GD Varken maart 2012

24
MAART 2012 WROETEN met bigvitaliteit PIGMATCH: het juiste varken voor het juiste bedrijf Verbod op derde keuze antibiotica: DE PRAKTISCHE GEVOLGEN De Gezondheidsdienst voor Dieren

description

GD Magazine

Transcript of GD Varken maart 2012

Page 1: GD Varken maart 2012

MAART 2012

WROETEN met bigvitaliteitPIGMATCH: het juiste varken voor het juiste bedrijf

Verbod op derde keuze antibiotica: DE PRAKTISCHE GEVOLGEN

656565656565656565656565656565656565656565

VarkenVarkenVarken

De Gezondheidsdienst voor Dieren

01_GDVA65.indd 1 1-3-12 10:08

Page 2: GD Varken maart 2012

1 shot vaccin tegenMycoplasma hyopneumoniae

2 shot vaccin tegenMycoplasma hyopneumoniae

Vaccin tegenvarkens infl uenzavirus

2 shot combinatievaccin tegenzowel Mycoplasma hyopneumoniae

als Haemophilus parasuis

Pfi zer Animal Health bv - Postbus 37 - 2900 AA Capelle a/d IJssel, [email protected]© 2011 Pfi zer Animal Health bv - Capelle a/d IJssel ® Merknaam Pfi zer Inc., N.Y., U.S.A.Alle Suvaxyn producten uit deze reeks zijn UDD. Voor nadere informatie: vraag naar de bijsluiter.

02_GDVA65.indd 2 1-3-12 9:55

Page 3: GD Varken maart 2012

TEKST: REDACTIE | NIEUWS & TIPS

GD Varken | maart 2012 | 33

| VOO

RWO

ORD

1 shot vaccin tegenMycoplasma hyopneumoniae

2 shot vaccin tegenMycoplasma hyopneumoniae

Vaccin tegenvarkens infl uenzavirus

2 shot combinatievaccin tegenzowel Mycoplasma hyopneumoniae

als Haemophilus parasuis

Pfi zer Animal Health bv - Postbus 37 - 2900 AA Capelle a/d IJssel, [email protected]© 2011 Pfi zer Animal Health bv - Capelle a/d IJssel ® Merknaam Pfi zer Inc., N.Y., U.S.A.Alle Suvaxyn producten uit deze reeks zijn UDD. Voor nadere informatie: vraag naar de bijsluiter.

| INHOUD

05 Nieuws & tips

06 PigMatch: het juiste varken voor het juiste bedrijf

09 Hoe voorkomt u hokbevuiling?

10 MRSA op varkensbedrijven: de nieuwste inzichten

11 Vraag & antwoord

12 VarkensNET: ‘Wroeten met bigvitaliteit’

15 Monitoring

16 Drinkwatervoorziening op varkens-bedrijven: wat zijn de eisen?

19 De stelling

21 Interview met Ingrid Faber

22 Verbod op derde keuze antibiotica: de praktische gevolgen

24 Buitenbeeld

COLOFONGD Varken is een of� cieel mededelingenblad van de GD | UITGEVER GD Deventer |

REDACTIE Margriet Brus, Fleur Aarsse, Alfred van Lenthe, Theo Geudeke en Peter van der Wolf |

EINDREDACTIE Eva Onis | REDACTIEADRES GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA

Deventer, T. 0900-1770, F. 0570-66 04 05, [email protected], www.gddeventer.com |

PRODUCTIE COÖRDINATIE Senefelder Misset Doetinchem | BASISONTWERP Fokko-Ontwerp |

ABONNEMENTEN GD Varken wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement

(4 nummers) voor personen buiten de doelgroep kost € 15,25 (excl. BTW en verzendkosten) |

ADVERTENTIES PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 | DRUK Senefelder Misset Doetinchem |

VERSCHIJNINGS FREQUENTIE 4 keer per jaar | SUGGESTIES Als u suggesties heeft voor dit

blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan [email protected]. Overname van

artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

ISSN: 1875-2594

ADRESWIJZIGINGEN: bel 0900 1770, kies 4 (10 cent/min.)

We willen graag alles weten. Of in elk geval willen we weten waar informatie is te vinden. Dat blijkt door-gaans het internet te zijn. Maar als een varkenshouder vleesvarkens of fokgelten koopt, is lang niet altijd dui-delijk wat de achtergrond daarvan is qua gezondheids-status. Lees in deze GD Varken hoe PigMatch daarin verandering kan brengen.

Wat wel op het internet is te vinden: de eisen waaraan de drinkwaterinstallatie op een varkensbedrijf moet voldoen. Maar dat vraagt wel het nodige zoekwerk en daarom heeft de redactie gesproken met de technische adviseur van Vitens, Jouke bij de Leij. Dat leverde een aantal verrassend informatieve feiten op. De Veekijker levert ook interessante informatie op, bij-voorbeeld over het voorkomen van kreupelheid bij varkens. Informatie waar de sector haar voordeel mee kan doen, zie ook de rubriek ‘Vraag & Antwoord’.

Informatie-uitwisseling tussen varkenshouders stond centraal in de druk bezochte workshops over bigvitaliteit en kraamstalmanagement, die onlangs mede door de GD zijn georganiseerd. Experts kunnen mooie verhalen en onderzoeksresultaten presenteren, maar succesverhalen van collega-varkenshouders spreken vaak meer tot de verbeelding. Op websites van bijvoorbeeld FarmFocus en VarkensNET bestaan dan ook mogelijkheden om ervaringen uit te wisselen. Achtergrondinformatie over dierziekten is natuurlijk ook te vinden op de vernieuwde website van de GD: www.gddeventer.com.

ALFRED VAN LENTHE, SECTORMANAGER VARKENS

6

10

16

‘www.informatie.info’

22

02_GDVA65.indd 3 2-3-12 12:38

Page 4: GD Varken maart 2012

4

Waarom Zerofen?

Vraag naar de aanbieding bij uw dierenarts of kijk op www.boerenwinkel.nl

Zerofen is de beste!

Zerofen is gewoon

goed!

Ik gebruik Zerofen als ik

ontwormen moet!

De perfecte ontworming is nu nog voordeliger!

URA ontworming REG NL 9952

04_GDVA65.indd 4 1-3-12 12:35

Page 5: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 5

TEKST: REDACTIE | NIEUWS & TIPS

Afrikaanse varkenspest is een zeer besmettelijke varkensziekte die wordt aangetroffen in zowel wilde als gehouden varkens. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus. Hoewel het een ander virus is, doen de verschijnselen sterk denken aan die van klassieke varkenspest. Afrikaanse var-kenspest wordt verspreid via varkens en via bijvoorbeeld varkensvlees. Zowel buiten het varken als in varkensproducten kan het virus maandenlang overleven. Er bestaan geen medicijnen en vaccins tegen deze ziekte. Nederland is vrij van Afrikaanse varkenspest. In Europa komt de ziekte voor op Sardinië en in Rusland. Vooral de situatie in Rusland baart zorgen. Daar heeft de ziekte zich uitgebreid tot de grens met Oekraïne. Oekraïne en de Europese Commissie hebben ermee ingestemd om geza-menlijk maatregelen te treffen tegen versprei-ding van Afrikaans varkenspest. Het betreft een intensivering van de controles op het transport van vee en granen uit het door de ziekte getrof-fen Russische gebied en een importverbod op varkensvlees. Experts van de Russische voedsel- en warenautoriteiten waarschuwen dat er een grote kans bestaat dat het virus zich kan verspreiden via Armenië, Wit Rusland en Oekraïne, naar de lidstaten van de EU. De mens is niet gevoelig voor het virus.

MAATREGELEN TEGEN AFRIKAANSE VARKENSPESTHET SCHMALLENBERG-VIRUS: GEEN PROBLEMEN BIJ VARKENSHet Schmallenbergvirus is een nieuw virus, genoemd naar de Duitse plaats Schmallenberg omdat in zieke runderen uit dat plaatsje het virus voor het eerst is aangetoond. Het virus veroorzaakt misvormd geboren lammeren en kalveren, en wordt waarschijnlijk verspreid via insecten. Inmiddels is het Schmallenbergvirus aangetroffen in Duitsland, Nederland, België, Groot Brittannië, Luxemburg, Italië en Frankrijk. Het virus vertoont een gelijkenis met het Akabanevirus. Afweerstoffen tegen het Akabanevirus komen wijdverspreid voor in varkens in Azië, Australië en Afrika, maar veroorza-ken geen ziekte bij varkens. Het is niet bekend of varkens (wilde zwijnen) een rol spelen in de circulatie van het Schmallenbergvirus. Het Schmallenberg-virus veroorzaakt waarschijnlijk geen problemen bij varkens.

Waarom Zerofen?

Vraag naar de aanbieding bij uw dierenarts of kijk op www.boerenwinkel.nl

Zerofen is de beste!

Zerofen is gewoon

goed!

Ik gebruik Zerofen als ik

ontwormen moet!

De perfecte ontworming is nu nog voordeliger!

URA ontworming REG NL 9952

De GD heeft een nieuwe website. Op deze website vindt u alles over diergezondheid gebruiksvriendelijk geordend en een overzicht van de producten en diensten van de GD. Daarnaast heeft de nieuwe website een frissere uitstra-ling. We zijn benieuwd wat u van onze website vindt! U kunt uw reactie achterlaten onder de ‘Contact’-knop op de nieuwe website of via [email protected].

VARKENS AAN- OF AFMELDEN? LET OP DE I&R-CODESUit informatie van het Identi� catie- en Registratiebureau Varkensleveringen (I&RvL) blijkt dat niet elk bedrijf onder de juiste codes varkens afmeldt. Hierdoor zijn er veel extra acties nodig. Dit betekent dat het I&R-systeem duurder wordt, wat uiteindelijk wordt doorberekend aan de varkenshouder. Ook is het mogelijk dat een bedrijf ten onrechte post krijgt. Daarom willen wij u vragen de I&R-codes goed te controleren. In het schema zijn de codes toegelicht.

Indien de codes bij een aan- en afvoermel-ding niet overeenkomen, wordt een brief verstuurd waarin één of beide partijen wordt gevraagd de melding aan te passen. Als daar niet op wordt gereageerd, wordt de eenzijdige melding in het I&R-systeem opgenomen. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor aan- of

code Categorie Toelichting

1 Gelten afvoer (fok)gelten naar ander bedrijf

2 Fokberen afvoer fokberen naar ander bedrijf

3 Vleesbiggen afvoer biggen naar ander bedrijf

4 Vleesvarkens afvoer vleesvarkens en uitgeselecteerde (fok)gelten naar slacht of exportverzamelplaats (EVP)

5 Overige slachtvarkens afvoer zeugen, beren of biggen naar slacht of EVP

afvoer van varkens in de toekomst. Correcties voor meldingen uit 2011 kunt u alsnog schriftelijk doorgeven, onder vermel-ding van UBN herkomst, UBN bestemming en de bijbehorende transportdatum. Dit kunt u faxen naar 0900-2025218 of mailen

naar [email protected]. Als dit niet mogelijk is, dan graag per post naar: I&RVL-Bureau, Antwoordnummer 404, 7400 VB Deventer. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met het I&RVL-Bureau via 0900-8998303.

ALGEMENE VOOR-WAARDEN AANGEPAST

Per 1 april 2012 worden de algemene voorwaarden van de GD aangepast. In de bijlage vindt u de nieuwe algemene voorwaarden.

GD HEEFT NIEUWE WEBSITE

04_GDVA65.indd 5 2-3-12 12:41

Page 6: GD Varken maart 2012

6

In de varkensmarkt zijn er volop verplaatsingen van groepen varkens tussen bedrijven. Varkens gaan van

fokkers naar vermeerderaars en van vermeerderaars naar vleesvarkenshouders. En bij al die bewegingen

gaat informatie mee, informatie over de dieren, over het voer en eventueel vaccinatieschema’s. Maar hoe

weet u zeker dat u biggen of gelten koopt, waarvan de kwaliteit past bij de situatie op uw bedrijf?

Het juiste varken voor het juiste bedrijf

PigMatch:

PigMatch | tekst: Nardy robbEN

06_GDVA65.indd 6 2-3-12 12:42

Page 7: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 7

Naast management en keuze in genetica, is diergezondheid belangrijk voor varkenshou-ders. Inzicht in de gezondheid van aan te voeren biggen of gelten bepaalt in hoge mate welke managementmaatregelen u moet nemen voor een optimaal economisch rendement. Helaas is er op dit gebied nog vaak ondui-delijkheid. In de markt zijn er verschillende meningen over de wijze waarop je de dierge-zondheid kunt de� niëren. En wanneer is de gezondheid van invloed op het resultaat dat u als varkenshouder wilt behalen? Bovendien is het mogelijk om wel varkens van goede kwaliteit te leveren, terwijl de dieren toch met bepaalde ziektekiemen in aanraking zijn geweest.

Denemarken: een goed voorbeeldOok in de landen om ons heen is de informa-tievoorziening al langere tijd een punt van discussie. Iedereen kijkt met een schuin oog naar Denemarken, waar de organisatie SPF-Sus via een website informatie vrijgeeft over de diergezondheid op de individuele varkensbe-drijven. Dit systeem, en vooral de eenduidig-heid en de beschikbaarheid van informatie voor iedereen, is mogelijk een van de redenen waarom de Deense varkens en biggen een goed imago in Duitsland en Nederland hebben. De Nederlandse en Duitse varkenssectoren pro-beren op verschillende manieren een tegen-hanger op te zetten voor de Deense informa-tievoorziening, wat tot een verscheidenheid aan biggenpassen en systemen heeft geleid. Deze passen en systemen zijn allemaal op een andere manier opgezet en dat zorgt voor veel onduidelijkheid. Want hoe moet iemand met al deze verschillende methoden omgaan? En krijgt u als varkenshouder wat u verwacht te krijgen?

Behoefte aan openheid over diergezondheidKortom, er is steeds meer behoefte aan open-heid. En aan transparante, onafhankelijke en betrouwbare informatie over diergezondheid. De GD heeft deze signalen al een tijd geleden opgepakt, ook vanuit de Duitse markt, en is destijds begonnen met het ontwikkelen van een systeem om informatie over diergezond-heid openbaar toegankelijk te maken. Het resultaat hiervan is PigMatch.

Wat is PigMatch?PigMatch biedt een internationaal, be-trouwbaar en onafhankelijk webportaal over varkensgezondheid, bestemd voor fokkers, ver-meerderaars, vleesvarkenshouders, handelaren en andere geïnteresseerden uit Nederland en Duitsland. Het uitgangspunt is dat de stand van zaken rondom diergezondheid op een

deelnemend varkensbedrijf via een website opgezocht kan worden. Daarachter zit een systeem met bemonsteringsschema’s, laborato-riumtesten en con� rmaties, waarbij labresulta-ten volgens vaste protocollen worden omgezet naar dierziektestatussen.

PigMatch is in nauwe samenwerking met varkenshouders, dierenartsen en laboratoria in Nederland en Duitsland opgezet. Vorig jaar is een pilot uitgevoerd om het systeem en de bijbehorende website en bemonsterings-schema’s te testen. Dit heeft waardevolle tips en opmerkingen opgeleverd, die in de ontwikkeling van het systeem zijn meegeno-men. PigMatch wordt de komende maanden tegelijkertijd in Nederland en Duitsland geïntroduceerd.

Betrouwbaar en veiligWaar het bij PigMatch om gaat, is dat met grote zekerheid wordt aangegeven of een deel-nemer onverdacht is van een ziekte. Met an-dere woorden: het is belangrijk dat een koper weet dat een ziekte wel of juist niet aanwezig is op het bedrijf van zijn leverancier. Op basis hiervan kan hij of zij de juiste management-maatregelen nemen om de nieuwe dieren zo goed mogelijk te integreren in het bedrijf. Op de website van PigMatch wordt de actuele stand van zaken op het bedrijf van een deel-nemer weergegeven. Zo is direct duidelijk of een bedrijf onverdacht is voor een bepaalde ziektekiem en tegen welke ziekten er wordt gevaccineerd. Als dit uit de laboratoriumuit-slagen blijkt, wordt ook vemeld of een bedrijf verdacht is voor een bepaalde ziektekiem.

Veiligheid en betrouwbaarheid hebben de hoogte prioriteit. Bij het zoeken via PigMatch worden daarom in eerste instantie alleen de contactgegevens van de geselecteerde PigMatch-bedrijven getoond. Pas nadat de PigMatch-deelnemer daarvoor toestemming heeft gegeven, kunnen de gegevens van het betreffende bedrijf bekeken worden. De gege-vens zijn dus zeer goed beveiligd.

Eenduidige informatievoorzieningBij alle PigMatch-deelnemers worden dezelfde protocollen en werkwijzen toegepast. Ook worden de laboratoriumuitslagen steeds via eenzelfde beslisboom omgezet naar status-sen. En meerdere laboratoria kunnen de testen uitvoeren, mits ze aan de eisen van het PigMatch-programma voldoen. De resultaten worden aan PigMatch doorgegeven en geregis-treerd in de database.De varkenshouder die meedoet aan de be-monsteringsschema’s en protocollen, bepaalt zelf aan wie de informatie over bedrijfsge-zondheidstatussen wordt vrijgegeven. Maar als u die toegang heeft, kunt u ervan uitgaan dat de informatie altijd op dezelfde manier is opgebouwd.

Bent u geïnteresseerd in PigMatch en wilt u hier meer informatie over ontvangen? Neem dan contact op met de GD (tel. 0570-66 02 56)

06_GDVA65.indd 7 1-3-12 16:17

Page 8: GD Varken maart 2012

8

Sneller groeien door de bescherming met

CircoFLEX & MycoFLEX

voor een meetbaar en bewezen resultaat

Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen – inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden oegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. Regnr./ Kan. Status: REG NL 102672/ UDD. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. Regnr./ Kan. Status: REG NL 104086/ UDD. Voor meer informatie:Boehringer Ingelheim bv, Postbus 8037, 1802 KA Alkmaar, [email protected] Telefoon: 072 566 2411, Fax: 072 564 3213

meng 2 vaccins in 1shot

1 ml Ingelvac MycoFLEX®

1 ml Ingelvac CircoFLEX®

MYC1005 Adv. 216x293_GD.indd 1 11-11-11 12:0106_GDVA65.indd 8 1-3-12 12:58

Page 9: GD Varken maart 2012

Sneller groeien door de bescherming met

CircoFLEX & MycoFLEX

voor een meetbaar en bewezen resultaat

Ingelvac CircoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Elke dosis geïnactiveerd vaccin bevat: PCV2 ORF2 eiwit, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 2 wk tegen PCV2 om de sterfte, klinische verschijnselen – inclusief gewichtsverlies - en letsels in lymfatisch weefsel geassocieerd met PCV2 gerelateerde aandoeningen (PCVD) te verminderen. Tevens is bewezen dat vaccinatie de nasale verspreiding van PCV2, de virus load in het bloed en lymfatisch weefsel, en de duur van de viraemie vermindert. Bescherming begint al vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt minstens 17 wk aan. Contra-indicaties: Geen bekend. Bijwerkingen: Een voorbijgaande en milde hyperthermie op de dag van vaccinatie treedt erg vaak op. Dosering: Enkelvoudige i.m. inj. van 1 dosis (1 ml), ongeacht het lichaamsgewicht. Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac MycoFLEX en op 1 injectieplek kan worden oegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac MycoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: 0 dagen. Regnr./ Kan. Status: REG NL 102672/ UDD. Ingelvac MycoFLEX® susp. voor inj. voor varkens. Werkzaam bestanddeel: Geïnactiveerd mycoplasma hyopneumoniae, J-stam isolaat B-3745, carbomeer. Indicatie: Voor actieve immunisatie van varkens vanaf de leeftijd van 3 wk ter vermindering van longlaesies als gevolg van infectie met m.hyo. Bescherming begint vanaf 2 wk na vaccinatie en houdt ten minste 26 wk aan. Contra-indicaties: Geen. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn zeldzaam: een voorbijgaande zwelling met een diameter tot 4 cm, soms samengaand met roodheid van de huid, kan worden waargenomen op de plek van injectie. Deze zwelling kan tot 5 dagen aanhouden. Een voorbijgaande gemiddelde toename van de rectale lichaamstemperatuur van ongeveer 0,8°C kan tot 20u na vaccinatie worden waargenomen. Dosering: Enkelvoudige i.m. injectie van 1 dosis (1 ml). Er zijn gegevens over veiligheid en effectiviteit beschikbaar die aantonen dat dit vaccin gemengd kan worden met Ingelvac CircoFLEX en op 1 injectieplek kan worden toegediend. Indien gemengd wordt met Ingelvac CircoFLEX dienen alleen varkens vanaf de leeftijd van 3 wk te worden gevaccineerd. Lees voor het mengen de bijsluiter. Goed schudden voor gebruik. Wachttijd: (Orgaan)vlees: 0 dg. Regnr./ Kan. Status: REG NL 104086/ UDD. Voor meer informatie:Boehringer Ingelheim bv, Postbus 8037, 1802 KA Alkmaar, [email protected] Telefoon: 072 566 2411, Fax: 072 564 3213

meng 2 vaccins in 1shot

1 ml Ingelvac MycoFLEX®

1 ml Ingelvac CircoFLEX®

MYC1005 Adv. 216x293_GD.indd 1 11-11-11 12:01

TEKST: ING. MAAIKE MEIJERINK | HOKBEVUILING

HokuitvoeringVarkens zijn zindelijke dieren en houden graag hun ligplaats schoon, maar waarom bevuilen ze dan toch soms hun hok? De oorzaak ligt meestal in de omgeving van het varken. Het kan bijvoorbeeld komen door een hokuitvoering (obstakels in ligplaats, ligplaats niet groot genoeg, te kleine mestruimte, geen goede drai-nage bij ligplaats) of het klimaat in de stal (te hoge temperaturen of juist tocht bij de ligplaats). Andere factoren kunnen diarree of overbevolking zijn. Goed mestgedrag bevorderen bij varkens begint al bij de hokuitvoering. Maar hier is vaak niet veel aan te verande-ren op het moment dat de stal al gebouwd is. Welke acties kunnen nog wel ondernomen worden in een bestaande stal?

HokinrichtingDe ligplaats moet aantrekkelijk gemaakt worden voor varkens

Hoe voorkomt u hokbevuiling?

Hokbevuiling is een probleem dat regelmatig voorkomt op

varkensbedrijven. Hokbevuiling resulteert in extra arbeid (tus-

sentijds schoonmaken van hokken) en het is ongunstig voor

de gezondheid van de varkens en de veehouder. Een vuile vloer

veroorzaakt bovendien een hogere infectiedruk en een hoger

ammoniakgehalte in de stal.

om te gaan liggen. Bij opleg is het belangrijk dat de ligplaats een droge en warme plek is. Om het juiste liggedrag te sti-muleren kunt u ervoor kiezen om de eerste dagen na opleg in te strooien en eventueel wat voer op de ligplaats te strooien. Bij opleg kan de roostervloer ook onaantrekkelijk gemaakt worden door die juist nat te maken. Vaak is het beter om de ligruimte wat donkerder te maken en is het verstandig om a� eidingsmateriaal boven het rooster te hangen en niet boven de ligruimte. Soms voorkomen ‘noppen’ op roosters ook dat de varkens op de roosters gaan liggen. Het risico daarvan is dat het pootproblemen kan veroorzaken. Bovendien is daarmee een eventueel onderliggend probleem, zoals een verkeerd stalklimaat, niet opgelost.

NieuwbouwBij het bouwen van een nieuwe stal kan al rekening gehou-den worden met de preventie van hokbevuiling. Belangrijk is om voldoende afstand te hebben tussen de ligplaats, voerbak en de mestruimte. Een smal en diep hok leent hier zich hier het beste voor. Daarbij is het van belang dat de dichte vloer voldoende helling heeft, zodat mest en urine goed naar de roosters afgevoerd worden. Houd de ligplaats in verhouding met het aandeel roostervloer zo klein mogelijk. Zorg voor een comfortabele temperatuur van de ligplaats. Een goed werken-de vloerverwarming (eventueel verkoeling) is dus belangrijk. De ligplaats moet afgeschermd zijn van andere hokken in de afdeling. Een dichte afscheiding ter hoogte van de ligplaats is dan ook aan te raden.

GD Varken | maart 2012 | 9

06_GDVA65.indd 9 1-3-12 16:18

Page 10: GD Varken maart 2012

10

onderzoek | tekst: Dr. Peter van Der Wolf, Ing. MaaIke MeIjerInk en Drs. els Broens

Mrsa op varkensbedrijven:

De nieuwste inzichten

Hoeveel komt het voor?voor het onderzoek zijn in totaal 202 varkensbedrijven bemonsterd; 171 bedrijven met zeugen en 31 bedrijven met alleen vleesvarkens. Per bedrijf werden 60 varkens getest en 5 stofmonsters genomen. op 71% van de vleesvarkenbedrijven en op 68% van de zeugenbedrijven werd Mrsa aangetoond en dat was bijna altijd het veehouderij-Mrsa-type. van de kleine bedrijven (minder dan 250 zeugen) was 40% Mrsa-positief, tegenover 80% van de grote bedrijven (meer dan 500 zeu-gen). ook was sprake van toename in de tijd: begin 2007 was 30% positief en eind 2008 al 75%. Mrsa bij varkenshouders en gezinsledenvan 50 bedrijven zijn de varkenshouders en hun gezinsleden getest op Mrsa (232 personen). Mrsa werd aangetoond bij 29% van de personen die intensief met varkens werkten en 2% van de gezinsleden die geen direct contact hadden met de dieren. Dat laatste wijst erop dat overdracht buiten de stal weinig voorkomt. Het voorkomen onder de gehele nederlandse bevolking is veel lager: 0,03%. omdat de Mrsa-positieve

De Mrsa-bacterie heeft zich in de afgelopen jaren in een snel

tempo verspreid binnen de varkenshouderij in nederland. om

meer inzicht te krijgen in het voorkomen van Mrsa en de risico-

factoren, heeft de gD meegewerkt aan een grootschalig onder-

zoek. Het rapport van dit onderzoek is gepubliceerd door het

rijksinstituut voor volksgezondheid en het Milieu (rIvM).

personen alleen zijn gevonden op Mrsa-positieve bedrijven, is het aannemelijk dat de bacterie direct van varken op mens wordt overgedragen. ook is de bacterie vaker gevonden bij personen op zeugenbedrijven, waarschijnlijk omdat zij vaker en intensiever contact hebben met hun varkens dan vleesvar-kenhouders.

Mrsa-besmetting in de productieketenom te bepalen welke rol de aanleverende bedrijven spelen, zijn monsters onderzocht van 48 bedrijven die deel uitmaak-ten van 18 ketens. In 8 ketens waren alle bedrijven Mrsa-positief, in 5 ketens bleken alle bedrijven Mrsa-negatief en in 5 ketens werden Mrsa-positieve en -negatieve bedrijven gevonden. Uit dit onderzoek blijkt dat Mrsa-besmetting vaak kon worden toegeschreven aan de leverancier, maar ook een flink aantal bedrijven zonder aanvoer of met Mrsa-vrije aan-voer was Mrsa-positief. Blijkbaar is de aankoop van varkens niet de enige besmettingsbron voor Mrsa.

een specifiek deelonderzoek heeft aangetoond dat varkens binnen enkele uren besmet kunnen raken met Mrsa, bijvoor-beeld tijdens transport en in de wachtruimte van het slacht-huis. Daarnaast is gebleken dat biggen al vlak na de geboorte besmet kunnen zijn, bijvoorbeeld vanuit de stalomgeving of omdat de zeug drager van Mrsa is in de vagina. Deze besmet-ting verspreidt zich dan verder in de koppel. De verspreiding neemt toe als antibiotica worden gebruikt bij de biggen.

Blijft Mrsa altijd aanwezig op een bedrijf?Het is nog niet duidelijk of Mrsa altijd aanwezig blijft op een varkensbedrijf. voorlopige resultaten laten zien dat Mrsa niet vanzelf verdwijnt. Uit praktijkervaring blijkt dat het besmet-tingsniveau wel sterk daalt als bedrijven stoppen met antibio-ticagebruik. Dit wordt momenteel nader onderzocht.

10_GDVA65.indd 10 2-3-12 12:45

Page 11: GD Varken maart 2012

Ook een vraag? Laat het ons weten en mail uw vraag naar [email protected] onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Varken.

? Vraag Wat is eigenlijk thrombocytopenie?

Antwoord GD-dierenarts Frits Bouwkamp:Thrombocytopenie betekent letterlijk dat er te weinig bloedplaatjes in een dier aanwezig zijn. Bloedplaatjes zijn nodig voor de bloedstolling. Als de bloedstol-ling verstoord is, krijgt een dier op allerlei plekken in het lichaam ‘spontane’ bloedingen. De oorzaak kan een soort allergische reactie zijn van het bloed van de biggen op antistoffen uit de biest van de zeug. In dat geval zie je in een toom biggen binnen enkele weken na de geboorte veel dieren met veel huidbloe-dingen. Vaak gaan de biggen daaraan

dood. Een andere oorzaak kan een vergiftiging met rattengif zijn of een acute virusinfectie zoals Varkenspest. Vandaar dat bij het optreden van de verschijnselen vaak voor de zekerheid een bedrijf wordt bezocht door een specialistenteam van de VWA voor onderzoek op KVP.

VRAAG & ANTWOORD

? Vraag Ik ent de zeugen tegen E. coli zodat de biggen geen ge-boortediarree krijgen. Waarom werkt dat niet tegen speen-diarree? Dat wordt toch ook door E. coli veroorzaakt?

Antwoord GD-dierenarts Peter van der Wolf:Van E. coli bestaan vele soor-ten, ook veel kwaadaardige soorten. De typen die verant-woordelijk zijn voor geboorte-diarree zijn niet dezelfde als die speendiarree veroorzaken. Bovendien werkt het vaccin vooral vlak na de geboorte goed omdat de antistoffen in de biest dan ter plekke in de darm kunnen werken tegen de E. coli’s die de geboortediarree kunnen veroorzaken.

? Vraag Hoe kan ik zien of een doodgeboren big tijdens of al ruim voor de geboorte is gestorven?

Antwoord GD-dierenarts Theo Geudeke:Biggen die tijdens het werpen zijn gestor-ven hebben een lange natte navelstreng, de huid is nat en blauw verkleurd of gelig door darmpek, in de luchtpijp zit vaak bloederig slijm of darmpek, de longen zijn donkerbruin, de maag is wit en de darmen grijs-geel. Biggen die enkele uren voor de geboorte zijn gestorven hebben direct na de geboorte een stijve tong, een spierwitte neusplaat, blauwverkleurde ogen en een lege luchtpijp. Bij biggen die meer dan 12 uur voor het werpen zijn gestorven hebben alle inwendige organen dezelfde steenrode kleur.

In de rubriek ‘Vraag & antwoord’ beantwoorden de medewerkers

van de afdeling varkensgezondheidszorg vragen vanuit de

praktijk. De vragen komen binnen via telefoon of mail.

GD Varken | maart 2012 | 11

10_GDVA65.indd 11 1-3-12 16:27

Page 12: GD Varken maart 2012

12

vleesvarkens te worden. Biggen van gelten maar ook biggen van oude zeugen (zesde worps en ouder) zijn gemiddeld respectieve-lijk 125 en 100 gram lichter dan van de ove-rige zeugen. In de verschillende fasen van de cyclus heeft de zeugenvoeding effect op de bigvitaliteit. Rond de inseminatie resulteert ‘flushing’ in meer uniformiteit bij de eisprong en uiteindelijk ook meer uniformiteit bij de geboorte. In de vroege dracht is conditie-herstel van belang en ook de ontwikkeling van uniforme vruchten. Aan het einde van de

dracht beïnvloedt de voeding het gemiddelde geboortegewicht. Bij dit alles geldt voor zeugenhouders die een goed beeld willen krijgen van de situatie op het eigen bedrijf: ‘meten = weten’.

Geboorte en biestDierenarts Theo Geudeke van de GD ging in op de achtergrond van het werpproces en liet zien hoe snel de geboorte bij zeugen verloopt of zou moeten verlopen. De duur van het werpproces is onder andere afhankelijk van

Zeugenvoeding en vitale biggenDe heer Edy Bouwman, nutritionist van de firma ForFarmers, legde uit wat het belang is van de voeding van de zeug gedurende de dracht voor de vitaliteit van de biggen. Met de zeugenvoeding is niet alleen het gemid-delde geboortegewicht te sturen, maar ook de variatie daarin. Het geboortegewicht is een eenvoudig te meten maat voor de bigvitali-teit. Kleine, lichte biggen lopen niet alleen een veel groter risico voortijdig uit te vallen, het blijken later ook de minder vlot groeiende

Bigvitaliteit | TeksT: DR. THEo GEuDEKE

VarkensNeT: ‘Wroeten met Bigvitaliteit’

op 6 en 14 februari organiseerde VarkensNET samen met ForFarmers en de GD twee studiedagen voor zeugenhouders over

kraamstalmanagement en bigvitaliteit. Bij elkaar bezochten meer dan 100 deelnemers, voornamelijk zeugenhouders en

hun medewerkers, deze bijeenkomsten. De inleidingen werden verzorgd door de nutritionist Edy Bouman van ForFarmers,

dierenarts Theo Geudeke van de GD en onderzoeker Anita Hoofs van het VIC Sterksel. Na een stevig buffet volgden twee

workshops respectievelijk over voeding van de zeug en over de biestvoorziening van de biggen.

12_GDVA65.indd 12 2-3-12 12:51

Page 13: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 13

VarkensNET: ‘Wroeten met Bigvitaliteit’

het type kraamhok en van de hoeveelheid stress rond de geboorte. Als het werpen lan-ger dan vier uur duurt, dan is dat ongunstig voor de biggen. Andere oorzaken van een ma-tige vitaliteit van de biggen zijn het ras en de leeftijd van de zeug, de lichaamsconditie van de zeug, de toomgrootte, de drachtleng-te, maar ook bepaalde infectieziekten zoals PRRS. Om te kunnen ingrijpen bij vermin-derde vitaliteit van de biggen, is allereerst onderzoek naar de oorzaken van belang.Biest is voor biggen de enige mogelijkheid om antistoffen tegen allerlei infecties op te nemen. Het belang van biest kan niet genoeg onderstreept worden. De eerste 24 uur zijn cruciaal: dan moeten de biggen minstens 100 gram en liefst 200 gram biest binnen krijgen. Biggen die minder dan 40 gram biest krijgen, lopen een veel hoger risico de eindstreep niet te halen. Bij twijfel kan het wegen van de biggen na de geboorte en vervolgens een dag later al veel helderheid geven.

Huisvesting: kraamstalontwerpAnita Hoofs van het VIC Sterksel legde in haar presentatie sterk de nadruk op het voor-kómen van stress bij de zeugen rond het wer-pen. Door stress kan het werpen veel langer duren dan nodig is. Dat blijkt onder andere uit de ervaringen met het ProDromi-concept waarin zeugen in de kraamstal niet meer vast staan in boxen en waarin ze nestmateriaal tot hun beschikking krijgen in de vorm van bijvoorbeeld een stevige, maar biologisch afbreekbare juten zak. De loslopende zeugen zijn één tot anderhalf uur sneller klaar met werpen! Als het werpen veel vlotter gaat zijn de biggen automatisch vitaler en het aantal doodgeboren en slappe biggen is dan ook in de ProDromi-kraamhokken lager dan in conventionele kraamhokken. In de dagen na het werpen is de kans op doodliggen echter weer wat verhoogd, dus men zoekt nog naar aanpassingen in het ontwerp om ook dat pro-

bleem in te perken. Anita Hoofs benadrukte dat zeugenhouders vooral ook goed op het gedrag van de zeug in het kraamhok moeten letten om het werpen en zogen zo goed mogelijk te laten verlopen.

Workshops: wroeten met kraamstalmanagementTijdens de workshops vertelden succes-volle zeugenhouders over hun ervaringen met kraamstalmanagement. Een belangrijk sleutelwoord daarin is aandacht. Omdat biggen na de geboorte snel afkoelen en snel last hebben van een energietekort is snelle biestopname, waarin ook veel suikers zitten, cruciaal. Een interessante tip was om kleine biggen een handje te helpen door Roosvicee met een biggenpompje in de bek in te geven. Om te controleren of biggen met de biest ook werkelijk genoeg antistoffen hebben binnengekregen, bestaat al een eenvoudige bloedtest (met een druppel bloed uit de ge-coupeerde staartjes) die echter nog niet in de praktijk beschikbaar is. Uit onderzoek blijkt dat vooral een gelijkmatige verdeling van de antistoffen over alle biggen uit de toom van groot belang is.

De studiedagen ‘Wroeten met VarkensNET: Kraamstalmanagement en Bigvitaliteit’ waren een succes. Naast dat er veel varkenshou-ders in de zaal zaten, had een groot aantal ondernemers ook hun medewerkers meegeno-men. Ook de medewerkers kunnen aan de slag met de handvatten uit de wroetsessies. De presentaties van deze workshop zijn terug te vinden op de website van VarkensNET: www.varkensnet.nl.

12_GDVA65.indd 13 2-3-12 12:51

Page 14: GD Varken maart 2012

A SANOFI COMPANY

15884_Vccnadv.vrkn Alg185X130.indd 1 09-02-12 16:05

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE? Bel met: Marco Jansen T 026-750 18 45 E [email protected] I www.pshmediasales.nl

Veldman Techniek BVtel.nr. 0572-382980

Tecom Horst BVtel.nr. 077-3983962

Gabriels Techniek BVtel.nr. 0413-291834

Rijnvallei BVtel.nr. 0342-404850

AHC-Cawitel.nr. 0575-463431

Met Nedap Velos ESF krijgt elke zeug gegarandeerd de juiste hoeveelheid voer op het juiste moment.

Zeugen voeren kan veel ef� ciënter

ALLES OVER GROEPSHUISVESTING MET VARKENSVOERSTATIONSGROEPSHUISVESTING GROEPSHUISVESTING MET VARKENSVOERSTATIONS

Ervaringen van zeugen-houders, beeld en video’s ziet u op www.esf2013.comRijnvallei BVtel.nr. 0342-404850

ALLES OVER GROEPSHUISVESTING MET VARKENSVOERSTATIONS

Ervaringen van zeugen-Ervaringen van zeugen-houders, beeld en video’s ziet u op www.esf2013.com

MEER WETEN?

ALLES OVER

MAAKT U DE JUISTE KEUZE, OOK VOOR NÁ 2013?

Nedap Velos. The standard in Livestock Management

Groba brengt perfectie in uw stal.

Copernicusstraat 12, WijchenT +31 (0)24 6414289www.groba.nl

14_GDVA65.indd 14 02-03-12 09:12

Page 15: GD Varken maart 2012

Blijven de varkens

vlot ter been?“Kreupelheid is een van de meest besproken onderwerpen aan de Veekijkertelefoon. Het aantal vragen neemt de laatste tijd wat toe. In de meeste gevallen gaan de vragen over vleesvarkens, opfokgelten en zeugen. In de sectiezaal zien we bovendien geregeld biggen met een gewrichtsontsteking. Ook dat aantal lijkt de laatste tijd wat te stijgen. Dat betreft vooral gespeende biggen. Als we kiemen vinden bij gewrichts-ontsteking bij biggen, dan zijn dat in ongeveer de helft van de gevallen streptokokken. Gewrichtsontstekingen kunnen ontstaan door binnendringen van kiemen via een verwonding bij het gewricht. Het voorkómen van verwondingen is dan ook erg belangrijk. Het kan ook zijn dat een bacterie zich via het bloed verspreidt en zo in verschillende gewrichten een ontsteking kan veroorzaken. Een voorbeeld van zo’n kiem is Haemophilus parasuis, die vooral zijn kans grijpt bij een ver-

minderde weerstand door bijvoorbeeld stress. Verder versprei-den bacteriën zich soms door het lichaam vanuit een andere ontsteking, bijvoorbeeld een navelontsteking.

Bij de kreupelheden van oudere varkens zijn vaak andere oorzaken in het spel. Dat kan in de klauwen zitten of hogerop in de poot door een verstoorde botstofwisseling. Er kan ook sprake zijn van een Mycoplasma hyosynoviae-infectie. Deze diagnose is echter heel moeilijk te stellen en wordt nogal eens gemist. Soms heeft een ouder varken ook nog een gewrichtsontste-king en een enkele keer ligt de oorzaak niet eens in het been-werk maar in de hersenen of het ruggenmerg. Als een zeug verlamd is in de achterhand kan de oorzaak een abces in het ruggenmerg zijn. Sporadisch komen we een geval tegen van een hersenvliesontsteking door Streptococcus suis bij zeugen, alhoewel dat volgens de boeken niet zou kunnen. Dergelijke zeugen hebben ook vaak verlammingsverschijnselen in de achterhand, maar uiteindelijk zie je dan ook de typische ver-schijnselen van hersenvliesontsteking zoals we die kennen bij

biggen: plat liggen op de zij, fietsbewegingen en koorts.Een verstoorde botstofwisseling tenslotte kan samenhangen met snelle groei van vleesvarkens of opfokgelten. Snelgroei-ende, zeer gezonde varkens benutten het voer uitstekend, maar misschien dat bepaalde nutriënten dan aan de krappe kant zijn voor de botgroei.” Op pagina 19 in deze GD Varken staan we stil bij de discussie over de betekenis van fosfaat in het voer. De Veekijker houdt de ontwikkelingen scherp in de gaten en is ook betrokken bij onderzoek naar botstofwisseling. Bovendien heeft de GD bloedtesten in huis om onderzoek te doen naar stofwisse-lingstoornissen.

| MO

NITO

RING

GD Varken | Maart 2012 | 15

Bij de kreupelheden van oudere varkens zijn vaak andere oorzaken

in het spel.

GD-Veekijker

Met haar monitoringsactivitetien waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder andere via GD Veekijker, waar vragen van dierenartsen en veehouders binnenkomen. Naast de helpdeskfunc-tie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opval-lende resultaten die het werk van de dierenartsen oplevert. De GD-Veekijker wordt gefinancierd door het Ministerie van EL&I en PVV.

GD-varkensdierenarts Frits Bouwkamp

14_GDVA65.indd 15 02-03-12 09:13

Page 16: GD Varken maart 2012

Drinkwatervoorzieningopvarkensbedrijven:

Wat zijn de eisen?

16

drinkwatervoorziening | tekst: Drs.EvaOnis

Hetdrinkwaterinonslandmoetaanzeerhogekwaliteitseisenvoldoen.Dezeeisenzijnnauwkeurigom-

schrevenindenieuweDrinkwaterwet,diesindsjuli2011vankrachtis.Uwwaterbedrijfisverantwoordelijk

voordekwaliteittotaanhetleveringspunt(doorgaansdewatermeterofdehoofdkraan).vanafdatpunt

heefthetwaterbedrijfalleeneencontrolerendetaak.Watbetekentditpreciesvoorualsvarkenshouder?

JoukebijdeLeij,technischspecialistbijwaterbedrijfvitens:“varkenshouderszijnzelfverantwoordelijkvoordeaanleg,hetbeheerenonderhoudvandedrinkwaterinstallaties.vi-tensendecollega-waterbedrijvenzijnwettelijkverplichtomdezeinstallatiesperiodiektecontroleren.Ditgebeurtinop-drachtvanhetMinisterievaninfrastructuurenMilieu(ienM,voorheenvrOM).Bijcalamiteiten,zoalshetwegvallenvanwaterdrukofhetontbrekenvaneenterugstroombeveiliging,kanverontreinigdwaternamelijkterugstromenindedrink-waterinstallatieenhetleidingnetvanhetdrinkwaterbedrijf.Dankanookdevolksgezondheidingevaarkomen.”

verhoogdrisicoopmicrobiologischebesmettingalledrinkwaterinstallatieszijningedeeldinrisicoklassen(1totenmet5).Hoehogerderisicoklasse,hoevakereencontroleplaatsvindt.varkensbedrijvenbehorenvaaktotklasse5omdatereenverhoogdrisicoisopmicrobiologischebesmettingen.BijdeLeij:“Drinkwaterinstallatieskunnenbijvoorbeeldviadrinknippelsbesmetraken.vervolgenskandebesmettingindeleidingenvandewoningterechtkomen,ofzelfsinhetleidingnetvanhetdrinkwaterbedrijf.Drinkwa-terinstallatiesopvarkensbedrijvenwordendaaromongeveereensindedriejaargecontroleerd.Dezecontroleswordensamenmetdevarkenshouderingepland.Ongeveervierwekenvantevorensturenwijeenbriefmeteendatumvoorstel.”

Waarwordttijdensdecontroleopgelet?voorvarkensbedrijvengelden,gezienderisicofactoren,eenaantalbelangrijkeaandachtspunten.“Teneerstemoetaltijdeenonderbrekingaanwezigzijntussenleveringengebruik,zodatbesmetwaternietkanterugstromenindewaterleiding.Wanneerhetbedrijfsgedeelterechtstreeksisaangeslotenophetwaternet,wordtdaaromookaltijdna-gegaanofereen‘controleerbarekeerklep’isaangebracht.Dezeterugstroombeveiligingiseensoortextraslotopdedeur”,aldusBijdeLeij.

Dewateronderbrekingwordtvaakgevormddooreendrink-waterreservoirofeenvoorraadbak,waarmeetegelijkertijddewatertoevoergeregeldwordt.Eenreservoirofvoorraadbakdientaanhetbeginvandetoevoerleidingnaarhetbedrijfs-gedeelteofdirectbijbinnenkomstvandetoevoerleidingindebedrijfsruimtetezijngeplaatst.Hetmoetuitgeslotenzijndatwateruiteenreservoirofvoorraadbakterugstroomt

indetoevoerleidingvanhetdrinkwaternet.Decontroleurzalbijvoorbeeldnagaanofhetreservoirisvoorzienvaneenoverloopleidingvanvoldoendegrootte.Ookcontroleerthijofdeuitstroomopeningvandetoevoerleidingvoorhetvullenvanhetreservoirhooggenoegligttenopzichtevandeoverloop.Enuiteraarddienthetgebruiktemateriaalvangoedekwaliteittezijn.

Hetreservoirheefteentweeledigdoel,naasthetvoorkomenvanterugstromingvanmogelijkverontreinigdwaterheefthetookdefunctievanvoorraadvorming.Bijstoringenvanhetopenbaredrinkwaternetishetdrenkenvanvarkenseenperiodegewaarborgd.vanuithetoogpuntvandevarkensge-zondheidishetzeerbelangrijkdateenvoorraadbaksysteemgeenbroedplaatsvoorbacteriënkanworden.Datbetekentdathetwaternooitlangineenvoorraadvatmagstaan,datergeenvuilinmagkomenendathetperiodiekgoedmoetwordenschoongemaaktendoorgespoeld.

BeveiligingvanapparatuurOmdatvarkensbedrijventotdehogererisicoklassesbehoren,ishetdaarnaastvanbelangdatdeaanwezigeapparatuurgoedbeveiligdis.inditverbandzijnluchtwasserseenactu-eelvoorbeeld.Hetwaterinluchtwasserskanveelbacteriënenafvalproductenvanbacteriënbevattendieabsoluutnietinhetdrinkwaterterechtmogenkomen.Ookalseenbedrijfeeneigenbronwaterinstallatieheeft,moetgoedverzekerdzijndatheteigenbronwaternooitinhetdrinkwaterleiding-netterechtkankomen.

Watalsblijktdatdeinstallatienietinordeis?naheteerstecontrolebezoekkrijgtueenbriefwaarindecontroleuraangeeftofdeinstallatieinordeis.isditniethetgevaldanwordt,afhankelijkvandesituatieenhetgevaarvoordevolksgezondheid,eentermijnafgesprokenwaarindeaanpassingenverrichtmoetenzijn.vervolgensvindteenhercontroleplaats.ishetrisicobeperkt,dangaathetwaterbedrijfervanuitdatdeinstallatievoordevolgendeperiodiekeinspectieisaanpast.

Watkuntunogmeerdoen?Meerinformatieoverhetjuisteonderhoudenbeheervandrinkwaterinstallatiesvindtuinde‘Waterwerkbladen’opwww.infodwi.nl.

Jouke bij de Leij

16_GDVA65.indd 16 2-3-12 12:58

Page 17: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 17

Drinkwatervoorziening op varkensbedrijven:

Wat zijn de eisen?

17

Deze foto is gemaakt op een varkensbe-drijf waar tijdens de eerste controle geen wateronderbreking aanwezig was. Er was toen sprake van een directe verbinding tus-sen een eigen bron en de drinknippels van de varkens.

Dezelfde varkens-houder heeft na de controle een eenvou-dige rode breaktank aangebracht. Dit is een goede en betaal-bare oplossing.

De pomp draait meer-dere keren per dag, zodat een constante verversing is ge-waarborgd. Er is een vrij forse overloop gemaakt, voorzien van een naar binnen gedrukte plastic zak. Zo kunnen insecten niet van buitenaf in de ton komen. Wanneer de vlotter niet goed functioneert, drukt het stijgende water het plastic naar buiten en stroomt de ton over via de overloop.

Zo niet

Zo wel

16_GDVA65.indd 17 02-03-12 09:22

Page 18: GD Varken maart 2012

Eén brok prestatie...!

Coöperatie “De Valk Wekerom” UA Hoge Valkseweg 58 Lunteren 0318-461141 www.dvw.nl [email protected]

A SANOFI COMPANY

15884_Vccnadv.vrkn Circo185X130.indd 1 09-02-12 16:03

VERBAKEL BVLV Plastic & Stainless steel products

16_GDVA65.indd 18 02-03-12 09:22

Page 19: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 1919

“De beperking van fosfaat in het voer

leidt tot gezondheidsproblemen in de

varkenshouderij”

DE STELLING

Dr. Sam de Snoeck, varkensdierenarts dierenartspraktijk Lintjeshof:“Volledig mee eens, de laatste jaren is de uitval in de zeugenhouderij met name door beenwerkproblematiek gestegen. Vaak voorkomende

problemen zijn dijbeen- en bekkenfracturen. Ook zien we op de batterij in de vleesvarkensstal dat het aantal dieren met kromme beenstand en niet-infectieuze gewrichtsontstekingen (osteochondrosis) toeneemt. Het is essentieel dat in de berekening van de voersamenstelling de hoeveelheid verstrekte fytase en fytinezuur in evenwicht is. Ook dient er te worden gezorgd voor een goede kationen- en anionenbalans.

Verder dient het mineralenaanbod (liefst van organische aard) voldoende te zijn.”

Dr.ir. Paul Bikker, senior onderzoeker varkensvoeding Wageningen UR:“Mee oneens. De beperking van fosfaat in het voer resulteert niet in een toename van gezondheidsproblemen in de varkenshouderij, mits:

- Voedingsdeskundigen bij het samenstellen van de voeders rekening houden met de behoefte van het dier aan verteerbaar fosfor en de totale hoeveelheid fosfor verlagen door vermindering van het onverteerbare deel. Dit betekent dat de hiervoor geldende richtlijnen van bijvoorbeeld

CVB worden toegepast en dat rekening wordt gehouden met speci� eke bedrijfsomstandigheden, denk bijvoorbeeld aan het feit dat beren vergeleken met borgen een betere voederconversie hebben en dus relatief een hogere behoefte aan verteerbaar fosfor.

- Steeds gebruik gemaakt wordt van een up-to-date grondstoffenmatrix waarin het totaal en verteerbaar fosforgehalte per grondstof bekend is op basis van chemische analyses en eerder uitgevoerde verteringsproeven. Met name bij nieuwe of variabele (natte) grondstoffen is dit een

belangrijk aandachtspunt. - Bij het samenstellen en de productie van voeders adequaat rekening wordt gehouden met de dosering van het enzym fytase en de hiervoor

geldende randvoorwaarden. - De varkenshouders voeders gebruiken die afgestemd zijn op de behoefte van hun dieren en hun bedrijfsomstandigheden en zich niet laten

verleiden tot gebruik van voeders die wellicht per kilogram goedkoper zijn, maar minder geschikt voor hun varkens.”

Dr. Leo van Leengoed, specialist varkensgezondheidszorg (Universiteit Utrecht): “Beperking van anorganisch fosfaat in de voeding en meer gebruik maken van fytase als fosforbron is geen discussiepunt, maar een gegeven

in de varkens- en pluimveehouderij. Overschatting van de fytase-ef� ciëntie kan leiden tot stoornissen in de botvorming en botfracturen. Toevoegen van zuren aan voeder en/of drinkwater en het gebruik van bijproducten kan leiden tot een voedingsroulettespel, waarbij je geluk

hebt als het weer goed is gegaan.”

16_GDVA65.indd 19 2-3-12 13:02

Page 20: GD Varken maart 2012

20

U kunt op ons rekenenVoerwinst is het resultaat van voerkosten, technische resultaten en uitbetalingsprijs. Een kwestie van rekenen. Daarvoor bieden wij u het concept Voerwinst. Samen met uw specialist analyseert u uw voer- en afleverstrategie en rekent u alternatieven door. Voor de hoogste voerwinst.

Meer weten? Bel Agrifirm Feed, sector Varkens, (088) 488 10 15 of kijk op www.voerwinst.nl

Agrifirm_Voerwinst Adv 216x293.indd 1 28-02-12 15:1320_GDVA65.indd 20 02-03-12 09:24

Page 21: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 21

TEKST: DRS. EVA ONIS | HOKBEVUILING

Wat is ‘darmgezondheid’ precies?Ingrid Faber: “Er is nog heel veel onbekend. Als je naar de functies van de darm kijkt, kun je je voorstellen dat het een complex orgaan is. Een belangrijke taak is natuurlijk het ver-teren en opnemen van voedingsstoffen. Maar de darm heeft ook een barrièrefunctie: het afweren van giftige stoffen en ziekteverwekkende bacteriën. De darm moet dus onderscheid maken tussen voedsel en onschadelijke bacteriën (tolerantie) enerzijds en ziekteverwekkers anderzijds. Hierbij is het im-muunsysteem van cruciaal belang. Er wordt wel gezegd dat de darm het grootste en belangrijkste immunologische orgaan van het lichaam is, bij zowel mens als dier. Bij een gezonde darm is dus sprake van een goede balans tussen opname en afweer, en tolerantie en ontsteking. De micro-organismen (ook microbiota of darm� ora genoemd) spelen hierbij een belangrijke rol.”

Welke verbeteringen zijn mogelijk op het gebied van voeding?Ingrid: “Op het gebied van voeding valt nog veel te winnen, zowel qua darmgezondheid als prestaties. Hier wordt momen-teel volop onderzoek naar gedaan. Er zijn aanwijzingen dat

“Op het gebied van voeding valt nog veel te winnen”Darmgerelateerde aandoeningen bij varkens zijn vaak een belangrijke reden om antibiotica in te zetten. De laatste

tijd wordt echter steeds meer gekeken naar de invloed van voeding op darmgezondheid en de rol van toevoegingen

in het voer. Wat valt er op het gebied van voeding nog te verbeteren, zodat darmaandoeningen minder vaak

voorkomen? Ingrid Faber, GD-specialist voeding en darmgezondheid, doet hier onderzoek naar.

bepaalde voercomponenten en toevoegingen een gunstige in-vloed hebben op de darmgezondheid. Ook de voer strategieën zijn van belang. Hiermee kun je de ziekteweerstand in het algemeen verbeteren of een probleem gericht aanpakken. Het meten van de effecten van voercomponenten en darm-gezondheid is een uitdaging. Goed voer lost niet alle problemen op, maar er valt nog veel te doen.”

Signalen uit de praktijkDaarnaast houdt Ingrid zich bezig met andere signalen uit de praktijk die mogelijk verband houden met voeding. De GD krijgt sinds de tweede helft van 2011 bijvoorbeeld veel tele-fonische vragen over kreupelheid bij opfokgelten, vleesvarkens en zeugen. Enkele vragen gingen over klauwgezondheid in relatie tot nutriënten (zoals zink of biotine) of over stramheid van spieren. Maar de meeste vragen gingen over pootproble-men, zoals osteochondrose, epifysiolyse (het afglijden van de heupkop), van de benen gaan of ‘trippelen’. Ingrid: “Bij dit soort problemen wordt vooral gekeken naar de calcium- en fosforstofwisseling en andere voedingsfactoren die van invloed zijn op de botontwikkeling. Zo kunnen we praktijkonderzoek combineren met wetenschappelijke kennis en kunde.”

Ingrid Faber Ir. Ingrid Faber is sinds november 2011 werkzaam als specialist voeding en darmgezondheid bij de GD-divisie varkens. In 2006 is zij afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit met als specialisatie adap-tatiefysiologie en diervoeding. Ook heeft Ingrid vijf jaar in de mengvoederindustrie gewerkt, waar zij als additievenspecialist de nodige kennis heeft opgedaan over dier- en darmgezondheid in relatie tot welzijn en productie.

U kunt op ons rekenenVoerwinst is het resultaat van voerkosten, technische resultaten en uitbetalingsprijs. Een kwestie van rekenen. Daarvoor bieden wij u het concept Voerwinst. Samen met uw specialist analyseert u uw voer- en afleverstrategie en rekent u alternatieven door. Voor de hoogste voerwinst.

Meer weten? Bel Agrifirm Feed, sector Varkens, (088) 488 10 15 of kijk op www.voerwinst.nl

Agrifirm_Voerwinst Adv 216x293.indd 1 28-02-12 15:1320_GDVA65.indd 21 02-03-12 09:25

Page 22: GD Varken maart 2012

Sinds 1 januari 2012 is het binnen IKB-varkensbedrijven niet

meer toegestaan om varkens met ‘derde keuze antibiotica’ (ook

wel ‘derde generatie antibiotica’) te behandelen. Waarom is dit

verbod ingesteld en wat zijn de praktische gevolgen hiervan?

Verbod op derde keuze antibiotica:

De praktische gevolgen

Derde generatie of derde keuze antibiotica?Het in januari ingestelde verbod heeft betrekking op fluoroqui-nolonen en derde en vierde generatie cephalosporinen. Deze antibiotica worden ook wel ‘derde keuze antibiotica’ genoemd omdat ze als derde keuze in het Formularium Varken vermeld werden (zie wvab.knmvd.nl). Bij de cephalosporinen wordt gesproken over vier verschillende ‘generaties’ die naar de bij-behorende ontwikkelstadia van het antibioticum verwijzen. De eerste generatie cephalosporinen waren bijvoorbeeld werkzaam tegen minder soorten bacteriën dan opvolgende generaties. Elke generatie omvat een bepaald aantal werkzame stoffen.Ook de fluoroquinolonen hebben een ontwikkeling doorge-maakt. De eerste werkzame stoffen uit deze groep waren zelfs geen ‘fluoroquinolonen’, maar ‘quinolonen’ (zoals flumequine en oxolinezuur, zie tabel).

Waarom een verbod op deze antibiotica?De belangrijkste reden om het gebruik van deze antibiotica te verbieden, is bescherming van de volksgezondheid. Fluoroqui-nolonen en derde of vierde generatie cephalosporinen worden in de humane geneeskunde ingezet als ‘laatste redmiddel’ bij bepaalde ernstige bacteriële infecties. Deze antibiotica kunnen dus levensreddend zijn. Gevreesd wordt dat veelvuldig gebruik ervan in de dierlijke sector kan leiden tot resistentie bij de bacteriën in dieren. En dat deze resistentie vervolgens overgedragen wordt op bacteriën bij de mens (via direct contact of mogelijk ook via voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong). Om dit risico te vermijden, is besloten om de flu-oroquinolonen en de derde en vierde generatie antibiotica uit de positieve lijst voor IKB-varkensbedrijven te halen. Buiten de IKB-bedrijven is toepassing onder strikte voorwaarden nog toegestaan, waarbij de regel ‘nee, tenzij...’ wordt gehanteerd.

Praktische gevolgenIn heel veel gevallen waarin fluoroquinolonen en derde of vierde generatie cephalosporinen niet meer gebruikt mogen

worden, zijn andere antibiotica beschikbaar. Maar: in het geval van acute problemen door een salmonella- of E. coli-besmetting bij bijvoorbeeld gespeende biggen of vleesvarkens ligt dit moeilijk. Behandelen met fluoroquinolonen (en derde of vierde generatie cephalosporinen) mag alleen onder strikte voorwaarden en het betekent bovendien dat de betreffende varkens niet meer IKB-waardig zijn.

Wat kan men op dat moment doen? Salmonella en E. coli vertonen vaak veel resistentie tegen onder meer ampicilline en amoxicilline (salmonella 90% resistent, E. coli 69% resistent), TmpS (salmonella 40% resistent, E. coli 76% resistent) en oxy-tetracycline. Voordat antibiotica ingezet wordt, is een gevoelig-heidsbepaling nodig om te achterhalen of de salmonella en E. coli nog wel gevoelig is voor de antibiotica. Bovendien moeten de mogelijkheden binnen de IKB-regeling en de wachttijden in het oog gehouden worden. Maar wanneer een behandeling acuut nodig is vanwege de slechte toestand van de varkens, is er geen tijd om de uitslag van een gevoeligheidsbepaling af te wachten en gaat de voorkeur, afhankelijk van leeftijd en het

22

AntibioticA | tekst: Dr. JOBKE Van HOuT En Dr. PETEr Van DEr WOlF

22_GDVA65.indd 22 2-3-12 13:06

Page 23: GD Varken maart 2012

GD Varken | maart 2012 | 23

Derde en vierde generatie cephalosporinen Cephalosporinen zijn in de loop der tijd steeds verder ontwikkeld. De eerste generatie werd gevolgd door de tweede, derde en uiteindelijk vierde generatie. Binnen iedere ge-neratie zijn verschillende werkzame stoffen verkrijgbaar.

gewicht van de varkens, meestal uit naar een injectiemiddel. Een optie die dan nog overblijft in het geval van speendiarree of oedeemziekte (E. coli) is neomycine (in combinatie met penicil-line) per injectie. Maar een dergelijk preparaat is wél geregis-treerd voor E. coli maar niet voor salmonella. Een vergelijkbare werkzame stof, apramycine, is wél geregistreerd voor zowel E. coli als salmonella maar is alleen beschikbaar als oraal preparaat en niet voor injectie. Een lastige situatie dus. Het is overigens ook belangrijk om te bepalen of het toedienen van een ontste-kingsremmer in speci� eke situaties verlichting biedt.

Groep Generatie Werkzame stof Toegelaten ja/nee Cephalosporinen derde Ceftiofur Nee

vierde Cefquinome NeeQuinolonen Fluméquine Ja

Oxolinezuur JaFluoroquinolonen Enro� oxacine Nee

Marbo� oxacine Nee

Derde en vierde generatie antibiotica: welke werkzame stoffen zijn toegelaten?

ConclusieOm de volksgezondheid te beschermen moeten IKB-deelne-mers stoppen met het gebruik van � uoroquinolonen en derde en vierde generatie cephalosporinen. In de meeste gevallen levert dit geen problemen op. In een paar situaties is de keuze echter lastig en zeer beperkt. Overleg hierover goed met uw dierenarts voordat een behandeling ingezet wordt en neem altijd ook de preventieve maatregelen in overweging.

22_GDVA65.indd 23 2-3-12 13:05

Page 24: GD Varken maart 2012

BereikbaarheidU kunt de GD telefonisch bereiken

via 0900-1770. Van maandag tot en

met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

TarievenAlle genoemde GD-tarieven in

deze uitgave zijn exclusief BTW en

€ 9,20 basiskosten.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaalAanmelden: telefonisch 0900-202 00 12

(24 uur per dag). Wij halen het materiaal

dan zo spoedig mogelijk bij u op.

Sectie- en monstermateriaal kunt u

brengen van maandag tot en met vrijdag

van 8.00 tot 17.00 uur.

Lachende varkens Deze keer in ‘Buitenbeeld’: een vrolijke foto van Bibba en Droegy. “Beide varkens zijn twee jaar oud en ze lopen in mijn tuin, samen met vier konijnen, een manke duif en nog meer dieren. Bibba en Droegy zijn erg gericht op mij, ze komen naar mij toe voor een appeltje en elke dag spelen ze met een bal waar snoepjes uitkomen”, vertelt hobbyboer Bram Staalman uit Beverwijk enthousiast.

Buitenbeeld: Wellicht hebt u zelf ook iets dat niet ‘buiten beeld’ mag blijven. Stuur dan uw foto naar [email protected] met een korte toelichting en naamsvermelding. Wordt uw foto geplaatst, dan ontvangt u een ingelijste vergro-ting van uw eigen foto.

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer

T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04

www.gddeventer.com

[email protected]

BuitenBeeld

De Gezondheidsdienst voor Dieren

24_GDVA65.indd 24 02-03-12 09:29