Het eerste epeisodion

18
Het eerste epeisodion Vs 214-315

description

Het eerste epeisodion. Vs 214-315. Vooroordelen ( vs 214-224). Monoloog Medea: Geeft een beeld van verschillende soorten mensen Wil niet oppervlakkig beoordeeld worden Koor: verwacht een radeloze en wanhopige Medea (door gedragen Medea en door voedster) Zeer rationeel. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Het eerste epeisodion

Het eerste epeisodion

Het eerste epeisodionVs 214-315Vooroordelen (vs 214-224)Monoloog Medea: Geeft een beeld van verschillende soorten mensenWil niet oppervlakkig beoordeeld worden

Koor: verwacht een radeloze en wanhopige Medea (door gedragen Medea en door voedster)Zeer rationeelVooroordelen (vs 214-224)Medea wil arrogantie/onverschilligheid voorkomen: memyhsqKoor zou dit denken als ze zonder uitleg binnen zou blijven.

Vooroordelen (vs 214-224)Tegenstelling: xenos (vs 222) versus aston (vs 223)

Ringcompositie:Want er is geen rechtvaardigheid terwijl hij helemaal niet rechtvaardig behandeld wordt Dikh (vs 219) met hdikhmenosVrouwen in het nadeel (vs 225-240)Monoloog Medea:Vertelt waarom vrouwen het zwaar hebben, geeft daarvoor 2 redenen:De enorme bruidsschat (vs 231 dei crhmatwn uperbolhi posin priasqai)Een ziener zijn (vs 229 dei mantin einai): ze heeft geen maatstaven om te vergelijkenVrouwen in het nadeel (vs 225-240)Probeert op solidariteit van de Corintische vrouwen te doen (koor):Vriendinnen (vs 227 jilai)Zijn wij vrouwen het ongelukkiste schepsel (vs 231 gunaikes esmen aqliwtaton juton)

Vrouwen in het nadeel (vs 225-240) Men deOf je een goede man krijgt en om goed met hem om te gaan als je eenmaal getrouwd bent (vs 235 en 238)De man in het voordeel (vs 241-251)Monoloog Medea:Laat zien wat voor opties een man heeft en wat voor opties een vrouw heeft in een huwelijk

Man: vrienden en hoerenMaar een man, wanneer hij ontevreden is terwijl hij samenleeft met zijn huisgenoten, laat zijn hart ophouden met zijn afkeer door naar buiten te gaan [door zicht te wenden naar een vriend of leeftijdgenoot] (vs 244-246)De man in het voordeel (vs 241-251)Vrouw: niemand, dus stervenMaar voor ons is het noodzakelijk naar n persoon te kijken (nl de man) (vs 247)

Niet met tegenzin (vs 242) = litotesVs 250-251: ws tris tekein apax = vergelijking mannen en vrouwen

Een belofte (vs 252-270)Monoloog Medea:Ik heb niemand meerEen plan makenKwaliteiten vrouwKoor:Staat aan Medeas kantKondigt Creon aanEen belofte (vs 252-270)Metafoor (vs 255-258): scheepvaartom een veilig heenkomen te zoeken uit dit ongeluk meqormisasqai kan ook vertaald worden met: van ankerplaats te veranderen uit Thsd symjoras = ellende/storm

Trikolon en anafoor (vs 257): ou mhter, ouk adeljon, ouci suggenhBroer: heeft ze zelf gedood betreurenEen belofte (vs 252-270)[ton donta t autwi qugater hn t aghmato] (vs 262)Omschrijving van Creon en Glauk

sidhron eisoran (vs 264): naar ijzer kijken = Een hartvochtig bevel (vs 271-315)Dialoog tussen Creon en MedeaCreon zegt dat Medea het land uit moetMedea vraag om welke redenen ze weg moetCreon zegt waaromMedea reageertEen hartvochtig bevel (vs 271-315)De vijand zet nu alle zeilen bij. Ik zie geen haven waar ik deze rampen ontvluchten kan (vs 277-279) = metafoor scheepvaartVaak gebruikt in Medea

Een hartvochtig bevel (vs 271-315)Creon zegt waarom:Ik ben bang ik hoef er niet omheen te draaien bang dat u mijn kind iets onherstelbaars aandoet. (vs 282-284)Prospectie: Medea doodt ook Glauk

Een hartvochtig bevel (vs 271-315) Ik heb redenen genoeg voor deze angst (vs 284)Redenen:U bent knap en op de hoogte van veel kwade zaken (vs 285-286)en het steekt u dat u door uw man verlaten bent (vs 286)Ik hoor ook dat u dreigt, zoals men mij bericht, de bruid, haar vader en de bruidegom iets aan te zullen doen (vs 287-289)

Een hartvochtig bevel (vs 271-315)Medea reageert:Zoveel kennis heeft ze niet (En ik heb niet eens zo veel kennis)Nee, mijn echtgenoot haat ik (vs 310-311)Want wat heeft mij misdaan? (vs 309)

Al met al: waarom is Creon bang?Een hartvochtig bevel (vs 271-315)Leugen: Ook al is mij onrecht aangedaan, ik zwijg en geef me aan de machtigen gewonnen. (vs 314-315)