format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ......

48
MWD Praktijkgids dagstage 2017-2018 Major 3 Code: SWMW39PRAKV17 Coördinator: Eelco Boss Semesterplan: Major 3 Opleiding: MWD Voltijd

Transcript of format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ......

Page 1: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

MWD

Praktijkgids dagstage 2017-2018

Major 3

Code: SWMW39PRAKV17Coördinator: Eelco BossSemesterplan: Major 3Opleiding: MWD Voltijd

Inhoudsopgave

Page 2: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

1. INLEIDING............................................................................................................................3

2. ALGEMENE GEGEVENS.................................................................................................................42.1 CONTACTPERSONEN PRAKTIJKLEREN MAJOR 3.........................................................................5

3. DOELSTELLINGEN EN KWALIFICATIES...........................................................................................6

4. PRAKTIJKLEREN IN DE VOLTIJDOPLEIDING MWD.........................................................................7

5. ORGANISATIE PRAKTIJKLEREN IN MAJOR 3..........................................................................85.1 ENTREEVOORWAARDE..............................................................................................................85.2 STAGEDUUR EN STAGEMOGELIJKHEDEN...................................................................................85.3 HET VERWERVEN VAN EEN PRAKTIJKPLAATS............................................................................95.4 VOORWAARDEN AAN DE PRAKTIJKPLAATS..............................................................................105.5 HET PRAKTIJKCONTRACT.........................................................................................................115.6 DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJKLEREN EN BINNENSCHOOLS LEREN.................................115.7 ZIEKTE EN VERZUIM................................................................................................................12

6 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN.....................................................................................136.1 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN STUDENT...................................................................136.2 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN DOCENT PRAKTIJKLEREN/SLB...................................146.3 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN PRAKTIJKBEGELEIDER................................................146.4 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN STUDENTEN MAJOR 6...............................................156.5 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN PRAKTIJKCOÖRDINATOR/..........................................15OE-VERANTWOORDELIJKE PRAKTIJKLEREN.......................................................................................156.6 TAKEN PRAKTIJKBUREAU.........................................................................................................156.7 VERTROUWENSPERSOON........................................................................................................15

7. RELATIE OPLEIDING – PRAKTIJKINSTELLING...............................................................................177.1 CONTACT TUSSEN INSTELLING EN OPLEIDING.......................................................................177.2 INFORMATIE VOOR PRAKTIJKBEGELEIDERS.............................................................................177.3 VERZEKERINGEN.....................................................................................................................19

8. TOETSING EN BEOORDELING PRAKTIJKSTAGE.....................................................................208.1 TOETSING.................................................................................................................................201b bewijsmateriaal.........................................................................................................................208.2 BEOORDELING.........................................................................................................................228.3 HERKANSING...........................................................................................................................238.4 TUSSENTIJDSE BEËINDIGING STAGE........................................................................................24BIJLAGE 1 DE NEGEN MEEST GESTELDE VRAGEN.........................................................................25BIJLAGE 2 STARTDOCUMENT PRAKTIJKLEREN.........................................................................26BIJLAGE 3 VERWERKINGSOPDRACHT INTERNATIONALISERING..............................................28INTERNATIONALISERING IN DE BEROEPSPRAKTIJK...........................................................................28BIJLAGE 4 CHECKLIST AGOGISCHE BASISHOUDING MAJOR 3..............................................30BIJLAGE 5 FEEDBACKFORMULIER PRAKTIJKLEREN MAJOR 3...........................................................31BIJLAGE 6 BEOORDELINGSFORMULIER PRAKTIJKLEREN MAJOR 3.................................................32

BIJLAGE 7 STAGEWORKSHOPS ALS ONDERDEEL VAN DE MWD PRAKTIJKDAG...............................34Bijlage 8 Overzicht kerntaken en voorbeelden bewijsmateriaal........................................35

1. Inleiding

2

Page 3: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Voor je ligt de praktijkgids dagstage voor major 3 van de opleiding MWD aan de Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle. Deze praktijkgids is in de eerste plaats bedoeld voor de studenten en daarnaast voor iedereen die bij de praktijkbegeleiding betrokken is. Voor jou, als student, is het belangrijk om deze praktijkgids zorgvuldig te lezen, zodat je weet wat je kunt verwachten en wat er van jou wordt verwacht.

Tijdens major 2, major 3 en de minor MWD ga je één dag per week stage lopen. Deze dagstage dient als voorbereiding op je jaarstage in major 4 en 5. De bedoeling hiervan is dan ook om ervaring op te doen in het werk van de maatschappelijk werker en je te oriënteren op het werkveld of de doelgroep van jouw interesse.

Praktijkleren omvat alle activiteiten die met het leren in de praktijk verbonden zijn. Het is belangrijk dat je tijdens de hele opleiding verbindingen leert leggen tussen het binnenschools leren (theorie) en het buitenschools leren (de praktijk). Door het directe contact met doelgroepen en instellingen breng je de theorie over het begeleiden en ondersteunen van mensen direct in de praktijk en werk je vanaf het begin aan het ontwikkelen van de houding die past bij een mwd’er. Bij een hbo-opleiding past dat je eigen verantwoordelijkheid neemt in je leerproces. Neem de regie in handen en leer je profileren als professional!

Met deze praktijkgids hopen we stapsgewijs handen en voeten te geven aan de uitvoering van je praktijkleren. De docent die de opleiding mwd vertegen-woordigt, wordt aangeduid met de term docent praktijkleren. Dit is dezelfde persoon die ook je studieloopbaanbegeleider is (SLB-er). De instellings-begeleider wordt praktijkbegeleider genoemd.Deze praktijkgids dagstage is niet los te zien van de overige studiehandleidingen, die gebruikt worden binnen major 3!

Veel plezier bij het werken in de praktijk,

Eelco Boss

Coördinator voor het praktijkleren in major 2, 3 en de minor MWD

3

Page 4: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

2. Algemene gegevens

De algemene gegevens van de onderwijseenheid komen overeen met de gegevens in Educator

Naam/titel onderwijseenheid Praktijkleren major 3Code onderwijseenheid Code: SWMW39PRAKV17Hoort bij major/minor Major 3 voltijdVerantwoordelijke docent(en) Eelco BossSchool Maatschappelijk Werk en DienstverleningType onderwijseenheid praktijklerenStudiepunten 6

Samenhang onderwijs

Het praktijkleren is gerelateerd aan de volgende onderwijseenheden:

Major 3 MWD voltijd (30 credits)Periode 1/3 Periode 2/4

Week AIntro (2 uur) en meth. opfrisweek 4x hc (6 uur) en opdrachten

Week A2- daagse (16 uur) presentatie signaleringsplan (kbs1)Stageworkshops

SWMW32KBS1V17 (3 credits)KBS 1 hulpverlening in de maatschappelijke context

Preventie/ signaleren Professionele communicatie

SWMW33KBS2V17 (3 credits)KBS 2 hulpverlenen vanuit een organisatie

Organisatiekunde Transculturele attitude

SWMW34ETHV17 ethiek (2 credits) SWMW35PSYV17 psychopathologie (2 credits)

SWMW38RECV17 recht (2 credits) SWMW36SCHV17 schuldhulpverlening (2 credits)

SWMW37PMOV17 politieke en maatschappelijke ontwikkelingen(2 credits)

Trainingen / Ondersteunend onderwijsSWMW31METHV17 (6 credits) Methodiek

Opfrislessen Training methodisch werken Lessen systeemtheorie

SWMW39PRAKV17 (6 credits) praktijklerenVoortgang praktijkleren

SWMW.SLB.MA3V17 (2 credits) SLB

4

Page 5: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Studiebelasting

Alle activiteiten in het kader van de praktijkperiode kennen een studiebelasting van 168 uur per semester. De studiebelasting wordt gerekend in credits (ects). Een credit is 28 SBU (studiebelastinguren). Voor praktijkleren in major 3 krijg je 6 ec’s.

Studieactiviteiten per semester uren major 3

Activiteiten in de praktijk, 8 uur per week, in totaal 16 weken. 128

Begeleiding op school, 3 x 100 minuten per semester, inclusief voorbereiding.

7,5

Bewijsmateriaal 22,5

Dagverslagen en evaluatieverslagen 10

Totaal in (studiebelasting)uren 168 (6 ects)

2.1 Contactpersonen praktijkleren major 3

De contactpersoon voor praktijkleren major 3 zijn:

Eelco Boss; coördinator praktijkleren major 2, 3 en de minor MWDKamer C209, email: [email protected]

Met organisatorische vragen kun je je wenden tot: Robert Jansen; PraktijkbureauKamer C221, email: [email protected]

5

Page 6: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

3. Doelstellingen en kwalificaties

Doelstelling

Het hoofddoel van de dagstage is dat de student aan het eind van het semester de kerntaken op niveau van de major heeft afgerond. We hanteren hierbij het landelijk opleidingsprofiel dat in 2010 is vastgesteld1.

Opleidingskwalificaties

Voor major 3 geldt dat je op gevorderd niveau aan alle kerntaken werkt, maar niet aan alle eindkwalificaties MWD.

Hieronder zijn de kwalificaties vermeld die aan het eind van major 3 op gevorderd niveau behaald moeten zijn.

1. Werken met en namens cliënten: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5 en 1.6.2. Werken voor cliënten en potentiële cliënten: 2.1, 2.2 en 2.3.3. Werken in eigen instelling of organisatie: 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.6 en 3.7.4. Werken in externe samenwerkingsverbanden: 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5 en 4.65. Zichzelf ontwikkelen in het beroep: 5.1 (gekoppeld aan leerlijn SLB) en 5.26. Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep: 6.12.en 6.3 a,b en c

1 MWD eindkwalificaties uit het landelijk opleidingsprofiel Herkenbaar en toekomstgericht II2 zoals: Werken vanuit protocollen en professionele autonomie

6

Page 7: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

4. Praktijkleren in de voltijdopleiding MWD

In de voltijdopleiding MWD is het opdoen van praktijkervaring een belangrijk onderdeel van het curriculum. Daarom wordt daar al in de tweede helft van de propedeuse, in major 2, mee gestart.

In major 2 oriënteert de student zich op het werkveld, de doelgroep en zichzelf als beginnend professional. Dit gebeurt door een dag, of minimaal een dagdeel, stage te lopen binnen een sociaal-agogische setting. In major 3 en in de minor MWD doet de student een dag per week praktijkervaring op bij een agogische instelling. Deze stage is vooral gericht op het methodisch werken binnen het werkveld MWD.Het derde jaar is een praktijkjaar. De student is vier dagen per week bezig met de beroepsuitoefening op de instelling. Daarnaast is één dag per week gereserveerd voor onderwijs, supervisie en het maken van verslagen.In het vierde jaar is de praktijk sterk afhankelijk van de keuzes die de student maakt binnen het praktijkleren in de minor. In principe volgt de student een voltijds lesprogramma, waarbij één dag lesvrij is voor eigen invulling van praktijkleren. Tijdens major 6 wordt een afstudeeronderzoek gedaan.

In schema ziet de opbouw van het praktijkleren binnen het voltijdse curriculum van de opleiding MWD er als volgt uit:

1e jaar (propedeusefase)

Major 1 ‘cliënt en samenleving’

Major 2‘organisatie en methodiek’Dagstage

2e jaar(hoofdfase)

Major 3:Hulpverlening in de maatschappelijke contextHulpverlenen vanuit een organisatie.Dagstage

Minor MWD: Integrale samenwerkingSociaal juridische dienstverleningKeuze: jeugd of GGZ

3e jaar(hoofdfase)

Major 4Praktijkfase 1(vier dagen per week)

Major 5Praktijkfase 2 (vier dagen per week)

4e jaar(hoofdfase)

2e minor (MPG, ISD, OCT, P&V, werken in het gedwongen kader) Praktijkleren afhankelijk van keuze minor (twee dagdelen).

Major 6:Onderzoek en afstuderen

5. Organisatie praktijkleren in major 3

7

Page 8: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Net als in major 2, ga je in major 3 één dag per week op stage. De vaste stagedag voor major 3 is de donderdag. Deze stagedag is vrijgeroosterd. Het kan zijn dat je doorgaat op de plek waar je stage loopt, maar je kunt ook op zoek gaan naar een andere plek. Het doel van de dagstage in major 3 is dat je meer ervaring opdoet met de verschillende werkvelden en doelgroepen. Let op: voor praktijkleren in major 2, major 3 en de minor MWD kun je geen vrijstelling verkrijgen.

5.1 Entreevoorwaarde

Om dagstage te mogen lopen in major 3, moet de dagstage major 2 met een voldoende zijn beoordeeld.

5.2 Stageduur en stagemogelijkheden

Het stagelopen kent een aantal regels over de geschiktheid van stageplekken, hoe je aan een stageplek komt en het aantal uren dat je minimaal moet stagelopen. Een goede en leerzame plek is het halve werk! Dus zorg dat je dit op tijd geregeld hebt! De verantwoordelijkheid voor het wel of niet hebben van een stageplek ligt helemaal bij jou als student. Wel kan je slb'er of het praktijkbureau je helpen.

Gedurende dit semester moet je 128 uur stage lopen. Dit is 8 uur per week. Deze uren kunnen op verschillende manieren ingevuld worden:

Je mag gedurende dit semester bij één en dezelfde instelling stage lopen. Je moet tenminste een dagdeel (ten minste 4 uur) stage lopen bij één en

dezelfde instelling en mag deze aanvullen met uren bij andere instellingen of in het kader van een bijzondere sociaal agogische activiteit (bv.een vakantiekamp, trainingsacteur zijn, een buitenlandexcursie/uitwisseling of werkweek).

Voorbeelden van dag(deel) stageplekken zijn: Begeleider bij een voedselbank. Vrijwilligerswerk via een instelling of vrijwilligerscentrale. Taalcoach bij vluchtelingenwerk. Maatje bij MEE. studentcoach

Voorbeelden van aanvullende stage-uren Vakantiekampenbegeleider gedurende één vakantieperiode. Begeleider bij een logeeropvang gedurende een beperkte periode. Werken via een vrijwilligerscentrale, bv. vrijwilliger bij een GGZ-instelling,

waarbij je een cliënt bij een activiteit begeleidt.

Stage in het buitenland, weekenden of vakanties

Je mag ook in de weekenden en vakanties stage lopen. Hier gelden wel aanvullende regels voor.

8

Page 9: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Voor het begeleiden van vakantiekampen, vrijwilligerswerk in het buitenland en logeeropvang gelden de volgende aanvullende regels: je mag maximaal twee weken per semester vakantiekampen begeleiden of vrijwilligerswerk in het buitenland doen. Hiervoor mag je per praktijkweek maximaal 42 uur (1,5 ects) declareren. Dus in totaal 3 ects aan vakantiekampen per semester.

Voor logeeropvang geldt dat je hier maximaal 14 uur (0,5 ects) per weekeinde voor mag declareren.

Het gaat erom dat je je uren maakt en deze goed verantwoordt, door het bijhouden van een logboek en een urenoverzicht dat geaccordeerd is door je praktijkbegeleider. Wanneer jij niet kunt voldoen aan het minimum van de verplichte praktijkuren (de norm is 128 uur per semester), dient de praktijkperiode zodanig te worden verlengd dat aan dit minimum aantal wel is voldaan. Afspraken over verlenging worden in overleg tussen jou, de opleiding en instelling schriftelijk vastgesteld.Je kunt je stage in het buitenland goed koppelen aan de opdracht van kerntaak 6.

Oriëntatie op de uitstroomprofielen MWD

Voor het lopen van de dagstage in major 3 maakt het niet uit in welk werkveldje stage loopt. Toch is het goed om alvast te weten dat de opleiding mwd de mogelijkheid biedt om bij het afstuderen een extra aantekening bij je diploma te krijgen, het zogeheten uitstroomprofiel. MWD Windesheim biedt de mogelijkheid om te kiezen voor het uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker of de aantekening GGZ-agoog. Voor beide uitstroomprofielen zijn de handleidingen te vinden op Sharenet. Je hoeft je pas rond het begin van de jaarstage (major 4) aan te melden voor een uitstroomprofiel.

5.3 Het verwerven van een praktijkplaatsJe dient zo spoedig mogelijk in het semester te starten met je stage. Als dit door overmacht niet lukt, neem je contact op met jouw docent praktijkleren. Jij moet er dan rekening mee houden dat er of langer, of vaker op de later te verwerven praktijkplaats gewerkt moet worden. Je docent praktijkleren (tevens je SLB'er dus) voor major 3 begeleidt de stage vanuit Windesheim. Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het praktijkbureau ([email protected]).

Voor het verwerven van een praktijkplaats ben je in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Er zijn twee mogelijkheden om een stageplek te verwerven.

1. Eigen initiatief: zelf een stageplaats zoekenHet is aan te bevelen zelf initiatieven te ondernemen om een dagstageplek te zoeken.

Kijk voor je contact zoekt met de instelling, eerst op de website www.praktijkmwd.nl of deze plek niet al bij Windesheim bekend is (al dan niet op de rode lijst staat) en of deze plek aan de eisen voldoet. Bij twijfel neem je contact op met het praktijkbureau ([email protected]).

2. Onze eigen ‘marktplaats’ voor praktijkplaatsen: www.praktijkmwd.nl Hier zetten instellingen hun stageplaatsen op en kunnen studenten reageren.

9

Page 10: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Wanneer je een praktijkplaats hebt gevonden, leg je deze voor aan je docent praktijkleren. Dit doe je door in concept het startdocument (bijlage 2) in te vullen waarin je aangeeft hoe je binnen de stageplek aan de kerntaken gaat werken. Indien je docent praktijkleren akkoord geeft, kun je het contract laten tekenen. Indien je niet aan alle kerntaken kunt werken binnen één instelling, zul je een aanvullende plek moeten zoeken.

5.4 Voorwaarden aan de praktijkplaats

Praktijkleren omvat alle buitenschoolse activiteiten die ondersteunend zijn voor het binnenschools leren. Dit houdt in dat activiteiten als betaald (vakantie)werk en vrijwilligersactiviteiten in een agogische context als praktijkleren beschouwd kan worden.De voorwaarden die we stellen aan een praktijkplek zijn:

• Werken in een agogische context: je werkt met mensen in een context waar begeleiding/gedragsbeïnvloeding centraal staat.

• Er moet een praktijkbegeleider zijn die zicht heeft op de werkzaamheden binnen de instelling en samen met jou minimaal eens per twee weken een begeleidingsgesprek voert en jou van feedback kan voorzien (invullen checklist agogische basishouding).

• Je moet er kunnen werken aan de kerntaken van het maatschappelijk werk.

Neem bij vragen altijd eerst contact op met je docent praktijkleren of het praktijkbureau.

10

Page 11: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

5.5 Het praktijkcontract

Voor elke vorm van stage is een praktijkcontract nodig. Zodra je definitief bij de instelling van jouw keuze stage kunt lopen, dien je het praktijkcontract ondertekend in te leveren bij het praktijkbureau. Het liefst vóór aanvang, maar uiterlijk 14 dagen daarna. Je kunt het praktijkcontract downloaden van www.praktijkmwd.nl

Je bent zelf verantwoordelijk voor de ondertekening en het inleveren van het praktijkcontract bij het praktijkbureau en je praktijkinstelling.

Let op: als het contract niet ingeleverd is, word je beschouwd als ‘nog niet op stage’. Dit kan bij verzekeringskwesties van groot belang zijn!.

5.6 De verbinding tussen praktijkleren en binnenschools leren

Vanuit de opleiding word je begeleid bij je dagstage en leer je een koppeling te maken tussen de op school behandelde theorie en het leren in de praktijk. Ook worden er vanuit de opleiding stageworkshops georganiseerd waardoor het mogelijk is om je breed te oriënteren op het werkveld en op de jaarstage.

Lessen Studieloopbaanbegeleiding/Praktijkleren

Het praktijkleren is in major 3 gekoppeld aan de lessen studieloopbaanbegelei-ding. Je praktijkdocent is dus ook je studieloopbaanbegeleider. Je praktijkdocent zal samen met je stamgroep afspraken maken rondom SLB en praktijkleren. Er zullen enkele individuele gesprekken zijn en ook enkele plenaire bijeenkomsten. Kijk hiervoor in je rooster. Als richtlijn geldt: aan het begin van het semester een individueel gesprek om het startdocument te bespreken en gedurende het semester zijn er enkele (richtlijn:3) intervisiebijeenkomsten. Aan het einde van de periode een eindgesprek om je stage te evalueren (dit kan gekoppeld zijn aan zijn aan je SLB-eindgesprek)

Begeleiding door studenten begeleidingskunde major 6

Naast de lessen slb/praktijkleren zijn er wekelijkse begeleidingsbijeenkomsten met een gedeelte van je stamgroep. Deze begeleidingsbijeenkomsten worden verzorgd door studenten major 6 die dit doen voor het vak begeleidingskunde in major 6. Deze bijeenkomsten vinden plaats vanaf week C.

Het doel van deze begeleidingsbijeenkomsten is dat je je bewust wordt van het methodische doen en denken in het praktijkleren. Ter voorbereiding op de bijeenkomst schrijf je om de week een reflectie over een betekenisvol leermoment. het reflectieverslag mail je twee dagen van te voren naar alle groepsleden en de studenten begeleidingskunde. Verdere uitleg en afspraken hierover krijgen jullie van de studenten begeleidingskunde.

Elke begeleidingsbijeenkomst kent globaal de volgende opbouw: Rondje wel en wee, bespreken van de actualiteiten. Hoe gaat het op de praktijkplaats, waar loop je tegenaan?

11

Page 12: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Intervisie en of themabespreking. Het bespreken van reflectieverslagen. Afspraken voor de volgende bijeenkomst.

Wanneer er problemen zijn in de samenwerking met studenten in de stamgroep bespreek je dit eerst met de major 6 studenten. Vervolgens wordt de docent praktijkleren, indien nodig, op de hoogte gebracht.

De MWD-praktijkdag en de stageworkshops

Eens per jaar, vaak in de toetsweek van periode 1, is er de MWD praktijkdag. Hierover krijg je te zijner tijd informatie via de mail. Tijdens deze dag is er voor elke MWD-student een aantrekkelijk programma dat in het teken staat van ‘de praktijk’ in de breedste zin van het woord. Voor de studenten in de minor MWD en major 3 worden er in het kader van deze dag stageworkshops georganiseerd waar studenten major 4 en 5 hun stage-ervaringen met jullie zullen delen. Voor studenten major 3 en de minor MWD bieden de stageworkshops de mogelijkheid om zich goed voor te bereiden op de jaarstage door het werkveld en de praktijkinstellingen te verkennen en oog te krijgen voor de rol en positie van de stagiair in de jaarstage.Uitgebreide informatie over de praktijkdag MWD, de meeloopdagen en de voorbereiding op de stageworkshops vind je in de bijlage 6.

Schoolvakanties

Gedurende de schoolvakanties kun je geen aanspraak maken op de begeleiding vanuit de opleiding. Hiervoor kunnen aanvullende afspraken tussen jou, de instelling en opleiding gemaakt worden.

5.7 Ziekte en verzuim

In geval van verzuim, door ziekte of anderszins, wordt altijd de praktijkbegeleider op de hoogte gesteld. Bij verzuim van een week of meer wordt ook de docent praktijkleren geïnformeerd.

12

Page 13: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

6 Taken en verantwoordelijkheden

Tijdens de stage heb je met verschillende docenten en begeleiders te maken, zoals de praktijkbegeleider vanuit de instelling, de docent praktijkleren, de praktijkcoördinator en de medewerkers van het praktijkbureau van de opleiding. Tot slot kunnen incidenten op je stageplek een aanleiding zijn om met een vertrouwenspersoon te overleggen.In dit hoofdstuk worden de taken en verantwoordelijkheden van alle bij de stage betrokken partijen op een rij gezet, te beginnen met die van de student zelf.

6.1 Taken en verantwoordelijkheden student

Als je een praktijkplek hebt gevonden, stel je in overleg met de opleiding en de praktijkinstelling vast welke taken en activiteiten je voor het praktijkleren gaat uitvoeren. Deze taken en activiteiten worden vastgelegd in de vorm van een praktijkcontract.Vervolgens lever je zo snel mogelijk het volledige praktijkcontract (inclusief de drie vereiste handtekeningen!) in bij het praktijkbureau MWD (C221). Een kopie geef je aan de praktijkbegeleider op jouw praktijkinstelling en één exemplaar houd je zelf.Let op: bij het zelf werven van een praktijkplaats/project moet je éérst toestemming krijgen van het praktijkbureau MWD. Als je het groene licht hebt gekregen, vul je het startdocument (bijlage 2) in en legt dat voor aan je slb’er (dit is onderdeel van de lessen praktijkleren/SLB). Indien je slb’er akkoord geeft, kun je het contract laten tekenen.

Je hebt daarnaast in het praktijkleren de volgende taken en verantwoordelijkheden: Een zodanige beschikbaarheid dat een goede vervulling van het praktijkleren

gewaarborgd is. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het tijdig aanwezig zijn op de instelling voor eventuele voorbereiding, het participeren in nabesprekingen, etc.

Studenten hebben een verantwoordelijkheid voor het zorgvuldig handelen binnen een instelling en dienen zich bewust te zijn van het feit dat zij in het werkveld de opleiding vertegenwoordigen.

De student is verplicht bij meer dan twee keer afwezigheid op de werkplek de docent Praktijkleren op de hoogte te brengen. Uiteraard dient de praktijkbegeleider meteen op de hoogte te worden gesteld als de voortgang van de activiteiten in het gedrang komt.

Alle belangrijke informatie wordt via je studentmail verzonden. Tip: stuur je studentmail door naar een e-mailadres dat je vaak checkt.

Het bijhouden van een logboek, waardoor praktijkbegeleider en docent praktijkleren inzicht krijgen in de manier waarop de student gewerkt heeft en de voortgang die de student boekt.

Het maken van bewijsmateriaal en het werken aan leerdoelen. Het schrijven van evaluatie verslagen conform de richtlijnen (zie hoofdstuk 8). De student dient 100 % aanwezig te zijn bij de lessen Praktijkleren. In

noodzakelijke gevallen van afwezigheid of in gevallen van overmacht kan met een vervangende opdracht tot 20% van afwezigheid worden gecompenseerd.

13

Page 14: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

6.2 Taken en verantwoordelijkheden docent praktijkleren/slb

De docent praktijkleren is verantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van de student vanuit de opleiding. De functie van de docent praktijkleren is gecombineerd met de functie van studieloopbaanbegeleider. In die rol is de docent ook verantwoordelijk voor de algehele studievoortgang. De docent praktijkleren is het belangrijkste aanspreekpunt gedurende de stage van de student.

De docent praktijkleren heeft de volgende taken: Goedkeuren van de stageplaats, eventueel in overleg met de coördinator

praktijkleren. Adviseren en beoordelen van het startdocument (voor de praktijk) en deze

goedkeuren. Beoordelen van het eindevaluatieverslag. Bijwonen van intervisiebijeenkomsten rond praktijkleren en

studieloopbaanbegeleiding. Signaleren van knelpunten rond praktijkleren en deze inbrengen bij de

praktijkcoördinatoren of teamleiders. Informeren van het docententeam over de studievoortgang gedurende het

praktijkjaar. Controle op naleving van het praktijkcontract door alle partijen.

6.3 Taken en verantwoordelijkheden praktijkbegeleider

De praktijkbegeleider van de instelling is verantwoordelijk voor de begeleiding op de instelling. De praktijkbegeleider is tevens contactpersoon voor de docent praktijkleren. De praktijkbegeleider heeft de volgende taken: Het informeren en introduceren van de student over de instelling, de

werkwijze, visie en missie en de groep waar het praktijkleren plaatsvindt. Tijdens de periode van praktijkleren houdt de praktijkbegeleider minimaal

eens per veertien dagen een begeleidingsgesprek, opdat de student een beter inzicht krijgt in het eigen functioneren binnen de instelling. Deze gesprekken hebben betrekking op zowel taakgerichte aspecten, als op punten ten aanzien van het persoonlijk functioneren in het licht van het beroepsperspectief.

De praktijkbegeleider geeft feedback op de voortgang van het praktijkleren aan de hand van de Checklist Agogische Basishouding (bijlage 3) en het feedbackformulier (bijlage 4).

Het zicht houden op de werkzaamheden van de student, het bewaken van de omvang ervan en aansluiting bij de leerdoelen en het methodisch ondersteunen van de student.

14

Page 15: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

6.4 Taken en verantwoordelijkheden studenten major 6

Vierdejaars studenten begeleidingskunde major 6 ontwikkelen een invulling voor de lessen praktijkleren die zij verzorgen. Zij zullen daarvan ook een uitleg geven in die lessen.Studenten begeleidingskunde stellen tevens een profiel op van hun studenten. Dat profiel dient als basis voor de eindbeoordeling.

6.5 Taken en verantwoordelijkheden praktijkcoördinator/ oe-verantwoordelijke praktijkleren

De praktijkcoördinator is de eerst verantwoordelijke voor de inhoudelijke en organisatorische gang van zaken betreffende het praktijkleren. Hij is tevens vraagbaak voor docenten en voor het werkveld. Daar waar uitzonderingen worden gemaakt, is alleen de oe-verantwoordelijke beslissingsbevoegd. Mochten ernstige samenwerkings- en/of functioneringsproblemen voorkomen, dan wordt de praktijkcoördinator ingeschakeld door de student, de praktijkbegeleider of door de docent praktijkleren.

De communicatie tussen opleiding en student gebeurt via de studentenmail en sharenet.

6.6 Taken praktijkbureau

Het praktijkbureau MWD is verantwoordelijk voor de administratieve kant van praktijkleren (formulieren rond praktijkleren en contactgegevens).Het praktijkbureau beslist of de praktijkplaats voldoet aan de door de opleiding gestelde criteria. Bij twijfel zal de medewerker overleggen met de OE-verantwoordelijke. De praktijkgidsen zijn alleen digitaal verkrijgbaar via ELO en de site www.praktijkmwd.nl.

6.7 Vertrouwenspersoon

Windesheim wil haar studenten en medewerkers een veilige werk- en studieomgeving bieden: een cultuur waarin geen plaats is voor ongewenst gedrag. Ongewenst gedrag kan overal voorkomen, ook tijdens stage.Als we het hebben over ongewenst gedrag, hebben we het over seksuele intimidatie, agressie en geweld, maar ook over pesten en discriminatie. Bij ongewenst gedrag op het werk (stage) gaat het om ongewenst gedrag van collega’s of leidinggevenden, maar ook van klanten, cliënten, patiënten of stagiaires.

Onder ongewenst gedrag wordt verstaan het gedrag van een groep of individu dat zich richt op een persoon die dat gedrag als vijandig, vernederend of intimiderend beschouwt. Het kan gaan om woorden, gebaren, handelingen of juist het negeren van die persoon.

15

Page 16: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Wat te doen als je op je stage met ongewenst gedrag te maken krijgt?Wanneer dat mogelijk, is geef dan aan de veroorzaker aan dat je niet van het gedrag gediend bent. Meestal komt ongewenst gedrag echter voor in situaties waarin sprake is van machtsongelijkheid. Dan kan het moeilijk zijn om aan te geven dat je er niet van gediend bent. Praat er dan over met je stagebegeleider, je docent/begeleider of de stagecoördinator. Je kunt er ook voor kiezen contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Dat kan een vertrouwenspersoon zijn van de instelling/de school/ het bedrijf waar je stage loopt of van Windesheim. Vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor, geven advies en kunnen zorgen voor bemiddeling. Zij ondernemen alleen actie als jij dat wilt en begeleiden je bij te ondernemen stappen

Grotere bedrijven en instellingen hebben meestal eigen, interne vertrouwens-personen of maken gebruik van externe vertrouwenspersonen die vaak verbonden zijn aan een arbodienst. De afdeling P&O van de instelling of het bedrijf kan je op hen attenderen. Je kunt ook de website of de personeelsgids raadplegen.De vertrouwenspersonen van Windesheim zijn te bereiken onder nummer 088-4699900 Of per mail [email protected]

16

Page 17: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

7. Relatie opleiding – praktijkinstelling

7.1 Contact tussen instelling en opleiding

Gezien de mogelijkheid tot grote diversiteit in het invullen van de dagstage, vindt er in principe geen bezoek op de praktijkinstelling plaats. Er vindt wel een telefonische evaluatie plaats bij de instellingen waar je minimaal 4 uur stage loopt. Aan het begin van de stage is zal de docent praktijkleren een mailtje sturen naar de instelling om zich voor te stellen.Indien het wenselijk is, kan op ieder moment gedurende de stage op verzoek van de instelling of opleiding alsnog een gesprek plaatsvinden.

EvaluatiemomentAan het eind van major 3 vindt de eindevaluatie praktijkleren plaats. De eindevaluatie bestaat uit een gesprek tussen jou en docent praktijkleren, waarbij jouw eindevaluatieverslag de leidraad is. De docent praktijkleren neemt telefonisch contact op met je praktijkbegeleider voor een korte evaluatie.

7.2 Informatie voor praktijkbegeleiders

Cursus PraktijkbegeleiderWindesheim heeft een cursus ontwikkeld, speciaal voor praktijkbegeleiders. Deze wordt aangeboden aan praktijkbegeleiders in het domein Gezondheid en Welzijn.  In deze cursus leert u in een groep van 8 – 12 praktijkbegeleiders hoe u effectief leren kunt stimuleren. We gaan uw rollen van praktijkbegeleider: organisator, begeleider, deskundige en beoordelaar aanscherpen. Kernwoorden zijn leervragen, leerstijlen, begeleidingsstijlen, leiderschapsstijlen, feedback, visieontwikkeling, evaluatie en beoordeling. Wij gaan met u aan de slag zodat u deze studenten blijvend kunt inspireren, motiveren, en trainen waardoor zij kunnen groeien.  De cursus is geschikt voor beginnende én ervaren praktijkbegeleider. Ook levert de cursus registerpunten op voor NVMW 

De cursus wordt gegeven door een ervaren docent en trainer met kennis van opleiding en werkveld.De cursus valt onder het open scholingsaanbod van Windesheim en er zijn kosten aan verbonden.

Cursusdata en -tijdenU heeft les op dinsdag van 9.30 - 12.30 uur. De cursus bestaat uit vier dagdelen van drie uur.Meer informatie vindt u op de site van Windesheim www.windesheim.nl (zoekwoord praktijkbegeleider)

7.3 Verzekeringen

17

Page 18: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

De student wordt geacht zelf een verzekering te hebben afgesloten ten behoeve van wettelijke aansprakelijkheden (voorheen WA). Mocht een stagebiedende instelling eisen dat de ‘individuele wettelijke aansprakelijkheid’ van de stagiair in een stagecontract met de hogeschool wordt geregeld, dan moet de student aantonen verzekerd te zijn tegen ‘individuele wettelijke aansprakelijkheid’.

Vanuit de hogeschool is de student verzekerd tegen tegen lichamelijk letsel ten gevolge van ongevallen binnen de lestijden of tijdens buitenschoolse onderwijsactiviteiten zoals stages. Daarbuiten geldt de verzekering niet. Slechts wettelijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit ‘beroepsuitoefening’ tijdens de verrichting van stageactiviteiten is door de hogeschool verzekerd. Voor deze schade komen de eerste € 23,- per geval voor rekening van de stagiair.

De student is gedurende de praktijkperiode vanuit de hogeschool verzekerd voor ongevallen en wettelijke aansprakelijkheid. Als voorwaarde geldt dat je praktijkcontract moet zijn ingeleverd bij het praktijkbureau.

AansprakelijkheidsverzekeringenDekking: de aansprakelijkheid van verzekerden (betreft personeel, bestuur en studenten) voor door derden geleden schade. Voor studenten geldt een secundaire dekking, dit wil zeggen dat de dekking van deze verzekering niet van kracht is indien de schade wordt gedekt onder een andere afgesloten verzekering.

Collectieve ongevallenverzekeringenDekking: blijvende invaliditeit c.q. overlijden als gevolg van een ongeval dat een personeelslid of student is overkomen tijdens verblijf in de gebouwen en/of op de terreinen van Hogeschool Windesheim c.q. de stageverlener, alsmede tijdens door Hogeschool Windesheim georganiseerde activiteiten, inclusief het gaan naar en komen van de plaats van de lessen, stages en/of activiteiten.

Doorlopende reisverzekeringDekking: reizen, kampen en excursies (over de gehele wereld) van de bestuurs- en personeelsleden, stagiair(e)es, vrijwilligers en ingeschreven studenten welke door of onder auspiciën van CHW plaatsvinden. De verzekerde rubrieken zijn: uitkering bij geneeskundige behandeling, extra kosten (bv. kosten langer verblijf, overkomst familie, terugroeping etc.), reddingskosten, repatriëringkosten transportkosten en reisbagage.

Voor vragen over de collectieve schoolverzekeringen kun je terecht bij de afdeling Finance & Control van de hogeschool. Daar kan tevens aangifte gedaan worden van schade.

18

Page 19: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

8. Toetsing en beoordeling praktijkstage8.1 Toetsing

De student laat op de volgende manieren zien dat hij de opleidings-kwalificaties MWD op gevorderd niveau behaald heeft:1. Door het werken aan bewijsmateriaal, werken met de kerntaken (zie voor een

overzicht bijlage 7) en het bijhouden van een logboek. 2. Door het schrijven van een evaluatieverslag.3. Door het voeren van een evaluatiegesprek.

1a Startdocument kerntaken

Om helder te krijgen hoe je aan de kerntaken gaat werken maak je een startdocument. Hierin beschrijf je:1. jouw werkzaamheden met betrekking tot de kerntaken;2. de leerdoelen die je hebt per kerntaak;3. per kerntaak een voorstel voor bewijsmateriaal.4. een voorstel voor het uitvoeren van een internationale activiteit (behorende

bij kerntaak 6). Indien je stage akkoord is, maak je het startdocument Praktijkleren. Tijdens het individuele gesprek in het begin van het semester zal je startdocument besproken worden en krijg je feedback. Het moet in ieder geval toegevoegd worden aan je eindverslag en van voldoende kwaliteit zijn. In bijlage 2 vind je het sjabloon van het startdocument

1b bewijsmateriaal

Binnen de major 3 werk je aan de kerntaken van het maatschappelijk werk. Door het werken aan bewijsmateriaal per kerntaak laat je zien dat je gewerkt hebt aan de kerntaken.

Voor de kerntaak 1 tot en met 4 formuleer je zelf bewijsmateriaal. (zie bijlage 7) Het startgesprek in periode 1/3 kun je gebruiken om je voorgestelde bewijsmateriaal aan je praktijkdocent voor te leggen.

Kerntaak 5 wordt getoetst via de checklist agogische basishouding (bijlage 3). Deze laat je voordat je het evaluatieverslag maakt invullen door je praktijkbegeleider en bespreekt de uitkomst. Een verslag met daarin de speerpunten voor je startdocument Minor MWD voeg je hieraan toe.Kerntaak 6 Kerntaak 6 wordt getoetst door middel van een reflectie op een internationale activiteit. Deze internationale activiteit kan je op 3 manieren uitvoeren: - Internationalisation abroad: studiereis/ activiteit/ project in het buitenland- Internationalisation @ home → praktijkervaring: activiteit in Nederland met internationale inslag- Internationalisation @ home → onderzoek: een vraagstuk vanuit internationaal perspectief uitdiepen. Voor meer informatie over kerntaak 6 & internationalisering zie bijlage 3.

1c Het logboek

19

Page 20: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

In het werk is het maken van verslagen en rapporten een veel voorkomende zaak. Vandaar dat we er bij de start van de opleiding al mee oefenen. Je doet dat in de vorm van een logboek. Door het wekelijks bij te houden, wordt vastgelegd waar je mee bezig bent geweest. Zo wordt het voor je begeleiders inzichtelijk hoe en waaraan je gewerkt hebt. De aantekeningen in het logboek vormen bovendien een basis voor het evaluatieverslag. Het logboek wordt daarom niet inhoudelijk beoordeeld. In het eindverslag wordt het logboek als bijlage toegevoegd. Hieronder staat een globale indeling voor het maken van een logboek.

Logboek van … Datum … Docent … Aantal uren….

Wat heb ik vandaag gedaan?Wat heb ik er van geleerd? Onderbouwd met voorbeelden.Hoe ben ik bezig geweest met de kerntaken?

2. Evaluatieverslag

Het eindevaluatieverslag lever je vijf werkdagen voor het evaluatiegesprek bij je docent praktijkleren in. In het eindevaluatieverslag moeten onderstaande aspecten aan de orde komen. Het verslag wordt ook aan de hand van deze aspecten beoordeeld. Voorblad: jouw naam, de naam van de praktijkinstelling, van jouw praktijkbegeleider, jouw docent praktijkleren/slb'er. Contactgegevens: van de praktijkinstelling, van jouw praktijkbegeleider Inhoudsopgave met paginaverwijzing

Hoofdstuk 1. Beschrijf waar je hebt stage gelopen. Indien dit verschillende instellingen betreft, geef je een korte beschrijving van de verschillende instellingen. Beschrijf en analyseer daarnaast de methodiek die binnen de instelling gehanteerd wordt en je visie hierop. (max. 1 A4)

Hoofdstuk 2. Geef een beschrijving van de stand van zaken met betrekking kerntaken van het maatschappelijk werk Beschrijf per kerntaak: - de werkzaamheden die je hebt verricht op je stage.- de stand van zaken met betrekking tot je leerdoelen.- link de twee bovenstaande zaken met je bewijsmateriaal. (max. 3 A4).

Hoofdstuk 3. bewijsmateriaal van kerntaak 1 t/m 4 (kijk voor voorbeelden in bijlage 7). In je verslag moet duidelijk zijn waarom je juist voor dit bewijsstuk hebt gekozen, wat je ervan hebt geleerd én hoe je het geleerde in andere situaties kunt gebruiken (transfer). Daarnaast zijn toegevoegd: checklist met persoonlijk profiel (kerntaak 5) en de reflectie op de internationale activiteit. (kerntaak 6).

Hoofdstuk 4 (alleen als je in dit semester de praktijkdag MWD hebt bijgewoond): Korte reflectie op de stageworkshops & de verwerkingsopdracht die bij de

20

Page 21: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

praktijkdag MWD hoort (zie ook bijlage 6). In hoeverre dragen de stageworkshops bij aan het verwerven van een praktijkplaats voor de jaarstage. Ben je door de stageworkshops op andere gedachten gebracht en is het beeld rond de jaarstage gewijzigd.

Bijlage: Logboek + totaal urenoverzicht, geaccordeerd door je stagebegeleiderBijlage: StartdocumentBijlage: Checklist Agogische BasishoudingBijlage: Feedbackformulier Praktijk

Voor alle verslagen geldt dat ze netjes verzorgd ingeleverd moeten worden op ELO en eventueel op papier (overleg dit met je docent) en je mag de maximale grootte niet overschrijden. Het is van belang dat je de aangegeven grootte van de hoofdstukken niet

overschrijdt. De gedachte dat meer pagina’s volschrijven wel een voldoende op zal leveren, is misplaatst!

Bij het niet op tijd inleveren van jouw verslag kan jouw evaluatiegesprek niet doorgaan. Hiervoor wordt een ‘afwezig’ genoteerd. Een volgende afspraak voor een evaluatiegesprek geldt dan als herkansing (maximaal twee per schooljaar, conform het OER)

Een verslag waarin meer dan drie spel- of stijlfouten op een pagina voorkomen, wordt niet beoordeeld maar aan je teruggegeven. In Educator wordt als beoordeling een ‘afwezig’ genoteerd.

Zorg ook voor de juiste manier van bronvermelding (conform APA).

3. Evaluatiegesprek praktijkleren

Aan het eind van het semester (in de toetsperiode) vindt een individueel gesprek praktijkleren plaats. Dit is een gesprek tussen jou en je docent praktijkleren. Het gesprek kan eventueel gecombineerd worden met de evaluatie SLB.

8.2 BeoordelingFormele criteria voor beoordelingOm aan het eind van major 3 beoordeeld te kunnen worden moet de student voldaan hebben aan de volgende voorwaarden:- De student heeft per semester 128 uur gewerkt in de praktijk, zoals blijkt uit

het logboek dat hij tijdens het praktijkleren bijhoudt en door de praktijkbegeleider is geaccordeerd;

- De student heeft het praktijkcontract ingeleverd bij het praktijkbureau.- De student heeft alle praktijklessen op school actief gevolgd. Alleen in geval

van overmacht is een aanwezigheid van 80% aanvaardbaar met een compensatie van 20% aan vervangende opdrachten;

- De student heeft het startdocument ingeleverd en dit is goedgekeurd door de docent praktijkleren;

- De student heeft in de praktijk gewerkt aan bewijsmateriaal;- De student heeft regelmatig begeleidingsgesprekken met zijn

praktijkbegeleider gehad;

21

Page 22: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

- De docent Praktijkleren ontvangt het logboek als bijlage bij het praktijkverslag;

- De student heeft zich gehouden aan de verplichtingen die in de Praktijkgids vermeld staan;

- De student heeft volgens de richtlijnen een evaluatieverslag geschreven.- De student heeft in major 3 deelgenomen aan de stageworkshops en n.a.v.

hiervan een inhoudelijk verslag geschreven.

8.3 Herkansing

Bij een onvoldoende beoordeling heb je recht op een herkansing. Als de praktijk voldoende is maar het verslag niet, dan mag je binnen drie weken het verslag herschrijven. Praktijkleren wordt pas voldoende beoordeeld als gesprek én verslag voldoende zijn!

Wanneer je niet hebt voldaan aan de inhoudelijke criteria en je functioneren in de praktijk onvoldoende was, zal er contact plaatsvinden tussen de opleiding en de instelling. In dit overleg wordt bekeken of verlenging van de stage mogelijk is en wat de inhoud van deze verlenging moet zijn. Jij maakt hier vervolgens een plan van aanpak voor. Dit stuur je binnen twee weken naar de praktijkbegeleider en docent praktijkleren voor goedkeuring.

Na acht weken vindt een nieuwe beoordeling plaats. De student zorgt weer minimaal één week voor het gesprek voor een evaluatieverslag. Er vindt een nieuw gesprek plaats tussen jou en de docent praktijkleren en, indien gewenst, met de praktijkbegeleider.

Indien je niet op dezelfde plek je stage kunt verlengen, zul je zelf moeten kijken naar een andere stageplek, waar je aan de nog niet behaalde kwalificaties kunt werken. Dit doe je in overleg met de docent praktijklerenEen herkansing in major 3 betekent dat je nog niet kan starten met de volgende dagstage.

Let op: herkansingen ook altijd naar het mailadres van je docent sturen!

22

Page 23: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

8.4 Tussentijdse beëindiging stage

Wanneer de praktijkperiode tussentijds beëindigd wordt, is er contact tussen de opleiding en de instelling. Helder moet worden welke factoren ertoe geleid hebben dat jij of de instelling tussentijds het praktijkleren beëindigd heeft. Daarnaast wordt bepaald in hoeverre jij zelf verantwoordelijk bent voor het tussentijds beëindigen van de stage. Op basis van dit overleg tussen opleiding en instelling kan de docent Praktijkleren jou aanwijzingen geven over het zoeken en vinden van een nieuwe praktijkplaats. Jij dient je te houden aan deze aanwijzingen.

Wanneer jij het oneens bent met de aanwijzingen van de docent Praktijkleren, vindt er een gesprek plaats met de oe-verantwoordelijke praktijkleren. Deze neemt naar aanleiding van het gesprek een besluit. Tegen dit besluit is beroep mogelijk bij de Examencommissie MWD/SPH/CMV. Jij maakt in alle gevallen een kort verslag van de situatie en van de gemaakte afspraken; de docent Praktijkleren tekent dit verslag voor akkoord. Het origineel neem jij op in je portfolio; een kopie gaat naar de docent Praktijkleren en de Praktijkcoördinator.

23

Page 24: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 1 De negen meest gestelde vragen

Vraag 1: ‘Moet ik nu één, twee of drie semesters stage lopen?’Antwoord: Voor iedereen geldt: je loopt drie semesters stage.

Vraag 2: ‘Wat zijn de eisen aan mijn praktijkplek?’Praktijkleren omvat alle buitenschoolse activiteiten die ondersteunend zijn voor het binnenschools leren. Dit houdt in dat activiteiten als betaald (vakantie)werk in een agogische context, bestuurswerk en vrijwilligersactiviteiten als praktijkleren beschouwd kan worden.Van de student wordt verwacht dat hij kritisch kijkt of hij de kerntaken kan behalen. Dit vergt ook flexibiliteit van de student om te bekijken hoe en waar hij de aan de kerntaken gekoppelde bewijsmateriaal kan behalen.In ieder geval moet het hoofdbestanddeel van je werkzaamheden plaatsvinden in het kader van agogisch handelen en moet er een praktijkbegeleider zijn, die zicht heeft op je werkzaamheden binnen de instelling.

Vraag 3: ‘Moet ik perse stage lopen op de daarvoor vrij geplande dagen?’Antwoord: Voor major 2 is dit de woensdag, voor major 3 en voor de minor MWD is dit de donderdag. Je mag hiervan afwijken in overleg met je instelling. Zo zijn er veel studenten die in het weekend, ’s avonds of in een schoolvakantie stage lopen. Wat vaststaat, is dat je nooit onderwijs op Windesheim mag laten vallen voor het lopen van stage, én dat je aan jouw praktijkuren moet komen: 128 per semester.

Vraag 4: ‘Is het verplicht om een praktijkcontract in te leveren?’Antwoord: ja. En het contract moet je tijdig, dus binnen drie weken nadat je bent gestart op je praktijkplek, drievoudig ondertekend inleveren bij het Praktijkbureau in E106 of postvak 211.

Vraag 5: ‘Waar kan ik terecht met mijn vragen?’Antwoord: zoek altijd eerst in deze studiehandleiding. Je kunt vervolgens met jouw inhoudelijke vragen het best terecht bij jouw docent Praktijkleren. Mocht deze nog niet zijn toegewezen of komt hij of zij er niet uit, dan kun je voor vragen terecht bij het Praktijkbureau.

Vraag 6: ‘Waar kan ik terecht met problemen?’Antwoord: wanneer je problemen hebt op je praktijkplek of op Windesheim, probeer dan altijd eerst zelf tot een oplossing te komen. Mocht dit niet gaan of je wilt overleggen, dan is je docent Praktijkleren hierin de aangewezen persoon. Mocht hij/zij je niet verder kunnen helpen, ga dan naar de oe-verantwoordelijke praktijkleren major 2, 3 of minor MWD.

Vraag 7: ‘Mag ik alle plekken bellen die ik wil?’Antwoord: heel veel praktijkinstellingen zijn al benaderd door het Praktijkbureau, door je medestudenten (zitten al vol) of voldoen eenvoudigweg niet aan onze criteria. Daarom moet je echt altijd eerst toestemming vragen aan het Praktijkbureau.

Vraag 8: ‘Is het erg als ik in september/februari nog niet kan beginnen met stage lopen?’Antwoord: nee. Het komt vaker voor dat studenten pas later kunnen starten met hun stage. Er zijn instellingen die bijvoorbeeld een uitgebreide selectie uitvoeren die veel tijd kost. En er zijn instellingen die veel tijd kwijt zijn om iedereen te positioneren. Bijvoorbeeld bij het bemiddelen in maatjesprojecten. Stel je begint te laat met je stage, dan is het logisch dat je een periode intensiever stage loopt om aan je praktijkuren te komen. Bijvoorbeeld door tijdelijk een zaterdag te gaan stagelopen, of in de vakantie. Overleg dit met je docent Praktijkleren. Je kunt de tijd die je aan de start van je semester dan over hebt, goed besteden aan andere studieonderdelen. Heb je in februari nog geen praktijkplek kunnen vinden, dan krijg je van de Praktijkbureaumedewerker MWD een mailtje over de verplichte inschrijving.

Vraag 9: ‘Ik doe liever een alternatieve opdracht, is dit oké?’Antwoord: Nee, zeker niet! Het is de bedoeling dat praktijkleren in de praktijk plaatsvindt!

24

Page 25: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 2 Startdocument praktijkleren

Naam : ……………………………………………………………Studentnummer : …………………………………………………………..Naam docent praktijkleren : …………………………………………………………… akkoord: ja / neeInstelling : …………………………………………………………….Naam praktijkbegeleider : ……………………………………………………………Functie : ……………………………………………………………

Beschrijf hieronder je kennis, vaardigheden en feedback die je gekregen hebt vanuit eerdere stage- ervaringen.

Beginsituatie

Benoem hieronder de werkzaamheden die je in je stageplek uitvoert en kunt koppelen aan deze kerntaak.Benoem een leerdoel ten aanzien van deze kerntaak.

Beschrijf hier je voorstel voor bewijsmateriaal. Kijk voor de voorwaarden en inspiratie in bijlage 7

Kerntaak 1: werken met en namens de cliënt

Kerntaak 2: Werken voor cliënten en potentiële cliënten

Kerntaak 3: Werken in de eigen instelling of organisatie

Kerntaak 4:Werken in externe samenwerkingsverbanden

Kerntaak 5: Zichzelf ontwikkelen in het beroep

Benoem hier waar jij je aankomend semester in wilt versterken (maak hierbij gebruik van feedback en eerder ingevulde checklisten agogische basishouding).

Kerntaak 6:Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep

Maak een plan van aanpak voor je activiteit gericht op internationalisering met de volgende punten:1.Beschrijving van je keuze uit een van de opties:- Internationalisation abroad: licht toe welke studiereis/ activiteit/ project

25

Page 26: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

- Internationalisation @ home → praktijkervaring: licht je activiteit toe- Internationalisation @ home → onderzoek: wat ga je onderzoeken en welke training/ congres/ literatuur/ documentaires ga je gebruiken?2. Beschrijf de link met de beroepspraktijk van de maatschappelijk werker3. Formuleer leervragen: Ik wil meer weten van, ik wil beter beheersen dat etc.4. Formuleer vanuit deze leervragen leerdoelen: na afronding ben ik in staat om…, kan ik laten zien dat…

Tip: gebruik de International Days (1e lesweek periode 3) als inspiratie!

Bijlage 3 Verwerkingsopdracht Internationalisering

Internationalisering in de beroepspraktijk

Het belang van internationalisering in het onderwijs en binnen het beroep MWD wordt steeds zichtbaarder. Enerzijds heeft dit te maken met de toenemende globalisering: de wereld wordt steeds kleiner of groter, afhankelijk van welk perspectief je hanteert en aanhangt. De toenemende globalisering geeft ook een

26

Page 27: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

extra reden meer aandacht aan internationalisering te besteden. Veel problemen laten zich niet meer louter in een nationale context begrijpen. In de traditionele drie niveau-perspectieven om naar thema’s te kijken (micro, meso en macro) dient met name het macro-perspectief met een internationale oriëntatie meer dan voorheen met een internationaal component verstevigd te worden. Een duidelijke component van internationalisering is ook terug te vinden in de oorsprong van het beroep maatschappelijk werk: in het ‘social casework’ van Hollis, Perlman en Epsteijn (USA) werd door de internationale blik van o.a. Marie Kamphuis geïntroduceerd in de Nederlandse situatie, van waaruit het beroep MWD is ontstaan. Inmiddels is de internationale definitie van Social Work ook opgenomen in het landelijk opleidingsprofiel MWD. En recente beweging naar één breder concept van Sociaal Werk in Nederland wordt mede ingegeven door dit internationale perspectief.

Internationaal zijn er veel bewegingen gaande binnen het sociaal werk en op alle terreinen, waar wij als beroepsbeoefenaar mee geconfronteerd worden. Te denken valt hierbij o.a. aan de volgende thema’s: mensenrechten, sociale ongelijkheid, migratie-problematiek, ontwikkelingssamenwerking en de onderlinge afhankelijkheid van landen door internationalisering van arbeid en de internationale handel. In de Nederlandse beroepspraktijk zie je met name thema’s als: diversiteit, interculturele communicatie, migratieproblematiek, racisme en discriminatie, achterstand en ongelijkheid, polarisatie (wij-zij tegenstellingen) in de samenleving. Internationalisering is hierdoor duidelijk verbonden met het beroep van de maatschappelijk werker en daarmee met praktijkleren en bij de start van de hoofdfase in het tweede jaar gekoppeld aan praktijkleren (dagstage) major 3 / minor mwd. Door meer oog te hebben voor de internationale component, word je uitgedaagd om ‘out of the box’ te denken. Daarnaast ben je beter in staat om kennis en vaardigheden in afwijkende omstandigheden toe te passen waarin geen routinematige oplossing voorhanden zijn.

Kerntaak 6 Verwerkingsopdracht InternationaliseringDeze kerntaak wordt getoetst door middel van een reflectie op een internationale activiteit. Deze internationale activiteit kan je op 3 manieren uitvoeren:

1) Internationalisation abroad: er zijn meerdere mogelijkheden om je stage uren in het buitenland in te vullen. Zo organiseert Windesheim met regelmaat studiereizen naar het buitenland (bijv. Istanbul, Leuven, Berlijn, etc.). Je bent vrij om deel te nemen aan studiereizen die vanuit de Social Work studies worden aangeboden. Daarnaast zijn er vrijwilligersorganisaties die mensen zoeken om deel te nemen aan projecten of groepsvakanties te begeleiden (voor meer informatie kijk je op Sharenet – Internationalisering). Ook ben je vrij om zelf een project te zoeken om bij aan te sluiten. Leg je idee wel even voor aan je praktijkdocent/SLB’er (via je startdocument).

2) Internationalisation @ home → praktijkervaring: je kunt ervoor kiezen om bijvoorbeeld deel te nemen aan een activiteit / vrijwilligersactie gericht op asielzoekers of migranten. Of je neemt bijvoorbeeld een interview af met een asielzoeker. Bedenk zelf wat je zou kunnen ondernemen en leg je idee voor aan je praktijkdocent/SLB’er (via je startdocument).

27

Page 28: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

3) Internationalisation @ home → onderzoek: denk bijvoorbeeld aan een probleem of uitdaging die je signaleert op jouw stageplek in internationaal perspectief plaatsen; bestaat het probleem/ de doelgroep/ een specialisatie/ deze uitdaging ook in andere landen/werelddelen en hoe gaat ze er daar mee om? Wat zijn de vraagstukken voor “social workers” elders en hoe lossen ze deze op? Diep je specifieke vraagstuk uit de praktijk (of een onderwerp waar je professionele interesse ligt) uit vanuit internationaal perspectief. Je kunt dit onderzoeken door bijvoorbeeld het bijwonen/volgen van een congres/cursus/training met een internationaal thema, of door het bestuderen van internationale literatuur (boeken, tijdschriften, opiniestukken, artikelen) en/of het bekijken van internationale documentaires. Tip: in de A-week van periode 4 2018 worden er weer International Days georganiseerd voor alle studenten van Gezondheid & Welzijn, je kunt ook hier goed terecht voor input voor je onderzoek.

Wat voor actie je ook uitkiest; je plan wat je wilt gaan doen en hoe verwerk je in je startdocument en leg je voor aan je praktijkdocent/SLB’er. Ook beschrijf je welke leerdoelen je hebt gericht op deze activiteit (zie startdocument). Achteraf schrijf je een samenvatting en een reflectie op de activiteit. Je blikt duidelijk terug op je leervragen en omschrijft je leerproces; in hoeverre zijn je leerdoelen behaald? Wat heb je geleerd op het gebied van internationalisering? Verwerk in je verslag ook theorie. Je gebruikt minstens vier bronnen waarvan er minstens twee van niet-Nederlandse origine zijn

Bijlage 4 Checklist Agogische Basishouding Major 3

Aspecten van de Agogische BasishoudingScore van het gedrag per competentie. In staat tot …(cijfer 1 t/m 10)student praktijk-

begeleider

1. Openheid willen en kunnen tonen:Verschillen tussen eigen en andermans denken/ voelen en handelen kunnen benoemenPrecies en duidelijk je bedoelingen verwoorden

2. Stabiliteit, incasseringsvermogen en

28

Page 29: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

weerbaarheid willen en kunnen tonen:Met stress om kunnen gaanEigen gevoelens en emotionaliteit kunnen hanterenVoor jezelf op komen

3. Effectief willen en kunnen communiceren met individuen en groepen:Functioneel groepsgedrag kunnen tonenLuistervaardigheid tonenVoor een groep een verhaal kunnen doenSteun vragen en gevenDe anderen doelgericht beïnvloeden

4. Je eigen mening willen en kunnen formuleren:Een discussie kunnen voerenRelevante kennis kunnen verzamelen en ordenen

5. Initiatief willen en kunnen nemen:Uitdagingen aangaanMening ( ook ongevraagd) gevenVragen stellen

6. Willen en kunnen reflecteren op eigen gedrag en dat van anderen:Nadenken over eigen en andermans handelenNadenken over zichzelf als persoon in relatie tot anderen

7. Expressief en creatief willen en kunnen zijn:Verbaal en non-verbaal uiting kunnen geven aan gevoelens/ emotiesMeer mogelijkheden zien om problemen/ obstakels op te lossen

29

Page 30: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 5 Feedbackformulier praktijkleren major 3

De praktijkbegeleider vult het feedbackformulier in. Hij geeft per kerntaak een beoordeling in rapportcijfers (1-10) en onderbouwt dit in de tweede kolom. De feedback van de praktijkbegeleider wordt meegenomen als adviesbeoordeling bij de definitieve beoordeling door de docent Praktijkleren.Voorwaardelijk1. De student heeft 128 uur in de praktijk gewerkt Ja / Nee2. De Checklist Agogische Basishouding is ingevuld Ja / Nee3. De student heeft het eindverslag bij de instelling ingeleverd Ja / Nee

Kerntaak commentaar Beoordeling1.Werken met en namens cliënten1.1) De student gaat op een professionele wijze contact aan met verschillende cliënten/ cliëntsystemenDe student kan de volgende twee spanningsvelden in deze relatie herkennen: Afstand–nabijheid en Weerstand1.2) De student kan op basis van observaties en gesprekken met een cliënt of cliëntsysteem een probleem verhelderen en ontrafelen. 1.3) De student kan planmatig werken, bouwt contacten procesmatig op en kan dit verantwoorden 2.Werken voor cliënten & potentiële cliënten2.1) De student signaleert (vanuit zijn kennis op het gebied van maatschappij- en organisatie en juridische aspecten) probleemveroorzakende of probleemversterkende factoren op micro- meso- en macroniveau.2.2) De student analyseert veranderingen in de samenleving die een relatie hebben met de beroepsuitoefening.2.3) De student brengt interculturele communicatie op gang en benoemt barrières op basis van diversiteit.3.Werken in de eigen organisatie3.1) student neemt actief deel aan intercollegiaal overleg en samenwerking en werkt in teamverband. Hij neemt actief deel meerdere vormen van overleg.4.Werken in extern samenwerkingsverband4.1) De student heeft inzicht in het omgaan met overeenkomsten en verschillen in normen en waarden, en is bewust van persoonlijk-professionele dilemma’s met kennis van normatief werken.4.2) De student neemt deel aan multidisciplinair overleg en samenwerking ten behoeve van cliënten, cliëntsystemen en situaties waarvoor dat nodig is.5.Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep5.1) De student onderscheidt ethische dilemma’s met kennis van de beroepscode.5.2) De student levert een bijdrage aan het beroep en de organisatie door:o oriëntatie op maatschappelijke en beroepsmatige

ontwikkelingeno signalen relateren aan beroepshandeleno signaleringsonderzoek doen met kennis van

onderzoeksmethoden mbt.praktijkgericht onderzoekAdviesbeooreling praktijkbegeleider Totaal kerntaken 1-5 : 5

Praktijkinstelling:………………………………………………………………………….. Datum: ………………..

Naam Praktijkbegeleider:…………………………………………………………….

30

Page 31: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 6 Beoordelingsformulier praktijkleren major 3

Naam Student:Studentnummer:Instelling:

Voldaan aan de volgende voorwaarden: o De student heeft per semester 128 uur gewerkt in de praktijk, zoals blijkt uit het

logboek dat hij tijdens het praktijkleren bijhoudt;o Minder dan 3 taalfouten per pagina.o De student heeft het praktijkcontract ingeleverd bij het praktijkbureau.o De student heeft de intervisiebijeenkomsten door de major 6 studenten bijgewoond

en de docent heeft de profielschets ontvangen. o De student heeft alle praktijklessen op school actief gevolgd. Alleen in geval van

overmacht is een aanwezigheid van 80% aanvaardbaar met een compensatie van 20% aan vervangende opdrachten;

o De student heeft een voldoende voor het startdocument.o De student heeft in de praktijk gewerkt aan de kerntaken en leerdoelen;o De student heeft regelmatig begeleidingsgesprekken met zijn praktijkbegeleider

gehad;o De docent Praktijkleren ontvangt als bijlage bij het eindverslag: het logboek,

checklist agogische basishouding, feedbackformulier, geaccordeerd uren overzicht.

Evaluatieverslag Cijfer 1-10

weging feedback

1:Beschrijf waar je hebt stage gelopen, indien dit verschillende instellingen betreft geef je een korte beschrijving van de verschillende instellingen. Daarnaast focus je hier de methodiek van de instelling en jouw analyse hiervan en visie hierop (max 2 A4)

20%

2: Geef een beschrijving van de stand van zaken met betrekking tot de kerntaken. Beschrijf per kerntaak:- de werkzaamheden die je hebt

verricht op je stage. - De stand van zaken met betrekking

tot je leerdoelen - De link van bovenstaande twee

zaken met je bewijsmateriaal (max 3 A4)

40%

3: De adviesbeoordeling van je praktijkbegeleider, na akkoord praktijkdocent.

40%

Voorwaardelijk

O/V(alleen wanneer je dit semester de praktijkdag MWD hebt bijgewoond) 4: Opdrachten praktijkdag MWD- stageworkshops: geef helder aan

wat dit heeft opgeleverd en wat je nodig heb om tot een keuze te komen voor een praktijkplaats in

nvt

31

Page 32: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

major 4/5.- Verwerkingsopdracht (zie bijlage 6)

bewijsmateriaal O/V feedbackKerntaak 1: werken met en namens de cliënten Kerntaak 2: werken voor cliënten en potentiële cliënten

Kerntaak 3: werken in de eigen organisatie

Kerntaak 4: werken in een extern samenwerkingsverband

Kerntaak 5: zichzelf ontwikkelend in het beroep

Kerntaak 6: Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep

NB alle onderdelen dienen minimaal 5.5 en V(oldoende) te zijn.Eindcijfer: onderdeel 1 telt 1 keer, de onderdelen 2 en 3 tellen twee keer. De som hiervan delen door 5 -> eindcijfer.

32

Page 33: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 7 Stageworkshops als onderdeel van de MWD Praktijkdag. Eens per jaar vindt er een MWD Praktijkdag plaats.

Inleiding:De stageworkshops zijn een voorlichtingsactiviteit voor studenten van major 3 en de minor MWD verzorgd door major 4 en 5 studenten. De stageworkshops worden één maal per jaar gehouden op de vrijdag in lesweek 1van periode 2. De stageworkshops maken onderdeel uit van de MWD praktijkdag.

Doelstelling:Voor studenten major 3 en de opleidingsnabije minor MWD bieden de stageworkshops de mogelijkheid om zich goed voor te bereiden op de jaarstage door het werkveld en de praktijkinstellingen te verkennen en oog te krijgen voor de rol en positie van de stagiair in de jaarstage.

ToetsingIn het evaluatieverslag praktijkleren (dagstage) verantwoorden major 3 en minor MWD studenten hun deelname aan de stageworkshops. Opdracht major 3 en minor MWD studentenTijdens het plenaire middagdeel voor alle studenten wordt er een actueel onderwerp behandeld. Schrijf een kort opiniërend stuk van maximaal 1 A4 over het thema dat dit jaar behandeld wordt en de discussie die er op volgde, en neem dit op in je praktijkverslag.

LET OP: DE AANWEZIGHEID VAN STUDENTEN WORDT VIA PRESENTIELIJSTEN GECHECKT DOOR HET PRAKTIJKBUREAU EN AAN DE SLB’ER DOORGEGEVEN.

De werkwijze van de stageworkshopsStamgroepen major 3 en de praktijkgroepen van de opleidingsnabije minor MWD gaan ‘in rondes’ van twee lesuren op bezoek bij de stamgroep major 4 of 5. Gemiddeld zullen studenten van major 3 en de opleidingsnabije minor twee of drie stamgroepen major 4 bezoeken. Dit wordt in het rooster opgenomen. De SLB’er van major 3 of de praktijkdocent in de opleidingsnabije minor is zo mogelijk aanwezig bij de stageworkshops.

De meeloopdagenOok is er tijdens de stageworkshops een inschrijving voor de meeloopdagen. Het is belangrijk dat Major 4 studenten ruim op tijd weten of de praktijkinstelling de mogelijkheid biedt voor meeloopdagen. Neem dit punt mee in de voorlichting en zij laten dit aan het praktijkbureau weten.

Binnen twee weken na de stageworkshops kunnen major 3 studenten via een inschrijfmodule zich opgeven voor een meeloopdag. Het praktijkbureau zal hierover nader berichten.

Let op: niet iedere major 3 of minor MWD student kan meelopen in de praktijkinstelling major. Het is ook goed om in je eigen netwerk te kijken of je kunt meelopen in een major4 praktijkplaats.

De voorbereiding (major 3 studenten en studenten minor MWD): In de SLB major 3 ten tijdens de praktijklessen van de opleidingsnabije minor bereiden studenten zich voor. Het is de bedoeling dat studenten vragen verzamelen voor de stageworkshops, zodat zij gerichte informatie kunnen opvragen aan de jaarstagiairs.

De stageworkshops zijn een verplicht onderdeel.Voor studenten major 3 / minor MWD zijn de stageworkshops een onderdeel van praktijkleren (de dagstage). Voor major 4 en 5 studenten in de stageworkshops een onderdeel van SLB major 4/5.

Vervangende opdracht voor major 3 en minor MWD studenten:Major 3 studenten, die de stageworkshops niet kunnen bezoeken moeten een vervangende opdracht doen.De vervangende opdracht is:De student maakt van 2 door hem zelf gekozen werkvelden een analyse op basis van de volgende factoren:- motiveer je keuze voor dit werkveld.- cliënt populatie: welke cliënten zie je vooral in dit werkveld en waarom?- competentie werker: wat moet de maatschappelijk werker nog meer kunnen dan

het beroepsprofiel om in dit werkveld te kunnen werken: noem 2 aspecten en motiveer je antwoord.

-noem één macro factor die vooral in het afgelopen jaar van belang is geweest m.b.t. het werkveld?Je schrijft een bondig verslag en je presenteert dit in de SLB.

33

Page 34: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

Bijlage 8 Overzicht kerntaken en voorbeelden bewijsmateriaal

Eisen bewijsmateriaal:De bewijzen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :authentiek zijn;actueel zijn;relevant zijn;van voldoende kwantiteit zijn, envan voldoende variatie zijn.Daarnaast mag je geen bewijsmateriaal uit eerdere stages ‘hergebruiken’!

Authentiek: vertrouwen dat het bewijs een accurate representatie is van de ervaring. Is het bewijs een accurate representatie van de ervaring en deskundigheid van de deelnemer? Als aan de authenticiteit van bewijzen wordt getwijfeld, dan leidt dit tot een lagere waardering van de kwaliteit van de bewijsvoering.

Actueel: weerspiegelen de bewijzen het huidige competentieniveau van de deelnemer? Bewijzen van recente datum zullen eerder aan dit vereiste voldoen dan bewijzen die van vroegere datum zijn. Dit hangt ook samen met de aard van de competenties

Relevant: dekken de bewijzen de belangrijkste elementen van een competentie/ beroepstaak? Hoe specifieker hoe relevanter.

Kwantiteit: betrekking op aantal maanden of jaren ervaring in een bepaalde competentie, of de hoeveelheid trainingen en andere opleidingsactiviteiten.

Variatie van contexten: hoe groter de variatie in contexten waarin de ervaring is opgedaan hoe groter de kans dat competenties ontwikkeld zijn.

Verantwoording:In je verslag moet duidelijk zijn waarom je juist voor dit bewijsstuk hebt gekozen, wat je ervan hebt geleerd én hoe je het geleerde in andere situaties kunt gebruiken (transfer).

Taakgebieden

Kerntaken opleidingskwalificaties

Voorbeelden van bewijsmateriaal

Taakgebied I

Directe en Indirecte hulp- en dienstverlening

Kerntaak 1 (A)Werken met en namens cliënten:Psychosociale hulpverlening

- A1. De maatschappelijk werker legt contact met de cliënt of het cliëntsysteem en streeft naar een samenwerkingsrelatie met de cliënt, ook in situaties gekarakteriseerd door drang en dwang.

- A2. De maatschappelijk werker vormt zich samen met de cliënt een beeld van de aard van de vraag van de cliënt - of problemen in de situatie waarin de cliënt verkeert.

- A3. De maatschappelijk werker maakt een hulpverleningsplan of dienstverleningsplan in samenspraak met de cliënt, verantwoordt dit plan op toegankelijke wijze voor betrokkenen en spreekt daarmee de ontwikkelingsmogelijkheden van de cliënt aan;

- A4. De maatschappelijk werker verleent hulp en diensten op methodische en reflectieve wijze. Hij of

- Een verslag van een gesprek met feedback van je begeleider of de cliënt.

- Een door jou ingevuld en geanonimiseerd hulpverleningsplan of intakeformulier.

- Een (geluids) opname van een gesprek met een reflectie.

- Een uitgewerkte casus waarin jij uitlegd hoe je methodisch te werk bent gegaan en hoe je het contact hebt afgerond met toelichting vanuit de theorie.

- Certificaat van een cursus die jouw methodisch werken binnen de instelling versterkt.

34

Page 35: format shl KBS vt Social Work brief - Web viewDaarom wordt daar al in de tweede helft van de ... Voor concrete vragen omtrent praktijkplaatsen kun je een beroep doen op het ... word

zij handelt volgens de regulatieve cyclus en vangt, afhankelijk van de situatie, op verschillende punten in deze cyclus aan.

Kerntaak 2 (B)Werken voor cliënten en potentiële cliënten

- B1. De maatschappelijk werker signaleert probleemveroorzakende of probleemversterkende factoren in de maatschappelijke context (van cliënt, cliëntsysteem), zoals wetten, regels, voorzieningen, situaties die voor bepaalde groepen in de samenleving nadelig werken en handelt gericht op cliënt, cliëntsysteem en/of samenleving;

- B3. De maatschappelijk werker bevordert interculturele communicatie

- Interview met cliënt over maatschappelijke veranderingen zoals multiculturele samenleving of de versobering van de zorg met een reflectie.

- Beschrijf hoe jouw instelling probeert de (lokale) politiek te beïnvloeden om te belangen van de doelgroep te behartigen en wat jij daar van vindt.

- Uitgewerkte casus met een analyse hoe maatschappelijke veranderingen op micro-meso-macro niveau hun uitwerking hebben.

- Een casusuitwerking waarin je een casus bekijkt vanuit het perspectief van interculturele communicatie.

- Een betoog over hoe er binnen jouw instelling omgegaan wordt met cultuurverschillen en jouw mening hierover.

Taakgebied II

Werken in en vanuit een arbeidsomgeving

Kerntaak 3 (C)Werken in de eigen instelling of organisatie

- C3. De maatschappelijk werker initieert intercollegiaal overleg en samenwerking en werkt in teamverband. Hij neemt deel aan: voortgang- en beleidsoverleg, projectgroepen, intervisiegroepen, signaleringsgroepen en werkbegeleiding.

- Een verslag van deelname aan een casuïstiekoverleg/intervisie/werkoverleg.

- Een inbreng voor casuïstiek. - Een voorstel voor hoe deze

overleggen geïntroduceerd danwel aangepast zouden kunnen worden.

Kerntaak 4 (D)Werken in externe samenwerkingsverbanden

- D1. De maatschappelijk werker draagt de in het beroep vigerende waarden en normen uit.

- D2. De maatschappelijk werker organiseert en coördineert multidisciplinair overleg en samenwerking ten behoeve van cliënten, cliëntsystemen en situaties waarvoor dat nodig is en neemt daaraan deel.

- Een verslag van een voorlichtingsbijeenkomst waaraan jij een bijdrage geleverd hebt.

- Een casusbeschrijving waaruit blijkt dat je intensief met andere partijen samengewerkt hebt.

- Een bijdrage geleverd hebben aan een website, social media of foldermateriaal van een instelling, gericht op de samenwerking met andere instellingen.

- Een verslag van deelname aan een multidisciplinair overleg.

35