Jaarverslag 2011 Preventie & Interim12 jAArVerslA g 2011 • 2.1 Tewerkstelling 2011 in de totale...

61
Jaarverslag 2011 | Preventie & Interim

Transcript of Jaarverslag 2011 Preventie & Interim12 jAArVerslA g 2011 • 2.1 Tewerkstelling 2011 in de totale...

  • Jaarverslag 2011 | Preventie & Interim

    Jaar

    vers

    lag 2

    011 |

    Prev

    entie

    & Int

    erim

  • Jaarverslag 2011 | Preventie & Interim

  • Voorwoord 4

    1 Interne werking 7

    1.1 Beheer ....................................................................................................................................................... 8

    1.2 Preventie en Interim ............................................................................................................................ 8

    1.3 Verbindingspersonen ............................................................................................................................. 9

    2 Tewerkstelling in de uitzendsector 11

    2.1 Tewerkstelling 2011 in de totale uitzendsector ................................................................... 12

    2.2 Tewerkstelling 2011 jobstudent-uitzendkrachten ....................................................................13

    3 Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 15

    3.1 Nationale cijfers 2011 .................................................................................................................... 16

    3.2 Arbeidsongevallen 2011 van de uitzendkrachten per gewest ..............................................25

    3.3 Dodelijke arbeidsongevallen .......................................................................................................... 26

    3.4 Jobstudent-uitzendkrachten .......................................................................................................... 26

    3.5 Algemeen besluit .............................................................................................................................. 33

    InhoudInhoud

    jAArVerslAg 2011 • 2

  • 4 Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 35

    4.1 Reglementering .................................................................................................................................. 36

    4.2 Werkpostfiche ..................................................................................................................................... 36

    4.3 Ontwerp databank ..............................................................................................................................37

    5 sensibilisatiecampagnes 41

    5.1 Campagne 2011 ................................................................................................................................. 42

    5.2 Communicatiekanalen ..................................................................................................................... 45

    5.3 Opleidingen .............................................................................................................................................48

    5.4 Studie-, informatie- en vormingsactiviteiten .............................................................................49

    5.5 Persartikels ..............................................................................................................................................49

    6 Actieplan 2012 51

    7 Bijlagen 55

    3Inhoud

  • VoorwoordVoorwoordVoor 2011 is de tewerkstelling van uitzendkrachten met 9,8% toegenomen t.o.v. 2010.

    De heropleving van tewerkstelling t.o.v. 2010 werd genoteerd voor alle sectoren en dit spe-

    cifiek met 10,4% voor de arbeiders en 7,3% voor de bedienden. Voor de jobstudenten is de

    graad van tewerkstelling vergelijkbaar met deze van 2010.

    Preventie en Interim heeft voor 2011 de arbeidsongevallencijfers van alle uitzendkrachten in

    de verschillende sectoren in kaart gebracht. Waar in 2010 het aantal arbeidsongevallen en de

    ernst ervan een status quo kende t.o.v. het vorige jaar werd voor 2011 hierin een belangrijke

    daling opgetekend.

    In uitvoering van het Koninklijk Besluit Uitzendarbeid van 15 december 2010 heeft Preventie

    en Interim een model werkpostfiche ontwikkeld en via zijn website ter beschikking gesteld

    aan gebruikers en uitzendbureaus. Signalen vanuit de klant-gebruikers tonen aan dat het

    vooropgesteld doel, om de werkpostfiche als instrument van onthaal van de uitzendkracht

    op de werkplek te gebruiken, zijn nut heeft.

    In datzelfde Koninklijk Besluit Uitzendarbeid van 2010 werd gestipuleerd dat binnen de uit-

    zendsector een centrale gegevensbank met daarin de opname van alle medisch onderzochte

    uitzendkrachten moet worden ontwikkeld. Preventie en Interim heeft de modelwerkpostfi-

    che in functie van deze centrale gegevensbank geconcipieerd.

    4 jAArVerslAg 2011 •

  • Ter voorbereiding van het ontwerp van centrale gegevensbank, met daarin de opname van de

    resultaten van gezondheidsonderzoek van de uitzendkrachten, heeft Preventie en Interim in

    2011 alle betrokken stakeholders geconsulteerd. De realisatie van het ontwerp van centrale

    gegevensbank is voorzien voor 2012.

    In 2011 heeft de actie jobstudenten via de site www.ikbenjobstudent.be een belangrijke

    weerklank gekend met de jongeren. Er werd een publicitaire spot in de verschillende cinema-

    zalen over de jongerensite getoond. De meest succesvolle link naar de jongeren was welis-

    waar de realisatie van de Facebook- en Twitterpagina op de jongerensite.

    Preventie en Interim heeft voor 2012 beslist om de jongerensite, in tegenstelling tot de vroe-

    gere beperking tot de zomerperiode, het ganse jaar toegankelijk te houden.

    In 2012 zal Preventie en Interim zich vooral focussen op de realisatie van de centrale gege-

    vensbank en dit in samenspraak met alle betrokken stakeholders. Het doel is een databank

    met een efficiënte invulling van de resultaten van het gezondheidsonderzoek van de uitzend-

    krachten als antwoord op een correct ingevuld werkpostfiche van de gebruiker.

    Philip Cracco Marijke Bruyninckx

    Voorzitter Directeur

    5Voorwoord

  • 1 Interne werking

  • 1 Interne werkingHoofdstuk 1Interne werking 1

  • 1.1 Beheer

    Preventie en Interim telt 169 leden (lijst zie bijlage).

    In 2011 heeft de Raad van Bestuur 3 maal vergaderd (april, juni en november).

    Leden Raad van Bestuur op 31/12/2011:

    Philip CRACCO (voorzitter) ACCENT JOBS FOR PEOPLE

    Bergie VAN DEN BOSSCHE (ondervoorzitter) ACV - CSC

    Pascale WIRKEN ABVV - FGTB

    Virginie CAVERNEELS ABVV - FGTB

    Kurt MARYSSE ACLVB - CGSLB

    Piet VAN DEN BERGH ACV - CSC

    Alain TERMOTE ADECCO

    Frédéric LAMBEAU DAOUST INTERIM

    Marie-José JANSSEN EQUIP’

    Herwig MUYLDERMANS FEDERGON

    Ann CATTELAIN FEDERGON

    Anne-Marie VERSCHETSE-VERVAEKE KONVERT INTERIM

    Linda HENDRICKX MANPOWER BELGIUM

    Marie-Claire CLABOTS PEOPLE INTERIM

    Dirk DE CLERCQ RANDSTAD BELGIUM

    Greta DEBAENE START PEOPLE

    Walter VERWIMP T-GROEP

    Els ROELS T-GROEP

    Sylvie BRICHARD TRACE!

    1.2 Preventie en Interim

    Preventie en Interim bestaat uit volgende werknemers:

    Marijke BRUYNINCKX Directeur Preventie en Interim

    Nathalie LIBERT Preventieadviseur

    Kris VANHEMELEN Preventieadviseur

    Nicolas CHARLOT Adviseur Communicatie

    Jerry VAN OUDENHOVE Management Assistant

    Simon DE KOSTER Administratief medewerker

    jAArVerslAg 2011 • 8

  • 1.3 Verbindingspersonen

    1.3.1 Doel

    In ieder uitzendbedrijf wordt een verbindingspersoon aangesteld die samen met Preventie

    en Interim de gemeenschappelijke preventiedienst voor de uitzendsector vormt. In 2011

    zijn 125 verbindingspersonen aangeduid die minimum een basisvorming veiligheid gevolgd

    hebben.

    De verbindingspersonen en het team van Preventie en Interim vergaderen twee maal per jaar

    plenair over de te voeren acties in het komende jaar.

    1.3.2 Vergaderingen

    In 2011 werd met de verbindingspersonen vergaderd over een welbepaald thema uit de wet-

    geving op het welzijn op het werk.

    Maand Plaats Onderwerpen

    9 juni FOD WASO 1. Activiteiten PI

    2. Ontwikkeling centrale gegevensbank en werkpostfiche

    3. Workshop over site in verband met de werkpostfiche

    15 december Kantoren PI 1. Activiteiten PI

    2. Seminarie HACCP

    3. Workshop Yves Mattagne en netwerking.

    Hoofdstuk 1 • Interne werking 9

  • 10

    2Tewerkstelling in de uitzend

  • 2Tewerkstelling in de uitzendHoofdstuk 1

    Tewerkstelling in de uitzendsector 2

  • jAArVerslAg 2011 • 12

    2.1 Tewerkstelling 2011 in de totale uitzendsector

    De cijfergegevens zijn afkomstig van de jaarrapporten van de verschillende uitzend-

    bureaus en werden verwerkt door Preventie en Interim (PI).

    In 2011 werden 176,57 miljoen uren gepresteerd door uitzendkrachten in alle sectoren

    waarvan 62% door arbeiders en 38% door bedienden.

    20

    40

    60

    80

    100

    120

    140

    160

    180

    200

    20112010200920082007200620052004200320022001200019991998

    116,30

    Ure

    n (m

    iljoe

    n)

    121,90

    137,50

    130,60

    129,14

    128,93

    146,23

    151,08

    171,98

    186,93

    180,91

    141,30

    160,81

    176,57

    In vergelijking met 2010 kende in 2011 de sector van de uitzendarbeid een verdere herople-

    ving. De tewerkstelling steeg met 9,8% wat een minder uitgesproken stijging betekent dan

    deze in 2010 (+14%). Zoals uit de grafiek blijkt worden de tewerkstellingscijfers van 2007

    en 2008 niet bereikt. Bij de arbeiders was de stijging sterker (+10,4%) dan bij de bedienden

    (+7,3%).

    Gemiddeld waren elke dag 89.941 uitzendkrachten aan het werk. Uit de cijfers van Federgon

    blijkt dat in 2011 in totaal 561.246 uitzendkrachten minstens één opdracht hebben vol-

    bracht (waaronder 182.516 jobstudent-uitzendkrachten).

  • Hoofdstuk 2 • Tewerkstelling in de uitzendsector 13

    2.2 Tewerkstelling 2011 jobstudent-uitzendkrachten

    Jaarlijks worden de gepresteerde uren en arbeidsongevallen van de jobstudenten tijdens de

    zomerperiode opgevraagd bij de uitzendbureaus. Ondanks stijgingen in tewerkstelling bij alle

    uitzendkrachten in heel 2011, stagneerde de tewerkstelling van jobstudent-uitzendkrachten

    t.o.v. de vorige zomerperiode in 2010 (groene balkjes in volgende grafiek).

    De teller bleef staan op 12,5 miljoen gepresteerde uren, vrijwel identiek aan de zomer van 2010.

    z o m e r

    0

    2

    4

    6

    8

    10

    12

    14

    16

    18

    20112011201020092008200720062005

    Ure

    n (m

    iljoe

    n)

    11,81

    12,83

    13,21

    14,03

    11,91

    12,56

    12,50

    16,60

    Meer en meer beperken jobstudenten zich niet enkel tot arbeid in de zomerperiode maar zijn

    ze ook doorheen het jaar actiever. De vereenvoudigde wetgeving, in voege sinds 1 januari

    2012 zal dit proces waarschijnlijk nog versnellen. Dit betekent dat het onderscheid tussen

    zomerperiode en periode doorheen het schooljaar minder uitgesproken wordt. Het aantal

    dagen waarbij men kan werken tegen een voordelige sociale bijdrage wordt sinds begin 2012

    ook vermeerderd tot 50 dagen per jaar.

    Preventie en Interim vraagt vanaf 2012 de tewerkstellingscijfers op over heel het jaar en niet meer

    afzonderlijk van de zomerperiode. Zo zal ook de invloed van tewerkstelling in het hele jaar worden

    opgevolgd en zullen ook eventuele verschuivingen in de ongevallencijfers worden opgemerkt.

    Gedurende het hele kalenderjaar 2011 (zie paarse balk in grafiek) werden 16,6 miljoen uren

    gepresteerd door in totaal 182.516 jobstudent-uitzendkrachten.

    Ruim 4 miljoen uren werden extra verricht buiten de zomerperiode. Samengevat betekent dit dat

    75% van de studentenarbeid nog steeds in de zomer wordt gerealiseerd en de overige 4 miljoen

    uren buiten deze piekperiode. Deze tendens wordt in de toekomst verder in de gaten gehouden.

  • jAArVerslAg 2011 • 14

    3Arbeidsongevallen uitzendk

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 15

    3Arbeidsongevallen uitzendkHoofdstuk 1

    Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 3

  • jAArVerslAg 2011 • 16

    3.1 Nationale cijfers arbeidsongevallen totale uitzendsector 2011

    3.1.1 Overzicht arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011

    De cijfergegevens zijn afkomstig van de jaarrapporten van de verschillende uitzend-

    bureaus en werden verwerkt door Preventie en Interim (PI).

    In 2011 waren er op de werkplaats 8.917 arbeidsongevallen met minimum één dag werkver-

    let (de dag van het ongeval niet meegerekend). Hiervan waren er:

    • 5 dodelijke arbeidsongevallen, en

    • 772 met blijvende arbeidsongeschiktheid.

    In totaal geven deze ongevallen samen 177.943 dagen arbeidsongeschiktheid. In 2011 waren

    16 uitzendkrachten op 1.000 slachtoffer van een arbeidsongeval met minimum één dag ar-

    beidsongeschiktheid en 1,5 uitzendkracht op 1.000 had een blijvende arbeidsongeschiktheid

    tengevolge van een ongeval op de werkplaats.

    Deze verhouding ligt lager dan het gemiddelde van de werkende bevolking waar 33 werk-

    nemers op 1.000 elk jaar één ongeval heeft met minstens één dag arbeidsongeschiktheid

    (cijfers FAO 2010). Uitzendkrachten worden flexibel ingezet en werken in vergelijking met

    vaste werknemers meestal geen volledig jaar als uitzendkracht (dit kan variëren van één dag

    tot een volledig jaar).

    Om arbeidsongevallencijfers goed te interpreteren worden deze omgerekend tot coëfficiën-

    ten die rekening houden met het aantal uren gepresteerd door alle betrokken werknemers

    tijdens dat kalenderjaar. Zoals uit onderstaande tabel blijkt betreffen deze coëfficiënten de

    frequentiegraad, de werkelijke ernstgraad en de globale ernstgraad.

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 17

    Tabel 1: Toelichting coëfficiënten arbeidsongevallencijfers

    CoëffiCiënt Definities Betekenis

    FgFrequentie-graad

    Fg= maat voor het aantal ongevallen

    Aantal arbeidsongevallen (min.1 dag arbeidsongeschiktheid) vermenigvuldigd met 1.000.000 en gedeeld door totaal aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat kalenderjaar.

    Fg = ∑ arbeidsongevallen x 1.000.000

    aantal gepresteerde uren

    Fg = 100 komt overeen met:

    één op 6 fulltime tewerk-gestelde werknemers heeft jaarlijks een arbeidsongeval.

    Weg Werkelijke ernstgraad

    Weg= maat voor menselijke schade tengevolge van alle ongevallen

    Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid (van alle uitzend-krachten samen) vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door totaal aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat ka-lenderjaar.

    Weg = ∑ dagen arbeidsongeschiktheid x 1.000

    aantal gepresteerde uren

    Weg = 1 komt overeen met:

    1,5 dag arbeidsongeschikt-heid tijdens één jaar voor elke fulltime tewerkgestelde werknemer.

    Geg Globale ernstgraad

    Geg= maat voor totale menselijke schade tengevolge van alle ongevallen

    Totaal aantal kalenderdagen arbeidsongeschiktheid PLUS aan-tal forfaitaire dagen vermenigvuldigd met 1.000 en gedeeld door het aantal uren gewerkt door alle uitzendkrachten in dat kalenderjaar.

    Geg = (∑ dagen arbeidsongeschiktheid + ∑ forfaitaire dagen) x 1.000

    aantal gepresteerde uren

    Aantal forfaitaire dagen1 voor:

    dodelijk arbeidsongeval: 7.500 (of 100% werkonbekwaam), een verlies van:

    • hand: 4.450 dagen• oog: 2.800 dagen• vinger: 825 dagen

    Tabel 2: Frequentie- en ernstgraad 2011 voor de totale uitzendsector

    Voor 2011 werd voor de ganse uitzendsector berekend:

    Frequentiegraad 50,50

    Werkelijke ernstgraad 1,01

    Globale ernstgraad 3,04

    Opmerkingen:

    Globale ernstgraad houdt rekening met dodelijke arbeidsongevallen en arbeidsongevallen met een blijvende ar-

    beidsongeschiktheid of invaliditeit. Dit wordt voor elk arbeidsongeval afzonderlijk vastgelegd. Voor dodelijke onge-

    vallen en deze met invaliditeit worden een aantal dagen forfaitair bijgeteld ten einde hiermee rekening te houden

    met de ernst. Formeel geeft een dodelijk arbeidsongeval geen aanleiding tot verloren dagen. Bij “blijvende onge-

    schiktheid” gaat het om de prognose van de verzekeraar aan het eind van het jaar (vooral belangrijk voor niet “zicht-

    bare” invaliditeit) en niet om een definitief erkende blijvende arbeidsongeschiktheid.

    1 Het aantal forfaitaire dagen houdt rekening met blijvende arbeidsongeschiktheid en dodelijke arbeidsongevallen

  • jAArVerslAg 2011 • 18

    Frequentiegraad (Fg)

    Evolutie Fg: arbeiders

    20

    40

    60

    80

    100

    120

    140

    201120102009200820072006200520042003200220012000Fg

    136,0

    134,7

    124,6

    110,3

    99,9

    91,9

    95,4

    95,4

    89,1

    76,5

    76,2

    72,5

    Evolutie Fg: bedienden

    Fg

    10

    20

    30

    40

    50

    201120102009200820072006200520042003200220012000

    15,8

    13,5

    15,0

    16,7

    13,8

    15,4

    16,3

    17,4

    17,5

    17,3

    17,2

    14,5

    Evolutie Fg: arbeiders + bedienden

    Fg

    20

    40

    60

    80

    100

    120

    201120102009200820072006200520042003200220012000

    99,6

    94,3

    87,8

    79,6

    71,4

    65,9

    68,5

    67,8

    61,8

    51,9

    53,4

    50,5

    3.1.2 Evolutie arbeidsongevallencijfers uitzendsector 2000 t.e.m. 2011

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 19

    Werkelijke ernstgraad (Weg)

    Evolutie Weg: arbeiders

    Weg

    0,5

    1,0

    1,5

    2,0

    2,5

    3,0

    201120102009200820072006200520042003200220012000

    2,49

    2,67

    2,41

    2,15

    1,94

    1,77

    1,77

    1,80

    1,74

    1,50

    1,49

    1,47

    Evolutie Weg: bedienden

    0,2

    0,4

    0,6

    0,8

    1,0

    201120102009200820072006200520042003200220012000Weg

    0,25

    0,22

    0,25

    0,27

    0,20

    0,25

    0,26

    0,28

    0,30

    0,34

    0,32

    0,26

    Evolutie Weg: arbeiders + bedienden

    0,5

    1,0

    1,5

    2,0

    2,5

    201120102009200820072006200520042003200220012000Weg

    1,81

    1,85

    1,68

    1,54

    1,38

    1,25

    1,26

    1,26

    1,19

    1,02

    1,03

    1,01

  • jAArVerslAg 2011 • 20

    Globale ernstgraad (Geg)

    Evolutie Geg: arbeiders

    2

    4

    6

    8

    201120102009200820072006200520042003200220012000Geg

    5,77

    6,78

    6,48

    5,45

    4,94

    5,25

    5,12

    4,72

    4,75

    4,54

    4,54

    4,51

    Evolutie Geg: bedienden

    0,5

    1,0

    1,5

    2,0

    201120102009200820072006200520042003200220012000Geg

    0,57

    0,55

    0,67

    0,61

    0,66

    0,69

    0,61

    0,64

    0,83

    0,74

    0,86

    0,65

    Evolutie Geg: arbeiders + bedienden

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    201120102009200820072006200520042003200220012000Geg

    4,19

    4,70

    4,53

    3,86

    3,56

    3,70

    3,59

    3,27

    3,25

    2,96

    3,12

    3,04

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 21

    3.1.3 Overzicht gegevens arbeidsongevallen uitzendkrachten

    3.1.3.1 Arbeidsongevallencijfers van 2000 t.e.m. 2011

    Onderstaande tabel geeft een overzicht van de evolutie van de arbeidsongevallencijfers

    vanaf 2000 tot 2011. Zoals blijkt uit de cijfers hebben in de voorbije jaren de verschillende

    sensibilisatieacties naar de uitzendsector resultaat gegeven met een significante daling van

    arbeidsongevallen over de hele lijn.

    Tabel 3: Overzicht 2000-2011

    2000 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011/2010 2011/2000

    A l l e U Z K

    Fg 99,60 71,40 65,96 68,42 67,85 61,78 51,86 53,38 50,50 -5,4% -49%

    Weg 1,81 1,38 1,25 1,26 1,26 1,19 1,02 1,04 1,01 -1,9% -44%

    Geg 4,19 3,56 3,74 3,61 3,27 3,25 2,96 3,11 3,04 -2,6% -27%

    A r b e i d e r s

    Fg 135,79 99,85 91,92 95,47 95,48 89,12 76,54 76,20 72,5 -4,8% -47%

    Weg 2,49 1,94 1,77 1,77 1,80 1,74 1,50 1,49 1,47 -1,3% -41%

    Geg 5,77 4,94 5,31 5,16 4,72 4,75 4,54 4,53 4,51 -0,7% -22%

    b e d i e n d e n

    Fg 15,77 13,77 15,39 16,29 17,44 17,48 17,32 17,17 14,54 -15,4% -8%

    Weg 0,25 0,20 0,25 0,26 0,28 0,30 0,34 0,32 0,26 -18,8% +4%

    Geg 0,57 0,66 0,69 0,62 0,64 0,83 0,74 0,86 0,65 -24,4% +14%

  • jAArVerslAg 2011 • 22

    3.1.3.2 Overzicht van de gegevens over arbeidsongevallen bij uitzendkrachten 2000-2010-2011

    Tabel 4: Overzicht 2000 - 2010 - 2011

    2000 2010 2011

    Arbeiders + bediendenAantal gepresteerde uren 137.520.266 160.810.000 176.470.000

    Aantal ongevallen 13.697 8.630 8.917

    Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 12.943 7.921 8.140

    Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 751 705 772

    Aantal dodelijke arbeidsongevallen 3 4 5

    Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 249.077 167.515 177.943

    Aantal forfaitaire dagen 327.598 335.591 359.269

    Frequentiegraad 99,6 53,38 50,50

    Werkelijke ernstgraad 1,81 1,04 1,01

    Globale ernstgraad 4,19 3,11 3,04

    Arbeiders Procentueel aandeel blootstelling 70 58,3 62,02

    Aantal uren blootstelling 95.913.964 99.179.154 109.518.914

    Aantal ongevallen 13.041 7.557 7.942

    Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 12.323 6.939 7.244

    Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 715 614 693

    Aantal dodelijke arbeidsongevallen 3 4 5

    Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 238.580 147.424 160.618

    Aantal forfaitaire dagen 314.473 301.954 332.850

    Frequentiegraad 135,97 76,20 72,50

    Werkelijke ernstgraad 2,49 1,49 1,47

    Globale ernstgraad 5,77 4,54 4,51

    BediendenProcentueel aandeel blootstelling 30 41,7 37,98

    Aantal uren blootstelling 41.606.302 62.488.184 67.058.175

    Aantal ongevallen 656 1.073 975

    Aantal ongevallen met tijdelijke ongeschiktheid 620 982 896

    Aantal ongevallen met blijvende ongeschiktheid 36 91 79

    Aantal dodelijke arbeidsongevallen 0 0 0

    Aantal dagen arbeidsongeschiktheid 10.497 20.091 17.325

    Aantal forfaitaire dagen 13.125 33.638 26.419

    Frequentiegraad 15,77 17,17 14,54

    Werkelijke ernstgraad 0,25 0,32 0,26

    Globale ernstgraad 0,57 0,86 0,65

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 23

    3.1.4. Toelichting arbeidsongevallen bij uitzendkrachten

    3.1.4.1 Vaststellingen

    • In vergelijking met 2010 is het aantal gepresteerde uren bij de arbeiders met 10,4% ge-

    stegen en bij de bedienden met 7,3% (zie H.2, punt 2.1 Tewerkstelling totale uitzendsec-

    tor). Ook in 2011 is er dus een toename van tewerkstelling t.o.v. het economisch minder

    jaar 2009. Er moet evenwel worden opgemerkt dat in 2011 de stijging bij de arbeiders

    maar half zo groot is als in 2010 (20,3%).

    • Voor de frequentiegraad (Fg) stellen we in 2011 zowel bij de arbeiders (-4,8%) als bij de

    bedienden (-15,4%) een belangrijke daling vast. Bij de bedienden betreft het dit jaar een

    significante afname. Voor de gehele uitzendsector (arbeiders en bedienden samen) is er

    een daling van 5,4% (zie tabel 3: Overzicht 2000-2011).

    • Voor de werkelijke ernstgraad (Weg) is er bij de arbeiders een kleine daling met 1,3%;

    bij de bedienden daarentegen betreft het een aanzienlijkere vermindering met 18,8%.

    Door het overwicht in tewerkstelling van arbeiders daalt het geheel met 1,9% (zie tabel

    3: Overzicht 2000-2011).

    • De globale ernstgraad (Geg) is bij de arbeiders vrijwel gelijk gebleven (-0,7%) maar bij

    de bedienden stellen we een significante afname vast (-24,4%). Dit resulteert voor alle

    uitzendkrachten samen in een daling van 2,6%, eveneens wegens de verhouding in te-

    werkstelling arbeiders/bedienden.

    In 2011 waren er 5 dodelijke arbeidsongevallen (zie verder in dit hoofdstuk, punt 3.3).

  • jAArVerslAg 2011 • 24

    3.1.4.2 Besluit

    In 2010 gaven de arbeidsongevallencijfers, na opeenvolgende gunstige cijfers van een de-

    cennium, een status quo van de frequentie- en ernstgraden van de uitzendkrachten weer. In

    2011 is daarentegen een nieuwe significante vermindering over heel de lijn merkbaar. Bij de

    bedienden is dit sterker dan bij arbeiders.

    De tewerkstelling bij de arbeiders steeg net zoals in 2010 sterker dan bij de bedienden. Uit

    de frequentiecijfers blijkt dat arbeiders 5 keer meer het slachtoffer worden van een arbeids-

    ongeval dan bedienden. Uit de ernstcijfers blijkt verder dat deze arbeiders 5,5 keer meer kans

    hebben op een arbeidsongeval, met één of meerdere dagen arbeidsongeschiktheid, dan de

    bedienden.

    Dat arbeidersfuncties meer en meer een bediendestatuut krijgen toebedeeld, blijkt ontegen-

    sprekelijk uit de tewerkstellingscijfers. In 2000 waren 70% van de uitzendkrachten arbeiders,

    in 2011 is dit nog 62%. Deze tendens is identiek aan de evolutie in de totale werknemers-

    populatie.

    De algemene tendens van de laatste jaren om bepaalde functies van arbeiders- naar bedien-

    destatuut te verplaatsen weerspiegelt zich in de globale ernstcijfers. De globale ernstcijfers

    van bedienden kenden door de jaren heen een stijging of bleven gelijk maar daalden nooit.

    De reden hiervoor is dat functies met eerder een arbeidersprofiel een hoger risico op onge-

    vallen inhouden dan de klassieke administratieve bediendefuncties, zoals bijvoorbeeld een

    logistiek bediende die ook een heftruckfunctie vervult.

    Voor het eerst neemt men in 2011 een keerpunt waar in het fenomeen van de voortdurende

    stijging van de werkelijke ernstgraden bij de bedienden. Deze ommekeer was onmiddellijk

    zeer significant met een reductie van 18,8% voor de werkelijke en 24,4% voor de globale

    ernstgraad. Dit feit wordt opgevolgd in de volgende jaren om te bekijken of het een toevals-

    treffer betreft of een start van een nieuwe tendens.

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 25

    3.2 Arbeidsongevallen 2010-2011 van de uitzendkrachten per gewest

    Onderstaande tabel geeft een overzicht voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel.

    Vlaanderen Wallonië Brussel Nationaal

    2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011

    TEWERksTEL-LINGsuREN 67,51% 68,22% 23,62% 23,28% 8,88% 8,50% 100% 100%

    ARBEIDERs

    Fg 72,55 71,10 85,40 75,36 81,08 71,94 76,20 72,52

    Weg 1,32 1,35 1,88 1,71 1,82 1,75 1,49 1,47

    Geg 3,93 3,99 5,91 5,80 6,20 4,77 4,53 4,51

    BEDIENDEN

    Fg 15,90 14,05 25,60 19,75 9,45 9,39 17,17 14,54

    Weg 0,27 0,22 0,54 0,38 0,19 0,26 0,32 0,26

    Geg 0,73 0,53 1,36 1,75 0,52 0,77 0,86 0,65

    ALLE

    Fg 52,27 51,03 64,78 56,57 29,82 27,95 53,38 50,50

    Weg 0,95 0,95 1,42 1,26 0,66 0,67 1,04 1,01

    Geg 2,78 2,77 4,34 4,43 2,14 1,96 3,11 3,04

    Vlaanderen heeft de afgelopen jaren voor de categorie arbeiders telkens betere frequen-

    tie- en ernstgraden dan de andere gewesten. Voor de bedienden daarentegen valt Brussel in

    gunstige zin op.

    In 2011 kenden vooral de frequentie- en ernstcijfers van Wallonië een zeer gunstige evolutie

    richting nationale gemiddelden. Nog iets hoger dan Vlaanderen, maar de verschillen verklei-

    nen alsmaar.

    Vlaanderen heeft nog altijd een daling van cijfers maar deze liggen nog altijd lager dan de

    merkelijke daling voor Wallonië. Dat de cijfers van Vlaanderen zo hard drukken op de natio-

    nale cijfers komt ook door het overwicht aan tewerkstelling in deze regio met 68%.

    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gekenmerkt door een veel sterkere vertegen-

    woordiging van de bedienden (70%) in de totale populatie. Vandaar de nog steeds gunstigere

    cijfers voor Brussel. Merk op dat Brussel vrijwel uitsluitend kantoorjobs heeft en dat de ten-

    dens om bepaalde functies van arbeiders- naar bediendestatuut te verplaatsen hier minder

    van belang is.

  • jAArVerslAg 2011 • 26

    3.3 Dodelijke arbeidsongevallen

    In 2011 waren 5 uitzendkrachten het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval op de

    werkplaats:

    Deze ongevallen waren te wijten aan:

    • Val door het dak tijdens onderhoudswerkzaamheden.

    • Verlies controle over stuur met vrachtwagen (geen woon-werk).

    • Klemming tussen vrachtwagen en muur in onderhoudsgarage.

    • Verlies controle over stuur met bestelwagen (geen woon-werk).

    • Bezweken onder omgekantelde constructie in voedingsindustrie.

    3.4 Jobstudent-uitzendkrachten

    3.4.1 Analyse arbeidsongevallencijfers jobstudenten 2011

    In de zomerperiode van 2011 hadden 4 jobstudenten op 1.000 een arbeidsongeval tijdens

    het werk en 0,8 jobstudenten op 1.000 hadden een ongeval met meer dan 5 dagen arbeids-

    ongeschiktheid.

    Tabel 5: Zomerperiode “2009 - 2010 - 2011”

    Zomer 2009 Zomer 2010 Zomer 2011

    Aantal gepresteerde uren 11.905.152 12.561.529 12.503.842

    Aantal gepresteerde uren per jobstudentencontract 81,20 83,33 82,83

    Aantal jobstudentencontracten 146.000 150.247 150.967

    Frequentiegraad 29,23 25,79 23,91

    Ernstgraad 0,30 0,28 0,22

    Arbeidsongevallen (AO) zonder werkverlet 279 298 288

    AO met een arbeidsongeschiktheid van 1 tot 5 dagen 168 164 182

    AO met een arbeidsongeschiktheid van meer dan 5 dagen 180 160 119

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 27

    Totaal aantal arbeidsongevallen 627 622 589

    Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid 3578 3569 2444

    Jobstudenten op 1.000 slachtoffer van AO 4,3 4,1 3,9

    Zoals aangegeven in hoofdstuk 2.2 “Tewerkstelling 2011 jobstudent-uitzendkrachten” zal

    PI in tegenstelling tot de vorige jaren vanaf 2011 enkel nog aan de uitzendbureaus de ar-

    beidsongevallencijfers over het hele jaar opvragen en niet langer de cijfers van de zomerpe-

    riode apart.

    Er zal worden opgevolgd of de stelselmatige dalingen van ongevallencijfers bij jobstudenten

    de afgelopen zomers nu ook tijdens het jaar waar te nemen zijn. Op dit moment werken

    reeds een kwart van de jobstudenten buiten de traditionele zomerpiek (zie tabel 6 voor de

    verschillen tussen deze 2 periodes).

    Tabel 6: Vergelijking arbeidsongevallencijfers zomerperiode 2011 t.o.v. het hele jaar

    Zomer 2011 2011

    Frequentiegraad 23,91 22,46

    Ernstgraad 0,22 0,20

    Aantal jobstudentencontracten 150.967 182.516

    Aantal gepresteerde uren 12.503.842 16.604.415

    Aantal gepresteerde uren per jobstudentencontract 82,83 82,95

    Totaal aantal arbeidsongevallen met werkverlet 324 373

    Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid 2444 3369

    Hoewel 2011 het eerste jaar is met een volledige jaarmeting, kan toch al voorzichtig worden

    geconcludeerd dat jobstudenten doorheen het jaar geen groter risico oplopen dan deze in de

    zomerpiek. Zowel frequentie- als ernstgraad vallen immers net iets lager uit dan de zomer

    alleen (respectievelijk 22,46 t.o.v. 23,91 en 0,20 t.o.v. 0,22).

  • jAArVerslAg 2011 • 28

    3.4.2 Evolutie arbeidsongevallencijfers jobstudenten 1999-2011

    Grafiek 1: Frequentiegraad van 1999 tot 2011

    z o m e r

    12,5

    25,0

    37,5

    50,0

    62,5

    75,0

    2011201120102009200820072006200520001999Fg

    71,70

    60,94

    41,98

    37,10

    40,86

    30,07

    29,23

    25,79

    23,91

    22,46

    Grafiek 2: Ernstgraad van 1999 tot 2011

    z o m e r

    Eg

    0,1

    0,2

    0,3

    0,4

    0,5

    0,6

    0,7

    2011201120102009200820072006200520001999

    0,62

    0,51

    0,32

    0,37

    0,32

    0,27

    0,30

    0,28

    0,22

    0,20

    Onderstaande tabel (7) vergelijkt de arbeidsongevallencijfers van de jobstudenten-uitzend-

    krachten voor de periode 1999 tot en met 2011. Deze basisgegevens dekken vrijwel volledig

    de totale uitzendmarkt van jobstudenten-uitzendkrachten.

    In de voorlaatste kolom wordt het procentuele verschil gegeven tussen 2011 en 2010. Er

    wordt vastgesteld dat voor de zomerperiode de frequentiegraad daalde met 7,3% en de

    ernstgraad met 21,4%.

    In de laatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen de zomer van 1999 en

    2011. Een daling met 66% van de frequentie en met 64% voor de ernstgraad.

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 29

    Tabel 7: Vergelijking 1999-2011 arbeidsongevallen jobstudenten- uitzendkrachten

    Zom e r Zom e r

    1999 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2011 2011/2010 2011/2000

    Frequentiegraad 71,7 41,98 37,10 40,86 30,07 29,23 25,79 23,91 22,46 -7,3% -66%

    Werkelijke ernstgraad 0,62 0,32 0,37 0,32 0,27 0,30 0,28 0,22 0,20 -21,4% -64%

    3.4.3 Cijfergegevens per leeftijdscategorie

    In 2000 was nog 30% van de jobstudenten-uitzendkrachten jonger dan 18 jaar. Na een in-

    tensieve informatiecampagne, om geen uitvoerende handenarbeid in een industriële om-

    geving te geven aan jongeren onder de 18 jaar daalde het aandeel van deze categorie in de

    zomerperiode tot net iets boven 20% (22,9% voor zomer 2011). Dit heeft dan ook geleid

    tot de sterke daling van het globaal aantal arbeidsongevallen omdat deze groep het meeste

    ongevallen had (zie ook hogere Fg voor -18 jarigen in grafiek 4).

    Grafiek 3: verdeling van de jobstudenten volgens leeftijd

    z o m e r

    ≤ 18 jaar < 18 jaar

    69,9%

    30,1%

    78,3%

    21,7%

    79,3%

    20,7%

    79,5%

    20,5%

    77,1%

    22,9%

    82,8%

    17,3%

    Bij de cijfers over heel 2011 valt onmiddellijk op dat het aandeel -18 jarigen 5% is gezakt

    t.o.v. de zomerperiode van ditzelfde jaar. Hoewel hun aandeel tijdens de zomerperiode net

    gegroeid was, werkt de groep -18 jarigen buiten deze piekperiode minder intensief dan hun

    oudere collega’s. Zo zakt hun aandeel gespreid over het hele jaar dan ook schijnbaar tegen-

    strijdig maar correct.

  • jAArVerslAg 2011 • 30

    Grafiek 4: evolutie van de frequentiegraad volgens leeftijdscategorie

    z o m e r

    10

    20

    30

    40

    50

    60

    Fg

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 31

    3.4.4 Toelichting arbeidsongevallencijfers jobstudent-uitzendkrachten

    3.4.4.1 Vaststellingen

    • Van juli tot eind september 2011 hebben 150.967 studenten een vakantiejob uitgevoerd

    via een uitzendkantoor. Dit is een gelijkaardig resultaat als in de zomer 2010. Ongeveer

    een kwart van de jongeren werkte buiten deze zomerperiode en deden zo het totaal aan-

    tal gepresteerde uren stijgen van 12,5 miljoen in de zomer tot 16,6 miljoen in heel 2011.

    (zie ook hoofdstuk 2.2 Tewerkstelling jobstudenten)

    • 4 jobstudenten op 1000 hadden in 2011 een arbeidsongeval en 0,8 op 1000 een ongeval

    met minstens 5 dagen arbeidsongeschiktheid

    • In vergelijking met 2010 is in 2011 de frequentiegraad van de arbeidsongevallen van de

    jobstudenten gedaald met 7,3% en de ernstgraad met 21,4%

    • In vergelijking met 1999 is in 2011 het aantal jobstudenten verdubbeld, maar de frequen-

    tiegraad daalde met 66% en de ernstgraad met 64%

    • Tijdens de zomerperiode zijn de grote verschillen tussen de leeftijdcategorieën in frequen-

    tiegraad van de arbeidsongevallen door de jaren heen weggeëbt. In 2011 is er een beperkte

    toename te bemerken van het verschil in frequentiegraad tussen de leeftijdscategorieën

    voor het ganse kalenderjaar 2011. Dit zal worden opgevolgd in de volgende jaren.

  • jAArVerslAg 2011 • 32

    3.4.4.2 Besluit

    2011 bevestigt nogmaals de tendens van de daling inzake frequentie en werkelijke ernst-

    graad van de jobstudenten. Dit is zeker het gevolg van de maatregel van de uitzendbu-

    reaus om -18 jarigen enkel kantoorwerk laten uit te voeren en geen uitvoerend werk in

    een risicovolle werkplaatsomgeving toe te kennen. Bedienen van machines werd taboe voor

    -18 jarigen met het Koninklijk Besluit Jongeren van 1999.

    De preventieacties voor jongeren via de scholen, jeugdcentra, uitzendkantoren en bedrijven

    zijn er op gericht om deze toekomstige werknemers al tijdens hun vakantiejob attent te ma-

    ken voor het beschermen tegen risico’s op het werk. De sensibilisatieacties van PI en de jaar-

    lijkse veiligheidswedstrijd op de site www.ikbenjobstudent.be richtten zich volledig naar

    de jobstudenten. In 2012 zal Preventie en Interim zich rechtstreeks tot de scholen richten.

    Het is de bedoeling om via de scholen jongeren te benaderen inzake preventie en bescher-

    ming van risico’s op de werkplek. De ludieke aanpak gericht op de leefwereld van jongeren

    heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de grote vermindering van de arbeidsongevallen bij

    jobstudenten-uitzendkrachten.

    Naast vakantiewerk kent de studentenarbeid een groeiend succes voor de zogenaamde

    “werkstudenten” die het ganse jaar door tijdens het weekend werken. Deze categorie stu-

    denten is ouder dan 18, krijgt meer ervaring, maar hebben een hoger risico op een ernstig

    ongeval. Onafgezien van de eerste positieve cijfers in 2011, vraagt deze groep dus verdere

    aandacht in de acties van PI. Voortaan zal de tewerkstelling van een volledig kalenderjaar

    geanalyseerd worden. De arbeidsongevallen worden op die manier 12 maanden lang be-

    waakt, zoals bij de overige uitzendkrachten. Preventie en Interim zal eveneens de website

    www.ikbenjobstudent.be het hele jaar toegankelijk houden.

  • Hoofdstuk 3 • Arbeidsongevallen uitzendkrachten 2011 33

    3.5 Algemeen besluit

    Na de jarenlange daling van zowel frequentie- als ernstgraad, trad er in 2010 een

    stabilisatie op. 2011 kent daarentegen, ondanks een niet onbelangrijke vermeerdering

    van de tewerkstellingscijfers opnieuw aanzienlijke dalingen van zowel frequentie- als

    ernstcijfers. De behaalde resultaten zijn zeer bemoedigend, op alle vlakken werd op-

    nieuw vooruitgang geboekt.

    Zowel frequentie- als ernstgraad tonen een daling en dit zowel bij de arbeiders als bij

    de bedienden. Bij de arbeiders daalde de frequentiegraad met bijna 5 %. De ernstgra-

    den zijn eveneens verbeterd weliswaar minder sterk. Bij de bedienden is de verbete-

    ring over heel de lijn meer uitgesproken. Voor het eerst in een decennium nemen de

    ernstgraden in deze groep af, met 18,8% voor de werkelijke en 24,4% voor de globale

    ernstgraad. De jarenlange stijging is hiermee geneutraliseerd tot het peil van het jaar

    2004. Dit gegeven wordt verder bewaakt om vast te stellen of er werkelijk sprake is

    van een gunstige trendbreuk. Voorheen was de stijging van de cijfers bij de bedienden

    immers te verklaren door indeling van de ongevallen van de uitzendkrachten volgens

    het statuut van de uitzendkracht en niet volgens de taakinhoud.

    Samenwerking met overheid, onderwijs en diverse preventieinstellingen hebben tast-

    bare resultaten opgeleverd. Vooral bij de jobstudenten werden de voorbije jaren gun-

    stige resultaten gehaald zodat dit verder zal worden bewaakt.

    Eind 2010 verscheen het Koninklijk Besluit betreffende het welzijn op het werk van

    uitzendkrachten. De wetgeving voorzag een belangrijke aanpassing van de werkpost

    met een belangrijk accent op het uitvoeren van een voorafgaande noodzakelijke risico-

    analyse van de werkpost door de gebruiker. Preventie en Interim ontwierp hiervoor

    een gebruiksvriendelijk model, beschikbaar in meerdere Europese talen. De wijzigingen

    aan de werkpostfiche zijn ondertussen door de uitzendwereld goed gekend. Helaas

    lopen de gebruikers hierbij achterop, meer bepaald de middelgrote en kleine onderne-

    mingen. De komende jaren moet hier zeker aandacht aan geschonken worden.

  • jAArVerslAg 2011 • 34

    4Centrale gegevensbank voCentrale gegevensbank

    voor de uitzendsector

  • Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 35

    4Centrale gegevensbank voHoofdstuk 1

    Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 4

  • jAArVerslAg 2011 • 36

    4.1 Reglementering

    In uitvoering van de Wet Uitzendarbeid van 1987 verscheen in het Staatsblad van 28 de-

    cember 2010 een Koninklijk Besluit van 15 december 2010 tot “vaststelling van maatregelen

    betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten”. Dit uitvoeringsbesluit vervangt

    het vroegere Koninklijk Besluit Uitzendarbeid van 19 februari 1997 en wordt opgenomen in

    de Codex Welzijn op het werk onder Titel VIII; Hoofdstuk IV.

    Het Koninklijk Besluit Uitzendarbeid 2010 is het resultaat van een unaniem advies van de

    sociale partners in de schoot van zowel het paritair comité voor de uitzendarbeid als de

    Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. In het sectoraal akkoord voor de

    uitzendsector 2007 – 2008 werd o.a. de wens vastgelegd om verbeteringen door te voeren

    m.b.t. de veiligheid en de gezondheid van uitzendkrachten met een verbeterde versie van

    de werkpostfiche en in te spelen op het onthaal van de uitzendkracht bij de klant-gebruiker.

    Volgens datzelfde akkoord kan het uitzendbureau, als verantwoordelijke voor het gezond-

    heidstoezicht van de uitzendkracht, de gezondheidsonderzoeken organiseren via de externe

    dienst PBW van het uitzendbureau of de medische dienst van gebruiker.

    Dit wordt in de praktijk uitgevoerd door het Koninklijk Besluit Uitzendarbeid 2010 dat voor-

    ziet in de oprichting van een centrale gegevensbank voor uitzendkrachten waarin minimaal

    het resultaat van de gezondheidsbeoordeling van alle uitzendkrachten opgenomen wordt. In

    het Koninklijk Besluit Uitzendarbeid wordt gestipuleerd dat de databank wordt ontwikkeld

    door de uitzendsector en beheerd door de Centrale Preventiedienst voor de uitzendsector,

    Preventie en Interim (PI).

    4.2 Werkpostfiche

    Wenst een gebruiker beroep te doen op een uitzendkracht dan bezorgt hij aan het uitzend-

    bureau alle nuttige informatie m.b.t. de vereiste beroepskwalificatie en de specifieke ken-

    merken van de werkpost. Betreft het een functie waarbij de werknemer onderworpen is aan

    gezondheidstoezicht dan vult de gebruiker verplicht een werkpostfiche in. De wetgever heeft

    in 2010 de inhoud van de werkpostfiche o.a. aangepast in functie van de te ontwikkelen cen-

    trale gegevensbank namelijk:

    • iedere werkpost draagt een uniek identificatienummer (nummer en datum),

    • gezondheidsrisico’s verbonden aan de werkpost worden aangeduid a.d.v. uniforme codes zoals opgelegd in het M.B. van 9 juni 2010.

  • Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 37

    PI heeft begin 2011 een modelwerkpostfiche ontwikkeld

    en ter beschikking gesteld van gebruikers en de uitzend-

    sector op de website van Preventie en Interim, www.p-i.

    be. Samen met de nieuwe werkpostfiche werd een hand-

    leiding opgesteld en ter beschikking gesteld op de twee-

    talige website van Preventie en Interim.

    Als gevolg van een sterke vraag van de uitzendkantoren

    en de klant-gebruikers, werd de werkpostfiche uiteinde-

    lijk naar zeven talen vertaald, namelijk: het Frans, het

    Nederlands, het Duits, het Engels, het Spaans, het Portu-

    gees en het Pools.

    4.3 Centrale gegevensbank

    De centrale gegevensbank wordt opgericht overeenkomstig de Wet van 8 december 1992

    tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van per-

    soonsgegevens, met minstens de opname van de gezondheidsgegevens, zoals vastgelegd

    in het Koninklijk Besluit Uitzendarbeid 2010, van elke uitzendkracht onderworpen aan een

    gezondheidsonderzoek. Het voordeel van een centrale gegevensbank is een efficiëntere or-

    ganisatie en traceerbaarheid van de wettelijk verplichte gezondheidsonderzoeken van de

    uitzendkrachten. De elektronische opvolging ervan voorkomt onnodig herhalen of dubbelen

    van gezondheidsonderzoeken van de uitzendkrachten.

    De stakeholders betrokken bij de ontwikkeling, beheer en gebruik van de centrale gegevens-

    bank zijn achtereenvolgens:

    • Centrale Preventiedienst voor de Uitzendsector PI

    • Externe diensten voor Preventie en Bescherming op het werk

    • Uitzendbedrijven en uitzendkrachten

    • Werkgevers die beroep doen op uitzendkrachten (gebruikers)

    • Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten

    • Federgon

    • Kruispuntbank Sociale Zekerheid

    • Vakbonden

    • Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO)

  • jAArVerslAg 2011 • 38

    De centrale gegevensbank zal geconsulteerd kunnen worden door de medische diensten van

    de interne of externe preventiediensten. Zoals bepaald in het Koninklijk Besluit Uitzendar-

    beid van 2010 brengen de medische diensten van de interne of externe preventiediensten de

    gezondheidsresultaten over in de centrale gegevensbank. Voorafgaand aan het ter beschik-

    king stellen van een welbepaalde uitzendkracht aan een gebruiker zal het uitzendbureau de

    databank raadplegen en checken of de uitzendkracht nog voldoet aan de eis inzake geschikt

    zijn voor de werkpost. Vrije zoekopdrachten zijn niet mogelijk op de centrale gegevensbank

    voor de uitzendkrachten.

    Ontwerp databank in 2011:

    Van januari t.e.m. april werd een studie gemaakt van geldende wetgeving en al bestaande

    databanken. Vervolgens is Preventie en Interim, ter voorbereiding van het ontwerp van de

    uiteindelijke centrale gegevensbank, in april 2011 gestart met het consulteren van alle be-

    trokken stakeholders. Uitgaande van de hiermee verzamelde informatie werd samen met een

    informaticus een ontwerp van databank uitgetekend.

    De realisatie van het ontwerp van de centrale gegevensbank is voorzien voor 2012.

  • Hoofdstuk 4 • Centrale gegevensbank voor de uitzendsector 39

  • 5 SensibilisatiecampagnesSensibilisatiecampagnes

  • 5 SensibilisatiecampagnesHoofdstuk 1Sensibilisatiecampagnes 5

  • jAArVerslAg 2011 • 42

    5.1 Campagne 2011

    5.1.1 Agenda 2011

    De agenda is één van de belangrijkste sensibilisatiemiddelen bedoeld voor de uitzendkrachten.

    De agenda omvat een:

    • klassieke indeling van maanden/dagen dat o.a. toelaat de gepresteerde arbeidsuren te noteren,

    • praktische mededelingen en adviezen over gezondheid en veiligheid op de werk-plek. Elke uitzendkracht vindt in deze agenda stof tot nadenken en ideeën om in

    veiligheid te handelen zowel op het werk als thuis.

    • ruimte voor planning van persoonlijke aangelegenheden.

    De agenda informeert de uitzendkracht van een zeker aantal elementen die nieuw zijn voor hem/

    haar, zoals de werkpostfiche, de reglementering over alcohol en drugs, opleidingen, etc.

    Er werden in 2011 door Preventie en Interim 140.000 exemplaren gratis verdeeld onder alle uit-

    zendkantoren, bij opleidingen een netwerkmomenten.

  • Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 43

    5.1.2 Actie jobstudenten 2011

    5.1.2.1 specifieke website

    De website voor jobstudenten www.ikbenjobstudent.be werd speciaal ontwikkeld voor jon-

    geren en omkadert de “Actie jobstudenten 2011”. De website bevat tools inzake e-learning,

    concrete veiligheidstips, wetgeving alsook FAQ’s (Frequently Asked Questions) omtrent uit-

    zendarbeid bij jobstudenten.

    Op de website www.ikbenjobstudent.be geeft de tab «Speel mee» de mogelijkheid aan

    de jobstudent om deel te nemen aan een ludieke veiligheidswedstrijd. Het doel van deze

    wedstrijd is risico’s, werkpostfiches en verboden functies voor jobstudenten op een speelse

    manier te ontdekken. In 2011 werd geopteerd om festival-, concert-, en cinematickets als

    prijzen uit te delen.

    In 2011 bood op de jongerensite een Facebook- en Twitterpagina de mogelijkheid om con-

    tinu in contact te blijven met de deelnemers van de wedstrijd alsook om een breed publiek

    te bereiken.

  • jAArVerslAg 2011 • 44

    5.1.2.2 Postkaarten, brochures en affiches

    In functie van de zichtbaarheid van haar actie heeft PI postkaarten en folders verspreid via

    de uitzendkantoren. Deze middelen leggen in klare taal uit waaruit de veiligheidswedstrijd

    bestaat en leiden de jongeren rechtstreeks naar de website www.ikbenjobstudent.be.

  • Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 45

    5.1.2.3 spot Brightfish

    PI heeft tevens een publicitaire spot van 15 seconden laten ontwikkelen ter promotie van de

    actie jobstudenten. Deze spot werd 8064 maal vertoond over gans België in verschillende

    bioscopen.

    5.1.2.4 Enkele cijfers

    Product statistieken

    Website

    www.ikbenjobstudent.be

    30.000 bezoeken op de website (meer dan 90%

    van de bezoekers tussen 15 en 25 jaar oud)

    A3 Affiches 5400 affiches

    Postkaarten 150.000 postkaarten

    Brochures 80.000 brochures

    5.2 Communicatiekanalen

    5.2.1 Adviezen

    De preventieadviseurs van de centrale cel verzekeren via de groene telefoon 0800/23.999

    een permanentie om te antwoorden op vragen gesteld door uitzendkrachten, consulenten

    van uitzendkantoren en preventieadviseurs van gebruikers. Het jaar 2011 werd gekenmerkt

    door een groot aantal gestelde vragen met betrekking tot het Koninklijk Besluit van 15 de-

    cember 2010.

  • jAArVerslAg 2011 • 46

    5.2.2 Website

    De website is een belangrijk kanaal om de sensibilisatieacties van Preventie en Interim te

    realiseren en te ondersteunen. Het doel van de website is vooral:

    • Informeren en uitleg geven over de jongste wijzigingen betreffende de welzijns-wetgeving en veiligheid op het werk

    • Opleiden en advies geven over alle onderwerpen in verband met veiligheid en ge-zondheid van uitzendkrachten

    • Tools op maat ontwikkelen en deze gratis beschikbaar te stellen.

  • Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 47

    5.2.3 PI News

    De uitgave PI News wordt bezorgd aan uitzendkantoren, preventieadviseurs, arbeidsongeval-

    lenverzekeraars, de overheid, externe diensten voor Preventie en Bescherming op het werk

    en de grootste ondernemingen in België.

    PI News wordt op 3000 exemplaren gedrukt en is een middel om belangrijke en nuttige

    informatie door te geven. Via dit kanaal informeert PI de uitzendkantoren immers over zijn

    acties en belangrijk nieuws voor de sector, met een onmiddellijke verwijzing naar de website

    van PI voor aanvullende of bijkomende informatie.

  • jAArVerslAg 2011 • 48

    5.3 Opleidingen

    5.3.1 Het veiligheidscertificaat voor uitzendbureaus (VCu)

    De vraag vanuit de VCA (VeiligheidsChecklistAannemers) gecertificeerde ondernemingen

    naar VCU (VeiligheidsChecklistUitzendbureaus) gecertificeerde uitzendkantoren blijft be-

    langrijk. Het procesbeheer is in handen van de VZW BESACC-VCA.

    Medewerkers van de VCU-kantoren moeten verplicht een gepaste opleiding in het kader van

    veiligheid en gezondheid volgen. Preventie en Interim blijft het beste kanaal om het leerpro-

    ces van de materie te bevorderen door het gratis verdelen van het handboek VIL, Veiligheid

    voor Intercedenten en Leidinggevenden van uitzendorganisaties.

    In 2011 hebben 440 personen het examen VIL-VCU afgelegd.

    5.3.2 De opleiding van verbindingspersonen

    In 2011 werden twee specifieke basisopleidingen veiligheid georganiseerd voor de verbin-

    dingspersonen: een Franstalige sessie bij Cresept en een Nederlandstalige sessie bij Preventie

    en Interim.

    Het doel is aan de verbindingspersonen van de uitzendbureaus en hun medewerkers een aan-

    gepaste opleiding aan te bieden die de vereisten van de Welzijnswet naleeft en tegelijkertijd

    rekening houdt met de eigenheden van de uitzendsector.

    Tijdens de opleiding verwerven de deelnemers de kennis die ze nodig hebben om aan de

    ondernemingen en de uitzendkrachten informatie te verstrekken over de risico’s waaraan ze

    zijn blootgesteld, en over de gepaste aanbevelingen in verband met preventie.

    5.3.3 Cursus sociaal recht voor uitzendconsulenten

    De Federgoncursus voor uitzendconsulenten bevat een onderdeel “Preventiebeleid en uit-

    zendarbeid” en wordt door PI verzorgd. In 2011 waren er 13 opleidingen, goed voor 983

    cursisten in het totaal.

    In elke taal werden examensessies georganiseerd met een luik “Preventiebeleid en uitzendar-

    beid”: waaraan 1426 kandidaten hebben deelgenomen.

  • Hoofdstuk 5 • Sensibilisatiecampagnes 49

    5.4 Studie-, informatie- en vormingsactiviteiten

    Preventie en Interim werkt regelmatig mee aan studiedagen en opleidingen op het gebied

    van het welzijn op het werk met o.a. CREsEPT, PREBEs, PREVENT, VYDIAs, AMs en kLuWER.

    5.5 Persartikels

    In 2011 heeft Preventie en Interim onderstaande artikels gepubliceerd.

    November 2011 “Een databank voor uitzendkrachten” Bijlage Trends

    Juli 2011 Uitzendarbeid Veiligheidsnieuws (Prebes)

    Mei 2011 Veilig werken als jobstudent Bijlage “Standaard”

    Maart 2011 Uitzendwerk uitgelicht Prevent Focus

  • 6 Actieplan 2012Actieplan 2012

  • 6 Actieplan 2012Hoofdstuk 1Actieplan 2012 6

  • jAArVerslAg 2011 • 52

  • Hoofdstuk 6 • Actieplan 2012 53

    Actieplan 2012

    Website als ‘eerste’ informatiekanaal voor de doelgroep van PI

    De actualisatie van de website werd in 2011 gestart en zal een vervolg kennen in 2012. In

    de site wordt een belangrijk deel gereserveerd voor de werpostfiche als tool. In 2012 wordt

    gestart met de uitbreiding van de site met een extranet-gedeelte.

    www.ikbenjobstudent.be

    De site voor de jongeren blijft het hele jaar toegankelijk. De start, in 2011, met Facebook en

    Twitter wordt verder uitgewerkt in 2012. Tijdens de zomermaanden juni-september wordt

    de activiteit rond de jongeren verhoogd aan de hand van promotiecampagnes specifiek voor

    jongeren.

    sensibilisatieproducten

    De PI-producten zoals PI-News, agenda voor de uitzendkrachten, affiches, e-learningproduc-

    ten blijven belangrijk als informatiekanalen voor de uitzendsector. PI-News blijft viermaal

    per jaar verschijnen en wordt vanaf december 2011 uitgebreid met iedere keer een interview

    van een bekende preventieadviseur van een gebruiker.

    statistieken van arbeidsongevallen en jobstudenten

    De statistieken van de arbeidsongevallen van uitzendkrachten en jobstudenten worden op-

    gevraagd voor het Duitstalig gebied. Arbeidswegongevallen blijven een aandachtspunt. Met

    betrekking tot de jobstudenten zullen de statistieken worden opgevraagd voor de zomer-

    maanden en daarnaast ook voor het hele jaar. Na 2012 zal worden geëvalueerd of de zomer-

    maanden voldoende interessant zijn om er aparte statistieken over op te maken.

    Opleidingen

    In de cursus voor consulenten is een gedeelte dat door PI wordt verzorgd. De cursus zal in

    2012 door de preventieadviseurs van PI volledig worden geactualiseerd en waar nodig ver-

    eenvoudigd of herschreven.

    Centrale gegevensbank

    De centrale gegevensbank zal in 2012 verder worden ontwikkeld. Preventie en Interim volgt

    samen met een informaticus de ontwikkeling en opstart van de databank op.

  • jAArVerslAg 2011 • 54

    7 BijlagenBijlagen

  • Hoofdstuk 7 • Bijlagen 55

    7 BijlagenHoofdstuk 1Bijlagen 7

  • jAArVerslAg 2011 • 56

    Leden op 31/12/2011

    124 HORECA sOLuTIONs bvba 3500 HASSELTAB sERVICE LIMBuRG bv NL - 6049 GZ ROERMOND - HERTENACCENT CONsTRuCT nv 8800 ROESELAREACCENT JOBs FOR PEOPLE nv 8800 ROESELAREACTA INTERIM sa 4800 VERVIERSACTIEF INTERIM nv 3560 LUMMENAD INTERIM bvba 1000 BRUSSELADCOR CONsTRuCT bvba 8900 IEPERADCOR INTERIM bvba 8900 IEPERADECCO CONsTRuCT nv 1702 GROOT-BIJGAARDENADECCO Ps 1702 GROOT-BIJGAARDENADIA INTERIM s.a.s. F- 69100 VILLEURBANNEADMB INTERIM nv 9000 GENTADs INTERIM sa 4000 LIEGEAGO CONsTRuCT bvba 8500 KORTRIJKAGO INTERIM BELGIE nv 8500 KORTRIJKAGRO-sERVICEs cvba 2500 LIERALLO INTERIM sa 1060 BRUXELLESAPPRO bvba 2830 WILLEBROEKARTEC INTERIM bv NL-4382 AC VLISSINGENARTEMIs NETWORk sa 1050 BRUXELLESAsAP.BE nv 3600 GENKATLAs EuROsAILOR bv NL - 2131 HA HOOFDDORPAVANCE HAssELT bvba 3500 HASSELTAXINTOR 8630 VEURNEAXIs nv 2000 ANTWERPENAXXICOM nv 2060 ANTWERPENBAkkER & PARTNERs nv 2600 BERCHEM -ANTWERPENBIk INTERIM nv 1070 BRUSSELBOsTONAIR Ltd. UK-HU178DA EAST YORKSHIREBTs INTERIM nv 2070 ZWIJNDRECHTBuTLER sERVICE GROuP u.k. Ltd UK - RHl 1 NE REDHILL SURREYCARE TALENTs nv 8500 KORTRIJKCN BELGIuM 2610 ANTWERPENCONsTRuCT INTERIM nv 8000 BRUGGECONTRACTAIR Ltd UK - RG21 6YT BASINGSTOKEDAOusT INTERIM sa 1050 BRUXELLESDAXXA BELGIE bvba 2910 ESSENDE JAGER DETACHERING vof NL - 4401 ND YERSEKEE + nv 2018 ANTWERPENEMs-CONsTRuCT bv NL - 6603 BE WIJCKENEQuIP' sa 4500 HUYERGOFLEX nv 2800 MECHELENETAPE INTERIM bvba 8500 KORTRIJKEuROP INTERIM sa 1060 BRUXELLESEuROsTAR 25 BELGIuM bvba 2321 MEER

  • Hoofdstuk 7 • Bijlagen 57

    EXARIs INTERIM 1000 BRUXELLESEXCEL INTERIM sa 1050 BRUXELLESEXPERZA 8700 TIELTEXPREss MEDICAL sa 2000 ANTWERPENFLEX-IN LOGIsTICs bv NL - 4836 LG BREDAFLEXPOINT bvba 3520 ZONHOVENFLEXTRA INTERIM nv 1730 ASSEFOCus HR GROuP nv 2850 BOOMFORuM INTERIM nv 8800 ROESELAREFRIDAY EuROTECH CONsTRuCT nv 2970 SCHILDEFRIDAY EuROTECH MECHANICAL nv 2970 SCHILDEGO TEMP bvba 8500 KORTRIJKGREENPOL INTERIM bvba 2990 WUUSTWEZELH & L PEOPLE nv 2000 ANTWERPENHANDs TO WORk CONsTRuCT nv 3500 HASSELTHANDs TO WORk PERsONEELsDIENsTEN bvba NL - N-59828 RH VENLOHAYs nv 8520 KUURNEHET INTERIMPALEIs cvba 1060 BRUSSELHuMAN suPPORT 6000 CHARLEROIIMPACT INTERIM NV 3500 HASSELTIN PERsON BOuW bv NL - 1043GR AMSTERDAMINFORMATIC BENELuX sa 1180 BRUXELLESINTELECT bvba 2600 BERCHEM (ANTWERPEN)INTERIM PARTNER sprl 1050 BRUXELLESINTERIM@WORk 3730 HOESELTINTERPAss nv 9450 HAALTERTINTERTIME nv 2490 BALENJOB BALANCE nv 3000 LEUVENJOBCONCEPT nv 8790 WAREGEMJOBCONNECTION NV 3000 LEUVENJOBs CONsTRuCT bvba 3620 LANAKENJOBs cvba 2600 BERCHEMJusT WORk nv 8800 ROESELAREkELLY sERVICEs INTERIM nv 1831 DIEGEMkEYWORks bvba 3560 LUMMENkONVERT INTERIM nv 8500 KORTRIJKkONVERT INTERIM VLAANDEREN nv 8500 KORTRIJKkONVERT INTERIM WALLONIE sa 8500 KORTRIJKkONVERT kONsTRukT nv 8500 KORTRIJKkONVERT OFFICE nv 8500 KORTRIJKkOPMAN INTERIM 2000 ANTWERPENLAB suPPORT nv 2018 ANTWERPENLEADER INTERIM sa F - 95604 EAUBONNELEM INTERIM sa 4030 GRIVEGNEE (LIEGE)LIB (Logistiek Interim Bedrijf) nv 8500 KORTRIJKLINk2EuROPE nv 2870 PUURS

  • jAArVerslAg 2011 • 58

    LOsFELD CONsuLT sprl 7500 TOURNAILusO BAsTO sERVICOs 4860-176 CABECEIRAS DE BASTOM INTERIM sa 1000 BRUXELLESMAANDAG BELGIE 2600 BERCHEMMAINTEC CONsTRuCTION nv 3500 HASSELTMAINTEC nv 3500 HASSELTMANDORA nv 3800 SINT-TRUIDENMANPOWER BELGIuM nv 1050 BRUSSELMERIDIAN BusINEss suPPORT Ltd UK - WA17PT ALTRINCHAM CHESHIREMERVEILLE PLus INTERIM sa 7950 CHIEVRES (LADEUZE)MIsE EN PLACE BELGIE nv 3000 LEUVENMuNDO INTERIM bvba 3620 LANAKENOk PEOPLE 6000 CHARLEROIORANJEBuILD bv NL-3011 ROTTERDAMORION ENGINEERING sERVICEs Ltd UK - IV2 6AA INVERNESSOTTO WORk FORCE bv NL-5803 AP VENRAYPAGE INTERIM sa 1050 BRUXELLESPARC INTERIM Ltd DUBLIN 9PEOPLE INTERIM sa 1000 BRUXELLESPEPs INTERIM sa 7000 MONSPLus uITZENDkRACHTEN 2000 ANTWERPENPROCAREER sOLuTIONs nv 3500 HASSELTQuALITAIR ENGINEERING sERVICEs Ltd UK - CB85TE CAMBRIDGEQuALITY@CONsTRuCT 3900 OVERPELTQuALITY@WORk 3941 EKSELRANDsTAD CONsTRuCT nv 1853 STROMBEEK-BEVERRANDsTAD BELGIuM nv 1853 STROMBEEK-BEVERREAL CONsTRuCT INTERIM nv 8630 VEURNEREFLEX INTERIM 1050 BRUXELLESRITMO INTERIM nv 2000 ANTWERPENROBERT HALF nv 1702 GROOT-BIJGAARDENROBERT WALTERs PEOPLE sOLuTIONs nv 1050 BRUSSELROEVIN MANAGEMENT sERVICEs Ltd UK - SK 11 QU MACCLESFIELD CHESHIRERuNTIME sERVICEs nv 2221 BOOISCHOTsAFETEC INTERIM bvba 2000 ANTWERPENsAMENWERkING TECHNIEk ORGANIsATIE BELGIE bvba

    8670 KOKSIJDE

    sEAWORks.BE bvba 2060 ANTWERPENsEAWORks.BE.INTERIM bvba NL - 4381 CK VLIESINGENsECRETARY PLus MANAGEMENT suPPORT 2000 ANTWERPENsEGERs sELECT bvba 3550 HEUSDEN ZOLDERsELECT HuMAN REsOuRCEs nv 8500 KORTRIJKsTART PEOPLE ABROAD 2000 ANTWERPENsTART PEOPLE CONsTRuCT nv 2000 ANTWERPENsTART PEOPLE nv 2000 ANTWERPENsTEGMANN BELGIuM bvba 2000 ANTWERPENsuivi Technique Organisation F-59380 QUAEDYPREsYNERGIE BELGIuM nv 2018 ANTWERPENT BRussELs 1000 BRUSSEL

  • Hoofdstuk 7 • Bijlagen 59

    TAkE AIR sa F-94417 SAINT MAURICETALENTus 8500 KORTRIJKTEAM-ONE EMPLOYMENT sPECIALIsTs sprl 4500 HUYTEMPO-TEAM 1020 BRUSSELTENTOO nv 1930 ZAVENTEMT-Groep, divisie T-Interim 2800 MECHELENTHE CREW FLEX nv 2000 ANTWERPENTHG-INTERIM AG 4700 EUPENTOBAsCO nv 3500 HASSELTTOP INTERIM nv 3500 HASSELTTRACE ! sa 6000 CHARLEROITRACE CONsTRuCTION sa 6000 CHARLEROIuNIQuE nv 2000 ANTWERPENusG FINANCIAL FORCEs nv 2000 ANTWERPENVALEsTA nv 2800 MECHELENVDET nv 3500 HASSELTVERA INTERIM nv 9000 GENTVERA INTERIM PLus nv 3000 LEUVENVIND nv 8800 ROESELAREVIO INTERIM 9040 ST AMANDSBERGVIVALDI's CONsTRuCT 2850 BOOMVIVALDI's INTERIM nv 2850 BOOMZ - PROJECT sTAFFING nv 3583 PAALZANTEO INTERIM sp.zo.o 61246 POZNAN

  • V.U

    .: M

    arijk

    e Br

    uyni

    nckx

    | Pr

    even

    tie

    en In

    teri

    m |

    Tour

    & Ta

    xis,

    Hav

    enla

    an 8

    6C, B

    us 3

    02, B

    -100

    0 Br

    usse

    l Des

    ign

    by :

    ww

    w.h

    abili

    s.be

    Gratis nummer: 0 8 0 0 2 3 9 9 9

    Centrale Preventiedienst voor de Sector van Uitzendarbeid vzw

    [email protected]

    Tel 02 204 56 80Fax 02 204 56 89

    Jaar

    vers

    lag 2

    011 |

    Prev

    entie

    & Int

    erim