GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

11

description

Maritieme dienstverlening en kust

Transcript of GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

Page 1: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust
Page 2: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

78. maandag 23 maart 2009

Windstil en geen wolkje aan de lucht. Zalig weer om te gaan va-ren. Een hele geruststelling, want de mensen van het loodswezen waarschuwden me: “Hopelijk heb je geen hoogtevrees en ben je een

0

beetje sportief, want we gaan met een touwladder aan boord van een groot zeeschip.” “Ach, dat zal wel lukken.” “Ja, maar dat is echt niet om te lachen, zo’n ladder kan soms tot negen meter hoog zijn. Als het dan waait, hang je daar wel te bengelen.” “Slik...”

Rivierloods Frank Bernaers (46) zit samen met ons in de pendelbus naar Vlissingen.

“Deze morgen om 8.30u werd ik opgebeld”, zegt de Zwijndrechte-naar. “Om 10u moet ik dan aan het

loodswezengebouw in Antwerpen zijn. Het kan ook dat we ‘s nachts opgebeld worden. Als je binnen een straal van twaalf kilometer rond Ant-werpen woont, word je opgehaald. Overdag kan je met het openbaar vervoer. Ten laatste anderhalf uur na de oproep moeten we ter plaatse zijn. Ofwel aan het loodswezen, of-wel aan een sluis.”

Eenmaal in Vlissingen scheiden onze wegen. Frank gaat richting de redeboten, die hem aan boord van een zeeschip zullen zetten.

Als we een halfuur later over de boulevard wandelen, zien we hem op een terras genieten van een war-me chocomelk. “Het schip, de Thor-dis Kundsen, is uitgebrand (machine-pech, red.).”

Met dat schip zouden ook wij te-rugvaren richting Antwerpen.

“Tja, nu is het wachten geblazen op een volgende boot”, zegt Frank.

Die volgende boot is de BBC Green-land (foto), een leeg containerschip met een Oekraïens-Russische be-manning.Zodra die aangekomen is, gaan we aan boord van de redeboot,

die ons tot bij het zeeschip brengt. De redeboot draait rond het schip,

en daar doemt het op: het laddertje. Heel wat minder indrukwekkend dan gedacht. Slechts een drietal meter hoog. Bij zo’n weer is het een fluitje van een cent om aan boord te klauteren.

Veiligheid vooropVanaf nu begint het echte werk

voor de loods. “Veiligheid staat voor-op. Wij zijn een openbare dienst en hebben dus geen enkele financiële binding met het schip. Als ik vier

“Wij weten vooral waar we níét moeten zijn”

sleepboten veiliger vind dan twee, dan adviseer ik ook om er vier te be-stellen. Soms gebeurt het dat de ka-pitein dat advies niet wil opvolgen. Meestal zeg ik dan dat hij zelf moet manoeuvreren, omdat ik weet dat het dan te gevaarlijk is. Dan draait hij meestal wel bij.”

“Het is heel belangrijk dat we een strikt tijdsschema volgen en nooit met twee schepen tegelijk op een plaats aankomen waar maar één schip doorkan. Als dat gebeurt zijn er maar twee opties: of het schip op een zandbank leggen, of elkaar overhoop

“Als een kapitein mijn advies niet wil opvolgen, zeg ik dat hij dan zelf maar moet manoeuvreren. Dan draait hij meestal wel bij”Frank bernaersRivieRloods

Loods Frank Bernaers zorgt ervoor dat grote zeeschepen veilig over de Westerschelde varen. De schepen melden zich aan in Vlissingen, daar komt de loods aan boord om de kapitein te adviseren.

De loods klimt via een touwladder aan boord van een schip.

Containerschip BBC Greenland.

“Zullen we eerst een man-over-boord-oefening demonstreren? We hebben toch nog even tijd voor de loods hier is”, zegt Moreau (46). De aimabele Belg is schipper op een re-deboot. Met die kleinere schepen worden de loodsen aan boord van de grote zeeschepen gebracht.

Tot drie keer toe gooit de be-manning een pop overboord om die daarna volgens een minutieus ingeoefend scenario weer boven te halen. “Deze oefening doet elk be-manningslid iedere maand.”

Bernard heeft Franstalige ou-ders, maar spreekt zelf met een Nederlands accent. “Mijn ouders komen uit Brussel en ik heb nog fa-

0

milie wonen in Charleroi en Namen. Maar zelf ben ik hier opgegroeid. Ik heb het Nederlands opgepikt op school hier in Vlissingen, vandaar mijn accent.”

Hij geniet er zichtbaar van om met zo’n zalig weer op het water te zijn. “Maar het is niet altijd zo mooi als vandaag”, weet hij. “Ik heb al be-nauwde momenten gekend op het water.”

“Ooit vaarden we tijdens een storm met de redeboot langs een schip. We vaarden errond om geen golfslag te hebben. Net toen we dat deden, zag de schipper dat we recht op een boei af stevenden. Hij zette alles in ach-teruit, maar door de hoge golven ging het zeeschip fel op en neer. We kwamen we onder het zeeschip te-recht, net aan de achterkant, waar de schroef zit. Toen hebben we heel veel geluk gehad dat we dat over-leefden.”

“Ooit kwamen we onder een schip terecht”

Schipper Bernard Moreau op de redeboot. In de achtergrond ligt Vlissingen.

Schipper Bernard Moreau is een Belg met een Nederlandse tongval. Via zijn vader belandde hij in Vlissingen. Nu is hij er schipper op de redeboot.

Binnenstebuiten

MDK 0 Maritieme dienstverlening en kust zorgt voor vlot en veilig verkeer op Noordzee en WesterscheldeDe Westerschelde is een van de drukste vaargebieden ter wereld. Wij spraken met enkele mensen die elke dag werken op en hun hart verloren aan de riviermonding tussen Antwerpen en Vlissingen.

Enkele redeboten liggen in het dok in Vlissingen.

Een man-over-boord-oefening.

Page 3: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

maandag 23 maart 2009 .79

Frank Bernaers (rechts) adviseert de kapitein (links) en de stuurman over de te volgen koers. foto’S aRLEttE StUBBE

varen. Wij weten dus vooral waar we niet moeten zijn en goed kunnen an-ticiperen. Ik heb ook een dubbel ge-hoor ontwikkeld. Ik ben nu met jou aan het praten, maar hoor tegelijk wat er via de radio gezegd wordt. Het

is ook een ideale dag om te varen en het schip is niet al te groot. Mochten we nu met een groter schip varen, dan zou je mij niet horen, dan was ik enkel en alleen met de besturing bezig. Niet elke dag verloopt zo vlot

als deze. Je moet rekening houden met de wind en de stroming. Die be-wegen soms in tegengestelde richtin-gen. Op basis daarvan moet je dus je koers bepalen. Als we bijvoorbeeld een binnenvaart passeren, moeten

we ook onze snelheid aanpassen om niet te veel golfslag te maken. Ook telkens als we voorbij een jachthaven varen, nemen we gas terug.”

Dan trekt de loods naar buiten om het schip de Berendrechtsluis binnen

te loodsen. Eenmaal dat gebeurd is, meren we aan en gaan we van boord. Weer in de pendelbus richting Ant-werpen.

“En als ik thuiskom zal de afwas net gedaan zijn. Ideaal”, vindt Frank.

Coördinatie gebeurt vanuit Vlissingenelkaar niet hinderen. Bij een stran-ding zijn er checklists die we stap per stap volgen, om zo de hinder voor te beperken.”

Hoewel Peter nu aan wal staat, heeft hij heel wat ervaring in de scheepvaart. “Jarenlang heb ik lange omvaarten gedaan. Maar zes maanden op een schip zitten is niet leuk als je thuis een vrouw en kinderen hebt. Daarom ben ik eerst loods geworden, en sinds no-vember zit ik hier in het SCC.”

De Westerschelde is een van de drukste vaargebieden ter wereld. Om al dat verkeer in goede banen te leiden, zijn verkeersleiders de klok rond aanwezig in het SCC (Schelde Coördinatiecentrum) in Vlissingen.

Peter Van Langendonck is een van hen. Nautisch dienstchef afde-ling scheepvaartbegeleiding, luidt zijn titel officieel.

0

“Veilig en vlot zijn onze kernwoor-den”, weet hij. “Wij moeten altijd een veilige vaart kunnen garande-ren voor iedereen in de rivier, zonder dat het verkeer daaronder lijdt.”

Strakke tijdschema’sOm het scheepvaartverkeer te re-

gelen wordt met strakke tijdsche-ma’s gewerkt. “Wij bepalen dat een schip bijvoorbeeld om 12u in Vlissin-gen moet zijn, en dan om 16u aan de Berendrechtsluis, zodat de schepen

Weinige sectoren hebben zo’n specifiek vakjargon als de scheepvaart. Wij zetten een aantal specifieke scheepster-men op een rijtje.

PraaienHet aanroepen van een ander schip. Vroeger gebeurde dit door van het ene naar het an-dere schip te roepen. Tegen-woordig is daarvoor heel wat apparatuur aan boord.

De snor van een boeiDoor de stroming zie je aan een boei altijd een streep op het wateroppervlak. Aan de hand daarvan kan je de richting van de stroming be-palen.

Vakjargon op zee

Snelheid en boeien

De factor waarmee je het aan-tal knopen moet vermenigvuldi-gen om ze om te zetten naar kilo-meter per uur. Een schip dat tien knopen vaart, heeft een snelheid van 18 kilometer per uur.

1,8 Het aantal boeien dat op

de Schelde en op zee ligt. MDK zorgt er zo voor dat de vaarweg duidelijk en veilig afgebakend is.

266

Bakboord en stuurboordIedereen weet waarover het gaat, maar wat was nu weer links en wat was rechts? Bak-boord is links, stuurboord is rechts.

Aan lij gaanEen schip zet zich dwars te-gen de windrichting in. Dat ge-beurt onder meer wanneer de redeboot een loods aan boord brengt. Zo wordt de redeboot uit de wind gezet.

BolderEen ander woord voor meer-paal. Komt van het Engelse boulder. Ze zijn afgerond om de beschadigingen aan het scheepstouw te beperken.

www.agentschapmdk.beElke maand nemen we een dienst van de Vlaamse Overheid onder de loep. We gaan op zoek naar leu-ke verhalen, mensen en anekdotes. Deze week is het de beurt aan het agentschap Maritieme dienstverle-ning en kust (MDK).

De Westerschelde is een van de drukste vaargebieden ter wereld. Wij spraken met enkele mensen die elke dag werken op en hun hart verloren aan de riviermonding tussen Antwerpen en Vlissingen. TeksTen: Jeroen kUYPs

Peter Van Langendonck.

Page 4: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

46. dinsdag 24 maart 2009

Wie aan onze kust over het strand loopt, kent het wel. Het gevoel dat België stopt waar het water het zand raakt. Misschien ligt de grens nog enkele meters in zee om pootje te baden, maar daarachter gaapt een reusachtige plas water die ons van Groot-Brittannië scheidt. Een nie-mandsland, waar af en toe eens een schip langs de horizon vaart. Niets is minder waar.

België eindigt niet aan het strand. De Noordzee is een gebied dat kri-oelt van de activiteiten. Industrie, transport, militaire oefeningen en natuurreservaten zijn slechts enke-le van de‘onzichtbare’ facetten van

0

de zee. Dat gebied is de EEZ (Exclu-sief Economische Zone). Deze zone ligt buiten de territoriale wateren en valt onder Belgische bevoegdheid.

Maar liefst 17 federale en Vlaamse overheidsdiensten zijn betrokken-bij de EEZ. Daaronder ook de vier diensten van MDK: DAB Vloot, DAB Loodswezen, Scheepvaartbegelei-ding en Kust. Om die op één lijn te krijgen en zo efficiënt mogelijk te laten samenwerken werd De Kust-wacht opgericht. Zij coördineert alle activiteiten op zee en doet dat vanuit Oostende en Zeebrugge.

In Oostende ligt het MRCC (Ma-ritiem reddings- en coördinatiecen-trum). Dat staat in voor alle red-dingsacties binnen de EEZ en zou je de dienst 100 van de Noordzee kunnen noemen. Het MIK (Mari-tiem informatiekruispunt) in Zee-brugge ziet erop toe dat de wet ook op zee wordt nageleefd. Het MIK

komt overeen met de dienst 101. Wij trokken naar het MRCC, naast de Oostendse vismijn, voor een ge-sprek met kapitein Jacques Loncke, hoofd van het MRCC. Hij gunt ons een blik achter de schermen en legt het reilen en zeilen van de reddings-dienst uit.

“Via een noodnummer krijgen we oproepen binnen. Het interpreteren van die oproepen is heel belangrijk”, zegt Loncke. “Als het goed weer is trekken heel wat oudere mensen naar zee. Als we dan een telefoon krijgen van een vrouw uit Antwer-pen die iets ongewoons ziet op zee, bijvoorbeeld een jacht waarvan ze de mast niet meer ziet, weten we dat zij de zee niet kent. Het is belangrijk dat we die informatie in het achter-hoofd houden.”

De kapitein geeft nog een voor-beeld. “Als we uitrukken voor een drenkeling gebeurt het dat we op

De Noordzee is onze elfde provincieDe Kustwacht ziet erop toe dat de wetgeving op de Noordzee wordtnageleefd. Daarvoor overlegt De Kustwacht met 17 partners, waaronder MDK.

De Noordzee is een kluwen van onder andere kabels, pijpleidingen, zandbanken en reservaten. foto www.kustatlas.be

Als je in de Noordzee tussen Oostende en De Panne in de pena-rie zit, is de kans groot dat je Ro-ger De Clercq (57, inzet links) en Marc Therssen (57, inzet rechts) tegenkomt. Roger is opzichter van de Nieuwpoortse reddingsdienst, Marc is schipper van de reddings-boot Tuimelaar.

“Onlangs nog haalde ik een meisje uit het water. Zij was van een golfbreker gevallen en kon er niet meer op door de gladde algen”, vertelt Marc.

Meer thuis“Ik ben bij de reddingsdienst ge-

komen omdat ik meer thuis wilde zijn. Vroeger was ik stuurman op De Zeehond, een Oostendse sleep-boot. Dan was ik altijd afwisselend een week thuis en een week weg.

Toen ik mijn zoon verloor, heb ik be-sloten meer thuis te zijn. “

“Surfers, surfers en nog eens sur-fers”, zegt Roger als we hem vragen wat de meest voorkomende oproe-pen zijn. “Zij drijven af door de stro-ming. Ook zwemmers, parapenters die in zee terechtkomen en zeiljach-ten komen vaak in problemen.” Bij zware storm is er permanent iemand aanwezig op de reddingsdienst. “Het record staat op 24 dagen aan een stuk”, herinnert Roger zich. “Vanaf windkracht zes roept het MRCC ie-mand op voor permanentie.”

Emotioneel zwaarIn de meeste gevallen is het red-

dingsteam direct ter plaatse. “Met deze reddingsboot zijn we op tien minuten in De Panne”, zegt Roger. Meestal blijft de schade dan ook be-perkt. Maar af en toe staan zelfs de meest ervaren zeemannen machte-loos.

“Ooit zag ik een man voor mijn ogen verdrinken”, getuigt Marc. Hij was in de haven van Nieuwpoort over boord gevallen. Ik zwom naar hem toe. Het ene moment zag ik

“Ik zag ooit een man voor mijn ogen verdrinken”

De Tuimelaar raast in volle vaart over de zee. foto’s JVk

Wanneer het MRCC een oproep krijgt, wordt de reddingsdienst er onmiddellijk op uit gestuurd. Ze redden levens, maar soms staan ook zij machteloos.

zijn hoofd nog boven het waterop-pervlak, enkele seconden later zag ik alleen nog zijn hemd bovendrijven. Was ik enkele seconden vroeger ge-weest, dan had ik hem kunnen red-den. Dat is emotioneel heel zwaar.”

Ook Roger maakte al iets soortge-lijks mee.

“Zo’n acht jaar geleden stormde het heel hevig. Het was windkracht twaalf. Een jacht vroeg om bijstand. Een man was overboord geslagen. Zijn vrouw en kinderen hebben we het bevel gegeven in de kajuit te blij-ven. Het jacht spoelde aan op het strand in Lombardsijde. De man is overleden, maar zijn vrouw en kin-deren overleefden het. Diezelfde dag strandde er ook in Middelkerke een jacht.

ChampagneMaar er zijn ook leuke momenten

voor de redders. “Ooit kregen we een fles champagne van een Joegoslaaf die we redden. Hij was op wereldreis en was met zijn bootje gestrand voor onze kust. Die fles is niet lang mee-gegaan hoor, jammer dat we dat niet altijd krijgen”, lacht Roger.

Binnenstebuiten

Kustwacht0 Houdt een oogje in het zeil op verrassend drukke Noordzee.De Kustwacht moet de 17 overheidsdiensten die bevoegdheden hebben op zee efficiënt laten samenwerken. Daarom werkt ook MDK nauw met haar samen.

Page 5: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

dinsdag 24 maart 2009 .47

strand aankomen en daar enkele kledingsstukken netjes opgevouwen zien liggen, met een tas ernaast. Dan weten we bijna zeker dat het om een zelfmoordpoging gaat.”

Dichte mistPlots komt een dichte mist opzet-

ten. Hadden we tien minuten gele-den vanuit de persruimte nog een prachtig zicht op Oostende, dan zien we nu nog amper de zee. De kapi-tein onderbreekt zijn uitleg. “Dit is extreem gevaarlijk”, waarschuwt hij. “Vooral surfers en zwemmers laten zich verrassen door de plotse mist-banken. Zij drijven af en zien geen hand meer voor ogen.”

Loncke herinnert zich nog leven-dig een storm in februari van vorig jaar. ”Om 8u was het heel mooi en helder weer. Anderhalf uur later stormde het verschrikkelijk en stond het water nog amper tien centimeter van de kaai. In zo’n geval is het be-langrijk dat we snel en direct con-tact kunnen opnemen met alle be-voegde diensten. Als ik bijvoorbeeld nu naar de basis in Koksijde bel, zijn zij binnen het kwartier hier met de Seaking-helikopter.”

“Als het moet, kan ik ook alle sche-pen op zee opvorderen om een dren-keling of de bemanning van een schip te redden. Als ik echt merk dat we de situatie niet meer alleen aankunnen, kondig ik het Noordzee Rampenplan af. Dat komt overeen met een pro-vinciaal rampenplan. In zo’n geval overleg ik met de gouverneur. Ook

Kapitein Jacques Loncke achter zijn bureau in het MRCC, met zicht op zee. foto Peter maenhoudt

Tsunami

30 procent kans op tsunami“Hier aan de Belgische kust hebben we dertig procent kans op een tsunami”, zegt ka-pitein Jacques Loncke. Hij re-lativeert het gevaar, maar wil toch waarschuwen. “Je moet dat nu niet in ’t groot op de voorpagina zetten, maar ver-zwijgen is ook geen optie.” Een ramp als die van decem-ber 2004 in het gebied van de Indische Oceaan ziet Loncke niet direct gebeuren in België. “De Noordzee is heel druk be-varen. Schippers zijn ook heel alert. Als zoiets zich voordoet, weten we dat snel. We heb-ben ook heel wat moderne ap-paratuur. De minste onregel-matigheid hebben we op tijd gezien. In Thailand zitten de agenten bij wijze van spreken met hun gezicht naar de bar en hun rug naar de zee.”

Noodnummer op zee: 059-70.10.00 www.kustweerbericht.bewww.kustwacht.be

i

Aantal incidenten

In 2008 behandelde het Maritieme Reddings en Co-ordinatie Centrum (MRCC) in Oostende 187 incidenten. Dat aantal ligt lager dan in 2007. Toen waren er 205 tussenkom-sten.

Dit jaar werden zo’n twin-tig personen gered. Bijna veer-tig werden geëvacueerd.

187

De EEZ is 3.600 vierkan-te kilometer groot. Ter verge-lijking: de provincie Antwer-pen heeft een oppervlakte van 2.867 vierkante kilometer. Een verschil van zo’n 800 vierkan-te kilometer. Binnen die op-pervlakte liggen natuurreser-vaten, kabels, pijpleidingen, boorplatformen, enz.

3.600

“Als het moet, kan ik alle schepen op zee opvorderen om een drenkeling of een bemanning te gaan redden”Jacques Lonckehoofd mrCC

www.agentschapmdk.be Elke maand nemen we een dienst van de Vlaamse overheid onder de loep. We gaan op zoek naar leu-ke verhalen, mensen en anekdotes. Deze week is het de beurt aan het agentschap Maritieme Dienstverle-ning en Kust (MDK).

hij kan op het land middelen opei-sen voor een reddingsactie. Hij kan bijvoorbeeld tien Lijnbussen opeisen om slachtoffers te transporteren.”

De kapitein kan op heel wat mid-delen rekenen om reddingsacties op zee in gang te zetten. Geen overbo-dige luxe volgens hem. “Zeker niet

als je weet dat tijdens de zomer een miljoen mensen aan de kust verblij-ven.”Jeroen kuyps

Vierkante meter

Page 6: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

46. Woensdag 25 maart 2009

De Antwerpse trots, dat is de Schelde. Ten zuiden van Antwer-pen is het een oase van rust, heer-lijk om langs te fietsen. Ten noor-den van Antwerpen is het het klop-pende hart van de economie in de metropool.

Pleziervaart, binnenvaart en zeevaart maken allemaal gebruik van de stroom. De scheepvaartpoli-

0

tie zorgt ervoor dat die samenvloei-ing van toerisme, lokale en wereld-economie vlot verloopt.

De Schelde lijkt van op de wal een vlucht uit de drukke stad, waarop boten in een heerlijk gezapig tempo voorbijvaren, maar de realiteit is an-ders. “We moesten gisteren uitruk-ken voor de collocatie van een schip-per”, zegt commissaris Mariska Van Hoylandt. “De man had psychische problemen en was gewelddadig. Hij had zijn hondje doodgestoken.”

“Alle oproepen komen binnen in de centrale dispatching in Wilrijk. Afhankelijk van waar er een incident is, wordt de scheepvaartpolitie er op af gestuurd. Wij houden een oogje in het zeil op de hele Schelde, maar

95 procent van de tijd zijn we in de haven”, weet de commissaris.

Wereld apartDat de scheepvaart een wereld

apart is, is ondertussen al duidelijk. Ook voor de politie is de overstap van de wal naar de boot even wennen. “Omdat je in een heel andere omge-ving werkt, kom je totaal andere vei-ligheidsrisico’s tegen. Ook de beroe-pen waarmee je in contact komt, zijn helemaal anders dan op het land. Als je een auto of een vrachtwagen wil controleren, dan zet je die gewoon aan de kant. Bij een schip gaat dat zomaar niet. Een schip kan je ook niet takelen. De controles moeten vaak al varend gebeuren.”

“Nog een verschil is de maritieme wetgeving. Die is heel complex. Elke vaarweg heeft zijn eigen reglement. Omdat de wetgeving voortdurend verandert, moeten we onze men-sen constant blijven opleiden. Een voorbeeld daarvan zijn de vaar- en rusttijden. Die zijn niet te vergelijken met de rij- en rusttijden voor vracht-wagenchauffeurs.”

Toch zijn er ook overeenkom-sten met het werk aan land. “Op de Schelde vinden vaak zeilwedstrij-den plaats. Die kan je vergelijken met een wielerkoers. Tijdens zo’n wedstrijd zorgen wij ervoor dat alles veilig verloopt en dat het verkeer op de Schelde zo weinig mogelijk hin-der ondervindt.” JEROEN KUYPS

“95 procent van de tijd zijn we in de haven te vinden”

“Omdat wij in een totaal andere omgeving werken, komen we in aanraking met andere veiligheids-risico’s en beroepen.”MARISKA VAN HOYLANDTCOMMISSARIS

De Scheepvaartpolitie heeft een huurcontract met DAB Vloot, de reder van de overheid. DAB Vloot levert het schip met schipper en matroos, de federale politie zorgt voor manschappen.

Peter Kockx van de scheepvaart-politie tuurt met zijn verrekijker naar een vrachtschip dat de kern-centrale van Doel passeert. FOTO’S

DIRK KERSTENS

“We moesten gisteren nog op pad voor de collocatie van een schipper. Hij had psychische problemen en was gewelddadig. Hij had zijn hondje doodgestoken.”

Binnenstebuiten

Patrouille 0 Scheepvaartpolitie staat in voor veiligheid op de Schelde

De scheepvaartpolitie huurt schepen bij DAB Vloot, onderdeel van MDK, om uit te rukken op de Schelde.

24 uur op 24 is personeel van DAB Vloot aanwezig op de politieboot. Op die manier kan de scheepvaartpolitie zeer snel uitrukken wanneer dat nodig is.

Permanent paraat

24

Page 7: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

woensdag 25 maart 2009 .47

“Vroeger was ik rijkswachter te paard”, zegt Peter Kockx. “Tijdens de eenmaking in 2000 ben ik bij de scheepvaartpolitie terechtgeko-men.”

Peter geniet van zijn nieuwe job. “Op de boot is het heel wat rusti-ger”, weet hij. “Vroeger was ik bij de ordediensten en stond ik vaak te paard tussen de hooligans. Toen vond ik dat leuk, maar ik was ook heel wat jonger. Dan mag er al eens wat actie zijn”, lacht hij.

De achtergrond van zijn collega, Bart Devos, wordt dan weer verra-

0

“Alles wat drijft, spreekt mij aan”

Inspecteur Bart Devos aan de telefoon op de politieboot. Inzet: inspecteur Peter Kockx.

Inspecteurs Bart Devos en Peter Kockx werken samen bij de scheepvaartpolitie, maar hebben een heel verschillende achtergrond. De ene komt van de havenbrigade, de andere van de vroegere rijkswacht.

Schipper Marc Schuddinck vaart met de politieboot door de Antwerpse haven. Rechts van hem zit matroos Cornelis Mans.

“Af en toe vaar ik met de veerpont in Bazel, of met de peilboot, maar meestal ben ik met de scheepvaart-politie op pad”, zegt Marc Schud-dinck, schipper van DAB Vloot. “Ei-genlijk spelen we taxi voor de poli-tie. Vandaag zijn we twaalf uur aan boord, morgenavond zijn we hier weer. Daarna hebben we drie da-gen vrij.”

De rust en het idyllische van de veerpont staan in schril contrast met de harde realiteit die Marc Schuddinck met de scheepvaartpo-litie soms tegenkomt. “De slechte ervaringen blijven inderdaad bij. Ik maakte ooit mee dat bij een aan-varing in Zandvliet een moeder en kind verdronken. Dat is verschrik-kelijk.”

Matroos Cornelis Mans valt in: “Wanneer we een drenkeling boven-halen, ben ik daar eventjes niet goed van. Ik kan er wel tegen, maar toch zal

0

ik er zo weinig mogelijk naar kijken. Als je met de politieboot vaart, weet je wel dat dat er bijhoort. Ooit heb-ben we een vrouw drie verschillende keren uit het water gehaald.”

“We hebben zelfs al eens een dren-keling bovengehaald met een netzak vol kasseien aan zich vastgemaakt. Dan weet je ook hoe laat het is”, her-innert Marc zich.

Het water toont zich soms een

wrede minnares, die ze allebei doodgraag zien. “Ik vaar al vanaf mijn veertiende”, weet Marc. “Mijn vader had een boot. Zelfs in mijn vrije tijd ga ik varen met mijn jacht. Ik kan het niet missen.”

Zijn matroos beaamt. “Als ik ooit moet stoppen met varen, zie ik me-zelf niet in een fabriek gaan werken. Het is heerlijk om in de buitenlucht en op het water te zijn.” JK

“Een drenkeling bovenhalen, daar ben ik toch eventjes niet goed van”Schipper Marc Schuddinck (53) en matroos Cornelis Mans (57) zijn in dienst van DAB Vloot en bemannen het schip van de scheepvaartpolitie. “Die samenwerking verloopt heel vlot. Eigenlijk spelen wij taxi voor de scheepvaartpolitie.”

Net wanneer we van de boot wil-len stappen, haalt inspecteur Peter Kockx nog een merkwaardig klei-nood uit zijn binnenzak. “Deze sleu-telhanger krijgt een schipper als hij met alle reglementeringen in orde is”, legt hij uit. “Het is vergelijkbaar met de Bob-sleutelhangers.”

Meteen na ons bezoek vertrekken de inspecteurs naar een schip voor een controle. “Maar die schipper zal volgens mij iets heel anders krijgen”, klinkt inspecteur Bart Devos onheil-spellend.

0

Bob te water: sleutelhanger voor schippers

“Ik vaar al vanaf mijn veertiende. Ik kan het niet missen.”

Marc SchuddincKSchipper, DAB VLOOT

www.agentschapmdk.beElke maand nemen we een dienst van de Vlaamse overheid onder de loep. We gaan op zoek naar leu-ke verhalen, mensen en anekdotes. Deze week is het de beurt aan het agentschap Maritieme Dienstverle-ning en Kust (MDK).

“Wanneer we een drenkeling vinden, probeer ik zo weinig mogelijk te kijken.”corneliS ManSmATrOOS, DAB VLOOT

“Op de boot is het rustiger dan te paard tussen de hooligans.”Peter KocKxinSpecTeur ScheepVAArTpOLiTie

den door diens West-Vlaamse tong-val. “Nu woon ik opnieuw in Kort-rijk, maar ik heb toch acht jaar in Antwerpen gewoond.”

In tegenstelling tot Peter kwam Bart niet ‘per toeval’ bij de scheep-vaartpolitie terecht. Bart heeft ook water door de aderen stromen. “Alles wat drijft, interesseert mij. Vroeger was ik bij de havenbriga-de, maar toen die in 2002 samen-ging met de zeevaartpolitie, ben ik

hier terechtgekomen. Soms wor-den we nog voor andere doelein-den ingezet, maar het liefst ben ik voor de volle honderd procent met de scheepvaartpolitie op pad. Ik heb me eens ingeschreven voor de

ordediensten bij Euro 2000, maar ik ben er niet naartoe gegaan. Dat zegde me niet veel.”

Even onderbreken ze hun uitleg. Niets ontsnapt aan het alziende oog van de inspecteurs, zo blijkt. We va-

ren langs een schip dat volgens hen niet helemaal in orde is. “De beman-ning is met twee, maar zeker niet met drie, wat volgens de wet wel moet. Die willen we toch eens een bezoekje brengen.” JK

Page 8: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

48. donderdag 26 maart 2009

“Cartografie: bestaat dat nog?” was de eerste bedenking die ik mij maakte. Tuurlijk, er worden nog kaarten gemaakt. Maar gaat dat dan niet allemaal met de compu-ter? Bij een cartograaf stel ik mij Mercator voor die in de duisternis, met enkel het licht van een kaars, op vergeeld papier in ruwe lijnen een gebied uittekent.

Helemaal ongelijk heb ik niet. Ja, er gebeurt ontzettend veel met de computer. Maar neen, zonder een menselijke hand geen kaarten. Voor cartografen aan de slag kun-nen, gaan zogenaamde surveyors met een peilboot de bodem van de Schelde verkennen.

Patrick Vercauteren (51)uit Bor-nem is een van die surveyors. Sa-

0

men met hem vaar ik met de peil-boot Veremans richting Burcht. “Ik ben aan het water geboren. Tussen de Schelde en de Rupel ben ik groot geworden. Het is een virus dat mij te pakken heeft.”

SextantPatrick kwam in 1981 in dienst.

“Toen werkten we nog met de sex-tant (een haast middeleeuws voor-werp om je positie op het water te be-palen, red.). Ik heb dat nog geleerd van de oude garde. Zo hebben we nog zes jaar gewerkt. Nu worden alle metingen met de computer uit-gevoerd. Maar als nu alle elektrici-teit op het schip uitvalt, kan ik met de sextant nog exact onze positie bepalen.”

“Vroeger schreven we onze com-puterprogramma’s zelf. Dat had als voordeel dat je alle mogelijkheden van het programma gebruikte. Nu worden die programma’s door speci-alisten geschreven. Die zijn zo inge-wikkeld geworden, dat kunnen we niet meer zelf. Maar nu gebruiken

we wel slechts een klein percentage van de mogelijkheden. Oké, er ko-men dan wel eens mensen - meestal Noren of Zweden - uitleggen hoe die programma’s werken. Maar na tien minuten staat je hoofd dan op ont-ploffen. Gelukkig laat het bestuur soms mensen van de universiteit komen om een deskundige uitleg te geven. We werken wel meer sa-men met mensen uit de privé om hun

kennis te kunnen gebruiken.”De bodem van de Schelde veran-

dert constant. Door de stroming ont-

staat hier weer een put, elders krijg je dan weer een bult. Daarom is Pa-trick elke dag op de Schelde te vin-den. “Het duurt tien jaar vooraleer je de rivier echt kent. Dagelijks doen we peilingen om de kaarten up-to-date te houden.”

Peilen met geluidHet peilen van de diepte gebeurt

met een transdeucer. “Dat apparaat zendt geluidsprofielen uit. Doordat die op de bodem weerkaatsen, kan het toestel de diepte berekenen. De transdeucer kan bijna over de hele diepte van de rivier peilen. Vroeger kon dat niet. We moesten dan zigzag over de Schelde varen. Tijdens het peilen moeten we dan ook voorrang geven aan andere schepen.”

Een voorbeeld van zo’n plots ont-stane bult ligt aan de Antwerpse kaaien. “Tussen de aanmeerplaats van de Flandria en het loodswe-zengebouw”, weet Patrick. Hij ziet verschillende redenen voor het ont-staan van zo’n bult. Als de rivier er-gens anders verdiept wordt, veran-

“Het duurt tien jaar eer je de Schelde echt kent”De mensen van de afdeling hydrografie trekken er dagelijks op uit met de Veremans. Met deze peilboot brengen ze de Scheldebodem van Wintam tot aan de Nederlandse grens in kaart.

Een matroos werpt het scheepstouw uit om de peilboot aan te meren. Inzet: surveyor Patrick Vercauteren. foto’s jan van der perre

Binnenstebuiten

Hydrografie 0 Surveyors peilen diepte van Schelde en cartografen gieten die informatie in een kaart

De Veremans peilt dagelijks naar de diepte van de constant veranderende Scheldebodem.

Zo veel jaar is de oudste kaart in het archief van de af-deling hydrografie. De kaart van de Westerschelde werd getekend door cartograaf Beautemps-Beauprez op lin-nen. Veel papieren kaarten zijn al verloren gegaan.

De afdeling hydrografie is nu volop alle oude kaarten aan het inscannen.

Oudste kaart

220

dert de stroming. Ook als er aan de kaaien gewerkt wordt, heeft dat in-vloed op de bodem van de rivier.”Jeroen Kuyps

“Nu kunnen we in één keer bijna over de hele breedte van de rivier peilen. Vroeger moesten we zig-zag varen om een nauwkeurige peiling te krijgen.”patricK vercauterensurveyor hydrografie

Page 9: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

donderdag 26 maart 2009 .49www.agentschapmdk.beElke maand nemen we een dienst van de Vlaamse overheid onder de loep. We gaan op zoek naar leu-ke verhalen, mensen en anekdotes. Deze week is het de beurt aan het agentschap Maritieme Dienstverle-ning en Kust (MDK).

Op de tweede verdieping van het loodswezengebouw zitten ze, de cartografen. Verdoken tussen com-puters, printers, monitors en heel wat proefdrukken. Het enige wat ze nog gemeen hebben met Merca-tor, is de duisternis, door de weini-ge ramen op de tweede verdieping. Het kaarslicht heeft evenwel plaats geruimd voor tl-buizen.

0

“Ik zat zonder werk en zag een ad-vertentie in de krant staan”, vertelt Kathleen. “Zo ben ik hier terechtge-komen. Eerst werkte ik als surveyor op de peilboot. Het varen en de bui-tenlucht mis ik nu wel een beetje. Dat was echt een heel afwisselende job.”

Kathleen is de rust zelve wanneer ze spreekt. Het is bijna een vereiste voor de job, zo blijkt.

“Een kaart maken vergt veel ge-duld. Je moet echt nauwkeurig kun-nen werken. We tekenen niet alleen, we moeten alle gegevens ook verza-melen in databanken die we constant updaten. Die gegevens zijn bijvoor-beeld boeien, maar ook oeverinfra-structuur zoals lichtbakens.”

“Sommige lijnen trekken we zelfs nog met de hand”, vertelt cartografe Kathleen. “Op een aantal plaatsen zijn de dieptelijnen van de Schelde heel grillig. Met de hand kunnen we dat beter tekenen dan met de com-puter.” JK

“Sommige lijnen trekken we nog met de hand”

Cartografe Kathleen Spaepen bestudeert een kaart van de Schelde.

Kathleen Spaepen (44) is cartografe bij de afdeling hydrografie. Het was geen kinderdroom van haar. Ze kwam er veeleer toevallig terecht. “Ik reageerde op een advertentie in de krant.”

“Een heel rare rivier”, zegt Pa-trick wanneer we hem naar de ty-pische kenmerken van de Schelde vragen. “Het meest eigen aan de Schelde vind ik de stroming. Die is heel gevaarlijk. De bodem ligt ook vol wrakken. Vooral aan Neder-landse kant.”

“ Veel van die wrakken dateren uit de oorlog. Bij ons zijn er veel wrakken bovengehaald rond de

0

eeuwwisseling. Soms vinden we nog een wrak. Dan gaan we daar met de peilboot boven varen om het van na-derbij te bekijken. Ook als een schip zinkt, rukken wij zo snel mogelijk uit om het te lokaliseren.”

Autowrakken“Wat we heel veel tegenkomen,

zijn autowrakken in het water langs de kaaien”, vertelt Patrick Vercaute-ren. ”We werken ook met de scheep-vaartpolitie samen. Dan varen we in Antwerpen de kaaien helemaal af om autowrakken en andere zaken die er niet thuishoren, in kaart te brengen, zodat die kunnen worden bovengehaald.” JK

“De Schelde is een rare rivier”

Dit computerbeeld laat duidelijk een scheepswrak op de rivierbodem zien.

Surveyor Patrick Vercauteren werkt dagelijks op de Schelde. Volgens hem is het een rivier met een heel eigen karakter. “De Schelde ligt vol wrakken, vooral uit de oorlog”, weet hij.

“Of ik ooit weer aan vrachtwagens wil sleutelen? Neen, ik zit hier goed, dus ik blijf waar ik ben.”Serge verelStMachinist

De boottocht met de Veremans zit erop. En zo ook de reportage. Al-thans, dat dacht ik. Machinist Ser-ge Verelst (42) vraagt me met lich-te aandrang of ik toch even naar zijn machinekamer wil komen kijken. De fotograaf mag gerust mee.

De reactie van de verantwoorde-lijke van Vloot die op de Veremans met ons meevoer, maakt me hele-maal nieuwsgierig. “Heel knap”, zegt ze over de machinekamer.

0

“Je kan er van de grond eten. Dat mag ook wel eens gezien en gezegd worden.”

Enfin, wij dus naar de buik van het schip, door de kleine deur naar de machinekamer. Wat we daar te zien krijgen, is het heiligdom van Serge. En het is er inderdaad brandschoon.

Er zijn horecazaken waarvan de keu-ken er minder net bij ligt.

Vrachtwagens“Vroeger deed ik het onderhoud

van vrachtwagens”, vertelt Serge. “Mijn vader is 37 jaar machinist ge-weest op een schip. Dus besloot ik ook om aan een machinistenexa-men mee te doen. En het is gelukt. Ik zorg er nu voor dat alles naar be-horen functioneert.”

Of hij ooit nog terug aan vracht-wagens wil sleutelen? “Nee”, klinkt het resoluut. “Ik zit hier heel goed, dus ik blijf waar ik ben.”

De zoveelste werknemer dus wiens hart sneller gaat slaan zolang hij tus-sen twee oevers kan werken. JK

Machinist Serge is trots op ‘zijn’ machinekamer

Machinist Serge Verelst in zijn ‘heiligdom’.

Serge Verelst is machinist op de peilboot Veremans. Hij moet er voor zorgen dat alle machines op de boot werken zoals het hoort. Hij is trots op zijn werkdomein.

“Ik ben begonnen als surveyor op de peilboot. Zo elke dag op het water zijn, dat mis ik wel een beetje.”Kathleen Spaepencartografe

Page 10: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

52. vrijdag 27 maart 2009

door paarden. Toen hij later naar de Zeevaartschool wilde, werd hij afgekeurd omdat hij slechte ogen had. Het was een gemiste roeping voor hem.”

Die tegenslag belette Plouviers vader niet om constant met zijn grote passie bezig te zijn. “Hij nam ons vaak mee naar Vlissingen om naar de boten te kijken. Ik weet ook nog dat we geregeld over de Ant-werpse kaaien naar ’t Steen wan-delden om de Congoboten te be-wonderen”, vertelt Plouvier.

Toch zou het nog even duren vooraleer ook zoon Bart de stap naar de scheepvaart maakte. “Tus-sen 1969 en 1971 woonde ik in ’t stad. Daarna verhuisde ik naar Elversele bij Temse. Ik schilderde en speelde muziek. Ik trok met an-dere woorden veel op met mensen uit het artistieke milieu.”

Café Den AnkerDaar werd Plouviers liefde voor

het water weer aangewakkerd. “In het Antwerpse café Den Anker in de Pieter Potstraat zaten 50 pro-cent artiesten en 50 procent kun-stenaars. Ik zat zonder werk, dus

vroegen enkele cafématen of ik het niet zag zitten om bij de sleepdienst te komen werken.”

“Nu is dat allemaal goed gere-geld, maar toen gebeurde veel àl’improviste. Vaak moest je gewoon wachten tot ze bij de sleepdienst volk nodig hadden. Dan kwamen ze zelfs in het café mensen ronselen om er te komen werken.”

MatroosIn 1980 zou Plouvier uiteindelijk

aanmonsteren als matroos op een sleepboot. “We werkten vooral in de Noordzee aan de booreilanden tussen Schotland en Noorwegen. Maar ik ben ook naar Afrika, het zuid-Spaanse Cadiz en Sicilië geva-ren. Als het goed weer is, gaat het er op de sleepboot kalm aan toe. Een sleepboot komt pas in actie als de rest niet meer kan varen. In volle storm meestal.”

“Het ergste wat er dan kan ge-beuren, is dat je je sleep verliest. Een sleepkabel breekt bijna nooit, maar als die door de storm een aan-tal snokken krijgt, kan het dat hij het begeeft. Dan moet je die kabel in de gutsende regen herstellen.”

In een grootstad als Antwerpen kruisen vele beroepen en stromin-gen elkaar. Op het kruispunt van de kunst en de scheepvaart, zo er-gens aan de rand van het schippers-kwartier, besloot Bart Plouvier de weg van de scheepvaart in te slaan. Van 1980 tot 1984 was hij matroos op een sleepboot. Zijn ervaringen op het water zouden nog vaak ko-men bovendrijven in zijn boeken en verhalen.

“Mijn overgrootvader werkte in de zeevaart. Hij was ook nog zee-loods en woonde in Vlissingen”, zegt Bart Plouvier.

“Hij stierf toen ik negen was, maar gaf de microbe door aan mijn vader. Ze woonden achter het Sint-Jansplein, aan de dok-ken. Tussen de naties speelde mijn vader op de platte wagens, die toen nog voortgetrokken werden

0

“Op eensleepbootstappen, is thuiskomenvoor mij”

Schrijver Bart Plouvier kwam via het artistieke milieu in Antwerpen in aanraking met de scheepvaart. Toen DAB Vloot hem vroeg om enkele zeeverhalen neer te schrijven, twijfelde hij geen moment.

Binnenstebuiten

Zeeverhalen 0 DAB Vloot schakelt schrijver Bart Plouvier in om mensen warm te maken voor carrière op zee

‘Berichten van op het water’ bundelt verhalen over zeebonken en hun schepen.

“Ik arriveer in Oostende op een vrijdagochtend. Het is nog vroeg, maar er heerst al flink wat bedrijvigheid langs de kade waar loodskotter 1 be-voorraad wordt. Straks ver-trekt de boot met zijn twin-tigkoppige bemanning om een kleine zestien mijl uit de kust een week lang de loods-dienst te verzekeren. Magazij-nier Adriën en logistiek ma-nager Birgit hebben, ondanks talrijke gsm-oproepen en de formulieren die hen langs alle kanten worden toegestopt, de drukte onder controle. Het bunkeren verloopt gesmeerd en ze vinden zelfs tijd om mij even langs de schabben te lei-den en mijn nieuwsgierig-heid te bevredigen. Ik ben zee-

Fragment uit ‘Berichten van op het water’

man geweest, ik wéét hoe be-langrijk het is aan boord lek-ker te kunnen eten. Dus gaat mijn belangstelling in de eer-ste plaats uit naar wat de kok op zijn verlanglijstje heeft ge-zet. De verse spullen zijn ook écht vers en worden ‘just in time’, net voor de afvaart, ge-leverd. Dat was in mijn tijd wel even anders! Net als het was-sen. Onze overall kregen wij schoon door hem in te smeren met een vetoplossend goed-je, hem aan een touw achter de boot te hangen en hem een halve dag later weer boven te halen. Klus geklaard! Hier gaat alles in grote zakken naar de wasserij, waar tevens klei-ne herstellingen worden uit-gevoerd.”

Bart Plouvier: schrijver in

de ban van de scheepvaart

foto stefaan van hul

Page 11: GvA - 02 - Maritieme dienst en kust

vrijdag 27 maart 2009 .53www.agentschapmdk.beElke maand nemen we een dienst van de Vlaamse overheid onder de loep. We gaan op zoek naar leu-ke verhalen, mensen en anekdotes. Deze week is het de beurt aan het agentschap Maritieme Dienstverle-ning en Kust (MDK).

DAB Vloot werft 150 men-sen aan. Vooral in de regio Antwerpen is er een perso-neelstekort.

[email protected] www.welkombijvloot.be

i

Aantal vacatures

150

Zeemannen zoeken hun toevluchtin bijgeloof

Letter AAls de naam van het schip op de

letter A eindigt, zou het wel eens slecht kunnen aflopen met dat schip. Voorbeelden zijn de Lusita-nia, die in 1915 getorpedeerd werd en verging, en de Batavia.

LinkervoetHet brengt ongeluk wanneer een

zeeman eerst zijn linkervoet aan boord zet.

LandrotAls een landrot naar een schip

wijst, roept dat het boze oog op.

Oude schoenenGooi het schip een paar oude

schoenen achterna en het zal een goede reis krijgen.

Niet lenenBemanning van verschillende

schepen mag niets van elkaar le-nen. Dat roept een vloek over de schepen op. Is het toch nodig, dan moet het geleende een beetje be-schadigd worden teruggegeven, waardoor de vloek ontkracht wordt.

FluitenFluiten aan boord is uit den boze.

Het roept geesten, harde wind of vliegende storm op.

OudjaarVaar nooit uit op 2 februari (Ma-

ria Lichtmis), oudejaarsdag, de eer-ste maandag van april of de tweede maandag van augustus. Het is alge-meen bekend dat er schepen met man en muis zijn vergaan die wel op deze dagen uitvoeren. Vertrek-ken op vrijdag of zondag is ook niet verstandig.

Vrouwen en kippenVrouwen, kippen, geestelijken

en advocaten zijn levensgevaar-lijk aan boord. Vandaar wijsheden als: “Een vrouw en een kip zijn de pest voor een schip”, “Alles wat niet staand over het potdeksel kan pis-sen is aan boord te missen” of “Alle beetjes helpen, zei de schipper en smeet zijn vrouw overboord.”

RodekoolOp de dag van vertrek mag de

bemanning geen rodekool eten. De kans op een voortijdig einde van de reis - of erger - is dan volgens veel zeelui levensgroot aanwezig. Het is verder algemeen bekend dat vissers hun netten verspelen wan-neer ze op zee op maandag rode-kool eten. JK

Zeemannen zijn ruwe bonken, rechttoe rechtaan, maar zo bijgelovig als wat. Hun lot ligt tenslotte in handen van de natuur.

Vlaanderen moet topregio worden

OnderzoekHet agentschap Maritieme

Dienstverlening en Kust (MDK) werkt samen met enkele onder-zoekscentra om de kennis van Vlaanderen te vergroten. Zo wordt er onder meer onderzoek gevoerd naar varen in ondiep water.

KustDe afdeling Kust werkt aan een

plan om de kuststreek te blijven ontwikkelen. Het moet de kust be-schermen tegen erosie en overstro-mingen, zodat het een regio blijft die zowel goed is om te wonen, te

Het project Vlaanderen in Actie wil tegen 2020 van Vlaanderen een van de vijf topregio’s in Europa maken. MDK heeft daarom voor zichzelf enkele doelstellingen op papier gezet.

“Vroeger kwamen ze zelfs mensen uit het café halen om bij de sleepdienst te komen werken.”

Bart plouvierSchrijver

“Ik heb dat vier jaar gedaan, maar dan was ik er een beetje op uitgeke-ken. Op een sleepboot werken is ook heel zwaar.”

Maar je kan de man dan wel uit het water halen, je haalt het water niet uit de man. “Toen DAB Vloot mij vroeg om een aantal verhalen neer te schrijven over mensen die op het water werken, heb ik geen moment getwijfeld. Ik kreeg de kans om op boten te stappen die ik alleen kende van ‘zien voorbijvaren’. Vooral toen ik een reportage over de sleepboot maakte, voelde ik nostalgie. Op een sleepboot stappen is toch altijd een beetje thuiskomen voor mij.”

Technische snufjes“Ik stond wel versteld van de tech-

nische snufjes die er nu allemaal be-staan. Vroeger hadden wij alleen de radar. Dan moest je met je hoofd in een koker en zag je alleen een paar stipjes”, vertelt Bart Plouvier.

“Ook varen met de reddingsboot was een hele ervaring. Zo’n bootje is onzinkbaar en klieft met een hoge snelheid door de golven... Prachtig”, besluit hij. Jeroen Kuyps

investeren als om zich te ontspan-nen.

Talent Het project ‘Areyouwaterproof?’

richt zich zowel op hoog- als op laag-geschoolden om een maritieme car-rière te promoten.

KnowhowMDK werkt mee aan de opleiding

van Panamese loodsen die varen in sluizen met dezelfde eigenschappen en afmetingen als de Berendrecht-sluis en Zandvlietsluis.

Het zijn slechts enkele van de za-ken waaraan MDK werkt in het licht van Vlaanderen in Actie. Voor meer informatie kan u terecht op de web-site van MDK. JK

www.agentschapmdk.bei

De redeboten in Vlissingen staan in voor het vervoer van de loodsen. De grootva-der van Bart Plouvier was jarenlang loods in Vlissingen. # foto arlette Stubbe