GIP 6BKA Gipgids
-
Upload
ann-vanuytrecht -
Category
Documents
-
view
217 -
download
0
description
Transcript of GIP 6BKA Gipgids
1
© copyright Ann – Stefania - Wim
2
Schooljaar: 2011-2012
Datum: 11/06/2011 en 18/06/2011
Technisch Adviseur: Dhr. Robin Bielen
GIP-coördinator + klastitularis: Mevr. Ann Vanuytrecht
Betrokken vakken + interne juryleden
VAK LEERKRACHT
Nederlands Dhr. F. Cosemans
PAV Mevr. H. Martens
Economie Mevr. S. Taramaschi
Boekhouden Mevr. S. Taramaschi
Kantoortechnieken Mevr. A. Vanuytrecht
Informatica Mevr. J. Heylen/ Mevr. V. Aerts/ Dhr. I. Slijters
Externe juryleden
Mevr. Sylvie Schrijvers (Impact Interim Hasselt) Dhr. Kris Baerts (Xios Hogeschool Hasselt) Dhr. Guido Vanuytrecht (BS Stapsgewijs Lommel)
Dhr. Birger Stulens (Accent Industry Genk)
GIP 6BKA
3
1 Leerling en ondernemingsplan
Naam leerling Bedrijfsnaam Omschrijving
Abhabou Amine Spadry Sneakershop
Bilir Emre Elimo Verhuur van Limozine
Camci Nuray NC oldtimers Verkoop van oldtimers
Choua Adil Make me handsome Kostuums op maat
Demir Berna Halina Turkse tapijten
Dizman Oguzhan Dongelato Italiaanse/Turkse ijssalon
El Karkri Ilias Het draaiend wiel Fietsenwinkel
Essarti Anass Sisharab Sisha-bar
Jans Shana Bluerise Cocktailbar
Kurt Dilara D-nales Nagelstudio
Najib Youssef
Ninivaggi Valentina Vali-trips Citytrips organiseren
Nulens Rafaël
Salihu Hassan Surprise Kapsalon
4
2 Voorwoord
In het 6de jaar BSO leggen de leerlingen een geïntegreerde proef (GIP)
af. Die heeft tot doel alle vaardigheden en de kennis die eigen zijn aan de
afdeling of het beroep in een realistisch kader aan bod te laten komen. De
leerlingen moeten kunnen aantonen dat ze op een gestructureerde manier
specifieke taken kunnen uitvoeren. Het eindresultaat, dat aan een jury
met externen wordt gepresenteerd, moet aantonen dat de leerling klaar is
om deel te nemen aan het beroepsleven of om hogere studies aan te
vatten in de gekozen discipline enerzijds en om te functioneren in het
maatschappelijk proces anderzijds. De GIP is een van de elementen die
bepalend is voor het wel of niet slagen van een leerling aan het einde van
het 6de jaar.
5
Inhoud
1 Leerling en ondernemingsplan .................................................... 3
2 Voorwoord ............................................................................... 4
3 Inleiding .................................................................................. 6
4 Doelstellingen .......................................................................... 8
4.1 Vaardigheden (wat je moet kunnen voor jouw GIP) ...................... 8
4.1 Kennis (wat je moet kennen voor jouw GIP) ................................ 8
4.2 Attitudes ................................................................................. 8
5 Functieomschrijvingen ............................................................. 16
5.1 Wat doet de gip-coördinator? ................................................... 16
5.2 Wat doet de projectmentor? ..................................................... 17
5.3 Wat doet de taalmentor? ......................................................... 17
6 De verschillende fasen in het maken van een gip ........................ 19
6.1 Voorbereiding, planning, informatie verzamelen & verwerken ....... 19
6.2 Realisatie en afwerking ........................................................... 20
7 De evaluaties ......................................................................... 21
7.1 Overzicht ............................................................................... 22
8 Timing .................................................................................. 23
9 Andere afzonderlijke bijlagen ................................................... 24
10 Infofiche ................................................................................ 25
10.1 Wat moet ik kunnen? .............................................................. 25
10.2 Wie zijn mijn begeleiders en waarvoor kan ik bij hen terecht? ...... 25
11 Overzicht opdrachten GIP ........................................................ 27
12 Volgorde GIP - BUNDEL ........................................................... 28
6
3 Inleiding
Beste leerling, beste ouders,
We brengen u er van op de hoogte dat in het 6de jaar
een extra opdracht opgelegd wordt: de Geïntegreerde
Proef, kortweg de GIP. Aan deze proef worden
afzonderlijk punten toegekend en de GIP bepaalt dus mee of de leerling
zijn diploma behaald heeft of niet. De leerling krijgt punten voor de
proces- en voor de productevaluatie.
Wat bedoelen we met procesevaluatie? Hierbij wordt het tot stand komen
van de GIP geëvalueerd. De leerlingen moeten het bewijs leveren dat ze
een aantal competenties hebben verworven (zie lijst op de volgende blz.).
De leerlingen moeten zelf initiatieven nemen, contacten leggen,
documentatie zoeken (in bibliotheken, op het internet) en persoonlijk
verwerken, op tijd hun werk inleveren, een dossier schrijven, ev. een
praktische realisatie afwerken.
Daarbij kan het gebeuren dat ze wat meer een beroep op u zullen doen
voor verplaatsingen, praktische hulp enz. Het kan ook dat ze met
medeleerlingen moeten samenkomen voor groepswerk. Soms zullen er
door internetgebruik of kopiewerk extra kosten gemaakt moeten worden.
We vragen u daar alle begrip en steun voor.
De leerlingen worden in de loop van het schooljaar geregeld geholpen en
bijgestuurd door een leraar die optreedt als mentor, door een taalmentor
en door andere leerkrachten die deel uitmaken van het GIP-team. Bij het
einde van het eerste trimester, halfweg maart en eind mei wordt een
afzonderlijk tussentijds GIP- rapport meegegeven naar huis. Voor de
tweede evaluatie worden ook externe juryleden uitgenodigd voor de
beoordeling.
7
Bij het einde van het schooljaar heeft de productevaluatie plaats. Het
dossier en de realisatie worden beoordeeld door een GIP-team van
leerkrachten. De verdediging van de GIP aan het einde van juni wordt
beoordeeld door een jury die samengesteld is uit leraren van de school en
externe deskundigen. Het volledige GIP-rapport wordt dan samen met het
jaarrapport aan u bezorgd op de proclamatie.
We rekenen er in ieder geval op:
• dat de richtlijnen in deze handleiding goed gelezen en gevolgd worden,
• de tussentijdse GIP-rapporten ondertekend worden en bewaard in het rapport,
• problemen altijd snel besproken worden met de mentor en genoteerd worden in het logboek,
• het logboek geregeld door de ouders nagekeken en ondertekend wordt.
Alle afspraken i.v.m. de GIP kunt u nalezen op de volgende bladzijden.
Succes met de Geïntegreerde Proef!
8
4 Doelstellingen
De voornaamste competenties die worden nagestreefd bij het maken van
de GIP zijn:
4.1 Vaardigheden (wat je moet kunnen voor jouw GIP)
• Onderzoeksvaardigheden: informatie vinden over je onderwerp en
die informatie op een kritische manier en met je eigen woorden
kunnen verwerken
• Technische analyse en probleemoplossende vaardigheden:
indeling en structuur aanbrengen in je dossier en/of in je realisatie,
een werkplanning en een ontwerp opmaken, de juiste materialen en
machines kiezen, kortom systematisch te werk leren gaan van
probleem naar mogelijke oplossingen, en uiteindelijk naar de juiste
oplossing (en uitvoering).
• Kritisch denken en handelen: de juiste keuzes kunnen maken,
zowel bij het schrijven van het dossier als bij het voorbereiden en
uitvoeren van een realisatie
• Taalvaardigheid: een goed leesbaar dossier schrijven zonder fouten
en je werk mondeling presenteren en verdedigen voor een jury.
• Professionele vaardigheden eigen aan je afdeling: je realisatie
plannen, uitvoeren en afwerken volgens de regels van de kunst.
4.1 Kennis (wat je moet kennen voor jouw GIP)
• Professionele kennis (theorie): kennis van uw vakgebied is
uiteraard een noodzakelijke voorwaarde om een goede GIP te maken.
Technische vaardigheden steunen op een goed theoretisch inzicht en
technische kennis.
4.2 Attitudes
• Orde, stiptheid en timing (= regels en afspraken naleven, al het
nodige bijhebben, gedisciplineerd zijn, op tijd komen, doen wat
gevraagd wordt, taken maken en tijdig afgeven, nauwgezet en net
werken)
• Inzet/motivatie (= aandacht en concentratie, interesse en
leergierigheid, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid, medewerking,
ijver, studeren, inzet voor je GIP)
• Respect , positieve houding (= respect voor materiaal,
verdraagzaamheid, beleefdheid, taalgebruik, pestgedrag, aanvaarden
van gezag)
9
• Zin voor initiatief, zelfstandig handelen (= niet aarzelen om te
beginnen, niet wachten op de anderen om te starten, zelf een eerste
stap zetten)
• Creativiteit en inventiviteit. (= kunnen functioneren binnen
bepaalde opgelegde grenzen / zelf een oplossing durven voorstellen,
vindingrijk zijn)
10
• Orde, stiptheid en timing (= regels en afspraken naleven, al het nodige bijhebben, gedisciplineerd zijn, op
tijd komen, doen wat gevraagd wordt, taken maken en tijdig afgeven, nauwgezet en net werken) Persoonlijke planning en werkorganisatie, systematisch beheren van tijd en materiaal, organisatie van werkplan
OnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoende MatigMatigMatigMatig Goed Goed Goed Goed Zeer goedZeer goedZeer goedZeer goed
Heeft zelden agendaagendaagendaagenda, werkschema’swerkschema’swerkschema’swerkschema’s of
werkplanning bij.
Heeft agendaagendaagendaagenda of werkschemawerkschemawerkschemawerkschema steeds
bij, maar gebruikt het niet om te
plannen. Maakt al eens gebruik van
checklists, to-do-lijstjes…
Gebruikt agendaagendaagendaagenda, planning en
werkschemawerkschemawerkschemawerkschema’s. Maakt goed gebruik
van checklists, to-do-lijstjes… Werkt
af en toe een stappenplan uit i.f.v. het
behalen van bepaalde resultaten.
Gebruikt spontaan agendaagendaagendaagenda om taken te
plannen. Maakt zelf werkschemawerkschemawerkschemawerkschema’s en
planning op langere termijn.
Heeft totaal geen planningplanningplanningplanning. Werkt planplanplanplanmatig, maar verliest de
timing uit het oog. Werkt bv. te lang
aan x zodat te weinig tijd over is voor
Y.
Voert de planningplanningplanningplanning uit en houdt de
timing goed in het oog en stuurt zijn
planning tijdig bij.
Managet en plantplantplantplant zijn/haar tijd i.f.v.
prioriteiten, hoofdzaken, deadlines en
resultaten (b.v. bij examens,
projecten, grote taken, enz.)
Alle taken, prioritaireprioritaireprioritaireprioritaire en niet-
prioritaire, zijn ‘één grote pot nat.
Kan op aanwijzing verschil maken
tussen prioritaire en niet-prioritaire prioritaire prioritaire prioritaire
takentakentakentaken.
Maakt bij dreigend tijdsgebrek zelf
een onderscheid tussen prioritaire en
niet-prioritaireprioritaireprioritaireprioritaire taken.
Maakt zelf systematisch een
onderscheid tussen prioritaire en niet-
prioritaireprioritaireprioritaireprioritaire taken
Voert belangrijke of dringendedringendedringendedringende takentakentakentaken
zelden uit.
Voert belangrijke of dringende takendringende takendringende takendringende taken
te laat uit.
Voert belangrijke of dringende takendringende takendringende takendringende taken
tijdig op aanwijzing uit.
Pakt spontaan de belangrijkste of
dringendste takendringendste takendringendste takendringendste taken aan. Kan
verschillende taken tegelijk
organiseren.
Kent het verschil niet tussen een grote
opdracht en opgesplitste deeltakendeeltakendeeltakendeeltaken.
Kan een grote opdracht, door de leraar
in stapsgewijze deeltakendeeltakendeeltakendeeltaken opgesplitst,
uitvoeren.
Kan op aanwijzing een grote opdracht
in stapsgewijze deeltakendeeltakendeeltakendeeltaken opsplitsen
en uitvoeren.
Kan een grote opdracht zelfstandig in
stapsgewijze deeltakendeeltakendeeltakendeeltaken opsplitsen en
uitvoeren.
11
Verliest materiaal materiaal materiaal materiaal en uitrusting. Zijn
materiaal is onverzorgd.
Draagt onder toezicht zorg voor
materiaamateriaamateriaamateriaal en uitrusting. Vindt eigen
dingen meestal terug.
Draagt zorg voor materiaal materiaal materiaal materiaal en
uitrusting. Vindt eigen dingen altijd
terug.
Materiaal Materiaal Materiaal Materiaal is verzorgd.
Onderhoudt spontaan materiaal en
uitrusting volgens de voorschriften.
Zijn boekentas, lessenaar of werkplekwerkplekwerkplekwerkplek
is chaotisch.
Heeft meestal orde in zijn boekentas
en op zijn werkplekwerkplekwerkplekwerkplek.
Heeft steeds orde in zijn boekentas
en op zijn werkplekwerkplekwerkplekwerkplek.
Anderen kunnen gemakkelijk hun
weg vinden op zijn werkplekwerkplekwerkplekwerkplek of
planning en zijn dingen terugvinden.
Levert de gevraagde taak,
bewijsstukken niet in. Stelt altijd
zaken uit.
Heeft altijd extra push nodig om
zaken in te leveren. Zonder
aanmaning, haalt hij/zij deadline niet.
Levert zaken op tijd in. Taken zijn
stipt op tijd klaar.
Levert sommige taken voor de
deadline af.
12
• Inzet/motivatie (= aandacht en concentratie, interesse en leergierigheid, doorzettingsvermogen,
zelfstandigheid, medewerking, ijver, studeren, inzet voor je GIP) gerichtheid op leren, zowel op het werk zelf (on the job-leren) als daarbuiten (bijscholing, vervolmaking), belangstelling hebben
OnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoende MatigMatigMatigMatig Goed Goed Goed Goed Zeer goedZeer goedZeer goedZeer goed
Heeft een absolute afkeer van lerenlerenlerenleren
en leert niet.
LeerLeerLeerLeert met tegenzin omdat het nu
eenmaal moet.
LeertLeertLeertLeert, maar doet dit enkel wanneer
dit expliciet gevraagd wordt.
LeertLeertLeertLeert spontaan.
Heeft absoluut geen interesseinteresseinteresseinteresse voor
het werk dat hij doet. Stelt nooit
vragen.
Het werk interesseertinteresseertinteresseertinteresseert hem matig.
Stelt af en toe een vraag.
Is geïnteresseerdgeïnteresseerdgeïnteresseerdgeïnteresseerd in het werk. Stelt
regelmatig vragen.
Is gepassioneerdgepassioneerdgepassioneerdgepassioneerd door het werk. Wil
allerlei dingen weten, zoekt naar
achtergronden. Stelt veel vragen.
Staat niet open voor suggesties en
feedback.feedback.feedback.feedback.
Luistert naar suggesties en feedbackfeedbackfeedbackfeedback. Vraagt spontaan suggesties en
feedbackfeedbackfeedbackfeedback.
Vraagt suggesties, feedbackfeedbackfeedbackfeedback en
integreert dit spontaan in het
leerproces.
Werkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvatting is
slecht: weigert werk op te nemen.
Doet zelf zo weinig mogelijk.
Werkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvattingWerkafbakening/taakopvatting is
eerder minimaal. Neemt weinig werk
op en doet nooit extra werk.
Goede werkafbakening/taakwerkafbakening/taakwerkafbakening/taakwerkafbakening/taak
opvatting: opvatting: opvatting: opvatting: doet wat nodig is. Doet
extra werk als dat gevraagd wordt.
Uitstekende werkafbakewerkafbakewerkafbakewerkafbake----
ning/taakopvattingning/taakopvattingning/taakopvattingning/taakopvatting. Stelt zich
verantwoordelijk op. Doet spontaan
meer dan gevraagd.
Uitgesproken traag werktempowerktempowerktempowerktempo bij
opdrachten, taken of projecten.
Verprutst zijn/haar tijd door te
dromen, te kletsen, …
Het werktempowerktempowerktempowerktempo is matig. Houdt zich
zeer wisselend bezig. Heeft
regelmatig aanmoediging nodig om
door te zetten.
Goed werktempowerktempowerktempowerktempo, maakt zinvol
gebruik van de normale tijd om een
taak af te werken, een opdracht te
doen.
Werkt hard. Houdt er een stevig
werktempowerktempowerktempowerktempo op na.
Is zeer snel afgeleid, is niet alert,
zelfs niet bij werk dat niet langduriglangduriglangduriglangdurig
is.
Laat zich afleiden, is niet zo alert bij
het werk, zeker niet als het een
relatief langdurigelangdurigelangdurigelangdurige taak is.
Blijft meestal alert, ook bij relatief
langdurigelangdurigelangdurigelangdurige opdrachten, taken of
projecten.
Heeft een uitstekende inzet en
sturing, ook bij langdurigelangdurigelangdurigelangdurige
opdrachten.
Slaagt er niet in routinetakenroutinetakenroutinetakenroutinetaken tot een
goed einde te brengen.
De aandacht verslapt snel bij het
uitvoeren van routinetakenroutinetakenroutinetakenroutinetaken.
Het uitvoeren van routinetakenroutinetakenroutinetakenroutinetaken
verloopt goed.
Routinetaken Routinetaken Routinetaken Routinetaken worden perfect
afgewerkt.
13
• Respect , positieve houding (= respect voor materiaal, verdraagzaamheid, beleefdheid, taalgebruik,
pestgedrag, aanvaarden van gezag) bijdragen tot een goed samenwerkingsverband en een aangename, stimulerende leef- en werkgemeenschap, inlevingsvermogen
OnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoende MatigMatigMatigMatig Goed Goed Goed Goed Zeer goedZeer goedZeer goedZeer goed
Is onbeleefd of zelfs onbeschoft. Doet weinig moeite om vriendelijkvriendelijkvriendelijkvriendelijk of
beleefd te zijn.
Volgt de essentiële regels van
vriendelijkheivriendelijkheivriendelijkheivriendelijkheid en beleefdheid.
Is op een natuurlijke manier
vriendelijkvriendelijkvriendelijkvriendelijk en beleefd.
Bedriegt, is oneerlijk. Beseft niet
welke reacties zijn gedrag uitlokt.
Roddelt over persoonlijke zaken. Pest
collega’s, valt anderen lastig. Heeft
een laag empathisch vermogen.
Vertelt geen persoonlijke zaken
verder. Blijft van andermans spullen
af. Respecteert de mening van
anderen.
Toont dat hij zich inleeft in anderen,
houdt rekening met verscheidenheid
en met iemands (privé-)achtergrond.
Geeft anderen kansen, behandelt hen
niet stereotiep.
Anderen kunnen spontaan bij hem
terecht. Is integer en heeft een hoog
empathisch vermogen. Luistert met
belangstelling naar wat andere
leerlingen bezighoudt.
14
• Zin voor initiatief, zelfstandig handelen (= niet aarzelen om te beginnen, niet wachten op de anderen om
te starten, zelf een eerste stap zetten)
Onvoldoende 2Onvoldoende 2Onvoldoende 2Onvoldoende 2 Matig 4Matig 4Matig 4Matig 4 Goed 6Goed 6Goed 6Goed 6 Zeer goed 8Zeer goed 8Zeer goed 8Zeer goed 8
Is alleen gericht op die zaken,
opdrachtenopdrachtenopdrachtenopdrachten die hij/zij graag doet.
Voert soms opdrachtenopdrachtenopdrachtenopdrachten uit die hij/zij
niet graag doet.
Voert alle opdrachtenopdrachtenopdrachtenopdrachten op aanwijzing
kwaliteitsvol uit, toont meestal inzet.
Voert spontaan kwaliteitsvol
opdrachtenopdrachtenopdrachtenopdrachten uit, ook al liggen ze hem
niet goed.
Wacht af tot anderen actie actie actie actie
ondernemen ondernemen ondernemen ondernemen en doet zelf niets.
Onderneemt enkel actie actie actie actie wanneer er
gezegd wordt wat hij/zij moet doen
of als de verantwoordelijke in de
buurt is.
Onderneemt spontaan actieactieactieactie bij
toewijzing van taken die bij het
omschreven takenpakket horen.
Onderneemt spontaan actieactieactieactie bij taken,
ook al horen ze niet strikt genomen
bij het omschreven takenpakket.
MeldMeldMeldMeld niet wanneer een taak is
afgerond.
MeldMeldMeldMeld zelden wanneer een taak is
afgerond.
MeldMeldMeldMeld spontaan wanneer een taak is
afgerond.
MeldMeldMeldMeld spontaan wanneer een taak is
afgerond en vraagt spontaan naar
extra taken.
15
• Creativiteit en inventiviteit. (= kunnen functioneren binnen bepaalde opgelegde grenzen / zelf een
oplossing durven voorstellen, vindingrijk zijn)
OnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoendeOnvoldoende MatigMatigMatigMatig Goed Goed Goed Goed Zeer goedZeer goedZeer goedZeer goed
Nieuwe dingen jagen angst aan. Wil
zich niet aanpassen aan nieuwe nieuwe nieuwe nieuwe
dingendingendingendingen. Blokkeert bij vage
opdrachten.
Nieuwe dingenNieuwe dingenNieuwe dingenNieuwe dingen laten hem eerder
onverschillig. Vindt bij opdrachten die
afwijken van het modale, enkel
oplos-singen op aanwijzing.
Geeft veranderingen een kans. Zoekt
zelf oplossingen bij opdrachten die
afwijken van het modale.
NieuwighedenNieuwighedenNieuwighedenNieuwigheden zijn voor hem unieke
kansen. Hoe vager de opdracht, hoe
liever. Denkt graag breed over de
oplossing na. Doet liefst opdrachten
met niet te veel uitleg, en zonder
voorbeeld.
Wil altijd een zeer concreet voorbeeld
nabootsen. Voelt zich veilig daarbij.
Bekijkt voorbeeld en maakt een
variatievariatievariatievariatie op het voorbeeld.
Probeert te achterhalen wat bedoeling
achter voorbeeld is en maakt een
alternatief.
Zoekt spontaan een ander voorbeeld
met dezelfde functionaliteit. Probeert
verschillende variatiesvariatiesvariatiesvariaties uit om
uiteindelijk het beste alternatief te
kiezen.
CombineertCombineertCombineertCombineert niet: geen ideeën of
materialen of werkvormen.
Probeert materialen/ideeën te
combinerencombinerencombinerencombineren, als ze goed bij elkaar
aansluiten.
Probeert vrij succesvol verschillende
materialen/ideeën te combinerencombinerencombinerencombineren.
Nieuwe combinatiescombinatiescombinatiescombinaties laten hem toe
volledig nieuwe dingen te doen.
InspiratieInspiratieInspiratieInspiratie is er niet. Gaat op zoek naar inspiratieinspiratieinspiratieinspiratie, maar niet
te ver (collega’s, omgeving)
Probeert over taak te spreken met
meerdere mensen/te bekijken uit
meerdere invalshoeken.
Zoekt inspiratieinspiratieinspiratieinspiratie voor de taak in een
andere context (internet…), hij/zij
neemt hiervoor veel tijd.
16
5 Functieomschrijvingen
5.1 Wat doet de gip-coördinator?
� De GIP-coördinator en de leerkrachten bepalen de puntenverdeling
en de criteria die bij de beoordeling van de proef zullen worden
gehanteerd.
� De GIP-coördinator treedt op als afgevaardigde van de technisch
adviseur en vult het GIP-rapport in.
� In de loop van het eerste trimester stelt de GIP-coördinator samen
met de TA een jury samen. Maken deel uit van deze GIP-jury:
• Leraars en andere personeelsleden van de school wanneer zij
een deskundige inbreng kunnen leveren;
• Juryleden van buiten de school gekozen op basis van hun
deskundigheid. Meestal zijn dit vakmensen uit het regionale
beroepsleven of docenten van hogescholen of universiteiten.
� De GIP-coördinator is de voorzitter van de jury. De jury spreekt op
basis van de proces- en productevaluatie voor iedere leerling een
globaal oordeel uit over het al of niet geslaagd zijn voor de GIP en
maakt hierover een eindverslag.
� De andere taken van de GIP-coördinator zijn:
• De doelstelling, de visie, de planning, de organisatie en de
evaluatiecriteria van de geïntegreerde proef aan alle betrokkenen
toelichten;
• Zorgen voor het goede verloop van de geïntegreerde proef;
• De GIP-coördinator kan ook optreden als mentor voor een deel
van zijn leerlingen.
� Het GIP-team evalueert ieder jaar in de maand juni en/of september
waar er eventueel knelpunten zijn en waar bijsturingen zich
opdringen.
17
5.2 Wat doet de projectmentor?
� Hij maakt met de leerling concrete afspraken i.v.m. de
verwachtingen, de wijze van uitvoering en de timing van
overlegmomenten en evaluaties.
� Hij begeleidt de leerling bij het verzamelen, het selecteren en het
verwerken van informatie en bij het uitvoeren van praktische
realisaties. Hij helpt de leerling ook bij de logische opbouw en de
vormgeving van zijn dossier.
� Hij motiveert de leerling, geeft de leerling regelmatig feedback en
advies tot remediëren en volgt de opvolging van afspraken op.
Schriftelijk communicatie hierover gebeurt via het logboek van de
leerling. (zie Smartschool)
� De begeleidende leerkrachten evalueren per DW de vorderingen van
de leerlingen en noteren de opmerkingen en feedback in het
logboek.
5.3 Wat doet de taalmentor en de technische mentor?
� Er zijn drie tussentijdse evaluaties waarbij de geïntegreerde proef
wordt nagezien een taalmentor. Je geeft elk DW een deeltje van je
dossier af.
� De afspraak tussen de technische mentor en de taalmentor is: de
technische mentor krijgt altijd eerst jouw teksten en evalueert ze
inhoudelijk. Er wordt een korte commentaar op het evaluatieblad
meegedeeld en geparafeerd. Daarna geeft hij de teksten door aan je
taalmentor, die ze na evaluatie aan de GIP-coördinator
terugbezorgt. Deze noteert de punten op het GIP-rapport en geeft
het portfolio aan jou terug.
� Het is niet de taak van je taalmentor of technische mentor je werk
te herschrijven, dat doe je zelf aan de hand van zijn/haar
opmerkingen. Je taalmentor treedt op als taalcoach: hij/zij duidt je
fouten aan i.v.m. taal en vormgeving en geeft commentaar en
aanwijzingen ter verbetering, of verbetert de moeilijkste fouten in
jouw plaats. Hij/zij geeft normaal geen commentaar op inhoud,
illustraties of tekeningen. De taalmentor gebruikt voor zijn evaluatie
het document ‘Procesevaluatie Taal’. Na elke evaluatie lees je zijn
commentaar en verbeter je je tekst onmiddellijk.
18
� Het evaluatieblad ‘Procesevaluatie taal’ ziet er zo uit:
� De originele tekst met de opmerkingen van de taalmentor en je
eigen verbeteringen steek je in de portfoliomap.
� Als in je dossier nog fouten blijven staan die eerder aangeduid
waren door de taalmentor, verlies je punten bij de productevaluatie.
19
6 De verschillende fasen in het maken van een gip
6.1 Voorbereiding, planning, informatie verzamelen &
verwerken
� Je verzamelt de nodige gegevens.
� Je selecteert en verwerkt alle informatie en voert geleidelijk,
conform de gemaakte afspraken, de opdrachten uit.
� Je pleegt geregeld overleg met je GIP-coördinator (en begeleidende
leerkrachten), bespreekt de problemen waarvoor je je gesteld ziet
en de mogelijke oplossingen. Je dient zelf voldoende initiatief te
nemen om GIP-coördinator (en begeleidende leerkrachten) geregeld
op de hoogte te houden van de evolutie van je GIP.
� De vakken Nederlands, Frans en Engels zijn ook geïntegreerd in de
GIP. Tijdens de lessen Frans en Engels zul je daarom een opdracht
krijgen die bij de inhoud van je geïntegreerde proef aansluit. Deze
wordt in bijlage bij het dossier gevoegd. Je taalmentor zorgt o.a.
voor de beoordeling van het woord vooraf, de inleiding en het
besluit.
� Je legt geleidelijk een dossier aan, dat de weergave is van je
persoonlijke verwerking van je opdracht. De opbouw van het dossier
is te volgen in een werkmap.
In die werkmap komen:
• De geselecteerde en verwerkte informatie: fotokopieën van
fragmenten uit boeken en tijdschriften, print-outs van internet
informatie die je gebruikt hebt voor je dossier, telkens met
bronvermelding; ev. een cd-rom met een back-up van je
documentatie & teksten.
• Verstuurde mails en brieven & de antwoorden, nuttige adressen;
De portfoliomap met de originele teksten (met de opmerkingen
van technische mentor en taalmentor), en na de evaluatie met je
verbeteringen erbij;
• De inhoudstafel: eerste ontwerp, aangevulde versie, definitieve
versie;
• De 3 tussentijdse rapporten, telkens ondertekend door de ouders
� Je stelt een taalkundig en stilistisch zo goed mogelijk opgebouwd
dossier. Het tekstgedeelte moet volgens de BIN-normen opgesteld
zijn. Een samenvatting hiervan wordt bezorgd en toegelicht door de
leraar Informatica.
20
� Je brengt het hele jaar door verslag uit van je activiteiten in het
logboek. In feite is het logboek een soort contract: je moet korte
verslagen neerschrijven van alle activiteiten die in verband staan
met de GIP, waarmee je bewijst dat je gewerkt hebt. Dit kan ook via
een elektronisch leerplatform. (kta2hasselt.smartschool.be)
6.2 Realisatie en afwerking
� De realisatie: je werkt je project volledig af volgens de normen. Je
werkt je dossier af en dient het tijdig in bij je GIP-coördinator.
� Je stelt, eind juni volgens afspraak, het resultaat (dossier en
realisatie) voor tijdens een verdediging van je GIP voor de jury. Van
je leerkracht PAV krijg je in de laatste lessen van het schooljaar
uitleg over de mondelinge presentatie van je GIP en de gelegenheid
om je er op voor te bereiden.
21
7 De evaluaties
� Bij de evaluatie is er zowel aandacht voor de proces- als voor de
productevaluatie. Er wordt ook een GIP-rapport opgemaakt a.d.h.v.
de competenties en de behaalde scores op gebied van proces- en
productevaluatie.
� De procesevaluatie
• Hieronder verstaan we de evaluatie van de manier waarop het
product tot stand komt en van het proces dat de leerling
doormaakt tijdens het werken aan de geïntegreerde proef.
Daarbij gebruiken de leerkrachten evaluatieformulieren met
duidelijke indicatoren.
� De productevaluatie
• De evaluatie van het werkstuk, de realisatie die de leerling
aflevert en het dossier met de gebundelde verslagen van de
eigen verwerking van informatie, ervaringen en documenten
heeft plaats tussen het indienen van het dossier en de dag van
de verdediging. Hiervoor is het GIP-team verantwoordelijk.
• De verdediging voor de jury heeft plaats in de maand juni. De TA
nodigt de externe juryleden uit voor de evaluatie van de GIP-
verdediging. De leerling zal het resultaat van zijn werk aan de
jury voorstellen en toelichten.
� De puntenverdeling
• De verhouding proces- / productevaluatie in de globale
beoordeling van de GIP is:
� 390 ptn. procesevaluatie (DW1+DW2+DW3)
� 240 pnt. productevaluatie (eindwerk= BIN & ATT)
Er staan per DW 60 punten op de rubriek attitudes (bij
procesevaluatie). Elke leerkracht evalueert voor zijn/haar vak
deze attitudes.
Je GIP-coördinator zal de specifieke puntenverdeling bezorgen en in de
klas bespreken.
22
7.1 Overzicht
September - juni
DW1 Pnt DW2 Pnt DW3 Pnt
Opdrachten 110 Opdrachten 110 Opdrachten 110
Attitudes 20 Attitudes 20 Attitudes 20
TOTAAL 130 TOTAAL 130 TOTAAL 130
TOTAAL DW 390
Opdrachten Attitudes
PAV 20 PAV 10 Nederlands 20 Nederlands 10 Informatica 20 Informatica 10 Kantoortechnieken 10 Kantoortechnieken 10 Economie 20 Economie 10 Boekhouden 20 Boekhouden 10
Juni
Eindproduct Pnt Powerpoint Pnt
ATTeind 20 PPT 10
BIN-normen 20 Nederlands 20
Opdrachten 110 Voorkomen/houding 10
Presentatie 10
Vragen 20
TOTAAL 150 TOTAAL 70
TOTAAL DW 220
ATTeind
Stiptheid 10 Orde en netheid 10
TOTAAL ONDERNEMINGSPLAN: 610
VERHOUDINGEN ONDERNEMINGSPLAN
Proces 65%
Product 35%
23
8 Timing
Week Streefdatum Activiteit OK
36
37
38
39
40
41
42
43 Informeren betrokken leerkrachten en leerlingen
44 Herfstvakantie
45
46
47 Inleveren deel 1
48 Proefwerken
49
50
51 Evaluatiegesprek & bijsturing – Eerste GIP-rapport
52 Kerstvakantie
1
2
3
4
5
6
7
8
9 Krokusvakantie Inleveren deel 2
10
11 Tweede GIP-rapport
Evaluatiegesprek met externe jury
12
13
14 Paasvakantie
15
16
17
18
19 Inleveren deel 3
20
21 Derde GIP-rapport
22 INDIENEN GIP-DOSSIER (ten laatste 1 week voor het begin van de proefwerken!)
23 Proefwerken
24 Proefwerken
25 Proefwerken
26 Verdediging voor externe jury – Volledig GIP-rapport bij jaarrapport
24
9 Andere afzonderlijke bijlagen
� Een overzicht van de voornaamste BIN-normen voor het maken van
een GIP wordt je bezorgd en wordt uitgelegd door je leraar
Informatica.
� Een voorbeeld van het GIP-rapport voor jouw klas wordt je bezorgd
en wordt besproken door je GIP-coördinator.
� De Portfoliomap die dient om je teksten af te geven aan je
taalmentor wordt je bezorgd door je GIP-coördinator.
25
10 Infofiche
10.1 Wat moet ik kunnen?
� Doelgericht informatie verzamelen, selecteren en verwerken;
� Verwerkte informatie schriftelijk en mondeling presenteren;
De leerling dient aan de hand van de integrale opdrachten een bewijs te
leveren dat hij/zij de bovenstaande doelen bereikt heeft.
Verder:
� Men best wekt vanuit de integrale opdrachten met kritische zin
selecteren;
� Daarmee de jury overtuigen dat ik het verwachte competentieniveau
bereikt heb;
� Dat alles – bij de mondelinge oefenbeurt en op de dag van de
eindronde –mondeling presenteren met aandacht voor de volgende
onderdelen.
� Mijn werk gedurende 10 minuten presenteren;
� Een gefundeerd antwoord geven op de vragen van de juryleden (10
minuten)
10.2 Wie zijn mijn begeleiders en waarvoor kan ik bij hen
terecht?
De VAKLEERKRACHT
Nederlands, Frans, Engels, …
Geeft een reeks in volume beperkte opdrachten die ondersteunend zijn
voor de GIP; de scores worden verrekend bij het dagelijks werk voor het
vak of bij het proces van de GIP.
De leerkracht informatica kijkt het dossier 1X na op lay-out.
De TECHNISCHE MENTOR = TRAJECTBEGELEIDER
Mevr. Vanuytrecht, Mevr. Taramaschi
� Ziet datzelfde werkje na op inhoud
� Organiseert regelmatig een voortgangsgesprek waarbij er eerst
gereflecteerd wordt op het doorlopen proces om vandaar uit nieuwe
doelen te stellen.
� Begeleidt de leerling in voorbereiding tot de mondelinge presentatie.
� Verwacht de actieve medewerking van de leerling.
26
De TAALMENTOR
Dhr. Cosemans
� Ziet op afgesproken tijdstip de geschreven taal na;
� Geeft GEEN advies op vlak van inhoud;
� Geeft advies bij de mondelinge inoefening;
27
11 Overzicht opdrachten GIP
VAK DW1 DW2 DW3
KANTOORTECHNIEKEN Veiligheid Info leverancier Magazijn
Voorraadbeheer
1ste Bestelling
Afval
ECONOMIE Ondernemingsvorm
Startersformaliteiten
Vergunningen
Verzekeringen
Prijzenpolitiek
Casus
BOEKHOUDEN Financieel plan Financieel plan Financieel plan
PAV Profiel
Enquête + verwerking
Concept
Klanten
Assortiment
Concurrentie
Opening/Reclame
INFORMATICA Logo
Naamkaartje
Interieur
Exterieur
Organogram
Folder/Flyer
Cadeaubon
Klantenkaart
Prijskaartje
Factuur
Bestelbon
Offerte
Prijslijst
Uitnodiging receptie
28
12 Volgorde GIP - BUNDEL
Wanneer je de opgaven gaat samenbundelen zet je dit in onderstaande
volgorde.
1 Marketingplan
1.1 Project
1.1.1 Profiel
1.1.2 Markt onderzoek
1.1.3 Concept
1.1.4 SWOT
1.1.5 Bijlagen
1.2 Plaats
1.2.1 Gegevens stad
1.2.2 Locatie
1.2.3 Veiligheid
1.2.4 Concurrenten
1.3 Product
1.3.1 Assortiment
1.3.2 Klanten
1.3.3 Voorraad
1.3.4 Voorraadbeheer
1.3.5 Afval
1.3.6 Bijlagen
1.4 Prijs
1.4.1 Prijzenpolitiek
1.5 Promotie
1.5.1 Opening
1.5.2 Reclame
1.5.3 Bijlagen
1.6 Presenteren
1.6.1 Casus
1.6.2 Bijlagen
2 Financieel plan
2.1 Ondernemingsvorm
2.2 Starterformaliteiten
2.3 Vergunningen
2.4 Verzekeringen
2.5 Investeringen
2.6 Afschrijvingen
2.7 Kosten
2.8 Liquide middelen
2.9 Eigen vermogen
2.10 Vreemd vermogen
2.11 Balans
2.12 Break even point
2.13 Belastingen
© copyright Ann – Stefania - Wim