Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

47
Jaarplan 2015 Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam september 2014

Transcript of Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Page 1: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015

Uitgegeven door

VeiligheidNL

Postbus 75169

1070 AD Amsterdam

september 2014

Page 2: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 2

Rapport: 602

Archiefnummer: 1000.03

Intern rapport: [Vul het interne rapportnummer in]

Projectnummer: [Vul het projectnummer in]

Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding.

Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke

toestemming verkregen te zijn.

Page 3: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 3

Inhoudsopgave

Hoofdstuk

1 Inleiding 5

2 Strategie en beleid VeiligheidNL in 2015 6 2.1 Letsels in volksgezondheidsperspectief 6 2.2 Kennis met impact 8 2.3 Visie op veiligheid, preventie en maatschappelijke impact 9 2.4 Ontwikkelingen in overheidsbeleid 11 2.5 Doelstellingen 13 2.6 Strategische speerpunten 14

3 Unit Registraties 17 3.1 Inleiding 17 3.2 Doelen en doelgroepen 19 3.3 Samenwerking/netwerk 19 3.4 Begroting en resultaten 20 3.5 Additioneel gefinancierde activiteiten 22

4 Programma Opgroeien & Ouder worden 23 4.1 Inleiding 23 4.2 Opgroeien 23 4.2.1 Inleiding 23 4.2.2 Doelen en doelgroepen 24 4.2.3 Samenwerking en netwerk 25 4.2.4 Begroting en resultaten 25 4.3 Ouder worden 26 4.3.1 Inleiding 26 4.3.2 Doelen en doelgroepen 27 4.3.3 Samenwerking en netwerk 28 4.3.4 Begroting en resultaten 28 4.4 LOT & CGL 30 4.4.1 Inleiding 30 4.4.2 Doelen en doelgroepen 30 4.4.3 Samenwerking en netwerk 30 4.4.4 Begroting en resultaten 31 4.5 Overige gefinancierde projecten 32

5 Programma Werk en Vrije tijd 33 5.1 Inleiding 33 5.2 Doelen en doelgroepen 35 5.3 Samenwerking/netwerk 36 5.4 Begroting en resultaten 37 5.5 Additioneel gefinancierde projecten 39

6 Generieke thema’s 40 6.1 Inleiding 40

Page 4: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 4

6.2 Doelen en doelgroepen 40 6.3 Samenwerking/netwerk 42 6.4 Begroting en resultaten 42

Bijlage 1 Organogram 44

Bijlage 2 Verklaring van afkortingen 45

Page 5: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 5

1 Inleiding

Het voorliggende Jaarplan 2015 bevat een overzicht van activiteiten, resultaten en begroting van

VeiligheidNL in het beleidsjaar 2015. Dit jaarplan is tot stand gekomen in overleg met de directie

Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie en de directie Sport van het Ministerie van

VWS en na advisering van het Centrum Gezond Leven. Het vormt de basis voor de aanvraag

van de instellingssubsidie bij het Ministerie van VWS en het uitgangspunt voor het beleidsjaar

2015.

Dit jaarplan sluit aan op het subsidiekader van de minister van VWS, bij het gezamenlijk

werkplan van de samenwerkende thema-instituten (LOT) en het Centrum Gezond Leven (CGL).

Het is gebaseerd op het Strategisch Plan 2013-2016 van VeiligheidNL zoals in april 2012

vastgesteld door de Raad van Toezicht.

Na het teruglopen van financiering door de rijksoverheid vanwege bezuinigingen op subsidies

afgelopen jaren, werd door de minister van VWS in 2014 een nieuwe impuls gegeven aan

preventie met lancering van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Alle activiteiten van

VeiligheidNL vallen onder de scope van het veelomvattende programma, dat de titel ‘Alles is

gezondheid…’ draagt. Wij hebben ons aan dit programma verbonden middels een pledge,

waarin onze bijdrage aan en ambitie voor letselpreventie komende tijd is verwoord (zie paragraaf

2.5). Ook is in 2014 het vijfde preventieprogramma van ZonMw van start gegaan, dat loopt langs

dezelfde lijnen als het programma ‘Alles is gezondheid…’. Wij verwelkomen uiteraard dit nieuwe

elan voor preventie!

Helaas worden de verwachtingen voor 2015 en verder getemperd door nieuwe aangekondigde

bezuinigingen op onze subsidies voor preventie. De directie Sport van VWS heeft aangekondigd

(1) in 2015 te bezuinigen op onze sportblessurepreventie-activiteiten en (2) de uitvoering van het

sportblessurepreventiebeleid, zoals wij dat op dit moment met vele partners doen vanuit onze

instellingssubsidie, na 2015 meer openbaar en programmatisch te willen aanbesteden. In 2015

betekent dat voor onze sportblessurepreventie-activiteiten – naast het mogelijk opvangen van

een bezuiniging - een verschuiving van de focus in activiteiten: van brede implementatie van

effectieve interventies naar hervorming van de financiering en toekomstige aansturing van

sportblessurepreventie in Nederland. VWS/Sport heeft aangegeven onze expertise bij dat laatste

graag te gebruiken, zodat voortgebouwd kan worden op de basis die wij afgelopen jaren hebben

gelegd.

Hoofdstuk 2 beschrijft de strategie en beleid van VeiligheidNL in 2015, inclusief een schets van

letsels als volksgezondheidsproblematiek en recente beleidsontwikkelingen. In de hoofdstukken

3 tot en met 6 worden de inhoudelijke activiteiten en resultaten beschreven van

achtereenvolgens de Unit Registraties, het Programma Opgroeien & Ouder worden, het

Programma Werk & Vrije tijd en voor Generieke Thema’s. Daarbij is de inzet van VeiligheidNL in

het kader van de samenwerking met de thema-instituten verenigd in het LOT en met CGL apart

beschreven in hoofdstuk 4. De informatie in hoofdstukken 3 tot en met 6 is gestructureerd

volgens de aanwijzingen van VWS voor aanvraag van de instellingssubsidie. Voor de

volledigheid wordt daarin per hoofdactiviteit ook een beknopt overzicht gegeven van aanvullend

gefinancierde projecten en opdrachten. In de bijlagen is het organogram en een verklaring van

afkortingen te vinden.

Page 6: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 6

2 Strategie en beleid VeiligheidNL in 2015

2.1 Letsels in volksgezondheidsperspectief

Ongevallen

In 2012 overleden 3.899 Nederlands ingezetenen als gevolg van letsels door ongevallen, waarvan

3.175 ten gevolge van een privéongeval1. Ongevallen leidden in 2012 tevens tot 3,5 miljoen

slachtoffers die medische behandeling nodig hebben, waaronder 140.000 ziekenhuisopnamen en

770.000 behandelingen op Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) in ziekenhuizen. Net als bij de

dodelijke ongevallen geldt ook bij ziekenhuisopnamen en SEH-behandelingen dat privéongevallen

verantwoordelijk zijn voor verreweg de grootste groep slachtoffers. Daarnaast hebben ook veel

sportblessures medische behandeling nodig (1,7 miljoen in 2012)2.

De totale kosten van alle letsels door ongevallen bedroegen in 2012 € 5,9 miljard, waarvan

€ 2,5 miljard voor direct medische kosten en € 3,4 miljard voor arbeidsverzuim.

Opzettelijk toegebrachte letsels

Letsels door geweld en zelfbeschadiging / suïcide vormen een minder omvangrijk, maar

maatschappelijk gezien een ernstig probleem. In 2012 overleden 1.753 mensen door suïcide en

(voor zover bekend) 145 mensen door geweld. Als we kijken naar de SEH-behandelingen voor

opzettelijk toegebrachte letsels, dan zien we een omgekeerd beeld: 22.000 voor geweld en 16.000

voor zelf toegebrachte letsels in 2012.

Trends in volksgezondheid

In de Volksgezondheids Toekomst Verkenning 2014 van RIVM, getiteld Een Gezonder

Nederland3, worden de effecten van de belangrijkste ziekten en aandoeningen op de

volksgezondheid met elkaar vergeleken. In de top-10 van aandoeningen met de hoogste

incidentie4 staan privé-ongevallen op de tweede plek, na 850.000 nieuwe nek- en rugklachten. In

de top tien staan verder vooral verschillende infectieziekten en letsels als gevolg van

verkeersongevallen en sportblessures. In deze incidentietelling van RIVM/VTV zijn alleen de

letsels meegenomen die op een spoedeisende hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis zijn

behandeld. Daarmee wordt de incidentie van letsels ten opzichte van andere aandoeningen

onderschat. In 2012 werden 3,5 miljoen letsels medisch behandeld, waarvan 1,1 miljoen als

gevolg van privé-ongevallen2 –de hoogste incidentie van alle aandoeningen in Nederland.

Ongevallen komen niet alleen vaak voor, ze hebben ook vaak een grote impact op de gezondheid.

Naast COPD zijn letsels door privé-ongevallen zowel belangrijke oorzaken van sterfte als van

jaren met ziekte5. Dé maat voor impact op de volksgezondheid is ziektelast (gemeten in DALYs),

waarin sterfte en jaren met ziekte zijn gecombineerd. In de top-10 van ziektelast staan privé-

ongevallen op de negende plaats5. In de VTV-2014 wordt echter voorspeld dat de ziektelast door

privé-ongevallen in de periode 2011-2030 stijgt met 39%6. Daarmee stijgen privé-ongevallen in

2030 naar de zevende plaats in de ziektelast top-10. Een belangrijke oorzaak van die stijging

vormt het toenemend probleem van valongevallen bij ouderen.

1 Bij privéongevallen gaat het om letsel door ongevallen in of om huis, in de wijk, in openbare gebouwen of

tijdens vrijetijdsbesteding en andere ongevallen, voor zover het géén arbeids-, verkeersongeval of

sportblessure betreft.

2 Letsels: kerncijfers 2012. Factsheet VeiligheidNL

.

3 http://www.eengezondernederland.nl/

4 http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Ziekten/Incidentie

5 http://www.eengezondernederland.nl/Heden_en_verleden/Ziekten/Ziektelast_top_10

6 http://www.eengezondernederland.nl/Trends_in_de_toekomst/Ziekten/Ziektelast

Page 7: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 7

Daarnaast leveren ongevallen bij kinderen en jongeren een grote bijdrage aan de ziektelast; in de

leeftijdscategorie tot 15 jaar staan privé-ongevallen zelfs op nummer één in de rangordeningslijst

als veroorzaker van het hoogste aantal DALYs7. In de Verkenning Jeugdgezondheid7 wordt ook

gesignaleerd dat er sinds het begin van deze eeuw wel een daling is geweest van het aantal SEH-

behandelingen na een privé-ongeval bij de jeugd, maar dat deze vooral toe te schrijven is aan een

daling in de lichtere verwondingen (oppervlakkige letsels en open wonden). Bij de ernstigere

letsels is juist een stijging te zien, namelijk voor fracturen, hersenletsel en vergiftigingen (met name

alcoholvergiftigingen bij 13-18-jarigen). Daarnaast stijgt ook het aantal sportblessures bij de jeugd.

Psychische letsels

Naast de fysieke gevolgen van letsels, wordt steeds duidelijker dat ongevallen en geweld ook

belangrijke psychische gevolgen hebben die nog niet in bovengenoemde cijfers zijn

verdisconteerd. Daaronder valt het Post Traumatisch Stress Syndroom (PTSS), dat het gevolg kan

zijn van situaties die als zeer bedreigend zijn ervaren. Algemeen bekend is dat dit kan optreden na

gewelddadige situaties en grootschalige rampen, maar ook persoonlijke ongevallen kunnen deze

gevolgen hebben. Naast PTSS kan het ook gaan om depressie en angststoornissen. Deze

psychische gevolgen, die grote consequenties hebben voor de slachtoffers, kunnen ook in

volksgezondheidsperspectief niet genegeerd worden: bij de ziektelast als gevolg van de fysieke

letsels moet grofweg de helft er nog eens erbij opgeteld worden als gevolg van alleen al PTSS8.

De staatssecretaris van VWS heeft ook in een brief aan de Tweede Kamer het belang van deze

problematiek erkend9, door te stellen dat het nodig is om te verkennen of psychosociale gevolgen

van ongevallen, zoals posttraumatische stress, meegenomen kunnen worden bij de schattingen

van gezondheidseffecten van letsels. Een eerste aanzet daartoe heeft VeiligheidNL gedaan in

samenwerking met een aantal experts van het Erasmus MC, AMC (afdelingen Psychiatrie en

Kinder- en Jeugdpsychiatrie) en de VU (Klinische Psychologie)10

. Het doel van deze activiteiten,

die in 2015 worden voortgezet, is om te komen tot een vroegtijdige aanpak op basis van

zelfmanagement en preventieve zorg, waardoor de GGZ-zorg voor onder andere PTSS verder

teruggedrongen kan worden via vroeg signalering en zelfmanagement.

Twee belangrijke bedreigingen van de psychosociale veiligheid van kinderen zijn

kindermishandeling en pesten. Kindermishandeling is ‘elke vorm van voor een minderjarige

bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders

of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van

onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt

te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel’11

.

Kindermishandeling kan leiden tot lichamelijke schade, ernstig verstoorde gehechtheidsrelaties

en op langere termijn tot psychische stoornissen. Het aantal gevallen en aantal meldingen van

kindermishandeling is toegenomen tussen 2005 en 20107. Bij kindermishandeling worden de

volgende vijf meest gangbare vormen onderscheiden:

emotionele/ psychische mishandeling

lichamelijke verwaarlozing

lichamelijke mishandeling

emotionele/ psychische verwaarlozing (incl. getuige van huiselijk geweld).

seksueel misbruik

De meest recente schatting (2010) van het vóórkomen van kindermishandeling in Nederland is dat

96.000 kinderen en jongeren tot 18 jaar slachtoffer zijn van kindermishandeling, ofwel 34 op de

1.000 in deze leeftijdsgroep (Nationale Prevalentiestudie Mishandeling 201012

). Bijna de helft van

7 Hamberg et al. Gezond opgroeien, verkenning jeugdgezondheid. RIVM ism NCJ (2014)

8 Haagsma et al. Injury Prevention (2010)

9 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/05/14/kamerbrief-over-beleidsdoorlichting-letselpreventie-2008-2012.html

10 ‘In psychische nood: de vergeten last na een letsel’ (2014). Whitepaper VeiligheidNL i.s.m. Erasmus MC, AMC afdeling psychiatrie, AMC afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie en VU klinische psychologie.

11 NJi. Dossier kindermishandeling – definitie. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut (2013)

12 Alink, L., IJzendoorn, R. van, Bakermans, M., e.a.(2011). 'Kindermishandeling in Nederland Anno 2010 : de Tweede Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en Jeugdigen'. Leiden: Casimir

Page 8: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 8

hiervan heeft te maken met meerdere vormen van kindermishandeling. Fysieke en emotionele

verwaarlozing lijkt het meest voor te komen.

Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een

andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe te brengen13

. Bij pesten is de macht

ongelijk verdeeld. Relatief nieuwe manieren zijn het digitaal en mobiel pesten. Uit het laatste

onderwijsverslag van de Onderwijsinspectie staat beschreven dat respectievelijk 17% en 15%

van de leerlingen (PO en VO) in het voorafgaande jaar is gepest14

. De gevolgen van pesten

kunnen ernstig en langdurig zijn. Kinderen die herhaaldelijk en op verschillende manieren zijn

gepest, hebben vaker last van sociale, emotionele en fysieke problemen zoals vermindering van

zelfvertrouwen, eenzaamheid en depressie. Ze hebben vaker last van fysieke klachten (hoofdpijn,

slaapproblemen, buikpijn, bedplassen en vermoeidheid) en verminderde schoolprestaties of

spijbelen. Slachtoffers vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet en zijn bang om naar school te gaan.

Kinderen die gepest worden krijgen later vaak te maken met depressies, een laag zelfvertrouwen

en hebben moeite om relaties te onderhouden. De gevolgen van pesten zijn vergelijkbaar met die

van kindermishandeling15

.

Sociale veiligheid in de sport is eveneens een belangrijk maatschappelijk probleem, waarbij er

geen duidelijke lijn te trekken is tussen opzettelijke en onopzettelijke letsels. Uit recent onderzoek

wordt geschat dat in 20132 470.000 sporters letsel hebben opgelopen door opzettelijke

overtredingen16

. Ernstige geweldsincidenten in de sport halen regelmatig de media, maar uit de

cijfers blijkt dat deze incidenten het topje van de ijsberg zijn: van alle letsels die Nederlanders

zeggen te hebben opgelopen door geweld (jaarlijks 220.000), wordt de helft (110.000) opgelopen

bij het sporten 17

. Veel mensen worden jaarlijks geconfronteerd met lichamelijk en/of verbaal

geweld op en rond de sportvelden16

: van de 15 tot 80 jarigen zegt 6% opzettelijk fysiek geweld te

hebben gezien of meegemaakt bij het sporten en voor verbaal geweld is dat 10%.

2.2 Kennis met impact

Als onafhankelijk expertisecentrum met een publieke missie vindt VeiligheidNL dat iedereen het

verdient om volop van het leven te kunnen genieten, zonder onnodige beperkingen. Vol

vertrouwen, vitaal en vrij. Daarom zetten we ons al meer dan 30 jaar in om onze woon-, werk- en

leefomgeving veiliger te maken. En om mensen meer grip te geven op hun eigen veiligheid. Dat is

goed voor persoonlijke vitaliteit én voor onze economie. Want minder letsels betekent minder

persoonlijk leed, minder medische en verzuimkosten en meer levenskwaliteit.

Om Nederland veiliger te maken, bundelen we de krachten met verschillende partners. Zo werken

we veel samen met overheid, zorgverleners, bedrijven, brancheverenigingen, politie, experts en

vele anderen. We delen kennis en kunde. We vergaren informatie, analyseren

veiligheidsproblemen en komen met een effectieve praktische aanpak en met verrassende acties

waarmee we klinkende resultaten boeken.

Als we weten waar, hoe en bij wie de meest ernstige ongevallen plaatsvinden, kunnen we gericht

ingrijpen om het te helpen voorkomen. Sinds 1997 verzamelen we waardevolle gegevens in ons

Letsel Informatie Systeem (LIS). Medewerkers van een representatief aantal Spoedeisende

Hulpafdelingen registreren in het LIS de aard, omvang en toedracht van de letsels die zij

behandelen. Deze schat aan informatie blijft groeien en vormt de basis voor preventiebeleid.

Lokaal, regionaal en landelijk.

13

NJi. Dossier pesten – definitie. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut, 2013. 14

Inspectie van het Onderwijs. De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag2012/2013. Utrecht, 2014. 15

VeiligheidNL. Factsheet Pesten. Amsterdam 2013. 16

Nationaal Sport Onderzoek 2013, VeiligheidNL/Mulier Instituut 17

Ongevallen en Bewegen in Nederland 2006-2013, VeiligheidNL

Page 9: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 9

Missie

VeiligheidNL stimuleert vertrouwen, vitaliteit en vrijheid door mensen regie te geven over hun

eigen veiligheid en die van hun kwetsbare naasten.

2.3 Visie op veiligheid, preventie en maatschappelijke impact

Door risico’s in beeld te brengen en praktische oplossingen te bieden, kunnen we mensen

stimuleren tot veilig gedrag. We versterken hun vindingrijkheid en hun vaardigheden, om zoveel

mogelijk ongelukken en geweld te voorkomen.

Onze aanpak:

Monitoren en signaleren van lichamelijk en geestelijk letsel. Onderzoeken welke vorm van

preventie effectief is.

Ontwikkelen en uitvoeren van creatieve en succesvolle campagnes en programma’s, voor elke

doelgroep op maat.

Delen van kennis en kunde direct met onze doelgroepen of via professionals,

samenwerkingspartners en ambassadeurs.

Veiligheid en gedrag

VeiligheidNL richt zich op het bevorderen van veilig gedrag. Immers: bij de meeste ongevallen

speelt gedrag een cruciale rol. Zo geeft, van de ouders van kinderen die na een ongeval op de

Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis worden behandeld, bijna driekwart aan dat het ongeval

heeft kunnen plaatsvinden door onoplettendheid of onervarenheid. Daarnaast wordt door bijna een

derde van deze ouders genoemd dat het (mede) te wijten is aan een product of voorwerp, maar

meestal gaat het dan om iets dat niet geschikt is voor de leeftijd van het kind. Ook dan is dus niet

het product, maar het gedrag (buiten bereik houden van deze spullen) de cruciale factor. In de van

oudsher meer gereguleerde sectoren zoals verkeer en arbeid is steeds meer aandacht voor het

bevorderen van veilig gedrag, omdat met regulering en handhaving nauwelijks nog

veiligheidswinst te boeken is. Onze expertise op gebied van veilig gedrag, verworven met onze

activiteiten in de privésfeer (kinderveiligheid, sportblessurepreventie en valpreventie ouderen),

zetten we graag in voor deze andere domeinen.

Het vertrekpunt is om goed in zicht te hebben welke ernstige letsels worden opgelopen en wat

daarvan de oorzaken zijn. Op basis van de verschillende soorten ongevallen en de toedrachten

ervan destilleren we welke beïnvloedbare gedragsfactoren daarbij een rol hebben gespeeld. Dat

combineren we met wetenschappelijke inzichten over hoe dat gedrag vervolgens positief te

beïnvloeden is. Aangrijpingspunten daarbij zitten zowel aan de “bewuste” kant, zoals

bewustwording over de mogelijk ernstige gevolgen van ongevallen en kennis over mogelijke

veiligheidsmaatregelen, als aan de “onbewuste” kant, zoals “erbij willen horen”. Daar spelen dus

individuele factoren een rol bij (>voorlichting op maat), sociale factoren (>groeps-

cultuurinterventies) en omgevingsfactoren (>stimulering van veilig gedrag op de juiste plek op het

juiste moment). De rode draad door onze aanpak is het versterken van de eigen effectiviteit: het

gevoel versterken bij mensen dat ze zelf bij machte zijn om te zorgen voor hun eigen veiligheid (of

die van hun kwetsbare naasten, zoals kleine kinderen of kwetsbare ouderen die aan hun zorg zijn

toevertrouwd). En uiteraard bouwen we hierbij voort op alle kennis die er (inter)nationaal al

beschikbaar is op het gebied van effectieve interventies om veilig gedrag te bevorderen.

Preventie

Voor onze interventiestrategieën richten we ons op drie elementen: bescherming, fysieke

vaardigheden en psychosociale vaardigheden. Hoewel deze drie elementen bij alle leeftijden

belangrijk zijn, varieert het element dat de nadruk verdient met de leeftijd (schematisch afgebeeld

in figuur 2.1). Bij de jongste kinderen en de oudste (meest kwetsbare) senioren is bescherming

hoofdzaak. Denk aan traphekjes, toezicht bij potentieel gevaarlijke situaties (kind op de

commode/bij water) aan de ene kant, en een woonverblijf zonder obstakels aan de andere kant.

Voor de wat oudere kinderen en de wat minder oudere senioren is ontwikkeling respectievelijk

behoud van fysieke vaardigheden essentieel. Denk aan zwemles of valtraining bij kinderen en

Page 10: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 10

fysiek actief blijven bij ouderen. Dit beperkt zowel de kans op een ongeval als de ernst van het

letsel mocht het toch gebeuren. In de tussenliggende leeftijdsfase zijn psychosociale vaardigheden

van belang om mensen behoeden voor ernstige letsels. Die psychosociale vaardigheden zijn te

onderscheiden in intrapersoonlijk (zelfsturing, zelfbewustzijn) en interpersoonlijk (relationeel,

groep). Denk bij letselpreventie aan een goede voorbereiding, verantwoord/bewust nemen van

risico’s (risicocompetentie), aanleren van veilig gewoontegedrag, elkaar aanspreken op onveilig

gedrag en weerstaan van groepsdruk bij het nemen van onverantwoorde risico’s.

Figuur 2.1 Elementen van letselpreventie en leeftijdsafhankelijke focus daarop.

Optimaal veilig gedrag is niet het vermijden van alle risico’s, maar er goed mee om kunnen gaan.

Dat geldt voor alle leeftijden behoudens de meest kwetsbaren (kinderen en ouderen). Figuur 2.2

laat zien dat risicocompetent gedrag ligt tussen risicomijdend en roekeloos.

Figuur 2.2 Risicocompetent: veilig actief

Met name bij kinderen is het essentieel om, naast de nodige bescherming in de jongste jaren, ook

op tijd te beginnen met het ontwikkelen van fysieke vaardigheden en risicocompetentie.

Risicocompetentie is het vermogen om bij een riskante situatie de juiste afweging te maken tussen

grensverleggend eraan deelnemen en onacceptabele fysieke risico’s te vermijden18

, zie figuur 2.3.

Verkennend onderzoek van de KH Leuven laat zien dat kinderen vanaf een leeftijd van 4 jaar al

getraind kunnen worden in risicocompetentie door ze een rijk aanbod van avontuurlijke activiteiten

te bieden19

. VeiligheidNL wil meer aandacht gaan besteden aan het ontwikkelen van

risicocompetentie bij kinderen.

18

http://riscki.khleuven.be/Risicocompetentie/Wat-is-risicocompetentie 19

http://riscki.khleuven.be

Page 11: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 11

Figuur 2.3 Risicocompetentie bij kinderen

Impact

Om een zo groot mogelijke maatschappelijke impact te bereiken bij het toepassen van onze

expertise in de praktijk, volgen we het RE-AIM model20

.

Reach: bereik de doelgroep.

Efficacy: met een effectieve interventie.

Adoption: die omarmd wordt door de doelgroep en intermediairs/intermediaire organisaties.

Implementation: waarbij de interventie uitgevoerd wordt zoals bedoeld.

Maintenance: en onderdeel wordt van het normale proces/routine/cultuur.

Het RE-AIM model verschaft hiermee ook het kader voor het evalueren van interventies.

2.4 Ontwikkelingen in overheidsbeleid

Letselpreventie is een breed en intersectoraal domein. Veel overheidsbeleid heeft ermee te

maken, denk aan leefstijlbeleid, gezondheidsbescherming, verkeersveiligheid, arbeidsveiligheid,

schoolveiligheid, geweldspreventie etc. Hieronder worden kort vijf recente en voor letselpreventie

belangrijke ontwikkelingen toegelicht.

Nationaal Programma Preventie

Op voorstel van de minister en staatssecretaris van VWS is het Kabinet een Nationaal

Programma Preventie (NPP) begonnen, onder de welluidende titel ‘Alles is gezondheid…’ 21

. Dit

nationaal programma heeft als doel partijen met elkaar afspraken te laten maken en gezamenlijk

acties ondernemen die leiden tot een gezonder en vitaler Nederland. Het programma is gefocust

op vier sleuteldomeinen voor gezondheid: wijk, school, werk en zorg. Daarnaast is ook

gezondheidsbescherming een speerpunt. ‘Alles is gezondheid…’ ging van start met een

conferentie op 5 februari 2014, waarop ook de eerste pledges werden getekend door organisaties

die zich aan het programma verbinden. Aangezien alle activiteiten die VeiligheidNL uitvoert

passen binnen de scope van het programma, hebben wij ook een pledge ondertekend (zie

paragraaf 2.5).

5e Programma Preventie van ZonMw

VWS heeft ZonMw gevraagd om bij het 5e preventieprogramma (PP5) het NPP als uitgangspunt

te nemen. Naast monitoring van de NPP-activiteiten staan in de opdrachtbrief22

aan ZonMw

onder andere de volgende voor VeiligheidNL relevante onderwerpen benoemd.

Effectiviteitsonderzoek naar de interventies in de CGL i-database.

Verbetering van kostenberekeningsmodellen.

Monitoring van uitvoeringsprogramma's op gebied van sportblessurepreventie en valpreventie

(ouderen en kinderen).

20

http://www.allesisgezondheid.nl 21

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/04/12/kamerbrief-over-agenda-voor-een-nationaal-programma-preventie.html

22 http://www.zonmw.nl/fileadmin/documenten/Preventieprogramma/20140109_Brief_VWS_-_opdracht_vijfde_preventieprogramma.pdf

Page 12: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 12

Op 1 juli 2014 heeft ZonMw de programmatekst van PP5 (2014-2018) gepresenteerd aan VWS23

.

Naast monitoring van het NPP zijn daar de volgende onderzoek domeinen benoemd die het NPP

volgen:

opvoeding en onderwijs;

wonen en leven in een gezonde wijk en omgeving;

werk(en) is gezond;

preventie in de zorg;

vroege opsporing.

De programmatekst is op hoofdlijnen en wordt vertaald in verschillende calls voor onderzoek.

Privé-ongevallen en sportblessures (met name bij kinderen) staan benoemd als thema’s met een

grote ziektelast waarvoor preventie relevant is.

Herinrichting kennisinfrastructuur sport

De in Hoofdstuk 1 genoemde herinrichting en bezuiniging in de subsidie van VeiligheidNL zet

voortijdig een streep door de uitvoering van ons Meerjarenprogramma Sportblessurepreventie

2012-2016, dat wij voor VWS/Sport uitvoeren vanuit onze instellingssubsidie. In dit (tweede)

meerjarenprogramma sportblessurepreventie ligt de focus op brede en sport specifieke

implementatie van diverse effectieve blessurepreventie-interventies die we in voorgaande jaren

hebben ontwikkeld. In 2015 zullen we onze expertise beschikbaar stellen aan VWS om een goed

en effectief sportblessurepreventieprogramma vorm te geven voor uitvoering na 2015. Daarnaast

zullen we onze kennis en expertise op dit gebied beschikbaar stellen voor ontsluiting op het op te

zetten kennisportaal sport.

Wet sociale veiligheid op school

Het Ministerie van OCW bereidt een nieuwe wet ‘sociale veiligheid op school’ voor, die vanaf het

schooljaar 2015-2016 in werking moet treden. De belangrijkste maatregelen uit het wetsvoorstel

zijn:

scholen in het primair en voortgezet onderwijs moeten een erkend anti-pestprogramma

gebruiken;

alle scholen in primair- en voortgezet onderwijs hebben een vertrouwenspersoon en anti-

pestcoördinator;

scholen monitoren de veiligheid en het welbevinden van leerlingen op hun school.

Deze maatregelen hebben als doel dat scholen zich inspannen voor een sociaal veilige school.

Hierbij ligt de nadruk op het voorkomen van pesten en het tijdig ingrijpen bij pestsituaties.

Als voorbereiding hierop is, onder auspiciën van het NJi, een aantal anti-pest aanpakken

beoordeeld. Van de 61 aangeboden anti-pest aanpakken is geen enkele aanpak al goedgekeurd

als erkend programma24

. Negen aanpakken zijn voorlopig goedgekeurd, waarvan twee school-

brede programma’s. Eén daarvan is de aanpak van VeiligheidNL: PRIMA. Hoewel nog niet

helemaal duidelijk is hoe de wet er uiteindelijk precies uit gaat zien, verschaft dit wel een

belangrijke basis om in de toekomst scholen te helpen met PRIMA het pesten op school in

grotere mate te gaan voorkomen en tegen te gaan.

Zelfregulering arbeidsveiligheid

Volgend op het Actieprogramma Versterking Arbeidsveiligheid, waarbinnen VeiligheidNL tot en

met 2013 het meerjarenprogramma ‘Gedragscommunicatie versterking arbeidsveiligheid’ heeft

uitgevoerd, zet het Ministerie van SZW sterk in op zelfregulering ten aanzien van

arbeidsveiligheid. Het ministerie streeft daarbij een integrale aanpak na, die zowel gericht is op

compliance (het opvolgen van protocollen en regels) als op participatie (het vrijwillig en proactief

bijdragen aan veilige werkomgeving) 25

. Het raamwerk hiervoor bestaat uit vier onderdelen die in

elkaar grijpen:

23

http://www.zonmw.nl/uploads/tx_vipublicaties/PP5_Programmatekst_PP5_01.pdf 24

http://www.nji.nl/nl/Beoordeling-anti-pestprogrammas.pdf 25

http://www.workwithjoy.nl/docs/20131112 Eindrapportage verkennende veldstudie Joyce Rupert.pdf

Page 13: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 13

wet- en regelgeving;

organisatie en governance;

cultuur en gedrag;

techniek.

Het Ministerie van SZW heeft de coördinatie van het programma zelfregulering neergelegd bij een

projectbureau. VeiligheidNL heeft, voortbordurend op de expertise die is opgebouwd binnen het

meerjarenproject Gedragscommunicatie versterking arbeidsveiligheid, de ambitie om op punt 3

hierboven een bijdrage te leveren aan het programma zelfregulering.

Decentralisaties

Op drie domeinen vindt een belangrijke decentralisatie plaats van rijksoverheid naar gemeenten:

(1) jeugdzorg, (2) werk en inkomen en (3) zorg aan langdurig zieken en ouderen. Per 2015

worden deze decentralisaties geëffectueerd. Dit betekent dat VeiligheidNL zich ook steeds meer

zal moeten richten op gemeenten, om het letselpreventiebeleid lokaal te ondersteunen. Voor een

deel zal dit verlopen via GGD’en, die een belangrijke taak hebben in de monitoring van de (lokale)

volksgezondheid, advisering in lokaal gezondheidsbeleid en uitvoering van

gezondheidsbescherming op lokaal niveau26

. Met name onze activiteiten op gebied van

kinderveiligheid waarbij we de Centra voor Jeugd en Gezin ondersteunen

(jeugdgezondheidszorg) en activiteiten op gebied van valpreventie ouderen zullen we in 2015

aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften op gemeentelijk en regionaal niveau. Dit wordt

ondersteund door het meerjarenproject ‘regionalisering LIS’ dat, aanvullend gefinancierd door

VWS, de infrastructuur neerzet om via SEH-afdelingen lokale stuurinformatie voor letselpreventie

beschikbaar te maken. Tevens wordt dit ondersteund door kentallen over letsels op lokaal niveau

in samenwerking met KING beschikbaar te maken voor gemeenten.

2.5 Doelstellingen

Op basis van de doelstellingen in het strategisch plan 2013-2016 hebben wij een pledge

opgesteld voor het NPP ‘Alles is gezondheid…’, waarin een aantal belangrijke doelstellingen van

ons is benoemd (zie tekstkader). Deze pledge is op 5 februari ondertekend, maar op een paar

punten inmiddels achterhaald (nummers verwijzen naar tekstkader):

Ad 1) In overleg met zorgverzekeraars en ziekenhuiskoepels wordt niet gestreefd naar het

aansluiten van de helft van de SEH’s in 2015, maar wordt een basisregistratie voor de SEH’s in

Nederland opgezet. Het doel daarvan is dat deze per 2016 onderdeel wordt van de Landelijke

Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ) van DHD, waar vrijwel alle ziekenhuizen aan deelnemen.

Ad 3) Zoals beschreven in paragraaf 2.4 is VWS/Sport het beleid op gebied van

sportblessurepreventie aan het herzien en wordt er op de uitvoering ervan bezuinigd. Ook is niet

duidelijk hoe groot de rol is die VeiligheidNL na 2015 zal kunnen blijven spelen hierin. Daarmee

staat de beoogde doelstelling op losse schroeven. Daarmee is ook de omvang van de beoogde

kostenbesparing die in de pledge is genoemd onzeker, omdat een deel daarvan is gebaseerd op

de resultaten die waren voorzien op gebied van sportblessurepreventie.

26

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/08/28/kamerbrief-over-betrouwbare-publieke-gezondheid-gezamenlijke-verantwoordelijkheid-van-gemeenten-en-rijk.html

Page 14: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 14

2.6 Strategische speerpunten

VeiligheidNL heeft in het jaarplan van 2014 focus aangebracht door te kiezen voor een aantal

strategische speerpunten. Deze speerpunten komen overeen met de in de pledge genoemde

doelstellingen (zie paragraaf 2.5). Per speerpunt is een kernactiviteit (vlaggenschip) benoemd.

Deze speerpunten en vlaggenschepen houden we ook aan in 2015, soms met enkele

aanpassingen vanwege actuele ontwikkelingen. Hieronder worden deze speerpunten

beschreven, inclusief de strategisch belangrijke samenwerkingspartners voor VeiligheidNL. In

hoofdstukken 4 en verder zijn de activiteiten uitgewerkt die hiervoor ondernomen worden, met

name vanuit de instellingssubsidie van VWS in 2015 – daar wordt eveneens beschreven met

welke samenwerkingspartners we die activiteiten uitvoeren.

Page 15: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 15

Eerste Hulp Bij Preventie

Onze SEH-registratie verschaft onze uitgangspositie als expertisecentrum, zowel vanwege de

ongevalscijfers als voor het aanjagen van preventie vanuit de SEH’s – een setting in de

gezondheidszorg van waaruit veel winst te behalen is met preventie.

Vlaggenschip 1: Stuurinformatie en preventie vanuit de SEH

Onze (landelijke) LIS-registratie (financiering VWS en I&M) ontwikkelen we door tot een

letselmonitor die ook regionaal in te zetten is voor letselpreventie. Dit doen we met aanvullende

financiering van VWS/VGP t/m 2015. Het doel is daarbij om, in samenwerking met

ziekenhuiskoepels, beroepsverenigingen en zorgverzekeraars, te komen tot een basis-SEH-

registratie die ook de basis verschaft voor stuurinformatie voor preventie. Een bijzonder

onderdeel van de regionalisering is de pilot aanpak geweld in Amsterdam, waarbij we t/m 2015

een SEH-registratie voeren in alle 7 ziekenhuizen in de regio Amsterdam-Amstelland, om de

gemeente en politie van informatie te voorzien op basis waarvan ze preventieve acties kunnen

ondernemen (financiering Ministerie V&J). Daarnaast zetten we in op vroeg signalering en

doorverwijzing/dan wel korte interventies voor preventie op de SEH.

Kinderveiligheid

VeiligheidNL is hét expertisecentrum op gebied van kinderveiligheid, met onze directe voorlichting

aan ouders van jonge kinderen, ons netwerk van consultatiebureaus en onze effectieve

schoolinterventies. Gekoppeld aan dit speerpunt doen wij een strategische verkenning naar het

trainen van risico-competenties bij kinderen.

Vlaggenschip 2: implementatie van de vernieuwde kinderveiligheidsvoorlichting

In 2014 is de kinderveiligheidsvoorlichting vernieuwd en uitgetest in proeftuinen. 2015 staat in het

teken van landelijke implementatie van deze vernieuwde voorlichting. De samenwerking met

NVWA wordt voortgezet om kinderveiligheidsvoorlichting actief binnen bestaande online platforms

voor ouders van jonge kinderen te stimuleren en modereren. De Taskforce Kinderveiligheid, een

initiatief van VeiligheidNL i.s.m. het UMCU/Wilhelmina Kinderziekenhuis en het ErasmusMC waar

ook private partijen zich aan kunnen verbinden om kinderveiligheidsvoorlichting aan ouders te

ondersteunen, wordt eveneens voortgezet om nieuwe publieksacties te genereren.

Vlaggenschip 3: implementatie schoolveiligheid

We zetten in op verdere implementatie van onze twee effectieve interventies in het

basisonderwijs (de valtraining ‘vallen is ook een sport’ en de anti-pestinterventie PRIMA).

Daarnaast ondersteunen we, samen met het Centrum voor School en Veiligheid dat zich met

financiering van OCW vooral richt op het bevorderen van sociale veiligheid op school, scholen bij

het opzetten en uitvoeren van integraal veiligheidsbeleid. Daarbij leggen we nadrukkelijk de link

met het Vignet Gezonde School, zowel voor PO als voor VO.

Veilig sporten

Zoals beschreven in paragraaf 2.4 herziet VWS/Sport het beleid ten aanzien van

sportblessurepreventie. Het speerpunt voor 2015 voor VeiligheidNL is om VWS/Sport te

ondersteunen deze beleidswijziging voort te laten bouwen op de successen uit het verleden en

gebruik te blijven maken van de effectieve interventies daarbij. Ook zal VeiligheidNL met partners

zoals NOC*NSF en de Vereniging voor Sportgeneeskunde samenwerken om invulling te gaan

geven aan de programmatische aanpak van sportblessurepreventie vanaf 2016.

Vlaggenschip 4: voorkomblessures

Voorkomblessures.nl, onze e-health interventie voor blessurepreventieadvies-op-maat voor

sporters, vormt de ruggengraat van onze sportblessurepreventie-voorlichting. Naast de ambitie

om het bereik van deze website onder sporters verder te vergroten, zullen we inzetten op het

positioneren van deze effectieve op-maat interventie binnen de herziene kennisinfrastructuur voor

sport.

Page 16: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 16

Veilig ouder worden

Ook in 2014 moesten we weer rapporteren dat de ernstige valongevallen bij ouderen veel harder

toenemen dan de vergrijzing. Het is duidelijk dat er een grote maatschappelijke beweging op

gang gebracht moet worden om deze trend te keren. Zeker als we willen dat ouderen langer

zelfstandig thuis blijven wonen moeten we het aantal ernstige valongevallen zien terug te

brengen. Daarbij is duidelijk wat er gedaan moet worden – de werkzame elementen van

valpreventie zijn helder. Het is een kwestie van organisatie. Om dit voor elkaar te krijgen hebben

we de handen in elkaar geslagen met Vilans, het kenniscentrum voor langdurige zorg. We

hebben als ambitie om te komen tot een Taskforce Valpreventie Ouderen, die met private

financiering en samenwerking van vele organisaties gaat zorgen voor brede toepassing van

effectieve valpreventieve maatregelen in Nederland. Daarbij werken we ook samen met het

Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM), om het terugdringen van het valrisico bij

medicijngebruik beter voor elkaar te krijgen.

Daarnaast zijn we bezig met een strategische verkenning om gemeenten te ondersteunen bij

valpreventie bij ouderen. Via het KING brengen we de mogelijkheden om met valpreventie

langdurige zorg bij ouderen te beperken onder de aandacht. In samenwerking met CROW

proberen we gemeenten te ondersteunen bij valpreventie door verbeteringen in de infrastructuur

op straat te relateren aan valpreventie in de openbare gezondheidszorg en kostenbesparing in de

WMO.

Vlaggenschip 5: deskundigheidsbevordering en ondersteuning professionals

Ondersteunen en aanjagen van effectieve valpreventie in de praktijk door professionals en

intermediairs, onder andere door bredere implementatie van onze effectieve aanpakken zoals de

Valscreening, In Balans en Blijf Staan. In samenwerking met Vilans komen tot een brede

maatschappelijke beweging om echt werk te maken van valpreventie via een op te richten

Taskforce.

Veilig werken

Naast het verder uitbreiden van onze positie als expertisecentrum dat tegen betaling bedrijven

ondersteunt bij het versterken van veilig gedrag en cultuur op de werkvloer, willen wij een

programmatische rol spelen bij het versterken van veilig gedrag en cultuur in het SZW-traject

rondom zelfregulering.

Vlaggenschip 6: veilig gedrag en cultuur op de werkvloer

Via ondersteuningstrajecten, trainingen en train-de-trainer programma’s gericht op gedrag en

cultuur vergroten we de veiligheid op de werkvloer. Dit doen we zowel in een direct

dienstenaanbod voor bedrijven als in een programmatische stimulering van zelfregulering voor

het Ministerie van SZW op dit gebied.

Page 17: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 17

3 Unit Registraties

3.1 Inleiding

Algemeen

VeiligheidNL staat voor het voorkomen van letsel door ongevallen, geweld en psychische

onbalans door het stimuleren van veilig gedrag. Binnen de unit Registraties wordt letselinformatie

verzameld en ontsloten. De verzamelde letselinformatie geeft objectief inzicht in aard, omvang,

kosten en oorzaak van letsel. Deze letselinformatie levert zodoende sturingsinformatie ten

behoeve van letselpreventie. Door het over de jaren heen vastleggen van trends ten aanzien van

de genoemde aspecten van letsel vormt dit de kennisbasis voor agendasetting, prioritering,

onderbouwing en evaluatie van letselpreventie. Letselpreventie op haar beurt draagt bij aan het

terugdringen van de zorgkosten en het voorkomen van onnodig leed.

Momenteel fungeert de verzamelde letstelinformatie voornamelijk als kennisbasis voor

letselpreventie op landelijk niveau. Met de decentralisatie van preventietaken is er ook op

regionaal en lokaal niveau behoefte aan deze sturingsinformatie. Om die reden wordt met

aanvullende financiering van VWS de letstelinformatie beschikbaar gemaakt voor lokaal en

regionaal gebruik. Binnen dit apart gedefinieerde project wordt aan een aantal vernieuwingen

gewerkt. Zo wordt middels regionale pilots gezocht naar optimale aansluiting van de

letselinformatie voor een aantal specifieke onderwerpen op lokale en regionale behoeften. Hierin

wordt samen gewerkt met een groot aantal partijen waaronder gemeenten, GGD’en, JGZ en

anderen. Daarnaast wordt er gewerkt aan de standaardisatie van de SEH informatie met als doel

om bij alle ziekenhuizen in Nederland een basisset aan letselinformatie te verzamelen, zodat op

elk niveau sturingsinformatie gegenereerd kan worden. In dit traject wordt opgetrokken met de

andere partijen die informatie op de SEH’s verzamelen en DHD om te zorgen dat de

administratieve last voor de ziekenhuizen eerder af dan toe neemt. Deze vernieuwingen in de

dataverzameling leiden tot een veel grotere stroom aan data. Om het mogelijk te maken die te

verwerken is ook een hele nieuwe datasystematiek ontwikkeld, waarop de deelnemende

ziekenhuizen worden aangesloten. Dit project is nog voorzien tot en met 2015 en wordt jaarlijks

apart verantwoord.

Activiteiten instellingssubsidie

De kern van de unit Registraties wordt gevormd door het Letsel Informatie Systeem (LIS), onze

doorlopende verzameling van SEH-informatie over letsels en ongevallen van een steekproef van

ziekenhuizen in Nederland. Gegevens uit deze steekproef worden opgeschaald naar landelijke

totalen m.b.v. de LMR/LBZ. LIS is een belangrijke pijler van het letselpreventiebeleid in Nederland

en resultaten uit LIS worden regelmatig door verschillende ministeries opgevraagd en gebruikt.

Vanuit de instellingssubsidie wordt gewerkt aan continuïteit, kwaliteit en optimaal gebruik van LIS,

waarbij de focus ligt op datamanagement en -analyse en relatiemanagement. Om de

letselpreventie informatie goed aan te laten sluiten op ontwikkelingen in de maatschappij en op

wensen van gebruikers en stakeholders worden bijeenkomsten van de beleidscommissie LIS, de

Technische Commissie LIS, de LIS terugkomdag voor medisch personeel en SEH-hoofden en

overige netwerkactiviteiten in het kader van LIS georganiseerd.

Zoals gezegd vormt LIS de basis. Naast LIS worden, om een zo compleet mogelijk beeld t.a.v.

letselinformatie te krijgen, ook andere databases geanalyseerd. Zo wordt binnen de

Leefstijlmonitor ongevalsdata verzameld t.b.v. preventie (voorheen OBiN). Sinds 2014 loopt de

kernmodule via de gezondheidsenquête van het CBS. De tweejaarlijkse aanvullende module

’bewegen en ongevallen’ wordt in 2015 uitgezet. VeiligheidNL is daarbij verantwoordelijk voor

ongevallen. In 2014 werd voor de laatste keer data verzameld via de bevolkingsenquête OBiN.

VeiligheidNL is verantwoordelijk voor een goede afsluiting van OBiN. Daarnaast houdt de Unit

een krantenknipselregistratie bij, worden de eigen data verrijkt met aanvullende databestanden,

waaronder de LBZ, CBS-data en wordt vanuit de unit Registraties in Europees verband een

Page 18: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 18

bijdrage geleverd aan de IDB. Om medische- en verzuimkosten van een opgelopen verwonding

en daarbij behorende verlies aan kwaliteit van leven in beeld te kunnen brengen wordt binnen de

unit het Letsellastmodel (LLM) onderhouden en beheerd. Een groot deel van de activiteiten van

de unit zijn gericht op dataverzameling, datamanagement en data-analyse, waarbij de kwaliteit

van de data continue gemonitord wordt. Onderzoekers en gegevensanalisten zijn dagelijks bezig

met verwerking en kwaliteitsborging van data, het analyseren van data en het verwerken van

deze data in de vorm van onder andere rapportages, factsheets en infographics. In de tabel

hieronder wordt een overzicht gegeven van de gegevensbronnen die in deze unit onderhouden

en ontsloten worden.

Tabel Overzicht van ontsloten en onderhouden gegevensbronnen naar toepassing

Page 19: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 19

De zo verkregen data worden ontsloten om de kennisbasis voor letselpreventie in Nederland

actueel te houden, op maat voor interne en externe afnemers en voor het algemene publiek via

de website van VeiligheidNL. Tot slot wordt, vanuit het sterke SEH-netwerk, binnen de unit ook

gewerkt aan (de verkenning naar) de SEH als setting voor preventie. Aansluitend bij het beleid

van VWS wordt verkend of door middel van screening en preventieve interventies (gericht op

alcohol en psychische problematiek na ongevallen) op SEH-afdelingen preventie ook

daadwerkelijk een prominente plek krijgt binnen de zorg.

3.2 Doelen en doelgroepen

Het doel van de unit Registraties is door het verzamelen en ontsluiten van letselinformatie het

genereren van sturingsinformatie t.b.v. letselpreventie. De letstelinformatie wordt zowel generiek

als op maat ontsloten voor interne en externe klanten, met name professionals die direct of

indirect werken aan letselpreventie. Zo wordt letselinformatie onder meer opgeleverd aan het

Ministerie van VWS in de vorm van prestatie-indicatoren voor het beleid (waaronder het aantal

SEH-behandelingen voor privé- en sportletsels voor de VWS-begroting, het aantal SEH-

behandelingen voor zelf-toegebrachte letsels voor de jaarlijkse suïciderapportage aan de Tweede

Kamer en het aantal sportblessures per 1.000 sporturen voor sportblessurepreventiebeleid), aan

het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in de vorm van een dataset met SEH-behandelingen

voor verkeersongevallen en aan de NVWA in de vorm van een databestand met SEH-

behandelingen voor ongevallen waar een product bij betrokken is (ProLIS). Daarnaast worden op

aanvraag analyses gedaan en gerapporteerd over specifieke letsels en letseloorzaken voor

professionals binnen en buiten VeiligheidNL en de media (gemiddeld per jaar 150 aanvragen) en

leveren we gegevens aan voor het Nationaal Kompas volksgezondheid en de VTV. VeiligheidNL

is zelf is een belangrijke gebruiker van de letselinformatie. De informatie wordt gebruikt voor

agendasetting, prioritering, kosten-baten analyse en monitoring van verschillende problematiek

en vormt daarmee tevens de basis van interventieontwikkeling.

Door de goede en intensieve contacten die vanuit de unit Registraties worden onderhouden met

ziekenhuizen, in het bijzonder de SEH, en de aanwezige kennis heeft deze unit nog twee

specifieke doelen:

het opzetten van registratie/screening en preventieve interventies op SEH-afdelingen t.a.v.

alcohol/drugs;

het in kaart brengen van psychische gevolgen van letsels om de maatschappelijke kosten en

de gevolgen voor de levenskwaliteit; hiermee kunnen kosten-baten afwegingen en de

relevantie van vroegtijdig signaleren op volksgezondheidsniveau worden aangetoond voor

preventiedoeleinden.

3.3 Samenwerking/netwerk

Gezien het belang van een kwalitatief goede dataverzameling op de SEH’s van de LIS-

ziekenhuizen wordt nauw met hen samengewerkt. Ook leveranciers van het Ziekenhuis

Informatie Systeem (ZIS) zijn cruciaal, zodat ook met hen intensief contact wordt onderhouden.

Ook relatiemanagement t.a.v. andere stakeholders en belanghebbenden met betrekking tot de

continuïteit, verbeteringen en vernieuwingen binnen LIS is van belang. Daarbij moet worden

gedacht aan DHD, NVSHA, LNAZ, NVT en zorgverzekeraars.

Bij de ontwikkeling van een nationale Leefstijl Monitor (LSM) werkt de Unit Registraties samen

met RIVM/VTV, CBS en andere thema-instituten. Verder is de NVWA een samenwerkingspartner

aan wie we data vanuit LIS leveren en waarvoor we aanvullende analyses uitvoeren en

rapportages opstellen. Ten aanzien van het opzetten van registratie/screening en preventieve

interventies op de SEH wordt voor drugs/alcohol samengewerkt met het Trimbos-instituut.

Voor het in het kaart brengen van de psychische gevolgen van letsels voor preventiedoeleinden

wordt samengewerkt met AMC en Erasmus MC. Primair staat daar het door ontwikkelen van

het Letsellastmodel (LLM) op de agenda, waarmee de kosten van psychisch letsel in beeld

worden gebracht (wat nodig is om draagvlak te creëren voor verdere financiering). Vanuit de

Page 20: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 20

instellingssubsidie wordt in 2015 met name gewerkt aan het aanvullen van het LLM met nieuwe

data, daarnaast wordt ingezet op het verwerven van additionele financiering.

3.4 Begroting en resultaten

Begroting

Omzet

Uren* tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 1.141.227 993.227 148.000

Resultaten

t.a.v. Letselinformatiesysteem (LIS) (55% van uren*tarief)

Dataverzameling van LIS data in 2015, waarbij er gezien alle vernieuwingen rondom het

regionaliseringstraject (het overgaan van ziekenhuizen naar de nieuwe wijze van

dataverzameling), in bijzonder aandacht wordt besteed aan behoud van kwaliteit van de data.

Hiervoor vindt continue verzameling van LIS-data plaats door dagelijkse monitoring van de

aanlevering en ontvangst van LIS-data. Kwantiteit en kwaliteit van data is gecontroleerd en

teruggekoppeld naar de LIS-ziekenhuizen, die via een beveiligde verbinding aangesloten zijn

op LIS. Het SEH-personeel is getraind in het verzamelen van de juiste letsel-informatie en

voorzien van voorlichtingsmaterialen.

LIS databestand 2014, inclusief Letsellastmodel en meer-jarenbestand wordt opgeleverd.

Hiervoor is gecontroleerd op kwaliteit en representativiteit, waarna een weegfactor is

vastgesteld voor opschaling van steekproef-aantallen naar landelijke totalen. Nieuwe meer-

jarenbestanden zijn samengesteld.

Relatiemanagement rondom LIS: Een goed onderhouden netwerk (o.a.: dagelijkse contacten

met SEH-afdelingen), bijeenkomsten van de Beleidscommissie en Technische Commissie LIS

(gericht op doelmatigheid en kwaliteit), de LIS-terugkomdag waarin partners en stakeholders

vertegenwoordigd zijn en 4x de LIS-nieuwsbrief aan tenminste 200 contacten bij de

belangrijkste stakeholders (waaronder ziekenhuizen, beroepsverengingen binnen de zorg,

ministeries en zorgverzekeraars.

Drie nieuwe ziekenhuizen nemen deel aan LIS om te anticiperen op de veranderingen in de

acute zorg (sluiting van SEH’s), zodat de representativiteit van LIS gegarandeerd blijft. Om

nieuwe ziekenhuizen aan te sluiten moeten hiertoe overeenkomsten met de 3 ziekenhuizen

worden afgesloten, moeten aanpassingen worden gerealiseerd in het Ziekenhuis Informatie

Systeem door ZIS-leveranciers, moet het dataproces technisch worden ingeregeld en het

SEH-personeel worden geïnstrueerd. Na het proefdraaien worden mogelijke knelpunten in

techniek en registratie bijgestuurd. Daarna worden de ziekenhuizen opgenomen in de

reguliere werkwijze.

Actueel ProLIS bestand geleverd aan NVWA. Het bestand wordt aan de gebruikerswensen

van de NVWA aangepast, zodat zij er eenvoudig de voor hen relevante informatie uit kunnen

halen.

t.a.v. andere bestanden (5% van uren*tarief)

Oplevering en actualisaties van overige databestanden: LMR/LBZ, CBS. Monitoring van

continuïteit en kwaliteit, en ontsluiting van LMR/LBZ en CBS-data.

Coördinatie OBiN: afronding van de laatste dataverzameling in 2014 in afstemming met

Technische – en Begeleidings Commissie, datamanagement (controle, schoning en weging

van data) en oplevering OBiN databestand 2014 inclusief meer-jarenbestand 2006-2014 aan

onderzoekers en gegevensanalisten binnen VeiligheidNL en aan de Technische Commissie.

Deelname aan 2 bijeenkomsten van het Consortium Leefstijlmonitor (afstemming over data,

kwaliteit, publicaties, etc.).

t.a.v. rapportages (30% van uren*tarief)

Oplevering van rapportages met beleidsindicatoren op gebied van letsels in 2014 aan VWS,

waaronder SEH-behandelingen voor privé- en sportletsels voor VWS/VGP, aantal

Page 21: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 21

sportblessures per 1.000 sporturen aan VWS/Sport en ziekenhuisopnamen en SEH-

behandelingen voor zelf-toegebrachte letsels voor VWS/CZ.

maximaal 6 rapportages over analyses van ongevallen waar producten bij betrokken zijn voor

de NVWA

Geactualiseerde ongevalscijfers ten behoeve van letselpreventie: diverse factsheets met

basisgegevens over onderwerpen die niet vallen onder de twee inhoudelijke programma’s van

VeiligheidNL (waaronder algemene verkeerscijfers, vuurwerk, alcohol, verbrandingen) die

intern worden verspreid en extern via veiligheid.nl (o.a. via Infographics).

150 analyses op aanvraag (factsheets, kerncijfers, trend- en regressieanalyses op het gebied

van sport, arbeid, verkeer, vrije tijd, geweld en zelf-toegebrachte letsels), voor onder andere

nieuwsberichten en media.

Verschillende analyses, rapportages en publicaties rondom ongevallen vanuit het databestand

LSM-K 2014.

t.a.v. overige onderwerpen (10% van uren*tarief)

Letsellastmodel wordt doorontwikkeld en aangevuld met de psychische component in

samenwerking met Erasmus MC, AMC en VU, mits hiervoor aanvullende (ZonMw)

financiering wordt verkregen. De inzet vanuit de basissubsidie maakt het mogelijk hiervoor

om, samen met onze partners een projectaanvraag te doen, als de ruimte hiervoor (op

instigatie van VWS) bij ZonMw is open gesteld.

Voortbouwen op activiteiten gestart in 2014 met betrekking tot registratie/screening en

interventie van overmatig alcoholgebruik en implementatie op SEH-afdelingen (4

operationeel) in Nederland o.a. in samenwerking met Trimbos-instituut.

Toelichting externe kosten (totaal € 148.000)

Vergoeding LIS-ziekenhuizen, externe kosten ondersteunende producten en IT-diensten

binnen LIS (€ 123.000).

Aanschaf externe databestanden en remote access toegang tot CBS-databestanden

(€ 14.000).

Reis-, verblijf-, vergader- en deelnamekosten congressen en bijeenkomsten (€ 1.000).

Typering variabelen 'branche en beroep' binnen OBiN (€ 1.000).

Reproductiekosten rapporten/factsheets/Infographics (€ 3.000).

Licentiekosten Cognos (€ 6.000).

Page 22: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 22

3.5 Additioneel gefinancierde activiteiten

Tabel toegezegde financiering

Omzet

Uren*

tarief

Externe

kosten

Fietshelmen Zeeland Juli 2010-juli 2016 Min. I&M 16.000 2.712 13.288

Verzamelen, ontsluiten

en aanleveren

verkeersdata

Min. I&M 92.230 92.230

Pilot preventie geweld

Amsterdam-Amstelland

Januari 2012-

december 2015

Landelijk

programma

politie en Min.

V&J

89.525 65.525 24.000

Regionalisering LIS November 2012-

oktober 2015

Min. VWS 165.250 142.650 22.600

Kennisontwikkeling,

ontsluiting en

ondersteuning

risicocommunicatie

Januari 2013-

december 2014

NVWA 65.000 63.250 1.750

Nog te verwerven n.n.b. 270.000 150.000 120.000

Toelichting op ‘Regionalisering LIS’ (additioneel gefinancierd door VWS)

Zoals in de inleiding beschreven is door VWS additioneel financiering beschikbaar gesteld om de

letselinformatie ook te verzamelen en ontsluiten voor lokaal en regionaal gebruik. Dit is een

project los van de instellingssubsidie. Desalniettemin treft u hier inhoudelijke informatie aan over

dit project, omdat na het aflopen van deze additionele financiering het relatiebeheer en

databeheer en ontsluiting van deze nieuwe gegevens gefinancierd zullen worden uit de

instellingssubsidie.

Middels regionale pilots wordt, zoals vermeld, gezocht naar de optimale aansluiting van de

letselinformatie op lokale en regionale behoeften. In 2014 zijn deze pilots gestart. Deze worden

geëvalueerd in 2015, aangepast en bij succes verder uitgerold. Het betreft de onderwerpen

alcohol (intoxicatie en evt. alcohol-gerelateerd letsel), verkeer, vuurwerk en hersenletsel. Hierin

wordt samengewerkt met de GGD, gemeenten, Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid, NOS, JGZ,

Vilans en NCJ en natuurlijk de ziekenhuizen.

Een belangrijk traject in de regionalisering is de standaardisatie van de SEH-registratie.

VeiligheidNL is niet de enige organisatie die gegevens op de SEH verzamelt. Ook andere partijen

zijn in toenemende mate geïnteresseerd in gegevens van de SEH. Gevolg hiervan is dat de

administratieve lastendruk op de SEH onnodig groot is zo lang deze niet op elkaar zijn

afgestemd. Door gebruik te maken van een eenduidige bronregistratie kan hierin winst geboekt

worden. In deze bronregistratie worden gegevens verzameld die voor de lokale en regionale

letselinformatie relevant zijn. Wij zetten ons ook het komende jaar sterk in om, te komen tot een

landelijke standaard SEH-registratie in Nederland voor preventie en kwaliteit. Hierin trekken we

samen op met DHD, beroepsverenigingen (NVSHA, NVSHV), ziekenhuiskoepels (NFU en NVZ),

zorgverzekeraars (ZN) en andere stakeholders als de LNAZ (eigenaar landelijke

traumaregistratie).

Om de nieuwe stroom aan data te kunnen verwerken is er een geheel nieuwe systematiek van

dataverzameling, codering, verzending, ontsluiting en rapportage ontwikkeld. De ziekenhuizen,

die door eigen vernieuwingen aan hun Ziekenhuis Informatie Systemen niet in staat waren in

2014 via de nieuwe systematiek te werken worden in 2015 hierop overgesloten. De unit

Registraties staat in deze overgangsjaren in voor de kwaliteit van de data en de geleverde

rapportages.

Page 23: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 23

4 Programma Opgroeien & Ouder worden

4.1 Inleiding

Het programma ‘Opgroeien & Ouder worden’ staat voor de veiligheid in de woon- en

leefomgeving, specifiek voor jeugd van 0-24 jaar en ouderen vanaf 65 jaar. Letselpreventie is

voor deze doelgroepen erg belangrijk. Zij zijn kwetsbaar, privé ongevallen en sportblessures

zorgen voor veel medische behandelingen, leveren een grote ziektelast bij deze doelgroepen,

relatief veel jongeren overlijden ten gevolge van een verkeersongeval en ouderen door een

valongeval. Belangrijke speerpunten in de preventie strategieën voor Opgroeien en Ouder

Worden zijn:

bescherming;

het aanleren van (fysieke en psychosociale) vaardigheden en

de koppeling van preventie aan de curatieve zorg.

Het programma is verdeeld in drie deelprogramma’s die hieronder respectievelijk verder zijn

uitgewerkt: Opgroeien, Ouder Worden en LOT & CGL. De afgelopen jaren is er een sterke impuls

uitgegaan naar activiteiten t.b.v. opgroeien. De laatste jaren is echter de valproblematiek bij

ouderen sterk in opmars. Niet alleen door een toegenomen aantal ouderen, maar ook een

toegenomen risico op valongevallen. Om die stijging een halt toe te roepen heeft in 2014 reeds

een verschuiving van middelen van Opgroeien naar Ouder Worden plaats gevonden. Zo kon de

opgedane kennis over werkzame elementen goed in praktijk gebracht worden door een aantal

extra activiteiten. In 2015 vindt nogmaals beperkte verschuiving van budget (k€ 20) Opgroeien

naar Ouder Worden plaats. Dit is nodig om zowel de (door)ontwikkeling en implementatie van o.a.

de interventie In Balans als de activiteiten om ouderen goed naar valpreventie activiteiten toe te

leiden goed te realiseren.

4.2 Opgroeien

4.2.1 Inleiding

Kinderen en jongeren verdienen een veilige en gezonde goede opvoeding. Hierin is een

belangrijke rol weggelegd voor de ouders die een goede start kunnen bieden. Verloskundigen,

kraamverzorgenden en JGZ-professionals kunnen ouders daarbij ondersteunen. Zodra een kind

naar een vorm van voorschoolse opvang of naar school gaat, kunnen ook opvangorganisaties en

scholen die goede start en veilige en gezonde opvoeding ondersteunen en mede faciliteren.

VeiligheidNL omarmt in haar activiteiten het aloude spreekwoord ‘Jong geleerd is oud gedaan’.

Ouders kunnen zich bijvoorbeeld al voor de geboorte van hun kind goed voorbereiden op een

goede start met fijne en veilige babyspullen. Hiernaast kan kinderen zelf ook al vroeg

vaardigheden aangeleerd worden. Naast fysieke val- of beweeg vaardigheden kan dit ook met het

aanleren van risico competenties. Door kennis hierover en vaardigheden hiervoor in een

doorlopende lijn (ouders en verzorgers, verloskundigen, kraamverzorgenden, JGZ, kinderopvang,

scholen en kinderen zelf) aan te reiken en te leren ontstaat het meeste rendement.

In 2015 ligt de belangrijkste focus voor Opgroeien op de volgende activiteiten:

het landelijk implementeren van de vernieuwde kinderveiligheidsvoorlichting die in 2014 in

inhoud en vorm heeft voorgesorteerd op de decentralisatie in de JGZ en in 2 proeftuinen is

getest;

op basis van de evaluatieresultaten uit de proeftuin kijken en gesprekken aangaan met het

lokale netwerk (met name gemeenten en/of GGD’en of Thuiszorgorganisaties waar de JGZ

belegd is) hoe we hen verder kunnen ondersteunen in het verankeren van

kinderveiligheidsvoorlichting in hun nieuwe werkpraktijk;

Page 24: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 24

actief blijven op online fora en (social) media om (kind)veilig gebruik van producten te

stimuleren (mede gefinancierd door de NVWA);

via de Taskforce Kinderveiligheid met publieke en private partijen, op basis van signalerende

onderzoeken, een belangrijk onderwerp agenderen en ouders/professionals

handelingsperspectieven bieden om de kinderveiligheid te vergroten;

kinderopvang en scholen ondersteunen bij het opzetten en inbedden van structureel fysiek

(en sociaal) veiligheidsbeleid en via de Gezonde School aanpak scholen helpen een fysiek en

sociaal veilige omgeving bieden;

het verkennen van de mogelijkheden voor inbedding van het leren van risicocompetenties van

kinderen.

4.2.2 Doelen en doelgroepen

Hoofddoel

Bevorderen van kinderveiligheid, zodat in 2016 het aantal Spoedeisende Hulpbehandelingen voor

privé-ongevallen van kinderen 0-12 jaar met 5% is afgenomen.

Om dit te bereiken is het nodig dat ouders, (medewerkers van) kinderopvangorganisaties en

scholen:

risico’s op ongevallen bij jonge kinderen in beeld hebben;

het belangrijk vinden om ongevallen te voorkomen;

bekend zijn met wat je kunt doen om die ongevallen te voorkomen of risico’s te verkleinen;

en die maatregelen/interventies ook inzetten en/of toepassen.

Doelgroepen:

Om dit te bereiken richt VeiligheidNL zich naast bovengenoemde einddoelgroep

ouders/verzorgers ook op diverse intermediaire groepen via wie ook de einddoelgroep bereikt

wordt:

medewerkers van verloskundige praktijken;

medewerkers van kraamzorgorganisaties;

medewerkers van JGZ organisaties;

directie en/of docenten van scholen.

Dat er vraag en behoefte is vanuit de doelgroepen naar informatie over kinderveiligheid blijkt o.a.

uit de jaarlijks rond de 300.000 voorlichtingsbrochures over kinderveiligheid die via de JGZ en

kraamzorg worden besteld en aan ouders worden uitgereikt. In de eerste 3 maanden van de proef

via online forum zwangerschapspagina.nl in 2014 zijn al 1.615 berichten/vragen binnen het

subforum over kinderveiligheid geplaatst door ouders. Aan specifieke behoeftes van JGZ

medewerkers is tegemoet gekomen met de in 2014 ontwikkelde toolkit kinderveiligheid voor

professionals. In de gespreksronde onder JGZ medewerkers die VeiligheidNL eind 2013

gehouden heeft ter voorbereiding van deze toolkit, signaleerden JGZ medewerkers o.a. dat zij

graag leeftijdsspecifieke informatie hebben en informatie voor verschillende type ouders. Ook

willen zij de beschikking krijgen over meerdere vormen van voorlichting (niet alleen

foldermateriaal), zodat zij die flexibel kunnen inzetten richting ouders. De vernieuwde

kinderveiligheidsvoorlichting (brochures en toolkit) wordt nu geëvalueerd. Diverse onderzoeken

van Erasmus MC laten zien dat nog lang niet alle ouders alle risico’s per leeftijdsfase van het kind

goed in beeld hebben en/of hier naar handelen. Dat onderstreept het belang van de benoemde

doelstellingen.

Ook directies van scholen hebben behoefte aan informatie over veiligheid. Doelgroeponderzoek

liet in 2013 zien dat 96% van de directeuren zoekt naar informatie over veiligheid en

veiligheidsbeleid. Bij 3 op de 10 scholen maakte veiligheid (of veiligheid gerelateerde

onderwerpen) nog geen deel uit van het kwaliteitssysteem van de school. Ondanks de wettelijke

verplichting had de helft van de scholen nog geen schoolveiligheidsplan. Scholen hebben m.b.t.

ondersteuning over fysieke en sociale veiligheid vooral behoefte aan: (1) iemand die ze

Page 25: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 25

attendeert op ontwikkelingen en te nemen acties, (2) deskundigheidsbevordering, (3) een

klankbord en (4) praktische methodieken om het veiligheidsbeleid op te zetten en uit te voeren.

4.2.3 Samenwerking en netwerk

Om de activiteiten uit te voeren en bij te dragen aan de gestelde doelen worden alle activiteiten in

samenwerking uitgevoerd met diverse publieke en private partijen. Specifiek voor de

kinderveiligheidsvoorlichting 0-4 jaar werkt VeiligheidNL samen met o.a. het NCJ, NJI, de

Kandeel, Wij Jonge Ouders, Zwangerschapspagina, Kenniscentrum kraamzorg, Stichting

Wiegedood, Stichting Opvoeden, de NVWA en diverse uitvoerende kraam- en

jeugdgezondheidszorgorganisaties. We verkennen de potentiele samenwerking en/of afstemming

met Pharos op het gebied van de nieuwe kinderveiligheidsvoorlichting. In het expertpanel

kinderveiligheid nemen experts met diverse achtergronden van diverse organisaties deel zoals

kindertraumatologie, neonatologie, bewegingswetenschappen, kindergeneeskunde en

gezondheidswetenschappen.

Aan de Taskforce Kinderveiligheid zijn diverse partijen verbonden waaronder het Wilhelmina

Kinderziekenhuis, Erasmus MC, Dorel en het verbond voor Verzekeraars.

Op het terrein van scholen wordt allereerst binnen de Gezonde School samengewerkt aan

diverse vignetten, de promotie en vervolgactiviteiten daarvan. Daarnaast wordt per interventie

met diverse partners gewerkt zoals het ROF (Fight Your Inner Monkey) en Judobond Nederland

(Vallen is ook een Sport). In 2015 wordt de samenwerking tussen VeiligheidNL en Centrum

School en Veiligheid (CSV) voortgezet. Schoolenveiligheid.nl van CSV biedt een logische plaats

voor scholen om betrouwbare informatie te zoeken en vinden als het gaat om het aanpakken van

diverse schoolveiligheidsissues. VeiligheidNL zorgt hiermee voor de verbinding tussen CSV en

(het vignet) Gezonde School.

In Europees verband is VeiligheidNL aangesloten bij werkgroepen van de ANEC en de Child

Safety Alliance.

4.2.4 Begroting en resultaten

Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er twee belangrijke wijzigingen in de begroting die een

korte toelichting behoeven:

Ten gunste van de extra impuls in (door)ontwikkeling en implementatie van interventies bij

Ouder Worden zijn k€20 van de externe kosten van Opgroeien verschoven naar Ouder

Worden.

Voorgaande jaren waren de LOT uren (200 uur) t.b.v. de werkgroep jeugd ondergebracht bij

Opgroeien. Met de invulling van een gezamenlijk LOT/CGL werkplan zijn deze uren nu bij

deze het onderdeel LOT & CGL ondergebracht.

Begroting

Omzet

Uren*tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 618.126 458.126 160.000

Resultaten

Communicatie en implementatie: (60% van uren*tarief)

Aangepaste materialen van de vernieuwde kinderveiligheidsvoorlichting n.a.v. de resultaten

van de evaluatie (folderlijn, Veilig groot Worden App en digitale toolkit JGZ).

Diverse implementatie en communicatie activiteiten om de vernieuwde

kinderveiligheidsvoorlichting landelijk te implementeren waarmee 60% van de verloskundigen,

kraamzorgorganisaties en JGZ organisaties deze vernieuwde materialen gebruikt.

1 publieksactie van de Taskforce Kinderveiligheid over een nog nader te bepalen thema

(mede i.o.m. bestaande en nieuwe partners).

Page 26: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 26

Een toename van het hebben van een schoolveiligheidsplan met 20% door bijvoorbeeld het

gebruik van effectieve schoolveiligheidsbeleidsinterventies zoals de Risicomonitor en de VO-

veiligheidsmanager (met daarbinnen goede verwijzingen naar effectieve deelinterventies

zoals Vallen is ook een Sport, PRIMA en SYSM).

Actuele discussies en moderatie van topics op het forum zwangerschapspagina.

Netwerk en samenwerking (20% van uren*tarief):

Periodieke gesprekken met belangrijke stakeholders in en partijen het werkveld van de

jeugdgezondheidszorg waaronder in ieder geval: NCJ, NJI, 4 – 6 JGZ organisaties, 2-3

kraambureaus en verloskundige praktijken, 2 GGD’en/gemeenten en met diverse

schooldirecties in een scholenpanel.

Organisatie en of bijwonen van diverse bijeenkomsten waaronder het expertpanel

kinderveiligheid, ANEC, Child Safety Alliance.

Ongevalcijfers, onderzoek en kennis (20% van uren*tarief):

Actuele ongeval cijfers over ongevallen bij jonge kinderen gepubliceerd in factsheets op

www.veiligheid.nl die inhoudelijk ondersteunend zijn aan de uit te voeren communicatie en

implementatie activiteiten.

Actuele en betrouwbare informatie voor zwangeren, ouders, verzorgers op www.veiligheid.nl,

www.cjg.nl, www.ncj.nl, www.loketgezondleven.nl en www.regelhulp.nl en via diverse digitale

nieuwsbrieven aan professionals in de JGZ en Kraamzorg.

Plan voor versterking risicocompetenties bij kinderen.

Toelichting externe kosten (totaal € 160.000):

Ontwikkeling, implementatie- en communicatiekosten (€ 103.750)

Doorontwikkeling materialen en PR en implementatie kinderveiligheid (€ 60.000).

Implementatie scholen (€ 35.750).

Bijdrage Stichting Wiegedood (€ 3.000).

Bijdrage Google Grants account voor Opgroeien (€ 5.000).

Kosten onderhoud en beheer websites (€ 15.000)

Hosting en licentie Risicomonitor, VO Veiligheidsmanager en E-learning Veilig Slapen

(€ 10.000).

ICT ondersteuning, hosting en onderhoud en beheer themapagina’s www.veiligheid.nl (incl.

beeldmateriaal) (€ 5.000).

Onderzoekskosten (€ 30.000)

Implementatie- en evaluatieonderzoekskosten t.b.v. diverse activiteiten (inkopen

adressenbestanden, respondentvergoedingen, uitbesteed onderzoek aan onderzoeksbureau).

Reis en representatiekosten (€ 11.250)

Deelname aan vakbeurzen, congressen (o.a. inschrijving, stand, repro), reprokosten (drukken

rapportages en of materialen) en reiskosten (€ 3.500).

Reis- en verblijfkosten ECSA en ANEC bijeenkomsten (€ 2.750).

Huur vergaderlocaties en catering voor o.a. expertpanel bijeenkomst en afspraken met

netwerk en partners (€ 5.000).

4.3 Ouder worden

4.3.1 Inleiding

Valongevallen bij ouderen vormen een onderschat en toenemend probleem. Het levert veel

chronische beperkingen op, verminderde kwaliteit van leven en heeft een hoog risico op

overlijden. Valongevallen bij ouderen leiden bovendien tot hoge zorgkosten. Recente

onderzoeken laten nieuwe ontwikkelingen zien. Een voorbeeld daarvan is de stijging van

hersensletsels ten gevolge van een val dat implicaties heeft voor de screening op valrisico.

Page 27: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 27

Veel valongevallen zijn te voorkomen want er is veel bekend over wat werkt in valpreventie. Als

valongevallen worden voorkómen, kunnen ouderen actief (blijven) participeren in de

maatschappij, kunnen zij langer zelfstandig thuis wonen, is er minder kans op vereenzaming, en

blijft hun kwaliteit van leven behouden. De werkzame elementen in valpreventie vormen de rode

draad in de activiteiten van VeiligheidNL voor het programma Ouder Worden. Hierin is een

belangrijke rol weggelegd voor (zorg)professionals die in hun praktijk iets met of aan valpreventie

kunnen doen, zoals praktijkondersteuners met screening of fysiotherapeuten met effectieve

beweeginterventies. In 2014 is zowel vanuit de praktijk (zoals de fysiotherapeuten die

gecertificeerd In Balans docent zijn) als vanuit diverse private partijen zoals Achmea en Philips in

gesprekken aan VeiligheidNL gesignaleerd dat toeleiding van ouderen naar deze screening en/of

interventie-aanbod beter moet in Nederland. Hier zal in 2015 in samenwerking met o.a.

bovengenoemde partijen extra aandacht voor zijn. In 2015 ligt de belangrijkste focus voor Ouder

Worden op de volgende activiteiten:

een actief kennisnetwerk valpreventie ouderen waarin kennis verzameld en gedeeld wordt

door o.a. een actieve online LinkedIn community, een Valsymposium en diverse

themabijeenkomsten door en voor (zorg)professionals;

het stimuleren van de implementatie van de Valanalyse; een effectief screeningsinstrument op

valrisico, o.a. toegepast door praktijkondersteuners en fysiotherapeuten;

het stimuleren van de implementatie van Blijf Staan, een effectieve structurele aanpak van

valpreventie voor verpleeg- en verzorghuizen;

het (waar nodig) aanpassen en implementeren van een lokale aanpak via Halt u Valt! bij

GGD’en / gemeenten;

het verrijken en door ontwikkelen van de methodiek In Balans zodat in de tweede helft van

2015 de eerste nieuwe lichting trainers getraind kunnen worden;

actieve benadering van ouderen zelf om de toestroom naar screening en valpreventie

activiteiten te vergroten.

4.3.2 Doelen en doelgroepen

Hoofddoel

Ondersteunen van (zorg) professionals bij valpreventie activiteiten om de stijgende trend van

ernstige valongevallen van 65+ers een halt proberen toe te roepen.

Om dit te bereiken is het nodig dat:

meer (zorg) professionals bekend zijn met de werkzame elementen in valpreventie;

meer (zorg) professionals aanbod uitvoeren dat voldoet aan die werkzame elementen in

valpreventie;

meer (zorg) professionals gebruik maken van effectieve interventies waaronder de

Valanalyse, Blijf Staan, Halt u Valt en In Balans;

ouderen zich zelf ook meer bewust zijn van het risico op vallen en zich laten screenen of

deelnemen aan preventie activiteiten.

In 2014 vindt een doelgroeponderzoek plaats. Op basis van de resultaten daarvan worden

bovenstaande doelstellingen gekwantificeerd.

Om een reductie (5% zoals genoemd in de pledge van VeiligheidNL) in de (voor vergrijzing

gecorrigeerde) incidentie van ernstige valongevallen van 65+ers te realiseren is een grotere

maatschappelijke beweging nodig. VeiligheidNL heeft de ambitie om daarvoor samen met Vilans

een Taskforce Valpreventie Ouderen voor op te richten.

Doelgroepen:

Om dit te bereiken richt VeiligheidNL zich met name op een aantal (zorg)professionals,

waaronder:

fysio- en ergotherapeuten;

praktijkondersteuners;

huisartsen;

wijk-/ Thuiszorgverpleegkundigen;

Page 28: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 28

directie en/of medewerkers van verpleeg- en verzorginstellingen.

In 2015 zullen ook ouderen van 65 jaar en ouder doelgroep zijn. Op dit moment (2014) wordt een

behoeftepeiling voorbereid dat hier nadere input voor zal leveren.

Ten slotte werken we actief aan integraal aanbod en ondersteuning om gemeenten en/of GGD’en

te kunnen ondersteunen in het op de agenda zetten en aanpakken van de valproblematiek in hun

regio.

Steeds meer professionals in de (para-)medische zorg krijgen aandacht voor valpreventie. Recent

onderzoek laat zien dat nog lang niet alle professionals in hun praktijk de juiste interventies of

werkzame elementen daarvan uitvoeren. Procesevaluatieonderzoek van o.a. de gebruikers van

de Valanalyse als Blijf Staan liet zien dat deze gebruikers extra ondersteuning willen om goed

opvolging te kunnen geven aan de activiteiten uit de Valanalyse en Blijf Staan. Een andere

opvallende ontwikkeling in 2014 is de zeer sterke stijging van het aantal leden van het

kennisnetwerk valpreventie (van 1.300 begin 2014 naar 1.619 half augustus 2014) en de LinkedIn

groep voor professionals die iets met valpreventie doen (van 500 begin 2014 naar 767 half

augustus 2014). Deze stijging is veel hoger t.o.v. de stabiele ledenstijging in voorgaande jaren.

Daarnaast worden steevast de themabijeenkomsten goed bezocht evenals het wetenschappelijk

valsymposium. Leden leveren ook zeer actief input aan over thema’s voor de bijeenkomsten. Zo

ging op hun verzoek de meest recente themabijeenkomst over verschillende valrisico

screeningsmethodieken en implementatie daarvan. Alleen al dit jaar zijn er 1813 Valanalyses

besteld (fysieke exemplaren en digitaal bij elkaar). Dat is nu halverwege 2014 al een verdubbeling

van het aantal bestelde valanalyses in heel 2013.

Eind oktober 2014 worden de resultaten bekend van een actuele behoeftepeiling onder fysio- en

ergotherapeuten, praktijkondersteuners, huisartsen en wijk- en thuiszorgverpleegkundigen. Dit

geeft nog meer informatie over de specifieke behoefte van deze professionals rondom

valpreventie en geeft verder richting aan de invulling van de precieze projectplannen.

4.3.3 Samenwerking en netwerk

Om de activiteiten uit te voeren en bij te dragen aan de gestelde doelen worden alle activiteiten in

samenwerking uitgevoerd met diverse publieke en private partijen.

In de kennisvergaring en uitwisseling, zoals de organisatie van het jaarlijkse Valsymposium, wordt

samengewerkt met het Landelijk Netwerk Valklinieken (special interest group van NVKG) en het

Academisch Medisch Centrum. In 2014 is tevens een groep van experts geformeerd met diverse

expertise en achtergronden zoals klinische geriatrie, epidemiologie, farmacie en neurologie.

In de doorontwikkeling, uitvoering en implementatie van de diverse interventies wordt met zowel

publieke als private partijen samengewerkt zoals Valnet, ActiZ, NHG/NVvPO, KNGF/NVFG,

Ergotherapie Nederland, V&VN, Woonzorg NL, een aantal praktijkorganisaties uit het werkveld

zoals verzorg- en verpleeghuizen, GGD’en, een aantal zorgverzekeraars (o.a. Achmea en CZ),

IVM, Philips en Triaspect. VeiligheidNL is in gesprek over hernieuwde samenwerking vanaf 2015

met initiatief Blijf Veilig Mobiel. Met de LOT-partners Voedingscentrum en NISB worden de

activiteiten die zij ondernemen en bijdragen aan valpreventie ouderen afgestemd.

In Europees verband is VeiligheidNL aangesloten bij het Profound netwerk.

In samenwerking met Vilans werkt VeiligheidNL op dit moment aan een aanvraag voor de opzet

van een mogelijke Taskforce Valpreventie Ouderen.

4.3.4 Begroting en resultaten

Begroting

Omzet

Uren*tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 493.595 393.795 99.800

Page 29: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 29

Resultaten

Ongevalcijfers, onderzoek en kennis (30% van uren*tarief):

Actuele ongeval cijfers over ongevallen en valongevallen gepubliceerd in factsheets op

www.veiligheid.nl.

Actuele kennisfactsheets over valongeval-gerelateerde onderwerpen zoals medicatiegebruik

en visus en twee nieuwe onderwerpen: cognitie en gaming.

Organisatie en uitvoering van 1 landelijk wetenschappelijk Valsymposium.

Twee uitgevoerde themabijeenkomsten voor en door het Kennisnetwerk Valpreventie.

Netwerk en samenwerking (30% van uren*tarief):

Een actueel en interactief Kennisnetwerk Valpreventie (o.a. d.m.v. www.veiligheid.nl en de

LinkedIn groep). Het aantal leden van het netwerk is minimaal 10% gestegen t.o.v. eind 2014

en er worden minimaal 6 nieuwsbrieven verstuurd.

Vastgelegde samenwerkingsafspraken met tenminste 1 grote partij (zoals branche- of

koepelorganisatie) voor drie relevante intermediaire doelgroepen.

Verkenning van samenwerking met woningbouwcorporaties (met oog op maatschappelijke

tendens/beweging naar langer thuis wonen).

Communicatie en Implementatie (40% van uren*tarief):

Productie van vernieuwde materialen voor de Valanalyse en Blijf Staan (herpositionering en

profilering).

Opzet, ontwikkeling en productie van vernieuwde In Balans aanpak, n.a.v. de resultaten van

het verrijkingsonderzoek in 2014. Herijkte methodiek en diverse lesmaterialen. Er wordt een

nieuwe accreditatieaanvraag gedaan.

Diverse implementatie en communicatie activiteiten en uitingen voor de Valanalyse, Blijf

Staan en In Balans waaronder:

o 6 promotionele en informatieve uitingen;

o totaal 6 uitgevoerde trainingen/train-de-trainer (open inschrijving).

Een notitie over de mogelijke inzet van de Halt u Valt methodiek via GGD’en, waarvoor input

wordt verzameld in een gespreksronde met 8 GGD’en.

Pilot in rechtstreekse communicatie met de einddoelgroep (‘oudere met valrisico’) met een

notitie van de resultaten van een bijbehorende procesevaluatie.

Toelichting externe kosten (totaal € 99.800):

Onderzoekskosten (€ 10.000)

Implementatie- en evaluatieonderzoekskosten t.b.v. diverse activiteiten (inkopen

adressenbestanden, respondentvergoedingen, uitbesteed onderzoek aan onderzoeksbureau).

Ontwikkeling, implementatie- en communicatiekosten (€ 75.800)

Materiaal en implementatiekosten voor ontwikkeling en productie (€ 56.300).

Communicatie en implementatiekosten (€ 14.500).

Bijdrage Google Grants account voor Ouder Worden (€ 5.000).

Kosten onderhoud en beheer websites (€ 3.000)

ICT ondersteuning, hosting en onderhoud en beheer themapagina’s www.veiligheid.nl

(incl. beeldmateriaal) (€ 3.000).

Reis- en Representatiekosten (€ 11.000)

Deelname aan vakbeurzen, congressen (o.a. inschrijving, stand, repro), reprokosten (drukken

rapportages en of materialen) en reiskosten (€ 3.500).

Huur vergaderlocaties en catering en vergoedingen sprekers voor o.a. themabijeenkomsten

en afspraken met netwerk en partners (€ 7.500).

Page 30: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 30

4.4 LOT & CGL

4.4.1 Inleiding

Het LOT is een netwerk van 7 thema-instituten. Zij hebben allen een (subsidie)relatie met het

Ministerie van VWS. Ook wordt er met al die instituten samengewerkt met het Centrum Gezond

Leven van RIVM. In dit deel van de instellingsubsidie wordt invulling gegeven aan activiteiten die

zijn vastgelegd in een gezamenlijk werkplan van het LOT.

In 2015 ligt een belangrijke focus op de volgende activiteiten:

werkgroep Jeugd: deelname en bijdragen aan meer samenhang brengen in gezonde leefstijl

en gezamenlijk ondersteuning bieden aan JGZ en onderwijsprofessionals;

generieke taken (gezondheid breed – voorheen aangewezen door CGL): VeiligheidNL

ondersteunt op alle onderdelen het werkplan van het LOT & CGL zoals neergelegd in het

gezamenlijk activiteitenplan: Gezonde School (100 u), Sociaal-emotionele ontwikkeling

(150 u) en Werkzame elementen (250 u);

werkplaats publiekscommunicatie: deelname aan en bijdragen aan de werkplaats door

kennisuitwisseling over publiekscommunicatie en specifieke bijdragen aan de initiatieven Hoe

Pak Jij Dat Aan en publieksvoorlichting in de huisartsenpraktijk;

thema specifieke taken zoals:

o het indienen voor/upgraden van erkenning van interventies;

o afstemming tussen de vraag van lokale organisaties en het aanbod van VeiligheidNL

aan interventies en afstemming met collega preventie-instituten;

o uitwisselen van kennis en ervaring, ontsluiten van informatie en etaleren van kennis en

interventies van VeiligheidNL via het loket gezond leven, de i-database, websites met

leefstijlinformatie en bijeenkomsten.

4.4.2 Doelen en doelgroepen

Doelen:

het bevorderen van een integraal gezondheids/leefstijlbeleid bij onderwijs, overheden en

gezondheidszorg;

het gezamenlijk bedienen van die professionele doelgroepen die een gebundeld aanbod van

gezondheidsinterventies prefereren boven een thema specifieke benadering;

het versterken van de capaciteit van de individuele instituten door te leren van elkaar en

gebruik te maken van elkaars inzichten en kennis;

actuele informatie over interventies van VeiligheidNL op www.loketgezondleven.nl;

(her)erkenning van interventies voor www.loketgezondleven.nl.

Doelgroepen:

Belangrijke gedefinieerde doelgroepen zijn:

JGZ professionals;

onderwijs professionals / School directies;

gemeenten (via de handreiking gezonde gemeente);

gezondheidsbevorderings-professionals (o.a. via www.loketgezondleven.nl).

4.4.3 Samenwerking en netwerk

Overstijgend op alle activiteiten rondom veilig opgroeien en ouder worden, wordt met de thema–

instituten, verenigd in het Landelijk Overleg Thema-instituten (LOT), en met RIVM/CGL

samengewerkt om thema’s met elkaar te verbinden of specifieke doelgroepen te bereiken. Naast

de samenwerking zoals beschreven in het gemeenschappelijk activiteitenplan van LOT & CGL

wordt ook bilateraal samengewerkt. Zo gebruikt het Voedingscentrum ook veiligheidsadviezen

binnen hun voedingstijdschrift voor aanstaande ouders en wordt samen met het Trimbos gekeken

naar mogelijke koppeling van expertise binnen uitgaansvraagstukken van de jeugd.

Page 31: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 31

4.4.4 Begroting en resultaten

Begroting

Omzet

Uren*tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 145.441 144.941 500

De resultaten en uren zijn verdeeld in de volgende onderdelen:

generieke taken (Werkplan LOT & CGL);

de werkgroep jeugd (Werkplan LOT & CGL);

de werkplaats publiekscommunicatie (Werkplan LOT & CGL);

themaspecifieke taken (CGL).

Resultaten

De specifieke resultaten staan beschreven in het LOT&CGL werkplan 2015. Samengevat:

Generieke taken (500 uur)

Belangrijke bijdrage aan inzicht in werkzame elementen in gezondheidsbevordering en

preventie bij een nog nader te bepalen thema, doelgroep of setting.

Bijdrage aan ontwikkeling en implementatie van een leerlijn psychosociaal welbevinden.

Gezonde School: bijdrage aan versterking van de organisatie, marketing, communicatie en

implementatie van Gezonde School, zoals afgesproken in het werkplan LOT&CGL.

Werkgroep Jeugd (200 uur)

6-wekelijks deelnemen aan bijeenkomsten van de werkgroep Jeugd.

Bijdragen aan de invulling en implementatie van de toolkit 14+ contact moment voor de JGZ.

Bijdragen aan de invulling van deskundigheidsbevordering aan onderwijs professionals.

Werkplaats Publiekscommunicatie (127 uur)

Periodiek deelnemen aan bijeenkomsten van de werkplaats Publiekscommunicatie.

Onderhouden van teksten over veiligheid op www.hoepakjijdataan.nl;

Bijdragen aan en invulling van publieksvoorlichting in de huisartsenpraktijk.

Thema specifieke taken (573 uur)

Deelname aan relevante CGL overleggen.

Minimaal drie kansrijke gezondheid bevorderende interventies (indien beschikbaar)

beschreven en ingediend voor beoordeling op ten minste niveau ‘goed beschreven’.

Interventies van andere organisaties beoordeeld op niveau ‘goed beschreven’.

Planning voor actualisatie en uitbreiding van de ‘eigen’ thema specifieke informatie’ op

loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl.

Actuele thema-specifieke informatie op loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl.

Bijdrage aan het ‘schap’ zorg.

Actuele informatie van eigen interventies in de vernieuwde databank voor interventies (na

email-notificatie).

Nieuwe interventies zijn uiterlijk de week voor lancering/uitvoering in de vernieuwde databank

voor interventies ingevoerd, waar mogelijk inclusief informatie over bereik en kosten.

Beantwoording thema-specifieke vragen die via websites en Twitter bij CGL binnenkomen.

Relevante input voor de nieuwsbrief Centrum Gezond Leven, conform de hiervoor opgestelde

richtlijn.

Bijeenkomsten gemeld bij Loketgezondleven.nl voor vermelding op de bijeenkomstenkalender

Gezond Leven.

Verwijzingen vanuit eigen website naar Loketgezondleven.nl en gezondeschool.nl en vice

versa zijn in orde op algemeen niveau maar ook bij dieper liggende content.

Bekendheid met en gebruik van het themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente

versterkt via eigen online-media (o.a. eigen website en Twitter), bijeenkomsten en workshops

Page 32: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 32

vanuit het eigen thema-instituut, bijdragen aan de ontwikkeling en verspreiding van

communicatiemiddelen en input voor netwerkbijeenkomsten.

Actueel themadeel letsel van de Handreiking Gezonde Gemeente.

Gezonde School:

o Beoordelen van maximaal 20 aangevraagde vignetten Gezonde School.

o Antwoord op thema specifieke onderwijsvragen van GGD’en en andere organisaties die

scholen ondersteunen.

o Antwoord op thema specifieke onderwijsvragen die via gezondeschool.nl, zestal actief

door doelgroep gebruikte discussiegroepen en de diverse Twitter accounts binnenkomen.

o Actuele thema-specifieke pagina’s po, vo en mbo op gezondeschool.nl.

o Up to date criteria van het vignet Gezonde School PO en VO.

Toelichting externe kosten (totaal € 500):

Reiskosten naar diverse overleggen (€ 350).

Deelname congressen / symposia (€ 150).

4.5 Overige gefinancierde projecten

In onderstaande tabel staan de additioneel gefinancierde projecten weergegeven. Alle projecten

dragen ook bij aan de eerder genoemde doelen en doelgroepen voor Opgroeien en Ouder

Worden. Zo bedienen het Online signaleringsplatform, de Gifwijzer en de Nieuwe Etikettering

Huishoudchemicaliën ook ouders van jonge kinderen om ongevallen bij kinderen te voorkomen.

Via Profound wordt veel kennis over wat werkt in valpreventie op Europees niveau uitgewisseld

tussen professionals.

Twee van ondergenoemde projecten bedienen andere specifieke doelgroepen. De Risicomonitor

ondersteunt directie en/of pedagogisch medewerkers van kinderopvangorganisaties of

gastouders bij het opstellen en uitvoeren van goed veiligheidsbeleid en het creëren van een

veilige omgeving voor jonge kinderen. Via www.allesoverspelen.nl worden eigenaren van

speeltuinen ondersteunt deze zo veilig mogelijk in te richten.

Projecttitel /

omschrijving

Looptijd Financier Omzet

Uren*tarief

Externe

kosten

Online

signaleringsplatform

i.s.m. NVWA

2013-2015

NVWA

99.300

76.800

22.500

Nieuwe etikettering

huishoudchemicaliën

2009-2015

Min. VWS

415.000

75.240

339.760

Profound Europese

Commissie

5.000

2.600

2.400

www.allesoverspelen.

nl

2014-2017 NVWA 6.010 5.210 800

Gifwijzer doorlopend Inkomsten

verkoop

10.000

8.320

1.680

Risicomonitor doorlopend Inkomsten

abonn.

gebruikers

150.000

75.360

74.640

Nog te verwerven n.n.b 460.000 265.000 195.000

Page 33: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 33

5 Programma Werk en Vrije tijd

5.1 Inleiding

Het programma Werk en Vrije tijd staat voor het bevorderen van veilig en gezond gedrag op de

werkvloer en veilig sporten. Het thema ‘Veilig en gezond gedrag op de werkvloer’ valt buiten de

instellingssubsidie van het Ministerie van VWS. Ter informatie hieronder een beknopte weergave

van onze activiteiten met betrekking tot veilig en gezond werken.

Veilig en gezond werken

De afgelopen jaren heeft VeiligheidNL het meerjarenprogramma ‘Gedragscommunicatie

versterking arbeidsveiligheid’ succesvol uitgevoerd met financiering van het Ministerie van

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Dit heeft vijf interventies opgeleverd op gebied van

veiligheidsgedrag en –cultuur, die in samenwerking met branche- en koepelorganisaties zijn

ontwikkeld en geïmplementeerd in 8.000 MKB bedrijven.

In aansluiting op het meerjarenprogramma verlangt SZW zelfregulering van de branches en

bedrijven om onder andere veilig en gezond werken duurzaam te borgen. VeiligheidNL biedt

daartoe haar dienstverlening, ondersteuning en expertise tegen betaling aan. Wij verzorgen

advies- en leertrajecten bij bedrijven, voeren QuickScans uit en organiseren diverse trainingen en

regiobijeenkomsten. Ook proberen we aanvullende financiering te verwerven om een aantal

andere zaken uit het meerjarenprogramma verder te borgen, gebruik makend van het

opgebouwde netwerk en expertise. Denk daarbij aan de ontwikkeling van branche-specifieke

interventies, opleidingsmodules ‘veilig gedrag’ en het verzamelen en bundelen van goede

voorbeelden met daar aan gekoppeld het uitreiken van de ‘Werk Veilig Award’. Daarnaast zal

VeiligheidNL de komende jaren meer aandacht schenken aan duurzame inzetbaarheid en blijven

we reeds ontwikkelde interventiematerialen (tegen kostprijs) beschikbaar stellen. Tot slot willen

we samen met een mediapartner meer aandacht vragen voor veilig en gezond werken.

Naast bovengenoemde activiteiten, die in het verlengde liggen van het eerdere

meerjarenprogramma ‘Gedragscommunicatie versterking arbeidsveiligheid’, blijven we ook

aandacht vragen voor bedrijfshulpverlening (BHV) aan de hand van het door ons ontwikkelde

‘Goede BHV praktijken’ platform en verspreiden we het boekje ‘Goede BHV praktijken, zo

organiseer je interne noodhulp’.

Veilig sporten (instellingssubsidie)

Actuele cijfers laten zien dat blessures een significante beperking vormen van de

maatschappelijke winst door sport en bewegen: in 2012 werden 1,7 miljoen sportblessures

medisch behandeld. De medische kosten en verzuimkosten ten gevolge van sportblessures

bedroegen gemiddeld in de periode van 2006-2012 1,5 miljard euro per jaar. In de leeftijdsgroep

15-24 jaar staan sportblessures in de top-5 van gezondheidsverlies (VTV 2010, RIVM). Verder is

het aantal blessures in de afgelopen periode (2006-2013) bij sporters van 9 tot en met 12 jaar

gestegen van 130.000 naar 230.000. Het goede nieuws is dat deze problematiek succesvol kan

worden aangepakt met een actief sportblessurepreventiebeleid. Zo is in de periode 2000-2011

het aantal sportblessures per sport-uur (incidentiedichtheid) teruggedrongen met 20%. Echter het

absolute aantal sportblessures neemt sinds 2011 toe. Deels wordt dit veroorzaakt door een

toename van het aantal sporters en het aantal jaarlijks gesporte uren. Maar het aantal blessures

stijgt meer dan het aantal gesporte uren, wat betekent dat het blessurerisico (aantal blessures per

gesporte uren) meer stijgt. In 2007 was dit nog 1,7 blessures per 1.000 uur sport, in 2012 is dit

gestegen tot 2,0 en in 2013 is dit gelijk gebleven. De belangrijkste oorzaak van de stijging naar

2,0 blessures per 1.000 uur sport is de toename van het aantal beginnende sporters, die een

Page 34: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 34

verhoogd blessurerisico kennen. Tevens is er een sterke toename van het aantal hardlopers, een

sport met een relatief hoog blessurerisico. En ook stijgt het aantal blessures bij de jeugd flink.

Het programma Werk en Vrije tijd zorgt vanuit de instellingssubsidie van VWS/Sport voor

gecoördineerde uitvoering van het landelijk sportblessurepreventiebeleid. Afgelopen jaren verliep

de invulling hiervan conform het Meerjarenprogramma Sportblessurepreventie 2012-2016, dat

door VeiligheidNL in samenwerking met een aantal sleutelpartners was opgesteld. Doordat

VWS/Sport de sportkennisinfrastructuur in Nederland wil hervormen zijn er een aantal

beleidsmatige en budgettaire wijzingen ten opzichte van voorgaande jaren. VWS wil na 2015

sportblessurepreventie programmatisch uitzetten. VWS wil bij de opzet van deze

programmatische aanpak gebruik maken van de expertise van VeiligheidNL, ook om te kunnen

voortbouwen op de basis die afgelopen jaren is gelegd voor blessurepreventie. Wij zullen hiervoor

onze inzichten in de blessureproblematiek, behoeften en draagvlak voor blessurepreventie en

inzichten in effectieve aanpakken beschikbaar stellen in 2015. Daarnaast wil VWS dat

VeiligheidNL in de toekomst toeleverancier wordt van kennis rondom sportblessures aan een

nieuw te vormen kennisinstituut/kennisportal. Een ander deel van de activiteiten in 2015 is er

daarom op gericht de kennis van VeiligheidNL op gebied van sportblessurepreventie een plek te

geven in de kennisportal. Tot slot heeft VWS besloten om de instellingssubsidie in 2015 te

verlagen met € 150.000; dit heeft duidelijke consequenties voor de voortgang en opstart van een

aantal activiteiten.

Afgelopen jaren waren onze sportblessurepreventie-activiteiten gebaseerd op de eerste vier van

onderstaande pijlers. De inzet daarop wordt in 2015 bijgesteld in verband met de verlaging van de

instellingssubsidie en om ruimte te maken voor de twee bovengenoemde hervormingen. Tevens

is er een vijfde pijler toegevoegd.

1. In stand houden van actuele, eenduidige kennis en de ontwikkelde netwerk- en infrastructuur:

voortzetten en (samen met de kennis over effectieve interventies) ontsluiten via het nieuwe

kennisportal.

2. Borging en verdere implementatie van beschikbare effectieve interventies bij de primaire

doelgroepen: voortzetten, met de nadruk op borging en continuering van inzet partners op

sportblessurepreventie.

3. Verbreden en uitbouwen van bestaande effectieve interventies naar andere sporttakken en

doelgroepen: er wordt niet verbreed naar andere sporttakken, de focus ligt op de afronding

van trajecten die in gang zijn gezet.

4. Nieuw aanbod ontwikkelen: niet in 2015.

5. Ondersteuning van VWS bij het opzetten van een toekomstig programma voor ontwikkeling

en implementatie sportblessurepreventie.

Bovengenoemde keuzes hebben tot consequentie dat er een beperkte of geen inspanning

geleverd kan worden in 2015 op de volgende onderdelen van het Meerjarenprogramma 2012-

2016:

Ad-hoc activiteiten (beperkte inspanning)

Veilig Sport Klimaat (beperkte inspanning)

Doorontwikkeling&implementatie aanpak geleidelijk ontstaan letsel naar nieuwe sporten

(geen inspanning)

Doorontwikkeling&implementatie valvaardigheden naar nieuwe sporten (geen inspanning)

Doorontwikkeling&implementatie hoofdletselpreventie naar nieuwe sporten, waaronder

schaatsen (geen inspanning)

Ontwikkeling van effectieve blessurepreventieve aanpak voor de jeugd (geen inspanning)

Op basis van eerder geprioriteerde sporten en recente inzichten richten wij ons in 2015 op de

volgende blessures:

knieblessures (meest voorkomende blessure):

o hockey (landelijke uitrol gericht op onderste extremiteiten als vervolg op pilot-activiteiten

2014);

enkelblessures (veel voorkomende blessure):

Page 35: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 35

o volleybal (borgen van preventieactiviteiten door de sport zelf: adoptie);

o voetbal (borgen van preventieactiviteiten door de sport zelf: adoptie);

o korfbal (landelijke uitrol als vervolg op pilot-activiteiten 2014);

o basketballers (landelijke uitrol als vervolg op pilot-activiteiten 2014);

o sporters met recidive enkelletsel (vervolg 2014; effectiviteit aantonen);

blessures door vallen (ernstige blessures):

o ruiters (verdere landelijke uitrol als vervolg op 2014);

geleidelijk ontstaan letsel (veel voorkomende blessure):

o hardlopen (landelijke beschikbaarstelling als vervolg op pilot-activiteiten 2014);

hoofdletsel (ernstige blessures):

o wielrennen (verdere borging binnen de sport door ondersteuning op basis van adoptie);

o wintersport (verdere borging binnen de sport door ondersteuning op basis van adoptie).

Bovengenoemde blessures pakken we met name aan via de georganiseerde sport. Om ook de

ongeorganiseerde sport en beginnende sporters goed te kunnen bedienen zetten we onze

effectieve interactieve advies-op-maat interventie ‘Voorkomblessures.nl’ in. In 2013 haalde 20%

van de sporters hier hun sportpreventie-informatie vandaan (was 14% in 2012). Op

Voorkomblessures.nl zijn voor iedereen via een advies-op-maat systeem

sportblessurepreventieve maatregelen beschikbaar en deze zullen we voor specifieke

doelgroepen extra zichtbaar maken. Hierbij maken we tevens gebruik van Publiek Private

Samenwerkingen (PPS) om ons bereik verder te vergroten.

Vanwege meerjarig commitment zetten we de samenwerking voort voor het evaluatieonderzoek

naar de succesvolle app ‘Versterk je enkel’ (medio 2013-medio 2016). Dit onderzoek wordt

gefinancierd door ZonMw, programma Sport – Vitaal (hoofdaanvrager EMGO instituut van het

VUmc), met cofinanciering vanuit de instellingssubsidie voor de inzet van VeiligheidNL vanuit de

activiteit ‘Versterk je enkel’.

5.2 Doelen en doelgroepen

Doelen Veilig Sporten

Hoofddoel

In 2015 ervoor zorgen dat het risico op blessures niet verder toeneemt. Daarbij zijn de volgende

subdoelen de onderscheiden:

ondersteuning bij de opzet van een toekomstig programma voor sportblessurepreventie door

inzicht te verschaffen in de blessureproblematiek, effectieve interventies, behoefte en

draagvlak. Hierbij voortbouwend op de reeds ontwikkelde effectieve interventies en

gezamenlijke aanpakken, samen met de sportsector en de relevante samenwerkingspartners;

borging en uitvoering van lopende ontwikkel- en implementatietrajecten voor effectieve

sportblessurepreventie.

Voor het eerste subdoel zijn alleen de contouren nog bekend vanuit de hervorming van de

kennisinfrastructuur bij sport zoals VWS/Sport die voor ogen heeft. De activiteiten daarvoor zullen

we dan ook in nauw overleg met het ministerie en de overige betrokken partijen vormgeven. Om

het blessurerisico in de toekomst te laten afnemen hebben we kennis nodig over blessures en

effectieve sportblessurepreventie, daarom streven we er naar om onze kennis en expertise een

integraal onderdeel uit te laten maken van de kennisinfrastructuur voor de sport. Hieronder wordt

het derde subdoel verder geconcretiseerd.

Doelgroepen

De borging van lopende implementatietrajecten voor effectieve sportblessurepreventie geven we

vorm door aandacht te besteden aan de eerder genoemde blessures met bijbehorende sporten.

Daarbij hebben we een speciale focus op de volgende doelgroepen:

beginnende sporters (in verband met toename van deze doelgroep en het hoge blessurerisico

dat deze doelgroep heeft);

intermediairs: zoals trainers, fysiotherapeuten, huisartsen en buurtsportcoaches (in verband

het vergroten van het bereik van sportblessurepreventie).

Page 36: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 36

5.3 Samenwerking/netwerk

Ten behoeve van de beoogde hervorming sport kennisinfrastructuur en de in dit verband centrale

verzameling, validering, verrijking en verspreiding van kennis zal nauw samen gewerkt gaan

worden met NISB en SOS, VSG en NOC*NSF. In verband met het in de toekomst

programmatisch aanvliegen van sportblessurepreventie zal tevens nauwe afstemming en

samenwerking plaatsvinden met VWS/Sport en alle relevante veldpartijen.

Daarnaast zullen wij onze sportblessurepreventieactiviteiten ook in 2015 weer nadrukkelijk

uitwerken en uitvoeren in samenwerking met het veld en de partners.

Allereerst werken we samen met sportkoepels, -bonden en -verenigingen, zoals: NOC*NSF,

KNVB, KNHB, Atletiekunie en vele anderen. Zij hebben sport specifieke kennis en expertise in

huis die noodzakelijk is om activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Tevens vertegenwoordigen

zij een grote groep sporters en technisch kader. Via hen kunnen we deze doelgroepen goed

bereiken.

Naast de organisaties uit de sport werken we nauw samen met organisaties op gebied van

sportmedische gezondheidszorg, denk hierbij aan VSG, KNGF en NVFS. Vanuit deze

organisaties is veel kennis en expertise beschikbaar om inhoud te geven aan onze activiteiten,

maar ook kunnen we via hen intermediairs bereiken om sportblessurepreventie onder de

aandacht te brengen.

Bovenstaande organisaties komen samen in het landelijk Platform Sportblessurepreventie. Dit

platform wordt gebruikt voor onderlinge kennisdeling en reguliere afstemming van de diverse

activiteiten.

Verder overleggen, onderzoeken en ontwikkelen we activiteiten met diverse kennispartners op

het gebied van sport en bewegen (waaronder NISB, TNO, Mulier Instituut, de LOSO-

universiteiten en hogescholen). Dit gebeurt o.a. in het Landelijk Platform Monitoring. Binnen dit

platform vindt ook kennisdeling plaats en reguliere afstemming met kennispartners.

Ook vergroten we via diverse PPS activiteiten ons bereik en m.n. ook ten behoeve van de

ongeorganiseerde sporters. Denk hierbij aan partners als Perry Sport, Run2Day en Nea

International. Tevens zijn we initiatieven gestart ten behoeve van de ongeorganiseerde sport met

partijen als Johan Cruyff Foundation en Sport Support.

Binnen de Enkel-app effectstudie wordt verder nauw samengewerkt met diverse

praktijkorganisaties, zoals: Zilveren Kruis Achmea, Disporta, KNGF, NVFS, NHG, NOC*NSF en

VSG.

Bij alle activiteiten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande structuren, zoals: de

landelijke platforms op gebied van Monitoren Sportblessures en op gebied van

Sportblessurepreventie en, waar mogelijk, van de aanpak van Kennis Transfer

Sportgezondheidszorg (KTS-groepen). Hieronder staan de volledige overzichten van

samenwerkingspartners, gegroepeerd naar type organisatie.

Page 37: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 37

Overkoepelende organisaties/brancheorganisaties:

NOC*NSF EFAA VSG

KNGF NHG

NGS NVFS

Sportbonden:

KNVB Atletiekunie KNSB

KNHB KNWU NSkiV

NeVoBo KNLTB NBB

NTFU JBN KNHS

KNKV

Kennisinstellingen:

NISB VUmc/EMGO+ CPB

Erasmus MC Rijksuniversiteit Groningen TNO

Maastricht University Haagse Hogeschool Mulier instituut

UMC st. Radboud SCP UMC Utrecht

NIVEL

Divers:

Stichting Veilige Paardensport Le Champion Disporta

Oranje Kruis Shimano Nederlands Paramedisch Instituut

Hersenstichting Adelinde Trainings Centrum Perry Sport

Rode Kruis Run2Day Sport Support

Zilveren Kruis Achmea Nea International Johan Cruyff Foundation

5.4 Begroting en resultaten

Begroting

Omzet

Uren*tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 789.023 529.023 260.000

Resultaten

Hieronder hebben we de verschillende resultaten genoteerd die wij willen realiseren in 2015. De

eerste twee kunnen, gezien de hervormingen van het sportbeleid, nog niet concreet worden

uitgewerkt, maar in nauw overleg met het ministerie en (voor de eerste) met het nieuw te vormen

kenniscentrum, in een later stadium worden vastgesteld.

Ondersteuning nieuwe beleidsontwikkeling en ad hoc (35% van uren*tarief)

Integratie van sportblessure-informatie in een landelijke portal, zodanig dat relevant materiaal

ontwikkeld, geactualiseerd en geschikt gemaakt wordt voor de beoogde portal

Bijdrage aan de hervorming van de sportkennisinfrastructuur en het programmatisch invullen

van sportblessurepreventie na 2015.

Ad hoc advisering en ondersteuning van beleid c.q. sportblessurepreventie in de praktijk,

inspelend op actuele ontwikkelingen en afgestemd met VWS.

Op basis van de in paragraaf 6.1 genoemde uitgangspunten, ontwikkelingen en onderbouwde

keuzes worden de volgende resultaten beoogd op gebied van sportblessurepreventie.

Page 38: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 38

Ontwikkeling, implementatie en borging van sportblessurepreventie (50% van uren*tarief)

Voorkomblessures.nl met actuele informatie en advies op maat voor sporters van 15

sporttakken met veel blessures en/of hoog blessurerisico met tenminste evenveel

websitebezoeken als in 2014.

Fysiotherapeuten worden als kanaal benut ten behoeve van bestaande voorlichting en

interventies.

Genereren van meer bereik via PPS-en.

Actueel beschikbare sport-specifieke trainingsprogramma voor:

o onderste extremiteiten blessurepreventie (hockey).

o enkelblessurepreventie (volleybal, korfbal en basketbal);

Generieke voorlichtingsmaterialen ten behoeve van enkelblessurepreventie waaronder

‘Versterk je enkel’ app met in 2015 minimaal gemiddeld 50 downloads per dag.

Evaluatierapport van de pilot enkelblessurepreventie bij basketbal.

Analyse en rapportage van de studieresultaten onderzoek ‘Versterk je enkel’ app; verspreiden

van beschikbare (en openbare) resultaten aan het veld en partners (VUmc /VeiligheidNL).

Nederlandstalig artikel naar aanleiding van studieresultaten onderzoek ‘Versterk je enkel’ app.

2 partnerbijeenkomsten ‘Versterk je enkel’ app onderzoek (VUmc /VeiligheidNL).

Aanpassingen ‘Versterk je enkel’ app naar aanleiding van onderzoek ‘Versterk je enkel’.

2 ingediende sportprojecten bij CGL voor (hogere) certificering en actuele beschrijvingen voor

de i-database van de bestaande projecten.

Borgen van interventie ‘Gebruik je Kop, helm op’ voor de sporten wielrennen/mountainbiken

en skiën/snowboarden bij de desbetreffende bonden.

Hoofdletsel Sport App up-to-date houden en promoten; aantal downloads vergelijkbaar met

2014.

Evaluatierapport van vervolg geïmplementeerde interventie Fit&Veilig voor paardrijden.

150 paardrij-instructeurs opgeleid aan de hand van Fit&Veilig.

Landelijk beschikbare interventie voor deskundigheidsbevordering bij hardlopers over

geleidelijk ontstaan sportletsel.

Landelijk geïmplementeerde interventie ‘Versterk je onderste extremiteiten’ bij hockey.

Bereik- en effectmeting landelijke geïmplementeerde interventie ‘Versterk je onderste

extremiteiten’ bij hockey.

2 bijeenkomsten van het Platform Sportblessurepreventie.

Afronding activiteiten Veilig Sport Klimaat (voor zover nog nodig/gewenst door VWS)

Kennisinfrastructuur (15% van uren*tarief)

2 bijeenkomsten van het Platform Monitoren Sportblessures en het Platform

Sportblessurepreventie, aansluitend bij de hervorming van de kennisinfrastructuur.

Verzorgen van (poster)presentaties en bijwonen van minimaal 5 (inter)nationale congressen

op het gebied van sportblessurepreventie.

Minimaal 3 wetenschappelijke artikelen ingediend over de implementatie van

sportblessurepreventie interventies voor (inter)nationale tijdschriften.

Actueel inzicht (tot en met 2014) in de sportblessurecijfers in de vorm van een algemene

factsheet sportblessures en sport-/blessure-specifieke cijferfactsheets. De algemene factsheet

(inclusief gegevens uit LIS; op basis van cijfers 2014) zal in het vierde kwartaal van 2015

beschikbaar zijn.

Toelichting op de begroting externe kosten (totaal € 260.000):

Kennisbasis, netwerk- en infrastructuur (totaal € 35.000)

Huur van externe vergaderlocaties, bijbehorende catering en materialen ten behoeve van

onder andere de Platformbijeenkomsten, bijeenkomsten in kader van nieuwe programmering

en integratie kennis/expertise in landelijke portal (subtotaal € 15.000).

Congresdeelname, reprokosten (in- en extern zoals het laten drukken van posters voor

congressen), representatie- en reiskostenvergoedingen (subtotaal € 10.000).

Integratie kennis/expertise in landelijke portal (subtotaal € 10.000).

Page 39: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 39

Landelijke uitrol en borging beschikbare interventies (totaal € 225.000)

Materiaal- en implementatiekosten voor Voorkomblessures.nl, ‘Versterk je Enkel’, ‘Versterk je

onderste extremiteiten’, ‘Gebruik je kop, helm op’, Valvaardigheidstraining, Geleidelijk

Ontstaan Letsel. Dit bestaat uit o.a. inkoop communicatieruimtes, verzorging van trainingen,

de inhoudelijke actualisatie van bestaand voorlichtingsmateriaal en de productie en

distributie/implementatie ervan (online / drukwerk; incl. uitbesteding aan creatief/reclame

bureau) (subtotaal € 180.000).

Implementatie- en/of evaluatieonderzoek van de verschillende interventies (deels uitgevoerd

door een extern onderzoeksbureau) (subtotaal € 30.000).

ICT ondersteuning, licenties en hosting (subtotaal € 15.000).

5.5 Additioneel gefinancierde projecten

Zoals eerder aangegeven zetten we onze samenwerking voort met betrekking tot het

evaluatieonderzoek naar de succesvolle app ‘Versterk je enkel’. Dit onderzoek wordt gefinancierd

door ZonMw, programma Sport – Vitaal, met cofinanciering vanuit de instellingssubsidie voor de

inzet van VeiligheidNL vanuit de activiteit ‘Versterk je enkel’. Daarnaast hebben we ons zelf een

acquisitie doelstelling opgelegd ten behoeve van nog in te vullen projecten.

Projecttitel /

omschrijving

Looptijd Financier Omzet

Uren* tarief

Materiaal

Evaluatie enkel app 3 jaar

(’13-’16)

ZonMw 30.000 24.360

5.640

Nog te verwerven 1 jaar n.n.b. 220.000 120.000 100.000

Page 40: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 40

6 Generieke thema’s

6.1 Inleiding

In de hiervoor genoemde specifieke units en programma's is beschreven welke activiteiten

worden ondernomen om de beleidsdoelstellingen van VWS op gebied van letselpreventie

te realiseren. Vanuit de afdelingen Marketing & Communicatie en KIK (Kennis, Informatie

en Kwaliteit) wordt een groot aantal activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd ten behoeve van

de specifieke projecten. Omdat ze organisatie breed worden ingezet, zijn deze activiteiten

onder generieke thema’s geclusterd. In dit hoofdstuk worden de doelen en resultaten voor

deze generieke thema's nader gespecificeerd.

6.2 Doelen en doelgroepen

Binnen Generieke thema’s hebben we de volgende doelen geformuleerd voor Marketing &

Communicatie en KIK (Kennis, Informatie en Kwaliteit).

Marketing & Communicatie

Het doel is heldere en zichtbare informatieverstrekking aan burgers, professionals en media

vanuit onze rol als expertisecentrum voor veiligheid en gedrag; verkennen van publiek private

partnerships, fondsenwerving/sponsorships, ontwikkelen new business. Om de marketing- en

communicatie impact en het bereik op peil te houden, is dit een belangrijke activiteit binnen de

instellingssubsidie. Daarbij wordt de corporate website www.veiligheid.nl als centrale portal

geoptimaliseerd en gepromoot, in combinatie met een versterking van de content strategie, social

marketing en inzet van social media.

Specifieke doelen voor 2015

Op basis van de 0-meting die in 2014 is uitgevoerd naar bekendheid/waardering onder zowel

publieks- als professionele doelgroepen, zullen wij in 2015 een verbeterplan uitvoeren, met

als doel onze primaire doelgroepen nog beter te bereiken en betrouwbare informatie te

verspreiden en delen.

Vergroten van bereik, vindbaarheid en toegankelijkheid van de website

http://www.veiligheid.nl op basis van gebruikersonderzoek, actualiseren van de informatie en

promotie via SEO, SEA en outposting op partnersites & social media. De website zal in 2015

geheel vernieuwd worden ingericht. Hierbij wordt rekening gehouden met de diversiteit van de

doelgroepen die we bedienen. Doel is een website te lanceren waar een ieder snel de juiste

informatie kan vinden en die qua bereik eind 2015 is gegroeid met 25%: van 40.000

bezoekers per maand in 2014 naar 50.000 bezoekers per maand in 2015.

Optimaliseren media- en PR- strategie. Als landelijk expertisecentrum claimen we bij alle

relevante persaandacht het woordvoerderschap, zowel in online als offline media. Op de

vernieuwde website gaan we een social news-room inrichten, waar onze persberichten te

vinden zijn, maar ook blogs, factsheets (cijfers) social-media feeds, achtergrondartikelen,

beeld- en geluidsmateriaal.

Meer interactie met publieksdoelgroepen. In 2015 starten we met het inrichten van

publiekspanels. Aan deze panels worden eens in de drie maanden vragen voorgelegd rond

een bepaald (actueel of prikkelend) thema. Ook wordt de interactie met de doelgroepen

geïntensiveerd door aanwezigheid op fora, waar we met onze expertise reageren op thema’s

die op het forum onderwerp van gesprek zijn.

Social media beleid aanscherpen en verder implementeren. Ambassadeurs netwerk

uitbreiden (per doelgroep: gekoppeld aan de units) en actief de social kanalen bijhouden en

inzetten op basis van content strategie.

Verwerven van additionele financiering via private partners, fondsen, sponsors (PPS).

Page 41: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 41

Netwerkontwikkeling en relatiebeheer in het brede veiligheidsdomein.

Delen en uitwisselen van kennis, ervaring d.m.v. social netwerk IBM Lotus Connections.

Bijdrage aan de werkgroep Publiekscommunicatie LOT is opgenomen onder CGL/LOT

(hoofdstuk 5).

Kennis, Informatie en Kwaliteit (KIK)

Het doel is onderhouden, delen en borgen van betrouwbare kennis en informatie over veiligheid

en gedrag, kwaliteitsmonitoring, programma overstijgende ICT ondersteuning ten behoeve van

letselpreventie-activiteiten. Faciliteren en stimuleren dat de juiste kennis en informatie wordt

ontwikkeld, toepasbaar gemaakt, opgeslagen, ontsloten, geactualiseerd en daadwerkelijk

toegepast.

Onderhouden, beheren en optimaliseren van de bijbehorende kennisinfrastructuur gericht op

opslaan, ontsluiten en delen van kennis en informatie, waaronder e-learning, fora en

communities.

Specifieke doelen voor 2015

Monitoring van waardering en behoeften van doelgroepen, klanten en samenwerkingspartners

(op corporate/generiek niveau inclusief specifieke groepen die niet worden bediend vanuit de

in de vorige hoofdstukken beschreven activiteiten)

Kwaliteitsbewaking, o.a. door interne audits.

Actualiseren kennisdatabase planmatige interventie-ontwikkeling.

Ontwikkeling tools/formats t.b.v. kwaliteitsverbetering producten, diensten en interventies.

Deskundigheidsbevordering en kennisdeling door kennis- en informatie

uitwisselingsactiviteiten.

Ondersteuning bij continueren erkenningstraject CGL (kwaliteitsborging bij interventie-

ontwikkeling / vernieuwing).

Ontwikkeling en implementatie van e-learning (incl. platform).

Optimaliseren ICT beheer en infrastructuur voor de units en programma's.

De primaire doelgroepen die wij bedienen zijn:

Publiek/burgers

(Groot-)ouders van kinderen in de leeftijd 0-4 jr

Kinderen 4-12 jr

Jeugd 12-18 jr

Senioren

Sporters

Doe-het-zelvers

Volwassenen algemeen (werkenden, vrijwilligers, mantelzorgers, verkeersdeelnemers etc)

Deze doelgroep heeft behoefte aan betrouwbare informatie, praktisch en to the point, makkelijk

toepasbaar en snel vindbaar. De kanalen die gebruikt worden zijn met name online: onze centrale

portal www.veiligheid.nl, en social media. Daarnaast verspreiden wij informatie via mediapartners,

die specifieke interessegebieden bedienen.

Professionals/organisaties

Overheden (landelijk, provinciaal en lokaal)

Koepelorganisaties (sportbonden, belangenorganisaties, branche- en beroepsverenigingen)

Bestuur, management en medewerkers ziekenhuizen en zorginstellingen

Bestuur, management en medewerkers kinderopvang

Bestuur, management en medewerkers basis- en voortgezet onderwijs

Bestuur, management en medewerkers ondernemingen (bouw, horeca, industrie, vervoer en

detailhandel)

Vermogensfondsen

Deze doelgroepen hebben behoefte aan betrouwbare informatie, onderbouwd en effectief. De

kanalen die gebruikt worden zijn zowel online als offline: afhankelijk van behoefte en vraag. Voor

deze doelgroepen is de voorlichting indien nodig persoonlijk en op maat via experts/adviseurs.

Page 42: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 42

6.3 Samenwerking/netwerk

Media

o Landelijke printmedia

o Landelijke online media

o Landelijke RTV

o Regionale media

Mediapartners

o Generieke dag-, week- en maandbladen

o Vakbladen

o Special interest

Koepelorganisaties

6.4 Begroting en resultaten

Omzet

Uren* tarief

Externe kosten

Instellingssubsidie VWS 797.027 687.987 109.040

Resultaten

Marketing & Communicatie (80% van uren*tarief)

Vernieuwde corporate website en actieve aanwezigheid op social platforms (Facebook,

Twitter, LinkedIN). Bezoekersaantal corporate website 50.000 per maand.

Inrichten van een social news-room op de website.

Maandelijkse blog op de website over actueel veiligheidsthema.

Dagelijkse tweet(s) via het corporate óf via eigen professionele account van een van de

medewerkers van VeiligheidNL.

Het VeiligheidNL Twitter account groeit van 3.000 naar 4.000 volgers.

Minimaal twee updates op LinkedIn per maand.

Groei van 300 naar 400 volgers op LinkedIn company page.

Per week minimaal 2 posts plaatsen op Facebookpagina VeiligheidNL.

Groei van likes op Facebookpagina van VeiligheidNL van 300 naar 500.

Opzetten publiekspanel vier keer per jaar. Uitkomsten communiceren, vergezeld van extra

informatie uit eigen onderzoek of interventie.

Beursmaterialen, presentatiematerialen, giveaways, brochures en folders zijn eind 2015 allen

conform huisstijl VeiligheidNL.

Minimaal 300 media contacten (free publicity).

Minimaal 1 maal per maand exposure in landelijk medium.

Financiële ondersteuning van ten minste twee private fondsen en sponsoring door minimaal

zes private partijen.

Rapportages c.q. beleidsdocumenten, met strategische plannen en verantwoording t.b.v.

hoofdfinancier VWS.

Up-to-date netwerk in het brede veiligheidsdomein.

Beantwoording van adviesaanvragen van professionals (intermediairs).

Kennis, Informatie en Kwaliteit (20% van uren*tarief)

Goed functionerende kennisinfrastructuur gericht op opslaan ontsluiten en delen van kennis

en informatie.

Goed functionerend kwaliteitssysteem (monitoring, audits, performance-indicatoren).

Bruikbare tools voor projectmatig werken en planmatige interventieontwikkeling.

Deskundigheidsbevordering van medewerkers door kennis- en ervaringsuitwisseling over

onderzoek, planmatige interventieontwikkeling, met speciale aandacht voor implementatie van

interventies.

Kennisdeling op dit terrein met andere GBI's via het LOT.

Page 43: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 43

Actuele kennis- en ICT infrastructuur t.b.v. programma's en projecten. Op het gebied van

kennisinfrastructuur wordt dit bereikt door verdere optimalisering van het

kennisdelingsprogramma Connections; bij ICT door borging en bijstelling van het

meerjarenbeleidsplan 2014-2016.

Businessplan voor de ontwikkeling en implementatie van e-learning voor diverse doelgroepen.

Operationeel e-learning platform met minimaal 3 pilot modules.

Toelichting externe kosten (totaal € 109.040):

Marketing & communicatie: € 98.590

Vernieuwing en promotie website, analyse zoekgedrag en optimalisatie.

Instellen publiekspanels; vier keer per jaar panelonderzoek.

Corporate communicatie- en promotiemiddelen.

Uitvoeren content strategie en social media beleid.

Abonnement media-monitoring en exposure.

Implementatie fondsenwerving/sponsoring.

Kennis, Informatie en Kwaliteit € 10.450

Ontwikkeling en beheer kennisinfrastructuur, o.a. door upgrade Connections

Ontwikkeling en beheer e-learning platform.

Ontwikkeling en productie ondersteunende materialen voor borging projectmatig werken en

stimulering planmatige interventieontwikkeling.

Aanschaf literatuur, informatie en abonnementen.

Page 44: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 44

Bijlage 1 Organogram

Page 45: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 45

Bijlage 2 Verklaring van afkortingen

ALVO Aanvullend LIS VervolgOnderzoek

AMC Academisch Medisch Centrum

ANEC European Association for the Coordination of Consumer Representation in Standardization

ATC Adelinde trainingscentrum

BHV Bedrijfshulpverlening

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek

CGL Centrum Gezond Leven

CJG Centrum voor Jeugd en Gezin

CLVO Continu LIS VervolgOnderzoek

CPB Centraal Plan Bureau

DALY’s Disability-Adjusted Life-Years

DHD Dutch Hospital Data

DOS DoodsOorzakenStatistiek

ECSA European Child Safety Alliance

EMGO ExtraMuraalGeneeskundig Onderzoek

Erasmus MC Erasmus Medisch Centrum

GBI GezondheidsBevorderende Instelling

GGD Gemeentelijke of Gemeenschappelijke GezondheidsDienst

GGZ Geestelijke GezondheidsZorg

I&M Ministerie van Infrastructuur en Milieu

ICT Informatie- en CommunicatieTechnologie

IDB Injury Data Base (Europese database met SEH-behandelingen voor letsels)

IT InformatieTechnologie

IVM Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik

JGZ JeugdGezondheidsZorg

KH Leuven Katholieke Hogeschool Leuven

KIK Kennis, Informatie en Kwaliteit

KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten

KNGF Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie

KNHB Koninklijke Nederlandse Hockeybond

KNHS Koninklijke Nederlandse Hippische Sportbond

KNKV Koninklijk Nederlands Korfbalverbond

KNSB Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond

KNVB Koninklijke Nederlandse Voetbalbond

KNWU Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie

KTS Kennis Transfer Sportgezondheidszorg

LBZ Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg

LIS Letsel Informatie Systeem

LLM Letsel Last Model

LMR Landelijke Medische Registratie

LNAZ Landelijk Netwerk Acute Zorg

LOSO Landelijk Onderzoek SportgezondheidsOnderzoek

LOT Landelijk Overleg Thema-instituten

Page 46: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 46

LSM Leefstijl Monitor

LSM-V Leefstijl Monitor-verdieping

LTR Landelijke Trauma Registratie

NBB Nederlandse Basketball Bond

n.n.b. nog niet bekend

NBS National Bureau of Standards

NCJ Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg

NeVoBo Nederlandse Volleybal Bond

NFU Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra

NHG Nederlands Huisartsen Genootschap

NIFV Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid

NISB Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen

NIVEL Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg

NJi Nederlands Jeugdinstituut

NND Statistiek niet Natuurlijke Dood

NOC*NSF Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie

NPP Nationaal Programma Preventie

NSkiV Nederlandse Ski Vereniging

NUSO Nederlandsche Unie van Speeltuin Organisaties

NVKG Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie

NVSHA Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen

NVSHV Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Verpleegkundigen

NVT Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie

NVFG Nederlandse Vereniging voor Farmaceutische Geneeskunde

NVSF Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg

NVvPO Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners

NVWA Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

NVZ De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen

O&O Opgroeien en Ouder worden

OBiN Ongevallen en Bewegen in Nederland

OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn

OVA Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling

PO Primair Onderwijs

PPS Publiek Private Samenwerking

PR Public Relations

PRIMA PRoefIMplementatie Anti-pestbeleid

PTSS Post Traumatisch Stress Syndroom

RIVM Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu

RM Risicomonitor

ROF Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Friesland

SEA Search Engine Advertising

SEO Search Engine Optimization

SEH Spoedeisende Hulpafdeling

SOS Stichting Onbeperkt Sportief

SWOV Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid

SYSM Safe You Safe Me

SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Page 47: Jaarplan 2015 (pdf, 1147Kb)

Jaarplan 2015 47

TNO De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

UMCU Universiteits Medisch Centrum Utrecht

VGP Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie

VNO-NCW Verbond van Nederlandse Ondernemingen - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond

VO Voortgezet Onderwijs

VSG Vereniging Sport en Gemeenten

VSK Veilig Sport Klimaat

VTV Volksgezondheid ToekomstVerkenning

VUmc Vrije Universiteit medisch centrum

V&VN Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

VVN Veilig Verkeer Nederland

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning

W&Vt Werk en Vrije tijd

WHO World Health Organization

ZN Zorgverzekeraars Nederland