Hamlet in Pensioenland

4

Click here to load reader

Transcript of Hamlet in Pensioenland

Page 1: Hamlet in Pensioenland

10 PensioenAdvies - april 2016

Vijf belangrijke agendapunten stonden op stapel die alle vijf met herziening van het pensioenstelsel te maken hadden. Evenzoveel rechtvaardigingen voor hooggespannen verwachtingen. Maar achteraf is de constatering dat het een visieloos, tandeloos, trooste-loos en daarmee nodeloos overleg is geweest.

Sceptici zeiden het al: de Nationale Pensioendia-loog van Jetta Klijnsma is alleen maar een dekman-tel voor gebrek aan daadkracht en politieke moed om tot herziening van het nationaal pensioenstelsel te komen. Nu, twee jaar later, krijgen zij gelijk. Het échec van de pensioendialoog is compleet. Dat be-wijst de uitkomst, of liever gezegd, het gebrek daar-aan, van het algemeen overleg van 30 maart jongst-leden van de leden van de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met staats-secretaris Jetta Klijnsma.

Nog maar een jaar geleden liet het kabinet weten dat de Nationale Pensioendialoog wat de bewinds-lieden betreft een “vijftal rode draden heeft opgele-verd”. Samengevat luiden die:• Pensioen moet transparanter en minder complex; • En inspelen op de veranderende arbeidsmarkt; • En beter aansluiten op individuele behoeftes;• En solidair en duurzaam zijn;• Pensioen is een gedeelde verantwoordelijk van overheid, sociale partners en burgers.

DOOR MICHIEL HUISMAN

Michiel Huisman

Hoofdredacteur PensioenAd-

vies

Veel ‘words, words, words’; maar geen politieke doorbraak in pensioen

SERDe SER deed vervolgens voortvarend een duit in het zakje. Dit eerbiedwaardige adviescollege van kroonleden, werkgevers- en werknemersvertegen-woordigers heeft de fundamenten van een toekom-stig pensioenstelsel geanalyseerd aan de hand van vier hoofdvarianten, met verschillende kenmerken qua kapitaalopbouw (pensioenvermogen), keuze-vrijheid, mate van collectiviteit en risicodeling. Die varianten zijn:• Uitkeringsovereenkomst met degressieve op bouw; • Nationale pensioenregeling; • Persoonlijk pensioenvermogen met vrijwillige risicodeling; • Persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling. De laatstgenoemde variant wordt door de SER ge-kwalificeerd als “interessant, maar nog onvoldoende bekend”. Deze variant is de SER op dit moment na-der aan het uitwerken. Ook adresseert de SER de vraagstukken die zich bij een overgang naar een ander pensioenstelsel kunnen voordoen. De uit-komsten van dat alles worden in mei verwacht.

Zeven waardenOndertussen heeft het kabinet zelf ook zijn conclu-sies getrokken en zeven ‘waarden’ voor een ‘toe-komstbestendig pensioenstelsel’ vastgelegd en

Wat een debat over de toekomst van het nationaal pensioenstelsel moest worden, is blijven steken in: words, words,

words. Die onderstreepten gebrek aan daadkracht en politieke onmacht om, juist in crisistijd, het belang van hun kie-

zers bij een goede oudedagsvoorziening te laten prevaleren boven korte termijn politieke belangen en ‘scoringsdrang’.

Een gênante vertoning voerden de leden van de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op,

tijdens een algemeen overleg dat op papier het nodige politieke vuurwerk én visie en doorzettingsvermogen beloofde.

Hamlet in pensioenland

Page 2: Hamlet in Pensioenland

april 2016 - PensioenAdvies 11

geformuleerd.1. De AOW vormt de basis voor een goede oudedag voor ieder-

een waarmee armoede onder ouderen in Nederland tot de laagste in Europa behoort.

2. Een grote terugval in levensstandaard na pensionering moet worden voorkomen. De fiscale facilitering en de verplichtstel-ling leiden ertoe dat het Nederlandse stelsel internationaal gezien een groot bereik heeft en dat werkenden over het algemeen een goed aanvullend pensioen opbouwen.

3. Risicodeling is een wezenlijk kenmerk van een goede pen- sioenvoorziening. Samen risico’s delen heeft belangrijke voor-delen: er kunnen schaalvoordelen worden gerealiseerd en er kan solidariteit worden georganiseerd. Dat levert welvaarts-winst op waarbij iedereen gemiddeld genomen beter af is.

4. Mensen willen dat hun pensioen transparanter en eenvoudi-ger wordt. Veel mensen hebben geen inzicht in de manier waarop het pensioen tot stand komt, de factoren die erop van invloed zijn en de beslissingen die erover worden genomen. Het is belangrijk dat risicodeling op een transparante en evenwichtige wijze plaatsvindt. Bepaalde generaties mogen niet structureel worden benadeeld ten opzichte van andere.

5. De behoefte aan een op maat gesneden pensioen neemt toe met de diversiteit en individualisering in de samenleving en met het opleidingsniveau. Het bieden van keuzemogelijkhe-den kan de betrokkenheid van mensen bij hun oudedagsvoor-ziening vergroten. Grenzen aan de keuzevrijheid, een effec-tieve ondersteuning van mensen bij het maken van keuzes en het aanbieden van goede standaardopties zijn van belang om verkeerde keuzes te voorkomen.

6. Een goed pensioen is een gedeelde verantwoordelijkheid. Sociale partners bekijken aan de cao-tafel wat ze over hebben voor het pensioen, rekening houdend met de kenmerken van de sector of de eigen onderneming. De overheid stimuleert de totstandkoming van arbeidsvoorwaardelijke pensioenrege-lingen door ze op verzoek verplicht te stellen en ze fiscaal te faciliteren. Zo dragen werkgevers, werknemers en overheid gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het aanvullend pensioen.

7. Het kabinet vindt het belangrijk dat het vertrouwen van de mensen wordt hersteld. We kunnen niet terug naar de tijd van vóór de crisis, toen de inherente onzekerheden van het pensioen onder de oppervlakte bleven door een gunstig eco-nomisch tij. Maar, om te komen tot een adequaat inkomens-niveau na pensionering, moeten er risico’s worden genomen en gedeeld. Ook zonder absolute zekerheid is het mogelijk om het vertrouwen in het pensioenstelsel te herstellen. Daar-voor is nodig dat het pensioen transparanter en eenvoudiger is en dat de communicatie over pensioen helder is.

Waarom veranderenHet kabinet heeft ook benoemd waarom het nationaal pensioen-stelsel moet veranderen:• Steeds meer werkenden (vooral zzp’ers) bouwen geen ade- quaat pensioen op;• De doorsneesystematiek wringt met arbeidsmarkt en tast draagvlak voor pensioenstelsel aan;• Grotere risico’s voor deelnemers leiden tot behoefte aan trans- parantie over verdeling van risico’s;• Macro-economische ontwikkelingen leggen kwetsbaarheid van bestaande pensioenovereenkomsten bloot;

• Toegenomen diversiteit en individualisering vragen om maat- werk en keuzemogelijkheden.

Het kabinet heeft uiteindelijk de volgende varianten meegeno-men in zijn gedachtebepaling:• Optimalisering van de bestaande uitkeringsovereenkomst;• Persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling; • Keuzes binnen algemeen verplichte pensioenopbouw; • Vrijwillig individueel pensioen; • Nationaal pensioen.

Twee varianten staan naar eigen zeggen van het kabinet te ver weg af van het huidige stelsel. Dat zijn het vrijwillig individueel pensioen en het nationaal pensioen. In de ogen van het kabinet vallen zij af.

Staatssecretaris Jetta Klijnsma:

“Kortingen zijn dit jaar niet aan de orde”

Richting gevenOp basis van de opbrengst van de Nationale Pensioendialoog, de zeven waarden voor een toekomstbestendig pensioenstelsel, maatschappelijke trends en ontwikkelingen en genoemde varian-ten, komt het kabinet tenslotte tot de volgende “richtinggevende hoofdlijnen” voor een toekomstbestendig pensioenstelsel.

Het vergt een gedifferentieerde aanpak om alle werkenden te ondersteunen bij de opbouw van een adequaat aanvullend pen- sioen: niet te weinig én niet te veel. Het kabinet wil samen met sociale partners en zelfstandigenorganisaties verder de mogelijk-heden verkennen.

Het kabinet heeft de ambitie om over te stappen op een actua- rieel correcte systematiek van pensioenopbouw. Dat betekent dat de relatie tussen premie en de opbouw van pensioenaanspraken in balans is en er op voorhand geen herverdeling tussen leeftijds-groepen plaatsvindt. Het kabinet geeft (voorlopig) de voorkeur aan een systeem van degressieve pensioenopbouw.

Risicodeling moet voldoende meerwaarde opleveren in termen van pensioenresultaat en transparant en evenwichtig worden vormgegeven. Bovendien moet die risicodeling uitlegbaar zijn en fiscaal goed te begrenzen. Nadere uitwerking van een nieuwe pensioenovereenkomst moet duidelijk maken hoe groot de meer-waarde van deze risicodeling is, hoe deze risicodeling kan worden vormgegeven en in hoeverre er wordt ingeboet op eenvoud, hel-dere eigendomsrechten en flexibiliteit.

Page 3: Hamlet in Pensioenland

12 PensioenAdvies - april 2016

In zijn nieuwjaarsbericht van dit jaar hield de voorman van de Pen-sioenfederatie, een opmerkelijk pleidooi. “Het is niet uit te leggen dat, terwijl het economisch beter gaat, we toch grote kans lopen pensioenaanspraken te moeten gaan verlagen. En dat als de rente stijgt we enerzijds veel vermogen verliezen, maar anderzijds de dekkingsgraden stijgen en we weer kunnen gaan indexeren. Laten we stoppen met aanspraken. Laten we het hebben over geld. Dat sluit veel beter aan bij de belevingswereld van onze deelnemers. Mensen willen weten hoeveel geld er voor hen bij het fonds staat. Laten we de deelnemer dan ook vertellen wat er voor hem en haar aan geld staat en niet praten over aanspraken, die ook nog eens voorwaardelijk zijn. Er gaat een nieuwe wereld open als er geen aanspraken meer worden toegezegd.” Het pleidooi viel bij veel analisten, commentatoren en pensioenprofessionals in goede aarde. Niemand kwam met écht steekhoudende, inhoudelijke kritiek, al waren er voldoende analisten en commentatoren die vonden dat Riemen wat laat met zijn ‘ommezwaai’ kwam of slechts een halve draai maakte. Kortom: een tweede argument om een politiek pen-sioendebat met belangstelling tegemoet te zien.

Trieste realiteitDe trieste realiteit nú is: dat debat komt over herziening van het pensioenstelsel komt er helemaal niet. Althans niet met of onder leiding van dit kabinet. De fundamentele hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel is aan een volgende regering na de verkiezingen in maart volgend jaar. Dat is een troosteloze conclu-sie na een troosteloos debat. Een debat dat bleef steken in paniekvoetbal over de huidige malaise in pensioenland en de (partij)politieke schade die dat berokkent.

Wat er gezegd, geconcludeerd en besloten is, laat zich heel een-voudig als volgt en in willekeurige volgorde, samenvatten (aange-vuld met kort commentaar cq vraagtekens van de redactie van Pensioen Advies):

− De staatssecretaris meldt dat AFM en De Nederlandsche Bank (DNB) samen onderzoek doen naar de manier waarop pensioenfondsen hun deelnemers informeren over de gevol-gen van de lage rentestand, de consequenties van het (nieu-we) toetsingskader waarmee DNB toezicht houdt en de kans dat pensioenfondsen niet kunnen indexeren en wellicht zelfs moeten gaan korten. Zij vinden het belangrijk dat pensioen-fondsen hier heel helder over zijn. In april (deze maand dus) doen de toezichthouders verslag. Het kabinet reageert in mei.

− Een staatssecretaris in het nauw doet ook opmerkelijke uit-spraken: “Behalve bij een paar heel kleine fondsen zijn kortin-gen (dit jaar) niet aan de orde”. Niemand in de Kamer vraagt zich kennelijk af hoe zich dit verhoudt met de nogal alarme-rende berichtgeving van ABP-voorzitter Corien Wortmann over dreigende kortingen vanaf 2017;

− Paul Ulenbelt (SP) haalde uit naar de Europese Centrale Bank (ECB), die de rente laag houdt, Hij drong er tevergeefs op aan om de rente waarmee pensioenfondsen moeten bere-kenen hoeveel geld ze nu mogen uitkeren en voor later moe-ten reserveren, tijdelijk te verhogen. “De fondsen moeten zich arm rekenen door het idiote gedrag van de ECB”. En: “Pensioenfondsen moeten doen alsof hun vermogen met 1 procent per jaar groeit, terwijl het in werkelijkheid rond de 6 procent is. Ze moeten zich arm rekenen, terwijl de pensioen-potten nog nooit zo vol hebben gezeten. Paniek over de pen-sioenen is dus totaal onnodig. Het vermogen van de fondsen

Het kabinet gaat verkennen welke mogelijkheden er zijn bij een vorm van persoonlijke pensioenopbouw voor maatwerk op het ge-bied van beleggingsbeleid, de hoogte van de inleg en de vorm van de uitkering. Ook verkent het kabinet de ruimte voor het bieden van keuzemogelijkheden op deze terreinen. Zodoende kan ook een betere koppeling worden gemaakt met wonen en zorg.

WerkprogrammaNa deze hoopvolle conclusies, bevindingen, meningen en visies leek een goede aanpak en marsroute om nu eindelijk tot herzie-ning van het pensioenstelsel te komen, binnen handbereik. Vooral omdat staatssecretaris Klijnsma ook nog eens een ‘werkprogram-ma’ in december jongstleden naar de Tweede Kamer stuurde. Een programma dat gekenmerkt werd door de volgende elementen:Stap 1: aangeven op welke thema’s nader onderzoek nodig is, mede bezien in relatie tot relevante onderzoeken en verkennin-gen die de komende maanden verwacht worden van onder meer het CPB, de SER en Netspar; Stap 2: de vervolgroute beschrijven naar vernieuwing van ons pensioenstelsel.

Bij dat laatste hoort, zo haastte de staatssecretaris zich daaraan toe te voegen: “het streven van het kabinet om vanaf 2020 de door-sneesystematiek gefaseerd af te schaffen en de overstap te maken naar een actuarieel correcte methodiek van pensioenopbouw. In 2020 zal ook de ontwikkeling van een nieuw soort pensioenregeling inclusief de mogelijkheden voor keuzevrijheid en maatwerk tot resul-taat hebben moeten leiden. Dit geeft ons de komende jaren de tijd voor zorgvuldige uitwerking, voorbereiding en overleg.”

Vruchtbare voedingsbodemKortom: de uitkomsten van de nationale pensioendialoog, de formele reactie daarop van het kabinet, de nadere analyse van de SER, en het ‘werkprogramma’ dat het kabinet naar de Tweede Kamer stuurde, waren evenzovele aanwijzingen om hoopvol gestemd te zijn. Nú zou er écht wat gaan gebeuren. Daar komt bij dat zowel de economische omstandigheden als de ‘doorbraak’ om tot een écht nationaal debat te komen die de Pensioenfederatie bood bij monde van Gerard Riemen in diens opmerkelijke nieuwjaarstoespraak, de veronderstelling voeding geven dat ‘de tijd rijp is’.

Omtzigt (CDA):

“ECB overschrijdt zijn mandaat.”

Ga maar naDe lage rente, met dank aan de Europese Centrale Bank, heeft een in verhouding dramatisch effect op de rekensommen die worden gemaakt met als uiteindelijk resultaat een lagere pensioenuitkering en verhoging van de pensioenpremie. Dat is al één argument voor een goed pensioendebat en het nemen van maatregelen.

Page 4: Hamlet in Pensioenland

april 2016 - PensioenAdvies 13

is nu twee keer zo groot als voor de crisis. Alleen al van het rendement op dat vermogen zijn de toekomstige pensioenen te betalen.”

− “De ECB sloopt het Nederlands pensioenstelsel”, vindt Ma-chiel de Graaf van de PVV

− Pieter Omtzigt (CDA) wil dat het kabinet zich uitspreekt over de vraag of de ECB zijn mandaat niet overschrijdt met het opkopen van honderden miljarden aan staatsobligaties om de economie te stimuleren.

− Verder kwamen vragen (maar géén antwoorden) voorbij als: Hoe maken we het stelsel minder rentegevoelig? Wat doen we met al die flexwerkers en zpp’ers? Willen mensen wel of niet meer keuzevrijheid – en is dat wel verstandig?

BalansDe trieste balans is dat er in deze kabinetsperiode zelfs geen be-gin wordt gemaakt met de implementatie van de voorgestelde ‘hoofdlijnen’ van het kabinet. Weliswaar zal de SER nog met een (uitgebreid?) aanvullend advies komen, maar de politieke wil en consensus om daar écht iets mee te gaan doen, ontbreekt. Zoveel kunnen we nu al wel stellen.

Paul Ulenbelt (SP):

“Paniek over pensioenen is totaal

onnodig”

Gebrek aan politieke moed en visieDe redactie van Pensioen Advies heeft bijna alle Tweede Ka-merfracties de vragen voorgelegd: • Bent u het eens met de stelling dat ons pensioenstelsel binnen nu en 10 jaar drastisch moet zijn herzien? Waarom wel/niet?• Wat zijn volgens u de top 3 politieke belemmeringen om

tot een nieuw nationaal pensioenstelsel te komen?• Bent u voor- of tegenstander stander van de huidige pensioenverplichting? • Hoe ziet het ideale pensioenstelsel er volgens u uit wat betreft: • De inhoud van de pensioenregeling • De uitvoering van de pensioenregeling • De reikwijdte van pensioen de pensioenregeling • De financiering van de regeling • Governance en toezicht

Betekenisvolle reacties, visies en meningen bleven uit. Nagenoeg alle politici verwezen gemakshalve naar het alge-meen overleg met de staatssecretaris op 30 maart jongstle-den. En dat was een debat dat moest gaan over de toe-komst van ons pensioenstelsel, maar bleef steken in paniek over het ‘hier en nu’. Daarin liep het CDA zoals gebruike-lijk, bij monde van Pieter Omtzigt, voorop met het bekriti-seren van procedures en handelwijzen van het kabinet om vervolgens aan te dringen op actie (bij de ECB) zonder zelf inhoudelijk ook maar iets bij te dragen. De PVV komt niet verder dan “de ECB sloopt het Nederlands pensioenstelsel”. De PvdA zit met het dilemma de ‘eigen bewindsvrouw’ op haar beleid moeilijk te kunnen afvallen, laat staan aan te vallen. Daar komt bij dat Roos Vermeij (fractiewoordvoer-der voor ‘pensioen’) op geen enkel moment respect afdwingt vanwege haar kennis van en voorbereiding op het pensioendossier.

Groenlinks en CU hebben klaarblijkelijk geen tijd om zich in het pensioendossier goed te verdiepen. Dat is jammer, want Carola Schouten (CU) paart een goed politiek in-stinct aan kennis van de dossiers die haar zijn toevertrouwd en ook Groen Links heeft met - nog niet zo heel lang gele-den Jolanda Sap als ‘voortrekker’ en nu - Jesse Klaver, ook de nodige kennis en ervaring in huis op het pensioendos-sier. Paul Ulenbelt was eigenlijk de enige met een inhoude-lijke inbreng. Hij ziet - zoals op basis van de beginselen van zijn partij (SP) te verwachten valt – toekomst in een ‘nationaal pensioen’.