Hoofdstuk 4.

18
Hoofdstuk 4. Europa in beweging

description

Hoofdstuk 4. Europa in beweging. Planning : . Terugblik paragraaf 4.4[10 min] Nakijken paragraaf 4.4[15 min] Uitleg paragraaf 4.5[15 min] Maken opdracht paragraaf 4.5 Maak opdr 1 t/m 12 + 15 (HW). Paragraaf 4.4 De ontwikkeling van Oost-Europa. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Hoofdstuk 4.

Page 1: Hoofdstuk 4.

Hoofdstuk 4.Europa in beweging

Page 2: Hoofdstuk 4.

Terugblik paragraaf 4.4 [10 min] Nakijken paragraaf 4.4 [15 min] Uitleg paragraaf 4.5 [15 min] Maken opdracht paragraaf 4.5

◦ Maak opdr 1 t/m 12 + 15 (HW)

Planning:

Page 3: Hoofdstuk 4.

Wat word er verstaan onder Oost-Europa?

Alle landen die ooit onder invloed waren van de Sovjet-Unie.

Paragraaf 4.4 De ontwikkeling van Oost-Europa

Page 4: Hoofdstuk 4.

Europa verdeelt in landen die of het Kapitalisme aanhangen of het Communisme

De scheidslijn tussen die gebieden stond bekent als het IJzeren gordijn

Na de 2e Wereld Oorlog:

Page 5: Hoofdstuk 4.

Kapitalisme VrijemarkteconomieEr wordt handel gedreven volgens vraag & aanbod Ieder individu bepaalt alles voor zichzelf,

de staat doet (bijna) niets VB USA: Eigen zorg (min 10.000,- p/j) Eigen opleiding (50.000,- p/j) Eigen woning Etc

Probleem? De zwakkere van de samenleving vallen buiten de boot!!!

◦ Lage kosten overheid (iedereen is vrij om te werken wat, waar en wanneer hij/zij wil)

◦ Minder corruptie (minder inmenging overheid, kans op corruptie kleiner).

Communisme PlaneconomieOverheid bepaalt wat, waar en hoeveel er geproduceerd wordt. De staat bepaald wat goed is voor

het volk, want het volk = de staat. VB: Sovjet-Unie/Cuba Zorg (gratis) Opleiding (gratis) Woning (bijna gratis)

Probleem? De economie goed draaiende te houden (= uiteindelijke val van SU)

◦ Hoge kosten overheid (iedereen is in overheidsdienst)

◦ Veel corruptie

Wat is nu het verschil tussen communisme en kapitalisme?

Page 6: Hoofdstuk 4.

In 1989 viel de Berlijnse muur In 1991 viel de Sovjet Unie

Na deze periode zochten veel Oost-Europese landen aansluiting bij het rijkere westen.

In 2004 zijn veel van deze landen lid geworden van de Europese Unie.

◦ Hierna ging het goed met Oost-Europese landen, want veel bedrijven investeerde veel geld in die landen! Waarom deden ze dit?

Gunstige locatiefactoren: Lagelonen (landen) Hoog opleidingsniveau

Na de val van het IJzeren gordijn

Page 7: Hoofdstuk 4.

West/Oost-EuropaStad – Platteland

Verklaar dit?

Wat valt je op?

Page 8: Hoofdstuk 4.

Wroclaw maakt een grote groei mee. Hoe komt dit?◦ Snelweg◦ Korte afstand tot grote (Duitse) afzetmarkt◦ Fijne, mooie werkstad◦ Veel ontwikkeling- en onderzoekscentra

Wroclaw

Page 9: Hoofdstuk 4.

Nakijken paragraaf 4.4 [15 min]◦ Hadden jullie problemen met een bepaalde

opdracht?

Voor nu:

Page 10: Hoofdstuk 4.

Paragraaf 4.5 Migratie en de Europese Unie

Page 11: Hoofdstuk 4.

Veel (opgeleide) mensen migreren uit Oost-Europa naar West-Europa.

Waar en waarom van daar? Verdiensten vaak 4x zoveel

als in bijv: Polen En dan doet men hier vaak

het werk dat de eigen inwoners te zwaar of te vies vind:

Bijv: Landbouw, Vuilnisdienst, Bouwvakker etc.

Naar West-Europa

Page 12: Hoofdstuk 4.

Negatieve effecten migranten???

Page 13: Hoofdstuk 4.

Doordat iedereen in W-Europa ging werken, kwam er tekort aan arbeidskrachten in O-Europese landen.

Roep om terug te komen. (hier zijn goede banen, geen vies zwaar werk meer).

In sommige gebieden is de vraag naar arbeiders zo groot dat ze ergens anders vandaan haalt.

Bijv: Roemenië uit China of Polen uit Oekraïne.

Naar Oost-Europa

Page 14: Hoofdstuk 4.

Wat is het verschil tussen Europa en de Europese Unie (EU)?

Migratie en de Europese Unie

Page 15: Hoofdstuk 4.

Veel mensen buiten de Europese unie willen graag naar de Europese unie migreren.

Eenmaal binnen de Europese unie, zijn er ‘geen grenzen’.◦ Vrijheid van verkeer, goederen en personen.

Verschillende soorten migranten (van buiten EU): ◦ Arbeidsmigranten (economische migrant)◦ Asielzoekers (politieke migrant, ze vragen asiel

(bescherming) aan).◦ De EU is streng in wie ze toelaat en wie niet!

Vandaar de bijnaam Fort Europa.

Migratie en de Europese Unie II

Page 16: Hoofdstuk 4.

Hoe komen migranten EU binnen?!?

Page 17: Hoofdstuk 4.
Page 18: Hoofdstuk 4.

Maken opdracht paragraaf 4.5 ◦ Maak opdr 1 t/m 12 + 15 (HW)

Voor nu: