Farmacotherapie bij chronische nierinsufficientie Pretest: 5 minuten · 2012. 4. 5. · 14-3-2012 1...
Transcript of Farmacotherapie bij chronische nierinsufficientie Pretest: 5 minuten · 2012. 4. 5. · 14-3-2012 1...
14-3-2012
1
Farmacotherapie bij Farmacotherapie bij chronische nierinsufficientiechronische nierinsufficientie
Carla van Eijzeren, diabetesverpleegkundige EADVCarla van Eijzeren, diabetesverpleegkundige EADV
Paul Leurs, internist Paul Leurs, internist ––nefroloognefroloog
13 maart 2012, Ede13 maart 2012, Ede
Pretest: 5 minutenPretest: 5 minuten
FarmacokinetiekFarmacokinetiek
DefinitieDefinitie: :
beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het beschrijft de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpenlichaam wordt onderworpen
Verschillende fasen:Verschillende fasen:
1.1. absorptie:absorptie: opname stof in circulatieopname stof in circulatie
2.2. distributie:distributie: verdeling van de stof verdeling van de stof
3.3. metabolisme:metabolisme: chemische veranderingchemische verandering
4.4. excretie:excretie: verwijdering van de stof uit het lichaamverwijdering van de stof uit het lichaam
De weg van de werkzame stof in het De weg van de werkzame stof in het
lichaamlichaam
Verloop plasmaconcentratie na Verloop plasmaconcentratie na
eenmalige orale toedieningeenmalige orale toediening
Invloed van soort orale Invloed van soort orale
toedieningsvormtoedieningsvorm
14-3-2012
2
Nierfunctiestoornissen en Nierfunctiestoornissen en
farmacokinetiekfarmacokinetiek
1.1. Absorptie:Absorptie:
maagontlediging maagontlediging ��
slijmvlieszwelling MD stelsel (oedeem)slijmvlieszwelling MD stelsel (oedeem)
braken, diarreebraken, diarree
gebruik antacidagebruik antacida
2.2. Distributie:Distributie:
oedeemoedeem
veranderde eiwitbindingveranderde eiwitbinding
3.3. Metabolisme:Metabolisme:
�� , , �� of onveranderd of onveranderd
4.4. Excretie:Excretie:
��
Aanpassing dosering bij NFS
In het algemeen geldt:
totale klaring = extrarenale klaring + renale klaring
Voorbeeld:
Als stof normaliter 60% door nier wordt uitgescheiden en kreatinine
klaring is ↓ tot 25%, dan is nieuwe totale klaring
0.4 (extrarenaal = 40%) + (0.6 x 0.25) = 0.55 (55% van normaal)
Casus 1Casus 1
Man, 76 Man, 76 jrjr
VoorgeschiedenisVoorgeschiedenis
1997: 1997: DM type 2, overgewicht, hypertensieDM type 2, overgewicht, hypertensie
2010:2010: CNI stadium IIICNI stadium III--IV o.b.v. IV o.b.v. hypertensievehypertensieve + DM + DM nefropathie, nefropathie, metforminemetformine wordt gestaaktwordt gestaakt
Eigenschappen metformineEigenschappen metformine
• • Werking:Werking: vermindering glucoseproductie door leververmindering glucoseproductie door lever
vermindering insulineresistentievermindering insulineresistentie
• • Farmacokinetische eigenschappen:Farmacokinetische eigenschappen:
FF : 50: 50--60%60%
TTmaxmax : 2.5 uur: 2.5 uur
EliminatieEliminatie : onveranderd met de urine: onveranderd met de urine
TT½½ elel : 6.5 uur: 6.5 uur
NHG standaard en metformine
NHG standaard:
- bij klaring 30-60 ml/min mag metformine in aangepaste
dosering
ECHTER
pas op bij tussentijds optredende ziekten → dehydratie,
toename risico op lactaat acidose
- bij klaring < 30 ml/min metformine stoppen
14-3-2012
3
Lactaat acidose en metformineLactaat acidose en metformine
Meta-analyse 347 studies (Salpeter et al, Cochcrane Library, 2010)
Groep 1: metforminegebruikers
70.490 patient-years
incidentie lactaat acidose: 4.3 / 100.000 p-y
Groep 2: geen metforminegebruikers
55.451 patient-years
incidentie lactaat acidose: 5.4 / 100.000 p-y
Contra-indicaties metformine
� nierinsufficiëntie
� hartfalen
� overgevoeligheid voor metformine
� metabole acidose
� verminderde leverfunctie
NB: Wees voorzichtig in geval van
� leeftijd > 80 jr
� AMI
� contrastonderzoek
� alcohol
Casus 1 (vervolg)
Welke behandeling voor DM nu metformine wordt gestopt ?
Casus 1 (vervolg)
Welke behandeling voor DM nu metformine wordt gestopt ?
1. SU preparaten
2. TZD’s3. Insuline
4. Nieuwe middelen ?
KDOQI richtlijnen 2007 KDOQI richtlijnen 2007
14-3-2012
4
Nieuwe ontwikkelingen DM Nieuwe ontwikkelingen DM
behandeling en NFSbehandeling en NFSWerking van GLPWerking van GLP--1 mimeticum en 1 mimeticum en
DDPDDP--4 remmer4 remmer
KDOQI guidelines 2012
Liraglutideconcentratie en NFSLiraglutideconcentratie en NFS
Br J Clin Pharmacol 2009; 68: 898-905
KDOQI guidelines 2012
Werking SGTL2 Werking SGTL2
Glucose
Glucose
Na+
Na+
Lumen
SGLT2S1 proximal tubule
Na+ and glucose at 1:1
stoichiometry
GLUT2
Na+K+
Blood
Glucose
ATPase
Chao et al, Nat Rev Drug Disc, 2010
14-3-2012
5
Glucose verwerking door nierGlucose verwerking door nier
Glucose
No glucose
SGLT2
SGLT1Collectingduct
S1 segmentof proximal tubule
Distal S2/ S3segmentof proximal tubule
~90% reabsorption
~10% reabsorption
Figure 3 | Renal handling of glucose in a non-diabetic individual. Virtually all the
SGTL2 inhibitieSGTL2 inhibitie
Ferrannini, NDT 2010, 25; 2041-2043
Casus 1 (vervolg)
Leefstijl
roken: nee
alcohol: nee
beweging: minimaal (rollator)
Lichamelijk onderzoek
L 176 cm, gewicht 106 kg, BMI 34.2
Laboratorium
Na 141, K 4.6, kreatinine 610, MDRD 8
Glucose 10.7, HbA1c 56 (7.3%)
Casus 1 (vervolg)
Uiteindelijk gaat patiënt over op 4dd insuline
December 2011:
ACS + hartfalen + terminale nierinsufficiëntie waarvoor hemodialyse
Januari 2012:
plaatsing CAPD + training
Medicatie
Nifedipine ret 1dd 30 mg, bumetanide 1dd2 mg, ascal 1dd 100mg,
metoprolol ret 1dd 200 mg, aprovel 1dd300 mg, lipitor 1dd 20 mg,
enalapril 2dd 20 mg, calci-chew 3dd 500 mg, gabapentine 2dd 200mg, levemir en novorapid
Casus 1 (vervolg)
Hoe was het verloop van de DM regulatie rondom de start van de dialysebehandeling ?
Casus 1 (vervolg)
Vlak voor start hemodialyse:
kreatinine 608 µmol/l, MDRD 8,
HbA1c 54 mmol/mol (7.1%)
14-3-2012
6
Casus 1 (vervolg)
Vlak voor hemodialyse:
Tijdens hemodialyse:
Casus 1 (vervolg)
Vlak voor hemodialyse:
Tijdens hemodialyse:
Na
Start peritoneel dialyse:
Effect peritoneaal dialyse op glucose Wat is peritoneaal dialyse ?Wat is peritoneaal dialyse ?
Peritoneaal dialysePeritoneaal dialyse
14-3-2012
7
Het principe van peritoneaalHet principe van peritoneaal--dialysedialyse
�� Buikvlies als semiBuikvlies als semi--permeabel membraanpermeabel membraan
�� Werking van de PD vloeistof:Werking van de PD vloeistof:
glucose als osmotische gradiëntglucose als osmotische gradiënt
Waarmee moet je rekening houden bij start Waarmee moet je rekening houden bij start peritoneel dialyse ?peritoneel dialyse ?
Peritoneal equilibration test
Twardowski et al, Blood Purif 1988; 7: 95
Insulinebehoefte na start PDInsulinebehoefte na start PD
Insuline toename na 6 mnd bij A: 1.5 U/dag; bij B: 9.7 U/dag; bij C: 16 U/dag Insuline toename na 6 mnd bij A: 1.5 U/dag; bij B: 9.7 U/dag; bij C: 16 U/dag
Szeto et al, NDT 2007; 22: 1697-1702
Invloed van Icodextrin op metabolisme (1)Invloed van Icodextrin op metabolisme (1)
●● = alle patienten (n=49)= alle patienten (n=49)
º = patienten met HbAº = patienten met HbA1c1c > 6.5% (n=27)> 6.5% (n=27)
Babazono, Am J Nephrol, 2007; 27: 409-415
14-3-2012
8
Invloed van Icodextrin op metabolisme (2)Invloed van Icodextrin op metabolisme (2)
●● = alle patienten (n=49)= alle patienten (n=49)
º = patienten met HbAº = patienten met HbA1c1c > 6.5% (n=27)> 6.5% (n=27)
Babazono, Am J Nephrol, 2007; 27: 409-415
Insulinedosering in begin van dialyseInsulinedosering in begin van dialyse
Quellhorst, JASN 2002; 13: S92-S96
Afname insuline behoefte a.g.v. Afname insuline behoefte a.g.v. dialyse ?dialyse ?
Invloed van dialyse op insulineresistentie
Kobayashi et al, NDT 2000; 15: 65-70
Casus 2Casus 2
Man, 48 jr, gescheiden. Werkt in horecabedrijfMan, 48 jr, gescheiden. Werkt in horecabedrijf
VoorgeschiedenisVoorgeschiedenis
1992: DM type 11992: DM type 1
2006: thrombose2006: thrombose
2007: maagbloeding2007: maagbloeding
2009: laserthearpie OD, glasvochtbloeding, cataract OK2009: laserthearpie OD, glasvochtbloeding, cataract OK
Opname ivm CAG.Opname ivm CAG.
Casus 2 (vervolg)
Medicatie
Ascal 1dd 100mg, ferrogradumet 1dd 1, lipitor 1dd 10mg, renagel 3dd 800 mg, neorecormon 6000 E/ wk, pantazol 1dd 40 mg, bumetanide 1dd 5 mg, bisoprolol 1dd 2.5 mg, lisinopril 1dd 10 mg, amlodipine 1dd 10 mg, losartan 1dd 100 mg, etalpha 1dd 0.5 ug, novorapid 3dd, levemir 1dd.
Leefstijl
Roken: gestopt sinds 2009
Alcohol: ja
Beweging: minimaal
14-3-2012
9
Casus 2 (vervolg)
Lichamelijk onderzoek
Lengte 186 cm, gewicht 122.5 kg, BMI 35.4
Laboratoriumonderzoek
Na 135, K 4.2, kreatinine 286, MDRD 22, glucose 13,7
HbA1c 56 (7.3%)
Casus 2 (vervolg)
Hoe is het verloop van de DM regulatie geweest in de aanloop naar CNI stadium 5 ?
Casus 2 (vervolg)
2009: kreatinine 286, MDRD 22, HbA1c 56 (7.3%)
novorapid 18-18-18 E, lantus 22 E: totaal 76 E
2010: kreatinine 337, MDRD 18, HbA1c 61 (7.7%)
novorapid 20-20-20, lantus 32 E: totaal 92 E
2011: kreatinine 534, MDRD 11, HbA1c 56 (7.3%)
novorapid 16-18-20, lantus 32 E: totaal 86 E
Casus 2 (vervolg)
ACS, overplaatsing naar UZA voor hartoperatie.
Aldaar start hemodialyse. In totaal ± 1 maand gedialyseerd.
Tijdens dialyse:
Na staken dialyse:
Effecten NFS op glucosemetabolisme Effecten NFS op glucosemetabolisme (1)(1)
1.1. Optreden insulineresistentieOptreden insulineresistentie
-- verminderde insuline secretie door:verminderde insuline secretie door:
-- secundaire hyperparathyreoidiesecundaire hyperparathyreoidie
-- Vit D deficientieVit D deficientie
-- uremie geassocieerde insuline resistentieuremie geassocieerde insuline resistentie
-- veranderd glucose metabolismeveranderd glucose metabolisme
-- adipocytokinesadipocytokines
-- metabole acidosemetabole acidose
-- secundaire hyperparathyreoidiesecundaire hyperparathyreoidie
-- insuline gevoeligheid kan insuline gevoeligheid kan ↓↓ tot 60%tot 60%
Effecten NFS op glucosemetabolisme Effecten NFS op glucosemetabolisme (2)(2)
2.2. Verminderde klaring van insulineVerminderde klaring van insuline
Lever: belangrijkste orgaan waar endogene insuline wordt afgebroken
Nier: speelt m.n. een rol bij afbraak van C-peptide en exogene insuline
14-3-2012
10
Insulineconcentratie en NFSInsulineconcentratie en NFS
Clin Pharmacokin 2008; 47: 7-20Iglesias et al, Diab Obes Metab, 2008, 10: 811-823
BurntBurnt--Out DiabetesOut DiabetesMogelijke factoren die tot
een ‘burnt-out diabetes’kunnen bijdragen
Kalantar-Zadeh et al, L Ren Nutr 2009; 19: 33-37
Aanpassing dosering medicatie bij Aanpassing dosering medicatie bij
nierfunctiestoornissennierfunctiestoornissen
1.1. Anamnese en LOAnamnese en LO
2.2. Bepaling de ernst van de nierfunctiestoornisBepaling de ernst van de nierfunctiestoornis
3.3. Reviseer de medicijnlijstReviseer de medicijnlijst
4.4. Vermijd waar mogelijk nefrotoxische middelenVermijd waar mogelijk nefrotoxische middelen
5.5. Kies voor juiste oplaaddosisKies voor juiste oplaaddosis
6.6. Kies juiste dosering voor onderhoudsbehandelingKies juiste dosering voor onderhoudsbehandeling
7.7. Controleer zo nodig spiegelsControleer zo nodig spiegels
8.8. HerevalueerHerevalueer met regelmaat de behandelingmet regelmaat de behandeling
Bespreking vragen Bespreking vragen pretestpretest