HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van...

55
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2010-2011 HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN GETEMPERD BIJ HOND EN KAT door Marjolijn VERKAIK Promotor: Dr. Adronie Verbrugghe Literatuurstudie in het kader van de Masterproef

Transcript of HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van...

Page 1: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Academiejaar 2010-2011

HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN GETEMPERD BIJ HOND EN KAT

door

Marjolijn VERKAIK

Promotor: Dr. Adronie Verbrugghe Literatuurstudie in het kader

van de Masterproef

Page 2: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

2

De auteur en de promotor geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor

persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met

betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie.

Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor. Het auteursrecht

beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft benaderd en

neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde

studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren. De auteur en promotor zijn niet

verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn.

Page 3: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

3

Voorwoord

Het schrijven van een masterproef is een proces waarbij direct en indirect meerdere mensen

verantwoordelijk zijn voor het eindresultaat. Corrigeren, praktische en opbouwende tips, een

motiverende stem en een steun in de rug op moeilijke momenten hebben eraan bijgedragen mijn

allereerste masterproef tot een goed einde te brengen. Alle mensen waarop ik heb kunnen rekenen

tijdens dit proces wil ik daarvoor hartelijk bedanken.

In eerste instantie wil ik mijn promotor, dierenarts Dr. Adronie Verbrugghe, bedanken. Voor het op

gang helpen met goede artikelen, haar snelle reacties op mailtjes, het corrigeren en meedenken over

de vormgeving van de masterproef.

Verder gaat mijn dank uit naar familie en vrienden voor aanmoedigingen en morele steun. Meer

specifiek mijn verloofde, Jesse van der Velde, voor zijn motiverende stem op de momenten dat ik

zonder inspiratie zat. Mijn ouders, Wim Verkaik en Joke Verkaik, voor hun eeuwige vertouwen in mij.

Ook dank aan mijn vriendinnen die me vaak bewust en onbewust motiveerden om verder te gaan;

bedankt Janneke, Eva en Anna.

Marjolijn verkaik

Merelbeke, April 2011

Page 4: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

4

Inhoudsopgave

Samenvatting ......................................................................................................................................... 5

1. Inleiding .............................................................................................................................................. 6

2. Literatuurstudie ................................................................................................................................. 7

2.1. DE ONTSTEKINGSREACTIE...................................................................................................... 7

2.2. WELKE MEDIATOREN SPELEN EEN ROL BIJ DE ONTSTEKINGSREACTIE ........................ 8

2.2.1. Tumor necrosis factor-alfa .................................................................................................... 9

2.2.2. Interleukines.......................................................................................................................... 9

2.2.2.1. Interleukine 1 ................................................................................................................. 9

2.2.3. Chemokines.......................................................................................................................... 9

2.2.4. Eicosanoïden ...................................................................................................................... 10

2.2.4.1. Prostaglandines........................................................................................................... 11

2.2.4.2. Leukotriënen................................................................................................................ 11

2.2.4.3. Lipoxinen ..................................................................................................................... 11

2.2.5. Platelet activating factor (PAF) ........................................................................................... 12

2.2.6. Nuclear Factor-Kappa B ..................................................................................................... 12

2.3. NUTRIËNTEN DIE INFLAMMATIE BEÏNVLOEDEN................................................................. 13

2.3.1. VETTEN.............................................................................................................................. 13

2.3.1.1. Inleiding ....................................................................................................................... 13

2.2.1.2. Vetzuurmetabolisme.................................................................................................... 13

2.2.1.3. De vetzuurcompositie van immuuncellen.................................................................... 14

2.2.1.4. Effect van omega-3 vetzuren op de ontstekingsreactie .............................................. 14

2.2.1.5. Effect van omega-6 vetzuren op de ontstekingsreactie .............................................. 16

2.2.1.6. Geoxideerde vetten ..................................................................................................... 17

2.2.1.7. Verzadigde vetzuren (VVZ) ......................................................................................... 17

2.2.1.8. Effecten van EVZ suppletie in klinische voorbeelden ................................................. 18

2.2.1.8.1. Dermatologische aandoeningen .......................................................................... 18

2.2.1.8.2. Osteoartritis.......................................................................................................... 19

2.2.1.8.3. Obesitas ............................................................................................................... 19

2.2.2. ANTIOXIDANTEN............................................................................................................... 20

2.2.2.1. Vitamine E ................................................................................................................... 21

2.2.2.2. Selenium...................................................................................................................... 21

2.2.2.3. Carotenoïden............................................................................................................... 22

2.2.3. ESSENTIËLE OLIE VAN DE ZADEN VAN PTERODON EMARGINATUS ....................... 22

2.2.4. BETA-GLUCANEN ............................................................................................................. 23

2.4. Discussie .................................................................................................................................... 24

3. Literatuurlijst.................................................................................................................................... 25

Page 5: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

5

Samenvatting

Inflammatie of ontsteking is een complexe reactie van het immuunsysteem. Deze vindt plaats in

gevasculariseerd weefsel en is een reactie op stresserende stimuli zoals weefselbeschadiging, infectie

of blootstelling aan toxines.

Bij de ontstekingsreactie spelen verschillende mediatoren een belangrijke rol. Voorbeelden van

belangrijke mediatoren, die tevens beïnvloedbaar zijn via voeding, zijn interleukines (IL), tumor

necrosis factor-α (TNF-α), eicosanoïden, chemokines, Platelet avtivating factor (PAF) en Nuclear

Factor-kappaB (NF-κB).

Verschillende nutriënten kunnen de ontstekingsreactie beïnvloeden en dat kan zowel op een

stimulerende als remmende manier. Omega-3 vetzuren (omega-3 VZ), eicosapentaëenzuur (EPZ) en

docosahexaëenzuur (DHZ) zijn hiervan de belangrijkste, zijn diëtaire factoren die voornamelijk een

anti-inflammatoir effect uitoefenen door een wijziging in de productie van eicosanoïden en door

downregulatie van ontstekingsgenen via de NF-κB-pathway. Linolzuur en arachidonzuur, beide

behorend tot de omega-6 familie, spelen waarschijnlijk een rol bij het toenemen van de

ontstekingsreactie door activatie van NF-κB. Door deze activatie van NF-κB zal er een verhoogde

productie van TNF-α, IL-1α, IL-1β, IL-6 en andere ontstekingsmediatoren zijn. Geoxideerde en

verzadigde vetten hebben beide een pro-inflammatoir effect en dienen vermeden te worden in geval

van ontsteking. Vitamine E, selenium en carotenoïden, allen antioxidanten, hebben een anti-

inflammatoir effect en zijn cruciaal bij suppletie van onverzadigde vetzuren (OVZ) daar deze

gemakkelijk oxideren. De minder bekende β-glucanen en essentiële olie van Pterodon emarginatus

hebben beide de capaciteit om ontstekingsreacties te temperen door een verlaging van het gehalte

pro-inflammatoire cytokines. Een betere kennis van de werking van pro- en anti-inflammatoire

nutriënten zal leiden tot een beter gebruik hiervan en daardoor een mooie aanvulling zijn bij de

behandeling van ontstekingsreacties.

Page 6: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

6

1. Inleiding

Ontstekingen bij hond en kat zijn alledaagse problemen in de geneeskunde van gezelschapdieren en

daardoor een interessant onderwerp voor onderzoek. Omdat nutritionele suppletie niet gepaard gaat

met gevaarlijke bijwerkingen en dit tevens door de eigenaar makkelijk is toe te dienen, of zelfs al

verwerkt zit in het commerciële voer, is het belang van deze behandeling bij ontstekingen groot. De

beïnvloeding van ontstekingsmediatoren, voornamelijk de eicosanoïden en de nuclear factor-kappaB-

pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met

succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire effect van visolie, dat rijk is aan de omega-3 vetzuren

eicosapentaëenzuur en docosahexaëenzuur al veelvuldig aangetoond bij behandeling van atopische

dermatitis (Ackerman, 1987; Ackerman, 1988)., osteoartritis (Kremer et al., 1987; Jubiz et al., 1990;

Kremer, 1996; Almendra et al., 2005) en in andere studies bij behandeling van obesitas (Ruzickova et

al., 2004; Chen et al., 2009). De beïnvloeding van de eicosanoïd-pathway berust op het feit dat het

potentieel pro-inflammatoire arachidonzuur vervangen wordt door eicosapentaëenzuur en

docosahexaëenzuur die substraat zijn voor veel minder pro-inflammatoire eicosanoïden. Het doel van

deze literatuurstudie is om al deze nutriënten die een invloed uitoefenen op de ontstekingsreactie

samen te bundelen zodat een snel overzicht van hun werking is terug te vinden.

Page 7: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

7

2. Literatuurstudie

2.1. DE ONTSTEKINGSREACTIE

Inflammatie of ontsteking is een reactie van het immuunsysteem op weefselbeschadiging in

gevasculariseerd weefsel. Deze beschadiging kan door verschillende endogene en exogene stimuli

zoals een invasie van pathogene micro-organismen, trauma, chemische schade, necrose en

nieuwgevormde antigenen afkomstig van tumorcellen veroorzaakt worden (Brostoff et al., 2006;

Mcgavin et al., 2007). Ontsteking is, tenzij het om een auto-immuun reactie gaat, een mechanisme dat

het dier beschermt. Deze bescherming bestaat uit het afzwakken, isoleren en uiteindelijke elimineren

van de stimulus die ertoe geleid heeft dat er initieel weefselbeschadiging is ontstaan

(Mcgavin et al., 2007). Wanneer het lichaam erin is geslaagd de stimulus te elimineren kan de

herstelfase beginnen.

Afhankelijk van de duur van de ontstekingsreactie wordt er gesproken van een acute of chronische

ontstekingsreactie. De acute ontstekingsreactie is een reactie die progressief van aard is en kort van

duur, variërend van een paar uur tot enkele dagen. Men spreekt van een chronische ontsteking indien

de ontstekingsreactie gedurende meerdere weken tot maanden persisteert. Deze situatie ontstaat

wanneer het lichaam niet in staat is de oorzaak te verwijderen (Mcgavin et al., 2007).

De ontstekingsreactie is in drie componenten onder te verdelen:

1. Een verhoogde bloedtoevoer of hyperemie, naar het beschadigde weefsel;

2. Een toegenomen vermogen de capillaire wand te passeren voor grote moleculen en

cellen zoals leukocyten. Deze verhoogde permeabiliteit van de capillairen wordt veroorzaakt

door een retractie van de endotheelcellen die deze capillaire wand aflijnen. In normale

vasculaire capillairen kunnen slechts de moleculen met een moleculair gewicht kleiner dan

69.000 de wand passeren. Een voorbeeld van een dergelijk klein molecule is albumine.

3. Een massale migratie van leukocyten vanuit de venules naar het beschadigde weefsel.

Het type leukocyt dat bijgevolg aanwezig zal zijn in het beschadigde weefsel zal verschillen

naargelang de inflammatie zich in de acute, waarin zich voornamelijk neutrofielen bevinden, of

chronische fase bevindt. In deze laatst genoemde fase bevinden zich voornamelijk monocyten

en lymfocyten.

De drie bovengenoemde componenten maken het mogelijk dat ontstekingscellen, antilichamen en

moleculen van het complement systeem snel en massaal ter plaatste kunnen zijn in het ontstoken,

beschadigde weefsel en bijgevolg kunnen beginnen met het herstel van de hemostase in het

betrokken weefsel (Brostoff et al., 2006).

Page 8: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

8

Bovendien geven de bovengenoemde componenten aanleiding tot de vijf cardinale symptomen die

gepaard gaan met ontsteking namelijk:

1. Roodheid, rubor;

2. Warmte, calor;

3. Zwelling, tumor;

4. Pijn, dolor;

5. Functieverlies, functio laesa (Burgerhout et al., 2001; Calder et al., 2009).

2.2. WELKE MEDIATOREN SPELEN EEN ROL BIJ DE ONTSTEKINGSREACTIE

De chemische mediatoren of cytokines, die vrijkomen bij een ontstekingsreactie zijn talrijk en

afkomstig van verschillende cellen waaronder neutrofielen, basofielen, macrofagen, thrombocyten,

mastcellen, endotheelcellen, gladde spiercellen, fibroblasten en de meeste epitheliale cellen.

Cytokines zijn verantwoordelijk voor de inter-cel communicatie (Plat et al., 2008). De mediatoren

kunnen op aanvraag geproduceerd worden, als reactie op activatie van ontstekingscellen, of al reeds

voorgevormd opgeslagen liggen in granules of vacuoles in ontstekingscellen. De lever produceert

tevens inactieve coagulatie-eiwitten, complement systeem eiwitten en mediatoren van bepaalde

plasma eiwitten zoals kinine. Deze inactieve mediatoren moeten met behulp van een proteolytische

splitsing in de bloedbaan geactiveerd worden (Mcgavin et al., 2007).

De werking van mediatoren, of ze nu voorgevormd, nieuw gesynthetiseerd of afkomstig zijn uit het

plasma, berust op het beïnvloeden van doelcellen na het binden op de receptoren van deze

doelcellen. Deze beïnvloeding kan inhouden dat de doelcel gewoonweg geactiveerd wordt of

aangezet wordt tot de secretie van nieuwe ontstekingsmediatoren.

Eenmaal vrijgesteld hebben de mediatoren maar een korte halfwaardetijd. Mediatoren worden

namelijk al snel na hun vrijstelling afgebroken door kinases en worden daarna, eenmaal ze niet meer

in functie zijn, opgeruimd door beschermingsmechanismen waaronder antioxidanten. Tevens kunnen

mediatoren geblokkeerd worden door endogene inhibitoren zoals complement inhibitoren. Deze

mechanismen laten zien dat het ontstekingsproces een gecontroleerd proces is en dat deze tevens op

verschillende punten beïnvloedbaar is (Mcgavin et al., 2007).

De vrijstelling van cytokines vindt plaats wanneer een receptor, in de meeste gevallen een Toll Like

Receptor (TLR), speciale “Pathogen Associated Molecular Patterns” (PAMPs) herkent en bindt. Zo’n

geactiveerde TLR zorgt daarna voor een vrijstelling van tal van cytokines (Mcgavin et al., 2007). Te

denken valt aan interleukine 1, (IL-1), IL-6, IL-12, IL-18 en tumor necrosis factor-alfa (TNFα). Tevens

secreteren de signaalcellen ook oxidatieve stoffen zoals O2-, H2O2, OH en NO en vetachtige stoffen

zoals leukotriënen en prostaglandines. Niet alleen signaalcellen zoals macrofagen, dendritische cellen

en mastcellen zijn in staat om ontstekingscytokines vrij te stellen. Leukocyten en gestationeerde

weefselmacrofagen, zoals Küppfercellen in de lever en histiocyten in bindweefsel, hebben ook deze

capaciteit om cytokines te secreteren (Tizard, 2004; Mcgavin et al., 2007).

Page 9: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

9

Hieronder worden de belangrijkste mediatoren meer in detail besproken.

2.2.1. Tumor necrosis factor-alfa

TNF-α wordt al zeer vroeg in het ontstekingsproces gesecreteerd. Het wordt voornamelijk

geproduceerd door geactiveerde macrofagen en mastcellen en vervult meerdere functies in het

ontstekingsproces. TNF-α is in combinatie met IL-1 een zeer belangrijke speler in de

ontstekingsreactie omdat het belangrijke veranderingen in de kleine bloedvaten realiseert zoals de

activatie van adhesiemoleculen. Deze adhesiemoleculen maken de migratie van leukocyten mogelijk.

Verder verhoogt TNF-α de microbicide functie van fagocyterende cellen. TNF-α stimuleert bovendien

macrofagen in hun functie om IL-1 en prostaglandine E2 (PGE2) te secreteren.

TNF-α werkt door te binden op een receptor, de tumor necrosis factor receptor (TNFR) (Mcgavin et

al., 2007). Door deze binding wordt de transcriptie-bindingsfactor Nuclear Factor-kappaB (NF-κB)

geactiveerd. Deze factor codeert voor verschillende genen die een rol vervullen in de aangeboren en

verworven immuniteit (Tizard, 2004).

2.2.2. Interleukines

Interleukines zijn mediatoren die worden vrijgesteld door leukocyten en die daarna andere leukocyten

gaan beïnvloeden (Mcgavin et al., 2007).

2.2.2.1. Interleukine 1

Geactiveerde macrofagen en nog vele andere cellen zijn verantwoordelijk voor de productie van IL-1.

Dit zeer belangrijk inflammatoir glycoproteïne wordt in twee vormen gesecreteerd namelijk IL-1α en IL-

1β. IL-1 activeert, net zoals TNF-α, adhesiemoleculen op endotheelcellen zodat leukocyten over deze

endotheelcellen kunnen rollen en gemakkelijk de endotheelwand kunnen passeren. Tevens is een

zeer belangrijke functie van IL-1 de inductie van koorts wat een snellere deling van lymfocyten en

andere leukocyten mogelijk maakt en zodoende een zeer gunstig effect heeft op de ontstekingsreactie

(Tizard, 2004).

2.2.3. Chemokines

Chemokines zijn een bepaalde familie van chemotactische cytokines die geproduceerd worden door

alle gekernde cellen in het lichaam. Door hun chemotactische eigenschappen zijn ze in staat om

neutrofielen, macrofagen, lymfocyten evenals andere ontstekingscellen aan te trekken naar

ontstekingsexsudaten. Er bestaan zeer veel verschillende chemokines die worden onderverdeeld in

vier families te weten de α- ,β-, γ- en δ familie (Tizard, 2004).

Page 10: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

10

2.2.4. Eicosanoïden

Eicosanoïden is een verzamelnaam voor producten die ontstaan zijn uit het

arachidonzuurmetabolisme. Voorbeelden van deze producten zijn prostaglandines, leukotriënen,

lipoxines en thromboxanen (Brostoff et al., 2007) Arachidonzuur is een essentieel meervoudig

onverzadigd vetzuur dat gevormd wordt uit het eveneens essentieel omega-6 vetzuur linolzuur.

Honden zijn in staat arachidonzuur te vormen uit linolzuur en hebben daardoor geen diëtair belang

aan arachidonzuur mits voldoende linolzuur via het dieet wordt aangevoerd. Katten daarentegen

missen deze capaciteit linolzuur om te zetten naar arachidonzuur. Zij dienen daarom arachidonzuur

via hun dieet binnen te krijgen (Case et al., 1995).

Het arachidonzuurmetabolisme wordt in gang gezet door fysische en chemische stimuli die worden

vrijgezet na beschadiging van cellen. Door een toename van het intracellulaire calcium gehalte zal het

fosfolipase A2 uit het endoplasmatisch reticulum verplaatsen naar de celmembraan en daar

arachidonzuur vrijstellen uit fosfolipiden van de celmembraan. Deze vrijstelling gebeurt vooral in

endotheelcellen en leukocyten maar vindt ook plaats in vele andere cellen. Vooral het

cytoplasmatische fosfolipase A2 is verantwoordelijk voor de vrijstelling van vrij arachidonzuur maar

ook het extracellulaire fosfolipase A2 vervult hierin een klein aandeel. De uiteindelijk gevormde lipide

mediatoren hebben hormoonachtige werkingen en vervullen een functie in de coagulatiecascade.

Tevens beïnvloeden ze bijna alle stappen van de acute ontstekingsreactie (Mcgavin et al., 2007).

Ze spelen een rol bij vasodilatatie, vasoconstrictie, spiercontracties, bloeddruk, homeostase, vorming

van bloedklonters, de lichaamstemperatuur en de secretie van maagzuur (Case et al., 1995).

Er zijn twee klassen van enzymen die instaan voor de omzetting van vrij arachidonzuur tot

eicosanoïden:

1. Cyclooxygenases (COX1, COX2 en COX3).

2. Lipoxygenases (LOX)

De prostaglandines en thromboxanen worden gevormd met behulp van COX. Lipoxinen en

leukotriënen worden gevormd met behulp van LOX (Mcgavin et al., 2007).

Fig. 1: Productie van

eicosanoïden met

behulp van COX en

LOX (Tizard, 2008)

Page 11: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

11

2.2.4.1. Prostaglandines

Door de inwerking van COX wordt er eerst een intermediair prostaglandine, PGH2, gevormd. PGH2

wordt vervolgens omgezet door prostanoïd synthase enzymes die voor elk van de afzonderlijke

eindproducten, namelijk PGD2, PGF2, PGE2, PGI2 en TXA2, verschillend zijn. Zo zal er voor de

vorming van thromboxane A2, een thrombogeen prostaglandine dat thrombose en coagulatie

stimuleert, thromboxane synthase gebruikt worden. Voor de vorming van PGI2, een prostaglandine dat

thrombose en coagulatie juist tegenwerkt, is prostacycline synthase verantwoordelijk (Mcgavin et al.,

2007).

2.2.4.2. Leukotriënen

Door de inwerking van 5-lipoxygenase (5-LOX) worden leukotriënen en lipoxines gevormd in

leukcocyten. 5-LOX werkt hierbij samen met een eiwit, het arachidonzuur-activerend eiwit, dat ervoor

zorgt dat er een optimale binding aanwezig is tussen het arachidonzuur en 5-LOX. Het gevormde

complex wordt 5-HPETE genoemd en staat in voor de vorming van een intermediair product, het

leukotriëne A4. In neutrofielen wordt leukotriëne A4 daarna omgezet door leukotriëne A4 hydrolase tot

Leukotriëne B4. In mastcellen en eosinofielen vindt vooral een omzetting plaats tot leukotriëne C4 door

leukotriëne C4 synthetase. Vanaf het moment dat leukotriëne C4 gesecreteerd wordt vanuit de cel

wordt dit omgezet tot de leukotriënen D4 en E4.

Leukotriënen bevorderen de ontstekingsreactie en bewerkstelligen onder andere:

• een gestegen vasculaire permeabiliteit.

• chemotaxis voor leukocyten

• vasoconstrictie (Mcgavin et al., 2007).

2.2.4.3. Lipoxinen

In thrombocyten en neutrofielen worden met behulp van de LOX-pathway lipoxinen gevormd uit

arachidonzuur. Thrombocyten gebruiken hiervoor een hecht celcontact met leukocyten omdat ze niet

zelf in staat zijn arachidonzuur metabolieten te vormen. Door de celinteractie vindt er overdracht

plaats van arachidonzuur metabolieten vanuit de leukocyt naar de thrombocyt. Thrombocyten

bevatten 12-lipoxygenase en kunnen daarmee deze metabolieten omzetten tot lipoxinen A4 en B4.

Lipoxinen hebben zowel pro-inflammatoire als anti-inflammatoire eigenschappen. Deze

eigenschappen maken het mogelijk om prostaglandines, die louter pro-inflammatoir zijn, tegen te

werken. Zo kan het Lipoxine A4 de adhesie en chemotaxis van neutrofielen tegenwerken maar kan het

tegelijkertijd de adhesie van macrofagen aan endotheelcellen bevorderen (Mcgavin et al., 2007).

Page 12: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

12

2.2.5. Platelet activating factor (PAF)

PAF is een mediator dat gevormd wordt uit fosfolipiden afkomstig van celmembranen van

thrombocyten, basofielen, mastcellen, neutrofielen, macrofagen en endotheelcellen. Er zijn twee

enzymes die instaan voor de vorming van PAF namelijk LysoPAF acetyltransferase en PAF

synthesizing phosphocholinetransferase. PAF oefent een effect uit op de ontstekingsreactie door

vasoconstrictie, thrombocytenaggregatie, leukocytenadhesie, chemotaxis en degranulatie. Verder

bevordert het de vorming van eicosanoïden uit leukocyten (Mcgavin et al., 2007).

2.2.6. Nuclear Factor-Kappa B

NF-κB is een transcriptiefactor die een rol vervult in cellulaire reacties die ontstaan bij inflammatie en

immuniteit. NF-κB wordt geactiveerd via een signaal-pathway met als trigger onder andere cytokines,

bacteriële en virale antigenen, celdoodreceptoren en stress signalen. Omdat NF-κB een cruciale rol

speelt in de regulatie van de immuunrespons op infectie kan een incorrecte regulatie van NF-κB

mogelijk tot ontstekingen leiden. NF-κB is een snel werkende transcriptiefactor omdat het al als een

inactief complex aanwezig is in de cel. Het inactieve complex omvat NF-κB en zijn gebonden inhibitor

IκB en voorkomt dat NF-κB zich naar de kern kan verplaatsen en genen tot expressie kan brengen. Na

activatie door een trigger, in figuur 1 zichtbaar als PAMP, zal er een dissociatie van dit IκB

plaatsvinden waardoor NF-κB vrij komt en zich naar de kern verplaatst (Tizard, 2004; Galli et al.,

2009). Deze dissociatie wordt mogelijk gemaakt door activatie van het IκB kinase complex (IKK).

Geactiveerd IKK fosforyleert IκB op de serines 32 en 36 en dit zorgt voor het loslaten van NF-κB.

Aangekomen in de kern zal NF-κB inflammatoire genen activeren die DNA-bindingsplaatsen bevatten

voor NF-κB (Karin et al., 2000; Mullen et al., 2009). Deze genen coderen voor verschillende

inflammatoire cytokines en chemokines zoals TNF-α en IL-1β (Tizard, 2008). Tevens zal er een

inductie plaatsvinden van vrije radicaal productie (Volman, 2008). Moleculen die de degradatie van

IκB verhinderen zullen bijgevolg een anti-inflammatoir effect uitoefenen. Via een auto-feedback

mechanisme zal de geactiveerde NF-κB weer geremd worden. Het molecule dat hiervoor

verantwoordelijk is, is IκBa (Tizard, 2004; Galli et al., 2009).

Fig.2: Schematische

weergave van een

signaaltransductie –

pathway leidend tot

NF-κB activatie

(Tizard, 2008)

Page 13: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

13

2.3. NUTRIËNTEN DIE INFLAMMATIE BEÏNVLOEDEN

2.3.1. VETTEN

2.3.1.1. Inleiding

Vetten zijn een belangrijk onderdeel van het dieet van hond en kat. Ze leveren de meest

geconcentreerde vorm van energie, maken het eten aantrekkelijker, gemakkelijker verteerbaar en, het

belangrijkste, zijn een bron van essentiële vetzuren (EVZ) (Case et al., 1995). Naast deze nutritionele

eigenschappen van vetten zijn er nog vele andere eigenschappen die er voor zorgen dat vetten

beschouwd worden als belangrijke biologische modulatoren. Zo hebben vetzuren (VZ) invloed op de

productie van cytokines, chemotaxis en andere factoren die een rol spelen bij de immuunfunctie,

sterolmetabolisme, signaaltransductie, enzymactiviteiten en celproliferatie. De effecten van VZ worden

bewerkstelligd door onder andere de regulatie van genexpressie (Deckelbaum et al., 2006).

VZ zijn carboxylzuren die verschillen in het aantal koolstofatomen resulterend in een ketenlengte dat

varieert van 2 tot 22 koolstofatomen (Reinhart, 2006). Zo spreekt men van korte keten VZ,

middellange VZ en lange keten VZ. Tevens kunnen de VZ verzadigd, enkelvoudig onverzadigd of

meervoudig onverzadigd zijn. Voorbeelden van deze laatste categorie zijn arachidonzuur (AZ),

linolzuur (LZ) en α-linoleenzuur (α-LZ). Verzadigde vetzuren (VVZ) bevatten geen dubbele bindingen,

ze zijn volledig verzadigd met waterstofatomen. Enkelvoudig OVZ bevatten één dubbele binding en bij

meervoudig OVZ zijn dit er twee of meer. EVZ zijn allemaal lange keten VZ en zijn meervoudig

onverzadigd.

Honden en katten hebben twee families van EVZ nodig namelijk de omega-3 VZ en omega-6 VZ. Met

de term omega-3 of omega-6 geeft men aan dat de eerste dubbele binding zich ter hoogte van

respectievelijk het derde of zesde C-atoom bevindt gerekend vanaf het methyluiteinde van het

vetzuur. Van de omega-3 VZ zijn α-LZ, EPZ en DHZ de meest belangrijkste. Linolzuur en

arachidonzuur zijn de belangrijkste omega-6 VZ (Case et al., 1995).

2.2.1.2. Vetzuurmetabolisme

Naast de rol van substraat voor energieproductie en –opslag spelen de VZ ook een grote rol in het

moduleren van functies op cellulair niveau. Deze functionele rol van de VZ is vooral toe te schrijven

aan de zeer lange meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) van de omega-3 en omega-6 familie.

Ze kunnen als exogene bron uit het dieet aangevoerd worden of endogeen worden aangemaakt (Galli

et al., 2009).

Honden en katten kunnen elongaties en decarboxylaties, processen die nodig zijn bij de endogene

productie van VZ, enkel uitvoeren aan het carboxyl-uiteinde van de vetzuurmolecule. Bijgevolg blijft de

plaats van de eerste dubbele binding, gezien vanaf het methyluiteinde, onveranderd en kunnen

omega-3 VZ niet omgezet worden in omega-6 VZ. De endogene productie van VZ verloopt bij hond en

kat verschillend. Zoals reeds eerder vermeld is de hond in staat om vanuit linolzuur arachidonzuur en

Page 14: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

14

gamma-linoleenzuur te vormen welke beide tot de omega-6 VZ familie behoren. De enzymen delta-6-

desaturase en delta-5-desaturase zijn hiervoor verantwoordelijk. Als de voeding voldoende LZ bevat is

er bij de hond geen tekort aan AZ en γ-LZ te verwachten (Case et al., 1995). De kat heeft slechts een

zeer lage activiteit van delta-5-desaturase en delta-6-desaturase is zelfs volledig afwezig in de lever.

Dit maakt het bijgevolg onmogelijk voor de kat om zelf arachidonzuur te produceren (Rivers, 1975;

Rivers, 1976). De conversie van LZ tot AZ in de omega-6 serie en van ALZ tot EPH en DHZ in de

omega-3 serie kan beïnvloedt worden door diëtaire, hormonale, pharmacologische en toxicologische

factoren (Galli et al., 2009).

2.2.1.3. De vetzuurcompositie van immuuncellen

Bij knaagdieren is vastgesteld dat de fosfolipiden van immuuncellen voornamelijk, en dat is 15-20%,

uit AZ bestaan. EPZ en DHZ zijn in een veel kleinere mate aanwezig. Wanneer de inname van VZ

gewijzigd wordt bij deze dieren is er een verandering ter hoogte van de fosfolipiden meetbaar (Calder,

2008). Visolie is een zeer rijke bron van de omega-3 VZ EPZ (20:5n-3) en DHZ (22:6n-3). Wanneer

gesuppleerd in het rantsoen van hond en kat zal dit zorgen voor een stijging van de gehaltes aan deze

polyonverzadigde VZ. Er volgt een verhoogde incorporatie van EPZ en DHZ in de fosfolipiden van de

celmembraan van verschillende gespecialiseerde cellen waaronder immuuncellen en dit gaat ten

koste van AZ en andere omega-6-VZ (Calder, 2009). Ditzelfde kan ook plaatsvinden wanneer er meer

AZ gesuppleerd wordt. Uiteraard zal de verhouding AZ/EPZ en DHZ dan alleen nog maar groter

worden, hetgeen betekent dat er meer substraat aanwezig is voor de productie van pro-inflammatoire

eicosanoïden (Calder, 2008).

2.2.1.4. Effect van omega-3 VZ op de ontstekingsreactie

Het hoge aantal dubbele bindingen, de plaats van de eerste dubbele binding en de lange keten-

lengte geven de omega-3 VZ een unieke functie die verschilt van de omega-6 en omega-9 VZ.

Omega-3 VZ zijn bekend om hun gezondheidsbevorderende eigenschappen die grofweg toe te

schrijven zijn aan 4 mechanismen:

• Inhibitie of wijziging van de eicosanoïd-pathway die een cruciale rol speelt bij

ontstekingsprocessen.

• Modulatie van molecules of enzymes die belangrijk zijn bij processen van zowel de normale

als de pathologische cel.

• Incorporatie van omega-3 VZ in de celmembraan.

• Direct effect op genexpressie (Deckelbaum et al., 2006).

De omega-3 VZ DHZ en EPZ zorgen op twee manieren voor een vermindering van de

ontstekingsreactie namelijk direct en indirect (Yaqoob et al., 2007).

Page 15: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

15

Directe beïnvloeding van de ontstekingsreactie

EPZ en DHZ gaan in competitie met het AZ in de celmembraan van inflammatoire cellen. Dit geeft een

directe onderdrukking van vorming van inflammatoire eicosanoïden zoals PGE2 en 4-series

Leucotriënen (LTB4) gewoon door het feit dat er minder AZ als substraat voorhanden is. Tevens is er

een directe onderdrukking van het metabolisme van AZ door de omega-3-VZ (Yaqoob et al., 2007).

De directe veranderingen in vetzuurcompositie zijn gerelateerd aan tijd en dosis en zijn reeds

zichtbaar na een aantal dagen (Calder, 2008).

De COX en 5-LOX enzymen die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de PG’s en LT’s gebruiken

EPZ als een alternatief substraat. Dit resulteert in de vorming van andere series PG’s en LT’s uit EPZ

en een verlaagde aanmaak van de inflammatoire mediatoren uit AZ wat geïllustreerd wordt in

onderstaande figuur. Deze alternatief gevormde mediatoren uit EPZ zijn meestal veel minder potent

dan de mediatoren die gevormd worden uit AZ en zijn laag pro- inflammatoir.

DHZ en EPZ zorgen tevens voor de vorming van anti inflammatoire en ontstekingsoplossende

resolvines (D- en E-series) en protectines. In modelsystemen hebben deze stoffen aangetoond dat ze

sterke anti-inflammatoire en ontstekingsoplossende eigenschappen bezitten. De E-resolvines worden

met behulp van COX en LOX gevormd uit EPZ en ze zijn verantwoordelijk voor krachtige anti-

inflammatoire acties in neutrofielen, macrofagen, dendritische cellen en T-cellen (Calder, 2009). Bij

een studie uitgevoerd bij muizen met colitis werd tevens aangetoond dat E-resolvines verantwoordelijk

zijn voor een verlaging van de expressie van meerdere inflammatoire genen zoals voor TNF-α,

Interleukines, COX-2 en NO-synthase (Arita, 2005; Calder, 2008). De D-resolvines zijn minstens zo

krachtig en worden gevormd door LOX met DHZ als substraat. Tevens zal er met behulp van 15-

Lipoxygenase vanuit DHZ een krachtige anti inflammatoire mediator gevormd worden, het

zogenaamde Neuroprotectine D1 (Protectine D1). Dit molecule zal zijn acties uitvoeren in neutrofielen,

macrofagen, T-cellen en microglia (Calder, 2009).

Indirecte beïnvloeding van de ontstekingsreactie

Veel van de anti-inflammatoire effecten van omega-3-VZ is toe te schrijven aan het wijzigen van de

expressie van genen die verantwoordelijk zijn voor de vorming van inflammatoire mediatoren. Bij

suppletie van visolie zal er een downregulatie van genen zijn die instaan voor de productie van TNF-α,

IL-1β en IL-6. De verlaging van de gehaltes mRNA voor de desbetreffende mediatoren is niet het

gevolg van een verhoogde degradatie (Renier et al., 1993). De verandering in genexpressie wordt

veroorzaakt door directe effecten van VZ op signaal-pathways die leiden tot transcriptie factor activatie

maar dit is ook mogelijk door directe activatie van de transcriptie factoren zelf (Calder, 2009). De

omega-3-VZ beïnvloeden meerdere complexen van het NF-κB-transciptie-complex. Volgens de studie

uitgevoerd door Mullen et al., is DHZ voornamelijk verantwoordelijk voor de secretie van IL-1β en IL-6.

Zij beschrijven tevens dat EPZ meer effect heeft op de modulering van TNF-α (Mullen et al., 2009).

Een onderzoek van Calder in 2009 beschrijft het effect van EPZ en visolie op NF-κB. In humane

Page 16: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

16

monocyten is aangetoond dat suppletie van EPZ in een onderdrukking van de fosforylatie van IκB

resulteerde. Dit leidt op zijn beurt tot het niet vrijkomen van NF-κB en bijgevolg een verlaagde

transcriptie van inflammatoire genen (Calder, 2009). De verlaagde fosforylatie van IκB is mogelijk een

gevolg van een verlaagde activatie van Mitogen Activated Protein Kinases (MAPK).

Een tweede transcriptiefactor, PPAR-γ, wordt ook verondersteld een anti-inflammatoire werking uit te

oefenen. Enerzijds oefent het een directe anti-inflammatoire werking uit en anderzijds interfereert het

met de activatie van NF-κB (van den Berghe et al., 2003).

2.2.1.5. Effect van omega-6 VZ op de ontstekingsreactie

Zoals reeds eerder besproken speelt NF-κB een zeer belangrijke rol bij het op gang brengen van de

productie van ontstekingsmediatoren. Linolzuur en arachidonzuur, beide behorend tot de omega-6

familie, spelen waarschijnlijk een rol bij het toenemen van de ontstekingsreactie door activatie van NF-

κB. Door deze activatie van NF-κB zal er een verhoogde productie van TNF-α, , Il-1α, IL-1β, IL-6 en

andere ontstekingsmediatoren zijn. Arachidonzuur is bovendien het belangrijkste substraat voor COX

en LOX enzymes leidend tot de productie van PGE2 en LT’s. PGE2 en LTB4 hebben beide een

belangrijke rol in de ontstekingsreactie.

PGE2 is verantwoordelijk voor:

• Koorts

• Verhoogde vasculaire permeabiliteit

• Pijn

LTB4 is verantwoordelijk voor:

• Verhoogde vasculaire permeabiliteit

• Aantrekken van leukocyten naar de ontstekingsplaats

• Verhoogde vrijzetting van lysosomale enzymes

• Induceert vrijstelling TNF-α, IL-1β en IL-6

Linolzuur is een van de voornaamste VZ aanwezig in plantaardige oliën. Enkele van deze

plantaardige oliën worden gebruikt in het voer van hond en kat en kunnen via deze weg een rol spelen

bij ontstekingreacties (Chapmann and Hall, 1992). In een studie uitgevoerd door Rodriques et al in

2010 werd aangetoond dat linolzuur neutrofielen activeert om pro-inflammatoire cytokines IL-1β en IL-

8 vrij te stellen. IL-8, ook wel bekend als CINC-2αβ, heeft ook een functie als chemoattractant voor

neutrofielen waardoor er potentieel nog meer pro-inflammatoire cytokines uitgescheiden kunnen

worden (Rodriques et al., 2010).

Page 17: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

17

Belangrijk om te vermelden is dat omega-6 VZ niet alleen een pro-inflammatoire werking uitoefenen.

Vanuit gamma-linoleenzuur wordt, met behulp van het enzym elongase, het meervoudig onverzadigd

vetzuur dihomo-γ-linoleenzuur (DGLZ) gevormd. Dit vetzuur is, net als arachidonzuur, een substraat

voor de COX en LOX enzymes. Bij de degradatie van DGLZ worden er echter andere prostaglandines

gevormd namelijk van de PGE1 serie en 15-hydroxyeicosatetraaenoic zuur (15-HETE). Beide hebben

een anti-inflammatoire werking. PGE1 remt verdere vrijzetting van arachidonzuur uit de celmembraan

door inhibitie van fosfolipase A2. 15-HETE blokkeert de productie van LTB4 (Olivry et al., 2001).

Hoewel zowel omega-6 als omega-3 VZ een anti-inflammatoir effect uitoefenen, spelen de omega-3

VZ hierin de grootste rol. De absolute concentratie van deze VZ in het dieet, en vooral in de cellen en

weefsels, is belangrijker dan de ratio tussen omega-6 en omega-3 VZ (Galli et al., 2009; Yaqoob et al.,

2007).

2.2.1.6. Geoxideerde vetten

Bij de mens is reeds bekend dat oxidatie en de daarbij ontstane vrije radicalen, celschade

veroorzaken en mede aan de basis liggen van onder andere veroudering, inflammatory bowel disease

(IBD) en artritis. Wanneer geoxideerde vetten via de voeding het lichaam binnen komen is er een

verhoogde vraag naar antioxidanten om deze oxidatieve schade tegen te werken. De verhoogde

vraag uit zich in een verlaagd vitamine E gehalte in het serum bij dieren die geoxideerde vetten via

hun dieet innemen. In een studie waarin de effecten van geoxideerde vetten op antioxidant status en

immuunfunctie van honden werd onderzocht is gebleken dat geoxideerde vetten de functie van

monocyten, lymfocyten en neutrofielen wijzigt (Turek et al., 2000). Tevens is er bewijs dat de

oxidatieve stress een effect uitoefent op NF-κB met, zoals hierboven besproken, alle gevolgen van

dien op de ontstekingsreactie (Meyer et al., 1993). Deze effecten werden waargenomen bij honden

waarbij het dieet bestond uit vetten met een oxidatielevel van 100 ppm aldehyde, wat matig genoemd

mag worden. De ranzige geur van geoxideerde vetten is bij deze matige concentratie reeds waar te

nemen door de mens en een aandachtspunt bij de productie van gecommercialiseerde voeding (Turek

et al., 2000).

2.2.1.7. VVZ

VVZ bevatten geen dubbele bindingen en verschillen mede om die reden in functie in vergelijking met

de onverzadigde omega-3 en omega-6 VZ. VVZ komen voornamelijk voor in dierlijke vetten. Deze

dierlijke vetten, die de smakelijkheid van het voer verhogen, vormen een groot onderdeel van

kattenvoer (Brown, 1996). Verzadigde vetten werken pro –inflammatoir door verschillende

mechanismen:

• Opstapeling van diacylglycerol en ceramide. Ceramide is een vettig molecuul dat onder

andere instaat voor geprogrammeerde celdood (Kennedy et al., 2009)

Page 18: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

18

• Activatie van NK-κB, proteine kinase C-θ (PKC) en Mitogen-activated protein kinases die allen

in geactiveerde toestand leiden tot cytokine productie in vetcellen (Ajuwon en Spurlock, 2005)

• Inductie van ontstekingsgenen in wit vetweefsel, immuuncellen en myotubes

• Aantrekken van immuuncellen zoals macrofagen en neutrofielen naar het vetweefsel

Verzadigde VZ hebben voornamelijk een inflammatoir effect op wit vetweefsel (Kennedy et al., 2009).

Deze inflammatoire invloed vindt plaats door stimulatie van een receptor die ook lipopolysacchariden

van bacteriën bindt namelijk de Toll Like Receptor 4 (TLR4). TLR4 activatie door VVZ zorgt voor een

verhoogde expressie van ontstekingsgenen door activatie van NF-κB. Wanneer er een overdosis

palmitaat, een VVZ, wordt gegeven neemt de hoeveelheid vetweefsel toe en deze gehypertrofieerde

vetcellen secreteren pro-inflammatoire stoffen die ook kunnen bijdragen aan systemische

ontstekingen (Bays et al., 2008). Er zal tevens een gestegen ontstekingsreactie en apoptose te zien

zijn door oxidatieve stress of endoplasmatisch reticulum stress, productie van ceramide, PKC-signalen

en reactieve zuurstof. IL-10 en TNF-α zijn twee bijkomende mediatoren die door een teveel aan

palmitaat verhoogd worden afgegeven. In humane macrofagen is aangetoond dat palmitaat

verantwoordelijk is voor een verhoogde expressie van ontstekingsgenen door NF-κB activatie (Laine

et al., 2007). VVZ kunnen tevens rechtstreeks TLR activeren in macrofagen en vetcellen van muizen.

Door deze bezetting van TLR volgt een activatie van onder ander NF-κB wat leidt tot productie van

cytokines.

2.2.1.8. Effecten van EVZ suppletie in klinische voorbeelden

2.2.1.8.1. Dermatologische aandoeningen

Canine atopische dermatitis (CAD), ook wel atopie genoemd, is een inhalatoire aandoening waarbij

een verkeerde functie van suppressor T-cellen leidt tot een verhoogde productie van IgE en een

subtype van IgG namelijk het IgGd. Suppletie van omega-3 en omega-6 VZ bij de behandeling van

CAD leidt tot vermindering van de ontstekingsreactie en daarom is CAD een primaire dermatologische

indicatie voor het gebruik van deze supplementen (Ackerman, 1995). In een studie bij gezonde

honden uitgevoerd door Campbell et al., werd aangetoond dat bij suppletie van oliën rijk aan LZ een

verhoging van DGLZ en LZ in het serum en een verhoging van LZ in de huid was waar te nemen.

Tevens werd een verlaagde concentratie van AZ in het serum waargenomen (Campbell et al., 1992).

Suppletie van enkel LZ en ALZ voor de behandeling van ontsteking bij CAD is niet voldoende omdat in

de huid, zelfs bij gezonde honden, de enzymes delta-6 en delta-5 desaturase ontbreken. De hond is

dus niet in staat GLZ vanuit LZ te vormen en EPZ vanuit ALZ. Het enzym elongase is wel actief

aanwezig in de huid en daarom zal suppletie van GLZ wel resulteren in verhoogde aanmaak van

DGLZ. EPZ kan door toevoeging van koolstofatomen ook omgezet worden in DHZ. Om deze reden is

het belangrijk om honden en katten (die sowieso deze omzetting niet kunnen maken) met

dermatologische aandoeningen te supplementeren met de langere VZ GLZ en EPZ. In het geval van

pruritis zullen niet enkel de eicosanoïden de oorzaak zijn van de klachten en bijgevolg zal suppletie

Page 19: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

19

van VZ niet voldoende zijn de pruritis op te lossen. Nesbitt et al., stellen dat vetzuur suppletie wellicht

minder belangrijk is dan een uitgebreide wondbehandeling bij de behandeling van pruritis (Nesbitt et

al., 2003). De VZ zijn wel in staat de roodheid en ontsteking te verminderen (Ackerman, 1995). In 20%

van de gevallen worden problemen volledig opgelost met enkel suppletie van VZ (Ackerman, 1987;

Ackerman, 1988). Ook katten met huidproblemen hebben baat bij suppletie van VZ. Bewezen is dat

katten met atopie of miliaire dermatitis behandeld kunnen worden met omega-3 VZ (Miller et al.,

1993).

2.2.1.8.2. Osteoartritis

Osteoartritis, een degeneratieve aandoening, is de meest voorkomende vorm van artritis bij honden

en katten en gaat gepaard met variabele ontstekingsreacties in de synoviale membraan (Kremer et al.,

1987; Johnston, 1997). Uit verschillende studies is reeds aangetoond dat omega-3 VZ het

ontstekingsproces bij reumatoïde artritis verminderen (Kremer et al., 1987; Kremer et al., 1990;

Kremer, 1996; Berbert et al., 2005). De reden voor deze afname van ontsteking is dat eicosanoïden

gevormd uit omega-3 VZ minder potente induceerders zijn van de ontstekingsreactie. Bovendien

reduceren de omega-3 VZ de serumconcentratie en activiteit van de proteoglycaan-degraderende

enzymes matrix metalloproteïnase-2 en -9, COX-2 en pro-inflammatoire cytokines (Curtis et al., 2000;

Bauer, 2007). Bij honden gesuppleerd met visolie was bovendien een verminderde concentratie van

bicyclo-PGE2, een biomerker voor ontsteking, gemeten ter hoogte van de synoviale vloeistof (Bauer,

2007). In een studie uitgevoerd door Fritsch et al., in 2010 werd een significante toename van

drukbelasting in aangetaste ledematen gemeten bij suppletie van visolie (rijk aan de omega-3 VZ EPZ

en DHZ). Ditzelfde resultaat werd bekomen wanneer de honden werden behandeld met NSAID’s of

licofelone, een COX-LOX inhibitor. Deze studie heeft daarmee aangetoond dat honden met

osteoartritis klinisch verbeteren na suppletie van visolie (Fritsch et al., 2010). In een andere studie

waarin specifiek werd onderzocht of visolie de dosis van carprofen, een NSAID, bij honden met

osteoartritis kan verlagen werd een snellere reductie van carprofen gezien bij de testgroep. Dit is een

aanwijzing dat de omega-3 VZ uit visolie de capaciteit hebben osteoartritis te verminderen (Fritsch et

al., 2010)

Suppletie van meervoudig OVZ vraagt tegelijkertijd om een verhoogde toevoer van antioxidanten. De

VZ stapelen zich op in de weefsels die daardoor veel gevoeliger worden voor vet-peroxidatie. Een

goed vetzuursupplement voor de hond en kat zou optimaal gezien ook een antioxidant zoals vitamine

E moeten bevatten (Fritsche et al., 1992; Ackerman, 1995)

2.2.1.8.3. Obesitas

Bij honden en katten is obesitas en de daarmee gepaarde metabole stoornissen een groeiend

probleem en daardoor van toenemend belang in de geneeskunde van de gezelschapsdieren (Diez .,

Nguyen, 2006; German, 2006; Laflamme, 2006). Obesitas wordt gezien als een chronische ontsteking

die in kleine mate ook een systemisch effect uitoefent (Trayhurn, 2005; German et al., 2010).

Page 20: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

20

Vetweefsel, wat eerder slechts als vetreservoir beschouwd werd, is in feite een immuun-metabool- en

endocrien orgaan dat betrokken is bij aandoeningen als diabetes, obesitas en het metabool syndroom.

Voornamelijk het witte vetweefsel (WAT) gelokaliseerd rondom de abdominale organen secreteert

adipokines (Fulop et al., 2006). Wood en Trayhurn stellen dat door de uitbreiding van WAT de

doorbloeding van dit weefsel daalt met hypoxie tot gevolg ( Trayhurn en Wood, 2004). Deze hypoxie

activeert “Hypoxia inducible factor-1α” (HIF-1α) transcriptie factor. Deze activatie van HIF-1α leidt tot

productie van ontstekingsadipokines (Wood et al., 2007). Een verhoogde expressie van HIF-1α leidt

tot een daling van het anti-inflammatoire adipokine adiponectine en een verhoogde aanmaak van het

pro-inflammatoire adipokine leptine. (Chen et al., 2006). WAT bestaat naast vetcellen voor een groot

deel uit macrofagen die zich opstapelen bij obese dieren (Weisberg et al., 2003). Macrofagen en

vetcellen communiceren onderling en de toegenomen aantallen macrofagen induceren ontstekings-

pathways en de secretie van TNF-α en IL-6 ( Chang, 1992; Tappia, 1995; Trayhurn, 2005).

Macrofagen zorgen tevens in vetcellen voor een up-regulatie van bepaalde ontstekingsgeassocieerde

genen zoals matrix metalloproteïnase genen (O’Hara et al., 2009). Bij obese dieren wordt in de

macrofagen een fenotypische overgang waargenomen. Hierbij veranderen de macrofagen van een

M2 vorm naar een M1 vorm. Deze M1 vorm is in staat om de expressie van pro-inflammatoire genen

zoals TNF-α te verhogen (Lumeng et al., 2007).

Omega-3 VZ staan onder andere bekend als anti-obesitas factoren (Chen et al., 2009). Bij muizen die

gesuppleerd werden met omega-3 VZ werd gewichtsverlies en een verlaging van het vetpercentage

waargenomen (Ruzickova et al., 2004). Om tot dit vetverlies te komen oefenen omega-3 VZ

verschillende mechanismen uit zoals een toegenomen lipolyse en vetzuuroxidatie, remming van de

lipogenese en het onderdrukken van de differentiatie van pre-adipocyten (Tai et al., 2010). Omega- 3

VZ worden, afhankelijk van het celtype (Hardardottir et al., 1991; Zhao et al 2004) en celtoestand

(Wallace et al., 2000) waarop ze inwerken, tevens gezien als pro-inflammatoire factoren omdat DHZ

en EPZ de secretie van IL-6 en TNF-α in macrofagen verhogen (Chang et al., 1992; Tappia et al.,

1995; Petursdottir et al., 2005). Het lijkt erop dat deze pro-inflammatoire werking van omega-3 VZ tot

uiting komt door een verlaging van de productie van PGE2, dat een TNF-α suppressor is (Lokesh et

al., 1990; Tappia et al 1995). Deze potentieel pro-inflammatoire effecten van omega-3 VZ dienen

kwantitatief en zeer accuraat geëvalueerd te worden (Tai et al., 2010).

2.2.2. ANTIOXIDANTEN

De terminologie van antioxidanten en vrije radicalen is afkomstig van de elektrochemie. Een

antioxidant is een stof dat de eigenschap heeft om een substraat te beschermen tegen oxidatie.

Oxidatie is het proces waarbij er een verlies van elektronen optreedt en een chemisch onstabiel

molecuul, een vrij radicaal, is bij dit proces het eindresultaat. Deze vrije radicalen geven aanleiding tot

celschade en zijn rijkelijk aanwezig bij ontstekingen. Een antioxidant vervult verschillende functies

waaronder het behouden van celfunctie, regulatie van second messengers, regulatie van celsignalen

en controle van genexpressie (Zicker et al., 2006). Deze controle van genexpressie wordt

voornamelijk verkregen door beïnvloeding van NF-κB maar ook andere transcriptiefactoren kunnen

beïnvloed worden. Waterstof peroxide, een vrij radicaal, is verantwoordelijk voor activatie van NF-κB

Page 21: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

21

in functie van apoptosis. Vooral de antioxidanten die specifiek ter hoogte van de mitochondriën

inwerken zijn in staat deze signaalpathway te veranderen (Haddad, 2002; Hughes et al., 2005). Of

een antioxidant wel degelijk bescherming kan bieden tegen celschade en ontsteking is afhankelijk van

meerdere biologische factoren. Zo zal bijvoorbeeld orale suppletie van een antioxidant, zelfs al wordt

het samen met een maaltijd gegeven, niet altijd garanderen dat het geabsorbeerd en gedistribueerd

wordt tot in de weefsels (Zicker et al., 2006).

Hieronder worden de belangrijkste antioxidanten meer in detail besproken.

2.2.2.1. Vitamine E

Vitamine E is een natuurlijk vetoplosbaar vitamine dat peroxidatie van celmembranen voorkomt en

vrije radicalen neutraliseert. Deze neutralisatie van vrije radicalen gebeurt door donatie van

elektronen. Peroxidatie zorgt voor een verlies van de structurele integriteit van celmembranen en

interfereert daardoor met een normale celfunctie. Vitamine E bestaat uit een groep van chemisch

gerelateerde stoffen zoals de tocopherolen en tocotriënolen met als meest actieve vorm het α-

tocopherol. De vereiste dagelijkse hoeveelheid is afhankelijk van de hoeveelheid van selenium,

eveneens een antioxidant, en PUFA’s in het dieet van hond en kat. Vitamine E en selenium werken

synergistisch (Case et al., 1995). Bij de geriatrische hond is het bewezen dat bij een dagelijkse

inname van 2010mg/kg vitamine E per dag de immuunfunctie verbetert (Hayek et al., 1998; Gradin et

al., 2003). Bij oudere katten werd er aangetoond dat een vitamine E suppletie aan de voeding van

272-552 IU/kg, berekend op droge stof basis, resulteerde in een verbeterde immuunfunctie (Zicker et

al., 2006). Vitamine E heeft de capaciteit om, buiten zijn functie als antioxidant, ontstekingsprocessen

te beïnvloeden via modulatie van genexpressie (Morante et al., 2005; Galli et al., 2010). Yoshikawa et

al., opteren dat vitamine E een anti-inflammatoire werking uitoefent door een verminderde adhesie

tussen neutrofiel en endotheel mogelijk te maken (Yoshikawa et al., 1998). In 2004 werd gesteld door

Zingg et al., dat vitamine E een anti-inflammatoir effect uitoefent door directe beïnvloeding van de

expressie van 5 groepen van genen. Één van deze groepen omvat genen die een rol spelen bij acute

ontstekingsprocessen en celadhesie zoals, E-selecitne, ICAM-1, integrines, IL-4 en IL-1β. Deze niet-

oxidatieve werking van vitamine E vindt plaats door interactie met specifieke transcriptiefactoren. De

NF-κB-pathway speelt naar alle waarschijnlijkheid een rol bij de beïnvloeding van E-selecitne, IL-4 en

IL-1β. Vitamine E veroorzaakt een downregulatie bij zowel E-selecitne, IL-4 als IL-1β wat het anti-

inflammatoire effect verklaart (Zingg et al., 2004)

2.2.2.2. Selenium

Dit mineraal vormt een cofactor van het enzym glutathione peroxidase (GP) en is daarom essentieel

voor de werking van dit enzym. GP heeft als functie de bij vetzuur oxidatie ontstane peroxides ter

hoogte van de celmembraan te neutraliseren. Door de uitschakeling van deze peroxidases wordt de

celmembraan beschermd voor verdere oxidatie. Hiermee wordt duidelijk dat door de acties van

selenium er minder vitamine E nodig is in het lichaam (Case et al., 1995). Een verbetering van de

Page 22: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

22

immuunfunctie is een van de gevolgen die wordt waargenomen na suppletie van selenium in het dieet

(McKenzie, 1998).

2.2.2.3. Carotenoïden

Carotenoïden worden gesynthetiseerd door planten en zijn in feite donkerrode pigmenten. De hond is

in staat om vitamine A te vormen uit carotenoïden, dit in tegenstelling tot de kat. Het meest

onderzochte carotenoïd is β-caroteen. In een onderzoek bij honden en katten, uitgevoerd door Chew

et al., werd reeds aangetoond dat na suppletie met β-caroteen verhoogde concentraties van dit

antioxidant kon worden teruggevonden in plasma en leukocyten (Chew et al., 2000). Tevens werd

aangetoond dat jonge honden een verbeterde immuunfunctie vertoonden na suppletie van β-caroteen.

Een ander bekend carotenoïd is luteïne. Ook hierbij werden verhoogde concentraties in plasma en

leukocyten waargenomen na suppletie van luteïne in het dieet. Tevens is zowel bij de hond als de kat

een verbetering van de immuunfunctie waargenomen bij toevoeging van luteïne aan het dieet (Chew

et al., 2000; Zicker et al., 2006).

2.2.3. ESSENTIËLE OLIE VAN DE ZADEN VAN PTERODON EMARGINATUS

Planten zijn al vele jaren de basis van vele biologisch actieve grondstoffen voor medicijnen. Volgens

een studie uitgevoerd door Rates in 2001 was de vraag naar het gebruik van planten als een nieuwe

bron van medicijnen stijgende (Rates S.M.K., 2001). Om deze reden wordt hier in het kort besproken

wat het mechanisme achter de anti-inflammatoire werking van deze essentiële olie is.

Pterodon emarginatus komt oorspronkelijk uit Brazilië en is een plant behorend tot de leguminosen

familie. Het anti-inflammatoir effect van de essentiële olie van deze zaden is reeds bewezen bij ratten

en muizen en wordt toegeschreven aan de hierna besproken mechanismen (Dutra et al., 2008).

1: Verlagen van het aantal polymorfnucleairen, meer specifiek de neutrofielen

Wanneer pathogenen erin slagen het lichaam binnen te dringen zijn neutrofielen de eerste lijn van

verdediging in de immunologische reactie. Desondanks deze beschermende functie van het lichaam

veroorzaken ze tevens weefselschade. Deze weefselschade wordt veroorzaakt door reactie van

neutrofielen met het omringende weefsel, lokale ontstekingsmediatoren of extracellulaire matrix en

resulteert in vrijstelling van andere mediatoren, cytokines/chemokines, NO, degraderende enzymes en

metalloproteasen (Cunha et al., 2008). Essentiële olie van Pterodon emarginatus heeft bewezen de

potentie te hebben om het aantal neutrofielen te doen dalen wat een anti-inflammatoir effect heeft

(Dutra et al., 2008).

Page 23: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

23

2: Verlagen van het aantal pro-inflammatoire cytokines

De cytokines TNF-α en IL-1 hebben pro-inflammatoire eigenschappen en promoten daarom de lokale

of systemische ontstekingsreactie. Zowel bij ratten, muizen en konijnen is aangetoond dat beide

cytokines een belangrijke rol spelen in artritis. De essentiële olie van pterodon emarginatus heeft

bewezen de concentratie IL-1 te doen verlagen. Voor TNF-α is dit niet bewezen (Dutra et al., 2008).

2.2.4. BETA-GLUCANEN

Β-glucanen, klinisch relevante en niet specifieke immunomodulatoren, zijn koolhydraten die van zeer

veel verschillende bronnen afkomstig kunnen zijn. Ze bestaan uit vertakte glucose moleculen en

vormen een groot onderdeel van de celwand van gisten, schimmels en sommige bacteriën. Behalve

deze infectieuze bronnen kunnen Β-glucanen ook geëxtraheerd worden uit het endosperm van

sommige granen zoals haver en gerst. Dat er grote verschillen bestaan in de macromoleculaire

structuur van Β-glucanen lijkt niet meer dan logisch wanneer je kijkt naar de diversiteit van de

bronnen. De verschillen tussen de Β-glucanen onderling zijn terug te vinden in het vertakkingpatroon

van de glucose moleculen, moleculaire massa, tertiaire structuur, lading en oplosbaarheid. Al deze

eigenschappen zullen ervoor zorgen dat Β-glucanen zeer verschillende uitwerkingen hebben op de

immuunfunctie (Volman et al., 2008).

Bedirli et al., hebben in een studie, uitgevoerd bij ratten in sepsis, aangetoond dat Β-glucanen de

expressie van pro-inflammatoire cytokines en een algemene ontsteking significant kunnen

onderdrukken. Zij hebben tevens gezien dat er een verlaagde infiltratie van neutrofielen in

ontstekingsgebied was wat een goede verklaring is voor een verlaging van de pro-inflammatoire

cytokines. Er wordt gedacht dat de anti-inflammatoire werking van Β-glucanen verklaard kan worden

door down-regulatie van ICAM-1, een cel adhesie molecule, en neutrofiel accumulatie pathways

(Bedirli et al., 2007). In andere studies is ook het anti-inflammatoire effect van Β-glucanen naar voren

gekomen. Er werd een verlaging in de concentraties pro-inflammatoire cytokines TNF-α, IL-1β en IL-6

vastgesteld (Soltys et al., 1999; Lyuksutova et al., 2005; Williams et al., 2006).

Page 24: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

24

2.4. Discussie

Voeding kan een belangrijk onderdeel zijn bij de behandeling van verschillende ontstekingsprocessen

bij hond en kat. Voeding heeft, in tegenstelling tot de geneesmiddelen die voorgeschreven worden bij

de behandeling van (chronische) ontstekingsprocessen, geen schadelijke bijwerkingen. Naast de

beïnvloeding van het ontstekingsproces zelf kan suppletie van bepaalde voedingsmiddelen bovendien

nog meer voordelen geven zoals verlaging van het vetpercentage bij obese dieren in geval van

suppletie met omega-3 VZ.

OVZ zijn de meest gebruikte vorm van supplement en naar mijn mening is visolie, dat rijk is aan de

omega-3 VZ DHZ en EPZ, de beste keus. Niet alleen vind ik dit de beste keus omdat deze dierlijke

bron voldoet aan de natuurlijke voedingspatroon van de carnivoren maar evenzeer door de bewezen

resultaten in studies. Het positieve effect van omega-3 VZ bij de behandeling van ontsteking wordt

verkregen door directe- en indirecte interacties. De directe acties leiden tot de productie van de minder

pro-inflammatoire eicosanoïden van de PGE3-serie en LTB5-serie. Verder ontstaan uit omega-3 VZ

ook anti-inflammatoire en ontstekingsoplossende resolvines en protectines. De beïnvloeding van NF-

κB en daarmee de expressie van ontstekingsgenen is een belangrijke indirecte actie om ontstekingen

te verminderen. Omega-6 VZ, die in vergelijking met omega-3 VZ minder onderzocht zijn, staan vooral

bekend om hun pro-inflammatoire werking door het verhogen van substraat voor de productie van pro-

inflammatoire eicosanoïden. Naast deze vooral pro-inflammatoire werking oefenen sommige

gevormde prostaglandines, gevormd uit omega-6 VZ, ook een anti-inflammatoir effect uit. De ratio

tussen omega-3 en omega-6 VZ blijkt minder belangrijk te zijn dan de absolute concentratie aan deze

VZ. Een aandachtspunt in de voeding is de consumptie van geoxideerde vetten en verzadigde vetten

te vermijden daar ze beide de ontstekingsreactie versterken. Geoxideerde vetten zijn waarneembaar

door de ranzige geur die ze verspreiden. Door de eigenaar attent te maken op deze geur en hem

tegelijkertijd bewaartips mee te geven kan voorkomen worden dat hond en kat hieraan worden

blootgesteld. Het toevoegen van antioxidanten is ook een goede oplossing en wordt al toegepast in de

commerciële dierenvoeders. Antioxidanten zoals vitamine E, selenium en carotenoïden, oefenen een

anti-inflammatoir effect uit door modulatie van expressie van ontstekingsgenen en door een

verminderde adhesie tussen neutrofielen en endotheelcellen mogelijk te maken.

Bij de mens is al aangetoond dat de vraag naar meer alternatieve en op plant gebaseerde therapieën

stijgende is. Ik verwacht dat deze trend ook bij gezelschapsdieren zal komen en daarom is het mijns

inziens waardevol meer onderzoek te doen naar mogelijke alternatieve behandelingen. In deze

literatuurstudie heb ik kort het anti-inflammatoire effect besproken van de essentiële olie van de zaden

van pterodon emarginatus, wat een klein begin is van de mogelijke “alternatieve” geneeskunst.

In het kort zijn drie aandoeningen osteoartritis, dermatologische aandoeningen en obesitas met

daarbij behandeling met vetzuursuppletie besproken en nuttig bevonden. Met name obesitas, wat een

groeiend probleem is bij de gezelschapsdieren, vind ik een zeer belangrijk onderdeel. Naar mijn

mening zou obesitas bij gezelschapsdieren en de invloed van voeding, beschrijving van adipokines en

de link naar het metabool syndroom een perfect onderwerp zijn voor een eventuele literatuurstudie.

Page 25: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

25

3. Literatuurlijst

1. Brostoff J., Male D., Roitt I., Roth D.B.(2006). Immunology. Seventh edition. International edition.

Elsevier, China. p. 15. p. 529.

2. Mcgavin M.D., Zachary J.F. (2007). Pathologic basis of veterinary disease. Fourth edition. Elsevier,

China. p. 101-114, 125-128, 130, 204.

3. Burgerhout W.G., Mook G.A., de Morree J.J., Zijlstra W.G. (2001). Fysiologie, leerboek voor

paramedische opleidingen. Derde herziene druk. Elsevier, Maarssen. p. 307.

4. Tizard I.R. (2004). Veterinary immunology: an introduction. Seventh edition. Elsevier USA. p. 11,

17-22, 111.

5. Case L.P., Carey D.P., Hirakawa D.A. (1995). Canine and feline nutrition, a resource for companion

animal professionals. Mosby- Year Book, Inc, USA. p. 22-23, 36-37, 51, 96-97, 123.

6. Calder P.C. (2009). The 2008 ESPEN Sir David Cuthbertson lecture: Fatty acids and inflammation-

From the membrane to the nucleus and from the labaratory bench to the clinic. Clinical nutrition 29, 5-

12.

7. Calder P.C. (2008). The relationship between fatty acid composition of immune cells and their

function. Prostaglandins Leukotrienes and Essential Fatty Acids 79(3), 101-108.

8. Yaqoob P., Calder P.C. (2007) Fatty acids and immune function: new insights into mechanisms.

Britisch journal of Nutrition. 98(S1), S41-45.

9. Calder P.C. (2009) Polyunsaturated fatty acids and inflammatory processes: new twist in an old

tale. Biochimie 91, 791-795.

10. Renier, G., Skamene E., de Sanctis J., Radzioch D. (1993). Dietary n-3 poluunsaturated fatty acids

prevent the development of atherosclerotic lesions in mice. Modulation of macrophage secretory

activities. Arteriosclerosis ans thrombosis 13, 1515-1524.

11. Galli C., Calder P.C. (2009). Effects of fat and fatty acid intake on inflammatory and immune

responses: A critical review. Annals of nutrition and metabolism 55, 123-139.

12. Rivers J.P.W., Sinclair A.J., Crawford M.A. (1975). Inability of the cat to desaturate essential fatty

acids. Nature 258, 171-173.

13. Rivers J.P.W., A Hassam A.G., Alderson C. (1976). The absence of delta-6-desaturase activity in

the cat. The Proceedings of the Nutrition Society 35(2), 67a-68a.

14. Arita M., Yoshida M., Hong S., Tjonahen E., Glickman J.N., Petasis R.S., Blumberg C.N., Serhan

C.N., (2005). Resolvin E1 an endogenous lipid mediator derived from omega-3 eicosapentaenoic acid,

protects against 2,4,6-trinitrobenzene sulfonic acid-induced colitis. Proceedings of the National

Acadamy of Sciences of the United States of America 102(21), 7671-7676.

15. Mullen A., Loscher L.M., Roche H.M. (2009). Anti-inflammatory effects of EPA and DHA are

dependent upon time an dose-response elements associated with LPS stimulation in THP-1 derived

macrophages. Journal of Nutritional Biochemistry (2010) 21(5), 444-450.

16. Karin M., Delhase M. (2000). The I kappa B Kinase (IKK) and NF-Kappa B: key elements of

proinflammatory signalling. Seminar Immunology 12, (1), 85-98.

Page 26: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

26

17. Van den Berghe W., Vermeulen L., Delerive P., de Bosscher B., Staels B., Haegeman G. (2003).

A paradigm for gene regulation: inflammation, NF-kappaB and PPAR. Advanced medical biological

544, 181-196.

18. Zicker S.C., Wedekind K.J., Jewell, D.E. (2006). Antioxidants in veterinary nutrition. Veterinary

clinics, small animal practice 36(6), 1183-1198.

19. Haddad J.J. (2002). Antioxidant and prooxidant mechanisms in the regulation of redox(y)-sensitive

transcription factors. Cell Signal 14(11), 879-897.

20. Hughes G., Murphy M.P., Ledgerwood E.C. (2005). Mitochondrial reactive oxygen species

regulate the temporal activation of nuclear factor kappaB to modulate tumor necrosis factor-induced

apoptosis: evidence from mitochondria-targeted antioxidants. Biochemical Journal 389(Pt1), 83-89.

21.Gradin J.L., Hall J.A., Tooley K.A., Gradin J.L., Jewell D.E., Wander R.C. (2003). Effects of dietary

n-6 and n-3 fatty acids and vitamin E on the immune response of healthy geriatric dogs. American

Journal of veterinary Research 64(6), 762-772.

22. Hayek M., Meydani S.N., Wu D et al., (1998). Vitamin E and immune response in aged dogs.

Recent advances in canine and feline nutrition, vol II. Wilmington (OH): Orange frazer Press, 295-303

23. McKenzie R.C., Rafferty T.S., Beckett G.J. (1998). Selenium: an essential element for immune

function. Immunology Today 19(8), 342-345.

24. Chew B.P., Park J.S., Weng B.C., Wong T.S., Hayek M.G., Reinhart G.A. (2000). Dietary β-

carotene is taken up by blood plasma and leukocytes in dogs. The Journal of Nutrition 130(7), 1788-

1791.

25. Chew B.P., Park J.S., Weng B.C., Wong T.S., Hayek M.G., Reinhart G.A. (2000). Dietary β-

carotene absorption by blood plasma and leukocytes in domestic cats. The Journal of Nutrition 130(9),

2322-2325.

26. Dutra R.C., Fava M.B., Alves C.C.S., Ferreira A.P., Barbosa N.R. (2009). Antiulcerogenic and anti-

inflammatory activities of the essential oil from pterodon emarginatus seeds. Journal of pharmacy and

pharmacology 61(2), 243-250.

27. Volman J.J., Ramakers D., Plat J. (2008). Dietary modulation of immune function by β-glucans

Physiology and behavior 94(2), 276-284.

28. Lyuksutova O.I., Murphey E.D., Toliver-Kinsky T.E., Lin C.Y., Cui W., Williams D.L., Sherwood

E.R. (2005). Glucan phosphate treatment attenuates burn-induced inflammation and improves

resistance to pseudomonas aeruginosa burn wound infection. Shock 23(3), 224-232.

29. Soltys J., Quinn M.T. (1999). Modulation of endotoxin- and enterotoxin-induces cytokine release

by in vivo treatment with beta-(1,6)-branched beta-(1,3)-glucan. Infection and immunity 67(1), 244-

252.

30. Williams D.L., Ozment-Skelton T., Li C. (2006). Modulation of the phosphoinositide 3-kinase

signaling pathway alters host response to sepsis, inflammation ans ischemia/reperfusion injury. Shock

25(5), 432-439.

31. Bedirli A., Kerem M., Pasaoglu H., Akyurek N., Tezcaner T., Elbeg S., Memis L., Sakrak O.,

(2007). Beta-glucan attenuates inflammatory cytokine release and prevents acute lung injury in an

experimental model of sepsis. Shock 27(4), 397-401.

Page 27: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

27

32. Chapmann en Hall. (1992). Unsaturated fatty acids: nutritional and physiological significance.

British Nutrition Foundation.

33. Meyer M., Screck R., Baeuerle P.A. (1993). H2O2 and antioxidants have opposite effects on

activation of NF-kappa B and AP-1 in intact cells: AP-1 as secondary antioxidant-responsive factor.

The EMBO Journal 12(5), 2005-2015.

34. Turek J.J., Watkins B.A., Schoenlein I.A., Hayek M.G., Aldrich C.G. (2000). Ingestion of oxidized

lipids alters canine antioxidant status and immune function. IAMS nutrition symposium. 541-553.

35. Olivry T., Marsella R., Hillier A. (2001). The ACVD task force on canine atopic dermatitis (XXIII) :

are essential fatty acids effective ? Veterinary immunology and immunopathology: 81(3-4), 347-362.

36. Campbell K. L., Dorn G.P. (1992). Effects of oral sunflower oil and olive oil on serum and

cutaneous fatty acid concentrations in dogs. Research in Veterinary Science. 53(2), 172-178.

37. Ackerman L. (1987). Nutritional supplementation for canine dermatoses. Canine veterinary journal

28(1-2), 29-32.

38. Ackerman L. (1988). Medical and immunotherapeutic options for treating atopic dogs. Veterinary

medicine 83 (8), 790-797

39. Ackerman L. (1995). Dermatologic uses of fatty acids in dogs and cats. Symposium on fatty acid

supplements.

40. Miller Jr W.H. et al., (1993). Efficacy of DVM dermcaps liquid in the management of allergic and

inflammatory dermatoses of the cat. JAAHA 29(1), 37-40.

41. Yoshikawa T., Yoshida, N., Manabe H., Terasawa Y., Takemura T., Kondo T. (1998). Alpha-

tocopherol protects against expression of adhesion molecules on neutrophils and endothelial cells.

Biofactors 7(1-2), 15-19.

42. Galli F., Azzi A. (2010) Present trends in vitamin E research. Biofactors 36(1), 33-42.

43. Morante M., Sandoval J., Gómez-Cabrera J., Rodríquez J.L., Pallardó F.V., Vina J.R., Torres L.,

Barber T. (2005). Vitamin E deficiency induces liver nuclear factor-kappaB DNA-binding activity and

changes in related genes. Free radical research 39(10), 1127-1138.

44. Nesbitt G.H., Freeman L.M., Hannah S.S. (2003). Effect of n-3 fatty acid ratio and dose on clinical

manifestations plasma fatty acids and inflammatory mediators in dogs with pruritis. Veterinary

Dermatology 14(2), 67-74.

45. Deckelbaum R.J., Worgall T.S., Seo T. (2006). n-3 fatty acids and gene expression. American

journal of clinical nutrition 83 (supplement), 1520S-1525S.

46. Stanley J.C., Elsom R.L., Calder P.C., Griffin B.A., Harris W.S., Jebb S.A., Lovegrove J.A., Moore

C.S., Riemersma R.A., Sanders TAB. (2007). UK food standards agency workshop report: The effects

of the dietary n-6:n-3 fatty acid ratio on cardiovascular health. British journal of nutrition 98(6), 1305-

1310.

47. Johnston S.A. (1997). Joint anatomy, physiology and pathobiology. Veterinary clinics of north

america: small animal practice 27(4), 699-723.

48. Kremer J.M., Jubiz W., Michalek A. (1987). fish oil fatty acid supplementation in active rheumatoid

arthritis. A double blinded controlled, crossover study. Annals of internal medicine 106(4), 497-503.

Page 28: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

28

49. Berbert A.A., Kondo C.R. Almendra C.L. Matsuo T., Dichi I. (2005). Supplemantation of fish oil and

olive oil in patients with rheumatoid arhritis. Nutrition 21(2), 131-136.

50. Kremer J.M. (1996). Effects of modulation of inflammatory and immune parameters in patients with

rheumatic and inflammatory disease receiving dietary supplemantation of n-3 and n-6 fatty acids.

Lipids (supplement 31): S243-S247.

51. Kremer J.M., Lawrence D.A., Jubiz W., Digiacoma R., Rynes R., Bartholomew L.E., Sherman M.

(1990). Dietary fish oil and olive oil supplementation in patients with rheumatoid arthritis. Clincal and

immunologic effects. Arthritis and Rheumatism 33(6), 810-820.

52. Curtis C.L., Hughes C.E., Flannery C.R., Little C.B., Harwood J.L., Caterson B. (2000). n-3 fatty

acids specifically modulate catabolic factors involved in articular cartilage degradation. The journal of

biological chemistry 275(2), 721-724.

53. Roush J.K., Cross A.R., Renberg W.C., Dodd C.E., Sixby K.A., Fritsch D.A., Allen T.A., Jewell

D.E., Richardson D.C., Leventhal P.S., Hahn K.A. (2010). Evaluation of the effects of dietary

supplementation with fish oil omega-3 fatty acids on weight bearing in dogs with osteoarthritis.

JAVMA, 236(1), 67-73.

54. Bauer J.E. (2007). Responses of dogs to dietary omega-3 fatt y acids. JAVMA 231(11), 1657-

1661.

55. Fritsch D.A., Allen T.A., Dodd C.E., Jewell D.E., Sixby K.A., Leventhal P.S., Brejda J., Hahn K.A.

(2010). A multicenter study of the effect of dietary supplementation with fish oil omega-3 fatty acids on

carprofen dosage in dogs with osteoarthritis. JAVMA 236(5), 535-539.

56. Reinhart G.A. (2006). Review of omega-3 fatty acids and dietary influences on tissue

concentrations. Recent advances in canine and feline nutritional research: Proceedings of the 1996

Iams international nutrition symposium. p. 235,239.

57. Brown S.A. (1996). Fatty acid supplementation and chronic renal disease. Recent advances in

canine and feline nutritional research: Proceedings of the 1996 Iams international nutrition symposium.

p. 161.

58. Kennedy A., Martinez K., Chuang C.C., LaPoint K., McIntosh M. (2009). Saturated fatty acid-

mediated inflammation and insulin resistance in adipose tissue: Mechanisms of action and

implications. The journal of nutrition, 139(1), 1-4.

59. Bays H.E., Gonzalez-Campoy J.M., Bray G.A., Kitabchi A.E., Bergman D.A., Schorr A.B., Rodbard

H.W., Henry R.R. (2008). Pathogenic potential of adipose tissue and metabolic consequences of

adipocyte hypertrophy and increased visceral adiposity. Expert review of cardiovascular therapy 6(3)

343-368.

60. Ajuwon K.M., Spurlock M.E. (2005). Palmitate activates the NF-kappaB transcription factor and

induces IL-6 and TNFalpha expression in 3T3-L1 adipocytes. The journal of nutrition 135(8), 1841-

1846.

61. Laine P.S., Schwartz E.A., Wang Y., Zhang W.Y., Karnik S.K., Musi N., Reaven P.D. (2007).

Palmitic acid induces IP-10 expression in human macrophages via NF-kappaB activation. Biochemical

and biophysical research communications 358(1), 150-155.

62. Rates S.M.K. (2001). Plants as a source of drugs. Toxicon 39(5), 603-613.

Page 29: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

29

63. Cunha T.M., Verri W.A., Schivo I.R., Napimoga M.H., Parada C.A., Poole S., Teixeira M.M.,

Ferreira S.H., Cunha F.Q (2008). Crucial role of neutrophils in the development of mechanical

inflammatory hypernociception. Journal of leukocyte biology 83(4), 824-832.

64. Diez M., Nguyen P. (2006). The epidemiology of canine and feline obesity. Waltham focus 16(1),

2-8.

65. German A.J. (2006). The growing problem of obesity in dogs and cats. The journal of nutrition

136S, 1940S-1946S.

66. Laflamme D.P. (2006). Understanding and managing obesity in dogs and cats. Veterinary clinic

north america small animal practice 36(6), 1283-1390.

67. German A.J., Ryan V.H., German A.C., Wood I.S., Trayhurn P. (2010). Obesity, its associated

disorders and the role of inflammatory adipokines in companion animals. The veterinary journal

185(1), 4-9.

68. Trayhurn P. (2005). Adipose tissue in obesity – an inflammatory issue. Endocrinology 146, 1003-

1005.

69. Trayhurn P., Wood I.S. (2004). Adipokines: inflammation and the pleiotropic role of white adipose

tissue. Britisch journal of nutrition 92, 347-355.

70. Wood I.S., Wang B., Lorente-Cebrian S., Trayhurn P. (2007). Hypoxia increases expression of

selective facilitative glucose transporters (GLUT) and 2-deoxy-D-glucose uptake in human adipocytes.

Biophysical research communications 361, 468-473.

71. Chen B., Lam K.S., Wang Y., Wu D., Lam M.C., Shen J., Wong L., Hoo R.L., Zhang J., Xu A.

(2006). Hypoxia dysregulates the production of adiponectin and plasminogen activator inhibitor-1

independant of reactive oxygen species in adipocytes. Biochemical and biophysical research

communications 341, 549-556.

72. O’Hara A., Lim F.L., Mazzatti D.J., Trayhurn P. (2009). Molecular analysis identifies matrix

metalloproteinases (MMP’s) as key genes whose expression is upregulated in human adipocytes by

macrophage-conditioned medium. Pflugers archives- European journal of physiology 458, 1103-1114.

73. Lumeng C.N., Bodzin J.L., Saltiel A.R., (2007). Obesity induces a phenotypic switch in adipose

tissue macrophage polarization. Journal of clinical investigation 117, 175-184.

74. Ruzickova J., Rossmeisl M., Prazak T., et al (2004). Omega-3 PUFA of marine origin limit diet-

induces obesity in mice by reducing cellularity of adipose tissue. Lipids 39, 1177-1185.

75. Tai C.C., Ding, S.T. (2009). N-3 polyunsaturated fatty acids regulate lipid metabolism through

several inflammation mediators: mechanisms and implications fot obesity prevention. Journal of

nutritional biochemistry 21, 357-363.

76. Tappia P.S., Man W.J., Grimble R.F. (1995). Influence of unsaturated fatty acids on the production

of tumor necrosis factor and interleukine-6 by rat peritoneal macrophages. Molecular and cellular

biochemistry 143(2), 89-98.

77. Chang H.R., Arsenijevic D., Pechere J.C., Piquet P.F., Mensi N., Girardier L et al. (1992). Dietary

supplementation with fish oil enhances in vivo synthesis of tumor necrosis factor. Immunology Letters

34(1), 13-17.

Page 30: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

30

78. Petursdottir D.H., Olafsdottir I., Hardardottir I. (2002). Fish oil increases tumor necrosis factor

secretion but decreases interleukin-10 secretion by murine peritoneal macrophages. Journal of

nutrition 132, 3740-3743.

79. Zhao Y., Joshi-Barve S., Barve S., Chen L.H. (2004). Eicosapentaenoic acid prevents LPS-

induced TNT-alpha expression by preventing NF-kappaB activation. Journal of the American College

of Nutrition 23(1), 71-78.

80. Wallace F.A., Miles E.A., Calder P.C. (2000). Activation state alters the effect of dietary fatty acids

on pro-inflammatory mediator production by murine macrophages. Cytokine 12, 1374-1379.

81. Hardardottir I., Kinsella J.E. (1991). Tumor necrosis factor production by murine resident peritoneal

macrophages is enhanced by dietary n-3 polyunsaturated fatty-acids. Biochimica et Biophysica acta

(BBA) – Molecular Cell Research 1095(3), 187-195.

82. Lokesh B.R., Sayers T.J., Kinsella J.E. (1990). Interleukin-1 and tumor necrosis factor synthesis by

mouse peritoneal macrphages is enhanced by dietary n-3 polyunsaturated fatty acids. Immunology

Letters 23, 281-285.

83. Rodriques H.G., Vinolo M.A.R., Magdalon J., Fujiwara H., Cavalcanti D.M.H., Farsky S.H.P.,

Calder P.C., Hatanaka E., Curi R. (2010). Dietary free oleic and linoleic acid enhances neutrophil

function and modulates the inflammatory response in rats. Lipids 45, 809-819.

84. Fritsche K.L., Cassity N.A., Huang S. (1992). Dietary (n-3) fatty acid and vitamin E interactions in

rats: Effects on vitamin E status, immune cell prostaglandin E production and primary antibody

response. The journal of nutrition 122, 1009-1018.

85. Zingg J.M., Azzi A. (2004). Non-antioxidant activities of vitamin E. Current medicinal chemistry

11(9), 1113-1133.

86. Tizard I.R. (2008). Veterinary immunology an introduction. Eighth edition. Elsevier. p. 25 en p. 77.

Page 31: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

31

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Academiejaar 2010-2011

VERSLAG VAN DE DIERENARTSENSTAGE

Door

Marjolijn VERKAIK

Page 32: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

32

Stageverslag in het kader van de masterproef

Page 33: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

33

Auteursrecht

De auteur geeft de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk

gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de

verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie.

Het auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft benaderd

en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde

studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren.

De auteur is niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en

beschreven zijn.

Page 34: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

34

Voorwoord

Of een stage een fijne en bovendien leervolle stage is hangt sterk af van de personen die je tijdens die

week begeleiden. Alle mensen die me tijdens de stageweken geholpen hebben wil ik daarvoor

hartelijk bedanken. Het waren twee fijne weken.

Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar dierenarts, Jessica Sommers en naar dierenarts, Jos de Boer.

Door hun ben ik aan de stageadressen gekomen waarvoor veel dank. Tevens hebben ze me enorm

geïnspireerd door hun gedrevenheid tijdens het werk en hun liefde voor het vak, een prachtig

voorbeeld.

Verder gaat mijn dank uit naar alle andere dierenartsen die me tijdens deze stages hebben begeleid.

Bedankt Egidius Wientjes, voor je gedrevenheid, enorme kennis en de kansen die je me gegeven

hebt. Bedankt ook Gitty Pol, Siert-Jan Boersema, Frank Admiraal, Gauke Kuiken, Ton Westerhout en

Ernst Nijenhuis.

Mijn dank gaat tevens uit naar alle assistentes, voor hun goede tips tijdens de stage. Bedankt Karin,

Lisanne, Floor, Gerjanne, Berinda, Linda en Claire.

Page 35: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

35

Inhoudsopgave

1. Logboek stage kleine huisdieren ....................................................................................................... 36

2. Case kleine huisdieren: castratie ram ............................................................................................... 40

2.1. Anamnese en lichamelijk onderzoek ......................................................................................... 40

2.2. Diagnose .................................................................................................................................... 40

2.3. Behandeling ............................................................................................................................... 40

2.4. Instructies aan de eigenaar........................................................................................................ 41

3. Analyse van structuur en management praktijk kleine huisdieren .................................................... 42

3.1. De kliniek.................................................................................................................................... 42

3.2. Visie op zorg............................................................................................................................... 42

3.3. Werkindeling............................................................................................................................... 42

3.4. Specialisaties ............................................................................................................................. 43

3.5. Specifieke activiteiten................................................................................................................. 43

3.6. Sterke en zwakke punten van de praktijk .................................................................................. 43

4. Logboek stage grote huisdieren ........................................................................................................ 43

5. Case grote huisdieren: operatief verwijderen tyloom ........................................................................ 47

5.1. Anamnese en lichamelijk onderzoek ......................................................................................... 47

5.2. Probleemlijst............................................................................................................................... 47

5.3. Diagnose .................................................................................................................................... 47

5.4. Behandeling ............................................................................................................................... 47

6. Analyse van structuur en management praktijk GHD ....................................................................... 50

6.1. Doelen van de praktijk................................................................................................................ 50

6.2. Werkindeling............................................................................................................................... 50

6.3. De praktijkadministratie.............................................................................................................. 51

6.4. Specifieke activiteiten................................................................................................................. 51

6.5. Sterke en zwakke punten van de praktijk .................................................................................. 52

7. Algemene reflectie ............................................................................................................................. 53

7.1. Kleine huisdieren stage.............................................................................................................. 53

7.2. Grote huisdieren stage............................................................................................................... 54

7.3. toekomstvisie.............................................................................................................................. 55

Page 36: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

36

1. Logboek stage kleine huisdieren

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

26-7 8.30 vaccinatie niesziekte poes

26-7 9.00 urineafname en onderzoek op kristallen

26-7 10.30 vaccinatie niesziekte kat Na de vaccinatie verband

verwisselen bij een

hospitalisatiepatiënt

26-7 11.00 vaccinatie puppy hondenziekte, parvo en ziekte

van Weil

Verder nog uitleg over dominantie

daar deze pup ondanks zijn jonge

leeftijd al erg dominant was

26-7 11.30 ex-hospitalisatie patiënt met nekhernia ontslagen Uitleg aan de eigenaar over een

katheter

26-7 12.00 vaccinatie katten- en niesziekte kat Program toediening

26-7 13.00 assisteren bij laparotomie hond

26-7 14.30 vaccinatie puppy hondenziekte, parvo en ziekte

van Weil

26-7 15.00 second opinion heupdysplasie röntgenfotos’s gemaakt

26-7 15.30 beoordeling röntgen foto’s van collega’s die om

assistentie vragen

26-7 16.00 controle achterhand na operatieve verwijdering

van een tumor op de huid

26-7 16.15 bellen met collega’s, bespreken röntgen foto’s

26-7 17.00 hond met spoed binnengebracht, bloed in

abdomen, assistentie bij exploratieve

laparotomie

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

27-7 8.30 onderzoek bij labrador met diarree en melena

27-7 9.00 onderzoek van 3 pups, opstellen

gezondheidscertificaat, eerste vaccinaties bij de

drie pups.

Onderzoek moederdier, wegname

huidmassa op achterhand

27-7 9.30 castratie kater

27-7 10.00 onderzoek van rottweiler die al lange tijd hoest. Endoscopie en RX

27-7 10.45 spoedgeval na aanrijding RX, echo en toediening infuus,

slechte prognose en geen

verbetering; uiteindelijk

euthanasie

27-7 11.30 beoordeling HD bij twee newfoundlanders

Page 37: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

37

27-7 12.00 vaccinatie rabiës hond

27-7 12.15 pauze

27-7 13.00 vaccinatie puppy hondenziekte, parvo en ziekte

van Weil, opstellen gezondheidscertificaat

27-7 13.30 vaccinatie mopshond, onderzoek huidafkrabsel

en onderzoek manken rechter achterpoot

Microscopisch onderzoek van het

huidafkrabsel na aankleuren

preparaat. Bevestiging van

vermoeden demodex.

Onderliggende oorzaak zou

opgespoord moeten worden

27-7 14.00 meekijken bij patellaoperatie bij een kat.

27-7 15.15 diagnostiek kleuren preparaten en

microscopisch onderzoek hiervan

27-7 16.00 assisteren bij sterilisatie hond

27-7 17.00 onderzoek konijn dat slecht eet RX

27-7 17.30 onderzoek kat na aanrijding Behandeling wondes en RX

Woensdag 28 juli:

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

28-7 8.30 telefonisch spreekuur

28-7 9.00 assisteren bij sterilisatie plus verwijderen van

een goedaardige huidtumor

28-7 10.35 vaccinatie kennelhoest en leptospirose

28-7 10.55 overleg met collega’s; hond met ontsteking met

MRSA, operatie?

28-7 11.15 second opinion voor sterilisatie van teefje na een

eerdere operatie aan ectopische ureters

28-7 11.30 meekijken bij operatie megacolon

28-7 12.30 pauze

28-7 13.00 meekijken bij operatie megacolon

28-7 13.30 echo bij hond met leverfalen

28-7 14.15 cherry eye bij engelse bulldog, onderzoek of cornea nog intact is

en uitleg over operatief

verwijderen van cherry eye

28-7 14.45 onderzoek sharpei met sharpei fever Bloed genomen om naar

nierwaarden te kijken

28-7 15.15 onderzoek van pup die slecht groeit echo

28-7 16.00 onderzoek poedel met dikke buik echo

Page 38: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

38

28-7 16.30 spoedbehandeling bij hond die chocolade heeft

gegeten

28-7 16.50 onderzoek van bordeauxdog die sinds een week

veel vermagerd is en geen energie heeft,

bloedonderzoek, echo, besluit tot

opname

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

29-7 8.30 euthanasie oude poes

29-7 9.00 sterilisatie poes

29-7 9.45 chemische castratie kater

29-7 10.00 officiële HD en ED keuring RX

29-7 10.30 onderzoek mank kitten van 3 week oud RX van achterpootje laat een

tibiafractuur zien. Er wordt

besloten niets te doen qua

therapie omdat de fractuur mooi

gepositioneerd is, de fractuur al

aan het helen is en het een jong

dier is.

29-7 11.00 vaccinatie niesziekte poes

29-7 11.15 pauze

29-7 11.45 laparoscopisch onderzoek hond na vermoeden

tumor

Tumor in lever met veel

metastasen. Eigenaren besluiten

dier te euthanaseren

29-7 13.00 vaccinatie van 2 honden en twee katten,

ontwormen van de twee katten

29-7 13.30 kittencontrole plus eerste vaccinatie

29-7 13.45 algemeen onderzoek bij kat die” het niet goed

doet”

Echo abdomen

29-7 14.45 spoedgeval; kat na aanrijding, RX en

behandeling in O2-ruimte

29-7 15.30 hond algemeen onderzoek en bloedonderzoek

29-7 16.00 onderzoek oren van franse buldog, behandelen

oormijt

29-7 16.30 onderzoek konijn met koliek?

29-7 16.45 RX bij benauwde kat, behandelen longoedeem

Page 39: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

39

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

30-7 8.30 controle van alle gehospitaliseerde patiënten,

bloedafname, infuus aanleggen

30-7 9.30 operatie bloedoor

30-7 10.30 vaccinatie kat voor niesziekte en hond

leptospirose en kennelhoest

30-7 10.45 vaccinatie niesziekte kat

30-7 11.00 vaccinatie niesziekte kat

30-7 11.30 onderzoek hond met pijn? Bloedafname en onderzoek

30-7 12.00 onderzoek ontstoken oor plus onderzoek

jeukplekken op poten

behandeling oormijt en

jeukplekken

30-7 13.00 pauze

30-7 13.15 vaccinatie kitten kattenziekte en niesziekte

30-7 13.30 onderzoek anaalzakken hond, negatief, verder

onderzoek geeft pijnlijke rug aan, RX

30-7 14.15 euthanasie hond

30-7 14.45 onderzoek kreupele hond RX en voedingsadvies wegens

obesitas

30-7 15.15 onderzoek jonge hond met bijttrauma, hechten

tandvlees en wondverzorging

30-7 16.00 Spoed Duitse herder met maagtorsie behandeling maagkanteling, na

stabilisatie operatief vastzetten

van de maag

Page 40: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

40

2. Case kleine huisdieren: castratie ram

2.1. Anamnese en lichamelijk onderzoek

Een 2 jaar oude intacte ram werd aangeboden voor castratie. De ram werd al geruime tijd apart

gehouden in een hok en werd gecastreerd om weer bij de twee andere vrouwelijke konijnen in het hok

te kunnen verblijven. Er werd nu gekozen voor castratie omdat de ram, sinds hij alleen in het hok

verbleef minder levenslustig was en de eigenaars verwachten dat dit opgelost zou worden wanneer de

drie konijnen weer bij elkaar konden zijn. Agressie bij de ram was afwezig en daardoor niet de reden

voor castratie. Verder werden er in de anamnese geen bijzonderheden vermeld.

Op algemeen onderzoek werden geen afwijkingen gevonden.

Belangrijk te vermelden is dat de ram niet nuchter werd aangeboden voor operatie wat voor konijnen

normaal is. Konijnen kunnen niet braken waardoor er geen kans op een verslikkingspneumonie

aanwezig is. Tevens dient het gastro-intestinaal stelsel van een konijn altijd gevuld te zijn zodat de

flora niet gewijzigd wordt.

2.2. Diagnose

Niet van toepassing

2.3. Behandeling

De ram wordt gewogen en daarna onder narcose gebracht met Dexdomitor en Ketamine dat op basis

van het gewicht intramusculair in de rugspier wordt gegeven. Nadat de ram in slaap is wordt hij op een

verhoogd rekje op een warmtematje op de operatietafel gelegd en worden tevens de ogen gezalfd om

uitdroging te voorkomen. De vier poten van de ram worden vastgemaakt aan het rekje zodat ze goed

gefixeerd zijn. Ter hoogte van de neus wordt een slangetje met toevoer van zuurstof gelegd zodat de

aanvoer van zuurstof vergemakkelijkt. Ook wordt er al en pijnstiller, namelijk Metacam, en een

antibioticum toegediend. De Metacam zal ervoor zorgen dat het konijn zich na de ingreep beter voelt

en ook weer sneller gaat eten daardoor. Deze ram heeft op het scrotum weinig beharing zodat

scheren niet nodig is. Wel wordt het scrotum voordat er gesneden wordt gewassen en

gedesinfecteerd. De operatieplek wordt afgedekt met steriele operatiedoeken.

In het scrotum ter hoogte van de eerste testikel wordt een huidsnede gemaakt waardoor het testikel

tot buiten het scrotum kan worden gehaald. De epididymis, die vast zit aan het ophangligament wordt

hiervan manueel losgetrokken. Het testikel hangt nu nog maar vast aan het bloedvat en de

zaadstreng. Nu wordt er een weefselklem op de zaadstreng en bloedvat gezet en er wordt een

ligatuur geplaatst. Daarna wordt de klem verwijderd en kan onder de ligatuur de testikel verwijderd

worden door deze af te snijden.

Page 41: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

41

Dezelfde procedure wordt herhaald aan de andere kant voor het andere testikel.

Na verwijdering van het tweede testikel wordt er gehecht. In deze praktijk kiezen ze voor de gesloten

methode omdat er door de hechtingen een verminderde kans op complicaties is. De kans op

complicaties bij de open methode is groter omdat een konijn met zijn scrotum in contact is met de

grond waar zaagsel, stro, feces en urine liggen. Bij de gesloten methode kan het dier in principe direct

weer terug in zijn hokje zonder dat er een grote kans is op ontstekingen. Bij de gesloten methode

wordt als eerste de tunica vaginales gehecht. Daarna volgen de subcutis en cutis. Zeker de

hechtingen in de huid mogen niet te strak aangetrokken worden om necrose van de huid te

voorkomen.

Wanneer alle hechtingen geplaatst zijn is een snelle recovery de volgende stap. De ram wordt

intramusculair in de rugspier geïnjecteerd met Antisedan zodat hij weer wakker wordt. Antisedan, met

als werkzame stof atipamezol, is een α-2-adrenerge- antagonist van dexdomitor en blokkeert de post-

synaptische receptoren hiervan (Diergeneesmiddelenrepertorium, 2009). Zodra het konijn wakker is

en probeert te gaan staan op zijn pootjes wordt hij naar een opnamehokje gebracht. De temperatuur

in deze ruimte is hoog wat gunstig is omdat konijnen na een narcose tijdelijk moeilijk de

lichaamstemperatuur kunnen regelen.

2.4. Instructies aan de eigenaar

Het is heel belangrijk dat het konijn binnen twaalf uur gaat eten en binnen een paar uur gaat drinken

en dit dient door de eigenaar goed opgevolgd te worden. Wanneer de eigenaar het dier dezelfde dag

nog komt ophalen wordt dit uitvoerig besproken. De eetlust moet zoveel mogelijk gestimuleerd worden

door regelmatig voer aan te bieden wat het konijn lekker vindt en gewend is om te eten. Verder wordt

er uitgebreid uitgelegd hoe de konijnen weer het beste bij elkaar gezet kunnen worden. Omdat de

konijnen al een tijd niet meer bij elkaar in het hok hebben gezeten kunnen ze elkaar als vreemd

beschouwen en daarom dient dit rustig opgebouwd te worden. Ook is het zo dat de ram nog 4 weken

na de castratie vruchtbaar kan zijn en daarom wordt het advies gegeven om de konijnen nog minimaal

4 weken gescheiden te houden. In deze vier weken kan dan aandacht besteed worden om de

konijnen weer bekend te maken met elkaar. De hokken, die op dezelfde hoogt staan bij de klant,

worden dicht bij elkaar gezet en tegenover elkaar zodat de konijnen elkaar kunnen zien en ruiken.

Omdat het eten een sociaal gebeuren is voor konijnen worden de eetbakjes zo dicht mogelijk bij

elkaar gezet zodat ze het idee hebben dat ze “samen” zitten te eten.

Verder wordt er nog uitgelegd wat de tekenen van ontsteking en pijn zijn bij het konijn zodat de

eigenaar dit kan herkennen en eventueel de dierenarts kan bellen voor gericht advies. Indien de ram

veel pijn heeft en daardoor niet eet kan er nog extra Metacam worden voorgeschreven.

Page 42: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

42

3. Analyse van structuur en management praktijk kleine huisdieren

3.1. De kliniek

De praktijk, die zich kliniek mag noemen, omvat twee vestigingen waarvan er één in Roden en één in

Groningen is gevestigd. In de kliniek, waar uitsluitend gezelschapsdieren behandeld worden, zijn 6

dierenartsen, 2 praktijkmanagers en 8 assistentes werkzaam. Van de dierenartsen zijn er 2 die fulltime

werken en vier parttime.

3.2. Visie op zorg

Eerst de goede diagnose, dan de optimale zorg is het uitgangspunt waar de kliniek naar streeft. Er

wordt op alle fronten gewerkt om hoogstaande zorg en een eerlijke afweging van de kansen te bieden

aan klanten. Het feit dat de kliniek bezig is te voldoen aan het keurmerk “sterkliniek” is hier een

prachtig voorbeeld van. Sterkliniek Dierenartsen BV is een kwaliteitssysteem dat ervoor zorgt dat elke

deelnemer zich continu verbetert. De belangen van de diereigenaren zijn enorm belangrijk in

sterklinieken en worden daarom jaarlijks bewaakt door Lloyd's Register Quality Assurance. Dit doen

ze door jaarlijks de organisatie en de deelnemers te controleren. Een onafhankelijke organisatie staat

dus in voor het toetsen van de kwaliteit en waarborgt daardoor een uniek en hoog kwaliteitsniveau

(www.sterkliniek.nl). De bijscholing van dierenartsen en assistentes is iets wat jaarlijks gebeurt en de

kwaliteit onderhoud en verbetert.

3.3. Werkindeling

De kliniek is 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar. Er wordt enkel op afspraak gewerkt wat als

voordeel heeft dat er voldoende tijd is om met de patiënt bezig te zijn. Dit sluit dan ook perfect aan bij

de visie van de kliniek: optimale zorg bieden aan het huisdier van de klant. Enkel op zaterdagochtend

is er in Roden en open inloopspreekuur van 11.00 tot 12.00. Elke dag biedt de kliniek tevens een

gratis telefonisch spreekuur aan voor klanten. Tijdens dit spreekuur heeft de klant de mogelijkheid om

rechtstreeks vragen te stellen aan de dierenarts. Deze extra service naar de klant toe is één van de

vele voorbeelden van klantenbinding.

De afspraken worden door de assistentes gemaakt en verwerkt in de computer met behulp van het

programma Daisy. Weekenddiensten worden afwisselend verdeeld over het personeel en

Page 43: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

43

nachtdiensten zijn in deze kliniek onbestaande. Wel is er elke nacht een dierenarts telefonisch

beschikbaar voor eventuele spoedgevallen.

De assistentes in de kliniek hebben en uitgebreid takenpakket dat varieert van voorbereiden van

operaties, assisteren bij operaties, aanleggen van infusies, inplannen van afspraken, apotheekbeheer,

schoonmaken van alle ruimtes en laboratorium werk. Zij zijn onmisbaar in de praktijk en van grote hulp

voor de dierenarts. Tevens zijn er in de kliniek nog twee praktijkmanagers die zich bezighouden met

werkverdeling, werkplanning, administratie, PR en managementtaken. De taken van de

praktijkmanagers worden gedeeltelijk ondersteund door twee boekhouders.

3.4. Specialisaties

De kliniek heeft een aantal vakgebieden waar het in gespecialiseerd is te weten orthopedie, chirurgie,

diagnostiek, dermatologie en tandheelkundige zorg. Voor het vakgebied orthopedie wordt in tijden van

afwezigheid van de betreffende expert beroep gedaan op een gespecialiseerde praktijk in

Leeuwarden en vice versa.

3.5. Specifieke activiteiten

De kliniek biedt op regelmatige basis, al dan niet tegen betaling, verschillende cursussen en

themaweken aan. Op de website zijn deze handig terug te vinden onder de knop agenda. Thema’s die

aan bod komen zijn, enten van konijnen, chip, kittencheck, jonge honden avond, jonge honden check

en af en toe een EHBO-cursus. Al deze bijeenkomsten zijn een ideaal moment om aan klantenbinding

te doen.

3.6. Sterke en zwakke punten van de praktijk

Het sterkste punt in de praktijk is de eensgezindheid over de visie. Ieder personeelslid streeft ernaar

de hoogst mogelijke zorg te bieden aan de klant en dat maakt het team en de kliniek sterk. De service

naar de klant toe is zeer goed waardoor klanten graag terug komen. Een zwak punt in deze kliniek is

waarschijnlijk dat door het continue streven naar hoogstaande zorg de werkdruk voor zowel

dierenartsen als assistentes hoog is. Dit is naar mijn menig een heel groot aandachtspunt om te

zorgen dat iedereen met veel plezier blijft werken.

4. Logboek stage grote huisdieren

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

14-3 8.00 telefonisch spreekuur

Page 44: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

44

14-3 9.30 bedrijfsbegeleiding, onthoornen kalfjes,

schaapverlossen, oestrusdetectie en

drachtdiagnose met echo

14-3 11.30 onderzoek twee zieke koeien + behandelen

melkziekte

14-3 12.00 lunch gecombineerd met werkoverleg in

samenwerking met de gezondheidsdienst

14-3 13.30 onthoornen kalfjes, oestrusdetectie,

bedrijfsbegeleiding

14-3 15.00 vergadering

14-3 16.25 naar huis

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

15-3 8.00 telefonisch spreekuur

15-3 9.30 verlossing schaap

15-3 10.00 bedrijfsbegeleiding onthoornen kalfjes, onderzoek

vaars + behandelen ophouden

nageboorte, spoelen uterus,

onderzoek zieke koe +

behandelen ketonemie

15-3 11.30 staalname mannheimia, pasteurella en

aracanobacterie met behulp van nasale swabs

bij kalveren

15-3 12.15 lunch

15-3 13.00 noodslachting koe

15-3 14.00 bedrijfsbegeleiding onthoornen kalfjes, onderzoek koe

met scherp

15-3 15.00 werkoverleg paard

15-3 16.00 naar huis

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

16-3 8.00 telefonisch spreekuur

16-3 9.15 bedrijfsbegeleiding controle op dracht en oestrus,

Page 45: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

45

vaccineren, onthoornen

16-3 11.00 noodslachting koe met gebroken poot

16-3 11.45 verlossing schaap

16-3 12.15 pauze

16-3 13.30 bedrijfsbegeleiding onthoornen, oestrusdetectie,

drachtdiagnose met echo

16-3 14.45 verlossing kalf

16-3 15.45 verlossing schaap, behandelen ziek schaap met

antibiotica intra-uterien

16-3 16.30 naar huis

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

17-3 8.00 telefonisch spreekuur

17-3 9.00 reponeren vaginaprolaps en verlossen dood lam

van diezelfde ooi

17-3 10.00 onderzoek ziek kalf en daarna euthanaseren kalf

vanwege diagnose atresia ani, via maagsonde

melk toedienen bij verzwakt lam

17-3 11.00 Bedrijfsbegeleiding

controle op dracht en oestrus,

vaccineren, onthoornen

17-3 12.00 pauze

17-3 13.15 verlossing schaap partiële foetotomie lam

17-3 14.10 euthanaseren koe met partieel afgebroken klauw

17-3 15.00 operatief verwijderen tyloom

Datum Uur Aard consultatie Opmerkingen

18-3 8.00 telefonisch spreekuur

18-3 9.30 onderzoek zieke koe plus behandelen ketonemie

Page 46: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

46

18-3 10.15 spoelen uterus, verwijderen dermale hechtingen

bij koe na lebmaagoperatie

18-3 11.15 verlossing kalf

18-3 12.00 pauze

18-3 13.00 bedrijfsbegeleiding

vaccineren, onthoornen,

oestrusdetectie en drachtdiagnose

met echo, behandelen

gedehydrateerd kalf

18-3 14.30 verlossing schaap

18-3 15.00 onderzoek zieke koe, spoelen uterus,

onthoornen

18-3 15.45 behandeling ketonemie

18-3 16.15 naar huis

Page 47: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

47

5. Case grote huisdieren: operatief verwijderen tyloom

5.1. Anamnese en lichamelijk onderzoek

Een 6 jaar oude hoog productieve melkkoe werd aangeboden voor het operatief verwijderen van een

tyloom aan de rechter achterpoot. In de anamnese, die een week eerder had plaatsgevonden, was

duidelijk geworden dat de koe al vaak interdigitale dermatitis ten gevolge van Fusobacterium

necrophorum aan de rechter achterpoot heeft gehad. De poot was hierbij opgezwollen en zeer pijnlijk

wat opgemerkt werd door het erge manken van de koe. Verdere symptomen bij de koe op dit moment

zijn verminderde eetlust, en niet tochtig worden, beide symptomen die voor de boer nadelig zijn omdat

dit juist zo’n goede melkkoe is. In een eerder onderzoek is al uitgesloten dat de anoestrus door andere

oorzaken dan de pijn aan de poot wordt veroorzaakt.

Op klinisch onderzoek voor aanvang van de operatie was een duidelijk tyloom waarneembaar op de

rechter achterpoot. De koe maakte een algemene pijnlijke indruk. Verder werden er op algemeen

onderzoek geen afwijkingen gevonden.

5.2. Probleemlijst

• Tyloom rechter achterpoot

• Verminderde eetlust

• Anoestrus

• Manken

5.3. Diagnose

Tyloom rechter achterpoot

5.4. Behandeling

Omdat deze koe al zeer lang aan het manken is en het tyloom zeer groot is wordt gekozen voor

chirurgische verwijdering van het tyloom. De techniek die hiervoor gebruikt wordt is electrocauterisatie.

Bij de operatie zijn twee dierenartsen aanwezig, één met zeer veel ervaring en één met weinig

ervaring met het verwijderen van een tyloom.

De koe wordt in een speciale box gezet waarin het mogelijk is de achterpoot omhoog te takelen. De

rechterachterpoot wordt in een lus gehangen en omhoog getakeld. Verder wordt er een touw onder

het abdomen van de koe gespannen omdat deze koe de gewoonte heeft te gaan liggen tijdens een

behandeling aan de klauwen. Na de fixatie van de koe wordt het operatieveld goed schoongemaakt

Page 48: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

48

en gedesinfecteerd. Er wordt een elastische klemband op de onderpoot gezet om het bloeden te

verminderen in het operatieveld en om de regionale intraveneuze anesthesie te kunnen toedienen.

Vooral de interdigitale ruimte proximaal van de laesie is hierbij van belang. Op de achterhand van de

koe wordt een aardingsmatje, een inactieve elektrode, gefixeerd zodat de patiënt onderdeel is van het

elektrische circuit. Na een 10-15 minuten inwerken van het anestheticum wordt op elke klauw een

draadje bevestigd zodat de klauwen maximaal uit elkaar getrokken kunnen worden. Nu er een betere

toegang is tot de interdigitaal ruimte wordt ook deze ruimte nogmaals goed gewassen en

gesteriliseerd.

Met behulp van een monopolaire electrocauter wordt er begonnen het tyloom weg te snijden. Het

belangrijkste bij deze operatie is dat het tyloom volledig wordt verwijderd. Indien dit niet lukt zal het

binnen de kortste keren weer recidiveren. Met een weefselklem wordt het tyloom gefixeerd en zoveel

mogelijk aangetrokken. Hierna wordt er rond het tyloom gesneden maar wordt er zoveel mogelijk

gezonde huid rondom gespaard. Dit zorgt ervoor dat postoperatief de wonde sneller zal genezen. Bij

deze koe was het tyloom tot zeer diep gevestigd wat de operatie bemoeilijkte. Toen het grootste

gedeelte van het tyloom eraf gesneden was werd is er ook nog zoveel mogelijk interdigitaal vetweefsel

rondom weggesneden.

Na het totale verwijderen van de tyloom werden de bloedvaten met de electrocauter dichtgebrand wat

de bloeding postoperatief zou verminderen. Nadien werd er een antibioticum poeder in de wond

gebracht en dit werd met steriele tampons afgedekt. Daarna werd de poot met watten en daar omheen

een rekverband omwikkeld. Om het geheel zo schoon en stevig mogelijk te maken werd er ook nog

zwarte tape omheen geplaatst. Toen de poot volledig verzorgd was werd de elastische klemband van

Page 49: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

49

de onderpoot af gehaald terwijl de poot nog steeds omhoog getakeld bleef. Na ongeveer vijf minuten

werd als laatste de poot naar beneden gebracht. Er werd goed opgelet of er geen overdreven

bloeding was waar te nemen.

Page 50: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

50

6. Analyse van structuur en management praktijk GHD

De praktijk, een maatschap, heeft een ruim werkgebied met daarin vier vestigingen. Deze bevinden

zich in Bedum, Groningen, Loppersum en Uithuizen. Het is een gemengde praktijk met ongeveer 6

dierenartsen die fulltime werken met landbouwhuisdieren (veeartsen). Verder zijn er in de praktijk nog

5 dierenartsen die zich op de kleine huisdieren richten en 1 dierenarts is gespecialiseerd in paard.

6.1. Doelen van de praktijk

De veeartsen hebben de volgende uitgangspunten voor hun praktijk opgesteld: diergezondheid,

melkkwaliteit, rendement, pro-actief en samen beter. Door middel van goede begeleiding door

dierenarts, voerleverancier en accountant plus een optimale preventieve zorg voor de dieren, zoals

het verbeteren van de bedrijfsstatus, denken de veeartsen het rendement van veel veehouders te

kunnen verbeteren.

Voor de praktijk is een nieuw strategisch plan met bijbehorende missie en doelen in ontwikkeling.

Behoud van het klantenbestand en eventuele uitbreiding, indien haalbaar, vinden ze binnen de praktijk

erg belangrijk en hier doen ze allemaal hun best voor. Voor de lange termijn wil de praktijk van de

landbouwhuisdieren zich meer en meer richten op de preventieve zorg van het melkvee. De

dierenartsen hebben allen een belangrijke stem in het overleg, maat of geen maat. De samenwerking

blijkt ook uit hun aanpak met het bedrijfsbehandelplan. Ze hebben gezamenlijk een

bedrijfsbehandelplan geschreven welke op de meeste bedrijven van toepassing kan zijn en ze delen

deze uit aan de klanten. In dit bedrijfsbehandelplan staat heel duidelijk verwoord hoe ze te werk gaan

per aandoening zodat dit zowel voor de dierenartsen als voor de klant overzichtelijk is. Bij een aantal

veehouders wordt maandelijks de voortgang doorgenomen. Deze bedrijfsbegeleiding wordt eens in de

drie maanden samen met de voerleverancier en de accountant afgestemd opdat ze tot één advies

komen.

6.2. Werkindeling

De veeartsen en paardendierenartsen werken allemaal vanuit Loppersum. Daar beginnen ze om 8.00

uur ´s ochtends met het telefonisch aannemen van visites en het beantwoorden van vragen van

De praktijk in Loppersum

waar ik tijdens mijn stage

verbleef.

Page 51: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

51

veehouders en particulieren. De visites lopen meestal door tot ongeveer 16:00 uur waarna deze

worden ingeboekt en overige taken worden verricht.

Alle dierenartsen, maat of geen maat, hebben ook managementtaken wat zorgt voor een verbreding

van hun functie.

In de praktijk zijn verder nog vier fulltime assistentes. De meeste assistentes hebben een vaste

vestiging waar ze mee draaien. De taken die ze vervullen zijn divers en variëren van baliewerk tot

apotheekbeheer. In Loppersum worden door de assistentes ook bacteriologisch onderzoek en

antibiogrammen uitgevoerd.

Tevens is er in de praktijk een manager die zich bezighoudt met alle niet-veterinaire zaken zoals

boekhouden, administratie, beheer van de centrale apotheek, automatisering, managementtaken en

PR.

6.3. De praktijkadministratie

In de praktijk hanteren ze een managementsysteem met daarin klantenbeheer van

gezelschapsdieren, paard en landbouwhuisdieren in één. De visitebrief van veehouders moet nog

apart worden ingevoerd op de praktijk, maar de afspraken voor visites staan in de digitale outlook-

agenda die elke veearts en paardendierenarts op zijn mobiele telefoon heeft staan.

Via PiR-DAP worden de meeste gegevens van de bedrijven die bedrijfsbegeleiding hebben

geraadpleegd en op het bedrijf met de veehouder doorgenomen. Zoals ook eerder aangegeven

streven de dierenartsen ernaar om op de bedrijven met begeleiding van de DAP ook eens in de drie

maanden om tafel te gaan met de voerleverancier en de accountant zodat er één advies en plan van

aanpak wordt gegeven.

Alle producten die worden meegenomen vanuit de voorraad worden in de computer ´uitgeboekt´. Voor

alle zekerheid worden de kasten dagelijks ook nog eens nagelopen en op basis van dit

voorraadbeheer worden nieuwe bestellingen geplaatst.

6.4. Specifieke activiteiten

Op regelmatige basis biedt de praktijk de mogelijkheid voor zijn klanten om cursussen te volgen.

Voorbeelden van onderwerpen die dikwijls behandeld worden zijn schapen verlossen, ontwormen van

je paard en verantwoord antibioticagebruik.

Page 52: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

52

6.5. Sterke en zwakke punten van de praktijk

Het sterkste punt van de praktijk vind ik de samenwerking tussen de veeartsen. Het feit dat alle

veeartsen volgens dezelfde methode werken en dit zo uitdragen naar de boer maakt je als team

sterker. Verder vind ik dat door het ruime aanbod van de cursussen voor klanten er zeer goed gewerkt

wordt aan klantenbinding. Ook de website is er zo op gericht dat de veehouder zelf tot diagnoses kan

komen door middel van instructievideo’s wat voor beide partijen positief werkt. Een aandachtspunt zou

misschien kunnen zijn dat aan kwaliteit bieden een prijskaartje hangt. In deze economisch gerichte

sector waarin de veearts werkt zou de klant wel eens naar een concurrent kunnen uitwijken vanwege

de goedkopere kosten.

Page 53: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

53

7. Algemene reflectie

Achtereenvolgens zal ik reflecteren over:

1: stage gezelschapsdieren

2: stage grote huisdieren

3: Mijn toekomstvisie

7.1. Kleine huisdieren stage

Tijdens mijn stage gezelschapsdieren heb ik enorm kunnen genieten van de dagdagelijkse

bezigheden in de praktijk. Ik heb een zeer goed beeld gekregen hoe het eraan toegaat in een

dierenartsenpraktijk en kan met volle overtuiging zeggen dat dit de perfecte richting voor mij is. Wat

mij enorm aansprak in deze praktijk is het aanbod van zowel eerstelijns als tweedelijns patiënten. Het

feit dat de meer routinematig gegeven vaccinaties afgewisseld worden met een laparoscopie,

beoordelen van röntgenfoto’s van collega’s en onderzoeken met echo of endoscoop maakt het voor

mij heel uitdagend. Ook vind ik de variatie in het aanbod van honden, katten en konijnen erg

motiverend al is mijn voorkeur voor katten ook tijdens deze stage weer duidelijk naar voren gekomen.

Opgegroeid tussen de katten maakt dat ik me hierbij volledig op mijn gemak voel terwijl dat bij honden

nog niet altijd het geval is. Het lijkt me voor mijn eigen ontwikkeling als aankomend dierenarts een

hele mooie aanvulling om me meer te verdiepen in honden en ga dat ook zeker doen.

Hoewel er ook op theoretisch vlak nog enorm veel te leren is wordt met zo’n stage wel duidelijk dat ik

qua praktische vaardigheden nog in de kinderschoenen sta. Gelukkig kreeg ik de kans om ook deze

praktische vaardigheden te mogen oefenen. Na een hele week toedienen van vaccinaties merk ik dat

mijn zelfvertrouwen een boost heeft gekregen en dat is naar mijn mening het allerbelangrijkste. Het is

voor de meeste handelingen de mentale staat die me beperkt want ik weet dat de meeste handelingen

niet moeilijk zijn. Zoals voor het strikken van mijn veters, fietsen en autorijden zal ik ook deze

diergeneeskundige handelingen onder de knie krijgen en de stages zijn daarbij onmisbaar.

Mijn voorkeur voor snijden en bekijken wat er zich binnen in het lichaam afspeelt is iets wat er al van

jongs af aan in zat. Menig dood insect, visje en kwal is in mijn kinderjaren onder het mes gegaan en

ook tijdens deze stage kwam naar voren dat ik opereren erg interessant vind. Het assisteren bij de

vele operaties in de stageweek vond ik fantastisch en enorm inspirerend. Het hoogtepunt deze week

was dan ook de castratie van ons eigen konijn. Vanaf de anesthesie tot het hechten heb ik allemaal

zelf uitgevoerd, iets waar ik heel trots op ben.

Tijdens mijn stage heb ik met verschillende dierenartsen mogen meekijken en dat geeft een mooi

inzicht dat, hoewel we als dierenartsen allemaal “hetzelfde” worden opgeleid, je toch je eigen identiteit

als dierenarts ontwikkelt. Een van de leuke dingen in het vak als dierenarts vind ik de omgang met de

mensen en daar kan je geheel je eigen draai aan geven. Een duidelijk verhaal brengen, alle opties en

Page 54: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

54

mogelijkheden vermelden en goed contact maken met de mensen, iets wat naar mijn mening mist in

het opleidingsprogramma, is een uitdaging en ik heb in mijn stageweek daar hele goede voorbeelden

van gekregen. Ook het brengen van slecht nieuws, iets wat mij heel moeilijk lijkt, werd op een heel

professionele en echte manier uitgevoerd. Iets waar ik tegenop zie is het euthanaseren van dieren.

Rationeel gezien ben ik in alle gevallen blij dat het dier verlost wordt uit zijn lijden maar ik merk dat ik

door de reacties van de eigenaren zelf ook emotioneel word. Dat is voor mij een grote klus om daar

professioneel mee om te gaan.

Het is me duidelijk geworden dat ik het enorm fijn vind om feedback te krijgen terwijl ik ergens mee

bezig ben. De constante aanwijzingen over mijn houding tijdens de operatie hebben ertoe geleid dat ik

nu zonder erover na te denken rechtop sta en zonder problemen steriel kan blijven. Ik heb gemerkt

dat ik met veel patiënten niet zelf tot een diagnose kon komen terwijl ik altijd wel aan de goede vragen

zat te denken bij de anamnese. Tijdens mijn tweede stage, die ik veel later in het jaar heb gedaan,

ging dit veel beter omdat ik toen de cursus ziekteleer gekregen had. Zoals vaak al gezegd wordt over

de opleiding in België is de theoretische kennis goed en dat heb ik gemerkt tijdens beide stages.

In de praktijk vond ik het samenwerkingsverband met de collega’s erg leuk. De assistentes spelen in

deze praktijk een zeer belangrijke rol en nemen veel werk van de dierenarts uit handen. De

combinatie van jonge en meer ervaren dierenartsen vind ik erg leuk en dat is ook zeker een setting

waar ik mezelf heel goed in zie functioneren. De drukte gedurende de dag vond ik behoorlijk en hier is

voor mij het enige kritische punt in de praktijk op gebaseerd. Mijn aanmerking tijdens deze week is dat

er niet voldoende rustpunten zijn ingebouwd om te kunnen pauzeren. Naar mijn mening is dat een

cruciaal punt om scherp en gemotiveerd te blijven in welk beroep dan ook.

7.2. Grote huisdieren stage

Mijn tweede stage heb ik gedaan bij een gecombineerde landbouwhuisdieren praktijk. Ik moet heel

eerlijk zeggen dat ik het voor de mensen die geen keuze kunnen maken tussen de optie grote- en

kleine huisdieren heel nuttig vind om beide stages te doen. In mijn geval vond ik ondanks dat ik een

leerzame week heb gehad deze stage minder nuttig en had ik veel liever nog een week extra in een

kleine huisdieren praktijk meegelopen. Ik heb bij mezelf gemerkt dat de economisch getinte baan van

een grote huisdieren veearts me totaal niet aanspreekt wat een goede bevestiging is van mijn

optiekeuze. Één van de uitdagingen van het beroep vind ik telkens weer te diagnosticeren wat er aan

de hand is. De variatie in het aanbod van aandoeningen bij grote huisdieren vond ik zo minimaal en

daardoor weinig uitdagend. Er zijn een paar ziektebeelden die constant terugkomen maar als ik drie

verschillende aandoeningen gezien heb bij individuele koeien dan is dat al veel.

Tijdens deze stage kwam heel duidelijk naar voren dat het individuele dier met het meeste aanspreekt.

Alle handelingen zoals onthoornen, drachtdiagnose en vaccineren konden me gek genoeg niet veel

interesseren wat vreemd te noemen is voor een optimist zoals ik. Ik wijd dit aan het feit dat ik mijn tijd

zo graag op een “zinvollere” manier had ingevuld en het drukke schema van het vijfde jaar werkt er

ook zeker aan mee.

Page 55: HOE KAN VIA VOEDING INFLAMMATIE WORDEN … · pathway die verantwoordelijk is voor inductie van ontstekingsgenen, via voeding wordt al jaren met succes bestudeerd. Zo is het anti-inflammatoire

55

Iets wat me wel aanspreekt in het beroep van veearts is de “vrijheid” die je hebt tijdens je werkdag.

Door het reizen van boerderij naar boerderij ervaar je variatie in omgeving en dat is iets wat me

aanspreekt en me een gevoel van vrijheid geeft.

De praktijk op zich functioneert naar mijn mening prima. Met name de communicatie tussen de

collega’s onderling vond ik erg goed. Ook het systeem dat de klanten elke dag tussen 8.00-9.00

kunnen bellen met vragen en bestellingen voor medicaties vond ik naar de klant toe een enorme

service. Deze dienst is voor beide partijen een voordeel, de klant kan gratis een advies inwinnen en

de dierenarts bouwt aan zijn relatie met de klant. Een heel mooi systeem dat naar mijn mening ook

goed zou functioneren in een kleine huisdieren praktijk.

Opvallend in deze groepspraktijk vond ik de gedrevenheid en goede sfeer onder de collega’s.

Gedrevenheid om een fantastisch bedrijf te creëren, goede diensten te leveren, een super relevante

website neer te zetten en om gewoon een fijne werksfeer te hebben maken dit team een team waar ik

me heel goed tussen zou voelen.

Zoals al eerder besproken spreekt het economisch getinte werk me niet aan. In het contact met de

boer, die vanzelfsprekend heel zakelijk is, miste ik de compassie met de dieren zoals je dat in de

gezelschapsdieren praktijk ziet. Ook de bedrijfsbegeleiding was een aspect wat ik minder interessant

vond, het meer praktisch bezig zijn met het dier zelf geeft mij meer voldoening.

7.3. toekomstvisie

Mede dankzij mijn stages ben ik zeker dat ik de juiste richting heb gekozen met de gezelschapsdieren.

Het individuele dier dat centraal staat, het contact met de eigenaren, de enorme mogelijkheden qua

therapie maken dit beroep voor mij uitdagend en afwisselend. Ik zie mijzelf aan het einde van de

studie het liefst in een groepspraktijk met zowel pas afgestudeerde als zeer ervaren dierenartsen. Het

lijkt mij noodzakelijk om niet alleen te starten omdat aan het begin van mijn carrière ik nog veel mag

leren. Een ervaren dierenarts die mij graag hierbij zou helpen zou hiervoor ideaal zijn. Ook de

combinatie eerstelijns en tweedelijns spreekt mij aan maar is niet noodzakelijk. Zeker in de eerste

jaren als beginnend dierenarts zal ook de eerstelijns praktijk mij voldoening geven. Heel graag zou ik

mij ook willen oriënteren op een meer holistische manier van genezen, iets wat in de studie helaas niet

aan bod komt.

Al met al vond ik de stages een hele goede aanvulling op de studie. Als laatste zou ik nog graag willen

toevoegen dat deze stages ook in het laatste jaar heel erg op hun plaats zouden zijn. Een combinatie

van stages en de kliniek zouden naar mijn mening een ideaal laatste jaar vormen.