EH Magazine April 2011

49
Aan onze lezers In het vorige EH-Magazine kwam o.a. de vraag aan de orde: Wie hoort er eigenlijk bij het lichaam van Christus? Wie niet? Was dat alleen Paulus als apostel, of horen de twaalf apostelen van Israël er ook bij? In dit magazine gaat het onder andere over de opname van de gemeente: Wie worden weggerukt? Het blijkt, dat we daar vaak een veel te beperkte gedachte over hebben. De groep mensen die de Heer ontmoet in de lucht is veel groter dan wij mogelijk beseffen. Dit wordt aan de hand van de Schrift aangetoond. In het artikel ‘De grote witte troon’ komt nog eens duidelijk naar voren, dat God door Jezus Christus werkt met verschillende groepen mensen in gebeurtenissen die op verschillende tijdstippen plaatsvinden. Maar in al die gebeurtenissen blijkt Gods liefde en Zijn genade voor heel Zijn schepping. Hij brengt allen en alles terecht tot Zijn eer en heerlijkheid door Christus Jezus. In het vervolg van ‘Heel de Schrift door God geïnspireerd’ blijkt opnieuw, dat alles volgens Zijn plan gaat; ook de dingen waarvan wij denken, dat ze mis gaan. Koningen en koninkrijken, die naar onze mening ‘verkeerd bezig zijn’, noemt God Zijn knecht en zijn door Hem bedoeld. Hij werkt alles uit in overeenkomstig de raad van Zijn wil. Goed is het, om in dit magazine ook weer een concordant in het Nederlands vertaald hoofdstuk te hebben uit de brief aan de Galaten (hoofdstuk 3) met daarbij de opmerkingen van broeder Knoch. Helaas is er door de lengte van de artikelen deze keer geen ruimte voor een deel uit de brieven aan Anne. De volgende keer kunt u daar weer wel op rekenen. 1 Inhoud Aan onze lezers 1 De grote witte troon 2 Heel de Schrift door God geïnspireerd 11 deel 2 GALATEN Galaten 3 Concordante Vertaling 18 Concordant Commentaar bij Galaten 3 21 Wie worden weggerukt? Jrg. 21-1 ‘De grote witte troon’ p. 2

description

EH magazine van gemeente Eben-Haezer.

Transcript of EH Magazine April 2011

Page 1: EH Magazine April 2011

Aan onze lezers

In het vorige EH-Magazine kwam o.a. de vraag aan de orde: Wie hoort er eigenlijk bij het lichaam van Christus? Wie niet? Was dat alleen Paulus als apostel, of horen de twaalf apostelen van Israël er ook bij?

In dit magazine gaat het onder andere over de opname van de gemeente: Wie worden weggerukt?Het blijkt, dat we daar vaak een veel te beperkte gedachte over hebben. De groep mensen die de Heer ontmoet in de lucht is veel groter dan wij mogelijk beseffen. Dit wordt aan de hand van de Schrift aangetoond.

In het artikel ‘De grote witte troon’ komt nog eens duidelijk naar voren, dat God door Jezus Christus werkt met verschillende groepen mensen in gebeurtenissen die op verschillende tijdstippen plaatsvinden. Maar in al die

gebeurtenissen blijkt Gods liefde en Zijn genade voor heel Zijn schepping. Hij brengt allen en alles terecht tot Zijn eer en heerlijkheid door Christus Jezus.

In het vervolg van ‘Heel de Schrift door God geïnspireerd’ blijkt opnieuw, dat alles volgens Zijn plan gaat; ook de dingen waarvan wij denken, dat ze mis gaan. Koningen en koninkrijken, die naar onze mening ‘verkeerd bezig zijn’, noemt God Zijn knecht en zijn door Hem bedoeld. Hij werkt alles uit in overeenkomstig de raad van Zijn wil.

Goed is het, om in dit magazine ook weer een concordant in het Nederlands vertaald hoofdstuk te hebben uit de brief aan de Galaten (hoofdstuk 3) met daarbij de opmerkingen van broeder Knoch.

Helaas is er door de lengte van de artikelen deze keer geen ruimte voor een deel uit de brieven aan Anne. De volgende keer kunt u daar weer wel op rekenen.

Verbonden in Christus Jezus, onze Heer,

Hans Maissan(Eindredactie)

1

Inhoud

Aan onze lezers 1De grote witte troon 2Heel de Schriftdoor God geïnspireerd 11deel 2

GALATENGalaten 3Concordante Vertaling 18Concordant Commentaarbij Galaten 3 21Wie worden weggerukt? 24Inhoudsopgave 35Jaargang 20 (2010)

ISSN 0925-3275 /21e JAARGANG, NR. 1

Jrg.

21-

1

‘De

grot

e w

itte

troo

n’

p.

2

Page 2: EH Magazine April 2011

De grote witte troonDe Schriftcitaten in dit artikel komen hoofdzakelijk uit de Herziene Statenvertaling (2010). [red.]

Openbaring is een moeilijk boek. Met name hoofdstuk 20:11-15 roept bij velen schrik, angst en vragen op. Wat gaat er gebeuren op dat moment? Wie zit op de troon? Wat zijn de gevolgen?Veel vragen. Laten wij het gedeelte eerst maar eens lezen:11. En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat.

Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was.

12. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek van het leven. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.

13. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het dodenrijk gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken.

2

Page 3: EH Magazine April 2011

14. En de dood en het dodenrijk werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood.

15. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek van het leven, werd hij in de poel van vuur geworpen. Openbaring 20:11-15

Het gaat over een gericht. Dat blijkt uit twee keer ‘en … werden geoordeeld’. Men noemt het vaak ‘het laatste oordeel’. In die uitdrukking ‘laatste oordeel’ zit voor velen dreiging; men zal het eeuwig ‘wel’ óf het eeuwig ‘wee’ tegemoet gaan als gevolg van dit oordeel. Zo kijken velen tegen dit gedeelte uit de Schrift aan.Het is heel belangrijk dat wij dit gedeelte zien als een stap die God zet in Zijn grote plan van ‘eeuw(ighed)en’ ofwel ‘eonen’ (tijdperken) om te komen tot het einddoel dat Hij Zich gesteld heeft. Paulus schrijft in 1 Corinthiërs 15:28: ‘... en God zal zijn: alles in allen.’Het oordelen, beter: richten (Grieks: krino), van ongelovigen vindt plaats bij deze grote witte troon.Als wij de Schrift openen, betekent dat per definitie evangelie. En als wij gaan lezen in het licht van alles wat God door Paulus onthult, wordt ook de functie van de grote witte troon duidelijk.

Verschillende Bijbelgedeelten, andere tijdstippenDit gedeelte roept veel onzekerheid en angst op bij mensen met een kerkelijke, traditionele achtergrond. Dat is (helaas) maar al te waar. Mensen liggen er – soms na een leven lang trouwe kerkgang – wakker van. Omdat men dit Bijbelgedeelte vaak als één geheel ziet met dat van ‘de schapen en de bokken’ uit Mattheus 25:31-46, leidde en leidt het tot veel angst. Men denkt na een heel leven bij een kerk (of een groep) te hebben gehoord, eventueel tóch nog bij de bokken te horen.Niet alleen gaat het in Mattheus 25:31-46 om een heel

3

Page 4: EH Magazine April 2011

ander gebeuren, het is bovendien iets, dat op een totaal ander tijdstip plaatsvindt, hoewel het wél om dezelfde Richter gaat, namelijk onze Heer, Jezus Christus! Het is een gericht van God, en een gericht van God is altijd tot redding.Jezus Christus zit in Mattheus 25 op de troon van Zijn heerlijkheid en in Openbaring 20 op de grote witte troon. Tussen die twee zit minstens 1000 jaar tijdsverschil! Mattheus 25 ligt vóór de 1000 jaren en Openbaring 20:11-15 vindt plaats ná de 1000 jaren uit Openbaring 20:1-10.

Troon niet letterlijkDe grote witte troon is niet iets waarbij je moet denken aan een troon, zoals die waar de koningin elk jaar op zit op Prinsjesdag, als zij de troonrede voorleest. Troon staat voor: regering, heerschappij. Degene die de troon bezet, regeert. Dat doet de Zoon, Jezus Christus, in Openbaring 20.Er vindt een gericht plaats. Richten is volgens de Schrift: wat krom was, scheef zat, weer rechtzetten, en dat niet alleen, het gaat ook om: richten op Hém. Én het heeft met de daden (werken) van de mens te maken.Deze witte troon is het grote eindgericht in het plan van God. Daarna zal de heerlijkheid alleen maar toenemen!

Een aantal gerichten van God het sterven van de mens de grote vloed bij Noach Israël en Juda in ballingschap het kruis op Golgotha de bema (rechterstoel) van Christus en God de gerichten in de eindtijd Openb.6-19

de grote witte troon: het eindgericht

4

Page 5: EH Magazine April 2011

Waar denken wij aan?Gerichten, oordelen – wat denken wij dan? Aan donkerheid en duisternis?Als je er goed bij nadenkt, en je laat tot je doordringen wat er precies gebeurt bij de grote witte troon en je krijgt er zicht op, dan denk je niet langer aan donkerheid en duisternis; je denkt eerder aan een zonnige, stralende dag, licht, genade! Uiteindelijk zal bij de grote witte troon genade de doorslag geven. Gods genade is groot genoeg voor iedereen!

De troon is groot en witEr staat, dat het een grote witte troon is.Wat wil wit in de Schrift zeggen?Als de mensen bij deze troon veroordeeld zouden worden tot eeuwige verlorenheid, zou wit niet de juiste kleur zijn. Dan zou de troon zwart moeten zijn. Wit spreekt van Gods gerechtigheid en heiligheid.Heiligen die rechtvaardige daden hebben gedaan, dragen witte klederen. Openb.3:4,5; 7:9,13; 19:14

De Heer Jezus had op de berg van de verheerlijking Matth.17:2

klederen die wit als het licht werden. De priesters van Israël droegen witte linnen klederen, als teken dat zij een dienst aan God verrichtten, daarvoor door Jahweh apart gezet.Hemelse boodschappers (‘engelen’) zijn ook met wit bekleed. Matth.28:3

De troon is groot en wit. Alle mensen die in de loop van de tijden ongelovig gestorven zijn, zullen daar staan. Dat zijn er heel erg veel. God roept ze allemaal terug! Het is een enorme betoning van Zijn kracht en heerlijkheid, als Hij ze opwekt uit de dood – mensen die overleden zijn onder allerlei omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een

5

Page 6: EH Magazine April 2011

zeemansgraf. Er staat: ‘… en de zee gaf de doden die in haar waren. Openb.20:13

Al die mensen voor de grote witte troon ..., het is een groots gebeuren. Het hart van God is groot. God vergeet niemand; ook niet degenen die door iedereen vergeten zouden worden, of de randfiguren, of degenen die wij links laten liggen, waar wij geen acht op slaan. Het hart van God is niet te klein voor hen. God zal ze er allemaal bij roepen, al die ongelovige mensen!

Jezus Christus zit op de troonDe Heer zal Zelf op deze troon plaatsnemen. De Vader oordeelt, richt niemand. Dat zegt Johannes. God heeft al het oordeel (gericht) gegeven aan Zijn zoon. De Heer zit op de grote witte troon. Hij zal ook op de troon van Zijn heerlijkheid zitten.Wij lezen Openbaring 20. Daar staat niet, wie het is ‘... voor wiens aangezicht de aarde en de hemelen vluchtten’. Wie is dat dan? Daar geeft Johannes 5:22 antwoord op:‘... want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft heel het oordeel aan de Zoon gegeven ...’

Daarom zit Hij op beide genoemde tronen. Matth.25:31-46 / Openb.20:11-

15

Er wordt ook over de rechterstoel van Christus en God gesproken. Rom.14:10; 2Cor.5:10 Het richten gebeurt ‘… opdat allen de Zoon eren zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert de Vader niet, Die Hem gezonden heeft.’ Johannes 5:23

Deze twee zullen door de mensen geëerd worden, want de Zoon kun je niet losmaken van de Vader. Als de grote witte troon voorbij is, zullen allen de Vader en de Zoon eren.Het feit dat Jezus Christus op de troon zit, garandeert genade. Daarmee is het hele gebeuren bij de grote witte troon evangelie, goed nieuws.

6

Page 7: EH Magazine April 2011

Volgens Johannes 3:17 is Hij de redder van de wereld. Zijn naam Jezus zegt dat: Jahweh-is redder.De mensen die voor de grote witte troon komen, ontmoeten daar hun redder! Dit zal ertoe leiden dat allen de Zoon eren; hun tong zal dat belijden. Hij, Christus Jezus, kwam in de wereld om zondaren te redden. Die missie zal slagen. De graven, nu onnoemelijk veel in deze wereld, zullen opengaan; de dodenakkers zullen ingrijpend veranderen:‘… Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven …’ en‘… Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen …’ Johannes

5:25,28

Dit zal leiden tot opstanding, en uiteindelijk tot leven. Het laatste woord van God is niet de (tweede) dood, het laatste woord van God is: leven! Christus ís de levensvorst, Hij had het van Vader gekregen om leven te hebben in Zichzelf:‘… Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf .’ Johannes 5:26

Christus is de levensvorst en Hij maakt levend wie Hij wil. Joh.5:21b En als Hij iedereen leven wil geven, dan doet Hij dat ook. Er is niemand die die wil kan tegenhouden. Hij kan meevoelen met onze zwakheden, want Hij is Zelf mens; Hij had deel gekregen aan vlees en bloed. Hij ziet al die mensen en heeft ze lief; Hij zal ze nooit loslaten: het zijn Gods schepselen.Dacht u dat Vader ooit de werken van Zijn hand zal laten varen? Hij heeft ze geschapen en heeft ze lief en zal ze nooit laten gaan.

7

Page 8: EH Magazine April 2011

Het gerichtDe mensen komen voor de grote witte troon. In Openbaring 20:11 lezen wij:‘En ik zag een grote witte troon, en Hem die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was.’

Dit is een belangrijke tekst. De mensen komen hierdoor voor God en Zijn Christus te staan. Al die miljarden mensen hebben allerlei dingen gedaan in hun leven. Die komen hier aan het licht, want God is licht; Zijn licht valt op hun leven.Wat hier gebeurt is een enorme explosie van Gods kracht. Het is Zijn liefde die dit doet.De boekrollen worden geopend. Hier zullen alle daden mét hun motieven aan het licht komen – de gordijnen weggetrokken, de coulissen verwijderd; alles komt helemaal open te liggen.‘En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek van het leven. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.’ Openbaring 20:12

Er worden twee soorten boekrollen geopend. De ‘boeken’ (boekrollen) hebben te maken met de mensen uit de volkeren. De boekrol van het leven heeft vooral met Israël te maken, met de rechtvaardigen uit Israël.Na het zondigen van Israël met het gouden kalf bad Mozes als middelaar, dat Jahweh hem uit Zijn boek zou schrappen en het volk Israël zou sparen. Ex.32:32

Alles komt aan het lichtDe verborgen dingen, al wat de mensen in duisternis hebben gedaan, komt aan het licht. De werken van de

8

Page 9: EH Magazine April 2011

mens komen in het licht van God.Al die doden komen uit de zee, de dood en het dodenrijk. Zij zullen er allemaal weer zijn, klein en groot, volwassenen en kinderen. Op dit proces in Gods plan had Paulus van Christus Jezus verder licht ontvangen:‘Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijk hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de verontwaardiging (CV) (NBG/HSV: toorn) en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God, die ieder vergelden zal naar zijn werken, namelijk hun die met volharding het goede doen en heerlijkheid, eer en onvergankelijkheid zoeken: het eonische (CV) leven. Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, wacht gramschap en verontwaardiging.’ Romeinen 2:5-8

De verontwaardiging (NBG: toorn) van God is daar voelbaar. Hij is verontwaardigd over de dingen die de mensen in hun leven gedaan hebben; ten diepste omdat de mensen Hem, God, niet als God verheerlijkt of gedankt hebben. Daar, bij de grote witte troon, komt:‘Verdrukking en benauwdheid over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek …’ Romeinen 2:9

Niet alleen de verborgen motieven van de mens komen aan het licht. Daar wordt ook geopenbaard wie God is! Voor Gods aangezicht wordt het gordijn weggetrokken en zij zien de Heer Jezus Christus op de troon. Een atheïst (degene die zegt dat er geen God is) of agnost (degene die zegt dat je God niet kunt kennen) hebben daar geen reden meer om Hem te ontkennen. Ze staan voor Hem, die het beeld van God is. Zij zullen zich bewust zijn van de werken in hun leven, hun geweten spreekt. Dat brengt verdrukking, benauwdheid en

9

Page 10: EH Magazine April 2011

lijden in hun ziel op dat moment.Het gericht zal grondig en diepgaand zijn, en snel. Gods gerichten zullen snel voltrokken worden. Zo ook hier, mogen wij aannemen. Ze zullen zich realiseren wie ze in werkelijkheid zijn en beseffen dat zij hun redder, Jezus Christus, nodig hebben.Zij worden daar gericht:‘… op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus, overeenkomstig mijn evangelie.’ Romeinen 2:16

Moeilijk moment (verdrukking en benauwdheid), maar het richten is wel in overeenstemming met het paulinische evangelie, dat spreekt van de rechtvaardiging en de verzoening van allen. En dan kan het niet anders dan dat zij gered worden, het overkomt de mensen. Dit is een grote stap op weg naar de wederzijdse verzoening van alle mensen met God.

Geen excuusHet is een feit, dat daar geen uitvlucht voor de mens mogelijk is. De aarde en de hemelen zijn weggevlucht, dus is er niets meer om zich achter te verschuilen. Hier is het moment van de waarheid. En die waarheid is, dat God de redder blijkt te zijn.Mensen hebben excuses. Wij lezen daarvan in Lucas 14:15-24, waar het koninkrijk van de hemelen uitgebeeld wordt door een maaltijd. De genodigden beantwoorden de uitnodiging met: ik heb net vijf span ossen gekocht; ik heb net een vrouw getrouwd; ik heb net een stuk land gekocht (of ik ben een eigen zaak begonnen). Allemaal uitvluchten om niet te hoeven deelnemen aan die maaltijd. Mensen hebben het in hun leven vaak te druk voor God. God krijgt geen aandacht.

10

Page 11: EH Magazine April 2011

Hier, bij de grote witte troon is alles openbaar. Híj, de Heer, Jezus Christus, wordt geopenbaard. Mensen komen hier niet door horen, maar door zien tot geloof. Velen zijn als Thomas. Die wilde eerst zien en dan pas geloven. De Heer Jezus kwam hem tegemoet en Thomas geloofde: ‘Mijn Heer en mijn God!’ Joh.20:28

Direct na het stervenHet gericht van de grote witte troon vindt in de ervaring van de mens direct ná zijn leven plaats. Het leven van die ongelovige mens wordt geëvalueerd, bekeken.De Heer vertelde aan de Samaritaanse vrouw haar hele leven en Hij bracht haar tot geloof.Hij maakt aan al de mensen alles duidelijk over hun leven. Bijvoorbeeld aan de jonge, rijke man – die stelde de vraag van de mens: ‘Wat moet ik doen om het eonische leven te beërven?’ Matth.19:16; Marc.10:17; Luc.18:18 Uiterlijk volbracht hij de Thora (wet), maar toch vroeg hij aan de Heer, wat hij moest doen. Hij bleek aan zijn rijkdom, zijn bezit, vast te zitten.De opwekking van Lazarus was een enorme betoning van Zijn kracht. Mensen kwamen tot geloof. Veel mensen gaan pas geloven door zien. Nu, voor de grote witte troon zijn zij opgestaan en ervaren dat ongetwijfeld als een groot wonder. Zij zien Hem.Mensen denken dat er na de dood niets meer is. Nu zijn ze opgestaan en ontdekken dat er wel leven is na de dood. Ze hebben Hem nooit leren kennen, zoals Hij wel is. Hij is hun redder! Velen zijn misschien heel ernstig en religieus bezig geweest. Ze zullen moeten erkennen dat redding alleen door Jezus Christus en Zijn genade is. Ze konden er zelf niets voor doen. Het is geloof en genade, zonder werken, in overeenstemming met het evangelie van Paulus.

11

Page 12: EH Magazine April 2011

De functie van de poel van vuurVaak denkt men dat de poel van vuur het gericht is. Als de mensen in de poel van vuur geworpen worden is, het gericht al geweest. Het richten vindt plaats bij de grote witte troon. Daarna gaan de mensen voor de tweede keer dood. Dat is de functie van de poel van vuur.Zodra het gaat om de satan, het beest en de valse profeet staat er dat zij gepijnigd worden in deze poel.Mensen die erin geworpen worden, sterven voor de tweede keer. Zij zullen dan net zo weinig ervaren (niets dus) als in de eerste dood. In hun ervaring worden zij de volgende seconde levend gemaakt. Zij werden immers geconfronteerd met de levensvorst! Dus is de uitkomst: leven!De ongelovigen leven hun leven, zij gaan dood en komen vervolgens bij de grote witte troon. Na dit gericht worden zij in de poel van vuur geworpen. Zij gaan voor de tweede keer dood. Uiteindelijk zal de tweede dood opgeheven worden en worden zij levend gemaakt.Als zij dan leven, zullen zij niet anders kunnen dan Hem loven, die hen onsterfelijkheid heeft gegeven, want ‘in Christus zullen allen levend gemaakt worden’! 1Cor.15:22

Date Gorter

12

Page 13: EH Magazine April 2011

Heel de schriftdoor God geïnspireerd (2)

Paulus citeert in Romeinen 11:34 en 1 Corinthiërs 2:16 uit Jesaja 40:13 – ‘Wie bestuurde de Geest des Heren en onderrichtte Hem als Zijn raadsman?’ (lett.: ‘Wie kende de zin van de Heer, en welke man voorziet Hem van raad?’) Wij kijken naar het oorspronkelijke tekstverband én naar het tekstverband bij Paulus.

Lees Romeinen 11:33-36. Deze verzen zijn een doxologie [= lofprijzing].In vs. 33 (‘O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis van God!’ en ‘hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk Zijn wegen!) kun je twee uitroeptekens plaatsen. Daarna volgen twee retorische vragen (‘... wie heeft de zin des Heren gekend?’ en: ‘Of wie is Hem tot raadsman geweest?’).Het is bespottelijk te denken, dat wij God iets kunnen leren of geven. Wij kennen Gods gedachten niet, laat staan dat we Hem advies zouden kunnen geven. Wij zijn Gods raadsman niet, Hij is de onze! Wij zijn volkomen van Hem afhankelijk – zowel voor wat we weten mogen als voor onze redding. Het initiatief ligt bij Hem! Het antwoord op deze vragen luidt dan ook: Niemand!

Jesaja 40:13 staat in het gedeelte: Afgoden van de natiën Jes. 40:12-31, dat deel is van een breder tekstverband 40:12-66:24 en

13

Page 14: EH Magazine April 2011

dat als titel Belofte draagt1. Dit deel is een van de acht onderdelen van de Jesajarol.

Het gaat over God als Schepper. Alle beelden die Jesaja kiest, duiden op het werk van God in de geschiedenis. God is geen natuurgod. In vers 12 gaat het om ‘wateren’ – in de Bijbel vaak: dreigend gebied; beeld van vijandige volkeren (net als bergen). Wat staat hier? De bergen en de wateren worden gewogen en gemeten. Daarmee worden ze ook begrensd.

In deze hoofdstukken wordt vaak over God als schepper gesproken. Dat wordt verbonden met God als bevrijder. Als schepper zal God Zijn volk bevrijden en als bevrijder zal Hij Zijn volk herscheppen. Dat heeft alles te maken met vertroosting. [Goverts in zijn aantekeningen bij Jesaja]

Jahweh stelde Job de vraag, waar hij was, toen Hij de aarde grondvestte. Job 38:4 Job was er niet bij.

Lees Job 38:1-38. God vertelt vier hoofdstukken lang over de schepping. Hij is de architect van het heelal, de bouwmeester. Vgl. Hebr. 3:4. Hij is de God van het begin, weet waar het naartoe gaat, kent het doel. Lees Job 38:5 en 6 – wie is de hoeksteen van de schepping?Paulus borduurt erop voort: Jezus is de hoeksteen van het bouwwerk, van de schepping.

‘Ik heb dat alles gemaakt.’ Denkt een mens soms, dat God Zich niet met hem/ haar bezig kan houden? Je bent er voor Mij. Ik houd Me met je bezig. Het leven wordt waardevol. God stelt de zee een grens, om het leven mogelijk te maken. In vs. 12: de morgen wordt ontboden, de dageraad krijgt een plaats. In vs. 13 wordt de aarde vergeleken met een tapijt. Zoals de kruimels uit een kleed geschud worden, schudt Hij het kwaad eruit. God is meester van de dag en de nacht. Job moet weten: er zijn grenzen, wees tevreden met wat je weet. Het licht brengt de dag, brengt helderheid, geeft gestalte aan de dingen, geeft vorm en samenhang aan de dingen.

In het licht van God wordt een mens wat hij/zij eigenlijk is. Je gaat ontdekken, wie je bent en waarom je er bent. In Zijn licht krijg je betekenis. ‘ In uw licht zien

1 Zie de structuur bij de Concordante Vertaling van Jesaja. Het gaat hier dus niet over de perikooptitels uit de Statenvertaling of de NBG.

14

Page 15: EH Magazine April 2011

wij het licht.’ Ps.36:10 Vgl. Job 42:5. Inzicht breekt door. Dat heeft te maken met ‘verlichte ogen des harten’. Ef.1:17,18

In het Jesajagedeelte worden ook vragen gesteld. Door het stellen van vragen worden juist de grootheid en almacht van Jahweh benadrukt. De vragen zijn direct gericht op en vormen de basis van een uitdaging voor hen, die ‘insnijdingen’ maken voor de aanbidding van afgoden. Vgl. Leviticus 21:5‘Met wie dan wilt gij God vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen? (lett.: ‘Waarmee wil je El vergelijken? En welke gelijkenis wil je voor Hem maken?’ Jes.40:18 In vers 25 wordt de uitdaging herhaald. Daarbij wordt de identiteit van de Uitdager niet aan twijfel overgelaten: ‘Met wie dan wilt gij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de Heilige? (‘met wie wil je Mij vergelijken en wiens gelijke zal Ik zijn?’)

Hoe hebben de natiën tijdens de loop van deze boze eon niet getracht ‘de Onzienlijke’ zichtbaar en tastbaar te maken! N.B.: Hij, Die geest is en niet tastbaar! Dat de natiën met deze langdurige afgoderij God krenken, wordt door Paulus krachtig onder woorden gebracht in Romeinen 1:23: ‘Zij veranderen de heerlijkheid van de onverderfelijke God in de gelijkenis van een beeld van verderfelijke menselijke wezens en gevleugelde schepselen en viervoetige dieren en reptielen.’

God bewaakt Zijn heerlijkheid. Hij zal die niet aan een ander geven, noch Zijn lofprijs aan gesneden beelden. Jes.42:8;

48:11 ‘Met wie wil je Mij vergelijken?’, is de uitdagende vraag aan de makers van afgoden. Het antwoord op deze vraag gaf Paulus aan de filosofen van Athene: ‘... wij zouden niet moeten menen, dat de godheid gelijk is aan goud, zilver of steen door menselijke kunstvaardigheid gesneden of bedacht.’ Hand.17:29

15

Page 16: EH Magazine April 2011

Het beeld van de onzichtbare GodDe God en Vader van onze Heer Jezus Christus heeft zichzelf voorzien van een beeld, dat Hij verlangt: Zijn geliefde zoon. ‘De Zoon van Zijn liefde … Die het beeld is van de onzichtbare God, eerstgeborene van heel de schepping ...’ Kol.1:14,15 In Hem wordt Zijn Vader onthuld Matt.11:27; met Hem deelt de Vader Zijn heerlijkheid. Joh.13:31,32

De afgoden, die door mensen bedacht en door hun handen gevormd zijn om door hen aanbeden te worden, zijn niet te vergelijken met het beeld van de onzichtbare God, Die de wekker van alle leven is Hand.3:15; met de Levende Op.1:18; met een levendmakende geest. 1Cor.15:45

Hij is de onvergelijkbare, Die in alles de eerste zal worden Kol.1:18 en Die geopenbaard is in Zijn heerlijkheid als de kracht en de wijsheid van God 1Cor.1:24, Die het absoluut tegengestelde is van de totale onmacht van de levenloze afgoden van de natiën en van de dwaasheid van hun onderdanen.

NamaakgodenAfgoden zijn het product van menselijk vernuft en mensenhanden. Zij kunnen God niet openbaren. Zij kunnen geen redder voortbrengen. Ook kunnen zij geen leven geven. Evenmin kunnen zij de vraag beantwoorden: ‘Wie bestuurde de geest van Jahweh, en onderrichtte Hem als Zijn raadsman?’ Jes.40:13 De afgoden van goud en zilver kunnen niet spreken, zien, horen, voelen, ademhalen of wandelen. Ps.115:4-8; 135:15-18 Vgl. Jeremia 10:5, lees vs. 5-7,10. Het is ons gezegend voorrecht te vertrouwen op de levende God, die de redder van alle mensen is, inzonderheid van de gelovigen. 1Tim.4:10

Jesaja 40:12-26 gaat over de majesteit van God. Het gaat hier niet om iets wat mensen bedacht hebben, het is evangelie! Wat een God is Hij! In vs. 12-26

16

Page 17: EH Magazine April 2011

staat een adembenemend portret van Hem. Hij is de schepper, die als volleerd vakman aan zijn werkbank de schepping maakt. Hij is oneindig wijs vs.13-14, almachtig vs.15,17 – kunnen wij Hem wel genoeg eren? vs.16 – onvergelijkbaar vs.18-20, boven het rond van de aarde tronend. vs.22-24

Sla je ogen op en besef Wie jou Zijn woord gegeven heeft! Als je om je heen kijkt, is er genoeg om je te ontmoedigen – dat was ook al zo bij Jesaja en zijn tijdgenoten: ballingschap en vernedering, enz. En toch hielden zij zich vast aan God als de Schepper en de heer van de wereld.Juist in tijden van wanhoop, als alles uit je handen geslagen wordt, zetten deze woorden je voor ogen wat je weten en leven mag: de moede krijgt nieuwe kracht, je weet wie Hij is, waar alles naartoe gaat en dat draagt in alle omstandigheden.

De vragen in Jesaja 40:12 betreffen specifiek de activiteiten van Jahweh in het scheppen van de hemelen en de aarde. Zij beklemtonen Zijn grootheid en macht in deze primaire activiteiten.De dubbele vraag van vers 13 gaat verder terug in de tijd, naar de tijdloosheid vóór de eonen (en dus vóór de schepping), toen God alles in Zichzelf was. Toen vormde zich Zijn raadsbesluit. Jesaja 46:10 zegt daarvan: ‘Ik zal al Mijn welbehagen doen.’Paulus formuleert in Efeziërs: ‘God bewerkt alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil.’ Ef.1:11 Toen was er niemand die Zijn geest bestuurde, niemand die als raadsman kon fungeren.

De ongehoorzaamheid van het uitgekozen volkDe wijdverbreide aanbidding van afgoden door de volkeren was een doorn in het oog van de Elohim van Israël. Hoeveel temeer heeft Hem de afgoderij van Zijn eigen geliefde volk gegriefd! En dat terwijl Hij het zo vaak door Zijn profeten waarschuwde.In de eerste twee van de tien woorden (geboden) van Jahweh aan Zijn volk verbood Hij afgoderij. Het mocht geen

17

Page 18: EH Magazine April 2011

beeld van Hem maken en evenmin een verbond met andere volkeren sluiten. Ex.23:32,33 Maar ongehoorzaam Israël verbrak het verbond, dat Jahweh met hen sloot. Zij ondergingen de bittere ervaring van het vele kwaad, dat hen overkwam, omdat zij andere goden naliepen. Deut.28:63-67;

31:16-21; Ps.106:34-39

Ondanks de geboden, ondanks de bediening van Mozes, ondanks de profeten die Hij stuurde naar het weerspannige volk – zoals Jesaja, die een bewogen boodschap van Jahweh bracht: ‘De hele dag houd Ik mijn handen uitgestrekt naar een weerspannig en tegensprekend volk’ Jes.65:2; Rom.10:21 – volhardde het uitgekozen volk (behalve een gelovige rest) in zijn afkerige houding.Deze koers van rebellie Ez.20:30 leidde uiteindelijk tot verwijdering van dat volk uit het land waar het gekomen was na een lange woestijnreis, die volgde op de machtige verlossing uit de slavernij Egypte.

Het noordelijke koninkrijkDe noordelijke tien stammen, die van de stam van Juda en het huis van David afgescheiden waren, werden het eerst door de Assyriërs uit het land weggehaald in ballingschap. Assyrië werd voor dit doel apart gezet in de dagen van Jona.De Assyriërs – hooghartig en wreed, waren ‘de roede van de woede van Jahweh’ – gingen hun boekje te buiten, nadat zij de tien stammen (Israel) hadden weggevoerd. Zij vielen ook het zuidelijke tweestammenrijk (Juda) aan en belaagden de heilige stad Jeruzalem. Koning Sanherib raakte in de war, doordat een boodschapper van Jahweh tussenbeide kwam. 2Kon.19; Jes.37 In Zijn onwankelbare plan, voortkomend uit Zijn raadsbesluit, had God een andere koning en een ander volk op het oog, waardoor Hij het

18

Page 19: EH Magazine April 2011

afvallige Juda, de zuster van het afglijdende Israël, uit het land zou laten wegvoeren en op die wijze disciplineren.

Nebukadnezar, koning van Babylon – ‘Mijn knecht’De koning die door Jahweh tevoren bestemd was en in Zijn plan vastgehouden werd tot het juiste moment, was Nebukadnezar, koning van Babylon – ‘het gouden hoofd’ Dan.2:38, geroepen door Jahweh als ‘Mijn knecht’ Jer.25:9; 27:6; de andere natie: ‘de machtige Chaldeeën, bitter en snel.’ Hab.1:6

Hoewel Nebukadnezar in Jesaja niet bij naam genoemd wordt, geeft de profeet in Jesaja 39:5,6 wel de eerste referentie van de locatie, waarheen Juda weggevoerd zou worden. Dit woord inzake de toekomstige deportatie van Juda, dat door Jahweh Zebaoth door Jesaja aan koning Hizkia doorgegeven werd, kwam als gevolg van een delegatie oudsten uit Babylon o.l.v. de zoon van Baladan, de koning van Babel.Hizkia ontving dat woord tijdens een kritieke periode in zijn leven en koningschap. Zijn ernstige ziekte (waarvan hij door de gunst van Jahweh herstelde) kwam op tijdens de belegering van Jeruzalem door Assyrië. Hoewel in het woord van Jahweh melding wordt gemaakt van ‘jouw zonen’ Jes.39:7, had hij op dat moment geen zonen en dus was de troonopvolging uit de lijn van David op een kritiek punt. De bevrijding van Jeruzalem van de Assyrische belegering, het herstel van de ziekte van Hizkia, het toevoegen van 15 jaar aan zijn leven, had het probleem van de troonopvolging wel opgelost, maar de voorzegging inzake de wegvoering van Juda naar Babel (nog steeds een zaak van de toekomst: ‘in toekomende dagen’) was niet ingetrokken.Toen Jahweh zich voorgenomen had Juda weg te laten voeren, omdat zij (in de woorden van Jahweh) het verbond met Jahweh hun God hadden verlaten en andere goden

19

Page 20: EH Magazine April 2011

aanbaden Jer.22:9, bepaalde Hij tegelijk de periode van hun dienstbaarheid (ballingschap) op 70 jaar. Jer.25:11; Dan.9:2; Zach.1:12 Bij de vervulling van deze periode zou Jahweh hen opzoeken Jer.29:10; Hij was Zijn belofte niet vergeten.

Kores – koning van de Perzen – ‘Mijn herder’ Jes.44:28–45:8

Net zoals Jahweh van tevoren de wegvoerder had bepaald, nl. Nebukadnezar, ‘Mijn knecht’, zo bepaalde Hij ook tevoren de bevrijder van Zijn volk: Kores – ‘Mijn herder en Mijn gezalfde’.Dit werd dus door Jesaja bekendgemaakt, lang voordat zij weggevoerd werden en voordat Kores geboren was.In verband daarmee lezen wij in Jesaja 44:28 en 45:1,4,12,13 opmerkelijke uitspraken. God, de Vader, laat niets aan het toeval over en heeft tevoren alles vastgelegd. Alle belangrijke dingen liggen vast, zij komen voort uit Gods raadsbesluiten en gebeuren exact op tijd, helemaal in overeenstemming met Zijn bedoeling.Deze grote gebeurtenissen waren alle al bepaald en in verband daarmee komen de vragen van Jesaja 40:13 weer in ons op: ‘wie bestuurde de geest van Jahweh en wie was Zijn raadsman?’ Het enige antwoord komt onmiddellijk in de geestelijke denkzin op.Wat betreft de respectievelijke rollen, die Nebukadnezar, de koning van Babel, en de Perzische koning Kores in de wegen van Jahweh moesten spelen: beide koningen werd geen keuze gelaten inzake het deel, dat Jahweh hun had gegeven. Zij werden ook niet eerst bezocht om hun mening te vragen, omdat de bedoelingen van God aangaande de wegvoering van het volk van Juda vooraf bekendgemaakt werden, vóórdat de koningen geboren waren! Paulus merkt iets op in deze lijn in Romeinen 9:11 in verband met Jakob en Ezau.

20

Page 21: EH Magazine April 2011

Andries van der Wal

21

Page 22: EH Magazine April 2011

Paulus aan de

Galaten

3 1. O, onbezonnen* Galaten, wiwie -betovertf jullie, aan wewie Jezus Christus tevoren iomvoor ogenzv gesteldf* werd als °ge-kruisigdf? 2. Dit alleen |wil ik vnvan jullie |leren, ontvingen* jullie de geest uuit werken van de wet, of uuit het horen van het geloofzv? 3. Zijn jullie zo onbezonnen*? -Beginnend* in geest, worden jullie nu |voltooid๏ in vleesnzv? Joh.6:63; Rom.8:13 4. Hebben jullie voor de schijn zoveel geleden? Als* dat zo* is, is het +ook voor de schijn!

5. Hij dan .Die jullie de geest |schenkt* en machtige dadenzv

ionder jullie |werkzaam doet zijn, –-ontvingen* jullie de geest uuit werkenzv van de wetzv of uuit het horen van het geloofzv, 6. zoals Abraham .God -geloofde en het hem -gerekend* werd nbtot gerechtigheid. Gen.15:6 7. |Erkent dus, dat dezen, .die uuit geloof zijn, zonen van Abraham zijn. 8. De Schriftpf ecnu, die vooruit |zag dat .God de natiën uuit geloof |rechtvaardigt, -verkondigde tevoren evangelie Gen.12:3 aan .Abraham:* ‘iIn u zullen alle .natiën |

igezegend worden’. 9. Zo dat zij .die uuit geloof zijn, |gezegend๏

worden tztezamen met de gelovige Abraham. Rom.4:16

10. Want ≡al* wie uuit werken van de wetzv zijn, zijn ononder een vloek. Er staat* immers* °geschreven ๏ Deut.27:26 :* ‘Vervloekt is

22

Page 23: EH Magazine April 2011

ieder* wedie niet |blijftf iin ≡alles .wat °geschreven๏ staat* iin de boekrol van de wet om ≡ zf.dat te -doen’. 11. Dat echter iin de wet niemand |gerechtvaardigd๏ wordt nmvoor .God is duidelijk, omdat de rechtvaardige uuit geloof zal |levenf๏. Hab.2:4 12. De wet is echter niet uuit geloof, maar ‘.wie ze -doet, zal iin hen |leven๏’. Lev.

18:5 13. Christus –kooptf ons uit, uuit de vloek van de wet, een vloekzv |wordend๏ bvvoor ons, – omdat er °geschreven๏ staat*: ‘Vervloekt is ieder* die opoaan een hout hangt๏’– Deut.21:23 14. opdat de zegen van .Abraham nbtot de natiën zou |komen๏, iin Jezus Christus, opdat wij de belofte van de geest zouden |ontvangen* dodoor het geloof.

15. Broeders – iomnaar de mens |zeg ik dit – net zoals* dat van een mensnzv |wijst niemand een °bekrachtigd๏ verbond af of |

wijzigt๏ het. 16. Aan .Abraham ecnu werden de beloften uitge-sproken en aan zijn .zaadzv. Hij |zegt niet: ‘En aan de zadenzv’, als over velen, maar als over één, en aan ‘uw .zaadzv’ Gen.21:12 (22:18)

wedat is Christus. 17. Dit |zeg ik echter: de wet, die na vier-honderd en dertig jaar Ex.12:40 gekomen* is, |maakt een verbond dat tevoren* °geldig gemaakt is door .God, niet ongeldig nbom de belofte .buiten werking te -stellen. 18. Want indien uuit de wet de lotgenietingf is, is het niet langer uuit de belofte. Aan .Abraham heeft .God echter dodoor belofte genade °geschonken๏.

19. Wat dan is de wet? Ten behoeve* van de overtredingen werd zij toegevoegd, Rom.5:20 totdat ook maar het Zaadzv zou |

komen, aan weWie Hij °beloofd๏ heeft, |voorgeschreven dodoor boodschappers Hand.7:53 iin de handzv van een middelaar. Ex.20:19

20. De Middelaar Deut.5:5 echter is niet slechts Middelaar van één. ecMaar .God is Eén.

21. Is de wet dan vaotegen de beloften van .God? Laat dat niet |

gebeuren! Want indien er een wet gegeven was, die levend |kon๏ -maken, zou ook* werkelijk de gerechtigheid uuit wet zijn. Rom.8:3

22. Maar de Schrift -sluitf .allen tezamen in ononder zonde, opdat de belofte uuit het geloof van Jezus Christus wordt |gegeven๏c aan .hen die |geloven. Rom.3:9; Rom.11:32

23

Page 24: EH Magazine April 2011

23. Voordat echter het geloof |kwam, werden wij ononder de wet verzekerd |bewaardf๏, tezamen ingeslotenf๏ nbvoor het geloof, dat op handen |is* om -onthuld te worden. 24. Zo, dat de wet onze kindergeleiderf °geworden is nbtot Christus, opdat wij uuit het geloof |gerechtvaardigd wordenc.

25. ecMaar met het |komen van het geloof zijn wij niet langer ononder een kindergeleiderf. Rom.10:4 26. Want jullie zijn allen zonenmf van God dodoor het geloof iin Christus Jezus. 27. Want ≡al wie nbin Christus gedoopt zijn, -doenf Christus aan, Kol.3:10 28. in Wie noch Jood noch Griek is, noch slaaf noch vrije, noch mannelijk of* vrouwelijk is*, Rom.10:12 want jullie zijn allen* éénmf

iin Christus Jezus. 1Cor.12:15 29. Indien jullie echter van Christus zijn, zijn jullie dus van .Abrahams zaadzv, Rom.7:8 iomovereen-komstig de belofte lotgenietersf.

24

Page 25: EH Magazine April 2011

Concordant Commentaar bij Galaten 3 1

Leerstellige verdediging

1.Paulus heeft nu zijn persoonlijke verdediging beëindigd, en daarmee zijn eigen apostelschap bewezen en het unieke karakter van zijn evangelie, dat niet alleen niet van Petrus afkomstig was, maar dat hij handhaafde ondanks Petrus.3.Paulus doet nu een beroep op de ervaring van de Galaten zelf. Vóór de judaïsten kwamen, ontvingen zij de geest van God, leden zij voor het evangelie en deden ze machtige werken geheel los van de wet.6.Drie grote namen worden in de Schrift verbonden met drie verschillende lijnen van waarheid.- David is degene met wie het verbond van het koninkrijk werd gesloten. Zijn naam is de belangrijkste in de proclamatie van het koninkrijksevangelie.- Wanneer rechtvaardiging in beeld komt, worden we teruggevoerd naar Abraham en zijn geloof in God. Gods verbond met hem was onvoorwaardelijk en strekte zich uit over alle volkeren.- De verzoening brengt ons in verband met Adam en omvat de gehele mensheid in haar genadevolle voorzieningen.Elk onrecht vindt zijn vroegste oorsprong in het ongeloof van Eva, terwijl alle God welgevallige gerechtigheid is gebaseerd op een omkering van het gebrek aan vertrouwen, dat haar daad openbaarde. Niets kan rechtvaardiger zijn, dan God op Zijn woord nemen.

1 uit: Knoch, A.E.(1968). Concordant Commentary on the New Testament. (pag. 282), Saugus, Cal.-USA. Ned. Vert.: Hans Maissan

25

Page 26: EH Magazine April 2011

9.Hoe treffend is hier de tegenstelling! ‘Zij die uit geloof zijn’ worden gezegend. Vervloekt is een ieder die niet blijft in alles wat geschreven staat in de boekrol van de wet om dat te doen. Wie zou zo eigenzinnig zijn voor de wet te kiezen? Toch heerst de ketterij van het 'galatenisme' vandaag de dag overvloediger dan ooit tevoren. Leven onder/uit de wet kan alleen aan iemand toekomen, als hij zich te allen tijde volkomen houdt aan ieder voorschrift; het vervalt echter bij de geringste overtreding. Leven door geloof hangt niet af van gedrag, maar van de Ene in Wie het geloof woont.13. Het offer van Christus voorzag voor alle groepen en omstandigheden. Voor degenen onder de wet droeg Hij de vloek der wet, zodat zij de zegen van Abraham kunnen ontvangen. En Hij droeg de zonden van hen die zonder wet waren, opdat ook zij de gerechtigheid van Abraham kunnen verkrijgen. Dus beide ontvangen, door geloof, de geest, waardoor zij de rechtvaardige eisen van de wet kunnen overtreffen15. Een contract of overeenkomst of verbond, dat eenmaal bekrachtigd is, kan niet meer ongedaan gemaakt worden, ook kan er geen enkele bepaling van worden gewijzigd. Het Abrahamitische verbond bevatte geen ontbindende voorwaarden. Het rekent niet op gehoorzaamheid, maar was louter afhankelijk van God Die bij Zichzelf zwoer, dat Hij het zou vervullen (Gen.22:15-18).17. De voorrang van de belofte is van grote betekenis. Bijna een halve millennium ging voorbij voordat de wet werd gegeven. De belofte is voor wat betreft zijn vervulling in geen enkel opzicht afhankelijk van de wet.19. De wet verandert zonde van louter een fout in de overtreding van een goddelijk bevel. Het maakt de zondigheid der zonde groter. Overtreding is zonde tegen een wet die bekend is, wat niet alleen de gebruikelijke 26

Page 27: EH Magazine April 2011

straffen tot gevolg heeft, maar daarbij het misnoegen van God voor degene die Zijn voorschriften trotseert. De wet werd niet rechtstreeks aan het volk gegeven, maar door Mozes die als de middelaar optrad. Ook werd zij niet door Christus, het Zaad der belofte, gegeven.21. Terwijl de wet geenszins ingaat tegen de beloften, was zij bedoeld om degenen aan wie de belofte werd gegeven te beschermen en hen te leiden tot Christus. Zij kon geen leven of rechtvaardiging in zichzelf geven, maar zij kon hen de zondigheid der zonde doen inzien en de noodzaak van een Redder. Dit waren haar functies en die vervulde zij. Dit was echter slechts totdat het Zaad zou zijn gekomen.24. Het was bij welgestelde Romeinse families de gewoonte de jongens naar en van school te laten begeleiden onder het toezicht van een slaaf, dan wel hen thuis te laten onderwijzen door een geleerde Griekse leraar-slaaf (paidagogos – kindergeleider), die hun privéleraar was.25. Zij die geloven, zijn niet onder (de) wet. De volwassen zonen zouden immers de begeleider uit hun jongensjaren minachten. Zijn aanwezigheid zou een belediging zijn voor hun mannelijkheid. Evenzo weigeren zij die hun volwassenheid in Christus kennen de slavernij der wet als zijnde overbodig en vernederend. Wij zijn geen kinderen maar zonen. De wet geleidt minderjarigen. Het geloof heerst in zonen.27. Dopen, zoals dat in praktijk werd gebracht aan het begin van Paulus' bediening was een symbool van één-zijn met Christus in Zijn dood, begrafenis en opstanding. Het ‘≡al wie’ toont aan dat niet alle Galaten waren gedoopt. Desalniettemin, de waarheid van het éénzijn in Christus geldt allen, want in Hem verdwijnen alle materiële tegenstellingen. In dienstbetoon of in de Here was de slaaf nog gewoon een slaaf, de beide geslachten werden gewoon erkend; maar in Christus hebben allen, door

27

Page 28: EH Magazine April 2011

geloof, dezelfde hoge, bevoorrechte plaats. Allen hebben recht op de belofte en de gerechtigheid, die is door geloof in God.

28

Page 29: EH Magazine April 2011

Wie worden weggerukt?1

Wie worden weggerukt om de Heer in de lucht te ontmoeten, wanneer Hij neerdaalt en de Zijnen daar tot Zich roept?In deze dagen van degeneratie is het christendom samengesteld uit velen die niet eens echte gelovigen zijn. Zij hebben Zijn roepstem tijdens hun leven nooit gehoord, dus zullen zij die in hun dood evenmin horen. Wij mogen er zeker van zijn, dat zij niet zullen gaan. Maar er zijn er velen, die geroepen zijn en hun vertrouwen voor redding op Hem gesteld hebben, maar leven in een mist van traditie en misleiding. Zij weten weinig van de Schriften en nog minder van de waarheid voor vandaag. Zij hebben niet of nauwelijks iets van de ‘geheimenissen’ 1 Knoch, A.E. ‘Who will be snatched away?’ Unsearchable Riches, LXV,

163-173. Vertaling: Date Gorter.

29

Page 30: EH Magazine April 2011

gehoord en houden eerder vast aan het onderwijs van onze Heer en Zijn twaalf apostelen aangaande het koninkrijk dan aan de boodschap van Paulus voor de natiën. Wat ligt voor hen in het verschiet? Wat zal er van hen worden? Zullen ook zij op aarde achtergelaten worden?Andere gelovigen claimen exclusieve kennis en een speciale positie te hebben. Sommigen zijn er zeker van dat zij bij de 144.000 op aarde horen. Anderen verkiezen een plaats in het bovenhemelse.Het zou nutteloos zijn alle met elkaar conflicterende claims te rubriceren, want ze moeten allemaal – behalve één – fout zijn, en wie weet of die ene helemaal juist is? Een dergelijk verwarrend en ingewikkeld probleem is voor ons veel te moeilijk op te lossen door middel van een systeem, dat gebaseerd is op menselijke redeneringen en afleidingen. Daarom zullen wij onze zoektocht naar een antwoord beperken tot de Schrift, waar een enkel geval, het meest extreme voorbeeld dat wij konden vinden, de kwestie zal verhelderen. Toen Paulus de eerste keer in Thessalonika kwam, bleef hij daar slechts korte tijd. Later stierven sommigen die hij bereikt had, en anderen waren bezorgd over wat er van hen zou worden. Laten we een van hen als testcase gebruiken:

‘Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat jullie niet bedroefd zijn, zoals de andere (mensen), die geen verwachting1 hebben.’ 1Thess.4:13

De apostel verzekerde de Thessalonicenzen, dat zo iemand erbij zal zijn, en de Heer in de lucht zal ontmoeten.Wat wist en geloofde deze broeder? Pas lang na zijn dood werd de volle onthulling door Paulus vanuit zijn Romeinse 1 NBG/SV: hoop

30

Page 31: EH Magazine April 2011

gevangenis bekendgemaakt. Wij lezen het volgende over deze Thessalonicenzen:

‘Want zelf verhalen zij van ons, hoe wij bij jullie ontvangen zijn en hoe jullie je van de afgoden tot God bekeerd hebt, om de levende en waarachtige God als slaaf te dienen, en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, Die Hij uit de doden opgewekt heeft, Jezus, Die ons verlost uit het komen van de toorn.’ 1Thess.1:9,10

Paulus wilde graag naar hen terugkeren om aan te vullen wat ontbrak aan hun geloof 1Thess.3:10; zij wisten niet hoe het zat met de ontslapen gelovigen. 1Thess.4:13 De man van ons voorbeeld wist dus inderdaad heel weinig van de grote waarheden die de huidige tijd van genade kenmerken. Wat zou er van hem worden?De apostel verzekert ons, dat die man niet alleen zal opstaan met hen die leven wanneer de Heer afdaalt, maar zelfs eerst zal opstaan, vóór hen die dan leven:

‘..want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank van een bazuin Gods, neerdalen van de hemel, en de doden in Christus1 zullen eerst opstaan..’ 1Thess.4:16

Zou deze man een Jood kunnen zijn? Omdat Paulus in de synagoge in Thessalonika tot de Joden sprak, is dat heel goed mogelijk. Dan zou hij meer van God geweten hebben, en van Zijn handelen met Israël, door middel van de Schriften. Maar zelfs dan, wat kon hij geweten hebben –net als de Jood van vandaag – van de huidige genade? Hij zou waarschijnlijk sterk geneigd zijn geweest zich boven de rest verheven te voelen en een vooraanstaande plaats in het koninkrijk verwachten.Zelfs vandaag zijn er gelovige Joden, die al de brieven van

1 de doden in Christus (CV) – NBG/SV: die in Christus gestorven zijn

31

Page 32: EH Magazine April 2011

Paulus hebben, maar die van Petrus prefereren.Toch verzekert de uitspraak – een uitspraak die geen beperkingen aanbrengt – in Paulus’ eerste brief aan de Thessalonicenzen ons duidelijk, dat zelfs zo’n Jood ook weggerukt zou worden.Als hij met ons weggerukt wordt om de Heer in de lucht te ontmoeten, kan er dan enige twijfel bestaan over het feit, dat hij een lid van het ‘gezamenlijk-lichaam’ Ef.3:6 zal zijn, ook al heeft hij er nog nooit eerder van gehoord? Zal hij niet ook met God verzoend zijn, zelfs als hij nooit het geheimenis van het evangelie Ef.6:19 leerde kennen? Zal hij niet veranderd worden, en onverderfelijk en onsterfelijk opgewekt worden, zelfs als hij hier nooit naar heeft kunnen uitzien? 1Cor.15:51 Hij verdient dit inderdaad niet, maar wie van ons doet dat wel? Rom.8:18 En, als een volkomen begrip van al deze waarheden essentieel zou zijn, wie heeft dat punt bereikt? En, zou het niet volledig ongepast zijn in een periode van beheer van de grootste genade? Staat niet van ons allen geschreven: ‘Wat het oog niet waarnam, en wat het oor niet hoorde, en waar het hart van de mens niet toe opsteeg ...’ tot datgene wat ‘... God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben’? 1Cor.2:9 (CV) God heeft veel door Zijn geest geopenbaard, en toch, allen zullen verbaasd staan over dat wat Hij bereid heeft voor ons, ongeacht hoeveel wij van tevoren weten.Is het niet opmerkelijk, dat 1 Thessalonicenzen, dat mogelijk de eerst geschreven brief van Paulus is, zo veel omvattend zou spreken over het einde van dit beheer, waarvan nog veel verborgen was op dat moment? Kunnen wij hierin niet Gods wijsheid zien, dat Hij op die wijze dat wat veel vragen zou oproepen bij Zijn heiligen, vooraf al opheldert? Bijvoorbeeld: waar horen die heiligen bij, die leefden tijdens de periode dat de waarheid voor vandaag stap voor stap bekend werd gemaakt, maar die nooit de meeste geheimenissen hebben kunnen leren kennen?32

Page 33: EH Magazine April 2011

Dit voorbeeld laat zien, hoe het zit. Zij zullen deze dingen in de toekomst leren kennen. In feite moeten wij allemaal iets van de genade die voor ons is, in die tijd leren kennen.Tegelijkertijd lost dit een serieus probleem op, dat in verschillende delen in de wereld van vandaag is ontstaan. Waar moeten wij de grote meerderheid van de echte gelovigen plaatsen, die niet alleen de waarheid voor vandaag niet (be)grijpen, maar die zich dat ‘toe-eigenen’ wat voor de Besnijdenis bestemd is, of voor de natiën die op aarde zijn nadat het koninkrijk van Christus in Jeruzalem is opgericht?Sommigen hebben gesuggereerd, dat ‘hen zal geschieden naar hun geloof’. Maar ‘geloof’ in iets dat echt niet klopt is geen geloof in God, en het verandert niet afdwaling in waarheid.Er zijn veel verkeerde voorstellingen over de toekomst, die door ons allen ‘geloofd’ worden. Als al die verwachtingen vervuld zouden worden, zouden we in de opstanding in een gekkenhuis terechtkomen. Alleen Gods woord zal vervuld worden, niet de menselijke voorstellingen.Zoals de onwetende in Thessalonika zullen deze heiligen allen de roepstem van de Heer beantwoorden en zij zullen daarna altijd bij Hem zijn.

Onze praktische ervaringDe volgende vraag is van vitaal belang voor ons in onze persoonlijke ervaring: Wanneer werden wij leden van het gezamenlijk-lichaam?De meeste gelovigen zijn ‘geboren in een mist’, zoals de Broeders [van de vergadering van gelovigen – vert.] vroeger zeiden, en sterven in duisternis. In feite gelooft de grote massa van gelovigen niet echt in de levendmaking, wanneer onze Heer afdaalt in de lucht om ons daar te roepen, en ook niet in het koninkrijk enige tijd nadat

33

Page 34: EH Magazine April 2011

Christus komt en Zijn voeten zet op de Olijfberg. Zij geloven zelfs niet in de dood en kunnen daarom niet opgewekt worden, maar ze gaan direct naar de hemel als zij sterven! Sommigen geloven dat zij slechts drie dagen dood zullen zijn, zodat bij de bazuin voor de meesten van hen de opstanding reeds heeft plaatsgevonden!Als zij allemaal krijgen wat zij ‘geloven’, dan zijn de meesten van hen al in de hemel en is er geen opstanding van de doden, zoals Paulus de Corinthiërs vertelde.Zelfs in Paulus’ dagen zeiden sommigen dat de opstanding al gebeurd was en zo braken ze het geloof van sommigen af. 2Tim.2:18

Zelfs het persoonlijke ‘geloof’ van elke heilige verandert van tijd tot tijd. Toen wij voor het eerst echt geloofden tot redding door het bloed van Christus, meenden wij wellicht dat dat het gevolg was van ons berouw, en dat onze zonden werden vergeven en dat wij het koninkrijk in waren gegaan. Maar al deze dingen gelden niet voor het gezamenlijk-lichaam, want de heiligen in dat lichaam zijn gerechtvaardigd en verzoend, en, wanneer zij geloven, verzegeld met de heilige geest van de belofte, die een waarborg is van onze lotgenieting, tot de vrijkoping van dat wat verkregen is, dat is: wij hebben een voorverwachting in de Christus Ef.1:12-14, en wij zullen Hem horen, wanneer Hij roept in de lucht. De geest die wij ontvangen wanneer we geloven, bepaalt onze plaats en ons deel, waarvan het een onderdeel is, niet onze onwetendheid of ons misplaatste ‘geloven’!Bijna allen die de volwassenheid bereikt hebben, moesten geloofsopvattingen die kinderlijk en misplaatst waren, opzij zetten. Als wij, zoals de man in Thessalonika, waren overleden voordat wij de latere waarheden die door Paulus ontvouwd werden, hadden kunnen leren kennen, zouden

34

Page 35: EH Magazine April 2011

wij dan niet – net zoals hij – de roep van de Heer beantwoorden, wanneer Hij in de lucht komt? Het is een vraag die te maken heeft met God, die ons in liefde bestemt tot zoonschap, en niet van ons begrip of onze waardering of beantwoording. Beter nog, het is in overeenstemming met Zijn eigen voornemen en de genade die ons in Christus Jezus geschonken is vóór eonische tijden. 2Tim.1:9 Paulus bidt voor hen die verzegeld zijn met de heilige geest van belofte, het onderpand van ons lotdeel, voor een verdere geest van wijsheid en openbaring om te beseffen wat de verwachting van hun roeping is en de rijkdom van hun lotgenieting en de kracht van de opstanding van Christus. Ef.1:14-21 Dit maakt duidelijk, dat het hen ontbrak aan deze toegevoegde toedeling, en dat de waarborg van de geest, die ons aller deel is, niet kennis van de hogere waarheden voor vandaag insluit. Toch maakt dit onze voorverwachting niet minder waardevol. Onder de wet, en zelfs in het besnijdenisevangelie, is enig antwoord nodig, anders wordt de zegen teruggetrokken. Onder de genade is dat niet zo. Die werkt zelfs beter te midden van tekortschieten en tegenstand dan dat het anders was, want ze vormen een betere achtergrond om haar te laten zien.

De doden later – de doden eerderEen opvallend verschil tussen het lot van de doden in het koninkrijk en ‘onze’ doden kan ons helpen de grotere genadigheid van onze genade te zien. De namen van de zogeheten ‘geloofsgetuigen’ staan geschreven in het boek van het leven, en zijn ingeschreven in de boekrol van eer – zoals wij lezen in Hebreeën 11, vanwege hun werken. Toch worden zij niet direct na de oprichting van het koninkrijk opgewekt. Degenen die op dat moment leven gaan voor. De doden worden niet eerder dan vijfenzeventig dagen

35

Page 36: EH Magazine April 2011

later opgewekt. Dan.12:12 Hieraan tegengesteld zullen, als de Heer voor ons neerdaalt in de lucht, overeenkomstig Paulus’ evangelie, de doden eerst opgewekt worden. De overstromende genade van de brieven van Paulus is ver boven de hoogste beloningen voor de heiligen van de besnijdenis te verkiezen. Ze is zowel wat tijd als plaats betreft hoger en zelfs de dood kan haar werkingskracht niet tegenhouden. De levende heiligen van de besnijdenis werden door de Heer gewaarschuwd: waakt! Want alleen degenen die waken zullen meegenomen worden als Hij naar Israël komt. Voor hen komt de Zoon des Mensen als een dief, en sommigen zullen aangenomen worden en anderen zullen achtergelaten worden om gericht te worden, als in de dagen van Noach. Matth.27:37-51

De hoogsten in het koninkrijk zijn zij die dat verdiend hebben door hun prestaties en hun lijden. Alleen zij die waarachtig waren voor hun Heer tijdens Zijn bediening en verwerping zullen de tronen in het koninkrijk bezetten.Paulus zal daar helemaal heen plaats bezitten. Evenmin zal hij opgewekt worden in dat koninkrijk. Zij hebben een eigen gerechtigheid en een eigen beloning. Hij heeft geen enkele, en dus moet hij opstaan bij een andere opstanding. Hij waakte niet.

Hoe wij zouden wakenToch worden ook wij aangespoord om te waken, maar hoe anders ziet dat er in ons geval uit:

‘... laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn ...’ 1Thess.5:6

De zeven jaar vóór het koninkrijk voor Israël komt, wanneer de dag van de Heer aanbreekt bij Zijn verschijnen Hand.2:19,20, zullen de ergste era van de geschiedenis van de aarde zijn. Duisternis zal de aarde bedekken, en 36

Page 37: EH Magazine April 2011

donkerheid de volkeren. Jes.60:2

Het is waar, dat de wereld vandaag ook in duisternis is, maar dat geldt niet voor Zijn heiligen:

‘... maar jullie, broeders, zijn niet in de duisternis, zodat die dag jullie als een dief overvallen zou ...’ 1Thess.5:4

wanneer de dag van de Heer komt. 1Thess.5:2

‘... want jullie zijn allen zonen van het licht en zonen van de dag. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe; laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. Want die slapen, slapen ’s nachts en die zich bedrinken, zijn ’s nachts dronken, maar laten wij, die de dag toebehoren, nuchter zijn, toegerust met het harnas van geloof en liefde en met de helm van de verwachting van de redding; want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van redding door onze Heer Jezus Christus, Die voor ons stierf, opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, samen met Hem zouden leven. Vertroost daarom elkaar en bouwt elkaar op, zoals jullie dit ook doen.’ 1Thess.5:5-11

Maar helaas! Het is ook vandaag waar, dat de meeste heiligen dronken zijn of dommelen. Zelfs degenen die in heel hun leven nooit één druppel alcohol proefden, zijn vergiftigd met de geesten van misleiding en dwaling. Velen zijn veel schuldiger dan de koninkrijksdiscipel die zegt dat de Heer zijn komst uitstelt. Zij denken dat Hij helemaal niet komt! Sommigen zeggen, dat Hij reeds gekomen is! En wij die zeggen nuchter te zijn, en niet te slapen, zijn wij niet ingedommeld? God ontferme Zich over ons als wij net als degenen die voor het koninkrijk waken behandeld zouden worden! Als wij zouden ontvangen wat wij verdienden, dan zouden wij zijn bij hen die weeklagen en hun tanden knarsen.

37

Page 38: EH Magazine April 2011

Wij worden vertroost en bemoedigd alleen omdat God anders met ons handelt. Voor ons is er geen straf als wij niet wakker en nuchter zijn. Er zijn ongetwijfeld heiligen, die net als Paulus, Timotheus en Titus deze aansporingen gehoorzamen, maar wat geldt dan voor ons en de rest? Wij verdienen het zeker niet om levendgemaakt en weggerukt te worden om de Heer in de lucht te ontmoeten, als dat afhankelijk zou zijn van onze waakzaamheid en nuchterheid! Zullen zij niet eerst gaan? Hier zien wij – zoals wellicht nergens anders – de praktische werking van de overstromende genade die ons deel is in dit beheer [van genade – vert.].Bij de afsluiting ervan wordt niemand bestraft voor zijn verleden door afgewezen te worden bij de opstanding, zoals dat bij de besnijdenis zal zijn. Om hierop de nadruk te leggen, herhaalt de Schrift deze gedachte door twee woorden te gebruiken. Daarmee wordt nadrukkelijk op het feit gewezen, dat allen samen tegelijk weggerukt zullen worden. 1Thess.4:17

Wij zullen daar zijnVeel heiligen zouden er heel graag bij willen zijn als Christus in grote heerlijkheid komt op de Olijfberg om zijn koninkrijk op te richten. Sommigen hebben nog nooit gehoord van onze eerder verwachte ontmoeting met Hem in de lucht. Zullen zij teleurgesteld zijn? Zullen wij dat geweldige schouwspel missen, wanneer elk oog Hem zal zien, zelfs de natie die Hem doorstak? Geenszins!Voor ons daalt Hij alleen af, zonder begeleiding van enige hemelse legermacht, want Hij is Zelf de vorst van de boodschappers (of: ‘Aartsengel’). Hij Zelf zal de bazuin van God blazen, die de doden zal opwekken.

38

Page 39: EH Magazine April 2011

Maar voor Israël komt Hij, begeleid door een hemelse legerschare. Wij lezen in de Schrift:

‘... en gij zult de vlucht nemen in het dal Mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de H EER , mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem.’ Zach.14:5

Al de hoogsten en heiligsten van de hemelse menigte zullen op de Olijfberg bij Hem zijn, en wij zullen altijd samen met de Heer zijn. 1Thess.4:17 Zal ons dan het kostbare voorrecht ontzegd worden om Hem te vergezellen als Zijn grootste aardse heerlijkheid zichtbaar wordt? Helemaal niet! Wij kunnen inderdaad niet de nadruk leggen op de beeldspraak van onze plaats als Zijn lichaam, maar de waarheid die het onderwijst geeft ons de meest nabije en kostbaarste plaats. Hij zou zeker niet willen dat wij er niet bij zijn als Zijn hoogste aardse triomf gevierd wordt, ook al is ons lotdeel en onze missie te midden van de hemelingen. Vaak begaf ik mij van Jeruzalem naar de top van de Olijfberg, de poort van Stefanus uit, naar beneden door het Kidrondal, langs Gethsemane, het smalle pad naar de top van de heuvelrug beklimmend. Van daaruit zijn de meeste foto’s van de stad genomen. Geen plaats valt meer op, want van daaruit is niet alleen heel Jeruzalem te zien, maar vanuit bijna elk punt in de nabijheid van de heilige stad kan men die plaats zien.Daar is maar heel weinig plek om te staan voor heel de gemeente, als wij daar in onze huidige sterfelijke lichamen zouden komen, want de Olijfberg gaat aan de kant van de stad tamelijk steil naar beneden, en minder steil naar Bethanië aan de oostkant. Ze loopt ook meer geleidelijk af

39

Page 40: EH Magazine April 2011

naar de zuidelijke woestijnkant. Ik ben er zeker van dat er aan de stadskant veel te weinig ruimte is.Sommigen hebben gesuggereerd dat de levende heiligen van vandaag het tijdstip van Zijn komst zouden moeten uitzoeken om zich dan daar te verzamelen om Hem daar te ontmoeten bij Zijn komst. Maar Hij zal ons zelf al minstens zeven jaar [een jaarweek – red.] eerder tot zich vergaderd hebben, wat ons een zware reis daarheen bespaart. Sommigen, net als ik [=A.E. Knoch – red.] wonen daar geografisch heel ver vandaan en zullen wellicht de reis en het levensonderhoud niet eens kunnen bekostigen. En als we daar komen zullen we slechts verblijven aan de buitenrand van een menigte die zo groot is, dat er zelfs geen lege plek te vinden is op heel berg.Hoeveel beter is onze verwachting! Waar we ons ook op aarde bevinden, we zullen weggerukt worden in een ondeelbaar kort moment, en Hem in de lucht ontmoeten. Later hebben wij hemelse lichamen en dan hoeven wij ons niet te bekommeren om ruimte of plaats, want die hebben wij dan niet nodig. Ik vroeg mij vaak af, waarom de eenheid van het lichaam van Christus juist aan de Corinthiërs geopenbaard werd, want zij zijn het beste voorbeeld van onenigheid. Sommigen waren voor Paulus, sommigen voor Petrus, en sommigen voor Apollos. 1Cor.1:12 Sommigen waren rijk en anderen waren arm. Sommigen waren moreel hoogstaand, anderen waren hoogst immoreel. Sommigen waren onvolwassen, maar waren er eigenlijk wel [geestelijk – vert.] volwassenen? Bestond er eigenlijk wel een andere ekklesia [uitgeroepen gemeente – vert.] die zo vreselijk verdeeld en verscheurd was? Toch past Paulus juist op deze gemeente voor het eerst de beeldspraak van het ene lichaam toe. 1Cor.12:12-27 Er zijn veel leden; ze zijn heel verschillend, maar het lichaam is één. De verschillen

40

Page 41: EH Magazine April 2011

zorgen niet voor breuken, zodat er veel lichamen ontstaan. Juist die verschillen zijn nodig om een heel lichaam te maken. Als een oog beweert het hele lichaam te zijn, wat zou dat armoedig zijn, zelfs als het een perfect oog zou zijn! Het is een vaak voorkomend misverstand te denken dat onze bestemming op welke manier dan ook van onszelf afhankelijk is. Er bestaat een sarcastisch gezegde in de hogere kringen van Europa dat zegt: ‘een mens kan niet zorgvuldig genoeg zijn in de keuze van zijn voorouders!’ Wij kwamen allemaal in de wereld zonder dat aan ons de tijd, de plaats of de omstandigheden gevraagd werden. Er was óf een gunstige of vijandige speling van het (nood)lot, óf een verkiezend, alles overziende Onderschikker. Wij, die Hem liefhebben en aanbidden kunnen wat dat betreft niet twijfelen, want Hij heeft ons geopenbaard dat Hij ons uitkoos in Christus vóór de nederwerping van de wereld. Ef.1:4 Een kind wordt niet onterfd omdat het zwak of onvolwassen is, zelfs niet als het erfgenaam van een troon is. Niemand van ons is geschikt voor de heerlijkheid die op het punt staat in ons geopenbaard te worden. Alleen al de gedachte aan een dergelijke zelfzuchtigheid vermindert en verduistert de genade van God, en wij bestaan omdat wij die heerlijkheid zullen tonen. Hij heeft dit alles in het verleden voor ons gedaan, en zou Hij dan onze verdere bestemming, de toekomst, aan ons eigen zwalkend lot overlaten?Nee! Ons lot werd bezegeld door Zijn roeping. Onze bestemming lag al vast voordat wij geboren waren. In dit beheer van het geheimenis vormen wij de achtergrond van Gods genade. Hoe minder wij verdienen, hoe groter de heerlijkheid van God. Paulus is hét voorbeeld.Deze genade wordt niet beperkt tot en weersproken door ons antwoord, onze groei, onze volwassenheid, ons

41

Page 42: EH Magazine April 2011

dienstbetoon of ons lijden. Dit alles moet toegeschreven worden aan Zijn geest in ons, niet aan onszelf, en het verdient geen andere en hogere bestemming.

A.E. KnochVertaling: Date Gorter

INHOUDSOPGAVE JAARGANG 20 (2010)

EH-Magazine jaargang 20 nr. 1

Aan onze lezers EHM 20-1 1

Je moet niet vragen waarom, maar waartoe! EHM 20-1 2

Wie ontvangen het geheimenis? EHM 20-1 8(slot)

Het onbestaanbare heelal EHM 20-1 15deel 3 (slot)

Uit: Brieven aan Anne(uit brief 16 van 10-4-2005) EHM 20-1 25Vruchtdragen EHM 20-1 31

EH-Magazine jaargang 20 nr. 2

Aan onze lezers EHM 20-2 1

De genade van God EHM 20-2 2

De heerlijkheid van de bediening van Paulus EHM 20-2 5

Zo pakt Spreuken het aan! EHM 20-2 8

De bedieningen van Paulus en Mozes EHN 20-2 10

42

Page 43: EH Magazine April 2011

GALATENConcordant Commentaar – Inleiding bij de brief EHM 20-2 14Galaten 1 – Concordante vertaling EHM 20-2 16Concordant Commentaar bij Galaten 1 EHM 20-2 18

Vandaag de dag EHM 20-2 20

Uit: Brieven aan Anne(uit brief 16 van 10-4-2005) – vervolg EHM 20-1 22Vrede zij met u! EHM 20-1 25

EH-Magazine jaargang 20 nr. 3

Aan onze lezers EHM 20-3 1

Heel de Schrift door God geïnspireerd EHM 20-3 2(deel 1)

De oprechte gelovige ... EHM 20-3 16

GALATENGalaten 2 – Concordante vertaling EHM 20-2 18Concordant Commentaar bij Galaten 2 EHM 20-2 20

In gesprek EHM 20-3 23(met André Kousemaker)

Doen en begrijpen EHM 20-3 25

Uit: Brieven aan AnneVrede zij met u! – vervolg EHM 20-1 25(uit brief 16 van 10-4-2005)

43

Page 44: EH Magazine April 2011

Meer studies gebaseerd op de (concordant vertaalde) grondtekst van de Schrift, zowel schriftelijk als audio / audio-visueel, kunt u vinden op de website van gemeente Eben-Haëzer:

www.godswoordcentraal.nl

Daar vindt u ook links naar ander concordant studiemateriaal.

44