Handleiding evolutie 2 Windsurfen

7
Handleiding Windsurfen naam handleidinghouder: evolutie 2

description

Enkele pagina's uit de handleiding evolutie 2 windsurfen. Een handleiding over windsurfen op zee.

Transcript of Handleiding evolutie 2 Windsurfen

Page 1: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

Handleiding

Windsurfen

naam handleidinghouder:

evolutie 2

Page 2: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

Fig 1: ontstaan van hoog- en laagwater

6

Informatie over de getijden kunnen we terugvinden in een getijdentabel. Deze kun je gemakkelijk online terugvinden (bijvoorbeeld op www.kustweerbericht.be) of in de krant bij het weerbericht.

VM: Volle maan / NM: Nieuwe maan

Uur hoogwater Uur laagwater

m TAW:waterstandin meter

Tabel 1: voorbeeld getijdentabel (www.vlaamsehydrografie.be)

Wanneer de zon, aarde en maan op 1 lijn staan spreken we van springtij.

Page 3: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

FR

ebstroom

vloedstroom

-6u

-5u

-4u

-3u

-2u

Keerpu

nt

Keerpu

nt

HW

Oosten

de

-1u

+1u

+2u

+3u

+4u+5u

+6u

OOSTE

NDE

ZEEBRUG

GE

KNOKKE/NEDERLAND

FRANKRIJK

NIEUW

POOR

T

7

1.1.2 Getijstroming

Fig. 3 Zalig windsurfen

Doordat de getijden constant grote watermassa’s aan- en afvoeren, ontstaan er ‘getijstromingen‘:

• Vloedstroom: bij hoogwater staat de stroming parallel aan het strand richting Nederland. (ZW-stroming)

• Ebstroom: bij laagwater stroomt de stroming richting Frankrijk. (NO-stroming)

Als je gaat surfen op zee zijn de getijstro-men van groot belang. Zorg dus dat je weet wanneer het hoog- of laagwater is. Zo weet je in welke richting je zal afdrijven.

Let op! De stroming wisselt niet plots van richting, het is een geleidelijk proces. De kente-ring gebeurt in tegenwijzerzin. Kun je uit bovenstaande figuur afleiden wanneer de stroming het gevaarlijkst is?

De stroming is het gevaarlijkst 3 à 4 uur na hoogwater. De stroming sleurt je dan zee-waarts.

Wanneer is het zalig windsurfen?Bij ZW-wind en ebstroom of bij NO-wind en vloedstroom is het zalig windsurfen. Je drijft dan bijna niet af.

Fig. 2: ebstroom, vloedstroom en kentering

NO-WIND

ZW-STROMING

Wanneer de zon, aarde en maan op 1 lijn staan spreken we van springtij.

Page 4: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

materiaal aan de mast uit het water halen

giek vastnemen

26

2.5 Waterstart

Waterstart leren is noodzakelijk als je met een kleinere plank op zee gaat windsurfen. Op zee is het bijna onmogelijk om je zeil op te trekken door de golven en de deiningen.

MateriaaL Goed LeGGen• Haal het zeil uit het water aan de mast.

Begin bij de masttop en vorder langs de mast verder naar de giek.

• Leg de mast altijd dwars op de wind, met het zeil aan de lijzijde.

LET OP!Als je in de branding valt, is snelheid van essentieel belang. Hoe sneller je weg bent uit de branding, hoe minder kans om ge-spoeld te worden en iets van materiaal te breken.

WacHtpositie• Neem de giek vast: plaats eerst de mast-

hand, daarna de zeilhand.• Positioneer je surfset in halve tot ruime

wind.• Houd je lichaam dicht bij je surfset.

Page 5: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

27

pLaatsen van acHterste voet• Plaats de achterste voet tus-

sen de voetbanden.• Houd het zeil in de lucht• Watertrappel stevig met het

andere been.Van zodra je een windvlaag ziet of voelt aankomen: ACTIE!

opstappen• Verhoog de druk in het zeil:

zeilhand aantrekken, mast-arm blijft gestrekt.

• Laat het zeil je lichaam uit het water tillen.

• Trek met je achterste been de plank onder je.

• Breng je gewicht boven de plank en duw jezelf omhoog.

• Plaats de voorste voet net achter de mast.

Tips om te waterstartenop zee• Laat de wind het meeste

werk doen!• Begin met een beachstart en

ga steeds dieper .• Maak gebruik van een

zwemvest, dit geeft extra drijfvermogen.

• Bij weinig wind: houd het zeil hoog en ruim en houd je plank dicht bij je. Duw jezelf omhoog met je achterste been.

• Bij harde wind: houd het zeil dicht bij je met gebogen armen (zo kun je windstoten makkelijker opvangen).

• Neem altijd een ophaaltouw mee, ook al kan je goed waterstarten, je weet nooit dat je in de problemen raakt of dat de wind plots afneemt.

wachtpositie waterstart

plaatsen van de achterste voet

opstappen

Page 6: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

28

Hoofdstuk 3: specialisatie

3.1 powergijpEen powergijp op zee is niet hetzelfde als een powergijp op vlak water. De golven laten het niet toe om op elk moment te gijpen, dus timing is belangrijk. Wie de powergijp beheerst op zee, kan vlot heen en terug varen. Belangrijk voor de powergijp is snelheid. Voor een goede powergijp moet je dus voldoende in plané zijn.

a.inzetVoeten• Haal de achterste voet uit zijn voetband

en plaats deze aan de lijzijde van het board, net voor de achterste voetband.

Handen• Haak uit je trapeze• Plaats de zeilhand naar achter.Lichaam• Verplaats het lichaam naar de lijzijde,

maar houd je gewicht boven de plank.Zeilstand• Breng het zeil licht naar voor, zo komt

het gewicht boven de plank.

b. draaibeWeGinGVoeten• Verplaats je gewicht op de tenen van je

achterste voet, zodat je plank met zijn rail door het water snijdt (= carven). Hierdoor zal je snel afvallen. Buig hier-voor door de knieën en leun licht naar voor.

Handen• De positie van de handen blijft gelijk. Zeilstand• Hou het zeil voldoende lang dicht. • Open langzaam je zeil, zodra je door de

wind gedraaid bent.

Windsurfen op zee is een echte uitdaging.

Elke surfsessie is anders: windsterkte, golven en

windrichting verschillen keer op keer. Op zee kun je hoge sprongen maken,

golven berijden,... Kortom, het paradijs voor de gevorderde surfers.

tipBij sterke wind kun je het zeil iets vroeger overslaan, zo vermijd je dat de wind het zeil uit je handen sleurt en jij in het water beland.

Page 7: Handleiding evolutie 2 Windsurfen

29

c. Het oversLaan van Het zeiLHanden• Laat de zeilhand los en neem met deze

hand de mast vast. Wie kan neemt de giek onmiddellijk aan de andere kant vast.

• Los de masthand en neem de giek on-middellijk vast aan de andere kant.

Voeten• Plaats je achterste voet naar voor op het

zelfde moment dat je het zeil overslaat (de voet volgt het zeil).

Zeilstand• Zeil wordt langzaam overgeslaan• Blijf dicht bij je zeil!

d. verder varen• Pomp jezelf terug op snelheid.• Als je de gijp goed hebt uitgevoerd,

dan planeer je vlot verder en ben je klaar voor de volgende gijp.

• Duw je te hard op de tenen, dan kantelt de plank of val je stil.

• De juiste voettechniek is super belangrijk. Probeer eerst de powergijp op een groter windsurfboard en/of op vlakwater. Als de techniek van de voeten geautomatiseerd is, moet je

er niet meer op letten en kun je meer aandacht besteden aan het overslaan van het zeil.

• Duw het zeil niet tegen de wind in, maar laat het rustig overslaan. Laat de wind het meeste werk doen.

Hoe loopt het fout?

poWerGijp in zee•Gijp in zee op het steile gedeelte van de deiningen. Je kan dan onmiddellijk de kracht van de golf/deining gebruiken om terug op snelheid te komen.

poWerGijp in de brandinG•Gijp je in de branding, gijp dan op de rug van een golf. Zo heb je veel tijd om je gijp uit te voeren. •Wees snel en houd rekening met de aan-komende golven.•Stuur de neus van je board onmiddellijk na het draaien loodrecht in de golven.

A

C

B

C

B

D