GD Herkauwer februari 2012

24
FEBRUARI 2012 SCHMALLENBERGVIRUS in Nederland VAARZENMASTITIS: Liever geen trammelant Vereenvoudiging DIERGEZONDHEIDSPROGRAMMA’S De Gezondheidsdienst voor Dieren

description

GD magazine

Transcript of GD Herkauwer februari 2012

Page 1: GD Herkauwer februari 2012

FEBRUARI 2012

SCHMALLENBERGVIRUS in NederlandVAARZENMASTITIS: Liever geen trammelant

Vereenvoudiging DIERGEZONDHEIDSPROGRAMMA’S

676767676767676767676767

Herkauw

erH

erkauwer

Herkauw

erDe Gezondheidsdienst voor Dieren

01_GDHE67.indd 1 2-2-12 10:26

Page 2: GD Herkauwer februari 2012

1

33344

55 6

2

6 maanden werkzaam!

78

910

1112

UNO GrowOptimale ontwikkeling, groei, weerstand en

vruchtbaarheid bij het jongvee op stal of in de wei!

Waarom UNO Grow??De groei, ontwikkeling en ontwikkeling en ontwikkeling vruchtbaarheid bij het jongvee kan maar 1x benut worden daarom is het zo ontzettend belangrijk de weg naar een gezonde duurzame melkkoe zo optimaal mogelijk te laten verlopen.

De Uno Grow legt de nadruk op: Groei, Ontwikkeling, Weerstand en vruchtbaarheid.Uno Grow voor het beheren van de sporenelementen en B vitaminen bij het jongvee en helpt het opgroeiende jongvee daarmee in de kritische perioden van de groei/productiecyclus. Uno Grow bolussen lossen geleidelijk volledig op in de netmaag. Te verstrekken vanaf 150 kg LG. 2 bolussen per jongvee effectief voor 180 dagen.

UNO Grow voor Jongvee is verkrijgbaar bij uw Dierenarts en de betere Agrarische handel! Of kijk en bestel op www.boerenwinkel.nl

Met een hoog aandeel

Selenium!

6

Incl.essentiële

Vit. B

02_GDHE67.indd 2 2-2-12 10:27

Page 3: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 3

| INHOUD

04 Nieuws & tips

07 BVD oorbiopten, een jaar na de start

09 Vraag & antwoord

10 Schmallenbergvirus in Nederland

12 Reportage: BGP/VeeOnline, een veehouder aan het woord

14 ParaTBC in stof

16 Reportage: Masterclass uiergezondheid

19 Monitoring: Kalverdiarree

21 Verruimen onderzoekstermijn

23 Serie Antibiotica: Bacteriën, de binnenkant en de rol van antibiotica

24 Buitenbeeld

COLOFONGD Herkauwer is het of� ciële mededelingenblad van de GD | UITGEVER GD Deventer |

REDACTIE: Couzijn Bos, Jet Mars, Linda van Wuyckhuise. | EINDREDACTIE Margriet Brus |

REDACTIEADRES GD, Marketing & Communicatie, Postbus 9, 7400 AA Deventer, T. 0900-1770,

F. 0570-66 04 05, [email protected], www.gddeventer.com | PRODUCTIECOÖRDINATIE Sene-

felder Misset Doetinchem | BASISONTWERP Fokko-Ontwerp | ABONNEMENTEN: GD Herkauwer

wordt gratis toegezonden aan relaties van de GD. Een jaarabonnement (4 nummers) voor personen

buiten de doelgroep kost € 16,00 (excl. BTW) | ADVERTENTIES PSH Mediasales, T. 026-750 18 00 |

DRUK Senefelder Misset Doetinchem | VERSCHIJNINGSFREQUENTIE 4 keer per jaar |

SUGGESTIES Als u suggesties heeft voor dit blad, dan verzoeken wij u deze door te geven aan

[email protected].

Overname van artikelen is toegestaan uitsluitend na toestemming van de uitgever.

ISSN: 1875a-2594

ADRESWIJZIGINGEN: bel 0900 1770, (10 cent/min.)

Veel vragen over het Schmallenberg-virusOp het moment dat u deze column leest, is de inhoud ervan wellicht alweer achterhaald. Er gebeurt namelijk nogal wat in onze sector de laatste tijd. Ik doel dan natuurlijk op het Schmallenbergvirus. Dit nieuwe virus, dat eerst bij lammeren en later ook bij kalveren werd gevonden, zorgt voor veel ophef. Niet alleen omdat de geboorte van misvormde en niet levensvatbare lam-meren en kalveren heel schrijnend is, maar ook omdat er vragen oprijzen zoals: waar komt dit virus vandaan? Hoe verspreidt het zich? Wat kan ik nog meer verwach-ten? Gaat dit gevolgen hebben voor de export?

Helaas hebben we op veel vragen nog geen antwoord en dat levert natuurlijk ongerustheid op. Wel probe-ren we zo snel mogelijk zo veel mogelijk informatie te verzamelen. Dat doen we als GD bijvoorbeeld door het ontwikkelen van testen. We hebben inmiddels een PCR-test voor het Schmallenbergvirus beschikbaar voor bloed en sperma en we werken nog aan een test voor het opsporen van afweerstoffen. Daarnaast zijn we gestart met een epidemiologisch onderzoek. Daarmee hopen we antwoord te krijgen op vragen zoals: hoe is het virus hier gekomen en hoe heeft het zich ver-spreid? Is er een oorzaak te vinden voor het opduiken van dit nieuwe virus?

Toch zullen er voorlopig nog wel een aantal vragen onbeantwoord blijven. We proberen u de komende tijd zo goed mogelijk op de hoogte te blijven houden via www.gddeventer.com, onze e-mailnieuwsbrieven en onze bladen.

IR. LIEUWE ROOSENSCHOONSECTORMANAGER HERKAUWERS

|VO

ORW

OO

RD

Schmallenbergvirus Peildatum 30-01-2012

Bron: Dienst Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

virus aangetoond bij schapen

virus aangetoond bij geiten

virus aangetoond bij runderen07

10

14

16

6 maanden werkzaam!

UNO Grow

Waarom UNO Grow??1x benut worden

UNO Grow voor Jongvee is verkrijgbaar bij uw Dierenarts en de betere Agrarische handel! Of kijk en bestel op www.boerenwinkel.nl

Met een hoog aandeel

Selenium!

Incl.essentiële

Vit. B

02_GDHE67.indd 3 2-2-12 10:27

Page 4: GD Herkauwer februari 2012

NIEUWS & TIpS | tekst: Redactie

4

NIEUW BO-mElk: EENvOUdIg EN mEEr INfOrmaTIE

de Gd gaat in de eerste maanden van 2012 aan de slag om Bovine Virus diarree (BVd) eens stevig aan te pakken. Het zal voor u geen nieuws zijn dat het lastig te vinden BVd-virus flinke schade op uw bedrijf kan veroorzaken. BVd tast de weerstand van runderen aan die de infectie doormaken. Hierdoor worden die dieren gevoeliger voor andere infecties en herstellen slechter. ter preventie en aanpak van problemen met uierontstekingen, kreupelheden of andere infectieziekten zoals Salmonella is het verstandig te weten of er ook BVd aanwe-zig is. Zo ja, dan heeft een gezamenlijke aanpak een grotere kans op succes.

Landen om ons heeneen inventarisatie in de landen om ons

Per 1 januari 2012 is het bacteriologisch onderzoek (BO) in melk voor mastitismon-sters van individuele koeien vernieuwd. er is nu één type onderzoek voor alle individuele melkmonsters. door een nieuwe onderzoeks-methode op basis van lasertechnieken kan de Gd u nog meer informatie uit melk geven tegen vergelijkbare kosten. Het BO celgetal

en BO Klinisch zijn hiermee vervallen. de nieuwe methode is in staat om bacte- riën verder te typeren, zodat u nog gerich-ter kunt behandelen. Ook het uitvoeren van een gevoeligheidstest, waarmee bepaald wordt voor welke antibioticum de mastitis-verwekker gevoelig is, wijzigt. Op het aangepaste inzendformulier geeft u aan of

en welke gevoeligheidstest er uitgevoerd moet worden. U weet dan ook vooraf wat u betaalt. BO Melk kost 11,- euro voor deelnemers aan Gd PlusZorg (12,- euro voor niet-deelnemers). de kosten per gevoelig-heidsbepaling zijn respectievelijk 17,35 euro en 18,75 euro (tarief 2012, excl. BtW).

vEEg Bvd vaN dE kaarT!heen heeft geleerd dat buiten Nederland veel aan de bestrijding van BVd wordt gedaan. Zo is heel Scandinavië al enkele jaren BVd-vrij, wordt in enkele duitse deel-staten een verplicht programma uitgevoerd en is in de overige duitse deelstaten een verplicht programma in voorbereiding. Zwitserland en Oostenrijk zijn hard op weg om met behulp van onderzoek via oorbiop-ten BVd-vrij te worden. in België is er zelfs een koninklijk besluit van kracht om BVd-vrij te worden.

tijd voor actiein Nederland is een aanzienlijk deel van de veehouders al actief in het voorkomen of bestrijden van BVd, maar er zijn ook veehouders die nog niet inzichtelijk heb-

SchmallENBErgvIrUSOp pagina 10 en 11 kunt u meer lezen over het Schmallenbergvirus bij kalveren en lammeren in Nederland. daarnaast houden we u op www.gddeventer.com/schmallen-bergvirus op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

OffIcIëlE mEdEdElINgMet ingang van 15 februari 2012 wor-den de reglementen voor de iBR-, Lep-tospirose- en Salmonellaprogramma’s van de Gd aangepast voor wat betreft het aanvoeren van dieren. Vanaf dat moment mogen aangevoerde runderen van een bedrijf met een lagere status direct na aanvoer worden onderzocht. Op dit moment is de onderzoeksperiode 4-8 weken na aanvoer. Kijk voor meer informatie hierover op pagina 21. Vra-gen over deze aanpassingen kunt u ook stellen aan de Gd via tel. 0900-1770.

04_GDHE67.indd 4 2-2-12 10:29

Page 5: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 5

tekst: ReDactie | NIEUWS & TIpS

AlgEmENE voorWAArdEN AANgEpASTPer 1 maart 2012 worden de algemene voorwaarden van de GD aangepast. in de bijlage vindt u de nieuwe algemene voorwaarden.

oNdErzoEk bloEdErkAlvErEN

Vanaf 2008 heeft de GD onderzoek gedaan naar de risicofactoren van bloederkalveren. in 2011 is gestart met een internationaal onderzoek naar de risicofactoren voor het ontstaan van bloederkalveren. Hier hebben ruim 100 bedrijven met bloederkalveren en ruim 200 bedrij-ven zonder bloederkalveren samen met hun dierenarts aan meegewerkt. al deze veehouders en hun dierenart-sen willen we hartelijk danken voor alle medewerking en inzet! als het project is afgerond krijgen de deel-nemende veehouders en dierenartsen een verslag van de belangrijkste bevindingen.

Het verzamelen van gegevens van bloederkalveren voor het internatio- nale project is gestopt op 31 decem-ber 2011. De gegevens van alle bedrijven zullen de komende maan-den anoniem geanalyseerd worden. Voor het internationale project is het zodoende niet meer mogelijk om bloederkalveren in te sturen.

Pfizer animal Health wil veehouders met bloederkalveren echter nog steeds de mogelijkheid geven om de diagnose “bloederkalveren” te bevestigen. als u een vermoedelijk bloederkalf heeft, kunt u deze, via uw dierenarts, aanmelden voor bloed-onderzoek (bloedplaatjes en witte bloedcellen) of pathologisch onder-zoek. De kosten van bloedonderzoek of pathologisch onderzoek (incl. ophalen / afvoer) worden door Pfizer animal Health betaald. Dierenartskos-ten kunnen niet gedeclareerd worden.

TArIEvEN 2012Per 2012 zijn de tarieven van de producten en diensten van de GD aangepast. Voor de actuele tarieven kunt u bellen met tel. 0900-1770.

AANgEpASTE UITSlAgEN EN fAcTUrErINgOm u in de toekomst beter te kunnen helpen is de GD per 1 januari 2012 over-gegaan op een nieuw systeem voor het aansturen van laboratoriumonderzoeken en facturering. De invoering van dit nieuwe systeem verloopt in fases, te beginnen met de afdeling Klinische chemie. in 2012 en 2013 zullen andere afdelingen van het laboratorium volgen. U zult de veranderin-gen mogelijk merken doordat een aantal weinig aangevraagde bepalingen en pak-ketten voor klinische chemie zijn vervallen. Verder ontvangt u per 1 januari 2012 voor klinisch-chemische onderzoeken uitslagen en facturen uit het nieuwe systeem. De overige uitslagen en facturen komen nog uit het oude systeem. totdat alle labora-toriumafdelingen zijn overgegaan op het

ben hoe het met de BVD-status op hun bedrijf is gesteld. Daarom biedt de GD tijdelijk de éénmalige tankmelkbepaling aan, zodat u voor slechts € 17,50 snel en eenvoudig een eerste stap kan maken om de situatie op uw bedrijf in kaart te brengen. Deze actie is geldig tot 1 maart 2012. De eerste maanden van het jaar vormen de perfecte periode om BVD op uw bedrijf onder de loep te nemen. Het vee staat immers nog op stal en bloed-tappen is dus relatief eenvoudig.

nieuwe systeem, ontvangt u dus twee soor-ten uitslagen en facturen. Wij realiseren ons dat deze verandering voor u tijdelijk ongemak betekent. Op den duur zullen alle uitslagen en facturen echter uit het nieuwe systeem komen en ontvangt u weer één type uitslag of factuur.als gevolg van deze veranderingen zijn ook de inzendformulieren aangepast. U vindt de nieuwe formulieren op www.gddeventer.com.

04_GDHE67.indd 5 2-2-12 14:04

Page 6: GD Herkauwer februari 2012

A SANOFI COMPANY

OPTIMAAL DIERWELZIJN10%

15906_Ketofen adv NL 216x293 Rund.indd 1 12-01-12 15:5406_GDHE67.indd 6 2-2-12 10:33

Page 7: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 7

Sinds begin 2011 is het bij GD mogelijk om via

speciale oormerken BVD-virusonderzoek te laten

doen. Met deze oormerken en een speciale tang

is het heel eenvoudig om een stukje weefsel uit

het oor (een oorbiopt) te ponsen en om met dit

weefsel vast de stellen of een kalf BVD-virusdra-

ger is. Bloedonderzoek kan na één maand worden

uitgevoerd, met oorbiopten kan dat al direct na

de geboorte. Daarnaast is er het gemak van mon-

stername. De kalveren moeten immers sowieso

worden geoormerkt. Extra vangen van het kalf na

enige tijd is niet meer nodig.

tekst: Ir. BErt DE roo | BVD

ervaringen eerste jaar BVD-virusonderzoek via oorbiopten

Wist u dat:• De GD nu al bijna 2.500 kalveren via de oorbiopten op

het BVD-virus heeft onderzocht? • bij ongeveer 2,6% van de onderzochte kalveren daad-

werkelijk het BVD-virus is aangetoond? • de uitslagen van het BVD-virusonderzoek via oorbiopten

ook meetellen bij de BVD certificeringsprogramma’s? • zowel melkveehouders als zoogkoeienhouders deze

methodiek van BVD-onderzoek al hebben ontdekt? • De GD zowel het verpakkingsmateriaal als het verzend-

materiaal voor oorbiopten via de oormerkenleverancier kostenloos laat meeleveren bij een bestelling van de speciale oormerken?

A SANOFI COMPANY

OPTIMAAL DIERWELZIJN10%

15906_Ketofen adv NL 216x293 Rund.indd 1 12-01-12 15:54

• minder dan 1% van de ingezonden oorbiopten geen of te weinig materiaal bevat voor onderzoek? Dit betekent dat monstername door veehouders geen belemmering hoeft te zijn.

• het BVD-virusonderzoek via oorbiopten een goede manier voor vroegdiagnostiek is en ook een goed alternatief is voor het verstrekken van het precolostraal bloedtappen (tappen voor het verstrekken van de eerste biest) bij pas geboren kalveren, omdat er geen remming plaatsvindt door afweerstoffen uit de biest?

• dat de jongste BVD-virusdrager via onderzoek met oor-biopten op de dag van de uitslag nog maar 4 dagen oud was?

• u de oorbiopten ongeveer twee weken kunt opsparen voor het insturen?

• dat u dan gemiddeld bijna twee maanden eerder een uitslag hebt dan wanneer u kiest voor maandelijks bloedonderzoek?

• het een handige methode is om de BVD-virusdragers op te sporen voordat u eventueel uw jongvee gaat uitbeste-den voor opfok elders?

• u als jongveeopfokker dus kunt voorkomen dat u BVD-virusdragers op uw bedrijf binnenhaalt door naar de BVD-virusuitslag te vragen voor aankomst van het jongvee?

Oorbiopten kunnen al direct na de geboorte

worden uitgevoerd

06_GDHE67.indd 7 2-2-12 14:05

Page 8: GD Herkauwer februari 2012

KLANTGERICHT BOUWEN

DYNAMISCH BOUWENNAAR EIGEN ONTWERP

KLANTGERICHTPROFESSIONELE ORGANISATIEEIGEN PRODUCTIEKORTE BOUWTIJDOPTIMALE PRIJS - KWALITEITSVERHOUDINGKLANTTEVREDENHEID

Bel een van onderstaande nummers voor een vrijblijvend gesprek!

De Altez Group is gespecialiseerd in het bouwen van bedrijfsgebouwen in de breedste zin.

Zo realiseren wij:• Varkens- en pluimveestallen• Rundvee- en kalverstallen• Bewaarplaatsen en opslagloodsen• Maneges• Industriële bedrijfshuisvesting

BOUWPLANNENEN OP ZOEK NAAR EEN OPLOSSING?

ALTEZ - NOORDVROOMSHOOP0031 (0)546 - 570 285WWW.ALTEZ-NOORD.NL

ALTEZ - OOSTMEEUWEN0032 (0)11 79 02 00WWW.ALTEZ.BE

ALTEZ - WESTTIELT0032 (0)51 25 99 99WWW.ALTEZ.BE

Hessel Agema in Kollumerpomp, 96 melkkoeien met 12.018 kg rollend jaargemiddelde

“Tot 0,5 liter méér melk per koe!”

“Dat is hét bewijs dat u met LG 30.211 en LG 30.218, twee unieke snijmaïsrassen met het LG Animal Nutrition-keurmerk, gegarandeerd méér melk produceert! Voor het tweede achtereenvolgende jaar hebben onafhankelijke wetenschappers van het toonaangevende Schothorst Feed Research deze meer opbrengst overduidelijk in diervoeder-proeven aangetoond. Ten opzichte van het landelijke controleras gaven melkkoeien in midlactatie bij een gelijke drogestof opname van LG 30.211 en LG 30.218 tot gemiddeld 0,5 liter méér meet melk per dag! De winst zit hem in de veel betere benutting van LG Animal Nutrition-maïs; naast de zetmeelrijke kolven levert óók de hoge celwandverteerbaar-heid van de restplant extra VEM’s op voor de melk productie. Kies net als Hessel Agema ook voor de kwaliteiten van LG 30.211 of LG 30.218 en verzeker uzelf van een topmelkproductie!”

Leo Gerritsen, maïsadviseur Limagrain Nederland

www.lganimalnutrition.nl

Uw maïskuil is geld waard!Speel met uw kuilanalyse mee voor gratis maïszaad van LG 30.211 of LG 30.218 en ontvang onze unieke 0,5 liter speakerset!* Schrijf u in op www.lganimalnutrition.nl en maak elke week extra kans op gratis voederwaardeonderzoek.* zolang de voorraad strekt

Speel met uw kuilanalyse mee voor gratis maïszaad van LG 30.211 of LG 30.218 en ontvang onze unieke 0,5 liter speakerset!*

en maak elke week extra kans op gratis Nr.1 met

50.000 (!) ha in 2011

zeer vroeg met hoogste

VEM-opbrengst

LG 30.218 en verzeker uzelf van een topmelkproductie!”

Leo Gerritsen, maïsadviseur Limagrain Nederland

LIMA1116 184x130 A fc Herkauwer.indd 1 11-01-12 15:08

ADVERTEREN IN DIT MAGAZINE?

Neem contact op met:

Marco JansenT 026-750 18 45E [email protected] www.pshmediasales.nl

08_GDHE67.indd 8 2-2-12 10:35

Page 9: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 9

? Vraag Waarom zou ik nog mestonderzoek doen voor paratbc, als er al afweerstoffen zijn aangetoond in melk of bloed?

Antwoord rundveedierenarts Hilmar van Weering: “Als er twijfel bestaat over de besmette status van een rund, waarbij in bloed of melk afweerstoffen tegen paratbc zijn aangetoond. Of als u wilt weten of het nodig is om het betreffende rund op korte termijn af te voeren. Wordt bij een rund met afweerstoffen tegen paratbc de paratbc-bacterie in de mest aangetoond dan weet u niet alleen zeker dat het rund besmet is maar ook uitscheider en dus besmet-telijk voor zijn omgeving. Langer aanhouden draagt dan bij aan een hogere besmettingsdruk.”

? Vraag Ik heb meerdere melkkoeien met een zogenaamde “rotte” teen of ”kankerpoot” en dat gaat met bekappen en gebruik van een klosje (al meerdere keren) niet over. Wat kan ik nog (behalve ruimen), want deze koe komt verder wel uit een goede koe familie, alleen zij is permanent kreupel?

Antwoord rundveedierenarts Menno Holzhauer: “Het probleem dat u schetst, is bekend en is het beste te vergelijken met “� jt” aan de vingers. Alleen een simpele operatie door uw dierenarts (amputatie van de punt van deze klauw) kan dit dier “genezen”. U kunt dan nog jaren plezier hebben van het dier. Dit is een relatief eenvoudige ingreep en de kreupelheid is na 2-4 weken volledig over, er vormt zich namelijk een nieuwe klauw.”

In de rubriek ‘Vraag & Antwoord’ beantwoorden onze

dierenartsen vragen vanuit de praktijk die ons op één of

andere manier bereiken.

VRAAG & ANTWOORD

Ook een vraag?

Laat het ons weten en mail uw vraag naar [email protected] onder vermelding van Vraag & Antwoord GD Herkauwer.

? Vraag Ik heb veel last van Mortellaro en wil geen gebruik meer maken van formaline achter de melkstal. Wat zijn dan de beste alternatieven?

Antwoord rundveedierenarts Menno Holzhauer:“Bij de preventie van infectieuze klauwaandoeningen is het gebruik van voetbaden op veel bedrijven een onderdeel van het bedrijfsmanagement, naast schone roosters, geen aankoop, regelmatig koppelbekappen etc. De GD heeft onderzoek gedaan naar alternatieven (o.a. Digiderm van Agrinnovations) voor formaline en deze voldeden met name met het oog op de preventie beter dan bij gebruik, volgens het huidige standaardvoor-schrift van de GD, voor formaline. Dit betekent dat de moderne desinfecterende middelen bij een toepassing van 2-3 dagen in de week meer Mortellaro voorkwámen dan de toepassing van formaline 1 keer per 14 dagen.”

08_GDHE67.indd 9 2-2-12 10:35

Page 10: GD Herkauwer februari 2012

SchmallenbergviruS | TeksT: Drs. LinDa van Wuijkhuise

Schmallenbergvirus inNederland

afwijkingen gemeld en vanaf 14 dagen later de eerste kalveren. het Cvi heeft in de her-senen van een deel van deze lammeren het schmallenbergvirus aangetoond. Op 23-01-2012 werd ook bij twee misvormde kalveren het virus aangetoond. De meest actuele stand van zaken vindt u op www.gddeventer.com/schmallenbergvirus.

MeldingsplichtOm het aantal afwijkend geboren jonge dieren beter in beeld te krijgen, heeft het ministerie van economische zaken, Land-bouw & innovatie (eL&i) vanaf 20-12-2011 een meldingsplicht ingesteld voor kalveren en lammeren met aangeboren afwijkingen.

Dierenartsen van de GD hebben in die peri-ode een aantal bedrijven bezocht en mest-, bloed- en tankmelkmonsters verzameld. De GD kon in de mestmonsters geen parasieten of ziekteverwekkende bacteriën vinden. in samenwerking met de GD heeft het Cvi naar virussen gezocht in de mestmonsters en ook deze niet kunnen vinden. Onderzoek op afweerstoffen tegen corona-virus (“winter-diarree”) in de gepaarde bloedmonsters in engeland op het laboratorium van ahvLa leverde geen diagnose op. na de publicatie in Duitsland over de vondst van het schmal- lenbergvirus op 15 november 2011 bij Duitse zieke koeien met melkproductie daling en koorts, heeft het Cvi op verzoek

van de GD in de gepaarde sera naar dit virus gezocht en het in 18 van de 50 monsters aangetoond.

Nieuwvirushet schmallenbergvirus is een nieuw virus en dus is nog niet precies bekend welke ziektebeelden het zal veroorzaken. De “familie” waaruit dit virus afkomstig is, veroorzaakt zelden klinische ziektebeelden bij oudere dieren. er kunnen echter ernstige aangeboren afwijkingen voorkomen bij de kalveren en lammeren die geboren worden uit een moeder die tijdens de dracht de infectie heeft doorgemaakt. Begin december werden de eerste lammeren met aangeboren

10

Tussen half augustus en eind september 2011 waren er in nederland veel veehouders die

bij de melkkoeien een periode hadden met melkproductiedaling, diarree en soms koorts.

De koeien herstelden spontaan na 3 tot 10 dagen.

10_GDHE67.indd 10 2-2-12 10:39

Page 11: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 11

Op de website van de GD houden we voor u de actuele ontwikkelingen over het Schmallenbergvirus bij. Ga naar www.gddeventer.com/schmallenbergvirus voor het laatste nieuws.

Schmallenbergvirus inNederland

PercentagebesmetteherkauwersonbekendOnbekend is nog welke percentage van de herkauwers in Nederland een infectie met Schmallenbergvirus heeft doorgemaakt. Op een willekeurig moment is op een bedrijf rond de 60% van de runderen drachtig. Bij een deel van deze dieren zal de vrucht besmet zijn geraakt. Afhankelijk van het stadium in de dracht waarin de besmetting heeft plaatsgevonden, kunnen vermoede-lijk de volgende afwijkingen bij het kalf optreden:

• (gedeeltelijk) ontbreken van de hersenen (“domme” kalveren)

• Kromme poten en/of afwijkingen aan de wervelkolom

• Afwijkingen aan de schedel (waterhoofd en/of te korte onderkaak)

• Hersenontsteking (uitvalsverschijnselen)

• De kalveren worden meestal rond de nor-male kalfdatum geboren. Een deel van de dieren leeft, maar is niet levensvatbaar.

Afhankelijk van het aantal maanden dat de infectie door Nederland is heengegaan, kun-nen gedurende 6 tot 12 maanden afwijkende kalveren worden geboren. Voor de getrof-fen veehouders heeft deze nieuwe infectie daarmee hele vervelende gevolgen. Samen met andere door het Schmallenbergvirus getroffen landen en het CVI doet de GD on-derzoek naar de door het virus veroorzaakte ziektebeelden en de effecten.

Schmallenbergvirus Peildatum 30-01-2012

Bron: Dienst Regelingen, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

virus aangetoond bij schapen

virus aangetoond bij geiten

virus aangetoond bij runderen

10_GDHE67.indd 11 2-2-12 10:39

Page 12: GD Herkauwer februari 2012

RepoRtage | tekst: HARRIE HOITINK

12

Dierenarts Bert Gerrits loopt samen met vlees-veehouder Berrie Klein Swormink het dierge-zondheidsplan door. “Het gros van de vleesveehouders ziet de noodzaak van een lager medicijngebruik in.”

Vleesveehouder en dierenarts omarmen bedrijfsgezondheids- en bedrijfsbehandelplan

“Deze kans moeten we pakken”

12_GDHE67.indd 12 2-2-12 10:46

Page 13: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 13

In de strijd tegen antibioticumresistentie zet de veehouderij het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehan-

delplan in. Zoogkoeienhouder Berrie Klein Swormink en dierenarts Bert Gerrits gaan er voortvarend mee aan de

slag. “Want als wij het resistentieprobleem niet zelf oplossen, zal de overheid het voor ons doen. En dat moeten

we niet willen.”

Steeds vaker blijken bacteriën bij men-sen en dieren resistent tegen antibiotica. Vleesveehouder Berrie Klein Swormink en zijn dierenarts Bert Gerrits van Dierenkli-niek Deventer trekken een zuur gezicht. ”Het onjuiste en overmatige gebruik van antibiotica bij dieren gaat onderhand zijn tol eisen”, concludeert Bert. Berrie knikt. “Gelukkig ziet het bedrijfsleven dat ook en neemt maatregelen. Veehouders – ook vleesveehouders – moeten vanaf 1 januari van dit jaar samen met de dierenarts een bedrijfsgezondheidsplan en een bedrijfs-behandelplan opstellen en ook opvolgen. Maken we er met zijn allen een potje van en daalt het antibioticumgebruik niet, dan ben ik bang dat de overheid niet zal schromen om in te grijpen.”

Aan de slag!Berrie Klein Swormink heeft in Lettele een zoogkoeienbedrijf met 130 dieren. Ber-rie werkt zonder mopperen mee aan een verlaging van het medicijngebruik via het gezondheids- en behandelplan. “Omdat we een verplichting hebben richting de consument, maar ook omdat een verlaging van het medicijngebruik mogelijk is en rendement oplevert.” Berrie weet waarover hij praat. Enkele jaren geleden nam hij deel aan een studieclub die het behandelplan testte. “De winst van zo’n plan is dat je inzicht krijgt in de diergezondheid en het medicijngebruik. Dat zorgt voor bewustwor-ding. Vervolgens ga je met de dierenarts kijken hoe zaken beter kunnen.”Het werken met een bedrijfsbehandelplan legde Berrie geen windeieren. “We hadden bij de kalveren problemen met diarree. Om ze het hoofd te bieden, zette ik verschil-lende middelen in. Maar niets hielp écht. Met het bedrijfsbehandelplan en met steun van de dierenarts heb ik het diarreepro-bleem heel anders aangevlogen. We hebben

eerst de oorzaak achterhaald en vervolgens gericht medicijnen ingezet en preventieve maatregelen genomen. Het resultaat? De diarreeproblemen verdwenen en de medi-cijnkosten daalden fors. De extra kosten had ik snel terugverdiend.”

Brief PVVNet als alle vleesveehouders heeft Berrie van het Productschap voor Vee en Vlees (PVV) een schrijven gehad dat hij aan de slag moet met het bedrijfsgezondheidsplan en het bedrijfsbehandelplan. Hij gaat de plannen samen met dierenarts Bert Gerrits – die hiervoor is geborgd – uitvoeren. Het invullen van het plan kan op papier gedaan worden, maar ook in VeeOnline. “De GD heeft deze applicatie hiervoor aangepast”, vertelt de dierenarts. “Gelijk in VeeOnline werken is handig, omdat daar alle gegevens met betrekking tot het zoogkoeienbedrijf van Berrie al staan.” Het eerste plan dat door moet worden doorgespit, is het bedrijfsgezondheidsplan. Dit doen boer en dierenarts samen. Bert Gerrits: “We voeren eerst de benodigde gegevens in: management-zaken maar ook het medi-cijngebruik en het aantal ziektegevallen. Vervolgens maken we samen een rond-gang over het bedrijf en bespreken aan het voerhek waar winst is te boeken qua diergezondheid en inzet van medicijnen.” Volgende stap is het opstellen van het bedrijfsbehandelplan door de dierenarts. Bert vertelt dat het essentieel is, dat eerst de oorzaak van het gezondheidsprobleem wordt achterhaald en dat daarna heel gericht wordt behandeld. Daarnaast worden preventieve maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. “De inzet van derde of vierde keus middelen

– de probleemmiddelen ten aanzien van resistentie – moet zoveel mogelijk worden beperkt. We moeten pas voor deze middelen kiezen, als de bacterie is gekweekt en on-gevoelig blijkt te zijn voor eerste en tweede keus middelen.”

Puntjes op de iBerrie liet enkele jaren geleden al een behandelplan op zijn bedrijf los. Is er door hem en dierenarts Bert Gerrits nu nog winst te boeken? De vleesveehouder denkt van wel. “Al zullen het vooral puntjes op de i zijn. Neem het afkalven van onze zoog-koeien. Dat gebeurt in een kort tijdsbestek in een grote strostal. De besmettingsdruk loopt in die periode flink op. Aanpassingen in de huisvesting en een aangepast afkalf-patroon moeten de problemen tackelen.” Berrie is één van de weinige vleesveehou-ders die al vertrouwd is met het gezond-heids- en behandelplan. Volgens dierenarts Bert Gerrits leven er onder veel vleesvee-houders vooral vragen. “Wanneer ik bij

een vleesveehouder kom, weet deze er niet zo goed raad mee. Ook plaatst hij vraagtekens bij het nut. Reden is natuurlijk dat het medicijngebruik in deze sector niet hoog is. Vleesveehouders vragen ook of deelname verplicht is.” Behalve uitleg over

praktische zaken vertelt de dierenarts ook wat de winst is van het werken met een ge-zondheids- en een behandelplan: beter in-zicht in diergezondheid en medicijngebruik, kostenbesparing en het voorkomen dat de overheid de sector regels gaat opleggen. “Vleesveehouders weten maar al te goed dat de maatschappij steeds meer meekijkt. Die wetenschap prikkelt ze om het nog beter te doen en een afspraak met mij te maken.”

De besmettings-druk loopt in de korte

afkalverperiode flink op”

Vleesveehouder en dierenarts omarmen bedrijfsgezondheids- en bedrijfsbehandelplan

“Deze kans moeten we pakken”

12_GDHE67.indd 13 2-2-12 10:47

Page 14: GD Herkauwer februari 2012

14

Mevrouw Eisenberg, wat heeft u precies onderzocht?“Ik heb onderzocht in hoeverre stof een rol in de verspreiding van paratbc op melk-veebedrijven speelt. In eerste instantie heb ik onderzocht of levende MAP-kiemen (Mycobacterium avium subsp. paratubercu-losis, de bacterie die paratbc veroorzaakt, red.) in stof aan te tonen zijn, zowel onder een extreme, experimentele situatie als op commerciële melkveebedrijven met een ‘normale’ hoeveelheid MAP. Daarna heb ik in een langlopende studie gekeken of

er een relatie bestaat tussen de hoeveel-heid bacteriën in de lucht en het aantal positieve dieren op melkveebedrijven, aan-getoond met een ELISA op melkmonsters. Verder heb ik een in-fectiestudie uitgevoerd om te onderzoeken of kalveren een paratbc-infectie kunnen oplo-pen door het inademen van besmet stof via de neus.”

Wat was de belangrijkste uitkomst?“De aanwezigheid van levende MAP-kiemen

in stof en daarnaast het aantonen dat op-name van de kiem via de luchtwegen leidt tot een infectie. Dit maakt het namelijk heel aannemelijk dat stof een rol speelt bij de verspreiding van paratbc.”

Vorig jaar december promoveerde Susanne Eisenberg, dierenarts aan de faculteit Diergeneeskunde

van de Universiteit Utrecht, op haar proefschrift ‘Within-farm dispersion of Mycobacterium avium

subspecies paratuberculosis by bioaerosols’. Belangrijkste conclusie: de bacterie die paratuberculose

bij runderen veroorzaakt, verspreidt zich via stof. Een interview met Susanne Eisenberg.

Dierenarts Susanne Eisenberg: “Stof speelt moge lijk rol bij verspreiding paratbc”

”Schoonmaken en desinfecteren

helpt om besmet stof terug

te dringen”

INTERVIEW | TEKST: DRS. MARGRIET BRUS

14_GDHE67.indd 14 2-2-12 10:48

Page 15: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 15

Maarten Weber, specialist runder-gezondheid bij de GD:

“Streven naar beheersing van paratbc” Hoe helpen de resultaten van het onderzoek van Susanne Eisenberg bij de bestrijding van paratuberculose in Nederland?Maarten Weber: “Het Paratuberculose Programma Nederland is gericht op de beheersing van paratuberculose. Hele-maal vrij worden van de infectie is erg lastig en kostbaar. Beheersing blijkt in de praktijk wèl haalbaar.”

Waarom zijn de resultaten van het on-derzoek van Eisenberg zo belangrijk?“De resultaten van het onderzoek van Susanne Eisenberg helpen ons om beter te begrijpen waarom helemaal paratu-berculose-vrij worden zo lastig is”, zegt Weber. “De resultaten ondersteunen de keuze om te streven naar beheersing. De nieuwe inzichten geven geen aanlei-ding voor veranderingen in de indeling van bedrijven in status A, B en C. Wel geeft het onderzoek meer inzicht in het belang van preventieve maatregelen die we veehouders adviseren.”

En wat houden die preventieve maatregelen in?Weber: “De meeste besmette runderen zijn al als jong kalf besmet geraakt. Als besmette runderen ouder worden gaan ze paratuberculosebacteriën uitscheiden in hun mest. Het is daarom belangrijk ervoor te zorgen dat kalveren niet in contact komen met deze bacteriën uit de mest van uitscheiders. Eisenberg heeft nu laten zien dat die bacteriën ook in stof gevonden worden. Gelukkig alleen in stof in stallen waar volwassen vee staat. Bij jongvee in een aparte stal, onder een ander dak dan het volwassen vee, werd de bacterie niet in stof ge-vonden. Dat ondersteunt ons advies om jongvee altijd in een aparte jongveestal te huisvesten.”

Dierenarts Susanne Eisenberg: “Stof speelt moge lijk rol bij verspreiding paratbc”

Had u dit resultaat verwacht?“Ik had wel verwacht dat enkele kalveren besmet zouden raken als ze stof met MAP-kiemen zouden inademen, maar dat we een infectie in alle dieren terug zouden vinden was wel erg verrassend.”

Wat betekent deze conclusie nu voor de dagelijkse praktijk op bedrijven?“Mijn onderzoek onderstreept het advies om jonge kalveren direct na de geboorte uit de melkkoeienstal te halen. Het fysiek scheiden van melkvee en jongvee door ze in een ander deel van de stal, maar wel in hetzelfde gebouw, te huisvesten voorkomt niet dat jonge dieren met de bacterie in aanraking komen. Alleen het huisvesten in

andere gebouwen is een ef� ciënte maat-regel. Daarnaast heb ik ook laten zien dat het schoonmaken en desinfecteren of even leeg laten staan na het reinigen met de hogedrukspuit helpt om besmet stof terug te dringen.”

Gaat u nog verder onderzoek doen naar dit onderwerp? “Op dit moment liggen er nog veel data van de langlopende studie waarbij parallel melk, bloed, mest en stofmonsters verza-meld werden. We gaan de komende tijd hard werken om met behulp van deze data nog meer praktijkrelevante vragen over paratbc te beantwoorden.”

14_GDHE67.indd 15 2-2-12 10:49

Page 16: GD Herkauwer februari 2012

RepoRtage | tekst: drs. Margriet Brus

Geen trammelantChristian scherpenzeel gaat verder: “22% van de vaarzen kalft af met een verhoogd celgetal. Maar wat noemen we een hoog celgetal? Het gemiddelde celgetal in Neder-land is ongeveer 200.000, dus dat nemen we als norm. Natuurlijk speelt de bedrijfssi-tuatie een belangrijke rol bij dit getal. Hoe dan ook, je wilt gewoon geen trammelant op je bedrijf en mastitis betekent tram-melant.”

Praktische tipsHet jongvee is de toekomst van ieder be-drijf en de meeste veehouders besteden er dan ook veel tijd en energie aan. scher-penzeel: “er is veel aandacht voor bijvoor-beeld ontwormen en vaccineren, maar nog te weinig voor mastitis. eén op de vier vaarzen valt uit in de eerste lactatie. dit komt in 20% van de gevallen door mas-titis.” de deelnemers aan de masterclass vragen vooral om praktische adviezen. die probeert scherpenzeel zo veel mogelijk te

geven. “de meeste vaarzenmastitis wordt veroorzaakt door CNs (coagulase-negatieve stafylokokken). Het aantal CNs daalt na het afkalven snel omdat de vaars dan meedraait in het melken en dus gedipt of gesprayd wordt. een praktische tip die hieruit volgt: spray een vaars al vóór het afkalven!” acht deelnemers geven aan dat ze dit al doen, de rest niet. eén melkveehouder noemt het ‘stage lopen’. dierenarts scherpenzeel vervolgt zijn presentatie met de preventie van vaarzenmastitis. de zaal is muisstil.

de gezellige ruimte van de radstake in Varsseveld zit maandagavond 14 november behoorlijk vol voor de

masterclass uiergezondheid. uiergezondheidsdeskundigen Christian scherpenzeel en richard Olde riekerink

van de gd zijn de sprekers. scherpenzeel begint: “Wat wilt u vanavond hier leren?” “Hoe ik vaarzenmastitis

kan voorkomen! Want elke vaars met mastitis is er één te veel.”

Liever geen trammelant door vaarzenmastitis

16

16_GDHE67.indd 16 2-2-12 10:49

Page 17: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 17

In de praktijkDe masterclasses Uiergezondheid zijn inmiddels afgerond, maar er worden nog wel studiegroepen georganiseerd voor GD PlusZorg Extra-deelnemers. In deze studiegroe- pen wordt de theorie uit de masterclasses in praktijk gebracht op een bedrijf, onder leiding van een GD-deskundige. Wilt u meer weten over deze studiegroepen of over GD PlusZorg Extra? Neem dan contact op met Henry Visscher, marktmanager bij de GD, via tel. 0900-1770 of [email protected].

Liever geen trammelant door vaarzenmastitis

Scherpenzeel: “Behandelen is een nood-maatregel, het toverwoord is preventie.”

Hoe lager, hoe beterNa een korte pauze neemt Richard Olde Riekerink, dierenarts en uiergezondheids-deskundige van de GD, het over. Hij begint met een filmpje in de melkstal: “Wat gaat hier goed en wat gaat er slecht?“ De zaal begint op te sommen: “Goed zijn de handschoenen bij het melken, niet goed is dat de spray niet rondom de spenen komt, dat er niet voorgestraald wordt, dat er maar één doekje wordt gebruikt tijdens het melken.” Olde Riekerink: “Een vraag die mij veel gesteld wordt, is: ‘Is een te laag celgetal mogelijk?’ het antwoord is simpel: Nee. Onderzoek laat zien dat een hoog celgetal een groter risico is voor klinische mastitis.”

Vijf punten“Voor het aanpakken van mastitis koe-gebonden mastitis is er een vijf-punten-plan”, vertelt Olde Riekerink. “Eén: het behandelen van zieke dieren. Twee is het 100% droogzetten. Wie heeft trouwens een koe met al meer dan vijf ronden een ver-hoogd celgetal?” Eén veehouder steekt zijn hand op: “Maar deze koe is drachtig.” Olde Riekerink: “Deze dieren zijn wel de bron van nieuwe infecties! Bij twee keer een verhoogd celgetal achter elkaar spreken we van een chronische mastitis. Dan moet je stappen ondernemen, dus dat betekent het afvoeren van chronisch geïnfecteerde die-ren, punt drie. Punt vier is het zorgen voor een goede speendesinfectie en punt vijf: zorg ervoor dat je melkmachine goed werkt en dat je je melktechniek optimaliseert.”

Een veehouder vraagt of het zin heeft om koeien met mastitis als laatste te mel-ken. “Dat is een goede optie”, zegt Olde Riekerink. “Verder helpt het om de stellen goed schoon te spoelen. En natuurlijk een goede dip of spray, Een dip heeft trouwens de voorkeur, want dat geeft een betere dek-king.”

RobotmelkenEven later gaat het in de masterclass over robotmelken. Olde Riekerink: “Bij een robot is de dip of spray vaak het zwakke punt, terwijl dit juist hier extra belangrijk is want je gebruikt één melkstel voor meer-dere koeien. Let er daarom op dat dit goed werkt” Olde Riekerink vraagt vervolgens hoeveel mensen in de zaal voorstralen. Dat zijn er drie. “Goed, want dit is de sterkste prikkel voor de melkafgifte en je contro-leert meteen de melk.”Na de beide presentaties wordt er nog kort ingegaan op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van uiergezondheid, zoals de lo-pende proef selectief niet-droogzetten, het nieuwe Bacteriologisch Onderzoek Melk van de GD, het antibioticagebruik in de sector en de mogelijkheden van vaccineren tegen mastitis. De meeste deelnemers blijven na afloop nog even, want over mastitis valt altijd nog wel wat te bespreken.

16_GDHE67.indd 17 2-2-12 10:50

Page 18: GD Herkauwer februari 2012

Advies is om tijdens de koude wintermaanden de kalveren 10% extra

energie te geven.

• Bevat 30% magere melkpoeder, 22,5% eiwit en 18% vet• Met antistoffen tegen E.Coli, salmonella, clostridium perfringens en rotavirus• Zorgt voor meer weerstand, veilige ontwikkeling en hogere daggroei

www.sprayfo.nl

Sprayfo Excellent voor een optimale start!

Extra jeugdgroei in de melkperiode

bevordert de weerstand bij kalveren

en leidt tot minder uitval en een

hogere melkproductie.

All-Round 19-07-2011 16:50 Pagina 1

Voor levering en montage van:

silo’s & vijzels

voederinstallaties

ventilatiegordijnen

stalinrichtingen

De Hooge Hoek 8 - 3927 GG Renswoude Tel. 0318-572923 - fax 0318-572725

www.nijborgagri.nl - [email protected]

Lactolyte® REG NL 2393. Samenstelling: elektolyten, suikers en mineralen. Indicatie: elektrolytentekort en dehydratie. Doeldier: kalf. Kanalisatie: vrij.Voor meer informatie: Virbac Nederland BV, Postbus 313, 3770 AH Barneveld, Tel 0342-427127, e-mail [email protected]

LACTOLYTE, EERSTE HULP BIJ KALVERDIARREE

Lactolyte orale rehydratietherapie met Lactoserum

Snel herstel van de waterhuishouding én bestrijding van metabole accidose•

Betere energievoorziening waardoor minder gewichtsverlies•

Goede acceptatie en probleemloze overgang naar de melk• Verpakkingen: 8 sachets of een pot van 900 gram

www.virbac.nl

18_GDHE67.indd 18 2-2-12 10:51

Page 19: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 19

GD-Veekijker

“Bij koud weer in de winter hebben kalveren meer ener-gie nodig. Wat zo logisch lijkt, wordt in de praktijk nog weleens vergeten, zo merken we bij de GD Veekijker. Zo kwamen er vorig jaar vragen binnen van een groot melk-veebedrijf waarbij in januari en half februari meer dan de helft van de kalveren in de eerste levensmaand stierf. Na de geboorte werden de kalveren gehuisvest in eenlingboxen of iglo’s en kregen ze meteen 2 liter biest. Na ongeveer een week werden de kalveren in een groepshuisvesting bij een melkdrinkautomaat geplaatst en kregen ze de beschik-king over hooi, kalverkorrel en water uit een drinkbakje. Het leek allemaal keurig in orde en toch was er enorm veel kalversterfte. Bij de GD werden drie kalveren ter sectie aangeboden met als klachten diarree en plotselinge sterfte. Belangrijke verschijnselen waren een sterke vermagering,

dunne inhoud in de pens en weinig inhoud in de dunne darm. Bij onderzoek van de darminhoud werd een geringe hoeveelheid cryp-tosporidiën aangetoond, andere infectieuze oorzaken zijn niet gevonden.

Door een GD Veekijker dierenarts is contact opgenomen met de dierenarts van het betreffende bedrijf. Omdat alle drie de onderzochte kalveren sterk vermagerd waren en er geen duidelijke infectieuze oorzaken waren vastgesteld, werd geadviseerd om extra aandacht aan de voeding te beste-den, onder andere de werking van de kalverdrinkautomaat te controleren. Deze bleek maar de helft van de aanbevolen hoeveelheid melkpoeder af te geven. Een fout met grote gevolgen, vooral door de koude winter. Na herstel van de kalverdrinkautomaat knapten de kalveren snel op en was diarree geen probleem meer. Op zich ging het om een incident, echter in de winter-maanden krijgt de GD vaker kalveren aangeboden die sterk vermagerd zijn, vooral tijdens koude wintermaanden. Naast energie voor groei heeft het kalf ook extra energie nodig om zich warm te houden. Advies is om tijdens de koude wintermaanden de kalveren 10% extra energie te geven.

Dit kan door 1 liter melk per dag extra te geven (dan wel 3x per dag voeren) of door 10% extra melkpoeder per liter melk te geven (melk ‘’indikken’’). Uiteraard is het ook be-langrijk dat het kalf een droog en warm ligbed heeft, niet in de tocht ligt, en altijd water ter beschikking heeft, ook als het vriest. Zorg daarbij voor de juiste aanmaaktempera-tuur van de melk (meestal 45-55 ºC). Verstrek de melk bij een temperatuur van ongeveer 40 ºC en steeds op dezelfde tijdstippen (regelmaat).”

GD Rundveedierenarts Jan Muskens:

Met haar monitoringsactiviteiten waakt GD over de diergezondheid in Nederland. Onder andere via GD

Veekijker, waar vragen van dierenartsen over bijzondere gevallen binnenkomen. Naast de helpdesk-

functie is GD Veekijker hét centrale verzamelpunt voor alles rondom diergezondheid, in het belang

van veehouder en sector. Deze rubriek verhaalt over bijzondere gevallen, speciaal onderzoek en opval-

lende resultaten die het werk van de monitoring oplevert.

| Mo

nito

ringExtra energie

voor kalveren in de winter

Advies is om tijdens de koude wintermaanden de kalveren 10% extra

energie te geven.

18_GDHE67.indd 19 2-2-12 14:07

Page 20: GD Herkauwer februari 2012

Wilt u nog meer informatie over Sinnige Boxcompost, bezoek dan onze website of bel WWW.BOXCOMPOST.NL TEL.: 06-21584212

Boxcompost 24-01-2012 14:44 Pagina 1Puur melkMessago is dé krachtbron voor de melkproductie. Een nieuw, sterk snijmaïsras met uitzonderlijk hoge voederwaarde en zetmeelgehalte in combinatie met de hoogste VEM-opbrengst. Puur melk dus. Kijk voor alle raseigenschappen en ervaringen van collega veehouders op www.mijnmais.nl.

NIEUW OP RASSENLIJST 2012

20_GDHE67.indd 20 2-2-12 10:52

Page 21: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 21

tekst: Ir. Bert De roo | GD-proGramma’s

Als deelnemer aan de diergezondheidsprogramma’s van de GD krijgt u een bericht zodra u runderen

aanvoert van bedrijven met een lagere status dan u zelf heeft. Zo helpen we u bij het voorkomen

van insleep van belangrijke infectieziekten.

Vereenvoudiging diergezondheidsprogramma’s

tot voor kort golden er voor verschillende programma’s verschillende onderzoekstermijnen. Dat hebben we, ook op verzoek van deelnemende veehouders, eenvoudiger gemaakt. Vanaf half februari is de systematiek voor alle programma’s gelijk: de onderzoekstermijn voor bloedonder-zoek van aangevoerde runderen is tussen 0 en 8 weken na aanvoer. Dat betekent een verandering in de programma’s voor IBr, Leptospirose en salmonella (daar was de onder-zoekstermijn 4-8 weken na aanvoer).

Voordelen• U kunt bijvoorbeeld het bloedonderzoek op BVD(-virus)

bij aanvoer van een rund van een bedrijf met een lagere status combineren met onderzoek op afweerstoffen tegen salmonella.

• runderen die al besmet waren op het bedrijf van her-komst (dit is de grootste groep) kunnen eerder gevonden worden. Hierdoor kan het betreffende dier snel afgevoerd worden en is de kans op een uitbraak op uw eigen bedrijf kleiner. een salmonelladrager bijvoorbeeld wilt u zo snel mogelijk van uw bedrijf verwijderen.

• op deze manier is het ook makkelijker om een qua-rantaineperiode op uw bedrijf te hanteren omdat u al onderzoek kunt doen vanaf het moment dat de dieren arriveren.

Let op!De verplichte wachttermijn van 28 dagen (0 tot 4 weken) die tot nu toe gold, had wel een duidelijke reden. Als u de runderen vroeg laat onderzoeken, kan het zijn dat u besmette dieren mist: namelijk de dieren die kort voor of tijdens transport zijn besmet. een besmetting met IBr, Leptospirose en salmonella laat pas na ongeveer 3 weken afweerstoffen zien. Leptospirose komt in Nederland nog heel weinig voor, zodat de kans zeer klein is dat u een rund aanvoert dat net rondom het transport besmet is geraakt. Bij IBr en salmonella is de kans op een uitbraak afhanke-lijk van het aantal runderen dat u aanvoert van een bedrijf met een lagere gezondheidsstatus. Deze eventuele uitbraak wordt in geval van IBr, leptospirose en salmonella in een later stadium opgemerkt via het tankmelkonderzoek. Het ri-sico op het missen van recente infecties (bijvoorbeeld door deelname aan een veekeuring) kunt u oplossen door het onderzoek tussen 4-8 weken na aanvoer te blijven doen.

ConclusieU kúnt nu dus in alle gevallen bloedonderzoek doen tussen 0 en 8 weken na aanvoer. In sommige gevallen is vroeg onderzoek zinvol en handig, in andere –hierboven beschre-ven– gevallen is een wachttermijn beter. overleg over uw specifieke situatie met uw dierenarts.

20_GDHE67.indd 21 2-2-12 10:53

Page 22: GD Herkauwer februari 2012

Waarom Calcium Bolus Extra:Vanwege het feit dat meerdere melkkoeien neigen melkziekte te krijgen.Melkziekte wordt veroorzaakt door een acuut tekort aan calcium in het bloed dat kort vóór of na het afkalven optreedt.

Voordelen Calcium Bolus Extra:* Gemakkelijk en snel toe te dienen.* Breedspectrum (snel en geleidelijk afgevend) calciumsupplement.* Snelle opname in pensvloeistof.* Geen irritatie van slokdarm en voormagen.* Geen risico op verslikken en/of longbeschadiging.* Wordt niet uitgespuugd.

O

nze aanrader!

O

nze aanrader!

Calcium Bolus ExtraCalcium in bolusvorm ter voorkoming van

melkziekte rondom het afkalven!

Calcium Bolus Extra is verkrijgbaar bij de agrarische winkel, dierenarts of bestel op www.boerenwinkel.nl

De enige Calcium Bolus met een lichaamseigen calcium, welke binnen 5 minuten na het ingeven voor uw melkvee beschikbaar is!

Movie Vector Set1by DragonArt

Hoe je bolus moet ingeven ziet Hoe je bolus moet ingeven ziet u op www.boerenwinkel.nlu op www.boerenwinkel.nl

22_GDHE67.indd 22 2-2-12 10:54

Page 23: GD Herkauwer februari 2012

GD Herkauwer | Februari 2012 | 23

TEKST: DR. JOBKE VAN HOUT | SERIE

Antibiotica kunnen een bacterie doden (bactericide) of remmen in zijn groei (bacteriostatisch) op drie verschillende manieren:

1. Door het kapot maken van de buitenkant van de bacterie;

2. Door het verstoren van de aanmaak van eiwitten in de bacterie;

3. Door het verstoren van het erfelijk materiaal (DNA) van de bacterie.

In het vorige nummer gingen we dieper in op punt 1, deze keer kijken we naar punt 2 en 3.

Verstoring van eiwitaanmaak in de bacterieOm te overleven en om zich te vermenigvuldigen moet een bacterie een groot aantal eiwitten aanmaken. Deze eiwitten worden bijvoorbeeld gebruikt om de celwand van de bacterie in stand te houden. Het maken van een eiwit is een complex proces. Het is versimpeld weergegeven in bovenstaande � guur: aan de hand van een ‘bouwinstructie’ (erfelijk materiaal of DNA) wordt van een aantal ‘bouwstenen’ (aminozuren) eiwit gemaakt.

De laatste tijd is de aandacht voor antibiotica en

antibiotica resistentie in de dierhouderij in een

stroomversnelling gekomen. Een goed moment om

antibiotica eens van dichterbij te bekijken. Daarom

treft u in de GD Herkauwer een serie aan over het

hoe en wat van antibiotica.

Bacteriënde binnenkant en de rol van antibiotica

Het DNA is eigenlijk niet meer dan een grote instructieset waarin de bacterie de bouwinstructies voor alle eiwitten die hij kan maken, bewaart. Deze bouwinstructies worden doorge-geven aan kleine ‘eiwitfabriekjes’ (de ribosomen) binnenin de bacterie.

Antibiotica kunnen de aanmaak van eiwitten in de bacterie verstoren door:• te zorgen dat er misvormde eiwitten ontstaan die de bacte-

rie niet kan gebruiken;• de vorming van nieuwe eiwitten te onderbreken (en daarmee

te blokkeren).

Door deze verstoringen wordt de bacterie in zijn groei geremd (dit doen bacteriostatische antibiotica zoals tilmicosine, tylosine en doxycycline) of gaat de bacterie zelfs dood (dit doen bactericide antibiotica zoals neomycine). De antibiotica werken ‘selectief toxisch’, wat wil zeggen dat een antibioticum wel de bacterie tegenwerkt maar nauwelijks of geen negatief effect heeft op de gastheer, de koe. Dit komt omdat de riboso-men van bacteriën heel verschillend zijn van de ribosomen van dierlijke cellen.

Verstoring van DNA van de bacterieHet effect van antibiotica op het DNA van de bacterie kan ook op meerdere manieren tot stand komen. Antibiotica kunnen ervoor zorgen dat het bacteriële DNA niet meer goed afgelezen kan worden. Ze kunnen er ook voor zorgen dat de grondstoffen nodig voor het onderhoud en eventuele duplicatie van dit DNA niet meer aangeleverd worden. Dit leidt in de meeste geval-len tot het afsterven van de bacterie. Een voorbeeld van een antibioticumgroep die het erfelijk materiaal beïnvloedt, is de groep sulfonamiden.

Volgende a� evering: “De reis van het antibioticum door het dier”.

Antibiotica onder de loep deel 2

******

O

nze aanrader!

O

nze aanrader!

Calcium Bolus Extra

Calcium Bolus Extra is verkrijgbaar bij de agrarische winkel, dierenarts of bestel op www.boerenwinkel.nl

Movie Vector Set1by DragonArt

22_GDHE67.indd 23 2-2-12 10:54

Page 24: GD Herkauwer februari 2012

BereikbaarheidU kunt de GD telefonisch bereiken via

0900-1770. Van maandag tot en met

vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.

TarievenAlle genoemde GD-tarieven in deze

uitgave zijn exclusief BTW.

Ophaaldienst voor sectie- en monstermateriaalAanmelden: telefonisch 0900-202 00 12

(24 uur per dag). Wij halen het materiaal

dan zo spoedig mogelijk bij u op.

Sectie- en monstermateriaal kunt u

brengen van maandag tot en met vrijdag

van 8.00 tot 17.00 uur.

GD, Postbus 9, 7400 AA Deventer

T. 0900-1770, F. 0570-63 41 04

www.gddeventer.com

[email protected]

De Gezondheidsdienst voor Dieren

BuitenBeeld

Dutje in de weiVan de familie Klopman uit Ugchelen ontvingen we meerdere foto’s. “Op een mooie zomerse dag in 2011 lagen deze Belgisch Witblauwe kalveren te chillen met onze 9-jarige dochter Lisa (blond haar) en haar vriendinnetje Joëlle. De meiden werden opgeschrikt door het maken van foto’s. Zelfs tijdens het maken van foto’s bleven de kal-veren relaxed. Het was prachtig om te zien.”

BuitenBeeld: De familie Klopman wint met het insturen van deze foto’s een ingelijste vergroting. Hebt u zelf ook een foto die niet ‘buiten beeld’ mag blijven? Stuur deze dan met uw naam en een korte toelichting naar [email protected].

24_GDHE67.indd 24 2-2-12 10:55