Een Zinnig Woord

L. Beheydt

In ... zomer is het hier erg warm.Ik ga naar ... stad. deJan speelt met ... jongens van zijn klas.

Joep is een vriend ... mijn broer.An houdt ... lekker eten. vanDat boek is ... mij.

Naast ons huis staat ... boom.Ik ben ... beetje moe. eenIk heb ... nieuw huis.

Mijn vader ... mijn moeder wonen in Spanje.Wim is groot ... sterk. enDie jongen ... dat meisje wonen hier.

... eten is klaar.Ik ben om vier uur aan ... station. hetWat is ... verschil tussen een bus en een tram?

Dat verhaal staat vandaag ... de krant.Mijn geld zit ... mijn zak. inWij wonen ... dezelfde straat.

Mijn broer ... al de hele week ziek.Nederlands ... niet zo moeilijk. isHoe laat ... het nu?

Het begint ... regenen.Ik heb geen zin om ... komen. teMijn vriend ligt nog ... slapen.

Ik ben ... meer zo jong.Je hoeft ... te komen, als je geen zin hebt. nietZij woont hier ... meer.

Ga jij ... de bus naar school?... wie spreek ik? metIk wil koffie ... een beetje melk en suiker.

De kinderen spelen ... straat.Ik word ... 12 mei 14 jaar. opDe nieuwe woorden staan ... uw blad.

Joris zegt ... hij ziek is.Bedoel je ... ze niet tevreden zijn? datIk weet ... Sien van me houdt.

De krant ... wij thuis lezen is erg links.Wie is de man ... met Carla praat? dieAn is de enige ... het weet.

Hoeveel moet je betalen ... het eten?Om kwart ... vier begint de film. voorWij staan hier ... een gesloten deur.

Jan is ziek en ... mag niet naar school.Ik wou met de bus komen, maar ... rijdt niet. hijDeze auto is niet groot, maar ... is wel mooi.

... praat niet meer met mijn broer.Ik weet niet of ... morgen kom. ik... loop met je mee.

Mark wast ... handen.Hij stopt zijn handen in ... zak. zijnHij luistert naar ... vriendin.

... regent al de hele morgen.

... is niet duidelijk wat we moeten doen. hetIk weet ... ook niet meer.

Denk je nog wel eens ... mij?Het is nog altijd ... het regenen. aanLiesje schrijft een brief ... haar tante.

In onze stad rijden er bussen, maar ... trams.Ga jij morgen ... naar het voetbal? ookIk wil ... een glas wijn.

Je praat met je kinderen als je ... wil begrijpen.Mij vertellen ... alles. zeLinda vraagt of ... met ons mee mag.

Het is ... veel te vroeg om te vertrekken.Ze slaapt ..., maar binnen een uur zal ze wel wakker zijn. nogHeb je ... altijd die rode auto?

... het rode licht rijden is erg gevaarlijk.Hij loopt ... de regen. doorDat stuk wordt ... zijn vriend geschreven.

Ik ga ... huis.Wij luisteren elke avond ... het nieuws. naarZe loopt snel ... huis.

Ik wil komen, ... ik kan niet.Ik ben klein, ... mijn broer is groot. maarIk kan niet zwemmen, ... ik kan wel fietsen.

Zij wassen ... elke morgen met zeep.Hij zet zijn koffer naast ... neer. zichHij moet ... verontschuldigen.

Peter is net zo groot ... ik.Die rode bloemen zijn niet zo mooi ... die blauwe. alsDe tweede vraag is even moeilijk ... de eerste.

Blijf toch nog even ... mij.Zo'n pen ... voorbeeld, kost 1000 frank. bijVoor brood moet je ... de bakker zijn.

... is nog geen melk in mijn koffie.Zijn ... genoeg stoelen? er... wordt gezegd dat hij minister is.

We wachten ... het donker wordt.Als ze vertrekt, zegt ze altijd: "... straks !" tot... hoe laat blijven jullie hier?

Het nieuws begint ... zeven uur.Het is nu te laat ... te vertrekken. omZe ligt in de zon ... bruin te worden.

Nu en ... voel ik pijn in mijn arm.Hij komt morgen, je kan het hem ... vragen. danEerst werken en ... televisie kijken.

Wilt u bier ... limonade?U moet kiezen: ja ... neen! ofWie moet jou helpen Klaas ... ik?

Het ... de hele morgen geregend.Wat ... hij te vertellen? heeftZij ... het hele jaar hard gewerkt.

... een week word ik achttien.Dat boek gaat ... een jonge dokter. overHij rijdt altijd heel voorzichtig ... de brug.

... wil hij me niet vertellen.Bedoelt u dit huis hier, of ... daar? dat... is niet juist.

Spring nooit ... een rijdende trein.Er komt zwarte rook ... uw pijp. uitHij valt bijna elke nacht ... zijn bed.

Is hij nu ... of niet getrouwd?Dat boek is mooi, maar het is ... moeilijk. welHebt u het ... of niet begrepen?

Je moet dat glas ... houden en niet anders.Karolien is niet ... groot als jij. zoIk vind dit niet ... mooi.

Ik heb ... auto maar wel een fiets.Ik heb nu ... tijd om dat te doen. geenIk heb ... zin in ijs.

Hebt u met ... jongen gepraat of met deze?In ... zin hebt u natuurlijk gelijk. die... vrouw daar is mijn moeder.

Met ... woorden wil ik eindigen.Hebt u ... week nog wat tijd? deze... boeken hier en die daar wil ik verkopen.

Wij ... ziek van al dat lawaai.De kinderen ... met de bus naar school gebracht. wordenDe programma's op de televisie ... steeds beter.

Geef dat boek terug aan Piet, het is van ... .Leo is weg, ik zie ... niet meer. hemJos wil naar Parijs gaan als jij met ... meegaat.

Mies en Joop hebben allebei ... auto verkocht.De bomen verliezen ... bladeren. hunDie mensen praten niet meer met ... buren.

Tina wast ... handen.Liesje verkoopt ... auto. haarEls trouwt met ... vriend.

Ik ... morgen niet komen.... ik u helpen, mevrouw? kanIk ... nog altijd niet zwemmen.

Als je nog op tijd wilt komen, moet je ... vertrekken.... en dan ga ik een kop koffie drinken met Lieve. nuHet is ... te laat om te vertrekken.

Hebt u ... gegeten?Ik weet dat ... lang hoor. alWeet u ... iets meer van die zaak?

Kom, ... zullen maar weer eens vertrekken.Bij wie moeten ... ons verontschuldigen? we... herinneren ons niets meer.

Zij ... twee minuten geleden aangekomen.Als we moe ..., gaan we slapen. zijn... jullie al lang klaar?

... je ziek bent, moet je in bed blijven.

... dat waar is, begrijp ik er niets meer van. alsIk neem nog een koekje ... ik mag.

... die het niet begrijpen, moeten het zeggen.Dat is iets voor Eva of voor jou: jij of ... moet dat doen. zijNiet ... maar wij zeggen hoe het moet.

Het huis ... wij huren, is zeer groot.Het meisje ... hij kust, heet Katrien. datEr is een stuk ... ik niet begrijp.

Weet u hoe ... bier maakt?... vertelt zoveel. men... zoekt nog mensen die kunnen helpen.

In het jaar 2000 ... dat zeker anders zijn.De trein ... om kwart voor zeven aankomen. zalZaterdag ... ik niet thuis zijn.

Ik doe heel erg ... best.Ik moet ... haar nog wassen. mijnIk ga uit met ... vrienden.

Je voelt ... goed bij die mensen.... bent veel te snel tevreden. jeJe denkt natuurlijk dat ... de beste bent.

Wil je ... cadeau of dat andere?... jaar gaan we naar Spanje. ditIk vind ... huis hier mooier dan dat andere.

Hij moet veel heen en ... reizen.Hij zit natuurlijk ... in het caf‚. weerJe bent ... te laat thuis.

Je bent groter ... je broer.De film is toch anders ... het boek. danPetra schrijft kleiner ... ik.

Ik heb het nog ... pas gehoord.Ik zeg het ... ‚‚n keer. maarDat boek kost ... 100 frank.

Eerst wil je niet helpen en nu help je ... .Het is nu ... te laat. tochJe gaat dat ... niet doen?

Deze auto is van mij, die ... is van mijn broer.De ene zegt dit, de ... zegt dat. andereDe ene na de ... valt dood.

Luister Joris, ik praat ... jou.Als je ... een muur rijdt, is je auto kapot. tegenDie kast staat ... de muur.

Zij ... een vriend die in Parijs woont.Hij ... het koud. heeftVolgens mij ... je broer gelijk.

Als je op tijd wil zijn, ... je nu vertrekken.Voor zijn werk, ... hij vaak naar Frankrijk reizen. moetIk weer niet wat ik ... doen.

Als ... mensen spreken, moeten de kinderen zwijgen.Ik heb liever een ... appel dan een kleine. groteHet leven in de ... stad is heel anders.

Oude mensen ... altijd dat ze slecht slapen.Wat wil dat ...? zeggenKunt u met nog even uw naam ...?

... mensen moeten sterven.Wij eten niet ... dagen vlees. alleWe maken ... drie dezelfde fout.

Heb je ... of weinig zin om te gaan?Ik heb er nog met niet ... mensen over gepraat. veelDat kost heel ... geld.

Dat is niet ... voor mij, maar ook voor jou.Ik wil u ... maar even spreken. alleenIk vertel ... het belangrijkste.

Een en een is ... .Je moet de zaak van de ... kanten bekijken. tweeOm te trouwen moet je met ... zijn.

Ieder ... heeft recht op geluk.Ik wil er met jou van ... tot ... over praten. mensIedere ... zoekt het geluk.

Alles ... hij vertelt is waar.... hier staat, moet je niet geloven. watDat is ... ik hebben moet.

Wilt u dat nog ... tonen, ik heb het niet gezien.Er was ... een klein meisje dat Sari heette. eensIk heb u dat al ... gezegd.

Ik ga nooit ... alleen op reis.Je ziet hier ... auto's dan fietsen. meerIk weet jouw naam niet ... .

We zijn net op ... voor het eten.Het is ... dat we vertrekken. tijdIk heb nu geen ... om te praten.

Moeten ... ons voorstellen of doet u dat?Zij zijn veel ouder dan ... allen hier. wijIn onze groep zijn ... de beste.

Ik moet met Kristel praten, maar ik zie ... niet.Ik zie An niet meer, maar ik denk vaak aan ... . haarAls je An ziet, doe ... dan mijn groeten.

De hond ligt ... tafel.Het water loopt ... de brug door. onderZij zitten ... de boom.

Hij zegt: "Volgens ... komt het nooit meer goed!"Kom maar met ... mee! mijAan ... moet je dat niet vragen.

Noem eens ... wat je graag wil hebben.Ik zit op ... te wachten wat niet bestaat. ietsJe moet mij nog ... vertellen.

Meneer, hoe heet ...?Beste kijkers, ik wens ... goede nacht. uKunt ... mij vertellen waar de heer Smit woont?

Mijn vader is nu een oude ... .Die vrouw heeft haar ... verloren. manKlaartje is getrouwd met een ... die ouder is.

Kom ..., mijn lieve jongen.Ik zie ... en daar wat nieuwe namen. hierWie woont ...?

Jullie zullen ... nooit geloven.Ik herinner ... jouw naam. meVertel ... eens iets leuks.

Maria komt altijd en overal ... laat.U hebt veel ... veel betaald. teDat is toch niet ... moeilijk.

Jansma verdient ... geld dan ik.Hij heeft ... geluk dan zijn broer. meerEr is ... politie in de stad dan vroeger.

Ten ... heb ik geen tijd en ten tweede heb ik geen zin.Is dat nog het ... punt of is het al het tweede? eersteIn de ... plaats wil ik u danken dat u gekomen bent.

... de winter komt de lente.

... de vakantie moeten we weer aan het werk. naZe komen net ... elkaar binnen.

Hij drinkt ... hij dorst heeft.... je al groot bent, mag je nu wat langer tv. kijken. omdat... het regent, neem ik de auto.

Hij woont ergens ... Gent en Brugge.Het is nu ... elf en twaalf uur. tussen... jou en mij gaat het erg goed.

Die borden moet je nemen: ... zijn sterk.Ken je Pol? - Nee, ... ken ik niet. dieDaar ligt de jas van Els en hier ligt ... van Jan.

Hij is dood en ... niet meer gevaarlijk.Dit is een vierkant, ... zijn de hoeken gelijk. dusHet is te donker, ... doe ik het licht aan.

De plaats ... je woont is niet belangrijk.... ligt jouw boek? waarHij toont mij ... het station ligt.

Ik hou van jou, voor ... .Hij is ... en overal de laatste. altijdHij is niet ... de eerste, maar wel vaak.

Ik ga naar huis, ... het is al laat.Steven kan niet komen, ... hij is ziek. wantJe moet vertrekken, ... het is al laat.

In het ... 1984 is mijn zoon geboren.In ben nu dertig ... oud. jaarVolgend ... ga ik in Leuven studeren.

Het is je ... fout, hoor!Iedereen doet het op zijn ... manier. eigenIedereen komt met zijn ... auto.

Hebt u iets gezien? - Nee, ik heb ... gezien.Hij is voor ... of niemand bang. nietsDaar is ... van waar!

Hij is ... snel kwaad.Hij weet maar al te ... dat ik gelijk heb. zeerIk vind het ... moeilijk om het juiste antwoord te geven.

... gaat het met u, meneer Stoops?

... laat vertrekt de bus? hoe

... maakt u het?

Wij herinneren ... niets meer.Wij verontschuldigen ... voor deze fout. onsWij wassen ... voor het ontbijt.

... verhaal moet je niet geloven.Ik zeg alleen ... wat ik weet. datHebt u ook ... boek.

Er komen elke dag ... boeken op de markt.Ik wil een ... jurk, mijn oude is te klein. nieuweHij rijdt met een mooie, ... auto.

... doe je nu weer?

... is het verschil tussen een tram en een trein? wat

... schrijft hij op dat blad?

Er is geen ... meer in de bus.U krijgt koffie in ... van thee. plaatsHet feest vindt ... in de nieuwe school.

Die man heeft zijn ... verloren.Mijn moeder is nu een oude ... . vrouwJoop is getrouwd met een heel mooie ... .

De mensen leven ... langer.Onze bakker is nog ... de beste van de stad. steedsHij praat ... vaker over dat ongeluk.

Ik zie hier en ... nog fouten.Mijn auto staat ... achter die brug. daar... is hij dan.

Ik vind die vraag ... erg moeilijk.Ik ken hier ... wat mensen. heelHet is hier ... anders dan vroeger.

Kunt u nog ... wachten?Mijn zus is ... groot als jouw broer. evenDeze kasten zijn ... groot.

Ik kom ... meer terug.Zoiets doe ik ... van mijn leven meer. nooitNu of ... .

Wij staan met ... handen in ... zakken.De kerk van ... Lieve Vrouw van Lourdes. onzeOmdat we geen licht hadden liepen we naast ... fiets.

Zij ... met de trein uit Amsterdam.Er ... andere tijden. komenMijn vrienden ... morgen bij mij op bezoek.

Hoe ... u het, mevrouw Tips?Als je hem wakker ..., is hij kwaad. maaktDie auto ... zoveel lawaai.

Hierin staat ... wat u weten wilt.Ik moet nog van ... doen vandaag. allesHij vertelt van ... en nog wat.

'De doos' is niet zijn beste werk, het is ... welzijn laatste.Soms is hij kwaad, soms ... kan hij heel lief zijn. echterPeters is hier baas, hij is ... niet de enige.

Wat deed ze, ... hij sloeg?Net ... ik aankwam, ging de telefoon. toen... ik klein was, was er nog geen televisie.

Jan en Mie houden van ... .Els en ik kennen ... nu al twee jaar. elkaarJan en Miep praten niet meer met ... .

Ik heb in mijn ... al veel gereisd.Het ... van een mens is kort. levenDat zal ik nooit van mijn ... doen.

Ik heb ... zonen: Tom, Tim en Teun.De film loopt nog ... dagen: zaterdag, zondag en maandag. drieVier min ‚‚n is ... .

Ik weet niet ... ik kan komen.Ze willen weten ... jullie ook komen. ofHet is niet duidelijk ... hij nu de baas is.

Wil iemand nog ... wijn?Zal ik je eens ... vertellen? watNeem nog ... kaas.

Die wijn is niet slecht, maar hij is ook niet echt ... .Alles ... en wel, maar hoe moet het nu verder? goedPaul is heel ... in talen.

Mijn been ... pijn.Jasperina ... heel veel voor haar moeder. doetHij ... ons daar een plezier mee.

Hier is nog een huis ... huur.Bezoek het Rijksmuseum ... Amsterdam. teIs die auto ... koop?

Hij werkt ... en nacht.Op welke ... van de week ga jij in bad? dagOp een ... zal je het alleen moeten doen.

Niemand weet het, ... zijn moeder niet.Hij praat zo stil, dat ik hem ... niet versta. zelfsHij werkt de hele week, ... op zondag.

Dit is de eerste en de ... keer dat ik zoiets doe.31 mei is de ... dag van die maand. laatsteIk voel me de ... weken niet zo lekker.

Ik ... er niets meer over horen.Wat ... dat zeggen? wilHij ... zijn auto verkopen.

Bij ons op het ... praat iedereen over die film.Ik ben klaar met mijn ... . werkZij zijn al lang weer aan het ... .

Ik ... dat jullie net klaar zijn met eten.Ik ... niet meer zo goed, ik moet een bril kopen. zieAls ik hem ... lopen, denk ik aan zijn broer.

... dagen later was ze dood.Brugge, ... reis alstublieft! enkeleIk ga op reis met ... vrienden.

Ik ga vaak naar de bioscoop, ... op zaterdag.Het gaat ... ook om geld.vooralDie vogels vliegen ... 's nachts.

België is een klein ... .Frankrijk is het ... van de wijn. landIn ons ... wonen 10 miljoen mensen.

Kom vrouwtje, we ... naar bed.Ze ... twee keer per week naar de bioscoop. gaanKinderen, we ... aan tafel.

Er ... een auto voor de deur.Mijn vriendin ... te wachten. staatDe tafel ... in het midden van de kamer.

We hebben twee ... : een jongen en een meisje.Kleine ... moeten vroeg gaan slapen. kinderenIk zag een moeder met haar ... naar school gaan.

Op het dak van ons ... zat een groene vogel.We wonen in een ... met een grote tuin. huisJan en Els hebben pas een nieuw ... gebouwd.

Ik heb ... zin in ijs.... mooi huis zie je niet vaak. zo'nHij heeft ... pijn dat hij niet meer kan praten.

Is er een verschil tussen een fiets voor dames en eenvoor ... ?Dames en ... , goede avond! herenGeachte ..., wij hebben uw brief van 12 mei pas nu gekregen.

Ik heb vijf vingers aan elke ... .Toen we vertrokken, gaf hij me een ... . handIn de ene ... hield hij een bloem, in de andere een cadeau.

Ik heb al ... met hem gepraat dan jij.Ik zie hem niet ... dan drie keer per jaar. vakerHebt u dat al ... gedaan?

Hij is op dit ogenblik ... werk.... zijn hulp zou ik het niet kunnen. zonderIk neem koffie ... melk.

Ik ken zijn ouders, want ik heb met ... op school gezeten.Ik zie mijn zonen niet meer, maar ik denk nog vaak aan ... . haarIk schrijf nog wel aan Jo en An, maar ik zie ... nooit meer.

Heb je ... arm pijn gedaan?Je moet hier ... handen wassen. jeHeb je ... haar gewassen?

Het is feest voor groot en ... .Met zo'n ... kind durf ik nog niet op reis. kleinEr is maar een ... verschil meer.

Ik heb gisteren weer te ... gerookt.Hij zegt niet zo ... . veelHij weet heel ... .

Je moet 3 keer bellen: twee keer kort en een keer ... .Mijn haar is te ..., ik moet naar de kapper. langIk heb heel ... op jou gewacht.

Dieren ... katten en honden, noemen we huisdieren.Het is ... ik u zeg en niet anders. zoals... gewoonlijk heeft hij weer geen geld.

Ik ga weg en ik kom nooit meer ... .Antwerpen, heen en ..., tweede klas. terugJe krijgt je geld ..., als hij niet goed is.

... is nieuw voor mij.

... hier is groter dan dat daar. ditWelk boek kies jij? Ik neem ... hier.

Ik ga naar huis, het is al ... .Hoe ... is het nu? - Acht uur. laatVroeg of ... ben ik hier de baas.

Ik heb de ... dag gewerkt.Het duurt een ... tijd voor je hem kent. heleWil je een ... of een halve appel?

Ik heb haar 20 jaar geleden gezien, ze was ... nog heeljong.Wat is er ... eigenlijk gebeurd? toenWat deed je ...?

Ga je ... week met vakantie of pas volgende week?Die bril is niet mooi, maar ... lijkt me leuk. dezeMet ... jongen valt niet te praten.

Je moet me iets ... weten.Hij kan het roken niet ... . latenZe ... ons nooit alleen.

Mijn vader en mijn ... zijn al erg oud.Marian is ... geworden van een flinke zoon. moederElke ... zorgt voor haar kinderen.

Als ik lang lees doen mijn ... pijn.Mijn ... vielen dicht van de slaap. ogenIk zag niet meer door mijn ... .

Een keer ... jaar ga ik naar de dokter.Hij verdient 10.000 frank ... week. perDeze pennen kosten 8 gulden ... stuk.

Greet heeft al veel van de ... gezien.Hij maakt een reis om de ... . wereldDie brug is de langste van de ... .

U mag in geen ... te laat vertrekken.Er is in elk ... veel volk. gevalHebt u over dat ... gepraat met de dokter?

Die fles is ... leeg.Ik ga ... alleen naar China. helemaalMijn auto staat ... aan het begin van de straat.

Mijn ... en mijn moeder zijn al heel oud.Mijn ... kan beter praten met mij dan met zijn dochters. vader... worden is voor een man als moeder worden voor een vrouw.

Lyon ligt ... van Parijs dan ik dacht.Ik ben wat moe, maar ... gaat alles goed. verderHij ziet niet ... dan zijn neus lang is.

Ik ben de beste, al zeg ik het ... .Ik heb hem ... gezien, met mijn eigen ogen. zelfDe auto is helemaal kapot maar de man ... heeft niets.

Ik heb ... ‚‚n keer met haar gesproken.In ... enkele gevallen kan de dokter helpen. slechtsEr is ... ‚‚n man die u kan helpen.

Over een ... ogenblikken begint ons programma.Ik wil nog een ... boeken lezen. paarIk koop nog twee ... schoenen.

Een ... van het geld gaat naar de arme kinderen.In het eerste ... van dit boek trouwt de hoofdpersoon. deelElk krijgt zijn ... .

We zijn op ... naar school.Er was vanmorgen veel verkeer op de ... . wegEr komen veel auto's langs de nieuwe ... .

Ik denk ... nog heel vaak aan .Je hebt al drie boeken, wil je ... nog meer? erIk woon ... nu al twee jaar.

Kent u het antwoord op deze ...?Mag ik u een ... stellen? vraagHet antwoord op die ... is niet juist.

Herinneren jullie ... die tijd nog?Je moet ... wel nog wassen. jeJe voelt ... oud.

... komt Jan straks ook, maar ik weet het niet zeker.Heeft u ... een pen voor mij? misschienWil je ... liever hier zitten?

Je mag het ... ook zelf doen.Er is ... wel een ander middel, maar dat is gevaarlijk. natuurlijkMaar ... heeft hij gelijk!

Hoe ... ben je nu, 28 jaar of 29 jaar?Ik vind 60 jaar nog niet ... . oudHet was een feest voor jong en ... .

... jij televisie kijkt, zit ik te werken.Reizen ... je slaapt, dat kan met de slaaptrein! terwijlHij is rijk, ... ik arm ben.

Het is nu te laat, de brief is ... .We gaan ver ... . wegIs de trein van 8.10u. al ...?

Hij tekent een ... met grote ogen en kleine oren.Hij heeft bijna geen haar meer op zijn ... . hoofdDieren hebben een kop, mensen hebben een ... .

Ik ben ... klaar met die brief, nog een paar woorden.Die horloges kan je ... overal krijgen. bijnaIk ben ... zestig jaar, nog een paar weken.

Het is ... dat hier iemand komt helpen.Wat hebt u allemaal ... om zo'n kast te maken? nodigIk heb die planken niet meer ...

Wij ... nu meteen eten.Ze ... vanmiddag uit wandelen. gaanJan en Lies ... volgende week trouwen.

Ze noemen mij 'Lorre', maar ik heet ... Luk.Mijn beroep is ... bakker, maar ik werk als verkoper. eigenlijkU bent ... te laat, maar ik zal u toch nog helpen.

Ik moet hem gelijk ... .Wij ... u nog een paar minuten tijd. gevenJullie ... haar een mooi cadeau.

Ik weet daar niets van, dat is ... mijn rug gebeurd.Onze tuin ligt ... ons huis. achterDie klok loopt voor, maar mijn horloge loopt ... .

Om drie ... vertrekt mijn trein.Ik sta hier al meer dan een ... te wachten. uurHet is zes ... op mijn horloge.

De vorige minister is ... lang dood.De brief is ... aangekomen. reedsDat is ... eerder gezegd.

Er zijn zeven dagen in een ... .Volgende ... gaan we naar de film. weekDeze ... is er weinig werk.

Wat is het eerste ... van deze zin?Wat betekent het ... 'lethargie'? woordIk kan dat ... niet schrijven, hoor!

Edammer is een ... kaas.Met dit ... mensen moet je opletten. soortAids is een ... ziekte.

Twee weken ... is hij naar Afrika vertrokken.Dat feest is al zo lang ... . geledenKort ... is de baas gestorven.

De zomer valt in de ... helft van het jaar.Maandag is de eerste dag van de week en dinsdag de ... . tweedeJaap is de eerste en Tim is de ... .

... ga je met vakantie? - In juli.Hij vraagt ... ik nog eens langskom. wanneer... beginnen de lessen weer?

Ik vind het heel ... dat hij zijn kinderen slaat.Dat doet ... veel pijn. ergHij komt meestal heel ... laat aan.

Ik ga ... te voet naar huis, maar niet vaak.Weet u ... hoe laat de trein uit Gent aankomt? somsHebt u ... een sigaret voor me?

In de eerste ... staan twee moeilijke woorden.Ik heb geen ... om te werken. zinHebt u ... in thee?

Er zijn ... seizoenen: zomer, herfst, winter en lente.Een raam heeft gewoonlijk ... hoeken. vierTwee maal twee is ... .

In ... die gevallen moet u de dokter roepen.... mijn vrienden wonen in het buitenland. alMet ... dat lawaai kan ik niet werken.

Mijn ... is Joris Stip.Hoe is uw ..., mevrouw? naamIk dank u in ... van mijn vrienden.

Ik zwem niet graag in koud ... .Het ... van de zee is erg vuil geworden. waterIk drink elke avond een glas ... voor ik ga slapen.

U bent ... te laat: de trein is weg.Joep is ... zo groot als ik. netHij doet ... of hij me niet gelooft.

Je ... gelijk van mij.Hij ... een mooi cadeau van Truus.krijgtHij ... zijn loon van zijn nieuwe baas.

Dat antwoord is niet ... .Het is ... dat zes min vier twee is. juistDat is ... wat ik bedoel.

Veel mensen gaan op zondag nog naar de ... .Ik hoor de klok van de grote ... slaan. kerkDe ... is het grootste gebouw van ons dorp.

Den Haag ... in Nederland.Sonja ... nog te slapen. ligtEr ... een brief op tafel.

Karolien is de mooiste van ons ... .Daar liggen ... nieuwe boeken. allemaalDie antwoorden zijn ... fout.

... de kranten gaat de eerste minister trouwen.

... mij weet Rien niet waar je woont. volgensIk doe het ... het boek.

... jullie wie hier de baas is?We ... niet of we dat mogen zeggen. wetenZe ... dat huis niet meer te vinden.

Heb je ... gezien die je kent? - Nee, niemand.Sjaak Swart is een belangrijk ... . iemandWat voor ... is die Peters?

18 jaar is ..., 81 jaar is oud.Niet zo snel, ik ben niet meer zo ... ! jongMaar meisje, jij bent nog te ... om dat te begrijpen.

Dat is een ... waar ik niets van weet.Hij werkt bij ons in de ... . zaakDat is een moeilijke ... .

Het is nu wel ... dat hij komt.We komen vast en ... te laat. zekerHoe weet jij dat zo ...?

... ben ik arm, ik ben toch gelukkig.Ik hou nog van hem, ... is hij nu met Eva getrouwd. al... is het verhaal mooi, het is niet echt gebeurd.

Ik ken zijn ... van de televisie.Op het eerste ... heb je gelijk. gezichtWat een mooi ..., al die kinderen.

Dat hoef je geen twee ... te zeggen.Iedere ... als ik hem zie, lacht hij. keerDit is de laatste ... dat hij komt.

Rook jij meer of ... dan je man?Zeven is ... dan twaalf. minderHij eet nu ... vlees maar meer brood.

Zijn kleren liggen op de ... .Ik heb een stuk ... gekocht om te bouwen. grondHij is met zijn gezicht op de ... gevallen.

Doet u het, ... of nee?... , dat weet ik zeker! jaHier moet u met ... of neen antwoorden.

Wat voor ... zijn dat daar?Hoe heten die ... ook weer? dingenIk heb zoveel ... aan mijn hoofd.

De deur slaat de hele tijd ... en dicht.De deur is ... , ga maar binnen. openHij deed zijn ogen ... maar hij zag niks.

Hebt u ... vrienden nog gezien?U moet ... best doen. uwIn ... brief van 3 juli schrijft u dat u het huis huurt.

De jongen aan ... ik het vroeg wist het niet.De man van ... ik het weet, is dokter. wieDe man met ... zij getrouwd is, is 10 jaar ouder.

Ik heb ... vanmorgen gehoord dat we mogen vertrekken.Het is ... vier uur en het is al donker. pasHet is ... nu dat ik hoor dat jij meekomt.

Dat verhaal heb ... verteld, niet ik.Brigitte en ... moeten het doen. jij... of Bart moet dat maar doen.

Help me eens een ... .Het is een ... laat om dat te doen. beetjeHebt u een ... tijd voor mij?

In het ... van de avond is het nog licht.Dat heeft de dokter van het ... al gezegd. beginBij het ... van de lente gaat het gras weer groeien.

Die twee dames doen altijd alles ... .Nu wij hier ... zijn, wil ik iets voorstellen. samenVeertig frank en 60 frank dat is ... juist honderd frank.

... jullie die bloemen mooi ?Wij ... onze sleutels niet meer. vindenWij ... dat onze baas te veel roept.

De ... keer vertel ik een ander verhaal.Dat boek komt pas ... week op de markt. volgendeDe ... vragen zijn voor u.

In België zijn er twee officiële televisiestations, ... de VRT en de RTBF.Ik weet nog niet of ik kom, ik heb ... nog veel werk. namelijkWij zijn met drie jongens, ... Geert, Luk en Paul.

Ik kan het ... niet meer herinneren.Je schrijft me dat je ... niet meer wil zien. meIk ga dood als je niet meer van ... houdt.

Mijn vader is agent bij de ... .Bij zo'n ongeluk laat men gewoonlijk de ... halen. politieDe ... zoekt nog steeds naar de groene auto.

In ... gevallen moet de politie helpen.Voor ... mensen was het programma te moeilijk. bepaaldeOp ... vragen is er geen duidelijk antwoord.

Met ... koop je alles.Dat boek heeft veel ... gekost. geldIk ben niet rijk, ik heb niet zo veel ... .

Gaan jullie nu naar Duitsland ... ?Af en ... drink ik een glas wijn. toeZe komen langzaam naar ons ... .

Ik hou niet van de ... met zijn drukke verkeer en zijnvele huizen.Amsterdam is een drukke ... . stadIk woon liever in een ... dan in een dorp.

Er staan auto's aan ... zijden van de straat.Muziek en sport, ... zijn belangrijk voor mij. beideDit zijn de heren Top en Jans; ... personen kunnen u helpen.

Heb jij het laatste ... van W.F. Hermans gelezen?Op bladzijde 4 van dit ... staat een fout. boekIk heb de titel van dit ... al eens eerder gehoord.

In Nijmegen ... we de trein.We ... het u niet kwalijk. nemenJe kunt aardappelen ... of friet.

Mijn kinderen ... in de derde klas.Gaat u toch ... . nemenMijn sleutels ... in mijn zak.

Wilt u nog wat koffie? - ... !Hij woont erg ... in de stad, veel liever dan op de buiten. graagIk wil ... nog wat wijn.

Ik ... van oude dingen.Ik ... dat boek zolang hier. houdIk ... van jou.

Het is een ... dat mannen meer roken dan vrouwen.We staan voor het ... dat we zijn adres niet kennen. feitHet ... dat zo iemand minister is, begrijp ik niet.

Ik ga nog wat wandelen ... de zee.Ik loop even ... bij tante Mien. langsDe bomen ... de weg zijn al oud.

Uw glas is leeg, maar mijn glas is ... .De bus is ..., er kan niemand meer bij. volHet caf‚ zit ... mensen.

De ... staat nog open, doe ze even dicht.Heb je de ... van je huis gesloten? deurWelke sleutel is van de ... van je kamer?

Op die ... moet je het zeker niet doen.Dat is ‚‚n ... om rijk te worden. manierIedereen werkt op zijn eigen ... .

Hij koopt ... dag zijn krant in het station.Ik wil van ... soort vier stuks. elkeHij kan ... dag komen.

Wie is nu ... van buitenlandse zaken?De eerste ... staat aan het hoofd van het land. ministerHij is lang ... van onderwijs geweest.

Snijd nog maar een ... kaas af.Ik heb maar een ... van het programma gezien. stukJe moet een ... van vijf frank in de parkeermeter stoppen.

... jij hier bij mij?Ik ben nog moe, ik ... nog een uurtje liggen. blijf... nog maar in bed, je bent nog ziek.

Wij ... jou wel naar huis.Ze ... mij om het uur een glas water. brengenWe moeten de kinderen ... en halen.

Er is een ... verschil tussen de kleur van je schoenen endie van je jas.Bram spreekt niet erg ... . duidelijkHet is ... dat dit verhaal niet waar is.

Aan deze ... van de straat staan veel huizen.Aan de andere ... is hij erg voorzichtig. kantHij laat zich van zijn goede ... zien.

Je moet maar eens langskomen, bij ... volgende week.Kunt u mij een ... geven van een mooie stad? voorbeeldZou u bij ... morgen kunnen komen?

Breng jij deze ... naar de post?Ik heb een ... geschreven aan de minister. briefIk schrijf elke week een ... aan mijn zoon.

Ik doe het liever niet, ... niet meteen.Men moet ... twee derde van de stemmen hebben. tenminsteHij speelt niet zo goed; dat denk ik ... .

De huur is niet laag maar ook niet ... .Hij springt heel ... . hoog... in de bergen is het erg rustig.

Zij verdient te ... om van te leven.Hij heeft maar ... van zich laten horen. weinigIk heb ... zin om dat nog eens te doen.

Kijk, hij maakt twee keer ... fout.Napoleon en Bonaparte zijn ‚‚n en ... persoon. dezelfdeGras en lucht hebben niet ... kleur.

Hij zet zijn koffer ... zich neer.Kris loopt ... mij en vertelt mij alles. naastWij wonen ... elkaar.

Zo'n internationale trein rijdt erg ... .We moeten ... hulp bieden anders is het te laat. snelHij is in alles even ... .

Doe maar of u ... bent.Ik blijf vanavond ... televisie kijken. thuisIs Carla ... ?

Hij is de ... dokter die zoiets kan.Het ... probleem dat we nu nog hebben is dat van de prijs. enigeJij bent de ... vrouw in mijn leven die mij begrijpt.

... mijn bed hangt een foto van een zanger.Onder ons woont een dokter en ... ons een kapper. bovenDe zon staat ... de zee.

Ik wil een ... met ontbijt.De tafel staat in het midden van de ... . kamerIk huur een kleine ... in de stad.

Op dat ... weet hij meer dan ik.Wij verkopen hier alles op het ... van sport. gebiedHet Franse ... gaat tot tegen de Pyrenee‰n.

Heet u Karel? - ..., ik heet Klaas.Heb jij dat gedaan, ja of ...? neeAls ze mij dat geven, dan zeg ik niet ... .

Van wie heb jij leren ... rijden?Sinds ik mijn nieuwe ... heb, rijd ik niet meer op de fiets. autoMet de ... ben je er sneller dan met de trein.

Ze ... je altijd eerst je naam.,|Wil iemand nog wat ...?vragenAan mij ... ze nooit iets.

Vijf maal twee is ... .Ik heb ... vingers. tienVijf en vijf is ... .

De dokter komt zo snel ... .Het is ... dat hij wat later komt. mogelijkIn deze tijd is alles ... .

... het station ligt een mooi caf‚.Die auto is mooi, maar daar staat ... dat hij duur is. tegenoverDe huizen hier ... zijn oud.

Hij gaat vroeg van huis, ... hij rustig naar het stationkan lopen!We stoppen iets vroeger, ... iedereen nog de bus kan halen. zodatIk ben ziek, ... ik niet kan werken.

Hoelang ... de naam Za‹re al?Dit werk ... uit vier delen. bestaatDat televisiestation ... al 3 jaar niet meer.

Ik ben maar een ... meisje.Wij zijn het niet ... dat u ons zo laat nog telefoneert. gewoonIk wil ... maar even met je praten.

De ... maart heeft 31 dagen.In welke ... bent u geboren? maandIk kom over een ... terug naar Belgi‰.

Ik ga altijd meteen naar ... .... een week moet dat werk klaar zijn. binnenHet huis ligt nog ... de stad.

Ze heeft twee kinderen: een ... en een meisje.Die ... is de beste vriend van mijn zoon. jongenKeesje is al een flinke ... .

Wat heb je vandaag op ... geleerd?Er is vandaag geen ... voor de kinderen. schoolJoop zit nog op de lagere ... .

Brussel, eerste klas, ... en terug.Waar geen jullie ...? heenWe gaan ergens ... waar het rustig is.

Heb je lekker gegeten? - ... en of!Wie doet ... zoiets? nouToe ..., asjeblieft doe het voor mij.

Ik heb u al eens ... gezien.Ik zou ... die rode jurk nemen dan die gele. eerderGa daar weg, hoe ... hoe beter.

Ik kan ... handen niet stilhouden.Ik was ... haar met regenwater. mijnIemand zit op ... plaats.

... ben je niet vroeger gekomen?Ik weet wel ... hij zo kwaad is. waarom... noemt men rood de kleur van de liefde?

Hij kan ... ogenblik aankomen.... van ons krijgt 500 frank. iederVoor ... huis staat een auto.

Ik heb nog nooit ... volk bij elkaar gezien.... moois heb ik nog nooit gezien. zoveelHebt u echt ... betaald voor die trui?

Mag ik u een vraag ...?Laten we ... dat u gelijk hebt. stellenDaarmee ... zij ons voor een probleem.

Dat is een ... stoel, je mag erop dansen.Er zijn ... mannen nodig om dat te doen. sterkeWij zoeken twee ... mannen om die kast te dragen.

Drie plus twee is ... .Wij werken ... dagen op zeven. vijfIk heb ... vingers aan elke hand.

Als jullie dit boek toch niet meer ..., geef het dan maaraan mij.Mag ik jou pen even ... ? gebruikenJe moet een woordenboek ... .

Dat is een plaat die ... kent.Dat weet niet ... . iedereenDe wet is voor ... gelijk.

Kunt u dat nog eens ... doen a.u.b.?Als het niet goed is, moet je ... beginnen. opnieuwIk moet helemaal ... beginnen.

De bladeren ... van de bomen.Hij laat alles uit zijn handen ... . vallenDie twee feesten ... op dezelfde dag.

Wat ... dat woord?Dat rode licht ... dat je moet stoppen. betekentWat ... die brief voor jou?

Aan het ... van de film trouwen ze.Het ... van het boek is mooier dan het begin. eindeDat moet je pas op het ... zeggen.

De ... voor zijn dood heeft hij tot 12 uur TV gekeken.Op de late ... komt er nog volk. avondDe ... valt erg vroeg.

Het feest is ... begonnen en gaat vandaag nog door.Vandaag is het zondag, dus was het ... zaterdag. gisterenWie heeft ... getelefoneerd?

Dieter ... meer op zijn broer dan op mij.Dit ... een makkelijke vraag, maar ze is moeilijk. lijktTruus ... weer beter te worden.

Dat mag je aan ... vertellen.Er brandt geen licht, er is ... thuis. niemandNiets of ... kan mij nu nog tegenhouden.

Binnen is het warm, maar ... is het koud.... zijn vader, heeft hij geen familie. buitenBij dit weer moeten de kinderen toch even naar ... .

Het is laat, ik ga naar ... .Ik lag nog wel in ..., maar ik sliep niet meer. bedKinderen moeten vroeg naar ... .

Op dit ... begint een nieuw programma.Wilt u hier een ... wachten? ogenblikOp het ... van het ongeluk waren wij niet thuis.

Waarom niet? - ... niet!Ik kan het niet alleen en ... moet je mij helpen. daaromWij zijn niet rijk, maar we zijn ... niet minder gelukkig.

Ik hoor zijn ... in de kamer hiernaast.Ik geef mijn ... aan de beste kandidaat. stemHij spreekt met luide ... .

Dit is een goed boek, maar dat is nog ... .Je moet het ... doen dan de vorige keer. beterHet is ... dat hij ons niet ziet.

... heeft er koffie besteld?

... is die man met zijn blauwe jas? wieZe wil weten ... dat cadeau gaat kopen.

Hij kijkt me aan ... hij zeggen wil 'ben je gek'?Hij doet ... hij me niet begrijpt. alsofHij praat tegen me ... ik een kind ben.

We hebben 2 kinderen: een jongen en een ... .Dat ... is de beste vriendin van Jos. meisjeDat kleine ... met haar blauwe jurk heet Anita.

Er is altijd veel ... op dat feest.Het Nederlandse ... werkt heel hard. volkDe koning spreekt zijn ... toe via de radio.

Sinds ... heb ik nu ook een auto.Ik zie liever ... haar dan lang haar. kortIk heb een ... bezoekje gebracht aan een zieke vriend.

Hij werkt dag en ... .Als je niet kunt slapen, duurt de ... erg lang. nachtIn die donkere ... van 4 op 5 maart is hij weggegaan.

Om de 5 minuten ... hij op zijn horloge.Als mijn man tv. ... hoort hij niets. kijktAls je op het volgende blad ... zie je het antwoord.

Hij heeft veel ... met zijn dochter.We zitten in de ... . problemenHoe kan je zo iemand uit de ... halen?

Eerst ga ik een ijsje eten, ... ga ik naar huis.Morgen moet je komen, de dag ... heb je vrij. daarnaEerst spreekt de koning en meteen ... de minister.

... appels wil je hebben, die groene of die rode?

... huizen zijn na 1940 gebouwd? welkeIk weet niet ... vrienden ik zal uitnodigen.

Kunt u mij een ... geven op die vraag?Het ... op die vraag is niet juist. antwoordWie het ... weet op die vraag, mag het zeggen.

Het leven gaat gewoon zijn ... .Hij staat op jou te wachten in de ... . gangDe les is al aan de ... .

Die schrijver is al honderd jaar ... .We zullen hem krijgen: ... of levend. doodIs er leven na de ...?

Het is vier ... over vijf.Over een paar ... begint het programma. minutenIk heb om 10 ... voor vijf een trein.

Ik ... iemand zingen of roepen.... jij het lawaai van de auto's? hoorIk ... daar nooit meer over praten.

Zo'n sterk ... is slecht voor de ogen.Het ... van de zon is mij te sterk. lichtAls het ... uit is, zie je niets meer.

Dat zeg ik u zo ... .Ik zie ... als er iets fout is. meteenIk zal u ... uw boek teruggeven.

De mensen ... achter je rug.Over die zaak valt niet meer te ... . pratenWe ... nu al de hele tijd over het weer.

In de keuken staat een houten ... met 4 stoelen.We zitten net aan ... om te eten. tafelOm twaalf uur gaan we aan ... .

Aan het einde van een zin staat een ... .Het volgende ... op ons programma is de reis. puntDe zon staat boven de hoogste ... van de berg.

Het licht is ..., ik zie niets meer.Als de school ... is, is er veel verkeer. uitMijn boek is ... .

Het is nu twee minuten over ... drie.Zes maanden is een ... jaar. halfEen ... uur duurt 30 minuten.

Een jaar is twee keer ... maanden.Drie maal twee is ... . zesVijf en ... is elf.

De vragen zijn ... moeilijk.Wat is er zo ... aan die jongen? bijzonderIk heb ... weinig gegeten.

Dat verhaal is ... gebeurd.Je krijgt een ... gouden horloge. echtVoor mij hoef je het ... niet te doen.

Heb je ... geld om een horloge te kopen?Ik heb het je vaak ... gezegd. genoegWe hebben nog tijd ... om een glas te drinken.

In ... jaren kwam hier veel volk.Hij vertelt altijd van ... . vroeger... dacht ik dat mijn vader de baas was.

Komt u met ons ...?Mag ik met jullie ... naar Gent? meeMag Karolien ook ... ?

Welke ... loopt er nu in de bioscoop?Er is vanavond een mooie ... op de tv. filmDie ... draait in 3 bioskopen.

Je mag niet praten met je ... vol.In de klas moeten de kinderen hun ... houden. mondHij zit met zijn ... open tv. te kijken.

Hij ... voor een heel bekende zaak.Bij ons op kantoor ... de baas het minst. werktMijn vrouw ... samen met een vriend aan die zaak.

Hij heet Jan, maar we ... hem 'de lange'.Kunt u mij 3 soorten wijn ...? noemenHoe ... wij het bovenste stuk van een fles?

Wij zijn van ... iets vroeger te vertrekken.In het ... van de minister zitten nog fouten. planIk heb al een ... voor mijn vakantie.

Het is niet ... dat hij dokter is.Is het ... dat jij meer dan 40 bent ? waarHet is maar al te ... .

De kleur van melk is ... .Hij doet moeilijk: als ik ... zeg, zegt hij zwart. witHet ... van een ei is lekker.

Hebt u het nodige ... om zo'n treintje te maken?Weet u welk ... men nodig heeft om een brug te bouwen? materiaalIk heb heel veel ... voor mijn studie over de muziek.

Jans heeft drie kinderen: twee dochters en een ... .Mijn ... is de beste vriend van jouw dochter. zoonIk heb een ... en een dochter.

Mien heeft zwart lang ... .Ik laat mijn ... groeien. haarDat meisje met dat lange, bruine ... is mijn zusje.

We wachten ... het donker wordt.Ze wachten ... het te laat is. totHij werkt ... hij niet meer kan.

Zolang je ... nog klopt, leef je nog.Roken is slecht voor het ... . hartIk verlang naar jou met heel mijn ... .

... Karel, ik kom morgen om 6 uur aan.Piet is de ... vriend van mijn zoon. besteKramiek is de ... bakker van de stad.

Hebt u ... zoiets moois gezien?Als u ... in Brugge komt, moet u het museum bezoeken. ooitAls ik ... in Antwerpen kom, stuur ik je een kaartje.

Die bus gaat in de goede ... .In welke ... moet ik lopen? richtingHij loopt in de ... van het station.

Peter is de ... bezoeker uit Duitsland, de anderen zijn uitFrankrijk.Wij hebben nog altijd ... hoop. enigeIk zie ... verschillen met vroeger.

De ... is blauw en de zon schijnt: 't is zomer.Ik voel me zo vrij als een vogel in de ... . luchtIk krijg hier niet genoeg ... in deze kamer.

De heer en ... Jansen komen ook nog.... Bertha Dekkers-Smeets is hier al. mevrouwMijnheer en ... Smeets zijn ook uitgenodigd.

De kinderen zitten ... de tafel.Hij is nu ... de dertig jaar. rondDe dorpen ... Leuven zijn heel mooi.

Houd die vaas eens even ... .Die planken liggen niet goed ... . vastDat gebeurt op een ... uur op maandag.

Kinderen, ik ga jullie een mooi ... vertellen.Het ... dat ik vertel, is echt gebeurd. verhaalDat is een heel ... wat je me daar vertelt.

Over dat probleem heb ik ... vragen.Je moet de ... prijzen vergelijken. verschillendeDie dokters hebben een ... kijk op de zaak.

Ik heb morgen een dagje ... .Ik vind dat probleem ... moeilijk. vrijWe leven in een ... land waar ieder mag zeggen wat hij wil.

Nu ... dat iedereen betaald heeft.Er ... opnieuw een probleem te zijn met de politie. blijktUit niets ... dat hij het gedaan heeft.

De eerste week is gratis, maar de tweede en de ... moetje betalen.Maart is de ... maand van het jaar. derdeNa de tweede keer, komt de ... keer.

Ik ... jou op je woord.Ik ... niet alles wat hij vertelt. geloof... jij dat er leven is na de dood?

Dag ... Maes, hoe gaat het met u?... en mevrouw Stoop zijn hier al lang. meneerDag ... Smets, blij u te zien.

Dokter Maes woont in een lange, stille ... .De meeste huizen in onze ... zijn heel oud. straatAls de zon schijnt, lopen er meer mensen op ... .

Wilt u een biertje, iets ... heb ik niet.Het is zo en niet ... . andersHij weet het niet, ... zou hij het zeggen.

Hebt u een ... van de prijs van die auto?Hoe komt u op het ... om zoiets te zeggen? ideeIk heb een goed ... .

Bent u meneer Delaet? - ... .Ik heb dat ... gezegd, maar ik ben het niet zeker. inderdaadGelooft u dat echt? - ... .

Dat verhaal lijkt me niet erg ... .Hij is ... vergeten dat hij moest komen. waarschijnlijkHet is meer dan ... dat hij komt.

Ik ben niet ... in het donker.Kinderen kan je gemakkelijk ... maken. bangJe hoeft niet ... te zijn voor die grote hond.

... u nog veel aan vroeger?Hij ... veel over die problemen. denktHij ... dat hij hier de baas is.

Is het nog ... naar Gent?Wij wonen niet zo ... van de stad. verDe vakantie is nog ... .

... werd hij heel kwaad.Een ... hoogteverschil doet soms pijn in de oren. plotselingHij was ... nergens meer te zien.

De ... van dit boek is 500 frank.Wie wint dit jaar de eerste ...? prijsDe ... van die rok is 3000 frank.

Heb je dat ... durven zeggen?Die man is een ... gevaar voor ons. werkelijkIs dat ... de enige reden?

Als ik ziek ben, ga ik meteen naar de ... .We moeten de ... roepen, voor het te laat is. dokterDe ... zegt dat mijn hart te snel slaat.

Tien is de ... van twintig.In de eerste ... speelt Brugge altijd goed. helftIk heb maar de eerste ... van dat verhaal gehoord.

Wat is de ... van uw bezoek?Zo iets doe je niet zonder ... . redenU hebt geen ... om kwaad te worden.

Onze kinderen bezoeken ... heel vaak.Ze bedanken ... voor ons cadeau. onsZe hebben ... gezien met onze nieuwe auto.

Hij praat zo ... dat je hem hoort tot buiten.Hoe wil je jouw eitje, ... gekookt of zacht gekookt? hardDie grond is zo ... als steen.

Ik neem suiker en melk in mijn ... .Ik drink mijn ... altijd zwart. koffieWil nog iemand een kopje ...?

De eerste vraag is gemakkelijk, de laatste is ... .Het is ... te zeggen wie gaat winnen. moeilijkIk kan ... geloven dat hij de vader is.

Kinderen ... hier niet binnen.Jullie ... zeker niet te laat komen. mogenZe ... niet komen van hun moeder.

Ik vind die bloemen heel ... .Deze tekening vind ik lelijk, maar die andere vind ik ... . mooiDe meeste mannen vinden haar een ... meisje.

Ik ben hier helemaal ... .Ik voel me zo ... zonder jou. alleenJe mag de kinderen niet ... laten.

Ik luister graag naar oude ... .De ... van Mozart is enig. muziekOp de radio hoor je tegenwoordig meer gepraat dan ... .

In september is het water van de ... al erg koud.In juli zijn we veertien dagen aan ... . zeeHet water van de Middellandse ... is erg zout.

Jozef heeft twee zonen en ‚‚n ... .Moeder en ... lijken heel erg op elkaar. dochterMijn oudste ... is juist 20 jaar jonger dan mijn vrouw.

Ik ... jou een brief uit Spanje.... je naam op dit blad. schrijf... jij hem een brief?

Haar haren hangen ... .Schrijf je werk op een ... blad. losDe hond is ...!

Een ... is groter dan een boot.Het ... dat je nu op zee ziet, is heel oud. schipOp een groot ... voel ik me geruster dan op een vliegtuig.

Hij brengt een ... aan het museum.Wanneer komen jullie op ...? bezoekWij gaan op ... bij onze vrienden.

Ik heb net ... verhaal gehoord van Wim.Jullie hebben ... gegeten als wij. hetzelfdeIk heb ... boek gelezen als Jan.

Wil je melk in je koffie? - Nee, ik drink 'm ... .Wit en ... zijn eigenlijk geen echte kleuren. zwart... is de kleur van de dood.

Mijn oom is ook ... van jou.Hebt u ... in Amerika? familieHij is van goede ... .

Sonja ... de hele dag te zingen.Het bad ... langzaam vol. looptHij ... te voet naar zijn werk.

Het is ... in huis als de kinderen weg zijn.Bram is een ... kind. stilEva zit ... te lachen.

Hier is het Woordenboek der Nederlandse ... .Welke ... spreekt hij: Engels of Frans? taalSpreekt u nog een andere ... dan Spaans?

We laten de dokter ... .Ik moet nog een brood ... voor vanavond. halenWie komt ons ...?

Ik heb het ... nog niet verteld: ze mogen het nog nietweten.Ik heb hun boeken gebruikt, maar ik moet ze ... teruggeven. hunJe moet het ... niet vragen, ze weten het toch niet.

Er ... hier vreemde dingen.Het kan ... dat er niemand thuis is. gebeurenDat kan met de beste ... .

Marjan, ik hou van ... .Hartelijke groeten voor ... en je vrouw. jouVoor ... en jouw broer heb ik een cadeau.

Als je ... bent met werk, geef je het aan mij.De koffie staat ... . klaarIk ben ... voor vandaag.

Nog iemand een ... koffie?Mensen hebben een hoofd, dieren hebben een ... . kopIk wil nog graag een ... thee.

... na het feest ging hij naar huis.Kom ... hier! onmiddellijkJe moet ... naar huis rijden.

... en toe ga ik hem helpen.Mijn werk is ...! afVan die dag ... is hij mijn vriend.

Als jullie die boeken niet meer ..., moeten jullie zeverkopen.Wat wenst u te ..., dames ? gebruikenIk kan die oude dozen nog goed ... .

De bakker om de ... heeft lekker brood.In een ... van de kamer staat de tv. hoekHij gooit zijn kleren in een ... van de kamer.

Ik woon liever in een stad dan in een ... .Hij woont in een rustig ... op de buiten. dorpEen ... is kleiner dan een stad.

Ik heb dat ... gelezen, maar ik weet niet waar.Hij woont ... in een klein dorpje. ergensHier ... moet Pattijn wonen.

Geachte ..., in antwoord op uw brief...De ... Mulders komt met zijn vrouw. heerDe ... en mevrouw Drop.

Ik ben ‚‚n ... tachtig groot.Die kamer is 7 ... bij 4. meterHij springt 5 ... ver.

Ik eet ... kaas dan vlees.Wie heb je ... Piet of Mark? lieverIk drink ... thee dan koffie.

Ik lag op mijn ... in het gras.Dat is achter mijn ... gebeurd. rug's Morgens heb ik altijd pijn in mijn ... .

Hij zit op een ... bij het raam.Neem een ... en ga zitten. stoelDie ... is te laag voor die tafel.

Het ... tussen die 2 kinderen is groot.Wat is het ... tussen een horloge en een klok? verschilZie jij een ... tussen die twee auto's?

Liesje heeft nu ook een vaste ... .Erik is mijn beste ... . vriendKarel Peeters is mijn beste ... .

... u het verschil tussen een trein en een tram?Hij ... mijn vader nog van vroeger. kentDit is een plaat die je zeker ... .

't Gaat je ... aan.Zo'n auto, da's niet ... . niksIk heb ... gezegd.

Als je ... kijkt, zie je het vliegtuig.Wil je het raampje ... draaien a.u.b.? omhoogDe prijzen gaan elke dag ... .

Als u ... niet klaar bent, moet u morgen de rest doen.... is het maandag. vandaag... of morgen is het met de wereld gedaan.

Ik zal u het hele verhaal ... .Dat zullen ze tegen niemand ... . vertellenWij ... aan niemand over ons vroeger leven.

Zo'n grote ... vliegt sneller dan een kleine.Ik voel me vrij als een ... in de lucht. vogelDat vliegtuig lijkt op een mooie blauwe ... .

Met ... vrienden is het leuk reizen.Als je ... harde taal spreekt, ben je kwaad. zulkeOp ... ogenblikken verlang je naar huis.

In welk jaar bent u ...?Ik ben op 7 juli in Asse ... . geborenWaar en wanneer bent u ...?

Hij komt ... en altijd te laat.Zulke bloemen vind je niet ... . overalZo'n kaart vind je niet ... .

Wat staat er op het ... voor vanavond?Het ... van de feestavond is hier te krijgen. programmaHet ... van onze reis ziet er erg zwaar uit.

Als ze weggaat, zegt ze altijd: 'Tot ...'.Komt u ... bij mij langs? straksWat je daar ... gezien hebt is helemaal nieuw.

Deze koffer is licht, maar die andere is ... .Zijn leven is erg ... geweest. zwaarIk ben al moe, ik vind dit heel ... werk.

De ... van mijn jas is blauw.Hij krijgt een ... als een meisje naar hem kijkt. kleurWelke ... vind jij het mooist: rood of blauw

Voor het ... licht moet je stoppen.Drink je ... wijn of witte? rodeLieve heeft blauwe ogen en een ... mond.

Je mag elke dag komen, ... op zondag.Wie gaat er nog mee, ... jouw broer? behalve... de kinderen gaat ook nog een vriend van Jan mee.

Ik ben zo moe, ik kan niet meer op mijn ... staan.Met zijn lange ... kan hij snel lopen. benenAls je zo valt kan je gemakkelijk armen en ... breken.

Joost zit vaak uit het ... te kijken.Dat grote ... maakt het hele huis licht. raamGij gooide de lege fles door het open ... .

Je moet nog een paar minuten ... .Wij staan te ... op de bus van 3 uur. wachtenWaar ... we nog op?

Ik ... Jan Desmet.Zeg me eens hoe je ..., beste jongen. heetHoe ... u meneer?

Daar ligt een grote ... hout.De ... op een beter leven is belangrijk voor jonge mensen. hoopZijn kleren liggen op een ... in de hoek.

Wanneer zijn die nieuwe auto's op de ... gekomen?We gaan elke zaterdag naar de ... . marktIk koop mijn bloemen altijd op de ... .

Op zondag is de bank ... .Hebt u de deur ... met de sleutel? geslotenTussen de middag is onze zaak ... van 12u. tot 14u.

Heb je nog ... in je rug?Vooral mijn arm doet ... . pijnDokter, ik heb vaak ... in mijn benen.

Hebt u ... een vuurtje voor me?Ik ga ... te voet naar huis, maar niet vaak. somsZij komt ... wat later.

Het water is hier 8 of 9 meter ... .Hij is zo rijk als de zee ... is. diepHet water is hier niet ... genoeg om te zwemmen.

Hij brengt ons leven in ... .Er is geen ... meer. gevaarHet ... op de weg is veel groter dan vroeger.

Waar moeten wij in de trein ...?Wij ... af in het volgende station. stappenDe weg is zo slecht dat je er van de fiets moet ... .

De televisie is ...: we kunnen niet meer kijken.Jij maakt altijd alles ... . stukDe klok is ..., ze loopt niet meer.

Ik heb ergens mijn pen ... .We zijn ...: er is niets meer aan te doen. verlorenHij heeft er zijn leven ... .

Ik ben die tijd ... vergeten.Het huis is ... afgebrand. volledigHij heeft een ... brood opgegeten.

Ga jij naar boven of naar ...?Kom eens even naar ... . benedenHet huis wordt van boven naar ... schoongemaakt.

Honden en katten vind ik lieve ... .De ... die in het bos leven zijn meestal ongevaarlijk. dierenMensen en ... leven niet altijd op goede voet.

Wil je nou ... eens zwijgen?Na 6 maanden heeft hij ... zijn haar laten knippen. eindelijkZe zijn het ... eens geraakt.

Doe niet zo druk, hou je nu even ... .Met dat lawaai kan ik niet ... slapen. rustigVoor mij is vakantie: ... thuis met een boek.

Hoeveel ... talen spreek jij?Ik vind dit toch wel een ... manier van doen. vreemdeHij is een beetje een ... man.

Met wie ... ik, a.u.b.?Als minister ... ik tot het volk. spreekDe minister zei: Morgen ... ik met de koning.

Piet heeft een kleine mond, maar een grote ... .Hij tekende een gezicht met een rechte ... en een rode mond. neusHet topje van zijn ... ziet rood van de kou.

De ... van zijn leven wil hij in Frankrijk wonen.Voor de ... is er geen nieuws. restWilt u de ... van de tijd nog wat lezen?

Er zijn ... dagen in een week.Vijf maal ... is vijfendertig. zevenTien min drie is ... .

Ik zet hier geen ... meer in huis.Bent u te ... naar hier gekomen? voetIk krijg mijn ... niet meer in mijn schoen.

Neem een wit ... papier en schrijf op.Het ... van deze boom is donkergroen. bladIn de herfst verandert de kleur van het ... .

... dat boek maar op de kast.Ik ... de vorken naast de borden. legIk ... wel even de messen op tafel.

Als de ... schijnt, is het leven mooi.Ze ligt al twee uur in de ... te slapen. zonJe mag niet te lang in de ... zitten.

Ik heb jaren in het ... gewoond, maar nu ben ik weer ineigen land.Ik ga volgend jaar in het ... studeren. buitenlandKrijgt u vaak post uit het ... ?

De deur slaat de hele tijd open en ... .Jullie staan veel te ... bij het vuur. dichtLeuven ligt ... bij Mechelen.

Kan ik u met iets ...?Mijn vrienden ... mij bij dit werk. helpenWij ... u bij het zoeken naar werk.

Komt u vandaag nog, of ... pas?Ik moet ... vroeg opstaan. morgenVandaag of ... gebeurt er een ongeluk met hem.

Gaat u op ... tijdens uw vakantie?Wij maken dit jaar een grote ... . reisWanneer vertrekt u op ...?

... gedeeld door twee is vier.Vier en vier is ... . acht... en twee is tien.

Hoe laat ... jullie te werken?We ... met de moeilijkste vragen. beginnenDe meeste scholen ... om 8.30u.

Ik heb het al de hele week ... .Er was ... verkeer op de weg. drukIn het station is het erg ... 's morgens.

Kunt u niet ... wat er staat?Zij ... elke morgen hun krant. lezenWij ... tien boeken per maand.

Wil je die ... in een vaas zetten?Ik heb ... meegebracht voor mijn lieve Katja. bloemenIk hou van ... en planten in huis.

Jullie ... morgen niet te komen.Ze ... dat examen niet meer te doen. hoeven... wij nog meer te vertellen?

Op ... en zondag hoeven wij niet te werken.Het feest is vrijdag, ... en zondag. zaterdagNa de vrijdag komt de ... .

We eten in de woonkamer, maar we koken in de ... .De drie k's zijn: ..., kerk en kinderen. keukenVroeger zei men: de vrouw in de ..., de man op het werk.

Mijn vader leest nog elke dag zijn ... .Het verhaal van dat ongeluk staat vandaag in de ... . krantLees jij elke dag de ...?

Er zijn goede en ... mensen.Met dat ... weer kan je niet buiten. slechteDe ... appelen gooien we weg.

Er staat een sterke ... uit het oosten.Als de ... uit het noorden waait, is het koud. windAls de ... gaat liggen, gaat het regenen.

Je zou hier ... en benen breken.Ik heb lange ... maar korte benen. armenHij houdt het kind in zijn ... .

Ik drink graag een ... rode wijn.Dat ... melk moet uit. glasHij heeft van dit ... bier gedronken.

De ... treinen rijden sneller dan de andere.Er is een ... overeenkomst tussen die vier landen. internationaleHet Frans is nog altijd een ... taal.

Ik ga dadelijk koffie ... .Ze ... de glazen op tafel. zettenDe kopjes moet je in de kast ... .

Wat ... je met dat woord?... je dat wij dat moeten doen? bedoelIk ... dat men dat ook anders kan zien.

Joost en Truus gaan een huis ... .Je moet niet zo'n lange zinnen ... . bouwenZij ... huizen van steen.

We staan op de ... te wachten.Hebt u een kaart voor de ..., of betaalt u aan de chauffeur? busWij wachten op de ... .

Je hebt ... dat je zijn werk niet doet.Ik geef je ... op dat punt. gelijkKaren heeft groot ... dat ze hem niet wil helpen.

De eerste vraag is ..., maar de volgende is moeilijk.Ik kan dat ... veranderen. gemakkelijkVind je die vraag ... of moeilijk?

... mogen je schoenen hier laten staan.Hebben ... jullie auto verkocht? jullieVan wie hebben ... dit verhaal gehoord?

Dat boek ... tachtig frank.Hoeveel ... een groot brood? kostDat ... te veel geld voor mij.

Ik kijk elke avond ... .Op de ... is er vanavond een film. televisieKijkt u vanavond naar dat nieuwe programma op de ... .

U moet deze weg ... tot aan de lichten.Wilt u mij ... a.u.b.? volgenKunt u de draad van het verhaal ...?

We zijn niet rijk, maar we zijn ook niet ... .Wie ... is, is daarom nog niet ongelukkig. armZe hebben geen geld en geen eten meer, ze zijn nu heel ... .

De deur is ..., er kan niemand meer binnen.Kinderen, oogjes dicht en mondjes ... . toeIk vind de weg met mijn ogen ... .

Ik ben vanmorgen heel ... opgestaan.Kleine kinderen moeten ... slapen gaan. vroegIk sta altijd ... op, zelfs in de vakantie.

Na de lente volgt de ... .In de ... is het goed warm aan zee. zomer.De ... komt voor de herfst.

Twee briefjes van vijftig, dat is samen ... .Van 1668 tot 1768 is precies ... jaar. honderdTien keer ... meter is een kilometer.

Schrijf je naam op dat blad ... .Voor ik een pen op ... zet, denk ik goed na. papierIk schrijf het liefst op mooi wit ... .

Ik ben weer eens te laat in het station, mijn ... is netvertrokken.Reist u met de ... of met de auto ? treinHoe laat komt de ... uit Gent?

Als het slecht ... is blijven we thuis.Het is mooi ... : de zon schijnt. weerHet ... wordt beter : meer zon en minder regen.

Op ... gaan veel mensen naar de kerk.Na de zaterdag volgt de ... . zondagOp zaterdag en ... gesloten.

Muziek en sport : ... zijn belangrijk voor mij.Ik heb ... kinderen goed gekend. beideIn ... gevallen moet de politie komen.

Als je altijd zoveel eet, word je heel ... .Ik vind dit boek te ..., ik heb liever een dun boekje. dikMensen die ... en rond zijn, vind ik lelijk.

De kip legt een ... .Ik vind een zacht gekookt ... heel lekker. eiHet geel van een ... is lekkerder dan het wit.

Ik ben bang voor grote ... .... en katten zijn de meest gevraagde huisdieren. hondenDie twee ... vechten voor een been.

Ik heb een kamer in ... 'Zeezicht'.Dat ... heeft honderd kamers. hotelIn ons ... kost een kamer met ontbijt 3.000 fr. per dag.

Hij wil zijn naam laten ... .Dat zal niets aan de zaak ... . veranderenMensen ... als ze ouder worden.

Ik eet liever vis dan ... .Ik heb graag rood ... bij mijn groente. vleesWelk ... eet je bij die groenten?

Wat ... je als ik je hand vastneem?Ik ... wel dat ze het niet leuk vinden. voelIk ... me goed bij die mensen.

Ik heb twee zussen en een ... .Oom Frans is de ... van je vader. broerOom Henk is de oudste ... van mijn moeder.

Jonge Hollandse ... is erg lekker.Waar je ... koopt, kan je ook melk en boter krijgen. kaasBij het ontbijt eten we vaak brood met ... .

De ... tussen ouders en kinderen is sterk.Ik heb een nieuwe ... op mijn fiets. bandDe ... tussen die twee landen is heel sterk.

Ik drink koffie met ... en suiker.Van een glas warme ... kan je goed slapen. melkIk heb een fles volle ... gekocht.

Ken jij het verschil tussen een schip en een ...?Zet jouw ... maar op het water, Pietje. bootHij gaat liever met de ... naar Japan dan met het vliegtuig.

Ik werk nu weer voor een andere ... .Wie is de grote ... van deze zaak? baasWie is hier de ...?

Er zijn ... maanden in een jaar.Er zijn twee keer ... uren in een dag. twaalfOm ... uur is het middag.

... mevrouw, hier is het geld.Mag ik ... uw naam weten, meneer? alstublieft... dames! - Dank u, meneer!

Onze nieuwe ... zijn vriendelijke mensen.De ... die rechts van ons wonen zijn Italianen. burenGoede ... zijn meer waard dan verre vrienden.

Wij willen een nieuwe auto ... .Gaat u een cadeau ... voor Piet? kopenJe kunt dat boek niet gratis krijgen, je moet het ...!

Twee weken is ... dagen.Het is ... dagen geleden. veertienZeven en zeven is ... .

Ik ... elke morgen naar de radio...., ik moet je wat zeggen. luister... jij naar het nieuws op de radio?

Hebt u het laatste ... al gehoord?Het ... van de val van de minister ging snel rond. nieuwsHebben ze iets gezegd in het ... op de radio?

Karel is mijn broer en Tonia is mijn ... .Ik heb twee broers en een ... . zusTante Fien is de ... van mijn broer.

Ik doe nooit boter op mijn ... .Bruin ... is lekker en gezond. broodWater en droog ... was het enige wat we kregen.

Wij zijn nu 20 jaar ... .Mien en Jaap zijn gisteren ... voor de kerk. getrouwdAls ze ... zijn willen de meeste mensen ook kinderen.

Je moet het aan ... broer geven.Je moet voor ... zaken zorgen, niet voor de mijne. jouwJij moet er met ... vriend over praten.

Hoe laat is het op die ... ?Ik hoor de ... van de kerk slaan. klokHij keek even op de ... om te weten hoe laat het was.

In Belgi‰ rijden de auto's ... van de weg.Bij de volgende straat moet je naar ... . rechtsJe moet hier ... houden.

Veel mensen ... mij verkeerd.Kinderen ... niet dat grote mensen moeten werken. begrijpenZij ... deze taal helemaal niet.

Hoeveel moet ik ... voor dat boek?We moesten honderd frank ... . betalenHij kon de huur van zijn huis niet meer ... .

We ... dat we gelukkig zullen worden.We ... op betere tijden. hopenZij ... op betere tijden.

Niets raakt hem, hij heeft een hart van ... .Gooi die oude fiets maar bij het oud ... . ijzerHet ... van dat mes is zeer hard.

Sommige ongetrouwde dames noemen zich altijd ... .Vraag dat eens aan ... Ingrid. juffrouwZo ..., u gaat trouwen met Dirk Drop.

Pieter moest ... om mijn domme vraag.Kunt u daarmee ..., meneer? lachenDie meisjes ... altijd heel vriendelijk naar mij.

Hij zal weer ... mij mee te krijgen.Wil je mijn nieuwe pen eens ...? proberenJe moet niet ... zulke moeilijke vragen te stellen.

Hij is met ... in Spanje.Tijdens de ... ga ik lezen en zwemmen. vakantieWaar gaan jullie dit jaar met ...?

Tine Vercammen ... in Leuven.Ik weet niet waar jij ... . woontU ... toch in dat grote, witte huis?

Op het einde van de ... staat een punt.Het heeft geen ... dat je zoiets doet. zinIk heb veel ... om op zijn gezicht te slaan.

Mijn broers ... nog, maar ik werk al.Tom en Jan ... allebei voor dokter. studerenNa de middelbare school kunt u nog verder ... .

Wil je die stokken ... naar huis?Kunt u de heer Jansen ... met uw auto? meenemenWilt u deze brief voor mij ... naar de post?

Als je echt ... bent, blijf je het best in bed.Toen ik ... werd, liet mijn vrouw de dokter halen. ziekIk ben erg ... geweest, maar ik ben nu weer beter.

Nou we moesten lopen, springen, spelen, ... .Aan het einde van het blad schreef hij ... . enzovoortHet woord ... betekent eigenlijk: er is nog wel meer.

Zijn ... stond verleden week in de krant.Wie is die man hier rechts op de ...? fotoIk wil een mooie ... van je maken.

Er staan twee ... in je brief.Ik verlies punten door die domme ... . foutenU hebt 3 ... gemaakt dus hebt u 17 op 20.

Ze is nu wel getrouwd, maar ze is niet ... .... zijn er nog mensen van goede wil. gelukkigJan en Miep zijn een ... paar.

Het ... van deze bomen is erg goed voor kasten.Dat ... brandt niet goed; het is nog te nat. houtZo'n tafel in zwaar ... is erg sterk.

Vind je dat brood ...?Ik hou van ... eten. lekkerHier is een ... stukje kip.

Ik voel me het best op de rug van een ... .Dat bruine ... is een mooi dier. paardIk rijd niet graag op de rug van een jong ... .

Toen hij kwaad werd, begon hij met ... te gooien.Een ... brug is sterker dan een houten brug. stenenDe ... van dat huis zijn roodbruin.

Zo'n mooi verhaal, ik was er ... van.Mijn horloge is ..., het loopt niet meer. kapotEr wordt veel ... gemaakt door domme mensen.

Ik moet nog mijn ... pakken.Als ik met vakantie ga, neem ik een grote ... mee. kofferIk reis altijd met een tas en een ... .

Ik ben mijn pen ... .Als je je sleutels ... bent; hier zijn ze. kwijtDat kind is zijn moeder ... .

Kent er iemand een ... verhaal?Nou ik vond dit programma niet ... . leukIk vind dit een ... verhaal.

... kom, het is niet zo erg.

... God, wat een arme jongen. och

... wat jammer dat hij niets ziet.

... Mien is de zus van mijn vader.De broer van mijn vader is mijn oom, zijn zus is mijn ... . tanteDe zus van mijn vader is mijn ... .

Als het niet meer regent is de grond hier snel ... .Je moet toch geen ... brood eten, doe er wat boter op. droogHier is de weg al ..., daar is hij nog nat.

Als je je best niet doet ... ik je eruit.... toch niet met stenen naar elkaar! gooi... geen papier op de grond.

Ik moet nieuwe ... kopen voor mijn kinderen.Hang je ... netjes over een stoel als je gaat slapen. klerenMet zulke vuile ... kan je toch niet naar dat feest.

Welk huisdier vindt u het leukst: een hond of een ...?Er is maar ‚‚n letter verschil tussen 'gat' en ... . katEen ... is een lief huisdier.

Ik liet het ... vollopen met warm water.Ik ga twee keer per week in ... . badVan een lekker warm ... kan ik goed slapen.

Ik maakte ... kwaad op mijn zoon.Ik herinner ... die dag. meIk moet ... nog wassen.

... je vertrekt, wil ik je nog wat vragen.

... hij vertrok, heb ik het hem gezegd. voor

... hij het wist was hij al weer buiten.

Die vraag is nog ... moeilijk voor die jongen.Ik voel me nog ... ziek. watHet is ... moeilijk om het te begrijpen.

Kinderen moeten veel buiten ... .De kinderen ... met hun autootjes. spelenHij is aan het ... met zijn broertje.

Wij ... in een moeilijke tijd.Ik zou graag heel lang ... . levenMoeder, waarom ... wij?

Ik heb ... tijd dan vroeger.Ik heb nu ... werk en daardoor meer tijd. minderEr zijn ... mensen dan vroeger die geen auto hebben.

Dat ... ze nu al op school.Aan wie heb jij ... zwemmen? lerenJe zult nog wel ... dat je dat niet kan doen.

Zij ... elk jaar de bergen in.We zullen je kapotte auto ... met onze vrachtwagen. trekkenIk zal eens een keer aan je haar ... .

Ik ... naar een oud boek over boten.Wat ... je in deze oude stad? zoekIk ... een goed boek over zwemsport.

Hij ... zo hard, dat de ramen springen.Hij ... wel als je moet komen. roeptMijn moeder ... mij 's morgens uit mijn bed.

Dat ... moeilijk, maar het is gemakkelijk.De zon ... al de hele week. schijntHij ... te vergeten dat ik hier de baas ben.

Je hoeft je kinderen niet te ... .Ze ... de handen in elkaar. slaanIk zal je nog eens een blauw oog ... .

's Middags ... we van twaalf tot twee.Vergeet niet de deur te ... . sluitenWij ... onze zaak op zondag en tijdens de vakantie.

Ik ... die kleren al lang niet meer.... jij die koffers? draagIk ... een groene rok met een witte bloes.

Mag ik mij ..., ik ben Karel Smeets.Ik ga met ze mee, als ze het zelf ... . voorstellenMag ik u mijn vrouw ...?

U mag met mijn auto ... hoor!Wij ... op de fiets naar huis. rijdenOp dit ogenblik ... twee treinen het station binnen.

De prijs was zo ..., dat ik het kon betalen.Mannen zingen meestal ... . laagIedereen, van hoog tot ... was daar.

Mijn jas ... in de kast.Er ... een brief op de deur. hangtHij ... deze tekening tegen de muur.

Jouw naam ben ik ... .Ik heb een paar woorden ... . vergetenIk ben ... te zeggen dat ik morgen niet kom.

Wij ... 's middags warm.Hoe laat ... jullie 's avonds? etenIk ga even een appel ... .

Wil je nog een glas water ...?Thuis ... we koffie. drinkenU moet niet zoveel bier ... .

Toen de auto kapot was, ... ze een nieuwe te kopen.Wat is er verder nog ... door de ministers? beslotenMet deze woorden werd het programma ... .

Met kranten verkopen kan je veel geld ... .Ze ... niet beter. verdienenIs daar iets mee te ...?

Je moet goed voor je broertje ... .Wie zal er voor het geld ...? zorgenJe moet ervoor ... dat iedereen een stuk krijgt.

Drie maal drie is ... .Tien min ‚‚n is ... . negenMijn broertje is ... jaar.

Dat feest zal twee uur ... .Hoe lang gaat dit nog ...? durenDie film zal wel meer dan een uur ... .

Er zijn ... wat mensen die vinden dat we dat moetenveranderen.Ik vind dit een ... moeilijke vraag. nogalHet gebeurt ... eens dat de film stopt.

Ik ... me dat nog als de dag van gister.... je je nog die dag in mei? herinnerIk ... me helemaal niet meer dat ik dat gezegd heb.

De auto ... net de hoek om.De wind ... van oost naar noord. draaitHij ... een plaat van Mozart.

In onze tuin ... mooie bloemen.De kinderen ... snel uit hun kleren. groeienHet gras zal snel ... met die regen.

De jongens ... een lied voor ons.Met zo'n stem moet je goed kunnen ... . zingenMet zo'n stem moet je toch goed kunnen ...?

In onze tuin staan heel hoge ... .De bladeren vallen al van de ... . bomenDe bladeren van de ... worden al bruin.

Op mijn broer kun je altijd ... .Zij begon snel te ... hoeveel het haar zou kosten. rekenenWij ... erop dat jullie komen helpen.

Een goede ... van het Nederlands leer je alleen door veelte praten.Met deze ... eindigde de minister. uitspraakUw ... van het Engels is heel goed.

... ja, ik ben nog wat vergeten.U bent toch niet kwaad? - ... nee! o... ja, wat ik vragen wou... .

Ik wil niets meer horen, iedereen moet ... .Laten we nu ... over die zaak. zwijgenAls u niet kunt ..., gaat u maar naar buiten.

Hier moet je ... rijden.... maar zeker wordt het weer slechter. langzaam... maar zeker werd hij beter.

Vroeg ... vind ik heel moeilijk.Als u wakker wordt, moet u meteen ... . opstaanKunt u gemakkelijk vroeg ...?

In welke winkel ... men suiker?Hij ... zijn auto omdat hij geld nodig heeft. verkooptHij ... zijn huis onder de prijs.

Onze zaak gaat nieuwe krachten ... .Je moet een andere bloes ... . aantrekkenIk ga een andere trui ... .

In de winter is het in Nederland soms heel ... .Brr, zelfs met deze dikke jas heb ik het nog ... . koudGisteren was het ..., maar vandaag is het warm.

Wij ... niets meer te zeggen.Als ze ... lachen, vliegen ze eruit. durvenJullie ... toch niet van het dak te springen?

Ik hou van een warm, ... bed.Leen praatte zo ..., dat ik haar niet kon verstaan. zachtHoe wil je je eitje, ... gekookt of hard gekookt?

Die oude boeken heb je veel te ... betaald.Deze schoenen zijn goedkoop, maar die andere zijn ... . duurHet vlees is zo ... dat ik het niet meer kan betalen.

Zo'n ... boekje lees ik in een uur uit.Die fles is van heel ... glas. dunIk lees liever zo'n ... boekje dan zo'n dik boek.

... en heren, goede avond!De ... brengen dadelijk de thee. damesGoeie middag, ... en heren!

Als mijn glas ... is ga ik naar huis.Het huis staat al maanden ... . leegDe fles is ..., we zullen een andere halen.

Hij werkt van de ... tot de avond.Het ontbijt neem ik vroeg in de ... . morgenIn de ... kan ik beter werken dan 's middags.

Ik had hem volledig ... begrepen.U bent op een ... adres. verkeerdDat loopt nog ... af met hem.

Dit is heel ... eten.Die doos is ..., die kun jij wel dragen. lichtIk zoek ... werk; zwaar werk kan ik niet meer doen.

We moesten wachten aan de ... van Nederland.Met zoveel wijn mag je niet over de ... . grensDe ... tussen Nederland en Belgi‰ is geen taalgrens.

Er werd ... gedronken die avond.Katrien is al een ... meisje voor haar leeftijd. flinkWat ... dat je een tien hebt voor taal.

Ik heb een mooie ... met oude muziek.Heb je de ... gehoord van de Beatles? plaatDe Rockers hebben een nieuwe ... gemaakt.

Hoe wil je de melk, ... of koud?Ik wil in een ... land wonen met elke dag zon. warmIk heb het veel te ... in die dikke jas.

In het ... zie je het verschil niet tussen een paard eneen ezel.We wachten tot het ... wordt. donkerIn de winter is het vroeg ... .

Hij spreekt te zacht, we ... hem niet.Je kunt hem duidelijk ... .verstaanKunt u me ... of moet ik harder praten?

Die mooie zomer is alweer ... .Als de vakantie ... is, gaan we weer werken. voorbijDie moeilijke tijd is gelukkig bijna ... .

We wachten tot de trein in het station ... .Als je ... , moet je meteen telefoneren. aankomtWeet u hoe laat de trein in Gent ...?

Karel ... een mooie hond op zijn blad.Meneer, waarom ... u dit papier niet? tekentHij ... een huis met pen en potlood.

We zijn niet ... maar we zijn ook niet arm.Zweden is een ... land, maar Bolivi‰ is een arm land. rijkHij is ... geworden met de verkoop van oude auto's.

Wij eten altijd warm tussen de ... .Op de ... staat de zon het hoogst. middagIk heb de hele ... nodig, van twee tot vijf.

Ze hadden hem snel te ... .Wil je mijn glas even ...? pakkenIk moet nog mijn schoenen uit de kast ... .

Jullie ... van alles, maar jullie doen niets.Wij ... morgen langs te komen. belovenWij ... onze kinderen een nieuwe fiets.

Ik schrijf het ... van zijn telefoon op.Welk ... hebt u gedraaid? nummerIk woon in de Kroonstraat, op ... 17.

De weg ... hier naar links.Hij ... voor niets of niemand. buigtZe ... voor de wil van hun baas.

Hij zat in een hoek zijn geld te ... .Wil je eens ... hoeveel kinderen er zijn? tellenWe moeten de mensen ... voor ze op de bus stappen.

Hij zat op de ... in het park.Je moet nog naar de ... om geld. bankHebt u veel geld op de ...?

Ik drink graag Franse rode ... .Ik drink 's avonds een paar glazen ... . wijnDe rode ... uit de streek van Bordeaux vind ik lekker.

Kom die brief maar halen ... mogelijk voor zes uur.Ik zal - ... nodig - de vraag nog eens lezen. indien... u niet koopt, verkopen we de tekening aan iemand anders.

... hebt u betaald voor die broek?

... mensen weten dat u dokter bent? hoeveel

... geld moet u betalen?

Ik houd mijn ... open om alles te horen.Ik kon mijn ... niet geloven toen hij het vertelde. orenIk zit tot over mijn ... in het werk.

Niet ..., geld terug.We zijn erg ... over die auto. tevredenIk ben ... met wat ik heb.

De ... van zijn huis zijn wit.Die ... in rode steen vind ik mooi. murenDe tuin lag tussen hoge, stenen ... .

Er is maar ‚‚n ... verschil tussen 'bal' en 'bad'.De eerste ... van dat woord is een p. letterIk kan de eerste ... van dat woord niet lezen.

Hij ... in zijn auto en rijdt snel weg.Wie ... daar van die muur? springtHij ... over een hoogte van 2 meter.

Rijdt het verkeer in Nederland rechts of ...?Ik zie dat u ... schrijft. linksRechts ziet u het station en ... ziet u de kerk.

Er was veel zwaar ... op de weg.Het ... in de stad is altijd druk. verkeerDoor het drukke ... kwamen we niet vooruit.

Ze heeft een ... gezicht, maar mooie ogen.Zet niet zo'n ... gezicht. lelijkVind jij die tekening mooi of ...?

Als het koud is, trek ik mijn dikke ... aan.In de winter draag ik onder mijn ... een trui. jasZelfs in de zomer draagt hij een lange zwarte ... .

Het ... zal altijd groener zijn aan de andere kant vande weg.In de lente zie je overal bloemen tussen het ... . grasWij lagen in het zachte, groene ... naar de lucht te kijken.

... in een zin stopte hij.Dat ongeluk gebeurde ... op de dag. midden... in de week gaat hij naar de bioscoop.

Die film is nu ook in Nederland ... .Hier staat: ... te roken. verbodenOp onze school is roken ... .

Ik ben ..., ik ga slapen.'s Avonds ben ik altijd heel ... . moeAls ik zo weinig slaap, ben ik nog ... 's morgens.

Hij snijdt zijn vlees met een ... .Mijn kinderen eten al met vork en ... . mesIk heb zo'n groot ... als de slager.

Ik zie meisjes liever met een ... dan met een broek of rok.Mannen dragen nooit een rok of ... . jurkMijn vrouw heeft een lange ... voor het feest.

Hang je kleren in de ... .Zij zette zijn boeken weer in de ... . kast.Op de ... staat een mooie vaas met bloemen.

Een appel is meestal niet zo ... als een citroen.Die groene appels zijn nog erg ..., die gele zijn al zoet. zuurWijn die ... geworden is, drink ik niet meer.

Ik vind het zeewater hier erg ... .Hij deed wat ... op zijn eitje. zoutAardappels zonder ... zijn niet lekker.

Als je ... hebt, moet je eten.'s Morgens heb ik geen ..., maar 's avonds kan ik goed eten. hongerZe gingen dood van de ... en de dorst.

De broer van mijn moeder is mijn ... .Mijn ... en mijn tante komen vaak op bezoek. oomTante Els en ... Jos zijn veel jonger dan mijn moeder.

Ik luister elke morgen naar de ... .Op de ... zeiden ze dat het weer beter wordt. radioIk lag in bed naar de ... te luisteren.

Als ik niet kan ... blijf ik toch in bed liggen.Hoe laat gaat u 's avonds ...? slapenIn een vreemd bed kan ik moeilijk ... .

Doe de rest van die ... bier maar in mijn glas.Is er nog wijn in de ... of is ze leeg? flesIk haal nog een ... wijn uit de kelder.

Ik ben bakker van ... .Wij doen een ... op uw vrienden. beroepHet ... van dokter is soms heel zwaar.

Je moet niet zo ... lopen, anders val je nog.Of u het ... doet of langzaam maakt niets uit. vlugAlles moet altijd ... gaan bij hem.

Kunt u mij Gent tonen op de ...?Ik schrijf jou een ... uit Frankrijk. kaartHebt u een ... voor de bioscoop?

Joostens heeft een ... van sportartikelen.In welke ... verkoopt men aardappels? winkelIk heb dat gekocht in de ... om de hoek.

Er is een ... in mijn kous.Elke zakenman zoekt een ... in de markt. gatEr is een ... in het dak en het regent erdoor.

Ik ... jullie allemaal voor wat jullie voor mij gedaanhebben.Alstublieft meneer! - ... u mevrouw. dankIk ... u voor het mooie cadeau.

Het station ligt in het ... van de stad.Bordeaux is een ... van de wijnbouw. centrumDen Haag is op dit ogenblik het ... van de moeilijkheden.

Het gras is ... .Als het licht op ... staat, mag je doorrijden. groen... is de kleur van de hoop.

Hij gaat elke dag zijn zieke vriend ... .Dat is een heel mooie kerk, die moet u zeker ... . bezoekenAls u in Antwerpen komt, moet u zeker het station ... .

Ik heb enkele altijd groene ... gekocht.Je moet de bloemen en ... nog water geven. plantenMijn bloemen en ... verzorg ik zeer goed

Ga eerst even je handen ...!Wij ... ons met veel water en zeep. wassenZij ... elke week hun kleren.

Je moet niet ... als je de kleur van zijn haar ziet.Ze ... zich een ongeluk als ze jou zien. schrikkenZo'n gezicht is toch om je dood te ... .

Hij voelt zich als een ... in het water.Ik eet liever ... dan vlees. visKarel zwemt als een ... .

We ... om kwart voor acht, maar ik weet niet hoe laat weaankomen.Hoe laat ... jullie uit Parijs? vertrekkenHij staat op het punt te ... .

Voor een rood licht moet je ... .Als hij begint te lachen is hij niet meer te ... . stoppenHij wil ... met roken.

Je moet altijd ... voor je binnengaat.Die prijzen ... niet! kloppenIk hoor op de deur ... .

Ik durf niet met het ... te reizen.Hoog in de lucht zag ik een groot ... . vliegtuigHij vliegt volgende week met een ... van KLM naar Rome.

Het Engelse woord ... betekent 'klein kind'.Ze gaan op reis met een ... van 8 maanden. babyAnnelies heeft een ... gekregen.

Hij gooide de ... voor mijn voeten.De kinderen spelen met de ... . balHij sloeg de ... buiten.

Op de toppen van de ... lag nog sneeuw.Ik ga liever naar de ... dan naar zee. bergenHoog in de ... is het heerlijk wandelen.

Mijn ... is Schoolstraat 12, Brugge.Je moet nog het ... op de brief schrijven. adresHet ... van die winkel is Pleinstraat 4, Gent.

In het zuiden zijn de lucht en het water ... .... en geel geven groen. blauw... is de kleur van de zee.

Wij zongen een oud ... .De muziek van dat ... is van Schubert. liedIk ken de tekst en de muziek van dit ... .

Koopt u witte eieren of ...?Dat ... brood is gezonder dan dat witte. bruineHebt u het liefst witte chocolade of ...?

Hij nam nog wat friet op zijn ... .Hebt u gelezen wat er op het ... staat? bordHij schreef zijn naam op het ... .

We hebben veel ... gehad op dat feest.Ik zal u met ... helpen. plezierHet doet me ... u hier te zien.

Ik heb een ... aardappelen gekocht.Hij stopte het geld in zijn ... . zakMijn sleutel zit in de ... van mijn jas.

Als het water ..., mag je koffie zetten.Mijn man ... even lekker als het beste restaurant. kooktWater ... bij 100ø Celcius.

Ik heb daar ... geen zin in.Ik heb Sonja heel ... in de trein gezien. toevalligAls er ... iemand naar mij vraagt, ben ik niet thuis.

Hij gooide nog een stuk hout op het ... .Hebt u ... voor mij? vuurHij gaat voor mij door het ...!

's Morgens ben ik heel vroeg ... .Maak de kinderen niet ... . wakkerZij maakt mij ... met een kusje.

We gaan ... in de bossen met vrienden.Ik ga elke morgen een eindje ... . wandelenIk ga nog even ... met de hond voor ik ga slapen.

Ik heb een huis met een ... vol bloemen.Bij mooi weer werk ik graag in mijn ... . tuinIk heb een grote ... met veel bloemen en planten.

De ... is de eerste dag van de week.Op ... moeten we weer gaan werken. maandagNa de zondag volgt de ... .

Eet je liever wit ... dan bruin?Als het heel koud is verandert water in ... . ijsNa het eten heb ik het liefst ... met fruit.

Ik dacht dat hij niet zou komen, maar ..., hoor!Er heeft niemand aan gedacht! - ..., ik wel! jawelU hebt niet geklopt. - ...!

In het ... van de tafel stond een vaas.De tafel staat in het ... van de kamer. middenDie boom staat precies in het ... van de tuin.

We hadden een heel ... tijd, daar in Spanje.Op het einde van het jaar zegt iedereen : '... feestdagen'. prettigeIk vond dat niet zo'n ... brief.

Loop jij met zulke lichte ... aan je voeten?In de winter draag ik laarzen of hoge ... . schoenenTrek nou snel je kousen en ... aan.

Rijd jij op de ... naar je werk?Ik heb een nieuwe ... gekocht voor Jan. fietsIk ga altijd op de ... naar school.

Hij had zijn ... nog op zijn hoofd.Daar stond een heer met een ... op. hoedHij zette zijn ... weer op zijn hoofd.

Hij maakt zich erg ... op de kinderen.Ben je nog ... of kun je weer lachen? kwaadZe is vaak ... op haar kinderen.

Er is veel werk op ... .Hoe laat gaat u van ... 's avonds? kantoorIn het ... van onze baas staat een prachtig bureau.

Je ziet Carla vaker met een lange ... dan met een rok.Ik draag meestal een korte ... om aan sport te doen. broekLudo heeft een blauwe lange ... gekocht bij zijn jas.

Ik ga vaak een glaasje drinken in het ... .In dat ... hebben ze lekker bier. caf‚In welk ... vind je de beste soorten bier?

In de zomer is sla ..., in de winter is ze duur.Is die limonade ... of duur? goedkoopHij woont daar erg ..., vroeger woonde hij duurder.

Het heeft geregend, de weg is nog ... .Bij ... weer is de weg gevaarlijk. natZijn gezicht is ... van tranen.

In deze kamer is het verboden te ... .Een pijp ... lijkt me niet leuk. rokenIn dit deel van de trein mag u niet ... .

Er is een groot ... voor jong en oud.Het ... heeft geduurd tot de vroege morgen. feestDeze kleurige tekening is een ... voor het oog.

Behalve die brief is er geen ... voor jou.Dat pakje is per ... gekomen. postBreng deze brieven even naar de ... .

Ik ga ... met Annie naar de bioscoop.Hij komt ... laat of vannacht thuis. vanavond... kan ik niet komen, morgenavond wel.

Wilt u mijn glas nog eens ...?Wij ... onze tijd met lezen. vullenWilt u deze fles ... met koud water?

Maandag, ..., woensdag zijn de eerste drie dagen van deweek.De maandag komt voor de ... . dinsdagNa de maandag komt de ... .

Het Belgische ... drinkt men overal.Ik drink liever donker ... dan wijn. bierWijn op ... geeft plezier.

Ik werk al jaren voor hetzelfde ... .In de derde wereld werken de mensen voor een laag ... . loonZij willen nu een hoger ... voor hun werk.

Zoiets vind je ... meer.... anders in de wereld hebben ze een atomium. nergensDat boek is ... meer te krijgen.

Op zondag gaan wij in een ... eten.Dit ... heeft een goede keuken. restaurantWij eten in een goed ... .

Annie, mijn ..., woont nu met mij samen.Liesbet is al jaren mijn beste ... . vriendinLieve is de beste ... van Roelof.

Op deze muziek is het moeilijk ... .Ik heb gisteravond nog met je zus mogen ... . dansenGuido kan erg goed ..., vooral met Sonja.

Riet heeft een ... gehad met haar auto.Een ... is snel gebeurd! ongelukVrijdag de dertiende brengt ... .

Wil je die koek in twee‰n ...?Je mag een groot stuk van die kaas ... . snijdenHij moet zijn vlees ... met een mes.

Bent u ... vroeg opgestaan?Ik was ... pas om 9 u. op mijn werk. vanmorgenHebt u ... de krant gelezen of leest u hem vanmiddag?

Mag ik u ... op een etentje?Ze zullen ons ... voor het feest. uitnodigenAls we u ... rekenen we erop dat u komt.

De kleur van een citroen is ... .Ik heb liever het ... van een ei dan het wit. geelOp een tekening is de kleur van de zon bijna altijd ... .

Ik neem ... en melk in de thee.Die koek is te zoet, er is te veel ... in. suikerZit er al ... in je koffie?

Als ik slecht slaap dan ... ik het meest.'s Nachts ... ik wel eens dat ik de eerste minister ben. droomIk heb vannacht een mooie ... gehad.

Mijn baas rookt een stenen ... .Ik heb hem een ... cadeau gedaan, maar hij rookt niet. pijpHij trok aan zijn ... maar ze was uit: ze rookte niet meer.

Kunt u die zin in het Frans ...?Dat boek gaan ze nu ook in het Duits ... . vertalenWij zijn haar boek uit het Frans in het Engels aan het ... .

Voor de ... van de bioscoop staat een bord.Naast de ... van het Internationaal Centrum staat een boom. ingangDe bus stopt voor de ... van het station.

Ik heb vijf ... aan elke hand.Kip mag je met je ... eten. vingerspas op met dat mes, dat je niet in je ... snijdt.

Citroen is zuur, suiker is ... .De kinderen zijn ... geweest. zoetDie wijn smaakt mij te ..., ik heb hem liever droog.

Op het ... van ons huis zat een vreemde vogel.Wij hebben een huis met een plat ... . dakEr lagen veel blaren op het ... van ons huis.

Een ... legt niet het hele jaar eieren.Op zondag eten wij ... met friet. kipHij praat als een ... zonder kop.

's Morgens drink ik een kopje koffie, maar 's middags drinkik een kopje ... .Wilt u ... met melk of met citroen ? theeIk drink nog een kopje ... .

Van 1 januari 1988 tot 1 juli 1990 is precies ... jaar.Een heel brood en een half brood is samen ... brood. anderhalfVan 7 u. tot 8.30 u., dat is ... uur.

Het ... van Oostende is heel mooi vooral als het water vande zee terugtrekt.Aan zee lagen de meisjes te zonnen op het ... . strandAls we aan zee zijn wandel ik elke morgen op het ... .

Het is ... dat hij een goed dokter is.In het buitenland is hij heel ... . bekendDat feit was mij niet ... .

Een groot ... mensen gelooft hem niet.Ik heb een ... feiten op papier gezet. aantalHet ... doden is nog niet bekend.

Wenst u ... of friet bij de kip?Ik heb een zak ... gekocht van 50 kg. aardappelsWij eten ... met groente en vlees.

Een ... van de politie vroeg mijn pas.Er stond een ... het verkeer te regelen. agentMijn vader is ... bij de politie.

De bovenste ... van de boekenkast is van ander hout dande onderste.De ... waar mijn boeken opstaan, gaat breken. plankDe ... van die boekenkast buigt door.

Als u uit het vliegtuig stapt moet u uw ... laten zienaan de politie.De politieagent vroeg mijn ... . pasAls u geld haalt op de post moet u uw ... laten zien.

Hij keek in de ... en zag dat zijn oog blauw was.De ... in de badkamer is kapot. spiegelToen hij in de ... keek, zag hij pas hoe vuil hij was.

Doe jij veel aan ...?Zwemmen vind ik een leuke ... . sportWelke ... kies je: lopen, wandelen of zwemmen?

Ik heb een losse ... die pijn doet.Hij heeft een gebroken ... laten trekken. tandDie ... moet eruit; mijn hele mond doet pijn.

De ... steekt nog op de deur.Verlies de ... van je auto niet. sleutelIk kan niet binnen, ik heb mijn ... vergeten.

Ik ben ... dat u gekomen bent.De kinderen waren heel ... met hun cadeau. blijIk ben ... dat Klaartje ook komt.

De dames droegen een witte bloes en een lange, zwarte ... .Je ziet niet zo vaak meer meisjes met een korte ... . rokZe draagt vaak een erg korte ... bij die bloes.

Jantje, je kleren zijn weer helemaal ... .Ik vind dit toch maar een ... zaakje. vuilDe kinderen maken zich ... als ze buiten spelen.

Bij onze ... verkopen ze lekker brood.Wij halen ons brood bij de warme ... . bakkerIk ben brood en koek gaan halen bij de ... .

De ... van de bus kon niet op tijd stoppen.Bent u de ... van die gele vrachtwagen? chauffeurOp de bus kan je een kaart kopen van de ... .

Heel binnenkort ziet u hem op het witte ... .Hebt u een ... om mijn handen af te vegen? doekIk heb de tafels afgeveegd met een natte ... .

De ... valt in het midden van de week.Op ... hebben de meeste scholen 's middags vrij. woensdagIk kan dinsdag niet komen, maar ik kom ... .

Hij reed langzaam over de ... .Dit is de bekende ... van Avignon. brugWij stonden van de ... af naar de boten te kijken.

De trein, komend uit Parijs, rijdt het ... binnen.De trein komt pas om 10 u. in het ... aan. stationIn welk ... stopt de trein uit Basel?

... om 12 uur was het heel donker.Ik kom pas vanavond laat of ... aan. vannachtHebt u ... goed geslapen?

Ik kan goed ..., maar niet in zee.Tijdens de vakantie ... de kinderen elke dag in zee. zwemmenIk ga ... in elk water dat diep genoeg is.

Kunt u de ... van het verhaal volgen?Er is een ... van mijn trui los. draadDat is de rode ... in het programma.

Wilt u ... warm eten of pas vanavond?De vergadering begint ... om twee uur. vanmiddagIk heb ... warm gegeten.

Bah, wat een ... drankjeDie kleren zijn helemaal ... . |viesDat eten smaakt niet lekker en het ziet er ook ... uit.

Ik kan niet meer lezen zonder ... .De glazen van mijn ... zijn niet sterk genoeg. brilIk heb een ... op mijn neus en ik zie nog niets.

Hij ligt ... op zijn rug.Wij hebben een huis met een ... dak. platDe zieke ligt al 3 weken ... in bed.

Hij is niet slim, maar hij is ook niet ... .Het is ... van jou 's nachts je auto open te laten. domDat voorstel is nog niet zo ... .

Gaat u dat huis kopen of ...?Wij ... al twee jaar een huis in de stad. hurenIk zou voor 6 maand een kamer willen ... in de stad.

... jongen, hier heb je een lekkere koek.Zou je ... willen ophouden met dat lawaai? alsjeblieft...! - Dank je.

Je moet haar nog ... voor de bloemen.Wij ... de spreker voor dit verhaal. bedankenWij ... ook allen die hebben geholpen.

Roos is niet dik, maar ze is toch ook niet ... .Als jong meisje was mijn vrouw erg ... . magerIk mag alleen nog ... vlees eten met droog brood.

Jantje, trek je ... en schoenen aan.Draag jij altijd zulke dikke ...? kousenHij draagt dikke ... maar toch heeft hij koude voeten.

Je moet in Brussel Zuid instappen en in Brugge ... .Chauffeur mag ik hier ...? uitstappenAls ik stop, moeten jullie ... .

Vanaf het kerkplein neem je de ..., lijn 6.Er rijdt geen ... meer in Leuven; er zijn alleen nog bussen. tramAls u de ... neemt, moet u lijn 3 hebben naar het strand.

Hij had veel ... toen zijn zoon dood was.Zijn vertrek doet mij veel ... . verdrietZijn moeder had veel ... toen ze van het ongeluk hoorde.

..., mag ik even langs?

... dat ik je zo lang laat wachten. sorry

..., mag ik even door?

Ik doe jou een plaat ... .Ik heb een mooi ... gekregen. cadeauIk heb dat ... gekregen toen ik 18 werd.

Vind je sla nou echt de lekkerste ...?In deze winkel hebben ze alleen ... en fruit. groenteIk eet veel jonge ... maar weinig vlees en aardappelen.

Hoe laat is het op jouw ...?Het bandje van mijn ... is kapot. horlogeHij keek op zijn ... om te weten hoe laat het was.

Op deze plaats moet je de straat ... .Kinderen kijken niet altijd als ze de straat ... . overstekenIk hielp die oude man bij het ... .

We ... volgende week naar ons nieuwe huis.Kan jij me komen helpen bij het ...? verhuizenWanneer ... jullie naar je nieuwe huis?

Het ... al de hele dag: alles is nat.Als het ..., ga ik met de bus. regentAls het ... moeten de kinderen binnen spelen.

Om een taal goed te leren, moet je veel ... .Zij ... elke dag twee uur. oefenenIk ga me wat meer ... in het zwemmen.

De kinderen maken veel te veel ... .Ik werd wakker van al dat ... op straat. lawaaiOp het feest maakte men zoveel ... dat ik niet kon slapen.

Draai de ... dicht.De ... van het warme water is stuk. kraanEr is een ... voor het warme water en ‚‚n voor het koude.

Wilt u graag een ... bij de koffie?Hij sneed een stuk van die lekkere ... . koekBij de thee kregen we gevulde ... .

Die oude man loopt met een ... .Hij gooide hem een ... tussen de benen. stokHij sloeg zijn hond met een ... .

Op de woensdag volgt de ... .De ... komt voor de vrijdag. donderdagNa de woensdag komt de ... .

In de ... is het in Belgi‰ heel koud.Na de herfst komt de ... . winterNa de ... komt de lente.

Mijn kinderen eten al met mes en ... .Friet eet je met een ... . vorkSoep eet je met een lepel, aardappels met een ... .

In de ... spelen ze een film van Spielberg.Ga je vanavond mee naar de ...? bioscoopIk zie liever een film in de ... dan op de televisie.

... zijn gezond voor de tanden.De ... van deze boom zijn erg hard. appelsAls fruit heb ik het liefst groene ... .

Die ... schrijft erg zwart.Neem ... en papier en schrijf op. penAls ik kon leven van mijn ..., schreef ik nog veel meer.

Hij is niet dom, maar toch ook niet ... .Dat was een ... antwoord van jou. slimWie niet sterk is, moet ... zijn.

Pieter, er is ... voor jou.Als u ... hebt, schrijf dan hier het nummer. telefoonHij staat al een halfuur aan de ... te praten.

Soep eet je met een ... .U neemt ieder uur een ... . lepelWarme melk drink je, die eet je niet met een ... .

Wilt u de bladen ... aan de kinderen?We gaan eten ... onder de arme mensen. uitdelenWe gaan die boeken ... onder de kinderen.

Onze ... heeft altijd lekker vlees.Ik koop liever vlees bij de ... dan op de markt. slagerDe ... sneed met zijn mes een mooi stuk vlees af.

Wie dit papier ..., krijgt geen nieuw.Hij ... die doek met zijn handen in twee‰n. scheurtAls hij zijn broek ... aan die stoel, is het zijn fout.

's Morgens wassen we ons voor we ons ... .Bij het ... vanmorgen scheurde mijn bloes. aankledenOpstaan, ..., wassen, ontbijten en naar school.

Ik heb drie ... appelen gekocht.Antoon weegt bijna honderd ... . kiloEen groot brood weegt ongeveer ‚‚n ... .

Ik heb een ... koekjes gekocht.Stop die schoenen maar weer in de ... . doosHet cadeau zit in een mooie ... .

Mijn auto moet naar de ... .Ik heb een ... voor twee auto's. garageIn de ... zei men dat mijn auto volledig kapot is.

Ik kan nooit zijn naam ... .We ... alleen wat belangrijk is. onthoudenWil je helpen ... dat ik hem nog moet schrijven.

Je moet daarvoor een ... hebben; met een gewone auto gaatdat niet.De chauffeur reed met zijn ... vol stenen tegen de muur. vrachtwagenEen ... rekenen we bij het 'zwaar verkeer'.

Vijfhonderd en vijfhonderd is ... .Tien maal honderd is ook ... . duizend... min honderd is negenhonderd.

Ik wil een kamer ... in uw hotel.In dat restaurant moet u vroeg ... . reserverenWilt u drie plaatsen ... voor vanavond?

Hij draagt altijd een wit ... bij die broek.Mijn zus draagt nu een ... van mijn vader. overhemdOnder deze jas moet u een wit ... dragen.

Wij hebben nog heel wat wijn in onze ... .Ons huis heeft een diepe ... . kelderIk haal nog een fles wijn uit mijn ... .

Dertig min tien is ... .Tien en tien is ... . twintigHonderd gedeeld door vijf is ... .

In de ... komt er opnieuw leven in de bomen.In de winter wacht ik op de ... . lenteIn de ... gaat het gras weer groeien.

In zo'n fles is precies ‚‚n ... water.Een ... water weegt precies een kilo. literIk heb vijftig ... wijn gekocht in Frankrijk.

Ik wil nog een bord ... met balletjes.... eet je met een lepel. soepMoeder heeft ... gemaakt met vis en groenten.

In de ... vallen de bladeren.Als het ... wordt, worden de blaren bruin en geel. herfstNa de zomer krijgen we de ... .

Er is een ... van mijn jas.Kan jij een platte ... maken? knoopDe ... springt bijna van je jas.

Ik neem het ... van mijn bed: ik lig veel te hoog.Ik zit graag op een zacht ... . kussenLeg je hoofd op het ... .

Om door het water te lopen zijn ... beter dan schoenen.Zij droeg lange, zwarte ... . laarzenIn de winter draag ik lange, warme ... .

Op het stationsplein mag je je auto niet ... .In de blauwe zone mag je niet lang ... . parkerenWij ... onze auto altijd op dezelfde plaats.

Op het ... voor het station staan veel bussen.Het grootste ... van de stad is de markt. pleinHet feest vindt plaats op het ... voor het stadhuis.

Wilt u kip met ... of kip met friet?In China eet men veel ... . rijstIn India eet men ... in plaats van aardappelen.

Als je te veel gedronken hebt, neem je het best een ... .Ik laat een ... stoppen om mij naar het station te brengen. taxiRijdt u met de ... naar het station?

Hij trok een ... door die oefening.Je mag met je auto niet over de witte ... . streepEr is daar nu een volle, witte ... op de rijweg.

Ik zwem liever in het ... dan in zee.Het water in het ... is heel goed. zwembadHet water van het ... doet pijn aan mijn ogen.

Toen we aan tafel gingen zei ze: 'Eet ...!'In Nederland zegt men: '... eten!' smakelijk'... eten allemaal!'

Het is hier koud, de ... staat niet op.Ik heb de ... wat hoger gezet, het zal dadelijk warm zijn. verwarmingOok 's winters zetten we de ... af, als we gaan werken.

Appels vind ik het lekkerste ... .Ik eet veel groen ..., omdat dat gezond is. fruitIn de zomer eten we meer groenten en ... dan in de winter.

..., spreek ik met Fred Duprez?

... jongens, hoe gaat het met jullie? hallo

..., is daar iemand?

Wilt u deze wijn eens ...?U mag eerst ... voor u koopt. proevenU moet deze wijn zeker eens ... .

Hij steekt zijn pijp aan met een ... .Er zit maar ‚‚n ... meer in het doosje. luciferHij gaf vuur met een ... .

Onder een brief schrijf je: 'Met vriendelijke ...'.Geef hem dit cadeau met de ... van Sien. groetenDoet u de beleefde ... aan uw vrouw.

Hij wast zich altijd met dure ... .Was nu je handen met water en veel ... . zeepIk zat al in bad toen ik merkte dat ik geen ... had.

De wind ... uit het oosten.In de herfst ... en regent het vaak. waaitDe wind ... hard uit het noorden.

Ik wacht op jou bij de ... van het station.Stond jij bij de ingang of bij de ...? uitgangWacht u op mij bij de ingang van de bioscoop of bij de ...?

Wilt u mij ... bij de baas voor het feit dat ik te laat ben?Wij ... ons voor de problemen. verontschuldigenAls u niet kan komen moet u zich ... .

We hebben die zeep niet in de winkel, maar we kunnen ze welvoor u ... .U kunt deze boeken ... op het volgende adres. bestellenDeze mooie sjaal kunt u ... op het gewone adres.

Veeg je voeten aan de ... die voor de deur ligt.Mijn schoenen doe ik uit op de ... . matZe lieten mij daar op de ... staan.

Wil je het licht ... als je gaat slapen?Bij de dokter moet je je kleren ... . uitdoenJe mag je jas ..., het is hier warm genoeg.

Hij gaf Claudia een ... op de mond.Toen hij vertrok kreeg ze een ... van hem. kusDe mannen kregen een hand, de vrouwen een ... .

Mijn haar is te lang, ik moet naar de ... .Mijn ... heeft niet veel werk met mijn haar. kapperDe ... weet niet wat hij moet beginnen met mijn haar.

Wilt u thee met melk of thee met ...?Ik vind ... wel erg zuur. citroenVoor mij een thee ... alstublieft.

Als je het ... vraagt, krijg je het zeker.Hij antwoordde heel ... op mijn vraag. beleefdIk heb een ... antwoord gekregen op mijn brief.

Karolien draagt een mooie ... op haar hoofd.Ik draag een ... bij die bloes. sjaalSla een warme ... om, dan word je niet verkouden.

Dames en heren, ... a.u.b. de bus gaat vertrekken.Bij het ... verloor hij zijn treinkaartje. instappenDe bus stopt voor mijn deur; daar kunnen we ... .

Ik wil een kamer met ... voor 2 dagen.Bij het ... eet ik twee boterhammen met kaas. ontbijt's Morgens heb ik graag een eitje bij het ... .

Hij drinkt een glas gele of witte ... .Ik vind ... niet zo lekker als water. limonadeIk drink nooit ..., dat is te zoet.

De dames droegen een witte ... met een zwarte rok.Ik heb een ... met strepen die goed gaat bij die broek. bloesSara draagt een lichtblauwe ... op een zwarte rok.

Ik laat mij mijn werk niet ... .De douane zal dit horloge ... . afpakkenIk zal Jantje dat mes ..., hoor!

Ik moet de tafel nog ... .Ik zal jouw tranen ... . afvegenVoeten ... als je binnenkomt.

..., dat doet pijn!Zij riep '...'! au..., je doet me pijn!

Voor een Belg is ... beter dan rijst.Wilt u aardappelen of ... bij de kip? frietKip met ... en sla vind ik heel lekker.

Als je gaat slapen, zeg je '...'!... allemaal, ik ga slapen. welterusten... kinderen, slaap lekker.

Vroeger mocht men op ... geen vlees eten.De ... is de laatste werkdag van de week. vrijdagDe ... is de laatste dag voor het week-end.

Ik wil nog eerst even naar het ... .Een net ... vind ik belangrijk op vakantie. WCWaar is hier ergens de ...?

..., bent u hier de baas?

..., mag ik u wat vragen? pardonIk heb hem zonder ... aan de deur gezet.

Er staat een ... met bloemen op de tafel.Zet de bloemen in die blauwe ... . vaasZal ik die bloemen in de gele ... zetten?

Over haar bloes droeg ze een dikke ... .Ik heb nog een ... onder die jas. truiIk draag altijd een bloes onder die blauwe ... .

Mag ik even ... a.u.b.?Naar het buitenland ... is erg duur. telefoneren... gaat sneller dan schrijven.

Sinds ik ... ben, heb ik een lopende neus.Als je ... bent, ben je niet echt ziek. verkoudenDoe je jas dicht, straks ben je ... .

De kleur van een sinaasappel is ... .De kleuren van de verkeerslichten zijn rood, groen en ... . oranjeGeel en rood geeft ... .

Duizend ... is precies ‚‚n kilo.Ik wou graag 200 ... kaas. gramIk eet nu veel minder en toch gaat er geen ... af.

Als groente heb ik graag groene ... .Ik heb een ... gemaakt van vis en groente. slaIk eet graag jonge, groene ... .

Als je ... hebt, moet je drinken.Mijn mond is droog van de ... . dorstAls ik echt ... heb, drink ik het liefst een biertje.

... kom ik iets later, maar vandaag moet ik vroeg op mijnwerk zijn.Zoals ... komt hij mij om acht uur halen. gewoonlijk... begin ik om 8 uur, maar vandaag zal het iets later zijn.

Als mensen samen een glas drinken zeggen ze '...'.Mijn ... is niet meer zo goed, ik ben vaak ziek. gezondheidNu hij ouder wordt, heeft hij meer problemen met zijn ... .