Voeding en Leeftijd

7
Voeding en leeftijd 1.Inleiding Cultuur en plaats hebben een bepalende invloed op wat de mens eet. Wat wij hier als voeding nemen wordt bepaald door overlevering en invloeden van buiten af. Maar die overlevering en invloeden zijn zeer veranderlijk. Wat een 20 jarige Vlaming als “gewone voeding” ervaart, zal dat hoogstwaarschijnlijk door zijn grootouders niet als “gewoon” ervaren zijn. Wij weten nog niet hoe onze dagelijkse voeding er over pakweg 25 jaar uit zal zien, maar dat zal vrijwel zeker anders zijn dan onze dagelijkse maaltijden van nu. De hierboven getoonde vruchten kan men zien als vertegenwoordigers van verleden en toekomst. Een appel als fruit kennen wij al eeuwen lang. Jackfruit daarentegen is voor ons iets nieuw en zelfs veel jonge mensen die hier wonen zullen dit fruit nog nooit gegeten hebben. De appel verdwijnt niet maar zal een veel minder prominente rol op onze fruitschaal gaan innemen, terwijl het exotische fruit steeds “gewoner wordt. Behalve dat onze voedingsgewoonten met de tijd veranderen en we dus te maken hebben met generaties die andere eetgewoonten hebben, spelen de voorkeuren per leeftijd ook een zeer belangrijke rol. Niet enkel smaakvoorkeuren hebben hier een belangrijke functie, ook met de “eetmogelijkheden” van een bepaalde leeftijdscategorie zal men rekening moeten houden. Zo is het vanzelfsprekend dat men aan kleine kinderen geen zware en scherp gekruide gerechten zal opdienen, dat zieken en bejaarden een ander voedingspatroon hebben dan avontuurlijk ingestelde jong volwassenen.

Transcript of Voeding en Leeftijd

Page 1: Voeding en Leeftijd

Voeding en leeftijd

1.Inleiding

Cultuur en plaats hebben een bepalende invloed op wat de mens eet. Wat wij

hier als voeding nemen wordt bepaald door overlevering en invloeden van

buiten af. Maar die overlevering en invloeden zijn zeer veranderlijk. Wat een 20

jarige Vlaming als “gewone voeding” ervaart, zal dat hoogstwaarschijnlijk door

zijn grootouders niet als “gewoon” ervaren zijn. Wij weten nog niet hoe onze

dagelijkse voeding er over pakweg 25 jaar uit zal zien, maar dat zal vrijwel zeker

anders zijn dan onze dagelijkse maaltijden van nu.

De hierboven getoonde vruchten kan men zien als vertegenwoordigers van

verleden en toekomst. Een appel als fruit kennen wij al eeuwen lang. Jackfruit

daarentegen is voor ons iets nieuw en zelfs veel jonge mensen die hier wonen

zullen dit fruit nog nooit gegeten hebben. De appel verdwijnt niet maar zal een

veel minder prominente rol op onze fruitschaal gaan innemen, terwijl het

exotische fruit steeds “gewoner wordt.

Behalve dat onze voedingsgewoonten met de tijd veranderen en we dus te

maken hebben met generaties die andere eetgewoonten hebben, spelen de

voorkeuren per leeftijd ook een zeer belangrijke rol.

Niet enkel smaakvoorkeuren hebben hier een belangrijke functie, ook met de

“eetmogelijkheden” van een bepaalde leeftijdscategorie zal men rekening

moeten houden. Zo is het vanzelfsprekend dat men aan kleine kinderen geen

zware en scherp gekruide gerechten zal opdienen, dat zieken en bejaarden een

ander voedingspatroon hebben dan avontuurlijk ingestelde jong volwassenen.

Page 2: Voeding en Leeftijd

2. Baby’s, peuters en kleuters

De voeding van deze leeftijdsgroep gaat van uitsluitend melkvoeding over pap,

gepureerde voeding naar kleine hoeveelheden gemakkelijk te eten in kleine

stukjes verdeelde gemengde voeding waarin stilaan alle bestanddelen van de

voedingsdriehoek worden in gebracht.

Baby = 0 tot 1 jaar

Peuter = 1 tot 3 jaar

Kleuter = 3 tot 6 jaar

De voeding voor deze leeftijdscategorie wordt bepaald door een beperkt kauw-

en slikvermogen. Bij de jongste groep is nog helemaal geen gebit aanwezig en

bij de peuters en kleuters waarin het melkgebit zich begint te vormen of

gevormd heeft zijn de mogelijkheden nog zeer beperkt.

De smaakvoorkeur is hoofdzakelijk neutraal – zoet, al kunnen er bij kleuters

zich al smaakvoorkeuren voordoen die zeer uitgesproken en specifiek zijn.

Vanaf de peuterleeftijd gaat men kinderen stimuleren om te wennen aan

hartige (niet zoete) smaken en gerechten.

Kinderen in deze leeftijdscategorie groeien en ontwikkelen zich zeer snel en

hebben in verhouding tot hun gewicht en lengte een grotere energiebehoefte

dan volwassenen.

Alhoewel de vetten ook voor kinderen een zeer belangrijke energiebron zijn, en

dus zeker niet mogen ontbreken in hun voeding, zal men toch oppassen voor

een te vetrijke samenstelling van de maaltijden, omdat dit te hoge eisen stelt

aan de spijsvertering van deze kinderen.

Kruiden en specerijen worden vermeden. In de latere kleuterleeftijd kan men

beginnen met in zeer beperkte mate wat niet al te scherpe kruiden te

gebruiken .

Page 3: Voeding en Leeftijd

3. Schoolkinderen (6 tot 12 jaar)

Deze leeftijd kenmerkt zich door het ontwikkelen van een eigen wil en dus ook

smaakvoorkeur. De uitdrukking die zo kenmerkend is voor deze leeftijd “dat

lust ik niet” geeft aan dat men van de volwassenen verwacht dat zij goed

genoeg weten wat zij graag eten en dat men daaraan geen concessies wil doen.

Anderzijds is dit ook de periode dat de kinderen hun smaakpalet sterk gaan

uitbreiden, ze leren de smaken bewust van elkaar te onderscheiden. Ook

textuur en structuur van het voedsel gaat nu een belangrijke rol spelen.

De sterke groei van het lichaam blijft een belangrijke rol spelen en de behoefte

naar een evenwichtige gezonde voeding met voldoende voedingsstoffen is dan

ook van uitzonderlijk belang. Ouders en verzorgers dien hierop toe te zien. Te

gemakkelijk toegeven aan de eenzijdige voorkeur van een kind kan leiden tot

een onevenwichtige voeding met teveel of te weinig calorieën of

voedingstoffen.

Van sommige voedingsmiddelen is bekend dat kinderen ze over ’t algemeen

niet lusten of er op een andere manier een afkeer van hebben. Voorbeelden

zijn: sommige groenten zoals spruitjes en witlof, vis waarin nog graten zitten

enz.

Belangrijk voor deze groep jongeren is om ze gevarieerd en evenwichtig te

leren eten, daarbij rekening houdend met hun nog niet volledig ontwikkelde

smaakzin en hun duidelijke voorkeuren op een positieve manier te benaderen.

4. Adolescentie (10 tot 19 jaar)

Een spreekwoord zegt : de jeugd moet voorbij gaan. De “ondankbare leeftijd”,

zoals vele adolescenten graag deze periode bestempelen, luidt voor de jonge

adolescent een levensfase in waarbij hij zich een nieuw zelfbeeld vormt. Twee

periodes staan met elkaar in conflict, enerzijds wat voorbij is (kind zijn) en

anderzijds wat nog niet is (volwassene zijn). Dit “generatieconflict” heeft ook

een invloed op de wijze waarop hij zich voedt.

Page 4: Voeding en Leeftijd

Zo worden melkproducten systematisch achterwege gelaten, in het bijzonder

door de jonge adolescente. Niet zelden nemen ze hun toevlucht tot zeer

beperkende diëten om op het “perfect lichaam” te lijken dat in tijdschriften

wordt afgebeeld of door een of andere kinderpop wordt voorgesteld.

Zuivelproducten zouden te rijk zijn aan vetten en dus opgeofferd in naam van

de slankheid.

Om nog niet van de kazen te spreken, die om die reden nog vlugger dan melk

van het menu geschrapt worden. Bij de jongens is de situatie helemaal anders.

Ze weigeren melk omdat melk in hun ogen als “een voeding voor baby’s”

doorgaat. Het is daarom niet gemakkelijk een adolescent aan te zetten

melk te drinken, wat een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kan

betekenen omdat het de gezondheid op volwassen leeftijd ernstig in

gevaar kan brengen. Het is daarom belangrijk een ‘melkcultuur’ bij de kinderen

aan te leren.

Voor de adolescent(e) is de houding van de volwassenen belangrijk. Als

kwetsbaar individu, op zoek naar een seksuele en sociale identiteit, moet de

adolescent(e) zijn/haar eerste proeven van bekwaamheid als volwassene

afleggen. Dit veronderstelt enig geduld en een voortdurende

maar discrete aandacht van de familiale omgeving. Vergeten we niet

Page 5: Voeding en Leeftijd

dat we allemaal adolescent zijn geweest !

Luisteren, van gedachten wisselen en praten zijn de sleutelelementen om de

relaties tussen volwassenen en adolescenten te vergemakkelijken. Laat ruimte

voor dialoog!

Voedingstoffen die problematisch zijn bij adolescenten die niet zoveel aandacht

geven aan een evenwichtige voeding:

• Calcium

• IJzer

• Vitamine van de B-groep

• Vitamine D

• En in mindere mate vitamine C

Naast voeding is het voor adolescenten van bijzonder groot belang dat zij

voldoende lichaamsbeweging hebben. Sport moet op deze leeftijd

Tijdens de adolescentie moet het beoefenen van sport aangemoedigd worden,

het geeft vorm aan het lichaam door de ontwikkeling van spiermassa. Sport

zorgt ook voor een evenwicht tussen vetvrije massa (spieren), vetmassa en

beenderen.

Een adolescent, om uit het even welke omgeving, zit gemiddeld twee uren per

dag voor de buis.

Fast food moet niet als duivels aanzien worden, op voorwaarde dat men er zijn

leven niet slijt. Vergeet niet dat een gezonde voeding over verschillende

dagen wordt opgebouwd en niet met één maaltijd. Hier zoals elders, mag er wel

eens een bokkensprongetje gemaakt worden. Niets belet echter dat een sla en

een yoghurt naast de traditionele hamburger-friet-cola genomen worden;

hiermee kan men ook een gezonde voeding samenstellen.

Page 6: Voeding en Leeftijd

5. Volwassenen

Bij deze groep is het lichaam volgroeid en dient de voedingsopname in

evenwicht te zijn met het energieverbruik. De toepassing van het principe van

de Voedingsdriehoek blijft onverminderd van belang!

Het is de leeftijdscategorie die het meest open staat voor wijzigende invloeden

op het voedingspatroon. Men reist veel en gaat regelmatig uit eten en

daardoor komt men meer in contact met andere (voedings)culturen.

Dit kan ook een positief effect hebben op de voedingswaarde van de

maaltijden, al was het alleen maar dat men op deze manier meer gevarieerd

eet.

Het gevaar dat voor volwassenen op de loer ligt is dat van het verminderde

energieverbruik door afnemende lichamelijke activiteit. Men verandert van

baan waardoor de arbeid minder fysiek wordt, men gaat het aantal uren sport

verminderen enz. Als men zijn eetpatroon dan niet aanpast aan het

verminderde energieverbruik, dan neemt het gewicht toe met de bekende

gevolgen voor de gezondheid.

6. Bejaarden

De ouder wordende mens heeft in toenemende mate te maken met

gezondheidsklachten en een minder actief leven. Dit kan ingrijpende gevolgen

hebben voor het voedingspatroon van deze mensen.

Een verminderd kauw- en slikvermogen, een gevoeliger spijsvertering kan de

voeding voor bejaarden danig beïnvloeden.

Met het ouder worden, wordt men vaak ook wat conservatiever in zijn

voedingsgewoonte. Men houdt zich vast aan wat gekend is en wat men veilig

waant. Men staat minder open voor vernieuwende tendensen en vreemde

invloeden.

Wanneer de omstandigheden het vereisen, dient men de voeding voor deze

bevolkingsgroep enigszins aan te passen:

Page 7: Voeding en Leeftijd

• Minder stukvlees, meer gehakt vlees.

• Minder uitheemse gerechten

• Minder vetrijke maaltijden.

• Minder gekruide gerechten.

• Gepureerde en vloeibare voeding indien nodig.