io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden...

25
io8 DEEL 2 - ZIJN ROZENKRANTZ Waarom weent u dan, als u zo blij bent? HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als een mens zulke mensen te vriend mag hebben als ik jullie twee. Ga alvast! Pak onze spullen. Ik kom! En zeg in mijn plaats vaarwel aan mijn moeder de koning. ROZENKRANTZ (fluisterend; in verwarring) De koning is uw vader. Hamlet. Uw moeder is koningin. HAMLET (luid) Vader en moeder zijn man en vrouw, man en vrouw zijn één in het vlees, dus mijn moeder is koning, mijn vader vorstin. Wat maakt het uit? Ga al! Ik kom. ROZENKRANTZ (aarzelend) Oké. Tot zo! GUILDENSTERN Tot zo. (wijiit, meegetroond door Rozenkrantz) HAMLET Tot zo! (merkt Izoe ook Claudius wijkt en achter Rozenkrantz en Guildenstern aangaat) Elk feit, elke seconde die verglijdt is een vonnis dat me mijn getreuzel verwijt, (lacht) Waar is mijn moed? DERDE BEDRIJF 109 Hoe lang kan iemand blijven jammeren 'Dit is wat ik moet doen!'? Terwijl om 'hét' te doen de kracht, de wil, de noodzaak en de middelen hem niet ontbreken? De voorbeelden steken me nochtans de ogen uit. Geen greintje twijfel: eerst Rozenkrantz, dan Guildenstern — ook hij, toch hij. Allebei: bereid hun vege lichaam bloot te stellen aan perikelen, aan niet becijferbaar gevaar, als nietig onderdeel van een vermalende machine, een regiment in stormloop, onder een stortvloed van loeiende bommen, gloeiende schrapnels. Laërtes ook, als eerste! Briesend van doodsverachting, met beide voeten pal op onze grens, nog net niet smekend om een kogel in zijn kop. (lacht) In ruil voor wat? Een habbekrats, een peulenschil, (achter hem treedt de Geest van Yorick tevoorschijn, langzaam naar voren tredend; aan zijn ene hand Ophelia, aan zijn andere hand de schim van Polonius) Wat is beginselvastheid, wat is wilskracht? Zich laten leiden door een ideaal? Een godsdienst? Een natie, een 'groot verhaal'? Welnee. Wilskracht is vechten, totterdood, om al één stuk stro, één morzel gronds, één sikkepitje roem of eer. Zich offeren, in naam van anderen. Zich zuiveren, in de hoop op méér voor al wie achterblijft, (rilt, huivert) En ter verdediging van wat? Een lap grond die voor een deftig slagveld zelfs te klein is. Te plat en mottig voor een mausoleum, te zompig en te zuur voor de zerken van zovelen. (als in koorts) Genoeg! Ik trek mij aan hen op. Van nu af aan denk ik enkel nog aan bloed. Zoals het hoort. Zoals het moet. Nu. Nu! Nü! (wijkt)

Transcript of io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden...

Page 1: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

io8 D E E L 2 - Z I J N

R O Z E N K R A N T Z

Waarom weent u dan, als u zo blij bent?

H A M L E T

Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als een mens zulke mensen te vriend mag hebben als ik jullie twee. Ga alvast! Pak onze spullen. Ik kom! En zeg in mijn plaats vaarwel aan mijn moeder de koning.

R O Z E N K R A N T Z

(fluisterend; in verwarring)

De koning is uw vader. Hamlet. Uw moeder is koningin.

H A M L E T

(luid) Vader en moeder zijn man en vrouw, man en vrouw zijn één in het vlees, dus mijn moeder is koning, mijn vader vorstin. Wat maakt het uit? Ga al! Ik kom.

R O Z E N K R A N T Z

(aarzelend)

Oké. Tot zo!

G U I L D E N S T E R N

Tot zo. (wijiit, meegetroond door Rozenkrantz)

H A M L E T

Tot zo! (merkt Izoe ook Claudius wijkt en achter Rozenkrantz en Guildenstern aangaat)

Elk feit, elke seconde die verglijdt is een vonnis dat me mijn getreuzel verwijt, (lacht) Waar is mijn moed?

D E R D E B E D R I J F 109

Hoe lang kan iemand blijven jammeren 'Dit is wat ik moet doen!'? Terwijl om 'hét' te doen de kracht, de wil , de noodzaak en de middelen hem niet ontbreken? De voorbeelden steken me nochtans de ogen uit. Geen greintje twijfel: eerst Rozenkrantz, dan Guildenstern — ook hij, toch hij. Allebei: bereid hun vege lichaam bloot te stellen aan perikelen, aan niet becijferbaar gevaar, als nietig onderdeel van een vermalende machine, een regiment in stormloop, onder een stortvloed van loeiende bommen, gloeiende schrapnels. Laërtes ook, als eerste! Briesend van doodsverachting, met beide voeten pal op onze grens, nog net niet smekend om een kogel in zijn kop. (lacht) In ruil voor wat? Een habbekrats, een peulenschil, (achter

hem treedt de Geest van Yorick tevoorschijn, langzaam naar

voren tredend; aan zijn ene hand Ophelia, aan zijn andere hand

de schim van Polonius) Wat is beginselvastheid, wat is wilskracht? Zich laten leiden door een ideaal? Een godsdienst? Een natie, een 'groot verhaal'? Welnee. Wilskracht is vechten, totterdood, om al één stuk stro, één morzel gronds, één sikkepitje roem of eer. Zich offeren, in naam van anderen. Zich zuiveren, in de hoop op méér voor al wie achterblijft, (rilt, huivert) En ter verdediging van wat? Een lap grond die voor een deftig slagveld zelfs te klein is. Te plat en mottig voor een mausoleum, te zompig en te zuur voor de zerken van zovelen. (als in koorts) Genoeg! Ik trek mij aan hen op. Van nu af aan denk ik enkel nog aan bloed. Zoals het hoort. Zoals het moet. Nu. Nu! Nü!

(wijkt)

Page 2: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

110 D E E L 2 - Z I J N

I I I . 3 D E T E R U G K E E R V A N D E R A T T E N K O N I N G

D E G E E S T Y A N Y O R I C K

(tussen Ophelia en de schim van Polonius in)

Zo gaat het steeds. Pas als men iets verliest Beseft men des te meer dat het bestond. En eerst is daar nog troostend overschot — Twee schoenen, keurig naast elkaar; een boek, Nog openliggend, klaar om zin te geven; Een jas, een halfvol glas, een geur, een brief Waaraan pas gisteren begonnen was... Doch een voor een verdwijnt dat in de grond. Of in het ijle; of in — ergst van al — De trukendoos van de memorie. Nooit, A l doet men zo zijn best, wordt iets herboren Dat men voorgoed en domweg heeft verloren. Verbeelding schiet tekort, kan slechts bedotten. Te moeten missen is de wreedste smart: A l pijnigt men zijn hersens en zijn hart. Ook een herinnering begint te rotten.

O P H E L I A

(speurt in het ijle rond, als Hamlet in III. 1)

Waar is hij nu.? Waar bl i j f t hij toch? M i j n laatste toeverlaat. H i j die alleen, zo zei hij toch, voor mij bestond? Ach, ja — zo waren er wel drie. En geen die ik nog zie. Zoals één rattenkoning vele ratten

D E R D E B E D R I J F 111

zijn, verstrengeld met hun staart, zo zijn ook zij. Verenigd en toch kwaad. Drie verwarde ongediertes, die happen naar de strot van de twee anderen — zo zijn de mannen in mijn leven met elkaar verbonden. Wel, waar zijn ze nu? Waar is mijn rattenkoning? Wie van de drie houdt nog zijn tanden klaar, zijn klauwen scherp, zijn ogen open? En wat ben ik? Tenzij drie keer verlaten? Ik ben de vangst waar men om vecht. Een roder wordend laken. Een bed waar niemand zich in uit wi l strekken, omdat het geurt naar weemoed en bederf.

D E G E E S T Y A N P O L O N I U S

(glimlacht haar toe, zonder haar aan te raken)

Geduld, mijn dui:^^. Jouw t i jd komt ook. Jouw ti jd komt later. Jij bent nog niet klaar.

O P H E L I A

(zingt) Steen en been — De een gaat weg De ander weent Steen en been — De een bederft De ander zwerft De een vergaat De ander blaat: 'Steen en been!' 'Steen en been!'

G E R T R U D E

(trad al behoedzaam naar voren)

Lief kind, wat bazel je? Wat is in jou Gevaren? Kijk me aan! Hoe gaat het, kind?

Page 3: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

112 D E E L 2 - Z I J N

O P H E L I A

Niet goed. Niet slecht. Waar moet ik heen.? Ik heb altijd gedacht dat er een land bestond. Een ander land. En datje kon verhuizen. Wat is de zin, als alles meeverhuist.? En als dat 'alles' niets behelst? A l is het nog zo zwart en nog zo zwaar.

G E R T R U D E

Hoezo, 'zwart'.? Hoezo, 'zwaar'.?

O P H E L I A

Ik denk altijd dat alles goed komt. Dat is mij zo ge­leerd. Dus denk ik er niet aan. Want anders ween ik mij kapot. Hoe hij in koude, onbekende grond gelegd is, naast het l i jk van een hond en een doodgeboren veulen. Naast het laatste bed van een melaatse.

(wijst veriieugd naar de schim van Polonius)

Maar kijk, hij is er nog! Daar is hij! Daar! Dan toch!

G E R T R U D E

(streelt Ophelia over de wang)

M i j n arme kind —

Er is hier niets, behalve j i j en ik.

O P H E L I A

Maar kijk dan toch! Hier is hij, hier — zoals hij altijd was. (grijpt de hand van haar vader heet)

D E G E E S T Y A N P O L O N I U S

(streelt Ophelia over de wang)

Geduld, mijn kind. Jouw ti jd komt ook. Jouw ti jd komt snel.

D E R D E B E D R I J F "3

G E R T R U D E

Er is hier niets. Hoe komt het dat mijn zoon En j i j alleen in waanzin zijn verenigd?

O P H E L I A

(zingt zacht; kust haar vader)

'Vandaag is het Sint-Valentijn.' 'Vannacht wi l ik de jouwe zijn.'

G E R T R U D E

(streelt Ophelia over het hoofd)

Ik vreesde steeds dat één horreur het meest Een moeder als een zwaard boven het hoofd hing: Je kind zien sterven, en zelf blijven leven. Ik heb de wreedheid onderschat van wat Betiteld wordt — zo stuitend lieflijk — als 'Moeder Natuur'. Zij kan haar schepselen Vermorzelen en toch in leven houden, Als om hun ouders dubbel zwaar te straffen. Ze hoopten in hun overmoed om nooit Verval te hoeven zien dan bij zichzelf Maar zie: het kan! Je kroost verliezen en Het net zo goed nog altijd naast je hebben. Verhakkeld, meelijwekkend, zonder hoop. En wie is dan het meest verweesd? Het kind. Dat niets meer weet van wat het overkomt? Of moeders die, tenzij gemis en vrees. Niets rest van wat ze ooit hebben gebaard?

O P H E L I A

(wijst verrukt)

Kijk nu! Daar is hij dan! Daar is hij toch!

Page 4: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

114 D E E L 2 - Z I J N

L A Ë R T E S

(moeizaam naar voren tredend; gehavend, gewond)

Hier ben ik, ja. Het moclit. H i j is weg, onze verwekker. Leeggebloed — hij is uit de weg. En die ander, die is ook weg — uit de weg. Naar het front, waar ik van­daan kom. Alleen ik ben er, Ophelia. Ik ben er weer.

(streelt haar)

Eindelijk alleen met mij. Ben je blij.?

O P H E L I A

(verbijt haar tranen)

Ik ben je naam vergeten. Zeg het mij. Hoe heet je weer.?

L A E R T E S

Ik ben direct hierheen gekomen. Toen ik het hoorde. (wil haar wang strelen, ze ontwijkt hem)

Men heeft het mij verteld. Van jou. En hem. Vermoord. Door uitgerekend hém.

O P H E L I A

Van wie.? Door wie.?

L A Ë R T E S

Ik heb jou zo gemist. En jij?

O P H E L I A

(steeds meer in paniek)

Wie ben j i j ook alweer? Ik heb zoveel gemist. Er is meer dat ik mis dan dat ik weet.

L A Ë R T E S

(tot Gertrude)

Wie heeft haar dit aangedaan.?

D E R D E B E D R I J F

G E R T R U D E

Geen mens. Zijzelf De feiten.

L A Ë R T E S

Nee. Iedereen. Wi j allemaal. Ze had geen kans. Ik liet haar achter in de Idauwen van wie haar wou vermalen.

(omarmt Ophelia)

M i j n armen zijn geen molenstenen, zus. Voel maar. Ze zijn van vlees en bloed. Ze zijn er enkel en aUeen voor jou.

O P H E L I A

(vlijt zich tegen hem aan)

Ik weet het weer! Laërtes. M i j n Laërtes! Een broer,

en ik zijn hoer. (lacht) De ene zwerft, de ander sterft. De een bederft,

de ander erft. (wil hem kussen)

L A Ë R T E S

(ontwijkt haar kus, omknelt haar, streelt haar; fluistert, huivert)

Als ooit de zon het lef heeft zich opnieuw te tonen? Laat dan haar gloed mijn hersens ook verdrogen. Ik wi l jouw bezit worden, jouw evenbeeld. Meer dan ik het nu al ben. Geen zout wi l ik nog wenen, enkel zuur, tot ik verlost ben van je troosteloze aanblik. Je waanzin zet ik iedereen betaald, tot nergens nog een druppel water zuiver bl i j f t van bloed. M i j n roosje, mijn papaver-mond, mijn zusje, mijn vervloeking. Hoe kan het? Dat het brein van zo'n jong meisje — zo gezond, zo pijnlijk schoon — net zo gemakkelijk ontbinden kan als het karkas van een bejaarde?

Page 5: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

ii6 D E E L 2 — Z I J N

O P H E L I A

(verliefd glimlachend)

Raad eens, broer? Waar smaakt het naar? (hem telkens kleine kussen gevend)

Rozemarijn. En dit: vergeet-me-nietjes. Di t is venkel, dit is akelei. Genadekruid en salie. Di t saffraan en dit amandel. Valeriaan, vanille, (grinnikt) Melisse, munt en marjolein.

(kust hem eventjes op de mond)

L A Ë R T E S

Jij bent zo gekmakend mooi. En zo intens gekwetst.

O P H E L I A

Ik wou je ook viooltjes geven, maar ze verwelkten toen mijn vader stierf Een mooie dood. Dat zegt men toch. En snel. (kust hem opnieuw) Wat snel gebeurt, is altijd schoon.

L A Ë R T E S

(neemt haar hoofd in beide handen)

Ik had, indien het moest, kunnen verdragen dat ik zelf verminkt geraakt was. Ik heb er genoeg gezien. Het front? Eén optocht van onttakeling en waanzin, één processie van monsters en gedrochten. A l dat lijden. En bij elke niet-gewonde, die constante vrees: wanneer ik? Wanneer! Nu heb ik spijt. M i j n beide benen kwijt? M i j n neus, mijn strottenhoofd, mijn tong? Of alles tegelijk? Daarmee had ik kunnen overleven. Aan jouw zijde, (kust haar weer) Maar niet dit. Niet j i j . Niet ook nog j i j erbij. Vaarwel.

(begint haar te wurgen)

D E R D E B E D R I J F 117

G E R T R U D E

M i j n God — Laërtes! Wat beziek je? Stop!

L A Ë R T E S

(gaat door met wurgen; zeifin tranen)

Verwelkte bloemen knipje af Uit Hefde en respect.

G E R T R U D E

(probeert zijn handen los te wunnen)

Wat is in jou gevaren? Waarom doe je dit?

L A Ë R T E S

(weert Gertrude af lost zijn greep niet)

Uit eerbied. Voor haar. Voor haar eerdere volmaaktheid.

(breekt Ophelia's nek)

G E R T R U D E

Laërtes! Wat heb je gedaan? Is iedereen hier gek

geworden? En waar verdient dit arme kind het aan?

Ik wilde rozenbladen strooien op haar huwelijksbed,

niet op haar graf (ze wil Ophelia aanraken)

L A Ë R T E S

(weert Gertrude af legt Ophelia voorzichtig op de grond neer)

Geen gebaar is méér perfect. Door de zwakte in haar hoofd, eerst verbonden met een prins. Nu in de dood verbonden met een vader. Dankzij de handen van een ander. Ik. Haar enige. Di t was haar lot, haar loon. Ik kon niet anders. Het was mijn recht.

(trekt zijn zwaard en keert zich naar Gertrude)

Page 6: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

ii8 D E E L 2 - Z I J N

C L A U D I U S

(treedt naar voren; bekijkt in afgrijzen Ophelia)

Laërtes! Wat is in jou gevaren, man? Schaam je! Jij was de zoon die fk mij had gedroomd. Eerst deserteer je — en nu dit? Het is een teken aan de wand, vandaag de dag, bij al wie jong is, en ondankbaar. Jullie alle­maal, jullie zien je bij voorbaat allemaal als grote held, maar jullie schieten tekort zodra je oog in oog staat met de wereld. De échte wereld. Jullie vallen door de mand. Jullie hebben geen morele codes, geen door­zetting, geen ruggengraat, geen respect. Waar is ze, jullie wil , jullie moed? Wat scheelt er collectief aan jullie bovenkamer? Jullie drijven op geluk en zelf­beklag, meer niet. Om één ding ben ik blij . Dat jouw arme vader het niet meer mee heeft hoeven maken, dat uitgerekend j i j zijn oogappel hebt omgebracht.

L A Ë R T E S

(bloednuchter)

Waarom schokt dit jullie zo? Waar ik vandaan kom — en waar ik, net zoals zovelen, werd heen gelokt of heen gestuurd — is de dood iets heel gewoons. Ze kan uit de lucht komen vallen, worden afgesmeekt, of opgezocht — het maakt niet uit. Ze komt wanneer ze komt. Dat heb ik geleerd, en verder niets. Ik heb de grens gezien, niet enkel van ons land. Ik heb de grens gezien van ons verstand. Dankzij jullie twee. Een koning zonder kloten en zijn wi j f zonder fatsoen.

G E R T R U D E

(knielde verslagen neer bij Ophelia, ontfermt zich over haar lijk)

Jongen, leg dat zwaard neer. Doe niets doms. Hou op.

D E R D E B E D R I J F 119

C L A U D I U S

(tot bedaren komend)

Laërtes? Geef mij je wapen, jongen. Ik was misschien te hard in mijn bewoording. Je bent in shock. Maar doe niets onbezonnens. Dwing me niet om tegen jou te vechten. Ik ben jouw vorst.

L A Ë R T E S

'Mi jn vorst'? (lacht) Toen ik hierheen kwam werd ik toegejuicht. Ik! De zoon van je lakei, je hielenlikker, je tweedehands paljas. Ze riepen mij tot nieuwe koning uit. Wat denk je daarvan? Jouw trouwe onderdanen, die vreedzame idioten, die thuis gezellig rond het haardvuur zitten te huiveren, net als jullie twee, bij de berichten van het verre front, bij de geruchten over de bloeddorst van hun onzichtbare vijand — ze juichten zich schor waar ik verscheen, ze schreven jou al af, ze gooiden hun mutsen naar de mussen in de lentelucht, ze wrongen hun handen als bij de verschijning van een heilige geest, ze zonken op hun knieën, de stakkers. Voor mij! Ik, de keizer van het stakkerdom, de koning van de haat. Ik, voor wie niets nog waarde heeft, sinds ik mijn Hefde heb verloren en onze echte grenzen heb gezien. Geen mens die mij nog kan bekoren, geen lam, geen hond, nog geen klein kind. Alles kun je kelen. Jezelf op kop. Ook dat heb ik geleerd. Een les die jullie ook te wachten staat.

C L A U D I U S

Laërtes! Dwing me niet om je te straffen. Dwing me niet! Ik doe het!

(trekt ook zijn zwaard)

Page 7: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

120 D E E L 2 - Z I J N

L A Ë R T E S

(laat zijn wapen zakken)

Ga je gang. Vooruit. En dan? A l is de helft van ons gesneuveld, we zijn met z'n tienduizenden, en we keren allemaal weer. Allemaal dezelfde keizers van ellende, dezelfde stakkers der verbittering, onze haat bestaat op elke plek waar onze schaduw valt. We zijn vertrokken als jouw vlaggenzwaaiers van de hoop, jouw strijders van de schone sier, vrolijk zingend, op een vijand af die we niet kenden. Nu keren we zonder zingen, zonder vaandels, weer. Naar onze echte vijand. Jij, en j i j , en iedereen als juUie hier. Dat is een eeuwen­oud verhaal. Als de soldaat vertrekt, speelt er een fanfare. Maar het is, reeds dan, een afscheidsmars, een openbaar complot, een samenzwering van verwekkers. Het is nooit de bedoeling dat hij huiswaarts keert. Want dat is jullie echte vrees. Dat op een mooie dag je zoon, veranderd, vóór je staat. Wat brengt hij mee? Aan ziektes en aan inzicht? Met wat voor kwalen zal hij, teruggekomen, al wie achterbleef besmetten? Kom, dan! Straf mij, 'koning'. Straf me, steek me neer! Maar wat denk je te doen, wanneer niet ik maar Hamlet voor je staat? Wat heb je dan nog voor verweer?

(steekt Claudius met één houw neer)

C L A U D I U S

(zijgt verbaasd neer)

Laërtes! Di t is onmogelijk. Je steekt je koning neer! Hoe moeten jullie verder, zonder mij? Het land, het volk — jijzelf? Dit zal je duur bekopen.

(sterft)

D E R D E B E D R I J F 121

L A Ë R T E S

(steekt nog een paar keer; schopt het lijk ook een paar keer)

Met veel plezier betaal ik elke prijs. Zolang ik maar de eerste ben. Niet Hamlet. Niet Hamlet! Niet Hamlet!

G E R T R U D E

(ontredderd, neergezeten, hoofd van Ophelia in haar schoot)

Hamlet? Waar ben je. Hamlet? Ben je in leven? Ben je gewond, gezond? Je moeder wacht op jou. Waar bli jf je?

L A Ë R T E S

(stapt op haar a f )

Jouw zoon? H i j zwerft hierheen, als iedereen. De oorlog is verloren, de stellingen zijn doorbroken, de vijand overspoelt ons land als wolven bij een hongers­nood. H i j kan geen kant meer uit. Tenzij hierheen. Maar één ding kan ik je verzekeren. Ik die zelf geen kant meer uit kan, ikzelf die nergens in geloof, die kind noch kraai bezit om voor te zorgen... Ik zal mijn zuster wreken. Zonder haar — zoals ze was — is er geen toekomst meer. Er is maar één ding dat ik heb te doen. Ik moet de man die haar vernietigd heeft — hij weze kroonprins of malloot — doordringen van de waarde van het woord 'vergelding'.

(houdt Gertrude zijn zwaard voor)

In afwachting zal ik mijn wrok vertroetelen en koesteren, zoals een pelikaan zijn jong voedt met zijn eigen bloed, zelfs tot hij erbij neervah. Het mag het laatste zijn wat ik ooit doe, ik haal mijn gram. Op hem. Op Hamlet, (steekt Gertrude dood) En daarna

op Jan en alleman. (wijkt)

Page 8: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

123

V I E R D E : B E : D R I J F

i i r . i D E D A N S E M A C A B R E (ensemble)

Een kerkhof, dat een groteske •vervorming is van het decor van De Muizenval

uit het deel vóór de pauze. Eindeloos veel uniforme graven, geraamtes overal

en doodgravers overal: alle acteurs, behalve wie Hamlet en Laërtes spelen.

Op het voorplan twee doodgravers die zingen. Het duurt een tijd voor ze

verstaanbaar worden.

D O O D G R A V E R 1

(zelfde acteur als Guildenstern; graaft, zingt, lacht; bekijkt schedels)

'Zo mooi, zo blond, en zo alleen —

Dat kan toch niet bestaa-aan?'

D O O D G R A V E R 2

(zelfde acteur als Rozenkrantz; graaft, zingt, lacht; bekijkt schedels)

'Zo dood, zo bloot, en zo versteend — Hoe heeft dit ooit bestaa-aan?'

D O O D G R A V E R 1

(tot weer een ander skelet)

'Zo rond, gezond, voor mij alleen — Dat kan toch niet bestaa-aan?'

D O O D G R A V E R 2

(idem) 'Zo leeg, zo bleek, zo uitgebeend — Hoe heeft dit ooit bestaa-aan?'

Page 9: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

124 D E E L 2 - Z I J N

D O O D G R A Y E R 1

'Zo heet, zo breed, en zo obsceen — Dat kan toch niet bestaa-aan?'

D O O D G R A Y E R 2

(ruikt aan een kinderschedel)

'Zo hol, zo dol, en vol petrol — Hoe heeft dit ooit bestaa-aan?'

D O O D G R A Y E R 1

(leunt uitdagend op zijn spade)

Wacht, ik vs eet er nog een. 'Zeven chrysanten, zeven rozen...'

D O O D G R A Y E R 2

'Mi jn doodsboeket voor jou . . . '

D O O D G R A Y E R 1

(knielt voor skelet)

'Zeven chrysanten, zeven rozen. Heb ik heel speciaal gekozen...'

D O O D G R A Y E R 2

(idem) ' In de hoop met jou te vozen, Ook al had je dwangneurose...'

D O O D G R A Y E R 1

'Ook al stierf je van artrose...'

D O O D G R A Y E R 2

'Of zo te zien: meer een trombose...'

V I E R D E B E D R I J F 125

D O O D G R A Y E R 1

'En je was al werkeloze...'

D O O D G R A Y E R 2

'Alles beter dan leprozen, In kostuum of Lederhose...'

D O O D G R A Y E R 1

'Zonder blikken, zonder blozen...'

D O O D G R A Y E R 2

'Maar wel mét kartonnen dozen, Nog geplakt door de fransozen...'

D O O D G R A Y E R 1

(aan het eind van zijn rijm-Latijn)

'Euh... Ooze wooze wieze wooze...'

S A M E N

'Omdat ik zó veel van je hou... ' (high jive; gaan fluitend opnieuw aan het werk)

H A M L E T

(trad al naar voren; gehavend, gewond; keek naar de grafdelvers)

Zijn julHe niet beschaamd? Fluiten en zingen, tijdens het graven van een graf Hebben jullie dan geen hart?

D O O D G R A Y E R 1

(werkt voort)

W i j hebben juist te veel hart.

D O O D G R A Y E R 2

W i j nog wel. Voorlopig. (gooit lege ribbenkast terzijde)

Page 10: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

126 D E E L 2 - Z I J N

H A M L E T

Dat is hier een massagraf en jullie feesten als de beesten, jullie maken lol. Waarom begin je niet ineens te dansen, ook.?

D O O D G R A Y E R 1

Ach, zeur niet. Wat een mens veelvuldig doet?

D O O D G R A Y E R 2

Dat doet hem niets meer, op den duur.

D O O D G R A Y E R 1

(toont zijn hand)

Dankzij dit hier. De enige goede uitvinding van God. Eek!

D O O D G R A Y E R 2

(toont zijn heide handen)

Het harnas der natuur. Alleen een luie hand voelt pijn wanneer ze eens moet werken.

D O O D G R A Y E R 1

En met harten en met zielen is dat ook zo.

D O O D G R A Y E R 2

Eelt, overal eelt.

D O O D G R A Y E R 1

En dan zou je de kont van mijn buurvrouw moeten zien. Ook overal eelt.

D O O D G R A Y E R 2

Van het zitten of van iets anders?

V I E R D E B E D R I J F 127

D O O D G R A Y E R 1

Je mag driemaal raden. (ze lachen en werken)

H A M L E T

Oké. Touché. 'Eelt.' Maar dat is nog geen reden om te zingen.

D O O D G R A Y E R 2

Wat hebt u liever, dan? Dat we raadseltjes oplossen?

D O O D G R A Y E R 1

Wacht — ik ken er een, ik ken er een! Het is rood met twee zwarte strepen. Nee? Een tomaat met bretellen.

(lacht te luid om zichzelf)

Versta je? Een tomaat. Maar dan met bretellen.

D O O D G R A Y E R 2

Ik ken er een beter. Een doordenkertje.

D O O D G R A Y E R 1

Ik ook, ik ook! Het is purper met twee zwarte strepen. Een tomaat met bretellen die te hard spannen.

(bescheurt zich)

D O O D G R A Y E R 2

Wie bouwt steviger en duurzamer: een metselaar of een schrijnwerker?

D O O D G R A Y E R 1

(plots ernstig; denkt na)

Ik heb het geweten, hoor. Verdomme, toch.

Page 11: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

128 D E E L 2 - Z I J N

D O O D G R A Y E R 2

Ik zal het anders vragen. Wie werkt voor de eeuwigheid? Een kathedralenbouwer of een piramidebouwer?

D O O D G R A Y E R 1

Allez! Ik zou het anders duizend keren zeggen.

H A M L E T

Het is een strikvraag. Het antwoord is: jullie twee.

D O O D G R A Y E R 1

H i j en ik?

D O O D G R A Y E R 2

(knikt) De behuizing die wij maken? Die gaat voor altijd mee. En toch. Ik heb nog nooit klachten gekregen van de bewoners, het mag binnen regenen of het mag vriezen.

D O O D G R A Y E R 1

(snapt liet eindelijk)

Ah, op die manier: hij en ik! (lacht kon) Het klopt. We hebben hier nog nooit klachten gekregen. Ook niet vanwege het ongedierte, of verzakkingen of zo.

D O O D G R A Y E R 2

Dat is het voordeel aan onze stiel. Al t i jd contente klanten — per specula, per speculorum. Maar als u ons wilt excuseren? Want al gaat het om de eeuwigheid, ons werk is nü aan de winkel.

V I E R D E B E D R I J F 129

D O O D G R A Y E R 1

Of we er nu om lachen of niet! (lacht als enige)

H A M L E T

Is het zo druk dan?

D O O D G R A Y E R 2

(weer aan het werk)

We kunnen amper volgen.

D O O D G R A Y E R 1

De grond krijgt maar juist de t i jd om hun ogen leeg te zuigen en hun ribben schoon te kluiven.

H A M L E T

Maar het is lente. Alles groeit nog. Alles staat in bloei.

D O O D G R A Y E R 2

De dood, mijnheer, dfe staat in bloei. Het is hoog­seizoen — het is oorlog! Een plukker van peren en kersen — die spreekt van 'een goeie herfst'. W i j spreken van 'een goeie oorlog'.

D O O D G R A Y E R 1

Alleen riekt onze oogst iets minder aangenaam. En als ik u was? Ik zou er geen compote van maken.

(lacht als enige)

D O O D G R A Y E R 2

Maar excuseer, mijnheer — mag ik u ook wat vragen? Komt u ook zelf niet van het front?

Page 12: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

130 D E E L 2 - Z I J N

D O O D G R A Y E R 1

En u bent, zo te zien, maar op liet nippertje ontsnapt.

D O O D G R A Y E R 2

Aan de vijand. En dus aan ons! (lacht als enige)

H A M L E T

Ik heb geen vijanden meer. Ooit had ik twee vrienden. Ze wilden me verraden. Uit lafheid, uit ambitie. De papieren waarmee ze dat bekokstoofd hadden, heb ik zelf vervalst. Zo heeft het plan zich tegen hen gekeerd. Z i j kwamen om, niet ik.

D O O D G R A Y E R 2

't Is een gelukkig man, die zeggen kan: 'Ik heb geen vijand meer'.

D O O D G R A Y E R 1

Opgeruimd staat netjes.

H A M L E T

Ze zijn opgeruimd, dat klopt. Maar ze kwellen mijn geweten. Ik mis hen. Allebei.

D O O D G R A Y E R 2

We zullen ze met zorg behandelen, mijnheer, wanneer ze hier arriveren.

H A M L E T

(grijp de hand van hem, die net nog Guildenstern speelde)

Doe ze mijn groeten. Zeg hun dat ik ze vergeef

V I E R D E B E D R I J F

D O O D G R A Y E R 1

U bent te goed, mijnheer.

D O O D G R A Y E R 2

Te goed voor deze wereld.

H A M L E T

(grijnst) Dat hebben er nog gezegd.

D O O D G R A Y E R 1

(zingt en werJit; gooit weer wat knollen terzijde) 'Huilen is voor jou te laat, ik kom niet meer...'

D O O D G R A Y E R 2

(idem) 'Wacht maar niet op mij, dit is de laatste keer...'

D O O D G R A Y E R 1

'Datje mij bedrogen hebt? Het is te laat...'

D O O D G R A Y E R 2

'Want mijn liefde voor jou, dat is nu toch enkel: haat...' (gooit een schedel omhoog uit een graf, vlak voor Hamiets voeten)

H A M L E T

(kijkt gefascineerd naar de schedel)

Mijnheer? Zeg mij: wiens graf is het, waar u in staat?

D O O D G R A Y E R 2

Dit graf? Dat is van ons.

D O O D G R A Y E R 1

We liggen er niet in en toch is het van ons. (lacht als enige)

Page 13: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

132 D E E L 2 - Z I J N

H A M L E T

U liegt. Een graf is voor de doden, niet de levenden.

D O O D G R A Y E R 2

U dwaalt. Zonder levenden bezit geen enkele dode een graf.

H A M L E T

Touché, (buigt zich over de schedel) Hoe lang ligt een mens onder de grond, alvorens hij begint te rotten?

D O O D G R A Y E R 2

Dat hangt van die grond af

D O O D G R A Y E R 1

Om maar te zwijgen van die mens.

D O O D G R A Y E R 2

Klei is goed, leem is beter, zand is niet plezant — dat houdt geen beesten tegen.

D O O D G R A Y E R 1

Als hij niet rot is vóór hij sterft, dan trekt de mens het soms een jaar of twee. Behalve pooiers, hoeren en hun klanten. Die vallen al van de syfilis uiteen nog vóór ze rotten.

D O O D G R A Y E R 2

Het strafste is een looier. Die mannen maakten zo lang leer dat hun eigen vel na negen jaar nog altijd goed is om er zadeltassen van te maken. De rest? Daar schiet niet veel van over, na een hete zomer.

V I E R D E B E D R I J F 133

D O O D G R A Y E R 1

Er zijn uitzonderingen, (wijst naar de schedel, waar Hamlet

gehurkt naar zit te kijken) Deze schedel heeft langer dan tien jaar verbleven in de eierschaal die 'Moeder Aarde' heet. En zie eens? Geen beschadigingen, zeldzaam zuiver, bewonderenswaardig groot van omvang en gewicht. H i j was dan ook een regelrecht genie.

H A M L E T

(bekijkt de schedel van dichtbij)

Wie was hij? Vertel het, zeg mij: wie?

D O O D G R A Y E R 2

De schitterendste geest die ik ooit heb ontmoet. Briljant en snaaks en snedig. H i j heeft ooit over mijn eigen schedel een fles wijn gegoten uit de regio van de Rijn.

D O O D G R A Y E R 1

Wijn van de Rijn? Dat is azijn. Dan mag je van geluk spreken dat je je haar nog hébt.

D O O D G R A Y E R 2

M i j n haar nog wel. M i j n lever is passé.

H A M L E T

Wie was hij? Zeg het mij . Ik heb een voorgevoel.

D O O D G R A Y E R 2

(grijpt de schedel respectvol met heide handen heet)

Dit was ooit Yorick. De potsenmaker van de oude koning Hamlet. De Nar des Vaderlands, de Koning der Komieken. Hier.

Page 14: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

134 D E E L 2 - Z I J N

H A M L E T

(neemt ontroerd de schedel in ontvangst; streelt hem)

Arme Yorick. Jij hebt mij wel duizend keer gedragen, hoog op jouw gebochelde rug. Ik, schrijlings op je bult, wiegend als op een kameel. Of nee! Een dolfijn — door de branding tuimelend en deinend. Ik op je rug, j i j met je veel te grote, gladde waterhoofd. Al t i jd praatjes, altijd die verhalen. Geen mens die heeft be­staan bestond uit zoveel poëzie. Geen man heeft mij zozeer gevormd en aangestoken. En nu? Als ik dit zie? Door de verbeelding die ik van jou heb meegekregen, kan ik alleen maar gruwen bij dit zicht. Wat heeft het leven met jou aangericht? Je doet me kokhalzen, mijn oudste, mijn enige vriend. Waar ben je nu?

(de Geest van Yorick treedt langzaam naar voren, achter Hamlet)

Hier bevonden zich de lippen van je mond, die mij meer gekust heeft dan mijn ouders. Waar zijn je grollen toch? Je middernachtelijke sprookjes, je manke bokkensprongen als er werd gedanst. Je rake sneren aan de tafel bij een officieel banket, tot ieder zich beplaste van het lachen? En nu! Niet één schimpscheut meer? Alles weggerot en opgelost. Kom!

(lacht) Ga naar de kamer van mijn moeder, snel. En maak haar diets dat deze tronie haar te wachten staat, al smeert ze zeven lagen schmink op elke wang. Eens zien of ze daarmee lachen kan!

(bekijkt opnieuw de schedel)

M i j n God — tot wat voor vuiligheid vervallen wij? Zou Alexander de Grote er ook zo uit hebben gezien, uiteindelijk? Zou ook hij hebben gestonken — zo?

(riekt en kokhalst)

D E G E E S T Y A N Y O R I C K

(streelt Hamlet over het hoofd)

V I E R D E B E D R I J F 135

Maar Alexander is, als ieder ander. Nog steeds present. In alles wat men ziet. Waarom zou uw verbeelding niet van hem — De grootste heerser die ooit heeft geleefd — Het stof traceren waar hij van gemaakt was? Het spul dat ster met sterveling verbindt? H i j stierf, hij werd begraven, hij werd gruis. De wind blies hem de hele wereld rond — H i j werd mobieler dan zijn leger, ooit. Maar gruis is grond, en grond leent zich tot leem. Zodoende werd de jonge Caesar, dood. De heerser van een nog veel groter rijk.

(achter Hamlet en de Geest van Yorick treden schimmen aan: Ophelia

en Polonius, hand in hand met Claudius en Gertrude; de twee doodgravers

veranderen, zonder dat Hamlet het merkt, in de schimmen van Rozenkrantz

en Guildenstern, en voegen zich bij de vier andere schimmen; ze staan

achter Hamlet en de Geest van Yorick en vormen met hen één tableau,

zonder dat Hamlet iets merkt)

De pannen op een dak? De aarden stop In tonnen bier? De klei met stro, waarmee De kier in elke muur wordt dichtgesmeerd? Geen zaak bestaat die niets van hem bevat, 't Is uit zijn l i jk dat mortel wordt gekneed; 't Is uit zijn l i j f dat bloemen bloeien, wijn Bewaard wordt in een fles, en vis in vaten. Ooit stak zijn vlees de hemel naar de kroon. Nu is hij pleisterwerk, in wind en weer; Gebakken steen, het materiaal waarmee Men bruggen bouwt, een stad, een kathedraal. Zo gaat hij, ongezien, nog steeds tekeer. Zoals zovelen. Iedereen. In alles. En overal, (kust Hamlet op het hoofd, fluistert)

Gebruik toch uw verbeelding...

Page 15: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

136 D E E L 2 - Z I J N V I E R D E B E D R I J F

H A M L E T

(weert de Geest van Yorick a f )

Het spijt me zeer. Ik wou dat ik het geloven kon. Het is allemaal fa9ade.

(laat de schedel op de grond rollen)

D E G E E S T Y A N Y O R I C K

(ontdaan)

Goed dan. Zoals u wilt. (wijkt halvelings)

H A M L E T

Niets keert weer. Niets en niemand!

L A Ë R T E S

(treedt naar voren, bebloed en met getrokken zwaard)

Hamlet? Hamlet! Waar zitje? Durf jezelf te tonen, wees voor ééns een echte man!

H A M L E T

Laërtes? Goddank! Ik vreesde dat ook j i j was omgekomen.

L A Ë R T E S

Misschien was mij dat beter overkomen, ja. Maar dan was het mij niet gegund geweest om jou betaald te zetten, klootzak, watje mij, ons allemaal, hebt aangedaan.

H A M L E T

Laërtes? Hoe moeilijk het ook valt: vergeef me. Dat ik je vader heb gedood. Dat was een ongeluk. Een vlaag van zinsverbijstering. Het spijt me. Tot in de kleinste vezel van mijn l i j f

L A Ë R T E S

Dan zal het jou geen moeite kosten om mij iets te vergeven waar ik geen spat wroeging om voel. Ik heb jouw vader gekeeld als een varken.

H A M L E T

(in verwarring)

Mijn vader? Die was al dood.

L A Ë R T E S

(wankelt als van vermoeidheid en pijn; korzelig)

Je oom dan — je oom, je vader, wat maakt het allemaal uit? Ik heb hem over de kling gejaagd en uit het raam gegooid. De mensen stonden te juichen.

H A M L E T

Je hebt mijn oom gedood — jij? Waarom?

L A Ë R T E S

(lacht) Ten eerste. H i j heeft de dood van duizenden op zijn geweten. De helft van jouw en mijn generatie. Ten tweede. Dan kon j i j het niet meer doen. Jij hebt mij dezelfde streek geleverd. Jij hebt mijn vader gekeeld. Dat recht heb je mij ontnomen. Wel, dan keel ik die van jou. Ik haat je. Hamlet, (wankelt)

Dus heb ik ook jouw moeder gedood. Zijn hoer.

H A M L E T

Niemand heeft het recht haar zo te noemen. Wat heeft dat arme mens jou ooit misdaan?

L A Ë R T E S

(huiverend, wankelt)

Page 16: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

138 D E E L 2 - Z I J N

Een dode meer, een dode minder — wie telt de verliezen, als het slachten is begonnen? Het lokt geen tranen uit. Integendeel, 't wordt iets normaals. Het li jkt alsof het altijd zo moet zijn. Tenzij?

(grient) Ophelia...

H A M L E T

(zachtjes)

Niet ook nog eens Ophelia?

L A Ë R T E S

(meent, wankelt)

Ze wist niet eens mijn naam meer. Ze was on­geneeslijk beschadigd. Een spotprent van zichzelf Jij had haar besmet. Met jouw gekte, met jouw haat. Ik moest haar helpen. Ik kon niet anders. Ik heb haar voorgoed gered.

H A M L E T

Je zus. Dat weerloos kind. Waarom?

L A Ë R T E S

Jij hield van haar. En zij van jou. En ik van haar. Ik, het meest van al. Meer dan mijn vader. Meer dan j i j . Zo toont de ware liefde zich. In verregaande daden.

(wankelt weer)

H A M L E T

Ik hield van haar. Ik! Meer dan veertigduizend broers het konden doen.

(trekt zijn zwaard)

Kom! Ik zorg ervoor dat j i j met haar begraven wordt. Of ik met haar, indien j i j wint.

V I E R D E B E D R I J F 139

L A Ë R T E S

(zijgt op zijn knieën, ziek maar grijzend)

Het is te laat. Hamlet. Het is voorbij. (lacht) Ik heb vergif genomen. Geen medicijn

ter wereld kan mij redden.

H A M L E T

Vergif? Zoals mijn vader? Maar waarom?

L A Ë R T E S

Jij krijgt geen tweegevecht. Dat gun ik jou niet. Ik wil dat j i j wordt wat j i j van mij gemaakt hebt. Een vastgebonden, machteloze marionet. Ik wilde dat er niemand overbleef op wie j i j je wreken kón, voor de moord op een tiran — of denk je soms dat jouw echte vader dat niet was, een despoot? Hetzelfde voor jouw moeder. Twee keer een hoer. Voila. Nu weetje wat het is. Hoe ik me voel, als ik moet denken aan Ophelia. En aan Polonius, zelfs hem.

H A M L E T

Vecht! Vecht tegen mij! Ik smeek je. Wees niet laf

L A Ë R T E S

(grimast van de pijn, grijnst)

Laf? Besef j i j goed hoeveel pijn dit doet? Maar ik kan ze jou tenminste tonen, mijn pijn. Ik kan ervan genieten datje weet, datje beséft, dat j i j ze niet hebt aangericht.

(spreidt geknield de armen) Kijk. Kijk dan. Hamlet. Zie mij aan.

(kokhalst van de pijn; kermt)

Sla dan. Slacht me af

Page 17: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

140 D E E L 2 - Z I J N

H A M L E T

(laat zwaard zakken)

Ik ben je vijand niet. We moeten ons verzoenen.

L A E R T E S

(lacht) Lieve lielp, man! Ga je, op dit punt gekomen, nog altijd filosoferen.? (weerpijnaanval) O, laat er toch een eind aan komen, snel.

H A M L E T

(knielt bij Laërtes neer)

Vergeef me wat ik deed. Ik was een ander mens. Vergeef het me. Zoals ik het doe voor jou.

L A Ë R T E S

(kermt, grijnst)

M i j n God, zeg! Op één voorwaarde. Verlos mij uit mijn lijden, (krimpt in elkaar) Gatver! Waarom doet het zo'n pijn?

H A M L E T

(ontredderd)

Ik kan het niet.

L A Ë R T E S

Jézus, man! Wat is er fout met jou? (brult het uit van de pijn)

Help me dan, ten minste. Hier! (geeft zijn zwaard aan Hamlet)

Hou stevig vast.

H A M L E T

Ik kan dit niet.

V I E R D E B E D R I J F 141

L A Ë R T E S

Doe het. Doe het! (dichtbij, oog in oog) Doe het ten

minste voor Ophelia.

H A M L E T

Goed dan. Goed. (houdt het zwaard voor zich uit)

L A Ë R T E S

(zijn buik tegen de punt; grijpt beide schouders van Hamlet beet;

spreekt moeilijk maar grijnzend)

Je zocht vergelding? De ultieme wraak? Kijk dan toe, zo dadelijk. En doe mij na. Jij en ik? W i j zijn de laatsten van een generatie. Zonder ons geen opvolging, geen toekomst. Is dat niet de beste straf? Voor wie zich onze 'vaders' noemden? Die ons verraden hebben en ons kapot hebben gemaakt?

(kust Hamlet op de wang) Jij bent kroonprins. Jij hebt, als enige, nog macht en aanzien. De vijand is in aantocht. De barbaren? Ze staan voor onze poorten. Wel? Roei ons uit vóór zij het kunnen doen. Heb de moed niet meer naar een vervolg te zoeken.

(kermt vanwege pijnscheut) Jij en ik? We waren als twee broers. De allerlaatste jaargang met ambitie. Met de drang het goed te doen. De wil tot zuiverheid.

(kust hem weer) En het was allemaal gelogen. Zoals altijd, al eeuwenlang. Het is genoeg geweest. Verdelg ons, uit vergelding. Roei ons uit.

(gooit zich op zijn zwaard en sterft; begeeft zich daarna naar de andere

schimmen, die allen hebben plaatsgenomen als op een theatertribune, weliswaar

met hun gezicht naar de echte toeschouwers toe, om samen met hen te kijken

naar Hamlet, die achterbleef tussen beide groepen in — het echte publiek en

de toekijkende schimmen; Hamlet bekijkt heide groepen lang, aarzelend)

Page 18: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

142 D E E L 2 - Z I J N

I V . 2 D E D A N S E M A C A B R E (solo)

H A M L E T (versus Hamlet)

Oké. Vooruit dan maar. Ik geef gehoor. Het groot besluit, het groot gebaar. Maar stel dat iemand bleek en bevend op mij toe zou zien, op dit moment... Niet meer dan maar publiek... Een stel doofstomme figuranten, in wat 'mijn bestaan' geweest is... Hoe geef ik hem of haar dan te verstaan, hoezeer mijn naam ten onrechte bevuild is? Hoe leg ik uit, wat mij beving en overviel? Niet meer dan wat elk mens kan overkomen. Zo plat en doodgewoon is ieders lot. Het beste is om nooit geboren te hoeven worden. Dan doe je niets verkeerd.

(knielend, liet zwaard vóór zich klemzettend, punt op de buik)

Komaan. Je doet het. Nu. Nu! (doet niets) Waarom niet? Het moet toch ooit gebeuren. En omdat geen mens, van wat hij achterlaat, iets weet, laat staan verstaat — wat heeft het dan nog voor belang, exact wannéér men gaat? Zodoende: nu. Nu. Nu!

(doet niets; blijft onbeweeglijk zitten, het zwaard op de buik)

Ik heb zoveel gezien en meegemaakt, dat niemand zou geloven. Die schoonheid, overal. Die pracht. Een bergmassief, tijdens een onweer. De lente die de sneeuw verdrijft.

V I E R D E B E D R I J F

gewapend met magnolia's en krokussen.

Zelfs de nachten aan het front! Met zijn feestelijke lucht vol projectielen. Een schitterend festijn van wrede lampionnen. Dat, en de betovering van toneel. De glans van eeuwenoude rollen. Ze zullen allemaal verloren gaan. Als krokodillentranen

In een langzame, geluidloze orkaan. Ze zullen verzinken In het grote zwijgen Zonder spoor Of rimpeling. En de rest Zal stilte zijn. 'Zijn'? Er zijn. Slapen, Dromen!

(knOtt) 'Zijn. '

Ik ben. Jij bent. Zi j is?

(lacht) H f j is.

W i j zijn. Jullie zijn. Zi j zijn. Zij zijn? Jullie zijn.

(weent) Ik ben.

(lacht) Ik was.

(stokt) Ik was.

(knikt) Ik ben.

Page 19: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

H5

I N H O U D

D E E L 1 SCHIJN

E E R S T E B E Ö R I J F

1.1 Zelfportret als prelude 9 1.2 Groepsportret met demonen 15 1.3 De taal van liefde en bedrog 25 1.4 De taal van het toneel 40

T W E E D E B E D R I J F

I I . 1 Er zijn of niet 57 I I . 2 De voorstelling 69

P A X T Z E

D E E I ^ 2 Z I J N

D E R D E B E D R I J F

I I I . 1 Het eerste bloed 79 111.2 Het verraad van twee vrienden 96 111.3 De terugkeer van de rattenkoning 110

i r i E R D E B E D R I J F

m i De danse macabre (ensemble) 123

ra2 De danse macabre (solo) 142

Page 20: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

H7

N A W O O R D van de auteur

H A M L E T : S T U D E N T E N P R I N S ,

Y O O R E E U W I G N I E T V O L W A S S E N

Alvorens ik begin te schrijven aan een toneelbewerking

of een origineel stuk, maak ik telkens een plan de cam­

pagne op basis van m i j n research en ten behoeve van de

regisseur, de dramaturg en de rest van het artistieke team.

He t gaat om een uitgebreide, nog alle kanten ui t meande­

rende tekst waarin ik de personages, hun ontwikkelingen

en de dramatische gebeurtenissen analyseer, en waarin

ik de keuzes van m i j n bewerking beargumenteer. Een

fragment ervan neem i k hier graag op. I k zet erin uiteen

waarom 'onze' Hamlet gespeeld moest worden door

een jonge, androgyne actrice.

V I R T U O S I T E I T E N Y E D E T T I S M E

Te vaak wordt de Deense prins gespeeld door te oude

acteurs, vooral in de Angelsaksische speltraditie. Check

YouTube en geniet van een scala klinkende namen, van

Laurence Olivier tot een schitterende Richard Burton.

Onlogisch is die keuze op het eerste gezicht niet. Je

hebt voor Hamlet iemand nodig die technische bravoure

kan paren aan geloofwaardige gekte. Iemand die tegelijk

de maturiteit bezit om een titanenrol te bemeesteren, maar

genoeg talent om zich er niet door te laten verstikken.

De grootste rol in de theaterliteratuur? Die geef je het

best aan een doorgewinterde virtuoos op het toppunt

van z i jn kunnen. Dat l i j k t de logica zelve.

Helaas komt de virtuositeit van zo'n doorgewinterde

rot de kracht van de enscenering niet per se ten goede.

Te vaak wordt een gevestigde acteursvedette gewoon

ook gekozen om de kassa te doen rinkelen, en niet zelden

rinkelt de kassa vele jaren lang, t e rwi j l de acteur almaar

ouder wordt en de enscenering des te meer belegen.

Onder meer de seksuele verwij ten aan de koningin­

moeder klinken ongeloofwaardig, zelfs misplaatst.

Page 21: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

148

ui t de mond van iemand die net zo goed MacBeth of

Jago zou kunnen belichamen. De felle dadendrang en de

verlamming door faalangst — allebei zo eigen aan piep­

jonge idealisten — passen niet bi j een man die v i j f en ­

dertig, laat staan vijfenveertig zou kunnen zi jn . D i t fei t

alleen al maakt bijvoorbeeld de verf i lming van Kenneth

Branagh zo problematisch. De vorm is overweldigend,

jazeker. Maar nooit herken je in Branagh de getormen­

teerde student, die niet eens naar Wittenberg mag terug­

keren om voort te studeren en te filosoferen. Je ziet een

oudere jongere die wanhopig acteert dat h i j nog al t i jd

een student fs, a rebel without a cause die i n het werkelijke

leven de schone schijn haat, maar die tegelijk hartstochte­

l i j k dweept met acteurs en de ongebreidelde kracht van

alle kunst. Je ziet met andere woorden geen jongeman,

je ziet een man die speelt dat hi j een jongeman is, die

bovendien zodanig speelt dat hi j gek is, dat h i j op den

duur misschien ook echt gek wordt.

De oudere jongere is dan één plotwending te veel.

M i j n stelling is dat Hamlet, net als Ophelia en Laërtes

trouwens, op de laatste trede staat van een ladder die

reikt van de kindert i jd naar de volle wasdom. Nog één

stapje, en ook zij behoren tot de rangen van de volwas­

senen die ze haten. Romeo en Julia stonden ook op die

ladder, zij het nog een paar sporten lager. Z i j waren pril le

pubers. Twee slachtoffers van hun allereerste en dus

tomeloze kalverliefde. Z i j waren zich wel al bewust van

de tegenkanting van hun families, en van de vendetta

tussen beide, maar niet van de details, de werking, de

historiek, de hele politiek van de drijRreren die achter

zo'n vendetta schuilgaan. H u n eigen drijfVeer bleef zuiver

romantisch: van de wereld weg, alleen maar naar elkaar

toe, tot i n de dood.

Hamlet daarentegen is oud en pienter genoeg om

zulke machtsverhoudingen juist wél te zien. H i j , de

briljante student, bezit de intelligentie om machiavel-

lisme te detecteren, maar h i j bezit nog steeds genoeg

149

jeugdige drang tot zuiverheid om er zich b i j voorbaat

en principieel tegen te verzetten. H i j wordt nog voort­

gestuwd door de hooggestemde sturm-und-drang van

iedere brandnieuwe generatie, maar anders dan Romeo

en Julia geeft h i j zich rekenschap van alle gevolgen van

z i jn daden, ook de politieke.

De t w i j f e l die hem zodoende verscheurt verwordt

tot ver twi j fe l ing en verlamming, en levert allengs nog

grotere ver twij fe l ing en verlamming op. Z i j n drijfveer

is niet meer romantisch helder, zoals b i j Romeo en Julia,

maar juist verwarrend veelzijdig. Verontwaardiging,

vrees, overmoed, onmacht, zelfhaat... A l die gevoelens

vechten om de bovenhand. Hamlet is melancholisch

én cynisch tegelijk — twee keer vroegoud. Alleen z i jn

verbale energie b l i j f t onverminderd sprankelen.

Enkel iemand die sterk van geest is maar nog jong

oogt, en die frêler is dan de volwassenen die h i j aanwrijft

alle zuiverheid te hebben verloren, kon de Hamlet die

ik voor ogen had geloofwaardig belichamen.

B R S A T Z V A D E R M O O R D

Voor mi j lopen twee andere belangrijke l i jnen daarmee

gelijk. I n hun terminologie zi jn ze modern-psychologisch,

naar hun essentie z i jn ze universeel en dus uiteraard

volop aanwezig b i j Shakepeare.

De eerste l i j n wordt frequent gebruikt in menige

enscenering. De freudiaanse. Grof samengevat kl inkt

ze als volgt. Hamlet kan zi jn vadermoord zelf niet meer

plegen. H i j moet, integendeel, lijdzaam toezien hoe z i jn

moeder na de dood van z i jn vader niet kiest voor hem,

haar zoon, maar voor z i jn 'nieuwe vader', Claudius.

Deze is bovendien zi jn oom van vaderskant, dus

helemaal een ersatzpapa. He t p i j n l i j k verwarrende

voor Hamlet is bijgevolg dat h i j z i jn vadermoord moet

plegen — dat w i l zeggen zi jn volwassenheid bereiken,

zelf 'man' worden — door de moordenaar van z i jn

echte vader te vermoorden.

Page 22: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

150

Door de moord op de vader van Hamlet zette oom

Claudius z i jn jonge neef twee keer een hak. H i j belette

Hamlet die moord zelf te plegen, symbolisch bedoel ik.

Maar h i j zadelde z i jn neef ook op met de plicht tot wraak

op een man die thans samenwoont en slaapt met z i jn

moeder, t e rwi j l Hamlet toch door bloed verbonden is

met z i jn stieR^ader én z i jn echte vader.

De moeder verraadt, i n freudiaanse zin, haar zoon

dus eigenlijk twee keer. Een zoon i jvert voor de liefde

van z i jn moeder, op ieder vlak, daarbij was Hamiets echte

vader de eerste liefdesrivaal van Hamlet . Die vader is

nu weggevallen, niet ten voordele van de zoon, maar

van een oom. Voor verstokte freudianen betekent dat een

extra walmende familiekluwen, vol jaloezie, afwijzing en

vernedering, verhevigd door de ontkenning van sommige

van onze meest verborgen verlangens, zoals seksueel

getinte afgunst jegens de eigen verwekker. I k ga kort

door de freudiaanse haarspeldbocht, maar daar komt

het uiteindeli jk allemaal op neer.

D i t alles verklaart volgens m i j de felheid, op de walg

af, waarmee Hamlet z i jn moeder steeds weer hitsigheid en

bloedschande verwij t . Die misogyne walg breidt zich zelfs

ui t naar zi jn l ie§e Ophelia, op het moment dat ook zij hem

Verraadt', onder dwang van nota bene haar eigen vader,

Polonius. Vertaler W i l l y Courteaux legt die uitbreiding

van de walg geloofwaardig ui t i n zi jn overigens, als al t i jd,

prima inleiding tot z i jn vertaling van Hamlet.

O R G A A N - M I N D E R W A A R D I G H E I D S C O M P L E X Naast de freudiaanse w i l i k in onze bewerking ook een

tweede psychologische l i j n uitbuiten. Ze is schatplichtig aan

A l f r e d Adler, 'de derde stamvader van de psychoanalyse'.

H i j ontwikkelde het concept van het minderwaardigheids­

complex. Wikipedia meldt daarover: 'Sterke gevoelens van

minderwaardigheid en onzekerheid die voortkomen uit reële

o f ingebeelde tekorten. Ook geloofde Adler dat de sterkste

menselijke drijfveer het verlangen naar "superioriteit" is.'

151

Adler muntte daarbij ook het begrip 'orgaaw-minderwaar­

digheidscomplex'. Pubers en jongvolwassenen zouden zich

vernederd voelen door de kracht, ja zelfs de louter Uchame-

lijke omvang van volwassenen. Zeker waar het hun edele

delen betreft. M e t afschuw, ontzag en afgunst - zo Hjken

kinderen naar hun plompe verwekkers, voorzien als die

z i jn van groteske buiken en borsten en billen en ballen.

Die beide psychologische l i jnen samen, Freud en Adler,

leggen m. i . een component bloot die onlosmakelijk hoort

b i j iedere halfwas, en al zeker b i j Hamlet. De t w i j f e l aan

z i jn identiteit en zi jn vermogens, en i n het bijzonder de

seksuele kant ervan.

Tussen vrees en verlangen is de ongevormde geest

vooral ambigu, en onbehaaglijk verontrust door de eigen

ambiguï te i t . Zelfhaat en zelfoverschatting, ze liggen a l t i jd

op de loer, elkaar vergrotend. Een perpetuum mobile

van frustratie jegens zichzelf en van minachting jegens de

wereld. H e t besef van vernedering wordt nog aangejaagd

door de woede ze niet te kunnen beëindigen. E n in het

besef zelf niet helemaal 'zuiver' te zi jn, wordt de roep

om zuiverheid alleen maar groter.

De getormenteerde monologen van Hamlet z i jn derhalve

tegelijk een hartenkreet en een ui tdr i jv ing. Een aanklacht

tegen alle onrecht, jazeker - maar ook een bezwering

van de eigen lamlendigheid. Indien ze al geen regelrechte

medeplichtigheid aanklaagt, 'schuldig verzuim', b i j zichzelf.

Een ego dat tw i j f e l t aan zi jn ik roept alle anderen het luidst

tot de orde. Maar inmiddels bestaan z i jn eigen daden vooral

ui t woorden, en niet u i t daden.

A N D R O G Y N I E O m al het bovenstaande in ons voordeel aan te wenden zie

ik onze Hamlet het best gespeeld worden door Abke Haring.

Haar androgynie, haar kwetsbaarheid, haar innerlijke kracht

— ze zullen di t schimmenspel van zi jn en wezen, van zien

en zi jn, di t hele spiegelpaleis van hartstocht en paranoia,

alleen maar vergroten.

Page 23: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

152

H e t is daarbij niet de bedoeling dat zij een prinses speelt

die voorwendt prins te z i jn . Nee, Abke Har ing moet een

jongeman spelen, zoals ten ti jde van Shakespeare alle

vrouwenrollen werden gespeeld door jongens. Niet als

travestieten, maar als acteurs die vrouwen verpersoon­

l i jk ten. Zo ook moet Abke Har ing een prins belichamen.

Haar androgynie zal niet alleen haar eigen character

benadrukken, ze zal ook de band kleuren en verdiepen

met Ophelia en met de koninginmoeder — de twee enige

andere vrouwen ui t het stuk, overigens niet toevallig een

jonge en een oudere vrouw, samen: dé vrouw. 'Ga naar een

wijvenhuis!' en 'Welke vrouw, welke moeder, gedraagt zich

zo hoerig als u.?' U i t de mond van een androgyne prins

kri jgen die vrouwonvriendelijke sneren een dubbele lading,

want onder de vrouwenhaat zindert de zelfhaat mee.

Kiezen voor een actrice als Hamlet is niet nieuw. Er

bestaat een lange traditie in . Meestal ging het om een

commercieel-artistieke gimmick. ( 'Komt dat zien! Sarah

Bernhardt speelt Hamlet! ' Ze speelde naar verluidt

trouwens de pannen van het dak.) Soms ging het om

regelrechte travestie, zoals in het geval van Asta Nielsen,

internationale ster van de stomme film. I n haar geval was

de enscenering gebaseerd op een studie, verschenen rond

1910, die beweerde dat de historische Hamlet eigenlijk een

prinses was, die daarom niet op de troon terecht mocht

komen, en die daar gek van werd, et cetera. Uiteraard

beleeft Asta/Hamlet i n de filmversie een regelrechte affaire

met Horatio, inclusief de langoureuze blikken en de

smachtende prui lmond waarvoor La Nielsen zo beroemd

werd, tot i n de gedichten van Paul van Ostaijen toe.

Wat w i j zouden doen heeft niets vandoen met de twee

bovenstaande opties, en diva's. He t gaat om een inhoudelijke

keuze. Hamlet is bri l jant maar ongevormd. H i j staat tussen

alle werelden in : die van man en vrouw, die van droom

en daad, die van macht en kunst, die van schijn en z i jn .

Page 24: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

154

V E R A N T W O O R D I N G

Hamlet versus Hamlet is geschreven in opdracht van

Toneelhuis (Antwerpen) en Toneelgroep Amsterdam

(Amsterdam). He t is een vr i je bewerking van The Tragedy

of Hamlet, Prince of Denmark van W i l l i a m Shakespeare.

Guy Cassiers regisseerde de voorstelling die in

Nederland in p remière ging op 19 maart 2014 in

de Stadsschouwburg van Amsterdam, en in België op

26 maart 2014 in de Bourlaschouwburg te Antwerpen.

Hamlet versus Hamlet is een coproductie van

Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam.

Ze werd gespeeld door Katelijne Damen,

Roeland Fernhout, Abke Haring, Gaite Jansen,

Kevin Janssens, Chris Nietvelt , Johan Van Assche,

Mare Van Eeghem en Eelco Smits. E r w i n Jans

was dramaturg. Lut je Lievens regieassistent.

De scenografie was van le f Spincemaille,

het lichtontwerp van Stefan AUeweireldt,

het geluidsdecor van Diederik De Cock en

de kostuums waren van T i m Van Steenbergen.

Toneelhuis wordt gesubsidieerd door de Stad Antwerpen,

de Provincie Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap

en kr i jg t mediasponsoring van Radio 1 en Cobra.be.

Toneelgroep Amsterdam wordt gesubsidieerd door het

Ministerie van O C W en de Gemeente Amsterdam en

wordt gesponsord door Accenture en Rabobank.

155

H A M L E T V E R S U S H A M L E T

van Tom Lanoye werd, in opdracht van

Uitgeverij Prometheus (Amsterdam),

vormgegeven door Dooreman (Gent).

Drukker i j Wi lco te Amersfoort verzorgde het drukwerk.

De redactie was i n handen van Kat r i jn van

Hauwermeiren en A n n i van Landeghem.

Me t dank aan regisseur Guy Cassiers

en dramaturg E r w i n Jans.

De tekst 'Hamlet: student en prins,

voor eeuwig niet volwassen' verscheen

in een eerdere versie i n de brochure voor

het seizoen 2013-2014 van Toneelhuis

(Antwerpen, 2013).

Van de eerste druk werden twin t ig exemplaren

gebonden door Pau Groenendijk — Mooie Boeken

(Amsterdam) — en door de auteur genummerd

en gesigneerd.

Eerste druk maart 2014

Tweede druk april 2014

Derde druk j u n i 2014

© 2014 Tom Lanoye

I S B N 978 90 446 2478 6

www.uitgeverijprometheus.nl

www.toneelhuis.be

www.toneelgroepamsterdam.nl

www.sabam.be

www.verlagderautoren.de

www.lanoye.be

Page 25: io8 DEEL 2 - ZIJN DERDE BEDRIJF - Toneelacademie · 2019-09-25 · HAMLET Omdat ik zulke vrienden hebben mag. Het is een prachtige wereld, als ee menn zulks e mensen te vriend mag

156

B E L A N G R I J K S T E B R O N N E N

B O E K E N

The annotated Shakespeare - Hamlet,

annotated by Burton Raffel, w i t h an essay

by Harold Bloom, Yale University Press,

New Haven/London, 2003

Asimov's Guide to Shakespeare, Isaac Asimov,

Wings Books, New York • Avenel, New Jersey, 1993

Verzameld werk (I), W i l l i a m Shakespeare,

vertaald door W i l l y Courteaux, De Nederlandsche

Boekhandel, Antwerpen, 1966

Hamlet, W i l l i a m Shakespeare, vertaald door Gerr i t

K o m r i j , Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1989

Hamlet, vertaald, bewerkt en ingeleid

door Frank Albers, Uitgeverij Atlas,

Amsterdam/Antwerpen, 1998

Het Eiland van het Grote Bloedbad, Heiner Müller ,

vertaald door Marcel Otten, International

Theatre & F i l m Books, Amsterdam, 1990

Shakespeare in Nederland. Kroniek van vier

eeuwen Shakespeare in Nederlandse vertalingen en

op het Nederlandse toneel, Dr. Robert H . Leek,

De Walburg Pers, Zutphen, 1988

157

I N T E R N E T

Het basisidee voor de bewerking alsook de t i tel vond ik

op de hiernavolgende blog, die o.a. handelt over ambiguïteit

als creatief principe en over literaire kri t iek die gebaseerd

kan zi jn op kwantummechanica en de wetten van Zen.

'Installment Twelve: Seven Levels of Ambigui ty and

into the Secret H i d i n g Places of the Muse', Dan Simmons

(blog-entry maart 2010);

www.dansimmons.com/writing_welll/archive/2010_03.htm

(Een fragment: 'Thanks to the new psychology of interior monologue

given to Shakespeare by his reading of Montaigne, the playwright

saw an entirely new way to use the seven soliloquies not as a

secondary element in the play, hut as the core of the "action."

It was no longer Hamlet versus Claudius or Hamlet versus Laertes.

It would always he Hamlet versus Hamlet.')

De antieke teksten van De Muizenval — het stuk in het

stuk — heb ik gebaseerd op de Shakespearevertalingen van

bioloog en vertaler Leendert A.J. Burgersdijk (1828-1900).

De werken van William Shakespeare, vertaling L.A.J .

Burgersdijk, 1888; Digitale Bibliotheekvoor de

Nederlandse Letteren ( D B N L ) ;

www.dbnl.org/tekst/shakooiwerkii_oi/

I n volgend artikel wordt het verband tussen morele corruptie

en fysieke verrott ing uitgewerkt. De zon wordt niet alleen

geduid als een toentertijd gebruikelijke metafoor voor de

koning en z i jn almacht, zij is ook zelf 'an agent of corruption,

cancerous infection and the stench which accompanies rotting'.

'Hamlet and the Odor of Mor ta l i ty ' in Shakespeare

Quarterly, Vol. V-N0.2, Richard D. Al t ick , Johns

Hopkins University Press, Baltimore, 1954

http://okul.selyam.net/docs/index-I7i53i.html.?page=i4