PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

LESONTWERP

datum indienen(in te vullen door stagementor)

handtekening stagementor

eventuele reden uitstel

naam Isabel Blarinck

klas DLO 1 BALO 1… 2… 3… 4…studietrajectbegeleider: An Ceustermans

school : De letterberg leergebied : Muzische opvoeding

klas en leerjaar : 2de leerjaar (A klas) onderdeel : Muziek

aantal leerlingen : 19 lesonderwerp : Je weet niet wat je ziet

datum (data) : lestijden : van tot uur

van tot uur

van tot uur

AANDACHT! Permanent evaluatiedossier (PED) steeds mee afgeven bij het indienen van het lesontwerpVOORTAAK: door leerlingen tegen de lesdatum mee te brengen materiaal of uit te voeren opdracht

AANVRAAG MATERIAAL STAGESCHOOL- voor de lesgever:

- voor de leerlingen:

BRONNEN: handboeken, naslagwerken, documentatie van oefenschool of medestudenten (in te vullen volgens APA-systeem) (vanaf semester 1)

Haverkort, F., van der Lei, R., & Noordam, L. (2010). Eigen-wijs liedbundel voor kinderen van 4 - 12 jaar. Born: SMV.

Bloy, C. (sd). Opgeroepen op november 4, 2012, van UKCountrymusic.net: http://www.ukcountrymusic.net/2012/05/new-radio-show-to-be-annouced-shortly/

1

Katholieke Hogeschool LeuvenDepartement LerarenopleidingProfessionele bachelor in onderwijs: lager onderwijsCampus HeverleeHertogstraat 178 - 3001 HeverleeTel. 016 37 56 00 – Fax 016 37 56 99Campus DiestWeerstandsplein 2 – 3290 DiestTel. 013 35 06 90 – Fax 013 33 54 01

SITUERING IN DE LEERPLANNEN: pagina en omschrijving (wiskunde, beeld, muziek, godsdienst: vanaf maart; bewegingsopvoeding, drama: vanaf mei )

BEGINSITUATIE: relevante voorkennis, belevings- en ervaringswereld van leerlingen, motivering, voortaken, klasgewoonten (vanaf semester 2)

LEERDOELEN: noteer de essentiële lesdoelen. Rangschik ze volgens de lesfasering en geef met een passend symbool aan of ze cognitief (C), dynamisch-affectief (DA), sociaal (S) of psychomotorisch (PM) zijn (vanaf semester 2)

ONDERWIJSLEERMIDDELEN (vanaf semester 1)

Smartboard (projectie liedje)Liedje op apart blad (bijlage 1)Prenten die bij het lied horen (bijlage 2)Prent van radio (bijlage 3)

Zelf ontworpen werkbladen steeds in twee exemplaren bijvoegen (één blanco en één ingevuld). Voor oefeningen uit het werkboek steeds de opgave met correctiesleutel toevoegen. Andere documenten die gebruikt worden in functie van de les steeds toevoegen.

2

VERANTWOORDING VAN HET DIDACTISCH HANDELEN: gebaseerd op vakdidactiek, leren en ontwikkelen, didactisch kader, minimum 3 theoretische denkkaders (stage maart: 1 les wiskunde, 1 les beeldopvoeding en 1 les spelling; stage mei: 1 les wiskunde, 1 les taal en 1 les W.O.)

AANDACHTSPUNT EN REFLECTIE VOOR DEZE LES (facultatief in te vullen voor lessen vanaf semester 2)Concretisering

BORDSCHEMA: een werkelijkheidsgetrouwe en handgeschreven weergave met kleuren, ... rekening houdend met de beschikbare ruimte (vanaf semester 1)

3

Naam student: Isabel Blarinckx4

Stageleerjaar: 2AOnderwerp van de les: Muziek: Je weet niet wat je ziet.

T Lesgang en Leerinhouden Didactische werkvormenMateriaalgebruik Organisatie

1. Inleiding'1 1.1 Voeren van een gesprek over dingen die niet

kunnen.Kinderen, ik moet eens iets vertellen! Ik zat daarnet in de leraarskamer mijn boterhammen op te eten en ineens zie ik daar een muis. En die muis komt naar mij toe en die zegt: "Juf Isabel, ik heb zóóó'n honger, krijg ik geen stukje kaas van tussen uw boterham?Nu, kan dat eigenlijk?Lln: Neen.Nee, natuurlijk niet eh.

Didactische werkvorm:Klasgesprek

Materiaalgebruik:/

Organisatie:De juf vertelt een verhaal om zo het thema van het lied in te leiden.

2. Kern'2 2.1 Luisteren naar het lied: "Je weet niet wat je

ziet".Goed, nu we gaan vandaag ook een liedje leren over dingen die niet kunnen, en het liedje heet: 'Je weet niet wat je ziet'. Ik ga het een keertje laten horen, goed opletten want jullie moeten me zo dadelijk vertellen waarover het liedje gaat.

Leerkracht laat het lied horen.

Goed, wat hebben jullie allemaal gehoord? Waarover gaat het liedje? Gaven ze in het liedje voorbeelden van dingen die niet kunnen? Welke?Lln: dingen die niet kunnen; een vis in een vergiet, een draak op honderd voeten, een zwaan met zomersproeten, cola uit de kraan, een schoolreis naar de maan.

Didactische werkvorm:Individuele opdrachtsvorm

Materiaalgebruik:Gebruik van cd en pc.

Organisatie:De juf stelt vragen. De kinderen antwoorden na het luisteren van het lied.

'1,5 2.2 Ordenen van tekeningen in chronologische volgordeIk ga nu tekeningen aan het bord zetten maar ze staan niet in de juiste volgorde. Ik ga het liedje nog een keer laten horen en dan moeten jullie de tekeningen in de juiste volgorde zetten zoals ze in het lied aan bod komen.

Leerkracht laat het lied horen.

Goed, welke tekening moet op de eerste plaats?Lln: vis in een vergiet.Welke op de tweede plaats?Lln: draak op honderd voeten.Welke op de derde plaats?Lln: zwaan met zomersproeten.Welke op de vierde plaats?Lln: cola uit de kraan.

Didactische werkvorm:Klassikale opdrachtsvorm

Materiaalgebruik:Gebruik van cd en pc. En prenten die bij het lied horen.

Organisatie:De juf geeft een opdracht (chronologisch ordenen prenten). De leerlingen voeren uit na het luisteren van het lied.

5

Welke op de vijfde plaats?Lln: schoolreis naar de maan.

'2 2.3 Houden van een gesprek over de inhoud van het lied.Waarom kan een vis in een vergiet niet?Lln: dan stroomt al het water eruit en dan kan de vis niet overleven.Waar moet de vis dan wel in?Lln: in een visbokaal, in een aquarium.Wat moet er dan wel in een vergiet?Lln: bijvoorbeeld groentjes, …En een draak op honderd voeten? Kan dat? Lln: draken bestaan niet.En een zwaan met zomersproeten? Kan dat? Heeft iemand al eens een zwaan met zomersproeten gezien?Lln: neen, een zwaan kan geen zomersproeten hebben, ze zitten verstopt onder de veren, …En cola uit de kraan? Komt er bij iemand thuis cola uit de kraan? Wat komt er dan wel uit de kraan?Lln: neen, er komt water uit de kraan, cola koop je in flessen, …En een schoolreis naar de maan, hebben jullie dat al gedaan? Waar zijn jullie al eens op schoolreis geweest?Lln: neen, dat gaat helemaal niet. Wij zijn al naar … geweest op schoolreis.

Didactische werkvorm:Klassikaal

Materiaalgebruik:Gebruik van prenten die bij het lied horen.

Organisatie:De juf stelt vragen. De kinderen antwoorden.

12,5

2.4 Aanleren van het lied: 'Je weet niet wat je ziet'.Projecteren van lied op het bord.

Ik ga nu het eerste deel van het lied eens voorzingen en dan gaan we hem samen eens zingen.

Je weet niet wat je ziet een vis in een vergiet.…Een draak op honderd voeten, een zwaan met zomersproeten.…En cola uit de kraan en een schoolreis naar de maan.…

Jullie moeten wel goed opletten bij 'draak op honderd voeten' want daar gaan we een beetje hoger zingen dan in het begin.En ook moet je opletten bij 'cola uit de kraan' want daar zingen we dan weer een beetje lager en er is een ander tempo.

Je weet niet wat je ziet: een vis in een vergiet, een draak op honderd voeten, een zwaan met zomersproeten en cola uit de kraan en een schoolreis naar de maan.

Didactische werkvorm:Klassikale opdrachtsvorm

Materiaalgebruik:Gebruik projectie op het bord.

Organisatie:De juf zingt het lied in delen voor. Leerlingen zingen telkens na. Leerkracht benadrukt moeilijke delen. Leerlingen zingen moeilijke na samen met de leerkracht.

6

Je weet niet wat je ziet: een paarse suiker biet, een regenworm op stelten en sneeuw die niet kan smelten, een kustgebit van hout en een baby'tje heel oud.

Je weet niet wat je ziet: een witte Zwarte Piet, een hobbelpaard op poten, een autoweg voor boten, een koe in overal op een dierencarnaval.

Je weet niet wat je ziet: een vis in een vergiet, een draak op honderd voeten, een zwaan met zomersproeten en cola uit de kraan en een schoolreis naar de maan.Je weet niet wat je ziet: een paarse suikerbiet, een regenworm op stelten en sneeuw die niet kan smelten, een kunstgebit van hout en een baby'tje heel oud.Je weet niet wat je ziet: een witte Zwarte Piet, een hobbelpaard op poten, een autoweg voor boten, een koe in overal op een dierencarnaval.3. Verwerking

'6 3.1 Variaties in het meezingen van het lied.Uitdelen van het liedje op een blad papier.

Nu gaan we een beetje spelen met het lied. Er staat hier aan bord een radio. Als ik de volume knop naar rechts draai gaan jullie harder zingen, als ik de volume knop naar links draai gaan jullie stiller zingen.

Nu mogen de 2 buitenste rijen het eerste deel zingen het tweede deel is voor de 2 binnenste rijen en het derde deel dan mag iedereen terugmeezingen.

Didactische werkvorm:Klassikaal

Materiaalgebruik:Gebruik van prent radio.Liedje op blad papier.

Organisatie:De juf duidt kinderen aan. De kinderen die aangeduid zijn moeten meezingen, de andere zijn stil. Op het bord wordt een radio geprojecteerd met een volumeknop, waarbij de juf aangeeft op welk volume ze moeten zingen. Of er worden rijen aangeduid waarbij vermeld wordt wie welk deel van het lied zingt.

7