De Eerste Lijn: Pesten

16
2 Story: “Met die gast wil ik niet sollen” | 6 Specialist: “Pesten heeft dezelfde impact als oorlogsgeweld” | 7 Test: Hoe pestproof is jouw school? | 12 Aanpak: Moet je pesters bestraffen? “Ze spuwen op me” 1 PESTEN

description

Als bijlage bij Klasse voor Leraren behandelt De Eerste Lijn telkens één thema: van crisiscommunicatie tot nieuwe gezinsvormen. De Eerste Lijn ondersteunt elke leraar in de aanpak en preventie van probleemgedrag op school.

Transcript of De Eerste Lijn: Pesten

Page 1: De Eerste Lijn: Pesten

2 Story: “Met die gast wil ik niet sollen” | 6 Specialist: “Pesten heeft dezelfde impact als oorlogsgeweld” | 7 Test: Hoe pestproof is jouw school? | 12 Aanpak: Moet je pesters bestraffen?

“Ze spuwen op me”

1

PESTEN

Page 2: De Eerste Lijn: Pesten

“Ze hebben me kapot gemaakt. Na het zesde leerjaar dacht ik: ‘Dit maak ik niet nog eens mee.’” Vastberaden pestkoppen verknoei-

den zijn kinderjaren. En de juffen deden mee: “Ze hebben me continu gekleineerd. Het is

de moeite waard om mijn verhaal te doen als één jongere of leerkracht dit leest en daardoor

denkt: ‘Ik moet oppassen met wat ik zeg. Ik mag mensen niet zomaar beoordelen.’”

“Ze spuwen

Lieven (16):

me onder”

Story

Page 3: De Eerste Lijn: Pesten

Lieven zit nu in het vijfde secundair. Zijn stem trilt en zijn verhaal stokt af en toe. Details oprakelen doet hij niet graag. “Het

blijft nazinderen”, zegt zijn mama Hilde. Dat kan onmogelijk anders. Want wat doet het met een kind als klasgenoten op je spuwen, als ook je vriend mee je fi ets onderspuwt op de voor-laatste dag van het zesde leerjaar? Als je zes jaar lang uitgescholden wordt voor dikkerd? Als ze je op schoolreis samen met die pestkoppen in een slaapkamer onderbrengen? Als ze de deur van het toilet opentrekken en je te kijk zetten voor de rest? Als ze in je drankje plassen en in je maag beuken? Als leraren niet optreden, maar mee-heulen of hun kop in het zand steken?

“MET DIE GAST WIL IK NIET SOLLEN”Lieven: “Het heeft me gemaakt zoals ik ben. Ik pro-beer me voor te doen zoals ik wil dat ik ben. ‘t Is moeilijk om uit te leggen. Ik wil dat iedereen ziet: ‘Met die wil ik niet sollen.’ Vroeger was ik een sof-tie en heb ik te veel mijn mond gehouden. Nu weet

ik beter. Als ze me nu onderuit willen halen, doe ik mijn mond open. Ik zal nooit slaan, kwetsen of schelden. Ik ben mondig, maar wil niemand bre-ken. Tenzij ze mijn eigen regels overtreden: nie-mand spuwt op een ander, zeker niet op mij, zeker niet op mijn familie en zeker niet op mijn mama. Mama is altijd mijn rots in de branding geweest. Zij was het die altijd zei: ‘Je mag nooit denken dat je slechter bent dan een ander.’”

“ZIE HEM DOEN” “Van leraren heb ik nooit steun gevoeld. Ik was 7-8 jaar en de juf kleineerde me continu. Fysiek en verbaal. Wat doet dat met het zelfb eeld van een klein gastje, denk je? Moet je daarom volwassen zijn om zo tegen een kind te doen? Durfde ik toen maar opstaan, uit de klas te stappen en te zeggen: ‘U bent mijn leerkracht, u moet ervoor zorgen dat iedereen zich goed voelt.’ De juf van het vier-de leerjaar heeft me in de klas wel geholpen, maar op de speelplaats ging het pesten gewoon door. Ik weet dat we toen een soort van nieuwjaars-

gedicht voor onze ouders moesten schrijven. Ik schreef er voor haar ook een. Uit waardering. Het was weer genoeg aanleiding voor de anderen: ‘Zie hem doen. Hij is weer bezig.’”

MAAGKLACHTEN “Toen ik naar het secundair moest, dacht ik: ‘Dit kan niet meer, ik maak dat niet nog eens mee.’ Ik ben gaan letten op mijn eten, ik wou terug aan sport doen, maar in de voetbalclub zaten die pestkoppen ook. Mijn vader nam me mee naar de hapkido. Dat is een oosterse gevechtssport. Toen ik zag wat die meester kon, hoe rustig en beheerst die was, wist ik: ‘Dat wil ik ook.’ Ik heb die eerste dagen op school goed rondgekeken: wie is hier ‘laag volk’, wie is zichzelf, wie doet stoer? Ik heb vrienden ontmoet en vrienden gehouden. Zij weten dat ik vroeger een dikkerdje was. Of ze echt weten dat ik gepest werd? Ze hoeven het niet te weten. Ik zal hen nooit de de-tails vertellen. Dat hoofdstuk is afgesloten. Ik heb nog maagklachten, maar dat is gelukkig het enige wat ik eraan overgehouden heb.”

3 tot 8 procent • van de Vlaamse jongeren wordt ernstig gepest. Dat zijn er 30 000 elk jaar. 2 op 5 zegt geen hulp te krijgen.

Een bevraging leert dat in drie maanden tijd • 57 procent van de jongeren het slachtoffer was van pesten en 49 procent gepest heeft. Bijna 4 op 5 beweert dat hij getuige van pesterijen was.

De ergste problemen doen zich voor bij • 10- tot 14-jarigen. Dat is de leeftijd waarop kinderen alles doen om erbij te horen. En de school is zonder twijfel de pestplek bij uitstek.

“Die jongens plasten in mijn drank”

ÉÉN IN ELKE KLAS

3

Page 4: De Eerste Lijn: Pesten

Het fenomeen

Pesten:Plagen gebeurt spontaan, het duurt niet lang, is on-regelmatig. Humor en aandacht vragen halen vaak de bovenhand. Bij dit ‘spel’ zijn de kinderen gelijk aan elkaar: niemand moet blijvend het onderspit delven. Plagen is niet altijd leuk, maar nooit be-dreigend. Er is geen blijvende psychische of fysieke schade. Wat fout loopt, wordt sneller recht gezet.

Bij pesten is de dader sterker dan het slachtoff er. Het is dezelfde leerling die wint en dezelfde die meermaals verliest. Die laatste voelt zich eenzaam, verdrietig, onzeker en onveilig. Directe pesters vernederen, schelden, dreigen, maken hun slacht-off er belachelijk, shoppen, slaan, duwen, vernielen spullen… Indirecte pesters sluiten het slachtoff er uit met roddels, leugens ...

PLAGEN OF PESTEN?

PESTEN IN EEN NIEUW JASJE

Steaming is een nieuwe naam voor ‘afpersen met geweld’. Meestal dreigt een groepje daders hun slachtoff er af, vernedert of intimideert hem zodat hij geeft wat ze willen: geld, een MP3-speler... Of ze dwingen hun slachtoff er om iets voor hen te stelen.

Cyberpesters gebruiken internet en gsm om hun slachtoff er anoniem te bestoken. Door de anonimi-teit en de geringe pakkans zeggen of doen cyber-pesters makkelijker dingen die ze in het echte leven niet zouden durven. De roddels, leugens, dreige-

menten laten psychisch diepe sporen na. Het speelt zich vaak af buiten de schoolmuren, maar heeft ontegensprekelijk een invloed op het schoolleven. Daarom mag de school het niet negeren.

Happy Slapping heeft de gsm als wapen: je geeft iemand een pak slaag, fi lmt dit met de ingebouwde camera en zet het fi lmpje op het internet zodat an-deren ervan kunnen ‘meegenieten’. Voor het slacht-off er is het vaak een traumatische ervaring.

levenslange schade

“Mijn zoon is een ideaal target: lief, sociaal,rechtvaardig. Volwassenen zijn weg van hem,

leeftijdsgenoten niet” (mama Tania)

4

Page 5: De Eerste Lijn: Pesten

Een passief slachtoff er is meestal een onzekere, ge-voelige, stille of eenzame leerling. Hij staat lichame-lijk zwakker (bv. de kleinste van de klas) en heeft vaak een positieve relatie met volwassenen.

Een provocerend slachtoff er combineert zenuw-achtige met agressieve reacties en veroorzaakt zo irritaties en spanningen. Vaak ook bij volwassenen. Hij durft ook zelf te pesten.

Een dader staat positief tegenover geweld, is im-pulsief, fysiek sterker en wil overheersen. Hij vindt zichzelf wel stoer en pest om aandacht of status te krijgen. Kan zich moeilijk inleven.

Meelopers pesten mee, maar nemen niet het initi-atief. Zijn ze bang om zelf het slachtoff er te worden of proberen ze zo aan populariteit te winnen?

Verdedigers durven wel eens op te komen voor het slachtoff er. Ze dwingen respect af en hebben daar-door invloed in de groep.

Buitenstaanders pesten niet, maar doen uit angst ook niks om het pesten te stoppen.

Mag niet meedoen bij spelletjes of wordt als laatste gekozen

Blijft dicht bij de leraar tijdens pauzes

Zijn schoolprestaties gaan achteruit

Ziet er ongelukkig, gestresst, depressief uit

Vermijdt de speelplaats

Klaagt van buikpijn, hoofdpijn

Heeft misschien niet één goede vriend

Zijn bezittingen worden afgenomen of verstopt

Wordt uitgelachen, onvriendelijk benaderd

Komt thuis met kapotte fi ets, kleren of boeken

Heeft blauwe plekken, schrammen

Neemt geen klasgenootjes mee

Is bang om naar school te gaan

Kiest een onlogische route van en naar school

Slaapt onrustig en heeft nare dromen

Vraagt en/of steelt geld van familie

Wordt niet uitgenodigd voor feestjes

Overspannen en gestresst op zondagavond of aan het eind van een vakantie

GEPEST KIND. HERKEN JIJ DE SYMPTOMEN?

HERKEN JE DE ROLLEN?

OP SCHOOL: GEMELD DOOR OUDERS:

PEST TOP 3

23% belachelijk maken

16% Slaan of schoppen

15% Kritiek op kleding

Page 6: De Eerste Lijn: Pesten

Waarom zegt een leraar dat het allemaal zo erg niet is?“Hij minimaliseert het pesten omdat hij de ernst van de situatie niet inziet. Of hij gaat zijn verant-woordelijkheid uit de weg omdat hij bijvoorbeeld niet weet hoe hij het pesten moet aanpakken en wat de school van hem verwacht. De mythe is per-fect te weerleggen door de trauma’s die gepeste kinderen oplopen. Die hebben een impact op hun persoonlijkheid en vervormen hun denkproces.

Slachtoff ers decoderen lichaamstaal, signalen op een andere manier. Dat poststresssyndroom loopt gelijk met kinderen in oorlogsgebied. Of slachtof-fers van incest. ‘Word eens wat harder. Dit is zo erg niet,’ zo’n houding kost de samenleving heel veel: later leven die mensen vaak van depressie naar de-pressie.”

En toch is pesten iets ‘normaals’, zeg je. Het hoort er nu eenmaal bij?“We zullen het pesten nooit helemaal afgeleerd krij-gen. Kinderen zitten verplicht samen in een school. Die maken allemaal een complex leerproces door:

hoe leef ik in groepsverband, hoe vind ik daar een plek, hoe durf ik daarin mee te draaien? Je hebt daar vroeg- en laatbloeiers in. Terwijl het ene kind van negen al een stuk zelfb eheersing bezit en geleerd heeft met anderen rekening te houden, reageert een klasgenoot impulsief als hij iets voelt wat hem niet aanstaat. Dat maakt het risico op wrijvingen en confl icten op die jonge leeft ijd erg groot. Maar laat dit geen vrijbrief zijn om niets aan het pesten te doen. Wie te ver gegaan is, moet dat ook weten.”

Zie je veranderingen in pestgedrag?“Vroeger keek men sterk naar fysiek pesten, waar-door jongens sneller in de risicozones van dader en slachtoff er belandden. Nu gaan onderzoekers er meer van uit dat beide sexen evenveel scoren. Ook cyberpesten zit nog in de lift . In die biotoop zijn volwassenen niet aanwezig, hebben ze geen toe-zicht en de tijd die kinderen er spenderen, neemt toe. Bovendien maken jongeren zich met de huidi-ge weblogs erg kwetsbaar.”

“Het hoort er toch bij. Het is allemaal zo erg niet. Het gaat wel over.” Dat is de mythe die

volgens Gie Deboutte, voorzitter van het Vlaams Netwerk Kies Kleur Tegen Pesten,

nog te veel in het onderwijs leeft. “Pesten ver-vormt je persoonlijkheid even hard als zwaar

geweld zien of meemaken in oorlogsgebied.”

“Laks optreden kost de samenleving heel veel”

“Pesten heeft dezelfde impact als

oorlogsgeweld”

Lieven Van Assche

©Het fenomeen

6

Page 7: De Eerste Lijn: Pesten

Test

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

ja nee

Onze school heeft een visie op pesten: een pestbeleid

Het hele schoolteam staat achter deze visie

Aan ouders en leerlingen is onze visie duidelijk gecommuniceerd

Er is goed toezicht op de speelplaats, aan de schoolpoort

Leerlingen, ouders, collega’s weten wie het aanspreekpunt is voor pestproblemen

Er heerst een positief schoolklimaat dat niet gebaseerd is op angst en repressie

Pesten komt regelmatig aan bod in de lessen: niet alleen tijdens één themadag

Wij grijpen snel en eenduidig in bij pesten

Nieuwe leraren lichten we in over ons pestbeleid

Elke leerling kan zich op een positieve manier tonen in de school

Onze aanpak is geen vaststaand gegeven: we bespreken het regelmatig

De school heeft contacten met wijkagent, CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk), clb…

Er zijn duidelijke regels en er is controle op de naleving ervan

Signalen van ouders en kinderen nemen we ernstig

DOE DE TEST

Hoe meer je ‘ja’ antwoordt, hoe beter je school bestand is tegen pesters.

“Hoe we als school tegen pesten optreden? Door te zeggen dat het niet mag, zeker?”

(Jo, leraar biologie)

pestproofis jouw school?

Hoe

Page 8: De Eerste Lijn: Pesten

De preventie

Anti-pestlijn:Pesten los je niet op met een themadag, maar met een team dat samen dezelfde

grens aangeeft. Eén leraar die in zijn eentje brandjes moet blussen, is nooit

zo effectief als een schoolbeleid dat mee aan de kar trekt. Deze anti-pest-lijn start daarom op beleidsniveau. Hoe verder je ze volgt, hoe meer ze op de huid van de

individuele leraar zit.

van directeur tot wc

EEN DUIDELIJKE BELEIDSKEUZEDe directeur maakt duidelijk dat de school wil investeren in een doordachte aanpak, een posi-tief klimaat waarin spontane zorg kansen krijgt, waar leerlingen graag zijn.

WACHT NIET TOT HET UIT DE HAND LOOPTVanuit een probleem kan je meestal alleen maar bestraff end denken. Er zijn andere mogelijk-heden die meer kans op succes geven én proble-men kunnen voorkomen.

NEEM DOELBEWUST ONTRADENDE MAATREGELENZorg voor voldoende toezicht op de speelplaats. Voor een afgesloten fi etsenstalling als de pro-blemen zich daar voordoen. Of trek voor dat struikgewas een gele lijn: tot hier mag je spelen, daar tussen de struiken niet.

MAAK EEN PRIORITEIT VAN EEN GOED AANMELDINGSPUNTBij wie kaart ik een pestprobleem aan? Alleen als leerlingen, ouders, leraren die ‘toegangs-poort’ kennen en positief beoordelen, zullen ze langs die weg een pestprobleem melden.

DIT IS TEAMWORKAls niet alle leraren achter dezelfde visie en aan-pak staan, kan je niet effi ciënt werken en vol-harden. Een opgelegde aanpak werkt niet, een pestbeleid groeit beter van binnenuit.

PARTICIPATIE VAN ALLE ACTORENBetrek ouders, leerlingen, het clb… op zo’n ma-nier dat ze invloed hebben, dat ze iets kunnen betekenen. Informeer hen over de aanpak en het waarom van het pestactieplan.

VERZORG JE NETWERKKan je terugvallen op een goede band met het clb, de wijkagent, het CAW (Centrum Alge-meen Welzijnswerk), het JAC (Jongeren Advies Centrum) uit je buurt? Als je zulk netwerk nog moet uitbouwen als een crisis zich voordoet, hol je achter de feiten aan.

1

3 7

4

2

5

6

START

8

Page 9: De Eerste Lijn: Pesten

MELDEN OF KLIKKEN?

Vertellen wat je overkomt of ziet gebeuren, doe je niet zomaar. De kans bestaat dat de pestkop revanche neemt of je een klikspaan noemt. Ken je het verschil tussen klikken en melden?

Klikken =je wil dat de pester een straf krijgt.

Melden =je wil dat de pester ophoudt.

VERGROOT HET INLEVINGS-VERMOGEN VAN LEERLINGEN“Als jij… doet, hoe zal hij zich dan voelen?” Om een vraag als deze te beantwoorden moet een kind zich in een ander kunnen inleven. Zo leert hij de gevolgen van zijn woorden of daden in te schatten.

WEES AANSPREEKBAARZorg zelf ook voor een lage drempel. Praat met leerlingen, geef ze vertrouwen, verantwoorde-lijkheid.

VRAAG NAAR INDRUKKEN VAN OUDERSOp een oudercontact kan je aan de ouder(s) vra-gen hoe die leerling zich voelt in de klas. Maak er een vast onderdeel van en geef zelf de voorzet als je iets vermoedt.

GEEF ZELF HET GOEDE VOORBEELDEen leraar die uithaalt naar leerlingen of hen kleineert, geeft het sein dat zoiets kan.

ZORG DAT IEDEREEN DE REGELS EN AFSPRAKEN NALEEFTGeef structuur. Hou een duidelijke lijn aan. Ken het pestactieplan van je school en handel er-naar.

HOU JE COLLEGA’S OP DE HOOGTEHeb je een vermoeden van een pestprobleem of zag je de pesters bezig? Praat erover met je col-lega’s.

DOE ACTIEF TOEZICHTIn de kleedkamers, op de speelplaats, tijdens een studie-uur of in de reft er: observeer leerlingen en maak je niet onzichtbaar.

ZORG VOOR DUIDELIJKE GEDRAGSREGELSGeen bijnamen, niet aan de kleren trekken, je neemt niet zomaar materiaal van iemand an-ders… Laat deze afspraken uit de groep komen, door iedereen ondertekenen en zichtbaar op-hangen. Geef een kopie aan alle ouders en lera-ren die ook in die klas lesgeven.

MAAK IEDEREEN STERKERZoek hefb omen om alle partijen sterker te ma-ken. Zorg voor vorming voor leraren, oefen gesprekstechnieken met leerlingen, train hun sociale vaardigheden, informeer ouders…

11

8

12

13

14

159

10

AANKOMST

9

Page 10: De Eerste Lijn: Pesten

Leest, basisschool De Spiegel. Het derde en vierde leerjaar voetbalt terwijl

andere klassen volgens een beurtrol aan het speeltuig bengelen of de speelkoffer

gebruiken. Twee leerlingen in fl uogele jasjes wandelen rond. “Dat zijn sterrenkinderen,”

verduidelijkt An Hereygers, directrice. “Deze leerlingen bewaken het samenspelen. En die beurtrol hebben de klassen zelf opge-

steld.” Helpt het tegen pesten?

KLIMMUUR “Kinderen spelen minder agressief op een leuke speelplaats met speelhoeken. De leer-lingen hebben in de leerlingenraad aangegeven dat ze een klimmuur wilden en dat het voetbal niet lan-ger de hele speelplaats mag overheersen. We heb-ben oor naar hun initiatieven, geven een stuk daar-van in hun handen en vullen aan met onze regels. Nee, ze mogen niet op de basketpalen klimmen of in de WC’s spelen.”

BELONEN “Als het allemaal goed is gegaan, dan verdienen de kinderen elke twee weken extra speel-tijd. Een leraar introduceert dan een nieuw spelletje of er komt iets nieuws in de speelkoff er. Wie in die twee weken het spel systematisch boycot, krijgt dan een time-out: hij moet op een stoel aan de rand van de speelplaats toekijken. Dat positieve van belonen vinden we belangrijk. Een bijscholing over straff en en belonen heeft ons team op dat vlak professione-ler gemaakt.”

ENERGIE Het pestbeleid is hier geen verhaaltje-van-één-dag. “We hebben samen regels, prioritei-ten en een visie opgesteld. Het is een utopie om te denken dat alle collega’s even hard aan de kar trek-ken. Leraren zijn superbevraagde mensen en de verschillende projecten vragen veel energie. Maar het is al genoeg dat het karretje naar de juiste rich-ting kantelt. Je moet wel de afspraken en visie regel-matig herhalen en weer in vraag durven stellen. ”

OUDERS “De dialoog met ouders heb je ook no-dig, maar is niet altijd makkelijk. Hun advies druist soms in tegen onze afspraken. ‘Met dat kind moet je niet spelen’ of ‘geef maar een duw terug’. Sommige kinderen zingen wel eens een racistisch liedje. Daar reageren we onmiddellijk op. Maar wat horen die kinderen thuis? Ik kan niet vermijden dat het ge-beurt, maar ik kan er wel op reageren. ”

“Wie mooi speelt, verdient extra speeltijd”

Lieven Van Assche

©De preventie

10

Page 11: De Eerste Lijn: Pesten

De aanpak

Praten, straff enof herstellen?

JE HEBT EEN VERMOEDEN VAN PESTEN? Observeer intensief en probeer de dader te •

betrappen. Overleg met collega’s: hebben ze iets •

opgemerkt? Spreek met andere leerlingen.• Contacteer de ouders: uit je bezorgdheid.•

HOE VANG IK HET SLACHTOFFER OP? Neem zijn verhaal ernstig, schenk aandacht •

aan zijn gevoelens, steun hem. Geef hem zeker nooit de schuld: “Je moet •

meer voor jezelf opkomen.” Bespreek met hem de stappen die je zal •

ondernemen.

WAT DOE IK MET DE PESTER? Neem hem apart voor een gesprek en •

vertel wat je zag. Kwets of kleineer hem niet. • Maak wel duidelijk dat je zijn gedrag niet •

tolereert. Hij zal het moeten goedmaken.

HOE VANG IK DE OUDERS OP? Bij de • ouders van de dader kan het nieuws be-

schuldigend aankomen. Vertel wat je zag en fris het pestbeleid van je school op. Vertel welke sanctie hun kind krijgt.

Stimuleer • ouders van gepeste kinderen om met hun kind te praten. Stel hen ook gerust: je zal ertegen optreden. Raad aan om buiten de school activiteiten te ondernemen: turnen, muziekschool. Laat hen een pestlogboek bijhouden. Daarin staat het wie, wat, waar en wanneer genoteerd. Ontraad om contact te zoeken met de ouders van de pestkop.

EN DE KLASGENOTEN? Ga een klasgesprek niet uit de weg. Bespreek •

het verschil tussen plagen en pesten. Leg uit wat de gevolgen kunnen zijn. Geef duidelijk aan dat het gedrag van de dader over de grens ging. Zoek samen naar oplossingen om het opnieuw veilig en aangenaam te maken voor iedereen in de klas. Volg de gemaakte voorstel-len en afspraken op.

DURF PESTEN AAN TE KAARTEN

“Paul heeft verschillende gesprekken gehad met een psychologe, de pester niet.

En toch is er met hem meer mis dan met Paul” (An, leerlingbegeleidster)

Page 12: De Eerste Lijn: Pesten

De aanpak

Hou de • toekomst kansrijk voor elke leerling. De pester krijgt kansen om zich te herpakken. Je duwt het slachtoffer niet in een hoekje: het is niet zijn schuld.

• Creëer geen angst: het slachtoffer moet niet bang zijn voor represailles. Je vernedert de pester niet, duwt hem niet in een isolement zoals een uitsluiting dat bijvoorbeeld wel doet.

De straf • herstelt de behoefte van het slacht-offer die door het pesten in het gedrang kwam (bv. het veiligheidsgevoel op de speelplaats).

Laat de pester• iets goedmaken, vraag dus een inspanning van de dader.

• Bied duidelijke grenzen: wie te ver gaat, krijgt een duidelijk signaal. Ook voor het veiligheids-gevoel van de groep is dat signaal belangrijk.

Zorg dat de pester zijn gedrag • zelf in de goede richting kan sturen. De dader blijft zelf verantwoordelijk.

Zorg dat de straf • aanvaardbaar is voor de omgeving (klas, ouders, slachtoffer…) en volg de afspraken goed op.

WAT IS EEN GOEDE STRAF VOOR EEN PESTKOP?

Peter Van Hoof

©

VOORBEELD: DE STRAF VAN MICHAEL

Kenneth komt altijd te laat op school. Aan de leerlingbegeleider biecht hij op waarom: hij ver-mijdt de speelplaats om Michael niet te moeten zien. Die intimideert en beschimpt hem. De leer-lingbegeleider spreekt met Michael. Hij krijgt een sanctie: hij mag één week lang maar op een klein stuk van de speelplaats komen. Als hij vrienden bij zich wil, zal hij vaardigheden aan de dag moe-ten leggen om ze bij hem te krijgen. Als hij Ken-neth een week met rust heeft gelaten en als het pesten niet verschoven is naar een andere plek, dan vergroot zijn ruimte. Kenneth mag Michael intussen niet uitdagen. Een opvolggesprek met beide leerlingen is gepland. Wie toezicht houdt op de speelplaats, is op de hoogte.

12

Page 13: De Eerste Lijn: Pesten

NO BLAME en HERGO: het zijn 2 mogelijke methodieken met elk een eigen fi losofi e. De methodiek die jouw school kiest, moet aansluiten bij het peda-gogisch project. Heeft je school bijvoorbeeld een draagvlak bij collega’s en ouders voor een niet sanctionerende aanpak als NO BLAME? Is de knowhow in huis om een HERGO te organiseren?

NO BLAME ziet pesten als een groeps-probleem. Feiten zijn niet het belangrijkst, wel de gevoelens van het slachtoffer. Alleen als het slacht-offer akkoord gaat met een straffeloze aanpak, is het zinvol. Het proces verloopt in 7 stappen:

Een leraar praat 1 met het slachtoffer over zijn gevoelens en vraagt namen van wie pest. Feiten zijn niet belangrijk. Het slachtoffer knutselt, te-kent, schrijft vervolgens iets over zijn gevoelens.

De leraar brengt een 2 zestal pesters, meelopers, stille getuigen en ‘behulpzame leerlingen bij elkaar. Hij vertegenwoordigt zelf het slachtoffer.

In een gesprek met deze groep 3 legt hij uit wie zich slecht voelt in de klas en waarom dit zo is. Zijn of haar ellendige gevoel wordt concreet met het werkstukje uit stap 1. Details, feiten, beschuldigingen komen NIET aan bod.

Benadruk dat er geen straffen volgen. De groep 4 is enkel bijeen om het probleem op te lossen. Zij zijn samen verantwoordelijk voor een beter gevoel bij het slachtoffer.

De groep formuleert voorstellen:5 iedereen doet dat in de ik-vorm. “Ik zal niets doen, ik zal hem/haar met rust laten” is ook een waardevol voorstel. Geen enkel idee komt van de leraar.

De groep 6 voert in de volgende week de voor-stellen uit.

Na een week spreekt de leraar elk kind opnieuw, 7 nu apart. Het slachtoffer komt eerst en vertelt hoe die week verlopen is. Als het pesten niet gestopt is, wordt een nieuwe groepsbijeenkomst gepland. Eventueel met een andere samenstelling.

HERGO staat voor HERstelgericht Groeps-Overleg. Dader(s), slachtoffer(s) en hun steun-fi guren (ouders, vrienden) gaan met een neutrale hergo-deskundige op zoek naar manieren om de schade te herstellen. Voorwaarde is dat de dader erkent dat hij in de fout gegaan is. HERGO is geschikt voor ernstigere incidenten en verloopt als volgt:

Tijdens voorbereidende gesprekken gaat de 1 bemiddelaar na of de voorwaarden voor een HERGO voldaan zijn. Hij legt de bedoeling en het verloop uit aan al de deelnemers.

Bij de start krijgt elke partij de kans om 2 hun aandeel in het incident te verduidelijken. Ook de gedachten en gevoelens die erbij hoorden.

De deelnemers zoeken samen 3 een plan om de schade te herstellen: ze maken afspraken, ook over wie toeziet op de uitvoering van het plan.

De moderator zet de afspraken op papier en 4 alle deelnemers ondertekenen het herstelplan.

Bij een 5 afsluitend hapje en drankje krijgt informeel contact een kans.

WELKE AANPAK KIEST JE SCHOOL?

Page 14: De Eerste Lijn: Pesten

Help!

Steaming (afpersen met geweld), of een kind hardhandig lichamelijk aanpakken,

zich via internet voordoen als iemands anders of foto’s publiceren op het internet zonder toestemming van de persoon in kwestie zijn strafbare feiten. Het is goed dat leraren dat melden aan de leerlingen. Een melding bij de politie doet het harde pesten vaak niet stop-pen, meestal zelfs escaleren. Voor anoniem cyberpesten kan een melding bij de E-cops wel aan te raden zijn (op www.ecops.be).

Ongeveer 10 procent van de kinderen toont zich in de kleuterklas al als kleine

belhamels: ze houden van machtsspelletjes, zijn dominant, uiten makkelijk hun agressie en volharden in die gewoontes. En meestal krij-gen ze daardoor wat ze willen. Wat kan je voor hen doen, dat tegelijkertijd voor alle kinderen nuttig is en toch die spiraal doorbreekt?

• Maak heel concrete gedragsregels op en maak ze zichtbaar. Hang ze op in de klas en herhaal ze elke week. Zorg dat ze de veiligheid van alle kinderen garanderen.

• Leer kleuters hun gevoelens uiten: blij, boos, bang, verdrietig… Geef ze een alfa-bet van gevoelstaal: leer ze hoe ze kunnen ‘teruggeven’ als iets hen kwetst, als er iets wringt of als ze iets nodig hebben. Leer ze een pluim geven aan zichzelf en aan elkaar (juf mag ook!).

• Bespeel het welbevinden: “Ik voel me goed, veilig, ik kan genieten.”

• Zorg voor veel structuur, voor een duidelijk referentiekader: dat kan en dat kan niet. Kleuters zijn op zoek naar een grens.

• Vecht niet tegen symptomen, maar probeer dieper te kijken: welke basisbehoeften van dit kind geraken niet ingevuld?

• Betrek de ouders erbij: jouw aanpak heeft ook consequenties voor thuis. Als elke opvoeder dezelfde grens aangeeft, zal het voor die kleuter makkelijker worden.

Het gebeurt soms dat pesten echt niet ophoudt. Ook al werd het clb ingescha-

keld (of het CAW of JAC), treden alle leraren kordaat en in dezelfde lijn op, is er voldoende toezicht en werken de ouders mee. Dan raak je waarschijnlijk niet aan de essentie van het confl ict. Dan speelt er iets wat ze echt geheim willen houden. Een getrainde buitenstaan-der kan misschien in een gesprek met alle partijen apart het ‘geheim’ ontfutselen. Blijf het slachtoffer in elk geval steunen. Een laatste redmiddel om de veiligheid van het slachtoffer te garanderen is van school veranderen.

“Soms dreigen ouders met de politie. Raad ik dat af of niet? Is pesten strafb aar?”

“Mijn dochter is 11 en wordt al twee jaar zwaar gepest. We hebben alles geprobeerd. We kregen de hulp van het clb, van de directeur, van de juf van het vijfde. En toch stopt het niet… Wat nu?”

“Voor 8-jarigen bestaan er wel preventieprogramma’s, maar wat doe ik in mijn kleuterklas? Sommige van mijn kindjes bijten, schoppen en pesten.”

4 VRAGEN, 4 ANTWOORDEN

14

Page 15: De Eerste Lijn: Pesten

www.klasse.be/eerstelijn Eerste Lijn over Cyberpesten en Steaming

www.ecops.be voor het melden van misdrijven op het internet

www.pesten.be voor meer info

www.pestweb.nl voor info op kindermaat

www.evovzw.be en www.vcov.be voor vormingsavonden over pesten voor ouders

www.limits.be indien er volwassenen bij de pesterijen betrokken zijn

www.saferinternet.be en www.stopdigitaalpesten.nl over pesten via internet, mail, gsm

www.kieskleurtegenpesten.be brengt verenigingen samen voor overleg over de preventie en aanpak van pestproblemen op school

www.leefsleutels.be o.a. voor vorming over de No Blame-aanpak

De begeleidingsdienst van de school of het clb dat aan je school verbonden is, kan je ook meer informatie (bijvoorbeeld over Hergo) bezorgen

Deze doorverwijsbox wordt online up-to-date gehouden met nieuwe publicaties…

MEER INFO NODIG?

Pestende leraren zijn een delicate materie. Zeker als er op je school geen vertrouwens-

leerkracht is bij wie je dit kan melden. Die persoon moet dit soort klachten doorspelen aan de direc-teur. Het is dan aan de directeur om die leraar op zijn gedrag aan te spreken of als neutrale derde te bemiddelen tussen leerling (en ouders) en de leraar. Eventueel kan je ook het Steunpunt Onge-wenst gedrag op school (vzw Limits ) inschakelen. Zij kunnen met toestemming van het slachtoff er de directie aansporen en adviseren in de aanpak van deze klachten (zie doorverwijsbox).

“Bij ons kiest een leraar elk jaar opnieuw een leerling als mikpunt. De collega’s en de directeur kennen het probleem, maar ze doen er niks aan.”

De Eerste Lijn: nu ook op TV.KlasseBij deze Eerste Lijn hoort ook een fi lmpje. Kijk en leef mee met de getuigen. Leer van andere leraren. Allemaal op www.klasse.be/leraren

“Ik probeerde vrienden te worden met klas-genootjes, maar niets hielp. Ze duwden me,

gooiden modder en steentjes naar me”(Victoria Beckham, beroemdheid)

Heb je zelf een vraag of wil je ervaringen delen, opmerkingen geven, interessant lesmateriaal tippen?

Doe het via het forum van www.klasse.be/eerstelijn (doorklikken naar ‘pesten’).

15

Page 16: De Eerste Lijn: Pesten

Printable

10 MYTHES, 10 POSTERS

Voor de klas of de leraarskamer. Help misverstanden over pesten je school uit. Print ze uit & hang ze op.

WWW.KLASSE.BE/EERSTELIJN

Hoofdredacteur: Leo BormansRedactie: Annelies Vaneechoutte, Veerle Vanbuel en Michel Van Laere Vormgeving: Tim Sels, Mieke Keymis en Peter Mulders

Sites & multimedia: Michel Aerts, Toon Van de Putte Tv.Klasse: Elke Broothaerts, Tijs Posen en Hans Vanderspikken.

Verantwoordelijke uitgever: Jo De RoFoto cover: Peter Van Hoof

Dit dossier werd gemaakt in samenwerking met jongeren, ouders, leraren, directeurs en Gie Deboutte. Het is het eerste van een vernieuwde reeks. De andere 30 dossiers raadpleeg je nog steeds online op www.klasse.be/eerstelijn