Jubileumpieper

40
We hebben jaren lang in de kou gestaan, maar nu is het tijd om naar het jubileumfeest te gaan WILLEM & DRIKA

description

http://www.delindseblaos.nl/images/Documenten/Blaospieper/Jubileumpieper.pdf

Transcript of Jubileumpieper

Page 1: Jubileumpieper

We hebben jaren lang in de kou gestaan, maar nu is het tijd om naar het jubileumfeest te gaan

WILLEM &DRIKA

Page 2: Jubileumpieper
Page 3: Jubileumpieper

Beste Blaozers en Blaozerinnekes,

Voor u ligt een extra editie van de carnavalskrant, ter

ere van het 55-jarig jubileum van C.V. De Lindse Blaos.

Dankzij onze adverteerders is deze jubileumuitgave

weer huis-aan-huis verspreid in Leende en Leenderstrijp.

Bij de gedachte aan dit jubileum schieten mij direct twee

woorden te binnen: trots en dankbaarheid.Trots op het feit dat carnaval al 55 jaar uitbundig gevierd wordt in

ons mooie dorp.

Het woord dankbaarheid richt zich op de Lindse gemeenschap, die altijd in grote

getalen aanwezig is bij de diverse evenementen. Hierdoor is het steeds weer mogelijk

om deze evenementen te organiseren. Maar natuurlijk ook dankbaarheid voor de

vele vrijwilligers die zich al jarenlang belangeloos inzetten voor onze vereniging.

Zonder hen hadden alle evenementen in de afgelopen 55 jaar niet georganiseerd

kunnen worden.

Zoals je kunt zien op de vele foto’s in deze jubileumuitgave is carnaval een feest voor

jong en oud. Dat zal in het aankomende jubileumweekend niet anders zijn, zoals af

te lezen valt aan het programma. We hopen jullie allemaal te zien om met ons mee te

feesten tijdens ons jubileumweekend.

Heel graag tot dan!

VorstJan Bekkers

Jubilerende vereniging,

Graag wil ik een voorwoord schrijven in deze jubileumuitgave van de Lindse Blaos naar aanleiding van hun 55-jarig bestaan. Allereerst mijn hartelijke gelukwensen met dit jubileum. Proficiat aan allen die op welke manier ook hun steentje hebben bijgedragen om tot deze heuglijke gebeurtenis te komen.Een jubileum is een goede gelegenheid om terug te blikken op het verleden, vol dankbaarheid. Maar ook om stil te staan bij het heden, met vastberadenheid. En om in de toekomst te kijken, vol vertrouwen.

Terugblikkend op het verleden mag de Lindse Blaos trots zijn op hetgeen zij voor de Leendse gemeenschap heeft betekend: organisatie van het jaarlijkse carnavalsfeest, waarbij zoveel mensen betrokken zijn, op welke manier ook. Dat is toch geweldig? Ik denk aan de zeven tonpraotersavonden met telkens een uitverkochte zaal én artiesten uit eigen gemeenschap. Wat een geweldige sfeer iedere keer, dat zegt heel veel. Carnaval is een echt dorpsfeest, met optochten en vermaak. Het zijn dagen van ontmoeting, gezelligheid, muziek, van bij elkaar zijn. De Lindse Blaos zorgt voor verbondenheid en betrokkenheid in onze gemeenschap en dat is een groot goed, waar we dankbaar voor mogen zijn.

Het is verheugend vast te stellen dat de band tussen kerk, de Blaos, en de carnavalsvereniging “De Lindse Blaos” zo goed is. Carnaval beginnen we met een heilige mis en wordt op Aswoensdag afgesloten met een heilige mis. Met elkaar willen we immers voor onze dorpsgenoten iets/veel betekenen. In dit kader verwijs ik naar een ander jubileum: dit jaar hebben we voor de 22e keer een carnavalsmis gehad in Blaosdonk. Deze was te bekijken en beluisteren op de website van de parochie Leende.

Nogmaals wil ik mijn felicitaties overbrengen aan de jubilerende carnavalsvereniging en deze zo goed geoliede machine heel hartelijk danken voor hetgeen ze ons te bieden hebben: inzet, plezier, verbroedering, gezelligheid. Mogen zij een goede traditie blijven voortzetten in verbondenheid en vernieuwing. Daarom alle goeds gewenst voor de toekomst en vol vertrouwen op naar het volgende jubileum.

pastorW. van Meijl

Met genoegen ga ik in op het verzoek om een voorwoord te schrijven voor de jubileumuitgave van de Blaospieper ter gelegenheid van het vijfenvijftig jarig bestaan van carnavalsvereniging De Lindse Blaos. Bij een jubileum van een vereniging kijk je met respect terug op het verleden en in dit geval met name op de vele mensen die De Lindse Blaos gemaakt hebben tot de gewaardeerde vereniging die het nu is. De Lindse Blaos is een begrip in Leende dat staat voor tal van goed georganiseerde activiteiten. Dat lijkt vanaf de buitenkant allemaal zo gemakkelijk te verlopen, maar wie wat verder kijkt ziet dat er veel kennis, inzet, enthousiasme en zorgvuldigheid aan de dag wordt gelegd. Dit door veel bestuur, nog meer leden en veel, heel veel, vrijwilligers. Ik weet dat ik me op glad ijs ga begeven om enkele onderdelen nader te benoemen, want ook alle andere programma-activiteiten verdienen even veel aandacht en respect. Maar het is jaarlijks genieten van het Tonpraoten. Elk jaar weer een kwalitatief hoogwaardig programma met allemaal artiesten van eigen bodem. Wat te denken van de optocht en de vele groepen, hoofdzakelijk jongeren, die daar op een fantastische manier invulling aan geven? Traditioneel bezoeken we als college van Burgemeester en Wethouders de bouwplaatsen en dat is echt indrukwekkend. Maar mijn leukste ervaring bij De Lindse Blaos is toch wel het jaarlijks Ouw Prinsenontbijt op carnavalsmaandag. Daar zie je de senatoren die De Lindse Blaos echt groot hebben gemaakt genieten van hun samenzijn. Terecht, want zij tekenden ieder voor zich een jaar lang als Prins Carnaval in belangrijke mate voor het succes van De Lindse Blaos. Zij hebben het waargemaakt!Graag wil ik als burgemeester namens het gemeentebestuur van de gemeente Heeze-Leende mijn hartelijke felicitaties en complimenten uitspreken aan bestuur en leden van carnavalsvereniging De Lindse Blaos. Proficiat!

Burgemeester van Heeze-Leende Paul Verhoeven

De Suisse,

Wâ is naauw ne Suisse? Ne Suisse is heul eenvoudig

gezeejd iemes die zurregt vur de orde en eerbied in un eucharistieviering. Hij geej de

Pastoor of Priester veur nèr ut altaar en zurregt ôk dè de collecte en communiegang

rustig en ordelijk verlopen. De aanduiding Suisse verweesjt nèr de Zwitserse Garde en

dè zin de soldaote van de paus. Suisse sprèkte eujt âs Swies, Hij heej un zwarte bôks

en slipjas meej gaawe rèndjes ân, ne steekhoed met pluim en ne stok. En uvver zunne

rechter schaauwer ne sjerp en daor steej up: “eerbied in Gods huis” en hij verwaacht dan

dè iedereen daor z`n eijge dan ôk ân haauwt want anders zwaejt dur wâ, of bèter gezeejd,

stèkt dur wâ!

Vruuger toen de Suisse in de kèrrek rondliejp en ge zaot wâ te klètse of ge zaot wâ te

knikkebolle dan staok ie meej die stok war ne spitse punt ân zit in oe sodemieter. En dan

schamde oe eijge wal zô èrreg dè ge ut de vollegende keer wal zaauwt laote.Teejgeworrig

lôpt de Suisse hier in Blaosdonk alleen nog meej de Carnavalsmis rond en meej de

mis van de Communiecanten. Ik heb laang geleeje up un raod van èllef vergadering

is veurgestèld um de Suisse in de Carnavalsmis vur dun dag te haole, misschien hâ ik

dè bèter nie kanne doe want de toenmalige veurzitter van cemissie mis zeij der meteen

beujvenup: dès dan un sgon bantje vur jou.

Dus naauw ben ik alwir meer dan 22 jaor Suisse in de Carnavalsmis up zatterdiggenaovend

meej Carnaval. En zeg naauw nie dètter in die 22 jaor niks gebeurd want toen ik der ôk is

inne ân waauw stèke, breujk minne stok in de midden dur, en dan stadder sgon up meej

zonne haalve stok!! Up zatterdig meej ut 55 jaorig jubileumfist mag ik meej de Heilige mis

der ôk wir beij zin. En âs dè nog nie genog is mag Ik ôk nog up kumme draove um de

prijswinnaar bekènd te maoke van de poster actie! Al bij al nog nie z`n hèndige functie,

dus heujp ik dè gullie oe eijge up de Heilige mis en jubileumfist veurbildig gedraoge zô dè

ik munne stok heel kan haauwe en up mun gemak un pilske kan vatte!

Alaaf,De Suisse van BlaosdonkPeer van Lieshout

VOORWOORDEN

Page 4: Jubileumpieper
Page 5: Jubileumpieper

AAUW VOORWOORDEN

Page 6: Jubileumpieper
Page 7: Jubileumpieper

Wij, als jubileumcommissie, waren erg benieuwd hoe nu toch eigenlijk de Lindse Blaos is ontstaan, 55 jaar geleden. Gelukkig is er nog een tweetal mannen die ons daarover kon vertellen: Harrie van Asten en Harrie Bax (van de wethouder). Deze laatste is er heel bescheiden over, omdat hij vrij snel na de oprichting van onze vereniging vertrokken is uit Leende. Harrie van Asten, “de postbode”, vertelt als we contact met hem opnemen voor een interview, honderduit over deze eerste gesprekken die leidden tot oprichting.

In 1961 wordt er in Leende door meerdere groepjes ‘onder mekaar’ carnaval gevierd en wordt het idee om een carnavalsvereniging op te richten geboren. Met contactcommissielid Willem van Grinsven, Harrie van Asten en Harrie Bax wordt een eerste gesprek geregeld en men gaat op ‘excursie’ naar de Buulder Buk, om te kijken hoe daar het een en ander wordt geregeld.

Met besturen van verschillende Lindse verenigingen wordt daarna een vergadering belegd bij een Linds Café en daaruit vloeit de oprichting van de carnavalsvereniging voort. Elke maand vergaderen ze en vormen een Raad van Elf. Op 6 mei 1961 wordt c.v. de Lindse Blaos geboren , met Cor Zweegers als voorzitter. Het huishoudelijk reglement wat wordt opgesteld verandert in al die jaren nauwelijks.

Tijdens het jubileumweekend kunt u beeldmateriaal van vele jaren carnavalsactiviteiten en het interview met deze grondleggers zien. Wat zijn wij trots op zo’n mooie vereniging die al 55 jaar lang jong en oud verbindt met carnaval!

OPRICHTING DLB

Page 8: Jubileumpieper
Page 9: Jubileumpieper

LIND DÈ IS...

Door de jaren heen zijn er veel nummers over ons mooie

dorp geschreven. Zo is er bijvoorbeeld het ‘Heideliedje’ van

Adri Bosch en Joop Stokkermans uit 1973. Wellicht dat niet

iedereen zich dit nummer nog kan herinneren, maar het is

een kinderliedje waarbij de Heide van Leende meerdere

malen wordt bezongen. Een stukje tekst uit dit nummer is:

“Al heb je geen doel, al heb je geen zicht, geen sneeuw en

geen herder-verleden en zoek je een kind dat tast naar het

licht, ga dan naar de heide bij Leende.”

Maar natuurlijk zijn er ook veel nummers (van vroeger) die

nu nog steeds gezongen worden. Zo kennen we bijvoorbeeld

‘Het Leendse lied’, nu beter bekend als ‘Het Linds volkslied,

O mijn Leende’. Het nummer is geschreven op het originele

Duits volksliedje ‘Schön blüh’n die Heckenrosen.’ Een leuke

herinnering die Frans Simkens met ons deelt bij het interview

over de Hofkapel: “Tijdens ons optreden in Langebrand in

Duitsland hadden we als slotlied ons ‘Leendse Lied’, toen

nog niet wetend dat dit in de oorlogsjaren een heel populair

lied was in Duitsland. Iedereen in de zaal stond op en begon

volop mee te zingen met ‘hun’ Duitse nummer.”

Het is natuurlijk geen groot geheim dat ook een aantal

nummers die we nu ook nog kennen hun oorsprong vinden

in de carnavalstijd. Zo kennen we bijvoorbeeld het nummer

‘Tôntje, Tôntje’ wat speciaal werd geschreven voor toenmalig

Prins carnaval Toon den Urste (Toon Roothans). De SOM

speelt dit nummer nog elk jaar tijdens de opkomst van de

huidige Prins op het Prinsenbal. Maar we kennen natuurlijk

ook het nummer “Wij zijn de Jongens van de Hofkapel” wat

speciaal werd geschreven en uitgebracht voor het 11 jarig

jubileum van de Hofkapel.

Niet alle liedjes kunnen we nu nog uit volle borst meezingen.

Zo zijn er in de begintijd van de carnaval jaarlijks liedjes

geschreven die speciaal werden bedacht voor de wedstrijd ‘het

Linds Carnavalslied.’ Er werd elk jaar één nummer gekozen

wat zich het carnavalslied van dat jaar mocht noemen. In

1965 laat het bestuur van de carnavalsvereniging in ‘Den

Blaospieper’ zetten: “Het bestuur van Carnavalsvereniging

bedankt de inzenders van de carnavalsschlagers 1965. Eén

kan slechts gekozen worden, hetgeen niet wil zeggen dat

de andere niet welkom zijn. Met de Hofkapel zal contact

worden opgenomen om de overige carnavalsliederen ook in

te studeren.”

In 1966 wordt het lied ingezonden wat geschreven is op de

tonen van ‘Schnaps das war sein letztes wort’:

In os Lind is ’t ne gekke wereld

Heel os Lind steej up zunne kop,

Want we vieren ozze carnaval,

Dus Blaozers zet um up.

Refrein:

Lind dat is de schonste plats,

Dér hebbe ze ook altied wat,

Lind, wie ha dé toch verwacht,

Dé dér de carnaval zô zat.

Alle Blaosers en Blaossinnen,

Hebben kolderpekskes an,

En ’t bier dé stromt mér binnen,

Zien os Lind vur de hemel an.

Refrein

Naar verluidt had Toon Roothans thuis een plaatje

van ‘Schnaps das war sein letztes wort’ en zou hij ook

meegeschreven hebben aan dit nummer.

In 1969 kunnen we lezen in ‘Den Blaospieper’: “Op veelvuldig

verzoek is besloten om het carnavalslied van 1966 als

blijvend carnavalslied te gebruiken.”

Zo mag dit nummer dus tot op de dag van vandaag bij geen

‘Lindse mèns’ in het meezing repertoire ontbreken. Op

‘http://historie.delindseblaos.nl’ vind je de complete teksten

van onder andere: ‘Lind dè zal bleejve’, ‘het Linds Volkslied’,

‘Tôntje, Tôntje’, ‘Wij zijn jongens van de Hofkapel’ en een

opname van de SOM met ‘Hier in Blaosdonk’.

Page 10: Jubileumpieper
Page 11: Jubileumpieper

Twee jaar geleden hadden we feest ter ere van ons 44e jaar tonpraoten. Dit jaar staat in het teken van 55 jaar de Lindse Blaos. De snelle rekenaar heeft dan wel in de gaten dat er een aantal jaren geweest zijn dat de tonpraotavonden nog geen deel uitmaakten van het Blaosdonkse carnavalsseizoen. Maar ook in de jaren dat de ton nog niet jaarlijks op het podium stond, was humor natuurlijk onlosmakelijk verbonden met carnaval. De voorloper van de tonpraotavonden zijn de zogenaamde carnavaleske raadszittingen op het gemeentehuis. Deze zitting was een “strijd” tussen de raad van elf en de gemeenteraad tijdens de sleuteloverdracht. Deze zittingen werden al snel zo populair, dat het toegestroomde publiek niet meer in de raadszaal van het gemeentehuis paste.

Op zoek naar een alternatief kwamen Wim Baudoin en Tinus Verhoeven in Valkenswaard uit bij zaal Lavrijssen. Hier werden ieder jaar de Prinsenzittingen gehouden. Wim en Tinus kwamen zo enthousiast terug, dat de Lindse Blaos besloot om ook in Blaosdonk zittingsavonden te organiseren. Omdat tonpraoters zorgden voor een groot deel van de invulling van de avond, veranderde de naam als snel in tonpraotersaovonden, maar veel andere uitgangspunten zijn vandaag de dag nog niet veranderd. Het belangrijkste is misschien wel dat de optredens op het podium altijd door Lindse artiesten worden verzorgd.

TONPRAOTEN

‘00 ‘87‘02

‘92

‘80

‘01‘00

‘97

‘01

‘89

‘96

‘99 ‘97 ‘99‘98

Page 12: Jubileumpieper
Page 13: Jubileumpieper

HISTORIE BLAOSPALEIS

Voor de jongeren onder ons klinkt het als iets uit een ver verleden: “Het Patronaat”. De opmerking

“vruuger, toen ut tonpraoten nog in ut Patronaat war” hoort dan in de categorie “vruuger toen je

poep nog met een lange oe schreef”. Maar speciaal voor de jubileumkrant ben ik toch maar even

op onderzoek uitgegaan: Wat was ’t PATRONAAT?

Eigenlijk is het heel simpel: het patronaat, ook wel parochiehuis genoemd, was de voorloper van

ons Blaospaleis: De Meent. Het stond op de plek waar nu de apotheek is gevestigd. Oftewel,

zoals het in een oude carnavalskrant stond: “op de doorgaande weg richting Striepersgat”. In het

Patronaat vonden de eerste jaren alle carnavalsactiviteiten plaats, en dat waren er nogal wat. In

die tijd was er in het seizoen, naast alle festiviteiten die we vandaag de dag nog steeds kennen,

ook nog een jongerenbal, een boerenbal en een gehuwdenbal. Er was dus genoeg te doen in het

Patronaat.

Zeker toen vanaf 1971 het tonpraoten er ook nog bij kwam. Dit tonpraoten begon met twee, later

met vier avonden in de zaal van het Patronaat. De vraag naar kaartjes werd al snel zo groot, dat

het aantal avonden werd uitgebreid tot acht. Dit betekende dat de artiesten en vrijwilligers vier

weekenden achter elkaar in touw waren. Dat werd wat veel van het goede. Daarom werd er vanaf

1975 een tent naast het Patronaat gezet. Deze had een capaciteit van 528 zitplaatsen, waardoor

het aantal tonpraotaovonden weer terug kon worden gebracht naar normale proporties.

Natuurlijk had het Patronaat zo zijn charmes; het is niet voor niets dat menig huwelijk zijn oorsprong

vond op een van de carnavalsactiviteiten in het Patronaat. Maar toch waren er ook wel wat nadelen.

Zo was het gebouw nog voorzien van ouderwetse, gevlochten elektriciteitsleidingen. Deze waren

niet berekend op de lampen die gebruikt werden bij de feesten, met als gevolg dat de draden

roodgloeiend stonden op het moment dat de lampen werden gedimd. Als de dimmers toch werden

gebruikt, stond er altijd iemand met een brandblusser paraat.

In het seizoen 1979-1980 werd het, nu in de tent, pas echt te gek: toen waren voorafgaand aan

de receptie van Prins Janus dun Urste en Prinses Mien de bierleidingen in de tent bevroren.

Voorafgaand aan de receptie stond de Raad van Elf met lasbranders de bierleidingen te ontdooien,

want een carnavalsactiviteit zonder bier, dat kan natuurlijk niet! Het zou dan ook zomaar kunnen dat

dit de reden is geweest voor de aanleg van het nieuwe Blaospaleis de Meent dat in 1982 in gebruik

is genomen. En we weten intussen allemaal dat het niet te zeggen is hoe lang we hier nog gebruik

van mogen blijven maken…

Ontwerp tent

Ontwerp podium

‘81‘79‘78

‘82‘79

Page 14: Jubileumpieper
Page 15: Jubileumpieper

2014 - 2015 Prins Marc dun Urste en Prinses Marieke 2013 - 2014 Prins Bram dun Urste en Prinses Annemarie 2012 - 2013 Prins Coen dun Urste en Prinses Ilse 2011 - 2012 Prins Wouter dun Urste 2010 - 2011 Prins Arno dun Urste en Prinses Jannie 2009 - 2010 Prins Jan dun Vierde en Prinses Elfrie 2008 - 2009 Prins Lars dun Urste 2007 - 2008 Prins Wim dun Vierde en Prinses Ria 2006 - 2007 Prins Ger dun Urste en Prinses Gera 2005 - 2006 Prins Freek dun Urste en Prinses Willeke 2004 - 2005 Prins Piet dun Vierde en Prinses Inge 2003 - 2004 Prins Rob dun Urste en Prinses Woutrie 2002 - 2003 Prins Wim dun Derde en Prinses Marij 2001 - 2002 Prins Jan dun Derde en Prinses Rikie 2000 - 2001 Prins Pierre dun Urste en Prinses Truus 1999 - 2000 Prins Jac dun Twidde en Prinses Corry 1998 - 1999 Prins Peer dun Vierde en Prinses Yvonne 1997 - 1998 Prins Janus dun Twidde 1996 - 1997 Prins Johan dun Urste en Prinses Jacqueline 1995 - 1996 Prins Peter dun Derde en Prinses Marga 1994 - 1995 Prins Toon dun Derde en Prinses Francien 1993 - 1994 Prins Eric dun Urste en Prinses Annelies 1992 - 1993 Prins Willie dun Urste en Prinses Nellie 1991 - 1992 Prins Hans dun Urste en Prinses Maria 1990 - 1991 Prins Peter dun Twidde en Prinses Lia 1989 - 1990 Prins Noud dun Urste en Prinses Theresia 1988 - 1989 Prins Peter dun Urste en Prinses Toos

1987 - 1988 Prins Harrie dun Urste en Prinses Maria1986 - 1987 Prins Fried dun Urste en Prinses Marlène 1985 - 1986 Prins Tom dun Urste en Prinses Nettie 1984 - 1985 Prins Jack dun Urste en Prinses Riek 1983 - 1984 Prins Tiny dun Urste en Prinses Hennie 1982 - 1983 Prins Theo dun Urste 1981 - 1982 Prins Joop dun Urste en Prinses Leonie 1980 - 1981 Prins Frans dun Derde en Prinses Mia 1979 - 1980 Prins Janus dun Urste en Prinses Mien 1978 - 1979 Prins Frans dun Twidde en Prinses Nel 1977 - 1978 Prins Henk dun Urste en Prinses Elly 1976 - 1977 Prins Piet dun Derde en prinses Tonny 1975 - 1976 Prins Jan dun Twidde en Prinses Mien 1974 - 1975 Prins Jan dun Urste en Prinses Joke 1973 - 1974 Prins Wim dun Twidde en prinses Maria 1972 - 1973 Prins Jo dun Urste en Prinses Annie 1971 - 1972 Prins Tinus dun Elfde en Prinses Frida 1970 - 1971 Prins Toon dun Twidde en Prinses Koos 1969 - 1970 Prins Gery dun Urste en Prinses Ria 1968 - 1969 Prins Wim dun Urste 1967 - 1968 Prins Ad dun Urste en Prinses Lennie 1966 - 1967 Prins Piet dun Twidde en Prinses Nelleke 1965 - 1966 Prins Piet dun Urste en Prinses Han 1964 - 1965 Prins Toon dun Urste en Prinses Maria 1963 - 1964 Prins Frans dun Urste 1962 - 1963 Prins Picobello1961 - 1962 Prins Picobello

Wikipedia geeft de volgende beschrijving: Een scepter (of schepter) is een staf, meestal voorzien van een dikker uiteinde aan de bovenkant, die geldt als machtsymbool van een godheid, koning of keizer en daarom tot de regalia behoort. Niet vreemd dus, dat ook de prins van Blaosdonk een scepter heeft. Dat is trouwens niet altijd dezelfde geweest. Door de jaren heen zijn er verschillende prinselijke scepters versleten.

De eerste Lindse Prins Picobello 1961 en 1962 zou een houten exemplaar gehad hebben dat bij de TU in Eindhoven gemaakt is. Prins Frans I (van Asten) staat in 1963 afgebeeld met een staf met een soort kroon bovenop. In 1964 werd door Prins Toon I (Roothans) een nieuwe staf aangeschaft. Een staf met ronde knop met daar bovenop een erekruis. Deze staf heeft een stuk langer dienst gedaan.Maar Prins Frans 2 (Simkens) 1979 zorgde voor de kenmerkende bovenkant van de huidige prinsenstaf. “Het kwam spontaan bij mij op om de carnavalsvereniging een blijvend aandenken te geven nadat Nel en ik een jaar lang het prinsenpaar mochten zijn. Omdat de vereniging best een aansprekend logo heeft, een blaos met een narrenkop, vond ik dat een mooi uitgangspunt om hier iets mee te doen. Daarom heb ik mijn creatieve talenten aan het werk gezet om het Lindse Blaos logo drie dimensionaal vorm te geven. Met de vaardigheden die ik met metaalbewerken heb, ben ik aan de slag gegaan met het bekende resultaat.”

Op de staf van de scepter staan bovendien de prinsennamen gegraveerd. Dit samen bij elkaar maakt de scepter natuurlijk erg waardevol. Geen wonder dat een (on)eerlijke vinder van de staf deze bij de prins in mag ruilen voor een vat bier!LIJST VAN EX-PRINSEN

DE SCEPTER

Prins Picobello

Prins Frans 1

Prins Toon 1Staf gemaakt door Prins Frans 2

‘79

‘62

‘63

Page 16: Jubileumpieper
Page 17: Jubileumpieper

URSTE PRINSES

Als echte Blaozers en Blaozerinnekes kunnen we allemaal wel

een paar ex-Prinsen carnaval van De Lindse Blaos opnoemen.

Misschien in de meeste gevallen vooral de meest recente, maar

soms ook wel een paar van eerdere generaties. En hoeveel

Prinsessen kunnen we dan bij deze Prinsen benoemen? Want

meestal hebben we niet alleen een Prins, maar een echt

Prinsenpaar. Voor de allereerste officiële prinses gaan we terug

naar het jaar 1964. Gelukkig voor het nageslacht heeft ze alles

op een kladblaadje geschreven, zodat we nu haar belevenissen

voorafgaand aan het Prinsenbal nog kunnen nalezen:

Het stel komt thuis van een bal, zoals er in die tijd zovelen van

waren in ons Blaosdonk. Voor het slapengaan wordt nog even

nagekletst over hoe gezellig het is geweest. De man had ene

P. v. Engelen gesproken in het Patronaat. Die had gevraagd

of Frans van Asten al langs was geweest. Voor de vrouw was

het toen al duidelijk: dan zullen ze wel komen vragen of je

Prins Carnaval wilt worden. Zo begon hun avontuur. Want haar

vrouwelijke intuïtie bedroog haar niet. Al snel stond Frans van

Asten aan de deur.

Momenteel is ze 95 jaar. Maar toen ze jonger was, woonde ze aan

het Oranjeplein, waar ze vanaf haar balkon boven het autobedrijf

heel de buurt in de gaten kon houden. Ze werd ook wel eens de

Koningin van Lind genoemd, maar hoewel dat geen officiële titel

is, is ze wel de allereerste Prinses van ons Blaosdonk: Marie

Roothans– van Kempen.

Alles moest toen natuurlijk geheim worden gehouden, net zoals

het nu nog steeds gebeurt. Toon en Marie, woonden in die

tijd schuin achter het huidige Café Roothans, samen met hun

dochters Truus en Corrie, zowat achter de toog dus. Het zou

opvallen als ze bezoek van iemand van de carnavalsvereniging

zouden krijgen, dus werd hun brommer binnen gezet en gingen

de gordijnen dicht. Ander bezoek werd met een smoesje het café

mee in genomen. Maar niet veel later werd Toon door Marie

alweer uit het café gehaald met de mededeling dat er telefoon

was. Wat in die tijd natuurlijk uitzonderlijker was dan nu! Wat

een gedoe toch, om iemand van de carnavalsvereniging te

ontvangen!

Nadat ze gevraagd waren, moesten ze stiekem van alles regelen,

zoals een pak en onderscheidingen. En zie ook dat allemaal

maar geheim te houden met een heel nieuwsgierige postbode

en een heel café langs de deur. Daar werden toen al complete

weddenschappen afgesloten over wie er Prins Carnaval zou

worden, zelfs voor een hele doos sigaren! Gelukkig wisten ze

hun geheim goed te bewaren en was het voor heel Blaosdonk

een verrassing toen Toon in een auto het podium opkwam (hoe

zijn ze afgelopen jaar toch op dat originele idee gekomen?) en

Marie daarna aan zijn zijde verscheen als Prinses Carnaval

1965.

Het 17 blaadjes tellende geschrift over hoe Toon en Marie Prins

en Prinses werden is niet het enige wat ze heeft bewaard van

hun carnavalsseizoen 1965. Er zijn een heleboel foto’s, zelfs

al enkele in kleur. De scepter die Toon over Lind zwaaide is

nog aanwezig en ook nog enkele van de onderscheidingen die

hij toen uitgaf, met zijn foto erop. Er zijn wat krantenartikelen en

zelfs nog een speech van een Limburgse carnavalsvereniging,

waar Marie van origine vandaan komt. Ook de Blaospieper van

dat jaar heeft Marie nog steeds. Die beleefde in 1965 zijn eerste

editie en bestond voornamelijk uit advertenties.

Het zijn allemaal herinneringen aan het geweldige 4e

Blaosdonkse carnavalsseizoen. Of zoals Marie zelf schreef in

de 2e editie van de Blaospieper: ze heeft veel leut gehad!

Nog steeds is ze erg trots dat ze de allereerste Prinses van

Blaosdonk is geweest!

Page 18: Jubileumpieper
Page 19: Jubileumpieper

JEUGDCARNAVAL

‘87‘90

‘88‘69

‘88

‘90

‘86

‘02

‘73

‘96‘02

‘89

‘78‘64

‘83

‘84‘73‘83‘65

Page 20: Jubileumpieper
Page 21: Jubileumpieper

RV11 VAN VRUUGER

‘73

‘69‘64

‘77 ‘62

‘68

‘67

‘65

‘71‘76

‘78‘82‘84

‘75

Page 22: Jubileumpieper
Page 23: Jubileumpieper

OPTOCHT

‘94

‘89

‘01‘02

‘87‘91

‘93

‘00

‘01‘01

‘78

‘94

‘97

‘00

‘86

‘90 ‘74‘88

‘02

Page 24: Jubileumpieper
Page 25: Jubileumpieper
Page 26: Jubileumpieper
Page 27: Jubileumpieper

Al voor de 54e keer ‘in touw’ bij de Lindse Optochten

Het is dinsdagavond half acht als ik bij Jan en Ria Janssen aan de keukentafel mag aanschuiven. Ria zorgt voor de koffie en Jan heeft zijn huiswerk gedaan door heel de keukentafel vol te leggen met oude foto’s van de Lindse optochten en zelfs nog een boek van 33 jaar BV. De Naoblaozers; ‘Effe Naoblaoze..’.Jan is een echte verenigingsman die het afgelopen jaar al voor de 54e keer heeft meegetrokken in de Lindse optocht. De creaties werden vaak bedacht door Jan, Ria was dan degene die de kleding maakte waar menig vrij uurtje in is gaan zitten. Jan kennen we verder van ‘Het Strijps Kapelleke’, Philharmonie Leende en als vrijwilliger bij DOSL. Als ik mijn openingsvraag stel over 55 jaar ‘de Lindse Blaos’ begint hij te vertellen…

“Het eerste jaar was ik 13 jaar oud en deed ik mee als waarzegger samen met Tommy Ras en Henk van Weert. Daarna heb ik met Buurtvereniging Boschhoven meegedaan, later met de Naoblaozers en natuurlijk ook nog als het bekende duo van vroeger ‘Jan en Jan’. Jan van Laarhoven (neef en kameraad van Jan Janssen) was ook een fanatieke carnavalsvierder en heeft met regelmaat meegetrokken in de Lindse optochten. Vrolijke anekdotes komen bij Jan Janssen naar boven

als hij een stukje voorleest uit ‘Effe Naoblaoze’ over hun deelname tijdens de halfvasten optocht in België “De groep ging met een busje. Wie echter bij terugkeer niet op tijd was, moest maar zien of hij of zij weer in Leende kwam”. Jan lacht “Dat waren natuurlijk Jan van Laarhoven en ik, want ons waren ze weer eens kwijt. Wij zaten in een ander cafétje en uiteindelijk zijn we met de trein weer naar huis gegaan”! Verder heeft Jan ook meegedaan met Jan van Laarhoven, Gerie van Mierlo, Jan van Meijl en Jan Zentjes als ‘de Tenentrejers’.

De Naoblaozers hebben hun naam te danken aan het feit dat ze niet vanaf het eerst jaar meetrokken in de optocht. Toen in seizoen ’62-’63 de eerste optocht door de straten liep (deze vertrok toen nog vanaf de Julianastraat), werden de buurtverenigingen door de Lindse Blaos uitgedaagd om mee trekken in de optocht. Een quote uit het boek “Effe Naoblaoze’: “Drie jaren na de oprichting van “Carnavalsvereniging de Lindse Blaos, werd onze buurt-carnavalsvereniging zeer toepasselijk als nakomertje ‘de Naoblaozers’ genoemd.”

De Naoblaozers (BV Klein Kerk) is ontstaan uit BV Valkenswaardseweg en BV Dorpstraat die na verschillende jaren samen zijn gegaan. De Dorpstraat kende ook nog een tijdje de buurtcarnaval vereniging

‘De Blaosgaopers’ (vanaf de kerk t/m de schoolstraat/de Vier Linden). Ria weet ook nog een ander leuk detail te melden “Het allereerste jeugdprinsenpaar van Blaosdonk werd, buiten c.v. De Linde Blaos om, (zij hadden toen nog geen jeugdprinsenpaar) gekozen en gebracht door BV Klein Kerk. Dit waren Sjan van Dijk en Frits van Laarhoven. Het jaar erop was ik het samen met Toon Jaspers”.Hoewel de Naoblaozers als groep niet meer bestaan zijn een aantal fanatieke wagenbouwers (en kinderen van deze fanatieke wagenbouwers) nu nog steeds aan de gang als wagenbouwer bij onder andere c.v. de Lolmakers. Een trotse Lindse Reporter

Wâ is dun tied vurbij gevloge...

55 jaar Carnavalsvereniging De Lindse Blaos een

goede reden om groots uit te pakken, vooruit te kijken,

maar ook terug te kijken. Want inderdaad “wâ is dun

tied vurbij gevloge”.

In 1996 begon het daar allemaal mee. Een groep tieners

uit Lind en Strijp die zich samenspannen. Een hoop

creativiteit, enthousiasme, organisatietalent, technisch

vernuft worden met elkaar gemixt én zie daar: de

Plekzakken zijn geboren. In het eerste bestaansjaar

wordt direct geschiedenis geschreven. Waar jarenlang

de buurtverenigingen elkaar bekampten om de

optochtprijzen gaat een groep “snotneuzen” er met de

eerste prijs vandoor. Herinnert u hem nog: het grote

vliegtuig met de wekkers; “Meej carnaval vliegt dun tied

vurbij”. Hiermee wordt tegelijkertijd de basis gelegd

voor de toekomst, want dit succes smaakt naar meer.

Ruim elf jaar wordt er door die Plekzakken van toen

vele vrije uurtjes gestoken in een carnavalswagen die

ieder jaar mooier, groter en technischer moet zijn. Vele

eerste prijzen en publieksprijzen worden bij de optocht

in Blaosdonk gehaald, maar ook aan de optochten in

Budel en Maarheeze wordt met succes deelgenomen.

Een succes dat niet alleen te danken is aan de

Plekzakken. Veel mensen uit Lind en Strijp droegen er

hun steentje aan bij in de vorm van een bouwlocatie,

materialen, financiën, een natje en een droogje,

interesse in onze verrichtingen en uiteraard als

publiek bij de optochten waaraan werd deelgenomen.

Gelukkig waren onze verrichtingen ook een stimulans

voor andere jongeren om zich te verenigen in een

wagenbouwersgroep.

Met de opkomst van de vriendengroepen die een

carnavalswagen bouwen kreeg de optocht van

Blaosdonk een nieuw elan. Ook de carnavalsvereniging

maakte deze verandering mee en ging mee in deze

(r)evolutie. Ook al konden die Plekzakken van toen

soms behoorlijk eigenwijs zijn…

Van de 55-jarige bestaansgeschiedenis van De Lindse

Blaos mochten de Plekzakken ruim 20% intensief

meemaken. De laatste jaren worden de verrichtingen

van de carnavalsvereniging door de Plekzakken vanaf

de zijlijn gevolgd (door die Plekzakken die ,nog,

niet zijn ingelijfd bij

de Raad van Elf).

Niet omdat men wagens bouwen niet meer leuk

vindt, maar meer omdat men ook heeft gewerkt aan

een nieuwe generatie Plekzakken. Waarschijnlijk zal

bij deze mini-Plekzakken er ook wagenbouwers- en

carnavalsbloed door de aderen stromen. Misschien is

het 55-jarig jubileum van de carnavalsvereniging voor

de Plekzakken hét moment om de draad opnieuw op

te pakken, de stoute schoenen aan te trekken, de

hoop creativiteit af te stoffen, het enthousiasme en

de gezelligheid van weleer af te stoffen en opnieuw te

laten zien, waartoe die “snotneuzen van toen” in staat

zijn… Wie zal het zeggen?

Carnavalsvereniging De Lindse Blaos in ieder geval

van harte gefeliciteerd met jullie jubileum van vijf keer

elf jaar. Ook dit keer zullen wij er weer bij zijn en zoals

je hebt kunnen lezen: waarschijnlijk zijn jullie nog niet

van ons af…

Unne aauwe Plekzak

WAGENBOUWERSGROEPEN?

ALLE 54 OPTOCHTEN

Page 28: Jubileumpieper
Page 29: Jubileumpieper

TOUR D’N BLAOS

‘01‘02 ‘00 ‘97

‘99‘89

‘92

‘96

‘94 ‘01

‘92

‘99

‘98

‘99‘00

‘97 ‘95 ‘90‘96

Page 30: Jubileumpieper
Page 31: Jubileumpieper

MAR WIJ HEBBE DE LANGSTE

Wie op YouTube zoekt op “langste fiets leende” vindt twee mooie reportages van Hart van Nederland. Het gaat over de recordpoging voor de langste fiets die we in Blaosdonk twee keer hebben gedaan. Het idee kwam vanuit het bestuur van c.v. de Lindse Blaos. Er werd gezocht naar een activiteit waar veel volk en media aandacht op zou komen, om zo ook wat extra aanloop richting de Tour dun Blaos te krijgen. Johan van Hoof kreeg de opdracht om een vriendengroep te vinden die zo gek was om dat ding te bouwen. Toen hem dat niet lukte, heeft hij zijn eigen vriendengroep als vrijwilliger aangewezen.

Nadat het rekenwerk was gedaan kon het ijzer worden besteld bij de SIM in Bergeijk. Voor de aanvulling op het frame werd er een oude sloopmotor gehaald bij Pierre Joppen. Omdat zo’n lange fiets natuurlijk zo in elkaar is gezet, gingen de mannen net voor de carnaval nog even op wintersport. Gelukkig hadden Sander Hurkmans en Jan Noten tijdens

hun wintersport alles voorbereid. Dat wil zeggen: ze hadden de zaagmachines klaar gezet met aanslagen erop en briefjes erbij met de aantallen die gezaagd moesten worden.

Toen de mannen terug waren van de wintersport hadden ze nog precies zeven dagen om dat fietske van 1600kg in elkaar te braaien. Natuurlijk alleen in de avonduren, want overdag moest er nog gewoon gewerkt worden. Maar alles zat precies op tijd in elkaar, zodat zaterdags met de carnaval de fiets nog vlug blauw met geel kon worden geverfd. Dinsdag met de Tour dun Blaos was de verf dus nog maar amper droog.

Het is natuurlijk overbodig om te zeggen dat met zon geweldige voorbereiding het record glansrijk verbroken werd. Want ze hadden niet alleen een perfecte fiets gemaakt, maar ook nog bijpassende bodywarmers laten drukken. Hierop stond de pakkende en veelzeggende tekst: “ MAR WIJ HEBBE DE LANGSTE”

Helaas werd het record een paar maanden later alweer verbroken door wat studenten van de TU/e. Dat konden we hier in Blaosdonk natuurlijk niet over onze kant laten gaan. Dus het jaar erop werd een nieuwe recordpoging gedaan. Gelukkig was het frame van het jaar ervoor nog steeds aanwezig. Vooral omdat radio Horizon het aanbod had afgeslagen om er een zendmast van te maken, maar ook omdat schilderen het jaar daarvoor zoveel werk was geweest, werden de stukken frame dit keer op het schoolplein van de Triangel gebracht. Daar hebben de kinderen er mooi een nieuwe kleurtje aan gegeven. Ook de beelden van de tweede geslaagde recordpoging zijn voor de liefhebbers op YouTube terug te vinden.

Tour d’n Blaos

Sinds enkele jaren hebben we op de carnavalsdinsdag

in Blaosdonk het Dweile Onder Dun Tôrre, maar

voorheen was dit de Tour d’n Blaos. Een leuke

versie van een kroegentocht, waar je met je gezin of

vriendenclub aan mee kon doen om de felbegeerde

plastic medaille in ontvangst te kunnen nemen en

natuurlijk voor de gezelligheid. Maar hoe is dit eigenlijk

ontstaan?

Vanaf de beginjaren van ons Lindse carnaval

gingen er al stemmen op om er op één dag een

echt straatcarnaval van te maken. Er werd daarvoor

grondig rondgekeken in bijvoorbeeld Valkenswaard en

Budel, maar vooral ook in Weert, want daar bestond

de carnavalsvereniging al van voor de oorlog en zij

organiseerden al een echt straatcarnaval.

Het voornemen werd daarom besproken met

toenmalig Burgemeester Waelput en hij zei: “Maak

het maar zo druk mogelijk!” Er was alleen één klein

probleem, de auto’s die Lind in kwamen rijden vanuit

een buurdorp, reden op Oostrik altijd nogal hard. Aals

er dan veel volk op straat was, kon dat voor problemen

zorgen. Dus stelde de Burgemeester voor om enkele

oude auto’s verdeeld op straat te parkeren, zodat ze

wel af moesten remmen! Gelukkig zijn er nooit geen

ongelukken gebeurd, zelfs niet toen er een militaire

colonne langs moest.

Dus nu kon de dinsdag van carnaval worden

omgedoopt tot de Dolle Dinsdag met de Tour d’n

Blaos! Deelnemers konden zich toen inschrijven bij De

Schammert om op hun fietsen de circa twaalf kroegen

van Blaosdonk af te gaan. Alle cafés lagen aan de

Dorpstraat of Oostrikkerstraat zodat de hoofdweg van

Lind één groot feestgedruis kon worden. Men startte

toen niet allemaal tegelijk en moest kriskras door Lind

heen om alle kroegen langs te gaan. Dit gebeurde

met wisselende volgorde voor de deelnemers,

zodat er altijd in elk café wel wat te doen was. De

horecaondernemers waren ook blij met dit initiatief

van de carnavalsvereniging, want in elk café moest

er een spelletje of opdracht worden gedaan om een

stempel te bemachtigen. En er werden natuurlijk ook

bijna overal één, of meerdere drankjes genuttigd!

“Jammer genoeg zijn er niet zoveel kroegen

meer in Lind,” zegt Tinus Verhoeven, één van de

medebedenkers van de Tour d’n Blaos, “Maar het was

vroeger een drukte van jewelste en mensen kwamen

vanuit allerlei omringende dorpen om in ons Lind

straatcarnaval mee te komen vieren!”

TOUR D’N BLAOS

LANGSTE FIETS

‘89

‘84

Page 32: Jubileumpieper
Page 33: Jubileumpieper

DE HOFKAPEL

Leende heeft een rijk verenigingsleven. Ook kunnen we zeggen dat er veel muzikaal talent binnen onze dorpsgrenzen woont. Dat is dan ook wel te zien aan het grote ledenaantal bij de Philharmonie. Maar zeker ook aan de vele kapellen, bandjes en muziekgezelschappen die Leende heeft gekend en nu nog steeds heeft. Een paar van deze muziekgezelschappen die ook tijdens de carnaval actief zijn en we allemaal kennen zijn de SOM, de Bakband en BORL. Vroeger had de carnavalsvereniging een ‘eigen’ muziekkapel, genaamd ‘De Hofkapel’.“De eerste Prins carnaval van Blaosdonk was Prins Picobello, zijn echte naam was Jan Bakker maar werd ook wel ‘Bakkertje’ genoemd”, begint Frits Baudoin zijn verhaal. Frits is er, in het seizoen 1963/1964, bij als de oprichting van de Hofkapel plaatsvindt. Ook Frans Simkens zit aan tafel, Frans komt in 1965 bij de Hofkapel.

“Bakkertje was een groot voorstander van een muziekkapel die onlosmakelijk verbonden zou zijn aan de carnavalsvereniging. In het Prinsenjaar van Frans van Asten (1963/1964) werd er contact opgenomen met Piet Godschalx en Pau van Kuijk”. Piet en Pau, zijn in Valkenswaard nieuwe instrumenten gaan kopen. Want hoewel alle leden van de Hofkapel ook lid waren van de Philharmonie leek de combinatie van dure instrumenten en carnaval niet erg geschikt. Vandaar deze nieuwe, goedkopere, instrumenten. Binnen korte tijd had iedereen toch weer zijn eigen instrumenten; “je blaast toch het liefste op je eigen instrument”.

“Op een gegeven moment moesten we ook nieuwe pakken hebben”, vertelt Frans. “Pieter van Eert, ook lid van de Hofkapel, werkte toen bij de Tweka. Via die weg kon hij aan een rol groene stof komen die eigenlijk bedoeld was voor skibroeken. Door een echte kleermaker werden alle broeken aangemeten, de outfit werd compleet gemaakt met een hesje van kaki ribstof”.

Hoewel de Hofkapel eigenlijk alleen een carnavalskapel was, waren er ook buiten het seizoen wel eens activiteiten die met deze groep werden georganiseerd. Een bekende activiteit waar de leden van de Hofkapel

mee zijn begonnen was het Frühshoppen op Tweede Kerstdag bij ‘Marietjes’, oftewel Café-Zaal Olympia. In 1974 is er zelfs ooit een uitwisseling geweest met een kapel uit Langebrand in Duitsland. “Werknemers van het bedrijf ‘Verhees’ waren als houthakkers actief in Langenbrand en omdat Andre Verhees ook in de hofkapel zat, werden ze uitgenodigd om daar te komen spelen. Later heeft de kapel uit Langenbrand ook nog in het Patronaat gespeeld.”In dit zelfde jaar bestond de Hofkapel ook 11 jaar. Ter gelegenheid hiervan hebben ze een tekst verzonnen op de tonen van ‘Wir sind kinder von der eger’ welke toen in de studio van Johnny Hoes is opgenomen. Samen met het nummer “Bella Italia” (op de B-kant) werd dit op een heuse 7” vinyl 45 toeren plaat uitgebracht.

Ook is de Hofkapel de grondlegger van de onderscheidingstune zoals wij deze nu nog steeds kennen, of misschien moeten we wel zeggen dat de hofkapel uit Budel de grondlegger is van deze tune. “Ik weet nog dat de Hofkapel van Budel bij ons te gast was en bij een onderscheiding speelden zij dit deuntje. Wij hebben dit toen overgenomen en zo werd dit onze onderscheidingstune.

Personen waar altijd op gerekend kon worden waren Frans van Alphen en Frans Bax “Zij waren onze vaste chauffeurs, met hun VW-bus reden ze ons overal naartoe. Een andere trouwe supporter was Koos Smulders; haar hebben we daarom toen beschermvrouwe gemaakt. Eén keer per jaar werden we, met heel de Hofkapel, bij Toon en Koos Smulders op ‘de hazenpeper’ uitgenodigd.”

Leuke anekdote welke ook verteld is tijdens dit gesprek: “In seizoen 1965/1966 en in seizoen 1966/1967 is het niet heel toevallig geweest dat allebei de Prinsen van dat jaar luisterde naar de naam “Piet”. Piet van Engelen (Prins 1966/1967) zou in het seizoen 1965/1966 eigenlijk Prins worden, maar door ziekte kon dit niet doorgaan. Echter waren er al onderscheidingen gemaakt met “Piet dun Urste”. Dit is toen opgelost door Piet Tutelaers vanuit de Raad van Elf naar voren te schuiven als Prins.

‘69

‘74

‘67

‘74

‘64

‘73

Page 34: Jubileumpieper
Page 35: Jubileumpieper

CARNAVAL VAN VRUUGER

‘68‘63‘68‘01

‘63

‘78‘79

‘78‘62

‘63

‘03

‘01

‘78

‘98

‘00

‘83‘83

Page 36: Jubileumpieper
Page 37: Jubileumpieper

De Lindse Blaos bedankt de volgende bedrijven voor hun bijzondere bijdrage aan dit jublileum:

Page 38: Jubileumpieper
Page 39: Jubileumpieper
Page 40: Jubileumpieper