de hoe-veelheid aandacht de afgelopen jaren is toegenomen of gedaald. Daarnaast laat de keuze voor verschillende journalistieke genres zien op welke manier aandacht aan vluchtelingen wordt besteed. Nieuwsberichten zijn bijvoorbeeld vaak kort en bondig en geven slechts feitelijke informatie, terwijl nieuwsanalyses en achtergronden dieper in-gaan op het onderwerp en de nieuwsfeiten in een breder kader zetten.

1. Hoe verloopt de aandacht voor vluchtelingen sinds begin jaren negentig?2. Welk journalistiek genre wordt voornamelijk gebruikt voor nieuws over vluchte-

lingen?3. Is het gebruik van verschillende journalistieke genres veranderd?

Door vervolgens te kijken naar de mate waarin bepaalde onderwerpen met betrekking tot vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek in de berichtgeving aan bod komen, wordt duidelijk aan welke gebeurtenissen de media meer waarde hechten. Zo creëert aandacht voor het asielbeleid, uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers, illegaliteit en criminaliteit een andere context dan aandacht voor de toelating, migratie of situatie van vluchtelingen.

4. Welke onderwerpen, binnen het thema vluchtelingen en de vluchtelingenproble-matiek, krijgen de meeste aandacht?

5. Is de mate van aandacht voor verschillende onderwerpen veranderd?

De verwachting is dat in de berichtgeving over vluchtelingen voorbijgegaan wordt aan zowel de persoonlijke als de brede ‘internationale’ context waarin vluchtelingen zich bevinden. Uit de theorie is gebleken dat culturele nabijheid een grote rol speelt bij de selectie van het nieuws. Zo zijn nationale gebeurtenissen vaak sneller nieuws dan inter-nationale gebeurtenissen, die vaak pas nieuwswaardig zijn als er een bepaalde relatie is tussen het land waarin het nieuws gebracht wordt en de plaats waar de gebeurtenis zich afspeelt. Om duidelijkheid te krijgen in hoeverre ‘culturele nabijheid’ een rol speelt in de berichtgeving over vluchtelingen wordt in dit onderzoek gekeken in hoeverre er aandacht uitgaat naar vluchtelingen die zich in West-Europa en Nederland bevinden (oftewel gebeurtenissen dichtbij) ten opzichte van vluchtelingen die zich elders bevin-

Het onderzoek – Verwachtingen op een rij 28

Page 29: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

den (oftewel gebeurtenissen ver weg). Bij berichten over vluchtelingen buiten West-Europa wordt vervolgens nagegaan of er een link met Europa of Nederland wordt ge-maakt. De verwachting is dat culturele nabijheid van de vluchtelingen zorgt voor een hogere mate van aandacht in het nieuws.

Hypothese 1 Vluchtelingen komen eerder in het nieuws wanneer er een betrokken-heid is met Nederland of de EU dan wanneer dat niet zo is.

De context van de vluchteling wordt natuurlijk vooral bepaald door zijn herkomstsitua-tie. Om er achter te komen in hoeverre de media de situatie van de vluchteling bespre-ken, wordt de mate van achtergrondinformatie over de herkomstlanden onderzocht. Zo-als Hypothese 1 luidt, zullen vluchtelingen buiten West-Europa voornamelijk in het nieuws komen wanneer er een link is met Nederland of Europa. Dit laatste kan echter veranderen wanneer er een zogenaamde ‘kritieke grens’ wordt bereikt in de vluchtelin-gensituatie door bijvoorbeeld een heroplaaiende oorlog of onrust in een bepaald gebied. Door de invloed van deze ‘kritieke’ grens is te verwachten dat wanneer vluchtelingen buiten West-Europa in het nieuws komen, er meer achtergrondinformatie gegeven wordt over het herkomstland dan bij vluchtelingen in West-Europa. Deze achtergrond-informatie is namelijk de reden is dat ze in het nieuws zijn. Maar wanneer de vluchte-lingen binnen de Nederlandse of West-Europese grenzen bevinden, zal hun herkomst-situatie niet meer erg nieuwswaardig zijn. Er wordt misschien wel een herkomstland genoemd, maar minder vaak met achtergrondinformatie. En wordt er wel achtergrond-informatie gegeven, dan zal die voornamelijk zijn bij herkomstlanden waar Nederland veel asielzoekers uit opvangt.

6. In hoeverre wordt er achtergrondinformatie gegeven bij de herkomstlanden van vluchtelingen?

Hypothese 2 Er wordt meer achtergrondinformatie gegeven bij herkomstlanden van vluchtelingen die zich buiten West-Europa bevinden, dan van vluchtelingen die zich in West-Europa bevinden.Hypothese 3 Er wordt meer achtergrondinformatie gegeven bij de herkomstlanden waarvandaan veel vluchtelingen naar Nederland komen dan bij landen waar min-der vluchtelingen vandaan komen.

Een ander aspect dat de context van de vluchteling in de media bepaalt, zijn de vlucht-motieven en oorzaken die de media belichten. Daarbij wordt verwacht dat de media meer aandacht hebben voor de pull-factoren omdat hun culturele nabijheid van dichter-bij is dan van push-factoren. Bovendien zal de aandacht voor pull-factoren zijn toege-nomen omdat de media zich over de jaren meer zijn gaan richten op economische vluchtelingen (zie Hypothese 9). Hierbij gaat men er immers vaak vanuit dat het ze te

Het onderzoek – Verwachtingen op een rij 29

Page 30: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

doen is om de welvaart en mogelijkheden in Nederland, en is het dus te verwachten dat er ook meer aandacht is voor de pull-factoren die economische migratie zouden veroor-zaken. Met betrekking tot de oorzaken van de vluchtelingenproblematiek is het niet waarschijnlijk dat de root-causes veel besproken worden in de berichtgeving. Ten eer-ste omdat ze vaak weinig ‘helder’ en eenduidig zijn en zich niet lenen voor een snelle interpretatie. Ten tweede omdat de root-causes vaak een gevolg zijn van langdurige ontwikkelingen en niet een kwestie van korte gebeurtenissen wat de kans op berichtge-ving ook vermindert.

Hypothese 5 Er is meer aandacht voor pull-factoren dan voor push-factorenHypothese 6 Er is een toenemende aandacht voor pull-factoren.Hypothese 7 Root-causes komen niet aan bod in de berichtgeving.

Om meer duidelijkheid te krijgen over de manier waarop de media berichten over vluchtelingen, zijn er twee aspecten uitgelicht: de bespreking van de hoeveelheid vluchtelingen en het type vluchteling in de media. Uit eerder onderzoek blijkt dat wan-neer het gaat om het aantal vluchtelingen dat naar een bepaald land komt, de media graag gebruik maken van metaforen en wordt er vaak gesproken over een ‘stroom’, ‘golf’ of ‘invasie’. Bovendien blijkt dat het genoemde aantal vluchtelingen of asielaan-vragen in de berichtgeving nooit in een breder kader worden gezet door het te vergelij-ken met het aantal in andere landen en gebieden.

7. Welke aanduidingen van hoeveelheid worden voor vluchtelingen gebruikt?

Hypothese 8 De hoeveelheid vluchtelingen in West-Europese landen wordt niet vergeleken met vluchtelingen in andere landen.

Verder is de politiek bij het ontwerpen van een nieuw beleid het laatste decennium steeds meer gericht op maatregelen die de komst van economische of ‘onechte’ vluch-telingen moeten tegenhouden of voorkomen. Omdat media vaak dominante discoursen reflecteren is te verwachten dat ook de berichtgeving over vluchtelingen zich meer is gaan richten op deze economische vluchtelingen.

8. Welke typen vluchtelingen worden genoemd?

Hypothese 9 De aandacht voor economische vluchtelingen neemt in de loop der ja-ren toe.

Het onderzoek – Verwachtingen op een rij 30

Page 31: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 5: Methode

5.1 SteekproefDe methode voor onderzoek is een kwantitatieve inhoudsanalyse. Er is voor een kwan-titatieve en geen kwalitatieve methode gekozen omdat het in dit onderzoek gaat om de thematische context rond vluchtelingen en vluchtelingenproblematiek in de media en niet zozeer om de kwalitatieve context in termen van symboliek. De thema’s die de context bepalen, zijn op basis van de sociale realiteit en eerdere onderzoeken goed ‘kwantitatief’ te operationaliseren.

De onderzoeksperiode loopt van begin jaren negentig tot en met 2003. In die tijd is het debat over vluchtelingen strenger geworden en is er een meer restrictief asiel-beleid ontwikkeld. Om te kijken of het beeld van vluchtelingen in de media ook een verandering heeft doorgemaakt wordt de berichtgeving uit diezelfde tijd onderzocht. Daarvoor moest een selectie worden gemaakt uit de gehele berichtgeving over de peri-ode, en moest gebruik worden gemaakt van een archief. Om deze reden zijn alleen dag-bladen bestudeerd waarvan een toegankelijk archief bestaat van alle kranten over vele jaren. Een andere reden is dat het bij kranten mogelijk is alleen tekst te onderzoeken zonder daarbij veel belangrijk materiaal te verliezen. Een onderzoek naar bijvoorbeeld televisienieuws zou ook een analyse van beeld betekenen. Een erg tijdrovende bezig-heid waardoor, binnen de onderzoeksperiode, minder materiaal onderzocht had kunnen worden.

Bij de selectie van artikelen is gebruik gemaakt van het digitaal krantenarchief Lexis Nexis dat behoort bij PCM Interactieve Media. Dit archief heeft de mogelijkheid om op basis van drie zoektermen artikelen op inhoud te selecteren. Hierdoor konden sneller artikelen worden geselecteerd dan bij gebruik van de papieren versies van de kranten zodat er ook meer artikelen bestudeerd konden worden.

De dagbladen zijn beperkt tot de landelijke dagbladen omdat de onderwerpen die in het onderzoek aan bod komen landelijk en internationaal gericht zijn. Door het gebruik van het digitaal archief valt De Telegraaf buiten het onderzoek. Deze krant heeft ook een Internet archief maar deze is pas actief sinds 1996 waarmee een groot deel van de onderzoeksperiode buiten schot zou vallen. Van de vijf overige landelijke dagbladen (de Volkskrant, Trouw, NRC Handelsblad, Algemeen Dagblad en Parool) zijn de kwaliteitskrant NRC Handelsblad en de populaire krant Algemeen Dagblad on-derzocht. De typering kwaliteit en populair is op basis van de verhouding ‘(politieke) informatie’ versus ‘amusement’. Kranten met een hoog aandeel aan ‘politieke informa-tie’ in verhouding tot het aandeel ‘amusement’, worden kwaliteitskranten genoemd (Bakker & Scholten, 2003, p. 7). De gedachtegang is dat een analyse van deze twee kranten de informatie van een zeer breed publiek vertegenwoordigt. Zo wordt NRC Handelsblad gelezen door de zogenaamde ‘elite’ omdat de krant voornamelijk lezers heeft met zowel de hoogste opleiding als inkomen van de totale bevolking. Algemeen Dagblad vertegenwoordigt een bredere, meer verscheiden lezerskring (Bakker &

Het onderzoek – Methode 31

Page 32: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Scholten, 2003, p. 7). Uiteindelijk is het beginjaar van de onderzoeksperiode het jaar 1992 geworden omdat sindsdien, naast NRC Handelsblad, ook Algemeen Dagblad haar artikelen digitaal archiveert.

De eerste selectie artikelen is gemaakt op basis van de trefwoorden vluchteling, vluchtelingen en asielzoeker12 in de kop van het artikel. Op basis van deze trefwoorden kwamen 1519 artikelen van Algemeen Dagblad en 1269 artikelen van NRC Handels-blad naar voren in de periode 1992 tot en met 2003. Van deze artikelen is vervolgens willekeurig 20% van het jaarlijks aantal artikelen geselecteerd en kwamen in totaal 580 artikelen naar voren. Hiervan vielen de onderschriften van foto’s en recensies over bij-voorbeeld boeken en voorstellingen over vluchtelingen buiten het onderzoek. Onder-schriften van foto’s horen namelijk vanzelfsprekend bij een foto die het archief niet le-vert, en recensies hebben als nieuwsaanleiding kunst, toneel, literatuur of muziek en niet de directe aanleiding van het onderwerp vluchtelingen. Daarnaast moest het artikel gaan over de onderstaande onderwerpen of een combinatie daarvan. Deze onderwerpen zijn gedeeltelijk gekozen op basis een verdeling van Spitz die onderzoek deed naar de berichtgeving van vluchtelingen in de Telegraaf van 1984 t/m 1988 (1991, p. 5). Artikelen over vluchtelingen blijken meestal te gaan over een of meer van deze onderwerpen. Het artikel is pas onderzocht wanneer tenminste één van deze on-derwerpen, in verhouding tot andere onderwerpen, de meeste ruimte van het artikel in beslag nam.

- Vluchtelingen of vluchtelingenproblematiek in het algemeen: artikelen die aspecten van vluchtelingen het vluchtelingenprobleem in zijn algemeenheid be-schrijven, zoals de rechten van vluchtelingen en de verdragen rond vluchtelin-gen, de ontwikkelingen van het vluchtelingenprobleem, de directe oorzaken (bv. oorlog), de dieperliggende oorzaken (bv. machtsverhoudingen in de wereld), de gevolgen, de omvang of de toekomst van het probleem.

- Situatie van vluchtelingen: artikelen die een specifieke situatie bespreken van een of meerdere vluchtelingen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de situatie in het herkomstland, tijdens de vlucht of gastland.

- Vluchtelingenmigratie en asielaanvragen: artikelen over vluchtelingenmigratie, asielaanvragen, motieven van asielaanvraag, aantallen personen, welke perso-nen.

- Asiel-, vluchtelingen-, vreemdelingenbeleid: artikelen over asielverlening, re-gels, maatregelen en ontwikkelingen van en rond het beleid. Hierin kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen artikelen die de ontwikkeling van het be-leid bespreken en artikelen die de uitvoering van het beleid bespreken.

- Opvang/ hulp vluchtelingen en asielzoekers: artikelen over acties die regerin-gen, organisaties of de bevolking ondernemen ter bescherming of opvang van asielzoekers en vluchtelingen in termen van huisvesting of andersoortige op-vang.

12 Het trefwoord asielzoeker herkent ook de meervoudsvorm asielzoekers.

Het onderzoek – Methode 32

Page 33: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

- Toelating vluchtelingen: artikelen die gaan over het toelaten van vluchtelingen bijvoorbeeld het verlenen van een status of op uitnodiging van de regering.

- Uitwijzing/ repatriëring van vluchtelingen en asielzoekers: artikelen die gaan over afwijzing of terugkeer van vluchtelingen en asielzoekers.

- Illegaliteit: artikelen waarin het gaat om vluchtelingen en asielzoekers die op illegale manier reizen of in een land verblijven.

- Criminaliteit of geweld van vluchtelingen: artikelen die een verband leggen tus-sen vluchtelingen en criminaliteit of geweld (wanneer er sprake in van geweld in de vorm van verzet dan telt het bij het onderwerp ‘verzet van vluchtelingen’).

- Verzet van vluchtelingen: artikelen over verzet van vluchtelingen tegen bijvoor-beeld het beleid, autoriteit of uitzetting, te onderscheiden in geweldloos verzet zoals vreedzame demonstraties of hongerstakingen en verzet met geweld.

- Verzet tegen vluchtelingen: artikelen waarin het gaat om het verzet van de autochtone bevolking tegen vluchtelingen, te onderscheiden in geweldloos ver-zet zoals een demonstratie, en verzet met geweld zoals een persoonlijke aanval op een vluchteling.

Na de bovenstaande selectie kwamen uiteindelijk 524 artikelen voor het onderzoek in aanmerking, 291 van Algemeen Dagblad en 233 van NRC Handelsblad. Het hele artikel gold als codeereenheid.

5.2 OnderzoekscategorieënOm een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag zijn de artikelen onderzocht op ver-schillende categorieën. Een van de deelvragen is welk journalistiek genre voornamelijk gebruikt wordt waarvoor de volgende genres zijn gecodeerd:

- Kort nieuwsbericht: de verslaggeving van feiten en gebeurtenissen zonder noe-menswaardige aanvulling met achtergrondinformatie, artikelen tot 300 woor-den.

- Nieuwsanalyse: berichten met belangrijke aanvullende contextuele informatie rondom een nieuwsfeit zonder dat hierbij de auteur zijn eigen mening geeft. Het nieuws wordt in een breder kader gezet.

- Achtergrondartikel: artikelen waarbij het onderwerp in een breder kader wordt geplaatst maar die niet direct, zoals bij een nieuwsanalyse, voortbouwen op een nieuwsfeit. Bijvoorbeeld een historische beschouwing over het onderwerp.

- Opiniërend artikel/ Commentaar: artikelen met een duidelijk standpunt ten op-zichte van het onderwerp bijvoorbeeld columns of artikelen geschreven door een deskundige over het onderwerp.

- Interview: artikel dat voor het grootste deel gebaseerd is op een interview. - Reportage/ Portret/ Human interest: in dit artikel ligt de nadruk niet zozeer op

nieuws of achtergrondinformatie, maar gaat direct over een bepaalde situatie rond vluchtelingen of het vluchtelingenprobleem. Het gaat vaak om een indivi-

Het onderzoek – Methode 33

Page 34: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

dueel portret of verhaal zonder specifieke nieuwswaarde dat een onderwerp van dichtbij of in de praktijk belicht.

- Ingezonden brief: een brief van een lezer.

Een ander aspect van het onderzoek is de vraag in welke mate verschillende onderwer-pen in de artikelen voorkomen en welke gebeurtenissen dus blijkbaar voor nieuwsse-lectie in aanmerking komen. De onderzochte onderwerpen zijn dezelfde als die gebruikt zijn voor de selectie van het artikel (zie pp. 32-33). Daarbij kunnen meerdere onder-werpen en in meer of mindere mate in een artikel voorkomen.

Verder is de berichtgeving op verschillende specifieke thema’s geanalyseerd. Het eerste thema onderzoekt het deel van de wereld waar de vluchtelingen, die onder-werp zijn van het artikel, zich bevinden. De wereld is hiervoor onderverdeeld in ver-schillende delen, te weten: Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Oost-Europa/ Balkan, Overig Europa, Midden-Oosten, Overig Azië, Oceanië en Afrika. Oost-Europa en het Midden-Oosten zijn apart onderverdeeld omdat dit twee uitzonderlijke gebieden zijn. Specifiek voor ‘Overig Europa’ is vervolgens gekeken of het gaat om EU-landen zoals in 2003 en welke deze zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat Noorwegen, IJsland en Zwitserland zijn behandeld als EU-lidstaten omdat zij wel deel zijn van West-Europa en het Europees asielbeleid nauwkeurig volgen. Wanneer bleek dat het ging om vluch-telingen verblijvend buiten Nederland of de EU, is gekeken of er in het artikel een link met Nederland of de EU legt. Een link kan betekenen dat Nederland, de EU als geheel, of een EU-lidstaat genoemd wordt, of actoren uit een van de twee. Ook kan het beteke-nen dat een bepaalde betrokkenheid blijkt van Nederland of de EU zoals hulp of inter-ventie.

Met betrekking tot de internationale context van vluchtelingen is ook onder-zocht of de media spreken over de landen van herkomst, en of de verhouding in aan-dacht voor bepaalde ‘herkomstlanden’ overeen komt met de verhouding vluchtelingen of asielzoekers die daar vandaan komen. Indien over een land van herkomst gesproken wordt, is gekeken of ook achtergrondinformatie over de situatie in het land wordt gege-ven. De landen zijn onderverdeeld in verschillende gebieden in de wereld. Daarbij zijn landen waar veel vluchtelingen vandaan komen of kwamen afzonderlijk in de lijst op-genomen en vallen sommige landen onder een grotere noemer. Wanneer het bijvoor-beeld gaat om het Midden-Oosten, zijn Irak en Iran afzonderlijk opgenomen en afzon-derlijk gecodeerd. Wordt in een artikel Syrië genoemd of het Midden-Oosten in het al-gemeen dan is dit gecodeerd onder ‘Overig Midden-Oosten’. Met betrekking tot voor-malig Joegoslavië, is zowel Bosnië, Kosovo, Serviërs (ook uit Bosnië), overig Balkan als voormalig Joegoslavië opgenomen. Wanneer in een artikel voormalig Joegoslavië genoemd werd, zonder verdere specificatie van welk gebied, is ook deze omschrijving gecodeerd.

Daarna is onderzocht of de media de vluchtmotieven en oorzaken bespreken in termen van push- en pull-factoren en root-causes. De push- en pull-factoren zijn onder-

Het onderzoek – Methode 34

Page 35: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

verdeeld in enkele algemene factoren zoals politieke of economische instabiliteit (push) en stabiliteit (pull), en enkele specifieke factoren als oorlog (push) of verblijf van fami-lie in het gastland (pull). Wordt in een artikel specifiek oorlog genoemd, dan is ook al-leen deze afzonderlijke factor gecodeerd en niet ook de factor ‘politieke instabiliteit’. De pull-factor ‘gunstig asielbeleid’ wordt ook gecodeerd wanneer in een artikel een duidelijke link gelegd wordt tussen de hoeveelheid asielzoekers of een toe- of afname aan asielzoekers en het gevoerde asielbeleid. Een artikel gaat over root-causes wanneer de oorzaken van de push-factoren besproken worden. Bijvoorbeeld wanneer het artikel spreekt over hoe dekolonisatie en de formatie van nieuwe staten hebben geleid tot klasse en etnische conflicten, burgeroorlogen, revoluties en dictaturen, ongelijke ont-wikkeling en economisch verval die op hun beurt weer zorgen dat mensen vluchten (zie ook § 3.4 Root-causes).

De laatste twee thema’s hebben betrekking op de aanduidingen in de media voor de hoeveelheid en het type vluchteling. Onderzocht is of het artikel een hoeveel-heid vluchtelingen of asielzoekers noemt die naar een land is gekomen, en of dit aantal met concrete cijfers wordt aangeduid, met het woord ‘aantal’ of met synoniemen en metaforen. Ook is gekeken of de hoeveelheid vergeleken wordt met de hoeveelheid in andere landen. Wat betreft het type is het artikel gecodeerd op begrippen als ‘economi-sche’ en ‘politieke’ vluchteling, ‘echte’ en ‘onechte’ vluchteling of ‘illegale’ vluchte-ling’?

5.3 Betrouwbaarheid en validiteitDe bovenstaande onderwerpen, artikeltypen en themabenadering zijn verwerkt in een codeboek waarmee de artikelen gecodeerd zijn (zie bijlage 2). Aan de uiteindelijke ver-sie van het codeboek zijn enkele proefversies voorafgegaan waarmee rond de dertig artikelen op proef zijn gecodeerd. Hierbij is nadrukkelijk gekeken of verschillende thema’s en vragen elkaar overlapten en of de operationalisatie van een thema specifiek genoeg was om het beoogde uit het artikel te filteren. Naar aanleiding van deze proef-coderingen is bijvoorbeeld het thema ‘opvang’ in de uiteindelijke versie opgesplitst in twee thema’s, ‘opvang huisvesting’ en ‘andere opvang’. Ook is bijvoorbeeld naast ‘asiel aanvragen’ de categorie ‘migratie’ gekomen omdat de eerste niet allesomvattend bleek.

Met de uiteindelijke versie van het codeboek zijn de artikelen gecodeerd door een persoon. Hierbij is getracht de artikelen in een bepaalde afgesloten periode te code-ren zodat de ontstane codeerroutine vers in het geheugen zou blijven. Het feit dat het coderen slechts door een persoon is gedaan (met bovendien voorkennis over het onder-werp), doet de betrouwbaarheid van het onderzoek niet ten goede. Maar, doordat vrij-wel alle thema’s met een simpel antwoord op de vraag of het ‘ja’ of ‘nee’ genoemd wordt in de tekst zijn te coderen, wordt in het onderzoek weinig interpretatie van de codeur gevraagd. De reproduceerbaarheid van het onderzoek is daarom evenwel hoog in te schatten.

Het onderzoek – Methode 35

Page 36: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Het coderen gaf weinig problemen. Een enkele keer bleek het verschil tussen een nieuwsbericht en een nieuwsanalyse lastig te zien en was het niet duidelijk waar een bericht ophield en een analyse begon. Maar over het algemeen werd een analyse duidelijk gekenmerkt doordat het nieuwsfeit duidelijk onderbouwd of uitgebreid werd met meerdere nieuwsbronnen en extra informatie. Een ander probleem vormde de her-komstlanden-categorie ‘voormalig Joegoslavië’, dat in eerste instantie niet in was op-genomen in het codeboek. Na enkele artikelen gecodeerd te hebben, bleek dit een te-kortkoming. Het bleek namelijk vaak te gaan over vluchtelingen specifiek uit ‘Bosnië’, maar ook vaak over vluchtelingen minder specifiek uit ‘voormalig Joegoslavië’. Daarom zijn beide categorieën uiteindelijk in het codeboek opgenomen, en afzonderlijk behandeld. De uitvoering van onderzoek verliep verder gemakkelijk.

Het onderzoek – Methode 36

Page 37: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 6: Resultaten inhoudsanalyse

6.1 Berichtgeving algemeenHet aantal onderzochte artikelen van elk jaar en laat zien dat in de jaren 1992-1994 en de jaren 1998-1999 duidelijk meer artikelen over het onderwerp gepubliceerd zijn (zie Figuur 2). Wanneer de lijn van aandacht vergeleken wordt met de lijn van asielaanvra-gen in Nederland (zie Figuur 3), dan zijn er enige overeenkomsten te zien tussen de pieken in het aantal asielaanvragen en de pieken in mate van berichtgeving.

Figuur 2 Aandacht in het nieuws. Figuur 3 Aantal asielaanvragen in Nederland.

In dit onderzoek wordt niet direct gekeken naar of deze twee iets met elkaar te maken hebben. Evenwel is het redelijk om ervan uit te gaan dat wanneer er een sterke stijging is in asielaanvragen, er ook een stijging is in de media-aandacht. Zo kan een stijging in asielaanvragen bijvoorbeeld komen door een crisis in een bepaald gebied. De crisis en de vluchtelingen het betreffende gebied zullen nieuwswaardig zijn. Denk bijvoorbeeld aan de crisis in voormalig Joegoslavië begin jaren negentig en de crisis in Kosovo in 1999, en de vluchtelingenstromen die daar uit voortkwamen. Aan de andere kant kan een hoog aantal asielaanvragen ook zorgen voor een toename aan berichten over bij-voorbeeld opvang en of toelating van asielzoekers. Later in dit hoofdstuk zal duidelijk worden wanneer bepaalde herkomstlanden of onderwerpen veel aandacht krijgen, zodat dit wellicht meer inzicht geeft in de momenten van extra media-aandacht.

Van de 524 onderzochte artikelen bestaat het overgrote deel uit nieuwsberichten en -analyses (zie Tabel 1). Dit geeft aan dat er niet vaak ingegaan wordt op de bredere context rond de vluchtelingenproblematiek. In nieuwsberichten/analyses is er over het algemeen namelijk geen ruimte om het onderwerp in een breder kader te plaatsen dan het kader rond het gepresenteerde nieuwsfeit. Genres met een ruimer kader komen minder vaak voor. Zo is nog geen tiende van de aandacht gegoten in de vorm achter-grondartikelen, die meestal wel meer aandacht geven aan bijvoorbeeld de historische of bredere internationale context van vluchtelingen. Ook zijn er weinig reportages, por-

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 37

Page 38: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

tretten en human interest verhalen waarin over het algemeen aandacht uitgaat naar de persoonlijke context rond vluchtelingen.

Tabel 1 Het gebruik van verschillende journalistieke genres.

Journalistiek genre Aantalartikelen

%

Kort nieuwsbericht 264 50,4Nieuwsverhaal/analyse 156 29,8Achtergrondartikel 41 7,8Reportage/ portret/ human interest 27 5,2Opiniërend artikel/ commentaar 19 3,6Interview 9 1,7Ingezonden brief 8 1,5Totaal 524 100

Over de jaren is het aantal artikelen over vluchtelingen en het aantal woorden besteed aan vluchtelingen gedaald. Dit is echter voornamelijk te wijten aan NRC waarbij zowel het aantal artikelen significant is gedaald (r = -.58, p .05) als het aantal woorden (r = -.23, p .01).

6.2 Van opvangen tot uitzettenAlvorens dieper in te gaan op de aandacht in de berichtgeving voor verschillende on-derwerpen en contextuele thema’s is het belangrijk er alvast op te wijzen dat driekwart van de onderzochte artikelen betrekking had op asielzoekers en vluchtelingen verblij-vend in Nederland. Vanwege dit grote aantal wordt af en toe een onderscheid gemaakt tussen de artikelen over vluchtelingen in Nederland/West-Europa en artikelen over vluchtelingen elders. Dit geeft namelijk een beter inzicht in welke onderwerpen de meeste aandacht krijgen.

Van alle artikelen komen de onderwerpen ‘opvang: huisvesting’ en ‘uitzet-ting/repatriëring’ het meest voor. De onderwerpen ‘vluchtelingen in het algemeen’, ‘illegaliteit’ en de onderwerpen met betrekking tot verzet ván vluchtelingen en tégen vluchtelingen komen weinig voor (zie Tabel 2). ‘Vluchtelingen in het algemeen’ en ‘il-legaliteit’ krijgen daarbij ook binnen een artikel weinig aandacht. Ze worden dan meestal maar in enkele regels genoemd en vormen zelden het hoofdonderwerp. Blijk-baar worden deze onderwerpen besproken in het licht van andere onderwerpen. Wan-neer er echter gesproken wordt over verzet met geweld van of tegen vluchtelingen wor-den er weinig andere onderwerpen bijgehaald om ze te ondersteunen. Verder wordt ook het onderwerp ‘uitzetting/repatriëring’ vaak besproken in het licht van andere onder-werpen daar het, ondanks dat het onderwerp vaak voorkomt, beperkte aandacht/ruimte binnen een artikel krijgt (zie Tabel 2).

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 38

Page 39: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Tabel 2 Onderwerpen in percentage van artikelen en gemiddeldeaandacht.

Onderwerp % van ar-

tikelen

mate van

aandacht*

Vluchtelingen i.h. algemeen 4,2 1,45

Situatie van vluchtelingen 25,0 1,63

Vluchtelingenmigratie 15,5 1,72

Asielaanvragen 13,9 1,59

Asielbeleid: ontwikkeling 20,6 1,95

Asielbeleid: uitvoering 23,9 1,72

Opvang: huisvesting 36,3 1,90

Opvang: ander soort hulp 22,1 1,84

Toelating 21,4 1,59

Uitzetting/ repatriëring 34,0 1,54

Illegaliteit 6,5 1,12

Criminaliteit/ geweld 11,6 1,82

Geweldloos verzet van vluchtelingen 5,5 1,83

Verzet met geweld van vluchtelingen 1,9 2,40

Geweldloos verzet tegen vluchtelingen 5,7 1,93

Verzet met geweld tegen vluchtelingen 4,6 2,12*Mean: gemiddelde score (range 1 tot 3, waarbij 1= in enkele regels besproken, 3= gaat alleen over dit onderwerp)

Tabel 3 Aandacht voor onderwerpen met betrekking tot vluchtelingen verblijvend buiten en binnen West-Europa.

Onderwerpen m.b.t. vluchtelingen bui-ten West-Europa

%N = 103

Onderwerpen m.b.t. vluchtelingen bin-nen West-Europa

%N = 421

Situatie 43 Opvang: huisvesting 30Migratie 32 Asielbeleid: ontwikkeling 21Opvang: andere hulp* 32 Asielbeleid: uitvoering 20Repatriëring 27 Uitzetting 14

Opvang: andere hulp 13Toelating 13Situatie 9

Noot. De percentages gaan over de artikelen waarin het onderwerp een van de hoofdonderwerpen was, of wanneer het hele artikel over het onderwerp ging (range 2). De tabel laat alleen de hoofdonderwerpen zien met hoogste percentages. Ter contrast van het onderwerp ‘Situatie’ is deze ook in de lijst gezet van hoofdonderwerpen in artikelen over vluchtelingen in West-Europa. *Er zijn twee variabelen voor opvang: Opvang huisvesting en Opvang: andere hulp (dan huisvesting).

Er is een duidelijk verschil in de hoofdonderwerpen in artikelen over vluchtelingen verblijvend in West-Europa, en vluchtelingen verblijvend buiten West-Europa (zie Ta-

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 39

Page 40: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

bel 3). Zo gaat de media-aandacht voor vluchtelingen buiten West-Europa hoofdzake-lijk naar vier onderwerpen: ‘de situatie van vluchtelingen’, ‘vluchtelingenmigratie’, ‘opvang’ en ‘repatriëring’. De media-aandacht voor vluchtelingen in Europa gaat naar de onderwerpen ‘opvang’, ‘het asielbeleid’, ‘uitzetting’ en ‘toelating’. Het is opvallend dat het onderwerp ‘Situatie van vluchtelingen’ het belangrijkste onderwerp is in de berichtgeving over vluchtelingen buiten West-Europa maar wanneer vluchtelingen zich aan de grenzen van West-Europa melden, blijkt de situatie van vluchtelingen een stuk minder nieuwswaardig. De situatie van vluchtelingen is dan namelijk nog maar zelden een van de artikelen een van de hoofdonderwerpen, en zijn huisvesting en het beleid de belangrijkste onderwerpen rond asielzoekers (zie Tabel 3).

De aandacht voor verschillende onderwerpen is over de jaren veranderd. Er is duidelijk meer aandacht voor de uitvoering van het asielbeleid en ook voor illegaliteit van asiel-zoekers. Verder schrijft voornamelijk het AD meer over de toelating van asielzoekers en schrijft het NRC beduidend meer over criminaliteit van asielzoekers (zie Tabel 4).

Tabel 4 Verandering in aandacht voor onderwerpen.

Onderwerpen rBeide NRC AD

Asielbeleid uitvoering .15* .18* .13Toelating .11* .03 .17*Illegaliteit .14** .13 .15*Criminaliteit .12* .22** .06Geweldloos verzet -.11* -.04 -.16*

Noot. Cijfers van artikelen over vluchtelingen in Nederland.* p < .05** p < .01

De jaren waarin veel media-aandacht voor vluchtelingen was (zie Figuur 2), is vergele-ken met de aandacht voor verschillenden onderwerpen over de jaren. Het blijkt dat voornamelijk het onderwerp ‘opvang: huisvesting’ sterke pieken en dalen vertoont in de mate van aandacht. De piek in de berichtgeving in de jaren 1993-1994 en 1998-1999 kwam voornamelijk door extra artikelen over opvang/ huisvestingsproblemen in Ne-derland (zie Figuur 4).

Wanneer de artikelen gaan over vluchtelingen buiten West-Europa, dan blijkt dat de onderwerpen vluchtelingenmigratie en de opvang van vluchtelingen (variabele ‘opvang: andere hulp’) voornamelijk meer en minder aandacht krijgen. Zo vertonen 1992-1993, en van 1998-2001 duidelijk meer aandacht voor het onderwerp migratie. Dit is waarschijnlijk te wijten aan conflicten in voormalig Joegoslavië, Kosovo en Af-ghanistan. Meer hierover wordt duidelijk wanneer we naar de aandacht voor herkomst-landen over de jaren kijken. Ook de opvang van vluchtelingen buiten West-Europa krijgt aandacht in de jaren 1992, 1995-1996, 1999 en 2003. Dit is waarschijnlijk te wij-

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 40

Page 41: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

ten aan dezelfde crisissen, met daarbij in 1995-1996 de crisis in Rwanda in 2003 in Irak.

Noot. Lijn heeft alleen betrekking op artikelen over vluchtelingen in Neder-land, 72% van het totaal aantal artikelen N = 377, zie ook tabel 5.

Figuur 4 Aandacht voor opvang/huisvesting.

Noot. Lijn heeft alleen betrekking op artikelen over vluchtelingen buiten West-Europa, N = 103.

Figuur 5 Aandacht voor migratie en opvang.

6.3 Vluchtelingen hier en daarIn vrijwel alle gevallen was het duidelijk in welk land of gebied de vluchtelingen, die onderwerp waren van het artikel, zich bevonden (522 van de 524 artikelen). In veruit de meeste artikelen (80%) bleek het te gaan over vluchtelingen en asielzoekers die zich in West-Europa bevinden. Maar wanneer we verder kijken naar welke West-Europese landen precies aandacht krijgen, dan blijkt 90% van de artikelen over vluchtelingen in West-Europa (N = 421) te gaan over vluchtelingen in Nederland. Verder gaat slechts

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 41

Page 42: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

5% over vluchtelingen in de Europese Unie in het algemeen en 3% over vluchtelingen in Duitsland. De overige EU-landen krijgen minder dan 1% of geen aandacht. Het is daarom te zeggen dat er niet meer aandacht is voor vluchtelingen in West-Europa dan vluchtelingen elders, maar wel voor vluchtelingen in Nederland ten opzichte van vluchtelingen buiten Nederland (zie Tabel 5).

Tabel 5 Aantal artikelen over vluchtelingen in verschillende gastlanden.

Gastland Frequentie %Nederland 377 71,9Rest West-Europa 44 8,4Afrika 35 6,7Azië 24 4,6Oost-Europa 23 4,4Latijns-Amerika 9 1,7Oceanië 8 1,5Noord-Amerika 5 1,0Midden-Oosten 4 0,8

Noot. Totalen komen niet overeen met N = 524 of 100% omdat in vijf ar-tikelen vluchtelingen verblijvend in verschillende landen het onderwerp waren.

Van de artikelen waarin het gaat om vluchtelingen buiten West-Europa (N = 101), wordt in 10% een link met Nederland gelegd, en in 16% een link met de EU. Dit is on-geveer 6% (N = 31) van het totaal aantal artikelen. De verwachting dat vluchtelingen eerder in het nieuws komen wanneer er sprake is van betrokkenheid met Nederland of EU dan wanneer dat niet zo is, klopt. Zulke betrokkenheid houdt echter voornamelijk in dat de vluchtelingen zich hier bevinden. Er is niet gekeken of er in de artikelen over vluchtelingen in landen van West-Europa, anders dan Nederland, een link met Neder-land werd gelegd.

In iets meer dan de helft van de artikelen wordt een herkomstland genoemd. In driekwart van de gevallen wordt er geen achtergrondinformatie over het herkomstland genoemd en blijft het dus alleen een benaming van het land. In de artikelen waarin het gaat om vluchtelingen die in West-Europa verblijven, wordt slechts in 12% van de ge-vallen achtergrondinformatie gegeven bij het herkomstland dat genoemd wordt. Maar als de vluchtelingen zich buiten Europa begeven wordt er in iets meer dan de helft van de gevallen achtergrondinformatie gegeven over het land waar de vluchteling vandaan komt (zie Tabel 6). De mate van achtergrondinformatie die bij een herkomstland gege-ven wordt, is dus afhankelijk van waar de vluchtelingen zich bevinden, binnen of bui-ten West-Europa (Phi = .44, p < .05). Hypothese 4 is daarom bevestigd.

Tabel 6 Mate van achtergrondinformatie bij herkomstlanden.

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 42

Page 43: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

%West-Europa*

N=199

% Elders*N= 98

Totaal

Zonder achtergrondinfo 87,9 46,9 74,4Met achtergrondinfo 12,1 53,1 25,6Totaal 100,0 100,0 100,0

*Artikelen over vluchtelingen verblijvend in West-Europa of buiten West-Europa (elders).

Met Hypothese 5 werd verwacht dat er meer achtergrondinformatie gegeven zou wor-den over landen waar de meeste vluchtelingen in Nederland vandaan komen dan over landen waar minder vluchtelingen vandaan komen. De resultaten lijken dit te bevesti-gen (zie Tabel 7).

Tabel 7 Aandacht voor herkomstlanden.

Herkomstlanden aantalartikelen

% N = 524

In NL*

Buiten NL*

Asielaanvragen**

Voormalig Joego-slavië

45 15,3 .21 .10 28.864

Bosnië 35 6,7 .16 .17 26.499Irak 36 6,9 .18 .06 36.433Afghanistan 31 5,9 .11 .15 27.616Iran 31 5,9 .19 .02 22.111Somalië 31 5,9 .17 .02 29.593Kosovo 27 5,2 .10 .11 3434***Rwanda 23 4,4 .02 .26 -Congo/Zaïre 19 3,6 .08 .06 6.916Overig Oost-Europa 16 3,1 .06 .05 11.902Koerden 16 3,1 .05 .06 ****China 15 2,9 .08 .02 8.222Overig Afrika 15 2,9 .05 .06 -Liberia 13 2,5 .03 .12 -Overig Zuid-Oost-Azië 13 2,5 .05 .07 -Angola 13 2,5 .05 .06 6.179Ethiopië 13 2,5 .08 .01 4.046

Noot. Achtergrondinformatie = Mean, range 0 - 1 waarbij 0 = zonder achtergrondinformatie, 1= met achtergrond informatie.* Artikelen over vluchtelingen verblijvend in Nederland en artikelen over vluchtelingen verblijvend buiten Nederland.**Cijfers van UNHCR van 1990-1999. Maar de eerste zes landen staan nog onveranderlijk in de top tien de laatste jaren.*** Kosovaren uitgenodigd in 1999.****Cijfers over asielaanvragen van Koerden vallen onder Irak en Turkije. Aantal asielzoekers uit Turkije is 8.924.

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 43

Page 44: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Maar deze zaken hoeven natuurlijk niet een direct verband te hebben. Zo krijgen bijvoorbeeld Sierra Leone (Mean = .02)13 en Sri Lanka (Mean = .04) weinig aandacht terwijl daar wel veel asielzoekers vandaan komen naar Nederland. Daarbij zijn de lan-den die veel besproken worden tegelijkertijd rampgebieden waardoor ze nieuwswaardig zijn. Neemt niet weg dat er veel landen zijn waar zeer veel vluchtelingen vandaan ko-men, die helemaal niet of heel weinig in het nieuws komen. Zoals Burundi, Sudan, Myanmar, Viet Nam, Azerbeidjan en noem er nog eens een paar.

Het moeilijk te zeggen of de stijgingen in media-aandacht (zie Figuur 2) over-eenkomen met stijgingen in aandacht voor bepaalde herkomstlanden vanwege bijvoor-beeld een conflict. Zo krijgt voormalig Joegoslavië veel aandacht in 1992, Afghanistan en Irak in 1998 en Kosovo in 1999 wat op de stijging zou kunnen wijzen. Maar Rwanda krijgt veel aandacht van 1994-1996, Sierra Leone in 2000 en Angola en Libe-ria in 2001 terwijl daar toch niet overeenkomstige stijgingen te vinden zijn. Aan de an-dere kant zorgde de situatie in voormalig Joegoslavië, Afghanistan, Irak en Kosovo er voor dat er veel asielzoekers naar Nederland kwamen, meer dan uit de genoemde Afri-kaanse landen. Deze eerste landen hebben dus meer invloed op de asielaanvragen (zie Figuur 3) en daarmee waarschijnlijk invloed op de aandacht voor opvang: huisvesting (zie Figuur 4). De stijgende aandacht voor deze herkomstlanden kan dus zeker indirect invloed hebben op de media aandacht voor het onderwerp in bepaalde jaren.

6.4 Duwen en trekken: push en pullfactorenIn 34% van de artikelen wordt gesproken over vluchtmotieven en oorzaken in de vorm van push-factoren, pull-factoren en root-causes. In 66% hiervan (N = 178) wordt een push-factor genoemd en in 43% een pull-factor (zie Tabel 8 en 9).

Tabel 8 Aandacht voor push-factoren. Tabel 9 Aandacht voor pull-factoren.

Push-factoren Frequentie %n = 178

Pull-factoren Frequentie %n = 178

Oorlog 68 38,2 Gunstig asielbeleid 55 30,9Vervolging 21 13,5 Mensensmokkelroutes 16 9,0Geweld 20 11,2 Economische

stabiliteit14 7,9

Marteling 16 9,0 Politieke stabiliteit 5 2,8Economische instabiliteit* 16 9,0 Familie in gastland 3 1,7Onveiligheid i.h. algemeen 13 7,3 Vermeende tolerantie 2 1,1Politieke instabiliteit 12 6,7Overig 6 3,4*Inclusief de factoren honger en armoede.

13 Mate van achtergrondinformatie in artikelen over vluchtelingen verblijvend in Nederland.. Mean: range 0 - 1 waarbij 0 = zonder achtergrondinformatie, 1= met achtergrond informatie.

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 44

Page 45: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Daarmee is Hypothese 5 dat er meer gesproken wordt over pull-factoren dan over push-factoren niet uitgekomen. Ook blijkt er geen toename te zijn in de verwijzing naar pull-factoren als oorzaak van vluchtelingenmigratie (Hypothese 6).

Maar de aandacht in termen van push- en pull-factoren kan ook anders bekeken worden. Zo wordt politieke instabiliteit niet vaak genoemd (zie Tabel 8), maar tel daar de factor ‘oorlog’ bij op, dat immers ook politieke instabiliteit is, dan wordt dit getal een stuk hoger. Wanneer gekeken wordt naar de mate waarin politieke motieven ge-noemd worden (N = 85)14, dan wordt in de media politieke vluchtmotieven in bijna alle gevallen gezien als een push-factor, en maar zelden als pull-factor (zie Figuur 6). Te-gelijkertijd worden economische vluchtmotieven als bijna even vaak genoemd als pull-factor dan als push-factor (zie Figuur 7). Economische vluchtmotieven worden dus eer-der dan politieke vluchtmotieven gezien in termen van de aantrekkelijkheid van de gastlanden dan in termen van de wellicht onhoudbare omstandigheden in het her-komstland.

Noot. Pull: 5 / 6%

Figuur 6 Politieke oorzaken. Figuur 7 Economische oorzaken.

Verder worden de root-causes in nog geen 2% van het totaal aantal artikelen besproken. Dit is natuurlijk weinig noemenswaardig. Het is dan ook wel te zeggen dan Hypothese 7, de verwachting dat de root-causes niet in de berichtgeving aan bod komen, is beves-tigd.

6.5 Aantal en typeIn 23% van de artikelen waarin het over vluchtelingen in West-Europa gaat, wordt een hoeveelheid vluchtelingen genoemd. In deze artikelen wordt in totaal 146 keer een hoeveelheidaanduiding genoemd. Daarbij werd bijna net zo vaak een concreet cijfer gebruikt als hoeveelheidaanduiding als een ‘synoniem’ voor een aantal of hoeveelheid, maar ook het woord ‘aantal’ werd veelvuldig gebruikt (zie Figuur 8). Van de synonie-men bleek het woord ‘stroom’ het erg populair. Ook werd er regelmatig gesproken over ‘(enkele) tientallen’, ‘honderden’, ‘duizenden’ en zelfs een keer over ‘honderdduizen-14 Som van 68 (oorlog), 12 (politieke instabiliteit), en 5 (pull: politieke stabiliteit)

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 45

Page 46: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

den’ vluchtelingen (zie Figuur 8). Uitlatingen als ‘golf’ of ‘exodus’ werden slechts een paar keer gebruikt.

In iets meer dan de helft van de gevallen betreft het dus een hoeveelheidaandui-ding waarbij in het midden blijft over hoeveel asielzoekers of vluchtelingen het precies gaat. Bovendien werd het aantal vluchtelingen slechts acht maal vergeleken met landen binnen Europa en maar twee keer met landen buiten Europa. Dat het aantal asielzoekers in West-Europa dus vergeleken wordt met het aantal vluchtelingen buiten West-Europa gebeurt maar in 2% van gevallen dat een hoeveelheid benoemd wordt, en maar in 0,4% van het aantal artikelen die over vluchtelingen in West-Europa gaan. Daarmee is dus wel te zeggen dat Hypothese 8 bevestigd is: de hoeveelheid vluchtelingen/asielzoekers in West-Europese landen wordt niet vergeleken met de hoeveelheid vluchtelingen in andere landen.

Figuur 8 Hoeveelheidaanduidingen.

Van de artikelen waarin de vluchtelingen die onderwerp zijn zich in West-Europa be-vinden (N = 421), werd in 15,4 % een type vluchteling genoemd waarbij de zoge-naamde illegale vluchteling of asielzoeker het meest voorkwam (zie Tabel 10).

Tabel 10 Type vluchteling.

Type vluchteling* Aantalartikelen

Illegale vluchteling 22Politieke vluchteling 13Economische vluchteling 11Echte vluchteling 11Vrijwillige vluchteling 1Anders 28Totaal 86

*of asielzoeker

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 46

Page 47: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

De termen ‘gedwongen vluchteling’ en ‘onechte vluchteling’ werden niet een keer ge-noemd. Onder ‘Anders’ vallen termen als: avonturier, bonafide vluchteling, clandes-tiene immigrant, gelukszoekers, kansloze vluchteling/asielzoeker, nep vluchteling, on-gewenste vreemdeling, onterechte asielzoeker, ontheemden, profiteurs en pseudo-asiel-zoeker. Behalve de term ‘ontheemden’ slaan de overige termen op asielzoekers die geen kans zouden maken op een vluchtelingenstatus. Wanneer de termen: economische vluchteling, illegale vluchteling, vrijwillige vluchteling en anders (exclusief acht keer ontheemden) onder de term ‘economische vluchteling’ geschaard worden, en ook de termen politieke en echte vluchteling worden samengevoegd, dan wordt de verhouding aandacht voor de ‘economische vluchteling’ duidelijker. Ongeveer twee derde van de aandacht voor een type vluchteling, gaat dan namelijk om economische vluchtelingen (zie Figuur 9).

Figuur 9 Verhouding aandacht economische en politieke vluchtelingen.

De aandacht voor ‘economische vluchteling’15 blijkt niet te zijn toegenomen in de loop der jaren. Er blijkt wel een toename in het gebruik van de term ‘echte vluchteling’ (r = .11, p < .05) en ook is er meer aandacht voor de ‘illegale’ asielzoeker of vluchte-ling (r = .14, p < .01).

15 De term economische vluchteling weer exclusief de termen illegale en vrijwillige vluchteling.

Het onderzoek – Resultaten inhoudsanalyse 47

Page 48: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Hoofdstuk 7: Conclusie

7.1 Media realiteit versus sociale realiteitDe resultaten van de inhoudsanalyse laten een goed beeld zien van de media realiteit16

rond vluchtelingen. Het wordt duidelijk dat de bredere internationale en persoonlijke context van vluchtelingen ondervertegenwoordigd is. In de eerste plaats komt dat om-dat media geen ruimte nemen om de bredere context uit de doeken te doen. Zo bestaat de helft van het nieuws over vluchtelingen uit feitelijke verslaggeving in de vorm korte nieuwsberichten. Daarnaast bestaat een groot deel uit nieuwsanalyses, die wel een bre-der kader zetten rond een nieuwsfeit maar over het algemeen geen ruimte bieden voor verdere diepgang in de vluchtelingenproblematiek. Slechts een tiende van de media-aandacht heeft ruimte voor de achtergrond en de persoonlijke context van vluchtelin-gen. Verder vertoont de media realiteit van specifieke contextbepalende thema’s rond vluchtelingen ook sterke vertekeningen met de sociale realiteit.

De voornaamste vertekening in de media realiteit valt ten deel aan de oneven-wichtige balans tussen het internationale en nationale nieuws over vluchtelingen. Zo gaat bijna driekwart van de media-aandacht naar vluchtelingen en asielzoekers verblij-vend in Nederland, en gaat nog niet eens een vijfde van de aandacht naar vluchtelingen in ontwikkelingsgebieden. De culturele nabijheid van gebeurtenissen is dus duidelijk van invloed op de selectie ervan voor het nieuws. Want ondanks dat de meeste vluchte-lingen worden opgevangen in de eigen regio en dus op het eigen continent blijven, kie-zen de media ervoor om hoofdzakelijk lokale gebeurtenissen rond de vluchtelingenpro-blematiek voor het nieuws te selecteren.

De nieuwswaarde culturele nabijheid heeft ook invloed op de aandacht voor verschillende herkomstlanden. Zo gaat in het nieuws over vluchtelingen en asielzoekers in Nederland de aandacht voornamelijk uit naar asielzoekers uit voormalig Joegoslavië, Kosovo17, Iran, Irak, Afghanistan en Somalië. Dit zijn de landen die al jaren in de top tien staan van herkomstlanden van asielzoekers in Nederland (exclusief Kosovo). Bo-vendien is de situatie in die landen over het algemeen bekend bij het grote publiek. Zij zijn daarom cultureel dichterbij en nieuwswaardiger. Ook internationaal gezien krijgen vluchtelingen uit voormalig Joegoslavië en Kosovo veel aandacht. Naast het feit dat zij nieuwswaardig zijn omdat de conflicten waarvoor zij vluchten hoog oplopen, geldt ook dat deze landen een duidelijke link hebben met Europa. Ze zijn immers Europa! Ook zijn de vluchtelingen uit die regio sneller merkbaar op nationaal niveau en worden daarom relevanter geacht voor het publiek.

Voor vluchtelingen buiten het cultureel herkenbare kader is een andere nieuws-waarde van kracht die bepaalt wanneer vluchtelingen in het nieuws komen. Zo is ge-bleken dat zij pas in het in het nieuws komen wanneer er een duidelijk kritieke grens

16 In de conclusie wordt gesproken over de media en de media realiteit. Hiermee wordt echter alleen gedoeld op de dagbladpers.17 Voormalig Joegoslavië (Bosnië) begin jaren negentig, Kosovo eind jaren negentig.

Conclusie 48

Page 49: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

wordt bereikt doordat bijvoorbeeld de crisis waarvoor mensen vluchten zeer gruwelijk of onverwacht is. Dit is te zien aan bijvoorbeeld de grote hoeveelheid aandacht voor vluchtelingen uit Rwanda en Liberia, of de toenemende aandacht voor Afghaanse en Irakese vluchtelingen de laatste jaren wegens de inval van Amerika.

Doordat de culturele nabijheid van verschillende vluchtelingenpopulaties en de kritieke grens van vluchtelingensituaties de media-aandacht beïnvloeden, ontstaat er een scheef beeld van waar vluchtelingen zich ophouden in de wereld. Het klopt natuur-lijk dat uit de bovenstaande landen zeer grote groepen vluchtelingen komen, maar an-dere landen en gebieden met ook veel vluchtelingen krijgen niet of nauwelijks aan-dacht. Redenen hiervoor zijn dat de vluchtelingenproblematiek aldaar geen kritieke grens bereikt, deze landen cultureel ver weg zijn, Nederland geen link heeft met deze landen, en misschien ook omdat de betreffende vluchtelingenmigratie niet merkbaar is in het eigen land en daardoor minder relevant geacht wordt voor het publiek.

Omdat de meeste media-aandacht gaat naar vluchtelingen in Nederland, gaat het nieuws ook voornamelijk over cultureel nabije onderwerpen. Huisvesting en uitzetting van asielzoekers zijn favoriet, daarna volgen de ontwikkeling en uitvoering van het asielbeleid. Allemaal onderwerpen en problemen met betrekking tot het ontvangende land. Daarbij is het opvallend dat in de jaren dat in het aantal asielaanvragen stijgt, ook de media-aandacht voor huisvesting stijgt. Blijkbaar levert een stijging in asielaanvra-gen direct problemen met huisvesting en draagt dat bij aan de nieuwswaarde. De huis-vesting van asielzoekers is natuurlijk ook zeer dichtbij en relevant voor het publiek omdat de asielzoekerscentra in hun stad, dorp of buurt worden geplaatst.

Een zeer bepalend onderwerp voor de context van de vluchteling is zijn of haar situatie. Aandacht voor de situatie van de vluchteling blijkt echter nogal eenzijdig te zijn. Zo besteedt het internationale nieuws over vluchtelingen ruim aandacht aan de si-tuatie, maar is de situatie in het nieuws over vluchtelingen in West-Europa maar zelden het hoofdonderwerp. De situatie van vluchtelingen wordt dus voornamelijk nieuws-waardig gevonden wanneer de vluchtelingen zich buiten West-Europa bevinden. Mares gaf een artikel over vluchtelingen in het nieuws de titel: Distance makes the heart grow fonder. Hij merkte op dat media vluchtelingen in hun eigen regio sympathiek in beeld zetten, maar kwamen vluchtelingen naar Australië dan werden ze als een bedreiging weergegeven. Ook uit dit onderzoek blijkt dat de media vaak sympathie uiten voor de situatie van vluchtelingen die zich ver weg ophouden, maar wanneer ze zich dichtbij ophouden is de situatie beduidend minder nieuwswaardig. Hier geldt dus niet ‘uit het oog uit het hart’, maar vooral uit het oog in het hart.

De media geven in een derde van de nieuwsverslaggeving aandacht aan de vluchtmotieven en oorzaken van de vluchtelingenproblematiek. Daarbij gaat de aan-dacht vaker naar de migratiedrukkende factoren (push-factoren), dan naar migratieaan-trekkende factoren (pull-factoren). Het lijkt dus dat de culturele nabijheid van vlucht-motieven weinig invloed heeft op de nieuwsverslaggeving ervan. Toch is de gelijke aandachtsverdeling voor push- en pull-factoren misleidend. De media benaderen de

Conclusie 49

Page 50: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

politieke vluchtmotieven namelijk anders dan economische vluchtmotieven. Zo worden politieke factoren bijna altijd gezien in de termen van de onhoudbare omstandigheden in het herkomstland, terwijl economische factoren in de helft van de gevallen gezien worden in termen van de aantrekkelijkheid van het gastland. Hiermee wordt deels het beeld bevestigd dat economische vluchtredenen niet legitiem zijn en economische vluchtelingen vrijwillig hun land hebben verlaten. Maar zoals eerder beargumenteerd, mensen kunnen met economische vluchtmotieven wellicht geen wettelijke aanspraak hebben op een vluchtelingenstatus, dat betekent niet direct dat iemand vrijwillig vlucht. Ook economische migratiemotieven vinden hun basis eerder in de onhoudbare omstan-digheden in het eigen land dan in de aantrekkelijkheid van het gastland.

Verder reflecteren media regelmatig de aanname dat een soepel asielbeleid bij-draagt aan de toename van asielzoekers. Hiermee weerspiegelen zij indirect het beeld dat ter immigratiebeperking het streng controleren van de grenzen en het aanscherpen van het beleid noodzakelijk is. Ondertussen worden in de media, net als in het beleid, de werkelijke grondoorzaken (root-causes) van de vluchtelingenproblematiek gene-geerd. Zij zijn waarschijnlijk niet helder en eenduidig genoeg om kans te maken het nieuws te vullen.

Er is in dit onderzoek vanuit gegaan dat journalisten drie criteria hanteren bij de selectie van informatiebronnen: autoriteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid. Dit zou er toe leiden dat voornamelijk westerse informatiebronnen worden geselecteerd en het westerse dominante discours rond vluchtelingen vertegenwoordigd wordt. Uit het bo-venstaande blijkt al dat de media ten aanzien van de onderwerpkeuze, de push- en pull-factoren en de root-causes voornamelijk de politieke veronderstellingen, probleemdefi-nities en programmapunten reflecteren. Zij weerspiegelen bepaalde aannames en laten bepaalde onderwerpen onderbelicht. Media maken daarmee de koers van het beleid ge-deeltelijk legitiem.

De terminologie voor verschillende type vluchtelingen die gevonden is in de nieuwsverslaggeving versterkt deze conclusie. De verhouding in media-aandacht voor zogenaamd economische vluchtelingen en politieke vluchtelingen is twee tot een derde. Daarbij is er voor de eerste groep geen eenduidige term maar varieert het gebruik van de term ‘economische vluchteling’ tot termen als ‘onterechte asielzoeker’, ‘avonturier’ of ‘ongewenste vreemdeling’. De varianten worden gebruikt om asielzoekers aan te duiden die geen kans maken op een vluchtelingenstatus en zijn vrijwel allemaal nega-tief beladen. De termen bevestigen het dominante discours en het beeld dat veel asiel-zoekers misbruik maken van het systeem, en nep, ongewenst, illegaal en onterecht zijn. Een discours waarbij de migratiemotieven kind van de rekening worden en het puur gaat om wie wettelijk gezien ‘echt’ is en wie niet. De enige gebruikte variant op poli -tieke vluchteling is dan ook ‘echte’ vluchteling. Maar een onterechte asielzoeker be-staat natuurlijk niet, iedereen heeft immers het recht om asiel aan te vragen. Om de-zelfde reden bestaat ook een illegale vluchteling niet, iedereen is legaal asiel aan te vra-

Conclusie 50

Page 51: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

gen. Ook de termen gelukszoeker, avonturier, nep vluchteling, ongewenste vreemdeling of profiteur werken beeldbevestigend.

De weergave van de hoeveelheid vluchtelingen door de media bevestigt nor-maals de eenzijdige context waarin vluchtelingen geplaatst worden. Bijna de helft van de hoeveelheidaanduidingen bestaat uit een concreet getal. In de overige gevallen blijft het vaag hoeveel asielzoekers of vluchtelingen er werkelijk bedoeld worden. Zo zeggen de populairste aanduidingen ‘aantal’ en ‘stroom’ weinig over de eigenlijke hoeveelheid. Ook aanduidingen als ‘tientallen’, ‘honderden’, ‘duizenden’ en het eenmaal gebruikte ‘honderdduizenden’ vertekenen het precieze aantal. Gaat het hier over tien asielzoekers of negentig, over tweeduizend of negenduizend? En hoeveel zijn honderdduizenden mensen? Daarbij wordt de hoeveelheid asielzoekers in Nederland en West-Europa niet vergeleken met de hoeveelheid vluchtelingen en asielzoekers in andere landen. Derge-lijke eenzijdige gepresenteerde en vage hoeveelheidaanduidingen bevestigen de mythe dat Europa overspoeld wordt met asielzoekers. Zo lijkt een stroom van honderden men-sen al snel heel groot en bedreigend. Maar wordt dit aantal in het internationaal per-spectief gezet van de 20 miljoen vluchtelingen wereldwijd, dan lijkt het beduidend minder.

Doordat media inderdaad dominante discoursen reflecteren, betekent dit dan ook dat verandering in het vluchtelingenbeleid tot veranderingen in de berichtgeving heeft geleid? Het enige dat hierop wijst is dat er meer aandacht is voor de onderwerpen illegaliteit en de uitvoering van het asielbeleid. Ook is er meer aandacht voor illegale asielzoekers en echte asielzoekers wat aangeeft dat de discussie over het asielbeleid en over zogenaamde onechte/illegale asielzoekers en echte asielzoekers in de sociale rea-liteit, ook in de media realiteit meer aanwezig is geworden.

7.2 De context van vluchtelingen in het nieuwsDe Nederlandse media, of althans de dagbladpers, zetten vluchtelingen in een realiteit die maar een deel van de wereld en de wereldwaarden laat zien. De media realiteit gaat voorbij aan de bredere internationale en persoonlijke context van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek en reflecteren de dominante discoursen en probleemdefini-ties van westerse overheden. Media maken zich dus schuldig aan navelstaren. Het me-diabeeld van de vluchtelingenproblematiek beperkt zich voornamelijk tot onderwerpen als huisvesting, asielbeleid, toelating, uitzetting, en economische vluchtelingen. Daarbij worden de werkelijke oorzaken van de vluchtelingenproblematiek ergens in de marge gerepresenteerd.

Natuurlijk niet te verstaan dat nationale asielproblemen niet bestaan en niet ook bijdragen aan de persoonlijke context van vluchtelingen. Dat hieraan aandacht besteed wordt, kan alleen maar worden toegejuicht. Maar wanneer dergelijke problemen niet in perspectief worden gezet, ontstaat er een eenzijdig beeld. Met een eenzijdig beeld ten aanzien van nationale asielproblemen, economische vluchtelingen en migratiemotieven wordt de politieke koers indirect gelegitimeerd. Door de context van vluchtelingen te

Conclusie 51

Page 52: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

marginaliseren, verbloemen de media wat de werkelijke oorzaken zijn van de vluchte-lingenproblematiek, wie daar een rol in spelen, en ook wat alternatieve oplossingen zijn. En het gevolg is dat het lijkt of het vluchtelingenprobleem alleen is op te lossen door de toestroom van asielzoekers te beperken door middel van vergaande grenscon-troles en beleidsaanscherpingen.

Bovendien heeft een eenzijdig beeld zijn werking op het publiek. Media verspreiden en versterken de mythe dat Europa overspoeld wordt met asielzoekers die de maatschappij voornamelijk problemen opleveren. Op deze manier zenden media voornamelijk een beeld waarin vluchtelingen niet gepresenteerd worden als mensen die bescherming nodig hebben maar als mensen die een bedreiging zijn. En omdat mensen daarbij weinig informatie en inzicht krijgen in de achtergrondsituatie en migratiemotie-ven van asielzoekers, lijken de nationale asielproblemen buitenproportioneel groot en belangrijk. Zo zorgt de navelstarende houding van de media voor een navelstarende houding bij het publiek, een eenzijdigheid die het begrip en acceptatie voor vluchtelin-gen en asielzoekers niet in de hand werkt.

7.3 Een alternatieve aanpakHet is al gezegd, een journalistieke vertekening van de sociale werkelijkheid is onver-mijdelijk. Zoals hier nogmaals bewezen, beïnvloeden veel factoren het proces van nieuwsselectie en vervolgens het beeld, het debat en wellicht de uiteindelijke aanpak van de vluchtelingenproblematiek. Ik maak me niet de illusie dat het nieuwsselectie-proces van de een op de andere dag veranderd kan worden. Toch wil ik hier graag de ruimte nemen om een alternatieve aanpak voor te stellen. De media kunnen namelijk een belangrijke rol spelen in de richting van het debat en het heruitvinden van het po-pulaire beeld van asielzoekers als bedreiging. Wat kunnen de media doen om het beeld van vluchtelingen te verbeteren of te nuanceren?

Volgens Doomerik, Penninx en Van Amersfoort zou een toekomstig migratiebeleid zich meer moeten richten op het internationale niveau van de root-cau-ses van migratie (1996, p. 80). Zij wijzen er echter op dat de plannen om de funda-mentele oorzaken van migratie weg te nemen nog weinig ontwikkeld zijn en de huidige mogelijkheden op middellange termijn weinig resultaten zullen boeken (Doomerik, e.a., 1996, p. 77). Het beleid zou dus van koers moeten veranderen, in die zin dat het zich meer gaat richten op de oorzaken van de migratiedruk. Om een koerswijziging van het beleid door te voeren, is echter voorhand een koerswijziging van het debat nodig. Het debat moet minder plaatsvinden op lokaal niveau en meer op internationaal niveau, dus meer gaan over de herkomstlanden en de situatie van vluchtelingen zelf.

Zoals al duidelijk werd is een verandering van debat, discours en probleemdefi-nitie erg moeilijk, maar kunnen media hier veel aan helpen. Van Dijk kwam echter in de jaren tachtig tot de ontdekking dat de media klakkeloos het standpunt van de over-heid overnamen. Uit dit onderzoek naar de jaren negentig blijkt dit in ieder geval ook te kloppen voor welke onderwerpen er besproken worden. Voor een koerswijziging van

Conclusie 52

Page 53: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

het beeld zullen de media dus allereerst een meer internationaal karakter moeten aan-nemen. Dit betekent dat media minder aandacht moeten schenken aan het discours en de onderwerpen die de autoritaire bronnen in hun informatie overdragen, en meer aan-dacht moeten geven aan vluchtelingenzaken buiten West-Europa. Wellicht heeft dit ook tot gevolg dat politici genoodzaakt zijn een nieuwe agenda te bedenken teneinde zich in de media te kunnen blijven profileren, en het publiek te bereiken met hun programma.

In de tweede plaats zouden de media kunnen helpen bepaalde vooronderstellin-gen te ontmaskeren. Hamelink benadrukt dat veel maatschappelijke besluitvormings-processen uitgaan van vooronderstellingen. Zo hanteert men vaak bepaalde uitgangs-punten die al lang niet meer ter discussie staan, vanzelfsprekend en waarheid lijken. Hij waarschuwt dat deze vooronderstellingen misleidend kunnen werken en dat de media ons zouden kunnen helpen bij het ontmaskeren van deze zogenaamde waarheden (Ha-melink, 2004, p. 19).

Een vooronderstelling ten aanzien van vluchtelingen en asielzoekers is bijvoor-beeld: immigratie moet beperkt worden, of, er komen te veel asielzoekers naar Europa. Ze beperken het debat tot een eenzijdige discussie over welke maatregelen ongewenste asielzoekers tegenhouden. Daarbij wordt het mogelijke nut van of maatschappelijke verrijking door immigranten vergeten. De media kunnen helpen het debat veelzijdiger te maken door dergelijke veronderstellingen ter discussie te stellen of te nuanceren. Ze kunnen bijvoorbeeld zorgen dat ze de mythe dat Europa overspoeld wordt met asiel-zoekers niet voeden. Dit kunnen ze eenvoudigweg doen door niet langer te spreken over een aantal, een stroom of tientallen tot duizenden vluchtelingen, maar uitzoeken wat het werkelijke aantal is en dit aantal in een internationaal perspectief zetten. Tevens zouden media voorzichtiger kunnen zijn met het citeren of kopiëren van termen en als economische vluchteling en illegale asielzoeker. Terminologie waarin vaak veel voor-onderstellingen verborgen zitten.

Bovenstaande veranderingen vragen om een mentaliteitsverandering. Media zouden bijvoorbeeld nog eens na gaan kunnen wat nu werkelijk nieuwswaardig is en wat zij verstaan onder hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een van de taken van de media is het voorzien van informatie. Informatie draagt bij aan kennis, maar eenzijdig informatie veroorzaakt eenzijdige kennis. Zoals journalist Vidal treffend zegt in het voorwoord van ‘Op de deurmat van Europa’, over de berichtgeving van asielzoe-kers: “Kennis zou moeten voorafgaan aan engagement, a fortiori aan beleid. Hoe min-der we weten, hoe sneller een mening gevormd. Hoe minder kennis, hoe groter de on-bescheidenheid. En dan krijg je dus multiculturele sprookjes enerzijds, xenofobe fabel-tjes anderzijds” (Vidal, Raspoet & Van Gijsbergen, 1999, pp. 9-10).

Vaak wordt er gezegd dat media rekening moeten houden met de vraag van het publiek. Dit is natuurlijk gedeeltelijk waar maar het publiek zou ook de keuze moeten hebben uit een ruim aanbod van informatie. Van Dijk geeft aan dat mensen kritisch en selectief kunnen zijn in het nieuws dat zij tot zich nemen, maar dat dit veronderstelt dat er ook een verscheidenheid aan informatie aanwezig is in de media (1988, p. 202).

Conclusie 53

Page 54: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Wanneer dus bepaalde kanten van de vluchtelingenproblematiek niet gerepresenteerd worden in het nieuws, dan kunnen mensen moeilijk selectief zijn in wat ze wel en niet willen weten. Journalisten zouden op bepaalde punten hun maatschappelijke verant-woordelijkheid serieuzer kunnen nemen, en in plaats van te kiezen voor snelle bericht-geving de tijd nemen om veelzijdige informatie aan te dragen.

Zoals in de inleiding al besproken is heeft de NVJ al de nodige onderzoeken gedaan en richtlijnen en aanbevelingen opgesteld. Dit is een natuurlijk een goede stap in de richting. Tijdens mijn onderzoek kwam ik echter een initiatief in Engeland tegen dat specifiek gericht is op vluchtelingen en asielzoekers in de media. Als antwoord op klachten over de negatieve berichtgeving van asielzoekers en vluchtelingen organi-seerde PressWise in 1999 een project genaamd Refugees, Asylumseekers and the Media Project (RAM-project). Zij deden dat in samenwerking met een organisatie die zich specifiek bezig houdt met informatie over vluchtelingen: The Information Centre about Asylum and Refugees in the UK (ICAR).

Het project bestond uit enkele seminars tussen vertegenwoordigers van de me-dia en van vluchtelingen- en asielzoekerorganisaties. Het dialoog bracht enkele kern-punten naar voren. Een daarvan was dat er een zwakke relatie bleek te bestaan tussen de media en vluchtelingenorganisaties. De vluchtelingenorganisaties wantrouwden de media en de media hadden weinig begrip voor de moeite die het vluchtelingenorgani-saties kostte om snel accurate informatie te verzamelen en te leveren. Uiteindelijk zijn er verschillende richtlijnen opgesteld waarin de media werd opgeroepen hun maat-schappelijke verantwoordelijkheid te dragen en zich bewust te zijn van de invloed van negatieve of eenzijdige berichtgeving op het publiek. Maar de richtlijnen waren twee-delig, ook de vluchtelingenorganisaties werden opgeroepen meer mediagericht te gaan werken door mediatrainingen te volgen, een bestand aan te leggen met vluchtelingen wie willen meewerken aan interviews, en door een methode te ontwikkelen waardoor snel mediageschikte informatie geleverd kon worden.

De berichtgeving van Nederland en Engeland zijn natuurlijk niet zomaar te vergelijken en wellicht zouden richtlijnen er hier anders uitzien. Maar alleen al het be-staan van een informatiecentrum gericht op vluchtelingen en asielzoekers (zoals ICAR) zou natuurlijk kunnen helpen. Het ICAR heeft namelijk als doel het niveau van het pu-blieke debat over en het begrip voor vluchtelingenzaken te verhogen door middel van onafhankelijke verzameling en verspreiding van begrijpelijke en academisch betrouw-bare informatie over vluchtelingen en asielzoekers. Zij besteden daarom ook veel aan-dacht aan media en vluchtelingen.

7.4 Discussie en aanbevelingen vervolgonderzoekMen zou kunnen argumenteren dat een kwantitatief onderzoek weinig kan zeggen over de werkelijke context. Dát iets voorkomt in de tekst zegt immers nog weinig over hóe iets voorkomt. Met dit kwantitatief onderzoek was het echter mogelijk een groot aantal artikelen op betrouwbare wijze te coderen en zijn globale trends in de berichtgeving

Conclusie 54

Page 55: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

goed vast te stellen. Bovendien beweert Ronald Kaye, die onderzoek deed naar de ter-men ‘phoney’ en ‘bogus refugees’ in de Britse pers, dat men moet oppassen met de veronderstelling dat alleen de context waarin kranten deze termen gebruiken van in-vloed is op de lezer. Hij beweert dat de sterkste invloed komt van de frequentie deze termen, ongeacht de context. Door veelvuldig gebruik van de termen, zou de lezer er mee gesocialiseerd raken, en daarmee het bestaan van ‘onechte’ vluchtelingen als een serieus probleem gaan zien (2001, p. 60). Dit zou men ook kunnen zeggen voor veel-vuldig gebruik van andere termen en thema’s. Daarbij beoogde dit onderzoek de the-matische context te analyseren en niet de symbolische (of kwalitatieve) context.

Er is in zo goed mogelijk geprobeerd de complexiteit en veelzijdigheid van de vluchtelingenproblematiek te reduceren tot enkele contextbepalende thema’s, en deze zo nauwkeurig mogelijk te operationaliseren. Toch zijn er enkele punten die diepgaan-der onderzocht hadden kunnen worden. Zo is de in paragraaf 3.5 besproken watertaal in dit onderzoek niet gevonden. Het gebruik van het woord stroom en golf is wel onder-zocht, maar er is niet gekeken of het versterkt is met watertaal als ‘indammen’ en ‘overstromen’. In een diepgaande kwalitatieve analyse zouden zinnen naar voren kun-nen komen als: ‘golf asielzoekers overspoelt politiek’, ‘maatregelen om de dreigende stroom asielzoekers in te dammen’18, en ‘dweilen met de kraan open en de afvoer dicht’19. Of een kop als ‘Missie op zoek naar ‘echte’ vluchtelingen’20 zou ontmaskerd worden. Het artikel gaat over het feit dat Nederland elk jaar ongeveer 500 vluchtelingen uitnodigt uit vluchtelingenkampen en zij direct een verblijfsvergunning krijgen. De kop van het artikel suggereert echter met het ‘opzoeken’ van ‘echte’ vluchtelingen dat ie-dereen die zelf naar Nederland vlucht ‘onecht’ zou zijn.

Omdat er zowel een kwaliteitskrant als een populaire krant zijn geanalyseerd is het onderzoek te generaliseren naar de dagbladpers. Echter, een onderzoek naar de re-gionale pers kan andere resultaten geven omdat daarbij het onderwerp ‘lokaler’ en mo-gelijk anders benaderd wordt. Wat betreft radio en televisie is te verwachten dat de thema’s vrijwel overeenkomen in de berichtgeving. Zoals eerder genoemd, zal er bij beide media minder achtergrondinformatie gegeven worden, en zal bij televisie het vi-suele aspect nog een belangrijke rol spelen. Het ligt dan ook voor de hand om te kijken naar hoe televisie vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek visualiseert.

Toch zou ik er voor pleiten onderzoek in een andere richting te doen. Er is dan nog wel weinig onderzoek gedaan naar vluchtelingen en asielzoekers in de media, maar dergelijke onderzoeken zullen toch al snel overeenkomsten vertonen met onderzoeken naar andere allochtone minderheidsgroepen. Bovendien blijken de resultaten van dit onderzoek veel overeenkomsten te vertonen met de onderzoeken van Spitz en Van Dijk in de jaren tachtig en er zijn voorlopig nog geen tekenen die er op wijzen dat de media 18 Beide uit Vinckx, Y. (1998, 14 oktober). Golf asielzoekers overspoelt politiek. NRC Handelsblad, p. 3.19 Kabinet eens met wachtlijst asielzoekers; Cohen werkt plan nog uit. (1998, 3 oktober) NRC Handels-blad, p. 2.20 Ambtman, G. den (1997, 17 maart). Missie op zoek naar ‘echte’ vluchtelingen. Algemeen Dagblad, p. 3.

Conclusie 55

Page 56: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

de komende jaren veelzijdiger nieuws zullen presenteren. Een onderzoek waarin bestu-deerd wordt hoe de verschillende richtlijnen en aanbevelingen van bijvoorbeeld de NVJ geïmplementeerd worden, in hoeverre journalisten denken dat ze zich er aan kunnen houden, en of ze al hun uitwerking hebben gehad, zou meer inzicht kunnen geven in de toekomst van de berichtgeving over vluchtelingen. Ook zou onderzoek naar de manier waarop alternatieve bronnen als vluchtelingenorganisaties gebruik maken van de media kunnen bijdragen aan hoe de context van vluchtelingen in de media verbreed kan wor-den. Daarbij zou gekeken kunnen worden naar welke informatie dergelijke organisaties aandragen, en wanneer blijkt dat zij geen mediageschikte informatie kunnen leveren, hoe geschikte informatievoorziening ontwikkeld kan worden. Hopelijk kan zo een on-derzoek dan ook werkelijk bijdragen aan een betere beeldvorming van vluchtelingen en de vluchtelingenproblematiek in de media.

Conclusie 56

Page 57: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Literatuur

Bakker, P., & Scholten, O. (2003). Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van media en communicatie. Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Bijleveld, C., & Tasselaar, A.P. (2000). Motieven van asielzoekers om naar Nederland te komen. Verslag van een expertmeeting. Ministerie van Justitie: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Brants, K. (1998). Beeldvorming en burgerschap. Media, migranten en de multicultu-rele samenleving. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 26(3), 220-234.

Bronkhorst, D. (2004). Zwakste schakel bepaalt Europees asielbeleid. Wordt Vervolgd, 9, 25-26.

Corduwener, J. (2001). Een vreemdeling op Justitie. Het asielbeleid van Job Cohen. Amsterdam/Antwerpen: L.J. Veen.

Dijk, T.A., van (1983). Minderheden in de media. Een analyse van de berichtgeving over etnische minderheden in de dagbladpers. Alphen aan de Rijn: Drukkerij Haasbeek

Dijk, T.A., van (1988). News analysis. Case studies of international and national news in the press. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates.

Doomerik, J., Penninx, R. & Amersfoort, H., van (1996). Migratiebeleid voor de toe-komst: mogelijkheden en beperkingen. Amsterdam: Het Spinhuis.

Dummett, M. (2002). Vluchtelingen en immigratie. Londen: Routledge.

European Council on Refugees en Exiles (ECRE). Introduction to asylum in Europe. Gedownload op 6 maart 2004 van http://www.ecre.org/factfile/facts.shtml

Finney, N. (2003). The challenge of reporting refugees and asylum seekers. ICAR re-port on regional media events organised by the PressWise Refugees, Asylum-seekers and the Media (RAM) Project. Gedownload 6 augustus 2004 van http://www.icar.org.uk/pdf/pubram001.pdf

Galtung, J., & Ruge, M.H. (1965). The structure of foreign news. Journal of Peace Re-search, 2 (1), 64-92.

Literatuur 57

Page 58: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Gans, H.J. (1999). Deciding what’s news. In H. Tumber (Red.), News: a reader (pp. 235-248). Oxford: University Press.

Ginneken, J., van (1998). Understanding global news. A critical introduction. London: Sage Publications.

Hall, S. Critcher, C. Jefferson, T. Clarke, J. & Roberts, B. (1982). Policing the crisis. Mugging, the state, and law and order. Londen: The Macmillan Press.

Hamelink, C.J. (2004). Regeert de leugen? Mediapichtigheid aan leugen en bedrog. Amsterdam: Boom.

Joly, D., Kelly, L., & Nettleton, C. (1997). Refugees in Europe: The hostile new agenda. UK: Minority Rights Group.

Kaye, R. (2001). ‘Blaming the victim’: an analysis of press representation of refugees and asylum seekers in the United Kingdom in the 1990s. In R. King & N. Wood (Red.) Media and migration. Constructions of mobility and difference (pp. 53-70). Londen: Routledge.

Korevaar, G. (2004, 9 maart). De race naar het putje. Directeur Nazarski van Vluchte-lingenwerk vreest voor gastvrijheid. Nederlands Dagblad, p. 10.

Leurdijk, A. (1999). Televisiejournalistiek over de multiculturele samenleving. Amster-dam: Het Spinhuis.

Mares, P. (2001). The media and asylum seekers in Australia. Media Development, 3, 8-12.

Mares, P. (2003). Distance makes the heart grow fonder: Media images of refugees and asylum seekers. In E. Newman, & J. Van Selm (Red.), Refugees and forced displace-ment: international security, human vulnerability, and the state (pp. 330-349). Hong Kong: United Nations University.

McQuail, D. (1995). Media performance: Mass Communication and the public interest. Londen: Sage Publications.

Monahan, J. (1995). Fortress Europe. New Statesman & Society. 25(5), x-xii.

Muus, P. (1995). De wereld in beweging: internationale migratie, mensenrechten en ontwikkeling. Utrecht: Van Arkel.

Literatuur 58

Page 59: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Nauta, L. (1994). Vreemdelingen (afscheidscollege van Lolle Nauta op 31 mei 1994). Krisis, 56, 5-15.

Randall, M. (2003, december). Asylum and immigration; Comparing the Daily Tele-graph, The Guardian and The Independent. Gedownload 6 augustus 2004 van http://www.medialens.org/alerts/2003/031208_Asylum_Immigration.HTM Schans, W., van der, & Buuren, J., van (1999). Dossier Europa: Europees asielbeleid in 2000. Breda: Papieren Tijger.

Shoemaker, P.J., & Reese, S.D. (1996). Mediating the message: theories of influences on mass media content. New York: Longman.

Shohat, E., & Stam R., (2001). Unthinking Eurocentrism: multiculturalism and the me-dia. London: Routledge.

Simmel, G. (1958). Soziologie. Untersuchungen über die Formen der Vergesellschaft-ung. Berlijn: Duncker & Humblot.

Spitz, E. (1991). De Telegraaf; onderzoek naar de berichtgeving over vluchtelingen 1984 t/m 1988. Amsterdam: Wetenschapswinkel Universiteit van Amsterdam.

Stuk, G., Top, B., & Doppert, M. (2000). Media en allochtonen. Journalistiek in de multiculturele samenleving. Den Haag: Sdu Uitgeverijen.

Suurmond, J. (1998). Grenzen aan grenzen. Een analyse van publieke debatten over vluchtelingen en migranten in termen van zorg en rechtvaardigheid. Maastricht: Shaker Publishing.

UNDP (1999). Human development report 1999. New York: Oxford University Press.

UNHCR (1995). The state of the world’s refugees 1995: In search of solutions. New York: Oxford University Press.

UNHCR (1997). The state of the world’s refugees 1997: A humanitarian agenda. New York: Oxford University Press.

UNHCR (2003). Refugees by numbers 2003. Gedownload op 6 mei 2004 van http://www.unhcr.org.uk/info/briefings/statistics/documents/numb2003.pdf

Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, 1948.

Literatuur 59

Page 60: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen, Genève, 1951 (en aanvullend proto-col van 1967).

Vidal, K., Raspoet, E. & Gijsbergen, I., van (1999). Op de deurmat van Europa. Reis langs de grenzen van het vluchtelingenbeleid. Antwerpen: Uitgeverij Houtekiet.

Vink, M., & Meijerink, F (2003). Asylum applications and recognition rates in EU member states 1982-2001: a quantitative analysis. Journal of Refugee Studies, 16(3), 297-314.

Vluchtelingenwerk Nederland (2004). Vluchtelingen in getallen 2004. Gedownload op 24 november 2004 van http://www.vluchtelingenwerk.nl/nl/articles/01070300.7.html

Westin, C. (1999). Regional analysis of refugee movements: origins and response. In A. Ager (Red.), Refugees: perspectives on the experience of forced migration (pp. 24-45). London: Continuu.

Literatuur 60

Page 61: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Bijlage 1: Asielaanvragen in Europa

Figuur 10 Aantal asielaanvragen in de Europese Unie.

1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003Jaar

0

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

Aan

tal a

siel

aanv

rage

n

675460

516410

309710

233460

311420

396700

288100

384530

Noot. EU-landen: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden.

Tabel 11 Asielaanvragen in de Europese Unie: top 10 herkomstlanden, 1992-2001.*

Jaar

Land 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 Totaal

Joeg. 210.907 88.228 47.683 46.105 32.001 40.994 71.185 83.444 36.564 22.816 679.927

Roe. 115.556 87.145 21.422 13.943 8.064 10.300 8.450 7.811 6.954 4.907 285.452

Turk. 35.240 24.388 25.019 40.055 36.918 31.466 19.797 17.629 45.472 27.294 283.278

Irak 11.085 9.802 9.789 14.806 22.295 35.173 31.216 25.328 38.852 40.577 239.013

Afgh. 7.660 7.920 9.185 11.166 11.344 14.515 15.117 16.778 26.474 38.620 158.779

Bosn. 13.231 62.000 20.717 13.524 5.126 6.059 7.959 4.577 9.655 8.486 151.334

Sri L. 13.667 10.632 11.198 11.537 10.060 10.694 9.072 9.858 11.615 10.010 108.343

Iran 7.608 6.883 11.755 9.746 9.794 7.993 7.658 11.315 20.730 12.054 105.536

Som. 13.551 11.155 11.128 11.498 6.892 7.397 10.425 12.285 9.401 9.871 104.203

Cong. 17.373 11.435 8.526 7.412 7.111 7.845 6.383 6.637 7.407 8.614 88.743*EU-landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxem-burg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden.Bron: UNHCR

Bijlage 1 61

Page 62: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Bijlage 2: Codeerschema inhoudsanalyse

Wanneer het in het artikel gaat om vluchtelingen maar ook de term asielzoeker gebruikt wordt voor dezelfde persoon of groep, lees dan in het volgende waar vluchteling staat ook asielzoeker. Waar bovendien vluchteling/asielzoeker in het enkelvoud staat, kan ook meervoud gelezen worden.

Artikelnummer:Jaar (1999 = 99, 2000 = 00):Maand (01 t/m 12):Dag (01 t/m 31): Krant (NRC = 1, AD = 2):Nummer artikel van die dag (eerste artikel = 01):

Aantal woorden:

In hoeverre staan de volgende onderwerpen centraal in het artikel?

De betekenis van de onderwerpen is terug te vinden in de methode.1 = onderwerp wordt genoemd, 2 = onderwerp neemt in verhouding tot andere onder-werpen de grootste ruimte van het artikel in beslag, 3 = artikel gaat alleen over dit on-derwerp.

Vluchtelingen of het vluchtelingenprobleem in het algemeen 1 2 3De situatie van vluchtelingen in gastland of tijdens vlucht 1 2 3Vluchtelingenmigratie 1 2 3 Asielaanvragen 1 2 3 Asielbeleid: ontwikkeling 1 2 3Asielbeleid: uitvoering 1 2 3Opvang: huisvesting 1 2 3Opvang: ander soort hulp aan vluchtelingen 1 2 3 Toelating vluchtelingen 1 2 3Uitzetting/ repatriëring vluchtelingen/uitgeprocedeerde asielzoekers 1 2 3 Illegaliteit 1 2 3 Criminaliteit of geweld van vluchtelingen 1 2 3 Geweldloos verzet van vluchtelingen 1 2 3Verzet met geweld van vluchtelingen 1 2 3Geweldloos verzet tegen vluchtelingen 1 2 3Geweld tegen vluchtelingen 1 2 3

Het artikel komt alleen in aanmerking voor verder onderzoek, als bij tenminste een van de bovenstaande onderwerpen een 2 is te coderen.

Bijlage 2 62

Page 63: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Type bericht:1 = kort nieuwsbericht2 = nieuwsverhaal/ analyse 3 = achtergrondartikel4 = opiniërend artikel/ commentaar

5 = interview6 = reportage/ portret/ human interest 7 = ingezonden brief9 = onduidelijk/ overig

Thema’s

Wordt het duidelijk waar de vluchtelingen in het artikel zich bevinden? 1 = ja

Indien ja, waar? 1 = ja

Noord-Amerika Latijns-Amerika West-EuropaOost-Europa/ Balkan

Midden-Oosten Overig AziëOceaniëAfrika

Indien Europa (4), gaat het om vluchtelingen in een lidstaat van de EU? 1 = ja

Indien ja, welke?1 = ja

Let op! De lidstaten zoals in 2003, dus niet de tien nieuwe lidstaten. Voor het gemak worden Noorwegen, IJsland en Zwitserland hier ook behandeld als EU-lidstaten. Zij zijn officieel geen lid van de EU maar volgen wel het Europees asielbeleid op de voet.

NederlandBelgiëDenemarkenFinlandFrankrijkDuitslandGriekenlandGroot-BrittanniëIJsland

IerlandItaliëLuxemburgNoorwegenOostenrijkPortugalSpanjeZwedenZwitserland

Indien het niet om vluchtelingen of een gebeurtenis aangaande de vluchtelingenproble-matiek in Nederland gaat, wordt in het artikel een link met Nederland gelegd?1 = ja

Een link kan bijvoorbeeld zijn dat de EU, een EU-lidstaat, of actoren uit de EU expliciet ge-noemd worden. Het kan verder gaan om verschillende vormen van betrokkenheid van de EU bijvoorbeeld hulp, interventie of schuld door toedoen van de EU.

Indien het niet om vluchtelingen of een gebeurtenis aangaande de vluchtelingenproble-matiek in EU-lidstaten gaat, wordt in het artikel een link met de EU of EU-lidstaten ge-legd?

Bijlage 2 63

Page 64: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

1 = ja

Wordt het herkomstland/landen van de vluchtelingen genoemd?1 = ja

Indien ja, welk land of gebied? 1 = ja, zonder achtergrondinformatie 2 = ja, met achtergrondinformatie

Met achtergrondinformatie wordt bedoeld dat er informatie over het land van herkomst gegeven wordt. Dat kan zijn de huidige politieke of economische situatie, geschiedenis etc. Belangrijk is dat de informatie meer over het land van herkomst vertelt waardoor het duidelijk wordt waarom de vluchteling gevlucht is.

De landen waarvandaan de meeste vluchtelingen komen zijn afzonderlijk opgenomen in de lijst. Wanneer een land genoemd wordt, die niet afzonderlijk voorkomt, dan dient het te worden gecodeerd onder het gebied waar het land bij hoort. Zo hoort bijvoor-beeld Syrië bij het Midden-Oosten.

Noord-Amerika:- Noord-Amerika

Midden-Amerika:- Mexico- Nicaragua- Overig Midden-Amerika

Caraïben:- Cuba - Haïti- Nederlandse Antillen- Overig Caraïben

Zuid-Amerika:- Colombia- Overig Zuid-Amerika

Europa:- Albanië - Bosnië- Kosovo - Serviërs (ook uit Bosnië)- Voormalig Joegoslavië- Zigeuners- Overig Balkan- Overig Oost-Europa- Een v.d. tien nieuwe lidstaten

EU (2004)Midden-Oosten:- Koerden- Turkije

- Irak- Iran- Palestijnse Gebieden- Overig Midden-Oosten

Kaukasus:- Tsjetsjenië- Overig Kaukasus

Centraal Azië:- Afghanistan- Overig Centraal Azië

Zuid-Oost Azië:- Indonesië- Overig Zuid-Oost Azië

Rest Azië:- China- Bangladesh- India- Nepal- Noord-Korea- Pakistan- Tibet- Sri Lanka- Overig Azië

Oceanië:- Oceanië

Noord-Afrika:

Bijlage 2 64

Page 65: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

- Marokko- Algerije- Overig Noord-Afrika

Overig Afrika:- Angola- Burundi- Congo/Zaïre- Eritrea- Ghana- Ivoorkust- Liberia

- Nigeria- Uganda- Rwanda- Siërra Leone- Sudan- Somalië- Ethiopië- Kaapverdië- Mozambique- Zimbabwe- Overig Afrika

Worden de redenen genoemd waarom de vluchteling/asielzoeker het eigen land verlaten heeft (push-factoren)?1 = ja

Indien ja, welke? 1 = ja

o Onveiligheid in het algemeen o Politieke instabiliteit in het algemeeno Economische onzekerheid in het algemeeno Oorlog o Ander geweld o Vervolging o Marteling o Honger o Armoede o Ziekte o Natuurramp o Desertieo Anders, namelijk:

Bijlage 2 65

Page 66: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Worden de redenen genoemd waarom de vluchteling is gevlucht (pull-factoren)?1 = ja

Indien ja, welke? 1= ja

o Politieke stabiliteit (wanneer het artikel spreekt over politieke stabiliteit in het algemeen, of specifieker: veiligheid, vrijheid, bescherming van mensenrechten).

o Economische stabiliteit (wanneer het artikel spreekt over economische stabiliteit in het algemeen of specifieker: aanwezigheid goede sociale voorzieningen, welvaart, werkgelegenheid, hoog inkomen, goede gezondheidszorg, goed onderwijs).

o Gunstig asielbeleid (wanneer het artikel spreekt over de gunstige kansen op het krijgen van verblijfsvergunning, lengte van de asielprocedure, goede opvang tijdens de asielprocedure of een link legt tussen het aantal asielzoekers en het beleid dat wordt gevoerd).

o Verblijf van familie in gastlando Vermeende tolerantie of afwezigheid vreemdelingenhaato Mensensmokkelroutes richting het gastlando Anders, namelijk:

Worden de dieperliggende ‘root-causes’ van de vluchtelingenproblematiek besproken?1 = ja

Let Op! De volgende vragen worden alleen gecodeerd bij artikelen waarbij het gaat om vluchtelingen in EU-landen.

Wordt er in het artikel gesproken over de hoeveelheid vluchtelingen die naar het gastland komen? 1 = ja

Indien ja, op welke manier wordt het aantal aangeduid? 1 = ja

o Met concrete cijfers o Met het woord ‘aantal’o Met een synoniem van ‘aantal’ of een metafoor, namelijk:

Indien ja, wordt dit getal vergeleken met aantallen vluchtelingen in andere landen?

0 = nee1 = ja, een vergelijking met landen in Europa2 = ja, een vergelijking met landen buiten Europa3 = ja, een vergelijking met landen zowel binnen als buiten Europa

Wordt er in het artikel een ‘type’ vluchteling genoemd?1 = ja

Page 67: 1 Inleiding - Mira Media aan de... · Web viewEen van de belangrijkste maatregelen is de regel ‘het land van eerste binnenkomst’ dat inhoudt dat een asielzoeker maar in een lidstaat

Indien ja, welke? 1 = ja

o Politiek vluchtelingo Economisch vluchtelingo Gedwongen vluchtelingo Vrijwillige vluchtelingo Illegale vluchteling o ‘Echte’ vluchtelingo ‘Onechte’ vluchtelingo Anders, namelijk:

Speciale uitzonderingen/ opmerkingen over het artikel: