JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in...

82
0 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2016 Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs te Barendrecht Postbus 206 2990 AE Barendrecht Telefoon 0180-642710 E-mail [email protected] Website www.ozhw.nl Datum: 9 mei 2017

Transcript of JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in...

Page 1: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

0

RAPPORT INZAKE DE

JAARSTUKKEN 2016

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs te BarendrechtPostbus 2062990 AE BarendrechtTelefoon 0180-642710E-mail [email protected] www.ozhw.nlDatum: 9 mei 2017

Page 2: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

1

INHOUDSOPGAVE Pagina

INLEIDING

Inhoudsopgave 1

Aanbieding 2

BESTUURSVERSLAG 3

Voorwoord 4

1. Algemene informatie 5

2. Algemeen instellingsbeleid 8

Onderwijskundige en onderwijs programmatische zaken 8

Schakelklassen 9

Kwaliteitszorg 9

Afhandeling van klachten 10

Ontwikkeling leerlingenaantal 11

Personeel 13

ICT-beleid 16

Huisvesting 19

Inkoop 20

3. Ontwikkelingen bij of in relatie tot verbonden partijen 21

4. Verslag Raad van Toezicht 22

5. Financieel beleid 26

Financiële situatie bij oprichting 26

Gang van zaken gedurende het verslagjaar 26

Financiële positie 31

6. Toekomstige ontwikkelingen 34

Algemeen 34

Begroting 34

Continuïteitsparagraaf 36

7. Treasury beleid 40

JAARREKENING 43

Grondslagen 44

Balans per 31 december 2016 (model A) 52

Staat der baten en lasten over 2016 (model B) 53

Kasstroomoverzicht 2016 (model C) 54

Toelichting behorende tot de balans per 31 december 2016 55

Toelichting op de staat van baten en lasten over 2016 61

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 66

Gebeurtenissen na balansdatum 67

Voorstel bestemming van het resultaat 68

Overzicht verbonden partijen (model E) 69

Opgave doelsubsidies (model G) 71

Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen 73

OVERIGE GEGEVENS 75

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 76

Resultaat per segment 77

Algemene gegevens over de rechtspersoon 78

Page 3: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

2

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

AANBIEDING

De Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair en voortgezet onderwijs

biedt u hierbij het Rapport inzake de Jaarstukken over de periode 1 januari 2016 tot en met

31 december 2016 aan.

Het "Rapport inzake de Jaarstukken" bestaat uit een bestuursverslag, jaarrekening (balans,

staat van baten en lasten en toelichting daarop) en de overige gegevens.

Page 4: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

3

Bestuursverslag

Page 5: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

4

VOORWOORD

Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs (OZHW

voor PO en VO) kijkt terug op weer een goed jaar. We hebben een tal van ervaringen waar we trots

op kunnen zijn als organisatie. Alle scholen staan op “groen” als het gaat om de kwaliteit van

onderwijs. De Inspectie is zeer tevreden over de behaalde resultaten.

Het financieel resultaat wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door beleidsontwikkeling waar

op voorhand voor is besloten de reserves in te zetten. Dat gaat dan om ca. € 1,2 mln. Het financieel

resultaat is ca. € 1,5 mln. negatief. De financiële positie van de stichting is echter solide, waardoor

het mogelijk is geweest extra middelen in te zetten. Verder is er sprake van bijna € 0,3 mln

incidentele lasten die ook in 2016 zijn verwerkt.

Ons leerlingaantal heeft een lichte groei laten zien, terwijl de regionale trend dalende

leerlingaantallen laat zien. Het openbaar onderwijs in onze regio staat er dus goed voor en blijft zich

verder ontwikkelen. In 2016 is een nieuw Strategisch Beleidsplan opgesteld voor de periode tot en

met 2020. De komende jaren zal de inzet uit de reserves worden afgebouwd, maar naar onze mening

kunnen de scholen van OZHW voor PO en VO de toekomst met vertrouwen tegemoet te zijn.

L.D. de Haan

J. van Knijff

Page 6: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

5

1. ALGEMENE INFORMATIE

Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair Onderwijs en Voortgezet Onderwijs (OZHW

voor PO en VO) is een stichting voor openbaar onderwijs in de gemeenten Barendrecht, Ridderkerk,

Zwijndrecht en Krimpenerwaard. De stichting heeft veertien basisscholen en zeven scholen voor

voortgezet onderwijs onder haar beheer. OZHW voor PO en VO bestaat sinds 1 januari 2015 en is

ontstaan uit een fusie tussen stichting 3Primair en stichting OZHW.

Missie, visie en uitgangspunten Kenmerkend voor de stichting OZHW voor PO en VO is haar bijdrage aan de brede ontwikkeling van

kinderen van vier tot en met achttien jaar met als uitgangspunt: erkennen van de betekenis van de

verscheidenheid aan levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden. Op onze scholen is ieder

kind en elke leerkracht welkom, ongeacht zijn of haar sociale, culturele of levensbeschouwelijke

achtergrond. Kinderen leren er van jongs af aan respect te hebben voor de mening of overtuiging van

een ander. Er wordt actief aandacht besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen,

zonder voorkeur voor één bepaalde opvatting. De openbare school heeft aandacht voor en biedt

ruimte aan ieder kind én iedere leerkracht. We willen onze leerlingen voorbereiden op hun rol als

wereldburger en ze verantwoordelijkheid leren voelen voor hun eigen rol in het geheel. Dit is het

sociaal fundament dat bepalend is voor het klimaat waarin leerlingen en medewerkers zich op onze

scholen kunnen ontwikkelen.

Het gaat ons om onderwijs voor iedereen. Onderwijs om kennis op te doen. Onderwijs om je te

ontwikkelen als mens en burger. Onze missie verwoordt waar wij voor staan: Onze leerlingen voelen

zich prettig en veilig op onze scholen en ontdekken waar hun talenten liggen. Onze visie maakt

duidelijk waar wij ons op richten: onze leerlingen ontwikkelen die kennis en vaardigheden, waarmee

ze goed toegerust zijn op de toekomst en in het vervolgonderwijs succesvol kunnen zijn.

Juridische structuur en organisatiestructuur Het bevoegd gezag wordt uitgeoefend door het bestuur van de Stichting OZHW voor PO en VO. De

stichting heeft een tweehoofdig college van bestuur, dat bestuurlijk eindverantwoordelijk is voor het

geheel en specifieke uitvoerende verantwoordelijkheden draagt voor het strategisch beleid, het

kwaliteitsbeleid, de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, ICT-beleid, het administratief beleid,

financieel beleid, facilitair beleid en onderwijsbeleid. Een raad van toezicht is ingesteld om toe te

zien op het handelen van het college van bestuur. Daarnaast is er een ‘Platform Gemeentelijk

Toezicht’ dat de aan de gemeenten voorbehouden wettelijke taken met de gemeenteraden

voorbereidt.

OZHW voor PO en VO is opgebouwd uit verschillende organisatorische eenheden.

Er zijn veertien basisscholen die aangestuurd worden door een directeur. Hiervan hebben vier

basisscholen twee locaties.

Er zijn zeven scholen voor voortgezet onderwijs. Hiervan participeren drie scholen in

onderwijseenheden waar wordt samengewerkt met andere besturen (Maximacollege, Loket

Zwijndrechtse Waard en Focus beroepsacademie). De scholen voor voortgezet onderwijs hebben een

eigen directie, die verantwoordelijk is voor de inrichting van het onderwijs en de invulling van het

personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van

afdelingsmanagers.

Page 7: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

6

Verder fungeert als laatste organisatorische eenheid het onderwijsstafbureau, dat het bestuur en

directeuren ondersteunt bij de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheid. Het

onderwijsstafbureau wordt aangestuurd door de bestuurssecretaris en bestaat uit de afdelingen

secretariaat, HR en personeel- en salarisadministratie, ICT, leerling-administratie, financiële

administratie, facilitaire zaken en kwaliteitszorg.

OZHW voor PO en VO is een professionele organisatie. Vanuit het bestuur worden beleidskaders

gegeven, die binnen scholen nader worden ingevuld. Elke school kan op basis van de kaders eigen

beleid ontwikkelen passend bij zijn eigen situatie. Verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk

neergelegd in de organisatie. Dat betekent ook dat verwacht wordt dat daarover verantwoording

wordt afgelegd. Het principe van een lerende organisatie wordt hierbij gehanteerd. Evaluatie en

reflectie zijn basis voor nieuwe aanpakken. Dit geldt op alle niveaus: individueel – team/afdeling –

school – stichting.

Bestuurlijke ontwikkelingen In 2016 is een nieuw strategisch beleidsplan “Een bestuur, een leerlijn” vastgesteld. Er is een steeds

nauwere samenwerking tussen de PO en VO scholen. Per gemeente vindt structureel overleg plaats

over samenwerking. In oktober 2016 heeft op de Dag van de Leraar een studiedag plaatsgevonden

voor alle medewerkers. Het thema van deze studiedag was leren met en van elkaar. In de vorm van

een carrousel zijn er verschillende workshops gegeven door collega’s, die enthousiast bezocht zijn

door collega’s van andere scholen.

De Leeronderneming

In Ridderkerk is in augustus 2016 De Leeronderneming van start gegaan. Dit is een onderwijsvorm

voor leerlingen van 10 tot 14 jaar, waarbij met name onderlinge samenwerking en de onderzoekende

houding van leerlingen gestimuleerd wordt. In deze vorm van onderwijs is de harde knip tussen

groep 8 en brugklas weggehaald. De Leeronderneming is het tweede initiatief in Nederland dat

onderwijs op deze manier aanbiedt. OZHW is een voortrekker in het landelijk overleg 10-14

onderwijs.

Kindcentra Nova

In 2016 heeft de samenwerking van OZHW met de kinderopvangorganisaties Kibeo en Yes!

Kinderopvang verder vorm gekregen. De basisscholen van OZHW en de kinderopvangorganisaties

hebben hun krachten gebundeld. Als sterke, onafhankelijke partijen met ieder hun eigen expertise

ontwikkelen zij unieke kindcentra in Zwijndrecht, Barendrecht en Ridderkerk. Alle kindcentra dragen

de naam Kindcentrum Nova.

Kindcentrum Nova is een vertrouwde omgeving waar kinderen van jongs af aan komen, waar

opvang, onderwijs, sport- en spelactiviteiten en ondersteuning naadloos op elkaar aansluiten. Met

deze samenwerking creëren de basisscholen een doorgaande leerlijn tussen peuter- en opvangwerk

en het basisonderwijs, wat een belangrijk speerpunt is in ons strategisch beleidsplan.

De kindcentra bij obs Develhoek, De Tandem, De Zeppelin en De Draaimolen zijn inmiddels

geopend. In het voorjaar 2017 volgen de andere basisscholen. De Dolfijn heeft onder een andere naam

reeds 5 jaar een kindcentrum.

Meerjarenhuisvestingsplan Zwijndrecht

In 2016 is een verkenning gestart voor de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting in

Zwijndrecht. Dit betekent dat er met de gemeente en andere instanties nagedacht wordt over de

overdracht van de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting van de gemeente naar een

collectiviteit van de schoolbesturen (coöperatie). De wettelijke zorgplicht van de gemeente blijft

Page 8: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

7

hierbij ongemoeid. Als eerste stap is een visie op onderwijs en spreiding en een

meerjarenhuisvestingsplan opgesteld.

Integraal huisvestingsplan Ridderkerk

Door de gemeente Ridderkerk is in samenspraak met andere besturen en welzijnsorganisaties in

2016 een nieuw inetgraal huisvestingsplan vastgesteld. Een belangrijke focus voor OZHW in dit plan

is de voorgenomen nieuwbouw voor het Gemini College. Ook zijn verschillende renovatie van

basisscholen gepland.

Opleidingsscholen: PO en VO

Verschillende OZHW-basisscholen participeren in het project Opleidingsschool hogeschool

Rotterdam. In de opleidingsschool zijn de pabo en de school gezamenlijk verantwoordelijk voor de

opleiding van de student en verzorgt de basisschool 40% van het curriculum. Er is een

ontwikkeltraject opgezet om scholen toe te laten groeien naar verschillende graden van

opleidingsschool: A, B, B+. De scholen van OZHW opteren voor het keurmerk B en B+.

VO: Opleidingsschool Regionaal Platform

OZHW participeert samen met andere besturen en hogeschool Rotterdam in het project

Opleidingsschool Rijnmond. OCW heeft begin 2016 de subsidieaanvraag van de Opleidingsschool

Rijnmond toegekend, waarbij OZHW penvoerder is. Dit betekent dat Rijnmond als aspirant

opleidingsschool de komende drie jaren tijd heeft om zich verder te ontwikkelen. Daarna volgt

accreditatie door de NVAO om de status van erkende opleidingsschool te verkrijgen. De ambitie is

om structureel 200 studenten voor een groot deel op de scholen op te leiden tot leraar. Daarnaast

worden er leernetwerken opgezet van en voor leraren die op de Rijnmondse scholen werken.

Bijvoorbeeld rond digitale didactiek, begeleiding van starters en differentiëren. Ook wordt er een

Rijnmond Academie opgezet, zodat medewerkers zich blijvend professionaliseren.

Medezeggenschap Binnen de stichting zijn verschillende medezeggenschapsorganen. Elk brin-nummer heeft een eigen

medezeggenschapsraad. Dit betekent dat elke basisschool een eigen medezeggenschapsraad heeft.

Er is voor het primair onderwijs een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld,

waarmee de aangelegenheden betreffende het primair onderwijs worden besproken met het

bestuur. De GMR bestaat uit tien leden, waarvan vijf leden gekozen worden door de

personeelsgeledingen van de medezeggenschapsraden en vijf leden gekozen worden door de

oudergeleding van de medezeggenschapsraden.

Voor het voortgezet onderwijs is een medezeggenschapsraad (MR) en heeft elke vestiging een

deelraad. In de MR worden aangelegenheden betreffende het voortgezet onderwijs besproken met

het bestuur. De MR bestaat uit zestien leden. Hiervan zijn acht leden gekozen uit en door het

personeel, vier leden gekozen uit en door de ouders en vier leden gekozen uit en door de leerlingen.

Zowel de GMR als de MR hebben in 2016 vijf keer met het bestuur overleg gevoerd. Onderwerpen

die aan de orde zijn geweest zijn begroting en jaarrekening, het strategisch beleidsplan, verschillende

rechtspositionele regelingen, bijzondere ontwikkelingen binnen scholen, inspectieverslagen, beleid in

het kader van sociale veiligheid, professionaliseringsbeleid en de wervings- en selectieprocedure

voor een nieuw lid CvB.

Page 9: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

8

2. ALGEMEEN INSTELLINGSBELEID

Het belangrijkste doel van de fusie is de goede aansluiting van PO naar VO zodat de ontwikkeling van

onze leerlingen zo optimaal mogelijk verloopt. Dit vraagt niet alleen om de ontwikkeling van

doorgaande leerlijnen en afgestemde leerlingdossiers, maar ook op intensievere samenwerking

tussen PO- en VO-scholen, zodat er een warme overdracht is voor leerlingen. Hier is actief op

gestuurd. Ook ondersteunende processen zijn hierop afgestemd. Het primaire proces, het geven van

onderwijs en het ontwikkelen van kinderen, is hierin leidend.

Ook in 2016 was de positionering van het openbaar onderwijs een belangrijk agendapunt.

Nadrukkelijk is bekeken welke samenwerkingen met andere organisaties een versterking betekenen

voor de eigen organisatie. Leidend hierbij is de maatschappelijke opdracht van OZHW voor PO en VO

om kwalitatief hoogstaand onderwijs te verzorgen.

ONDERWIJSKUNDIGE EN ONDERWIJS PROGRAMMATISCHE ZAKEN

Wij staan voor de totale ontwikkeling van leerlingen waarbij de principes voor openbaar onderwijs

leidend zijn. Het gaat niet alleen om de cognitieve ontwikkeling maar ook om de sociaal-emotionele

vorming van leerlingen. Kinderen ontdekken waar hun talenten liggen, cognitief, manueel, creatief

en sociaal en leren om te gaan met de verantwoordelijkheden die ze als wereldburger hebben ten

opzichte van hun directe omgeving.

Net als in 2015 lag de focus in 2016 op de kwaliteit van het onderwijs. Een belangrijk doel was het

optimaliseren van de opbrengsten. Het gaat hierbij niet alleen om onderwijsresultaten, maar ook om

zaken als sociale veiligheid, professionalisering van personeel, aandacht voor elkaar, etc.

Een belangrijk fusiedoel was de doorgaande ontwikkeling van leerlingen van het po naar het vo.

Hiervoor zijn verschillende aanpakken geweest. Zo is er per gemeente structureel overleg opgestart

tussen de scholen om onderlinge verbinding te versterken, mogelijke samenwerking te verkennen en

plannen verder uit te werken.

In Ridderkerk is de LeerOnderneming van start gegaan met de eerste groep leerlingen. De

LeerOnderneming is gehuisvest in het Gemini College in Ridderkerk.

In Barendrecht is het pre-gymnasium ontstaan door een initiatief van de scholen zelf.

Daarnaast is een doorgaande leerlijn peuter – po ontwikkeld en zijn in nauwe samenwerking met

kinderopvangorganisaties kindcentra Nova van start gegaan. Dit is een logisch vervolg op het eerder

van de grond getilde programma Victor de Verkenner. In dit programma gaan drieënhalf-jarigen een

dagdeel in de week naar de basisschool om eerste ervaringen op te doen over hoe het gaat op een

basisschool en om de leerkracht en andere klasgenootjes alvast te leren kennen. Het programma

wordt op alle OZHW-basisscholen gedraaid met positieve resultaten. De overgang naar de

basisschool is daarmee veel minder groot geworden voor kinderen.

Page 10: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

9

SCHAKELKLASSEN

In elke gemeente heeft OZHW-PO een schakelklas c.q. NT2-klas. In Zwijndrecht is deze klas

verbonden aan De Dolfijn, in Barendrecht aan De Draaimolen en in Ridderkerk is verbonden aan De

Piramide. In deze klassen zitten gemiddeld ongeveer 15 kinderen die ernstige taalachterstand

hebben. De achterstand is verklaarbaar door het feit dat zij statushouder zijn in de desbetreffende

gemeente. De financiering van deze groepen is sterk verbeterd. De schoolbesturen dragen zorg voor

de financiering via de regeling van het Ministerie. Alle kinderen worden nu ingeschreven op het

BRIN-nummer van de OZHW-scholen. Elk kwartaal wordt er subsidie ‘maatwerk’ aangevraagd. Sinds

het schooljaar 2016-2017 is het ook mogelijk om aanvullende bekostiging te krijgen voor kinderen

die voor het tweede jaar in Nederland zijn. Dat bedrag is ongeveer 1500 euro per jaar lager dan voor

een eerste jaarsbekostiging. Alle groepen zijn bemenst met een leerkracht en ongeveer een halftime

onderwijsassistent. De gemeente dient vanuit hun wettelijke taak zorg te dragen voor huisvesting,

vervoer en eerste inrichting.

KWALITEITSZORG

Elke school is aangesloten bij Vensters. Vensters is een project waarbij cijfermatige informatie over

scholen verzameld wordt in een systeem en vervolgens op een eenduidige en toegankelijke manier

gepresenteerd. De ingevulde indicatoren helpen scholen inzicht te krijgen in eigen resultaten en

hierover op goede wijze verantwoording af te leggen aan bijvoorbeeld ouders en leerlingen. Ouders

kunnen bij het maken van een schoolkeuze scholen vergelijken via www.scholenopdekaart.nl.

Het voortgezet onderwijs maakt al langer gebruik van Vensters en de informatie is bij de meeste

scholen actueel. De scholen werken deze informatie meerdere malen per jaar bij.

Naast de gegevens van DUO vullen scholen ook de eigen indicatoren in, zoals de

leerlingtevredenheid, informatie over het schoolklimaat en de veiligheid, de schooltijden, de

kwaliteitszorg en de relatie tussen de ouders en de school. In het voortgezet onderwijs kan men ook

nog de indicatoren met betrekking tot (scholing van) het personeel toevoegen.

Zo ontstaat een open en transparant beeld van waar de school voor staat en wat de identiteit van de

school bepaalt.

Inspectiebezoeken

Het afgelopen jaar bezocht de Inspectie vier basisscholen van OZHW: Develhoek, De Reijer, Koningin

Julianaschool, De Piramide. Alle vier de scholen hebben opnieuw het basisarrangement gekregen,

waarbij De Piramide, Develhoek en de Koningin Julianaschool in het licht van het nieuwe

inspectiekader zelfs het oordeel ‘Goed’ hebben ontvangen. In het gesprek met het bestuur lieten de

Inspectie weten tevreden te zijn met de kwaliteit van onderwijs op de scholen voor PO en VO.

Kwaliteitscyclus PO

In 2016 is de kwaliteitscyclus PO ontwikkeld en werken de basisscholen schooljaar 2016-2017 voor

het eerst met deze cyclus. In de cyclus zijn onder andere de doelen vanuit het strategisch

beleidsplan, de kaders uit de WPO, de cao en de inspectie opgenomen. Scholen vullen de

kwaliteitscyclus zelf in en voegen relevante beleidsdocumenten toe. De bedoeling is dat de cyclus

uiteindelijk het schoolplan, het jaarplan en het jaarverslag op termijn gaat vervangen.

Page 11: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

10

Voor het voortgezet onderwijs wordt eenzelfde instrument ontwikkeld. Daar is eerder op het gebied

van kwaliteitszorg al meer geharmoniseerd. De opgedane ervaringen worden meegenomen bij de

ontwikkeling van het nieuwe instrument.

Sociale Veiligheid

In het kader van de nieuwe wet sociale veiligheid is voor heel OZHW een sociaal veiligheidsbeleid

opgesteld. Dit beleid bevat ook alle protocollen die de wet aangeeft. Deze protocollen zijn de basis

voor de protocollen van de scholen, waaraan ze hun eigen schoolspecifieke regels en afspraken

kunnen toevoegen. De Inspectie van het Onderwijs controleert of onderwijsinstellingen maatregelen

nemen voor een veilige omgeving. Het gaat dan om een veilige omgeving voor zowel leerlingen en

studenten als het onderwijspersoneel. De school is verplicht om dit jaarlijks te monitoren. Het

schooljaar 2016-2017 is hiervoor een overgangsjaar. In 2016 is de monitor van Vensters gebruikt

voor de basisscholen. De monitor voor het voortgezet onderwijs nemen we in de eerste helft van

2017 af.

Dag van de Leerkracht

Op 5 oktober 2016 werd voor de eerste maal de OZHW-Dag van de Leerkracht georganiseerd. Dit

was een studiedag voor alle medewerkers van OZHW. In totaal namen 700 medewerkers deel aan

deze studiedag. Na 5 oktober is de dag geëvalueerd met behulp van een klein onderzoek onder de

medewerkers. De conclusie was dat de dag zeer succesvol is geweest en deze zeker voor herhaling

vatbaar is.

Een aantal workshops wordt nu aangeboden via het Ontwikkelpunt OZHW. Zo wordt de kwaliteit en

de kennis van de docenten uitgebreid en gewaarborgd.

AFHANDELING VAN KLACHTEN

In 2016 zijn er 13 brieven ontvangen van of namens ouders. Hierbij waren zes bezwaren tegen

besluiten genomen door of namens een directeur. Het betroffen allen bezwaren bij VO-scholen.

Twee bezwaren zijn doorgestuurd naar een directeur ter afhandeling, omdat het een besluit van een

afdelingsleider betrof. Een bezwaar tegen een besluit van een examencommissie is niet ontvankelijk

verklaard. Daarnaast zijn een tweetal bezwaren tegen een schorsingsbesluit behandeld door de

bezwaaradviescommissie. Hiervan is vervolgens op grond van de adviezen van de

bezwaaradviescommissie door het bestuur één bezwaar gegrond verklaard en één ongegrond. Een

zesde bezwaar is behandeld door geschillencommissie passend onderwijs van Onderwijsgeschillen.

Dit bezwaar is ongegrond verklaard.

Er zijn zeven klachten van ouders ontvangen, waarvan vijf het PO betroffen en twee het VO. Een

klacht was niet ontvankelijk. Zes klachten zijn intern afgehandeld conform de klachtenregeling. In

vier gevallen is in goed overleg een passende oplossing gevonden. Twee klachten zijn ongegrond

verklaard. Hiervan is één klacht opnieuw behandeld door Onderwijsgeschillen en vervolgens alsnog

ongegrond verklaard.

Bij elke klacht of bezwaar is gekeken naar de oorzaak van de klacht of bezwaar. Vervolgens is

gekeken hoe voorkomen kan worden dat eenzelfde klacht of bezwaar nogmaals ingediend wordt en

is zo nodig een passende maatregel getroffen.

Page 12: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

11

ONTWIKKELING LEERLINGAANTALLEN

De bekostigingssystematiek in het primair en in het voortgezet onderwijs is niet gelijk. In het primair

onderwijs is de teldatum 1 oktober t-1 bepalend voor de hoogte van de bekostiging per schooljaar

t/t+1.

De bekostigingssystematiek in het voortgezet onderwijs is gebaseerd op het aantal ingeschreven

leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar (t-1). Bekostiging vindt plaats per 1

januari van het direct volgende kalenderjaar.

De leerlingaantallen van het VO worden jaarlijks door de accountant gecontroleerd en bevestigd. Het

leerlingaantal is voor het Ministerie van OCW de maatstaf voor het berekenen van de bekostiging

voor personele en materiële lasten. De VO-leerlingtelling oktober 2016 is definitief vastgesteld.

Ontwikkeling leerlingaantallen primair onderwijs

Aantal leerlingen per school tbv bekostiging

Teldatum 1 oktober

2012 2013 2014

2015 2016

(voorlopig)

Driehoek 295 257 262 258 264

Zeppelin 398 402 362 332 280

Tweemaster 197 193 212 204 190

Draaimolen 301 301 295 248 255

Reijer 276 272 305 323 324

Bosweide 289 302 287 272 283

Botter 265 248 248 228 243

Piramide 356 358 333 322 329

Noord 224 224 218 219 229

Develhoek 228 240 270 290 337

Tandem 221 184 185 203 213

Twee Wieken 285 283 274 275 296

Dolfijn 249 262 279 284 306

KJS 182 187 184 187 180

Totaal PO 3818 3754 3714 3645 3729

Page 13: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

12

Ontwikkeling leerlingaantallen voortgezet onderwijs

Regulier (excl. VAVO) VAVO LWOO/PRO Totaal

2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016

DLB 1734 1636 1569 1566 4 10 13 10 0 0 0 0 1751 1646 1582 1576

GCR 873 814 731 673 4 10 9 6 147 162 171 148 1031 989 911 827

GCL 380 391 393 402 0 0 0 0 231 251 269 289 612 642 662 691

WCZ 960 1042 1127 1167 1 1 9 23 7 5 5 4 982 1058 1141 1194

Loket 214 223 219 218 0 0 0 0 175 156 148 131 389 379 367 349

Focus 176 168 170 193 0 0 0 0 82 70 70 79 258 238 240 272

MC 0 0 0 0 0 0 0 0 75 74 75 76 75 74 75 76

Totaal

VO

4337 4274 4209 4219 9 21 31 39 717 718 738 727 5098 5026 4978 4985

*Leerlingaantal per 1-10-2016 op basis van voorlopige bekostiging

Ontwikkeling leerlingaantallen voor de stichting als geheel

Aantal leerlingen

Teldatum 1 oktober

2012 2013 2014 2015 2016

PO 3818 3754 3714 3645 3729

VO 5099 5098 4981 4978 4985

OZHW voor PO

en VO 8917 8852 8695

8623 8714

Voor het eerst in tien jaar is het leerlingaantal in het PO gestegen. Dit is het resultaat van de

inspanningen door directies en teams. Ook het verbeteringen op het gebied van huisvesting en

interieur van de schoolgebouwen en PR- en marketingactiviteiten hebben hier een bijdrage aan

geleverd.

In het VO is een licht dalende trend te zien. Door beleid te zetten op een heldere profilering per

school bewerkstelligen we een betere positionering van het openbaar onderwijs. Het resultaat

hiervan zal de komende jaren zichtbaar moeten worden.

Page 14: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

13

PERSONEEL

Het personeelsbeleid bij OZHW voor PO en VO kent een doorgaande lijn van opleiden, starten, rijpen

en senioriteit. Zowel op de basisscholen als bij de VO-vestigingen worden stages van studenten

begeleid. In 2015 is in samenwerking met een aantal andere schoolbesturen een subsidie

aangevraagd om tot opleidingsschool in het VO te ontwikkelen. In 2016 is de subsidie toegekend en

is de Opleidingsschool Rijnmond van start gegaan. OZHW voor PO en VO is penvoerder voor de

subsidie.

Voor de start van een opleidingsschool in het PO is in 2016 in samenwerking met Hogeschool

Rotterdam en andere besturen een subsidie aangevraagd en toegekend. Vier OZHW-basisscholen in

Ridderkerk participeren in het project en leiden de eerste studenten mede op.

Professionele ontwikkeling is een continu proces, dat zowel vanuit teamverband plaatsvindt als

vanuit individuele scholing. Er vindt collegiale consultatie plaats binnen teams en ook tussen scholen.

Daarnaast is er een interne academie, Ontwikkelpunt.OZHW, waar verschillende trainingen worden

aangeboden. Het aanbod wordt bepaald door de vraag vanuit de scholen op basis van het

scholingsplan. De trainingen worden dan bij voorkeur verzorgd door interne trainers en bij

specifiekere kennis door externe trainers. Medewerkers kunnen zich hierop inschrijven. De

trainingen richten zich op persoonlijke ontwikkeling, zoals duurzame inzetbaarheid en ook op

vakinhoudelijke kennis, zoals vaksectie-bijeenkomsten. In 2016 is scholingsbeleid opnieuw

vastgesteld. Het doel is om scholing van medewerkers te stimuleren, maar ook om duidelijke

afspraken over scholing te maken. In 2016 is een AFAS-module Ontwikkelpunt ontwikkeld. Hierdoor

is het aanbod continu te volgen door medewerkers. Ook heeft een leidinggevende meer inzicht

gekregen in de deelname van medewerkers aan cursussen.

Binnen OZHW wordt actief beleid gevoerd op de begeleiding van startende leraren. Zij moeten zich

nog ontwikkelen van startbekwame professional naar vakbekwame professional. Er is hiervoor voor

beginnende leraren een inductietraject opgestart, waarbij ze intensief begeleid worden binnen een

school.

In het kader van levensfasebewust personeelsbeleid is er voor VO-medewerkers een basisbudget van

50 klokuren waarmee medewerkers zelf kunnen bepalen hoe ze dat willen inzetten (cao VO). In het

PO is het levensfasebewust personeelsbeleid bepaald op 40 uur voor duurzame inzetbaarheid. Er zijn

verschillende doelen bepaald waarvoor het gebruikt kan worden. Binnen Ontwikkelpunt.OZHW

wordt de cursus duurzame inzetbaarheid aangeboden, zodat medewerkers hierop kunnen

inschrijven.

Er is ook nog sprake van de overgangsregeling van het bapoverlof; verlof voor medewerkers van 52

jaar en ouder om hun arbeidsparticipatie te bevorderen.

In 2016 zijn diverse gesprekken geweest voor medewerkers van 63 jaar en ouder om de

pensioensituatie te bekijken en het eventuele vervroegd pensioen inzichtelijk te maken.

Als medewerkers zich prettig voelen op hun plek, blijven ze vitaler en kunnen ze beter bijdragen aan

de missie van stichting OZHW voor PO en VO. Hierdoor wordt de duurzame inzetbaarheid van

medewerkers bevorderd. In 2016 is mobiliteitsbeleid vastgesteld. Er zijn mogelijkheden gecreëerd

voor medewerkers om te mobiliseren. Dit heeft zich geuit in een aantal wisselingen van standplaats

van medewerkers en zijn medewerkers ook gemobiliseerd tussen PO en VO.

Page 15: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

14

Aantallen medewerkers Het is lastig om een vergelijking te maken met voorgaande jaren omdat 2015 pas het eerste jaar na

de fusie was. Ultimo 2016 waren er 996 medewerkers werkzaam in de organisatie. Dit betreft 735,81

fte, inclusief de korttijdelijke aanstellingen. Het aantal fte exclusief de korttijdelijken is 716,79.

Er is een flexibele schil van 12,9% van de totale fte in 2016 (in 2015: 14,8%). Dit zijn aanstellingen van

tijdelijke aard. Het betreft een groot deel vervangers met een 0 uren aanstelling.

In schema:

OZHW 2015 2016

Aantal medewerkers 956 996

Aantal fte 743,92 716,79

Aanstelling onbepaalde tijd (fte) 633,78 624,02

Aanstelling bepaalde tijd (fte) 110,14 92,77

Gegevens per 31 december 2016

Het verloop van het aantal fte over het jaar 2016 is als volgt weer te geven:

Functiemix Op 31 december 2016 was het onderwijzend personeel in het PO en in het VO als volgt verdeeld naar

loonschalen:

2015 2016

Primair Onderwijs

LA 75% 74,10%

LB 25% 25,90%

700,00

705,00

710,00

715,00

720,00

725,00

730,00

735,00

740,00

745,00

750,00

jan16 feb16 mrt16 apr16 mei16 jun16 jul16 aug16 sep16 okt16 nov16 dec16 Eind

personeelsverloop 2016

Page 16: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

15

2015 2016

Voortgezet onderwijs

LB 36% 35,60%

LC 45% 44,10%

LD 19% 20,30%

OZHW voor PO en VO streeft bij het PO naar ca. 35% benoemingen in loonschaal LB. In het VO is de

doelstelling een inschaling in loonschalen LC en LD van respectievelijk 49,8% en 18,2%.

Ziekteverzuim OZHW voor PO en VO breed (inclusief stafbureau) is in 2016 het verzuimcijfer 6,22% (in 2015:

6,61%). Het landelijke verzuimcijfer (verzuimbenchmark) in 2015 voor het voortgezet onderwijs

bedraagt 4,9% voor het onderwijzend personeel en 5,2% voor het onderwijsondersteunend

personeel (bron: voion.nl). In het PO was in 2015 het landelijk percentage 6,4% (bron: stamos.nl). De

landelijke gegevens voor 2016 zijn momenteel nog niet bekend.

OZHW voor PO en VO streeft op termijn naar een ziekteverzuim dat lager is dan 5%. In 2016 is het

ziekteverzuim binnen de stichting licht gedaald. Dit komt met name door de daling van het

ziekteverzuim in het PO. In schema is de stand van zaken per 31 december 2016 als volgt:

2014 2015 2016

PO 6,5% 7,07% 5,83%

VO (incl stafbureau) 4,13% 6,59% 6,42%

OZHW voor PO en VO -- 6,61% 6,22%

De extra aandacht in 2015 voor verzuimbegeleiding in het PO lijkt zijn vruchten afgeworpen te

hebben. De inzet blijft verdere terugdringing, ook met het oog op het streven om eigen risicodrager

te worden. Voor het VO is OZHW al eigen risicodrager. Het ziekteverzuim is ongeveer op hetzelfde

niveau als in 2015. Nadere analyse van de ziekteverzuimgegevens laat zien dat er een behoorlijk

aantal medewerkers langdurig (meer dan 43 weken) ziek is, wat nadelig is voor het totale

percentage. Neemt niet weg dat er ook in het VO aandacht gevraagd is voor verzuimbegeleiding.

Vervangingsfonds Het VO heeft geen relatie met het Vervangingsfonds. Het PO heeft zich verzekerd bij het

Vervangingsfonds om vervangers van zieke medewerkers vergoed te krijgen. Hiervoor wordt een

premie betaald. De premiekosten waren in 2016 hoger dan wat er gedeclareerd werd. In 2016 is

onderzocht of eigen risicodragerschap passend was. Besloten is om in 2017 hierover pas een besluit

te nemen.

Arbodienst OZHW voor PO en VO werkt samen met De Arbodienst op basis van het eigen regiemodel. Dit

betekent dat de verantwoordelijkheid meer bij de werkgever ligt, zodat die meer sturing kan geven

aan het verzuim en het vitaliteitsbeleid. Er wordt meer aandacht gegeven aan de preventieve kant en

minder aan de curatieve kant. In 2016 is er een wisseling van bedrijfsarts geweest.

Inmiddels zijn er diverse werkplekonderzoeken gedaan en is de training duurzame inzetbaarheid

ingezet om medewerkers vitaal te houden.

Page 17: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

16

Verklaring omtrent het gedrag (vog) voor het voortgezet en primair onderwijs Binnen de stichting OZHW voor PO en VO is er een verplichting om een VOG aan te leveren. Op basis

van de geldende wet- en regelgeving is er VOG-beleid vastgesteld. Vanaf 1 augustus 2015 dient ieder

nieuw personeelslid voor zijn daadwerkelijke ingangsdatum van het dienstverband een geldige VOG

te overleggen. Tot die tijd kan betrokkene niet worden aangesteld en dus ook niet werken. De VOG-

verplichting bij OZHW voor PO en VO geldt voor:

• alle medewerkers dat een dienstverband heeft/krijgt bij OZHW voor PO en VO;

• leraren in opleiding die betaald of onbetaald hun stage doen;

• vrijwilligers die regelmatig werk (minimaal 1x per maand) verrichten in school en daardoor in

aanraking komen met leerlingen;

• uitzendkrachten en gedetacheerd personeel;

• personeel via een payrollorganisatie.

Een recent VOG is niet ouder dan zes maanden.

Beleid inzake beheersing van uitkeringen na ontslag Bij iedere beëindiging van een dienstbetrekking wordt actief gezocht naar herplaatsingsmogelijkheden binnen OZHW voor PO en VO of binnen het regionaal samenwerkingsverband ROOZZ (VO). De lijst met personen met een verstrekte uitkering na ontslag wordt vervolgens gemonitord met behulp van de gegevens van het UWV en Participatiefonds. Bij nieuwe vacatures wordt van de kandidaten op deze lijst opnieuw de geschiktheid beoordeeld. Als iemand geschikt wordt bevonden, wordt hij of zij aangesteld in de vacature. In 2017 zal er ook voor het PO een samenwerking met collega-besturen gezocht worden om te proberen medewerkers, die onderaan de afvloeiingslijst staan en waarvoor ontslag dreigt bij een ander bestuur te plaatsen. Voordeel is dat een medewerker niet werkloos wordt. Voor de werkgever kan zo voorkomen worden dat er betaald moet worden aan een uitkering.

KLOKKENLUIDERSREGELING

Van de klokkenluidersregeling is in 2016 geen gebruik gemaakt. Er zijn geen meldingen

binnengekomen bij de vertrouwenspersoon integriteit.

ICT

ICT-organisatie en beleid

2016 is een bewogen jaar geweest voor de ICT-organisatie met een interne wisseling binnen de

leiding van de afdeling en een verandering in de beleidslijn van extern laten oplossen naar eerst

intern oplossen.

Zo is het beheer van de firewalls voor de zomer 2016 in eigen beheer genomen waarbij een aantal

medewerkers zijn bijgeschoold.

In maart 2016 en april 2016 heeft de ICT-organisatie tweemaal in het VO en eenmaal in het PO te

maken gekregen met crypto-virussen. Een deel van de bestanden van locaties waren hierdoor niet

meer bereikbaar en zijn hersteld door het terug plaatsen van een back-up. Na deze incidenten zijn de

gebruikers telkens voorgelicht met een bewustwordingscampagne.

Page 18: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

17

Informatiebeveiliging en Privacy (IBP) is mede door de nieuwe wetgeving op nationaal en Europees

niveau en de incidenten met cryptovirussen een hot item geweest. In 2016 is in basis het IBP

vastgelegd en zijn er bewerkersovereenkomsten gesloten met externe gegevensverwerkers. In 2017

zal op diverse deelgebieden het IBP verder uitgewerkt worden zodat het ook procedureel goed

geborgd is in de organisatie.

In 2016 is er een Europese aanbesteding ICT-computerapparatuur afgerond. In het verleden was de

aanschaf van apparatuur een sterk gedecentraliseerd proces. Met een nieuwe procedure Inkoop ICT

is dit verleden tijd. Naast het te verwachten financiële voordeel van centrale inkoop, vindt er tevens

een standaardisatieslag plaats zodat er apparatuur uitgewisseld kan worden tussen de scholen.

ICT-Infrastructuur

Het jaar 2016 stond in het teken van een tweetal lange termijn programma’s, het programma

OZHW365 met diverse projecten waaronder domein- en tenant migraties en een programma

Vernieuwing Netwerk Infrastructuur.

In het kader van OZHW365 is er een nieuw domein OZHW opgebouwd voor zowel PO als VO en

hebben alle VO-medewerkers en leerlingen en alle PO-medewerkers een office 365 account

gekregen en zijn alle mailaccounts gemigreerd van de lokale server naar de office 365 Cloud. Eind

2016 is er een start gemaakt met het aanmaken van de PO-leerlingen in office 365 en het nieuwe

OZHW-domein.

Aangezien de VO-scholen meer en meer afhankelijk worden van de ICT is het voorkomen van een

single point of failure voor deze scholen van levensbelang. In het OZHW365 programma is daarom

een project Virtuele Basisservers uitgevoerd om de afhankelijkheid van de datacenters te

verminderen. Iedere VO-locatie heeft nu een eigen server waar een aantal virtuele basisservers op

draaien die samen met de vernieuwde backbone netwerk ervoor zorgen dat een locatie zo veel

mogelijk in de lucht blijft.

Onderdeel van OZHW365 is tevens het project SCCM (System Center Configuration Manager) een

systeem met per locatie een eigen distributieserver en een centrale database met standaard

windows 10 configuraties ingericht is. Voor alle VO-scholen is er een drietal standaarden gemaakt.

Op een aantal locaties is al begonnen met de overstap naar de nieuwe Windows 10 configuraties. In

2017 maken we voor alle VO-locaties de overstap en worden er PO-configuraties ontwikkeld.

In het kader van het programma Vernieuwing Netwerk Infrastructuur is de backbone van het VO-

netwerk vernieuwd, waarbij uitgegaan is van toekomstige aansluiting van de PO-scholen op het

netwerk. Om de bedrijfszekerheid van de verbindingen onderling en naar het internet te verbeteren

is gekozen voor een netwerkmodel waarbij door middel van dynamische routering verbindingen

automatisch tot stand komen of omgeleid worden. Als nu op een VO-locatie bijvoorbeeld een

internetlijn wegvalt dan maakt de school automatisch gebruik van een of meerdere andere locaties

voor het internet.

Eind 2016 is in het kader van het programma Vernieuwing Netwerk Infrastructuur tevens een

aanbesteding geweest voor een Unified Threat Management (UTM) systeem voor de VO-locaties.

Het UTM zal in het eerste kwartaal van 2017 geïmplementeerd worden.

Een project dat veel tijd in beslag heeft genomen het afgelopen jaar is het onderbrengen van alle

websites en domeinen van onze scholen op een eigen platform. Dit is goed afgerond en zal in 2017

een vervolg krijgen door de websites te optimaliseren in snelheid en beveiliging.

Page 19: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

18

ICT-onderwijsinnovatie

Onderwijs en office 365 Een belangrijke innovatiestap in 2016 was het in gebruik nemen van Office365. Alle vestigingen zijn

daarmee bezig op een eigen manier en in een eigen tempo. Met name door het gebruik van OneNote

en OneNote Class Notebook in de les, heeft Gemini College Lekkerkerk daarin een voorloper rol

opgepakt. Deze school is Microsoft Showcase School geworden. Daarvan zijn er vijf in Nederland.

OneNote wordt op twee manieren gebruikt. Tijdens de rekenen/wiskundelessen delen docent en

leerlingen alle informatie met elkaar, plaats en tijd onafhankelijk. De docenten van Zorg en Welzijn

zijn begonnen met het omzetten van de uit mappen en Word documenten bestaande leerlijn naar

een OneNote boek, wat gedeeld kan worden met de collega’s en later ook met de leerlingen.

Op de drie Daltonscholen van OZHW is gestart met het opnemen van de Dalton studie/taakplanner

in OneNote, zodat deze meer interactief wordt. Komend jaar wordt dit verder opgepakt.

Digiborden

Naast het gebruik van Office365 heeft de didactische inzet van het digibord veel aandacht gekregen.

Op alle vestigingen is aandacht besteed aan het gebruik van de borden in de les en de nieuwe

mogelijkheden die er zijn met de touchscreens.

SharePoint online Portal

Door de fusie is er behoefte aan een intranet voor de organisatie als geheel waarin het mogelijk is op

een gemakkelijke manier met elkaar te kunnen samenwerken. Doel is een digitale omgeving te

creëren waar medewerkers en/of leerlingen met elkaar kunnen samenwerken ongeacht plaats, tijd

en afstand. Op basis van een eisen- en wensenlijst hebben drie potentiele leveranciers een

presentatie gegeven hoe zij aan deze eisen en wensen konden voldoen en is uiteindelijk een partij

gekozen om de voorbereiding te starten voor de bouw van een sharepoint omgeving. Hieruit is een

requirement analyse voortgekomen die bepalend is voor de bouw van de sharepoint omgeving. De

bouw is eind 2016 gestart.

Naar een meer planmatige aanpak

Er is een begin gemaakt met het doorvoeren van de ICT-statements uit het strategisch beleidsplan in

de individuele ICT-plannen van de scholen. Er is begeleiding geweest bij het maken van een ICT-visie

en -doelen gedragen door het schoolteam. Deze plannen worden gemaakt en zullen medio 2017

door iedere school zijn ingeleverd voorzien van een financiële onderbouwing.

Op eigen niveau is er met regelmaat een bijeenkomst georganiseerd met alle ict-coördinatoren van

de PO-scholen. IN 2017 krijgt dit vervolg in een meer thematische aanpak zoals bijvoorbeeld robotica

en programmeren of Virtual Reality en Augemented Reality.

Externe oriëntatie en ICT-onderwijsinnovatie

Gedurende het afgelopen jaar is er ook gewerkt aan informatie-uitwisseling met nationale en

internationale netwerken en samenwerkingsverbanden die gericht zijn op innovatie van het

onderwijs. Voorbeelden daarvan zijn het Global Network New Pedagogies for Deep Learning, het

Microsoft Innovative Educator Expert netwerk, het Microsoft netwerk Showcase Schools, het VO-

Content netwerk voorloperscholen, het Regionale netwerk van ROOZZ, het regionale netwerk van

Like to Share.

Het bezoeken van de ISE en NOT-beurs leverden weer nieuwe ideeën op. Zo ook de inspirerende

bijeenkomsten met de Rolf groep, OinO advies en de belangrijke partner Kennisnet.

Page 20: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

19

HUISVESTING

De hoofdlocatie van OBS de Dolfijn in Zwijndrecht heeft in maart 2016 een plaats gekregen in een

nieuwe multifunctionele accommodatie in de wijk Kort Ambacht Zuid. Het Dalton Lyceum

Barendrecht heeft in april 2016 haar noodlokalen verruild voor een nieuwe multifunctionele

accommodatie op de Campus Lagewei.

Bij OBS de Bosweide is in de zomervakantie gestart met de aanbouw van twee permanente lokalen

en een speellokaal, in combinatie met uitbreiding van en andere school en een gymzaal. Gelijktijdig

wordt de oudbouw grootschalig gerenoveerd en beide activiteiten zullen begin van het nieuwe

schooljaar gereed zijn. Voor twee groepen van de Bosweide is voor de duur van de

bouwwerkzaamheden tijdelijke huisvesting gerealiseerd in een nabijgelegen maatschappelijke

locatie.

OBS Develhoek is in 2016 gestart met het ontwerp van een uitbreiding van drie lokalen. Start van de

bouw zou in het najaar van 2017 kunnen plaatsvinden.

De Leeronderneming heeft onderdak gekregen in een aparte vleugel van het Gemini College in

Ridderkerk. Ook het naastgelegen OBS De Reijer is in verband met groei met twee groepen in het

Gemini College gehuisvest.

De Driehoek, Zeppelin en De Draaimolen aan de Bachlaan hebben een opknapbeurt gekregen en als

laatste zal Dolfijn Laurensvliet aangepakt worden in 2017.

Het Walburg College heeft ten slotte in verband met groei in het gebouw een aantal extra lokalen

gecreëerd.

In het najaar is er een kleine brand geweest in het Gemini College Ridderkerk waarbij met name

rookschade was ontstaan. Met hulp vanuit de gemeente Ridderkerk is de schade snel hersteld en is

de uitval van lessen tot een minimum beperkt gebleven.

In de gemeenten Ridderkerk is het Integraal Accommodatie Plan vastgesteld waarin voor de lange-

en middellange termijn scenario’s voor geplande of noodzakelijke nieuwbouw of

renovatiewerkzaamheden zijn beschreven. Bij de gemeente Zwijndrecht is het Integraal

Accomodatieplan in behandeling.

In Barendrecht is in 2016 gestart met een nieuwe accommodatieplan en dit zal in 2017 verder gevolg

krijgen.

OZHW voor PO en VO overlegt met de gemeenten en andere schoolbesturen over het (concept-) IAP.

Waar uitbreiding, nieuwbouw of renovatie aan de orde is, stelt het bestuur zich ten doel de

toekomstige huisvestingslasten voor haar vestigingen zo laag mogelijk te houden. Zo mogelijk wordt

bij de oudere vestigingen ingezet op (vervangende) nieuwbouw. Voor De Tweemaster en

Geminicollege Ridderkerk is in de nabije toekomst nieuwbouw voorzien.

Page 21: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

20

INKOOP In 2016 is het gezamenlijk inkoopbeleid voor PO en VO vastgesteld. Hieruit voortvloeiend is op basis

van een inkoopanalyse een inkoopkalender en een inkoopjaarplan 2016-2017 samengesteld. Hieruit

volgen de aanbestedingen die OZHW in het schooljaar 2016-2017 zal uitvoeren.

In 2016 zijn de raamovereenkomsten voor ICT-hardware en kantoorartikelen voor geheel OZHW

Europees aanbesteed. Verder is de voorbereiding gestart voor een viertal Europese aanbestedingen

voor raamovereenkomsten voor leermiddelen voortgezet onderwijs, leermiddelen primair onderwijs,

digiborden en energie. Deze aanbestedingen zullen in de eerste helft van 2017 afgerond zijn.

Vanwege de hoge investeringen en de complexe factoren bij de aanschaf van ICT is de ICT-

inkooporganisatie in 2016 aangepast om meer structuur aan te brengen in de inkoop- en

bestelprocedure. Door kennisbundeling van ICT, innovaties en financiën binnen de inkoopgroep kan

de behoefte van scholen efficiënter, goedkoper en meer toekomstgericht ingevuld worden.

Page 22: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

21

3 ONTWIKKELINGEN BIJ OF IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN OZHW voor PO en VO participeert in verschillende samenwerkingsverbanden:

Bestuurlijke krachtenbundeling ROOZZ – o.a. gericht op de mobiliteit van personeel en het opleiden van onderwijsgevenden.

Opleidingsschool Rijnmond – gericht op de instandhouding van een opleidingsschool, zoals bedoeld in de regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 augustus 2015.

SWV VO Noordelijke Drechtsteden – gericht op het realiseren van ondersteuningsvoorzieningen in de regio Zwijndrechtse Waard en het realiseren van een ononderbroken ontwikkelingsproces en een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs voor leerlingen in de regio.

Koers VO - gericht op het realiseren van ondersteuningsvoorzieningen in de regio Rotterdam en het realiseren van een ononderbroken ontwikkelingsproces en een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs voor leerlingen in de regio.

SWV PO RiBa – gericht op het realiseren van ondersteuningsvoorzieningen in de regio Barendrecht, Ridderkerk en Albrandswaard en het realiseren van een ononderbroken ontwikkelingsproces en een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs voor leerlingen in de regio.

SWV PO Passend Onderwijs Drechtsteden - gericht op het realiseren van ondersteuningsvoorzieningen in de regio Zwijndrecht en het realiseren van een ononderbroken ontwikkelingsproces en een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs voor leerlingen in de regio.

Loket - gericht op integratie van aansluitende leerlijnen in één opleidingsvestiging in Zwijndrecht.

Maximacollege – gericht op praktijkonderwijs en ondersteuning van leerlingen die kampen met gedragsproblemen in Ridderkerk.

Focus Beroepsacademie – gericht op integratie van aansluitende leerlijnen in één opleidingsvestiging in Barendrecht.

In de jaarrekening zijn de financiële rechten en verplichtingen van de samenwerkingsverbanden ten opzichte van OZHW voor PO en VO verwerkt. De samenwerkingsverbanden zijn ondergebracht bij aparte rechtspersonen, met uitzondering van de samenwerkingsverbanden ROOZZ, Opleidingsschool Rijnmond en Focus Beroepsacademie, waar alleen sprake is van bestuurlijke samenwerking.

Page 23: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

22

4 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

Op grond van de statuten van de stichting OZHW voor PO en VO heeft de Raad van Toezicht tot taak

het integraal toezicht houden op het functioneren van de organisatie in het algemeen en op het

College van Bestuur in het bijzonder dit met het oog op de belangen van de stichting. De Raad van

Toezicht geeft het bestuur gevraagd en ongevraagd advies en functioneert als klankbord ten

behoeve van het bestuur. De Raad van Toezicht oefent voorts die taken en bevoegdheden uit die

hem in de statuten zijn opgedragen en toegekend. De Raad van Toezicht draagt zorg voor het

benoemen, schorsen en ontslaan van het bestuur evenals het optreden als bevoegd werkgever van

het bestuur, alsmede voor het regelen van zijn eigen werkzaamheden, zoals zijn

informatievoorziening, samenstelling en kwaliteit, deskundigheidsbevordering of honorering.

Bij het uitoefenen van de toezichthoudende taken richt de RvT zich naar het belang van de stichting,

het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de

samenleving.

De toezichtfilosofie van de Raad van Toezicht omvat:

Het bestuur bestuurt de Stichting; de Raad van Toezicht ziet erop toe dat het bestuur dit doet overeenkomstig de missie en visie en doelen van de stichting en het daarbij behorende strategisch beleidsplan en het jaarplan.

De Raad van Toezicht houdt afstand en vormt voor het CvB een constructieve countervailing power.

De Raad van Toezicht toont een voor medewerkers, schoolleiding en buitenwereld zichtbare betrokkenheid bij de organisatie.

De Raad van Toezicht kiest een proactieve opstelling: de RvT bepaalt zijn eigen agenda en prioriteiten rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van het bestuur.

De RvT levert door zijn niveau, kennis, ervaring, contacten en optreden meerwaarde ten opzichte van het bestuur.

De Raad van Toezicht houdt vanuit een maatschappelijke betrokkenheid toezicht op:

- de maatschappelijke effecten of het maatschappelijke resultaat van de stichting; - de realisatie van het doel en de missie van de stichting; - de daartoe gestelde doelen van beleid en strategie; - het beleid en beheer van het bestuur met de bijbehorende resultaten en prestaties en risico's; - het naleven van wet- en regelgeving; - het voldoen aan de eisen van de financiële verslaggeving; - de interne controle en risicobeheersing; - de te leveren kwaliteit en kwantiteit van producten en diensten; - de doelmatigheid en efficiency; - de integriteit en de identiteit.

Over de uitoefening van deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden legt de raad verantwoording

af in dit jaarverslag, dat wordt gevoegd bij het bestuursverslag van het College van Bestuur.

Page 24: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

23

SAMENSTELLING

In 2015 is de fusie van de stichtingen 3primair en OZHW een feit geworden en is er derhalve de

nieuwe stichting OZHW voor PO & VO ontstaan. Dit houdt tevens in dat er in 2015 een nieuwe Raad

van Toezicht is gevormd uit de leden van de raden van toezicht van de oude stichtingen. In 2016 zijn

twee nieuwe leden toegetreden. In deze procedure zijn zowel de MR als de GMR betrokken geweest.

De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en

maatschappelijke achtergronden waarborgt. Bij de benoeming van een toezichthouder wordt

gebruik gemaakt van een vooraf opgesteld individueel profiel dat is afgeleid van dit algemene profiel.

De samenstelling van de Raad van Toezicht in het verslagjaar is:

Naam Functie Commissie

Dhr. Drs. J.T.G.P. Franx Voorzitter RvT Remuneratie

Mw. Mr. M. van der Nat Lid RvT, vice vz Financiën

Dhr. K.C. van Leeuwen

AA/CB

Lid RvT Financiën

Mw. Drs. S.J. Pors Lid RvT Financiën,

Remuneratie

Mw. A.W. van Dongen Lid RvT Onderwijs & kwaliteit

Dhr. D. Koerselman Lid RvT Onderwijs & kwaliteit

Mw. Ir. A. van Delft Lid RvT Onderwijs & kwaliteit

ROOSTER VAN AFTREDEN

Tijdens de vergadering van de Raad van Toezicht van 20 juni 2016 is het rooster van aftreden

vastgesteld.

Volgens de statuten van de stichting OZHW voor Po en VO geldt de benoeming van een lid van de

RvT voor een periode van 4 jaar en is er eenmaal een herbenoeming mogelijk. Een tussentijdse

benoeming in de termijn van iemand die aftreedt, geldt als een termijn.

De governance code PO zegt niets specifieks over de benoemingstermijnen van de RvT. De

governance code VO daarentegen wel. Daarin wordt vermeld dat een benoemingstermijn vier jaar is

en dat de maximale zittingsduur acht jaar is. De jaren als RvT-lid bij een rechtsvoorganger worden

hierbij meegerekend.

Page 25: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

24

Naam Benoemd

per

Benoeming

bij

rechtsvoor-

ganger per

Termijn

OZHW bij

PO & VO

Beëindiging

termijn

Herbe-

noem-

baar

J.T.G.P. Franx 18-12-2014 01-01-2007 eerste 31-12-2017 nee

M. van der Nat 18-12-2014 01-01-2007 eerste 31-12-2018 nee

K.C. van Leeuwen 18-12-2014 01-05-2010 eerste 31-12-2018 nee

S.J. Pors 01-01-2016 eerste 31-12-2019 ja

A.W. van Dongen 18-12-2014 01-01-2011 eerste 31-12-2020 nee

D. Koerselman 18-12-2014 01-05-2010 eerste 31-12-2017 nee

A. van Delft 01-01-2016 eerste 31-12-2019 ja

HONORERING

De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden conform de

vergoedingsregeling (vastgesteld op 26-01-2015) een vergoeding. Bij die vergoedingsregeling gaat de

RvT ervan uit dat de beschikbare financiële middelen van de stichting OZHW in beginsel zijn bedoeld

voor het primaire proces. De vergoedingsbedragen (inclusief BTW) per persoon per kalenderjaar

bedragen: voor de leden van de Raad van Toezicht € 3.000,- (bruto) en voor de voorzitter 50% meer.

De honorering van zowel de leden van de Raad van Toezicht als die van de bestuurders worden

verantwoord in de jaarrekening van de stichting OZHW.

VERGADERINGEN e.d.

Vergaderingen Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht en het College van Bestuur vergaderden in 2016 vijf maal in gezamenlijkheid, te weten op: 15 februari, 11 april, 20 juni, 6 oktober, en 21 december. De voorzitter van de Raad van Toezicht voerde daarnaast frequent vooroverleg met het College van Bestuur. Daarnaast overlegden de commissie financiën en onderwijs & kwaliteit regelmatig met het College van bestuur. Voorts is in 2016 gestart met een remuneratiecommissie, die de werkgeversrol vervult voor de leden van het College van Bestuur. Tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht kwamen verschillende onderwerpen aan de orde, te weten: - de zogenoemde directieverslagen van de bestuurders; - de jaarrekening en het bestuursverslag 2015; - het bestuurlijk jaarplan (en de relatie met het strategisch beleidsplan); - het strategisch beleidsplan 2016-2020; - de CAO bestuurders in het PO en in het VO (incl. de beloningsleidraad); - de stand van zaken inzake lopende procedures met de gemeente Ridderkerk; - de begroting OZHW voor 2016 en 2017; - procedure voor de beoordeling van (een lid van) het College van Bestuur, alsmede de rapportage

van de beoordeling van het CvB; - procedure werving/selectie & benoeming van een lid College van Bestuur (dit in verband met het

starten van een procedure voor de werving van een lid van het CvB in 2017);

Page 26: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

25

- van verschillende scholen kwamen o.a. aan de orde: de huisvesting; de inspectierapportages; onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen (mede n.a.v. schoolbezoek); rapportage kwaliteitszorg;

- het rooster van aftreden van de RvT; - HR-beleid: ziekteverzuim; introductie nieuwe medewerkers.

De zelfevaluatie van de RvT

Aan de hand van een beschrijvende methode heeft de RvT het eigen functioneren in het najaar van 2016 geëvalueerd. Daarbij kwamen verschillende aspecten aan de orde, zoals: zelforganisatie van de RvT (samenstelling, vergaderschema en -frequentie, deskundigheidsbevordering, commissiewerk; rolvast gedrag (t.a.v. goedkeuringsbevoegdheid, advies- en klankbord, toezichthouden); informatievoorziening; maatschappelijke functie van de stichting OZHW; belangenverstrengeling; het eigen functioneren; de werkgeversfunctie; strategie van de stichting OZHW; toegevoegde waarden en legitimatie. De uitkomst van de zelfevaluatie van de RvT is tijdens de vergadering van 21 december 2016

besproken.

Procedure werving/selectie lid van het College van Bestuur Aangezien de huidige voorzitter heeft aangekondigd gebruik te willen gaan maken van de pensioenregeling is in het najaar van 2016 is een procedure gestart voor de werving en selectie van een lid van het College van Bestuur. De RvT heeft tevens besloten het huidige lid van het CvB met ingang van 1 augustus 2017 te benoemen tot voorzitter van de het CvB. De procedure en het profiel van het lid van het CvB zijn in november 2016 besproken en voor advies nogmaals voorgelegd aan de directeuren PO en VO en de MR/GMR. Dit heeft geleid tot een aantal aanpassingen. De RvT heeft besloten om zich in deze procedure te laten bijstaan door een extern bureau. Na het inwinnen van offertes is de uiteindelijke keuze bepaald om de firma Leeuwendaal. De RvT heeft tijdens de vergadering van 21 december 2016 de uiteindelijke procedure en het profiel waarmee de werving/selectie in 2017 zal beginnen vastgesteld.

Diversen Leden van de Raad van Toezicht gaven acte de présence bij verschillende gelegenheden en gebeurtenissen zoals: de nieuwjaarsreceptie; de dag van de docent (5 oktober 2016) en een bezoek aan ODS de Zeppelin.

Leden van de RvT hebben een vergadering van de GMR en MR bijgewoond om zo contact te houden met docenten, ouders en leerlingen van OZHW.

JAARGESPREKKEN (in het kader van het werkgeverschap) Door twee leden van de Raad van Toezicht is 2016 het jaarlijkse functionerings-/beoordelingsgesprek gevoerd met het College van Bestuur. Dit geschiedde aan de hand van de door de Raad van Toezicht op- en vastgestelde procedure. De uitkomst is besproken in de Raad van Toezicht.

DIVERSEN

Financiën Er is een accountant benoemd voor de controle van de jaarrekening 2015. De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar ingestemd met de jaarrekening 2015 en op basis daarvan decharge verleend aan het College van Bestuur.

Page 27: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

26

Up-to-date houden van kennis (professionalisering) De leden van de Raad van Toezicht zijn allen lid van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) en nemen zodoende kennis van de ontwikkelingen op het gebied van besturen en toezicht houden en tevens maken leden van de RvT regelmatig gebruik van het cursusaanbod van de VTOI. Daarnaast wordt overigens ook de informatie die wordt verkregen van de PO-Raad en VO-Raad bijgehouden.

TENSLOTTE

Van het College van Bestuur, directie en medewerkers wordt veel gevraagd aan visie,

professionaliteit en inzet in het belang van de leerlingen en daarmee ook van de samenleving. Dit

vereist naast creativiteit en flexibiliteit vooral ook de nodige motivatie. Hieraan te voldoen is slechts

mogelijk als de waardering ernaar is, van leerlingen, ouders en de samenleving. De Raad van Toezicht

levert hieraan graag een bijdrage door uit te spreken hoezeer de raad erkentelijk is voor wat er in het

afgelopen jaar door alle OZHW-medewerkers aan betrokkenheid is getoond en aan doelstellingen is

gerealiseerd. Het geeft eens te meer reden om met veel vertrouwen de toekomst tegemoet te zien.

Namens de Raad van Toezicht,

Drs. J.T.G.P. Franx

voorzitter

Page 28: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

27

5 FINANCIEEL BELEID

FINANCIËLE SITUATIE BIJ OPRICHTING

De Stichting OZHW voor PO en VO is op 18 december 2015 opgericht uit een fusie tussen Stichting

OZHW en Stichting 3Primair. Het verslagjaar 2016 is het tweede jaar van de gefuseerde instelling.

De financiële uitgangspositie bij aanvang van 2015 bevatte de overgenomen rechten en

verplichtingen van de twee gefuseerde instellingen. De rechten en verplichtingen zijn conform de

grondslagen van waardering in de twee jaarrekeningen van deze instellingen overgenomen in de

beginbalans van OZHW voor PO en VO.

In 2015 en 2016 zijn enkele bijzondere baten en lasten gerealiseerd die eigenlijk voortkomen uit

herzieningen van de rechten en verplichtingen met een oorsprong vóór 2015. In 2016 betreft dit een

afrekening van gemeente Ridderkerk. De bijzondere baten en lasten zijn als incidentele baten en

lasten toegelicht in de analyse van het resultaat.

GANG VAN ZAKEN GEDURENDE HET VERSLAGJAAR

Resultaat 2016 De totale staat van baten en lasten is als volgt:

Page 29: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

28

In het voorgeschreven model voor de jaarrekening is niet toegestaan de onttrekkingen uit reserves

op te nemen als baten. In de begroting was dat wel gedaan, omdat in de begroting 2016 opgenomen

geplande bestedingen van reserves dekking gaven aan geplande extra uitgaven in 2016.

Over de omvang van de reserves is door de Inspectie van het Onderwijs (OCW) begin 2015 een brief

ontvangen met de aankondiging van een onderzoek. Daarbij werd gevraagd om een motivatie voor

de benodigde financiële buffers en een investeringsplan. Alhoewel het onderzoek, vanwege de fusie,

direct weer is stopgezet, heeft het bestuur in overleg met de Raad van Toezicht besloten voor de

jaren 2015 tot en met 2017 een deel van de reserves in te zetten.

Het overige resultaat, rekening houdend met deze geplande bestedingen, komt uit op € 307.745

(negatief).

RESULTAAT (in euro's)

Realisatie Begroting

2016 2016

Baten

Rijksbijdragen Ministerie van OCW 58.651.209 57.525.216

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 550.962 528.567

Overige baten 2.379.939 2.024.261

Totaal baten 61.582.110 60.078.044

Lasten

Personeelslasten 50.249.325 48.397.574

Afschrijvingen 1.357.406 1.450.816

Huisvestingslasten 4.802.939 4.859.226

Overige materiële lasten 6.897.253 6.249.777

Totaal lasten 63.306.923 60.957.393

Saldo baten en lasten (1.724.813) (879.349)

Saldo financiële baten en lasten 209.978 251.102

Resultaat (1.514.835) (628.248)

Geplande besteding van reserves (1.207.090) (820.000)

(307.745) 191.752

Resultaat exclusief geplande besteding

reserves

Page 30: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

29

Analyse geplande besteding van reserves 2016 Het resultaat vóór resultaatsbestemming bedraagt € 1.514.835 (negatief). In de realisatie is voor

€ 1.207.090 aan geplande bestedingen van aan (bestemmings-)reserves opgenomen.

De geplande besteding uit de reserves i.v.m. projecten voor het PO is apart opgenomen om in de

begroting extra inzet te kunnen plegen. Dat ging om de volgende projecten:

ICT (€ 175.000)

Fusieprojecten (€ 125.000)

Gebouwvernieuwing (€ 100.000)

Het overgeheveld resultaat van vorig jaar (2015) in het VO volgt uit de afspraken in de kaderbrief.

Het bedrag was ten tijde van de begroting 2016 nog niet bekend. Deze afspraak wordt in 2017 niet

voortgezet, waardoor er geen overheveling van 2016 naar de begroting 2017 meer plaatsvindt.

De inzet voor de Leeronderneming vanuit de reserves en de inzet vanuit de reserve Personele

knelpunten ten behoeve van de ontwikkelingen in Ridderkerk waren conform de begroting.

De onttrekkingen voor de spaarbapo waren geschat op basis van de trend van de afgelopen jaren. In

2016 bleek dat een aantal mensen versneld hun spaar-saldo wilden opnemen. De gerealiseerde

onttrekking is daarom hoger dan voorzien in de begroting.

Analyse baten en lasten in resultaat 2016 Het resultaat komt uit op € 307.745 (negatief). Ten opzichte van de begroting (€ 191.752 positief) is

dat een negatief verschil van € 499.497. In dit resultaat is voor € 277.842 (negatief) aan incidentele

lasten verwerkt die voortkomen uit de afwikkeling van een oude verplichting. Het gaat om een

verplichting die vóór 2015 is ontstaan, maar die in 2016 tot een nagekomen resultaat heeft geleid,

terwijl daar in de begroting van OZHW voor PO en VO geen rekening mee was gehouden. In de

analyse van het resultaat wordt deze apart toegelicht. Het resultaat uit de overige (reguliere)

exploitatie in 2016 bedraagt aldus € 29.903 negatief. Dat is een verschil van € 221.655 (negatief) ten

opzichte van de begroting. In 2015 waren ook incidentele resultaten opgenomen ad € 719.140

(negatief).

Toelichting geplande besteding reservesRealisatie

Begroot als

extra

bestedingen

Geplande besteding reserves i.v.m. projecten PO -400.000 -400.000

Overgeheveld resultaat van vorig jaar in VO -208.315 -

Geplande besteding reserves voor Leeronderneming -140.000 -140.000

Geplande besteding reserve personele knelpunten -200.000 -200.000

Onttrekking reserves ivm opname spaarbapo -258.775 -80.000

-1.207.090 -820.000

Page 31: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

30

OZHW voor PO en VO is penvoerder van Opleidingsschool Rijnmond en uit dien hoofde

verantwoordelijk voor het verantwoorden van de daarvoor ontvangen Rijksbijdragen. De baten en

lasten van de Opleidingsschool zijn dus onderdeel van de baten en lasten van OZHW voor PO en VO

in 2016. Het resultaat van de Opleidingsschool is € 125.758 (begroot was € 81.750 positief). Dit wordt

conform de gemaakte afspraken aan de bestemmingsreserve Opleidingsschool toegevoegd en is

beschikbaar voor de komende jaren waarin de Opleidingsschool een tekort verwacht in de begroting.

Voor de analyse van het resultaat dient onderscheid te worden gemaakt tussen het resultaat uit

incidentele baten en lasten ad € 277.842 enerzijds en het resultaat uit de reguliere exploitatie ad €

29.903 anderzijds.

In het onderstaande schema zijn daarom de begrotingsverschillen die voortkomen uit de reguliere

exploitatie toegelicht. In totaal is het negatieve verschil ten opzichte van de begroting €221.655.

Verschillenanalyse Realisatie Begroting Verschil Toelichting

2016 2016

(307.745) 191.752 (499.497)

Incidentele baten en lasten

(277.842) - (277.842) In januari 2017 heeft het hof in Den Haag een uitspraak gedaan inzake een vordering van de

gemeente Ridderkerk. De vordering is, nadat de rechtbank Rotterdam de vordering in 2015 nog

geheel had afgewezen, door het hof nu gedeeltelijk toegewezen. De stichting achtte de gehele

vordering van gemeente Ridderkerk op grond van de afrekening van financiële positie bij de

verzelfstandiging onterecht en had de post ultimo 2015 opgenomen als niet uit de balans

blijkende verplichting. Op grond van de uitspraak van het hof is besloten de kosten mee te

nemen in het resultaat van 2016 onder de overige lasten. De stichting heeft daarbij haar rechten

voorbehouden en is tegen de uitspraak in cassatie gegaan.

Resultaat in de reguliere exploitatie (29.903) 191.752 (221.655)

Resultaat exclusief geplande besteding

reserves

Hogere lasten door afrekening vordering Ridderkerk

Page 32: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

31

FINANCIËLE POSITIE

De financiële positie is samen te vatten met behulp van enkele kengetallen.

Verschillen in reguliere exploitatie Realisatie Begroting Verschil Toelichting

exclusief incidentele baten en lasten 2016 2016

en exclusief besteding reserves (29.903) 191.752 (221.655)

Verschillen in de baten

Rijksbijdragen Ministerie van OCW 58.651.209 57.525.216 1.125.992 Groeibekostiging in het Primair Onderwijs, eerste opvang Vreemdelingen en

Maatwerkbekostiging aan kinderen met een asielstatus waren niet begroot, waardoor meer

inkomsten zijn binnengekomen ad ca. 440.000 . Overige aanvullende bekostigingen, o.a. voor

lerarenbeurzen en prestatiebox waren 335.000 hoger dan begroot. Ontvangen doorbetalingen

van Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs waren ca. 201.000 hoger dan begroot. Op

basis van de CAO-wijziging is de bekostigingsnorm aangepast. De compensatie levert ca. 230.000

extra op ten opzichte van de begroting. Voor collectieve uitkeringen is ca. € 100.000 meer

bekostiging ingehouden.

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 550.962 528.567 22.395 Subsidies die al waren toegekend ten tijde van de begroting waren in de begroting

meegenomen. Extra niet-begrote of hogere subsidies zijn ontvangen in het boekjaar, o.a. voor

Real Life Learning en het Mattie-project.

Overige baten 2.379.939 2.024.261 355.679 De opbrengst voor medegebruik/verhuur is in totaal gestegen met ca. 65.000. Op de algemene

ouderbijdrage in het VO is ca. € 167.000 minder gerealiseerd dan begroot omdat er gemiddeld

minder vrijwillig is bijgedragen door ouders. Voor overige baten is de opbrengst ca. 458.000

hoger dan begroot, dit betreft diverse niet-begrote baten, zoals de baten van

ouderverenigingen, sponsoring, subsidies uit fondsen voor internationalisering, cultuur,

docentontwikkeling etc.

Totaal 61.582.110 60.078.044 1.504.066

Verschillen in de lasten

Personeelslasten 49.242.235 47.777.574 1.464.661 Op basis van de cao-wijziging is ca. € 880.000 meer aan personeelslasten besteed dan begroot.

Dit is gecompenseerd door hogere rijksbijdragen voor ca. € 230.000. Op de formatieve inzet is

daarnaast ca. € 630.000 mln extra besteed ten opzichte van de begroting. De extra inzet komt

enerzijds voort uit de inzet van extra ontvangen bekostiging (hierboven vermeld), hoger

ziekteverzuim en deels ook door de inzet van (duurder) personeel niet in loondienst. In 2016 is

over het geheel genomen nog wel sprake geweest van terugloop in formatie. Het verloop van

de formatie in 2016 is onder Personeel opgenomen. In de komende begrotingen wordt rekening

gehouden met meer ziekteverzuim en dat er vaker een beroep moet worden gedaan op externe

inhuur voor sommige bevoegdheden (tekort-vakken) in het VO. Op overige personeelslasten is

ca. € 157.000 minder besteed dan begroot.

Afschrijvingen 1.357.406 1.450.816 (93.410) De geplande investeringen in 2016 zijn later uitgevoerd dan gepland, vooral in het vierde

kwartaal. Daardoor zijn de afschrijvingslasten lager dan begroot.

Huisvestingslasten 4.702.939 4.759.226 (56.287) Op de energielasten is ca. € 146.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit komt vooral doordat er

afrekeningen zijn ontvangen waarop een lager verbruik te zien was. Op onderhoud en innovatie

van gebouwen is ca. 76.000 meer besteed dan begroot.

Overige materiële lasten 6.519.411 6.149.777 369.634 Aan ICT-netwerk en ICT-apparatuur is ca. € 200.000 meer besteed dan begroot. Aan boeken en

digitale leermiddelen is ca. 300.000 meer besteed dan begroot. Aan activiteiten waarvoor

ouderbijdragen werden gevraagd, is ca. 200.000 minder besteed dan begroot. Dit hangt vooral

samen met de lagere overige baten.

Totaal 61.821.991 60.137.393 1.684.598

Verschillen in de financiele baten en lasten

Saldo financiele baten en lasten209.978 251.102 (41.124)

Het gemiddelde rendement op de obligatie-portefeuille is in 2016 lager uitgekomen dan

begroot.

Totaal verklaarde verschillen (221.655)

KengetalSignalerings-

waarden

Waarde OZHW

voor PO en VO

2016

Waarde OZHW

voor PO en VO

2015

Solvabiliteit 2 < 0,3 0,49 0,50

Liquiditeit < 0,75 0,57 0,61

Huisvestingsratio > 0,10 0,08 0,08

Weerstandsvermogen > 0,05 0,16 0,18

Rentabiliteit

1-jarig < -0,1

2-jarig < -0,05

3-jarig < 0

-0,024 -0,030

Kapitalisatiefactor > 35% 38% 41%

Financiële buffer > 5% 12,9% 16,9%

Page 33: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

32

De signaleringswaarden zijn door de inspectie opgenomen in het toezicht op de financiële

continuïteit, d.w.z. ter beoordeling of de instelling financieel gezond is. Dit toezicht vindt risicogericht

plaats. De kengetallen zijn geen normen waaraan het bestuur moet voldoen en de overschrijding

ervan leidt niet automatisch tot aangepast financieel toezicht. De bepaling van aangepast financieel

toezicht vindt plaats in de vorm van een uitvoeriger onderzoek waarbij veel meer aspecten in

ogenschouw worden genomen. In de toelichting hieronder wordt uitleg gegeven over deze

kengetallen en beoordeelt het bestuur hoe financieel gezond de stichting is.

Toelichting Kengetal Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen (gedefinieerd als: eigen vermogen / totale baten) geeft aan in hoeverre de

organisatie in staat is financiële calamiteiten op te vangen. Het weerstandsvermogen bedraagt eind

2016 16% (2015: 18 %). Volgens de inspectie geldt een ondergrens van 5% als signaleringswaarde.

OZHW voor PO en VO blijft boven de ondergrens. De daling van het weerstandsvermogen is door het

bestuur ingezet als reactie op de aanbeveling in een brief van OCW een deel van het vermogen - dat

niet als risico-buffer noodzakelijk is - in te zetten, c.q. extra te investeren in het onderwijs. Het

bestuur beoordeelt het weerstandsvermogen als voldoende.

Toelichting Kengetal Huisvestingsratio De huisvestingsratio (gedefinieerd als: huisvestingslasten+afschrijvingen gebouwen en terreinen /

totale lasten) geeft aan in hoeverre de organisatie te maken heeft met vaste lasten. Dit is van belang

omdat bij fluctuaties in leerlingaantallen vooral deze lasten pas op (middel-)lange termijn bijgesteld

kunnen worden. De huisvestingsratio bedraagt eind 2016 ca. 8 % (2015: 8 %). Volgens de inspectie

geldt een bovengrens van 10% als signaleringsgrens. OZHW voor PO en VO blijft hieronder en heeft

dus naar het oordeel van het bestuur geen te hoge vaste lasten.

Toelichting Kengetal Solvabiliteit De solvabiliteit zoals die in het toezichtskader wordt gedefiniëerd (eigen vermogen + voorzieningen /

totaal vermogen) geeft aan hoe het kapitaal is gefinancierd: met eigen reserveringen of vreemd

vermogen. Het eigen vermogen bedraagt na resultaatsbestemming ca. € 9,6 miljoen. Dit is een daling

t.o.v. vorig jaar (was € 11,1 miljoen). De voorzieningen zijn gestegen met ca. € 0,66 mln.

De solvabiliteit komt op de balansdatum uit op ca. 49% (2015: 50 %). Volgens de inspectie geldt

vanaf 2013 een ondergrens van 30% als signaleringsgrens. Het bestuur beoordeelt de solvabiliteit,

gegeven de financieringsbehoefte en huidige rentabiliteit, als voldoende.

Toelichting Kengetal Liquiditeit De liquiditeitspositie wordt afgemeten aan de current ratio (vlottende activa / kortlopende

schulden). Deze indicator komt voor OZHW voor PO en VO op de balansdatum uit op 0,57. Dit is een

daling van 0,04 procentpunt ten opzichte van voorgaand boekjaar (was 0,61). De daling wordt

hoofdzakelijk veroorzaakt door het exploitatieresultaat. Alhoewel de waarde van dit kengetal onder

de signaleringswaarde ligt, beoordeelt het bestuur de liquiditeit als voldoende. De stichting beschikt

over een effectenportefeuille waardoor, indien nodig, met verkoop van effecten de liquiditeit op

korte termijn kan worden aangevuld.

Page 34: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

33

Toelichting Kengetal Rentabiliteit De rentabiliteit (saldo van baten en lasten / totale baten) geeft het resultaat weer van het

budgetbeheer. Het saldo van baten en lasten (inclusief financiële baten en lasten, exclusief de

geplande inzet van reserves) bedraagt ca, € 1,5 mln negatief tegenover ca. € 62,0 aan totale baten.

De rentabiliteit in 2016 is daarmee 2,4% negatief (2015: 3,0% negatief). De negatieve rentabiliteit

wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de geplande inzet van reserves, conform de afspraken

daarover in de meerjarenbegroting. De rentabiliteit blijft zelfs met deze extra inzet boven de

negatieve signaleringswaardes, zowel voor het afgelopen jaar als de afgelopen twee jaar. Het bestuur

beoordeelt de rentabiliteit daarom als voldoende.

Risico-analyse en weerstandscapaciteit Door het bestuur van OZHW voor PO en VO worden diverse risico’s onderkend.

In volgorde zijn de volgende mogelijke beleidsmaatregelen aanwezig:

1. Voorkomen met beheersmaatregelen

2. Afdekken met beheersmaatregelen (o.a. verzekeringen)

3. Vormen van voorzieningen en reserves

De belangrijkste risico’s zijn: politieke risico’s (onzekere bekostiging), fluctuaties in leerlingaantal (op

korte termijn), onderwijsaanbod (met lage bezetting), personele risico’s (onvoorziene kosten),

organisatierisico’s (aansprakelijkheid, uitvalrisico’s) en risico’s op het gebied van gebouwen en

inventaris.

In de begrotingscyclus worden de beheersmaatregelen aangeduid die per risico-categorie zijn of

worden ingevoerd. Indien de mogelijkheden om risico’s te voorkomen of af te dekken onvoldoende

zijn, bestaat de derde mogelijkheid: het vormen van reserves.

Om te beoordelen of de vermogensbuffer bij OZHW voor PO en VO toereikend is, dient niet alleen

gekeken te worden naar het weerstandsvermogen (zie hierboven), maar ook naar de

weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit kan worden onderscheiden in drie componenten:

Opgebouwde overliquiditeit

Kredietfaciliteiten

Neerwaartse flexibiliteit (creëren van financiële ruimte door bezuinigingsmaatregelen)

Bij OZHW voor PO en VO is de weerstandscapaciteit vooral aanwezig in de vorm van opgebouwde

liquiditeit, de liquiditeit van de effecten-portefeuille en de flexibiliteit in het budgetbeheer. De

(over)liquiditeit geeft aan of middelen op redelijk korte termijn aanwezig kunnen zijn om te voorzien

in korte termijn verplichtingen. Dit wordt ook wel aangeduid met de current ratio (zie hierboven).

Hierbij worden de effecten niet meegerekend, alhoewel deze in voorkomende gevallen ook

verhandelbaar zijn. OZHW voor PO en VO heeft om die reden in het verslagjaar geen gebruik hoeven

maken van kredietfaciliteiten.

Neerwaartse flexibiliteit is in de afgelopen jaren vooral in natuurlijk formatieverloop gebleken.

Page 35: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

34

6 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN

Onderstaand worden de verwachte ontwikkelingen in 2016 op hoofdlijnen kort weergegeven.

ALGEMEEN

Stond 2015 voor een belangrijk deel in het kader van de fusie, vanaf 2016 ligt de focus op de

realisatie van de doelstellingen van het strategische beleidsplan 2016-2020 van de stichting.

Beoogd wordt de positie van het openbaar onderwijs te versterken. Met name de onderwijskundige

afstemming voor de lokale gemeentelijke doorstroom van primair naar voortgezet onderwijs wordt

benut voor feitelijke kwaliteitsverbetering. Daarmee wordt openbaar onderwijs als keuzerichting

voor ouders zowel voor het basis onderwijs als voor het voorgezet onderwijs aantrekkelijker.

Deelname aan het regionaal overleg, het structureel participeren in overlegorganen en het

consolideren en versterken van de positie van OZHW voor PO en VO in de regio zal een belangrijke

plaats innemen. We richten ons op samenwerking en bestendiging.

BEGROTING

In de begroting 2017 is, net als in 2015 en 2016, rekening gehouden met extra inzet waarvoor

bestemmingsreserves zullen worden ingezet. Deze zijn onder de overheveling uit reserves

opgenomen. In de jaren hierna zullen de onttrekkingen geleidelijk worden afgebouwd.

Page 36: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

35

Er is in de begroting 2017 een taakstelling opgenomen. Dat komt vooral door de terugloop van bekostiging bij sommige VO-scholen en de gestegen personeelslasten. Ook in het PO zijn er scholen die daarmee te maken hebben. In de begroting 2017 zijn bij alle scholen de doorlopende verplichtingen vanuit het lopende schooljaar 2016-2017 opgenomen, zowel op personeelsgebied als op de verwachte doorlopende materiële budgetten. In de praktijk is er echter sprake van voldoende flexibiliteit in de bedrijfsvoering. Dit betekent dat er zowel bij de inkoop van materiaal als bij de formatie-planning 2017-2018 rekening kan worden gehouden met deze taakstelling. Vooral door natuurlijk verloop, mobiliteit en de beëindiging van tijdelijke contracten bestaat de mogelijkheid bij te sturen op de formatieve inzet. In de begroting is daarnaast nog frictiebudget beschikbaar voor vestigingen die te maken hebben met knelpunten door leerlingfluctuatie. Het bestuur ziet er op toe dat de vestigingen hun taakstellingen halen.

BEGROTING BATEN EN LASTEN 2017

VO PO Bestuur OSB

Stichting

OZHW voor PO

en VO

Leerlingaantal (excl VAVO) 1 okt 2016 4941 3725 8666

Baten

Rijksbijdragen OCW 36.474.821€ 17.049.645€ 3.786.783€ 2.214.299€ 59.525.548€

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 155.546€ 214.828€ 142.630€ -€ 513.004€

Overige baten 1.620.882€ 380.946€ 15.000€ -€ 2.016.828€

-€

totaal 38.251.249€ 17.645.419€ 3.944.413€ 2.214.299€ 62.055.380€

Lasten

Salarissen 31.757.753€ 14.796.735€ 335.000€ 2.202.178€ 49.091.666€

Lasten personeelsbeleid 593.751€ -€ 986.500€ -€ 1.580.251€

Afschrijvingen 482.444€ 611.346€ 190.000€ 2.400€ 1.286.190€

Huisvestingslasten 2.670.174€ 1.456.056€ 903.000€ 36.000€ 5.065.230€

Overige lasten 3.601.887€ 980.754€ 1.914.913€ 22.295€ 6.519.849€

-€

totaal 39.106.008€ 17.844.891€ 4.329.413€ 2.262.873€ 63.543.185€

Saldo baten en lasten 854.759-€ 199.472-€ 385.000-€ 48.574-€ 1.487.805-€

Financiële baten en lasten

Financiële baten -€ -€ 548.000€ -€ 548.000€

Financiële lasten -€ 1.900€ 398.000€ -€ 399.900€

-€

Saldo financiële baten en lasten -€ 1.900-€ 150.000€ -€ 148.100€

Resultaat voor overheveling reserves 854.759-€ 201.372-€ 235.000-€ 48.574-€ 1.339.705-€

Overheveling uit reserves nog niet verdeeld 335.000€ 335.000€

Reeds verdeelde inzet reserves 254.000 211.000 465.000€

Reeds verdeelde inzet frictiebudget 255.273 48.574€ 303.847€

Resultaat na overheveling reserves = taakstelling -345.486€ 9.628€ 100.000€ -€ -235.858€

Bezuiniging 345.486€ -€ -€ 345.486€

Resultaat na taakstelling -€ 9.628€ 100.000€ -€ 109.628€

Page 37: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

36

CONTINUÏTEITSPARAGRAAF

Het ministerie van OCW heeft in 2013 voorschriften uitgevaardigd over de opname in het

bestuursverslag van een zogeheten ‘Continuïteitsparagraaf’. Daarmee is beoogd dat iedereen kennis

kan nemen van de wijze waarop het bestuur omgaat met de financiële gevolgen van het gevoerde en

te voeren beleid. Ook biedt het zicht op het verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren en

de ontwikkeling van de vermogenspositie. In 2016 is dit onderdeel van het bestuursverslag bij

onderwijsinstellingen door de inspectie van het onderwijs geëvalueerd en zijn er aanpassingen

doorgevoerd.

De continuïteitsparagraaf voorziet in de opname van een aantal gegevens uit de jaarrekening met

een verwachting van de toekomst, daarbij behorende toelichtingen en enkele overige rapportages.

De opgenomen gegevens zijn gebaseerd op de gegevens van de meerjarenbegroting.

A1. Kengetallen

De leerlingaantallen op 1 oktober zijn ontleend aan de begroting. De weergegeven aantallen

leerlingen in het VO zijn exclusief VAVO-leerlingen.

Het bestuur verwacht zowel in het PO als in het VO de personele bezetting te kunnen variëren met

de verwachte leerling-ontwikkeling.

A2. Balans en raming van baten en lasten

Meerjarenbalans In het onderstaande overzicht is de meerjarenbalans voor OZHW voor PO en VO opgenomen.

De aflossing van de langlopende schulden en de afwaardering van de overige financiële vaste activa

hebben een lineair verloop. Ten aanzien van de investeringen in materiële vaste activa en

onderhoudsvoorziening is uitgegaan van de investerings- en onderhoudsplanningen. De voorziening

Kengetallen 2016 2017 2018 2019

Personele bezetting in FTE (31-12) 716,79 715,63 713,73 709,35

Management/directie 46,87 46,80 46,67 46,39

Onderwijzend personeel 534,73 533,86 532,44 529,17

Overige medewerkers 135,19 134,97 134,61 133,79

Leerlingaantal op 1 oktober in PO 3725 3771 3819 3840

Leerlingaantal op 1 oktober in VO 4941 4881 4810 4736

Rekeningtype Hoofdcategorie Subcategorie EFJ 2016 2017 2018 2019 2019

Activa Vaste Activa Materiële vaste activa 1.2 8.364.077 9.163.396 9.932.492 9.986.719 9.604.863

Financiele vaste activa 1.3 11.244.446 9.577.858 8.228.534 8.263.415 8.647.863

Totaal Vaste activa 19.608.523 18.741.254 18.161.026 18.250.134 18.252.726

Vlottende activa Vorderingen 1.5 3.706.381 3.727.166 3.714.457 3.690.149 3.673.457

Liquide middelen 1.6 2.726.522 2.686.729 2.653.426 2.616.113 2.584.124

Totaal Vlottende activa 6.432.903 6.413.895 6.367.883 6.306.262 6.257.581

Totaal Activa 26.041.426 25.155.148 24.528.910 24.556.396 24.510.307

Passiva Vaste passiva Algemene reserve 2.1 8.141.109 7.641.109 7.641.109 7.641.109 7.641.109

Bestemmingsreserves 2.1 1.491.014 1.191.014 891.014 791.014 791.015

Voorzieningen 2.2 3.140.212 3.310.818 3.217.301 3.604.895 3.796.210

Langlopende schulden 2.3 1.911.761 1.759.761 1.607.761 1.455.761 1.303.761

Totaal Vaste passiva 14.684.096 13.902.701 13.357.185 13.492.779 13.532.095

Vlottende passiva Kortlopende schulden 2.4 11.357.330 11.252.447 11.171.725 11.063.617 10.978.212

Totaal Vlottende passiva 11.357.330 11.252.447 11.171.725 11.063.617 10.978.212

Totaal Passiva 26.041.426 25.155.148 24.528.910 24.556.396 24.510.307

Page 38: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

37

LBP-verlof zal naar verwachting de komende jaren verder stijgen doordat de spaarmogelijkheden in

het VO zijn verruimd.

Aflossingen, investeringen en verwachte ontwikkelingen in de effecten-portefeuille zijn allen

meegenomen in de verwachte mutaties in het werkkapitaal. Uitgangspunt daarbij is dat de

liquiditeitspositie voldoet aan de gestelde criteria in het treasurystatuut en niet lager ligt dan het

huidige liquiditeitspercentage. Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Geplande bestedingen uit de reserves zijn opgenomen als mutatie op de algemene reserve, met

uitzondering van de onttrekkingen uit de Reserve gespaarde Bapo, de Opleidingsschool en de

Personele knelpunten.

Tot en met 2018 zullen extra investeringen in het onderwijs mogelijk worden gemaakt door inzet van

de Algemene reserve. Dit betreft enerzijds de eerder afgesproken inzet in het primair onderwijs (t/m

2017), anderzijds de inzet die noodzakelijk wordt geacht om de vestiging Geminicollege Ridderkerk,

die te maken heeft met laag bezette afdelingen, tijdelijk te ondersteunen totdat de aanmeldingen

weer op het gewenste niveau zijn. De voorziene inzet (uit de reserve personele knelpunten) zal in

2017 ca. €200.000 per jaar bedragen. Over de inzet daarna moeten nog besluiten worden genomen.

Over de overige inzet op de diverse bestemmingsreserves wordt in voorkomende gevallen besloten.

Door de geplande ontwikkelingen en de inzet vanuit de reserves in de komende jaren is de

rentabiliteit in de komende jaren naar verwachting negatief. Dat is in lijn met de wens van het

bestuur om de financiele positie beter in lijn te brengen met de signaleringswaarden die de

onderwijsinspectie hanteert in het financiele toezicht. Deze zijn toegelicht in het hoofdstuk

Financieel Beleid, in de paragraaf over de financiele positie.

Raming van baten en lasten Vanaf 2016 is in het onderstaande overzicht de raming van baten en lasten van OZHW voor PO en VO

opgenomen.

2016 2017 2018 2019 2020

Hoofdgroep Rekeningtype Hoofdcategorie EFJ Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting

Baten en lasten Opbrengsten Rijksbijdragen OCW 3.1 58.651.209 59.525.548 58.938.435 58.559.578 58.301.136

Overige overheidsbijdragen 3.2 550.962 513.004 513.004 513.004 513.004

Overige baten 3.3 2.379.939 2.320.675 2.695.155 2.667.323 2.646.481

Totaal Opbrengsten 61.582.110 62.359.227 62.146.595 61.739.905 61.460.621

Kosten Personele lasten 4.1 50.249.325 50.276.431 50.181.234 49.849.227 49.484.801

Afschrijvingen 4.2 1.357.406 1.286.190 1.463.056 1.526.986 1.460.196

Huisvestingslasten 4.3 4.802.939 5.065.230 5.088.948 5.114.392 5.139.964

Overige lasten 4.4 6.897.253 6.519.849 5.961.458 5.597.400 5.523.760

Totaal Kosten 63.306.923 63.147.700 62.694.695 62.088.005 61.608.721

Totaal Baten en lasten (1.724.813) (788.472) (548.100) (348.100) (148.100)

Financieel Opbrengsten Financiële baten 5.1 448.294 548.000 548.000 548.000 548.000

Totaal Opbrengsten 448.294 548.000 548.000 548.000 548.000

Kosten Financiële lasten 5.5 238.316 399.900 399.900 399.900 399.900

Totaal Kosten 238.316 399.900 399.900 399.900 399.900

Totaal Financieel 209.978 148.100 148.100 148.100 148.100

Totaal (1.514.835) (640.372) (400.000) (200.000) (0)

Geplande bestedingen uit reserves 1.207.090 750.000 400.000 200.000 -

Resultaat exclusief geplande besteding van reserves (307.745) 109.628 0 (0) (0)

Page 39: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

38

Het bestuur houdt in de meerjarenbegroting rekening met de hiervoor genoemde ontwikkelingen in

het leerlingaantal. In de meerjarenbegroting is ervan uitgegaan dat de bestaande bekostigingen en

overige subsidies structureel blijvend zullen worden toegekend, maar dat de indexeringen, met name

op de materiele bekostiging, achterblijven bij de feitelijke prijsontwikkeling.

In de meerjarenbegroting is verondersteld dat de personeelsbudgetten van de scholen voldoende

zijn bij te sturen om de exploitatie op orde te krijgen. De flexibele schil en het natuurlijk verloop zijn

naar verwachting voldoende om de verwachte fluctuaties in leerlingaantallen op te vangen. De

verwachte negatieve resultaten in de komende jaren worden veroorzaakt door het inzetten van een

deel van de algemene reserve. Deze inzet dient ter ondersteuning van ontwikkelingen op het gebied

van huisvesting, ICT en onderwijsvernieuwing in het onderwijs. In de jaren vanaf 2020 wordt

verwacht dat door de aangekondigde wijziging in de bekostigingssystematiek de scholen van OZHW

voor PO en VO een hoger bedrag per leerling zullen ontvangen, waardoor het ontwikkelingsniveau

ook structureel geborgd kan worden.

B1. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en

controlesysteem.

In de reguliere planning- en controlcyclus en periodieke rapportages worden de belangrijkste risico’s

en risicobeheersing besproken. Bij OZHW voor PO en VO is in het verslagjaar niet apart

gerapporteerd over de aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en

controlesysteem. Dit aspect staat gepland om op te nemen in de planning- en controlcyclus vanaf

2017. Het belang van risico-management wordt onderkend door het bestuur van OZHW voor PO en

VO. De aanpak om te komen tot een systeem voor risico-management is in 2016 vastgesteld. De

aanpak begint met de identificatie van risico’s en het beoordelen van kans en impact. Dit zal leiden

tot een evaluatie en eventuele aanvulling van bestaande maatregelen.

In de begrotingscyclus worden beheersmaatregelen aangeduid die per risico-categorie worden

ingevoerd.

B2. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

Risico’s en onzekerheden

De belangrijkste risico’s zijn: politieke risico’s (onzekere bekostiging), fluctuaties in leerlingaantal (op

korte termijn), onderwijsaanbod (met lage bezetting), personele risico’s (onvoorziene kosten,

onvoldoende dekking voor salarisstijging CAO), organisatierisico’s (aansprakelijkheid, uitvalrisico’s),

negatieve rente op onze financiële middelen en risico’s op het gebied van gebouwen en inventaris.

Bekostiging

De sociale lasten zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Helaas moeten we constateren dat de rijksvergoeding daarbij achterblijft. CAO-maatregelen kunnen niet altijd worden gedekt uit de loonruimte die het Ministerie van OCW ter beschikking stelt. Dit leidt tot consequenties in de personele en materiele ruimte. Ook de materiele vergoeding blijft achter bij de werkelijke kosten. De achterliggende jaren blijkt uit benchmark onderzoek van werkgeversorganisaties dat de vergoeding voor de materiele instandhouding fors achterblijft bij de kosten. Uit dit onderzoek blijkt dat de bekostiging minimaal 35% achterblijft bij de werkelijke kosten.

Page 40: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

39

Leerlingaantallen

De prognoses geven aan dat er in het PO een trendbreuk is met de voorbije jaren, namelijk dat er de komende jaren sprake is van een licht stijgende leerlingpopulatie die langzaam aan stabiliseert. In het VO is sprake van een verwachte lichte daling in de jaren tot en met 2020. De leerlingontwikkeling heeft consequenties voor de personele bezetting, de materiele instandhouding en de noodzakelijke omvang van de huisvesting.

In 2017 heeft de onderwijsinspectie naar aanleiding van de jaarrekening 2015 van OZHW voor PO en VO nadere vragen gesteld over de naleving van het investeringsverbod voor huisvesting conform de WPO. Het gaat om bestedingen in de periode 2010-2013 die in 2015 zijn afgeboekt. Er is nog geen duidelijkheid over de afloop van dit onderzoek. De zienswijze van OZHW voor PO en VO is dat de WPO is nageleefd, maar onderkent dat er een risico bestaat dat de inspectie onrechtmatigheden constateert.

Maatregelen

In de exploitatie wordt op risico’s met name geanticipeerd in de personele sfeer.

Ziekteverzuim, levensfase bewust personeelsbeleid, vermindering formatie en natuurlijk verloop zijn indicatoren waarop de stichting dient te sturen.

De stichting hanteert daarbij de volgende instrumenten om te komen tot kostenbeheersing.

Formatieplanning en mobiliteit

Afvloeiingsbeleid toepassen

Risicobewaking nieuwe verplichtingen Er vindt actief beleid plaats om oudere werknemers voor te lichten over de mogelijkheden van keuzepensioen.

Ook zijn er afspraken over de materiele vergoedingen en kostenbeheersing. De komende periode zullen een aantal contracten opnieuw worden aanbesteed, waarbij inkoopvoordeel wordt nagestreefd. Daarnaast is afgesproken dat leegstand ook echt leegstand is.

De stichting hanteert o.a. de volgende instrumenten om te komen tot kostenbeheersing.

Meerjarenplannen voor onderhoud, ICT, meubilair en leermiddelen, inclusief bijstellen voor ontwikkeling leerlingaantal;

Leegstand maatschappelijk benutten;Leegstand laten onttrekken aan de onderwijsvoorraad.

B3. Rapportage toezichthoudend orgaan

Dit onderdeel is opgenomen in het verslag van de Raad van Toezicht, vanaf pagina 22 in het

bestuursverslag.

Page 41: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

40

7 TREASURY BELEID

Algemeen Op 11 mei 2015 is het Treasurystatuut Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair en

voortgezet onderwijs vastgesteld door de Raad van Toezicht. OZHW voor PO en VO voert

overeenkomstig het treasurystatuut een voorzichtig beleid voor haar geldmiddelen. OZHW voor PO

en VO voldoet daarmee aan de OCW-richtlijnen uit de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW

2016.

Financiering In 2016 zijn geen nieuwe financieringen aangetrokken. Op de langlopende schulden is rente vergoed

en afgelost conform de bestaande overeenkomsten.

Beleggingen OZHW voor PO en VO heeft beleggingen in obligaties. In december 2016 is het beheer van de

obligatieportefeuille overgedragen aan Rabobank. Ultimo 2016 was de marktwaarde van de

obligaties 8,6 mln. Het verloop van de marktwaarde van deze obligaties, alsmede de looptijd, rating

en couponrente zijn hieronder weergegeven.

Page 42: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

41

De gehele portefeuille voldoet aan de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016. Het

koersresultaat in 2016 is verwerkt in de financiële baten en lasten over 2016. OZHW voor PO en VO

maakt geen gebruik van derivaten.

Liquiditeit Ter financiering van kortstondige liquiditeitsbehoefte is in de vorm van rekening-courantfaciliteit en

vrij opneembare spaartegoeden gemiddeld ca. 8,8% van de begrote omzet aangehouden. Conform

het treasurystatuut is een minimale gemiddelde omvang van 8% voorgeschreven. Het verloop van de

liquide middelen is als volgt:

fonds van tot

Marktwaarde

31-12-2015 rating

coupon-

rente

marktwaarde

31-12-2016

Bank Ned Gemeente 2010 2020 514.283,09 AAA 2,625% 552.912,50

Belgie 2010 2020 214.514,35 AA 3,750% 232.556,10

Belgie 2014 2024 537.759,25 AA 2,600% 555.567,50

Council of Europe 2011 2021 239.447,03 AA 2,875% 257.315,74

Dexia CLF 2014 2024 - 1,250% 315.657,15

Eur Fin Stab Facility 2012 2019 513.924,53 AA 2,625% 536.287,50

Eur Fin Stab Facility 2012 2022 622.571,41 AA 2,250% 568.262,50

European Investment Bank 1998 2018 314.436,27 AAA 5,500% 300.575,81

European Investment Bank 1998 2018 131.855,88 AAA 5,500% 126.048,19

European Investment Bank 2010 2019 218.634,04 AAA 2,500% 216.085,00

European Investment Bank 2010 2019 355.227,02 AAA 2,500% 351.138,13

European Union 2010 2019 257.835,31 AA 3,375% 272.462,50

European Union 2011 2021 680.973,91 AA 2,750% 686.033,40

Ned Waterschapsbank 2005 2020 637.867,05 AAA 3,875% 627.705,00

Ned Waterschapsbank 2005 2020 103.397,40 AAA 3,875% 101.790,00

Nederland 2009 2019 456.133,95 AAA 4,000%

Nederland 2010 2020 688.309,09 AAA 3,500% 574.558,50

Nederland 2011 2021 640.147,46 AAA 3,250% 587.088,75

Nederland 2012 2022 664.295,70 AAA 2,250% 686.924,10

Nordea Bank AB 2016 2023 - 1,000% 258.012,50

Rabobank Nederland 2006 2016 99.935,87 A 3,375%

Rabobank Nederland 2006 2016 199.872,12 A 3,375%

Rabobank Nederland 2006 2016 49.955,58 A 3,375%

Rabobank Nederland 2006 2016 399.643,85 A 3,375%

Rabobank Nederland 2007 2017 223.843,00 A 4,250% 225.379,69

Rabobank Nederland 2007 2017 252.109,71 A 4,250% 250.421,88

Rabobank Nederland 2010 2025 316.049,04 A 4,125% 317.858,38

9.333.021,91 8.600.640,80

Page 43: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

42

Omdat het Ministerie van OCW in het betaalritme van de bekostiging een relatief groot deel aan

liquiditeit beschikbaar stelt in het eerste deel van het jaar is de liquiditeit in het eerste half jaar hoger

dan in het tweede half jaar.

In januari 2016 is het deel van de portefeuille dat afliep niet opnieuw belegd, maar gebruikt om de

liquiditeit aan te vullen. In januari 2017 is dat ook gedaan.

Treasuryplan Het beleid omtrent de liquiditeitsbehoefte van OZHW voor PO en VO zal in de komende jaren

rekening moeten houden met de krimp in leerlingaantallen. In beginsel zal de liquiditeitsbehoefte

daardoor dalen. De verwachting is echter dat er meer liquiditeit moet worden vrijgemaakt omdat er

middelen vanuit de reserves worden ingezet. De beleggingen zullen zodanig gepland worden dat

gemiddeld ruim aan de liquiditeitsbehoefte kan worden voldaan, maar ook dat er op ieder moment

voldoende middelen aanwezig zijn om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien.

0,00

1.000.000,00

2.000.000,00

3.000.000,00

4.000.000,00

5.000.000,00

6.000.000,00

7.000.000,00

8.000.000,00

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Totaal liquiditeit per maand in 2016

Page 44: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

43

Jaarrekening

Page 45: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

44

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN

ALGEMEEN

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair en voorgezet onderwijs te

Barendrecht is opgericht op 18 december 2014. Deze nieuwe Stichting is de resultante van een

juridische fusie tussen Stichting 3Primair en Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden.

De eindbalansen van de gefuseerde stichtingen zijn samengevoegd tot de beginbalans 2015

van de nieuwe stichting.

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministriële

Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van

Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder

Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen.

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van

historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders

wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden

slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke

verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen

indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's.

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Stelselwijziging

Toelichting stelselwijziging:

In de jaarrekening 2015 was de waardering van de obligaties gebaseerd op de geamortiseerde

kostprijs. Met de Rabobank is op 9 december 2016 een Overeenkomst Individueel

Vermogensbeheer gesloten inzake het beheer van de effectenrekening- en portefeuille. In de

oude overeenkomst met Rabobank was opgenomen dat OZHW zelfstandig kon bepalen welke

obligaties wanneer werden aangeschaft (mede op advies van de Rabobank). De waardering op

geamortiseerde kostprijs was gebaseerd op het uitgangspunt dat de effecten in de portefeuille

in beginsel tot het einde van de looptijd werden aangehouden. In de gewijzigde overeenkomst

d.d. 9 december 2016 is opgenomen dat Rabobank voor rekening en risico van OZHW voor PO en

VO kan beschikken over de effecten en de liquiditeiten op de effectenrekening. Dit betekent dat

obligaties ook vóór de afloopdatum verhandelbaar zijn. De obligaties in de jaarrekening 2016 zijn

vanwege de gewijzigde overeenkomst gewaardeerd tegen de rëele waarde, i.c. de marktwaarde.

De gewijzigde grondslag van waardering is in de beginbalans 2016 en de vergelijkende cijfers

2015 verwerkt.

Page 46: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

45

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Eigen

vermogenResultaat

€ €

Saldo ultimo 2015 volgens Jaarrekening 2015 10.942.452 -2.013.655

Aanpassing in verband met stelselwijziging 204.505 204.505

Saldo ultimo 2015 aangepast aan stelselwijziging 11.146.958 -1.809.150

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair

berekende afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. In het jaar van

investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. De activeringsgrens bedraagt € 500. Investeringen

onder de € 500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.

Afschrijvingen

De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële

vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven.

aantal jaar

Gebouwen 12

ICT t/m 5 jaar 3,4 t/m 5

Inventaris en apparatuur 10

Leermethoden 8

Machines en installaties 15

Meubilair 15 t/m 20

Software 4

ICT 10 jaar 10

Verbouwingen 20

Financiële vaste activa

Obligaties

Door de stelselwijziging is het ongerealiseerd resultaat op de obligaties op 31 december 2015 met

€ 204.505 toegenomen. De nog te ontvangen rente is niet in de marktwaarde van de obligaties

meegenomen. Het effect van de stelselwijziging is een stijging van de financiële baten en een

toename van het eigen vermogen met € 204.505. Het effect is als volgt samen te vatten:

Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van effecten in 2016 zijn in het

verslagjaar verwerkt onder de financiële baten en lasten.

De looptijden van de op balansdatum aangehouden obligaties tot aan expiratiedatum variëren

van 1 tot 9 jaar (2017 tot 2025). Alle obligaties hebben een vaste rente tot expiratiedatum en

worden gewaardeerd tegen de reële waarde.

Page 47: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

46

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Financiële instrumenten

Verstrekte leningen en overige vorderingen

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen

Afgeleide financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen

en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten en

afgeleide financiële instrumenten (derivaten).

Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële

instrumenten (derivaten). Deze worden door de instelling gescheiden van het basiscontract en

apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het basiscontract en het

daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart instrument met dezelfde

voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou

voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met

verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.

Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële

instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en

de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien

instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van

waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare

transactiekosten deel uit van de eerste waardering.

In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het

basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.

Na de eerste opname (tegen reële waarde) worden financiële instrumenten op de hierna

beschreven manier gewaardeerd.

Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde

kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste

opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden

opgenomen onder kortlopende schulden.

(Waardering van afgeleide financiële instrumenten op kostprijs of lagere marktwaarde)

Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge

accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast.

Page 48: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

47

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Financiële instrumenten die deel uitmaken van een handelsportefeuille

Gekochte leningen en obligaties

bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast, vindt eerste waardering plaats tegen reële

waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke

risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen

herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot

verantwoording in de winst- en verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument

samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de

resultatenrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige

transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële

verplichting past de instelling de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die

nog niet in de resultatenrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de

omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van

kostprijs of lagere marktwaarde direct in de resultatenrekening verwerkt.

Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties

beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in

de resultatenrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen

totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer

plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de

winst-en-verliesrekening.

Afhankelijk van de specifieke situatie kunnen de volgende teksten worden toegevoegd aan de

grondslagen voor de financiële instrumenten:

Financiële instrumenten (activa en verplichtingen) die worden aangehouden voor

handelsdoeleinden worden gewaardeerd tegen reële waarde en wijzigingen in die reële

waarde worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. In de eerste periode van

waardering worden toerekenbare transactiekosten als last in de resultatenrekening verwerkt.

Gekochte leningen en obligaties waarvan de instelling de intentie heeft deze tot het einde van

de looptijd aan te houden, en hiertoe ook in staat is, worden gewaardeerd tegen

geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met

De overige gekochte leningen en obligaties worden, voor zover deze aan een beurs genoteerd

zijn, gewaardeerd tegen reële waarde. Wijzigingen in die reële waarde worden verantwoord in

de resultatenrekening. Niet-beursgenoteerde gekochte leningen en obligaties worden

gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode,

verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

Page 49: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

48

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Afgeleide financiële instrumenten

(Waardering van afgeleide instrumenten op reële waarde)

Bepaling reële waarde

Het financieringsrisico is beperkt. Financieringen van langlopende schulden zijn betrokken

bij BNG en gemeente Barendrecht.

Overige financiele vaste activa

De overige financiele vaste activa worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover

noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid.

Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktrente van opgenomen

De reële waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald aan de hand van

de biedprijs. De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt

bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die

gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met

krediet- en liquiditeitsopslagen.

De reële waarde van derivaten waarbij collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het

contant maken van de kasstromen aan de hand van de (Eonia) swapcurve, omdat door de

uitwisseling het krediet- en liquiditeitsrisico worden verzacht. De reële waarde van derivaten

waarbij geen collateral wordt uitgewisseld, wordt bepaald door het contant maken van de

kasstromen aan de hand van de relevante swapcurve vermeerderd met krediet- en

liquiditeitsopslagen.

Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op actuele waarde waarbij alle

waardewijzigingen in de resultatenrekening worden verantwoord, tenzij hedge accounting

wordt toegepast ter afdekking van de variabiliteit van toekomstige kasstromen die effect

hebben op de winst-en-verliesrekeningen (kasstroomhedge). Indien kasstroomhedge

accounting plaatsvindt, wordt het effectieve deel van de reëlewaardewijzigingen van de

afgeleide instrumenten in eerste instantie in de herwaarderingsreserve verantwoord. Op het

moment dat de verwachte toekomstige transacties leiden tot de verantwoording van resultaten

in de winst-en-verliesrekening, vindt overboeking vanuit de herwaarderingsreserve naar de

resultatenrekening plaats. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige

transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief of een niet-financiële

verplichting past de instelling de kostprijs van dit actief aan met de hedgeresultaten door

De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden

verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde

partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

Page 50: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

49

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA

Vorderingen en overlopende activa

Liquide middelen

De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld in de toelichting op de balans, ter

vrije beschikking van het bestuur en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Algemene reserve

De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd

gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het

verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort

wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht.

Voorzieningen

De voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op balansdatum bestaan en

waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de

hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op

activa in mindering zijn gebracht. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van

kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor

balansdatum.

Langlopende schulden

De langlopende schulden worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reele waarde

verminderd met de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten en aflossingen.

Kortlopende schulden en overlopende passiva

Egalisatierekeningen

De op de balans opgenomen egalisatierekeningen zijn opgebouwd uit de ontvangen subsidies

voor eerste inrichting en praktijkgerichte leeromgeving. Hiertegenover staan diverse activa

aanschaffingen. De subsidies voor de 1e inrichting worden in vijf jaar ten gunste van het

resultaat gebracht, die voor de praktijkgerichte leeromgeving en die voor de onderwijskundige

vernieuwingen in Zwijndrecht in 15 jaar.

De kortlopende schulden en overlopende passiva worden initieel gewaardeerd tegen reële

waarde en vervolgens tegen geamortiseerde kostprijs.

De vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens tegen

geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens mogelijke oninbaarheid worden in mindering

gebracht op de boekwaarde van de vordering. Voor het vormen van de voorziening onibaarheid

worden zowel de statische als de dynamische methode toegepast. Vorderingen ouder dan 180

dagen worden in zijn geheel aan het einde van het boekjaar aan de voorziening toegevoegd.

Facturen voor ouderbijdragen tot en met 180 dagen oud worden op basis van het percentage

oninbaarheid van de voorliggende periode aan de voorziening toegevoegd.

Page 51: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

50

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATSBEPALING

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten (subsidies en overige baten) en alle

hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen, lasten. De lasten worden bepaald met

inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden

toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.

Rijksbijdragen OCW

Onder de Rijksbijdragen OCW worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen, verstrekt

door het Ministerie OCW. De Rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar.

De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij

besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de

toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het

overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en

lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van

de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord

onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningclausule) worden ten gunste van

de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten

komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang

de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder

de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Pensioenverplichtingen

De pensioenregeling van de medewerkers is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds

Stichting Pensioenfonds voor overheid en onderwijs. Het ouderdomspensioen is een toegezegd-

pensioen-regeling op basis van (voorwaardelijk) geïndexeerd middelloon. Indexatie van de

pensioenrechten is afhankelijk van de financiële positie waarin het pensioenfonds zich bevindt.

De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de winst- en verliesrekening

verantwoord en, voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet is voldaan,

wordt deze verplichting op de balans opgenomen. De Stichting heeft geen verplichting tot het

doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds,

anders dan het voldoen van toekomstig hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op

een periode betrekking hebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het

resultaat gebracht.

De dekkingsgraad van het ABP per 31 december 2016 bedraagt 96.6%.

Page 52: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

51

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GRONDSLAGEN VOOR HET KASSTROOMOVERZICHT

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in

het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten.

Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord.

Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.

Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing,

worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is

opgenomen onder de operationele activiteiten.

Page 53: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

52

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

MODEL A: BALANS NA RESULTAATBESTEMMING PER 31 DECEMBER 2016 (in euro's)

Rekeningtype Hoofdcategorie Subcategorie EFJ 2016 2015

Activa Vaste Activa Materiële vaste activa 1.2 8.364.077 7.745.923

Financiele vaste activa 1.3 11.244.446 12.435.208

Totaal Vaste activa 19.608.523 20.181.130

Vlottende activa Vorderingen 1.5 3.706.381 3.088.683

Liquide middelen 1.6 2.726.522 3.740.619

Totaal Vlottende activa 6.432.903 6.829.302

Totaal Activa 26.041.426 27.010.433

Passiva Vaste passiva Eigen vermogen 2.1 9.632.123 11.146.958

Voorzieningen 2.2 3.140.212 2.476.773

Langlopende schulden 2.3 1.911.761 2.219.321

Totaal Vaste passiva 14.684.096 15.843.052

Vlottende passiva Kortlopende schulden 2.4 11.357.330 11.167.381

Totaal Vlottende passiva 11.357.330 11.167.381

Totaal Passiva 26.041.426 27.010.433

Page 54: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

53

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

MODEL B: STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2016 (in euro's)

2015

Hoofdgroep RekeningtypeHoofdcategorie EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Baten en lastenOpbrengstenRijksbijdragen OCW 3.1 58.651.209 57.525.216 57.477.869

Overige overheidsbijdragen3.2 550.962 528.567 480.778

Overige baten 3.3 2.379.939 2.024.261 2.574.893

Totaal Opbrengsten 61.582.110 60.078.044 60.533.540

Kosten Personele lasten 4.1 50.249.325 48.397.574 49.699.779

Afschrijvingen 4.2 1.357.406 1.450.816 1.230.978

Huisvestingslasten 4.3 4.802.939 4.859.226 4.958.459

Overige lasten 4.4 6.897.253 6.249.777 6.845.204

Totaal Kosten 63.306.923 60.957.393 62.734.420

Totaal Baten en lasten (1.724.813) (879.349) (2.200.880)

Financieel OpbrengstenFinanciële baten 5.1 448.294 548.000 554.549

Totaal Opbrengsten 448.294 548.000 554.549

Kosten Financiële lasten 5.5 238.316 296.898 162.819

Totaal Kosten 238.316 296.898 162.819

Totaal Financieel 209.978 251.102 391.730

Totaal (1.514.835) (628.248) (1.809.150)

De analyse van het resultaat is onder de Toelichting op de staat van baten en lasten opgenomen.

Zie pagina 61.

2016

Page 55: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

54

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

MODEL C: KASSTROOMOVERZICHT 2016 (in euro's)

Het onderstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt

het saldo baten en lasten als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden

aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten en ontvangsten en kosten en uitgaven.

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten (1.724.813) (2.200.880)

Aanpassingen voor:

>Afschrijvingen 1.363.214 1.233.678

>Mutaties voorzieningen 663.439 (42.759)

>Mutatie eigen vermogen - (204.505)

Veranderingen in vlottende middelen: 2.026.652 986.414

>Vorderingen (617.697) 1.170.437

>Schulden 35.680 516.567

(582.017) 1.687.004

Kasstroom uit bedrijfsoperaties (280.177) 472.538

Ontvangen interest 448.294 554.549

Betaalde interest (238.316) (162.819)

209.978 391.730

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten (70.199) 864.269

Kasstroom uit investeringactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa (1.981.368) (2.153.947)

(Des)investeringen in financiële vaste activa1.190.762 (1.935.548)

Investeringen in samenwerkingsverbanden - -

Totaal kasstroom uit (des)investeringsactiviteiten (790.606) (4.089.495)

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aflossing langlopende schulden (153.292) (152.378)

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten (153.292) (152.378)

Mutatie liquide middelen (1.014.097) (3.377.605)

Beginstand liquide middelen 3.740.619 7.118.224

Mutatie liquide middelen (1.014.097) (3.377.605)

Eindstand liquide middelen 2.726.522 3.740.619

Balans saldo 2.726.522 3.740.619

2016 2015

Page 56: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

55

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (in euro's)

ACTIVA (EFJ 1)

Materiële vaste activa (EFJ 1.2)

Boekwaarde Inves- Desinves- Jaar- Boekwaarde

1-1-2016 teringen teringen afschrijving 31-12-2016

Gebouwen 334.332 - - 28.657 305.675

Verbouwingen 1.815.175 367.538 - 145.797 2.036.917

Inventaris en apparatuur 421.096 84.672 - 61.697 444.072

Machines en installaties 270.214 4.180 - 38.163 236.231

Meubilair 2.822.130 566.007 - 303.396 3.084.740

ICT 1.512.930 980.968 69.574 644.657 1.779.668

Software 3.955 - - 3.148 808

Leermethoden 489.091 65.580 - 121.956 432.715

Vervoersmiddelen 58.995 - - 15.744 43.252

Subtotaal 7.727.919 2.068.945 69.574 1.363.214 8.364.077

MVA in ontwikkeling 18.004 - 18.004 - -

Totaal materiële vaste activa 7.745.923 2.068.945 87.578 1.363.214 8.364.077

31-12-2016 31-12-2015

Cumulatieve aanschafwaarde materiële vaste activa 16.979.385 14.998.017

Cumulatieve afschrijvingen (8.615.308) (7.252.095)

Boekwaarde materiële vaste activa 8.364.077 7.745.923

Financiële vaste activa (EFJ 1.3)

Boekwaarde (Des)inves- Aflossingen Afschrijvingen Boekwaarde Marktwaarde

teringen Waarde mut

31-12-2015 2016 2016 2016 31-12-2016 31-12-2016

Obligaties 9.537.527 572.325 749.407 59.134 8.600.640 8.600.640 (700.671)

Garantielening

nieuwbouw

Ridderkerk 1.523.980 - - 14.292 1.509.688 1.509.688

Garantielening

nieuwbouw

Barendrecht 695.341 - 139.000 556.341 556.341 VB huur 678.360 - 55.205 45.378 577.777 577.777

Totaal 12.435.208 (128.346) 804.612 257.804 11.244.446 11.244.446

Omschrijving

"Gebouwen" betreft het schoolgebouw van St. Beheer Onderwijsgebouw Focus Beroepsacademie

in Barendrecht. St. OZHW voor PO en VO heeft het pand voor 50% in eigendom. De WOZ waarde

van het gehele pand bedraagt € 21.888.000. De verzekerde waarde is € 24.100.000.

Page 57: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

56

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (in euro's)

Vorderingen (EFJ 1.5)

EFJ 31-12-2016 31-12-2015

Debiteuren 1.5.1 1.902.017 1.011.772

Ministerie van OCW 1.5.2 927.678 1.235.173

Overige vorderingen 1.5.7 824.399 737.594

Voorziening oninbaarheid 1.5.9 (370.849) (285.954)

Overlopende activa 1.5.8 423.135 390.098

Totaal Vorderingen 3.706.381 3.088.683

De vorderingen hebben een looptijd van korter dan 1 jaar.

Het verloop van de voorziening oninbaarheid is als volgt:

31-12-2016 31-12-2015

Stand 1 januari 285.954 120.072

Dotatie 114.366 189.512

Onttrekking 29.471 23.630

Stand per 31 december 370.849 285.954

Liquide middelen (EFJ 1.7)

EFJ 31-12-2016 31-12-2015

Kassen 1.7.1 8.677 5.859

Banken 1.7.2 2.717.845 3.734.760

Totaal Liquide middelen 2.726.522 3.740.619

De liquide middelen staan ter vrije beschikking.

PASSIVA (EFJ 2)

Eigen vermogen (EFJ 2.1)

31-12-2015

Resultaats-

bestemming 31-12-2016

Algemene reserve publiek 9.137.072 (995.963) 8.141.109

Bestemmingsreserve BAPO publiek 467.724 (258.775) 208.949

Bestemmingsreserve NOA gelden publiek 504.870 (208.315) 296.555

Bestemmingsreserve Boekenfonds publiek 126.046 - 126.046

Bestemmingsreserve personele knelpuntenpubliek 882.828 (200.000) 682.828

Bestemmingsreserve Opl.school Rijnmondpubliek - 125.758 125.758

Bestemmingsreserve giften en sponsoringprivaat 28.417 22.460 50.877

Totaal Eigen vermogen 11.146.958 (1.514.835) 9.632.124

Page 58: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

57

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (in euro's)

Algemene Reserve

Bestemmingsreserve BAPO

Bestemmingsreserve Boekenfonds

Bestemmingsreserve NOA gelden

Bestemmingsreserve Personele knelpunten

In 2013 is de tijdelijke ophoging van de lumpsum, die in december 2013 is verstrekt aan het VO,

hierin opgenomen. Omdat het niet ging om een strukturele verhoging, is besloten de baten te

spreiden en de reserve meerjarig af te bouwen. In 2014 is in afwachting van meerjarige

toezeggingen alvast € 235.000 ingezet. In 2015 is € 397.065 ingezet. Door het bestuur van OZHW is

besloten de reserve opnieuw voor een deel in te zetten in 2016, namelijk ter hoogte van het

bedrag dat in het VO in de begrotingen aan vestigingen is toegewezen die op de exploitatie in

2015 een positief resultaat hadden behaald. Dit beleid zal in 2017 niet worden voortgezet. Over

het restant van de bestemmingsreserve zal in 2017 een besluit worden genomen.

De bestemmingsreserve personele knelpunten is door het bestuur gevormd met een specifiek

bestemmingsdoel, namelijk om buitengewone fluctuaties (zoals ontslag-vergoedingen en op

kwalitatieve gronden boventallig personeel) in de personele bezetting op te vangen. In 2016 is

besloten € 200.000 aan de bestemmingsreserve te onttrekken. Dit is onder andere gebruikt ter

dekking van de personele knelpunten en kosten van de taskforce Gemini Ridderkerk.

De algemene reserve is opgebouwd uit de in het verleden opgebouwde positieve en negatieve

exploitatieresultaten en is bedoeld voor het afdekken van toekomstige financiële risico’s in de

bedrijfsvoering. Omdat de reserve voor dit doel ruim toereikend was, is besloten in 2016,

evenals als in 2015, projecten uit te voeren die een extra impuls geven aan de organisatie, zoals

gebouwvernieuwingen, Victor de verkenner, extra ICT en de Leeronderneming. Hiervoor is in

totaal € 540.000 onttrokken aan de reserve.

De reserve, die uit een voormalige voorziening is ontstaan, is bedoeld om de resterende

verplichtingen die voortkomen uit de door personeelsleden gespaarde arbeidsuren voor BAPO-

verlof in het VO te voldoen. Door de stelselwijziging in 2010 worden deze kosten niet langer ten

laste van de voorzieningen gebracht. Het onttrokken bedrag is gelijk aan de kosten van het in

De reserve, die uit een voormalige voorziening is ontstaan, is bedoeld om de kosten bij

methodewijzigingen voor het boekenfonds op te vangen. De reserve is ongewijzigd gebleven.

Aan de algemene reserve is daarnaast het negatieve resultaat uit publieke middelen van 2016 na

mutaties op bestemmingsreserves ad € 455.963 toegevoegd onder voorbehoud van goedkeuring

van de jaarrekening.

Page 59: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

58

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER (in euro's)

Bestemmingsreserve Opleidingsschool Rijnmond

Bestemmingsreserve giften en sponsoring

Voorzieningen (EFJ 2.2)

Stand per Dotaties Onttrek- Vrijval Stand per

31-12-2015 2016 kingen 2016 2016 31-12-2016

Voorziening jubilea 464.827 196.795 78.397 - 583.225

Voorziening Spaarverlof 360.023 12.690 - - 372.713

Voorziening LPB 326.390 300.796 - - 627.187

Onderhoudsvoorziening 1.325.533 798.350 566.796 - 1.557.087

Totaal Voorzieningen 2.476.773 1.308.631 645.192 - 3.140.212

Voorziening jubilea

De voorziening jubilea is gevormd op basis van een gemiddelde intredeleeftijd in het onderwijs

van 25 jaar en een uitkering bij 25 en 40-jarig jubileum conform de CAO. In de berekening is

rekening gehouden met een blijfkans, toekomstige loonkostenontwikkeling en disconterings-

voet (0,4 %). De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde.

Voorziening spaarverlof

De CAO biedt de mogelijkheid om te sparen voor verlof door extra uren te werken (60 uur op

jaarbasis). Deze uren worden in een latere periode opgenomen. De hoogte van de voorzie-

ning is het som van het cumulatief aantal opgebouwde uren vermenigvuldigd met de gemiddelde

loonsom voor de betreffende personeelscategorie ultimo 2016.

De bestemmingsreserve giften en sponsoring is opgebouwd uit verkregen particuliere giften en

sponsorbijdragen. Het bestuur zal deze middelen aanwenden om toekomstige projecten te

financieren waar wetgeving de inzet van publieke middelen uit het onderwijs niet toestaat,

maar die wel tegemoetkomen aan de doelstellingen van de stichting. In 2016 is toegevoegd €

Stichting OZHW voor PO en VO is in 2015 benoemd tot penvoerder van de Opleidingsschool

Rijnmond. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft voor de schooljaren 2015-

2016 en 2016-2017 €300.000 per schooljaar beschikbaar gesteld. De bestemmingsreserve

Opleidingsschool Rijnmond betreft het resultaat van de ingezette bekostiging van het schooljaar

2015-2016 minus de in dat schooljaar gemaakte kosten. De inzet van deze bestemmingsreserve

zal worden gedaan conform de opgestelde meerjarenbegroting van Opleidingsschool Rijnmond.

Page 60: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

59

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (in euro's)

Voorziening LBP

In de CAO 2014-2015 is een nieuwe regeling opgenomen. In het kader van levensfase-

bewust personeelsbeleid krijgt iedere werknemer per schooljaar de beschikking over

50 klokuren (persoonlijk budget) die aangewend kunnen worden voor verlof, werkdruk-

vermindering of bepaalde doelbestedingen in geld. Voor zover is gekozen voor verlof is

een voorziening opgebouwd. De hoogte van deze voorziening is de som van het cumulatief

aantal opgebouwde uren vermenigvuldigd met de gemiddelde loonsom voor de betreffende

personeelscategorie ultimo 2016.

Voorziening groot onderhoud

De voorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan

onroerende zaken, die door de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De dotaties aan

de voorziening zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsplanning. Het uitgevoerde onderhoud

wordt ten laste van deze voorziening gebracht. De voorziening is, rekening houdend met geplande

jaarlijkse dotaties, toereikend voor uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de

meerjarenonderhoudsbegroting strekt. De voorziening wordt gewaardeerd tegen nominale

waarde.

Langlopende schulden (EFJ 2.3)

Aflossingen 1 < lt

31-12-2015 2016 31-12-2016 lt <= 1jr V= 5jr lt > 5jr

BNG 1.523.980 14.292 1.509.688 15.268 72.238 1.422.182

Gemeente

Barendrecht 695.341 139.000 556.341 139.000 417.341 -

Totaal 2.219.321 153.292 2.066.029 154.268 489.579 1.422.182

De langlopende schulden bestaan uit een deel af te lossen na 1 jaar en uit een deel af te lossen

binnen 1 jaar (kortlopend deel). Het kortlopende deel is opgenomen onder de "Overlopende

passiva" bij "Nog te betalen bedragen". Langlopend 31-12-2016 1.911.761

Kortlopend 31-12-2016 154.268

2.066.029

De huidige leningen zijn afgesloten ter financiering van investeringen in het verleden in

nieuwbouw en verbouwingen. In 2016 zijn geen nieuwe langlopende verplichtingen

aangegaan. In de tabel is de looptijd (lt) van de aflossingsverplichtingen gesplitst in perioden.

Lening BNG

Dit is een lening verstrekt in 1997 door de BNG aan OZHW ten behoeve

van de financiering van de nieuwbouw van de vestiging Ridderkerk. De rente is vast en

bedraagt 6,83%. Tegenover deze lening heeft de gemeente Ridderkerk zich garant gesteld

voor de rente en aflossingen. Dit is opgenomen onder de financiële vaste activa.

Page 61: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

60

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS PER 31 DECEMBER (in euro's)

Lening gemeente Barendrecht

De lening is ingegaan op 1 april 2006. Het betreft een lening ten behoeve van de gelijktijdige

eigendomsoverdracht van de nieuwbouw locatie Barendrecht. Tegenover deze lening heeft

de gemeente Barendrecht zich verplicht het pand terug te kopen tegen een waarde gelijk aan

de hoogte van het nog uitstaande geleende bedrag. Dit is opgenomen onder de financiële

vaste activa. In 2010 is de kortlopende aflossingsverplichting tot en met 2009 met de gemeente

afgestemd en voldaan. In 2016 is opnieuw een vrijwillige aflossing gedaan. Ook de resterende

aflossingen zijn afgestemd met de gemeente Barendrecht. De rente is gelijk aan een

rente, éénmaal per jaar achteraf te voldoen op 1 april. De rente bedroeg in 2016 4%.

Kortlopende schulden (EFJ 2.4)

EFJ 31-12-2016 31-12-2015

Crediteuren 2.4.3 1.410.017 1.490.212

Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7 2.303.140 2.332.302

Schulden terzake pensioenen 2.4.8 514.658 536.505

Overige kortlopende schulden 2.4.9 726.297 741.486

Overlopende passiva 2.4.10 6.403.218 6.066.876

Totaal Kortlopende schulden 11.357.330 11.167.381

Belastingen en premies sociale verzekeringen (EFJ 2.4.7)

31-12-2016 31-12-2015

Af te dragen loonheffingen 2.224.033 2.243.645

Omzetbelasting 681 (1.327)

Te betalen premies vervangings/participatiefonds 78.426 89.984

Totaal Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.303.140 2.332.302

Overige kortlopende schulden (EFJ 2.4.9)

31-12-2016 31-12-2015

Samenwerkingsverbanden 208.659 441.169

Gelden derden (OR/MR gelden) 151.375 122.513

Overige kortlopende schulden 366.263 177.804

Totaal Overige kortlopende schulden 726.297 741.486

Overlopende passiva (EFJ 2.4.10)

31-12-2016 31-12-2015

Vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW 39.721 53.540

Overige vooruitontvangen subsidies OCW 494.483 200.820

Egalisatierekeningen 1.579.451 1.767.083

Reserveringen personeel 1.661.823 1.669.018

Vooruitontvangen bedragen 1.416.365 1.149.790

Nog te betalen bedragen 1.211.375 1.226.625

Totaal Overlopende passiva 6.403.218 6.066.876

Page 62: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

61

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2016 (in euro's)

Algemeen

Het resultaat in 2016 wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door beleidsontwikkeling

waarvoor is besloten de reserves in te zetten.

Realisatie

2016

Resultaat (1.514.835)

Geplande besteding van reserves (1.207.090)

Resultaat exclusief geplande besteding reserves (307.745)

Incidentele lasten (opgenomen onder 'overige lasten'). (277.842)

Resultaat reguliere bedrijfsvoering (29.903)

Het resultaat in 2016 is voor € 307.745 niet voorzien. In het verslagjaar is een incidenteel

verlies verwerkt ad € 277.842. Ook is in het resultaat verwerkt dat de CAO-wijzigingen

tot hogere personeelslasten hebben geleid. Voor ca. € 650.000 aan extra werkgeverslasten

was in de begroting op dat punt niet voorzien. De bijstellingen in het verslagjaar op de

gerealiseerde baten en lasten in de reguliere bedrijfsvoering hebben dit verschil

nagenoeg gecompenseerd.

In het bestuursverslag is de analyse op het resultaat in 2016 en de financiële positie op

hoofdlijnen toegelicht. In de toelichting hieronder zijn de verschillen met de begroting

per onderdeel nader toegelicht.

Baten (EFJ 3)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Rijksbijdragen Ministerie van OCW 3.1 58.651.209 57.525.216 57.477.869

Overige overheidsbaten 3.2 550.962 528.567 480.778

Overige baten 3.5 2.379.939 2.024.261 2.574.893

Totaal Baten 61.582.110 60.078.044 60.533.540

Rijksbijdragen Ministerie van OCW (EFJ 3.1)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Rijksbijdragen Ministerie van OCW 3.1.1 53.074.626 52.753.840 52.421.884

Overige subsidies OCW 3.1.2 4.791.032 4.187.291 4.256.179

Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV 3.1.4 785.551 584.086 799.806

Totaal Rijksbijdragen Ministerie van OCW 58.651.209 57.525.216 57.477.869

2016

2016

Page 63: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

62

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2016 (in euro's)

Overige subsidies OCW (EFJ 3.1.2)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Geoormerkte subsidie Ministerie van OCW 3.1.2.1.1 255.408 81.285 230.870

Bestede subsidie Opleidingsschool Rijnmond 3.1.2.2.1 331.862 300.000 -

Niet-geoormerkte subsidies Ministerie van OCW3.1.2.2.1 4.203.761 3.806.006 4.025.309

Totaal Overige subsidies OCW 4.791.032 4.187.291 4.256.179

Voor een specificatie van de geoormerkte subsidie Ministerie van OCW zie Model G: Doelsubsidies.

OZHW is penvoerder voor de Opleidingsschool Rijnmond (RPO) en heeft uit hoofde van die

functie € 600.000 beschikt gekregen van DUO. In 2016 is € 331.862 ingezet. Het restant à € 268.138

staat op de balans onder 'Overige vooruitontvangen subsidies OCW'.

Overige baten (EFJ 3.5)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Verhuur 3.5.1 435.911 371.261 504.454

Detachering personeel 3.5.2 1.024 - 19.250

Ouderbijdragen 3.5.5 1.319.959 1.487.001 1.433.791

Overige 3.5.6 623.046 165.999 617.399

Totaal Overige baten 2.379.939 2.024.261 2.574.893

Lasten (EFJ 4)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Personele lasten 4.1 50.249.325 48.397.574 49.699.779

Afschrijvingen 4.2 1.357.406 1.450.816 1.230.978

Huisvestingslasten 4.3 4.802.939 4.859.226 4.958.459

Overige instellingslasten 4.4 6.897.253 6.249.777 6.845.204

Totaal Lasten 63.306.923 60.957.393 62.734.420

Personele lasten (EFJ 4.1)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Lonen en salarissen 4.1.1 48.703.251 47.408.942 48.401.471

Overige personele lasten 4.1.2 2.339.464 2.098.666 2.235.124

Af: Uitkeringen -/- 4.1.3 (793.389) (1.110.034) (936.816)

Totaal Personele lasten 50.249.325 48.397.574 49.699.779

2016

2016

2016

2016

Page 64: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

63

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2016 (in euro's)

Lonen en salarissen (EFJ 4.1.1)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Brutolonen en salarissen 4.1.1.1 39.028.971 37.869.499 38.662.315

Sociale lasten 4.1.1.2 5.113.161 4.931.185 5.034.421

Pensioenlasten 4.1.1.3 4.561.120 4.608.258 4.704.735

Totaal Lonen en salarissen 48.703.251 47.408.942 48.401.471

Overige personele lasten (EFJ 4.1.2)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.1 511.448 115.417 113.772

Personeel niet in loondienst 4.1.2.2 855.291 659.700 863.724

Overige 4.1.2.3 972.724 1.323.549 1.257.628

Totaal Overige personele lasten 2.339.464 2.098.666 2.235.124

Per 31-12-2016 bedraagt het aantal FTE's 718,34. Per 31-12-2015 was dit gezamenlijk bij de

gefuseerde stichtingen 754,18. Korttijdelijke vervangingen zijn hierin meegeteld.

Afschrijvingen (EFJ 4.2)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Materiële vaste activa 4.2.2 1.363.214 1.450.816 1.233.678

Resultaat op verkoop materiële vaste activa (5.808) - (2.700)

Totaal Afschrijvingen 1.357.406 1.450.816 1.230.978

Huisvestingslasten (EFJ 4.3)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Huur 4.3.1 334.617 348.500 355.702

Onderhoud 4.3.3 675.206 599.060 769.614

Energie en water 4.3.4 765.808 912.200 704.392

Schoonmaakkosten 4.3.5 1.001.952 1.003.200 1.009.510

Heffingen 4.3.6 153.146 139.373 133.366

Dotatie overige onderhoudsvoorziening 4.3.7 798.350 798.350 798.331

Overige huisvestingslasten 4.3.8 1.073.859 1.058.543 1.187.544

Totaal Huisvestingslasten 4.802.939 4.859.226 4.958.459

2016

2016

2016

2016

Page 65: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

64

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2016 (in euro's)

Overige lasten (EFJ 4.4)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Administratie- en beheerslasten 4.4.1 885.986 842.980 1.170.227

Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.4.2 4.251.149 3.706.624 3.977.658

Overige 4.4.4 1.760.117 1.700.173 1.697.319

Totaal Overige lasten 6.897.253 6.249.777 6.845.204

Administratie- en beheerslasten (EFJ 4.4.1)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Accountantskosten 4.4.1.1 57.957 38.000 48.751

Overige administratie- en beheerslasten 828.029 804.980 1.121.476

Totaal Administratie- en beheerslasten 885.986 842.980 1.170.227

De Accountantskosten kunnen als volgt worden uitgesplitst:

2016 2015

Realisatie Realisatie

Onderzoek van de jaarrekening 57.957 48.751

Andere controleopdrachten - -

Adviesdiensten op fiscaal terrein - -

Andere niet-controlediensten - -

Totaal Accountantkosten 57.957 48.751

Inventaris, apparatuur en leermiddelen (EFJ 4.4.2)

2015

Realisatie Begroting Realisatie

Boeken 1.441.362 1.133.675 1.234.057

Leermiddelen 874.015 935.100 899.634

ICT-kosten 1.306.570 1.014.910 1.209.024

Reproduktiekosten 364.265 333.500 321.125

Overige inventaris, apparatuur en leermiddelen 264.936 289.439 313.819

Totaal Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.251.149 3.706.624 3.977.658

2016

2016

2016

Page 66: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

65

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER (in euro's)

Overige lasten (EFJ 4.4.4)

2015

Realisatie Begroting Realisatie

Mutaties wegens voorziening oninbaarheid 107.389 - 189.512

Schoolreizen, sport en excursies 514.940 792.731 601.050

Overige 1.137.789 807.442 906.757

Totaal Overige lasten 1.760.117 1.600.173 1.697.319

Financiële baten en lasten (EFJ 5)

2015

EFJ Realisatie Begroting Realisatie

Rentebaten en soortgelijke inkomsten 5.1 21.360 272.000 45.373

5.3 (93.453) 276.000 23.962

5.4 426.934 (261.000) 509.176

Rentelasten en soortgelijke kosten 5.5 (144.863) (35.900) (186.781)

Totaal Financiële baten en lasten 209.978 251.100 391.730

De presentatie van de financiële baten en lasten is in 2016 aangepast aan het digitale

aangiftemodel van DUO. In de begroting is 2016 is daar nog geen rekening mee gehouden.

Waardeveranderingen van financiële vaste

activa en van effecten

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste

activa behoren en van effecten

2016

2016

Page 67: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

66

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (in euro's)

De niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen zijn:

o Langlopende contracten

Onderstaand een overzicht van de contracten met een looptijd van meer dan 1 jaar:

Omschrijving Looptijd Vanaf Bedrag per jaar

Kopieerders 60 2013 317.641

Computerapparatuur 36 2014 290.108

Overige ICT 36/60 2013 145.734

Schoonmaak 24 2016 788.264

Totaal aan verplichtingen 1.541.747

Page 68: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

67

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Na balansdatum is door de inspectie van het onderwijs een concept-onderzoeksrapport

uitgebracht waarin staat dat bij het besluit tot afboeken van twee vorderingen in 2015 door

OZHW voor PO en VO gehandeld is in strijd met de WPO. Het bestuur van OZHW voor PO en

VO heeft de gelegenheid een eigen zienswijze in te dienen op deze bevindingen. Door de

inspectie zal later in een apart besluit kenbaar worden gemaakt of en in hoeverre er

(financiële) consequenties aan zijn verbonden. OZHW voor PO en VO verwacht geen

terugvordering van bekostiging en heeft een zienswijze die dit onderschrijft. In de

jaarrekening 2016 is met eventuele financiële consequenties daarom geen rekening

gehouden.

Page 69: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

68

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

VOORSTEL BESTEMMING VAN HET RESULTAAT

Het resultaat volgens de staat van baten en lasten over 2016 bedraagt negatief (1.514.835)

Het voorstel is om het resultaat als volgt te verdelen:

Algemene reserve (995.963)

Bestemmingsreserve BAPO (258.775)

Bestemmingsreserve NOA gelden (208.315)

Bestemmingsreserve Boekenfonds -

Bestemmingsreserve personele knelpunten (200.000)

Bestemmingsreserve Opl.school Rijnmond 125.758

Bestemmingsreserve giften en sponsoring 22.460

Totaal (1.514.835)

Vooruitlopend op de goedkeuring van de Raad van Toezicht is dit voorstel reeds in de jaarrekening

verwerkt.

Page 70: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

69

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

MODEL E: OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

Verbonden Partij, meerderheidsdeelneming

OZHW voor PO en VO heeft geen meerderheidsdeelneming in verbonden partijen.

Verbonden Partij, minderheidsdeelneming

OZHW voor PO en VO heeft geen minderheidsdeelneming in verbonden partijen.

Verbonden Partij met belang in bevoegd gezag

Juridische

Vorm

Deelnam

e %

Stichting 0

Stichting0

Vereniging 0

Stichting0

Stichting0

Stichting0

Nadere toelichting op de verbonden partijen:

Stichting Beheer LOC gebouw

Zwijndrechtse Waard

Stichting Maximaschool

         Stichting Samenwerkingsverband VO Oost IJsselmonde – West Alblasserwaard, met als

publieksnaam: Samenwerkingsverband VO Noordelijke Drechtsteden 28.13. Dit

samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor het passend onderwijs in het Voortgezet

onderwijs in de regio Noordelijke Drechtsteden. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers

van de acht aangesloten leden en benoemt uit die leden een dagelijks bestuur van drie leden.

Bestuursleden die geen lid zijn van het dagelijks bestuur vormen samen het algemeen bestuur.

         Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden 28.09. In dit

Samenwerkingsverband voor het Primair Onderwijs werken ruim veertig basisscholen, twee

scholen voor Speciaal basisonderwijs en twee scholen voor Speciaal Onderwijs samen aan

passend onderwijs voor meer dan twaalfduizend leerlingen. Het samenwerkingsverband wordt

bestuurd door vertegenwoordigers van dertien schoolbesturen, waaronder Stichting OZHW voor

PO en VO.

         Stichting RIBA 28.05. Het bestuur van deze stichting heeft een algemeen bestuur en een

dagelijks bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit een vertegenwoordiger van elk van de acht

aan het samenwerkingsverband deelnemende schoolbesturen, waaronder Stichting OZHW voor

PO en VO. Het Algemeen Bestuur benoemt een Dagelijks Bestuur, dat bestaat uit een voorzitter

en een penningmeester.

Zwijndrecht

Ridderkerk

Beheer LOC

gebouw

PRO en Rebound

voorzieningen

Statutaire naam

Stichting Passend Onderwijs RIBA

Stichting Samenwerkings-verband VO

Noordelijke Drechtsteden

Samenwerkings-verband Koers VO

Stichting Samenwerkings-verband PO

Drechtsteden

Code activiteiten

Passend onderwijs

Passend onderwijs

Passend onderwijs

Passend onderwijs

Statutaire Zetel

Ridderkerk

Rotterdam

Rotterdam

Sliedrecht

Page 71: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

70

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

         Stichting Máximaschool. Alle exploitatiekosten van de Máximaschool worden gemaakt door

deze stichting en via overeenkomsten tussen de twee samenwerkende scholen verdeeld. De

berekende bekostiging, alsmede de extra verkregen exploitatiesubsidie, wordt ingezet om deze

kosten te dekken. Twee bestuursleden van OZHW voor PO en VO hebben zitting in het bestuur

van de Stichting. Dit is de helft van het aantal bestuursleden.

         Stichting Beheer Onderwijsgebouw Focus Beroepsacademie Barendrecht. In 2010 is de

beheersstichting opgericht door OZHW voor PO en VO en Vereniging voor Christelijk Voortgezet

Onderwijs te Rotterdam en omgeving, die samen het bestuur vormen. Er waren in het

verslagjaar binnen deze stichting nog geen activiteiten die voor OZHW tot rechten of

verplichtingen hebben geleid.

In de verbonden partijen heeft OZHW geen overheersende zeggenschap. Er zijn geen andere

rechtspersonen waarmee een financiële en/of organisatorische band bestaat.

         Samenwerkingsverband Koers VO 28.10. Dit samenwerkingsverband voor passend onderwijs

in het Voortgezet Onderwijs is een vereniging met 24 schoolbesturen, waaronder OZHW voor

PO en VO, die zijn aangesloten via het lidmaatschap van de vereniging. De vereniging bestaat uit

de organen: algemene ledenvergadering, Raad van Toezicht en College van Bestuur. In 2016

zaten geen vertegenwoordigers van OZHW voor PO en VO in de Raad van Toezicht of het College

van Bestuur.

         Stichting Beheer LOC gebouw (LOC@). Alle exploitatiekosten van LOC@, met uitzondering

van de personeelskosten, worden gemaakt door deze stichting, en via overeenkomsten tussen

de drie samenwerkende scholen verdeeld. De berekende materiële bekostiging van de

vestiging LOC@ OZHW, voorheen Walburgcollege Hendrik Ido Ambacht, wordt ingezet om het

exploitatiedeel van OZHW te dekken. Ook zijn er investeringen gedaan bij LOC@ die in de vorm

van een lening door OZHW aan LOC@ ter beschikking zijn gesteld. De drie participerende

onderwijsstichtingen, nl. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Zwijndrechtse Waard ,

Stichting Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid en OZHW voor PO en VO vormen het

bestuur van de Stichting Beheer LOC-gebouw Zwijndrechtse Waard en hebben het feitelijke

bestuurswerk opgedragen aan vertegenwoordigers die door de participanten/bestuursleden

worden aangewezen. Deze vertegenwoordigers leggen verantwoording af over hun

functioneren als vertegenwoordiger aan de raad van toezicht respectievelijk het bestuur van de

participant/onderwijsstichting die hen heeft afgevaardigd. Daarmee strekt het

toezichthoudend bereik van de raden van toezicht, respectievelijk het bestuur van de

participanten zich uit tot het handelen van hun bestuurlijke vertegenwoordigers.

Page 72: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

71

MO

DEL

G: O

PG

AV

E D

OEL

SUB

SID

IES

G1

Ve

ran

two

ord

ing

van

su

bsi

die

s zo

nd

er

verr

eke

nin

gscl

ausu

le

(Reg

elin

g R

OS

art

.13,

lid

2 s

ub

a e

n E

L&I r

egel

ing

en b

etre

kkin

g h

ebb

end

op

de

EL&

I su

bsi

die

s)

Om

sch

rijv

ing

Be

dra

g va

n

de

On

tvan

gen

t/m

Last

en

in

Ke

nm

erk

Dat

um

toe

wij

zin

gve

rsla

gjaa

rve

rsla

gjaa

rEU

REU

R

Zij-

inst

roo

m64

5592

-120

-08-

1460

.000

60.0

0026

.492

Zij-

inst

roo

m70

4470

-122

-06-

1520

.000

20.0

00-

Zij-

inst

roo

m70

5896

-120

-08-

1520

.000

20.0

00-

Zom

ers

cho

ol

6150

0-12

7737

08-0

4-16

32.5

0032

.500

32.5

00

Lera

ren

be

urs

7080

03-1

21-0

9-15

5.69

35.

693

3.32

1

Lera

ren

be

urs

7080

34-1

21-0

9-15

4.98

14.

981

2.90

6

Lera

ren

be

urs

7080

65-1

21-0

9-15

11.3

8611

.386

6.64

2

Lera

ren

be

urs

7084

56-1

21-0

9-15

4.55

44.

554

2.65

7

71

Lera

ren

be

urs

7086

83-1

21-0

9-15

22.7

7122

.771

13.2

83

Lera

ren

be

urs

7087

53-1

21-0

9-15

89.3

3589

.335

52.1

12

Lera

ren

be

urs

7097

92-1

20-1

0-15

8.87

78.

877

5.17

8

Lera

ren

be

urs

7125

07-1

20-1

1-15

-19.

368

-19.

368

(11.

298)

Lera

ren

be

urs

ON

D/O

DV

-201

5/71

8627

-05-

16-6

.136

-6.1

36(6

.136

)

Lera

ren

be

urs

7757

23-1

20-0

9-16

5.89

15.

891

2.45

5

Lera

ren

be

urs

7757

73-1

20-0

9-16

16.9

3716

.937

7.05

7

Lera

ren

be

urs

7762

60-1

20-0

9-16

4.71

34.

713

1.96

4

Lera

ren

be

urs

7762

93-1

20-0

9-16

11.7

8211

.782

4.90

9

Lera

ren

be

urs

7768

55-1

20-0

9-16

23.5

6523

.565

9.81

9

Lera

ren

be

urs

7770

96-1

20-0

9-16

101.

811

101.

811

42.4

21

Lera

ren

be

urs

7773

23-1

20-0

9-16

11.7

8211

.782

4.90

9

Lera

ren

be

urs

7796

83-1

22-1

1-16

3.13

23.

132

1.30

5

Tota

al43

4.20

643

4.20

620

2.49

5

t

Toe

wij

zin

g

De

pre

stat

ie is

ult

imo

ve

rsla

gjaa

r co

nfo

rm d

e

sub

sid

ieb

esc

hik

kin

g

geh

ee

l uit

gevo

erd

en

afg

ero

ndno

g n

iet

geh

ee

l afg

ero

nd

Aa

nkr

uis

en w

at

van

to

epa

ssin

g is

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

t

Page 73: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

72

G2

Ve

ran

two

ord

ing

van

su

bsi

die

s m

et

verr

eke

nin

gscl

ausu

le

(Re

geli

ng

RO

S ar

t.13

, lid

2 s

ub

b e

n E

L&I r

ege

lin

gen

be

tre

kkin

g h

eb

be

nd

op

de

EL&

I su

bsi

die

s)

G2-

A A

flo

pe

nd

pe

r u

ltim

o v

ers

lagj

aar

Toe

wij

zin

gB

ed

rag

van

de

On

tvan

gen

t/m

Tota

le

Te v

err

eke

ne

nLa

ste

n in

Ke

nm

erk

Dat

um

toe

wij

zin

gve

rsla

gjaa

rko

ste

nu

ltim

o v

ers

lagj

rve

rsla

gjaa

rEU

REU

REU

REU

REU

R

7117

86-1

20-1

0-15

34.9

1334

.913

34.9

130

34.9

13

7838

10-1

22-1

1-16

18.0

0018

.000

18.0

000

18.0

00

Tota

al52

.913

52.9

1352

.913

052

.913

MO

DEL

G: O

PG

AV

E D

OEL

SUB

SID

IES

G2-

B D

oo

rlo

pe

nd

to

t in

ee

n v

olg

en

d v

ers

lagj

aar

Om

sch

rijv

ing

Be

dra

g va

n

de

Sald

oO

ntv

ange

n in

Last

en

inTo

tale

ko

ste

n

Ke

nm

erk

Dat

um

toe

wij

zin

g1-

1-20

16ve

rsla

gjaa

rve

rsla

gjaa

r31

-12-

2016

EUR

EUR

EUR

EUR

EU

R

VSV

pre

stat

ie-

sub

sid

ie v

ast

7845

00-1

22-1

1-16

39.7

21

-

39

.721

-

-

Tota

al39

.721

-

39.7

21

-

-

Toe

wij

zin

g

Om

sch

rijv

ing

VSV

pre

stat

ie-s

ub

vas

t 16

VSV

pre

stat

ie-s

ub

var

i 16

39.7

21

Sald

o n

og

te b

est

ed

en

ult

imo

ve

rsla

gjaa

r

EUR

39.7

21

Page 74: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

73

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN

1. Bezoldiging topfunctionarissen

1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking

Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van

de functievervulling

bedragen x € 1 L.D. de Haan J. van KnijffL.P.T.

Verwijmeren

J.A.M. van

Esch

FunctiegegevensVoorzitter

College van

Bestuur

Lid College

van Bestuur

Medewerker

in algemene

dienst

Medewer-

ker in

algemene

dienst

Aanvang en einde functievervulling in 2016 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 n.v.t. 1/5 - 30/6

Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 0,0 1,0

Gewezen topfunctionaris? nee nee ja ja

Fictieve dienstbetrekking? nee nee n.v.t. nee

Individueel WNT-Maximum Onderwijs 152.000 152.000 0 25.403

Bezoldiging

Beloning 115.915 106.933 0 18.236

Belastbare onkostenvergoedingen - - - -

Beloningen betaalbaar op termijn 14.607 14.339 0 0

Subtotaal 130.522 121.272 0 18.236

-/- Onverschuldigd betaald bedrag 0 0 0 0

Totaal bezoldiging 135.709 114.922 0 18.236

Verplichte motivering indien overschrijding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Gegevens 2015

Aanvang en einde functievervulling in 2015 1/1 - 31/12 1/9 - 31/12 1/1 - 31/7 n.v.t.

Omvang dienstverband 2015 (in fte) 1,0 1,0 1,0 0,0

Bezoldiging 2015

Beloning 120.784 100.559 64.324 0

Belastbare onkostenvergoedingen - - - -

Beloningen betaalbaar op termijn 14.925 14.363 8.922 0

Totaal bezoldiging 2015 135.709 114.922 73.246 0

Individueel WNT-maximum 2015 178.000 178.000 103.833 0

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking kalendermaand 1-12

Er zijn geen leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking werkzaam geweest.

Page 75: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

74

1c. T

oez

ich

tho

ud

end

e to

pfu

nct

ion

ari

ssen

be

dra

ge

n x

€ 1

A.F

.W.

va

n D

elf

t

J.T

h.G

.P.

Fra

nx

M.J

. v

an

Ca

pp

ell

e

A.W

. v

an

Do

ng

en

D.J

.

Ko

erse

lma

n

A.

va

n '

t

La

ar

K.C

. v

an

Le

eu

we

n

M.

va

n

de

r N

at

I.

Nu

isS

.J.

Po

rs

Fu

ncti

e(s)

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Voorz

itte

r

Raad v

an

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad v

an

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Lid

Raad

van

Toezic

ht

Aanvang e

n e

inde f

unctieverv

ullin

g in

2016

1/1

-

31/1

2

1/1

-

31/1

2n.v

.t.

1/1

-

31/1

21/1

- 3

1/1

2n.v

.t.

1/1

-

31/1

21/1

- 3

1/1

2n.v

.t.

1/1

-

31/1

2

Indiv

idueel W

NT-M

axim

um

Onderw

ijs1

5.2

00

22

.80

00

15

.20

01

5.2

00

01

5.2

00

15

.20

00

15

.20

0

Be

zo

ldig

ing

Belo

nin

g2.9

00

4.4

40

00

2.9

00

02.9

00

2.9

00

02.9

00

Bela

stb

are

onkoste

nverg

oedin

gen

00

00

00

00

00

Belo

nin

gen b

eta

alb

aar

op t

erm

ijn

00

00

00

00

00

Subto

taal

2.9

00

4.4

40

00

2.9

00

02.9

00

2.9

00

02.9

00

-/-

Onvers

chuld

igd b

eta

ald

bedra

g0

00

00

00

00

0

To

taa

l b

ezo

ldig

ing

2.9

00

4.4

40

00

2.9

00

02

.90

02

.90

00

2.9

00

Verp

lichte

motiveri

ng indie

n

overs

chri

jdin

gn.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

n.v

.t.

Ge

ge

ve

ns 2

01

5

Aanvang e

n e

inde f

unctieverv

ullin

g in

2015

n.v

.t.

1/1

-

31/1

21/1

- 1

/3n.v

.t.

1/1

- 3

1/1

21/1

- 2

6/1

1/1

-

31/1

21/1

- 3

1/1

21/1

-

31/1

2n.v

.t.

Be

zo

ldig

ing

20

15

Belo

nin

g

04.4

40

750

02.9

00

210

2.9

00

2.9

00

2.9

00

0

Bela

stb

are

onkoste

nverg

oedin

gen

00

00

00

00

00

Belo

nin

gen b

eta

alb

aar

op t

erm

ijn

00

00

00

00

00

To

taa

l b

ezo

ldig

ing

20

15

04

.44

07

50

02

.90

02

10

2.9

00

2.9

00

2.9

00

0

Indiv

idueel W

NT-m

axim

um

2015

026.7

00

2.9

67

017.8

00

1.2

71

17.8

00

17.8

00

17.8

00

0

2. U

itke

rin

gen

we

gen

s b

ind

igin

g d

ien

stve

rban

d a

an t

op

fun

ctio

nar

isse

n m

et

of

zon

de

r d

ien

stb

etr

ekk

ing

3. O

verig

e r

apporta

geverplichti

ngen o

p g

rond v

an d

e W

NT

Er z

ijn

ge

en

uit

keri

nge

n w

ege

ns

be

ëin

dig

ing

die

nst

verb

and

aan

to

pfu

nct

ion

aris

sen

me

t o

f zo

nd

er

die

nst

be

tre

kkin

g ge

we

est

.

Naa

st d

e h

ierb

ove

n v

erm

eld

e t

op

fun

ctio

nar

isse

n z

ijn

er

gee

n o

veri

ge f

un

ctio

nar

isse

n d

ie in

201

6 e

en

be

zold

igin

g b

ove

n h

et

ind

ivid

ue

le W

NT-

max

imu

m h

eb

be

n o

ntv

ange

n. E

r zi

jn in

201

6 ge

en

on

tsla

guit

keri

nge

n b

eta

ald

aan

ove

rige

fu

nct

ion

aris

sen

die

op

gro

nd

van

de

WN

T d

ien

en

te

wo

rde

n v

erm

eld

, of

die

in e

erd

ere

jare

n o

p g

ron

d v

an d

e W

OP

T o

f d

e W

NT

verm

eld

zij

n o

f h

add

en

mo

ete

n w

ord

en

.

Page 76: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

75

Overige gegevens

Page 77: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

76

Page 78: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

77

Page 79: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

78

Page 80: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

79

Page 81: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

80

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

RESULTAAT PER SEGMENT

Hoofdgroep RekeningtypeHoofdcategorie EFJ VO PO Totaal

Baten en lastenOpbrengsten Rijksbijdragen OCW 3.1 39.938.765 18.712.444 58.651.209

Overige overheidsbijdragen 3.2 321.942 229.020 550.962

Overige baten 3.3 2.376.531 432.782 2.809.313

Totaal Opbrengsten 42.637.237 19.374.246 62.011.484

Kosten Personele lasten 4.1 34.664.252 16.014.447 50.678.699

Afschrijvingen 4.2 908.059 449.347 1.357.406

Huisvestingslasten 4.3 3.132.118 1.670.822 4.802.939

Overige lasten 4.4 4.988.334 1.908.918 6.897.253

Totaal Kosten 43.692.763 20.043.533 63.736.296

Totaal Baten en lasten (1.055.526) (669.287) (1.724.813)

Financieel Opbrengsten Financiële baten 5.1 313.806 134.488 448.294

Totaal Opbrengsten 313.806 134.488 448.294

Kosten Financiële lasten 5.5 165.324 72.992 238.316

Totaal Kosten 165.324 72.992 238.316

Totaal Financieel 148.482 61.496 209.978

Totaal (907.044) (607.790) (1.514.835)

2016

Page 82: JAARSTUKKEN 2016 RAPPORT INZAKE DE · personeelsbeleid. De scholen zelf zijn georganiseerd in afdelingsteams, onder leiding van afdelingsmanagers. 6 Verder fungeert als laatste organisatorische

81

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor primair onderwijs en voortgezet

onderwijs

GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON

Bestuursnummer: 42709

Samenstel l ing organisatieDe organisatie zag er per 31 december 2016 als volgt uit:

Voorzitter college van bestuur: de heer L.D. de Haan

Lid college van bestuur: de heer J. van Knijff

Bestuurssecretaris: mevrouw E.J.A.J. van de Weijer

Controller: de heer A.J. de Jong

Directeuren:

Barendrecht:

         Obs De Zeppelin: de heer F. de Leeuw

         Obs De Draaimolen: mevrouw N. Wols

         Obs De Driehoek: de heer H. van den Broek

         Obs De Tweemaster: mevrouw M. Weber

         Dalton Lyceum Barendrecht: de heer P. Timmers

         Focus Beroepsacademie (in samenwerking met CSG Calvijn): mevrouw M. Netten

Ridderkerk:

         Obs De Reijer: de heer R. Vierhoven

         Obs De Botter: mevrouw D. Werncke

         Obs De Bosweide: mevrouw K. van der Hoek

         Obs De Piramide: mevrouw A. Leeuwenhoek

         Obs De Noord: mevrouw I. Rookhuizen

         Gemini College Ridderkerk: de heer K. van der Hoek

         Maximacollege Ridderkerk (in samenwerking met Farelcollege): de heer M. Eeuwijk

Zwijndrecht:

         Obs De Tandem: de heer L. Papavoine

         Obs De Twee Wieken: mevrouw F. Jeijsman

         Obs De Dolfijn: de heer M. Mastwijk

         Obs De Develhoek: de heer S. van der Laan

         Obs Koningin Julianaschool: mevrouw G. Odijk

         Walburg College: de heer M. P. Smale

         Loket Zwijndrechtse Waard (in samenwerking met Develstein College en ROC

Da Vinci ): de heer Ch. Geertzen

Lekkerkerk:

         Gemini College Lekkerkerk: de heer W. van Eijk

Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor Primair Onderwijs en Voorgezet

Onderwijs, statutair gevestigd te Barendrecht.