Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn,...

96
sampol 2016/6|1 REDACTIONEEL Wie de sociale onrust en het groeiend verzet tegen het beleid van Michel beter wil begrijpen, raden we ten stelligste aan om dit nummer van Samenleving en politiek aandachtig te lezen. De bijdragen over de ‘verliezers van het regerings- beleid’ spreken boekdelen. Je zal snel merken dat het niet de critici van dit beleid zijn die aan desinformatie doen, maar dat het de regering zelf is die de ware impact van haar beleid ver- doezelt. Het is een beleid met twee maten en twee gewichten, met verliezers en winnaars. VERLIEZERS Deze regering laat er alvast geen twijfel over bestaan: er is wel degelijk sprake van een ideolo- gische ommezwaai. De bijdragen in dit nummer over ‘de verliezers’ tonen aan dat de regering handig inspeelt op een aantal hardnekkige vooroordelen (‘ambtenaren en langdurig zie- ken zijn liever lui dan moe’), dat ze stapsgewijs Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichten Jean-Marie De Baene Redactielid Samenleving en politiek de solidariteit in ons sociaal verzekeringsmodel uitholt (aouw van uitkeringen voor jongeren die nog niet hebben gewerkt en van de gelijk- stelling van periodes van inactiviteit voor de berekening van het weelijk pensioen, wat in het bijzonder in het nadeel speelt van vrouwen), dat ze dit rationaliseert onder het mom van beter belonen van wie werkt, maar zedig zwijgt over het spiegelbeeld van dergelijk beleid: wie pech heeſt gehad, mag op de blaren zien. Met als resultaat, een hardvochtig beleid ten aanzien van zieken, jongeren, vrouwen, ambtenaren en armen. Wat meteen bewijst dat de oproep ‘Hart boven Hard’ van het brede middenveld geen loze kreet is. Het aantal ‘verliezers’ dat in dit nummer wordt opgevoerd, is overigens niet volledig. De modale werknemer is immers ook de klos van dit rechts beleid. Werknemers moeten langer werken voor hun pensioen, de werkbaarheid van de jobs gaat SAMPOL_juni2016.indd 1 21/06/2016 14:07:59

Transcript of Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn,...

Page 1: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|1

REDACTIONEEL

Wie de sociale onrust en het groeiend verzet tegen het beleid van Michel beter wil begrijpen, raden we ten stelligste aan om dit nummer van Samenleving en politiek aandachtig te lezen. De bijdragen over de ‘verliezers van het regerings-beleid’ spreken boekdelen. Je zal snel merken dat het niet de critici van dit beleid zijn die aan desinformatie doen, maar dat het de regering zelf is die de ware impact van haar beleid ver-doezelt. Het is een beleid met twee maten en twee gewichten, met verliezers en winnaars. VERLIEZERS Deze regering laat er alvast geen twijfel over bestaan: er is wel degelijk sprake van een ideolo-gische ommezwaai. De bijdragen in dit nummer over ‘de verliezers’ tonen aan dat de regering handig inspeelt op een aantal hardnekkige vooroordelen (‘ambtenaren en langdurig zie-ken zijn liever lui dan moe’), dat ze stapsgewijs

Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichten

Jean-Marie De BaeneRedactielid Samenleving en politiek

de solidariteit in ons sociaal verzekeringsmodel uitholt (afbouw van uitkeringen voor jongeren die nog niet hebben gewerkt en van de gelijk-stelling van periodes van inactiviteit voor de berekening van het wettelijk pensioen, wat in het bijzonder in het nadeel speelt van vrouwen), dat ze dit rationaliseert onder het mom van beter belonen van wie werkt, maar zedig zwijgt over het spiegelbeeld van dergelijk beleid: wie pech heeft gehad, mag op de blaren zitten. Met als resultaat, een hardvochtig beleid ten aanzien van zieken, jongeren, vrouwen, ambtenaren en armen. Wat meteen bewijst dat de oproep ‘Hart boven Hard’ van het brede middenveld geen loze kreet is. Het aantal ‘verliezers’ dat in dit nummer wordt opgevoerd, is overigens niet volledig. De modale werknemer is immers ook de klos van dit rechts beleid. Werknemers moeten langer werken voor hun pensioen, de werkbaarheid van de jobs gaat

SAMPOL_juni2016.indd 1 21/06/2016 14:07:59

Page 2: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|2

er op achteruit (beperking van landingsbanen en tijdskrediet, meer flexi-jobs en straks interim-contracten van onbepaalde duur) en ze leveren in op hun koopkracht. Wat de regering van hoog tot laag moge beweren: de beperkte belasting-verlaging weegt niet op tegen de indexsprong, de quasi-bevriezing van lonen en de facturen van de regeringen-Michel en -Bourgeois. Wel integendeel, alle tools om het koopkrachteffect van dit beleid te berekenen tonen dat onomsto-telijk aan. En dan hebben we het nog niet gehad over de geplande, structurele beperking van de loonontwikkeling via de herziening van ‘de wet op het concurrentievermogen en de werkgele-genheid’. De regering wil deze wet, die sedert 1996 het kader biedt voor de tweejaarlijkse loononderhandelingen en die ze overigens her-haaldelijk met de voeten treedt door eenzijdig in te grijpen, drastisch hervormen zodat onze loonontwikkeling nog strikter wordt afgestemd op deze van onze buurlanden. Wat neerkomt op nog meer ‘harmonisering’, naar beneden wel te verstaan (zoals in de pensioenen waar de ambtenarenpensioenen naar het niveau van de privépensioenen worden gedegradeerd). WINNAARS Is het dan allemaal kommer en kwel? Geenszins. Naast ‘verliezers’ zijn er ook ‘winnaars van het regeringsbeleid’. In de eerste plaats al wie er warm inzit. Want die zijn gespaard gebleven van de taxshift, goed voor 7 miljard euro op kruissnelheid, maar zonder merkbare verschuiving van rijk naar arm. Vooral de indirecte belastingen die jij en ik betalen gaan omhoog. De extra belastingen op kapitaal zijn van een ondraaglijke lichtheid in tegenstelling tot wat hun ronkende namen laten uitschijnen: diamantairtaks, doorkijktaks, speculatietaks en het optrekken van roerende voorheffing.

Er is een tweede groep die zich tot de gelukkigen mag rekenen: de bedrijven en hun aandeelhou-ders. Ze vroegen meer zuurstof om te onderne-men en de regering-Michel heeft hen op hun wenken bediend. De indexsprong, waarvan de opbrengst in de bedrijven blijft, en de verlaging van werkgeversbijdragen zijn samen goed voor een transfer van bijna 6 miljard euro naar het bedrijfsleven. Ook wie gelooft in neoliberale dogma’s, en dus begrip toont voor een verlaging van de bedrijfskosten ten voordele van het on-dernemingsinitiatief en -rendement in een con-currentiële context, kan niet om de vaststelling heen dat de voordelen wel zeer gratuit worden toegekend en tot op vandaag weinig hebben opgeleverd. Bedrijven krijgen immers een rist kortingen (op een eerste aanwerving moet een werkgever zelfs geen enkele bijdrage meer betalen en dat onbeperkt in de tijd) zonder dat ze daar enige verantwoording moeten voor afleggen of een tegenprestatie moeten voor leveren, zoals aantonen dat er bijkomend mensen worden aangeworven of dat er bijkomend geïnvesteerd zal worden in opleiding. Terwijl de regering er alles aan doet om te verijdelen dat de kortingen ten goede zouden komen aan loonopslag, laat ze het na om diezelfde redenering door te trek-ken naar winstuitkeringen. Mogen we er even aan herinneren dat in de periode 1996-2014 voor 10 miljard euro bijdrageverminderingen en loonsubsidies werden toegekend, terwijl er in diezelfde periode voor 12 miljard euro aan (netto)dividenden werden uitgekeerd aan de aan-deelhouders (uit: sociaaleconomische barometer ABVV). En de resultaten blijven (voorlopig?) uit. Cijfers van Europa tonen aan dat onder de regering-Michel de economische groei achter de rest van de Eurozone aan hinkt, dit in tegenstel-ling tot de resultaten onder de regering-Di Rupo (eurostat). Uit cijfers van de FOD Economie blijkt dat tussen eind 2014 en eind 2015 het totaal aantal werkenden in België... afnam. Gedurende

Jean-Marie De Baene Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichten

SAMPOL_juni2016.indd 2 21/06/2016 14:07:59

Page 3: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|3

het eerste regeringsjaar Michel gingen er 14.000 jobs verloren. Al dat fraais ten gunste van de be-drijven heeft nog een keerzijde: de taxshift, die er vooral kwam om de arbeidskost te verlagen, is niet sluitend gefinancierd. De Nationale Bank rekende voor dat er een tekort is van meer dan 2 miljard euro. Middelen die elders moeten worden gevonden en die op het conto van de sociale zekerheid dreigen terecht te komen. Of hoe de bedrijven en hun aandeelhouders met de winst dreigen te gaan lopen, opnieuw ten koste van sociaal verzekerden. Een neveneffect van die bijzonder bedrijfsvrien-delijke politiek is dat de werkgeversvertegen-woordigers best tevreden zijn met dit beleid. Ze zijn de derde groep ‘winnaars van het rege-ringsbeleid’. Ze spreken over een verademing na het ‘marxistisch’ beleid van Di Rupo, en zijn niet meer geneigd om via sociaal overleg water in de wijn te doen. Het interprofessio-neel overleg is op dit moment dan ook klinisch dood. Of het nu gaat om de door de regering gevraagde evaluatie van het stakingsrecht, de discussie in het Nationaal Pensioencomité over zware beroepen, de herziening van de wet op de loonvorming of het overleg rond de wet-Peeters rond ‘werkbaar en wendbaar werk’: het overleg beweegt voor geen meter. Bijzonder kortzichtig, als je het mij vraagt, want daarmee zet men niet alleen de sociale vrede op de helling, maar dreigt men ook het overleg als pijler van de sociale welvaartsstaat duurzaam te ontwrich-ten. Er is een toenemende juridisering van de arbeidsverhoudingen ingezet. Als regering en werkgevers het overleg opzij zetten, rest er voor de vakbonden geen ander middel dan wetten en Besluiten aan te vechten bij de rechtbanken.

ALTERNATIEVEN Michel en zijn ploeg kunnen straks wellicht

hun tweede verjaardag vieren. Maar het wordt een verjaardag in mineur. Het draagvlak kalft af, opiniepeilingen en sociaal verzet bewijzen dat. Zelfs voor ingewijden komt de massale deelname aan de vakbondsacties toch nog als een verrassing over. Daar is meer één verklaring voor: de werkende bevolking pikt dit beleid van ‘twee maten, twee gewichten’ niet. Het wordt als fundamenteel onrechtvaardig aangevoeld. De bijdragen in dit nummer van Samenleving en politiek tonen aan dat het om meer dan percep-tie gaat. Vraag die we ons nu allemaal stellen: is er beterschap op komst? Heeft het verzet iets opgeleverd en komt er een grondige bij-sturing van het beleid? Daar durven we aan te twijfelen. In hun reactie op de massabetoging van 24 mei lieten premier Michel en minister Peeters vooral verstaan dat ze hun beleid beter zouden uitleggen. Peeters belooft van zijn kant meer rechtvaardige belastingen, maar het is diezelfde Peeters die onlangs beweerde dat we allemaal boven onze stand leven. Het enige wat op dat vlak al concreet is, is dat Minister Van Overtveldt de opdracht heeft gekregen om de vennootschapsbelasting onder handen te nemen. Je mag twee keer raden welke richting dit zal uitgaan. Het verzet zal dus niet zomaar verdampen. Maar wellicht moeten de oplossingen nu meer op het voorplan komen. Na de aanklacht, de alter-natieven. Het zou een grote stap voorwaarts betekenen, mocht er een breed front tot stand komen rond een gemeenschappelijk alternatief programma, bijvoorbeeld rond onderwerpen als werk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk tegenstroom negeren, kan haar gezondheid schaden. Op korte, en zeker op iets langere termijn.

Jean-Marie De Baene Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichten

SAMPOL_juni2016.indd 3 21/06/2016 14:07:59

Page 4: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

VERLIEZERS VAN HET REGERINGSBELEID

Armen: in de hoek waar de klappen vallen

Frederic Vanhauwaert

De verschillende regeringen in ons land zouden ons alle-maal ‘een steentje laten bijdragen’ in de besparingen om ons er nadien de ‘vruchten van te laten plukken’. Glijmid-del voor die vaak drastische besparingen waren de ‘sociale correcties’. Helaas zijn de besparingen bittere realiteit, ze-ker voor mensen in armoede, maar blijft het wachten op echte sociale correcties en de vruchten van het beleid.

SAMPOL_juni2016.indd 4 21/06/2016 14:08:00

Page 5: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|5

De berekeningen van Decenniumdoelen 2017, een samenwerkingsverband tussen arbeiders-, welzijns- en armoedeorganisaties zoals het Net-werk tegen Armoede, zijn duidelijk en worden door niemand betwist. Gemiddeld betaalt de onderste 20%-inkomens zo’n 44 euro per maand meer als gevolg van het regeringsbeleid. Onder meer de energieprijs stijgt dit jaar explosief. Gemiddeld zal een gezin met vier personen in 2016 zo’n 350 euro extra moeten ophoesten om de energiefactuur te betalen. Dat komt heus niet alleen door de ondertussen roemruchte Turteltaks van de Vlaamse regering. Ook de federale regering verhoogde de btw van 6 naar 21% en voerde een vennootschapsbelasting in voor de intercommunales. Het maakt dat de energiefactuur uitgroeit tot een financiële strop voor gezinnen die het al moeilijk hebben.

De besparingen snijden voor veel groepen nog dieper in het budget dan die gemiddelde 44 euro per maand. Er was de weigering van de Vlaamse regering om de indexering van de huurprijzen, ook die in de sociale huur, tegen te houden ter-wijl lage lonen en uitkeringen, inclusief de kin-derbijslag en het belastingkrediet voor kinderen ten laste, wél de indexsprong ondergingen. Te-gelijk werd bespaard op budgetten voor de bouw van nieuwe sociale woningen. Daardoor blijft de inhaalbeweging, die zich al jaren opdringt en die door de vorige regeringen steeds opnieuw werd aangekondigd maar niet wilde vlotten, ook nu dode letter. Zowel de federale als de Vlaamse regering zorgden dan weer voor hogere kosten op het vlak van mobiliteit. Ze trokken de accijnzen op diesel op (mensen in armoede die nog een auto hebben rijden tweedehands en dus minder zuinig). Ze legden besparingen op bij De Lijn, waardoor bustickets duurder werden. Ook bij de NMBS wordt nagedacht over een prijsverhoging van de treintickets.

In de gezondheidszorg waren er de besparingen op de dienstverlening van de mutualiteiten, de verhoging van het remgeld bij de specialist en de verhoging van de zorgpremie. De Vlaamse regering maakte ook de kinderopvang duur-der en het - verhoogde - sociale tarief minder toegankelijk door mensen te verplichten via het OCMW te gaan. Ook de maximumfactuur in het basisonderwijs verhoogde en er werd bespaard op de werkingskosten in scholen en CLB’s. Op de arbeidsmarkt is er de aangepaste beschikbaarheid voor werkzoekenden. Boven-dien werd bij de taxshift de kans gemist om extra lastenverlagingen in te bouwen gericht op kansengroepen. De doelgroepkortingen voor langdurig werklozen tussen 26 en 55 jaar blij-ven uit. De toekomst van het Plaatselijk Werk-gelegenheidsagentschap (PWA) en artikel 60 (het wetsartikel dat OCMW’s de mogelijkheid geeft om cliënten aan het werk te zetten tot zij voldoende rechten opgebouwd hebben voor een werkloosheidsuitkering) is nog bijzonder onze-ker. Wel schafte men wep+ af, om het te vervan-gen door de nieuwe werkervaringstrajecten: zij worden nu uitkeringsgerechtigde werklozen in opleiding, in plaats van werknemers die sociale rechten opbouwen. De verplichting vervalt voor dienstenchequebedrijven om een minimum aan kansengroepen tewerk te stellen, het gesco-statuut werd ‘geregulariseerd’ (lees: men kan het geld ook aan andere profielen besteden), er is de aangekondigde hogere flexibiliteit bij interim en deeltijdse arbeid (uurroosters die 24 uur van tevoren kunnen wijzigen), enzovoort.

Zeer ingrijpend waren het inkomensverlies en het verlies aan recht op sociale bescherming voor een groot aantal mensen tout court. Er werd al geknabbeld aan de opbouw van pen-sioenrechten, maar ook op het recht op mini-mumpensioen. Daardoor is de verwachting dat meer mensen op pensioenleeftijd op termijn

Frederic Vanhauwaert Armen: in de hoek waar de klappen vallen

SAMPOL_juni2016.indd 5 21/06/2016 14:08:00

Page 6: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|6

op de inkomensgarantie voor ouderen zullen moeten terugvallen, wat voor vele oudere kop-pels een verarming betekent (aangezien deze uitkering inkomensafhankelijk is en dus deels of helemaal kan wegvallen). Het is bovendien bang afwachten wat de federale regering hier nog in petto heeft. Er is sprake van extra ingrepen in gelijkgestelde periodes en extra gebruik van lagere forfaitaire bedragen tijdens die periodes waarop het pensioen wordt berekend (wat nu al werd doorgevoerd voor langdurig werklozen).

De druk op oudere werknemers en werkzoeken-den wordt verder opgevoerd: door de verdere afbouw van het brug- en overlevingspensioen,

door het optrekken van de pensioenleeftijd, door de loopbaanvoorwaarden voor vervroegd pensioen, door het verlies aan inkomen (ook door het afschaffen van anciënniteitstoelage in de werkloosheid) en door de nog versterkte degressiviteit in de werkloosheidsuitkeringen. Daarbovenop richt men nu ook steeds meer de pijlen op wie ziek en arbeidsongeschikt is. Veel - vooral tevoren onregelmatig tewerkge-stelde - invaliden en zieken leden inkomensver-lies door het herberekenen van hun uitkering op de laatste twaalf maanden loon i.p.v. hun laatste maandloon. Daar kwam het nieuwe re-integratieplan bij voor wie ziek valt. En de financiële sanctie is terug van weggeweest, blijkt

uit de laatste begrotingswijziging. Nochtans was die eerder afgevoerd onder druk van mu-tualiteiten, vakbonden én werkgevers. Er is sprake van 10% verlies op de uitkering voor arbeidsongeschikten die onvoldoende meewer-ken aan ‘re-integratie op de arbeidsmarkt’. Wie de ervaringen van mensen bij adviserende en RIZIV-geneesheren wat volgt, weet dat hier een collectieve verarming van een hele kwetsbare groep dreigt.

Eerder waren er al de vele duizenden jongeren - maar bijvoorbeeld ook veel dertigers, vaak alleenstaande vrouwen met een gezin ten laste, die te onregelmatig of deeltijds hadden gewerkt

sinds ze van school af waren om een volwaar-dige werkloosheidsuitkering te bekomen - die hun recht op inschakelingsuitkering zagen ge-schrapt. 1 op 5 van deze mensen werd intussen ‘opgevist’ door de OCMW’s. Van de andere 4 op 5 heeft iedereen het raden naar waar ze gebleven zijn. Zijn ze aan de slag in precaire jobs? Keerden ze noodgedwongen terug naar hun ouders? Trokken ze in bij kennissen (en verarmden die bijgevolg)? Vielen ze zonder inkomen? Niemand die het weet. Vervelend neveneffect ook: gezien deze jongeren niet meer uitkeringsgerechtigd werkloos zijn, passeren ze ook nog nauwelijks bij de VDAB.

Deeltijds werklozen moeten veel actiever op zoek naar bijkomende deeltijdse jobs, zo niet verliezen ze hun aanvullende uitkering. Dat is cynisch, aangezien het overgrote deel van de mensen die hier op moeten terugvallen net veroordeeld zijn tot deeltijds werk wegens onregelmatige uren en dus niet combineerbaar met ander werk, wegens gezondheidsproblemen, wegens leeftijd of wegens simpelweg zo gewenst door de werkgever.

Frederic Vanhauwaert Armen: in de hoek waar de klappen vallen

SAMPOL_juni2016.indd 6 21/06/2016 14:08:00

Page 7: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|7

Veel minder in het nieuws was het inkomens-verlies voor deeltijds werkenden met aanvul-lende rechten in de werkloosheidsuitkering, de zogenoemde inkomensgarantie-uitkering. Een eerste ‘kleine’ besparing kostte sommige mensen in die situatie - in de praktijk vooral vrouwen, waaronder veel alleenstaande moe-ders - soms tot meer dan 200 euro verlies per maand. Intussen werd beslist om de controle op de ‘beschikbaarheid’ van deze mensen op te voeren. Ze moeten veel actiever op zoek naar bijkomende deeltijdse jobs, zo niet verliezen ze hun aanvullende uitkering. Dat is cynisch, aangezien het overgrote deel van de mensen die hier op moeten terugvallen net veroordeeld zijn tot deeltijds werk wegens onregelmatige uren en dus niet combineerbaar met ander werk, wegens gezondheidsproblemen, wegens leeftijd of wegens simpelweg zo gewenst door de werk-gever. Deze heeft immers liever veel deeltijdse, flexibel inzetbare werknemers dan voltijdse volwaardige banen. Het is nu vooral te hopen dat de federale regering haar voornemen om in 2018 de inkomensgarantie-uitkering ronduit te halveren niet waarmaakt. Ook hier betreft het een grote en zeer kwetsbare groep die nu al in armoede leeft, of er op een zuchtje van staat. Je zou dan denken, er is altijd nog… het OCMW. We weten al jaren dat ook dit ‘laagste vangnet’ vol gaten zit. Grove ramingen van de KUL - im-mers, het gaat over mensen die we logischerwijs niet weten zitten - spreken van 50 tot zelfs 70% mogelijke rechthebbenden op het recht op maat-schappelijke integratie (leefloon) of dienstver-lening (equivalent leefloon of andere steun) die dit recht niet uitoefenen. Door onwetendheid, door schaamte, maar ook door weigeringen en door een steeds grotere voorwaardelijkheid. Die ‘non take up’ dreigt binnenkort nóg groter te worden nu elke leefloner verplicht wordt een geïndividualiseerd project maatschappelijke

integratie te tekenen. Een contract dus met extra voorwaarden, waaronder mogelijk ook een afdwingbare - dus in de feiten verplichte - gemeenschapsdienst waarvan iedereen weet dat die niet werkt, mensen weghoudt van de echte arbeidsmarkt en jobvernietigend werkt.

IS HET DAN AL KOMMER EN KWEL? Een aantal pogingen tot ‘sociale correctie’ of beperken van de schade zijn er wel degelijk, maar het blijft toch vooral rijden met de hand-rem op. De federale regering die de derde be-talersregeling bij huisartsen verplicht, maar nog niet veralgemeent of uitbreidt naar andere zorgverleners in de eerste lijn. De Vlaamse re-gering die het verlies van de gratis m³ water compenseert, maar niet voor iedereen die dat nodig heeft. Die bouwt aan een eigen sociale bescherming, maar voorlopig te weinig mensen met een beperking kan voorzien van een - te laag - basisondersteuningsbudget en de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg niet voluit aanpakt. Of die, zoals recentelijk beslist, wel het gevreesde bloedbad in de kinderbijslag vermijdt en een aantal gezinnen in armoede wel degelijk voor-uithelpt - inzonderheid de werkende armen en kleinere gezinnen, gezinnen met jonge kinderen ook - maar globaal de kans mist om écht in te zetten op het bestrijden van kinderarmoede. Een aantal zeer kwetsbare gezinnen verliest inkomen en een deel van hun rechten wordt voorwaardelijk.

Ook op dé sociale correctie waar heel armoe-debestrijdend België op hoopt - de belofte van de federale regering om de laagste uitkerin-gen (al dan niet in aanvulling op lage lonen uit deeltijdse of interimarbeid) op te trekken tot de Europese armoedegrens - is het voor-alsnog wachten. Na de indexsprong, die een eerste verhoging van de uitkeringen vanuit de

Frederic Vanhauwaert Armen: in de hoek waar de klappen vallen

SAMPOL_juni2016.indd 7 21/06/2016 14:08:00

Page 8: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|8

welvaartsenveloppe uitvlakte, volgde nog een verhoging vanuit de welvaartsenveloppe en - recent - als ‘sociale correctie’ op de taxshift ook een eenzijdige verhoging van de leeflonen en de minimumuitkering voor langdurig zieken die onregelmatig gewerkt hebben met 2%.

Om u een idee te geven: een alleenstaande leef-loner zit vandaag na al die ‘verhogingen’ nog altijd op een maandelijks bedrag van 850 euro. Als je bovendien weet dat die laatste operatie 25 miljoen euro kostte en als je dit afzet tegen de vele miljarden die binnen de taxshift hetzij werden bespaard bij de zwaksten, hetzij werden verschoven richting de vermogenden en werk-

gevers, dan wordt het wel erg zuur.

Na twee jaar regering-Michel en -Bourgeois blijft de conclusie toch vooral dat de meest kwetsbare mensen in ons land in de hoek zit-ten waar de klappen vallen. We hopen dat men binnenkort echt gaat bijsturen. Bijvoorbeeld door bij de komende begrotingsbesprekingen voor 2017 eindelijk eens echt de centen op ta-fel te leggen voor armoedebestrijding. Gaat men eindelijk voor uitkeringen die de Euro-pese armoedegrens halen en gaan we voor een inhaaloperatie in de sociale huur? Als onze beleidsmakers willen, kunnen ze. Het is nog niet te laat!

Frederic Vanhauwaert Armen: in de hoek waar de klappen vallen

Frederic Vanhauwaert Coördinator Netwerk tegen Armoede

SAMPOL_juni2016.indd 8 21/06/2016 14:08:00

Page 9: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|9

VERLIEZERS VAN HET REGERINGSBELEID

DURE JOBGROEI VALT TEGEN Vorig jaar organiseerden we met Jongsocialisten VUB een debat over jongerenwerkloosheid. Het feit dat er vandaag meer dan 1 op 4 jongeren in Brussel zonder job zit, vonden we een te groot issue om zomaar te laten passeren. Ondanks dat er door deze regering een aantal goede maatre-gelen werden genomen, zoals de vermindering van de sociale bijdragen voor de doelgroep van jonge werknemers, wordt er nog te weinig ge-daan. Jongeren die afstuderen, zeker die met

Jongeren: gestraft door ideologische keuzes

Jaro Verberck

Jongeren worden vandaag op meerdere vlakken gestraft door de ideologische keuzes van de regering-Michel en de regering-Bourgeois. De jongerenwerkloosheid in steden als Brussel en Antwerpen is torenhoog, maar de beloofde en dure jobgroei blijft uit. Bovendien staat het, nog voor we op de arbeidsmarkt terechtkomen, reeds vast dat we langer moeten werken voor een lager pensioen. Daarnaast is de woonbonus afgeschaft, de inschakelingsuitkering afgenomen, worden werkervaringsprojecten afgeschaft, is de broodnodige onderwijsher-vorming afgevlakt en wordt het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs verhoogd. Het is duidelijk: jongeren zijn de klos van ‘de kracht van verandering’. Wij zijn op dit moment degenen die de belastingontduikers financieren.

een migratieafkomst, zullen het moeilijk hebben om een job te vinden. Vandaag zit 26% van de jongeren in Brussel zonder baan. Antwerpen, waar N-VA-voorzitter Bart De Wever de plak zwaait, stak Brussel onlangs voorbij: 27% van de afgestudeerde jeugd is er werkloos. Bart De Wever beloofde voor de verkiezingen van 2014 meer jobs en een daling van de lasten op arbeid om het probleem van de jongeren-werkloosheid aan te pakken. Het is nu juni 2016. Wat zien we? Van die daling van de lasten op

SAMPOL_juni2016.indd 9 21/06/2016 14:08:00

Page 10: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|10

Jaro Verberck Jongeren: gestraft door ideologische keuzes

arbeid is zeer weinig in huis gekomen. Over het aantal jobs die zouden worden gecreëerd, horen we constant tegenstrijdige berichten. De ene keer is het 60.000 jobs tegen 2021; en als het wordt berekend door het Planbureau zouden het er 45.000 zijn. Tegelijkertijd worden ook de kosten van deze jobcreatie niet meegerekend. Het zou de regering meer dan 6 miljard euro kosten om die 45.000 banen te creëren, waar-door er nog meer zal moeten worden bespaard. LANGER WERKEN VOOR EEN LAGER PENSIOEN

Nog voor jongeren op de arbeidsmarkt terecht-komen, staat het reeds vast dat ze langer gaan moeten werken voor een lager pensioen. De vooruitzichten zijn somber en het pessimisme overheerst. In een onderzoek van socioloog Mark Elchardus uit 2013 zien we dat bijna 90% van de Belgische twintigers en dertigers vreest voor een daling van de werkgelegenheid, voor meer druk op de sociale zekerheid en voor lagere pensioenen. Zo’n 79% van diezelfde groep vreest dat men alsmaar langer zal moeten werken. Dat laatste is alvast uitgekomen. De wettelijke pensioensleeftijd werd door deze regering ver-hoogd naar 67 jaar. Niet omdat de vorige gene-raties potverteerders zijn geweest, wel omdat het beleid die keuze heeft gemaakt. Er bestaan noch-tans alternatieven voor het financieringsvraagstuk van de toekomstige pensioenen: meer tewerkstel-ling, meer vraagstimulering en een alternatieve financiering van onze sociale zekerheid. Maar deze beleidsopties vinden geen gehoor bij de regering-Michel. Enkel langer werken is een optie. Mijn grootvader is op dit moment 67 jaar. Zijn rug en knieën gaan al jaren niet meer mee. Ik zie hem al geruime tijd niet meer in staat om elke ochtend vanuit Mechelen naar Brussel te sporen om daar te gaan werken.

De waarheid is dat het niet noodzakelijk is om de (wettelijke) pensioensleeftijd op te trekken. Het is een louter ideologische keuze die de huidige regeringsploeg maakt. Sp.a stelde tijdens de ver-kiezingen van 2014 voor om ons pensioenstelsel op een andere manier te bekijken. Hun voorstel hield in dat iedereen een loopbaan van 42 jaar zou moeten doorlopen alvorens recht te heb-ben op een volledig pensioen. Dat zou er voor zorgen dat iedereen even lang moet werken, wat transparanter en eerlijker is. Het werd trouwens berekend dat onze pensioenen betaalbaar zouden blijven als iedereen een loopbaan van 42 jaar zou doorlopen. Daar hangt natuurlijk ook aan vast dat de teller moet blijven doorlopen in geval van ziekte en/of indien men voor een kind moet zor-gen en dat men daarvoor dus niet gestraft wordt. Jammer genoeg zien we veel hypocrisie bij de meerderheidspartijen. Meryame Kitir (sp.a) diende onlangs in de federale Kamer een amen-dement in om de pensioensleeftijd van parle-mentsleden gelijk te trekken met de pensioen-voorwaarden van werknemers. Dit werd door de voltallige meerderheid weggestemd onder het mom dat ‘dit niet de gepaste manier is en niet de gepaste omstandigheden zijn’. Om de pensioenleeftijd voor gewone werknemers dras-tisch te verhogen, waren de omstandigheden blijkbaar wel gunstig genoeg. Ondanks de ver-kiezingsbelofte van elke meerderheidspartij om de wettelijke pensioenleeftijd op 65 te houden. WOONBONUS AFGESCHAFT Niet alleen zullen we met zijn allen langer moeten werken, ook het ouderlijke huis verla-ten zal een flink stuk duurder uitvallen nu de woonbonus is afgeschaft. Jonge gezinnen die een appartement of een huis willen kopen of bouwen, zullen veel dieper in de buidel moeten tasten met deze maatregel.

SAMPOL_juni2016.indd 10 21/06/2016 14:08:00

Page 11: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|11

Jaro Verberck Jongeren: gestraft door ideologische keuzes

INSCHAKELINGSUITKERING AFGE-NOMEN

Terwijl er vandaag een torenhoge jeugdwerkloos-heid is, krijgen jongeren tegelijkertijd een klok opgelegd om een job te vinden. Binnen de drie jaar nog geen job gevonden? Sorry, maar dan krijg je ook geen inschakelingsuitkering meer. Deze maatregel werd door de liberalen naar voren geschoven en uitgevoerd onder de regering-Di Rupo. Jongsocialisten heeft zich steeds stevig

verzet tegen deze maatregel. Ook Elio Di Rupo keerde onlangs op zijn stappen terug; hij ver-klaarde dat de beperking in de tijd van de in-schakelingsuitkering een foute beslissing was. Als je de middelbare school trouwens verlaat zonder diploma en je bent jonger dan 21 jaar, krijg je helemaal géén inschakelingsuitkering. Jongeren zonder diploma zijn vandaag met voor-sprong de zwakste groep in onze (universitair) diplomagerichte samenleving. Deze groep zou een prioriteit moeten zijn, maar deze jongeren worden dubbel gestraft. Ze hebben geen diploma en krijgen geen uitkering. Opnieuw is dit een ideologische keuze: we glijden steeds meer af naar een sociale verzekering met minder solidariteit; enkel wie bijgedragen heeft, maakt kans. WERKERVARINGSPROJECTEN AFGE-SCHAFT

Matthias Diependaele (N-VA) roept in het

Vlaams Parlement herhaaldelijk de oppositie en sp.a in het bijzonder toe dat ‘gratis niet be-staat’. Het is een erg selectief verwijt. Want tegelijkertijd zien we dat zijn partijgenoot en Vlaams minister van Werk en Economie Phi-lippe Muyters de werkervaringsprojecten af-schaft en ze vervangt door gratis stages. Deze werkervaringsprojecten waren nochtans een ideale opstap voor jonge werknemers om hen een eerste werkervaring te laten beleven, mét verloning. Maar die wordt dus naar de prul-

lenmand verwezen. Gratis bestaat dan toch voor rechts. Zolang de werkgevers er van kun-nen genieten, althans, in de vorm van gratis arbeidskrachten. Ze noemen dit ook wel eens ‘uitbuiting’. ONDERWIJSHERVORMING AFGE-VLAKT

Onder de vorige Vlaamse regering-Peeters II werden er hervormingen aangekondigd in het onderwijs. Die zijn broodnodig: de huidige watervalstructuur heeft lange tijd goed gewerkt en zorgde er voor dat ons onderwijs werd aan-geschreven als één van de beste van Europa, maar vandaag blinkt ons huidige ASO-TSO-BSO-systeem vooral uit in elitarisme. Het is een systeem waarin neergekeken wordt op iedereen die een lagere opleiding volgt. Het onderwijsak-koord van de vorige legislatuur, waar de huidige regeringspartijen CD&V en de N-VA deel van uitmaakten, was een goede oplossing om ons

Jongeren zonder diploma zouden een prioriteit moeten zijn, maar ze worden dubbel gestraft. Ze hebben geen diploma en krijgen geen uitkering. Opnieuw is dit een ideologische keuze: we glijden steeds meer af naar een sociale verzekering met minder solidariteit; enkel wie bijgedragen heeft, maakt kans.

SAMPOL_juni2016.indd 11 21/06/2016 14:08:00

Page 12: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|12

onderwijs terug concurrentieel te maken met andere EU-landen. Het gaf elke student de kans om zijn of haar interesses te volgen. In plaats van af te vloeien naar een ‘lagere’ richting zouden slechter presterende leerlingen meer onder-steund en specifieker begeleid worden. De recent aangekondigde onderwijshervor-ming is slechts een eerste stap naar een échte hervorming. Het is jammer om vast te stellen dat de ASO-TSO-BSO-schotten mogen wor-den behouden. Op deze manier bestendigt de Vlaamse regering het elitaire karakter van de ASO-richting door scholen de optie te bieden zich enkel toe te spitsen op de voorbereiding naar hoger onderwijs. Van een eliteschool gesproken. Een echte onderwijshervorming is nochtans broodnodig nu we gezien hebben dat zelfs de partij van minister van Onderwijs Hilde Cre-vits, de CD&V, het woord ‘geletterdheid’ niet eens correct kan spellen. Dit is een gemiste kans. Vooral de schoolverlaters zonder startkwalificatie zijn de klos. De Vlaamse regering slaagt er niet in de ongekwalificeerde uitstroom significant terug te dringen en lijkt daar niets aan te willen doen. INSCHRIJVINGSGELD VERHOOGD Niet alleen komt de grote onderwijshervorming er niet, de minister van Onderwijs Hilde Crevits verhoogde ook in één klap het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs met 270 euro. De

universiteiten, die geplaagd worden door een waanzinnige besparingsideologie, moeten het nu met nog minder middelen stellen. De recto-ren moeten al jaren creatief omspringen met de beperkte middelen. Zo moest Paul De Knop, de vorige rector van de VUB, obligaties uitschrij-ven om de koten van de VUB te moderniseren. Met alleen overheidsgeld zou dit niet kunnen. Het is een fout signaal dat universiteiten privaat geld moeten aanschrijven om te kunnen blijven draaien. Zo komt het Vrij Onderzoek in gevaar. Dat mogen we nooit laten gebeuren. JONGEREN FINANCIEREN BELAS-TINGONTDUIKERS

Het valt te betreuren dat de regeringen-Michel en -Bourgeois de keuze maken om jongeren niet te ondersteunen. Ze doen in feite zelfs meer dan dat. Ze ontnemen de kansen om werkervaring op te doen, geven geen enkel perspectief op beterschap en vallen ons persoonlijk aan door het inschrijvingsgeld te verhogen. Tegelijkertijd krijgen we te horen dat er miljarden Belgische euro’s in Luxemburg, Zwitserland en Panama staan, maar dat daar niet aan geraakt wordt. In de plaats besparen ze op onderwijs en op jongeren. Wij zijn op dit moment degenen die de belastingontduikers financieren. Wij zijn degenen die gestraft worden door ideologische keuzes die deze regering maakt. De Belgische jeugd is kwaad op dit beleid. En gelijk hebben ze.

Jaro Verberck Jongeren: gestraft door ideologische keuzes

Jaro VerberckVoorzitter Jongsocialisten VUB

SAMPOL_juni2016.indd 12 21/06/2016 14:08:00

Page 13: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|13

VERLIEZERS VAN HET REGERINGSBELEID

Sinds 2009 is er in de pensioenreglementering strikt genomen geen onderscheid meer tussen vrouwen en mannen. Vanaf dat moment be-reikte de wettelijke pensioenleeftijd van vrou-wen deze van mannen: 65 jaar. De regering-Michel trok deze verder op tot 67 jaar vanaf 2030. Opnieuw werden mannen en vrouwen ‘gelijk’ behandeld. Net daar stelt zich echter het probleem. Het gelijk behandelen van een ongelijke situatie leidt in de feiten juist vaak tot grotere ongelijkheid.

Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

Celien Vanmoerkerke

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine is blind voor de realiteit van vrouwenpensi-oenen. Elke aankondiging opnieuw zijn vrouwen diegenen die een achteruitgang moeten incasseren. Laatst waren het de studiejaren van de ambtenaren waar het de (voornamelijk vrouwelijke) leerkrachten zijn die er op achteruit gaan. Daarvoor waren het de gelijkge-stelde periodes en de minimumpensioenen. Dat Bacquelaine ongegeneerd het tegendeel verkondigt, is niet vreemd aan deze regering. In dit artikel vraag ik de nodige aandacht voor ons toekomstig pensioenstelsel en zeker de bijzondere aandacht die de vrouw hierin verdient. Want alle discriminaties die tijdens de loopbaan bestaan, worden versterkt in hun latere pensioenen. Daar kan het beleid niet onverschillig mee omgaan.

Pensioenen zijn een quasi pure weerspiege-ling van de situatie op de arbeidsmarkt. Elke discriminatie op de arbeidsmarkt wordt over-genomen, of zelfs versterkt, na pensionering. Dat komt door de berekeningsformule van het pensioen. Het pensioenbedrag wordt berekend in functie van het inkomen verdiend over de hele loopbaan. Ook het aantal loopbaanjaren heeft een belangrijke impact. Zowel voor lonen als voor loopbaanjaren is de situatie van vrouwen nadeliger dan die van mannen: ze dragen over het algemeen minder loopbaanjaren bij, ze ken-

SAMPOL_juni2016.indd 13 21/06/2016 14:08:00

Page 14: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|14

nen meer perioden van onderbreking in hun loopbaan, ze werken meer deeltijds en dus aan een lager loon, enzovoort. De pensioenhervorming die Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) voor ogen heeft, zal de nadelige pensioensituatie van vrouwen alleen nog maar versterken. Niet al-leen worden leeftijden en voorwaarden strenger gemaakt; ook de beschermingsmaatregelen die voor vrouwen werden voorzien, liggen vandaag onder vuur. DE LOONKLOOF: HET LOON ALS BA-SIS VOOR HET LATERE PENSIOEN Het inkomen vormt de basis voor het latere pensioenbedrag. Dat is geen goeie zaak voor vrouwen, zeker als je weet dat de loonkloof aan-houdt en dat er binnen overmatig ‘vrouwelijke sectoren’ nog steeds gemiddeld lagere lonen worden uitbetaald. Vrouwen verdienen per uur 9% minder dan mannen.1 Dit verschil kan niet worden verklaard, zelfs wanneer men rekening houdt met objectiveerbare verschillen in oplei-dingsniveau, aantal werkuren, enzovoort. De loonkloof in jaarlonen blijft quasi constant net boven de 20%. Het hogere percentage verklaart zich doordat veel vrouwen deeltijds werken. En daarmee is de cirkel natuurlijk rond: het zijn vaker vrouwen die deeltijds werken, net omdat hun inkomen lager is en het verlies voor het gezin zo kleiner is. Het deeltijds werk van vrouwen is echter in de meeste gevallen geen vrije maar een opgelegde keuze. Omdat er geen voltijdse jobs voor handen zijn of omdat het om een gezinskeuze gaat met betrekking tot de verdeling van betaald en onbetaald werk. De ‘gezinskeuze’ vertaalt zich in een bijzonder ongelijk verdeelde factuur voor het persoonlijke inkomen van vrouwen na hun pensionering.

Dat is een dikwijls onbekende consequentie van ‘keuzes’ uit het verleden. Door de pensi-oenberekening zorgt een deeltijds inkomen (behoudens enkele uitzonderingen2) namelijk voor een gedeeltelijk pensioenbedrag. Dit is een omvangrijk probleem, aangezien de mas-sale intrede van de vrouw op de arbeidsmarkt voornamelijk een deeltijdse intrede was. In 1983 werkte 20% van de loontrekkende vrouw deeltijds, terwijl dit in 2013 bijna 45% was.3 De helft van de vrouwen die deeltijds werkt, zegt dat ze dit doet wegens zorgnoden voor kind of familielid. Mochten er toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle opvangvoorzieningen zijn, zou een groot deel van hen wel voltijds aan de slag kunnen. Naast de ongelijke verdeling van zorg en ar-beidstijd spelen nog andere factoren een rol in het verklaren van de loonkloof. Een eerste is het glazen plafond. Vrouwen maken minder snel promotie. Hoewel vrouwen 48% van de werkenden uitmaken, maken ze slechts 35% van de leidinggevenden uit.4

Ook de sector waarin je als vrouw terechtkomt, is bepalend. Er is zelfs een dubbel negatief ef-fect. Enerzijds liggen de lonen in sectoren waar voornamelijk vrouwen werken gevoelig lager dan typisch mannelijke sectoren. Anderzijds is de loonkloof in sectoren waar zowel mannen als vrouwen werken groter.5

Het probleem voor vrouw en pensioen begint zelfs al eerder, in het onderwijs. Tijdens hun stu-dies kiezen vrouwen immers vaker dan mannen voor ‘zachte’ richtingen die leiden naar de min-der lucratieve sociaal-culturele sector, de zorg of het onderwijs. Volgens de cijfers van Vlaams Zorgambassadeur Lon Holtzer (2015) is bij de Vlaamse verpleegkundigen in 2014 nog steeds 86% vrouw en in de Vlaamse gezinszorg maken

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 14 21/06/2016 14:08:00

Page 15: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|15

vrouwen 97% uit van het personeel. Mannen zijn dan weer oververtegenwoordigd in de goed betalende technologie- en industriesectoren.6

Er zijn dus verschillende oorzaken waarom vrouwen door hun gemiddeld lagere lonen tij-dens de loopbaan een lager pensioenbedrag op-bouwen. Deze lopen natuurlijk ook door elkaar.

Echter, één ding is zeker: door het belang van het loon in de pensioenberekening wordt de dis-criminatie op de arbeidsmarkt doorgetrokken en is er sprake van pensioendiscriminatie voor vrouwen. Dit is op zich een erg onrechtvaardige situatie. De arbeidsmarktrealiteit, de gezins-keuzes en de verschillende maatschappelijke (economische) appreciatie voor vrouwelijke en mannelijke sectoren, beroepen en opleidingen zouden zich niet mogen vertalen in een verschil-lende waardering van de pensioenen. Zeker omdat veel van die keuzes tijdens de loopbaan opgelegd of genomen worden zonder goede kennis over de gevolgen op latere leeftijd. DE LOOPBAAN: COMPLEET VER-SCHILLEND VOOR MAN EN VROUW De gemiddelde loopbaan van een vrouw be-draagt vandaag 36,6 jaar. Bij mannen is dat 42,2 jaar.7 Bovendien is een groot deel van de vrouwenloopbaan samengesteld uit gelijkge-stelde periodes. Die periodes van inactiviteit, die toch meetellen voor het pensioen, liggen vandaag onder vuur. Nochtans bestaat 50% van de loopbaan van arbeidsters uit gelijkgestelde periodes. Bij arbeiders is dat 39%.8

Waar een beleid gericht op gendergelijkheid in pensioenen zich zou moeten richten op het wegwerken van de hierboven genoemde be-staande discriminaties, versterken de voor-ziene hervormingsmaatregelen het probleem nog. De ‘invraagstelling van de gelijkgestelde periodes’, wat vandaag gebeurt, is hierbij een belangrijk element. Concreet betekent het dat

de nu al lagere pensioenbedragen van vrouwen nog verder zullen dalen. Kijken we naar hoe de gelijkgestelde perio-des precies verdeeld zijn, zien we de impact van het beperken van gelijkgestelde periodes.9 Voor mannen zijn de gelijkgestelde periodes hoofdzakelijk te wijten aan werkloosheid en brugpensioen. Bij vrouwen gaat het vooral over gelijkgestelde periodes voor werkloosheid. Door de expertencommissie, onder leiding van Frank Vandenbroucke, werd onderzoek gedaan naar andere periodes in een loopbaan (vanaf 16 tot 65 jaar) die geen betaald werk zijn noch meetellen als gelijkgestelde periodes.10 Het kan dan gaan om studiejaren, periodes waarin (onbetaalde) zorg wordt verstrekt of andere periodes van inactiviteit. Deze categorie vertegenwoordigt 40% van een loopbaan bij vrouwen, tegenover slechts 1% bij mannen. Ten slotte keek men naar het soort gelijkstel-ling op het einde van de loopbaan. Wat blijkt? Van de vrouwen die inactief zijn op het einde van de loopbaan is 50% werkloos, 20% ziek of invalide (ZIV) en 21% op brugpensioen; slechts

De arbeidsmarktrealiteit, de gezinskeuzes en de verschillende maatschappelijke (economische) appreciatie voor vrouwelijke en mannelijke sectoren, beroepen en opleidingen zouden zich niet mo-gen vertalen in een verschillende waardering van de pensioenen.

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 15 21/06/2016 14:08:00

Page 16: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|16

6% heeft een gelijkstelling voor landingsbanen of tijdskrediet. Bij mannen gaat het voor 28% over werkloosheid, voor 19% over ZIV en voor 48% over brugpensioen. De regering-Michel wil periodes van werkloos-heid (en brugpensioen) liever niet, of slechts beperkt, laten meetellen voor de pensioenbere-kening en de toegang tot het vervroegd pensioen. Bovenstaande cijfers tonen nochtans duidelijk aan dat deze periodes op het einde van de loop-baan uitermate belangrijk zijn. Een beperking ervan heeft een grote negatieve impact op het pensioenniveau. Een beleid dat echt op gelijkheid inzet, investeert (zolang er geen gelijkheid bestaat op de arbeids-markt) juist meer in gelijkgestelde periodes. We stellen namelijk vast dat de arbeidsmarktsituatie van vrouwen niet binnen het kostwinnermodel valt. Dat kostwinnermodel is nochtans de basis van het huidige pensioensysteem. Conclusie? De loonkloof en de verschillen in het loopbaanverloop leiden tot grote verschillen in het pensioenbedrag van mannen en vrouwen. Het gemiddelde pensioenbedrag van vrouwen bedraagt 710 euro; mannen ontvangen gemid-deld 950 euro.11 Dat is dus een pensioenkloof van 25%. Houden we rekening met het gezins-pensioen12, dat voor 99,5% aan mannen wordt toegekend, dan vergroot de pensioenkloof tot meer dan 30%. VORIGE PENSIOENHERVORMINGEN HADDEN OOG VOOR REALITEIT Bij de pensioenhervorming van 1997 werd de pensioenleeftijd voor de vrouwen opgetrokken van 60 naar 65 jaar en werd de loopbaanvoor-waarde om met vervroegd pensioen te kunnen gaan, opgetrokken van 20 naar 35 jaar. Deze

maatregelen, die tot ‘een mildering van de uitga-ven’13 dienden, gingen gepaard met belangrijke beschermingsmaatregelen die er voor zorgden dat vrouwen werden beschermd:

- De invoering van een ‘minimumrecht per loopbaanjaar’. Dit om de feitelijke ongelijkhe-den op arbeidsrechtelijk vlak tussen mannen en vrouwen zo weinig mogelijk te laten doorwerken in het pensioenrecht. Dit minimumrecht zorgt ervoor dat voor de jaren met een laag inkomen er in de pensioenberekening toch minstens rekening werd gehouden met het minimum-loon. Dit minimumrecht geldt vanaf 15 jaar 1/3de arbeids- of gelijkgestelde periode.- De versoepeling van de toegang tot het mini-mumstelsel. Een loopbaanjaar (om te voldoen aan de toegangsvoorwaarde tot het vervroegd pensioen) telt mee zodra er 1/3de tewerkstelling is.- Het toekennen van bonusjaren voor diverse vormen van arbeidsherverdeling.

In 2006 werd vastgesteld dat de ongelijkheid in de pensioenen nog steeds sterk aanwezig was. Er werden voor vrouwen verbeteringen bekomen. Om vooral aan de nieuwe korte en atypische loopbanen tegemoet te komen, werden meer bepaald twee maatregelen ingevoerd:

- Het minimumrecht, dat in 1997 werd inge-voerd, had een achterstand opgelopen ten op-zichte van het minimumloon en werd in één beweging verhoogd met 17%, tot op het niveau van het minimumloon. - Er werd een minimumpensioen ingevoerd voor deeltijds werkenden. Tot dan moest je 30 jaar 2/3de tewerkstelling of gelijkstelling hebben om recht te hebben op een minimumpensioen. Hoewel we vandaag nog steeds geen gelijkheid vaststellen in de loopbaan en de inkomens van mannen en vrouwen, houdt de aangekondigde

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 16 21/06/2016 14:08:00

Page 17: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|17

hervorming van Minister Bacquelaine hier geen rekening mee. Erger nog, ze haalt de beschermings-maatregelen in de minimumpensioenen onderuit:

1. De verbeteringen van de minimumpensi-oenen moeten voor Bacquelaine vooral gaan naar mensen met 45 jaar loopbaan. Echter, 75% van de vrouwen die vandaag op pensioen gaat, voldoet niet aan die voorwaarde. Nog veel meer vrouwen die nu al met pensioen zijn, voldoen daar evenmin aan. 2. Een nieuw minimumpensioen zou worden ingevoerd waar je na 20 jaar effectieve tewerk-stelling toegang tot krijgt. Men wil dus geen rekening meer houden met gelijkgestelde pe-riodes. Bovendien geldt het bedrag van het mi-nimumpensioen van 1.145,8 euro slechts als je 45 jaar loopbaan hebt. Met dit voorstel krijg je dus 509 euro per maand na 20 jaar werken.14 3. Het minimumpensioen zou enkel nog in

dagen berekend worden. Voor elke effectieve dag krijg je dus een bepaald bedrag. De huidige beschermingsmechanismes, zoals het hierboven uitgelegde minimumrecht per loopbaanjaar voor korte en atypische loopbanen, worden hierdoor onderuit gehaald.

Een voorbeeld. In het huidige stelsel telt 1 jaar mee als 1 als je 285 dagen aantoont binnen dat jaar. Dat wordt dan beschouwd als zijnde een voltijds jaar van 312 dagen. In het nieuwe stelsel zal iemand die vandaag 45 jaar 2/3de gewerkt heeft, en dus vandaag het volledig minimum-

pensioen van 1.124 euro heeft, in de toekomst nog slechts 935 euro (1124/312*285) hebben. Al deze maatregelen worden door de regering-Michel mooi verpakt onder de noemer ‘meer pensioen voor wie werkt’. In de feiten betekent het een afbraak van de solidariteitsmaatregelen in ons pensioenstelsel ten koste van de sociaal zwakkeren. HET HUIDIG PENSIOENBELEID STRAFT VROUWEN DRIEDUBBEL Samengevat wil Daniel Bacquelaine de band versterken tussen werk en pensioen. Op basis van de hierboven uiteengezette geplande her-vormingen is het duidelijk dat dit geen enkel-voudig, maar een drievoudig sociaal bloedbad voor vrouwen betekent:

1. De beperking van de gelijkgestelde periodes, die vandaag een belangrijk onderdeel vormen van vrouwenloopbanen (die sowieso al korter zijn). 2. De uitholling van het minimumpensioen, die vooral de beschermingen voor deeltijds werkenden en dus de solidariteit onderuit haalt. 3. De focus voor de toekomstige verbeteringen van de pensioenen bovenop de index op het minimumpensioen met een volledige loopbaan, terwijl we weten dat slechts 25% van de vrouwen een volledige loopbaan heeft.

Hoewel we vandaag nog steeds geen gelijkheid vaststellen in de loopbaan en de inkomens van mannen en vrouwen, houdt de aan-gekondigde hervorming van Minister Bacquelaine hier geen reke-ning mee. Erger nog, ze haalt de beschermingsmaatregelen in de minimumpensioenen onderuit.

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 17 21/06/2016 14:08:00

Page 18: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|18

Bovendien werd de pensioenleeftijd voor vrouwen en mannen naar 67 jaar opgetrokken, terwijl de levensverwachting in goede gezond-heid voor vrouwen 63,7 jaar bedraagt.15 Dat gemiddelde toont aan dat het niet alleen om werknemers(sters) actief in enkele zware beroe-pen gaat, die het omwille van gezondheidsrede-nen moeilijk zullen hebben tot de nieuwe pensi-oenleeftijd te blijven werken, maar om een grote groep van werkende vrouwen (en mannen). Tot nu toe werd geen enkele beschermingsmaatregel voor vrouwen, noch voor andere (kwetsbare) werknemersgroepen, voorzien of concreet ge-maakt. Integendeel. De landingsbanen werden verstrengd, de pensioenbonus werd afgeschaft en de voorwaarden om op vervroegd pensioen te gaan werden zodanig verstrengd dat deze uit-gangspoort voor vrouwen niet meer gebruikt kan worden: 63 jaar na 42 jaar loopbaan. De gemid-delde loopbaan van een vrouw vandaag is 36 jaar. Deze beslissingen duiden op de afwezigheid van respect voor de vrouw. Of toch minstens op een gebrek aan begrip en realiteitszin over de huidige arbeidsmarktsituatie van heel wat vrouwen. Deze pensioenhervorming gaat in tegen alle beschermende maatregelen die vroeger zijn ingevoerd ten voordele van de vrouwen en hun atypische en kortere loopbanen. Elke studie is het eens over het feit dat de loopbanen van vrouwen niet in de buurt komen van die van mannen en dat dat ook niet gauw zal gebeuren. Bovendien is het, door de flexibilisering van de arbeidsmarkt, voor veel mannen vandaag ook niet meer mogelijk om volledige voltijdse loopbanen te presteren.16 Tegen al deze vaststel-lingen in, wil de regering nu het pensioenbedrag

en het minimumpensioen meer linken aan ef-fectieve prestaties. Terwijl eigenlijk juist het omgekeerde zou moeten gebeuren. Het resultaat zal zich aftekenen in een financiële verarming van de grote groep vrouwen en mannen die geen 45 jaar voltijds kunnen werken. EEN ALTERNATIEF IS MOGELIJK Het behoud van de gelijkgestelde periodes is een must. Van werknemers een loopbaan eisen van 45 jaar gaat gepaard met een erkenning dat niet iedereen voortdurend voltijds kan werken in die 45 jaar. Het is net het doel van de sociale zekerheid om in de gevallen dat het niet lukt toch die bescherming te geven. De gelijkgestelde periodes waren een compensatie voor het op-trekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen. Minister Bacquelaine draait het nu om. Hij focust voornamelijk op de verzekeringsfunctie, ten koste van de vrouwen. We pleiten voor lagere loopbaanvoorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen, rekening houdend met de gemiddeld kortere loopbanen van vrouwen. Bovendien is een ver-sterking van de minimumpensioenen een must. De korte loopbanen van vrouwen zorgen ervoor dat hun (minimum) pensioenen ook laag zijn. Het versterken van de wettelijke pensioenen en het voorzien van bijkomende middelen om dat te doen, is het enige juiste in een sociale welvaartsstaat die garant staat voor herverde-ling en bescherming. Ten slotte moet er bij elke hervorming met een genderbril naar de impact gekeken worden. Vrouwen verdienen bijzondere aandacht. De gevolgen zijn simpelweg te groot.

Celien Vanmoerkerke Studiedienst ABVV, Sociaal departement

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 18 21/06/2016 14:08:00

Page 19: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|19

Noten1/ Loonkloofrapport 2015, p. 5.2/ Sommige periodes van deeltijds werk worden voor de pensioenberekening als voltijds werk in aanmerking genomen. Het gaat om deeltijds met behoud van rechten. Werknemers met in-komensgarantie-uitkering (IGU) krijgen onbeperkte gelijkstelling. Is er geen IGU dan is de gelijkstel-ling beperkt tot 1.560 dagen.3/ Trends op de Belgische ar-beidsmarkt (1983-2013), Statbel.4/ Loonkloofrapport, 2015.5/ ADS, Enquête naar de Struc-tuur en de Verdeling van de Lonen (2012).

6/ Persdossier, equal pay day 2016.7/ Planbureau, september 2015.8/ Rijksdienst voor Pensioenen.9/ Expertenrapport bijlage 2.1, p. 21.10/ Expertenrapport bijlage 2.1, p. 22.11/ RVP, jaarlijkse statistiek voor de rechthebbende, 2015, p. 11. Het gaat hier om het pensioen als alleenstaande, dus op basis van eigen rechten: vervangingsratio 60% tegenover 75% in geval van een gezinspensioen. 12/ Dat is het pensioen dat toegekend wordt wanneer één van de gehuwde partners geen eigen

beroepsinkomen heeft gehad. Er wordt dan 75% van het verdiende inkomen van de kostwinner toegekend voor beiden i.p.v. 60% voor het inkomen van elke part-ner in het andere geval.13/ Planbureau, Planning paper 82, De pensioenhervorming, een nieuwe generatie en een nieuw con-tract, p. 12, november 1997.14/ De berekening: 1.145,8 euro x 20/45 = 509 euro.15/ Federaal Planbureau, Eerste publicatie van 64 aanvullende indicatoren naast het bbp, p. 92.16/ Gender gap in pensions in the EU, Research note to the Latvian presidency, p. 31.

Celien Vanmoerkerke Vrouwen: dupe van de pensioenhervorming

SAMPOL_juni2016.indd 19 21/06/2016 14:08:00

Page 20: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|20

Zieken: de stok werkt niet

VERLIEZERS VAN HET REGERINGSBELEID

De stok. Dat woord kan je plakken op het beleid dat de regering-Michel hanteert voor de ziekte-uitkeringen, zowel voor de primaire arbeidson-geschiktheid (het eerste jaar ziekte) als voor invaliditeit (langer dan een jaar ziek). Bij elke begrotingsopmaak, bij elke begrotingscontrole en met de regelmaat van de klok via allerhan-de proefballonnetjes worden maatregelen die strenger moeten controleren, harder moeten ingrijpen, meer moeten responsabiliseren, meer moeten uitsluiten, de uitkeringen moeten doen verminderen, … gelanceerd. Met evenveel snel-heid worden de stoer aangekondigde maatrege-len vaak weer ingetrokken wegens onhaalbaar, ondoordacht of met averechts effect.

Evelyne Hens

De regering-Michel riskeert met zijn harde aanpak van de ziekte-uitkeringen in de eigen staart te bijten. De forse stijging van de uitgaven voor arbeidsongeschiktheid is zo vooral te wijten aan een groeiende beroepsbevolking en een aantal beleidsmaatregelen, zoals de verhoging van de pensioenleeftijd, die dit fenomeen versterken. Mensen in arbeidsonge-schiktheid zien hun zorgfactuur verviervoudigen, en lopen een hoger risico op bestaanson-zekerheid. Ten slotte blijkt dat de meeste arbeidsongeschikten terug aan de slag gaan na een korte arbeidsonderbreking wegens ziekte.

Bij de recentste begrotingscontrole was het weer prijs. Een hele rist maatregelen in de ziekte-uitke-ringen werden genomen, goed voor een geraamd prijskaartje van zo’n 390 miljoen euro tegen 2018. Op de tafel ligt een gerichte ‘herkeuring’ (het woord alleen al) van de erkenningen arbeids-ongeschiktheid, het aanzetten van mensen in arbeidsongeschiktheid tot het hervatten van het werk via vragenlijsten, gesprekken en begeleiding, het opvoeren van de strijd tegen sociale fraude, het herbekijken van het referentieloon waarop de uitkering berekend wordt en het responsa-biliseren van zowel werkgevers als werknemers.

De bekommernis om zoveel mogelijk mensen uit ziekteverlof te halen, delen we. Niemand is

SAMPOL_juni2016.indd 20 21/06/2016 14:08:00

Page 21: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|21

graag ziek, niemand zit graag ziek thuis, en als het werk aangepast, haalbaar en uitdagend is, draagt dit vaak bij tot herstel. Een beleid dat échte fraude aanpakt, verdient ondersteuning en het is meer dan terecht om ook de werkgevers op hun verantwoordelijkheid te duiden. Erva-ring en onderzoek tonen keer op keer aan dat heel veel werkgevers niet zitten te wachten om een zieke werknemer (deels) terug aan de slag te laten gaan, noch om maatregelen te nemen om het werk aangenaam en haalbaar te maken rekening houdend met de persoonlijke en ge-zondheidssituatie van een werknemer.

Het is ook niet onlogisch dat de regering de loep legt over deze sector. De uitgaven stijgen snel en het aantal mensen dat om psychosociale redenen in ziekteverlof is, is onrustwekkend hoog. Een aantal sprekende cijfers ter zake:1

- De primaire arbeidsongeschiktheid was in 2015 goed voor een budget van 1,5 miljard euro, een verdubbeling t.o.v. tien jaar geleden.- Een kleine 300.000 Belgen waren in 2013 meer dan een jaar in ziekteverlof tegenover 245.000 vier jaar vroeger.- Psychische stoornissen zijn de belangrijkste reden voor invaliditeit, goed voor 104.000 per-sonen t.o.v. 83.000 vier jaar eerder.- De invaliditeit was in 2013 goed voor een budget van een kleine 4 miljard euro t.o.v. 2,85 miljard euro vier jaar vroeger.

Volgens een recente studie van SDWorx ma-ken langdurige afwezigheden wegens ziekte van meer dan een maand 3% van de normaal gepresteerde werkdagen uit; een cijfer dat sinds een tiental jaren constant stijgt.

Dus ja, die evolutie doet tal van vragen rijzen:- Op het vlak van de gezondheid: hoe kan men de risico’s (onder meer van psychosociale aard)

voorkomen en de gevolgen van die risico’s be-perken? - Op sociaal-economisch vlak: hoe kan men de arbeidsongeschikte persoon begeleiden om zijn sociaal-professionele herinschakeling te vergemakkelijken? - Op maatschappelijk vlak: hoe kan men het evenwicht tussen werk en privéleven herstellen?

De hamvraag is evenwel of de stok van de re-gering-Michel het juiste antwoord is. Houdt ze voldoende rekening met de achterliggende oorzaken van de stijging? Houdt ze voldoende rekening met de draagkracht van de werkne-mers? Houdt ze voldoende rekening met de averechtse effecten van haar beleid? Houdt ze voldoende rekening met de haalbaarheid op het terrein? De vragen stellen, is ze beantwoorden.

Deze regering benadert de problematiek hoofd-zakelijk vanuit een budgettair oogpunt en lan-ceert maatregelen gebaseerd op vooroordelen2 die wijdverspreid zijn in de publieke opinie.3 Zo zou een meerderheid van de Belgen van oordeel zijn dat de personen in ziekteverlof perfect in staat zijn om te werken of dat er onvoldoende controle wordt uitgeoefend op wie arbeidson-geschikt is of wordt.

Het Socialistisch Ziekenfonds voerde een stu-die4 uit naar het sociaal en medisch profiel van de arbeidsongeschikten en hun gebruik van de gezondheidszorg. De resultaten werpen een nieuw licht op de arbeidsongeschiktheid. Ze nuanceren een aantal vooroordelen van deze nog steeds onvoldoende gekende sector van de sociale zekerheid. MEER MENSEN IN ZIEKTEVERLOF OF TOCH NIET? Het is gemeengoed te stellen dat de kosten voor

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 21 21/06/2016 14:08:00

Page 22: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|22

arbeidsongeschiktheid de pan uit swingen om-dat steeds meer mensen afwezig zijn wegens ziekte. Dat klopt evenwel niet. Het percentage arbeidsongeschiktheid (t.o.v. de actieve bevol-king) is relatief stabiel gebleven: van 12,2% naar 13,3% tussen 2003 en 2012.

De redenen voor de stijging van de kosten voor arbeidsongeschiktheid zijn de volgende:

1. Het aantal rechthebbenden op een arbeids-ongeschiktheidsuitkering is aanzienlijk toe-genomen (Figuur 1). De hogere aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt en de gelei-delijke optrekking van hun pensioenleeftijd tussen 1997 en 2009 zijn hier de belangrijkste verklaringen. Met de leeftijd stijgt het risico op arbeidsongeschiktheid, zeker bij zware be-roepen. Het verlengen van de pensioenleeftijd verhoogt dit risico. De toenemende druk werk-vrije tijd combinatie slaat dan weer toe in alle leeftijdscategorieën.

2. De gemiddelde duur van de arbeidsonge-schiktheid is fors gestegen. Tussen 1998 en 2013 is die gestegen van 56 naar 75 dagen bij de mannen (+34%) en van 61 naar 83 dagen bij de vrouwen (+37%).5 Die evolutie is het gevolg van enerzijds een veroudering van de beroepsbevol-king (oudere werknemers zijn gemiddeld min-der vaak maar wel langer ziek dan hun jongere collega’s - o.a. chronische ziektes), en anderzijds de toename van nieuwe ziektebeelden, vooral psychische en mentale stoornissen, die een langere arbeidsonderbreking in de hand werken.

3. Tot slot is de gemiddelde arbeidsongeschikt-heidsuitkering opwaarts bijgesteld, van 29,94 euro per dag in 1998 naar 45,84 euro per dag in 2013 (+53%).6 Dit is onder meer te danken aan de maatregelen voor welvaartsbinding van de sociale uitkeringen en de aanpassing van de plafonds en de minimumbedragen van de uitkeringen over die periode.

Figuur 1: Evolutie van het aantal personen in primaire arbeidsongeschiktheid, 2003-2012.

Bron: Socmut.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 22 21/06/2016 14:08:01

Page 23: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|23

ECHT ZIEK OF NIET?

Ziekteverlof is geen keuze. Uit onze analyses blijkt dat de arbeidsongeschikten kampen met een fors verslechterde gezondheidstoestand. Voor de meesten onder hen gaat hun gezondheid achteruit tijdens de maanden voor de arbeids-onderbreking. Er bestaat een sterke correlatie tussen de gezondheidstoestand en de duur van de arbeidsongeschiktheid.

Meer bezoeken aan de huisarts

Niet verrassend hebben ze veel meer contact met de huisarts. Uit Figuur 2 blijkt dat de fre-quentie van de contacten met de huisarts stijgt in de maanden die voorafgaan aan de arbeids-

onderbreking wegens ziekte. Vervolgens blijft de frequentie van de contacten merkelijk hoger in de maanden die volgen op de aanvang van de arbeidsongeschiktheid, vooral voor de personen die langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn. Deze vaststelling geldt ook wanneer men de consultaties met een specialist analyseert, met vooral een sterke stijging van de consul-tatie van specifieke specialisten (psychiaters, neuropsychiaters, oncologen, orthopedisten en revalidatie).

Meer antidepressiva

De studie toont ook aan dat arbeidsonge-schikten drie maal meer met antidepressiva of antipsychotica worden behandeld (Figuur 3).

Figuur 2: Opvolging van het aantal consultaties van huisartsen 12 maanden voor en 12 maanden na de arbeidsonderbreking wegens ziekte.

Bron: Socmut.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 23 21/06/2016 14:08:01

Page 24: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|24

Gemiddeld kreeg in 2012 bijna één arbeids-ongeschikte op twee deze medicatie voorge-schreven, tegen 14% van de bevolking die niet arbeidsongeschikt is. Die resultaten bevestigen de vaststellingen van het RIZIV die aantonen dat de mentale stoornissen een van de belang-rijkste oorzaken van arbeidsonderbreking en aanvang van invaliditeit zijn.

Figuur 4 geeft aan dat het verbruik van antide-pressiva en antipsychotica al hoger is tijdens de 12 maanden die voorafgaan aan de arbeidson-derbreking. Daarna stijgt het aanzienlijk na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid.

Bovendien stijgt de verhouding van personen die met antidepressiva en antipsychotica wor-den behandeld met de duur van de arbeids-ongeschiktheid. Bij de personen die langer

dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn, zijn er bijvoorbeeld 2,5 maal meer personen die met antidepressiva en antipsychotica worden behandeld ten opzichte van de personen die minder dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn, en 4 maal meer ten opzichte van de bevolking die niet arbeidsongeschikt is. De reden kan in twee richtingen gaan: hoe langer men ziek is, hoe meer men geneesmiddelen gaat slikken. Of ook: mentale gezondheidsproblemen duren langer om volledig te herstellen.

Tot slot, als men het gemiddelde verbruik ver-gelijkt van de patiënten die met antidepressiva en antipsychotica worden behandeld, ligt dit twee maal hoger bij de personen die langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn dan bij de niet-arbeidsongeschikte patiënten (622 ddd7 tegen 358 voor de niet-arbeidsongeschikte patiënten).

Figuur 3: Percentage van de bevolking met minstens één afgifte van antidepressiva en/of antipsychotica, 2012.

Bron: Socmut.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 24 21/06/2016 14:08:01

Page 25: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|25

Meer en langere ziekenhuisopnames

De arbeidsongeschikten worden zes maal meer in het ziekenhuis opgenomen en voor een ge-middeld twee maal langere duur (Tabel 1). Het is duidelijk dat een ziekenhuisopname gepaard gaat met een al dan niet langere periode dat

Figuur 4: Percentage van de arbeidsongeschikte bevolking met minstens één afgifte van antidepressiva en/of antipsychotica tijdens de arbeidsongeschiktheid, 2012.

Bron: Socmut.

Primaire arbeidsonge-schiktheid

Aantal primai-re uitkerings-gerechtigden

Aantal PUG met minstens klassieke hos-pitalisatie

% PUG met minstens 1 klassieke hos-pitalisatie

Totaal aantal dagen klassieke hospitalisatie

Gemiddeld aantal dagen klassieke hos-pitalisatieda-gen

Neen 998.128 48.971 5% 242.824 5 Ja 153.592 45.940 30% 404.092 9

Tabel 1: Percentage van gehospitaliseerde personen en gemiddelde opnameduur per patiënt, 2012 (Bron: Socmut).

werken moeilijk of onmogelijk is.

Ook hier wordt de correlatie met de duur van de arbeidsongeschiktheid (Figuur 5) bevestigd. Zo verbleef 42% van de personen die langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn in het ziekenhuis gedurende de 12 maanden na hun

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 25 21/06/2016 14:08:01

Page 26: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|26

arbeidsonderbreking wegens ziekte en voor een gemiddelde verblijfsduur van 24 dagen, wat 3 maal langer is dan bij personen die in dezelfde waarnemingsperiode niet arbeidsongeschiktheid zijn geweest.

LAGE INKOMSTEN, HOGE UITGAVEN

Arbeidsongeschikte personen hebben niet al-leen te kampen met een slechte gezondheid maar zijn ook kwetsbaarder op sociaal vlak.

Ze hebben enerzijds minder koopkracht8, en zien anderzijds ook hun zorgfactuur met een factor vier stijgen (Figuur 6). De patiëntenfac-tuur voor ambulante zorgen en ziekenhuiszor-gen ten laste van de personen die een fase van arbeidsongeschiktheid hebben gekend, bedroeg in 2012 gemiddeld 531 euro tegen 138 euro voor niet-arbeidsongeschikten.

Figuur 7 toont de maandelijkse evolutie van de zorguitgaven ten laste van de patiënt9, 12 maan-den voor en 12 maanden na de arbeidsonderbre-king wegens ziekte. De zorgkosten stijgen reeds vanaf de 5de maand voor de aanvang van de ar-beidsonderbreking wegens ziekte en nemen fors toe vanaf de aanvang van de arbeidsonderbreking.

Voor de arbeidsongeschiktheden van minder dan 6 maanden stelt men een belangrijkere stijging in de uitgaven vast op het moment van de arbeidsonderbreking, gevolgd door een aanzienlijke daling van de uitgaven. Dit kan worden verklaard door het feit dat het om acute aandoeningen gaat waarbij de zorguitgaven in een korte periode zijn geconcentreerd.

Voor de arbeidsongeschiktheden van langer dan 6 maanden daarentegen zijn de uitgaven tien maan-den na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid

Figuur 5: Percentage van de gehospitaliseerde bevolking (klassieke hospitalisatie).

Bron: Socmut.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 26 21/06/2016 14:08:01

Page 27: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|27

nog drie maal hoger ten opzichte van de periode voor de arbeidsonderbreking wegens ziekte.

Men stelt ook vast dat de arbeidsongeschikten een hoger risico op bestaansonzekerheid lo-pen. Zo’n 32% van de personen die langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn, heeft recht op de Verhoogde Tegemoetkoming. Onder de arbeidsongeschikten verkeert één persoon op de vijf occasioneel in financiële moeilijkheden10, drie maal meer dan bij niet-arbeidsongeschikten.

SPONTAAN TERUG AAN DE SLAG OF NESTELEN IN ZIEKTE?

De helft van de arbeidsongeschikten keert bin-nen de twee maanden na hun arbeidsonderbre-

king terug naar de arbeidsmarkt en 79% na zes maanden. Van de resterende 21% belandt 8% in het invaliditeitsstelsel en blijft dus langer dan één jaar ziek. Dit blijkt uit Figuur 8 die de verdeling van de arbeidsongeschikten illustreert afhankelijk van het aantal ziektedagen (inclusief de periode van gewaarborgd loon), berekend in kalenderdagen. De overgrote meerderheid van de arbeidsonge-schikten is kortdurig ziek. Dit neemt niet weg dat de uitgaven voor langdurige arbeidsonge-schiktheid een substantieel deel van de uitgaven voor ziekte-uitkeringen vertegenwoordigen. Zo stelt men vast dat 8% van de leden die in het invaliditeitsstelsel belanden, 37% van de kosten voor arbeidsongeschiktheidsuitkeringen

Figuur 6: : Zorgkosten (ambulante zorgen en ziekenhuiskosten) voor de patiënt en de ziek-teverzekering, 2012.

Bron: Socmut.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 27 21/06/2016 14:08:01

Page 28: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|28

Figuur 7: Evolutie van de totale zorguitgaven ten laste van de patiënt 12 maanden voor en 12 maanden na de arbeidsonderbreking wegens ziekte.

Bron: Socmut.

Figuur 8: Percentage van arbeidsongeschikte leden afhankelijk van de duur van de ziekte, 2012.

Bron: Socmut.

SAMPOL_juni2016.indd 28 21/06/2016 14:08:01

Page 29: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|29

uitmaken. Tegelijkertijd moet worden vastge-steld dat hoe langer iemand arbeidsongeschikt is, hoe kleiner de kans op re-integratie in de arbeidsmarkt is.

ALTERNATIEVE AANPAK

Uit onze analyse blijkt dat een stokaanpak ge-baseerd op wantrouwen weinig zoden aan de dijk brengt. Het zal enkel leiden tot een meer precaire situatie voor de mensen in ziekteverlof, en eventueel een tijdelijke maar illusoire snellere terugkeer naar de arbeidsmarkt.

Een persoon met burn-out die wordt terugge-duwd in een vijandige werkomgeving zonder enige begeleiding riskeert van de regen in de drop te komen. Een persoon met een zware

Figuur 9: Uitgaven uitkeringen afhankelijk van de duur van de ziekte, 2012.

Bron: Socmut.

ziekte die zijn uitkering ziet verminderen en zijn administratieve overlast ziet toenemen, riskeert dit eveneens (er doet een boutade bij ons de ronde dat je als zieke al bijna nood hebt aan een sociaal secretariaat om je papierwinkel en financiën op orde te houden). Een persoon die gedwongen wordt langer te werken zonder dat de werkbelasting aangepast wordt en de werkuitdaging stimulerend blijft, ook.

We moeten dringend inzetten op een betere ondersteuning van mensen die om psychoso-ciale redenen thuis blijven van hun werk. Een terugbetaling van eerstelijnspsychologie; een betere balans werk en gezin en een positieve werkinhoud zijn daar belangrijke puzzelstuk-ken van.

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 29 21/06/2016 14:08:01

Page 30: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|30

In het debat over werkbaar werk moet meer dan lippendienst bewezen worden, net zoals grondig nagedacht moet worden over de ongewenste effecten van eenzijdig genomen maatregelen zoals de geleidelijke beperking van de werkloos-heidsuitkeringen in de tijd; de verhoging van de pensioenleeftijd of het terugschroeven van het brugpensioen. Werkgevers en werknemers

moeten samen maatregelen nemen om mensen in ziekteverlof op een goede manier te kunnen herinschakelen op de arbeidsmarkt, zonder on-middellijk met een sanctie te dreigen. En zowel de behandelende arts, de arbeidsgeneesheer als de adviserend geneesheer van het ziekenfonds moe-ten samen instaan voor een goede behandeling en begeleiding van werknemers die ziek vallen.

Noten1/ Regime werknemers, zie http://www.riziv.fgov.be/SiteCol-lectionDocuments/statistieken_uitkeringen_2012_2013.pdf.2/ Getuige daarvan, de gespan-nen besprekingen binnen de regering met betrekking tot het plan van verplichte socioprofes-sionele herinschakeling van de arbeidsongeschikte werknemers, op straffe van financiële sancties. 3/ Mark Elchardus en Petrus te Braak (2014), Uw gezondheids-zorg, uw mening telt, Enquête uitgevoerd voor rekening van het RIZIV, ter gelegenheid van zijn 50e verjaardag, p. 172. 4/ L’incapacité de travail: briser les

idées reçues. Jean-Marc Laasman, Leila Maron et Jérôme Vrancken.5/ RIZIV, Uitkeringsstatistieken.6/ RIZIV, Uitkeringsstatistieken.7/ Het geneesmiddelenverbruik wordt gemeten in DDD (Defined Daily Dose), een meeteenheid die werd gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie en overeenkomt met de dagelijkse behandelingsdosis van een ge-neesmiddel waarvoor het voorna-melijk bedoeld is bij volwassenen.8/ Ter herinnering: de ziekte-uit-kering is het eerste jaar begrensd tot 60% van het gederfde (gepla-fonneerde) loon. Na het eerste jaar is het percentage afhankelijk van het gezinsinkomen en de

gezinssituatie.9/ Het betreft het geheel van zorguitgaven (remgeld voor de consultatie van huisartsen en specialisten, geneesmiddelen en hospitalisatiekosten, inclusief toe-slagen) voor arbeidsongeschikten.10/ We hebben berekend dat de gewone rechthebbende arbeids-ongeschikten van langer dan 6 maanden binnen de 12 maanden gebruik hebben gemaakt van het derdebetalerssyteem voor 21% van de consultaties van een huis-arts, wat drie maal meer is dan het percentage onder de personen zonder fase van arbeidsonge-schiktheid.

Evelyne Hens Directeur Studiedienst van het Nationale Verbond van Socialistische Mutualiteiten (NVSM)

Evelyne Hens Zieken: de stok werkt niet

SAMPOL_juni2016.indd 30 21/06/2016 14:08:02

Page 31: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|31

VERLIEZERS VAN HET REGERINGSBELEID

Ik ben een groot bewonderaar van econome Ma-riana Mazzucato. In haar boek De ondernemende staat (2013) toont ze aan dat de overheid een belangrijke rol te spelen heeft bij het tot stand komen van innovatie in het economisch gebeu-ren en dat veel succesvolle bedrijven, zoals Ap-ple, teren op het door de overheid gefinancierd en uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek. Ook Mazzucato zou het moeilijk hebben met de houding van de regering-Bourgeois om geen prioriteiten te leggen bij het inzetten van over-heidsmiddelen voor wetenschap en innovatie. In tijden van schaarste moeten overheidsmid-delen prioritair ingezet worden in sectoren die echt een antwoord bieden op de maatschap-pelijke uitdagingen. De overheid dient sturend

Ambtenaren: gemakkelijke prooi voor besparingsdrift

Dirk Van Melkebeke

De regering-Bourgeois stelt duidelijk dat ze voorstander is van een terugtredende overheid. Het overheidsapparaat is veel te omvangrijk en moet worden afgeslankt. Afslanken op zich is niet negatief, maar is dit wel als het gepaard gaat met een ongezond hongerdieet. Tijdens de laatste jaren van mijn loopbaan als topambtenaar zag ik de Vlaamse administratie evolu-eren van een warm werkgeverschap naar een arm werkgeverschap. Vandaag zijn met name de ambtenaren een gemakkelijke prooi voor de besparingsdrift.

op te treden in een richting die maatschappelijk wenselijk is. Het was van bij de start van de regering-Bour-geois echter duidelijk dat men anders met de ambtenarij zou omgaan dan voorheen, dat men er meer greep op wenste te krijgen. Teken aan de wand was het feit dat de voorzitters van de managementcomités (zeg maar de verzamelde leidinggevende ambtenaren per beleidsdomein) niet langer meer door deze comités zelf aange-duid worden maar door de regering. De ‘poli-tieke evenwichten’ speelden zo zwaarder dan dat de voorzitter door zijn collega’s ook effectief in die rol werd erkend. Eveneens tekenend voor deze attitude waren de uitvallen van ministers

SAMPOL_juni2016.indd 31 21/06/2016 14:08:02

Page 32: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|32

richting de ambtenarij als er iets fout loopt. De verantwoordelijkheid wordt zonder blikken of blozen doorgeschoven naar de administra-tie. Denk aan de uitval van minister-president Geert Bourgeois vorig jaar bij de opmaak van de begroting richting (de federale) adminis-tratie die belangrijke cijfers te laat zou hebben doorgegeven. Of, recenter nog, de uitval op 10

mei van minister Liesbeth Homans richting de Vlaamse diversiteitsambtenaar over het feit dat het Vlaamse integratiepact op zich liet wachten. De regering versterkt het buikgevoel bij veel mensen dat er vanuit gaat dat ambtenaren over-betaald zijn, dat ze een te hoog pensioen krijgen, dat ze liever lui dan moe zijn en dat ze vasthou-den aan een verstarde organisatie. Besparingen op de administratie vinden hierdoor eerder bijval dan dat er kritisch bij stilgestaan wordt. GEMAKKELIJKE PROOI In dit nummer van Sampol wordt de trieste lijst verliezers van het huidige regeringsbeleid opgemaakt, en daarbij mogen we de ambte-naren dus zeker niet vergeten. Ze zitten op de schopstoel. Bovendien worden de ambtena-ren niet alleen als individu evenzeer getroffen door regeringsmaatregelen die de bevolking raken (zoals indexsprongen, Turteltaksen, prijsstijgingen, enzovoort), maar voor hen is er natuurlijk één maatregel die er uitspringt: de hervorming van het pensioenstelsel. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de maatregelen binnen de verschillende overheidssectoren zul-

len worden vertaald, maar één ding staat vast: de ambtenaren zullen morgen een stuk langer moeten werken dan vandaag het geval is voor hetzelfde, zo niet lager, pensioen. De contractuele ambtenaren zijn er nog het slechtst aan toe. Ze kunnen enkel aanspraak maken op een wettelijk privé-pensioen. Welis-

waar wordt er recent aarzelend begonnen aan de uitbouw van een tweede pensioenpijler voor deze categorie, maar voor velen zal dit te laat komen. Laat ons, ten slotte, niet vergeten dat bij de Vlaamse overheid ook de variabele verloning niet meer bestaat. De toekenning van de ma-nagementtoelage en de functioneringstoelage (al dan niet in groepsverband) werd opgeschort. Daardoor werd het enige perspectief op een mogelijke jaarlijkse loontoeslag voor goed pres-terende ambtenaren afgeschaft. KOPPEN SNELLEN U merkt het al: ondergetekende is geen voor-stander van de huidige besparingen bij de administratie. Uiteraard moet er spaarzaam omgesprongen worden met het geld van de be-lastingbetaler. Het is de plicht van de regering en de leidinggevende ambtenaren om er op toe te zien dat de administratie zo efficiënt mogelijk haar opdracht ten dienste van de bevolking uit-voert. Daartoe moet de organisatie permanent tegen het licht gehouden worden en nagegaan worden hoe de middelen op de meest effectieve wijze kunnen worden ingezet. Afslanken op zich

De regering versterkt het buikgevoel bij veel mensen dat er vanuit gaat dat ambtenaren overbetaald zijn, dat ze een te hoog pensioen krijgen, dat ze liever lui dan moe zijn en dat ze vasthouden aan een verstarde organisatie.

Dirk Van Melkebeke Ambtenaren: gemakkelijke prooi voor besparingsdrift

SAMPOL_juni2016.indd 32 21/06/2016 14:08:02

Page 33: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|33

is niet negatief, maar is dit wel als het gepaard gaat met een ongezond hongerdieet. De regering besliste dat er tijdens de legislatuur 2015-2019 lineair 1.500 koppen moeten wor-den bespaard bij het personeelsbestand van de Vlaamse administratie. Voor de goede orde: onder de vorige Vlaamse regeringen (met socialisten) werd ook op koppen bespaard. Toen was 6,67% minder koppen de doelstelling. De bijkomende 1.500 te besparen koppen betekent nagenoeg een verdubbeling van de vorige doelstelling. Al-leen: deze regering besliste ook om de kritische massa, waarop deze besparing van toepassing is, in te krimpen. Daardoor wordt de opdracht voor de resterende entiteiten veel zwaarder. Voor het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI), waar ik de voorbije jaren aan het hoofd stond, houdt dit een besparing in van 20% minder personeel op het aantal koppen ten opzichte van 2009. Het hoeft geen betoog dat de uitvoering van zijn opdracht inzake beleidsvoorbereiding, -monitoring en -evaluatie zwaar onder druk komt te staan, zo niet onmogelijk wordt. Bovendien heeft deze regering het gepresteerd om de leidinggevenden die hun doelstellin-gen van de vorige legislatuur niet haalden niet ter verantwoording zijn geroepen. Dit getuigt van onbehoorlijk management. Daarbovenop werden degenen die meer bespaarden dan de voorziene 6,67% daardoor dubbel gestraft. De teller werd bij het begin van deze legislatuur immers gewoon op nul gezet om de spreiding van de 1.500 te besparen koppen over de ver-schillende entiteiten te bepalen. Het resultaat van deze rigoureuze lineaire be-sparingsmaatregel is dat leidinggevenden zich organiseren om toch hun kerntaken naar beho-ren te kunnen uitvoeren. Er wordt, met andere woorden, meer uitbesteed.

Ik geef een voorbeeld. Eén van de kerntaken van een departement moet mijns inziens het uit-schrijven van decreten en besluiten zijn. Hiertoe moet men kunnen investeren in het aantrekken van goede juristen. Door de besparingen op koppen lukt dit niet. Er wordt dan maar gewerkt met het inhuren van dure advocatenbureaus. Deze kosten vind je immers niet terug in de personeelsbudgetten maar zitten verstopt in de werkingskosten. Deze uitgaven bezwaren de besparingsopdracht op koppen niet. Ook het outsourcen van talrijke andere functies, denk aan beveiligingsfirma’s, heeft vooral tot ge-volg dat de overheid nu bovenop de wedde van de nieuwe mensen die dezelfde taak uitvoeren aan doorgaans een gelijkaardig inkomen ook nog eens de winst van het bedrijf én 21% btw moet betalen. NOG RUIMTE TOT BESPAREN? De regering stelt echter dat er binnen de Vlaam-se administratie, naast de reeds opgelegde be-sparingen, nog extra ruimte is tot besparen. Ze schuift hiervoor twee instrumenten naar voor om deze te realiseren: de digitalisering en de kerntakenplannen. Digitalisering De ambitie van het regeringsproject ‘Radicaal digitaal’ is dat tegen 2020 alle transacties van de overheid met de burger, bedrijven en lokale besturen (en vice versa) via digitale weg mogelijk worden. In het digitaliseren van interne diensten en in de dienstverlening naar de bevolking toe zitten zeker veel mogelijkheden om efficiëntiewinsten te boeken en tegelijkertijd een verbetering van de dienstverlening te realiseren. Denk aan het feit dat je bij de apotheker niet langer een SIS-

Dirk Van Melkebeke Ambtenaren: gemakkelijke prooi voor besparingsdrift

SAMPOL_juni2016.indd 33 21/06/2016 14:08:02

Page 34: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|34

kaart nodig hebt, maar dat alle verrichtingen kunnen verlopen via de gewone identiteitskaart. Of denk aan het invoeren van digitale factura-tie bij de overheid die een vlotte betaling van facturen mogelijk moet maken. Dergelijke ommekeer in de organisatie van diensten en in de relaties met de burger vergt in de aanvangsfase een serieuze investering in hard- en software. De vraag rijst echter hoe je dergelijke ambitie kan rijmen met de besparin-gen op de werkingsmiddelen bij de Vlaamse administratie. Bij de opmaak van de begroting werden er 10% werkingsmiddelen geschrapt. De globale besparingsopdracht van 100 miljoen euro tijdens deze legislatuur op personeel- en werkingskosten doet bij vele verantwoordelijken de vraag rijzen hoe ze in ‘s hemelsnaam deze ommezwaai kunnen realiseren. Het Deense voorbeeld maakt duidelijk dat, als je als overheid wil dat iedereen mee is, je zwaar moet investeren in de backoffice en in het sociale weefsel van de samenleving om er voor te zorgen dat niemand uit de boot valt. De besparingsaanpak van deze regering houdt de facto een ernstig risico in dat een samenleving met twee snelheden ontstaat. Kerntakenplannen De administratie heeft, op vraag van de rege-ring, de oefening gemaakt om haar takenpakket tegen het licht te houden. Bedoeling is om via dit kerntakenplan na te gaan wat er zoal kan worden afgebouwd en wat niet. Aangezien er weinig taken van de overheid totaal onnuttig zijn, is die afbouw een verdoken privatisering. Met leuk meegenomen effect dat die taken voortaan niet meer door ambtenaren worden uitgevoerd, maar door contractuelen met een zwakker statuut.

Er werden een aantal voorstellen gedaan tot afbouw, zoals het afstoten van de psychiatrische instellingen in Geel en Rekem (die zich nu al in de buitenbaan van het Vlaamse overheids-zonnestelsel bevinden), maar voor het overige zijn de resultaten voor de kernadministratie redelijk ontnuchterend. De staatshervorming heeft heel wat extra opdrachten gecreëerd voor de administratie. Bij wijze van boutade staan er tegenover één af te bouwen activiteit telkens drie activiteiten die moeten worden versterkt. Wie hoopte dat er hier veel te halen viel inzake te besparen koppen, kwam bedrogen uit. De koppen die vrijkomen uit de af te bouwen acti-viteiten, worden prioritair ingezet om de gaten op te vullen en om de werking te verzekeren. WARM WERKGEVERSCHAP VER ZOEK Om haar opdracht waar te maken beschikt de Vlaamse administratie over MOD’s. Dat zijn Management Ondersteunende Diensten om de personeelsdossiers te beheren, de boekhouding te verzorgen, het transport te organiseren, de verga-derzalen te beheren, de poetsdienst, de catering, enzovoort. Deze MOD’s zijn deels verbonden aan één of meerdere beleidsdomeinen en deels al centraal georganiseerd (zoals de poetsdienst). De regering-Peeters II besliste om een fusie van deze MOD’s door te voeren waarbij de limiet werd vooropgesteld dat elke MOD minimaal 2.000 personeelsdossiers moest beheren. De regering-Bourgeois heeft deze operatie met één pennentrek geannuleerd. Ze koos ervoor om alles te organi-seren door de creatie van vier centrale dienstver-leners: personeel, boekhouding, logistiek en IT. Een organisatorisch detail? Onderschat het belang van deze diensten niet om de werking van de administratie vlot te laten verlopen. Als het beheer van de vergaderzalen in het Ellips-gebouw, waar 1.500 Vlaamse ambtenaren zijn

Dirk Van Melkebeke Ambtenaren: gemakkelijke prooi voor besparingsdrift

SAMPOL_juni2016.indd 34 21/06/2016 14:08:02

Page 35: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|35

ondergebracht, in de soep draait dan hypothe-keert dat danig de werking van de administratie. Ook de nabijheid en de aanspreekbaarheid van deze diensten is van belang om een kwalitatieve dienstverlening te garanderen, zeker als er zich een probleem voordoet. Bepaalde diensten, zoals de poetsdienst, worden nu al centraal verzorgd door het Agentschap voor Facilitair Management. Als de evolutie in de geleverde dienstverlening, als gevolg van de besparingen, model staat voor de dienstverle-ning van de toekomst dan hou ik mijn hart vast.

Ik geef enkele voorbeelden. Het vervangen van koffie in de vergaderzalen door enkele koffie-automaten verderop zorgt voor veel tijdverlies door het aanschuiven van mensen aan deze automaten. In sommige gebouwen worden de beter betaalde universitairen ook nog gevraagd om de vuile kopjes in afwasmachines te stoppen en ze nadien daar ook uit te halen. Puur aan uurlonen is dat ongetwijfeld duurder dan de ‘koffiemadam’ van vroeger. Ook het beperken van het aantal vuilnisbakken op de werkvloer zorgt voor tijdverlies (ik heb eens omgerekend hoeveel dit tijdverlies kostte voor de personeels-leden van mijn departement: ik kwam op een factuur van zo’n 5.000 euro per jaar!). Helemaal ridicuul wordt het als we te horen krijgen dat de ondersteuning vanuit het Agentschap voor Facilitair Management bij de ontvangst van

buitenlandse delegaties beperkt wordt tot 16 uur en dat er daarna gefactureerd wordt. Het zijn allemaal zaken die ergernis opwekken bij de ambtenaren, en waar de macro-budgettaire weerslag hoogst bedenkelijk is. Voor veel as-pecten lijkt de factuur hoger uit te draaien dan vroeger, maar de slogans (‘minder ambtenaren’) zijn blijkbaar politiek meer waard. Maar er zit ook iets fundamenteel fout. Neem het volgende incident: een poetsvrouw had zich ver-wond aan een glazen fles en panikeerde toen men er een dokter bij wilde haalde. Ze was bang om

ontslagen te worden, aangezien laaggeschoolden binnen de Vlaamse administratie op de schopstoel zitten. Dat laatste is een foute evolutie. De vraag is legitiem: is het afstoten van dit soort jobs voor laaggeschoolden, die het al moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, wel de juiste houding in tijden van slabakkende werkloosheidscijfers? De Nederland-se regering heeft precies het omgekeerde gedaan. Ze heeft opnieuw zelf mensen aangeworven voor poetswerk en dergelijke meer. Precies in het kader van een beleid dat laaggeschoolden meer kansen moet bieden op de arbeidsmarkt. De Vlaamse overheid heeft zich steeds graag opgesteld als een warme werkgever. Die is hier vandaag ver zoek. Ik vrees dat de Vlaamse ad-ministratie aan het evolueren is van een warm werkgeverschap naar een arm werkgeverschap.

Dirk Van Melkebeke Voormalig topman van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI).

Ik vrees dat de Vlaamse administratie aan het evolueren is van een warm werkgeverschap naar een arm werkgeverschap.

Dirk Van Melkebeke Ambtenaren: gemakkelijke prooi voor besparingsdrift

SAMPOL_juni2016.indd 35 21/06/2016 14:08:02

Page 36: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|36

De erfenis van Karel Van Miert

FIGUUR IN DE KIJKER

DRIE PIJLERS VAN ZIJN VOORZIT-TERSCHAP

De openheid

Pas afgestudeerd, werd ik bij de gemeenteraads-verkiezingen van 1970 gelanceerd. Ik was een uitzondering. De BSP van toen was immers een gesloten beweging, een monolithisch blok dat steunde op partijtucht, discipline en organisa-tie. Om voor lokale verkiezingen kandidaat te kunnen zijn moest men niet enkel aangesloten zijn bij de partij; men moest ook lid zijn van de

Het is precies zeven jaar geleden dat Karel Van Miert overleed. Vorige maand verscheen de politieke biografie Karel Van Miert. Strijder voor Europa, van de hand van Bart Hellinck. Vandaag staat Karel Van Miert in de galerij van de grote socialistische figuren maar toen hij in 1977 zijn mandaat opnam, stuitte Van Miert op veel scepticisme. Wie was immers die jonge snaak die door Willy Claes gelanceerd werd? Hoe zou hij omspringen met de Waalse kameraden? Hoe zag hij de relatie met de vakbond? Velen zagen in hem niets meer dan een overgangsfiguur. Zij dwaalden. Zijn rol in de naoorlogse geschiedenis van de socialistische partij kan en mag niet worden onderschat. Zijn voorzitterschap steunde op drie belangrijke aspecten: de openheid, het Vlaamse karakter en zijn rol in de Vredesbeweging. Die aspec-ten hebben tot vandaag de dag hun sporen nagelaten. In deze bijdrage maak ik de oefening hoe Karel Van Miert met de uitdagingen van vandaag omgegaan zou zijn.

vakbond, van de mutualiteit en zelfs van de co-operatieve. Voorkeursstemmen waren taboe, de polls heilig. Het resultaat was een totaal gebrek aan toegankelijkheid.

Voor Willy Claes waren de nadelen van dit systeem duidelijk. In een reactie probeerde hij in Limburg de beweging open te trekken. Karel Van Miert, door hem geïnspireerd, zette door. De gevestigde waarden, met aan het hoofd de zeer sterke Ant-werpse en Mechelse federaties, reageerden fel. Pas bij de zogenoemde ‘grote slem’1 van 1979 - na meer dan twee jaar dus - werd zijn gezag erkend.

SAMPOL_juni2016.indd 36 21/06/2016 14:08:02

Page 37: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|37

Karel stond ondubbelzinnig ook achter de ‘doorbraak’ beweging: hij zette de deur van onze partij wagenwijd open voor gelovige progres-sieven. Ondanks de electorale erosie die vanaf de jaren 1990 zou volgen - denk daarbij aan de amputatie van een deel van de arbeidersklasse door het migrantendossier en de slijtage na een te lange regeringsdeelname - is deze openheid tot vandaag ongetwijfeld een meerwaarde. De perceptie dat socialisten uitsluitend vrijzinnigen zijn, verdween immers en met die misvatting ook in grote mate de drempels.

Het Vlaamse karakter

Karel Van Miert was zijn politieke loopbaan begonnen als lid van de Rode Leeuwen, die de Franstalige overheersing in het Brusselse en Brabantse socialisme contesteerden. Ook in de unitaire partij liet hij zich van meet af aan niet doen. Hij nam ondubbelzinnige Vlaamse standpunten in en aarzelde niet hierover front te vormen met de andere democratische Vlaamse partijen. Dit was één van de oorzaken van de splitsing van de partij.

Zijn Vlaamse reflex was niet geïnspireerd door een vorm van nationalisme, wel door zijn strijd tegen een reeks discriminaties. Stilaan groeide een groot respect voor de progressieven in de Volksunie, in de eerste plaats voor Hugo Schiltz, later ook voor een personaliteit als Maurice Coppieters. Norbert De Batselier belichaamde in het parlement en later in de Vlaamse regering het Vlaamse engagement van Karel. Zelf ging ik wel eens op de rem staan; mijn vrees dat het land zou uiteenvallen was groot. Uiteindelijk geraakten Karel en ikzelf in het laatste decen-nium van zijn leven op dezelfde lijn: ondubbel-zinnig Vlaams zijn impliceert niet noodzakelijk een drang naar separatisme. Zo steunde Karel bijvoorbeeld mijn stelling dat een onafhankelijk

Vlaanderen grote procedurele problemen zou hebben om als afgescheurde regio lid te kunnen blijven van de Europese Unie. Evenzeer was hij allergisch voor de zogenoemde ‘Kleinstaaterei’ die volgens hem Europa zou versnipperen en dus verzwakken. Na Karel Van Miert is het Vlaamse karakter van de partij vanzelfsprekend geworden. Dit is zijn tweede grote verdienste.

Zijn rol in de Vredesbeweging

Vanaf einde jaren 1970 verzette Karel zich, sa-men met Louis Tobback en de volledige jonge generatie, tegen de installatie van raketten op Belgisch grondgebied. Toen we in de regering zaten, slaagde hij erin om de besluitvorming te doen uitstellen. Zodra wij in de oppositie belandden, zette de centrumrechtse regering Martens-Gol echter door. De polarisatie met het verzet van Tobback-Van Miert leidde tot een breed gedragen Vredesbeweging. Zelden of nooit kon de politisering hiervan worden aangeklaagd: Karel en Louis bleven bij hun standpunt, zowel bij regeringsdeelname, als in de oppositie. Hun geloofwaardigheid werd daardoor versterkt.

Dankzij de samenwerking binnen de Vre-desbeweging gingen meer en meer leden van jeugd organisaties, voor wie vroeger de drempel naar het socialisme te hoog was ingevolge de zuilgebondenheid, zich sterk engageren. De twintigers van die jaren 1980 zijn nu bijna vijf-tigers geworden. Overal in ons politieke kader vind je hen terug. In mijn eigen Sint-Niklaas vormen KSA’ers en scouts van toen vandaag het kader van onze partijafdeling. De rol van Tobback-Van Miert in de Vredesbeweging heeft dus wel degelijk sporen nagelaten. De huidige generatie kan veel leren van de manier waarop Van Miert de beweging heeft

Figuur in de kijker De erfenis van Karel Van Miert

SAMPOL_juni2016.indd 37 21/06/2016 14:08:02

Page 38: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|38

geleid. Zijn openheid, zijn Vlaams engagement en zijn politieke geloofwaardigheid moeten een voorbeeld blijven. HOE ZOU KAREL VAN MIERT MET DE UITDAGINGEN VAN VANDAAG ZIJN OMGEGAAN?

‘Hoe zou Karel Van Miert met de uitdagingen van vandaag zijn omgegaan?’. Ik heb lang ge-twijfeld om deze vraag te beantwoorden. Ook al ben ik één van de kroongetuigen van zijn loopbaan, dan nog zou het antwoord op deze vraag al te pretentieus kunnen overkomen. Bo-vendien heb ik mijn twijfels over hoe Karel op sommige thema’s zou reageren. Toch waag ik me eraan om mij voor zeven thema’s in Karels denkwereld in te leven. Beschouw dit niet als een opeenstapeling van lukrake stellingen. De stellingen steunen op empirische ervaringen met de politicus en de mens. De zeven thema’s die ik heb gekozen, zijn zonder meer relevant voor de politieke actualiteit. De grootste twijfel over zijn vermoedelijke reactie koester ik voor het laatste thema, de Brexit.

Vluchtelingenproblematiek

Karel zou zonder twijfel woedend hebben ge-reageerd op de manier waarop de Europese Unie deze problematiek heeft aangepakt. De verlammende verdeeldheid is er immers de oor-zaak van dat Europa zich nu moet onderwerpen aan de grillen van een Turkse dictator. Deze verdeeldheid zou hij voor een groot gedeelte hebben toegeschreven aan de volgens hem zeer voortijdige uitbreiding van de Europese Unie met de nieuwe lidstaten van Centraal- en Oost-Europa. Karel was van oordeel dat deze landen niet klaar waren voor een toetreding en dat zij het integratieproces zouden kunnen afremmen of zelfs blokkeren.

Hij zou een evenwicht gezocht hebben tussen de ethische en morele plicht om mensen op de dool op te vangen naargelang de capaciteiten van onze eigen bevolking. Hij zou dus hebben gepleit voor gastvrijheid en wellicht had hij emotioneel Angela Merkel ondersteund met ‘Wir schaffen das’. Maar daartegenover zou ook zijn realistische instelling een rol hebben gespeeld: hij zou opkomen voor klare afspraken tussen de lidstaten omtrent een billijke verdeel-sleutel, tegelijk met een betere bescherming van de buitengrenzen. Karel zou uiteraard ook hebben geijverd voor een menselijke opvang en de integratie van de erkende vluchtelingen.

Terreur

Karel Van Miert zou niet diametraal zijn in-gegaan tegen de manier waarop de huidige re-gering het terreurdossier - een dossier zonder voorgaande - aanpakt. Hij zou hebben getracht om de veiligheidsstructuren te versterken. Hij zou hebben geprobeerd om de diepe oorzaken van de radicalisering aan te pakken. Misschien was hij minder meegegaan in het opbod rond de inzet van politiediensten en militairen. Veeleer zou hij aandacht hebben besteed aan een grotere efficiëntie en een betere werking. Zeker zou hij hebben geprobeerd om komaf te maken met de politieke baronieën die het veiligheidsbeleid in Brussel versnipperen en hypothekeren. Hij zou zeker ook hebben geopteerd voor een meer Europese aanpak. Het is ondenkbaar dat hij zou zijn meegegaan in de huidige dynamiek waarbij België haantje de voorste gaat spelen, tot en met F-16 bombardementen in Syrië. Kortom: in grote trekken zou Karel Van Miert de glo-bale aanpak van het gevoerde anti-terreurbeleid hebben gesteund, maar met meer specifieke en efficiëntie oogmerken en met een sterker Europees kader.

Figuur in de kijker De erfenis van Karel Van Miert

SAMPOL_juni2016.indd 38 21/06/2016 14:08:02

Page 39: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|39

Sociaaleconomisch beleid regering-Michel

Hoewel Karel tijdens het laatste decennium van zijn leven een aantal bestuursfuncties had opgenomen in het bedrijfsleven, zou hij het eenzijdige centrumrechtse beleid van de huidige regering sterk hebben bekritiseerd, omdat dit beleid nu eenmaal door een aantal flagrante onrechtvaardigheden wordt gekenmerkt. De indexsprong op federaal vlak en de Turteltaks op Vlaams niveau zijn lineaire ingrepen waarbij de lage en middeninkomens het zwaarst worden aangepakt. De aantasting van de koopkracht van de gepensioneerden en de mindervaliden zou hij niet hebben geduld.

Karel zou samen met zijn kritiek wellicht hebben gepleit voor enig realisme. De maatregelen om de activiteitsgraad van de oudere werknemers te verhogen bijvoorbeeld zou hij m.i. hebben ondersteund. Inzake de pensioenhervorming had hij zich meer dan waarschijnlijk afgezet tegen de symbolische verlenging van de pen-sioenleeftijd tot 67 jaar. Hij zou zich veeleer hebben gebaseerd op het meer samenhangend plan dat in het rapport-Vandenbroucke, vanuit de expertengroep, werd vertolkt. Karel zou ook hebben gecontesteerd dat er in de huidige rege-ring geen maatregelen worden genomen om de fiscaliteit rechtvaardiger te maken, onder meer door het ontbreken van enige aanpak van de vermogenden. LuxLeaks, Panama Papers en de grote fraude van de beschermde diamantkaste zouden hem woedend hebben gemaakt.

Sociale onrust

In 1983 belde ik Karel in Straatsburg op - hierbij gesteund door een aantal vrienden in het par-lement - om naar Brussel terug te keren, omdat de spoorstaking tegen de pensioenhervorming van toenmalig pensioenminister Mainil maar

bleef aanslepen en de regering wankelde. Ik kreeg de volle lading: ‘Ik denk er niet aan om terug te keren. Zorg dat uw ABVV-vrienden zo snel mogelijk stoppen met de spoorstaking. Onze kiezers staan te verrechtsen op het per-ron.’ Daarmee kon ik het stellen.En inderdaad, Karel was tegen stakingen die de bevolking rechtstreeks troffen. Voor hem moesten die tot een minimum worden beperkt. Spelregels dienden te worden nageleefd. Indien het overleg met de overheid of het patronaat mislukte, moest een stakingsaanzegging wor-den ingediend. Dan was Karel ronduit rechtaan. Zo zou hij nu volle begrip hebben gehad voor de interprofessionele acties van de vakbonden; hij zou hen hebben gesteund tegen het eenzijdige optreden van de regering.

Sociaal overleg, waarbij het patronaat bij voorbaat weet dat ze bij niet-akkoord toch hun gelijk halen in de regering, is natuurlijk geen ernstige werk-methode. Karel wou steeds dat het sociaal overleg uitgeput werd, maar vond dat de regering op het einde van de rit de knopen moest doorhakken. Zo botste hij geregeld met Georges Debunne, die het licht bijna altijd op rood zette en die enkel toeliet dat de regering optrad als het voor hem oranje werd. Hierdoor werd gedurende de periode 1978-1981 de aanpak van de crisis en van de ontspoorde openbare financiën belet. Dat heeft Karel jarenlang zwaar gefrustreerd.

Had hij het moeilijk met Georges Debunne, dan kon hij wel goed omspringen met sterke Vlaamse interprofessionele leiders als Louis Me-lis en Marcel Schoeters. Hij gaf ook de voorkeur aan een sterke vakbondsleiding, die gewoonlijk weinig last heeft van spontane acties en dat wat leeft bij de werknemers, op passende wijze kan kanaliseren. Zo mocht ik hem in mijn streek enkele keren verwelkomen om acties van René Stroobant bij Nobels-Peelman en Boelwerf te

Figuur in de kijker De erfenis van Karel Van Miert

SAMPOL_juni2016.indd 39 21/06/2016 14:08:02

Page 40: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|40

ondersteunen. Bij die gelegenheden pleitte hij steeds voor het naleven van de spelregels en sprak hij zich uit tegen elke vorm van geweld.

Karel zou ook hebben opengestaan voor een verstandige dialoog over een minimale dienst-verlening, ook in de gevangenissen. Hij zou er wel op gewezen hebben dat de organisatie van de minimale dienstverlenging midden in een so-ciaal conflict weinig realistisch is. Ongetwijfeld zou hij gepleit hebben voor een ruim debat, dat bij voorkeur zou uitmonden in een consensus met de sociale partners.

Kernenergie

Einde van de jaren 1970 gaf Karel mij zijn fiat om namens de SP het woord te voeren op ma-nifestaties tegen de kerncentrales. Vooral het onopgeloste probleem van het radioactief afval bekommerde hem.

Daarnaast was voor hem ook de machtsposi-tie van Electrabel onaanvaardbaar. Als partij-voorzitter, maar ook als Europees commissaris, contesteerde hij het privémonopolie van de elektriciteitsgigant. Vanuit het gezond verstand zou hij de oudste kerncentrales ongetwijfeld hebben willen sluiten. Hij zou in opstand zijn gekomen tegen het feit dat Electrabel werd be-loond om deze langer te kunnen openhouden, wat blijkt uit het onderzoek van de Europese Commissie naar verdoken staatssteun. Wat de kerncentrales betreft, stemt onze houding in de regering systematisch overeen met onze houding in de oppositie. In zulke dossiers ligt dus een groot kapitaal aan geloofwaardigheid en daar had Karel een goede neus voor.

Fiscaliteit

Als jonge staatssecretaris voor financiën kreeg ik

van mei tot oktober 1980 de kans om de fraude aan te pakken. De BBI werd opgericht en de bijzondere mechanismen in de banksector wer-den aangepakt. Ik kreeg hiervoor de steun van Karel Van Miert voor de volle 100%. De strijd tegen de grote fiscale fraude beschouwde hij immers als een streven naar meer rechtvaardig-heid. Einde van de jaren 1990 dreigde hij als Europees commissaris in de fiscale groepen Monti en Primarolo - waarin ik België mocht vertegenwoordigen - met procedures tegen verdoken staatssteun, indien de bevoordeling van multinationals in bepaalde lidstaten bleef voortduren. Naast zijn rechtvaardigheidsgevoel vormde de verstoring van de markteconomie hierbij evenzeer een bekommernis. Hij zou ongetwijfeld hebben geprobeerd om de fiscale rulings in diverse lidstaten te saneren. De kloof tussen de fiscaal voordelige behandeling van de multinationals en de stiefmoederlijke be-handeling van de kmo’s zou hij niet hebben aanvaard, niet als partijvoorzitter, maar ook niet als Europees commissaris.

Brexit

Welke houding zou Karel Van Miert hebben aangenomen in het ‘Brexit’-dossier? Hier twij-fel ik het meest. Aan de ene kant zou hij de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie nadelig hebben gevonden, wat betreft de geopolitieke impact van Europa. Hij zou echter niet hebben geduld dat een te hoge prijs moest worden betaald om het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie te houden. Sommige mechanismen die men nu heeft toege-geven, dreigen elke verdieping van de Europese Unie, ook in de toekomst, te hypothekeren.

lees verder pagina 49

Figuur in de kijker De erfenis van Karel Van Miert

SAMPOL_juni2016.indd 40 21/06/2016 14:08:02

Page 41: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|41

TOEKOMST VAN GISTEREN De foto-expo ‘Toekomst van gisteren’ is een initiatief van het Centrum voor Beeldexpressie (CvB), met steun van de Vlaamse overheid. Voor de vijfde keer presenteert het CvB een expo met beelden uit de fotowedstrijd Prijs van Vlaanderen, deze keer samengesteld door extern curator Theo Beck. Vanwaar de titel ‘Toekomst van gisteren’? Beck: “De nostalgie naar de oude analoge foto’s is erg merkbaar in het me aangeleverde beeldmateriaal. Vroeger had een fotograaf altijd te weinig licht; vandaar de ontelbare opnamen bij valavond waar men met lange belichtingstijden kan werken om onscherpte in water en lucht te creëren. Een foto is een opname van een ogenblik. Wanneer je die opname bekijkt, is het ogenblik reeds voorbij en behoort het tot het verleden. Maar een fotograaf fotografeert een idee, een aanklacht, een utopie, een toekomstvisie, een droom hoe zijn werkelijkheid zou moeten zijn of worden of juist niet zijn of worden.” De gratis expo loopt nog tot 26 augustus (werkdagen van 8u-20u) in SD Worx, Brouwersvliet 2, 2000 Antwerpen.

Patje Vandebroek - Vroenhoven brug

SAMPOL_juni2016.indd 41 21/06/2016 14:08:04

Page 42: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Danny Vangenechten - Patorale in Green

SAMPOL_juni2016.indd 42 21/06/2016 14:08:05

Page 43: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Robert Barbarien - Stoom

SAMPOL_juni2016.indd 43 21/06/2016 14:08:08

Page 44: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Marc Wynen - Inside a Coolingtower

SAMPOL_juni2016.indd 44 21/06/2016 14:08:09

Page 45: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Alain Van Hespen - Milieu

SAMPOL_juni2016.indd 45 21/06/2016 14:08:12

Page 46: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Jean Luc Legrand - Passé et future en route

SAMPOL_juni2016.indd 46 21/06/2016 14:08:13

Page 47: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Farid Frida - Swimming Pool

SAMPOL_juni2016.indd 47 21/06/2016 14:08:16

Page 48: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Joost Agneessens - Green Power

SAMPOL_juni2016.indd 48 21/06/2016 14:08:17

Page 49: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|49

Ik durf mij dus niet uit te spreken over welke invalshoek voor Karel de doorslag zou hebben gegeven. In elk geval herinner ik mij dat hij zeer ontgoocheld was toen einde jaren 1990, ook onder Tony Blair, Groot-Brittannië niet mee wilde in het verdere integratieproces. Historisch is dit voor de Europese sociaaldemocratie op een ramp uitgedraaid, want nooit hadden wij in de lidstaten zoveel politieke impact als toen. Over de houding van Karel Van Miert ten aanzien van Brexit heerst dus ook bij mij de grootste twijfel. VOORZITTERSCHAP JOHN CROMBEZ Ten slotte ben ik er stellig van overtuigd dat Karel

Van Miert onze huidige voorzitter, John Crombez, voluit zou hebben gesteund. Crombez probeert met concrete dossiers en een sterk engagement in de voetsporen van Karel te treden. Karel zou voor geduld hebben gepleit. De resultaten van zijn eigen voorzitterschap kwamen ook slechts na twee jaar aan het licht. Daarnaast zou hij hebben gepleit voor een selectieve oppositie. ‘Niet op alle slakken zout leggen,’ ik hoor het hem zo zeggen. Soms moet je ook vanuit de oppositie durven te erkennen dat een minister op een bepaald domein goed werk levert. Hard werken, totale inzet, con-sequent volhouden en streven naar een maximale geloofwaardigheid zou ook vandaag zijn devies voor de partijleiding zijn geweest.

Noot1/ De grote slem was de reactie van Van Miert in de zomer van 1979, toen hij weigerde de lineaire inleveringen in de begroting van 1980 goed te keuren. De regering-Martens II ging door de knieën en verving de maatregel door een progressieve heffing.

Freddy Willockx Minister van Staat en ereburgemeester van Sint-Niklaas 

Karel Van Miert. Strijder voor EuropaBart HellinckUitgeverij Manteau, Antwerpen, 2016

Figuur in de kijker De erfenis van Karel Van Miert

SAMPOL_juni2016.indd 49 21/06/2016 14:08:17

Page 50: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

Voor sommigen is Frank Vandenbroucke het gezicht van de strenge en activerende welvaartsstaat, maar nu rechtse partijen het begrip ‘wederkerigheid’ in een overdosis toe-dienen, pleit hij voor mededogen. “Wederkerigheid is het cement van de welvaartsstaat, maar een overdosis is ook niet goed. Je hebt geen oog meer voor menselijk falen. Je wordt hardvochtig.” Sociaaldemocraten mogen het be-grip ‘wederkerigheid’ niet laten kapen door rechts. Van-denbroucke waarschuwt: “We moeten het kompas van wederkerigheid, voor zowel de boven- als onderkant van de samenleving, meer ongegeneerd op tafel leggen. Ik ben bang dat we, in een zoektocht om iets radicaal nieuw te bedenken, niet meer voor ons elementaire gedachtegoed willen vechten. Als dat gebeurt, zijn we alles kwijt.”

Interview met Frank Vandenbroucke Hoogleraar Universiteit van Amsterdam

‘We mogen ‘wederkerig- heid’ niet laten kapen door rechts’

SAMPOL_juni2016.indd 50 21/06/2016 14:08:18

Page 51: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|51

Interview met Frank Vandenbroucke

In zijn politieke carrière was Frank Vandenbroucke gemeenteraadslid, volksvertegenwoordiger, partijvoorzitter, minister en senator. Europarlementslid is hij nooit geweest, hoewel Europa hem altijd heeft geboeid. In 1999 al sprak Vandenbroucke op de prestigieuze Den Uyl-lezing over de sociale doelstellingen van Europa en trok hij mee aan de kar van de Open Coördinatiemethode. In zijn ‘tweede’ carrière als hoogleraar legt hij zich vol toe op Europa. Eerst verbonden aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven, nu aan de Universiteit van Amsterdam. Een bewuste keuze. “Onze noorderburen zijn een stuk eurosceptischer dan wij. In Vlaanderen was een pro-Europees verhaal, tot voor kort, mainstream. Het is een uitdaging om in Nederland mijn verhaal te vertellen. Het is soms vloeken in de Lutheraanse kerk.”

Frank Vandenbroucke heeft een duidelijk plan voor Europa. Hij wil dat soevereiniteit gedeeld wordt in een Europese Sociale Unie met een gemeenschappelijke oriëntatie, op afgesproken, realistische sociale doelstellingen en standaarden. “Zolang er geen deling van soevereiniteit is en de solidaire risicospreiding uitblijft, modderen we door,” is Vandenbroucke scherp voor het Europese project. Ook voor zijn eigen politieke beweging vreest hij. “Voor de sociaaldemocraten is dit een existentiële kwestie geworden. Slagen we hier niet in, dan worden we irrelevant als Europese stroming.”

We ontmoeten Vandenbroucke de dag na zijn oratie waarmee hij zijn Amsterdamse ambt of-ficieel aanving. Hij legde er, ietwat verrassend, sterk de nadruk op de herverdelings- en verze-keringsmechanismes in de Verenigde Staten. Het is een contra-intuïtieve vaststelling, maar in zekere zin is er in Europa evenveel ongelijkheid als in de Verenigde Staten. “We zijn ons onvol-doende bewust van het feit dat de continentale ongelijkheid in Europa buitengewoon groot is, vooral aan de onderkant. Dat is een probleem, want Bulgaren zijn voor ons op een relevante manier arm. We moeten dus een dubbel perspectief ontwikkelen. Enerzijds een sterk ontwik-kelde nationale solidariteit die je niet wil opofferen aan het Europese verhaal. Anderzijds wordt het pan-Europese perspectief in toenemende mate relevant.”

Zijn sterke nationale welvaartsstaten en Europese integratie strijdig met elkaar?

“De Founding Fathers van het Europese project gingen ervan uit dat die twee perspectieven probleemloos samenliepen. Sinds het midden van de jaren 2000 zie je de barsten in hun model; met de financiële crisis werden de constructiefouten van de Unie pijnlijk duidelijk. Ik denk echter niet dat we met een tragisch dilemma te maken hebben. Alleen moeten we nu stappen zetten. We moeten evolueren naar een Sociale Unie van welvaartsstaten die het nationale beleid oriënteert en ondersteunt. Ik pleit niet voor een Europese welvaartsstaat.”

SAMPOL_juni2016.indd 51 21/06/2016 14:08:18

Page 52: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|52

Interview met Frank Vandenbroucke

Uw verhaal verschilt op dat vlak met dat van Guy Verhofstadt, die pleit voor een Verenigde Staten van Europa.

“Voor mij zit het democratisch deficit van de Europese Unie vooral bij het gebrek aan ge-meenschappelijke doelstellingen. Het is goed dat Guy Verhofstadt daar een helder antwoord op geeft. De vraag is of dat het goede antwoord is. Verhofstadt belijdt een probleemloos, eu-forisch kosmopolitisme. Maar de realiteit is anders. Doordat we de Europese binnengrenzen opengooiden, worden mensen aan de onderkant van de samenleving gedwongen met elkaar te concurreren. Dat zorgt voor sociale en culturele spanningen. Maar los van de vraag of je ooit een Verenigde Staten van Europa wenst, is er de wetenschap dat je dat morgen niet hebt. Maar je hebt morgen wel een Unie van welvaartsstaten nodig.”

De Sociale Unie waar u voor pleit, moet ook nog worden bedacht. Ze bestaat nergens anders ter wereld. Die Unie is dan toch ook niet voor morgen?

“Een Europees verzekeringssysteem kan je wél op korte termijn ontwikkelen. Met een verzekeringspremie van slechts 1 of 1,5% van het bnp kan je een schokdemper maken. Je hebt daarvoor geen begroting van 10 of 15% van het bnp nodig. Ik weet wel, ook zo’n verzeke-ringssysteem is een work in progress. Er is nog steeds veel weerstand om gelijktijdig soeverei-niteit te delen en solidariteit te organiseren. Als we slim samenwerken gaan we geen macht afgeven, maar zullen we net beleidsvermogen heroveren.”

We beseffen onvoldoende dat het nationale beleid inspeelt op het Europese beleid, en omgekeerd?

“We zijn één geheel aan het worden. In Italië heeft de helft van de werknemers geen werk-loosheidsverzekering. Dat heeft onrechtstreeks ook een impact op ons. In Nederland zijn er straks 1 miljoen zzp’ers, zelfstandigen zonder personeel die vaak in precaire omstandig-heden werken. Ook dat correleert met Europa. Nederlands Minister van Sociale Zaken en Werk Lodewijk Asscher fulmineert terecht tegen Europa dat de detacheringsrichtlijn moet worden aangepakt, maar het is wel de Nederlandse regering zelf die met een doorgedreven flexibilisering de deur heeft opengezet voor arbeidsmigranten die flexi-jobs aannemen. Als je op nationaal vlak zelf dat aanbod mogelijk maakt, moet je niet bij Europa klagen dat er een probleem ontstaat aan de onderkant van jouw arbeidsmarkt.”

In België spreekt vooral Open VLD over flexi-jobs, aparte statuten in de horeca, meer studentenjobs,...

“Daar moeten we mee opletten. Je creëert een segment van werkenden die niet geïntegreerd is in de sociale zekerheid. In mijn eigen vroegere beleid was het streven naar een universeel systeem van sociale bescherming een axioma. Je kan een onderscheid maken tussen zelfstan-digen, ambtenaren en werknemers, maar je mag geen gaten creëren. Zo vond ik het belang-rijk dat artiesten en onthaalmoeders een aangepast statuut kregen. Dat was knutselwerk, maar we integreerden hen wel volledig in de sociale zekerheid. Dat was ook wat me moti-veerde bij het creëren van de dienstencheques.”

Waarom is het vandaag zo moeilijk om solidariteit te betonen binnen de Europese Unie?

SAMPOL_juni2016.indd 52 21/06/2016 14:08:18

Page 53: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|53

Interview met Frank Vandenbroucke

“Intergouvernementeel crisismanagement is een wankele basis voor het organiseren van solidariteit. De solidariteit binnen de Europese Unie is voornamelijk ex post. Dat betekent dat regeringsleiders pas rond de tafel gaan zitten als er een probleem is; zoals bij de Griekse crisis vorige zomer. Dat heeft twee grote nadelen. Een. Je krijgt meteen een blame game. Wie is in de fout? Vermits je absoluut moet aantonen dat jij juist en de andere fout was, leidt dat tot complicaties in de manier waarop je solidariteitsmechanismes opzet. Vervolgens moeten regeringsleiders het akkoord in het thuisland uitleggen. Dat soort solidariteitsmarathons vraagt veel politiek kapitaal. Twee. Als je ex-post optreedt, loopt de economische schade snel op. Je hebt immers vaak te maken met self fulfilling prophecies. Als men verwacht dat een land in de problemen geraakt, wordt daarop gespeculeerd en worden de problemen nog erger. Als je ex post optreedt, ben je gedoemd om daar achter aan te lopen.”

Dus moeten we vooraf solidariteitsmechanismen opzetten?

“In het vakjargon heet dit ex ante solidariteit. Deze solidariteitsmechanismen hebben een groter draagvlak, gelden voor iedereen en werken tijdig. Neem opnieuw het voorbeeld van de werkloosheid. Als je daar een Europees verzekeringsmechanisme op ent, kan dat in een crisis snel werken. Dit draagt er toe bij dat verwachtingen worden gestabiliseerd, en zo ook het vertrouwen van internationale kredietmarkten wordt ondersteund.”

Moeten we eerst aan het draagvlak werken vooraleer we aan zo’n Sociale Unie beginnen, of maken we

SAMPOL_juni2016.indd 53 21/06/2016 14:08:18

Page 54: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|54

Interview met Frank Vandenbroucke

er best gewoon werk van en rekenen we erop dat het draagvlak wel zal komen?

“In de jaren 1980 ben ik sterk aangesproken door het werk van de Amerikaanse filosoof John Rawls. Hij zei dat goed geordende rechtvaardige samenlevingen stabiel zijn en zichzelf als het ware in stand houden omdat de mensen een zin voor rechtvaardigheid ontwikkelen. Ik wou dat het waar was, maar mijn ervaring als politicus is dat je voortdurend moet blijven vechten om mensen te overtuigen. Draagvlak komt nooit vanzelf, en blijft dus ook niet van-zelf bestaan. Maar we mogen nu geen afwachtende houding aannemen. De geloofwaardig-heid van het Europese verhaal herstellen, is een race tegen de tijd. Er is geen tijd voor uitstel: nu moeten nieuwe oplossingen op tafel gelegd worden.”

Ook Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zei bij zijn aanstelling dat dit de Commissie van de laatste kans was voor een sociaal Europa. Verstandig?

“Met het motto dat haar ambitie een sociale AAA-rating is voor de Europese Unie, creëerde de Commissie Juncker hoge verwachtingen: dat opent een window of opportunity, maar wie dan faalt, heeft zijn eigen executie georganiseerd. Ik heb een dubbel gevoel over deze Com-missie. Ze zegt dat Europa een stabilisatiemechanisme moet krijgen, wat goed is, en ze pakt nu uit met een mooi initiatief voor een Europese pijler van sociale rechten; maar het eerste blijft zeer vaag, en het tweede is onduidelijk qua operationele doelstelling. De uitdaging is om deze initiatieven met voldoende elan en voldoende concreet op de agenda van de natio-nale regeringen te krijgen. Anders dreigt haar zelfverklaarde ambitie als een boemerang in het gezicht te komen. Daar ben ik bezorgd over, want ik voel veel koudwatervrees. Het blijft rijden en omzien. De Commissie werkt natuurlijk met forse tegenwind: onlangs nog werden de gematigde voorstellen van Marianne Thyssen inzake detachering meteen weggeblazen.”

Het begrip ‘solidariteit’ lijkt vandaag een vies woord geworden te zijn. De verantwoordelijkheid voor eigen falen wordt steeds meer bij de burger gelegd.

“Een samenleving kan enkel functioneren op basis van de idee dat mensen verantwoordelijk zijn voor zichzelf en voor elkaar. Maar je kan niet alleen door de bril van verantwoordelijk-heid kijken. Je moet ook mededogen hebben met menselijk falen. Als op de spoeddienst twee zwaargewonden na een ongeval worden binnengevoerd, zal men zich niet afvragen wie in fout was. Men zal beiden opereren om levens te redden, pas nadien volgt de schuldvraag. Me-dedogen dus. Op een bepaald moment worden mensen zo kwetsbaar dat je de verantwoorde-lijkheidsvraag niet meer in eerste instantie moet stellen, maar dat je moet helpen.”

In hoeverre verschilt het ‘voor wat hoort wat’ discours van het verhaal over ‘wederkerigheid’?

“In het ‘voor wat hoort wat’ discours, dat we vandaag steeds vaker horen, zit geen mede-dogen. Het is een enge opvatting van ‘wederkerigheid’, een term waar ik meer van houd. ‘Wederkerigheid’ wil zeggen dat we dingen voor elkaar doen, niet omdat er altijd een tegen-prestatie tegenover staat, maar wel omdat we geloven dat diegenen die onze hulp krijgen wel bereid zijn een tegenprestatie te leveren indien wij in nood zouden zijn. Tegelijkertijd besef-fen we dat niet iedereen bij machte is een tegenprestatie te leveren. Wederkerigheid is het

SAMPOL_juni2016.indd 54 21/06/2016 14:08:18

Page 55: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|55

Interview met Frank Vandenbroucke

cement van de welvaartsstaat; daarin zit ‘voor wat hoort wat’, maar een overdosis ‘voor wat hoort wat’ is niet goed. Je hebt geen oog meer voor menselijk falen. Je wordt hardvochtig. Een overdosis leidt tot wantrouwen. Daardoor ben je niet meer in staat om een samenwerking op te zetten, laat staan om elkaar solidair te verzekeren.”

Bij wederkerigheid hoort aanleunend mededogen, zegt u. Toch bent u voor sommigen het gezicht van de strenge en activerende welvaartsstaat.

“Dat sociaal beleid naast toewijzen van verantwoordelijkheid ook mededogen nodig heeft zeg ik al heel lang. Soms mankeert de verantwoordelijkheid. Als Minister van Werk in de regering-Verhofstadt II legde ik sterk de klemtoon op de verantwoordelijkheid van de regio’s. Vooral in Brussel en Wallonië liet men toen werklozen in een hoekje verkommeren, terwijl die net moesten worden geactiveerd. Aan dat strenge verantwoordelijkheidsdiscours koppelde ik dat werkzoekenden ook kansen zouden krijgen. Die combinatie heeft gewerkt. Le Forem is een dynamische instelling geworden. Soms mankeert dus verantwoordelijkheid, maar soms man-keert het mededogen. Vandaag willen centrumrechtse partijen steeds meer ‘tegenprestaties’ voor uitkeringen. Men vertrekt vanuit een diep wantrouwen tegenover wie uitkeringen krijgt; voor mededogen is hoe dan ook zeer weinig plaats. De verwijzingen naar de actieve welvaarts-staat of naar ‘flinks’ die je dan wel eens hoort, klinken voor mij daarom hol.”

Vandaag worden de uitwassen van het sociale zekerheidssysteem doelbewust als representatief voorge-steld in een poging om het draagvlak voor solidariteit onderuit te halen.

“Bij elk verzekeringssysteem is er altijd een stukje oncontroleerbaarheid. Dat is onvermij-delijk. Het is zoeken naar een goed evenwicht tussen de voordelen van een verzekerings-systeem en het zo beperkt mogelijk houden van de moral hazard, het oneigenlijk gebruik van verzekeringen. Open VLD en N-VA kijken enkel nog naar die moral hazard. Ze willen die op 0 zetten. Maar daarmee zet je ook de solidariteit zelf op 0.”

Wat moet de reactie zijn van sociaaldemocraten op politici die met hun discours het hele principe van de sociale zekerheid ondermijnen?

“Het is niet omdat de tegenpartij ‘wederkerigheid’ in een overdosis toedient, dat wij dat be-grip moeten afzweren. Integendeel. Sociaaldemocraten moeten een evenwichtig verhaal van wederkerigheid mét mededogen vertellen. Tegen de elite moeten we zeggen dat ze die status te danken heeft aan de samenleving en dat ze daarvoor veel moet teruggeven. Tegen de werkende middenklasse moeten we zeggen dat de mensen die niet willen werken geen recht hebben op een uitkering, terwijl mensen die niet kunnen werken natuurlijk wel dat recht hebben; tegelijkertijd moeten we openheid vragen voor kwetsbaarheid door menselijk falen.”

Is een meer evenwichtig verhaal over ‘wederkerigheid’ voldoende verschillend van de hardere rechtse variant om electoraal te scoren?

“Dit is geen softere variant van wat rechtse partijen vertellen. Hun ‘voor wat hoort wat’-ver-haal is een degeneratie van ons verhaal. Ik ben er absoluut van overtuigd dat het merendeel

SAMPOL_juni2016.indd 55 21/06/2016 14:08:18

Page 56: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|56

Interview met Frank Vandenbroucke

van de Vlamingen het eens is met een verhaal van ‘wederkerigheid’ en mededogen. Wie kan, doet zijn duit in het zakje. Wie meer heeft, doet meer in het zakje. Wie niet kan, krijgt steun. Voor kwetsbaarheid door menselijke zwakheid hebben we ook mededogen.”

Valt het verhaal van wederkerigheid mét mededogen te enten op een gekleurde samenleving met min-der natuurlijke cohesie?

“Migratie maakt dat verhaal moeilijker, dat mogen we niet ontkennen. Maar ook daar moet wederkerigheid de leidraad zijn. Een Bulgaar kan niet zomaar naar België komen om meteen bijstand te vragen; zijn recht op bijstand ontstaat pas wanneer hij een feitelijke band ontwikkelt met onze samenleving. Ik zie geen ander verhaal dan dat. Sociaaldemocraten hebben het nor-matieve concept van ‘wederkerigheid’ laten kapen door rechts. We moeten dat begrip weer bij ons krijgen. Ik ben bang dat we, in een zoektocht om iets radicaal nieuw te bedenken, niet meer voor ons elementaire gedachtegoed willen vechten. Als dat gebeurt, zijn we alles kwijt.”

Gegeven uw discours over wederkerigheid, neem ik aan dat u geen voorstander bent van het basisinkomen?

“Het filosofische fundament voor basisinkomen is dat de productiviteit van onze huidige samenleving het resultaat is van een erfenis van eeuwen menselijke inzet, met name inzake wetenschap en techniek; het ‘dividend’ daarvan moet je gelijk onder iedereen verdelen zonder tegenprestatie: een ‘wederkerigheidsprincipe’ is op dit ‘dividend’ inderdaad niet toepasbaar. Daar ben ik het mee eens. De volgende vraag is: moet dat dividend prioritair uit-gekeerd worden in geld voor iedereen, of prioritair in toegankelijk en uitstekende onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen? Ik kies voor het laatste. Daar moeten sociaaldemocraten voor vechten. Zal daar wat moral hazard zijn? Ja. Zullen er sommige mensen te veel naar de dokter gaan? Ja. Toch moeten we dat gevecht ongegeneerd voeren.”“Ik weet dat je tegenover mijn prioriteit voor onderwijs en zorg weer andere filosofische bedenkingen kan plaatsen. Maar toch zou ik het een grote vergissing vinden dat sociaalde-mocraten vandaag voor een basisinkomen in geld pleiten. Men zou dan overigens ook moeten uitleggen hoe dat zou werken in een Europa met vrij verkeer van mensen over de grenzen; ik zie dat eerlijk gezegd niet.”

Waarom doen sociaaldemocraten het in veel landen slecht en de partijen op de flanken het goed?

“Elites nemen vandaag een ongeziene vlucht qua rijkdom. Een deel van de elite profiteert ongegeneerd. Een brede middengroep van werkende mensen is daar verontwaardigd over en zou zich in theorie tot de sociaaldemocratie moeten bekennen. Alleen loopt diezelfde brede middengroep rond met allerlei ideeën over de profiteurs aan de onderkant, wat dan weer ge-koppeld wordt aan migratie. Terwijl het bijstandstoerisme grotendeels een mythe is, en hoe dan ook in het niets verzinkt in vergelijking met het morele profitariaat dat tot uiting komt in het Panama-dossier. Sociaaldemocraten hebben deze werkende middengroep in handen gelaten van rechtse partijen, die op hun beurt dan nog eens die elite beschermen. Dan krijg je natuurlijk de verkeerde coalitie.”

Hoe kan je die middengroepen terughalen naar de sociaaldemocratie?

SAMPOL_juni2016.indd 56 21/06/2016 14:08:18

Page 57: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|57

Interview met Frank Vandenbroucke

“Je zal die middengroepen alleen maar overtuigen als je een dubbel verhaal vertelt: zowel de elite als iemand die van de bijstand leeft, heeft plichten. Het is de enige manier om te verhinderen dat rechts een front maakt van de middenklasse en de elite. Sociaaldemocraten moeten het kompas van wederkerigheid, voor zowel de boven- als onderkant van de samenle-ving, meer ongegeneerd op tafel leggen.”

Is de sociale zekerheid er in eerste instantie voor de middengroep of voor de onderkant?

“Voor beiden.”

Moeten gemeenschapsmiddelen, gezien onze hoge armoedecijfers, niet prioritair naar de onderkant van de samenleving gaan?

“Bea Cantillon, van het Centrum Sociaal Beleid Herman Deleeck, vindt dat we meer aan-dacht moeten hebben voor de onderkant van de samenleving. Ik ga met haar akkoord. We mogen ons niet op sleeptouw laten nemen door het discours dat de hardwerkende Vlaming uitgebuit wordt en nooit iets terugkrijgt. We doen te weinig aan armoedebestrijding. We zou-den op elke beleidsmaatregel een Mattheus-toets moeten doen om te kijken wat ze betekent voor de middengroepen en de zwak-ste groepen.”“Tegelijk wil ik wijzen op een goede lezing van wat Herman Deleeck daarover zei. Hij was sterk bezig met het feit dat er ook in het sociale en onderwijsbeleid een omgekeerde her-verdeling kan zijn, maar beoordeelde dat niet per se negatief. Het punt van Deleeck was niet dat hij nooit of te nimmer ergens in een subsector een Mattheus-effect wilde zien. Wel dat er een evenwicht moest bestaan waarbij middengroepen ook iets terugkregen van de welvaartsstaat, wat een maat-schappelijke deal rond sociaal beleid mogelijk maakte.”

Is het verschil met 30 jaar geleden niet dat de middenklasse vandaag meer onder druk staat?

“Sedert het pionierswerk van Deleeck is er inderdaad veel veranderd in het functioneren van de Belgische welvaartsstaat. De Mattheus-effecten

SAMPOL_juni2016.indd 57 21/06/2016 14:08:18

Page 58: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|58

Interview met Frank Vandenbroucke

liggen anders dan toen hij ze situeerde, maar ook de positie van de middengroep zelf is veranderd: het feit dat de middengroep zich nu zelf door de globalisering belaagd voelt, creëert een nieuwe context waarin de eenvoudige maatschappelijke deal niet meer werkt: de middengroep is boos op de ‘profiteurs’ aan de bovenkant, maar vooral op de ‘profiteurs’ aan de onderkant van de maatschappij.”

Een interessante case in dit debat zijn de dienstencheques. Daarover heeft u met Ive Marx, ook werk-zaam bij het Centrum voor Sociaal Beleid Centrum Deleeck, een fundamenteel meningsverschil.

“Voor Ive Marx zorgen dienstencheques voor een omgekeerde herverdeling. Ik vind zijn kri-tiek prikkelend en daarom relevant, maar ben het er niet mee eens. Voor mij creëren dien-stencheques een coalitie tussen een werkende middengroep, die er inderdaad voordeel mee doet, en mensen die dankzij die dienstencheques poetsen in wettelijk correcte omstandighe-den, met een fatsoenlijk loon, vakbondsvertegenwoordiging en geïntegreerd in de universele sociale zekerheid.”

Gaat hetzelfde argument op voor de kinderbijslag? ‘Ieder kind gelijk’ komt de legitimiteit van de soci-ale zekerheid ten goede, zo luidt het argument bij de voorstanders van een hoge basistoeslag.

“Kinderbijslag komt inderdaad in de buurt van het dividend van de samenleving, waar we het eerder over hadden, maar vermits we met de kinderbijslag de kost van kinderen toch niet 100% kunnen compenseren, vind ik niet dat die voor iedereen gelijk moet zijn. Het akkoord van de Vlaamse regering is een voorbeeld hoe je foute uitgangspunten nog wat kan oplappen, maar niet kan rechttrekken. ‘Ieder kind gelijk’ is een dom dogma. Als je de kost van 1 kind niet kan compenseren, is dat minder erg dan als je de kost van 3 kinderen niet kan com-penseren. Een rangorde heeft dus haar nut. Net zoals leeftijdstoeslagen die oplopen logica’s hebben. Het vertrekpunt ‘elk kind is hetzelfde’ verhindert een verstandige selectiviteit in te bouwen en de kinderbijslag te gebruiken om financiële armoede bij gezinnen aan te pakken. Gezinnen met meerdere kinderen zullen op termijn een minder goed stelsel erven.”

Twintigers en dertigers dreigen ook een minder goed pensioensysteem te erven. Dat moet u, als trekker van het pensioenrapport, danig frustreren?

“Ons rapport kwam er na denkwerk van 12 mensen met zeer verschillende opvattingen. We wilden dat het rapport nuttig zou zijn voor meerderheid, oppositie, werkgevers en vakbon-den. Rond pensioenen moet je, net zoals bij staatshervorming, een brede consensus maken. Dat heeft de regering-Michel uitgerekend niet gedaan. Ik zie de samenhang in het beleid niet. Zo stond in ons rapport dat een belasting op vermogens de stijgende pensioenkost mee zou kunnen financieren, maar de taxshift is op dat vlak erg ontgoochelend.”

Heeft de regering aan cherry picking gedaan uit jullie rapport?

“Niet alles aan de pensioenhervorming van Daniel Bacquelaine is slecht. Het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar is uiteindelijk nodig, daar ben ik wel van overtuigd, hoewel ons rapport daar een heel andere strategie voor voorstelde. Ook het afschaffen van diplo-

SAMPOL_juni2016.indd 58 21/06/2016 14:08:18

Page 59: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|59

Interview: Wim VermeerschFoto’s: Theo Beck

(De volledige tekst van zijn oratie kan u vinden op www.frankvandenbroucke.uva.nl)

Interview met Frank Vandenbroucke

mabonificaties voor benoemde ambtenaren stond in ons rapport; dat heeft op termijn geen legitimiteit meer. Maar er zijn ook maatregelen waar ik het absoluut niet mee eens ben. Het afschaffen van de pensioenbonus is erg verkeerd; men had dit mechanisme moeten verster-ken. Ook de plannen in de tweede pijler komt neer op het individualiseren van de tweede pijler. Niet doen. Om echt een nieuw maatschappelijk contract tot stand te brengen, is de pensioenhervorming vooralsnog een gemiste kans.”

Is het pensioenverhaal niet exemplarisch voor de onevenwichtige keuzes van deze regering?

“Dat de regering voortdurend bevestigd wordt door werkgeversorganisaties, bewijst dat ze niet in het midden zit. Maar er is een breder probleem: een onbekwaamheid om grondig te hervormen. De regering-Michel neemt drastische maatregelen, maar her-vormt niet. Her-vormen wil zeggen dat je leiding geeft en tegelijk mobiliseert om iets nieuws te ‘vormen’, om iets nieuws tot stand te brengen. Ik zie een mentale verwarring tussen polarisatie en hervor-ming. Men vindt het feit dat er polarisatie is een teken dat er hervormd wordt.”

Waaraan wijt u die onbekwaamheid om te hervormen?

“Het heeft te maken met de huidige politieke constellatie, maar meer fundamenteel met de Belgische politieke cultuur. Nederland is overigens in het omgekeerde bedje ziek. Daar wordt te gemakkelijk snel en grootschalig hervormd. De Nederlandse elite houdt van slingerbewe-gingen; de Belgische niet. Hier heerst een aangeboren conservatisme waardoor we moeilijk in globale hervormingsverhalen stappen. Dat is ook niet goed. Dat België verschillende democratische fora heeft, speelt een rol. Maar ik stel in Vlaanderen hetzelfde vast.”

Heeft het te maken met deze generatie politici?

“Het zou voor mij pretentieus zijn om dat te zeggen, vermits ik daar nu niet meer bij ben. Neen, het zit dieper. Sommige administraties zijn niet in staat hervormingsplannen op tafel te leggen. Sociale actoren strijden vaak enkel voor het behoud van het verworvene. Het is niet louter een politiek gegeven.” “Het is misschien oude mannenpraat - ik ben ondertussen bijna 61 - maar door de jaren heen ben ik steeds meer belang gaan hechten aan de bekwaamheid om compromissen te maken. Veel politicologen en commentatoren houden daar niet van. Voor hen moeten de roden roder en de blauwen blauwer worden. Ik vind dat ze meer moeten uitleggen dat consensus nodig is. Kijk naar de VS. Die zijn zo gepolariseerd dat ze niets meer kunnen beslissen. België, maar ook de Europese Unie, is weinig geliefd als grijze consensusmachine, maar compromissen zijn nodig.”

SAMPOL_juni2016.indd 59 21/06/2016 14:08:18

Page 60: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

FLINKSE AANPAK VAN DE VLUCHTELINGENCRISIS

Linkse kiezers houvast bieden

Aaron Ooms

Eindelijk! In drie bijdrages in de vorige edities van Samen-leving en politiek gaan Mark Elchardus en Jan Cornillie de discussie aan over de antwoorden van links: voor het Eu-ropa van vandaag en morgen én voor mensen op zoek naar een beter leven op het oude continent. Dat is goed nieuws, want de vluchtelingencrisis drukt ons met de neus op de feiten. Zo’n menselijke crisis verdient een antwoord vanuit de sociaaldemocratie. Maar het discours van Elchardus en Cornillie is, op zijn minst, ontoereikend te noemen.

SAMPOL_juni2016.indd 60 21/06/2016 14:08:19

Page 61: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|61

Mark Elchardus en Jan Cornillie voeren een boeiende, theoretische discussie: welke entiteit zal de drager zijn of worden van de welvaarts-staat? Wat is de normatieve grondslag waarop de sociaaldemocratie haar migratie- en asielbe-leid moet enten? Met veel interesse heb ik hun discours gelezen. Maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ze een fundamentele stap overslaan. Een stap die niet alleen hun theo-retische discours zou kunnen verrijken, maar tegelijk essentieel is om de theorie om te zetten in de praktijk. Geen van beiden lijkt te (willen) vertrekken vanuit de dagdagelijkse realiteit: met name dat mensen - in hun zoektocht naar veiligheid - vandaag nog altijd verdrinken. Een EU-Turkije-deal ten spijt.

Theoretische debatten zijn mooi, inspirerend, en hebben uiteraard hun meerwaarde in de ontwik-keling van de sociaaldemocratie of het vormen van Europa. Maar - en noem me gerust naïef - op het moment dat mensenlevens op het spel staan dient het startpunt van de zoektocht naar een menselijk, menswaardig beleid de realiteit te zijn, met concrete uit te werken voorstellen. Het is al te makkelijk om te zeggen dat we eerst onze welvaartsstaat moeten beschermen op nationaal niveau (Jan Cornillie, Sampol april 2016) of een ode aan de grenzen neer te pennen (Mark Elchardus, Sampol mei 2016) zonder hierbij stil te staan. Beste Jan, vergeef me, maar ik ben het er fundamenteel mee oneens dat en-kel torenhoge uitgaven voor veiligheid een Pax Europeana mogelijk maken. Beste Mark, een gemeenschap binnen nationale grenzen is een artificieel gegeven, vandaag voorbijgestreefd. SOCIAALDEMOCRATISCHE PRINCIPES

Maar, heren, sta mij toe niet mee te gaan in the-oretische discussies en integendeel een aantal concrete pistes voor te leggen. Aanzetten van

oplossingen voor wat een reële crisis is. Daarbij lijkt het helaas steeds vaker bon ton om dat te doen als Real-politicus. Dat was exact de manier hoe het Samsom-plan tot stand kwam en hoe de deal met Turkije het licht zag. Maar zowel het plan als de deal is (minstens) ontoereikend, terwijl het evengoed mogelijk is om vanuit een sociaaldemocratische, humanistische visie een plan van aanpak voor deze crisis uit te werken.

Dat sociaaldemocratische, humanistische plan vertrekt vanuit twee principes. Eén: iedereen op de vlucht voor zijn of haar leven verdient hulp. Twee, voortvloeiend uit het eerste principe: ja, wir schaffen das. Uiteraard niet als België alleen, uiteraard niet als West-Europa alleen, en uiteraard niet als de Europese Unie alleen. Maar dat is ook helemaal niet de vraag. Kijk vandaag naar de inspanningen die pakweg Jordanië of Libanon leveren en we beseffen dat 60 miljoen vluchtelingen wereldwijd een geglobaliseerde aanpak vergt. Het is een fa-beltje dat alle vluchtelingen in de wereld naar Europa willen komen. Maar ook Europa zal haar aandeel moeten leveren. Daar kunnen we niet onderuit als we onszelf au sérieux nemen en onze geloofwaardigheid willen behouden als het gaat om mensenrechten in de wereld. Want het getuigt van een flinke brok cynisme als wij Europeanen, in de rijkste regio van de wereld, dan zeggen: ‘Sorry hoor, maar wir schaf-fen das nicht’. Een ‘Deus ex Machina’-oplossing, of geloven dat we verlost zijn van dit menselijk drama als aan onze grenzen een daling van het aantal asielzoekers wordt genoteerd (met de hoera-roep van een Staatssecretaris als toetje), zet geen zoden aan de dijk. Daarentegen moeten we aan de slag. En wel meteen. SOCIAALDEMOCRATISCH PLAN

Eerst en vooral is er nood aan een onmiddellijke

Aaron Ooms Linkse kiezers houvast bieden

SAMPOL_juni2016.indd 61 21/06/2016 14:08:19

Page 62: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|62

performante humanitaire missie in de Middel-landse Zee, in combinatie met een versterkte po-litiesamenwerking tussen de verschillende Eu-ropese lidstaten en de buurlanden van Europa. Als we als Europeanen ooit nog trots willen zijn op de waarden waarop onze Unie gebouwd is, kunnen we niet langer tolereren dat mensen op de vlucht verdrinken voor onze kusten. De hui-dige militaire aanwezigheid in de Middellandse Zee is totaal onaangepast: militaire schepen zijn op geen enkele wijze uitgerust om men-senlevens te redden op zee. Daarom is er nood aan een humanitaire vloot die bijzonder snel én adequaat kan interveniëren bij een noodoproep. Een humanitaire vloot die voldoende uitgerust én uitgebreid is, zodat het geen uren duurt voor ze ter plaatse zijn én met een internationaal mandaat. Een mandaat dat toelaat in territoriale wateren van álle landen rond de Middellandse Zee te varen. Behalve deze humanitaire vloot is een versterkte politiemacht op zee en aan de kusten noodzakelijk om mensensmokkelaars op te sporen en onmiddellijk aan te houden. Uiteraard vergt dat verregaande internationale samenwerking. Maar als we erin slagen om met Turkije deals te sluiten over de uitwisseling van mensen, dan moet het ook mogelijk zijn om hierover een internationale deal te sluiten.

Ten tweede moeten wij, Europa, eindelijk zelf deel van de oplossing worden, in plaats van aan de zijlijn oplossingen te bieden. Waarom zijn safe havens enkel een optie als ze buiten onze grenzen georganiseerd worden? Europese safe havens, met een gemeenschappelijke standaard voor opvang, zijn daarbij noodzakelijk. Want hoe sterk we een internationale politiemacht ook maken, mensensmokkelaars zullen altijd nieuwe manieren vinden om hun lucratieve business draaiende te houden. Daarom moeten we - eindelijk zou ik zeggen - zelf legale routes naar Europese safe havens organiseren voor

mensen op de vlucht, in de eerste plaats voor mensen die nood hebben aan medische zorg of gezinnen met kleine kinderen. Eenmaal in deze veilige havens verdient iedereen een de-gelijke, menswaardige opvang, onder toezicht en controle van een internationale organisatie. Tegelijk moeten ook de vluchtelingenkampen aan de grenzen van conflictgebieden safe havens zijn. Nogmaals: niet iedereen wenst naar Europa te trekken. Al zeker niet als ze op een veilige manier dicht bij huis kunnen blijven. In deze context moeten we dan ook durven te praten over boots on the ground: VN-troepen die samen met het UNHCR de vluchtelingenkampen in-richten en beveiligen.

Alleen op die manier tackelen we het probleem van ‘hoeveel’ en ‘wat kunnen we aan’: het is im-mers geen kwestie van er een getal op te plakken, wel een kwestie van coherent beleid. Dat is ter plaatse bescherming en hulp bieden, duidelijke regels voor bescherming niet alleen aan de gren-zen van het continent maar ook binnen Europa, een volgens draagkracht gebaseerde verdeling van de lasten en een efficiënt terugkeerbeleid. Het is onmogelijk om alle pistes in deze bijdrage aan te halen, maar dat is ook de bedoeling niet. Stilstaan bij eerste stappen opent de discussie daarentegen wél.

Ten derde is er nood aan een coherent Europees asielbeleid. Gebaseerd op de geldende inter-nationale rechtsregels (ja, het asielrecht én de Conventie van Genève behouden we) en geënt op waarden die we in Europa delen. Een gefe-deraliseerd asielbeleid dus, precies dat wat Jan Cornillie nogal makkelijk ‘luchtfietserij’ noemt. Zoals elke stap in het Europese integratieproject moeten we ook dit beleid etappe per etappe tot stand laten komen. In een eerste fase bestaat dit uit twee delen: eenzelfde procedure voor toe-kenning van asiel en een evenwichtige verdeling

Aaron Ooms Linkse kiezers houvast bieden

SAMPOL_juni2016.indd 62 21/06/2016 14:08:19

Page 63: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|63

van lasten. Expliciet dus niet eerst een gemeen-schappelijke visie over migratie(stromen) als concept ontwikkelen; wel heel concreet te werk gaan. Zo is de gehele Europese samenwerking immers tot stand gekomen. We hebben een dui-delijke procedure nodig die in iedere Europese safe haven van toepassing is, zodat iedereen

die naar Europa komt op voorhand weet of hij of zij onder de beschermingsregels valt. Maar evengoed zodat we mensen niet jaren aan het lijntje houden zonder duidelijk toekomstper-spectief. Met andere woorden: is de aanvraag goedgekeurd, dan begint het integratieproces of -traject onmiddellijk. Kom je niet in aan-merking, dan is het zaak zo snel mogelijk te bekijken hoe samen een snelle, efficiënte en veilige terugkeer te organiseren. Open gren-zen zijn hier en vandaag dus niet de grondslag voor discussie. Hoe mooi dat theoretisch op papier ook is, het gaat voorbij aan de realiteit van deze crisis, precies het uitgangspunt van deze bijdrage.

Die organisatie en die financiering van de Europese safe havens zal de Unie - net zoals de opvang en integratie - solidair én samen moeten dragen. Ik weet het, dat is geen mak-kelijke opdracht. Maar als de Unie er in slaagt om Griekenland te dwingen tot bikkelharde be-sparingen (met alle sociale gevolgen van dien), moet ze er ook in slagen om iedere lidstaat tot verantwoordelijkheid te dwingen in het licht van een humanitaire crisis. De piste van een ‘coalition of the willing’, of een Europa van verschillende snelheden, heeft op zijn minst

de verdienste om verder te willen gaan dan vandaag. Maar ver vooruit komen we daar niet mee. Het is hoog tijd dat Europa dwingende ultimatums durft te stellen aan landen. U wenst gebruik te maken van het vrij verkeer van goede-ren, geachte mijnheer Orban? Wel, dan draagt u bij aan de gezamenlijke aanpak van deze crisis.

Heel wat landen - dus ook Hongarije - zullen dan in een mum van tijd hun kar draaien in plaats van muren op te trekken.

Tot slot is er onze verantwoordelijkheid in de aanpak van de oorzaken van conflicten we-reldwijd die maken dat mensen op de vlucht slaan. Dat begint bij een afdwingbaar beleid van wapenhandel, waarbij we de lobby die wa-pens in conflictgebieden levert een halt toe roepen. Maar evengoed moeten we ingrijpen in de internationale geldstromen naar regimes die uit oorlog en conflict hun legitimiteit halen. Net zoals bij de bovenstaande pistes vraagt dit een versterkte internationale samenwerking, maar gezien de wereldwijde baten die interna-tionale samenwerking (economisch) voor heel wat landen betekenen, zijn er voldoende druk-kingsmiddelen om ook deze samenwerking tot stand te brengen. RECHTS NIET VOORBIJSTEKEN

Show me the money. Voor heel wat van ik in deze bijdrage vooropstel, is uiteraard geld nodig. Maar dat geld is er. De internationale gemeen-schap mag niet langer talmen en moet daarom onmiddellijk werk maken van het organiseren

Het is hoog tijd dat Europa dwingende ultimatums durft te stel-len aan landen. U wenst gebruik te maken van het vrij verkeer van goederen, geachte mijnheer Orban? Wel, dan draagt u bij aan de gezamenlijke aanpak van deze crisis.

Aaron Ooms Linkse kiezers houvast bieden

SAMPOL_juni2016.indd 63 21/06/2016 14:08:19

Page 64: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|64

van een internationale donorconferentie. De eerste humanitaire donorconferentie in Istan-boel was alvast een belangrijke stap. Zo is in Europa 2,2 miljard euro toegezegd voor de aan-pak van de huidige crisis. Maar dat bedrag moet, wereldwijd, omhoog. Tegelijk moeten we erover waken dat deze middelen ook effectief gestort worden. Dat in Europa de dag van vandaag nog altijd maar 600 miljoen euro is verzameld, is precies te wijten aan wankel Europees beleid. Een internationale donorconferentie zal zich dus moeten baseren op een gericht en solidair plan van aanpak dat een antwoord biedt op concrete vragen: in welke landen komen er Europese safe havens? Hoeveel ingerichte en beveiligde VN-vluchtelingenkampen komen er bij? Of welke vluchtelingenkampen worden versterkt? Wie voorziet humanitaire hulp voor de missie op de Middellandse Zee?

Een belangrijke rem, ook bij ons, op het uit-werken van zo’n beleid is de angst van zovele beleidsmakers en politici om zich hiervoor te engageren. Een angst ook voor de publieke opi-nie die zich steeds meer naar (extreem)rechts keert. En vanzelfsprekend is xenofobie een niet te onderschatten probleem. Maar wat minstens een even bezwarende zaaigrond is voor extreem-rechts, is het non-beleid dat tot op vandaag

Europa teistert. Uit angst voor extreemrechts durven Europese leiders… tja niets, waardoor extreemrechts nog verder groeit en zo is de vicieuze cirkel helemaal rond.

Het zal heel wat voeten in de aarde hebben om hier uit te geraken, en net daarin moet links het voortouw nemen. Rechts voorbijsteken met ‘flinkse statements’ zal ons niets opleveren, net zomin als zwijgen. Het behagen van de publieke opinie, wat die ook is, is nooit een goede strate-gie. Ik ben het dan ook fundamenteel oneens met Tamás Boros - van de Stichting voor Europese Progressieve Studies en nauw betrokken bij het beleid van linkse partijen in Hongarije - die stelt dat de Hongaarse linkse partijen nu abso-luut moeten kiezen tussen hun waarden en hun kiezers. Op een doordachte manier oplossingen aanreiken die gestoeld zijn op de waarden van vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid is daarente-gen wat links vandaag moet doen. Niet alleen zal het ons in staat stellen om aan te tonen dat ook in tijden van crisis onze waarden een uitweg bieden, het zal ook linkse kiezers en diegenen die nu (extreem)rechts weglopen een houvast bieden en inspireren. In die zin heeft de theo-retische discussie van Jan Cornillie en Mark Elchardus haar merites: laat het een start zijn, laat ons vooral niet zwijgen. Eindelijk!

Aaron Ooms Linkse kiezers houvast bieden

Aaron Ooms Voorzitter Jongsocialisten

SAMPOL_juni2016.indd 64 21/06/2016 14:08:19

Page 65: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|65

Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

FLINKSE AANPAK VAN DE VLUCHTELINGENCRISIS

Stephen Bouquin

BELEID GERICHT OP VREDE, ONT-WIKKELING EN DEMOCRATIE

Aan de basis van de vluchtelingencrisis ligt een reeks van oorlogen waarbij EU-lidstaten en NAVO-landen rechtstreeks betrokken waren of zijn. Onder het mom van een oorlog tegen terrorisme (9/11) werden oorlogen gevoerd

De redactie van dit tijdschrift vroeg mij te reageren op de bijdragen van Mark Elchardus (Samenleving en politiek, maart 2016 en mei 2016) en Jan Cornillie (Samenleving en politiek, april 2016) met betrekking tot Europa en de vluchtelingencrisis. Gezien ik op heel wat vlak-ken niet akkoord ga met beide auteurs verkies ik mijn eigen standpunt te beargumenteren in plaats van een nauwgezette kritiek uit te schrijven van andermans standpunten. Weg met de flinkse ontsporing; tijd voor een internationaal eco-socialisme.

om regimes te installeren of te ondermijnen, en aldus de controle over strategische aardolie-reserves te verzekeren. Imperialisme bestaat nog steeds. De Bush-administratie zocht zelfs geen alibi meer bij de VN. Zeer terecht stelt Jeremy Corbyn dat Tony Blair medeplichtig is aan een stille volkerenmoord en misdaden tegen de mensheid. De opeenvolgende interventies

‘Het is een illusie te denken dat het Europees grensbeleid onze welvaart en welzijn gaat beschermen. De gesloten grenzen van Fort Europa hebben tot dusver geen enkel euro meer

opgeleverd aan sociale zekerheid noch aan economische groei.’ Yanis Varoufakis @ #LetThemIn - Vienna conferentie

SAMPOL_juni2016.indd 65 21/06/2016 14:08:19

Page 66: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|66

hebben in Irak alleen al 1,3 miljoen dodelijke burgerslachtoffers veroorzaakt. Ook in Syrië speelde het Westen een onkiese rol. Wat begon als hardhandige repressie en een burgeroorlog liep vanaf 2012 totaal uit de hand toen Europese mogendheden - samen met Turkije en Saoedi-Arabië - een regime change wilden forceren. Allerhande jihadistische mi-lities werden bewapend, vooral door Turkije en de golfstaten. Na vijf jaar burgeroorlog is het dodental in Syrië opgelopen tot 400.000. Zes miljoen Syriërs hebben hun land verlaten. Zolang men inzet op een regime change, de zo-genaamd gematigde Jihadisten blijft bewapenen en de afwezigheid van Koerdische vertegen-woordiging in de onderhandelingen in Genève aanvaardt, zal er geen vrede komen en zullen mensen blijven vluchten.

Internationale socialisten doen er goed aan hun ogen niet te sluiten voor de oorlogen en de hoogdringende noodzaak een beleid te voeren gericht op vrede, ontwapening, ontwikkeling en democratie. Een onmiddellijk embargo op wapenhandel met alle betrokken partijen is de eerste dringende maatregel. Een vredesconfe-rentie met alle betrokken partijen een must. Het sociaal handvest van Rojava, de verzamelnaam voor de kantons onder Koerdisch zelfbestuur in het noorden van Syrië, biedt een blauwdruk voor een seculier en democratisch alternatief met erkenning van de verschillende talen, cul-turen en religies alsook gendergelijkheid tussen man en vrouw. Een socialistische internationale zou om te beginnen het Rojava-model kun-nen erkennen en steunen. Al zal Erdogan daar niet blij over zijn. Feit is dat ook zijn land aan het Syrianiseren is. Turkije is geen veilig land meer. Het is een van de redenen waarom de EU-Turkije deal onaanvaardbaar is. Net als het feit dat push-backs niet helpen omdat de route’s zich

gewoon verplaatsen, zoals de toenemend aantal vluchtelingen vanuit Libië bewijst (40.000 enkel in de maand mei en meer dan 1.000 doden sinds eind april 2016). DIT IS EEN HUMANITAIRE CRISIS

Sommigen verbinden de vluchtelingenkwestie met de terreurdreiging en de aanslagen in Eu-ropa. Voorlopige kennis van zaken wijst echter op het feit dat de terroristen allemaal uit Europa afkomstige Syriëstrijders waren, die soms door de Turkse overheid op het vliegtuig naar Europa werden gezet en in andere gevallen ongehinderd konden reizen omwille van kortsluitingen in het informatienetwerk. Valse papieren werden wél onderschept. Slechts in één geval zou een ter-rorist Europa via de vluchtelingenroute binnen-gedrongen zijn. De terreurdreiging aanpakken is nodig, maar staat los van de vluchtelingencrisis. Internationale socialisten zouden in eerste plaats de vluchtelingenkwestie moeten zien voor wat ze is: een humanitaire crisis en geen migratiegolf. Een socialistische internationale zou bovendien moeten ijveren om levensnood-zakelijke goederen en medicijnen naar Libanon, Turkije en Jordanië te sturen onder verantwoor-delijkheid van UNHCR. In Griekenland zitten vandaag 200.000 vluchtelingen vast, waarvan enkele duizenden aan de Macedonische grens. Ook daar is er hulp nodig.

De Europese S&D-familie zou eensgezind moeten ijveren voor een menswaardig onthaal binnen de EU. Voor een spreidingsplein met mogelijke hergroepering van gezinsleden die afzonderlijk zijn aangekomen. In afwachting van consensus hierover is het mogelijk via hu-manitaire visa duizenden zieken, gewonden en moeders met kinderen rechtstreeks naar één land te brengen. Italië is begonnen met een

Stephen Bouquin Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

SAMPOL_juni2016.indd 66 21/06/2016 14:08:19

Page 67: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|67

humanitaire corridor voor hulpbehoevende vluchtelingen.1 Natuurlijk vergt het onthaal een integratieplan, maar ook hier in België kunnen solidariteit en creativiteit elkaar versterken. Mijn principiële standpunt luidt: socialisten die naam waardig blijven niet ongevoelig voor de miserie en het leed dat mensen ondergaan. Daarom is er altijd ruimte voor solidariteit.

ASIEL EN MIGRATIE GEEN BEDREI-GING VOOR DE WELVAARTSSTAAT

Als we het over bedreigingen willen hebben, lijkt het mij essentieel in rangorde eerst en vooral de vigerende neoliberale orde aan te wijzen. In België verliest de sociale zekerheid jaarlijks om

en bij de 14 miljard euro via allerhande kortin-gen op werkgeversbijdragen. Hoeveel daarvan de bestaande tewerkstelling consolideert of tot extra tewerkstelling leidt, is nog steeds een mys-terie. Tel daarbij een permanente loonmatiging, de kostprijs van fiscale ontwijking en last but not least de verdoken kostprijs op medische uitgaven van onze prestatiegeobsedeerde arbeidsmarkt2, dan wordt dreiging voor de sociale zekerheid en het welzijn toch zeer tastbaar. Indien we de optelsom maken van gederfde inkomsten en overbodige uitgaven die op conto van de neoliberalisering kunnen worden gezet, zitten we in België alleen al ruim boven de 30 miljard euro per jaar. Dat is precies hoeveel een mens-waardige opvang van 2 miljoen vluchtelingen in de gehele Europese Unie zou kosten. De europarlementsleden Pervenche Berès

(S&D) en Yannick Jadot (groenen) hielden in april een gezamenlijk pleidooi voor een mens-waardig onthaal.3 Twee miljoen vluchtelingen vertegenwoordigen samen maar 0,3% van een Europese bevolking die 510 miljoen zielen telt. De financiering van dergelijk onthaal zou am-per 0,2% van het Europese Bruto Binnenlands Product bedragen. De 30 miljard euro, waarvan hierboven sprake, zou een onderdeel kunnen zijn van een Europese New Deal waarmee op grote schaal investeringen worden gefinancierd. Op die manier wordt ook meteen werk gemaakt van het investeringstekort dat het hele continent en de eurozone in het bijzonder treft. Er circu-leren concrete voorstellen zoals de uitgave van eurobonds door een Europese Investeringsbank

die kan lenen bij de ECB. Volgens Yanis Varou-fakis zou dit het geaggregeerde inkomen van gezinnen, ondernemingen en de overheid met 8 à 10% verhogen, waardoor Europa eindelijk uit het slop zou raken.

Natuurlijk botst dit op het soberheidsfetisjisme van Duitsland. Zolang Sigmar Gabriel, François Hollande en een belangrijk deel van de Euro-pese sociaaldemocratie niet wil breken met het eurobesparingsfetisjisme en een beleid gericht op de aanbodzijde, zal de werkende bevolking het gelag betalen.

HET EUROPESE GRENSREGIME CON-STRUEERT GLOBALE APARTHEID

Vandaag wordt de politieke geografie door harde grenzen gemaakt. De eerste grens is een papieren

Stephen Bouquin Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

Twee miljoen vluchtelingen vertegenwoordigen samen maar 0,3% van een Europese bevolking die 510 miljoen zielen telt. De financie-ring van dergelijk onthaal zou amper 0,2% van het Europese Bruto Binnenlands Product bedragen.

SAMPOL_juni2016.indd 67 21/06/2016 14:08:19

Page 68: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|68

grens. De EU hanteert een ‘zwarte’ en een ‘witte’ Schengen lijst.4 Deze lijsten bepalen vanuit welke landen burgers een visum nodig hebben om het land binnen te mogen voor een beperkte periode of voor een beperkt aantal doelstellingen. De ‘zwarte lijst’ bevat 135 staten op de 195. Op de ‘witte’ lijst staan 60 landen, maar het merendeel betreft de OESO-landen en de EU-landen. Het papieren grensbeleid bepaalt dat men vanuit Europa zonder visum naar 173 landen kan. Ie-mand uit Syrië kan maar naar 38 landen; iemand uit Afghanistan naar 28 landen. Het recht op mobiliteit is dus vanaf de geboorte ongelijkmatig verdeeld. Dit is een ‘biopolitiek’ grensregime dat bijdraagt tot een globale geopolitieke apartheid.

Nederlands geograaf Henk van Houtum spreekt over een mondiale standenmaatschappij ‘met verstrekkende geografische gevolgen. Want om-dat de reguliere weg afgesloten is, blijft voor de geografisch ‘verkeerd geborenen’ veelal alleen de irreguliere weg over; ook voor degenen die recht hebben op asiel. En die irreguliere weg is, zoals we dagelijks zien, mensonterend en extreem gevaarlijk. De EU-grens is inmiddels de dodelijk-ste grens op aarde. Sinds 1995 zijn bijna 23.000 migranten gestorven. Hiervoor is het grensbeleid van de EU verantwoordelijk: dood door beleid.’ Internationale socialisten stellen de globale neoliberale ordening fundamenteel in vraag. Het is deze ordening die in het noorden rijkdom uit de samenleving pompt via schuldslavernij en belastingvrijstellingen voor multinationals terwijl in het zuidelijk halfrond rijkdom via uitbuiting uit arbeid wordt afgeperst door de financiële beleggers, de aandeelhouders en de superrijken zonder dat er van enige vorm van herverdeling sprake is. Dit kan niet blijven duren.

Natuurlijk zal er morgen geen wereldregering opstaan, laat staan een linkse. Maar in afwach-

ting van een globale taks op rijkdom kan elk land een forfaitaire belasting van 10 à 15% op de winsten van multinationals heffen. Goederen en diensten afkomstig uit landen die de ILO-basisconventies niet respecteren, kunnen extra belast worden. De opbrengsten kunnen in een fonds gestoken worden dat ten dele ook sociale bescherming in het zuiden financiert. Kortom: een controle op kapitaalverkeer en een sociaal-ecologisch protectionisme vallen perfect te rijmen met socialistisch internationalisme. DE KOSTEN-BATEN ANALYSE VAN MIGRATIE

Vanuit macro-economisch oogpunt is arbeids-migratie dikwijls een welvaartsbonus. Volgens OESO-berekeningen zou migratie jaarlijks 2 à 3% bijdragen tot het bbp. Dankzij migratie ko-men er geschoolde arbeidskrachten bij waarvoor nooit een eurocent is uitgegeven aan scholings-kosten. De werkzaamheid verhoogt, migranten consumeren en overbruggen de demografische kloof die zowat alle Europese kernlanden treft. De komende vijftien jaar heeft Europa immers jaarlijks meer dan een miljoen additionele arbeidskrachten nodig.5 In Duitsland alleen al zijn dit er 500.000. Hele cohorten van de babyboomgeneratie gaan de komende jaren op pensioen, terwijl het onderwijssysteem on-voldoende geschoolde arbeidskrachten aflevert.

Migratie vormt maar een sociale bedreiging in de mate dat ze gepaard gaat met cultureel-raciale opdeling en ongelijkheid. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Historicus Gerard Noiriel (2006) heeft uitvoerig gedocumenteerd hoe Frankrijk, als land van bestemming voor ‘economische vluchtelingen’ uit Vlaanderen, Italië, Polen, Spanje en de ex-kolonies hierdoor enerzijds haar structureel demografisch tekort heeft opgelost en anderzijds dankzij een volgehouden sociale

Stephen Bouquin Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

SAMPOL_juni2016.indd 68 21/06/2016 14:08:19

Page 69: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|69

strijd en ‘ondanks’ aanhoudende migraties toch een sterk sociaal stelsel heeft weten uit te bou-wen. Zijn besluit lijkt me ontegensprekelijk: racisme en discriminatie vormen altijd obstakels in de sociale strijd voor welzijn en welvaart.

Laat ons ook niet uit het oog verliezen dat migratie de laatste honderd jaar stabiel is gebleven. Vandaag vertegenwoordigt de combinatie van emigratie en immigratie 3% van de wereldbevolking. Sinds 1990 is de ‘stock’ aan migranten gestegen van 159 naar 230 miljoen (in 2014), wat gelijk loopt met de globale bevolkingstoename. De zuid-zuid migratie neemt veel sterker toe dan de zuid-noordmigratie. Noord-noord migratie neemt ook toe, al is die voornamelijk intra-Europees. De grote omkering betreft Europa. Tot in de jaren 1970 behield ons continent, ondanks gastarbeiders en de terug-keer van kolonisten, een positief emigratiesaldo. Vandaag is het Europese saldo negatief. Europa is niet langer het belangrijkste emigratiecontinent.

Even belangrijk is het feit dat hedendaagse migra-tiestromen andere patronen volgen dan vroeger. Diasporamigranten komen en gaan van het ene land naar het andere. In London verblijft 75% van de buitenlanders minder dan vijf jaar.

Het is, ten slotte, van fundamenteel belang een onderscheid te maken tussen migratie en ‘vluch-telingenstromen’. Dit laatste fenomeen neemt belangrijke proporties aan wanneer regio’s ge-troffen worden door oorlogsconflicten en/of klimaatontregeling. Volgens voorspellingen van het IPCC zou het aantal klimaatvluchtelingen bij ongewijzigd beleid tegen 2050 tot 250 mil-joen kunnen oplopen. Gezien dit laatste gegeven spreken we dan ook best over ‘eco-socialisme’. MOBILITEIT VERSUS STRIJD?

Volgens Mark Elchardus (Samenleving en politiek,

mei 2016) moeten ‘internationalisten mensen helpen hun landen te veranderen in plaats hen te helpen van land te veranderen’. Een mooie slagzin maar ook een valse tegenstelling. In Griekenland voerde de jeugdbeweging van Syriza campagne met de leuze ‘wij vertrekken niet maar strijden’. Toch zijn er op enkele jaren tijd bijna een half miljoen Griekse jongeren vertrokken, maar dat heeft Syriza niet verhinderd populair te blijven onder de jeugd. Ook in Spanje hebben sinds het uitbreken van de crisis 400.000 veelal ge-schoolde jongeren het land verlaten, maar zijn tegelijk velen ook georganiseerd in de beweging #NoNosVamosNosEchan (‘wij vertrekken niet, we worden ertoe gedwongen’). Hun gedwongen exodus gaat gepaard met acties tegen de preca-risering elders in Europa. In 2006 betoogden in alle Amerikaanse grote steden Latino-migranten tegen de nieuwe migratiewetgeving die het ver-werven van een green card definitief onmogelijk zou maken. Velen onder hen waren al actief in de lokale vakbonden.

Brain drain uit de ontwikkelingslanden is wél problematisch. Daarom is het dichten van de wereldkloof tussen rijk en arm, tussen ‘rijke’ en arme landen, een absolute noodzaak. Hoog tijd dat dit bovenaan de agenda komt te staan van in-ternationale socialistische bewegingen en van het wereldvakverbond. Maar de krachtsverhoudin-gen zijn op dat niveau eerder negatief. Wanneer mensen oorlog, droogte of overstromingen ont-vluchten, moet hulp worden geboden. Wanneer mensen asiel aanvragen, zijn mensenrechten nog steeds van tel. Wat economische migratie betreft, is regulering nodig. Net zoals dit het geval zou moeten zijn met kapitaalstromen. Regulering kan verschillende vormen aannemen: quota’s, tijde-lijke verblijfsvergunningen, legale migratieroutes, enzovoort. Deze regulering dient natuurlijk ook het universeel mensenrecht op mobiliteit of ves-tigingsvrijheid in rekening te nemen.

Stephen Bouquin Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

SAMPOL_juni2016.indd 69 21/06/2016 14:08:19

Page 70: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|70

Migratiespecialisten weten dat er geen enkele stu-die bestaat die bewijst dat het faciliteren van toe-gang en circulatie een aanzuigeffect zou hebben.6 Het recente onderzoek van Bart Meuleman, Marc Hooghe, Ann Trapers en Tim Reeskens spreekt de intuïtieve opvatting dat minder grenzen tot meer volksverhuizingen zouden leiden absoluut tegen.

Tot slot moeten socialisten ook inzien dat ‘de ma-nier waarop een regering vluchtelingen behandelt, laat zien hoe ze de rest van ons zou behandelen indien ze dat zouden kunnen’ (Tony Benn). Een flinkse aanpak is hier niet op zijn plaats; een in-ternationaal socialistische benadering op basis van de hierboven vermelde punten des te meer.

Stephen Bouquin Internationaal socialisme versus fobisch eurocentrisme

Stephen BouquinGewoon hoogleraar sociologie, Universiteit Evry-Parisud

en auteur van Helemaal Anders (Critica, 2015)Een uitgebreide versie van deze bijdrage kan worden teruggevonden op

https://stephenbouquin.wordpress.com/

Noten1/ http://www.lastampa.it/2015/12/16/vaticaninsider/eng/world-news/santegidio-humanitarian-corridors-open-for-one-thousand-people-7F1BrN-hUFKY1CqirpOULcM/pagina.html. 2/ Volgens de ILO kosten stress, burn-out e.d. 2 à 3 percentpunten van het bbp. In de ziekte-uitgaven van de sociale zekerheid zou dit een meerkost van minstens 15% van de totale ziekte-uitgaven veroorzaken. Zie ILO-BIT, jaar-verslag 2014.3/Pervenche Berès, Yannick Jadot, Guillaume Duval, L’Union peut accueillir dignement les réfu-giés, in Alternatives Economiques, april 2016, p. 45.4/ ER Common list, annex 1,

council regulation 539/2001, n°851/2005 & resolutie 539/2001. Zie Van Houtum (2015 & 2008).5/ http://www.npdata.be/BuG/274-demografieken/6/ http://www.lalibre.be/debats/opinions/migrants-voici-dix-raisons-d-ouvrir-les-frontieres-55d6040335708aa4379f81c9. Zie ook het interview met Bart Meuleman en Marc Hooghe op MO*: http://www.mo.be/ana-lyse/aanzuigeffect-feit-fictie.

Beknopte Bibliografie- Meuleman B., Hooghe M., Trappers A., Reeskens T (2008), Migration to European countries: a structural explanation of pat-terns, 1980-2004, International Migration Review, vol. 42 issue 2, pp. 476-504.

- Van Houtum H. (2010), ‘Human Blacklisting: the global apartheid of EU’s external border regime’, Society and Space, vol. 28, pp. 957-976, - De Genova, N. (2013), ‘Migra-tion and Race in Europe: The Trans-Atlantic Metastases of a Post-Colonial Cancer’, European Journal of Social Theory, 13 (3), pp. 405-419.- De Genova N. (2016), The ‘crisis’ of the European border regime: Towards a Marxist theory of borders, n°150. http://isj.org.uk/the-crisis-of-the-european-bor-der-regime-towards-a-marxist-theory-of-borders/ - Noiriel G. (2016 [2006]), Le Creuset français : Histoire de l’im-migration XIXe-XXe siècle, Seuil.

SAMPOL_juni2016.indd 70 21/06/2016 14:08:19

Page 71: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|71

Eind mei beslisten de ministers van financiën van de eurozone samen met het IMF om Grie-kenland een nieuwe schijf van 10,3 miljard euro te lenen. Hoewel het IMF had gepleit voor een verregaande schuldherschikking was Duits-land (samen met enkele andere noordelijk lid-staten, waaronder België) slechts bereid tot minimale toegevingen. Nochtans krijgen alle andere lidstaten van de eurozone een indirecte schuldverlichting via de maandelijkse aanko-pen van staatobligaties door de ECB, wat de

Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

Mattias Vermeiren

Het monetair beleid van de ECB ligt steeds meer onder vuur bij het Duitse politieke esta-blishment. Vooral de beslissing om massaal staatsobligaties op te kopen is voor veel Duit-sers het bewijs dat de ECB zich steeds verder van de ordoliberale monetaire beleidsprin-cipes van de Bundesbank heeft verwijderd. Deze ordoliberale principes zijn verweven in het institutionele DNA van het Duitse kapitalistische model, waardoor het expansieve mo-netaire beleid van de ECB potentieel indruist tegen een aantal centrale belangen binnen dit model. Toch is het beleid van de ECB eerder een noodzakelijke reactie op de negatieve gevolgen van de dogmatische houding van de Duitse regering tijdens de eurocrisis. Het mo-netair beleid van ECB weerspiegelt dan ook de dilemma’s waarmee Duitsland binnen de eurozone wordt geconfronteerd.

rente op deze obligaties heeft verminderd.1 Ook na het nieuwe akkoord blijven de Griekse staatsobligaties uitgesloten uit het programma van de ECB van ‘kwantitatieve versoepeling’. In maart 2016 besliste de ECB om dit program-ma verder uit te breiden, om de economische groei in de eurozone aan te zwengelen en de deflatie te bestrijden: de belasting op de reser-ves van banken werd verhoogd tot 0,4% en de maandelijkse aankopen van Europese financiële

SAMPOL_juni2016.indd 71 21/06/2016 14:08:19

Page 72: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|72

activa (hoofdzakelijk staatsobligaties) werden verhoogd tot 80 miljard euro en verlengd tot minstens maart 2017. Deze expansieve maatre-gelen liggen onder vuur bij een groeiend aantal Duitse politici en beleidsmakers, die met lede ogen moeten zien hoe de ECB steeds meer af-wijkt van het orthodoxe beleidsparadigma dat Duitsland in het Verdrag van Maastricht (1992) heeft willen opleggen. Het expansieve monetair beleid van de ECB lijkt dan ook de limieten aan te tonen van de Duitse macht in de eurozone. De Duitse regering heeft tijdens het beheer van de eurocrisis dan wel voldoende invloed gehad om erop toe zien dat de belangrijkste institutio-nele hervormingen de nationale preferenties en belangen van Duitsland weerspiegelden. Toch lijkt Duitsland de controle te hebben verloren over de monetaire beleidskoers van de ECB, die mogelijk zelfs indruist tegen een aantal van zijn belangrijke nationale materiële belangen. Waarom wordt de ECB in Duitsland zo sterk bekritiseerd? En hoe kunnen we deze paradox tussen de vermeende Duitse dominantie en het ‘anti-Duitse’ monetair beleid van de ECB verklaren? In dit artikel zal ik argumenteren dat de prefe-rentie voor een orthodox monetair beleid een van de belangrijkste pijlers is van het overheer-sende ordoliberale gedachtegoed in Duitsland. Dit gedachtegoed houdt nauw verband met de institutionele logica van het Duitse kapitalis-tische model en wordt geschraagd door domi-nante belangenconstellaties binnen dit model. De preferenties van de Duitse regering tijdens het beheer van de crisis en de onderhandelin-gen over de institutionele hervormingen van de eurozone zijn grotendeels gebaseerd op het ordoliberalisme en de achterliggende belangen. Hier ligt eveneens de verklaring voor het mone-tair beleid van de ECB: de dogmatische houding van de Duitse regering genereerde een aantal

negatieve neveneffecten die enkel via een anti-ordoliberaal monetair beleid konden worden getemperd. Het Duitse politieke establishment wordt dan ook geconfronteerd met een dilem-ma: ofwel aanvaardt men de anti-ordoliberale koers van de ECB als ‘prijs’ voor het verdedigen van de Duitse belangen in aantal kerndomeinen van de Europese monetaire integratie (zoals het beheer van de macro-economische onevenwich-ten en de bankenunie); ofwel riskeert men een re-escalatie van de eurocrisis en mogelijk een desintegratie van de unie. MONETAIR BELEID IN HET DUITSE KAPITALISME De preferentie voor een orthodox monetair beleid maakt inherent deel uit van het institu-tionele DNA van het Duitse kapitalisme. De politieke onafhankelijkheid van de Bundesbank om inflatie op een laag niveau stabiel te houden, was een centrale pijler in de Duitse Ordnungs-politiek: prijsstabiliteit zou de kern worden van het Wirschaftswunder en zou nauw aansluiten bij de andere institutionele pijlers van de ‘sociale markteconomie’. Zo ontstond er een duide-lijke complementariteit tussen het orthodoxe anti-inflatiebeleid van de Bundesbank en het concurrentievermogen van de Duitse export-georiënteerde bedrijven: vakbonden matigden hun looneisen tijdens onderhandelingen met de werkgevers om een verhoging van rente-voet en daarmee gepaard gaande werkloos-heid te vermijden, waardoor de arbeidskost van deze bedrijven gemakkelijk onder controle kon worden gebracht. Een restrictief monetair beleid ondersteunde eveneens het strakke be-grotingsbeleid van de Duitse regering, die op die manier loonmatiging van de vakbonden verder stimuleerde en bijdroeg tot de prijsstabiliteit. Lage inflatie was ook voordelig voor de Duitse spaarders, die zo konden genieten van hogere

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 72 21/06/2016 14:08:19

Page 73: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|73

reële rentevoeten. Dit was op zijn beurt bevor-derlijk voor de Duitse spaarbanken (Sparkas-sen), die zo gemakkelijk spaargelden konden aantrekken om de investeringen van de com-petitieve en innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (Mittelstand) te financieren. Deze belangen vormen de fundamenten van de Duitse ordoliberale ‘stabiliteitscultuur’ die door de grootste politieke partijen (zoals de CDU en de SPD) wordt onderschreven en het uitgangspunt vormde van de regering-Mer-kel tijdens het beheer van de eurocrisis.2 Het verklaart de halsstarrige onwil van de Duitse regering om meer expansieve begrotingsmaat-regelen te nemen om het hoge handelsover-schot te verminderen en zo de economische

groei in de eurozone en de zuidelijke lidstaten te ondersteunen: zulke maatregelen zouden eventueel excessieve loongroei aanwakkeren en de competitiviteit van Duitse exportbedrijven ondermijnen. De budgettaire soberheid van de Duitse regering verduidelijkt ook waarom de Duitse beleidswereld zo sterk de nadruk legt op bezuinigingen en arbeidsmarkthervormingen in de zuidelijke eurolanden, die op die manier de concurrentiekracht van hun bedrijven die-nen te herstellen en via een exportgeleide groei hun internationale schulden moeten afbetalen. Volgens Duitse politici kan het exportsucces van Duitse bedrijven immers in grote mate worden herleid tot de gedeeltelijke flexibilisering van de arbeidsmarkt (Hartz-hervormingen) onder de

regering-Schröder en de eruit voortvloeiende daling in arbeidskost. De zuidelijke lidstaten moe(s)ten dan ook gelijkaardige maatregelen treffen en de tering naar de nering zetten om wanbetaling op hun internationale schulden te vermijden, wat essentieel was voor Duitse banken (die hoge sommen geld hadden geleend) en nog steeds is voor de Duitse belastingbetaler. Tot slot moest het anti-inflatiebeleid van de ECB en haar terughoudendheid om staatsobligaties op te kopen voldoende druk blijven zetten op de zuidelijke landen om deze bezuinigingen en hervormingen ook effectief door te voeren. Om die laatste reden hechtten Duitse politici en beleidsmakers zoveel belang aan enkele Euro-pese verdragsregels die volgens hen het opkopen

van staatsobligaties door de ECB verbieden: ar-tikel 125 van het Verdrag van Maastricht maakt het financieel redden van insolvente lidstaten ontoelaatbaar, terwijl artikel 123 monetaire financiering van begrotingstekorten wettelijk uitsluit. Het probleem was dat de inperking van de discretionaire bevoegdheid van de ECB op basis van een te dogmatische interpretatie van deze verdragsregels de eurocrisis op verschil-lende momenten dreigde te doen escaleren. In het volgende deel zal ik argumenteren dat deze periodieke escalatie in de hand werd ge-werkt door het hardnekkig verdedigen van de ordoliberale principes en nationale belangen door de Duitse regering, waardoor de ECB zich

Volgens Duitse politici kan het exportsucces van Duitse bedrijven immers in grote mate worden herleid tot de gedeeltelijke flexibilise-ring van de arbeidsmarkt (Hartz-hervormingen) onder de regering-Schröder en de eruit voortvloeiende daling in arbeidskost. De zuide-lijke lidstaten moe(s)ten dan ook gelijkaardige maatregelen treffen.

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 73 21/06/2016 14:08:19

Page 74: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|74

verplicht voelde deze regels ruimer te inter-preten en van start te gaan met ‘kwantitatieve versoepeling’. DE ECB EN HET DUITSE CRISIS- EN HERSTELBELEID Van mei 2010 tot de zomer van 2012 slaagden de Europese leiders en lidstaten er niet de markten voor Europese staatsobligaties te stabiliseren, ondanks de oprichting van het Europees Fi-nancieel Stabiliteitsfonds (EFSF) om landen in financiële nood bij te staan en het doorvoeren van enkele institutionele hervormingen zoals de ‘Six Pack’. Deze institutionele vernieuwin-gen konden niet verhinderen dat de rentes op de staatsobligaties van de perifere lidstaten de pan bleven uitrijzen. Sinds het uitbreken van de Griekse crisis in 2010 begonnen beleggers en banken zich vragen te stellen over de terugbe-talingscapaciteit van de zuidelijke eurolanden,

die als gevolg van aanhoudende handelstekorten een enorme internationale schuldenberg had-den opgestapeld. Er waren immers slechts drie mogelijkheden om het schuldenprobleem van deze landen op te lossen: (1) deze landen moesten op basis van een ‘interne devaluatie’ hun concurrentie-kracht herstellen en via een exportgeleide groei voldoende financiële middelen genereren om deze schulden af te betalen; (2) de schulden-berg van deze landen kon worden verlicht via

een significante schuldenherschikking; (3) de ECB kon optreden als ‘lender of last resort ’ en de staatsobligaties van de crisislanden opkopen van private beleggers en banken op de secundaire markten. Aangezien de tweede en derde optie indruisten tegen de ordoliberale principes en materiële belangen van Duitsland en de andere noordelijke lidstaten, werd volop ingezet op de eerste strategie. Strenge bezuinigingen en arbeidsmarktflexibilisering behoorden dan ook tot de kernvoorwaarden van de hulpleningen van het EFSF. Maar meer in het algemeen wer-den alle landen met handelstekorten via de nieuwe Macro-Economische Onevenwichts-procedure aangezet hun competitiviteit te ver-beteren op basis van interne devaluaties. Het was echter voor iedereen duidelijk - behalve voor de Europese instellingen en voor de noor-delijke eurolanden - dat de zuidelijke landen nooit op een realistische manier zich uit het

financiële moeras konden exporteren zonder compenserende expansieve begrotingsmaat-regelen en bijhorende ‘interne revaluaties’ in Duitsland en de noordelijke landen. Ten eerste zou, als gevolg van deze asymmetrische verde-ling van de aanpassingslast tussen deficit- en surpluslanden, de binnenlandse vraag in de eurozone zodanig verzwakken dat de totale handelsbalans van de regio zou evolueren naar een hoog surplus. Een handelsoverschot legt weliswaar normaal gezien een opwaartse druk op de wisselkoers van de euro, wat vooral nade-

De Duitse aversie ten aanzien van een intern revaluatiebeleid heeft de zuidelijke eurolanden verplicht hun concurrentiekracht te herstellen op basis van loon- en prijsdalingen. Hierdoor zijn deze landen beland in een deflatoire spiraal die de terugbetaling van hun schulden bemoeilijkt.

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 74 21/06/2016 14:08:19

Page 75: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|75

lig is voor bedrijven uit de zuidelijke lidstaten (vanwege hun specialisatie in de productie van prijselastische goederen). Met andere woorden, de onwil van de noordelijke lidstaten om via ex-pansieve maatregelen hun handelsoverschotten te reduceren maakte het moeilijk voor de zuide-lijke lidstaten om hun concurrentiekracht ten aanzien van de rest van de wereld te herstellen. Ten tweede heeft de Duitse aversie ten aanzien van een intern revaluatiebeleid de zuidelijke eurolanden verplicht hun concurrentiekracht te herstellen op basis van loon- en prijsdalin-gen. Hierdoor zijn deze landen beland in een deflatoire spiraal die de terugbetaling van hun schulden bemoeilijkt. De asymmetrische ver-deling van de aanpassinglast is dan ook een van de belangrijkste oorzaken van de huidige deflatiedruk in de eurozone.3 Telkens de eurocrisis als gevolg van deze nega-tieve neveneffecten dreigde te escaleren, werd de ECB gedwongen niet-conventionele stimule-ringsmaatregelen te nemen. In december 2011 en februari 2012 lanceerde de ECB twee ‘lange- termijnherfinancieringsoperaties’, waarbij pri-vate Europese banken aan een lage rentevoet (1%) voor meer dan 1.000 miljard euro geld konden lenen van de centrale bank (met een afbetalingstermijn van drie jaar). Deze liqui-diteitsinjecties werden sterk bekritiseerd door Duitse monetaire beleidsmakers en waren een van de redenen waarom Axel Weber (toenmalig voorzitter van de Bundesbank) en Jürgen Stark (hoofdeconoom en bestuurslid van de ECB) ontslag namen. De vrees was dat deze goed-kope leningen van de ECB voornamelijk zouden dienen om insolvabele banken uit de zuidelijke lidstaten te ondersteunen en te behoeden van een faillissement. Het waren inderdaad hoofd-zakelijk zuidelijke banken die gebruik maakten van de geldinjectie: zij leenden voor meer dan 700 miljard euro en investeerden dit geld voor-

namelijk in de staatsobligaties van hun overheid met de hoop hieruit een mooie winst te halen.4 Bijgevolg maakten deze liquiditeitsprogramma’s van de ECB de balans van deze banken nog meer kwetsbaar ten aanzien van prijsdalingen in de obligatiemarkten en van wanbetaling door hun overheid. Wanneer in de eerste helft van 2012 de rentevoeten op de Spaanse en Italiaanse staats-obligaties gevaarlijke hoogtes hadden bereikt, gingen de Europese leiders daarom van start met de onderhandelingen over de bankenunie. De redenering was dat enkel een bankenunie deze problematische verwevenheid tussen pri-vate banken en hun publieke overheden in de zuidelijke lidstaten zou kunnen doorbreken, onder meer door te voorzien in een gezamen-lijk Europees Resolutiefonds. Het werd echter snel duidelijk dat Duitsland en enkele andere noordelijke lidstaten niet van plan waren dit fonds sterk te spijzen met eigen belastingsgeld, wat nochtans een van de voorwaarden was van een succesvolle bankenunie. Uiteindelijk kon de crisis op de markten voor Europese staatsobligaties enkel worden bezwo-ren door de ECB, die in september 2012 haar programma van ‘outright monetary transacti-ons’ (OMT) aankondigde: voortaan zouden eurolanden in een financieel hulpprogramma bij het Europees Stabiliteitsmechanisme (de institutionele opvolger van het EFSF) kunnen rekenen op de steun van de ECB, die een ongeli-miteerde hoeveelheid staatsobligaties zou kopen om hun rentevoeten naar een aanvaardbaar niveau te brengen. De OMT-aankondiging was bijzonder bevorderlijk voor de stabilisatie van de staatsobligatiemarkten: beleggers zagen in deze beslissing van de ECB eindelijk de bereid-heid op te treden als lender-of-last-resort voor nationale overheden (zoals normale centrale banken) en begonnen weer te investeren in de staatsobligaties van de perifere lidstaten. Des-

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 75 21/06/2016 14:08:19

Page 76: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|76

alniettemin bleef het OMT-programma enkel bij een principiële bereidheid en werden geen staatsobligaties ook effectief opgekocht. Van een monetaire stimulatie op basis van kwantitatieve versoepeling was dan ook geen sprake. Enkel door de toenemende deflatiedruk in de loop van 2013 en 2014 besliste de ECB om bankreserves te beginnen belasten en van start te gaan met het maandelijkse aankopen van staatobligaties. Hoewel de ECB deze maatregelen legitimeerde vanuit haar mandaat om de inflatie in de euro-zone onder maar dichtbij de 2 procent te hou-den, vreest men in Duitsland voor de negatieve effecten op de Duitse economie. DUITSE KRITIEK OP HET ECB-BE-LEID Duitse monetaire beleidsmakers waren fel gekant tegen de OMT-aankondiging en het aankoopprogramma van de ECB. Het is een publiek geheim dat Jens Weidman, voorzitter van de Bundesbank, tegen deze maatregelen heeft gestemd. Welke argumenten gebruikt men hiervoor? En waarom krijgen deze argumenten zoveel aanhang in Duitsland? In het begin was de Duitse kritiek tegen de aankopen van staatsobligaties hoofdzakelijk juridisch en normatief van aard: volgens veel Duitse politici en beleidsmakers zijn zulke aan-kopen in strijd met het Verdrag van Maastricht en zullen ze de druk verlichten op de zuidelijke lidstaten om ‘structurele hervormingen’ door te voeren. Een groep van Duitse politici diende een motie in bij het Federaal Grondwettelijk Hof om de legaliteit van de OMT-beslissing te onderzoeken. Het Hof kwam in 2014 daarbij tot de conclusie dat deze beslissing indruist tegen zowel Artikel 123 (verbod op monetaire finan-ciering) als Artikel 125 (verbod op overname van publieke schulden van lidstaten). De belofte

van de ECB om ‘ongelimiteerd’ staatsobligaties op te kopen kon volgens het Hof enkel worden gerealiseerd wanneer men ook op de primaire markt (dus onmiddellijk bij de uitgifte door de overheid) deze obligaties zou aankopen. Boven-dien riskeert de ECB verliezen te lijden op de aankoop van deze staatsobligaties. Hierdoor zouden de lidstaten (en vooral Duitsland als belangrijkste aandeelhouder) het kapitaal van de ECB via belastingsgeld moeten aanzuiveren, wat zou neerkomen op een collectivisatie van publieke schulden. Ondanks deze aantijgingen delegeerde het Fe-deraal Grondwettelijk Hof de ultieme beslissing over de wettelijkheid van OMT naar het Euro-pees Hof van Justitie (EHJ). Toen de advocaat-generaal van het EHJ in januari 2015 besliste dat de OMT wel degelijk in overeenstemming kunnen worden gebracht met de Europese ver-dragen, werden de laatste juridische obstakels voor een programma van kwantitatieve ver-soepeling voor eens en voor altijd verwijderd. De bekendmaking van het programma op 22 januari 2015 toonde weliswaar aan dat de ECB zoveel mogelijk heeft rekening willen houden met de Duitse vrees dat de aankopen van staats-obligaties konden leiden tot een indirecte collec-tivisatie van publieke schulden: de ECB besliste dat minstens 80% van deze aankopen moesten gebeuren door de nationale centrale banken, die bij eventuele verliezen moeten worden geher-kapitaliseerd door hun nationale overheid. Bo-vendien zouden de aankopen verlopen volgens het aandeel van deze nationale centrale banken in het kapitaal van de ECB. Aangezien de Bun-desbank met 18% de grootste aandeelhouder is van de ECB, bestaan de meeste aankopen uit Duitse staatsobligaties. Volgens veel economen belemmeren deze modaliteiten de effectiviteit van het stimuleringsprogramma.5

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 76 21/06/2016 14:08:19

Page 77: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|77

Ondanks deze voorwaarden blijven veel Duitse politici van uiteenlopende ideologische en po-litieke strekkingen zich weren tegen de maat-regelen van de ECB. Dit doet vermoeden dat er belangrijke materiële belangen schuilen achter hun juridische en normatieve bezwaren. De meest gehoorde aantijging is dat de expansieve maatregelen van de ECB de rentevoeten op

spaarrekeningen hebben uitgehold. Duitsers staan bekend om hun schulden-avers en con-servatief spaargedrag, waarbij hun spaargeld op bankrekeningen en bij pensioen- en ver-zekeringsfondsen wordt geplaatst. Hierdoor leeft de algemene perceptie dat het monetair beleid van de ECB inkomen herverdeelt van Duitse spaarders naar spilzieke debiteurs uit de zuidelijke lidstaten. Dat de reële rentevoe-ten op Duitse spaarrekening tussen 2012 en 2014 negatief waren en door de lagere inflatie sindsdien stegen, doet hier weinig afbreuk aan. Daarnaast wijzen Duitse politici op de negatieve impact van het monetair beleid op de stabiliteit en winstgevendheid van de Duitse financiële sector. Duitse spaarbanken worden volgens hen benadeeld omwille van hun specifieke business-model: aangezien deze kleinere banken zich hoofdzakelijk financieren via spaartegoeden en geld lenen aan bedrijven, krijgen zij door de maatregelen van de ECB te kampen met da-

lende winstmarges.6 Hoewel de ECB erop wijst dat de negatieve gevolgen van haar monetair beleid op de winstmarges van banken worden gecompenseerd door hun lagere financierings-kosten en de prijsstijgingen van financiële ac-tiva, houdt men volgens Duitse beleidsmakers te weinig rekening met deze specialisatie van de Duitse spaarbanken. Dat kan ook negatieve

implicaties hebben voor de kredietverlening aan de Mittelstand-bedrijven, die zich hoofd-zakelijk via deze spaarbanken financieren. Ook de pensioens- en verzekeringsfondsen, die een vast rendement moeten garanderen, komen volgens Duitse politici door de negatieve reële rentevoeten in de problemen. Nog een andere kwestie is de impact van het expansieve monetaire beleid van de ECB op de Duitse loononderhandelingen. In het Duitse ka-pitalistische model wordt de loonmatiging van de vakbonden traditioneel in de hand gewerkt door een conservatief monetair beleid. Door de krapte op de arbeidsmarkt en de monetaire versoepeling worden de Duitse vakbonden de laatste jaren meer assertief in hun looneisen. In 2014 kregen de vakbonden zelfs de steun van Jens Weidman, voorzitter van de Bundesbank, die pleitte voor loonstijgingen van minstens 3% om de inflatie in Duitsland te verhogen (wellicht met de ijdele hoop dat de ECB zo

Duitse politici wijzen op de negatieve impact van het monetair beleid op de stabiliteit en winstgevendheid van de Duitse financiële sector. Duitse spaarbanken worden volgens hen benadeeld omwille van hun specifieke businessmodel: aangezien deze kleinere banken zich hoofdzakelijk financieren via spaartegoeden en geld lenen aan bedrijven, krijgen zij door de maatregelen van de ECB te kampen met dalende winstmarges.

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 77 21/06/2016 14:08:20

Page 78: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|78

niet van start had moeten gaan met de kwan-titatieve versoepeling). Vooralsnog hebben de loonstijgingen de concurrentiekracht van de Duitse bedrijven in de exportgeoriënteerde sectoren niet fundamenteel aangetast. Als dit in de nabije toekomst wel zou gebeuren, kan de ECB nog meer kritiek verwachten. Nochtans is het aanwakkeren van inflatie in Duitsland en de andere noordelijke lidstaten de doelstelling van haar beleid. BESLUIT Hoewel de koers van de ECB steeds meer afwijkt van de ordoliberale principes en materiële be-langen van Duitsland, zijn de kritieken op haar monetair beleid onterecht. Zowel de OMT-aan-kondiging als het programma van kwantitatieve versoepeling waren noodzakelijk om de negatieve effecten van het Duitse crisis- en herstelbeleid op te vangen en de euro als monetair integratie-

project opnieuw meer leefbaar te maken. Als het Duitse politieke establishment wil verhinderen dat de ECB nog meer expansieve maatregelen moet nemen en erop wil toezien dat de ren-tevoeten opnieuw kunnen stijgen, moet men dringend werk maken van het ondersteunen van de binnenlandse vraag. Inflatie in de eurozone zal wellicht te laag blijven zolang de Duitse regering weigert om expansieve begrotingsmaatregelen te nemen en strenge besparingen blijft eisen van de andere lidstaten. Een anti-ordoliberaal monetair beleid is dan ook de prijs die Duitsland moet betalen voor de asymmetrische verdeling van de aanpassingslasten tussen de deficit- en sur-pluslanden in de regio. De aanstelling van een Duitser als gouverneur van de ECB, zoals steeds meer conservatieve politici bepleiten, wordt mis-schien de laatste uitweg om opnieuw controle te krijgen over het Europese monetair beleid. Het valt echter te betwijfelen of de euro een Duitse ECB-gouverneur zou kunnen overleven.

Noten1/ De Grauwe P. (2016) ‘The ECB Grants Debt Relief To All Eu-rozone Nations Except Greece’, Social Europe, 19 mei. 2/ Howarth D. & Rommerskir-chen C. (2013) ‘A Panacea for all Times? The German Stability Culture as Strategic Political Resource’. West European Politics, Vol. 36, No. 4, pp. 750-770. 3/ Steinberg F. & Vermeiren M.

(2016) ‘Germany’s Institutional Power and the EMU Regime After the Crisis: Towards a Germanized Euro Area’, Journal of Common Market Studies, Vol. 52, No. 2, pp. 388-407. 4/ Acharya V. & Steffen S. (2013) ‘The ‘Greatest’ Carry Trade Ever? Understanding Eurozone Bank Risks’. NBER Working Paper No. 19039. 5/ Armstrong A., Caselli F.,

Chadha J. & den Haan W. (2015) ‘Risk-sharing and the Effective-ness of the ECB’s Quantitative Easing Programme’, VoXEU.org, 23 Oktober. 6/ Busch R. & Memmel C. (2015) ‘Banks’ Net interest Margin and the Level of Interest Rates’, Deutsche Bundesbank Discussion Paper No. 16/2015.

Mattias Vermeiren Assistent professor Politieke Economie, UGent

Mattias Vermeiren Van vriend naar vijand: Duitsland en de ECB

SAMPOL_juni2016.indd 78 21/06/2016 14:08:20

Page 79: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|79

UITGELEZEN

Dit is morgen

Thomas Decreus en Christophe Callewaert epo, Berchem, 2016

Even de leescontext schetsen. Cipiers staken al weken en vernielen de inkom van het kabinet van minister Geens. In Frankrijk worden de betogingen steeds grimmiger en steken actievoerders een politiewagen met agenten in brand. In België maken de vakbonden zich op voor een zoveelste grote beto-ging tegen het beleid van de regering-Michel. Ze zijn tegen de afbraakpolitiek en voor het behoud van verwor-ven rechten.

Deze regering is niet goed bezig. Ze ontneemt zuurstof, ze verstikt, ze breekt af, ze ontneemt hoop,… Maar de antwoorden die op straat komen, bieden evenmin veel

hoop of perspectief. Enkel de tegen-boodschap blijft hangen, een positieve bood-schap van verandering hoor je nauwelijks.

Dit is morgen biedt dan het juiste tegengif. Heel toepas-selijk beginnen de auteurs met te situeren wat histo-risch altijd de sterkte was van de socialisten. Niet het behoud van rechten maar nieuwe dromen om voor te vechten. Niet een hete herfst, maar een nieuwe lente. Niet krampachtig reageren, maar ‘sterft gij oude vormen en gedachten.’

Het blijft een vreemde pa-radox van deze tijd. Toene-mende ongelijkheid, nieuwe

vormen van apartheid en een ecologische catastrofe van jewelste. Nog nooit toonde de werkelijkheid zo duidelijk dat we op een andere manier moeten gaan produceren, dis-tribueren en consumeren. En toch - aldus de auteurs - had-den we er nog nooit zo weinig vertrouwen in dat we dit ook kunnen, dat een andere economische organisatie wel degelijk mogelijk is.

Hoopvol aan dit boek is dat niet gestopt wordt bij deze analyse, maar dat kiemen worden gelegd voor een nieuw emancipatorisch toekomstproject, waarbij meer rechten, meer vrijheid, meer gelijkheid, een betere verdeling van de rijkdom en

SAMPOL_juni2016.indd 79 21/06/2016 14:08:20

Page 80: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|80

een ecologisch bewustzijn centraal staan.

Utopisch? Misschien, bijwijlen, maar de auteurs slagen er wonderwel in om een aantal tegenkantingen meteen te doorprikken en hun ideeën historisch te verankeren. Hierdoor lijkt de haalbaarheid misschien nog veraf maar niet onbereikbaar. Hierdoor krijg je goesting, hierdoor krijg je hoop. Uiter-aard blijven er losse flodders, uiteraard zijn er ‘ja maar’ be-merkingen te maken, maar de grote verdienste van dit boek is dat het perspectief biedt.

De auteurs doen dit aan de hand van een zestal actuele thema’s, gaande van gemeen-schappelijk goed, arbeids-duurvermindering, basisin-komen, open grenzen tot ‘wie zal dat betalen?’ en ‘wie zal dit realiseren en hoe?’. Laat ons bouwen aan een wereld waarin eigendom en geld opnieuw minder belangrijk worden, en waarbij gemeenschappelijk - zowel materieel als immaterieel - goed weer geherwaardeerd wordt, klinkt het. Een wereld waarin het algemeen be-lang en de gebruikswaarde primeren op het individueel belang en de ruilwaarde. Dit wordt gekaderd in een mooie

historische benadering van de ‘commons’ en hedendaags vertaald in allerhande lokale initiatieven maar ook in een groter verhaal waarbij onze informatie-economie en een vervagende grens tussen producent en consument (denk aan de komst van de 3D-printers) een belangrijke rol toegewezen krijgen. Laat ons dromen en vechten voor een collectieve arbeids-duurvermindering, zodat weer meer tijd vrijkomt voor wat écht belangrijk is, voor wat ons echt interesseert. Onmogelijk? Neen. In een eeuw tijd is de arbeidstijd gehalveerd. Nu lijken we ons collectief te hebben neerge-legd bij de vijfdagenweek. We kunnen vandaag in een werkuur van 16 uur produ-ceren wat we in 1970 in 40 uur produceerden. Volgens Poliargus kan de 30-urige werkweek gerealiseerd worden in een tijdspanne van 15 tot 20 jaar zonder econo-misch verlies. Wordt het dus geen tijd om onze toegeno-men efficiëntie om te zetten in meer vrije tijd? Wordt het dus geen tijd om een nieuw evenwicht te zoeken tussen zij die te veel werk hebben en zij die te weinig werk hebben? Wordt het dus geen tijd een arbeidsmarkt en economie te bouwen die ecologisch

duurzaam is? Dit hoofdstuk inspireert, alhoewel de auteurs een wel heel negatief beeld van werk ophangen en weinig aandacht besteden aan andere invalshoeken zoals werkbaar werk. Dit hoofdstuk overtuigt, alhoe-wel er onbeantwoorde vragen blijven, zoals: kunnen de kennisjobs wel in de 30-urige werkweek? Wil iedereen wel minder werken om vervol-gens meer in zijn eigen tuin te oogsten, zijn huis ecologisch te renoveren of mantelzorg op te nemen? Wat met de ‘nieuwe’ jobs (denk maar aan AirBnB, Uber,…): wordt dat het nieuwe zwartwerk?

Laat ons nadenken over een nieuwe invulling van sociale zekerheid, waarin rechten meer losgekoppeld worden van werk (in een samenleving waar werk een andere betekenis krijgt) en waarin het onvoorwaardelijk karakter terug ingang vindt. Jawel, laat ons een duidelijke linkse invulling geven aan het basisinkomen. De auteurs geven zelfs een aantal cru-ciale randvoorwaarden mee om de rechtse valkuilen te vermijden: het basisinkomen moet hoog genoeg zijn om de onderhandelingspositie van werknemers te versterken; het mag geen excuus vormen om de sociale zekerheid af te

SAMPOL_juni2016.indd 80 21/06/2016 14:08:20

Page 81: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|81

schaffen en het moet worden gefinancierd op een manier die de ongelijkheid niet doet toenemen.

Laat ons onbevangen gaan voor open grenzen. Het blijft een eeuwig moeilijk links debat, en ook de auteurs worstelen ermee. Het is het hoofdstuk dat het minst overtuigt met gerichte argu-menten, en het meest beroep moet doen op voorafnames, dogma’s of een groot theore-tisch discours over racisme.

Wie zal dat betalen? Decreus en Callewaert zijn zich ervan

bewust dat alles staat of valt met die vraag. Ze hebben hun antwoord klaar, maar die is gekend en met weinig nieuwe argumenten onderbouwd. Laat ons resoluut gaan voor een rechtvaardige belasting-politiek. Stop de belastingpa-radijzen, voer een mondiaal financieel kadaster in en denk na over een maximuminko-men en maximale loonkloof.

Meer inspirerend is het laat-ste hoofdstuk: macht. Hoe bouw je macht op om deze utopie te realiseren? Via poli-tiek, is toch het laatste woord. Politiek waarbij niet het

ultieme compromis maar de overwinning de doelstelling moet zijn. Maar daarvoor is het uiteraard cruciaal dat we weten waar we tegen zijn, wat we precies willen overwinnen en hoe we dat zullen doen. En bovenal - en een werk van lange adem -: je moet de mensen overtuigen van de noodzaak van de ideeën waar je voor staat. Door een geza-menlijk project te creëren. Met lange termijn, duidelijke keuzes en een utopische hori-zon. Dit is morgen. Evelyne Hens

SAMPOL_juni2016.indd 81 21/06/2016 14:08:20

Page 82: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|82

UITGELEZEN

Ongelijk spelVerontwaardiging als bouwsteen voor vooruitgang

Rudy De Leeuw Borgerhoff & Lamberigts, Gent, 2016

Dat de voorzitter van een vakbond een boek schrijft is een belangrijke gebeur-tenis. Vakbonden staan immers onder vuur. Ze zouden iedere verandering of modernisering tegenhou-den en gedragen zich vaak heel onverantwoordelijk. Via de uitbetalingsinstel-lingen halen ze daarenboven overheidsgeld binnen dat die overheid beter zelf kan gebruiken. Een voorzitter die een boek schrijft moet daarop ingaan en dat doet Rudy De Leeuw. Hij levert geen autobiografisch verhaal af, maar geeft zijn visie op de wereld van vandaag. De titel is veelzeggend: verontwaar-diging is zijn basismotivatie. Vanuit verontwaardiging

over onrechtvaardigheid wil hij vechten voor welvaart en vooruitgang. Zijn verontwaardiging knapt een aantal keer af op de actuele politieke situatie. In 2014 is volgens hem kiezers-bedrog gepleegd, want geen enkele partij heeft vooraf aangekondigd dat ze de pen-sioenleeftijd zou verhogen of besparingen zou uitvoeren op het inkomen van gewone mensen. Voor een keer heb-ben de partijen die uiteinde-lijk aan de macht gekomen zijn, minder gezegd dan wat ze van plan waren. Vooral de N-VA moet het ontgelden. Het nationalisme wordt als hefboom gebruikt om een economisch programma te

realiseren. De 19de eeuwse Franstalige bourgeoisie is vervangen door een Neder-landstalige. Vreemdelingen en Walen zijn de zondebok-ken. Het doet De Leeuw sterk denken aan de jaren 1930. Het is een regering geworden van de rijken, een factuur-regering. De besparingen worden uitvoerig opgesomd. De voorzitter vraagt zich af hoe we daar tegen in kunnen gaan. Dat kan niet alleen met rationele argumenten, het moet door beroep te doen op het rechtvaardigheids-gevoel: ‘Als rede en emotie botsen, wint emotie altijd’ (71). Daarom vooral wil hij zijn ABVV-verhaal vertellen en inspelen op wat leeft bij

SAMPOL_juni2016.indd 82 21/06/2016 14:08:20

Page 83: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|83

de bevolking. De vakbond staat volgens hem immers nog heel dicht bij de mensen, alleen vindt die niet altijd de gepaste vertaling. De Leeuw is natuurlijk voor een sterke federale sociale zekerheid. Die is de enige garantie dat er voor iedereen gezorgd wordt, maar dat ook iedereen er kan aan winnen. De twee basisprincipes - soli-dariteit en verzekering - moe-ten worden gevrijwaard. En de federale ruggengraat moet worden uitgemaakt door het loonoverleg, het arbeidsrecht, de sociale zekerheid en de vennootschapsbelasting. Dat wil niet zeggen dat de auteur het bestaan of zelfs het nut van een regionale sociale bescherming zou ontkennen. Hij wijdt er een heel hoofd-stuk aan om aan te tonen dat er op dat vlak integendeel nog veel werk op de plank ligt. De toekomst van die sociale zekerheid hangt af van de sterkte van de economie. En precies daar wringt het schoentje: er is nood aan een nieuw industrieel beleid, aan meer innovatie en aan een verhoging van de productivi-teit. En aan een verlaging van de loonkost? De Leeuw aar-zelt niet om zich in dat debat te smijten. Hij is er immers van overtuigd dat er op dat

vlak nauwelijks of geen pro-bleem bestaat. Het federaal planbureau heeft uitgerekend dat het verlies aan export-aandeel slechts voor 1/3de te maken heeft met de kosten voor de bedrijven (loonkost is daar maar een van). De structuur van de economie zit niet goed en moet worden opgewaardeerd. Dat kan alleen door te investeren, in O&O (waar er in ons land een reëel deficit is) en in mensen. Ook het verschil in energieproductiviteit moet worden weggewerkt, want in ons land wordt voor de pro-ductie van een zelfde product meer energie gebruikt dan in het buitenland. Het verschil in loonkost wordt voor de rest quasi volledig verklaard door een verschil in produc-tiviteit. We verliezen terrein, dat is waar. Maar dat heeft te maken door de bewuste keuze om lager geschoolden aan het werk te houden (bij-voorbeeld via dienstenche-ques). En ondertussen geeft de regering miljarden aan voordelen aan de bedrijven. Ze gaan bijna volledig naar de winstuitkeringen van de aandeelhouders, zonder dat er voorwaarden aan ver-bonden worden om jobs te creëren. Er is overigens niet alleen een economische en sociale

noodzaak om de economie te heroriënteren. Ook de klimaatopwarming vraagt om een ander economisch model, dat meer duurzaam, rechtvaardig en sociaal is. De klimaatopwarming toont het falen van het kapitalisme, het is tijd om over te stap-pen naar een koolstofarme economie. Dat zal echter slechts gaan indien er ook op Europees niveau iets gebeurt. Vandaag heeft Europa geen bevoegdheden in sociale zaken. De idee is dat uit eco-nomische groei automatisch sociale bloei zou moeten volgen. Dat automatisme is echter een illusie. Alle sociale vooruitgang moet gewoon bevochten worden, ook al moet De Leeuw toegeven dat er tot nu geen Euro-pese tegenbeweging op gang gebracht kon worden. Als voorzitter van het Europees Vakverbond wil hij daar in elk geval toe bijdragen. Het boek van De Leeuw is geen boek over ideologie, maar hij ontwijkt die ook niet. Wanneer hij terugkomt op het sociaal pact van 1944 lijkt hij te betreuren dat de vertegenwoordigers van de werknemers te ver gegaan zijn in de erkenning van het gezag van de werkgevers. Toen is de strijd tegen het kapitalisme al te zeer afge-

SAMPOL_juni2016.indd 83 21/06/2016 14:08:20

Page 84: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|84

zwakt, ook al werden die le-vensbelangrijke principes van sociale verzekering overeen gekomen. De erkenning door de werkgevers van het syndi-caal feit was op dat moment een overwinning, maar het aanvaarden van het wettelijk gezag van de werkgevers toch eerder een nederlaag. In de socialistische vakbond zijn er een aantal momenten waarin men dat heeft proberen recht te zetten, maar het is niet echt gelukt om de economische democratie in te voeren. Toch wanhoopt de voorzit-ter niet. Nog grote delen van de bevolking staan positief tegenover de vakbonden. Dat belet niet dat het vertrouwen in die bonden achteruit gaat en daar kunnen ze zelf ook iets aan doen. Ze zijn hele-maal niet tegen verandering, alleen willen ze geen veran-dering die geen verbetering is. In een ideale wereld zou-den er geen vakbonden nodig zijn, maar de wereld is nu eenmaal niet ideaal. In veel landen wordt het syndicalis-

ten flink moeilijk gemaakt. In ons land zijn de gesprek-ken over het zogenaamde Herenakkoord afgesprongen. Volgens De Leeuw omdat de werkgevers niet op zoek waren naar een actualisering, maar naar mogelijkheden om de vakbonden, onder meer financieel, aan banden te leggen. Hij ontkent dat er een gebrek aan transparantie zou zijn. De uitbetalingsinstellin-gen bestaan in ons land om historische redenen en ze zijn vandaag nog altijd perfor-manter en goedkoper dan de Hulpkas Voor Werkloosheid, die inspringt voor wie niet gesyndiceerd wil zijn. Die uitbetalingsinstellingen, die een veel ruimere benadering geven dan de Hulpkas, wor-den overigens heel minutieus gecontroleerd. Een vermen-ging met de syndicale mid-delen is niet mogelijk. Voor die syndicale middelen is er voldoende interne controle. De stakingskassen kunnen niet publiek gemaakt worden omdat anders inzage gege-ven wordt in de syndicale

krachten.

De publicatie van een boek van de voorzitter van het ABVV is belangrijk. Hij geeft een mooi overzicht van de problemen waar de vakbonden vandaag mee af te rekenen hebben. Men voelt bijna op iedere bladzijde dat De Leeuw wel degelijk door verontwaardiging voortge-stuwd wordt. Hij doorprikt een aantal verhalen over de vakbonden en overtuigt door zijn Europees pleidooi. Het valt echter op dat je nergens iets leest over deeleconomie en basisinkomen. Niet dat je verwacht dat zijn vakbond daar een groot voorstander zou van zijn, maar een argu-mentatie zou wel interessant zijn. Het economisch alter-natief waar de auteur voor pleit zou er misschien beter uit de verf door komen. En op ideologisch vlak had hij toch ook wat verder kunnen gaan. Niettemin heeft hij een meer dan lezenswaardig boek geschreven. Luc Vanneste

SAMPOL_juni2016.indd 84 21/06/2016 14:08:20

Page 85: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|85

UITGELEZEN

De grote verwarringHoe moeten we reageren op het islami-tisch fundamentalisme?

Luckas Vander Taelen Houtekiet, Antwerpen, 2016

De boodschap van Luckas Vander Taelens boek laat zich als volgt samenvatten: links zit in een keurslijf van een naïef, politiek-correct denken, waardoor ze het groeiende probleem van de radicale islam ontkent, laat staan aanpakt. Dat zorgt voor veel verwarring bij de politici zelf, hun traditio-nele achterban en de bredere maatschappij. Op dit centrale thema borduurt de auteur een boek lang verder zonder evenwel tot een genuanceer-de en diepgravende analyse te komen. Het boek bestaat uit een aaneenschakeling van persoonlijke anekdotes en éénzijdige mediaberichten, waarbij de auteur van de hak op de tak springt.

Maar laat ik met een positieve noot beginnen: Vander Tae-len kaart terecht een aantal zaken aan waarover binnen bepaalde stromingen van de linkse, progressieve bewe-ging een zekere ongemak-kelijkheid bestaat. Ik denk hierbij vooral aan de grote gevoeligheid bij veel moslims over alles wat met seksualiteit en gender te maken heeft. Zonder te willen culturalise-ren of te veralgemenen, is er hier nog steeds een probleem. Dat probleem is complex, kent veel verklaringen en verdient een genuanceerd antwoord. Een andere rake observatie neemt de auteur over van filosoof Maarten Boudry.

Veel linkse personen hante-ren in discussies te vaak de ‘techniek van het wafelijzer’. Ze relativeren een probleem binnen een bepaalde etnisch-culturele gemeenschap met het argument dat dit pro-bleem ook binnen de eigen of andere gemeenschappen voorkomt. Deze techniek is fout: ze pakt het probleem niet aan en overtuigt ook de achterban niet. Een eerste pijnpunt van het boek is echter dat de auteur zeer verschillende zaken over dezelfde kam scheert en problematiseert. Weini-gen zullen het probleem van islamitisch geïnspireerde terreur ontkennen. Luc-kas Vander Taelen koppelt

SAMPOL_juni2016.indd 85 21/06/2016 14:08:20

Page 86: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|86

dit geweld echter aan de groeiende populariteit van halal-slagers in Brussel, het dragen van de hoofddoek door moslima’s, de gebeur-tenissen in Keulen tijdens afgelopen Nieuwjaarsnacht en de groeiende culturele en religieuze diversiteit in onze samenleving tout court. Dit is meer dan één brug te ver. De terroristen baseren zich bij hun geweld inderdaad op een éénzijdige en zeer specifieke lezing van de koran, maar niet alle moslims zijn daarom radicaal, laat staan geweld-dadig. Een religie die door anderhalf miljard mensen op de wereld beleden wordt en uit talloze denominaties, nationale stromingen en sub-stromingen bestaat, is niet en kan niet dé oorzaak van terreur zijn. Het tweede probleem is de selectieve blindheid van de auteur. Hij verwijt de partijen sp.a en Groen om te weinig de eigen waarden te verdedigen, waaronder de gendergelijkheid, scheiding tussen kerk en staat, vrijheid van seksuele geaardheid en andere belangrijke princi-pes. De congresteksten en partijprogramma’s van de afgelopen decennia staan echter bol van deze principes. Deze stelling is dus aller-

minst goed onderbouwd door de auteur. Een heikel punt blijft niettemin de radicale, gewelddadige islam. Links heeft dit groeiende probleem inderdaad te lang onderschat. Slechts recent heeft men hier aandacht aan geschonken. De waarheid is echter dat zowel links als rechts dit probleem onderschat hebben. Het bleef voor veel partijen, midden-veldorganisaties en over-heidsdiensten te lang onder de radar. Ten derde zijn er verschil-lende punten zeer slecht uitgewerkt door de auteur. Een voorbeeld: religie is voor Vander Taelen een strikt private aangelegenheid, dus pleit hij voor een hoofddoe-kenverbod in de publieke ruimte. Het is echter ondui-delijk hoever hij hierin wil gaan. Mogen enkel ambte-naren geen hoofddoek meer dragen of ook bijvoorbeeld leerlingen in de klas of op de speelplaats? En wat met islamleerkrachten, verpleeg-sters in ziekenhuizen of verkoopsters in het Kruidvat? Hij geeft ook nauwelijks ar-gumenten voor zijn pleidooi tegen religieuze symbolen in het openbare leven. Vreest hij een gebrek aan neutraliteit in het overheidshandelen? Maar waarom dan ook de

leerlingen viseren of de niet neutrale handelingen direct aanpakken? Of wil hij vooral bepaalde religieuze druk of de groeiende populariteit van de radicale islam tegengaan? De vraag is dan of een verbod op hoofddoeken hiervoor wel het beste middel is. Ten slotte is het jammer dat Luckas Vander Taelen ei-genlijk de centrale vraag van het boek niet beantwoordt: hoe moeten we reageren op het islamitisch fundamen-talisme? Honderdtwintig pagina’s lang neemt hij links op de korrel. Maar hoe hij de radicale, gewelddadige islam wil bestrijden, lezen we enkel in de voorlaatste alinea van het boek: ‘Repressie kan niet het enige antwoord zijn. … Er moet worden ingezet op de plaatselijke verenigingen om jongeren te bereiken. Men moet hen tonen dat er een alternatief is voor het radicalisme en hen betrekken in projecten die tolerantie en pluralisme bevorderen. Jongeren hebben behoefte aan opvoeding en duiding.’ Ik stel voor dat Luckas Vander Taelen deze ideeën nu eens in volgend boek verder uit-werkt. Of zijn deze ideeën te politiek-correct? Pieter-Paul Verhaeghe

SAMPOL_juni2016.indd 86 21/06/2016 14:08:20

Page 87: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|87

UITGELEZEN

Let op je woordenPolitiek, taal en strijd

Jan Blommaert epo, Berchem, 2016

Vind je ook dat de loonkost te hoog is, dat de loonlast voor werkgevers niet meer te dragen is en dat de loon-kloof met onze voornaamste handelspartners groter wordt? Of ben je ook bezorgd over de vluchtelingenstroom, of beter gezegd de tsunami van vluch-telingen, de vluchtelingencri-sis die onze sociale zekerheid bedreigt? Dag in dag uit communiceren we met elkaar met taal. De media gebruiken taal, de politici gebruiken hun eigen taal en de man/vrouw in de straat nemen, vaak onbe-wust, die taal over. In dit (werk)boekje gaat taalkundig antropoloog Jan Blommaert in op de diepere betekenis van woorden die

door de media, de beleidsma-kers en door onszelf dag-dagelijks gebruikt worden. Dekt de vlag nog de lading en beseffen we dat we door be-paalde woorden te gebruiken ook (ideologische) keuzes maken? Jaren geleden was het pu-blieke debat vrij eenvoudig stelt Blommaert: het werd gevoerd in de massamedia of live op diverse debatactivitei-ten. Door de digitale revolu-tie is het aantal actoren in het publieke debat geëxplodeerd en is de controle op de kwa-liteit op de geuite meningen zoek. Zijn stelling is dan ook dat wie de sociale strijd wil aanvatten ook een taalstrijd moet voeren.

Blommaert reikt ons een methodologie aan om die strijd te voeren. Uitgangs-punten daarbij zijn: er bestaat niet zoiets als objectieve of neutrale taal, een onderzoek naar het gebruik is dan nodig, daarbij zijn de volgende vra-gen een hulp: wiens woord is dit? Voor welke concrete realiteit wordt dit woord gebruikt? Welke politieke positie dekt dit woord? Het boek nodigt uit tot diepere analyse van het taalgebruik en verwijst naar de verschillende betekenis-sen van woorden (volgens het woordenboek, sociale beteke-nis…), framing en perceptie. Een handige oefening is het herformuleren van woorden

SAMPOL_juni2016.indd 87 21/06/2016 14:08:20

Page 88: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|88

vanuit een ander (ideolo-gisch) gezichtspunt. Ik herin-ner me dat gewezen minister van Werk, Renaat Landuyt, ooit de term risicogroepen (mensen die zwak stonden in de arbeidsmarkt, langdurig en kort geschoolde werklo-zen) verving door kansen-groepen. Het boek wordt in een twee-de deel erg concreet en past de methodologie toe op vier actuele thema’s: economie, vormen van arbeid, vakbon-den en stakingen, migratie en veiligheid. Telkens worden het heersende discours en de daarbij horende woorden ontleed en stelt Blommaert via een herformulering een ander verwoording voor. Een boeiende oefening. Het boek wordt afgesloten met enkele ruimere beschou-wingen over communicatie en democratie.

Terwijl de klassieke massa-media meer en meer volgens vaste formats werken en meer geconcentreerd worden, ontstaat er een nieuwe infor-matiewereld, waar kennis en informatie doorgaans gratis zijn en waar er vanuit een crowdsourcing en peer-to-peermodel wordt gewerkt. Ook in deze wereld zijn er deskundige burgers (Kijk maar naar StRaten-generaal, Ademloos en Ringland). Die deskundigheid is nodig, want gevoelige politieke dossiers, met een klein maatschap-pelijk draagvlak, worden vaak technisch verpakt. Voor Blommaert was de G1000 als oefening in deliberatieve democratie dan weer geen goed voorbeeld. De slotparagraaf van het boek vat het goed samen: als burgers even goed com-municeren als politici dan communiceren we meer als

gelijken, met aan de ene kant een lastigere en veeleisende burger en aan de andere kant de politici die het lastiger hebben om hun ‘slecht beleid’ of ‘slecht begrepen beleid’ te vergoelijken. Er is dan wel een winnaar: de democratie. Er volgen dan nog enkele oefeningen als aanzet van een actief voeren van de taal-strijd. Het blijft tenslotte een werkboekje. In de hele commotie over het zwangerschaps-/ouder-schapsverlof die Gwendolyn Rutten onlangs veroorzaakte las ik een leuke herformule-ring in De Standaard. Daar stelde iemand voor om het woord ouderschapsverlof te veranderen in ouder-schapsdienst. Het zit soms in kleine dingen, maar laat ons er voortdurend werk van maken. Mil Kooyman

SAMPOL_juni2016.indd 88 21/06/2016 14:08:20

Page 89: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|89

UITGELEZEN

Buy buy artDe vermarkting van kunst en cultuur

Robrecht Vanderbeekenepo, Berchem, 2015

Of het nu de beweging ‘Hart boven hard’ is, of de cul-turele wereld in tijden van besparing, of de critici van het (neo)kapitalisme, veel mensen zijn verontwaardigd over de vermarkting van maatschappelijke waarden en dus ook van kunst en cultuur.De kritiek op deze vermarkt-ing wordt gemakkelijk in de mond genomen, maar niet altijd stevig onderbouwd met feiten en argumenten. In het boek Buy buy art wordt de kritische stem tegen het ver-worden van kunst en cultuur tot marktproducten stevig ge-staafd met soms onthutsende feiten, sterke argumenten en rijke literatuurbronnen.Robrecht Vanderbeeken bouwt zijn boek op in 3 de-

len: De Cultuurstrijd, De Grote Aanvaarding en De Grote Uitverkoop.Al in de inleiding wordt aan-gegeven waar het om draait: de culturele sector krijgt een marktconforme onderbouw en gaat tegelijk een waar-denkader uitdragen dat de vermarkting goedpraat.Er wordt eerst een kritische analyse van kunst en cultuur gemaakt. De kaalslag in cul-tuur, door drastische bespa-ringen door de overheid, is in Vlaanderen misschien nog beperkt, maar in Nederland is die ingrijpend. Of cultuur wel gesubsidieerd moet wor-den, is een uitspraak die bij ons ook soms valt. Maar kan de culturele sector zelf goed omgaan met kritiek? Kritiek

van de buitenwacht botst vaak op een verdedigingsre-flex. Opbouwende zelfkritiek is dan een beter antwoord.Over de relevantie van kunst formuleert Vanderbeeken 3 stellingen: - ‘De relevantie van kunst is een kwestie van gedeelde verantwoordelijkheid: de cul-tuurpolitiek, de kunstenaar, de media, de academies en ook de cultuurliefhebber.’- ‘Opkomen voor kunst en cultuur betekent niet dat we elke vorm van cultuurcreatie moeten verdedigen.’- ‘Elke kunst neemt onvermij-delijk een maatschappelijke rol op en diversiteit is daarbij van belang.’Over de maatschappelijke rol van de kunstenaar worden in

SAMPOL_juni2016.indd 89 21/06/2016 14:08:20

Page 90: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|90

het boek een reeks voorbeel-den gegeven in binnen- en buitenland.De marktkritiek wordt mooi geïllustreerd door de ont-maskering van zogenaamde integere mecenassen die ervoor zouden zorgen dat de vrije markt autonome kunst mogelijk maakt.Als kunst en cultuur dan toch naar de markt moeten merkt de auteur fijntjes op dat de markt zelf faalt en dat zogenaamde marktprincipes haaks staan op culturele uitgangspunten: socialisering van de kosten en privatise-ring van de winst, vraag en aanbod, competitie, monopo-lie en monocultuur, de klant is koning, enzovoort.De kern van het betoog in het boek is dat een groot deel van de schuld bij Europa ligt. Daar worden immers onder de vlag ‘Creative Europe’ kunst en cultuur gekanteld in creative industries. Europa voegde de budgetten van media en cul-tuur samen en zet die in voor een belevingseconomie.Door alles op een hoop te gooien (cultural and creative industries) wordt elke inno-vatieve bedrijfstak lid van de club. De Europese Commis-sie gaat nog een stap verder en maakt misbruik van de cultuursector om de crea-tieve economie te stimuleren. In de teksten over Creative

Europe heeft men het ook over het spillover effect, het overloopeffect. De kunsten-sector als bruisende bron van innovatie moet de grote bedrijven stimuleren tot vernieuwing. Dat de overloop ook in de andere richting gaat, de instroom van com-merciële praktijken en zaken-modellen in de cultuursector wordt niet verteld.De kunstenaar-ondernemer is geboren. Subsidies zijn maar een deel van de middelen, er moet een terugverdieneffect zijn en het nieuwe toverwoord is alternatieve financiering. De cultuursector gaat dan ook door de fases die neolibe-rale denktanks bedenken: de ontkenningsfase (wie denkt dat de sector bedreigd wordt, ziet spoken), in de tweede fase komt het charmeoffen-sief waarbij de markt als op-lossing wordt voorgesteld (zie Nederland en het Verenigd Koninkrijk) en ten slotte de ‘technofix’ van de alternatie-ve financiering (private-pu-blieke samenwerking, fiscale aftrekbaarheid, taxshelter en crowdfunding).De auteur gaat uiteindelijk ook het cultuurbeleid van de huidige minister van Cultuur, Sven Gatz, niet uit de weg.In het Vlaams regeerakkoord wordt het cultuurbeleid gego-ten in 4 principes: vermark-ten, besparen, verticaliseren

(grote instellingen versterken) en instrumentaliseren (cul-tuur moet reclame maken voor de regio Vlaanderen). In de houdgreep van dit regeer-akkoord slaat de minister vol-gens Vanderbeeken vijf gaten in de cultuur: er werd meteen in het lopende cultuurjaar bespaard, ook in cultureel erfgoed werd 5% bespaard, de bibliotheekplicht werd afgeschaft, het luik ‘kunste-naars’ werd uit het doelgroe-penbeleid voor tewerkstelling geschrapt, op de projectsubsi-dies voor individuele kunste-naars en kleine organisaties werd 35% bespaard.Het boek eindigt met een hoopvolle boodschap onder de titel: ‘De verbeelding aan de macht’. Wat wordt er mee bedoeld? De tussentitels spreken voor zich: het schone leren genieten, cultuur zien als een veld van conflict en consensus, beseffen dat kunst ideologisch debat nodig heeft, ijveren voor een sector met soevereine kunstenaars, wer-ken aan een tegen-hegemonie.Buy buy art is meer dan le-zenswaardig. Niet alleen voor mensen in de culturele sector (voor hen is het ‘verplichte’ lectuur te noemen), maar ook voor al wie een grondige analyse wil maken van het (neo) kapitalisme en het (neo)liberale denken.Mil Kooyman

SAMPOL_juni2016.indd 90 21/06/2016 14:08:21

Page 91: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|91

UITGELEZEN

RusteloosheidPleidooi voor een mateloos leven

Ignaas Devisch De Bezige Bij, Amsterdam, 2016

We hebben het allemaal vreselijk druk, maar niets doen lukt ons niet. Ook in onze vrije tijd lopen we van hot naar her. We willen daar iets aan doen, door zowel op het werk als in de vrije tijd te verlangzamen. Ignaas Devisch vraagt zich af of dit klopt. Is de rusteloosheid die ons voortduwt wel een probleem? Zou rusteloosheid ook niet positief kunnen zijn, zelfs voorwaarde voor een interessant en creatief leven? Hij schreef er een boeiend boek over. Rusteloosheid is niet nieuw. In een eerste deel schetst de auteur een korte geschiedenis van de rusteloosheid. Ik kan er maar een paar elementen

van weergeven. Devisch voert ons mee naar de 14de eeuw, naar Francesco Datini, een koopman die nooit genoeg had, die een steeds grotere kookpot wilde. Hij werd er ziek van. Hij toont ook hoe Breugel een artifici-ele wereld creëert die ontsnapt aan het onrustige leven. En hij staat uitvoerig stil bij een aantal filosofen bij wie hij de fundamentele oorzaken vindt waarom we tot vandaag worstelen met rusteloosheid. Pascal en Hob-bes zijn de belangrijkste. In de Gedachten van wiskun-dige en natuurkundige Blaise Pascal (1623-1662) staat een beroemde analyse van de jacht. Je moet de jager geen

haas aanbieden, zelfs niet gratis. Hij wil er achter aan, hij wil jagen, hij zoekt afleiding en activiteit. Rust staat gelijk aan verveling en is psychisch niet te verdragen. Pascal is ervan overtuigd dat mensen niet stil kunnen staan, omdat ze niet in het reine geraken met hun sterfelijkheid. Het geluk ligt in de buit, in de rust op het einde van de jacht, maar eigenlijk kunnen we die rust niet aan en herbeginnen we telkens opnieuw. Mensen zijn fundamenteel onbevredig-baar, ze zijn per definitie een tekort. Voor Pascal kon alleen God een reddingsboei gooien. Ook filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) waarschuwt dat een eeuwige

SAMPOL_juni2016.indd 91 21/06/2016 14:08:21

Page 92: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|92

gemoedsrust een illusie is. Het leven is per definitie beweging, maar omdat de mogelijkheden voor een mens oneindig zijn, is rusteloosheid onvermijdelijk. Vrijheid heeft mateloosheid in zich. Sinds de moderne tijden is er voor de mens geen vaste plaats meer en is de controle over het eigen leven weg. Het leven gaat steeds sneller, we kunnen altijd meer en hebben nooit voldoende gedaan. In deel twee gaat Ignaas Devisch dieper in op de veranderingsprocessen die tot de paradox in de moderne samenleving gevoerd hebben: dromen van rust en onrust creëren. Hij ziet drie proces-sen: versnelling, secularisatie en individualisering. De versnellingsprocessen die onrust aanwakkeren hebben te maken met een economie, die op jacht is naar steeds meer winst en voortdurend op kosten en tijd wil besparen en daardoor juist voor tijdsnood zorgt. Concurren-tie zorgt voor een permanen-te staat van onzekerheid en beweeglijkheid. De keuzemo-gelijkheden nemen steeds maar toe, maar dit zorgt voor fragmentatie in het dagelijks leven en dus voor onrust. Wie beseft dat hij een

sterfelijk wezen is, heeft geen tijd meer te verliezen en probeert van zijn leven iets te maken. Sinds de zwarte pest in de 14de eeuw wordt dit nog verhevigd, want de dood loert altijd om de hoek. Je wilt het leven onder controle krijgen en meer doen in dezelfde tijd en zo de dood wat uitstellen. Waar Prometheus het vuur van de goden stal, steelt de moderne mens tijd. Maar hij kan dat gevecht niet winnen en heeft voortdurend tijd tekort. Onze wedloop met de tijd is een geseculariseerde manier om met de dood om te gaan. Individualisering is het derde proces. Om dit uit te diepen laat Devisch zich door een hele plejade denkers leiden en inspireren. Belangrijk is dat individualisering niet ervaren wordt als een bevrijding, maar als een inspanning, als aanhoudende beweeglijkheid en rusteloosheid. We hebben steeds meer mogelijkheden om te kiezen, maar moeten daardoor juist steeds meer laten vallen. En daar is geen uitweg voor: je wilt alles uit je leven halen en dat zowel in je werksituatie als in je vrije tijd. Maar dan vraagt Devisch: en dan? Waarom zou dat negatief zijn? Iets in ons

stuwt ons vooruit en dat heeft te maken met verbeeldings-kracht, verlangen, streven, passie en dat is gewoon wat we rusteloosheid noemen. En daar gaat het laatste deel van het boek over: de drukte is helemaal niet de bron van alle ellende. We willen zowel in het werk als in de vrije tijd onszelf ontplooien, maar daar is nu eenmaal geen boven-grens aan. Rusteloosheid en mateloosheid zijn positief, het zijn de drijfveren voor een interessant en creatief leven. Mochten we ons echt uit de rusteloosheid willen bevrij-den, dan zou dat lukken. Maar eigenlijk willen we dat niet. Als er een probleem is, dan heeft het te maken met de mogelijkheden om onze dagen op een zinvolle manier in te richten. Niet de tijds-druk, maar de zinvolheid van de activiteiten doen er toe. Rusteloosheid heeft te maken met doordrijven, gedreven-heid, leiden van een mateloos leven. Je hebt dat nodig om iets van je leven te maken. Maar in een zinvol leven moet iedereen zichzelf voortdurend uitvinden. Pascal zag in de jacht een doel op zich en precies dat soort doelen, die alleen omwille van zichzelf worden nagestreefd, kunnen best zingevend zijn. Het komt erop aan zich mateloos in te

SAMPOL_juni2016.indd 92 21/06/2016 14:08:21

Page 93: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|93

zetten voor dingen die in het leven de moeite waard zijn. Mensen verlangen vooruit te komen in het leven. Zelfs wie erover klaagt dat het te druk is wil eigenlijk niet stilzitten. Dat is de kern van de rusteloosheid. Laat mij dit nog eens heel kort samenvatten, vooraleer me aan een appreciatie te wagen. Ignaas Devisch vraagt zich af hoe het mogelijk is dat mensen lijden onder de voortdurende tijdsnood en er niets aan doen. Misschien is die drukte niet het probleem, maar wel het feit dat mensen niet zinvol kunnen bezig zijn, vindt hij. Mensen willen vooruitgaan en dat mag best met enige vaart. Mateloos bezig zijn is toe te juichen, als het gaat om dingen die de moeite waard zijn. En dan noemt Devisch de jacht. Wie jaagt heeft geen ander doel dan het jagen. De buit is van geen tel, de jager wil die zeker niet op een andere manier verwerven dan door de activiteit van de jacht. En je kent ze wel, de mateloze jagers of vissers of wielertoe-risten of welke fanatieke vrijetijdsbelevers dan ook.

Gepassioneerd bezig zijn, daar gaat het kennelijk om. Maar blijft dan toch niet de vraag waarom we daar ziek van worden? Francesco Datini wilde een steeds grotere kookpot en dat lukte hem ook. Hij was gepassio-neerd bezig met geld verdie-nen, steeds meer geld. Dat was zijn doel: het verwerven, het oppotten, de jacht op geld. En hij werd er depressief van. Er klopt iets niet in de redenering van Devisch, hoe boeiend en leerrijk zijn boek ook is. Pascal wist heel goed waar het probleem zat: de jager ontvlucht zijn sterfelijk-heid, is bang om te sterven. Wie zich overgeeft aan activiteiten zonder duidelijke doelgerichtheid wil geen keuzes maken. Natuurlijk kiest hij, maar het besef dat dan niet gekozen wordt voor een oneindigheid aan mogelijkheden vindt hij lastig. Heeft Devisch het over het mateloos bezig zijn met wat de moeite is of met het mateloos ontkennen dat het straks over is? Pascal verwees in laatste instantie naar God. In een

geseculariseerde samenle-ving wordt men met de neus op het tekort gedrukt. En nee het probleem is niet tijds-druk, die mag al groot zijn vooraleer men daar ziek van wordt. Het probleem is dat het gepassioneerd bezig zijn de eindigheid toch niet kan opheffen. We hollen aan een stuk door, maar we bereiken ons doel niet. We zijn niet zinvol bezig als we ons doel niet bereiken, niet op ons werk en niet in onze vrije tijd. Devisch legt er zich bij neer dat we onze eindigheid ontvluchten, hij zoekt er zelfs de zin van het bestaan in. Ik denk persoonlijk dat het mogelijk is om in eindigheid te leven, zonder zoals Pascal in laatste instantie bij God beschutting te zoeken. Ik denk zelfs dat het aanvaarden van de eindigheid de enige mogelijkheid is om zinvol te leven en niet aan rusteloos-heid ten onder te gaan. Verstrooiing, het woord is van Pascal, is inderdaad een geseculariseerde manier om met de dood om te gaan. Het blijft echter een gelovige manier. Luc Vanneste

SAMPOL_juni2016.indd 93 21/06/2016 14:08:21

Page 94: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|94

UITGELEZEN

Economie zkt GelukHoe worden we welvarender én gelukki-ger?

Peter Van Rompuy Lannoo, Tielt, 2016

Peter Van Rompuy, onder-voorzitter van het Vlaams Parlement en voormalig senator (CD&V), wijdt een interessant pamflet aan het thema ‘geluk’, en de band met de economie. Zonder expli-ciete referenties - het boek probeert zo nieuw mogelijk te voelen en te lezen - sluit dit aan bij het personalisme van de christendemocratische en uiteraard ook de bredere christelijke traditie, die het nastreven van rijkdom als hoogste goed afkeurt, of heil ziet in de matiging als maat der dingen. Van Rompuy probeert een nieuwe gemene ethische deler te vinden. Hij doet dat via op het eerste gezicht kleine praktische maatregelen, gericht op het

‘werkbaar’ houden van de samenleving. Het einddoel is de ‘sociale, groene en mense-lijke vrije markt’ (p. 127). De inspiratie voor het boek komt uit de koerswending in de economische theorie, weg van de neoklassieke richting die in de jaren 1980 en 1990 het debat domineerde. Wat auteurs als Jacques Généreux (Samenleving en politiek, okto-ber 2011) of Thomas Piketty hebben herhaald - economie is een sociale wetenschap, niet geregeerd door eigen wetten, maar door machtsverhoudin-gen - wordt ook steeds vaker aangevuld met een psycholo-gische component, bijvoor-beeld om irrationele financiële bewegingen te verklaren.

Peter Van Rompuy zoekt met dit boek een alternatief centrumvertoog voor het zoutloze besparingsbeleid dat sinds de crisis veel mensen de adem afsnijdt. Het succes van Podemos en Syriza, of beter nog de onmacht van Syriza om het tij te keren, zijn duidelijke tekenen dat een bureaucratische uitleg voor het EU-besparingsbeleid on-voldoende legitimiteit biedt. Men kan het antwoord in het voorliggende boek op twee manieren interpreteren. Of-wel is dit een poging om de consensus in het overheids-beleid te verleggen, en zo iets te doen aan de onderliggende machtsverhoudingen die lei-den tot de opgesomde kwalen (burn-out, depressie, verlies

SAMPOL_juni2016.indd 94 21/06/2016 14:08:21

Page 95: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|95

aan mentaal perspectief). Of-wel is dit geen verweermiddel tegen evidente tekortkomin-gen van het economische systeem, maar enkel tegen de moeilijk te weerleggen kritiek erop ter linkerzijde. Nicolas Sarkozy kondigde zo bij zijn verkiezing in 2007 twee initiatieven aan. Eerst een commissie onder leiding van Jacques Attali - in dit boek veel geciteerd - en de toen nog onbekende Em-manuel Macron, met als de groei te ‘bevrijden’. Ver-volgens een initiatief onder leiding van Amartya Sen en Joseph Stiglitz, om het bnp als graadmeter te herdenken, in dit boek geciteerd (pp. 79-80). Het eerste initiatief wordt nu ten dele uitgevoerd door François Hollande met de Loi-Macron (2015) en de Loi-El Khomri (2016). Het tweede is bij een aanzet blijven steken: het politieke debat in Frankrijk gaat zowel ter rechter- als ter linkerzijde over werkloosheidscijfers, overheidsschuld en belastin-gen. Kan het ‘dashboard aan indicatoren’ (p. 80) in het jaarverslag van de Nationale Bank, ingevoerd met steun van de auteur als parlements-lid, een echt kader vormen voor de regering-Michel? Van Rompuy gelooft niet in het ‘openzetten van de geld-

kraan’ of het opbouwen van schulden om te remediëren aan samenlevingsproblemen. Het pleidooi van Paul De Grauwe (o.a. Sampol, april 2016) en andere economen om broodnodige en in België al lang te sterk terugge-schroefde investeringen buiten de balans te houden, vindt geen gehoor. Dit staat nochtans haaks op de duidelijk uitgedrukte wens om meer duurzaamheid. De concrete test komt natuurlijk bij specifieke maatregelen: welke kant kiezen bij de ‘ver-soepeling’ van de 38-uren-week, zoals voorgesteld door partijgenoot Kris Peeters (en ook mogelijk gemaakt in de Loi-El Khomri)? Wat met de zondagsrust? Als arbeids-duurverkorting resulteert in een loutere productiviteits-verhoging en dus meer stress, moet er dan niet gekeken worden naar de onderlig-gende machtsverhoudingen in de economie? Dit boek moet worden be-oordeeld aan de hand van het objectief dat vooropstaat: het balanceren van economische omstandigheden en levens-kwaliteit, ten voordele van ‘meer waarden’ (p. 115). Van Rompuy looft de prestaties van de sociale zekerheid en zet zich duidelijk af tegen een individualistisch perspectief.

Fundamentele hervormingen bevat het boek niet, maar wel een waslijst aan praktische suggesties, niet altijd in een rechtstreeks verband met het hoofdthema. Geïsoleerd verhelpen die niets aan de structurele problemen van de samenleving. Het pleidooi voor meer ‘intéressement’ van de werknemers door hen een supplement in aandelen uit te betalen is tegelijk geen vernieuwing (het bestaat al in België), maar inherent ook geen rem op prestatie-druk. Van Rompuy koppelt bijvoorbeeld slechte arbeids-voorwaarden en druk op de arbeidsmarkt aan oneerlijke concurrentie tussen multi-nationals en kmo’s. Hij vindt dat hier op Europees niveau maatregelen moeten worden genomen (p. 96). Zal dit nobele voornemen weerstaan aan de lobbykracht van grote bedrijven? Dit boek is een poging vanuit de christendemocratie om zonder taboes (bijvoorbeeld inzake onderwijs, waar testen onder de tien jaar worden uitgebannen) het beleid te heroriënteren op waarden die deels gemeenschappelijk zijn met de sociaaldemocratie. In die zin is het ook voor (cen-trum)links een interessante oefening, die getuigt van een gelijkaardige openheid als

SAMPOL_juni2016.indd 95 21/06/2016 14:08:21

Page 96: Het beleid van Michel: twee maten, twee gewichtenwerk, koopkracht en fiscaliteit. Het zou goed zijn, mocht de regering daar dan ook rekening willen mee houden. Want de maatschappelijk

sampol 2016/6|96

Ctrl+Alt+Del van John Crom-bez. Wil links terug wegen op het beleid, dan moet uiter-aard eerst het debat geclaimd worden. In een volgende stap, binnen de instellingen, zijn

gesprekspartners evenwel noodzakelijk om ideeën om te zetten in beleid. Het erken-nen van gedeelde symptomen en een gedeeltelijke identifi-catie in waarden zijn daarbij

belangrijke uitgangspunten. Het publieke debat in Vlaan-deren wordt zo hopelijk rijker dan het de laatste vijftien jaar geweest is. Frederik Dhondt

SAMPOL_juni2016.indd 96 21/06/2016 14:08:21