Jaarverslag cardio 2013-online2

20
I Autonome verzorgingsinstelling Jaarverslag hartcentrum ASZ 2013

Transcript of Jaarverslag cardio 2013-online2

Page 1: Jaarverslag cardio 2013-online2

I Autonome verzorgingsinstelling

Jaarverslag hartcentrum ASZ 2013

Page 2: Jaarverslag cardio 2013-online2

2

Stafleden Hartcentrum ASZ 3

Inleiding 6

De Poli 10

Cathlab-activiteit 11

Katheterisatie 11

PCI 13

Structureel hartlijden (TAVI –PFO) 14

Pacemaker 15

Elektrofysiologie 16

Thorax en cardiovasculaire heelkunde 17

Nieuwe technieken 17

| Inhoud

Verantwoordelijke uitgever

Dr. Michaël Rosseel

Merestraat 80

9300 Aalst

053/766730

[email protected]

Copyright (c) 2014 ASZ Aalst

Alle rechten voorbehouden. De inhoud van dit magazine is au-teursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag vermenig-vuldigd of doorgegeven worden zonder voorafgaande schriftelij-ke toestemming van de uitgever.

Page 3: Jaarverslag cardio 2013-online2

3

| Stafleden Hartcentrum ASZ

Dienst Cardiologie

Het hartcentrum omvat verschillende diensten:

De diensten cardiologie, cardiochirurgie, cardio-anesthesie en intensieve zorgen werken allen nauw samen.

Dr. Rudy De Rybel is diensthoofd van de dienst cardiologie, hij is tevens hoofd van de maatschap cardiologie-cardiochirurgie.

Het catheterisatielab staat onder leiding van dr. Michaël Rosseel, hij is ook voorzitter van de vzw Medische Staf en lid van het directiecomite van het ASZ.

De cardiochirurgie wordt geleid door prof. dr. Francis Wellens, dr. Hans Vanoverbeke en prof. dr. Mark La Meir.

Cardio-anesthesie wordt geleid door dr. David Verhaeghen en dienst intensieve zorgen door dr. Bart Nonneman.

De perfusionisten staan onder de deskundige leiding van dhr. Kurt Staessens.

Ook de nursing is essentieel en zo wordt de afdeling cardiologie gedirigeerd door Mevrouw Karine Plateau, het cathlab en poly-cardio door Mevrouw Vera Van Den Steen.

Hieronder vindt u de volledige bestaffing van het hartcentrum. Iedereen oefent zijn vakgebied algemeen uit en heeft daarbij een subspecialiteit waarop hij zich toelegt. De interventionele cardiologie wordt beoefend door dr. Michaël Rosseel, dr. Jan Debrauwere, dr. Ian Buysschaert en dr. Peter Dossche. De cardiopulmonaire revalidatie te Aalst wordt geleid door dr. Véronique Jacobs en dr. Jan Simoens. De afdeling cardiopulmonaire revalidatie te Wetteren staat onder leiding van dr. Jan Simoens. De elektrofysiologie wordt sinds kort uitgevoerd door dr. Grim De Meyer samen met dr. Stefaan Vandamme. Dr. De Meyer specialiseerde zich meerdere jaren in de elektrofysiologie aan het Middelheim ziekenhuis te Antwerpen en het St. Jan ziekenhuis te Brugge. Pacemakers, CRT en verwante vallen onder de verantwoordelijkheid van dr. Véronique Jacobs, doch ook andere cardiologen en cardiochirurgen helpen hierbij. Prof.dr. Mark La Meir legt zich meer toe op ritmechirurgie en robot-geassisteerde ingrepen.

Cardiologie:

Dr. Ian Buysschaert (interventionele cardiologie – campus Aalst) Dr. Marc Debels (cardiologie - campus Aalst en Liedekerke) Dr. Jan Debrauwere (interventionele cardiologie - campus Aalst) Dr. Grim De Meyer (elektrofysiologie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Rudy De Rybel (diensthoofd cardiologie - campus Aalst en campus Wetteren) Prof. dr. Daniel De Wolf (kindercardiologie -campus Aalst en diensthoofd kindercardiologie UZ Gent) Dr. Peter Dossche (interventionele cardiologie – campus Aalst en AZ Oudenaarde) Dr. Hadewich Hermans (echocardiografie – campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Véronique Jacobs (cardiale revalidatie en PM – campus Aalst en Brakel) Dr. Michaël Rosseel (interventionele cardiologie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Jan Simoens (cardiale revalidatie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Johan Van Besien (cardiologie - campus Geraardsbergen) Dr. Stefaan Vandamme (elektrofysiologie - campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Fabienne Vanhonsebrouck (cardiologie – campus Aalst en Ninove) Dr. Dries Viaene (cardiale revalidatie en echocardiografie – campus Wetteren en campus Aalst) Mevr. Karine Plateau en mevr. Vera Van Den Steen (hoofdverpleegkundigen)

Page 4: Jaarverslag cardio 2013-online2

4

Cardiochirurgie: Prof. dr. Mark La Meir (ritme-en robotchirurgie) Dr. Hans Vanoverbeke (diensthoofd) Prof. dr. Francis Wellens Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Mevr. Lea Van Nieuwenhove (hoofdverpleegkundige)

Cardioanesthesie: Dr. Michel Fontaine Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Stefaan Jacobs Dr. Sophie Platteau Dr. Veerle Sergoyne Dr. Daisy Verbessem Dr. David Verhaeghen (diensthoofd)

Intensieve Zorgen: Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Bart Nonneman (diensthoofd) Dr. Eric Pauwels Dr. Sophie Plateau Dr. Veerle Sergoyne Mevr. Anneke Beulens (hoofdverpleegkundige)

Dr. Ian Buysschaert, uitbreiding dienst Cardiologie

Sinds begin januari 2014 versterkt dr. Ian Buysschaert de dienst Cardiologie in het ASZ als interventionele cardioloog. In 2003 studeerde hij af als arts aan de KUL en specialiseerde zich in de inwendige geneeskunde en cardiologie via het UZLeuven netwerk. Zijn derde jaar opleiding volbracht hij als Medical Registrar in Sydney (Australië). In 2010 behaalde hij zijn PhD in de biomedische wetenschappen op het labo van Prof. dr. Peter Carmeliet en Prof. Ir. Diether Lambrechts (VIB – KULeuven). Hij is (co-)auteur van meer dan 37 papers gepubliceerd in internationale, peer-reviewed journals. Daarnaast was hij ook actief in de deelname aan talrijke internationale klinische studies. Na zijn erkenning als cardioloog in 2011, heeft hij zich verder toegespitst op de interventionele cardiologie in het Middelheim Ziekenhuis te Antwerpen. Hij heeft expertise opgebouwd in percutane coronaire inter-venties alsook in correcties van structureel hartlijden. Binnen de dienst Cardiologie van het ASZ zal hij zich inzetten voor de verdere uitbouw van het hartcentrum en het cathlab.

Dr. Hadewich Hermans, uitbreiding dienst Cardiologie

In 2005 studeerde dr. Hadewich Hermans af als arts aan de KULeuven. Zij opteerde voor een opleiding cardiologie en verdiepte zich naast haar klinische opleiding nog verder in het domein van kleplijden. Gedurende vier jaar kon ze zich met een FWO Aspirantenmandaat deeltijds toeleggen op aortaklepstenose en drukoverbelasting van het linkerhart. Hierdoor kon ze zich verder verdiepen in (pre)klinische modalitei-ten van de cardiale beeldvorming.

Sinds 1 april 2014 versterkt zij het cardio-team in het ASZ, campus Geraardsbergen. Aanvullend, zal ze vanaf 1 juli 2014 tevens het echocardiografie-team op het ASZ, campus Aalst versterken.

Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist)

In de kijker: nieuwe artsen

Page 5: Jaarverslag cardio 2013-online2

5

vooraan vlnr: dr. G. De Meyer, dr. R. De Rybel, dr. F. Vanhonsebrouck, dr. M. Debels, dr. V. Jacobs, dr. H. Hermans achteraan: dr. I. Buysschaert, dr. J. Debrauwere, dr. J. Van Besien, dr. H. Vanoverbeke, dr. S. Vandamme, dr. M. Rosseel

vlnr: prof. dr. D. De Wolf , prof. dr. M. La Meir, dr. J. Simoens, dr. D. Viaene en prof. dr. F. Wellens

Page 6: Jaarverslag cardio 2013-online2

6

| InleidingMet plezier stellen wij ons vijftiende jaarverslag voor.

Het cathlab van het ASZ werd in 1997 voor het eerst erkend voor interventionele cardiologie, waarna een volledig hartcentrum ontstond met erkende cardiochi-rurgie en interventionele cardiologie. Enkele jaren later volgde ook de erkenning van de elektrofysiologie en de cardiale revalidatie. Ondertussen werden be-langrijke stappen gezet: het medisch dossier werd volledig geïnformatiseerd en geïntegreerd, naast twee nieuwe cathlabs met de allernieuwste technologieën werden een volledig vernieuwde CCU en de chest pain unit opgericht, de dien-sten cardiologie en cardiochirurgie slaagden er als één van de weinige diensten in België in om functioneel en financieel te integreren, ons centrum trok verschil-lende nieuwe kwalitatieve cardiologen en cardiochirurgen aan, de verschillende subspecialiteiten werden verder uitgebouwd en het hinterland is uitgebreid.

Ondertussen telt onze maatschap, waar cardiologen en cardiochirurgen deel van uitmaken, zeventien specialisten. Daarnaast werken we ook samen met cardiologen die geen deel uitmaken van onze maatschap.

Belangrijk is dat de komst van de dagkliniek-lounge de problemen met infra-structuur grotendeels heeft opgelost. Daar wordt hoofdzakelijk via radial access en ambulante PCI en coro gewerkt. Het ASZ is één van de weinige centra die deze strategie rigoureus toepassen. Het ASZ cardiologie beschikt momenteel over twee ultramoderne cathlabs (Philips Allura Xper) en een hybride operatie-kamer.

Verder telt de afdeling cardio zeven CCU bedden, 23 hospitalisatiebedden en ne-gen dagkliniekzetels/bedden.

De afdeling cardiochirurgie heeft twintig bedden en twee midcare bedden.

Op de ICU bevinden zich twaalf bedden, en daar komen er tegen eind 2014 nog zes bij.

We proberen hierbij steeds het wel en wee van onze patiënt voor ogen te hou-den. Tijdens de vele meetings discussiëren we kritisch en proberen we evidence-based maar toch no-nonsense en patiëntgericht te werken. De sfeer in onze maatschap van cardiologen en cardiochirurgen is prima, wat belangrijk is om kwalitatief te kunnen werken. De artsen van ons hartcentrum krijgen de kans om zich te subspecialiseren en hun competenties verder uit te diepen.

Lounge-dagkliniek

Page 7: Jaarverslag cardio 2013-online2

7

Om de kwaliteit hoog te houden, moet er ook voldoende aanbod zijn. En dat is niet evident in een provinciestad met twee hartcentra. Toch zijn we hierin ge-slaagd dankzij een eigen visie; we hebben een netwerk in ons hinterland uitge-bouwd waarbij iedereen gelijkwaardig is en zijn of haar niche kan beoefenen. Kwaliteit trachten we steeds hoog in het vaandel te dragen, en samenwerking en feedback dragen daartoe bij.

Ons slaagpercentage voor PCI in 2013 bedraagt opnieuw bijna 98%, wat zeer hoog is. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het aantal PCI’s in 2013 met 10% toenam, tot 695. Voor 2014 zien we opnieuw een toename, als we de cijfers van de eerste vier maanden extrapoleren tot ongeveer 750 PCI’s. Het landelijk aantal PCI’s blijft daarentegen stabiel.

Inmiddels hebben we ook de lounge-dagkliniek met een tweede cathlab in ge-bruik genomen, specifiek voor hartpatiënten. Vooral ambulante coro’s en PCI’s gebeuren hier; 60% van alle coro’s en PCI’s doen we ambulant. Om dat te berei-ken zijn we massaal overgeschakeld naar katheterisaties via radial access (90% van alle katheterisaties). De functionele evaluatie van coronaire laesies door middel van FFR wint eveneens aan populariteit. En verder verlopen ook de di-agnostische EFO-onderzoeken, de slokdarmechocardiografie onder sedatie, de elektrische cardioversies en de PM-vervanging via de dagkliniek. De tevreden-heid van de patiënten op de lounge-dagkliniek is groot.

In 2013 namen we ook een hybride operatiezaal (een combinatie van een klas-sieke operatiezaal en een cathlab) in gebruik, in het volledig vernieuwde ope-ratiekwartier. Het betreft opnieuw een state-of-the-art Philips-zaal, met een vermindering van de stralingsbelasting met 70% gecombineerd met eenzelfde uitstekende beeldkwaliteit (Philips Allura). In deze zaal plaatsen we percutane hartkleppen. (TAVI)

De elektrofysiologische activiteit nam opnieuw toe. Het aantal ablaties steeg van 122 in 2013 naar 145 in 2013. Vooral de pulmonale venen isolatie bij de behan-deling van voorkamerfibrilleren zit in de lift. Bovendien is er nu een apart EFO-lab. Het acuut succespercentage bij ablatie bedroeg 99% en de complicatieratio is erg laag. De stuwende kracht achter deze positieve cijfers is dr. Grim De Meyer.

Hybride operatiezaal

Page 8: Jaarverslag cardio 2013-online2

8

We zien daarnaast een belangrijke toename van het aantal PM-plaatsin-gen, allicht een gevolg van de vergrij-zing van de bevolking, de groei van de dienst en een relatief uitgebreid TAVI-programma.

De cardiochirurgische activiteit sta-biliseerde ten op zichte van 2012 rond een 330-tal procedures. De zie-kenhuismortaliteit bedroeg 3%, wat zonder meer een uitstekend cijfer is.

Het volume en de kwaliteit in ons hartcentrum gaan in stijgende lijn. Dat betekent niet dat we nu op onze lauweren gaan rusten: in de toe-komst gaan we proberen nog beter te doen, zeker wat kwaliteit en vei-ligheid van de patiënt betreft. De infrastructuur heeft wel moeite om de groei te volgen, en dat kan soms tot hinder voor de patiënten leiden. De komende jaren plannen we dan ook noodzakelijke investeringen om dit euvel te verhelpen. Zo kwamen er een hybride OK, een tweede cardiaal cathlab en een dagkliniek cardiologie bij begin 2014 (ondertussen succes-vol in gebruik genomen). Tegen 2016 wordt de afdeling intensieve zorgen volledig vernieuwd en komt er een nieuwe afdeling cardiologie-cardio-chirurgie, met daarbij ook een cath-labafdeling, CCU en een dagkliniek.

Om patiëntgericht te werken, schenken we veel aandacht aan de raadpleging. Die is gestructureerd met aandacht voor het gesprek, zo-wel tijdens de anamnese als de be-spreking. We proberen ook zoveel

mogelijk diagnostiek in één tijd te verrichten en betrekken de huisarts bij de opvolging. Op de afdeling is geïnvesteerd in medici die tijd heb-

ben om patiënten op te volgen en te begeleiden. Deze artsen nemen ook deel aan de stafmeetings. Zo bestaat er de cardiochirurgische staf (tweemaal per week), de nierarterie-staf (die houdt zich bezig met AHT, nierarteriestenose, percutane renale sympathectomie…), de staf cardiolo-gie en de klinische tours met de vol-ledige staf elke maandag en vrijdag. Daarnaast proberen we uiteraard ook permanent te overleggen.

Inmiddels is TAVI een goed ingebur-gerde techniek. We werken hiervoor samen met onze associatiepartner het UZ Brussel. Zo’n negentig pati-enten werden tot nog toe behandeld met goed resultaat. 4D-echocardio-grafie wordt nu door enkele cardio-logen (dr. Dries Viaene, dr. Véronique Jacobs en dr. Hadewich Hermans) toegepast en is een essentiële aan-vulling bij de behandeling van struc-tureel hartlijden. Structureel hart-lijden is een nieuwe niche binnen de interventionele cardiologie; het behelst onder andere het sluiten van PFO en ASD met closure devices, het plaatsen van percutane kleppen (TAVI) en het sluiten van het hartoor-tje bij patiënten met VKF.

De nieuwe afdeling cardiale revalida-tie op de campus Wetteren – zowel ambulant als via de hospitalisatie-afdeling Sp-revalidatie – is volledig operationeel. Dr. Dries Viaene en dr. Jan Simoens zijn samen met een voltallig paramedisch team succes-vol bezig op deze campus. Ook de patiënttevredenheid neemt er toe, met een continu hoge bezetting als gevolg.

De deelname aan clinical trials kent een belangrijke boost met de komst van dr. Ian Buysschaert. Enerzijds wil-len we samenwerkingen met andere centra opzetten, wat ons moet toela-ten om onszelf in alle bescheidenheid te evalueren en te leren van ervarin-gen van andere artsen en centra. Daarnaast willen we op deze manier ook financiële middelen verwerven die aangewend worden voor niet-terugbetaalde behandelingen zoals

het plaatsen van percutane kleppen, IVUS (intra vascular ultrasound), per-cutane sympathectomie...

Onze dienst neemt onder meer deel aan de belangrijke Fourier Study (PCSK9-inhibitoren – mogelijks even belangrijk als de komst van de stati-nes), naast verschillende andere tri-als.

Partnerships met andere centra stre-ven we zoveel mogelijk na. Zo wer-ken we prima samen met onze as-sociatiepartner het UZ Brussel, maar ook met vele andere artsen en centra – afhankelijk van de betrokken pa-thologie.

De dienst is ook een opleidingscen-trum waarbij geneesheer-specialis-ten in opleiding zich kunnen vervol-maken in de heelkunde, inwendige geneeskunde en cardiologie. We wer-ken hiervoor samen met het UZ Gent en het UZ Brussel.

Dit jaarverslag blikt terug op de ac-tiviteiten van het voorbije jaar en wil u een idee geven van waar we zoal mee bezig zijn. We bespreken ook de resultaten en complicaties van ver-schillende behandelingen, en zoals u zal zien, zijn die rapporten uitste-kend.

Namens het volledige team, Dr. Michaël Rosseel

Dr. M. Rosseel

Page 9: Jaarverslag cardio 2013-online2

9

vlnr. Dr. J. Van Besien, dr. V. Jacobs, dr. S. Vandamme en dr. H. Hermans

Campus Geraardsbergen

Dr. J. Simoens en dr. D. ViaeneCampus Wetteren

Page 10: Jaarverslag cardio 2013-online2

10

| De Poli

De polikliniek is een van de hoekste-nen van de cardiologische praktijk. Ze biedt onze chronische patiënten de kans om een vaste cardioloog te hebben voor hun follow-up. De raadplegingen zijn patiëntvriende-lijk georganiseerd, de wachttijden bij het maken van een afspraak en bij de raadpleging zelf zijn vrij kort, de onderzoeken en de bespreking

van de resultaten en het beleid ge-beuren zoveel mogelijk in één ses-sie en de uitleg aan de patiënt wordt verzorgd. We brengen ook steeds de huisarts op de hoogte, elektronisch en op papier. Samen met de groei van de dienst zien we ondertussen een toename van het aantal raad-plegingen tot meer dan 20.000. En daar moeten we de raadplegingen in

het AZ Oudenaarde en in de verschil-lende private praktijken (circa 6.000) nog bijtellen.

Op de poli gebeuren naast de cou-rante ECG’s, ergometrie-onderzoe-ken, echocor en PM-controles ook holters, kanteltafeltesten, Dobuta-mine stress echo’s, nucleaire cardio-logie, enzovoort.

0  

5000  

10000  

15000  

20000  

25000  

1998

 

1999

 

2000

 

2001

 

2002

 

2003

 

2004

 

2005

 

2006

 

2007

 

2008

 

2009

 

2010

 

2011

 

2012

 

2013

 

Aantal  Poli  Intra  Muros  ASZ  

Page 11: Jaarverslag cardio 2013-online2

11

| Cathlab-activiteit

Het aantal katheterisatieprocedu-res steeg lichtjes het voorbije jaar met 2,1 %, tot 1.698. (Op landelijk vlak zien we de voorbije jaren een stabilisatie, ook in 2013.) We her-schikten de activiteiten om meer ruimte te geven aan elektrofysiologie en interventionele cardiologie, en we menen dat we ook de vruchten pluk-ken van onze kwalitatieve aanpak.

In april 2014 namen we het tweede cathlab in gebruik en startte onze nieuwe interventiecardioloog dr. Ian Buysschaert. Dat leidt tot een be-langrijke toename van de activiteit voor 2014 (+ 16%).

Opvallend is dat het voorbije jaar verhoudingsgewijs meer vrouwen katheterisatie ondergingen. Dit volgt een internationale trend in de westerse wereld waar de cardio-vasculaire pathologie bij de vrouw toeneemt, allicht ten gevolge van levenswijzeveranderingen zoals ro-ken, werken, stress enzovoort. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die een katheterisatie ondergingen, is 66 jaar. Dat is een stijging met drie jaar sinds de opstart van het cathlab, waarschijnlijk te verklaren door de

vergrijzing van de bevolking.

Bij de indicatiestelling valt het op dat deze vergelijkbaar is met vorig jaar. Het aantal onstabiele coronaire syn-dromen nam nog toe.

Ambulante coronarografie blijft sta-biel op ongeveer twee derde van het totaal. Dat gebeurt via de nieuwe lounge, waarvoor we speciaal per-soneel hebben opgeleid. Deze aan-pak is niet alleen comfortabeler voor onze patiënten, hij is ook noodzake-lijk gezien het gering aantal beschik-bare bedden. Quasi al deze patiënten kregen een vascular closure device, om ze na een zestal uren opnieuw te kunnen mobiliseren.

Het aantal radialis procedures nam richting het jaareinde aanzienlijk toe.

Wat de indicatie betreft, zien we dat kleplijden toeneemt. Allicht heeft dit te maken met percutane hartkleppen die in het ASZ worden geplaatst. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die een katheterisatie ondergaan, bedraagt 66 jaar – dit is al verschil-lende jaren vrij stabiel.

De resultaten van de hartkatheteri-satie liggen in de lijn van de vorige jaren, net zoals de complicaties, die weinig frequent zijn; 99% van de procedures verlopen zonder compli-caties. Dit jaar zagen we helaas één stroke. Verder waren er zeldzame lies- en polscomplicaties (Liescom-plicaties worden enkel opgenomen indien dit leidt tot verlenging van de hospitalisatieduur, transfusienood of vasculair herstel.)

Twee patiënten liepen een liesinfec-tie op bij het gebruik van vascular closure device. We pasten de proce-dure daarom aan en voorzagen extra ontsmetting na de procedure, waar-na deze complicatie voorlopig niet meer optrad.

Katheterisatie

0  

500  

1000  

1500  

2000  

2500  

1998  1999  2000  2001  2002  2003  2004  2005  2006  2007  2008  2009  2010  2011  2012  2013  2014  

Aantal  Katheterisa-es  

Totaal  Man  Vrouw  

Coronaire katheters zoals dagelijks ge-bruikt in het cathlab

Page 12: Jaarverslag cardio 2013-online2

12

Bij radial access treedt, conform de literatuur, tot 2% trombose op. Bij een patiënte leverde dit blijvende hinder op langer dan drie maand. Bij de grote meerderheid verloopt dit echter asymptomatisch.

Qua therapeutische opties zijn er weinig verschillen met de andere jaren, alhoewel PCI iets populairder wordt dan heelkunde (695 PCI versus 328 heelkunde). Hiermee vallen we nog steeds midden in de gausscurve, in vergelijking met de meeste andere centra dus.

Wel diagnosticeerden we meer klep-pathologie. Dit kan te maken hebben met de veroudering van de bevolking of met een verbetering van de diag-nostiek. Hoe dan ook neemt ook het therapeutisch arsenaal toe, denken we maar aan TAVI.

Het aantal normale onderzoeken si-tueert zich op circa 13 %, ruim onder de internationale norm van 20%. Dit betekent dat de indicatiestelling tot coronaro niet te ruim is in ons cen-trum.

FFR is sterk ingeburgerd in het cath-lab van het ASZ. Bij FFR kan er een functionele beoordeling gemaakt

worden van een stenose of een lae-sie in het coronairvat tijdens een ka-theterisatie door de druk voor en na een laesie of stenose te meten onder maximale hyperemie. In 2013 wer-den 131 FFR’s verricht.

In de literatuur wordt hier meer en meer aandacht aan besteed, en het ASZ volgt die trend.

Het aantal PCI’s is het voorbije jaar gestegen met bijna 10% tot 695 pro-cedures (1.000 tal laesies conform Riziv-nomenclatuur). De indicatie-stelling blijft vergelijkbaar met de andere, het aantal STEMI’s nam toe tot 111 het voorbije jaar.

Bij multivessel PCI(verschillende lae-sies tijdens één procedure) wordt ook vaak voor DES geopteerd. Twee

derde van de geplaatste stents zijn Drug Eluting Stents (DES).

De resultaten zijn nog steeds uit-stekend met slaagpercentages van 97% in 2013. Dit is een beperkte daling ten opzichte van 2012, maar er worden ook meer moeilijke PCI’s uitgevoerd – volgens ons door een goede indicatiestelling en door de ruime ervaring bij de interventiecar-

diologen. Met deze resultaten horen we nog steeds bij de beste centra.

Het aantal CTO-procedures (PCI’s van een chronisch totale occlusie) en het aantal PCI’s van hoofdstammen is aan de lage kant en zal mee het hoge succespercentage verklaren.

De complicaties bij de PCI’s zijn ver-gelijkbaar met andere jaren en an-

FFR

PCI

Complicaties bij PCI in 2013

Geen (98%) 681 In hospitaal overlijden 1 Q MI 1 Non Q MI 1 Dringende CABG 2 Stent oclusie 2 Acute nierinsufficientie 0 Vascular repair 1 Bloeding 1 Arrhytmie waartoe CPR 2 Procedureel overlijden 2 Liesinfecties 2

Page 13: Jaarverslag cardio 2013-online2

13

Dr. Ian Buysschaert, interventionele cardiologie – campus Aalst

dere centra. De registratie van com-plicatie infarct werd enkel behouden indien procedureel gerelateerd.

Het voorbije jaar waren er twee drin-gende CABG’s na PCI’s, wat conform de literatuur is (< 1%) . Het aantal liescomplicaties is gestabiliseerd op een erg laag percentage (minder dan 0.5 % bloedingen en vasculair repair). Glycoproteïnes worden erg restrictief gebruikt, zoals de guidelines aanra-den. Vascular closure devices worden bij PCI iets minder gebruikt, omdat er sowieso bedrust wordt voorgeschre-ven tot de volgende ochtend.

In geval van ambulante PCI worden vascular closure devices steeds ge-bruikt.

Het aantal ambulante PCI’s blijft echter beperkt tot 10% van het to-taal. Sinds eind 2013 is er bij de grote meerderheid geopteerd voor PCI via radial access. Sinds april 2014 is de lounge-dagkliniek open en sindsdien gebeurt de meerderheid van de PCI’s ambulant (ongeveer 60% van alle PCI’s). Voor 2014 verwachten we dat zowat 90% van de procedures via ra-dial access zullen verlopen.

Ook het gebruik van anti-aggregan-tia (ASA, clopidogrel en GP IIB/IIIA receptor blokkers) en antithrombo-tica (heparine, LMWH, fondapari-

nux) werd aangepast aan de recente literatuur en zou tot een veiliger en beter therapeutisch effect moeten leiden.

Radial access wordt zeer regelma-tig gebruikt in het ASZ. Voor 2014, met de opstart van de lounge, gaat dit richting 90%.

In meer dan 95 % van het totaal aan-tal procedures werd ook een stent geïmplanteerd, wat een stijging is ten opzichte van vorig jaar en con-form is met de huidige literatuur. Het aantal drug eluting stents (DES) sta-biliseerde rond de 70% van het totaal aantal geplaatste coronaire stents. De indicatiestelling breidt uit, even-

als de ervaring. Subacute stent trom-bose wordt nauwelijks nog gezien en ook restenose komt nog erg weinig voor (19).

Het gebruik van intra-aortische bal-lonpompen stabiliseerde op een 60-tal. Vermoedelijk zal dit weer afne-men, aangezien recente literatuur de indicatiestelling beperkt.

De grote meerderheid van de PCI’s (90%) gebeurt aansluitend op het diagnostisch angiogram, waardoor een tweede hospitalisatie wordt vermeden. Een groot deel van de patiënten die een electieve PCI’ on-dergaan, dient slechts één nacht in het ziekenhuis te blijven. Ongeveer 10% van de PCI’s gebeurt ambu-lant. Conform de guidelines hebben we het aantal ad hoc-PCI’s wel wat verminderd, vooral dan bij complexe letsels.

Radial access

Coronaire stent

Dr. J. Debrauwere, interventionele cardiologie – campus Aalst

Dr. M.Rosseel, interventionele cardiologie – campus Aalst

Dr. P. Dossche, interventionele cardiologie Campus Aalst en AZ Oudenaarde

Page 14: Jaarverslag cardio 2013-online2

14

Al enkele jaren verrichten we valvuloplasties van de aortaklep bij aortaklepstenose: de indicaties waren palliatief of als bridge naar heelkunde. In 2009 startten we met het Corevalve-Medtronik-project in het ASZ. We werken hiervoor samen met onze associatiepartner het UZ Brussel (dr. Oscar Semeraro), dr. Michaël Rosseel is operator in het ASZ. Begin 2011 volgde de certificering. Doordat de procedure door verschillende cardiologen wordt uitgevoerd, is de ervaring veel ruimer. Een vast team van cardiologen voert deze procedure uit; nl. dr. Michaël Rosseel, dr. Ian Buysschaert en dr. Oscar Semeraro. Alle gevallen worden zorgvuldig gescreend en besproken in het hart team.

Bij de indicatie worden enkel pati-enten geselecteerd die inoperabel zijn of een zeer hoog operatief risico hebben. De gemiddelde leeftijd van de behandelde patiënten bedraagt 83 jaar.

Er is een erg nauwe samenwerking met de cardio-anesthesisten en in-tensivisten.

Inmiddels heeft de groep onder lei-ding van dr. Michaël Rosseel en dr. Oscar Semeraro eind 2013 ongeveer 150 patiënten behandeld, waarvan 85 in het ASZ.

Het voorbije jaar werden in het ASZ 21 patiënten behandeld met TAVI (Corevalve bio prothese). Daarbij was er geen enkel procedureel overlijden geweest, maar wel een ziekenhuis-overlijden. Sinds de opstart is één procedure niet geslaagd. Op basis van de activiteit tot mei 2014 neemt het aantal TAVI’s verder toe, vooral via verwijzingen van elders.

Deze resultaten zijn conform de lite-ratuur (partner trial).

In België is er helaas geen terugbeta-ling. De kostprijs voor een dergelijke klep bedraagt 20.000 euro. Het ASZ en de dienst cardiologie nemen het grootste deel van deze kosten op zich, waardoor het aandeel van de patiënt sterk beperkt wordt.

Deze resultaten zijn conform de in-ternationale literatuur.

Deze techniek geeft ons de moge-lijkheid om een aantal patiënten met aortaklepstenose die heel-kundig niet meer te behandelen valt, toch een alternatief te bieden. Bovendien heeft ze de expertise in onze dienst doen toenemen en heeft ze geleid tot samenwerking met andere artsen en centra, in bin-nen- en buitenland.

Structureel hartlijden: TAVI

0  

5  

10  

15  

20  

25  

30  

2010   2011   2012   2013   2014  

TAVI  ASZ  

Mortaliteit  IH  

Corevalve bioprothese voor TAVI.

Page 15: Jaarverslag cardio 2013-online2

15

Structureel hartlijden: Sluiten PFO en ASD

Het voorbije jaar werden tien PFO’s en/of ASD’s gesloten; deze procedures gebeuren door dr. Peter Dossche, dr. Ian Buysschaert en prof. dr. Daniel De Wolf. In totaal werden in het ASZ al meer dan 100 dergelijke procedures verricht in het voorbije decennium. Alle procedures waren succesvol en er trad geen enkele complicatie op.

In 2013 zijn in het ASZ 271 pacema-kers ingeplant, tegenover 244 in 2012 en 207 in 2011. In het AZ Oudenaarde werden 55 PM’s geïmplanteerd in 2013. Daarvan werden er tien biven-triculaire PM’s geplaatst waarvan drie met epicardiale elektroden.

Complicaties (Aalst):

• 3x revisie atriale lead

• 1 x extractie leads wegens mal-functie 1x veneuze trombose arm 1 maand na implantatie (be-handeld met LMWH en zonder gevolgen)

• 2x extractie biventriculaire na erosie van de PM pocket

• 2x extractie wegens perforatie

• 1x revisie wegens leadfractuur

Amplatzer closure device dat in het ASZ wordt gebruikt voor sluiting van PFO en ASD

Prof. dr. D. De Wolf

| Pacemaker

0  

50  

100  

150  

200  

250  

300  

2010   2011   2012   2013  

Aantal  PM  

Page 16: Jaarverslag cardio 2013-online2

16

| Elektrofysiologie

In 2013 werden 299 elektrofysiolo-gische procedures uitgevoerd. De lichte afname van het aantal onder-zoeken ten opzichte van 2012 (311 procedures) wordt veroorzaakt door een verschuiving van elektrofysio-logische onderzoeken (161 in 2013 tegenover 189 in 2012, – 14%) naar ablaties (138 in 2013 tegenover 122 in 2012, + 13 %). Ablatieprocedures ne-men meer tijd in beslag dan elektro-fysiologische onderzoeken. Er wer-den 63 rechtszijdige en 75 linkszijdige ablaties uitgevoerd.

Er werden ablaties uitgevoerd na de diagnose van AVNRT (27), typi-sche voorkamerflutter (31) en extra-verbindingen (4). Er gebeurde een ablatie van de Hisbundel. Het suc-cespercentage van deze procedu-res schommelt tussen 95 en 100%, overeenkomstig de resultaten in de medische literatuur. Al deze ingre-pen werden uitgevoerd onder lokale anesthesie, er traden geen majeure complicaties op.

In 2013 gebeurden 72 longveneniso-laties (al dan niet gecombineerd met een ablatie van de cavo-tricuspid isthmus) in kader van de behande-

ling van voorkamerfibrillatie. Dit is een duidelijke toename ten op-zichte van 2012 (51 procedures, + 41%). Het betroffen zowel eerste ingrepen als redo-ingrepen. Zonder uitzondering werd bij elk van deze ablaties het eindpunt bereikt: isola-tie van alle longvenen, en zo nodig een bidirectioneel blok over de ca-vo-tricuspid isthmus. Eén procedure werd vroegtijdig onderbroken na optreden van een myocardperfora-tie tijdens de transseptale punctie. Door het vroegtijdig herkennen van deze complicatie trad geen hart-tamponade op. Enkele maanden la-ter voerden we bij deze patiënt toch succesvol een longvenenisolatie uit. Er was één majeure liescomplicatie en een pseudo-aneurysma dat een interventioneel radioloog succesvol behandelde. Bij alle andere procedu-res vielen geen majeure complicaties te betreuren.

Nieuw in 2013 was dat zeven long-venenisolaties uitgevoerd werden onder lokale anesthesie (‘conscious sedation’). Met deze strategie kun-nen mogelijke complicaties van alge-mene anesthesie vermeden worden (onder andere luchtweginfecties). De

patiënten verdroegen deze ingrepen goed. In 2014 zal een groter deel van de longvenenisolaties onder lokale anesthesie uitgevoerd worden.

In 2013 gebeurden ook de eerste ablaties voor ventrikeltachycardie. Deze complexe ablaties werden uit-gevoerd onder lokale anesthesie bij zes patiënten. De drie ablaties ter hoogte van het rechterventrikel wa-ren succesvol (bij twee patiënten met associatie van anti-aritmica). Van de drie ablaties ter hoogte van het linker ventrikel was er één succesvol, één niet succesvol en diende één proce-dure onderbroken te worden wegens optreden van een pericard tampo-nade. Deze laatste complicatie werd verholpen door een pericardpunctie en had geen blijvende gevolgen voor de patiënt.

Door de opening van een tweede katheterisatiezaal in het ASZ wordt vanaf april 2014 één katheterisatie-zaal exclusief gebruikt voor het uit-voeren van elektrofysiologische pro-cedures.

14

Ablaties (dr. S Vandamme en dr. G. De Meyer)

<Auteur>   14  

   

0  

20  

40  

60  

80  

100  

120  

140  

2001   2002   2003   2004   2005   2006   2007   2008   2009   2010   2011   2012   2013  

Aantal  Ablaties  ASZ  

aantal  ablaties   PVI  

Dr. G. De Meyer - elektrofysioloog

Page 17: Jaarverslag cardio 2013-online2

17

| Thorax en cardiovasculaire heelkunde

| Nieuwe technieken

In totaal 327 majeure cardiale ingrepen ( = 2012)

197 CABG 13 Opcab , waarvan 8 Midcab 31 Avr 21 Avr met Cabg 8 Bentall/Ao Asc. 28 Mvr/pl ( waarvan 4 met Tvpl.) 12 Mvr/pl met Cabg 7 Avr + Mvr/pl 1 Avr+ Mvpl.+ Cabg (Plastie % 70) 9 Varia ( Myxoom,Pericardect, Tumor, Wonde)

In hospital mortaliteit : 3% ( = 2012)

Hybride OK-zaalDeze zaal behelst de integratie van een echt cathlab in een operatiezaal en werd gereali-seerd in het totaal vernieuwde operatiekwar-tier. Vooral neuro- en vaatchirurgen gebruiken dit state-of-the-art Philips hybride operatie-kwartier. De dienst cardiologie/cardiochirurgie plaatst er zijn percutane hartkleppen, vooral deze met alternatief access (transaortisch, transsubclavia, enzovoort)..

Deze zaal van Philips werd vanaf eind 2013 in gebruik genomen in Aalst.

Prof. dr. M. La Meir en dr. H. Vanoverbeke

Page 18: Jaarverslag cardio 2013-online2

18

De lounge is uitgerust met een nieuw digitaal Cathlab Phillips Xper. Dat gebruikt de nieuwe flat-panel technologie met XRES, wat zorgt voor meer scherpte en contrast en minder ruis. Bovendien is er met Allura Clarity een dosisreductie van 75% bij dezelfde exceptio-nele beeldkwaliteit. Verder is er de FlexVision met een groot flat-panel scherm met zoom en stent boost.

In de lounge geldt er een dresscode: losse kleren moeten voor een hui-selijk gevoel zorgen. Op die manier

willen we stress en adrenaline op de achtergrond laten verdwijnen – adrenaline is een risicofactor voor verwikkelingen – en een healing environment creëren.

WIFI – PC – TV zijn voorhanden.

Er wordt enkel via lokale verdoving gewerkt(geen premedicatie meer) en eventueel met een dormicum tijdens de procedure. In geval van PCI is er ritmemonitoring voorzien, en er is ook een ‘calamiteitenlokaal’. Ongeveer vijf uur na de coro of PCI

worden de patiënten ontslagen.

De voordelen van radial access zijn legio: er treden minder complicaties van de vasculaire access site op, we zien een reductie van de mortali-teit bij STEMI-patiënten, er is een reductie in mortaliteit, MI en CVA in high volume centers, het post-procedureel comfort voor de patiënt is groter, de patiënt is sneller terug te been en de procedure is kostenef-fectief.

De 3D real time echocardiografie (of 4D echo) werd opgestart. Daar-voor werd ongeveer 200.000 euro geïnvesteerd in de aankoop van een Philips-toestel. Vooral dr. Véronique Jacobs en dr. Dries Viaene subspeci-aliseren zich in deze techniek.

3D echo is belangrijk bij de behande-ling van structureel hartlijden. Onder andere bij het sluiten van PFO en TAVI is het een belangrijk hulpmid-del tijdens de interventionele behan-deling. Bij diagnostiek en behande-ling van mitraliskleplijden speelt het ook een belangrijke rol.

Inmiddels zijn we bezig met de uit-bouw van een echolab.

Lounge - Cathlab

4D echo

Dr. D. Viaene

Dr. V. Jacobs

Dr. M.Debels

   

   

5/06/14  |   19  

4D echo

Page 19: Jaarverslag cardio 2013-online2

19

Ook telemonitoring heeft haar intrede gedaan in het ASZ. Momenteel volgen we patiënten met defibrillatoren (AICD of CRT-D) via telemonitoring. Dr. Véronique Jacobs houdt zich hiermee bezig.

PTA van de arteria renalis gebeurde het voorbije jaar negen keer. Alle behandelingen waren succesvol en er waren geen complicaties. Op ons cathlab werden de voorbije elf jaar 159 patiënten behandeld met PTRA. Daarbij noteerden we slechts twee complicaties (cholesterolembolie en contrastnefropathie, respectievelijk in 2003 en in 2004) en een niet-succesvolle procedure (2004).

Coronaire CT is een belangrijke tool geworden in de diagnostiek. Vooral bij patiënten met intermediaire pro-babiliteit is het nut groot in de diag-nostiek van coronair lijden, zeker als er submaximale belastingen aanwe-zig zijn. De radiologie, onder leiding van dr. Eddy Van Hedent en dr. Lau-rance Trappeniers, voert deze tech-niek erg vakkundig uit.

Met de nieuwe GE CT is de beeldkwaliteit en accuraat-heid van de di-agnoses sterk toegenomen en werd de “stralenbelasting” veel geringer. Ook interferenties met kalk zorgen min-der voor problemen dan vroeger.

De percutane renale sympathecto-mie is in 2010 opgestart. Slechts zes patiënten werden het voorbije jaar behandeld. Alle procedures waren succesvol en verliepen zonder com-plicaties. Deze behandeling kost bijna 4.000 euro en er is geen terug-betaling voorzien. Omdat daarnaast de recente Simplicity III trial geen significante daling in bloeddruk kon aantonen met deze techniek, blijven we erg restrictief in onze indicatie-stelling. Tot op vandaag werden hier zo’n dertig patiënten behandeld met deze techniek.

De sympathische innervatie van de nieren loopt in de tunica adventitia van beide nierarteries. De renale in-nervatie is een belangrijk mecha-nisme bij arteriële hypertensie. Tot de jaren 1960 werd gekozen voor heelkundige sympathectomie bij oncontroleerbare arteriële hyper-tensie. Nu wordt hetzelfde gedaan, maar selectiever. Een ablatiekathe-ter wordt endovasculair in de arteria renalis gebracht om de bezenuwing op de nierarterie te ablateren. In de Simplicity III trial wordt een signi-ficante bloeddrukdaling gezien na enkele maanden bij 95% van de pa-

tiënten. Deze techniek wordt bij ons toegepast bij patiënten met niet-controleerbare essentiële arteriële hypertensie onder minstens drie ver-schillende antihypertensiva. Tijdens de nierarteriestaf bespreken we alle patiënten.

Telemonitoring

PTA van de arteria renalis

Coronaire CT

Percutane renale sympathectomie

Renale denervatie katheter

Dr. L.Trappeniers en dr. E. Van Hedent

De dienst nucleaire geneeskunde staat onder lei-ding van dr. Nicole Dorny. Zij is ook verantwoor-delijk voor de myocardscintigrafieën. Deze zijn in aantal wel verminderd door de uitbouw van dobuta-mine stress echo, maar blijven toch een hoeksteen in de diagnostiek.

Nucleaire geneeskunde

Dr. N.Dorny

Page 20: Jaarverslag cardio 2013-online2

20

| Stafleden Hartcentrum ASZ

Dienst CardiologieCampus Aalst: T. 053 76 67 30, E mail: [email protected]

Campus Geraardsbergen: T. 054 43 21 72 , Email: [email protected]

Campus Wetteren: T. 09 368 84 93 , Email: [email protected] (secretariaat)

Cardiologie:

Dr. Ian Buysschaert (interventionele cardiologie – campus Aalst) Dr. Marc Debels (cardiologie - campus Aalst en Liedekerke) Dr. Jan Debrauwere (interventionele cardiologie - campus Aalst) Dr. Grim De Meyer (elektrofysiologie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Rudy De Rybel (diensthoofd cardiologie - campus Aalst en campus Wetteren) Prof. dr. Daniel De Wolf (kindercardiologie -campus Aalst en diensthoofd kindercardiologie UZ Gent) Dr. Peter Dossche (interventionele cardiologie – campus Aalst en AZ Oudenaarde) Dr. Hadewich Hermans (echocardiografie – campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Véronique Jacobs (cardiale revalidatie en PM – campus Aalst en Brakel) Dr. Michaël Rosseel (interventionele cardiologie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Jan Simoens (cardiale revalidatie – campus Aalst en campus Wetteren) Dr. Johan Van Besien (cardiologie - campus Geraardsbergen) Dr. Stefaan Vandamme (elektrofysiologie - campus Geraardsbergen en campus Aalst) Dr. Fabienne Vanhonsebrouck (cardiologie – campus Aalst en Ninove) Dr. Dries Viaene (cardiale revalidatie en echocardiografie – campus Wetteren en campus Aalst) Mevr. Karine Plateau en mevr. Vera Van Den Steen (hoofdverpleegkundigen)

Cardiochirurgie: T. 053 76 67 85 Email [email protected] (secretariaat) Prof. dr. Mark La Meir (ritme-en robotchirurgie) Dr. Hans Vanoverbeke (diensthoofd) Prof. dr. Francis Wellens Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Mevr. Lea Van Nieuwenhove (hoofdverpleegkundige)

Cardioanesthesie: T. 053 76 41 27 Email [email protected]

Dr. Michel Fontaine Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Stefaan Jacobs Dr. Sophie Platteau Dr. Veerle Sergoyne Dr. Daisy Verbessem Dr. David Verhaeghen (diensthoofd)

Intensieve Zorgen: T. 053 76 41 00 Email [email protected]

Dr. Isabelle Hollevoet Dr. Bart Nonneman (diensthoofd) Dr. Eric Pauwels Dr. Sophie Plateau Dr. Veerle Sergoyne Mevr. Anneke Beulens (hoofdverpleegkundige)

Perfusionisten:

Mevr. Tine Ghysens Dhr. Luc Puis Dhr. Kurt Staessens (hoofdperfusionist) Dhr. Kenny van Zwam