Eerste lijn kan zorgvraag beinvloeden

2
Leo Kliphuis over gezondheidscentra en regionale krachtenveld ‘Eerste lijn kan zorgvraag Leo Kliphuis nam op 1 maart afscheid als directeur van de LVG. Hij ziet volop kansen voor ge- zondheidscentra. Investeren in preventie en gezonde leefstijl en zo voorkomen dat mensen naar de tweede lijn moeten, dat is de manier om de kosten te beheersen. ‘Gezondheidscentra moeten het gewoon gaan doen: het geld slimmer inzetten.’ 12 DE EERSTELIJNS MAART 2013 Het concept gezondheidscentrum heeft zeker niet aan betekenis ingeboet. ‘Een gezondheidscentrum is een aanspreek- bare organisatie in de wijk die de verbinding kan maken tussen care, cure en welzijn. Iedereen is daarvan overtuigd. Het samen onder één dak werken, een fysieke nabijheid, blijft de basis om een goed geïntegreerd aanbod te kunnen bieden’, zegt Leo Kliphuis. Naast het klassieke gezond- heidscentrum zijn er eerstelijnscentra ontstaan met zelfstandige praktijken. Daar zit de grootste groei. Hiernaast zijn in snel tempo zorggroepen opgericht. Parallel aan de toename van gezondheidscentra zijn de financie- ringsmogelijkheden voor geïntegreerde eerstelijnszorg verbeterd. De intrede van de Geïntegreerde Eerstelijnszorg (GEZ)-module heeft volgens Klip- huis geleid tot een nivellering. ‘Het verdienmodel komt daarmee onder druk te staan. We zien dat centra met zelfstandige praktijken het goed doen. Loondienstcentra hebben het een stuk lastiger.’ Het is zoeken naar een nieuwe balans. ‘Wellicht dat een model zoals Buurtzorg dat hanteert ook in de eerste lijn kan worden uitgeprobeerd. Of dat de inzet van verpleegkundigen mogelijkheden biedt.’ Financiering ombuigen Kliphuis ziet dat zorggroepen ook steeds vaker de stap zetten naar geïnte- greerd werken. ‘Vooral als ze een zorg- programma rond kwetsbare ouderen of depressie willen opzetten, is het al snel vanzelfsprekend om de verbinding te leggen met zorg en welzijn en uit te gaan van een wijkgerichte aanpak.’ Kliphuis is ervan overtuigd dat de financiering in het voordeel van de eerste lijn wordt omgebogen. ‘Dat kan ook niet anders. De medisch specialistische zorg moet blijven. Om de kosten te beheersen, moeten we voorkomen dat mensen naar de tweede lijn moeten. Dat betekent investeren in preventie en in het stimuleren van een gezonde leefstijl. Gezondheidscentra moeten hun verantwoordelijkheid nemen. De kennis is aanwezig, ze moeten het gewoon gaan doen. Het gaat om het slimmer inzetten en anders verdelen van het geld.’ Leo Kliphuis gaat verder als zelfstandig consultant binnen de eerste lijn.

description

Leo Kliphuis over gezondheidscentra en regionale krachtenveld. Leo Kliphuis nam op 1 maart afscheid als directeur van de LVG. Hij ziet volop kansen voor gezondheidscentra. Investeren in preventie en gezonde leefstijl en zo voorkomen dat mensen naar de tweede lijn moeten, dat is de manier om de kosten te beheersen. ‘Gezondheidscentra moeten het gewoon gaan doen: het geld slimmer inzetten.’

Transcript of Eerste lijn kan zorgvraag beinvloeden

Page 1: Eerste lijn kan zorgvraag beinvloeden

Leo Kliphuis over gezondheidscentra en regionale krachtenveld

‘Eerste lijn kan zorgvraag beïnvloeden’Leo Kliphuis nam op 1 maart afscheid als directeur van de LVG. Hij ziet volop kansen voor ge-

zondheidscentra. Investeren in preventie en gezonde leefstijl en zo voorkomen dat mensen naar

de tweede lijn moeten, dat is de manier om de kosten te beheersen. ‘Gezondheidscentra moeten

het gewoon gaan doen: het geld slimmer inzetten.’

12 DE EERSTELIJNS MAART 2013

Het concept gezondheidscentrum heeft

zeker niet aan betekenis ingeboet. ‘Een

gezondheidscentrum is een aanspreek-

bare organisatie in de wijk die de

verbinding kan maken tussen care,

cure en welzijn. Iedereen is daarvan

overtuigd. Het samen onder één dak

werken, een fysieke nabijheid, blijft

de basis om een goed geïntegreerd

aanbod te kunnen bieden’, zegt Leo

Kliphuis. Naast het klassieke gezond-

heidscentrum zijn er eerstelijnscentra

ontstaan met zelfstandige praktijken.

Daar zit de grootste groei. Hiernaast

zijn in snel tempo zorggroepen

opgericht. Parallel aan de toename van

gezondheidscentra zijn de �nancie-

ringsmogelijkheden voor geïntegreerde

eerstelijnszorg verbeterd. De intrede

van de Geïntegreerde Eerstelijnszorg

(GEZ)-module heeft volgens Klip-

huis geleid tot een nivellering. ‘Het

verdienmodel komt daarmee onder

druk te staan. We zien dat centra met

zelfstandige praktijken het goed doen.

Loondienstcentra hebben het een

stuk lastiger.’ Het is zoeken naar een

nieuwe balans. ‘Wellicht dat een model

zoals Buurtzorg dat hanteert ook in de

eerste lijn kan worden uitgeprobeerd.

Of dat de inzet van verpleegkundigen

mogelijkheden biedt.’

Financiering ombuigen

Kliphuis ziet dat zorggroepen ook

steeds vaker de stap zetten naar geïnte-

greerd werken. ‘Vooral als ze een zorg-

programma rond kwetsbare ouderen

of depressie willen opzetten, is het al

snel vanzelfsprekend om de verbinding

te leggen met zorg en welzijn en uit te

gaan van een wijkgerichte aanpak.’

Kliphuis is ervan overtuigd dat de

�nanciering in het voordeel van de

eerste lijn wordt omgebogen. ‘Dat

kan ook niet anders. De medisch

specialistische zorg moet blijven. Om

de kosten te beheersen, moeten we

voorkomen dat mensen naar de tweede

lijn moeten. Dat betekent investeren in

preventie en in het stimuleren van een

gezonde leefstijl. Gezondheidscentra

moeten hun verantwoordelijkheid

nemen. De kennis is aanwezig, ze

moeten het gewoon gaan doen. Het

gaat om het slimmer inzetten en anders

verdelen van het geld.’

Leo Kliphuis gaat verder als zelfstandig

consultant binnen de eerste lijn.

Page 2: Eerste lijn kan zorgvraag beinvloeden

‘Eerste lijn kan zorgvraag beïnvloeden’

‘Door heterogeniteit LVG-leden weinig

draagvlak voor gezamenlijke innovatie’

DE EERSTELIJNS MAART 2013 13

Zorgvraag beïnvloeden

De zorg is reactief ingesteld, aldus

Kliphuis. Patiënten komen als ze

klachten hebben of ongerust zijn. Dat

kan ook anders. Liever zou hij zien dat

zorgverleners de zorgvraag beïnvloe-

den. Als voorbeeld noemt hij het thuis

doodgaan. ‘Dat mensen zoveel mogelijk

in hun eigen leefomgeving overlijden,

zou de norm moeten zijn. Dat is wat

de meeste mensen willen, het bespaart

kosten en een hoop menselijk leed.

Huisartsen zouden na kunnen gaan

welke patiënten binnenkort overlijden.

Ze kunnen met hen in gesprek gaan

over hun wensen en een plan opstel-

len.’ Een ander voorbeeld is ervoor

zorgen dat vrouwen van hun tweede

kind in principe thuis bevallen. ‘De

vraag beïnvloeden is een bedrijfseco-

nomisch principe dat de eerste lijn kan

hanteren. Het levert betere zorg op en

is economisch rendabel.’

Beeld rechtzetten

Desgevraagd ziet Kliphuis twee zaken

die de eerste lijn voortvarend moet

oppakken: integrale farmacie en de

integrale verpleegkundige praktijk. Kort

maar krachtig analyseert hij de huidige

situatie: de apotheken zijn door de

bodem gezakt en het preferentiebeleid

is zijn doel voorbijgeschoten. In de

extramurale farmaceutische zorg gaat

vijf miljard om. Door medicatiefouten

belanden mensen in het ziekenhuis.

‘Het roer moet echt om. Daarvoor

moeten we de beeldvorming rond

apothekers dat het zakkenvullers zijn,

rechtzetten. Ook bij zorgverzekeraars

moet het paradigma veranderen. We

moeten het weer hebben over de

zorgprestaties van apothekers. Ze

kunnen een rol spelen bij polyfarmacie

en het bevorderen van therapietrouw.

Laat de professionals dat zelf gaan

doen. Geef hen simpele indicatoren en

regelvrijheid.’

Anderhalve lijn?

Ook pleit Kliphuis voor het maken

van een plan voor de inzet van alle

verpleegkundigen in de eerste lijn.

Daar zit potentie tot substitutie. ‘De

vraag is hoe we dat gaan organiseren.

De thuiszorgorganisaties willen dat

mensen keuzevrijheid behouden. Ik

denk meer aan inschrijving op naam,

zoals dat bij de huisartsenzorg het

geval is. Zorgverzekeraars kunnen dan

huisartsenzorg en samenwerking met

verpleegkundigen inkopen.’ Met de

anderhalve lijn heeft Kliphuis weinig.

‘Het wordt veelal gebruikt als verhul-

lend taalgebruik om adherentie van het

ziekenhuis te bewaken. Een medisch

specialist die louter zijn productie

verplaatst, kan beter in het ziekenhuis

blijven. Ik zie wel veel heil in geza-

menlijke patiëntenbesprekingen en

consultaties.’

LVG niet uitgekleed

Ruim vier jaar verkeerde Kliphuis in

de wereld van gezondheidscentra en

zorggroepen. Onder zijn leiding kromp

de LVG, werd de contributie verlaagd

en kwam de focus op public affairs te

liggen. Optreden als een vakbond, de

leden representeren, behoorde tot het

verleden. ‘Er is altijd een spanningsveld

rond wat leden van je verwachten en

willen. We hebben leden die prima

in staat zijn zelf kamerleden uit te

nodigen. Andere leden willen dat je

alles voor hen regelt. De aandacht

verschuift nu meer naar het regionale

krachtenveld.’

De leden van de LVG-kamer Zorggroe-

pen en de leden van de Adviesgroep

Ketenzorg zijn onlangs samengevoegd

tot de Landelijke Organisatie voor

Ketenzorg. ‘Een logische keuze, ons

land is te klein voor twee brancheorga-

nisaties.’ Dat de LVG inmiddels teveel

is uitgekleed en dus geen factor van

betekenis meer is, weerspreekt Klip-

huis. ‘De LVG zit aan het maximum van

wat de leden aan contributie kunnen

ophoesten. Daar komt bij dat door de

heterogeniteit van de leden weinig

draagvlak bestaat voor gezamenlijke

innovatie.’

Bevlogenheid en dynamiek

Zijn hoop is gevestigd op de fusie

met de Vereniging Huisartsenposten

Nederland (VHN). ‘Dan ontstaat er

één nieuwe brancheorganisatie voor

de eerste lijn en kunnen we de grote

middengroepen bedienen.’ Kliphuis

gaat als zelfstandig consultant verder

binnen de eerste lijn. Een klus heeft hij

al binnen, hij is directeur bedrijfsvoe-

ring bij de Stadsmaatschap geworden,

een Utrechtse coöperatie voor integrale

huisartsenzorg. Bang dat de praktijk

weerbarstiger blijkt te zijn, is hij niet.

‘Ik heb jarenlang in besturen van

gezondheidscentra gezeten en weet

hoe het eraan toegaat. Dit werk ligt me

persoonlijk beter. Ik krijg meer energie

van ontwikkelen van een visie dan van

het onderhandelen over de plaats van

een komma in een beleidsregel. In de

eerste lijn zie ik een bevlogenheid en

dynamiek die persoonlijk goed bij me

past.’

Tekst: Corina de Feijter/Fotogra!e: Studio

Oostrum