Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het?...

9
Examenvoorbereideing

Transcript of Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het?...

Page 1: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Examenvoorbereideing

Page 2: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Hoe moet je een aangeboden bron analyseren

• Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc.• Uit welke tijd is de bron afkomstig? Vroeger/zelfde tijd/later?• Waarvandaan is de bron afkomstig? Boek/krant/overheid?• Wat is er bekend over de maker? Wie, wat, waar, waarom?• De inhoud:

– Waarover gaat de info?– Voor wie is het bestemd?– Wat is het doel?– Mening of feit?– Wat is de belangrijkste afbeelding?– Welke symbolen zijn er?– Is er een onderschrift?

• Hoe bruikbaar is de bron?– Wat wil je ermee onderzoeken?

• Hoe betrouwbaar is de bron?– Hangt ook af van het doel waarvoor je de bron gebruikt. Op

welke vraag geeft de bron een antwoord?– Mening of feit?

Page 3: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Vraagtypen• Informatiebegripsvraag

– De juiste kennis op het juiste moment etaleren• Informatiebewerkingsvraag

– Informatie omzetten in een andere structuur (bijv. bij een tabel of schema)

• Argumentenvraag– Argumenteren voor of tegen een standpunt

• Standpuntvraag– Een standpunt innemen

• Afwegingsvraag– Pro en contra argumenten afwegen

• Probleemstellingvraag– Een bewering beoordelen

• Aanvaardbaarheidsvraag– Beoordeel informatie op betrouwbaarheid

• Doorsnedevraag– Hebben betrekking op een groter deel van de stof. Bijv. een vraag over

het Cultuurstelsel en de Ethische Politiek• Casus

– Een kwestie waar de meningen nog over verdeeld zijn. Wat vind jij adhv deze bronnen?

Page 4: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Vragen zonder bronnen• De vragen die niet met bronnen hebben te maken, beginnen vaak

op één van de volgende manieren: • a ‘Noem’ (‘drie van deze problemen’, ‘twee redenen’, ‘twee

oorzaken’ etc.) • b ‘Beredeneer waarom’ • c ‘Leg uit waarom …’ • d ‘Licht dit toe’ • e ‘Geef hiervoor een verklaring’ • f ‘Verklaar waarom’ • g ‘Toon aan dat ..’ • h ‘Leg met een voorbeeld uit’ • i ‘Zet de (gegeven) gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde’ • Vaak begint een vraag ook met een bewering of stelling die door de

leerlingen moet worden uitgelegd of ondersteund.

Page 5: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Vragen met bronnen• De vragen met bronnen beginnen vaak op één van de volgende manieren: • a ‘Toon aan de hand van de bron/met een element uit de bron aan dat ...’

(volgt iets wat je stelling of bewering zou kunnen noemen) • b ‘Geef aan de hand van de bron een verklaring voor ....’(volgen feiten) • c ‘Geef de visie van de tekenaar weer’ • d ‘Noem aan de hand van de bron twee/drie kenmerken/veranderingen’ • e ‘Geef kenmerken van ... en ondersteun die met een beeldelement’ • f ‘Beredeneer met een gegeven uit de bron wat/waarom’ (volgt indirecte

vraag) • g ‘Leg uit’ (volgt een begrip) ‘en hoe dat in de bron tot uiting komt’ • h 'Trek uit de bronnen een conclusie over ...'. • i ‘Leg uit waarom’ (volgt een element uit de bron) • j ‘Ontleen aan de bron een argument’ • Het examen van 2008 bevat 28 vragen, waarbij 13 bronnen horen. Vragen

met ‘Leg uit’ komen zeer veel voor, in totaal 13 maal (bij vragen zonder en met bronnen samen).

• In het katern is ruimschoots voldoende werkmateriaal aanwezig om te oefenen met bronnen.

Page 6: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Gebruik bij het beantwoorden van de vraag de 5 stappen voor spotprentanalyse!!! 

Stap 1: Lees het bijschrift en let op:• Namen van personen op de prent • Datum van publicatie • Informatie over de standplaats van de tekenaar (welk land,

groep, partij) Stap 2: Zeg wat je ziet – en niets meer, dus zonder te

interpreteren• Lees teksten in de prent zelf • Beschrijf de personen/figuren • Beschrijf voorwerpen • Beschrijf symbolen Stap 3: de gebeurtenis • Noem de gebeurtenis/het verschijnsel waarover de prent gaat Stap 4: de boodschap• Leg de boodschap van de tekenaar uit • Leg uit  hoe de tekenaar de personen/figuren, voorwerpen en

symbolen (beeldelementen) gebruikt voor zijn boodschap

Page 7: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Belangrijke symbolen voor Vietnam-cartoons: 

Symbool betekenis

vredesduif, vredesteken vrede

Bommen, vliegtuigen oorlog, bombardementen, Rolling Thunder

wapens oorlog, geweld

kapotte, gebroken wapens nederlaag

hamer, sikkel, rood, sterren communisme

doodshoofden, geraamtes, kruisen, bloed

dood, verderf, mislukking, nederlaag

verband, krukken etc Mislukking, nederlaag

spoken het verleden, gevaar

Uncle Sam, adelaar, stars and stripes Verenigde Staten:

haan, ‘Franse pet’, Marianne Frankrijk

Gekreukte, verminkte landsymbolen Nederlaag, mislukking

draak, mao, dik figuurtje  met rijsthoed

China

dunne figuur met rijsthoed, verwoest landschap

Vietnam

LBJ Johnson

JFK Kennedy

   

Page 8: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Examenbundel

• Pagina 8 t/m 11 over de betrouwbaarheid van bronnen

• Pagina 12 t/m 14 over algemene begrippen

Page 9: Examenvoorbereideing. Hoe moet je een aangeboden bron analyseren •Wat voor soort bron is het? Geschreven/ongeschreven etc. •Uit welke tijd is de bron.

Begrippen bij geschiedenis

• continuïteit

• discontinuïteit

• oorzaak, aanleiding, gevolg

• interpretatie

• motief

• orgaan

• standplaatsgebondenheid