Kunsturnen en grafsteenpoëzie lend, wegen gemiddeld 45 ... · Award en een Henry van de Velde...

3
Tegenwoordig is er naast de standaardkist veel meer mogelijk. Dom van der Laan Meubeldesign levert op bestelling een sobere, robuuste kist die is ontworpen door de bekende benedictijn en architect Dom Hans van der Laan. Het materiaal bestaat uit een binnen- en buitenzijde van multiplexmateriaal en wordt aan de buitenkant voorzien van een verflaag in het kleuren- gamma van de meubelcollectie. Aan de hoofdzijde kan een kruisteken in het hout gefreesd worden. Daarnaast kunnen er zes aluminium handgrepen worden bevestigd. De kist maakt deel uit van de collectie kloostermeubels, gebaseerd op oorspron- kelijke tekeningen van de in 1991 overleden Hans van der Laan. De doodskist van meubelbedrijf Maat is toevallig tot stand gekomen. “Toen mijn moeder onverwacht overleed, wilden mijn broer (meubelmaker) en ik (ontwerper) als laatste eerbetoon zelf de kist ontwerpen en maken”, vertelt Carlo Seminck. “Vanuit het gedachtengoed van de Maat-meubelcollectie is de vormgeving sober, zonder ornamenten – eigenlijk herleid tot de basisvorm van een kist. Met op menselijke maat gestoelde verhoudin- gen en een natuurlijk materiaalgebruik.” Bij de begrafenis waren verschillende mensen gecharmeerd door die soberheid. Achteraf kregen ze meermaals de vraag om nog zo’n kist te maken. In 2009 nam Seminck met zijn toenmalige vennoot bij Maat, Stefaan Platteau, deel aan de International Funeral Awards, waar ze de eerste prijs behaalden in de categorie lijkkisten. Dit deed hen besluiten om de kist te commercialiseren en ook een urn te ontwerpen. “We gaan uit van ‘oervormen’ die we terugbrengen naar de essentie en op die manier transformeren naar deze tijd.” Voor de kist wordt massieve eik en notelaar gebruikt, linnen voor de binnenkant. Voor de urn aluminium, afgewerkt met nextelverf. Duurzame kisten winnen aan populariteit. 80 % van de huidige ‘houten’ grafkisten is niet van massief hout gemaakt, maar van spaanplaat met een dun laagje houtfineer. Ze zijn milieuvervui- lend, wegen gemiddeld 45 kilo én zien er ook nog eens somber Kunsturnen en grafsteenpoëzie Natasja Admiraal Begrafenisrituelen zijn sterk gebonden aan tijd, plaats, cultuur en religie en dus over de hele wereld verschillend. Elk land heeft zijn eigen wetten en regels voor de gang van zaken. Mede daar- om wordt de uitvaartsector gezien als een conservatief wereldje waarin alles bij het oude wordt gelaten. Toch probeert de branche daar waar mogelijk innovatief te zijn. Onze rouwcultuur wordt steeds gevarieerder. Niet alleen door ontkerkelijking en immigra- tie, maar ook doordat rouwrituelen steeds persoonlijker worden. Het taboe rond sterven is minder groot, er kan nu meer. Duur- zaamheid is de grootste trend. Vlaamse uitvaartondernemers staan open voor vernieuwing en kijken veel naar de Nederlandse markt. Uitvaartmaatschappij Dela sloeg al eens de handen ineen met Design Academy Eindhoven. De jaarlijkse vakbeurs Funeral- @Work in Leuven exposeert nieuwigheden en eens in de twee jaar worden de International Funeral Awards – de ‘Oscars van de uitvaartbranche’ – uitgereikt aan de meest vernieuwende on- dernemingen. Ontwerpers storten zich vol overgave op het thema en vaak vormt een persoonlijke gebeurtenis de aanleiding. De doodskist herbekeken Industrieel ontwerper Wim Segers tekende zijn uitvaartkisten begin jaren negentig, naar aan- leiding van de dood van zijn zus. Hij stelde vast dat de vormgeving van kisten decennialang nauwelijks wijzigde. “Mensen veranderen, architectuur verandert, mode en design veranderen, alleen de doodskist ziet er nog precies hetzelfde uit als honderd jaar geleden.” Waar klassieke kisten vaak iets bombastisch hebben, zijn de kisten van Wim Segers strak, kaal en kleurig. Geen enkel model heeft grepen, ornamenten of opvallende versieringen. Wel veel symboliek: er is een gelaagde kist als symbool voor de kringloop van het leven, een kist in de vorm van een tunnel die ‘oneindige rust’ verbeeldt en een licht hellende kist die verwijst naar af- scheid nemen en loslaten. Omdat de markt nog niet klaar was voor deze ‘nieuwe generatie uitvaartkisten’ kwamen ze pas in 2003 op de markt, toen Wim Segers samen met zakenpartner Wim Alenus het bedrijf W.Kwadraat oprichtte. Het leidde direct tot positieve reacties en nominaties voor een International Funeral Award en een Henry van de Velde Award voor Beste Product. Toch weigert Segers de termen design en kunst in de mond te nemen. “Ik beschouw de kisten als voorwerpen, net als een stoel of muur, en elk voorwerp heeft een bepaald karakter. Een doodskist vind ik vooral een erg poëtisch object.” Levendig design in de uitvaartwereld THEMA 55 W. Kwadraat Dom van der Laan Meubeldesign Cloud, Tim Celis en Wim Bamelis Design en sterven, het is niet de meest voor de hand lig- gende combinatie. De uit- vaartbranche is bij uitstek een wereld van tradities en rituelen. Is daar wel plaats voor vernieuwing? Van alternatieven voor de geijkte urn of doodskist tot oplossingen voor hoe een uitvaart mooier, per- soonlijker, goedkoper of duurzamer kan. Met hun vindingrijkheid bewijzen hedendaagse ontwerpers dat de uitvaartwereld juist dynamisch is.

Transcript of Kunsturnen en grafsteenpoëzie lend, wegen gemiddeld 45 ... · Award en een Henry van de Velde...

Page 1: Kunsturnen en grafsteenpoëzie lend, wegen gemiddeld 45 ... · Award en een Henry van de Velde Award voor Beste Product. Toch weigert Segers de termen design en kunst in de mond te

Tegenwoordig is er naast de standaardkist veel meer mogelijk. Dom van der Laan Meubeldesign levert op bestelling een sobere, robuuste kist die is ontworpen door de bekende benedictijn en architect Dom Hans van der Laan. Het materiaal bestaat uit een binnen- en buitenzijde van multiplexmateriaal en wordt aan de buitenkant voorzien van een verflaag in het kleuren-gamma van de meubelcollectie. Aan de hoofdzijde kan een kruisteken in het hout gefreesd worden. Daarnaast kunnen er zes aluminium handgrepen worden bevestigd. De kist maakt deel uit van de collectie kloostermeubels, gebaseerd op oorspron-kelijke tekeningen van de in 1991 overleden Hans van der Laan.

De doodskist van meubelbedrijf Maat is toevallig tot stand gekomen. “Toen mijn moeder onverwacht overleed, wilden

mijn broer (meubelmaker) en ik (ontwerper) als laatste eerbetoon zelf de kist ontwerpen en maken”, vertelt Carlo Seminck. “Vanuit het gedachtengoed van de Maat-meubelcollectie is de vormgeving sober, zonder ornamenten – eigenlijk herleid tot de basisvorm van een kist. Met op menselijke maat gestoelde verhoudin-gen en een natuurlijk materiaalgebruik.”

Bij de begrafenis waren verschillende mensen gecharmeerd door die soberheid. Achteraf kregen ze meermaals de vraag om nog zo’n kist te maken. In 2009 nam Seminck met zijn toenmalige vennoot bij Maat, Stefaan Platteau, deel aan de International Funeral Awards, waar ze de eerste prijs behaalden in de categorie lijkkisten. Dit deed hen besluiten om de kist te commercialiseren en ook een urn te ontwerpen. “We gaan uit van ‘oervormen’ die we terugbrengen naar de essentie en op die manier transformeren naar deze tijd.” Voor de kist wordt massieve eik en notelaar gebruikt, linnen voor de binnenkant. Voor de urn aluminium, afgewerkt met nextelverf.

Duurzame kisten winnen aan populariteit. 80 % van de huidige ‘houten’ grafkisten is niet van massief hout gemaakt, maar van spaanplaat met een dun laagje houtfineer. Ze zijn milieuvervui-lend, wegen gemiddeld 45 kilo én zien er ook nog eens somber

Kun

stur

nen

en

graf

stee

npoë

zie

Natasja Admiraal Begrafenisrituelen zijn sterk gebonden aan tijd, plaats, cultuur en religie en dus over de hele wereld verschillend. Elk land heeft zijn eigen wetten en regels voor de gang van zaken. Mede daar-om wordt de uitvaartsector gezien als een conservatief wereldje waarin alles bij het oude wordt gelaten. Toch probeert de branche daar waar mogelijk innovatief te zijn. Onze rouwcultuur wordt steeds gevarieerder. Niet alleen door ontkerkelijking en immigra-tie, maar ook doordat rouwrituelen steeds persoonlijker worden. Het taboe rond sterven is minder groot, er kan nu meer. Duur-zaamheid is de grootste trend. Vlaamse uitvaartondernemers staan open voor vernieuwing en kijken veel naar de Nederlandse markt. Uitvaartmaatschappij Dela sloeg al eens de handen ineen met Design Academy Eindhoven. De jaarlijkse vakbeurs Funeral-@Work in Leuven exposeert nieuwigheden en eens in de twee jaar worden de International Funeral Awards – de ‘Oscars van de uitvaartbranche’ – uitgereikt aan de meest vernieuwende on-dernemingen. Ontwerpers storten zich vol overgave op het thema en vaak vormt een persoonlijke gebeurtenis de aanleiding.

De doodskist herbekeken

Industrieel ontwerper Wim Segers tekende zijn uitvaartkisten begin jaren negentig, naar aan-leiding van de dood van zijn zus. Hij stelde vast dat de vormgeving van kisten decennialang nauwelijks wijzigde.

“Mensen veranderen, architectuur verandert, mode en design veranderen, alleen de doodskist ziet er nog precies hetzelfde uit als honderd jaar geleden.”

Waar klassieke kisten vaak iets bombastisch hebben, zijn de kisten van Wim Segers strak, kaal en kleurig. Geen enkel model heeft grepen, ornamenten of opvallende versieringen. Wel veel symboliek: er is een gelaagde kist als symbool voor de kringloop van het leven, een kist in de vorm van een tunnel die ‘oneindige rust’ verbeeldt en een licht hellende kist die verwijst naar af-scheid nemen en loslaten. Omdat de markt nog niet klaar was voor deze ‘nieuwe generatie uitvaartkisten’ kwamen ze pas in 2003 op de markt, toen Wim Segers samen met zakenpartner Wim Alenus het bedrijf W.Kwadraat oprichtte. Het leidde direct tot positieve reacties en nominaties voor een International Funeral Award en een Henry van de Velde Award voor Beste Product. Toch weigert Segers de termen design en kunst in de mond te nemen. “Ik beschouw de kisten als voorwerpen, net als een stoel of muur, en elk voorwerp heeft een bepaald karakter. Een doodskist vind ik vooral een erg poëtisch object.”

Leve

ndig

des

ign

in

de u

itva

artw

erel

d

THEMA55

W. K

wadraat

Dom

van der Laan Meubeldesign

Cloud, Tim

Celis en W

im B

amelis

Design en sterven, het is niet de meest voor de hand lig-gende combinatie. De uit-vaartbranche is bij uitstek een wereld van tradities en rituelen. Is daar wel plaats voor vernieuwing?

Van alternatieven voor de geijkte urn of doodskist tot oplossingen voor hoe een uitvaart mooier, per-soonlijker, goedkoper of duurzamer kan. Met hun vindingrijkheid bewijzen hedendaagse ontwerpers dat de uitvaartwereld juist dynamisch is.

Page 2: Kunsturnen en grafsteenpoëzie lend, wegen gemiddeld 45 ... · Award en een Henry van de Velde Award voor Beste Product. Toch weigert Segers de termen design en kunst in de mond te

Ook de lijkwade is een ecologisch en esthetisch alternatief voor de anonieme, hoekige doodskist. Een grote doek waarin de overledene wordt gewikkeld, gemaakt van een biologisch afbreekbare stof zoals katoen, linnen of zijde. In tegenstelling tot het deksel van een kist kan de wade stapsgewijs worden gesloten, bijvoorbeeld elke dag een stukje verder. In deze zachte omhulling blijven de contouren van het lichaam zichtbaar; het houdt de overledene op liefdevolle wijze dichtbij. Zo zijn nabestaanden nauw betrokken bij het afscheid en verloopt dit proces gelijkmatiger.

Urn als kunstwerk

Het aantal mensen dat voor crematie kiest, blijft groeien. Omdat we in grote mate zelf kunnen beslissen wat er met de as gebeurt, is de vraag naar bijzondere urnen enorm toegenomen. Interieurontwerpers Wim Celis en Tim Bamelis wilden de klassieke urn – een cilindervormige pot met deksel – tot kunstobject verheffen en creëerden zes strakke, moderne asurnen. Zo is er onder andere Cloud (een witte wolk), Cross (een dubbele urn in de vorm van een tweekleurig kruis), Cube (een kubusvormig model) en Woody (een sobere houten kubus). Ze worden per bestelling en op maat gefabriceerd.

“Onze urnen zijn vooral ontworpen als stijlvol en sereen aandenken aan een dierbare. Met hun elegantie, verhouding en formaat zijn ze gemaakt om gedeeltelijk de as te herbergen. Als het ware een klein kunstwerk, dat je indien gewenst een persoonlijke touch kunt geven door een inscriptie of een bepaald materiaalgebruik.”

Graficus Philippe Rombouts had zoveel respect voor de liefdevolle relatie van zijn ouders dat hij een filosofische urn ontwierp. Illum brengt een ode aan het leven en aan de relatie met de geliefde voor, tijdens en na het overlijden. Hoewel het ontwerp alleenstaand ook zeer symbolisch is, wint het aan kracht zodra twee urnen met de zogenaamde ‘soullink’ worden verbonden. Dan wordt het de twee-eenheid waarnaar Aristoteles al verwees. “Met een klare lijn benadrukt de samenstelling

de bijna vanzelfsprekende relatie tussen twee gelijkgestemde zielen.”

In het atelier worden ultralicht aluminium, zacht rubber, roestvrij staal, subtiele taft en diverse soorten edelhout op ambachtelijke wijze geassembleerd. Op de website worden deze houtsoorten nader toegelicht:

“Dat kokospalm bijvoorbeeld geen jaarringen heeft, vinden we symbolisch onweerstaanbaar. Ons palmhout komt bovendien van plantages waar oude gekweekte kokospalmen – na zeventig jaar – niet meer vruchtdragend zijn en gekapt worden om plaats te maken voor toekomstige gewassen. Dit palmhout komt uit een ecologisch verantwoorde bron en is een zeer duurzaam alternatief voor bedreigd hardhout.”

Veel nabestaanden vinden het moeilijk dat bij verstrooiing van de as het afscheid zo abrupt is. De waterurn van Wout Laurens biedt een waardig alternatief en maakt een natuurlijk afscheid mogelijk. Dit is een bronzen bol die het regenwater langzaam laat doorsijpelen. Via een ingenieus doseersysteem wordt de as geleidelijk met het water afgevoerd en opgenomen in het grondwater. Het duurt gemiddeld tien jaar voor de as volledig

The Flowery Funeral, H

edwig H

ulshof. Foto: Lisa K

lappe © D

esign Academ

y Eindhoven

Maat. Foto: Verne

is afgegeven. Een geleidelijk proces, net als rouwen. Het kunstige object kan op een speciale plek in de eigen tuin worden geplaatst of bijgezet op een kerkhof.

Verdriet in letters

Voor grafzerken leiden alle wegen naar Brugge. De stad staat op de wereldkaart als het gaat om letterontwerp en kalligrafie. Kristoffel Boudens begon in 1989 als letterkapper omdat hij zich na zijn opleiding als kunstschilder te jong voelde om zijn schilder- en tekenwerk te promoten. Aangezien zijn vader kalligraaf en zijn oudste broer letterkapper was, leek dit beroep hem een geschikt en haalbaar alternatief.

“De term ‘letterkapper’ benadrukt eenzijdig de technische kant. ‘Tekstvormgever voor steen’ is een minder elegante maar meer nauwkeurige term,” stelt hij.

Zijn broer Pieter was dertig jaar geleden de eerste die in België een nieuwe stijl designgrafstenen maakte.

“Daarna kwam hier niet alleen de uit Texas afkomstige kalligraaf Brody Neuenschwander, maar ook letterkapster Maud Bekaert, kalligraaf Yves Leterme en Lieve Cornil met haar school The European Lettering Institute en haar ont-werpbureau Studio XII. Verder zijn er vijf winkels die serieus op kalligrafie inzetten en onlangs is vanuit de Brugse Erfgoedcel en Musea Brugge – als tweede poot naast Handmade in Brugge – Brugge Letterstad opgericht, dat dit potentieel verder wil in kaart brengen en uitbouwen. Zo heeft de stad een sterke reputatie ontwikkeld.”

Sinds de twintigste eeuw ontwikkelt zich om de tien jaar een herkenbare nieuwe typografiestijl. In de eerste helft van de vorige eeuw zag je op grafstenen vooral blokletters. In de jaren zestig werden mechanisch gefreesde en bronzen opgezette letters populair. Rond de jaren tachtig introduceerde Pieter Boudens de met de hand ontworpen en gekapte klassieke Romeinse kapitaal: een letter met dik-duncontrast en elegante ‘voetjes’. Vandaag is letterkappen een rage geworden. Er heeft zich een sneeuwbaleffect voorgedaan.

“Mijn broer heeft meerdere mensen opgeleid en cursussen gegeven. Zelf heb ik iemand opgeleid via een leercontract en begeleidde ik

jarenlang een cursus tekstontwerp voor steen. De door ons opgeleide mensen hebben op hun beurt weer cursussen gegeven.”

Kleinere columbariumstenen bieden Kristoffel Boudens weinig mogelijkheden. Hij kan die niet als object ontwerpen. Ze worden dicht op elkaar in een muur ingebouwd en daardoor uiteindelijk een detail in een geheel dat hem esthetisch geen voldoening schenkt. Een columbariumsteen, doorgaans 50 bij 50 centimeter, biedt bovendien slechts plaats voor namen en data.

“Een grafsteen heeft volume en een regel poëzie erop is tamelijk gangbaar, wat zowel inhoudelijk als qua compositie en ritme meer mogelijkheden biedt.”

Volgens Boudens is de Vlaamse uitvaartcultuur sterk gecom-mercialiseerd en zorgen multinationals voor schaalvergroting. Kleine ondernemers bieden tegenwicht met een persoonlijke, soms artistieke inslag.

Enkele jaren geleden publiceerde het weekblad Humo een artikel over de toename van het aantal goedkope begrafenissen, tot 250 per jaar. Lowbudgetuitvaarten voor armen of mensen die alleen sterven werden beschouwd als dé groeiniche binnen de Belgische uitvaartbranche. Ontwerper Mark Berkers stuitte na de dood van zijn vader op het probleem dat de uitvaart-dienst weinig transparantie toont. De prijzen zijn zeer hoog, zonder dat nabestaanden weten waarvoor ze precies betalen.

“Afspraken worden gemaakt in tijden van emotionele nood en niemand wil beknibbelen op het laatste afscheid van een geliefde.”

THEMA57

Onora

en saai uit, stelt Marieke Havermans. Vanuit haar achtergrond als verpakkingstechnoloog ontwikkelde ze een milieuvriendelijk en stijlvol alternatief: een kist uit bioplastic, gemaakt van organisch restafval zoals aardappelschillen. Modern vorm-geven met vloeiende lijnen, afgeronde hoeken en leverbaar in meerdere kleuren. Aan de onderzijde bevindt zich een draagrand, de traditionele handgreep is daardoor overbodig. Met haar bedrijf Onora won Havermans de Marie Claire Starters Awards 2014 en dit jaar de MKB Export Award. Na 2 jaar productont- wikkeling is ze klaar om de internationale markt te betreden. Ze heeft momenteel een distributeur in Nederland en België.

Een charmant idee is de ecologische uitvaartcocon van Hedwig Hulshof, gemaakt van afbreekbaar karton en papierpulp. Deze doet denken aan Gravioli, een uitvaartcocon van biodegradeer-baar composiet, ontworpen door Hans Weyers en Klaas Borms in 2002. In plaats van de gebruikelijke schroeven koos Hulshof voor knopen van keramiek om de kist op een zachte, respect-volle manier te sluiten. Bij de rouwkaart zit een bericht dat, voorzien van een persoonlijke herinnering of handgeschreven boodschap, wordt gevouwen tot bloem. Steek het tijdens de ceremonie in een van de open kruisjes bovenop de kist en de overledene wordt bedekt met een bloemenveld. Bloemberichten verminderen de afstand en creëren betrokkenheid. Je sluit er je eigen gedachten en de kist letterlijk mee af. De ontwerper won de publieksprijs tijdens de Dutch Design Week 2012 en heeft een fabrikant gevonden die de kist in productie wil nemen.

Page 3: Kunsturnen en grafsteenpoëzie lend, wegen gemiddeld 45 ... · Award en een Henry van de Velde Award voor Beste Product. Toch weigert Segers de termen design en kunst in de mond te

Om een vraagteken te zetten bij het monopolie van uitvaart- ondernemers, introduceerde hij een begrafenis geïnspireerd door een bekende prijsvechter in de luchtvaartindustrie. Met easyFuneral wil hij de begrafenisbranche goedkoper en toegankelijker maken. Uit recent onderzoek blijkt dat een uit-vaart in Vlaanderen gemiddeld 4 500 euro kost. Berkers biedt met zijn taboedoorbrekende concept een complete begrafenis voor 1 000 euro, inclusief een eenvoudige kist van karton.

Kan een uitvaart behalve goedkoper ook groener? Minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) werkt momenteel aan een aanpassing in de wetgeving om de eerste natuurbegraafplaatsen in België mogelijk te maken. Dat idee valt bij veel mensen in goede aarde en het doel is om eind dit jaar een concreet voor-stel op tafel te hebben. In Nederland bestaan dergelijke plekken al langer. Anders dan bij een klassieke begraafplaats waar grafzerken, columbaria en urnenvelden bij elkaar liggen, gaat het hier om een bosrijke omgeving waar weinig tot geen graf-markeringen worden aangebracht. Ook de manier van begraven gebeurt veelal met groene uitvaartproducten. Zo worden op veel begraafplaatsen in Vlaanderen biologisch afbreekbare urnen begraven in een ‘urnenbos’. De Italiaanse ontwerpers Anna Citelli en Raoul Bretzel gaan nog een stapje verder. Zij verrasten dit jaar met hun vernieuwende concept Capsula Mundi, een cocon waarin iemand begraven kan worden en waaruit vervolgens een boom groeit. Op deze manier proberen zij de kringloop van het leven echt rond te maken. Het idee is dat de persoon in kwestie zelf een ‘Capsula Mundi’ uitkiest en dat nabestaanden deze boom na hun dood verzorgen. Begraafplaatsen veranderen op deze manier in een soort ‘heilige bossen’ die de herinnering aan de overledene letterlijk in leven houden.

R.I.P. 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen

Is de traditionele Vlaamse begrafeniscultuur in de loop van de twintigste eeuw zelf een stille dood gestorven? De toediening van de laatste sacramenten, het opbaren in een rouwkapel thuis, de dodenwake, het kisten door de dorpstimmerman. Het worden steeds meer vage herin-neringen. In de confrontatie tussen ‘paapsen’ en ‘geuzen en ketters’ kreeg de dood zelfs een strijdlustig karakter. De tentoonstelling R.I.P. 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaan-deren in het Gentse Caermerskloos-ter wil deze traditionele gebruiken en herinneringen vastleggen voor de toekomst. Dit rijke materiële en immateriële erfgoed wordt geïllus-treerd aan de hand van onder meer oude rouwkleding, een lijkkoets, doodsprentjes, rouwbrieven, foto’s en schilderijen.

Toch is het meer dan een nostal-gische terugblik. Tradities zijn er om te worden doorbroken: in onze moderne, multiculturele samen- leving is de Vlaamse begrafenis-cultuur ingrijpend veranderd. Oude gewoonten vervagen, nieuwe vormen van herdenken en afscheid nemen vinden hun ingang vanuit vrijzinnige milieus. Universele thema’s als de dood inspireren ook hedendaag-se kunstenaars: er is werk te zien van Jeroen Boussier, Alexandra Leyre Mein en Renato Nicolodi. De tentoonstelling en het bijbehorende boek (uitgeverij Academia Press) zijn de resultaten van een onderzoeks-project van het Liberaal Archief. In de publicatie belichten zeven auteurs diverse thema’s rond het funerair verleden en heden van Vlaanderen. De tentoonstelling R.I.P. 200 jaar begrafeniscultuur in Vlaanderen loopt nog tot 14 juni 2015 in het Caemersklooster in Gent.

THEMA59

Kristoffel B

oudens

Capsula M

undi, Anna C

itelli en Raoul B

retzel

Online rouwen met een QR-code

Internet speelt ook in de uitvaartsector een steeds grotere rol. Facebook – dat de moge-lijkheid biedt om van de pagina van een overleden gebruiker een ‘herdenkingsplek’ te maken – en online-‘begraafplaatsen’ als i-tomb en i-memorial zijn slechts enkele voorbeelden. De Belgische branche maakt qua online ontwikkelingen een enorme inhaalslag: veel uitvaartondernemingen hebben naast een website een mobiele app. In oktober vorig jaar werd door een Vlaamse firma een nieuw internetplatform voor rouwenden opgericht. Elysway is een gratis sociaal platform in vijf talen waarop mensen een profielpagina kunnen aanmaken voor hun dierbare overledene. Gebruikers kunnen steun- en rouwbetui-gingen posten, foto’s en herinneringen delen of meeschrijven aan diens levensverhaal. Iedere overledene krijgt bovendien een QR-code, die geplaatst kan worden op de rouwbrief, in de krant, maar ook op de grafsteen. Bezoekers kunnen het levens-verhaal zo eenvoudig via een smartphone of tablet raadplegen.

Waterurn, W

out Laurens

Illum, P

hilippe Rom

bouts