INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de...

19
EEN UNIEKE BLIK ACHTER DE SCHERMEN VAN DE BELGISCHE PRODUCTIETECHNOLOGIESECTOR. INDUSTRY 4.0 EXPLAINED iedereen wint bij deze revolutie VERBORGEN PARELS uit de Belgische maakindustrie DE JOBS VAN DE TOEKOMST met deze skills zit je gebeiteld

Transcript of INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de...

Page 1: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

DE JOBS VAN DE TOEKOMST met deze skills zit je gebeiteld

EEN UNIEKE BLIK ACHTER DE SCHERMEN VAN DE BELGISCHE PRODUCTIETECHNOLOGIESECTOR.

INDUSTRY 4.0 EXPLAINED iedereen wint bij deze revolutie

VERBORGEN PARELS uit de Belgische maakindustrie

DE JOBS VAN DE TOEKOMST met deze skills zit je gebeiteld

Page 2: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

EDITOBelgische productietechnologiebedrijven staan voor

enkele grote uitdagingen. Topkwaliteit vraagt state-

of-the-art productieomgevingen, maar die evo-

lueren sneller dan ooit. Verregaande automatisa-

tie, robotisering en digitalisering vereisen meer

dan louter investeringen: bedrijven moeten hun

businessmodellen onder de loep durven nemen

en zich omvormen tot wendbare en hoogtechnolo-

gische organisaties.

Uiteraard gaat de productietechnologie van morgen

over meer dan systemen. Toekomstgerichte machine-

bouwers plukken de vruchten van creatieve en

betrokken medewerkers die technisch inzicht en

zin voor ondernemerschap moeiteloos weten te

combineren. Het aantrekken en behouden van

dergelijk toptalent is dan ook een voortdurende

strijd. Ook de samenleving kijkt naar deze sector:

spitstechnologie moet immers niet alleen de

productieapparaten duurzamer maken, maar ook een

verantwoord gebruik van energie en grondstoffen

aansturen.

Het magazine dat je in handen hebt zet echter niet deze

uitdagingen, maar vooral de knappe antwoorden en

indrukwekkende verwezenlijkingen van Belgische pro-

ductietechnologiebedrijven in de verf. Als motor van de

Belgische economie is de sector een kweekvijver voor

technologisch talent en het toneel voor tal van indruk-

wekkende innovaties – die nog te vaak onder de radar

blijven.

Make it in Belgium, een initiatief van Agoria en de hele

sector, opent het gordijn: het toont je een verrassende

sector in volle beweging en zet pionierende bedrijven

voor het voetlicht. Wij geloven in een duurzame en

mooie toekomst voor de maakindustrie in België.

Met dit magazine hopen we die overtuiging te delen.

Veel leesplezier!

Meer inspirerende verhalen?

Lees verder op www.makeitinbelgium.be

Het redactiecomité

Nathalie Nicolas (Agoria)

Karl Mast (Atlas Copco Airpower)

Luc Thysen (CNH Industrial Belgium)

Eric Delforge (Mayekawa Europe)

Jean Demarteau (Wow Technology)

Matthew Fowles (LVD Company)

Agoria effent het pad voor alle technologisch geïnspireerde bedrijven in België die door de ontwikkeling of toe-

passing van innovaties vooruitgang in de wereld nastreven. We zijn trots dat meer dan 1.700 lidbedrijven, die

samen ruim 275.000 werknemers vertegenwoordigen vertrouwen stellen in de drie pijlers van onze dienstverle-

ning: adviesverlening, business development en de creatie van een optimaal ondernemingsklimaat.

46910

16202426283032

Productietechnologiebedrijven in beeld

De toekomst van de maakindustrie volgens een beslagen CEO en twee jonge ondernemers

Een efficiënte machine is even belangrijk als een doeltreffend geneesmiddel

Slimme fabrieken voor slimme medewerkers

Waarom robots geweldig zijn

Verborgen parels in de Belgische maakindustrie

Sustainable factories

Hoe IoT de industrie door elkaar schudt

Verantwoordelijke uitgever:Agoria vzw

Reyerslaan 801030 Brussel

Jonge leeuwen en technologie

Multidisciplinair is het nieuwe technisch

Machinebouwer zkt. skills van de toekomst

Ode aan de intrapreneur

14

32

Page 3: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

AANTAL ONDERNEMINGEN

(2015)

INVESTERINGEN (2015, IN € MILJOEN) EXPORT

(2015, IN € MILJOEN)

Outsourcing Totaalconcepten Smart industry

Flexibele automatisering Robotisering

Digitalisering Operational excellence

Ecodesign Clean technology 3D printing

Schaalvergroting Emerging markets

War for talent

34.911

7.715

35.558

8.208

43.496

9.266

2006

2006

Antwerpen

Brussel

Henegouwen

Limburg

Luik

Luxemburg

Namen

Oost-Vlaanderen

Vlaams Brabant

Waals Brabant

West-Vlaanderen

21%

8%

6%

7%

9%

1%

3%

14%

14%

4%

13%

100%

2010

2010

2015

2015

Gereedschapsmachines Textielmachines Land- en tuinbouwmachines Machines voor burgerlijke bouwkunde Machines voor de voedings-,

verpakkings- en farmaceutische industrie Industriële automatisering Pompen Compressoren Tandwielen en transmissies Innovation,

Design & Engineering Services

Aandeel binnen technologiesector

Aandeel binnen technologiesector

Aandeel binnen technologiesector

4.644548 26.100

37%22% 60%

WERKGELEGENHEID (2015)

Aandeel binnen technologiesector

76.183

28%

TOP 5 Exportmarkten

1. Frankrijk: 10,1%

2. Verenigde Staten: 9,8%

3. Duitsland: 8,6%

4. Verenigd Koninkrijk: 7,3%

5. Italië: 6,1%

GEOGRAFISCHE SPREIDING ONDERNEMINGEN

(VOLGENS AANTAL ONDERNEMINGEN)

OMZET (IN € MILJOEN)

TOEGEVOEGDE WAARDE (IN € MILJOEN)PRODUCTIE-

TECHNOLOGIEBEDRIJVEN IN BEELD

TRENDS

SUBSECTOREN

Deze ondernemingen zijn actief in de gehele productieketen: bouw en levering van

industriële machines of componenten, installatiebouw, levering en integratie van

systemen, specifieke onderhoudsdiensten voor machines en componenten.

54

Page 4: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

D

gevonden bij Tecmore, een onderdeel van

de Exmore Group. Samen met hen zetten

we onze productie nu op punt.”

Zijn sterke partnerships onontbeerlijk ge-worden voor succesvolle maakbedrijven?

Ann Dhont: “Zonder twijfel. ‘Wat je zelf

doet, doe je meestal beter’ was het motto

van mijn vader, maar vandaag kunnen we

niet zonder ons netwerk. Klanten conso-

lideren en processen worden complexer.

Wij moeten dus met steeds sterkere, meer

geïntegreerde oplossingen op de proppen

komen. En dat kan je niet alleen. Alle no-

dige knowhow en expertise in huis houden,

is onbegonnen werk. Maar goede partners

vinden is ook niet vanzelfsprekend. Soms

moet ik m’n best doen om aan het motto

van mijn vader te weerstaan. Een federa-

tie als Agoria kan daarin wel een helpende

hand bieden.”

Glenn Mathijssen: “Ik denk dat startups

daarin een deel van de oplossing kunnen

zijn. Als startende onderneming weten we

heel goed waar we naartoe willen, maar

we hebben ervaren spelers nodig om ons te

begeleiden. Wij werken met erg jonge men-

sen die barsten van de creativiteit, maar we

moeten ook kennis en expertise binnen-

halen. Die hebben gevestigde bedrijven in

huis, terwijl zij net zoeken naar de creatieve

energie die nodig is om innovatief te zijn.

Gevestigde waarden en startups hebben el-

kaar dus veel te bieden.”

Ann Dhont: “Daar ben ik het mee eens.

Bedrijven met een trackrecord en starters

zouden eigenlijk meer met elkaar in contact

moeten komen.”

Philippe Hennin: “Mocht ik zelf een produc-

tielijn hebben, dan zou ik het startupmilieu

nauwgezet in de gaten houden en m’n deu-

ren voor hen openzetten.”

Denk je dat bedrijven daar klaar voor zijn?

Ann Dhont: “Dat is inderdaad de vraag. Het

vergt in elk geval een graad van transparan-

tie die voor de gevestigde industrie niet zo

evident is. Er zal zeker een neiging zijn om

kennis te beschermen. En startups hebben

natuurlijk minder te verliezen.”

Glenn Mathijssen: “Het vraagt wederzijds

vertrouwen en een matchende cultuur. En

uiteraard zijn ook goede afspraken cruciaal.

Sommige bedrijven denken dat we op onze

kop gevallen zijn, maar anderen zien snel

in dat een samenwerking interessant is. Ze

hebben er een klant bij en plukken ook de

vruchten van de creatieve dynamiek die we

binnenbrengen. Wij van onze kant hebben

baat bij een ervaren stem die ons onge-

breideld enthousiasme wat kan sturen. Die

win-winsituatie wordt volgens mij nog niet

genoeg benut. Openheid heeft voordelen

die je niet altijd kan voorspellen.”

Ann Dhont: “Ik kan je daarin zeker volgen.

We staan misschien ook te weinig open

voor jonge mensen die binnen een be-

staand bedrijf willen ondernemen. Ander-

zijds: nieuwe ideeën zijn wel broodnodig

voor een vernieuwende sector, maar zullen

voor bestaande bedrijven altijd een stukje

bedreigend zijn.”

Philippe Hennin: “Dat houdt de boog ge-

spannen.” (lacht)

Bestaat niet het risico dat jonge, nieuwe spelers snel worden opgeslokt door de grotere bedrijven?

Glenn Mathijssen: “Inderdaad, maar ook

daarvoor zijn goede afspraken essentieel.

Meteen 50% van je idee afgeven, is moor-

dend voor de motivatie.”

Ann Dhont: “Ik heb wel het gevoel dat dat

aan het veranderen is. Je merkt dat bedrij-

ven vermogen willen inzetten om jonge

ondernemers te steunen, zonder dat ze me-

teen die 50% willen. Er komen steeds meer

startups bij en die zoeken naar manieren

om met de gevestigde industrie samen te

GEVESTIGDE BEDRIJVEN EN STARTUPS HEBBEN

ELKAAR VEEL TE BIEDENDe toekomst van de maakindustrie volgens

een beslagen CEO en twee jonge ondernemers

De maakindustrie is volop in beweging. Zien jullie moeilijkheden, of toch vooral nieuwe kansen?

Ann Dhont: “Ik zie zeker kansen, maar de uit-

dagingen zijn groot. Hoge loonkosten en een

minder flexibele arbeidsmarkt maken het zo

goed als onmogelijk om repetitief werk in Bel-

gië te houden. Om toch dicht bij onze klanten

te blijven en snel in te spelen op hun behoef-

te, zijn automatisering en robotisering onver-

mijdelijk. Los daarvan geloof ik rotsvast in de

wil, creativiteit en durf van onze bedrijven.

Door innovatief te zijn, blijven we het verschil

maken.”

Glenn Mathijssen: “Dat denk ik ook. Er zijn

heel veel succesvolle maakbedrijven in

België die dat bewijzen. Er zijn ongetwijfeld

grote uitdagingen, maar we moeten focussen

op de oplossingen. Voortdurend evolueren

en flexibel blijven is de boodschap.”

Zijn Belgische maakbedrijven vandaag wendbaar genoeg om in te spelen op de technologische stroomversnelling?

Philippe Hennin: “Als startup komen we bij

tal van andere Belgische bedrijven over de

vloer en ik merk dat vele spelers heel efficiënt

en flexibel werken. Maar er is een verschil in

aanbod: op het vlak van engineering vinden

we gemakkelijk sterke partners, voor de pro-

ductie van ons product lag dat iets moeilijker.”

Ann Dhont: “Dat kan ik me inbeelden. Ik ken

de markt van productiebedrijven in België

vrij goed. Voor jonge starters lijkt het me

verre van evident om vanaf nu een produc-

tieproces op te zetten.”

Glenn Mathijssen: “Dat klopt. Bovendien

kent u niet alleen de business, u heeft ook

een business. Uw naam is bekend en u heeft

een trackrecord. Als nieuwkomers is het voor

ons zoeken naar ervaren spelers die ons op

sleeptouw willen nemen. De nodige flexi-

biliteit en expertise hebben we uiteindelijk

Het leven is aan de durvers, zo gaat het gezegde. In de snel evoluerende maakindustrie zijn het

allesbehalve holle woorden. Startups moeten vernieuwend uit de hoek komen om een kans te

maken, maar bestaande bedrijven moeten net zo goed creativiteit en durf aan de dag leggen om hun

positie te behouden. Wat kunnen startende ondernemers en gevestigde waarden van elkaar leren?

Hoe zien ze de toekomst van de sector? Wij brachten ze samen en zochten het uit. Aan de ene kant:

Ann Dhont, Managing Director van vaste waarde Spiromatic. Aan de andere: Glenn Mathijssen en

Philippe Hennin, de jonge oprichters van Frulego.

ANN DHONT, MANAGING DIRECTOR SPIROMATIC

Spiromatic is een familiebedrijf van de tweede generatie uit Nazareth, dat werd opgericht in 1963. Vandaag wordt het bedrijf geleid door eigenaar en managing director Ann Dhont. Spiromatic ontwik-kelt duurzame totaaloplossingen voor geautomatiseerde opslag, transport, weging en dosering van vaste en vloei-bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische specialisten naar oplossingen op maat die het rendement van produc-tielijnen verhogen. Spiromatic telt samen met zusteronderneming Inkonox zo’n 115 medewerkers.

GLENN MATHIJSSEN EN PHILIPPE HENNIN, OPRICHTERS VAN FRULEGO

Frulego gelooft dat mensen gezonder willen eten, maar daar niet altijd de tijd en de mogelijkheden voor hebben. Daar-om ontwikkelde de startup een automaat die on the spot smoothies maakt: snel, gezond en op basis van diepgevroren fruit en groenten. Gebruikers kunnen via een app hun smoothie samenstellen en delen met de community. Op basis van hun levensstijl krijgen ze ook persoonlijk gezondheidsadvies. In partnership met engineeringbureau Voxdale ontwikkelde Frulego een volautomatisch prototype. Gesteund door VLAIO en seed funding stelt de startup haar productieproces op punt. Met 3 medewerkers op de payroll is het bedrijf in onderhandeling met de eerste klanten.

De vernieuwingen binnen onze sector zijn niet altijd zichtbaar, maar hebben een grote impact.

Ann Dhont

76

Page 5: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

werken. De spelregels zullen in de ko-

mende jaren ongetwijfeld veranderen.

Ik zou vooral van startups willen leren,

en misschien nog een goede investering

doen.”

Is het voor maakbedrijven zo moeilijk om zelf jonge, getalenteerde krachten aan boord te halen?

Ann Dhont: “Het Belgische onderwijs

levert topkandidaten af, maar er heerst

schaarste. De zogenoemde war for talent

is een realiteit, dus employer branding en

de professionalisering van onze hr-pro-

cessen zijn cruciaal. Vooral aan dat laat-

ste hebben we de voorbije vijf jaar hard

gewerkt. En dat werpt vruchten af.”

Hoe kunnen studenten warm gemaakt worden voor een carrière bij een maak-bedrijf?

Philippe Hennin: “De meeste mensen

waarmee wij zijn afgestudeerd, hebben

gewoon geen zin om te gaan werken

in logge structuren. Ze vrezen dat hun

creativiteit er beknot zal worden. Ik denk

dus dat bedrijven vooral ruimte moeten

geven. Laat ingenieurs hun eigen ideeën

voorstellen en maak ze ook verantwoor-

delijk voor de uitwerking ervan. Geef ze,

binnen een gestructureerd kader, af en

toe eens carte blanche.”

Ann Dhont: “Ja, maar dat vergt bij veel

bedrijven wel een cultuurwijziging. Wij

hebben bijvoorbeeld een groep van erg

jonge IT’ers en automation engineers in

huis. Als we hen loslaten, creëren ze in-

derdaad heel mooie dingen. Maar: in

een bedrijf dat meer dan 50 jaar bestaat,

is er ook transitie nodig. Als manage-

ment moeten we ruimte en verantwoor-

delijkheid leren geven, maar sommige

medewerkers zijn het ook niet gewend

om zelfsturend te werken. Toch is het een

overgang waar wij blijven op hameren.

Alleen zo kunnen we talent aantrekken.”

Moet die zin voor initiatief en zelfsturing niet al starten op de schoolbanken?

Philippe Hennin: “Absoluut, maar van-

daag gebeurt dat niet altijd op de juiste

manier. Tijdens onze opleiding kwamen

heel wat grote bedrijven uit de sector zich

voorstellen, maar ik denk dat studenten

echt ondergedompeld moeten worden in

die wereld. De maakindustrie is blijkbaar

niet sexy genoeg, dus laat studenten dan

aan den lijve ondervinden dat het een

spannende en vernieuwende sector is.”

Glenn Mathijssen: “Kijk naar de Shell

Eco Marathon, waarin studententeams

wereldwijd worden uitgedaagd om ener

gie-efficiënte voertuigen te ontwerpen

en bouwen. Belgische maakbedrijven

zouden dat ook kunnen doen. Organiseer

een wedstrijd, geef studenten een basis-

budget en laat ze aan de slag gaan. Dat

geld is volgens mij veel slimmer besteed

dan aan een beursstand.”

Is de maakindustrie dan te bescheiden?

Ann Dhont: “Dat denk ik wel. Ik bezoek

veel andere bedrijven en zie in ons land

heel veel mooie, succesvolle spelers. Die

passeren weleens de revue in vakbladen,

maar veel mainstream aandacht krijgen

ze niet. Onterecht, denk ik. De vernieu-

wingen binnen onze sector zijn niet altijd

zichtbaar, maar hebben een grote impact.”

Glenn Mathijssen: “Dat denk ik ook. Zelfs

binnen de startupcultuur merk je het: er is

vooral veel aandacht voor hippe, digitale

platformen. Binnen startupnetwerken

zijn er weinigen die machines maken met

het formaat en de complexiteit van onze

‘smoothiefabriekjes’. In ieder geval, vol-

gens mij kan het geen kwaad om de ma-

kers meer in de spotlights te zetten.”

Philippe Hennin: “Kijk naar Elon Musk: in

de VS is dat een superster.”

Tot slot: hoe ziet de toekomst van de maak-industrie in België er volgens jullie uit?

Glenn Mathijssen: “Rooskleurig. Dat

antwoord is waarschijnlijk deels inge-

geven door mijn jeugdigheid, maar toch:

als we nieuwe technologieën omarmen en

buiten traditionele businessmodellen

leren denken, is er nog heel veel mogelijk.”

Ann Dhont: “Technologie omarmen is

zeker een must, maar vooral creativiteit

en durf zullen de codewoorden zijn. Ik

vind onze sector vandaag al heel veer-

krachtig, maar het jonge geweld zullen

we ongetwijfeld ook nodig hebben.”

Ik geloof rotsvast in de wil, de creativiteit en de durf van onze bedrijven. Door innovatief te zijn, blijven we het verschil maken.

Ann Dhont

Als startende onderneming

weten we heel goed waar

we naartoe willen, maar we

hebben ervaren spelers

nodig om ons te begeleiden.

Glenn Mathijssen

Laat ingenieurs hun eigen ideeen voorstellen en maak ze ook verantwoordelijk voor de uitwerking ervan. Geef ze binnen een ge- structureerde omgeving af en toe eens carte blanche.

Philippe Hennin

EEN EFFICIËNTE MACHINE IS EVEN BELANGRIJK ALS EEN DOELTREFFEND GENEESMIDDEL

“De globalisering is zonder meer een van

de grootste uitdagingen voor de Belgische

maakindustrie”, steekt de CEO van wal. “Heel

de wereld is ons actieterrein geworden,

maar dat betekent dat ook de concurrentie

uit alle hoeken komt. Ter vergelijking: jaren-

lang speelden we tegen Anderlecht, maar

plots staan we tegenover FC Barcelona.”

VERMARKTING KAN NOG BETER

Qua technische kennis en knowhow staan

we binnen bepaalde expertisedomeinen

aan de wereldtop, maar toch hebben onze

maakbedrijven – waarvan het leeuwendeel

kleine nichespelers – nog een te lage be-

kendheid in het buitenland. “Hoe straf je ook

uit de hoek komt op het vlak van design en

productie, als de vermarkting van je product

achterophinkt heb je een handicap”, bena-

drukt Ronnie Leten.

“Ter vergelijking: voor de grote Duitse ma-

chinebouwers zwaaien overal ter wereld

de deuren open omdat hun reputatie van

‘Deutsche Gründlichkeit’ hen steevast voor-

gaat. Een breed nationaal en internationaal

netwerk uitbouwen is een absolute must om

die versnelling hoger te kunnen schakelen.”

Om sterker voor de dag te komen in de in-

ternationale arena kan onze maakindustrie

dus elk extra zetje gebruiken. In de vorm van

handelsmissies, bijvoorbeeld. “Op voorwaar-

de dat we in staat zijn om het beeld over ons

land te verbreden”, stipt de CEO aan. “Dat

onze brouwers en chocolatiers het goed doen

in het buitenland, kan ik alleen maar toejui-

chen. Maar dat België een lange traditie als

topmachinebouwers in verschillende toepas-

singsdomeinen heeft, mag zeker meer onder

de aandacht worden gebracht.”

VOORUIT MET OPEN INNOVATIE

“De maakindustrie is een hoogtechnologische

sector die in ijltempo evolueert en waar

ingenieurs en technici, maar ook tal van

andere profielen, hun creativiteit en pro-

bleemoplossend denken kunnen botvieren”,

somt hij een aantal sterkhouders op. “Ook

belangrijk: onderschat de maatschappelijke

waarde van onze branche niet. Een efficiën-

te machine is even belangrijk als een doel-

treffend geneesmiddel, alleen hebben we

dat in het verleden te weinig in de verf gezet.

Het klopt dat we met onze innovaties te lang

achter de coulissen gebleven zijn.”

Voor de toekomst van de maakindustrie ligt

de sleutel in open innovatie, gelooft Ron-

nie Leten. “In een wereld die zo snel veran-

dert en waarin zoveel kennis aanwezig is,

kunnen maakbedrijven het zich niet langer

permitteren om zich af te zonderen in een

hoekje en alleen maar verder te bouwen op

hun eigen onderzoek en knowhow.”

“Het komt er, daarentegen, meer dan ooit

op aan om je corebusiness scherp af te

bakenen en voor andere competenties

partnerships aan te gaan met specia-

listen ter zake”, gaat hij verder. “Bij

Atlas Copco hebben we al jarenlang

ervaring met dit soort samenwer-

kingsverbanden, ook met startups.

Het mooie is dat alle partijen in het

netwerk daarbij winnen. Wij ver-

sterken onze competenties en de

kleine spelers krijgen de kans om

mee te surfen op ons uitgebreide

internationale netwerk. De multinational

heeft de kmo nodig en omgekeerd, daar ben

ik van overtuigd.”

“Het is een goede zaak dat Agoria in eigen

land een campagne lanceert om de troe-

ven van de industrie in de schijnwerpers te

plaatsen”, besluit hij. “Mijn hoop is dan ook

dat we voortaan nog meer toptalent warm

kunnen maken voor een carrière in de maak-

industrie. Want één ding is zeker: alleen met

sterspelers in ons elftal kunnen

we het opnemen tegen

de kleppers van de

internationale liga.”

De multinational heeft de

kmo nodig, en omgekeerd.

Atlas Copco produceert onder meer compressoren, vacuümoplossingen en apparatuur voor de bouw en mijnbouw. De Zweedse groep is actief in meer dan 180 landen, samen goed voor 46.000 medewerkers en een jaaromzet van 10,9 miljard euro in 2015. In België stelt het concern 3.200 mensen te werk. Na jaren als topman van die Belgische vestiging, stuurt Ronnie Leten sinds 2009 vanuit Stockholm de volledige groep aan. Volgens de captain of industry – en Manager van het Jaar 2013 – ligt de toekomst in sterk genetwerkte maakbedrijven.

98

Page 6: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

WAAROM IEDEREEN WINT BIJ INDUSTRY 4.0

Technologiebedrijven wereldwijd beleven momenteel een vierde industriële revolutie: de combinatie van digitalisering en automatisering leidt tot het ontstaan van zogeheten smart factories. “Deze digitale transformatie is absoluut een positief verhaal”, vertelt Paul Peeters, lead expert innovation bij Agoria. “Want in slimme fabrieken staan klant, medewerker én milieu centraal.”

SLIMME FABRIEKEN VOOR SLIMME

MEDEWERKERS

1 11 0

Page 7: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

LANG LEVE DE AUTOMATISATIE

“In smart factories is er op termijn geen

sprake meer van vertragingen of uitval

door defecten”, gaat Peeters verder. “Omdat

repetitieve taken steeds vaker uitgevoerd

worden door machines (zie p. 14, nvdr),

kunnen de operatoren hun tijd bovendien

aan meer complexe taken wijden. Zo halen

ze meer voldoening uit hun job.” JTEKT

Torsen in Strépy-Bracquegnies is hiervan

een goed voorbeeld: repetitief werk is bij de

leverancier van aandrijfsystemen volledig

geautomatiseerd. In de vernieuwde bedrijfs-

structuur maken de operatoren deel uit van

vlakke, cross-functionele teams, samen met

salesverantwoordelijken, productmanagers

en logistieke medewerkers. “Die flexibele

teams maken het bedrijf heel wendbaar”,

zegt Peeters. “Toegegeven, voor heel wat

organisaties vergt het een hele cultuur- en

structuurverandering. Maar dit is wel dege-

lijk de toekomst.”

Jean-Louis Dam, CEO van JTEKT Torsen,

bevestigt dit: “Na de financiële crisis van

2008 moesten we het bedrijf heruitvinden.

We gingen voluit voor een geautomatiseer-

de fabriek.” Bij deze omschakeling stond de

werknemer centraal. “Het was onze missie

om zo veel mogelijk mensen aan het werk te

houden”, vertelt Dam. “Maar we konden niet

beloven dat hun job dezelfde zou blijven.”

JTEKT Torsen zette in op transparant over-

leg met de vakbonden en een intensieve

voorbereiding van haar werknemers op hun

nieuwe takenpakket. Met succes: het bedrijf

stelt inmiddels meer mensen tewerk dan

voor de crisis.

ONLINE DATING VOOR BEDRIJVEN

“Bedrijven die digitaal verbonden zijn met

hun partners, moeten ook niet langer alle

stappen van het productieproces zelf uitvoe-

ren”, gaat Peeters verder. “De slimme fabriek

is een netwerkbedrijf geworden dat een hele

reeks nieuwe toeleveranciers en medewer-

kers aan zich bindt.” Peeters haalt Atlas Copco

aan als voorbeeld: “Dat bedrijf is leverancier

van een brede waaier aan industriële produc-

ten en diensten. Dankzij samenwerkingen met

start-ups en doctoraatsstudenten kan Atlas

Copco veel sneller reageren op de fluctueren-

de marktvragen. Zeker in tijden van digitale

disruptie, waarbij sectoren van de ene dag op

de andere kunnen veranderen, is dergelijke

flexibiliteit erg belangrijk.”

VAN BEGIN TOT EINDE

Dankzij dergelijke samenwerkingsver-

banden kunnen bedrijven veel gemakke-

lijker op maat van de individuele (eind-)

klant ontworpen producten of diensten

aanbieden die de hele waardeketen be-

strijken. Deze trend heet end-to-end en-

gineering en houdt heel wat voordelen in.

“Door in de ontwerpfase simulaties te maken

en deze vervolgens te perfectioneren op ba-

sis van 3D-modellen, kunnen bedrijven een

veel snellere time-to-market realiseren. Zo

hoeven ze niet meer enkel te concurreren op

prijs, maar kunnen ook kortere doorlooptijd

en kleinere series het verschil maken”, aldus

Peeters.

Duurzaamheid in elke fase van het produc-

tieproces staat hierbij centraal. Van het her-

gebruiken van bestaande componenten in

nieuwe machines en de toepassing van her-

nieuwbare energie bij de productie ervan tot

de recyclage van componenten die aan het

einde van hun levenscyclus zijn gekomen.

“State-of-the-art-productietechnologieën

minimaliseren ook de kans op uitval”, zegt

Peeters. “De opkomst van 3D-printing is

een mooi voorbeeld van dat ‘first time

right’-principe. Bovendien gebruikt zo’n

printer enkel het hoogstnodige materiaal,

wat de afvalstromen vermindert.

SURVIVAL OF THE FITTEST

Wereldwijd zoeken bedrijven naar de beste

manier om gebruik te maken van de nieuwe

digitale mogelijkheden. Hoe sneller ze

daarin slagen, hoe groter hun competitieve

voordeel. Waar staan Belgische bedrijven

in die race? “In Europa voeren Zwitserse en

Deense bedrijven momenteel de ranking

aan”, zegt Peeters. “België beschikt over een

groot potentieel, maar heeft nog veel waar

te maken. We scoren goed tegenover buur-

landen zoals Nederland en Frankrijk. Willen

we deze voorsprong behouden, dan moeten

we nu voluit voor de omschakeling naar

Industry 4.0 gaan.”

De opkomst van 3d--printing is een mooi voorbeeld van het

‘first time right’--principe. Bovendien gebruiken deze

printers enkel het hoogst- nodige materiaal, wat de

afvalstromen vermindert.

Paul Peeters

PICANOL: MASSAPRODUCTIE OP MAAT

Picanol, wereldwijd de grootste producent van weefmachi-nes, lijkt al jaren voor te lopen op de rest van de sector. Geert Ostyn, Vice President weefmachines, legt de tactiek van het bedrijf uit: “De kunst is om technologisch te anticiperen op de trends in de markt. Wij ontwikkelen geen machines op basis van bestaande technologieën, maar laten ons leiden door elementen die in de toekomst een noodzaak of meer-waarde zullen zijn voor de klant. Als de mode-industrie met steeds fijnere draden gaat werken, ontwikkelen wij de sensoren die zulke draden kunnen detecteren. Die opgeda-ne kennis en technologie vertalen we vervolgens ook naar onze machines voor massaproductie.” Hoe Picanol trends zo vroeg opmerkt? “Op alle strategisch belangrijke locaties wereldwijd houden onze sales- en serviceorganisaties de vinger aan de pols. Zo blijven we altijd een stap voor.”

Sinds 2012 is onze fabriek vol- LEdig gedigitaliseerd. Onze missie

is hierbij altijd geweest om zo-

veel mogelijk mensen aan het

werk te houden. Momenteel stel-

len we zelfs meer mensen te werk

dan voor de omschakeling.

Jean-Louis Dam”

1 31 2

Page 8: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

FANTASTISCH FUTURISTISCH

Over industriële robots bestaan nogal wat misverstanden. Ze zouden onze jobs afnemen en – als we de betere sciencefictionfilm mogen geloven – kunnen ze, eens in verkeerde handen, de mensheid flink wat schade toebrengen. Wij spraken met Joris De Schutter, hoofd van de onderzoeksgroep voor robotica aan de KU Leuven, en Paul Snauwaert, hoofd productontwikkeling bij CNH Industrial Belgium. Deze experts ter zake gaven ons vier redenen om te hopen op meer robots in ons leven.

DE TRACTOR-ROBOT VAN CNH INDUSTRIAL BELGIUM

MAAK KENNIS MET CR-35IA, DE EERSTE INDUSTRIËLE COBOT

CNH Industrial is ‘s werelds grootste producent van industriële machines. In de vestiging

in Zedelgem worden onder andere maaidorsers en hakselaars ontwikkeld. De slimme

tractors van CNH werken niet alleen nauwgezet, ze verzamelen ook gegevens over het

veld en de gewassen die ze bewerken. Die informatie helpt de landbouwer patronen en

trends te ontdekken in de ontwikkeling van zijn gewassen. Zo kan hij op een gezonde

manier de opbrengst van zijn land verhogen.

1

2

3

4

ONDERSTEUNING OPERATOREN“Robots kunnen routinetaken snel, precies en onvermoeibaar uitvoeren. Maar voor de

mens eenvoudige klussen, zoals het grijpen van voorwerpen die sterk variëren in grootte

of vorm, blijven voor een robot heel ingewikkeld”, legt Joris De Schutter uit. “Bovendien

moeten ze per bijkomende taak telkens opnieuw geprogrammeerd worden. En dat

terwijl onze industrie net inzet op een gevarieerd aanbod van complexe producten.”

De nieuwste generatie robots, cobots, wordt daarom uitgerust met technologie die het

veilig maakt om mens en machine zij aan zij te laten werken. Zo kunnen cobots het zware,

routineuze werk opknappen, terwijl mensen taken uitvoeren die meer behendigheid

vergen.

FYSIEKE HULPNaast cobots zijn ook exoskeletten – denk aan

robotarmen of -benen die de operator kan aantrekken

– een populair voorwerp van onderzoek. “Met behulp

van dergelijke tools kan je een groter gewicht dragen

of langer in een moeilijke houding staan zonder je

lichaam te overbelasten”, zegt Joris De Schutter. “De

geknipte oplossing voor zware jobs die hun tol eisen

op de rug of knieën van medewerkers.”

BESCHERMING VAN MILIEU EN GEZONDHEIDDe nauwkeurigheid van hun werk zorgt ervoor dat robots de milieu-impact van

de industrie verlagen. Omdat ze precies en foutloos werken, daalt de hoeveelheid

productie-afval gevoelig. In de landbouwsector worden bijvoorbeeld tractor-

robots ingezet om het land te bemesten. Een gewone mestmachine strooit één

gelijkmatige laag meststoffen uit, terwijl zijn ‘slimme’ evenknie de hoeveelheid

mest aanpast volgens de behoeften van de akker. Delen die minder mest nodig

hebben, worden minder intensief bemest, en omgekeerd. “De voordelen van deze

aanpak zijn legio”, aldus Paul Snauwaert. “Het verbruik van meststoffen daalt. De

lucht- en waterkwaliteit in de directe omgeving gaat omhoog. En de gewassen

groeien beter dankzij gedifferentieerde bemesting.”

JOBCREATIEDe tewerkstelling neemt niet af door robots, maar

verschuift van routinetaken naar complexere jobs,

waaronder ook de programmatie, monitoring en het

onderhoud van deze mechanische werkkrachten.

Bovendien zijn er in Europa heel wat toonaangevende

constructeurs van robots en bedrijven die toepassingen

voor deze machines ontwikkelen. Zij zorgen, dankzij de

toenemende investering in robotica, voor extra werk-

gelegenheid.

Dankzij zijn zachte bekleding, afgeronde hoeken en een veiligheidssturing die reageert op de lichtste

aanraking, is CR-35iA perfect in staat om samen te werken met mensen. De menselijke collega’s van

deze cobot, ontwikkeld door automatisatie-expert Fanuc, kunnen hem helpen bij moeilijke taken

en controleren zijn werk. CR-35iA kan op zijn beurt zwaardere componenten tillen en positione-

ren, zodat de operator ze vlot kan bevestigen.

WAAROM ROBOTS GEWELDIG ZIJN

1 51 4

Page 9: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

EIGEN KWEEK

VERBORGEN PARELS

IN DE BELGISCHE MAAKINDUSTRIE

De Belgische maakindustrie is een broedplaats voor creatieve ondernemers en baanbrekende innovaties. Elk jaar zien weer heel wat nieuwe technologieën en toepassingen het levenslicht. Ontdek vijf onverwachte parels van eigen bodem.

1 71 6

Page 10: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

3

4

5

De ingenieurs van J-Tec ontwerpen

machines voor de verwerking van

grondstoffen. Daarbij zet het bedrijf

virtual reality (VR) in om potentiële

klanten te tonen hoe J-Tec het verschil

kan maken.

“Met een VR-bril op hun neus kun-

nen klanten de fabrieksruimtes

ontdekken waar onze installaties

staan, zonder er effectief rond te lopen. Die beleving

trekt hen vaak over de streep”, zegt Laura De Pooter,

marketingcoördinator bij J-Tec.

Het bedrijf gebruikt virtual reality

ook steeds vaker bij het ontwerpen

van machines. Als de ingenieurs en

de klant kunnen rondlopen in een

realistische 3D-weergave van de

installatie, kunnen ze het ontwerp

veel sneller en efficiënter bijsturen.

Intussen onderzoekt het bedrijf ook

de mogelijkheden van Augmented

Reality: “Dan kan de klant de machine

ook manipuleren en in werking zien. Pokémon GO voor

de industrie eigenlijk.”

Voedselveiligheid is een hot item: we willen niet al-

leen lekker, maar ook gezond eten. Daarom wor-

den er steeds minder vetten, zouten, suikers en

bewaarmiddelen verwerkt in onze voeding. Goed

nieuws, ware het niet dat deze bestanddelen ook

nuttig zijn: ze houden de groei van bacteriën tegen.

De productie en verwerking van onze voeding

moet bijgevolg voldoen aan nog strengere regels.

Om die eisen in te willigen, bedacht Phibo, ontwikkelaar

van onderhoudsmachines en -processen, een volledig

nieuw behandelingssysteem.

‘Sublimotion’ zorgt ervoor dat voedingsverwerkende

machines driemaal grondiger gereinigd kunnen worden.

Bovendien kan de onderhoudsvloeistof gerecupereerd

worden, wat ook het milieu ten goede komt. De uitvin-

ding leverde het bedrijf meteen een nominatie voor de

European Business Awards op.

Het succesverhaal van Maxime Vansichen begon toen

een klant hem vertelde over zijn ambitieuze plannen om

robots aan het plafond te bevestigen en lineair te laten

bewegen. Vansichen Lineairtechniek besloot zichzelf aan

de uitvoering van het plan te wagen en ontwierp een

constructie die dit toeliet. Het project zette Vansichen

Lineairtechniek in één klap op de kaart als de man die

het bereik van robots in zo goed als alle omstandigheden

vergroot en mogelijk maakt. Robots die tussen auto’s

kunnen slalommen of omgekeerd aan het plafond han-

gen om hun opdracht uit te voeren, Vansichen Lineair-

techniek draait er zijn hand niet voor om. De robot biedt

zo nog meer ondersteuning bij moeilijk uitvoerbare taken.

J-tec

Phibo

Vansichen Lineairtechniek

Als het van Octinion afhangt, helpen robots

volgend seizoen mee om de befaamde Belgische

aardbeien te plukken. Het ingenieursbedrijf uit

Heverlee ontwikkelde de eerste robot die

rijpe aardbeien herkent, plukt en sorteert.

CEO Tom Coen: “De robot plukt aardbeien als de

beste en voert meteen een bijkomende kwali-

teitscontrole uit. Hij kan bovendien een heel ar-

senaal aan data opslaan: Hoeveel aardbeien zijn er

de komende dagen rijp, welke ziektes zijn er even-

tueel aanwezig, welke omgeving leidt tot het beste

resultaat? Stuk voor stuk gegevens die de teler kan

gebruiken om zijn serres te optimaliseren.”

De plukrobot van Octinion kan autonoom

rondrijden in de serre en heeft meerdere

camera’s die de rijpheid en de positie van de

aardbei bepalen.

Bovendien kent hij zijn eigen limieten: moeilijk

bereikbare aardbeien laat de robot hangen

voor collega’s van vlees en bloed.

Octinion

De volledige impact van een ontwerp kan je nooit op voor-

hand inschatten. Dat weet Nicolas Loix uit Namen als geen

ander. Hij kreeg een tiental jaren geleden telefoon van het

European Space Agency. ESA, de Europese tegenhanger van

het Amerikaanse NASA, vroeg hem mee te werken aan de

Darwin-ruimtemissie om planeten buiten ons zonnestelsel

op te sporen. Niet evident, aangezien die planeten letterlijk

verbleken naast de heldere sterren waarrond ze draaien.

Het sterrenlicht is zo verblindend dat een nieuw soort tele-

scoop moest worden ontwikkeld.

“Vanuit Parijs op zoek gaan naar iemand die in New York

tussen brandende vuurtorens een sigaret zit te roken:

daarmee kan je het vergelijken”, legt Loix uit. Het Europese

ruimtecentrum ontwikkelde een spitsvondige oplossing.

Die bestond uit perfect afgestelde spiegels die het licht van

de sterren wegfilteren en zo de planeten zichtbaar maken.

Een delicaat systeem, waarbij de lichtste trillingen het

beeld verstoren.

Loix’ team ontwikkelde een speciale anti-vibratietechnologie

die alle mogelijke trillingen onderdrukte. Dankzij deze ont-

wikkeling behoort het Naamse bedrijf tot het selecte clubje

Europese topbedrijven die complexe ruimtetechnologieën

ontwikkelen.

In 2015 bleek bovendien dat Loix’ intergalactische

technologie ook meer aardse problemen kon oplossen: een

Duitse windmolenfabrikant had net nieuwe, ultramoderne

toestellen ontwikkeld. Omdat hun geluidsniveau ver

boven het wettelijk aanvaardbare niveau lag, mochten

ze echter niet op volle capaciteit draaien. In slechts twee

maanden tijd bouwde Loix zijn ruimtetechnologie om

zodat deze de trillingen, veroorzaakt door de wieken,

onderdrukt. Dankzij Micromega Dynamics produceren nu

al zo’n honderd windmolens in alle stilte groene energie.

VAN PLANETEN TOT WINDMOLENS

POKÉMON GO VOOR DE INDUSTRIE

SPIC EN SPAN

ROBOTS EN ROUTE

PLUKKEN LIKE A PRO

MicroMega Dynamics

5 ONVERWACHTE PARELS VAN EIGEN BODEM

1 91 8

Page 11: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

WAT IS ‘DOELSTELLING 2050’?

• Reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 80% tegenover 1990

• Alle industriële sectoren moeten bijdragen

MIJLPALEN:

-20% in 2020-40% in 2030-60% in 2040-80% in 2050

DE INDUSTRIE KLEURT GROEN

MAAR LIEFST 80% MINDER UITSTOOT VAN BROEIKASGASSEN: dat is de doelstelling van Europa tegen 2050. Ook de maakindustrie draagt stevig bij. De initiatieven uit de sector om deze ambitieuze doel-stelling te halen, zijn even gevarieerd als vindingrijk. De volgende drie bedrijven zetten alvast de toon.

WAT LEVERT HET OP?

• Minder afhankelijkheid van de invoer van grondstoffen

• Betere luchtkwaliteit • Hogere tewerkstelling • Lagere energiefacturen

2 12 0

Page 12: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

Maar liefst 80% minder uitstoot

van broeikasgassen. dat is de doel- stelling van Europa tegen 2050

Zeven jaar geleden had Michel Loots een duidelijk

doel voor ogen. Hij zou de bouwsector versteld doen

staan met een nieuw soort beton: goedkoop, ultra-

sterk en duurzaam. Er was maar één kink in de kabel: de

superfijne deeltjes of ‘silica-fumes’ die nodig zijn om

het beton te versterken, bleken peperduur en slechts

in beperkte oplage beschikbaar. Tijdens zijn zoektocht

naar alternatieven ontdekte Loots het zogenaamde

vliegas. Jaarlijks komt bij de productie van steenkool

maar liefst 500 miljoen ton van dat as vrij. Eens gescheiden

in fijne deeltjes, bleek vliegas een waardig alternatief

voor silica-fumes.

Samen met machinebouwer IMA en VITO ontwikkelde

Loots’ bedrijf – Value Ash Technologies – een toestel om

de afvalstof te splitsen in waardevolle grondstoffen.

“Op dit moment is er een prototype dat in staat is om

15 kg vliegas per uur te verwerken. Het volgende exem-

plaar zal in dezelfde tijdspanne 200 kg materiaal ver-

werken.” Mede dankzij een nauwe R&D-samenwerking

met VITO wordt de technologie voortdurend verbeterd

en ondersteunen we Value Ash Technologies met de

schaalvergroting naar industriële tonnages”, vertelt

Joris Ceyssens, Sales Director van IMA. “Met deze

machine zullen steenkoolcentrales maar liefst 280 miljoen

ton vervuilende as kunnen omzetten in grondstoffen

voor duurzaam beton.”

Ook Picanol, de grootste Belgische producent van

weefmachines, zet zijn beste beentje voor. Het bedrijf

investeert volop in de ontwikkeling van zuinige toestel-

len. Geert Ostyn, Vice President weefmachines, heeft

het over een pragmatisch ecologiebeleid: “Natuurlijk

wil de klant een toestel dat doorheen zijn levenscyclus

zo weinig mogelijk verbruikt. Maar je moet evengoed

de kwaliteit van het eindproduct kunnen garanderen.”

Picanol stapte daarom mee in het Europese ESTO-

MAD-project. Het doel van ESTOMAD (energy software

tools for sustainable machine design) is de energie-

consumptie, zowel van de afzonderlijke delen als van

het gehele toestel, als vaste parameter op te nemen in

de ontwikkelingssoftware voor industriële machines.

Met grijperweefmachine Optimax leverde Picanol het

benchmarktoestel voor dit project. “Waarom we in dit

project gestapt zijn? Simpel: we willen de zuinigste én

meest performante weefmachines ter wereld bouwen”,

besluit Ostyn.

VAN AS TOT SUPERSTERK BOUWMATERIAAL

DE ZUINIGSTE WEEFMACHINE OOIT

IMA en Value Ash Technologies

Picanol

De financiële crisis van 2008 had een zware impact op de auto-

mobielsector. Ook JTEKT Torsen, een belangrijke toeleve-

rancier voor deze industrie, deelde in de klappen. Jean-Louis

Dam, CEO van JTEKT Torsen, vertelt: “Om kostenefficiënter te

werken, besloten we te investeren in de automatisatie van

onze productieprocessen. Zo verzamelden we heel wat nieu-

we data, onder andere over het energieverbruik van onze

productie. Op basis van die inzichten pasten we niet alleen

onze processen, maar ook de producten zelf aan. Zo besparen

we jaarlijks maar liefst 54% op onze energiefactuur.” Door

het gebruik van simulatiesoftware, bijvoorbeeld, heeft het

bedrijf genoeg aan 1 of 2 prototypes per nieuw product, waar

dit er vroeger 3 tot 6 waren. Hierdoor zijn het energie- en

materiaalverbruik per productlancering heel wat lager ge-

worden. “Bovendien ontwikkelden we technologieën die ons

in staat stellen een eindproduct af te leveren dat maar liefst

40% lichter is. In een sector waar de klant per gram betaalt,

maakt dat een enorm verschil. Hoe lichter onze componenten,

hoe lager het verbruik van de wagens waarin ze terecht

komen. Ook op die manier dragen we bij aan een groenere

wereld”, besluit Dam.

LICHTER EN GROENER DANKZIJ AUTOMATISATIE

JTEKT Torsen

DRIE MAAKBEDRIJVEN ZETTEN DE TOON VOOR 2050

Steeds meer experts zijn ervan overtuigd dat een circulaire economie – waarbij een gebruikt product volledig wordt

gerecupereerd – een belangrijke stap is naar een groenere wereld. Meer weten? Agoria plaatst dit concept in de kijker aan

de hand van cijfers, getuigenissen en concrete cases. Meer info via www.agoria.be.MINDER ENERGIEVERBRUIK dankzij een aangepast productieproces.

MINDER ENERGIEVERBRUIK PER TOESTEL dankzij de aanpas-sing van het aandrijfmechanisme voor de weefselvorming.

VERVUILENDE AS PER JAAR OMZETTEN IN EEN DUURZAAM BOUW-PRODUCT. Dat is het doel van IMA en Value Ash Technologies.

54%

10tot15%

280 miljoen ton

2 32 2

Page 13: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

Wie gegevens verzamelt zonder

eruit te leren, surft mee op een

hype en zal verdrinken in een

poel aan data.

De digitalisering van onze samen- leving is onomkeerbaar. Het is

nu tijd voor actie.

IS ER BEELDMATERIAAL?

CERTIS VERKOOPT VERPAKKING PER GEWIKKELDE PALLET

Certis, specialist in industriële verpakkingen, maakte enkele ja-ren geleden de sprong naar de dienstensector. “We ontwerpen onze installaties op maat van de klant”, aldus CEO Manuel Couwet. “Onze laatste innovatie, verpakkings- machine Wrappah, houdt bij hoe-veel paletten gewikkeld worden. De klant betaalt ons een vaste prijs per gewikkelde pallet.”

WIDETECH ZET DATA OM IN WINST

WideTech levert softwarepakketten die bedrijven in de olie-, gas- en chemische industrie helpen om orde te scheppen in de dagelijkse stroom aan digitale gege-vens. De veelheid aan data afkomstig van machines is immers waardeloos als ze niet correct verwerkt wordt. De startup onderscheidt zich door het ge-bruiksgemak van zijn tools: die moeten voor zoveel mogelijk mensen toeganke-lijk zijn. Aangezien WideTech zich richt op een erg specifieke markt, opende het bedrijf meteen ook een vestiging in Dubai, het hart van de grondstoffen- industrie.

HET INTERNET OF WAT? Hoe hip IoT ook is, voor velen blijft het een

vaag concept. ‘Het internet der dingen’ be-

slaat de ruime waaier aan gebruiksvoor-

werpen die met internet verbonden kunnen

worden. Niet enkel laptops, tablets en smart-

phones, maar ook onder meer thermostaten,

koelkasten, auto’s en zelfs industriële machi-

nes wisselen steeds vaker online gegevens

uit. Een klassiek voorbeeld uit de industrie

zijn toestellen die hun operatoren zelf op de

hoogte brengen van storingen en zo de on-

derhoudskost van een bedrijf reduceren.

ER IS GEEN ONTKOMEN AAN“De digitalisering van onze samenleving is

onomkeerbaar”, valt Peter Hinssen met de

deur in huis. “Ze is begonnen bij de consu-

ment, voor wie digitaal vandaag gelijk is

aan normaal. B2c-bedrijven in onder andere

retail, toerisme en publishing, hebben zich

hieraan al aangepast. Op dit moment sijpelt

de digitalisering door in de b2b-industrie.”

Marcel Donges beschouwt de opmars van het

internet der dingen als de vierde industriële

revolutie: “De uitvinding van het internet,

zo’n dertig jaar geleden, markeerde het begin

van deze ommezwaai. Elke revolutie heeft

zeventig jaar nodig om zich te ontwikkelen.

We zijn nu dus halfweg. Wil de industrie over-

leven, dan moet ze zich nu aanpassen.”

HYPE-ALARMZowel Hinssen als Donges waarschuwen

echter voor hypification: “Er is een verschil

tussen IoT als modeverschijnsel en IoT als

revolutionaire kracht”, dixit Marcel Donges.

“Ik zie veel bedrijven die in het wilde weg

gegevens digitaliseren zonder echt te weten

waar IoT voor staat. Dat werkt niet. Proces-

sen digitaliseren is pas nuttig als op voor-

hand is nagedacht over het doel hiervan.

Anders verdrink je in een poel aan data.”

KIJK NAAR HET GROTE GEHEELHet eerste wat Marcel Donges vraagt aan

bedrijven die willen digitaliseren, is dat ze

hun businessplan radicaal omgooien. Ze

moeten de overstap maken van leverancier

van producten naar leverancier van op maat

gemaakte, diensten, gebaseerd op een digi-

taal business model. Peter Hinssen benadrukt

bovendien dat dit in een internationale con-

text gebeurt. “IoT vernietigt wat nog rest van

de traditionele landsgrenzen. De concurrentie

komt uit alle hoeken van de wereld. Dat is op

het eerste gezicht beangstigend, maar we

hebben in België voldoende talent in huis om

internationaal te concurreren.”

FRISSE BLIKVeel bedrijven ervaren de digitale transfor-

matie als een te hoge horde om te nemen.

Volgens Peter Hinssen is dat logisch: “De hui-

dige businessmodellen zijn al decennialang

de norm. Het is moeilijk om die comfortzone

te verlaten.”

Zowel Hinssen als Donges pleiten voor een in-

tensieve samenwerking met startups en voor

een grotere waardering van nieuwe medewer-

kers. “Zij zitten nog niet vast in het systeem-

denken dat heerst in de industrie. Bovendien

voelen zij zich als vissen in het water in de di-

gitale samenleving. Laat hen door hun digitale

bril kijken naar de onderneming en waardeer

hun inzichten”, besluit Peter Hinssen.

Internet of Things is hip. Maar wat is ‘IoT’ eigenlijk? Welke impact heeft het internet der dingen op onze economie? Is dat niet gewoon de zoveelste trend die binnenkort voorbij is? We vragen het aan experts Peter Hinssen en Marcel Donges.

DIGITALISEREN DOE JE ZO

Hoe IoT de industrie door elkaar schudt

MARCEL DONGESChief technology officer bij het ‘digital leadership

initiative’. Hij begeleidt bedrijven bij hun digitale

omschakeling. Donges wordt geroemd voor zijn

holistische kijk op het internet der dingen.

PETER HINSSENSerieel ondernemer, keynote speaker, auteur

en partner bij innovatiebedrijf nexxworks. Hij

specialiseert zich in (digitale) innovatie, leider-

schap en omgaan met disruptie. Hinssen doceert

onder meer aan de London Business School, de MIT

Sloan School of Management en de Paul Merage

School of Business (UC Irvine).

Ook digitaliseren? Agoria neemt verschillende initiatieven om bedrijven in contact te brengen

met startups gespecialiseerd in IoT en digitalisatie. Meer info op www.agoria.be.

2 52 4

Page 14: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

JONGE LEEUWEN

123 6

545

OM DE MENING VAN AANSTORMEND TALENT OVER DE MAAK- INDUSTRIE TE ONTDEKKEN, SCHUIMDEN WE ENKELE CAMPUSSEN EN AUDITORIA AF. EEN GREEP UIT DE REACTIES VAN DE INGENIEURS VAN MORGEN.

ZO DENKT DE NIEUWE LICHTING OVER DE MAAKINDUSTRIE

EEN HR MANAGER UIT DE SECTOR LICHT TOE

EN TECHNOLOGIE

‘DE MAAKINDUSTRIE IS EEN SECTOR DIE MAAKT OM TE MAKEN’

“Het ‘maken’ is slechts een onderdeel van een veel

breder proces. Ik spreek dan ook liever over ontwikke-

lingsindustrie. De continue uitdaging voor de sector is

om ideeën om te zetten in concepten, om zo producten

te bekomen die concrete oplossingen bieden voor een

markt of eindgebruiker.”

‘COMPUTERGESTUURDE PRODUCTIE NEEMT ALLEEN MAAR TOE IN BELANG’

“Absoluut, maar software is aanwezig in het volledige

traject. Startend vanaf de vraag van de klant, over ad-

ministratie, design, productieplanning, machinesturing

en logistiek, tot facturatie. Onze ingenieurs helpen ons

manieren te bedenken om al die technologieën en pro-

cessen intelligent en optimaal te koppelen.”

‘JE EERSTE ERVARING IN DE MAAKINDUSTRIE DOE JE BETER OP IN EEN KLEIN BEDRIJF’

“Een groot bedrijf beschikt over meer middelen, waar-

door je er doorgaans meer kansen krijgt om je loopbaan

horizontaal te ontwikkelen. Een klein bedrijf leer je

uiteraard sneller kennen, maar je groeikansen zijn beperkt.”

‘DE MAAKINDUSTRIE WORDT ONVOLDOENDE BELICHT IN HET ONDERWIJS’

“De sector kampt nog steeds onterecht met een ou-

bollig, haast ‘Daens’-imago. Samen met het onderwijs

proberen we dat beeld te veranderen. Zo organiseren

we voor lagere scholen een techniekacademie om kin-

deren de ‘fabriek van de 21e eeuw’ te tonen. Op univer-

sitair niveau sponsoren we de leerstoel plaatbewerking

aan de KU Leuven.”

‘DE VERREGAANDE AUTOMATISERING LEIDT TOT ROBOTISERING EN BANENVERLIES’

“De automatisering geeft bestaande jobs vooral een

nieuwe of extra invulling. Machines moeten nog steeds

bedacht, beveiligd, onderhouden en verbeterd worden.”

‘IN DE MAAKINDUSTRIE KOMEN WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE MEER DAN OOIT SAMEN’

“Helemaal juist, maar het gaat breder. De maakindus-

trie is als een kosmos waarin alle aspecten van globa-

lisering samenkomen: wetenschap, technologie, maar

ook financiën, logistiek, transport, internationale han-

del enzovoort. Je komt hier dus zeker terecht in een

prikkelende omgeving, vol afwisseling en groeikansen.”

Veel mensen denken dat het

in de maakindustrie alleen

draait om nog sneller en

nog meer produceren. Volgens

mij gaat het om technologieen

ontwikkelen die bestaande

producten kunnen opwaarderen

Melissa, Bachelorstudent bouwkunde

Ik zou een job willen bij een maakbedrijf

dat het industriele met het ecologische

weet te verzoenen. Niet bij een bedrijf

dat louter ‘maakt om te maken’.”

Sara, Masterstudent elektromechanica

Ik vraag me af waar de sector ons

heen zal leiden. Door te innoveren

en automatiseren, kunnen we pro- ductieprocessen revolutionair ver- beteren. Tegelijk lijken machines

en robots het meer en meer over te

nemen van de mens. Wat betekent

dat voor onze jobs?

Bert, Masterstudent elektromechanica

Ik zou mijn eerste job niet

meteen in de sector zoeken.

Ik wil eerst wat ervaring op-doen in een kleiner bedrijf,

waar wellicht meer naar

jongeren wordt geluisterd.”

Louis, Masterstudent industrieel ingenieur

Eerlijk gezegd valt de term

‘maakindustrie’ zelden in de lessen. Dat gebeurt eerder

op job- en stagebeurzen. Ik zie het als een sector die

je pas in de praktijk ont-dekt.””

Nick, Masterstudent elektromechanica

Ik zie de maakindustrie als een sector

waarin wetenschap en technologie meer

dan ooit samenkomen.”

Pieter-Jan, Masterstudent burgerlijk ingenieur

Mijn opleiding focust sterk op ‘CAm’ of Com- puter Aided Manufacturing. Een interessant

werkveld binnen de sector, waar volgens mij

uitdagende jobs voor het rapen liggen.”

Pepijn, Masterstudent elektromechanica

DEZE KLEURRIJKE REACTIES BUNDELDEN WE IN ZES STELLINGEN, DIE WE VOORSCHOTELDEN AAN EEN SPECIALIST TER ZAKE: GERT THIENPONT, PERSONEELSDIRECTEUR BIJ DE GULLEGEMSE PLAAT-BEWERKINGSSPECIALIST LVD.

Producten en processen verbeteren, maar

tegelijk efficienter omgaan met energie

en grondstoffen: dat is volgens mij de uit- Daging waar de maakindustrie voor staat.”

Jasper, Masterstudent elektromechanica

2 72 6

Page 15: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

V

waarop bedrijven hun medewerkers kunnen helpen om zich tot multidis-

ciplinaire duizendpoten te ontpoppen. Die duurzame inzetbaarheid is voor

beide partijen erg waardevol, zowel op de korte als de lange termijn. Hoe

langer je in mensen investeert, hoe waardevoller ze worden.”

Jeroen: “Van vaste functieomschrijvingen wordt niemand nog warm. Bedrijven

moeten de switch maken naar rolverdelingen en takenpakketten met meer-

dere componenten. Mensen werken dan 70% aan hun hoofdopdracht, 20%

aan taken die daarbij aansluiten en 10% aan iets compleet anders. Zo wordt

iedereen breed inzetbaar en komen heel wat innovatiekansen bovendrijven.”

MIKKEN OP DE DRIE I’S

Hoe kunnen bedrijven samen met de overheid en het onderwijs de technische

‘rollen’ van de toekomst verder vormgeven?

Jeroen: “Maximale interactie tussen jongeren en de bedrijfswereld is essenti-

eel, en dat al vanaf de eerste jaren middelbaar onderwijs. Verder zijn stages

vaak eendimensionaal. Beter is om jongeren uit verschillende studierichtingen

samen aan een concreet, interdisciplinair project te laten werken. Mensen

met een technische, commerciële of analytische achtergrond komen zo samen

en scherpen ook hun zachte skills, zoals samenwerken en communiceren,

aan. Net zoals op de arbeidsmarkt.”

“Tot slot is het belangrijk om jongeren warm te maken voor de sector door

hen de impact te laten zien van techniek en technologie in hun eigen leef-

wereld. De betekenis van data voor de gps-functie van je smartphone bij-

voorbeeld, of de rol van automatiseringstechnieken in muziekproductie. Dat

geldt trouwens niet alleen voor jongeren: wie voeling heeft met de impact

van zijn job is meer betrokken bij zijn werk, wendbaarder en gaat net dat

tikkeltje verder.”

MULTIDISCIPLINAIR IS HET NIEUWE

TECHNISCH

Van digitalisering, over het Internet of Things,

tot robotisering. De vierde industriële revolutie

transformeert onze economie. In welke mate

zorgt dat ook voor een andere invulling van

technische jobs ?

Robrecht: “Onze maakindustrie heeft twee

troeven voor de toekomst. Enerzijds beho-

ren we tot de absolute wereldtop wat be-

treft het vervaardigen van heel complexe

producten. Anderzijds doen we dat ook nog

eens in een mum van tijd. Een belangrijk

gevolg is dat ondernemingen steeds meer

op zoek zijn naar nieuwe competenties en

kansen bieden aan al wie zich samen met

het bedrijf wil ontplooien.” (Meer daarover

op pagina 30, nvdr.)

Jeroen: “Daardoor zijn jobs vandaag conti-

nu in beweging. Denk bijvoorbeeld aan de

automecanicien die een autotechnoloog is

geworden, of de bandarbeider die zich tot

productiebegeleider ontpopt. Er zijn veel

meer rollen te spelen dan de technieker of

de cijfermatige ingenieur. Zo wordt er vol-

op gezocht naar een nieuw soort profielen:

creatievelingen, dromers, strategische den-

kers, commerciële talenten, mensen die

kansen weten te spotten …”

AUTONOMIE EN VERTROUWENHoe kunnen bedrijven daarvoor het ideale werk-

kader creëren?

Robrecht: “Belangrijk is om functies bin-

nen bedrijven niet te isoleren en om van

individueel naar teamwerk te evolueren.

Optimale opleidingstrajecten uitdokteren,

werkpostwissels organiseren, vertrouwen

en autonomie geven, experimenteren met

zelfsturende teams, de jobinhoud meer

in lijn brengen met de bedrijfsvisie en

-strategie: het zijn stuk voor stuk manieren

Belangrijk is om functies binnen

bedrijven niet te isoleren en

om van individueel naar team-

werk te evolueren.

Robrecht Janssens

Interactie, interdisciplinair en

impact: dat zijn de sleutel--

woorden om de technische rollen

van morgen vorm te geven.

Jeroen Franssen

Over de tanende populariteit van technische beroepen is al veel inkt gevloeid. Hoog tijd voor een positieve, constructieve noot in het debat! Jeroen Franssen en Robrecht Janssens – experts talent, arbeidsmarkt en arbeidsorganisatie bij Agoria – geven tekst en uitleg.

JONGEREN EEN TOEKOMSTPERSPECTIEF BIEDEN

Met die woorden omschrijft managing director Bruno Radermacher waarom Jumo Automation, een Duitse speler met vestiging in Eupen, machinebouw naar de klas brengt, en omge-keerd. Daarvoor zet de expert in industriële sensor- en automatiseringstechnieken een heus charmeoffensief op: van interactieve stages, jobdagen en opleidingstrajecten op maat tot een focus op alternerend leren, waarbij jongeren de schoolbanken afwisselen met een project op de werkvloer.

“Leerlingen en studenten met een achter-grond in techniek, verkoop, elektronica, IT, communicatie enzovoort leren niet alleen ons bedrijf, maar ook elkaars kennis kennen”, aldus Bruno. “Sommigen draaien zelfs om de 3 weken mee op een andere afdeling. Zo ontwikkelen ze de competenties die ze nodig hebben in de complexe werkomgeving van vandaag. De leuze ‘schoenmaker, blijf bij je leest’, daar geloven we niet in. Onze mensen vertrouwen en autonomie geven om initiatief te nemen, bij te leren en zich te ontplooien: dat is waar het om draait in onze sector.”

2 92 8

Page 16: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

MACHINEBOUWER ZKT. SKILLS VAN DE TOEKOMST

Technische skills zijn essentieel in machinebouw. Maar naar welke vijf essentiële vaardigheden polst de vacature van het maakbedrijf van de toekomst zoal nog? Met die vraag trokken we naar de werkvloer.

1

3 4

5

2JE HEBT UITSTEKENDE PEOPLE SKILLSIndividuele functies behoren tot het verleden. Alleen door

intens samen te werken, expertise te bundelen en kennis te

delen met iedereen binnen je operationele omgeving, kan je

mee aan de wieg staan van complexe producten en oplossingen.

Elkaars taal begrijpen en open kunnen en durven communi-

ceren, dat zijn je troeven.

JE BENT DIGITAAL AANGELEGDDigitaal is het nieuwe normaal. Mensen, machines en objecten

worden met elkaar geconnecteerd via bijvoorbeeld het ‘Internet

of Things’ (lees meer op pagina 24). En ook sectoren raken met

elkaar verweven. Zie jij hoe de dingen (virtueel) geconnecteerd

zijn en weet je businessopportuniteiten te spotten in het kluwen

van ‘big data’, dan heb je een streepje voor.

‘DICHT BIJ DE KLANT’ IS JOUW MOTTOEen nauwe band met een klant die je nauwelijks ziet of

spreekt? Het lijkt onbegonnen werk, maar in een maak-

bedrijf is het dagelijkse kost. Uiterst complexe producten

snel en op maat ontwerpen en vervaardigen, is de garantie

voor een competitieve, toekomstbestendige maakindus-

trie. En dat kan alleen als je de behoeften van je klant en de

eindklant volledig begrijpt.

VEILIGHEID IS JE TWEEDE NATUURVeilig werken is relevanter dan ooit. Niet alleen schieten

slimme machines als paddenstoelen uit de grond, waardoor

je uiterst secuur te werk moet gaan. Ook op het vlak van

databeheer heb je de kennis en vaardigheden nodig om de

bescherming van gevoelige gegevens en privacy te garanderen.

En dat zowel voor de informatie binnen je bedrijf als voor de

eindgebruiker van je product.

JE BENT EEN ONDERNEMER IN DE BREDE ZIN VAN HET WOORDOndernemend aan de slag gaan met je eigen talent en dat van je teamgenoten

is een absolute must. De hamvraag waarop je het antwoord zoekt: ‘hoe kunnen

we met ons team en de unieke skills van elke collega iets verwezenlijken waar-

mee we ons bedrijf vooruitstuwen?’

Kortom, wie het in de maakindustrie wil maken, heeft een veelzijdige rol te spelen. Een rol waarvoor je de kneepjes van verschillende vakken

leert kennen en waarbij je je multidisciplinaire vaardigheden als troef kan inzetten om het maakbedrijf van morgen mee vorm te geven.

3 13 0

Page 17: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

ODE AAN DE INTRAPRENEUR‘De ondernemer’ wordt vanouds gezien als een geboren leider die, gewapend met een gezonde portie lef, zijn eigen bedrijf uit de grond stampt. Een veel te enge defini-tie, zo blijkt, en al zeker in de maakindustrie. Want ook wie als werknemer innoveert, creëert meerwaarde voor bedrijf én klanten. Emmanuel Mottrie en Toon Peeters van respectievelijk technologiespecialist TMC en bedrijfsincubator Innotek zijn beiden fer-vente fans van de intrapreneur. Een lofzang over het belang van deze verborgen held.

SOFT SKILLS FOR THE WIN

TMC is een consultingbureau gespecialiseerd in on-

derzoek en ontwikkeling. Het bedrijf is niet op zoek

naar ingenieurs, maar naar technopreneurs. “We

werven enkel ingenieurs aan die ook over soft skills

zoals leiderschap, communicatie en businessin-

zicht beschikken”, legt CEO Emmanuel Mottrie uit.

De ingenieurs van TMC worden hun hele loopbaan

gestimuleerd om te ondernemen: ze delen in de

winst van het bedrijf en beschikken over een per-

soonlijk opleidingsbudget. Mottrie gelooft rotsvast

in de voordelen van dit ‘werkondernemerschap’.

“Onze ingenieurs zijn tegelijk werknemer en eige-

naar”, klinkt het. “Dat biedt meerwaarde voor hen-

zelf, maar ook voor onze klanten. Dit arbeidsmodel

is onze manier om topexperts aan te trekken en te

behouden.”

ONDERNEMERSBLOED

Toon Peeters, projectcoördinator bij Innotek, is alvast enthousiast over deze aanpak. “Er zit heel wat onder-nemersbloed in België”, steekt Peeters van wal. “Alleen ziet lang niet iedereen een eigen zaak zitten.” Samen met zijn collega’s begeleidde hij zo’n 200 intrapreneurs in België. Maar liefst 90% van de projecten opgestart door werknemers heeft een positieve impact op het groeicijfer van hun bedrijf.

NOG WERK AAN DE WINKEL

Niets dan voordelen dus, maar waarom is werkon-

dernemerschap dan nog geen vaste waarde in onze

bedrijven? Peeters ziet twee struikelblokken: “In gro-

te bedrijven raakt het idee van een werknemer veel

moeilijker op de agenda van het managementteam.

De interne structuren zijn er vaak erg complex. Bo-

vendien worstelen zowel grote als kleine onderne-

mingen met de praktische uitwerking”.

Een externe coach biedt hierbij vaak soelaas: hij of

zij kan extra steun verlenen wanneer een werkne-

mer zijn idee voorlegt aan de baas. Maar evengoed

begeleidt deze consultant ook het selectieproces en

uitwerking van nieuwe ideeën. “De frisse blik van

een externe consultant kan hierbij helpen. Zo krijgen

leidinggevenden net die extra stimulans om ideeën

van medewerkers ook daadwerkelijk te realiseren”,

besluit Toon Peeters.

Maar liefst 90% van de pro- jecten opgestart door werk- nemers heeft een positieve

impact op het groeicijfer van

hun bedrijf.

Toon Peeters

Van de Wiele barst van het ondernemerstalentNet als TMC zoekt Van de Wiele naar medewerkers met gevoel voor entrepreneurship. “Zin voor initiatief is een doorslag-gevende factor bij het invullen van vacatures. Onze werknemers moeten durven mee-denken, daar is onze hele bedrijfsstructuur op gestoeld”, vertrouwt Danny Bourgois, communications manager bij Van de Wiele, ons toe. “Per project wordt een team samengesteld waarin elk lid evenwaardig is. Dat houdt ook in dat we van ieder teamlid actieve inbreng verwachten. ” Net die ondernemersspirit verklaart volgens Bourgois het succes van Van de Wiele: “Onze medewerkers zijn ambitieus en willen vooruit. Aan vernieuwende ideeën is hier nooit een gebrek.”

Wat je van Innotek leren kan

over intrapreneurship

Innotek is een organisatie die kwalitatieve tewerk-

stelling wil creëren in België. Enkele jaren geleden

startte de organisatie onder de noemer ‘intra-

preneurship werkt’ met begeleiding van intrapreneurs

op projectbasis. Dat bleek een schot in de roos,

waardoor Innotek in 2016 naar een bredere aanpak

overschakelde. De organisatie lanceert een platform

dat intrapreneurs in contact brengt met consultants,

business angels en ex-ondernemers.

Maak kennis met de koning der intrapreneursDe posterboy voor intrapreneurship is Art Fry, pro-

duct developer bij technologieconcern 3M. Fry ging

aan de slag met een zogezegd ‘nutteloze’ uitvinding

van zijn collega Spencer Silver: een sterke lijm die

zich goed aan een vlakke ondergrond hecht, maar

even vlot weer loslaat. Fry creëerde er 3M’s meest

succesvolle product mee: de Post-It.

3 33 2

Page 18: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

DREVER International S.A.

SUPPORTING COMPANIES

3 53 4

Page 19: INDUSTRY 4.0 EXPLAINED VERBORGEN PARELS DE JOBS VAN DE ... · bare grondstoffen voor de voedings-industrie. Door mee te denken in het productieproces van klanten, streven de technische

Agoria feliciteert de Belgischetechnologiebedrijven met hun ambities.Onze ambitie? De talloze technologiebedrijven in België helpen nog hoger te mikken, nog verder te gaan, nog beter te doen. Door expertise te delen, opleidingen te geven, netwerk- opportuniteiten te creëren, inspiratie te bieden, en door actief deel te nemen aan het maatschappelijke debat. Op zoek naar een partner die even ambitieus is als u? Agoria verwelkomt u graag in zijn ambitienetwerk.

www.agoria.be/ambition

Marc Lambotte, CEO Agoria