Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN...

56
Einde fiscaal voordeel coöperaties? Een onderzoek naar de wetswijziging in de dividendbelasting omtrent de inhoudingsplicht houdstercoöperatie per 1 januari 2018 Naam: Mark Fennis Studentnummer: 408629 Begeleider: C. van Wijk Tweede lezer: R. B. N. van Ovost Datum: 7 juli 2017 Plaats: Rotterdam Versie: Definitief

Transcript of Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN...

Page 1: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

Eindefiscaalvoordeelcoöperaties?Eenonderzoeknaardewetswijzigingindedividendbelastingomtrentdeinhoudingsplichthoudstercoöperatieper1januari

2018

Naam: MarkFennisStudentnummer: 408629Begeleider: C.vanWijkTweedelezer: R.B.N.vanOvostDatum: 7juli2017Plaats: RotterdamVersie: Definitief

Page 2: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

1

Inhoudsopgave

INHOUDSOPGAVE 1

1.INLEIDING 4

1.1 Aanleiding 4

1.2 Doel 5

1.3 Probleemstellingendeelvragen 5

1.4 Opzet 6

1.5 Afbakening 6

1.6 Lijstvanafkortingen 8

2.DEJURIDISCHEASPECTENVANDECOÖPERATIE 9

2.1 Inleiding 9

2.2 Hetbegrip‘coöperatie’ 9

2.3 Destructuurvandecoöperatie 10

2.4 Dehoudstercoöperatie 12

2.5 Deontwikkelingvandecoöperatie 12

2.7 Tussenconclusie 13

3.DEFISCALEASPECTENVANEENCOÖPERATIEENHAARLEDEN 14

3.1 Inleiding 14

3.2 Fiscaleaspectenvandecoöperatie 14

3.2.1 WetopdeDividendbelasting1965 14

3.2.1.1 Antimisbruikbepalingart.1lid7WetDB1965 15

3.2.2 WetopdeVennootschapsbelasting1969 18

3.3 Subjectievebelastingplichtachterliggendeleden 19

3.3.1 WetopInkomstenbelasting2001 19

Page 3: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

2

3.3.1.1 Binnenlandsenatuurlijkepersonen 19

3.3.1.2 Buitenlandsenatuurlijkepersonen 20

3.3.2 WetopdeVennootschapsbelasting1969 21

3.3.2.1 Deelnemingsvrijstelling 22

3.4 Tussenconclusie 22

4.HETNIEUWEWETSVOORSTEL 24

4.1 Inleiding 24

4.2 Aanleiding 24

4.3 Doelstellingenrandvoorwaardenvandewetgever 25

4.4 Inhoudingsplichthoudstercoöperaties 27

4.5 VerdragsbeleidNederland 30

4.6 Inhoudingsvrijstelling 31

4.7 Antimisbruikbepaling 32

4.8 Tussenconclusie 35

5.WORDENDEDOELSTELLINGENGEREALISEERD? 37

5.1 Inleiding 37

5.2 Oneigenlijkgebruikvandehoudstercoöperatietegengaan 37

5.3 Eengunstigfiscaalvestigingsklimaatbehouden 38

5.4 Hetreëlebedrijfslevenzominmogelijkbeïnvloeden 39

5.5 BelastingontwijkingtegengaaninhetkadervanBEPS 40

5.6 Staatssteunrisicowegnemen 40

5.8 Tussenconclusie 41

6.EINDEWETDB1965? 43

6.1 Inleiding 43

6.2 AfschaffingvandeWetDB1965 43

Page 4: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

3

6.2.1 Miljoen,XenSociétéGénéralearresten 43

6.2.2 Nadelenvandedividendbelasting 44

6.2.3 Voordelenvandedividendbelasting 45

6.2.4 Aanbeveling 46

6.3 Tussenconclusie 47

7.CONCLUSIE 49

7.1 Inleiding 49

7.2 Samenvatting 49

7.3 Conclusie 50

8.BIJLAGE 52

9.BRONVERMELDING 53

Page 5: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

4

1.Inleiding

1.1 AanleidingDe laatste jaren is er steeds meer aandacht voor belastingontwijking van groteinternationale bedrijven. Er wordt gezocht naar oplossingen die dezebelastingenontwijking kunnen tegengaan. Op internationaal niveau is te zien datbinnen EU- en OESO-verband gezocht wordt naar oplossingen om dezebelastingontwijking tegen te gaan.Het kabinet heeft in de brief van 27 november2015 zijn strategie bevestigd over de aanpak van belastingontwijking. 1 Na hetbekendmaken van deze strategie is onder andere het gebruik van de coöperatieonderzocht.De laatste jarenwasnamelijkeenflinketoenametezien inhetaantalcoöperaties. 2 De coöperatie is vrijgesteld van de dividendbelasting in deNederlandseWetopdeDividendbelasting1965(hiernaWetDB1965)endaarnaastgeldt de deelnemingsvrijstelling 3 in de Nederlandse Wet op deVennootschapsbelasting1969(hiernaWetVPB1969).Dedeelnemingsvrijstellingkanworden toegepast door een belastingplichtige die een deelneming van tenminste5%vanhetnominaalgestortekapitaalhebbenineenvennootschap.Daarnaastkandevrijstellingookwordentoegepast indiendebelastingplichtigeeen lid isvaneencoöperatie. In beide gevallen moet gelden dat de belastingplichtige eenrechtspersoonisdievolgensart.2WetVPB1969subjectzijnvoordeWetVPB1969.Hierdoorkandecoöperatieeen interessanteoptiezijnvoorondernemingen. Indekamerbrief van 20 september jl. heeft staatssecretarisWiebes aangegeven dat hijvan mening is dat door de vrijstelling in de Wet DB 1965 de coöperatie eeninteressante rechtsvorm is in internationale structuren. 4 Wiebes acht hetnoodzakelijk dat dit wordt aangepakt, zodat het oneigenlijk gebruik van decoöperatieendusdebelastingontwijkingwordttegengegaan.HierbijwilWiebeseenonderscheid maken tussen reële coöperaties en houdstercoöperaties. Hij wil dehoudstercoöperatie wettelijk definiëren als een coöperatie waarvan de feitelijkewerkzaamheid doorgaans hoofdzakelijk (70%ofmeer) bestaat uit het houden vandeelnemingen als bedoeld in artikel 13 Wet VPB 1969 of het direct of indirectfinancieren van lichamen of natuurlijke personen die met die coöperatie zijnverbonden.5Omtebepalenofhieraanvoldaanwordt,moetergekekenwordennaarvorigekalenderjaar.Dereëlecoöperatieswilhijbuitenschothouden,aangezienhet

1MvT,KamerstukkenII2015/16,25087/31066,nr.113.2BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.4.3Art.13WetVPB1969.4BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.5.5MinisterievanFinanciën(2017).Conceptwetsvoorstel,ArtikelIIonderdeelA.

Page 6: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

5

reëlecoöperatievebedrijfslevennietdedupemoetwordenvandebestrijdingvanhetoneigenlijkgebruikvandecoöperaties.Indekamerbriefvan20septemberjl.informeertstaatssecretarisWiebesdeTweedeKameroverditprobleemenhoehijditwilaanpakken.Hijwilervoorzorgendathetoneigenlijk gebruik van de coöperatieswordt bestredendoor houdstercoöperatiesinhoudingsplichtig te maken voor de dividendbelasting. Daarnaast wil hij eeninhoudingsvrijstellingtoepasseningevalersprakeisvaneendeelnemingsverhoudingmeteenonderneming ineen landwaarmeeNederlandeenverdragheeftgeslotenenerbovendiengeensprakeisvanmisbruik.Ditzalvoorkomendatersprakeisvaneconomischdubbelebelasting.Op 16 mei 2017 is het reeds aangekondigde conceptwetsvoorstel ‘Wetinhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling' inconsultatie gebracht. 6 Tijdens de consultatie kunnen mensen reageren op hetconcept wetsvoorstel. In de bijbehorendememorie van toelichting is aangegevendat de wet in werking zal gaan treden op 1 januari 2018. Aangezien het conceptwetsvoorstelnetbekend is enkort geleden in consultatie gebracht, isheteenergactueelonderwerp.Het isdaaromeen ideaalonderwerpomeenbachelor scriptieoverteschrijven.

1.2 DoelDeze scriptie wordt geschreven ter afsluiting van de bachelor studie FiscaleEconomie aan de Erasmus Universiteit. Er wordt gekeken naar het conceptwetsvoorstelvanstaatssecretarisWiebesomdehoudstercoöperatiesaantepakkendoordezeinhoudingsplichtigtemakenvoordeWetDB1965.Erzalgetoetstwordenofditwetsvoorsteldaadwerkelijkdegesteldedoelstellingweetterealiserenenofditwetsvoorsteldebesteuitwerking is. Indienblijktdatereenbetereoplossing is,zaldittotuitingwordengebrachtindevormvaneenaanbeveling.

1.3 ProbleemstellingendeelvragenIndeze scriptiewordtonderzochthoedehuidige situatie ismetbetrekking totdeinhoudingsplichtindeWetDB1965enhoedebeoogdenieuwesituatiezalworden.Vervolgenswordt nagaan of de nieuwewettelijke bepaling de doelstelling van dewetgever zal realiseren. Zal de wijziging wel zorgen voor het gewenste resultaat,waarbijrekeningwordtgehoudenmetdegestelderandvoorwaarden?Daarnaastzalergekekenwordenofereenbetereoplossingishetzelfdedoelmeetebereiken.Ditwordttotuitinggebrachtindevormvaneenaanbeveling.Indescriptiestaatdevolgendeprobleemstellingcentraal:

6MinisterievanFinanciën(2017).Wetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie.

Page 7: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

6

“Wordt met de voorgenomen wijzigingen in de dividendbelasting omtrent dehoudstercoöperaties de doelstelling van de wetgever, rekening houdend met degestelde randvoorwaarden, gerealiseerd en is er een betere manier om dit terealiseren?”Deprobleemstellingdie centraal staat inmijn scriptie zal ikbeantwoordenaandehandvaneenaantaldeelvragen:

• Welkeproblemenzijnerindehuidigesituatiewaarhoudstercoöperatiesnietinhoudingsplichtigzijnvoordedividendbelasting?

• Wathoudthetnieuwevoorstelvandewetgeverin?• Wat zijn de doelstellingen van de wetgever die hij met de nieuwe wet wil

realiseren?• Wordendeproblemenindehuidigesituatiedaadwerkelijkgeëlimineerddoor

hetnieuwevoorstel?

1.4 OpzetInhoofdstuk2wordende juridischeaspectenvandecoöperatiebesproken.Het isbelangrijk om goed te begrijpen wat een coöperatie is en hoe deze erorganisatorisch uitziet. Op deze manier wordt het duidelijk waarom destaatssecretaris bepaalde keuzes heeft gemaakt in zijn plan. In het nieuwe planwordtbeoogdomdehoudstercoöperatieinhoudingsplichtigtemakenindeWetDB1965.Het is echter goedom tewetenhoedebelastingplicht vande coöperatie isgeregeld in andere belastingen. Dit geeft namelijk een compleet beeld van debelastingheffing van de coöperatie, waardoor het duidelijk wordt waarom dezeondernemingsvorm interessant kan zijn. In hoofdstuk 3 zullen de fiscale aspectenvandecoöperatienaderwordenbesproken.Vervolgenszal inhoofdstuk4nieuweplanvandestaatssecretarisuitgebreidaanbodkomen.Hierzullendedoelstellingenderandvoorwaardenvanhetnieuweplanwordenbesproken.Ditiseenopstapnaarhoofdstuk 5 waar onderzocht wordt of de doelstelling en de bijbehorenderandvoorwaardendaadwerkelijkworden gerealiseerd. Verderwordt er onderzochtof een algehele afschaffing van deWet DB 1965 een beter alternatief is. Tot slotwordt er in de conclusie een korte samenvattingen gegeven enwordt de centraleprobleemstellingbeantwoord.

1.5 AfbakeningIndezescriptiewordthetnieuweconceptwetsvoorstelvandestaatssecretarisomdehoudstercoöperatiesaantepakkenenhetbelastingplichtigmakenvoordeWetDB1965belicht.Omeencompleetbeeld teschetsen, zalergekekenwordennaarzowel de juridische als de fiscale aspecten van de coöperatie. Hier zal debelastingplicht voor de coöperatie als rechtspersoon in de Wet op deVennootschapsbelasting1969 (hiernaWetVPB1969)en indeWetDB1965onder

Page 8: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

7

deloepgenomenworden.Daarnaastwordendefiscaleaspectenophetniveauvande achterliggende leden bekeken. Zo wordt duidelijk hoe de uitkeringen van decoöperatie aan de achterliggende leden worden belast en waarom dezeondernemingsvormzointeressantkanzijn.VerderzullenalleendecoöperatiesdieinNederlandgevestigdzijnderevuepasseren.Dezecoöperatieszijnhetonderwerpinhetnieuweplanvandestaatssecretarisendaaromzullenalleendezecentraalstaan.Op het niveau van de achterliggende leden zal naar zowel buitenlandse- alsbinnenlandsebelastingplichtigenwordengekeken.Buitenlandsebelastingplichtigenzijnvaakachterliggende leden indestructuurvandehoudstercoöperatieenhet isdaaromvanbelangomjuistdezegroepextratebestuderen.Doorhetonderwerpopdezemanieraftebakenenzaldescriptieduidelijkenoverzichtelijkblijven.

Page 9: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

8

1.6 LijstvanafkortingenIn deze scriptie worden een aantal afkortingen gebruikt. In deze paragraaf is tevindenwaardezeafkortingenvoorstaan.AB AanmerkelijkBelang

A-G Advocaat-Generaal

ALV AlgemeneLedenVergadering

BEPS BaseErosionProfitShifting

BMoa BurgerlijkeMaatschappijopaandelen

BW BurgerlijkWetboek

bv Beslotenvennootschap

cv Commanditairevennootschap

EC EuropeseCommissie

EER EuropeseEconomischeRuimte

EU EuropeseUnie

HvJ EuropeseHofvanJustitiegevestigdinDenHaag

Inc. Incorporated

NFV2011 NotitieFiscaalVerdragsbeleid2011

nv NaamlozeVennootschap

OESO OrganisatievoorEconomischeSamenwerkingenOntwikkeling

RvC RaadvanCommissarissen

STAK StichtingAdministratieKantoor

TIEA TaxInformationExchangeAgreement

vof Vennootschaponderfirma

VWEU VerdragWerkingEuropeseUnie

WetDB1965 WetopdeDividendbelasting1965

WetIB2001 WetInkomstenbelasting2001

WetVPB1969 WetopdeVennootschapsbelasting1969

Zzp’er Zelfstandigezonderpersoneel

Page 10: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

9

2.Dejuridischeaspectenvandecoöperatie

2.1 InleidingIndithoofdstukzaldefocusliggenopdestructuurendejuridischeaspectenvandecoöperatie.Veelmensenkennenweleenvoorbeeldvaneenondernemingdiewordtgedrevenindevormvaneencoöperatie.Hierbijkangedachtwordenaanbedrijvenals Achmea, Rabobank en FrieslandCampina. Maar wat houdt deze rechtsvormpreciesin?Omhiereenduidelijkerbeeldvantegeven,zalereerstwordengekekennaar de juridische aspecten van de coöperatie. Daarna zal de houdstercoöperatieaan bod komen. Het wetsvoorstel gaat er voor zorgen dat houdstercoöperatiesinhoudingsplichtigwordenvoordeWetDB1965.Het isdaaromvanbelangomditgoed te begrijpen wat een houdstercoöperatie precies is. Tot slot wordt erbeschrevenwelkeontwikkelinghetgebruikvandecoöperatiedelaatstejarenheeftdoorgemaakt.

2.2 Hetbegrip‘coöperatie’Decoöperatieisvoorveelmenseneenrelatiefonbekendeondernemingsvorm.Tochishetvoorveelkleineondernemerseengoedemanieromhunkrachtentebundelenen te kunnen concurrerenmet grotere spelers op demarkt. De coöperatie is eenverenigingdiebestaatuitverschillendeledendiezichfocussenophetsamenwerken.Hierbij brengen de leden een of meer taken of functies samen, terwijl ze alsondernemerzelfstandigblijven.7Vaakzijnditopzichzelfkleineondernemersdienietinstaatzijnombepaaldeschaalvoordelentebehalendiegrotereondernemerswelkunnenbehalen.Hetbundelenvandeondernemingenvandekleineondernemerstot een coöperatie zorgt ervoor dat deze schaalvoordelen wel behaald kunnenworden.Zodoendekunnendekleineondernemerswelconcurrerenmetdegrotereondernemers. Naast deze reden om een coöperatie op te richten, wordt decoöperatie ook opgericht om bijvoorbeeld de risico’s te spreiden, bescherming tebiedentegenuitbuitingvanhandelarenenhetorganiserenvanmarkttransparantie.8Daarnaastishetfiscalevoordeeldatbehaaldkanwordeneenbelangrijkeredenvoorde populariteit. De coöperatie is niet als inhoudingsplichtige aangewezen voor dedividendbelasting,waardoorergeendividendbelastingingehoudenhoeftteworden.De uitkeringen van de winst aan een achterliggende onderneming, die subjectiefbelastingplichtig is voor deWetVPB 1969,mogenbuiten dewinstbepaling blijvendoor de deelnemingsvrijstelling. 9 Op deze manier kunnen de winsten van de

7BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.2.8NationaleCoöperatieveRaadvoorland‐entuinbouw(2012)Coöperatie+:deeconomischebetekenisvandecoöperatie,nummer1,mei2012,p.4.9Art.13WetVPB1969.

Page 11: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

10

coöperatieonbelastbijdeachterliggendeondernemingkomen.Tussendesituatiesdat een coöperatie of een bv (in beide situaties in Nederland gevestigd) deachterliggende onderneming is, zit weinig verschil. In beide situaties zal dewinst,afkomstiguitdedeelneming,onbelastzijnbijdeachterliggendeondernemingdoorde deelnemingsvrijstelling. Daarnaast zullen de dividenduitkeringen door dedeelneming niet worden belast met dividendbelasting.10Indien de achterliggendeondernemingechtergevestigd is ineenander landbuitendeEUofEER,dangeldtdeze inhoudingsvrijstelling in de Wet DB 1965 niet. In deze situaties zal er weldividend worden ingehouden op de uitkeringen naar de achterliggendeonderneming.HetkandangunstigzijnomtussendebvinNederlandendebvbuitende EU of EER een coöperatie te schuiven. De coöperatie is namelijk nietinhoudingsplichtigvoordeWetDB1965,waardoordewinstenvrijvanNederlandsedividendbelasting naar het buitenland kunnen. Op het moment dat dedividenduitkeringennaareenlandgaandatgeenofnauwelijksbelastingheft,kanditeen fiscaalvoordeelopleverentenopzichtevandesituatiedatergeencoöperatietussendebv’szit.Inparagraaf3.2.1.1wordteenuitgebreiderebeschrijvinggegevenoverhoeondernemingenditfiscalevoordeelkunnenbehalen.De coöperatie wordt beschreven in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Inartikel2:53BWstaatdateencoöperatiebijnotariëleaktewordtopgerichtalseencoöperatievevereniging.Hieruitblijktdatdecoöperatieeenverenigingismetleden.Doorhet feit datde coöperatie een vereniging is, geldendealgemenebepalingenovereenvereniginguittitel2voordecoöperatie.Demeerbijzonderebepalingenuittitel3vanhetBWgaanechtervooropdemeeralgemenebepalingenuittitel2.DitkomtdoorhetLex specialis derogat legi generalibeginsel11,watbetekentdateenspeciale wetsbepaling voorgaat op een algemene wetsbepaling. Dit is van belangvoor onder andere de bepalingen over het bestuur, aangezien deze alleen zijngeregeldintitel2.Daarnaastmoetereenbedrijfwordengeëxploiteerdenmoethetbedrijfin‘bepaaldestoffelijkebehoeften’vandeledenvoorzien.Hierbijgaathetombepaalde economische producten of diensten.Welke dit zijn, staan vermeld in destatutenvandecoöperatie.

2.3 DestructuurvandecoöperatieIndezeparagraafwordtdieper ingegaanopdecoöperatiealsondernemingsvorm.Er wordt aan de hand van een voorbeeld gekeken naar de structuur van decoöperatie.InditvoorbeeldkijkenwenaarJandieeenondernemerisenzijneigenbloemenkwekerijheeft.

10Art.4lid1onderdeelaWetDB1965.11Letterlijkvertaaldbetekentditdateenspecialeweteenuitzonderingmaaktopeenalgemenewet.Ditwordthetspecialiteitsbeginselgenoemd.

Page 12: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

11

Janiseenkleineondernemerdiezijneigenkassenheeftwaarinhijbloemenkweekt.Opditmomentzijnergeengoedeafzetstructurenaanwezig,waardoorhij zelf zijnhandelmoetafzetten.Ditkostveeltijdenisnietefficiënt.Hijgaatdaaromopzoeknaareenmanierdiezoweltijdalskostenbespaart.Janbundeltdaaromzijnkrachtenmetanderebloemenkwekersengaatsamenmethendeafzetregelen.Ditdoenzedoor een coöperatie op te richten.De coöperatie dient teworden opgericht dooreenmeerzijdigerechtshandelingbijnotariëleakte.12Ditbetekentdatertenminstetweepersonenofrechtspersonenbijderechtshandelingbetrokkenmoetenzijn.Alsdecoöperatievervolgensisopgericht,kunnenanderebloemenkwekerszichhierookbijaansluiten.Decoöperatiebestaatuitdeverenigingvankwekersenhetgezamenlijkebedrijf.Janbehoort samen met alle andere kwekers die zich hebben aangesloten tot deverenigingvankwekers. Zijhouden zichbezigmethetuitvoerenvandedagelijksewerkzaamhedenenkunnenzeggenschapuitoefenenoverhetnemenvanbelangrijkebesluiten. De zeggenschap kunnen ze uitoefenen door te participeren in dealgemene ledenvergadering (ALV). Het is erg belangrijk voor de coöperatie dat deledengehoordwordenendatzijwetenwaterbinnendecoöperatiespeelt.Omdezetransparantieterealiseren,isdeALVideaal.BijdeALVkomendeledenbijelkaarenwordenonderanderedejaarstukkenvanhetbedrijfgepresenteerd.Opdezemanierwordtertransparantiegecreëerdnaardeleden.Indienerveelledenzijn,ishetnietaltijd gemakkelijk om op een lijn te komen. Hierdoor kan het lastig zijn om hetdagelijksbestuuruitteoefenen.Omervoortezorgendathetdagelijksbestuurtochgoed uitgeoefend kan worden, is er naast de ALV ook een bestuur. Het bestuurwordtuitde ledenbenoemd,tenzijdestatutenbepalendatdebestuurdersbuitende leden kunnenworden benoemd.13De bestuurders zijn een aantal leden die destatutaireverantwoordelijkheidvandecoöperatiekrijgenenzichbezighoudenmethet dagelijkse bestuur. 14 Het kan zijn dat de coöperatie een dermate groteonderneming is geworden,waardoor de bestuurstaak een grote taak is gewordendieveelkennisenkundevereist. Indezesituatiekanernaasthetbestuurookeendirectie aangesteld worden. Deze zal vaak bestaan uit niet-leden die externaangetrokken worden.15In de statuten kan worden bepaald dat er een Raad vanCommissarissen (RvC) zal zijn.16De RvC heeft als taak toezicht te houden op hetbeleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de coöperatie.VoorkleineondernemingeniseenRvCnietverplichtomtehebben,maarvoorgrotecoöperaties is hetwelwettelijk verplicht omeenRvC te hebben.17Een coöperatie

12Art.2:54BW.13Art.2:37lid1BW.14Art.2:44lid1jo2:45lid1BW.15Galle,R.C.J.(2010).DeNCR-codevoorcoöperatiefondernemerschap.InR.C.J.Galle(Red.),Handboekcoöperatie(pp.153-170).Dordrecht,Nederland:ConvoyUitgeversBV.16Art.2:57BW.17Art.2:63fBW.

Page 13: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

12

wordt gezien als groot indien er 3 jaar achtereenvolgens sprake is van een eigenvermogendattoteenbepaaldgrensbedragisopgelopen,eenwettelijkeverplichtingtothethebbenvaneenondernemingsraaden tenminstehonderdwerknemers indienst heeft.18Tot slot zijn er nog diverse adviescommissies en –raden die ervoorzorgendatdemeningenvandeledengehoordworden.Opdezemanierkunnendeleden toch hun zeggenschap blijven uitoefenen enmeebepalenwelke richting hetbeleidvandecoöperatieopmoetgaan.19

2.4 DehoudstercoöperatieZoalseerderindithoofdstukisbesproken,kaneencoöperatieopgerichtwordenomsamenwerkingtussenkleineondernemerstebevorderen.Hetisechternietaltijdhetgevaldateencoöperatiewordtopgerichtomdezereden.Hetkanookzijndateencoöperatie wordt opgericht voor het ‘houden van deelnemingen’. Het was echterniet altijd mogelijk om de coöperatie te laten functioneren als eenhoudstercoöperatie.SindsdeInvoeringswet20is‘doetuitoefenen’aanartikel2:53lid1BWtoegevoegd,terwijlerdaarvooralleen‘uitteoefenen’stondinditartikel.Indeoudesituatiemoestdecoöperatieduszelfstandighaarbedrijfuitoefenen,terwijlditindenieuwesituatieaanwerkmaatschappijenovergelatenkanworden. Indienhetbedrijf overeenkomsten wilde sluiten, moest dit wel nog gebeuren door decoöperatie. Hier kwam op 16 juni 1988 een einde aan met de invoering van destructuurregeling. 21 Sinds deze invoering, mogen de overeenkomsten gemaaktwordenophet niveau vandewerkmaatschappij. Zo is hetmogelijk gewordenomeenhoudstercoöperatieopterichtenzoalswedietegenwoordigkennen.

2.5 DeontwikkelingvandecoöperatieOorspronkelijkwasdecoöperatieveeltezien inde land-entuinbouwsectorendebank-enverzekeringssector. Tegenwoordig isde coöperatie in veelmeer sectorenterugtevinden.Ookzijnerveelzzp’ersdecoöperatiegaangebruikenomzosterkerte staan door samen te werken. Dit kan een deel van de toename in het aantalcoöperaties in Nederland verklaren. 22 Naast deze stijging is het aantalhoudstercoöperaties in Nederland de laatste jaren flink toegenomen. In het jaar2000 telde Nederland geen houdstercoöperaties, terwijl er in 2015 al een kleinetweeduizendinNederlandwaren.23Dezetoenameisteverklarendoorhetgebruikin

18Art.2:63blid2jo.2:63clid3BW.19NCR.(z.j.).Watiseencoöperatie?Geraadpleegdvanhttp://www.cooperatie.nl/wat-cooperatie.20DeInvoeringswetvan8april1976.21IngevoerdbijdeWetvan16juni1988.22BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.3.23BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.3.

Page 14: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

13

internationale ondernemingsstructuren. Vaak zie je dat een coöperatie wordtopgericht en dat deze dan tussen twee bedrijven wordt ‘geschoven’. Hiermeebeogendebedrijveneenfiscaalvoordeeltebehalen.Inhetvolgendehoofdstukzaldefocusliggenopdefiscaleaspectenvandecoöperatie.Hierzalookeenduidelijkerbeeldwordengeschetstvandezeconstructie.

2.7 TussenconclusieIn dit hoofdstuk zijn de juridische aspecten van de coöperatie besproken. Aan dehand van het voorbeeld van Jan is duidelijk gewordenwat de structuur is van decoöperatieenwaarditwettelijkisvastgelegd.Daarnaastisgeblekendathetaantalcoöperaties het laatste decennium flink is toegenomen en dat bedrijven het metandere motieven oprichten. Eerst was het uitsluitend een manier voor kleineondernemers om samen sterk te staan en te kunnen concurreren met grotereondernemers op dezelfde markt. Tegenwoordig zie je dat er veelhoudstercoöperatieszijn,waarbijeigenlijknietsmeergebeurtdanhethoudenvanaandelen.Ditheeftnikstemakenmethetoorspronkelijkedoelomeencoöperatieopterichtenomsamenteondernemenenzosterkertestaan.DezeontwikkelingisdeaanleidinggeweestvoorstaatssecretarisWiebesomdecoöperatieteonderzoeken. Dit heeft geleid tot de voorgestelde wetswijzigingen die hetoneigenlijkgebruikvanhoudstercoöperatiesmoetaanpakken.24

24Bijdeinternetconsultatieheeftdewetgevereenaantalvragenbeantwoordterverduidelijking.Nederlandseoverheid(2017).Beantwoording7vragenuithetintegraalafwegingskader.Geraadpleegdophttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie.

Page 15: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

14

3.Defiscaleaspectenvaneencoöperatieenhaarleden

3.1 InleidingIndithoofdstukzalergekekenwordennaardefiscalewetgevingophetniveauvande coöperatie en van de achterliggende leden. Op deze manier wordt een beeldgeschetstvanhethuidigeNederlandsefiscalesysteem.

3.2 FiscaleaspectenvandecoöperatieIndezeparagraafzalerwordengekekennaardefiscaleaspectenophetniveauvandecoöperatiealsrechtspersoon.Hierbijwordtdieperingegaanophetfiscaleregimevoorcoöperatiesindedividendbelastingendevennootschapsbelasting.

3.2.1 WetopdeDividendbelasting1965In deWet op de DBwordt het subject geregeld in het eerste artikel. Volgens ditartikel gaat het hier om degenen die rechtstreeks of door middel van certificatengerechtigd zijn tot een opbrengst. Deze opbrengst kan ontstaan uit het bezit vanaandelen in, winstbewijzen van of geldleningen aan (als bedoeld in art. 10, lid 1onderdeel d VPB) in Nederland gevestigde naamloze vennootschappen, beslotenvennootschappen, open commanditaire vennootschappen en andere in kapitaalverdeeldevennootschappen.Teneerstewordthiergesprokenovereen rechtstreeksbelangofdoormiddel vancertificaten. Bij een rechtstreeks belangmoet er gedachtworden aan het houdenvanaandelenineenandereonderneming.Dezeaandelenmakenderechtspersoonofdenatuurlijkepersoondiedeaandelenhoudtmede-eigenaarvanhetbedrijfendeelgerechtigdtotdewinstvanhetbedrijf.Hetkanechterzijndateenbedrijfnietwil dat de zeggenschap uit handen wordt gegeven. Dan kan het handig zijn omaandelen te certificeren, bijvoorbeeld door middel van een StichtingAdministratiekantoor(STAK).25Vervolgensmoetersprakezijnvaneenopbrengstdieisontstaanuithethoudenvanaandelen,hethebbenvanwinstbewijzenofhethebbenvaneengeldleningindezinvanart.10lid1onderdeeldVPB.Ophetmomentdathetbedrijfeenbepaaldewinst

25Ophetmomentdat iemandmede-eigenaar is doorhethebbenvanaandelen,heeftdiegenehetrecht om te participeren in het bedrijf en gaat er een deel van de zeggenschap verloren. Voorsommigebedrijvenisditechterongewenst,omdatzezelfdevolledigezeggenschapwillenbehouden.Hetkandaneeninteressanteoptiezijnomaandelentecertificeren.Hierdoorwordtheteconomischebelang en de zeggenschap gescheiden. De aandelen worden dan geplaatst bij een StichtingAdministratiekantoor(STAK)endiezalvervolgensdecertificatenuitgeven.

Page 16: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

15

behaald,kanzedituitkerenaandeaandeelhoudersindevormvandividendenditzalvervolgensvooropbrengstzorgenbijdeaandeelhouder.Hetkanookzijndateenbedrijf winstbewijzen heeft in een ander bedrijf.Winstbewijzen geven een bedrijfrechtopeenbepaalddeelvandewinstvanhetbedrijf.Hetverschiltussenaandelenen winstbewijzen is echter niet altijd even duidelijk. De wetgever heeft in eenmemorievantoelichtingaangegevendathetverschilindeformeleuitgiftevereistenzit.26 Daarnaast bevat het niet de stem- en vergaderrechten die aandelen welbevatten.Alslaatsteoptievanopbrengstenverwijstdewetgevernaarartikel10lid1onderdeeldVPB.Ditartikelisdoordewetgevertoegevoegdombelastinguithollingtevoorkomen.Hetkannamelijkvoorkomendatbedrijveneenleningaangaanonderbepaaldevoorwaarden,waardoorheteigenlijkniet gezienkanwordenals vreemdvermogen.Deze leningwordtookweldehybride leninggenoemden iseen leningdiewordtgezienalseigenvermogen indeWetVPB1969.DewetgeverachtdezebelastinguithollingongewenstendaaromheefthijaansluitinggezochtbijditartikeluitdeWetVPB1969.Tot slot kunnen een aantal ondernemingsvormen inhoudingsplichtig zijn voor deWetDB1965.HetgaathierominNederlandgevestigdenaamlozevennootschappen(nv), besloten vennootschappen (bv) met beperkte aansprakelijkheid, opencommanditaire vennootschappen (cv) en andere vennootschappen waarvan hetkapitaalgeheeloftendeleverdeeldis inaandelen.Eenvoorbeeldvaneen‘anderevennootschappen’isdeburgerlijkemaatschapopaandelen(BMoa).27Uitart.1WetDB1965blijktdateencoöperatieinbeginselnietinhoudingsplichtigisvoor deWet DB 1965. In de verdere leden van het artikel staan nog een aantalandere zaken die betrekking hebben op het subject. Afgezien van lid 7 zijn dezebepalingenechternietvanbelangvoordezescriptieendaaromzullendezebuitenbeschouwingblijven.

3.2.1.1 Antimisbruikbepalingart.1lid7WetDB1965Het feit dat de coöperatie niet inhoudingsplichtig is voor deWet DB 1965 zorgdeervoor dat deze structuur regelmatig werd toegepast door internationaleondernemingen.Dewetgeverachttedegenoemdestructuurnietgewenstengreepin. Sinds 1 januari 2012 is er een antimisbruikbepaling toegevoegd aan de wet,namelijk in art. 1 lid 7 Wet DB 1965. Het doel van de wetgever was om decoöperaties die zich bevinden in een kunstmatige constructie om zo de

26MvT,KamerstukkenII2008/09,31058,nr.6,p.46.27Erisechtergeendefinitiehiervantevindeninhetfiscaleenhetcivielerecht.Ditzorgtervoordatdeze samenwerkingsvorm door jurisprudentie nadere uitwerking heeft gekregen. Uit dejurisprudentie blijkt dat er sprake moet zijn van in aandelen verdeeld kapitaal en dat voor devervreemding van de aandelen geen toestemming van alle vennoten is vereist. Indien aan dezevoorwaarden voldaan wordt, is er dus sprake van een BMoa en is deze dus een subject voor dedividendbelasting.

Page 17: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

16

dividendbelasting te ontgaan aan te pakken.28Er is sprake van een kunstmatigeconstructie indieneenbuitenNederland gevestigd lichaammet eenbelang in eenNederlandse vennootschap, hier een coöperatie tussenschuift. Deze coöperatiewordt er tussengeschoven om de Nederlandse dividendbelasting te ontgaan enheeft geen reële economische betekenis. 29 Dit kan ook gelden indien eenvennootschapdiebuitenNederlandgevestigdiseenbuitenlandsebelastingprobeertte ontgaan. Indien deze vennootschap een belang heeft in een ander lichaamdatbuiten Nederland gevestigd is en er een coöperatie in Nederland wordttussengeschovenomditterealiseren,isersprakevanmisbruik.IndienbijvoorbeeldeenAmerikaanse Incorporated(hierna Inc.)eendeelnemingheeft ineenBelgischeBVBA en hier een Nederlandse coöperatie tussenschuift om de Amerikaansebelastingteontgaan, isersprakevanmisbruik.Doorbelastingverdragenwordthettarief van de dividendbelasting in het bronland, in dit geval België, verlaagd. Dedividenduitkering die vervolgens bij de Nederlandse coöperatie terechtkomt, isvrijgesteld van vennootschapsbelasting door de deelnemingsvrijstelling uit art. 13WetVPB1969.Daarnaast isdecoöperatieniet inhoudingsplichtigvoordeWetDB1965,waardoorerinNederlandgeendividendbelastingwordtingehoudenindiendedividendenwordenuitgekeerdnaar deAmerikaanse Inc.Opdezemanierweet deAmerikaanse Inc.deBelgische(bron)belastingopdividendenteontgaan. Indiendedividendenniet viaNederland zouden gaan, zou er namelijk niet de verlaging vanbelastingplaatsvinden.IndatgevalzouerwelBelgische(bron)belastingverschuldigdzijn. De antimisbruikbepalingmaakt een coöperatie inhoudingsplichtig indien dezecoöperatie, direct of indirect, aandelen houdt met als doel om de heffing vanNederlandse dividendbelasting of een buitenlandse belasting bij een ander teontgaan. De algemene regel dat een coöperatie niet als inhoudingsplichtig wordtgezien in de dividendbelasting blijft bestaan, alleen de coöperaties die om fiscaleredenentussentweeondernemingenzijn‘geschoven’wordennuaangepakt.In art. 1 lid 7Wet DB 1965 staan een aantal voorwaarden om te bepalen of decoöperatie inhoudingsplichtigwordtvoordedividendbelasting.Teneerstemoetersprake zijn van een coöperatie die direct of indirect aandelen, winstbewijzen ofgeldleningen als bedoeld in art. 10 lid 1, onderdeel d Wet VPB 1969 houdt. Hethoudenvanaandelen,winstbewijzenengeldleningenisbesprokeninparagraaf3.2.1enzalhiernietverderwordentoegelicht.Als tweede voorwaarde moet de coöperatie als hoofddoel of een van dehoofddoelen hebben om de dividendbelasting of buitenlandse belasting bij eenander te ontgaan. Dit is aan te tonen door te kijken naar de desbetreffendecoöperatie. Op het moment dat de tussengeschoven coöperatie geen reëleeconomischebetekenisheeftindeondernemingsstructuur,kunjeervanuitgaandathetontgaanvanbelastingeendoelis.Overhetalgemeenzalergeensprakezijnvan

28MvT,KamerstukkenII2011/12,33003nr.3,p.111.29MvT,KamerstukkenII2011/12,33003nr.3,p.111.

Page 18: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

17

een reëlebetekenis indiendecoöperatiegeenondernemingdrijft.Hierbijmoetergekekenwordenofereenmateriëleondernemingwordtgedreven,datwil zeggeneen duurzame organisatie van kapitaal en arbeid die met een winstoogmerkdeelneemt aan het economische verkeer. 30 De wetgever wil net als bij debuitenlandseAB-regeling31de inhoudingsplichtbeperkentotdeuitdelingaan ledenwaarbij het lidmaatschapsrecht niet tot het ondernemingsvermogenbehoort.32Ophetmomentdataandezetoetsisvoldaan,dushetlidmaatschapsrechtbehoortniettothetondernemingsvermogen,zalersprakezijnvaneeninhoudingsplicht.De EU heeft grote ambities op het gebied van internationale aanpak vanbelastingontwijking. Als gevolg daarvan is in december 2014 binnen de EU eenpolitiekakkoordbereiktoverdeopnamevande‘generalanti-abuserule’(EUGAAR)indeMoeder-dochterrichtlijn.33DeMoeder-dochterrichtlijnregelt,kortgezegd,datwinstuitdelingendooreendochtervennootschapaaneenmoedervennootschapniettwee keer worden belast. Onder bepaalde voorwaarden is er een vrijstelling vanbelasting in het land van de dochtervennootschap en een vrijstelling vanwinstbelastingdanweleenverrekening inhet landvandemoedervennootschap.34Het doel vande implementatie vande EUGAAR is het tegengaan vanmisbruik indeze Moeder-dochterrichtlijn. Op Prinsjesdag 2015 is het wetsvoorstel voor deimplementatiegepresenteerdendezeisop1januari2016ingegaan.35DoordezeEUGAARisereenderdevoorwaardetoegevoegdaandeantimisbruikbepaling.Ermoetnuook sprake zijn vaneenkunstmatige constructieof reeks van constructies. Eenconstructieiskunstmatigvoorzoverzijnietisopgezetopgrondvangeldigezakelijkeredenendiedeeconomischerealiteitweerspiegelen.Dezetoetsvervangtdetoetsofhetlidmaatschapsrechttothetondernemingsvermogenvanhetlidbehoort.36Uitdeparlementaire geschiedenis blijkt echter dat deze kunstmatigheidstoets in principeopdezelfdewijzedienttewordentoegepastalsdevoormaligetoetsmetbetrekkingtotdelidmaatschapsrechten.37Indeloopderjarenzijnerduskleineaanpassingengeweestwatbetreftdetoetsingvanmisbruik.Deuitwerkingvandetoetsenisechterinprincipehetzelfdegebleken.

30MvT,KamerstukkenII2011/12,34306,nr.3,p.10.31Art.7.5WetIB2001.32MvT,KamerstukkenII2011/12,33003,nr.3,p.16.33PersberichtenvandeRaadvandeEU,d.d.9december2014,nr.15103/14ennr.16606/14,p.20.34Lukkien,M.E.(2016,februari).BeschouwingeninzakedeNederlandseimplementatievandeverplichtealgemeneantimisbruikbepalingindeMoeder-dochterrichtlijn.Maandbladbelastingbeschouwingen,2016(2),p.1.35KamerstukkenII2015/16,34306,nr.2,WetimplementatiewijzigingenMoeder-dochterrichtlijn2015.36Lukkien,M.E.(2016,februari).BeschouwingeninzakedeNederlandseimplementatievandeverplichtealgemeneantimisbruikbepalingindeMoeder-dochterrichtlijn.Maandbladbelastingbeschouwingen,2016(2),p.6.37MvT,KamerstukkenII2015/16,34306,nr.3,p.10.

Page 19: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

18

3.2.2 WetopdeVennootschapsbelasting1969IndeWetVPB1969kentdecoöperatieeensubjectievebelastingplicht.38Volgensditartikel vallendecoöperatieendeverenigingopcoöperatievegrondslagonderhetbereik van de vennootschapsbelasting. Volgens een fictie wordt de coöperatiegeacht met haar gehele vermogen de onderneming te drijven. 39 De fiscalebehandeling van de coöperaties kent eigenlijk twee gedachten, namelijk dezelfstandigheidsgedachteendeverlengstukgedachte.Decoöperatietreedtenerzijdsop naar buiten als zelfstandige entiteit, anderzijds als verlengstuk van deonderneming van de individuele leden.40Dit onderscheid komt vervolgens ook totuitingindewinstsplitsinggenoemdinart.9lid1onderdeelgenlid2WetVPB1969.Indit artikelwordtbepaaldde coöperatieals zelfstandigebelastingplichtigewordtbeschouwd en vervolgens de winstuitdelingen aan de achterliggende leden(verlengstukwinst) aftrekbaar zijn indien het desbetreffende lid een natuurlijkpersoon is. Vervolgens zal deze uitgekeerde verlengstukwinst bij de natuurlijkpersoonbelastbaarzijn.Inhetgevaldathetachterliggendelideenrechtspersoonis,isdezebepalingnietvantoepassing,maardangeldtdedeelnemingsvrijstelling.Kortgezegd zorgt dit ervoor dat de uitgekeerde winst bij de achterliggenderechtspersoon is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Dit zal echter noguitgebreidaanbodkomenindevolgendeparagrafen.Hetverschiltussendetotalewinstendeverlengstukwinstisdeverzelfstandigdewinstenzalbelastwordenmetvennootschapsbelastingbijdecoöperatiezelf.In lid 2 van dit artikel wordt beschreven hoe de verlengstukwinst kan wordenbepaald.Dewetgeverheeftervoorgekozenomditaandehandvandeverhoudingtussendekostendietoerekenbaarzijnaanledenendetotalekosten.

𝐿𝑒𝑑𝑒𝑛𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛

𝑥 𝑑𝑒 𝑜𝑣𝑒𝑟 ℎ𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑔𝑒𝑛𝑜𝑡𝑒𝑛 𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡 + €2269

Deledenkostenzijnindezeformuledekostendietoegerekendkunnenwordenaandeaandedoorofjegensdeledengeleverdprestaties.Bijdezekostenkangedachtwordenaandekostenvanhetpersoneelvandecoöperatieendeinkoopkostendiebetrekkinghebbenopdeproductendievoorbedrijfsvoeringnoodzakelijkzijn.41Hetbedragdatuitdezeformulekomtisdusdeverlengstukwinst.Deverlengstukwinstisalleenaftrekbaarvoorzoverdezedaadwerkelijkwordtuitgekeerd. Indieneendeelvandeverlengstukwinstnietwordtuitgekeerd,dankanhetniet-afgetrokkendeelinhetdaaropvolgendejaarnietalsnogwordenafgetrokkenenwordthetbelastbijdecoöperatie.Daarnaastisdeverlengstukwinstalleenaftrekbaarindiendeuitkeringen

38Art.2lid1onderdeelbWetVPB1969.39Art.2lid5WetVPB1969.40Dool,R.P.vanden,Heithuis,E.J.W.,Kampschöer,G.W.J.M.,DeSmit,R.C.,&Vollebregt,H.A.(2016).CompendiumVennootschapsbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.90.41Dool,R.P.vanden,Heithuis,E.J.W.,Kampschöer,G.W.J.M.,Smit,R.C.de,&Vollebregt,H.A.(2016).CompendiumVennootschapsbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.93

Page 20: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

19

aan leden, die natuurlijke personen zijn, worden gedaan.42Uitkeringen aan leden,die rechtspersonen zijn, blijven bij de desbetreffende rechtspersonen buiten deheffingdoordedeelnemingsvrijstelling.Ophetmomentdatdeverlengstukwinst inditgevalaftrekbaarzouzijn,wordtditdeelvandewinstnooitbelast.

3.3 SubjectievebelastingplichtachterliggendeledenEencoöperatieiseenmaniervanondernemenwaarbijdeachterliggendeledenhunkrachtenbundelenomzosterker testaan. Indithoofdstukzalergekekenwordennaar de subjectieve belastingplicht van deze achterliggende leden. Hierbij zal ergekeken worden hoe zij in de dividendbelasting, inkomstenbelasting envennootschapsbelastingwordenbehandeld.

3.3.1 WetopInkomstenbelasting2001DesubjectievebelastingplichtindeWetopinkomstenbelasting2001(hiernaWetIB2001) strekt tot in Nederland wonende natuurlijke personen. 43 In deinkomstenbelasting wordt onderscheid gemaakt tussen ‘binnenlandsebelastingplichtigen’ en ‘buitenlandse belastingplichtigen’. Binnenlandsebelastingplichtigenwonen inNederlandengenietenhierook inkomen. Zijwordenmet hun wereldinkomen in de Wet IB 2001 getrokken. BuitenlandsebelastingplichtenwonenbuitenNederland,maargenieteninkomeninNederland.Zijworden alleenmet het inkomen dat ze in Nederland genieten in deWet IB 2001getrokken. Indewet isditonderscheidookterugtevinden:debelastingplichtvanbinnenlandse – en buitenlandse belastingplichtigen wordt in verschillendehoofdstukkengeregeld.

3.3.1.1 BinnenlandsenatuurlijkepersonenEennatuurlijkpersoonkanalsachterliggendlideenondernemingdrijvenindevormvan een eenmanszaak of vof. Normaliter behoort het lidmaatschapsrecht in eenondernemerscoöperatie tot het (verplichte) ondernemingsvermogen vande leden.Devoordelenuithetlidmaatschapsrechtwordenbelastalswinstuitonderneming.44DewinstuitondernemingwordtbelastinboxIvandeWetIB2001volgensart.3.2IB 2001 tegen het progressieve tarief van deze box. Als ondernemer heeft hetachterliggende lid wel nog recht op ondernemersfaciliteiten, zoals de MKB-winstvrijstelling.

42Dool,R.P.vanden,Heithuis,E.J.W.,Kampschöer,G.W.J.M.,Smit,R.C.de,&Vollebregt,H.A.(2016).CompendiumVennootschapsbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.9243Art.1.1WetIB2001.44Nillesen,J.T.L.(2012).Belastingheffingvancoöperaties,Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

Page 21: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

20

Het hebben van een lidmaatschapsrecht in een coöperatie is voor binnenlandsebelastingplichtige gelijkgesteld aanwinstbewijzen.45Indien een lidmaatschapsrechtniet tot het ondernemingsvermogen behoort, wordt dit belast in box II. Met hetgelijkstellen van lidmaatschapsrechten aan winstbewijzen heeft de wetgevervoorkomen dat het ab-regime uit box II makkelijk kan worden ontgaan door eenonderneminguitteoefenenindevormvaneencoöperatie.46Doorhetfeitdathetlidmaatschapsrechtgelijkisgesteldaaneenwinstbewijs,valthetachterliggendelidin box II indienhij tenminste recht heeft op5%vande jaarwinst danwel op tenminste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd. 47 Op het moment dat hetachterliggendelidgerechtigdistottenminste5%vandestemmenuittebrengenindealgemenevergadering zalhij ook inbox II vallen.48Dewinstendiedanaanhetachterliggende lid worden uitgekeerd, zullen belast worden tegen een tarief van25%.Indien een binnenlandse belastingplichtige geen aanmerkelijk belang heeft, zal hijnietinboxIIvallen.ZijnaandelenwordendantegeneenforfaitairrendementbelastinboxIIIvandeWetIB2001.Sinds2017ishetregimeindezeboxveranderd,omzobeteraantesluitenbijdeeconomischewerkelijkheidwaarinverschillendrendementwordt behaald uit sparen en beleggen. Er zijn nu 3 verschillende schijven metallemaaleenverschillendfictiefrendementdatwordtgenomenvandewaardevanhetlidmaatschap.Ditfictieverendementwordtvervolgenstegeneentariefvan30%belast.

3.3.1.2 BuitenlandsenatuurlijkepersonenVooreennatuurlijkpersoondieinhetbuitenlandwoont,isdewetgevinggeregeldinhoofdstuk7Wet IB2001.Nederlandwil belastingheffenoverhet inkomendat inNederland wordt genoten, ook wel een bronheffing. Het kan echter zijn dat hetandere land waar de natuurlijke persoon woont, belasting wil heffen over hetwereldinkomen.Inditgevalontstaatereenprobleemvandubbeleheffingendatisuiteraard niet gewenst. De beide landen zullen dan door middel van verdragenmoeten regelen wie de heffingsbevoegdheid krijgt over het desbetreffendeinkomstenbestanddeel. Nederland heeft met veel landen een belastingverdraggesloten dat ervoor zorgt dat de dubbele heffing wordt voorkomen. In dezeparagrafen zal echter alleen gefocust worden op het systeem in Nederland enwordendeverdragenverderbuitenbeschouwinggelaten.Voor een natuurlijk persoon die in het buitenland woont en een onderneming inNederlanddrijft indevormvaneeneenmanszaakofvofwordtaansluitinggezocht

45Art.4.5alid1onderdeelaWetIB2001.46Heithuis,E.J.W.,Kavelaars,P.,&Schuver,B.F.(2015).Inkomstenbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.47Art.4.6onderdeelcWetIB2001.48Art.4.6onderdeeldWetIB2001.

Page 22: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

21

bijderegelsdiegeldenvoorbinnenlandsebelastingplichtige.49Hetverschilisdaternu niet over het wereldinkomen van de desbetreffende persoon wordt geheven,maar alleen over de winst uit de onderneming. Deze winst uit onderneming zalvervolgensookwordenbelasttegenhetprogressievetariefvanboxI.Ookhetinkomenuitaanmerkelijkbelangzalwordenbelast,indiendevennootschapisgevestigdinNederland.Erwordtooknuweeraansluitinggezochtbijderegelsdiegelden voor de binnenlandse belastingplichtige.50De coöperatiewordt in dit gevalgelijkgesteld aan een vennootschap en de lidmaatschapsrechten aan dewinstbewijzen.Ingevaldathetlidtenminste5%vandelidmaatschapsrechtenbezitdie recht geven op 5% van de jaarwinst of 5% van de liquidatie-uitkeringen is ersprakevan inkomenuitbox II.51Daarnaast iserook sprakevan inkomenuitbox IIindien hij gerechtigd is tot tenminste 5% van de stemmen uit de brengen in dealgemene vergadering. 52 De winsten die aan de achterliggende leden wordenuitgekeerd,zullenooknutegeneentariefvan25%wordenbelast.Het grootste verschil tussen binnenlandse – en buitenlandse belastingplichtigen isterugtevindeninhetregimevanboxIII.Voorbuitenlandsebelastingplichtige isernamelijkalleeneengrondslag inbox III indien zij inNederlandbezittingenhebbendie bestaan uit onroerende goederen (bijvoorbeeld woningen).53Het hebben vanlidmaatschapsrechten valt hier niet onder en dus zullen de buitenlandsebelastingplichtigennietinNederlandinboxIIIvallen.

3.3.2 WetopdeVennootschapsbelasting1969Hetkanook zijndatdeachterliggende ledengeennatuurlijkepersonen zijn,maarrechtspersonen als een nv of een bv. Op het moment dat er winsten wordenuitgekeerdnaardeachterliggendeleden,zalditonderdeelzijnvanhetresultaatvanhet desbetreffende lid. Het uiteindelijke resultaat van de rechtspersoon zal in deWet VPB 1969 worden belast tegen het progressieve tarief.54In deze wet wordtonderscheid gemaakt tussen binnenlandse – en buitenlandse belastingplichtigen.Het verschil is te vinden in het object waarover wordt geheven. Binnenlandsebelastingplichtigen vallen met hun wereldwinst in de belastingheffing, terwijlbuitenlandsebelastingplichtigenalleenmetdewinstdieinNederlandisbehaaldofmetdewinstvaneenvasteinrichtinginNederlandindeheffingvallen.Inhetgevaldat een ander land over de wereldwinst wil heffen, dan ontstaat er voor debuitenlandse belastingplichtige dubbele heffing over dewinst die hij inNederlandrealiseert. In het geval dat een ander land over de winst wil heffen die een

49Art.7.2lid1WetIB2001.50Art.7.5lid1WetIB2001.51Art.4.6onderdeelcWetIB2001.52Art.4.6onderdeeldWetIB2001.53Art.7.7lid2WetIB2001.54Art.22WetVPB1969.

Page 23: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

22

binnenlandse belastingplichtige in het desbetreffende land realiseert, ontstaat erook dubbele heffing over het bedrag dat de binnenlandse belastingplichtige daarrealiseert.Dezedubbeleheffingisongewenstenkanmogelijkwordenopgelostdoorbelastingverdragen. In deze paragraaf wordt alleen gefocust op het Nederlandseregimeenblijvendebelastingverdragenverderbuitenbeschouwing.

3.3.2.1 DeelnemingsvrijstellingIndeWetVPB1969kennenwededeelnemingsvrijstellinginart.13VPB.Ditartikelzorgtervoordathetzelfdeobjectvanwinstniettweekeerwordtbelast.Indiendezevrijstelling er niet zou zijn, zouwinst eerst opniveau vandedochterondernemingworden belast en vervolgens na uitkering ook bij de moederonderneming. Dewetgeverheeftervoorgekozenomeenlidmaatschapsrechtvaneencoöperatieooktezienalseendeelneming.55Hierbijheefthijgeenbezittingsgrensvan5%gegeven,waardoor elk lidmaatschapsrecht kwalificerend is voor de deelnemingsvrijstelling.Dewinstuitkeringen van een coöperatie zullen niet belast worden, aangezien eencoöperatie niet inhoudingsplichtig is voor de Wet DB 1965. Vervolgens zullen dewinstuitkeringen aan rechtspersonen als achterliggende leden niet worden belastdoordedeelnemingsvrijstelling.

3.4 TussenconclusieIndithoofdstukisdieperingegaanopdealgehelebelastingplichtvandecoöperatieals rechtspersoon en de achterliggende leden. De coöperatie kent geeninhoudingsplichtindeWetDB1965.Dewetgeverheeftmetart.1lid7WetDB1965wel een bepaling toegevoegd die ingeval van misbruik de coöperatie welinhoudingsplichtigmaakt.Sinds2012heeftdewetgeveroneigenlijkgebruikvandecoöperatieproberentebeperkendoordeantimisbruikbepalingvanart.1lid7WetDB 1965 toe te voegen. Deze bepaling zorgt ervoor dat de coöperaties diewarenopgerichtmetalsdoeldedividendbelastingteontgaantoch inhoudingsplichtigzijnvoor de Wet DB 1965. Sinds de implementatie van de EU GAAR uit de Moeder-dochterrichtlijnkentdeantimisbruikbepalingeenderdevoorwaarde.Ermoetsprakezijn van een kunstmatige constructie, oftewel de constructie is niet opgezet voorzakelijkeredenendiedeeconomischewerkelijkheidweerspiegelen.AlsrechtspersoonkentdecoöperatieweleensubjectievebelastingplichtindeWetVPB1969,waarbij zij geachtwordt het haar gehele vermogendeonderneming tedrijven.Hierbijmoetonderscheidgemaaktwordentussendeverzelfstandigdewinsten de verlengstukwinst. De verzelfstandigewinst zal belastworden op het niveauvan de coöperatie en de verlengstukwinst bij de achterliggende leden, indien ditnatuurlijke personen zijn. Indiende verlengstukwinst nietwordt uitgekeerd, is het

55Art.13lid2onderdeelcWetVPB1969.

Page 24: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

23

een jaar later niet alsnog aftrekbaar en dus wordt het belast bij de coöperatie.Uitkeringen van verlengstukwinst aan rechtspersonen zijn niet aftrekbaar voor decoöperatie.Doordedeelnemingsvrijstellingzoudezeuitgekeerdewinstniettothetresultaat van de rechtspersoon behoren, waardoor er dan over deze winst geenheffingzouzijn.Indiendeachterliggende ledennatuurlijkepersonenzijn,vallendeuitkeringenvandecoöperatieindeWetIB2001.Deregelsvandevermogensetiketteringbepalenofhet lidmaatschapsrecht in box I of box II valt.56Indien het het lidmaatschapsrechtniet tot het ondernemingsvermogen behoort, maar er wel een belang is van tenminste5%,danvalthetinboxII.Doorhetgelijkstellenvandelidmaatschapsrechtenaan winstbewijzen zullen de winstuitkeringen, indien er sprake is van eenaanmerkelijkbelang,inboxIIwordenbelast.Indienergeenaanmerkelijkbelangis,worden de winstuitkeringen belast in box III. Op het moment dat hetlidmaatschapsrecht tot het ondernemingsvermogen behoort, dan zal het belastwordentegenhetprogressievetariefinboxI.Doordeschakelbepalinginhoofdstuk7vandeWetIB2001geldendewetsartikelenvanboxIenIIookvoorbuitenlandsebelastingplichtigen.57Indieneenbuitenlandsebelastingplichtige een onderneming drijft, waarbij het lidmaatschapsrecht tot hetondernemingsvermogen behoort, wordt de winst belast in box I. Indien hij eenaanmerkelijkbelangheeft,wordthijook inbox IIbelast.Alshij geenaanmerkelijkbelang heeft, vindt er geen heffing plaats in Nederland. Er is namelijk geenheffingsgrondslag in box III voor mensen die niet in Nederland wonen en geenonroerendegoedereninNederlandhebben.De leden kunnen naast natuurlijke personen ook rechtspersonen zijn. Dit heeftvervolgens invloed op de belastingplicht van de achterliggende leden, omdatnatuurlijke personen subjectief belastingplichtig zijn voor de Wet IB 2001 enrechtspersonen voor de Wet VPB 1969. Indien de achterliggende ledenrechtspersonenzijn,vallenzijmethunresultaatindeWetVPB1969.Bijhetbepalenvan het resultaat kunnen rechtspersonen wel rekening houden met dedeelnemingsvrijstelling,mits ze voldoen aan de gestelde eisen in art. 13Wet VPB1969.

56Heithuis,E.J.W.,Kavelaars,P.,&Schuver,B.F.(2015).Inkomstenbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.563.57Art.7.2junctoart.7.5WetIB2001.

Page 25: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

24

4.Hetnieuwewetsvoorstel

4.1 InleidingOp16meijl.heeftdewetgevereeninternetconsultatieomtrentdeinhoudingsplichtvandehoudstercoöperatieuitgebracht.58Metdezeconsultatiemaaktdewetgeverzijn plan duidelijk en kunnen belangstellende een reactie geven op deontwerpwetswijzigingen. In dit hoofdstuk zal eerst de aanleiding van dewetswijzigingwordenbesprokenaandehandvanhetvoorbeeldvanhetsportmerkNike.Vervolgenszullendedoelstellingenvandewetgeveraanbodkomen.Totslotzullen de ontwerpwetswijzigingen uitgebreid worden doorgenomen, wat eencompleetbeeldvanhetwetsvoorstelzalgeven.

4.2 AanleidingEen goed voorbeeld van het probleem dat de wetgever wil aanpakken, is deconstructiediehetsportmerkNiketoepast.Nikeiseenvandebekendstemerkenterwereld.Hetbedrijfdatbekendisvandesportkledingenschoenenisgoedbeeldvande constructie waarin een Nederlandse coöperatie wordt gebruikt als fiscalevluchtroute. Het bedrijf heeft een aantal jaar geleden in Nederland een tweetalcoöperaties opgericht en laat de geldstromen zo via Nederland lopen. Uit deoprichtingsakten van beide Nike-coöperaties blijkt dat ze zijn opgericht door vierrechtspersonenwaarvanerdrie zijngevestigdopheteilandBermudaenéén indeAmerikaanse staat Delaware. Op deze plaatsen geldt een aantrekkelijk fiscaalklimaat, waardoor er nauwelijks belasting geheven wordt over de ontvangenwinstuitkeringen. Dit in combinatie met de vrijstelling van de coöperatie inNederland,maaktditeenergaantrekkelijkeconstructievoorNike.Dezeconstructiewordt niet alleen door Nike toegepast. Onderzoek naar de oprichtingsakten vanandere coöperaties van multinationals blijkt dat zij vaak zijn opgericht door eenrechtspersoondiezichbevindtineenfiscaalaantrekkelijkklimaat.59Bedrijvenschuiven indezesituatieseencoöperatie tussen twee rechtspersonen ineen ondernemingsstructuur. In het geval dat er geen coöperatie tussen deNederlandsebvenderechtspersoondiebuitendeEUofEERgevestigd is,wordenwinstuitkeringenbelastmetdividendbelasting.60Erkandandubbelebelastingheffingontstaan, indien over dezelfde winst in het andere land ook belasting wordtgeheven. Dit is niet wenselijk en in deze situaties bieden belastingverdragen een

58MinisterievanFinanciën(2017).Wetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie59HetgehelevoorbeeldvanNikeisgeraadpleegdvan:Eikelenboom,&Groot,de(2011).Coöperatiealsfiscalevluchtroute.FinancieelDagblad,13september2011.60Erkaninditgevalgeengebruikwordengemaaktvandeinhoudingsvrijstellingvanart.4WetDB1965.

Page 26: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

25

oplossing. 61 Nederland sluit echter geen verdragen met landen met een laagbelastingtariefoflandendiezelfshelemaalgeenbelastingheffen.Zodoendeiserindezesituatiesgeenverdragdiedubbeleheffingvoorkomt,waardoorerinNederlanddividendbelastingwordt ingehouden.Door het tussenschuiven van een coöperatiezalditnietgebeuren,aangeziendecoöperatiegeeninhoudingsplichtkentindeWetDB 1965. Bij het tussenschuiven van een coöperatie krijgt de coöperatie alleaandelenvandebvinNederlandinhanden.Daarnaastzalderechtspersooninhetbuitenlandallelidmaatschapsrechtenkrijgen.DewinstendiedecoöperatiekrijgtuitzijndeelnemingindeNederlandsebvzijnvrijgestelddoordedeelnemingsvrijstellingindeWetVPB1969.VervolgenskentdecoöperatiegeeninhoudingsplichtindeWetDB1965,waardoordewinstenzonderinhoudingvanNederlandsedividendbelastingnaardeachterliggenderechtspersoonkunnen.Vervolgenszalerophetniveauvandeze rechtspersoon ook geen of nauwelijks belasting worden geheven. Hettussenschuiven van de coöperatie in Nederland kan zodoende een aanzienlijkvoordeelopleveren.Dit toont aandatde coöperatieniet voorhetoorspronkelijkedoelwordtgebruiktenditwasvoordewetgeverdeaanleidingomopzoektegaannaareenoplossing.Indebriefvan27november2015heefthetkabinetzijnstrategiebevestigdoverdeaanpak van belastingontwijking.62Hiermee wil het kabinet antwoord geven op demaatschappelijke vraag om de internationale belastingontwijking aan te pakken.Begin 2016 heeft de berichtgeving rondom de Panama Papers voor een grootpubliek zichtbaar gemaakt in hoeverre internationale ondernemingen belastingontwijken.Ditheeftdeaandachtvergroot,waardoorereennoggroterevraagkwamom dit probleem aan te pakken. Met deze nieuwe wet wil de wetgever hetoneigenlijk gebruik van de coöperatie tegen gaan en antwoord geven op dezemaatschappelijkevraag.

4.3 DoelstellingenrandvoorwaardenvandewetgeverIndebriefvan20septemberjl.aandeTweedeKamerheeftstaatssecretarisWiebeszijnvoorstelgepresenteerdomdehoudstercoöperatiesinhoudingsplichtigtemakenvoor deWetDB1965.Het hoofddoel vandewijziging is omervoor te zorgendatoneigenlijkgebruikwordtvoorkomenenmisbruikbeterbestredenkanworden.63Inde internetconsultatie noemt hij dit als voornaamste doel van de voorgestelde

61Doorverdragenwordenbelastingentussentweelandenverrekendofvrijgesteld.Ditisafhankelijkhoehetisgeregeldinhetdesbetreffendeverdrag.InhetOESO-modelverdragwordtvoordividendendeverrekeningsmethodetoegepast.62MvT,KamerstukkenII2015/16,25087/31066,nr.113.63BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.5.

Page 27: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

26

wetswijziging.64Zoalseerderbesproken isdecoöperatieeenrechtsvormdiewordtopgerichtdoorverschillendeondernemersombeter tekunnen samenwerken.Hetoprichten van een coöperatie die fungeert als houdstercoöperatie voor fiscaledoeleindenisvolgensdewetgevernietgewenst.Hetinhoudingsplichtigmakenvande houdstercoöperaties voor de Wet DB 1965 moet het fiscale voordeel, zoalsbeschrevenindevorigeparagraaf,wegnemenenhethoofddoelrealiseren.Naast dit hoofddoel heeft dewetgever een aantal randvoorwaarden gesteldwaarook aan voldaan moet worden om een voor de wetgever zo optimaal mogelijkresultaat te behalen. Hierbij heeft hij aangegeven dat het reële bedrijfsleven,oftewel ondernemingen waar daadwerkelijk een materiële onderneming wordtgedreven, zo min mogelijk hinder mag ondervinden van zijn nieuwe plan. 65Belastingen beïnvloeden keuzes van individuele burgers en bedrijven. Bedrijvenzullenbijvoorbeeldmindergaaninvesterenineenlandwaareenhoogtariefvoordewinstbelasting geldt. Eeneconomischefficiëntbelastingstelsel beïnvloedt keuzes –tenzijbeoogd–zominmogelijk.66Metditconceptwetsvoorstelwildewetgeverhetreëlebedrijfslevenzominmogelijkbeïnvloedeninhunkeuzes.Ditisinlijnmetdezebedrijfseconomischegedachte.Strengere fiscale regels gaan vaak gepaard met een minder aantrekkelijkvestigingsklimaatvoorbedrijven.Deregeringwilerjuistvoorzorgendathetfiscaalvestigingsklimaatineenlandaantrekkelijkisvoorbedrijven.IndemotieNeppérusisduidelijk geworden dat tegelijkertijd met de aanpak van belastingontwijking ertevensgeletmoetwordenopeengunstigfiscaalvestigingsklimaat.67Ophetmomentdat Nederland een aantrekkelijk fiscaal vestigingsklimaat heeft, zullen meerbedrijven zich hier vestigen. Dit is goed voor de economie, aangezien dit extrawerkgelegenheid zal opleveren. De wetgever wil ervoor zorgen dat ondanks destrengeremaatregelen tegen belastingontwijking het fiscale vestigingsklimaat hiernietonderzallijden.Daarnaast wil Nederland meewerken aan de aanpak van internationalebelastingontwijking.BinnenEU-enOESO-verbandzijnerverschillendeplannenvanaanpak bedacht om internationale belastingontwijking tegen te gaan. Nederlandondersteunt deze plannen en is bereid zich in te zetten om dit probleem aan tepakken.Eenvandezeplannenisontwikkeldomdeerosievandebelastinggrondslagenwinstverschuiving68tegentegaan,beterbekendalsdeBEPS-operatie.Eenzijdigemaatregelenenbilateraleafsprakenzijnonvoldoendeeffectiefomdeerosievande64MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie.65MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.3(MvT).66Rijksoverheid(2016).Rapportwerkgroepfiscaliteit.Geraadpleegdvanhttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit.67MvT,KamerstukkenII2015/16,34302,nr.73.68BaseErosionProfitShifting(BEPS).

Page 28: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

27

belastinggrondslag en winstverschuiving tegen te gaan. Belastingplichtigen makengebruiken van verschillen in de afzonderlijke nationale fiscale stelsels. Door dezeverschillen kunnen ze dan een bepaald voordeel behalen. De afwezigheid van dewenselijkecoherentie,oftewelfiscalesystemendieopelkaarzijnafgestemd,iseenwereldwijdprobleem.Doorop internationaalniveaubindendeafsprakentemakenkanwordenvoorkomendatbelastingontwijkendestructurenwordenopgezetvanuitrechtsgebieden die niet of nauwelijks antimisbruikmaatregelen toepassen, beterbekend als belastingparadijzen. De BEPS-operatie zorgt voor internationalegedragsregelsdieditoneigenlijkgebruikvanbelastingverdragenmoetvoorkomen.69Indebriefvan27november2015heefthetkabinetaangegevendatNederlandveelwaarde hecht aan dit project. Daarom zal Nederland zich in Europees verbandinzettenomsneltotinternationaleafsprakenomtrentditprobleemtekomen.70Dewetgeverwilmethetnieuweplanookdeze richtingopgaanenprobeerthiermeeinternationalebelastingontwijkingaantepakken.Totslotwildewetgeverhetrisicovaneventuelestaatssteunweghalen.DeEuropeseCommissie (EC) heeft op 19 mei 2016 een mededeling betreffende staatssteungedaan.71Hierin wordt aangegeven dat het oneigenlijk gebruik van de coöperatieeenstaatssteunrisicometzichmeebrengt.Eenafwijkingvoordecoöperatie,waarbijdezeisvrijgesteldvanheffingindeWetDB1965,kanwordengerechtvaardigdalsdegehelewinstwordtuitgekeerdaandeachterliggendeledenenervervolgensopdatniveau belasting wordt geheven. 72 Bij reële coöperaties is dit vaak het geval,waardoorditgerechtvaardigdkanworden.Hetoneigenlijkgebruikvandecoöperatiewaarbijeenhoudstercoöperatiewordtgebruikt,kannietgerechtvaardigdwordenenbrengt staatssteun risico met zich mee volgens deze mededeling van de EC. Dewetgeverwiltditrisiconietlopenenmethetinvoerenvanditplanwilhijditrisicovolledigweghalen.

4.4 InhoudingsplichthoudstercoöperatiesOm het oneigenlijk gebruik enmisbruik van de coöperatie tegen te gaan, wil hetkabinetdehoudstercoöperatie inhoudingsplichtigmakenvoordeWetDB1965.Deinhoudingsplicht zal alleen gaan gelden voor zogeheten kwalificerendelidmaatschapsrechten. 73 Dit wil zeggen dat een achterliggend lidlidmaatschapsrechtenheeftdietenminsterechtgevenop5%vandejaarwinstvande houdstercoöperatie dan wel op ten minste 5% van de liquidatie-uitkeringen.Indienerwordtvoldaanaanditvereiste,danzaldecoöperatiegelijkwordengesteld69Stevens,L.G.M.,&Smit,R.C.de(2015).ElementairBelastingrecht.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.70MvT,KamerstukkenII2015/16,29058,nr.113.71PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016.72PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016,punt160.73MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.3(MvT).

Page 29: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

28

aan een kapitaalvennootschap (nv, bv of een andere vennootschappe welkerkapitaal geheel of ten dele in aandelen is). De kapitaalvennootschap is alinhoudingsplichtigvoordeWetDB1965.OphetmomentdaterwordtvoldaanaandevereistenzaldecoöperatieookinhoudingsplichtigwordenvoordeWetDB1965.Er wordt met deze grens aansluiting gezocht bij de bestaande 5%-grens in deaanmerkelijkbelangregeling in de inkomstenbelasting. Vaak is te zien dathoudstercoöperatiesmaareenbeperktaantalledenhebben.74Indienereenbeperktaantal leden zijn, is de kans groot dat zij dus een lidmaatschapsrecht hebben datrechtgeeftopmeerdan5%vandejaarwinstvandehoudstercoöperatieof5%vandeliquidatie-uitkeringen.Bijdereëlecoöperatieszijnvaakveelledenteziendiehunkrachtenhebbengebundeldomzotekunnenconcurrerenmetgroterebedrijven.Alserveelledenzijn,isdekanskleindateenlideenlidmaatschapsrechtheeftvanmeerdan 5%.Het invoeren vandeze 5%-grens door dewetgever zorgt er voor dat eendeelvandereëlecoöperatiesalbuitenschotblijft.Bedrijvenwillenvaakzominmogelijkbelastingbetalenenzullenaltijdopzoekgaannaareenmanieromniettevoldoenaandegesteldedrempels.Hetisnietwenselijkalsergestructureerdwordtmetde5%-drempel.Dewetgeverwildaaromkijkennaarhet lidendedaaraanverbondenpersonenof lichamen.Hierbij zoektdewetgeveraansluiting bij het begrip verbonden personen of lichamen en de samenwerkendegroep,datbekendisuitart.10aWetVPB1969.Volgensditartikel isersprakevaneen verbonden lichaam indien er sprake is van een derde belang in het anderelichaamofhetandere lichaameenderdebelangheeft indebelastingplichtige.Ditbelang kanook via eenderdegehoudenworden.Verder is erook sprake vaneenverbondenlichaamindienersprakeisvaneenfiscaleeenheidindezinvanart.15Wet VPB 1969. Naast een verbonden lichaam wordt vervolgens een verbondennatuurlijkepersoongenoemd.Hiervan issprake indieneennatuurlijkpersoonvoortenminsteeenderdebelangheeftineenlidofeenmetdatlidverbondenlichaam.In2017isdesamenwerkendegroepaanditartikeltoegevoegd.Dewetgeverheeftervoorgekozenomeenhelevagebeschrijvingvanditbegripindewetoptenemen.Ofersprakeisvaneensamenwerkendegroepmoetwordenbepaalddoortekijkennaardefeitenenomstandighedenvanhetdesbetreffendegeval.Ditheefttotnutoevoorveeldiscussiegezorgd,aangeziendit tot rechtsonzekerheidzou leiden.75Tochheeftdewetgeverervoorgekozenomgeenvoorbeeldenvanconcretesituatiesvansamenwerkende groepen te geven, zodat er niet gestructureerd kanworden doorbedrijven.Devraagwatprecieseensamenwerkendegroepis,blijft indezescriptieverderbuitenbeschouwing.

74BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.5.75Muller,M.(2016,3oktober).Nieuwbegrip‘samenwerkendegroep’isbronvanonzekerheid.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/nieuw-begrip-samenwerkende-groep-is-bron-van-onzekerheid.

Page 30: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

29

De situatie vaneenverbonden lichaamkangeïllustreerdwordenaandehandvaneenvoorbeeld. Figuur1 Figuur2

Infiguur1isdesituatieteziendatdebelastingplichtigeviaeenderdelichaammeteen ander lichaam een verbonden lichaam is. Stel dat BV B in dit geval debelastingplichtigeis.BVAkaninditgevalgezienwordenalseenderdebedrijfdietenminste een derde belang heeft in een ander lichaam, namelijk 40% in BV C.Daarnaast heeft BV A ook als derde ook ten minste een derde belang in debelastingplichtigeBVB, namelijk 35%. In dit gevalwordt dus aande voorwaardenvoldaan en is BV B een verbonden lichaammet BV C. BV B is daarnaast ook eenverbondenlichaammetBVA,aangezienereenbelangisdatgroterisdaneenderde.In figuur 2 is de situatie te zienwaarbij natuurlijke personen zijn betrokken. In ditgevalisBVCdebelastingplichtige,natuurlijkpersoonAheefteenbelangvan25%ennatuurlijkpersoonBvan40%.AlleennatuurlijkpersoonBiseenverbondennatuurlijkpersoon met BV C, aangezien hij een belang heeft dat groter is dan een derde.Natuurlijk persoon A heeft hier maar 25% belang, wat kleiner is dan een derde.Zodoendeishijindezesituatiegeenverbondenpersoon.Destaatssecretariswildatergeenonduidelijkheidkanontstaanoverdevraagofeencoöperatiewel of geen houdstercoöperatie is. Hij heeft er voor gekozen om dezeonduidelijkheid weg te nemen door de definitie van een houdstercoöperatiewettelijk vast te leggen. Het idee is om een houdstercoöperatie wettelijk tedefiniëren als een coöperatie waarvan de feitelijke werkzaamheid hoofdzakelijkbestaatuithethoudenvandeelnemingenofhetdirectof indirect financierenvanmethaarverbondenlichamenofnatuurlijkpersoon.Met“hoofdzakelijk”wordteengrens bedoeld van 70% of meer. Uit deze bepaling blijkt dat het gaat om een

Page 31: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

30

coöperatiedienietmeerdoetdanvoortenminste70%aandelenindeelnemingenhoudt.Bijdezetoetsoferhoofdzakelijkdeelnemingenwordengehouden,wordtergekeken naar het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de winstuitkeringplaatsvond. Op deze manier kunnen belastingplichtige niet structureren met hettijdstipvaneendividenduitkering.76

4.5 VerdragsbeleidNederlandInhetplanwordtaangegevendatde inhoudingsvrijstellingwordtuitgebreid.Dezezal ook van toepassing zijn indien de opbrengstgerechtigde een lichaam is in eenfiscale wetgeving van een land waarmee Nederland een belastingverdrag heeftgesloten.77 Nederland heeft met veel landen een belastingverdrag om dubbelebelastingheffing te voorkomen. De OESO78 probeert samen met haar leden deobstakels in het internationale handelsverkeer, bijvoorbeeld het vrije verkeer vangoederen, diensten en kapitaalstromen, zo veel mogelijk weg te nemen. 79 Dedubbelebelastingdieontstaatdoorhetverschilinnationalefiscalewetgevingzorgtvoor een obstakel in dit vrije verkeer. Als werken in het buitenland betekent datiemand dubbele belasting moet betalen, beïnvloed dit iemand zijn keuze. Ditobstakel kan worden opgelost door het sluiten van belastingverdragen die deheffingsbevoegdheidverdelen.DeOESOpubliceerde in1963haareerste (concept-)modelverdragdiehetsluitenendeinterpretatievandebelastingverdragentussenlidstatenmoetbevorderen.80Nederland is een klein land, waardoor internationale handelsbetrekkingen ergbelangrijkzijnvoordeeconomie.Hierdoorkomenbelastingplichtigenvaakterechtininternationalesituatiesen indienernietsgeregeldzouworden,zouervaaksprakezijnvandubbelebelastingheffing. IndeNotitieFiscaalVerdragsbeleid2011 (hiernaNFV2011)wordtduidelijkdateennetwerkvangoedebelastingverdrageneenvandebelangrijkstepijlersisvanhetNederlandsebeleid.Debelastingverdragenzorgenervoordatdeheffingsbevoegdheidwordtverdeeldoverdetweelanden,waardoordedubbeleheffing zal verdwijnen.81Hiermeewordtbeoogdde fiscaleobstakels in

76MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.3(MvT).77MinisterievanFinanciën(2017).Conceptwetsvoorstel,ArtikelIIonderdeelC.78Door middel van het Verdrag van 14 december 1960 (OESO-verdrag) is de OESO in het levengeroepen. Volgens art. 1 van het OESO-verdrag heeft de Organisatie voor EconomischeSamenwerking en Ontwikkeling (OESO) het voornaamste doel om de economische groei en dewerkgelegenheidtebevorderenvoordeOESO-lidstatenonderlingeninderelatiemetnietlidstaten.79Art.2onderdeeldOESO-verdrag.80Graaf,A.C.G.A.C.de,Kavelaars,P.,&StevensA.J.A.(2016).InternationaalBelastingrecht.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.100.81Dubbele belasting ontstaat door dispariteiten tussen verschillende fiscale systemen van tweeverschillendelanden.Omtebepalenhoedeheffingsbevoegdheidverdeelddientteworden,moetener twee stappen worden gemaakt. Ten eerste moet er bepaald worden welk land de objectieveheffingsbevoegdheidheeft.Indienvoorgeenvanbeidelandeninhetverdragdeheffingsbevoegdheidexplicietwordt uitgesloten,mogen ze in principe beide volgens de nationalewet belasting heffen.

Page 32: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

31

grensoverschrijdende situatiesweg tenemenen zo rechtszekerheid tebiedenaanbedrijven en natuurlijke personen die internationaal actief zijn.82Op dit momentheeftNederlandmet ruim100 landeneenbelastingverdraggesloten,waarvanhetovergrotedeelvolgensditOESO-modelverdragisgesloten.83

4.6 InhoudingsvrijstellingDestaatssecretarisheeftaangegevendathetwenselijkisdatreëlecoöperaties,diewelzijnopgerichtvoordeoorspronkelijkeeconomischedoeleinden,zominmogelijkgeraakt zullen worden door deze wijziging.84De wetgeving moet daarom zo minmogelijkfiscalebelemmeringenopleverenbijondernemingen. IndeWetVPB1969heeft de wetgever dit gerealiseerd door de deelnemingsvrijstelling. Indien aan devoorwaarden van art. 13 Wet VPB 1969 wordt voldaan, wordt het resultaat uitdeelnemingennietmeegenomen indewinstbepalingvandemoedermaatschappij.Ophetmomentdataandevoorwaardenuitditartikelwordtvoldaan,geldtophetniveau van de dochtermaatschappij een inhoudingsvrijstelling voor de Wet DB1965.85Opdezemanier voorkomtdewetgever dubbele belasting enneemthij defiscale belemmering weg. In paragraaf 4.5 is gebleken dat Nederland met veellandeneenbelastingverdragsluit,omzomeetewerkenopinternationaalniveauomdezefiscalebelemmeringenwegtenemen.Nu de houdstercoöperatie gelijk gesteld wordt aan een kapitaalvennootschap zalookhiermogelijkdubbelebelastingvoorkomenmoetenworden.Daaromzalervoorhoudstercoöperaties een inhoudingsvrijstelling komen. Er zijn een aantalvoorwaardenwaaraanvoldaanmoetworden,zodatdehoudstercoöperatiegebruikkan maken van de inhoudingsvrijstelling. Ten eerste moet er winst uitgekeerdworden door de houdstercoöperatie aan het achterliggende lid, ook wel deopbrengstgerechtigdegenoemd.Tentweedemoetdeopbrengstgerechtigdevolgensde fiscalewetgevingvaneenandere lidstaatvandeEUofEERdaargevestigdzijn.Daarnaastmoet de opbrengstgerechtigde op het tijdstipwaarop de opbrengst terbeschikkingwordtgesteld,eenbelangindehoudstercoöperatiehebbenwaaropdedeelnemingsvrijstelling van toepassing zou zijn. Indien de opbrengstgerechtigdevolgens de fiscale wetgeving van een staat waarmee Nederland een verdrag ter

Vervolgens komt dan de vraag in hoeverre een van de twee staten een tegemoetkoming tervoorkomingvandubbelebelastingdientteverlenen.82MinisterievanFinanciën(2011).NotitieFiscaalVerdragsbeleid2011.p.16.83MinisterievanFinanciën.(2017).Verdragenoverzichtperjanuari2017.Geraadpleegdvanhttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/circulaires/2017/01/03/verdragenoverzicht-per-1-januari-2017.84BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.1.85Art.4lid1junctolid2WetDB1965.

Page 33: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

32

voorkoming van dubbele belasting op het gebied van dividenden heeft gesloten,aldaargevestigdis,geldtdeinhoudingsvrijstellingook.86Dewetgeverheeftervoorgekozenomde inhoudingsvrijstellinguit tebreidennaarsituatieswaarinhetachterliggendelidgevestigdis ineenlandwaarmeeNederlandeen belastingverdrag heeft dat een dividendbepaling bevat. 87 Op deze maniervoorkomt hij dat er een onbelaste doorstroom van dividenden vanuit Nederlandnaar niet verdragslanden kan ontstaan. Nederland wil met sommige landen geenverdragen sluiten, omdat dit belastingparadijzen88zijn. Indien Nederland wel metbelastingparadijzen een verdrag zou sluiten, zou de onbelaste doorstroom vanuitNederland inhetbelastingparadijsnietbelastworden.Opdezemanier kanerduseenkunstmatigeconstructieontstaandieisopgerichtvoorfiscaledoeleinden,terwijldewetgeverditjuistwilvoorkomen.

4.7 AntimisbruikbepalingDe inhoudingsvrijstelling die in de vorige paragraaf is besproken, mist toepassingindienersprakeisvanmisbruik.89IndeMoeder-dochterrichtlijnissinds2016deEU-GAAR geïmplementeerd (zie paragraaf 3.2.1.2),waardoor de Europese landen eenantimisbruikbepaling kennen. Deze antimisbruikbepaling zorgt ervoor dat ingevalvan kunstmatige constructies dividenden wel belast zijn. Door het feit dat dewetgever in de inhoudingsvrijstelling als voorwaarde stelt dat de achterliggendemoedermaatschappijindeEUofEERmoetliggen,betekentdatindiegevallenviadeMoeder-dochterrichtlijndeantimisbruikbepalingookzalgelden.In het voorstel van de wetgever is de antimisbruikbepaling uitgebreid. Om tebepalenofersprakeisvanmisbruik,moetereerstgekekenwordenofersprakeisvaneenondernemingsstructuur.Erissprakevaneenondernemingsstructuurindiener ergens in de structuur eenmateriële ondernemingwordt gedreven.Vervolgensmoetergekekenwordenofervoldaanwordtaandemisbruiktoets,diebestaatuiteensubjectieveeneenobjectievetoets.Bijdesubjectievetoets ishetdevraagofhetachterliggendeliddehoudstercoöperatiehoudtmetalshoofddoelofeenvandehoofddoelen om de dividendbelasting bij een ander te ontgaan. Bij de objectievetoets ishetdevraagofersprake isvaneenkunstmatigeconstructieof transactie.

86MinisterievanFinanciën(2017).Conceptwetsvoorstel,ArtikelIIonderdeelC.87MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.4(MvT).88DeOESOheeft inhet rapport ‘Harmful TaxCompetition:AnEmergingGlobal Issue’ een richtlijngesteldom tebeoordelenofer sprake is vaneenbelastingparadijs, een taxhaven.Dit ishet gevalindien er geenof tegeneen laagbelastingtariefwordt geheven, geen transparantie is, geen goedeinformatie-uitwisseling en geen substantiële activiteiten plaatsvinden. Indien er geen substantiëleactiviteitenplaatsvindenisditeenindicatiedatdeinvesteringalleendaargedaanisvoorhetbehalenvan fiscale voordelen (OESO (1998), Harmful tax competition: an emerging global issue. Parijs,Frankrijk).89MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.6(MvT).

Page 34: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

33

Hiervan is sprake, net als in de huidige wetgeving, indien de constructie niet isopgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteitweerspiegelen. 90 Er is pas sprake van geldige zakelijke redenen indien deachterliggende vennootschap, die een onmiddellijk belang houdt in dehoudstercoöperatie, over relevante substance beschikt. 91 Er zijn twee nieuwecriteriaaandezesubstance-eisentoegevoegd.Erzalonderandereophetniveauvande achterliggende vennootschap moeten worden voldaan aan hetloonkostencriterium.Dithoudtindaterminimaalloonkostenvan€100.000gemaaktmoetenworden.Verdermoetdeachterliggendevennootschapvooreenperiodevanten minst 24 maanden in het land waar het gevestigd is een onroerende zaakhebben.Dezemoetwordengebruiktvoordewerkzaamhedenvandevennootschapenvoorzienzijnvanfaciliteitendienodigzijnvoordebedrijfsvoering.Het isechternietduidelijkhoede24maandenverdeeldmoetenworden.Wordterookaandezesubstance-eisvoldaanindienersprakeisvan24maandendienietonafgebrokenaanelkaar zitten? De wetgever heeft dit niet duidelijk gemaakt in de Memorie vanToelichting.Ophetmomentdaterwordtvoldaanaandecriteria isdeconstructieniet kunstmatig en er is sprake van geldige zakelijke redenen die de economischerealiteit weerspiegelen. De antimisbruikbepaling is dan niet van toepassing en deinhoudingsvrijstellingzaldangelden.Aandehandvaneentweetalvoorbeeldenkanhetprincipevandeantimisbruikbepalingwordenverduidelijkt.92 Figuur3

Infiguur3isteziendatereentussenhoudsterinhetVerenigdKoninkrijktussendeNederlandse en de Chileense onderneming is geschoven. In Chili wordt eenmateriële onderneming gedreven en dus is er sprake van eenondernemingsstructuur.InhetVerenigdKoninkrijkiseentussenhoudstergeschoven.

90MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.6(MvT).91Indebijlageisdecompletelijstmetsubstance-eisentevinden.92BeidevoorbeeldenzijnafkomstiguitdeMemorievanToelichting.MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.7(MvT).

Page 35: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

34

Er moet vervolgens worden gekeken of er wordt voldaan aan de subjectievemisbruiktoets. Dit houdt in dat er een tussenhoudster is tussengeschoven om deNederlandse dividendbelasting te ontgaan. De vraag is of bij de uitkering vandividenddividendbelastingingehoudenzouwordenindiendeuitkeringrechtstreeksnaar de onderneming in Chili zou gaan. De inhoudingsvrijstelling geldt alleen innationale situaties of in situaties waarbij het dividend wordt uitgekeerd richtingEU/EER-landen en verdragslanden. Aangezien Nederland en Chili geen verdraghebben, zouernormaaldividendbelastingworden ingehouden.De tussenhoudsterinhetVerenigdKoninkrijkisertussengeschovenombelastingteontgaan.Erwordtinditgevalaandesubjectievemisbruiktoetsvoldaanenvervolgenskanergekekenwordenoferwordtvoldaanaandeobjectievemisbruiktoets.Devraagisnuoferbijde tussenhoudster in het Verenigd Koninkrijk er voldaanwordt aan de substance-eisen.Alsdithetgeval is,dan isde inhoudingsvrijstellingvantoepassingenandersniet.In figuur 4 is een wat complexere situatie te zien. In dit geval is er eentussenhoudster in Hongkong tussen de Nederlandse onderneming en deonderneminguitdeVerenigdeStatengeschoven.

Figuur4

Indezesituatiewordter inChilieenmaterieleonderneminggedrevenen indeVSwordt er een functie als regionaal hoofdkantooruitgeoefend. Er is dus sprake vaneenondernemingsstructuur.Vervolgensmoetergekekenwordennaarhet lichaamdat boven de tussenhoudster zit, in dit geval die in de VS. Nederland heeft eenverdragmetdeVSwaarineendividendartikel isopgenomen.BijeenrechtstreeksedividenduitkeringnaardeVSzoude inhoudingsvrijstellingvantoepassingzijn.Er ishiergeensprakevanmisbruik,omdatdetussenhoudsterernietistussengeschovenombelastingheffingteontgaan.Zodoendewordternietvoldaanaandesubjectievetoets,waardoorernietmeerwordttoegekomenaandeobjectievetoets.

Page 36: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

35

4.8 TussenconclusieIn dit hoofdstuk is het voorstel om het oneigenlijk gebruik en misbruik vancoöperaties aan te pakken besproken. Tegenwoordig is het aanpakken vanbelastingontwijking een belangrijk onderwerp van internationale samenwerkingen.Internationalebedrijvenzijnsteedsmeerbezigmetfiscaleplanningdieleidttothetuithollen van de belastinggrondslag in landen met een hoog tarief door hetverschuiven van de winsten naar landen met een laag tarief, oftewel BEPS. Eenmogelijkemanieromdit tedoen isdooreencoöperatie inNederlandtussentweeschakels in de ondernemingsstructuur te schuiven. Aangezien de coöperatie geeninhoudingsplicht in Nederland kent, kan de uitkering van de winst vrij vanNederlandse belasting naar de onderneming die een lidmaatschap heeft in decoöperatie. Dit kan mogelijk een belastingvoordeel opleveren, indien deachterliggende rechtspersoon is gevestigd in een land met een gunstige fiscaalstelsel.Omdezeverschuivingenvanwinstentegentegaan, isdeEUbegin2016gekomenmetdeAnti-BEPS-richtlijn.Nederlandheeftaangegevenvoorstandertezijnvandezeaanpakenzaldaaromhelpenindestrijdtegendebelastingontwijking.De belofte van Nederland om te helpen met deze aanpak heeft geleid tot eenonderzoek naar het gebruik van de coöperaties. Het afgelopen decennium is hetaantal coöperaties in Nederland flink toegenomen. De wetgever gelooft dat dezestijgingtemakenheeftmethetfeitdatdecoöperatiegeeninhoudingsplichtkentindeWetDB1965.DitwasdeaanleidingomdeTweedeKamerteinformerenoverzijnplanomdehoudstercoöperatiesinhoudingsplichtigtemakenvoordeWetDB1965.Het concept wetsvoorstel is op 16 mei jl. gepresenteerd door middel van eeninternetconsultatie. Hieruit is duidelijk geworden dat de wetgever dehoudstercoöperatie wettelijk wil definiëren. Er zal sprake zijn van eenhoudstercoöperatie indiende feitelijkewerkzaamheidhoofdzakelijkbestaatuithethouden van deelnemingen of het direct of indirect financieren van met haarverbonden lichamen of natuurlijk persoon. Deze houdstercoöperatie wordtinhoudingsplichtig voor deWet DB 1965 indien er sprake is van een lid met eenkwalificerendlidmaatschapsrecht.Hetdoelvandewetgeverisomervoortezorgendathetoneigenlijkgebruikvandecoöperatie wordt tegengegaan. Hierbij moet er wel voor gezorgd worden datNederlandeenfiscaalaantrekkelijkvestigingsklimaatblijftvoorbedrijven.Omdittebereiken zal de inhoudingsvrijstelling worden uitgebreid. In de huidige wetgevinggeldt de inhoudingsvrijstelling alleen indien de uitkering van de winst naar eenopbrengstgerechtigdegaatdieindeEUofdeEERisgevestigd.Doordeaanstaandewijzigingen in de wet zal dit worden uitgebreid naar de situatie waarin deopbrengstgerechtigde is gevestigd in een land waarmee Nederland eenbelastingverdragheeft.AangezienNederlandmetveel landeneenbelastingverdragheeftgesloten,zaldeinhoudingsvrijstellingvaakgelden.

Page 37: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

36

Om de kans op misbruik zo beperkt mogelijk te houden, wordt deantimisbruikbepaling ook uitgebreid. Aan de hand van een subjectieve en eenobjectievetoetswordtergekekenofersprakeisvanmisbruik.Hierbijwordtonderandere gekeken of er sprake is van voldoende substance op het niveau van deachterliggendevennootschapdieeendirectbelangheeftindecoöperatie.Indienernietaandeobjectieve-ensubjectieve toetswordtvoldaan,wordteraangenomendatersprakeisvanmisbruik.Deinhoudingsvrijstellingzaldannietgelden.Met deze nieuwe wetgeving komt Nederland met een passend antwoord op devraag op EU- en OESO-niveau om de internationale belastingontwijking aan tepakken. Daarnaast weet dewetgever een eventueel risico op staatssteunweg tenemen.

Page 38: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

37

5.Wordendedoelstellingengerealiseerd?

5.1 InleidingIn het vorige hoofdstuk is dieper ingegaan op het concept wetsvoorstel en isduidelijkgewordenwathethoofddoelvandewetswijzingis.Dewetgeverwilervoorzorgen dat het oneigenlijk gebruik en misbruik van de houdstercoöperatie wordttegengegaan.MetdezeaanpassingwilhijmeewerkenaandevraagopEU-enOESO-niveau om belastingontwijking tegen te gaan in het kader van de BEPS-plannen.Naast dit hoofddoel heeft de wetgever een aantal randvoorwaarden gesteldwaaraanvoldaanmoetworden.Denieuwewetsbepalingenmoetenervoor zorgendat naast deze strengere fiscale regels het Nederlandse fiscale vestigingsklimaataantrekkelijk blijft. Daarnaast is het van belang dat het reële bedrijfsleven zominmogelijkbeïnvloedwordtdoordezebepaling.Hetisnietdebedoelingdatzijdoordeaanpakvanditprobleemextralastengaankrijgen.Totslotwildewetgevermetdezeaanpassingen een risico van staatsteun wegnemen. In dit hoofdstuk wordtonderzocht of de nieuwewet het hoofddoel realiseert en of daarbij ook rekeningwordtgehoudenmetderandvoorwaarden.

5.2 OneigenlijkgebruikvandehoudstercoöperatietegengaanIneerderehoofdstukkenisbesprokenhoeondernemingendecoöperatiegebruikenomzoeenfiscaalvoordeeltebehalen.Dewetgeverwilmetdenieuwewetervoorzorgen dat dit oneigenlijke gebruik van de coöperatie wordt tegen gegaan. Detoenemende populariteit van het tussenschuiven van een coöperatie in deinternationaleondernemingsstructuurwordtvolgensdewetgeververoorzaaktdoorde huidige vrijstelling van de coöperatie in de Wet DB 1965. Hij gelooft dat hetoneigenlijkgebruikzalafnemen,doorditmeteennieuwewetaantepakken.Indiener sprake is van een coöperatiewaarvan de feitelijkewerkzaamheid hoofdzakelijkbestaatuithethoudenvandeelnemingenofhetdirectof indirect financierenvanmet haar verbonden lichamen of natuurlijk personen, zal de coöperatie gezienwordenalseenhoudstercoöperatie.Daarnaastwordtdehoudstercoöperatiealleeninhoudingsplichtigindienersprakeisvaneenlidmeteenzogenaamdkwalificerendlidmaatschapsrecht. Dit betekent dat het lidmaatschapsrecht betrekking heeft optenminste5%vande jaarwinstvaneencoöperatiedanweloptenminste5%vanwat bij liquidatie van die coöperatie wordt uitgekeerd. Bij de beoordeling of ersprake is van een kwalificerend lidmaatschapsrecht worden delidmaatschapsrechten van de belastingplichtige en zijn verbonden lichamen ofverbondennatuurlijkepersonengezamenlijkinaanmerkinggenomen.De wetgever heeft met het wettelijk definiëren van de houdstercoöperatieonduidelijkheid weggenomen. Door dit te combineren met de bepaling van het

Page 39: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

38

kwalificerendelidmaatschapsrechtkrijgtdewetgeverhetvoorelkaaromgerichtdehoudstercoöperatieaantepakkenendereëlecoöperatiesbuitenschothouden.Dewetgever weet hiermee het hoofddoel om het oneigenlijk gebruik van dehoudstercoöperatietegentegaan,terealiseren.

5.3 EengunstigfiscaalvestigingsklimaatbehoudenHet is voor de wetgever belangrijk om een gunstig fiscaal vestigingsklimaat tebehouden. Voor een klein land als Nederland waar internationale handel eenbelangrijke factor is voor de economie is het van belang om dit gunstigevestigingsklimaat tebehouden.Het isechterwelbelangrijkdatbijhetbehoudvaneenfiscaalvestigingsklimaateventueelmisbruikvanhetNederlandsefiscalesysteemniet uit het oog verlorenwordt. Ermoet een goede balansworden gevonden omoptimaal resultaat te behalen. De wetgever gelooft dat de nieuwe maatregelenpassen in de strategie zoals hij heeft aangekondigd in de brief van 20 september2016: “én krachtig voortzetten van de proactieve aanpak van internationalebelastingontwijking,énhetbehoudvaneengoedfiscaalvestigingsklimaat.”93HijwilditdoelbereikendoordeinhoudingsvrijstellingindedividendbelastinguittebreidennaarlandenwaarmeeNederlandeenbelastingverdragheeftdatvoorzietineen regeling voor dividenden. Nederland heeft een groot netwerk vanbelastingverdragen, waardoor het met veel landen een verdrag heeft. DaarnaastheeftNederlandaangeven indeNFV2011datde verdragenvergelijkbaaraanhetOESO-modelverdragwordenopgesteld.DitzorgtervoordatNederland inbijnaalleverdragenweleenartikelheeftdatdeheffingsbevoegdheidvandividendregelt. Inde oude situatie was de coöperatie niet inhoudingsplichtig, waardoor er geendividendbelasting verschuldigdwas. In het nieuweplanworden ze in beginselwelinhoudingsplichtig,maardoordeuitbereidingvandeinhoudingsvrijstellingzullenzein de meeste gevallen uiteindelijk vrijgesteld worden van inhouding. Hierdoorveranderterinveelsituatiesnietveelvoordeinternationaalopererendebedrijven,zolangergeensprakeisvanmisbruik.Dewetweetterealiserendatdegoedwillendebedrijven die hier voor economische doeleinden een coöperatie oprichten eenvrijstelling krijgen en de bedrijven die hier alleen voor fiscale doeleinden eencoöperatie oprichten deze vrijstelling niet krijgen. Door deze uitbreiding van deinhoudingsvrijstelling weet de wetgever de juiste balans te vinden tussen hetaanpakkenvanhetoneigenlijkgebruikvandecoöperatieenhetbehoudenvaneenfiscaalaantrekkelijkvestigingsklimaat.Ineenreactieopdeinternetconsultatiewordtook gesteld dat de uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling bijdraagt aan het

93MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.2(MvT).

Page 40: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

39

verbeteren van het fiscale vestigingsklimaat. 94 Hiermee wordt dit positievestandpuntgedeeld.

5.4 HetreëlebedrijfslevenzominmogelijkbeïnvloedenDe wetgever heeft aangegeven dat het van belang is dat het reële coöperatievebedrijfsleven zo min mogelijk beïnvloed wordt. In de nieuwe wet zal eenhoudstercoöperatiealleeninhoudingsplichtigwordenvoorzoverersprakeisvaneenkwalificerend lidmaatschapsrecht. Hiervan is sprake indien het lidmaatschapsrechtbetrekkingheeftoptenminste5%vandejaarwinstvaneencoöperatiedanwelopten minste 5% van wat bij liquidatie van die coöperatie wordt uitgekeerd. DewetgeversluithiermeeaanbijhetaanmerkelijkbelangbegripindeWetIB2001.Methet invoeren van het kwalificerende lidmaatschapsrechtwil dewetgever bereikendathet reële coöperatievebedrijfsleven zominmogelijkwordtgeraakt.95Het ideevaneencoöperatieisommetveelkleineondernemerssamentewerkenenzoeengezamenlijkdoeltebereiken.Alserveelledenzijn-watvaakhetgevalisinhetreëlecoöperatieve bedrijfsleven - is het waarschijnlijk dat de leden een kleinlidmaatschapsrechtbezitten.Bijhetoneigenlijkgebruikvandecoöperatieisvaakteziendaterslechtsenkeleledenzijnendelidmaatschapsrechtenbetrekkinghebbenopeenbelangvandecoöperatiedatveelgroterisdan5%.Dezevoorwaardezalervoorzorgendatdecoöperaties,dievoordeoorspronkelijkeeconomische doeleinden zijn opgericht, zominmogelijk wordt geraakt. Alleen decoöperaties die leden hebben met grote lidmaatschapsrechten zulleninhoudingsplichtig worden en de coöperaties die zijn opgericht voor hetoorspronkelijkdoelzullengeenhinderondervindenvandenieuwewetgeving.Vaakis te zien dat de coöperaties die actief zijn in de verzekeringsbranche of in deagrarische sector dat de onderneming wordt uitgezakt in eendochteronderneming. 96 De feitelijke werkzaamheden vinden dan plaats op hetniveauvandedochterondernemingendecoöperatiehoudtalleenmaardeaandelenin de dochteronderneming. Zonder deze toevoeging van het 5%-belang zou dezecoöperatieinhoudingsplichtigworden,omdatzehoofdzakelijkdeelnemingenhoudt.In dit geval zouden de coöperaties, die voor de oorspronkelijke economischedoeleindenzijnopgericht,welgeraaktworden.Door het toevoegen zorgt de wetgever er voor dat dit probleemwordt opgelost,waardoorhetreëlebedrijfslevenzominmogelijkwordtgeraakt.

94Beurden,R.T.van(2017,9juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Vakstudienieuws,p.1,V-N2017/27.14.95MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.3(MvT).96MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.3(MvT).

Page 41: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

40

5.5 BelastingontwijkingtegengaaninhetkadervanBEPSZoals eerder besproken is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor hettegengaan van belastingontwijking door internationale ondernemingen.Nederlandheeft aangegeven de plannen die gemaakt zijn binnen EU- en OESO-verband teondersteunen. Het gebruik van de coöperatie kwamde laatste jaren steeds vakervoor in internationale structuren.Dewetgevergelooftdathet fiscalevoordeeldathiermee behaald kan worden de oorzaak is. 97 Met deze wetswijziging wil dewetgever het fiscale voordeel dat bij het oneigenlijk gebruik van dehoudstercoöperatiebehaald kanwordenweghalen.Aangeziener is geconcludeerdinparagraaf5.2dathetdewetgever luktomditoneigenlijkgebruikweg tehalen,kan er gesteld worden dat Nederland met succes meewerkt om debelastingontwijkingdoorinternationaleondernemingentegentegaan.

5.6 StaatssteunrisicowegnemenHetbegripstaatssteunstaatbeschreveninart.107lid1VerdragWerkingEuropeseUnie(hiernaVWEU).Erissprakevanstaatssteunindieneenbepaaldestaatbepaaldeondernemingen begunstigd met staatsmiddelen, terwijl deze begunstiging nietwordt verleend aan anderen. Hierdoor ontstaat er vervalsing van mededingentussenEU-lidstaten.Hetvoordeelkanopverschillendemanierenwordengegeven;hetkanzijndateenondernemingeenbepaaldesubsidiekrijgt,maarhetkanookzijndateenondernemingeenbepaaldekortingkrijgtopdekoopvanbijvoorbeeldeenstukgemeentegrond.Doorhetverlenenvanditvoordeelontstaaterdiscriminatieendat zorgt voor oneerlijke concurrentie. Het wordt aantrekkelijker voorondernemingen om zich in het land te vestigen dat de staatssteun verleent,waardoor het handelsverkeer en demededinging wordt beïnvloed. Toch bleek ervaakonduidelijkheidoverdestaatssteunendaaromheeftdeECop19juli2016eenmededeling gedaan inzake staatssteun. 98 Deze mededeling zorgt voor eensamenvatting van de rechtspraak van de uitspraken van het HvJ EU over ditonderwerp en voor een verduidelijking van de begrippen uit art. 107 lid 1 VWEUomtrent staatssteun. In deze mededeling staat dat de lidstaten vrij zijn heteconomischebeleidtekiezendatzijalsmeestgeschiktachten.Zekunnenhetfiscalesysteeminhetlandzelfbepalenendaarbijhoeftgeenrekeninggehoudentewordenmet wat andere landen doen. Wel moet er voor gezorgd worden dat het fiscalesysteem in lijn is met het Unierecht.99In deze mededeling geeft de EC aan dat“volwaardige coöperatieve vennootschappen voor hun wijze van functionerenspecifieke beginselen mogen hebben die hen duidelijk onderscheiden van andere

97BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25,p.5.98PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016.99PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016,punt156.

Page 42: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

41

marktdeelnemers.”100Aangeziendecoöperatiezichniet feitelijken juridisch ineensituatiebevindtdievergelijkbaaris,steltdeECdateenpreferentebehandelingvande coöperatie geen staatssteun zal zijn. De EC heeft wel een aantal kenmerkengesteld waaraan de coöperatie moet voldoen, zodat de preferente behandelingdaadwerkelijkgerechtvaardigdkanworden.Ditzijndevolgendekenmerken:

• Zijinheteconomischebelangvanhunledenoptreden;• Zij met hun leden niet een zuiver commerciële maar een bijzondere

persoonlijkerelatieonderhouden;• Deledenactiefbetrokkenzijnbijhetbeheervandeactiviteiten,en• Zijrechthebbenopeenbillijkaandeelindeeconomischeresultaten.101

De vrijstelling voor de coöperaties in de Wet DB 1965 is een preferente fiscalebehandeling. In de oude situatie werd geen onderscheid gemaakt tussenhoudstercoöperaties en reële coöperatie, maar waren ze beide vrijgesteld vandividendbelasting. De vraag is echter of deze preferente behandelinggerechtvaardigd kan worden door de gestelde kenmerken. Om voor zekerheid tegaan, wil Nederland maatregelen nemen om dit risico van staatssteun weg tenemen.Doordenieuwewetgevingwordtdehoudstercoöperatiewel inhoudingsplichtigendaarom zal er geen fiscale preferente behandeling meer zijn. Het risico datNederland bestraft wordt omdat ze staatssteun verleend, wordt op deze manierweggehaald.

5.8 TussenconclusieDe wetgever geeft met het nieuwe wetsvoorstel een goed antwoord op deinternationalevraagombelastingontwijkingtebestrijden.DelaatstejarenoefendendeEUendeOESOsteedsmeerdrukuitopdelidstatenommeetehelpenaaneenoplossing voor dit probleem. Naar aanleiding van deze druk heeft Nederland hetgebruik van de coöperatie onderzocht. De explosieve groei van het aantalcoöperatiesinNederlandincombinatiemetdevrijstellingindeWetDB1965zorgdevooreenverdachtesituatie.Hetonderzoekheeftervoorgezorgddatdeproblemengoedinkaartzijngebracht,waardoordewetgeververvolgenseenpassendeaanpakheeftbedacht.Omtebepalenofersprakeisvaneenhoudstercoöperatiewordtergekeken naar de feitelijkewerkzaamheden van de coöperatie. Daarnaastmoet ersprake zijn van een kwalificerende lidmaatschapsrecht. Indien aan de gesteldevoorwaardenwordtvoldaan,zaldehoudstercoöperatiesinhoudingsplichtigwordenvoor de Wet DB 1965. Met deze nieuwe wetsbepaling weet de wetgever hetoneigenlijkgebruikvandecoöperatie tegen tegaan. Doordit te combinerenmeteen uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling lukt het de wetgever om een goede

100PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016,punt157.101PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016,punt158.

Page 43: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

42

balanstevindentussenhettegengaanvanhetoneigenlijkgebruikvandecoöperatieen het behouden van een gunstig fiscaal vestigingsklimaat. Verder was het voorNederlandvanbelangomeeneventueel risicovanstaatssteunwegtehalen.Doorhetaanpakkenvanhethoudstercoöperatiezaldepreferentebehandelingwegvallenen daarmee ook het risico op staatssteun. De vraag is of de wetgever met devoorgenomenwijzigingen in de dividendbelasting omtrent de houdstercoöperatiesdedoelstellingweetterealiseren.Dezevraagkanpositiefwordenbeantwoord.Uitdit hoofdstuk is gebleken dat de wetgever met het nieuwe wetsvoorstel hetoneigenlijkgebruikvandehoudstercoöperatieweettegentegaan.Hierbijwordtookrekeninggehoudenmetdegestelde randvoorwaarden,waardoorheteengoedendoordochtplanis.

Page 44: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

43

6.EindeWetDB1965?

6.1 InleidingHet nieuwe plan om de houdstercoöperatie inhoudingsplichtig te maken voor deWetDB1965incombinatiemetdeuitbreidingvandeinhoudingsvrijstellingweetdedoelstellingen van de wetgever te realiseren. De vraag is echter of hetzelfderesultaatbereiktkanwordendoordedividendbelastingalsgeheelafteschaffen.IndithoofdstukwordtonderzochtofheteindevanhettijdperkvandeWetDB1965inzichtis.

6.2 AfschaffingvandeWetDB1965Al een aantal jaren is er discussie over de vraag of het niet beter is om dedividendbelastinggeheelafteschaffen.102,103SindsdearrestenvanMiljoen104,X105enSociétéGénérale106isdediscussieoverdeafschaffing vandedividendbelastingweerinvollegang.

6.2.1 Miljoen,XenSociétéGénéralearrestenHetprobleemindezezakenwashetverschil inbehandelingwatbetreftdeheffingvan dividendbelasting van ingezeten- en niet ingezeten personen. IngezetenpersonenzijnpersonendieineenEU-landwonenennietingezetenpersonenwonenniet indatbetreffende land.VoorNederlandgeldt: voor ingezetenpersonen isdedividendbelasting een voorheffing van de inkomstenbelasting of devennootschapsbelasting.107De dividendbelasting geeft op deze manier zekerheidaandeoverheid,aangezienzeeendeelvandebelastingopbrengstenbijdeclaratievan het dividend ontvangen. Voor niet ingezeten personen geldt dedividendbelasting als eindheffing, aangezien zij deze belasting niet kunnenverrekenenmetdeinkomstenbelastingofvennootschapsbelasting.Opdezemanierontstaat er een verschil in heffing voor ingezeten- en niet ingezeten personen,waardoorersprakeisvandiscriminatie.In de drie arresten vroegen de drie belanghebbenden om een teruggaaf vanbelasting ter waarde van het verschil ten opzichte van wat een Nederlander zou

102Rompen,J.W.(2013,9maart).NietafschaffenvandividendbelastingvormteensteedsgroterrisicovoorNederland.WeekbladFiscaalRecht,WFR2013/1009.103RedactieTaxLive.(2014,8september).Hervormingbelastingstelselzetafschaffingdividendbelastingweeropscherp.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/hervorming-belastingstelsel-zet-afschaffing-dividendbelasting-weer-op-scherp.104HR04-03-2016,nr.12/02502bis(Miljoenarrest).105HR04-03-2016,nr.12/04717bis(Xarrest).106HR04-03-2016,nr.12/03235bis(SociétéGénéralearrest).107Art.9.2lid1onderdeelbWetIB2001jo.25lid1WetVPB1969.

Page 45: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

44

moeten betalen. Uiteindelijk is de zaak tot de Hoge Raad gekomen en zij heeftprejudiciëlevragengesteldaanhetHvJEU.HetHvJEUoordeeldedater inderdaadsprakewashandeleninstrijdmetvrijheidvankapitaalverkeer.DoorditoordeelvanhetHvJEU,achttedewetgeverhetnoodzakelijkomeenwijzigingindeWetDB1965aantebrengen.Doorhettoevoegenvanart.10aWetDB1965moeten,kortgezegd,niet ingezeten personen bepalen wat zij verschuldigd zouden zijn aan belastingindienzijwoonachtig zoudenzijn inNederland.108Dit isechternietvan toepassingop de belasting over opbrengsten, waarvan de niet ingezeten persoon niet deuiteindelijk gerechtigde is.109Wat zeuiteindelijkmeer zijn verschuldigd, kunnen zeterugvragenviaditartikel.

6.2.2 NadelenvandedividendbelastingAdministratievelastenDebelastingdienstzaldoordeteruggaafregelingdiedoordezearrestenisontstaan,zichperverzoekmoetenafvragenofdeteruggaafmoetwordenverleend.110Overdeperiodevanjulitotenmetdecember2013zijneral24.000verzoekengedaan.111Ditzal een behoorlijk administratieve last met zich mee brengen voor debelastingdienst.Daarnaastzullendedesbetreffendenietingezetenpersonenvolgensart. 10aWet DB 1965 een berekening moetenmaken om te kijken wat ze terugkrijgen. Voor de bedrijven geeft dit ook een onnodige administratieve last. Dezetoenameinadministratievelastenzorgtvoornadeligeeffectenvoorbeidepartijen.VerstorendeffectEconomen stellen dat belastingen keuzes kunnen beïnvloeden.112 Mensen gaanbijvoorbeeld minder werken door belastingen op arbeid. Daarnaast zal eenwinstbelastingdekeuzewaarbedrijvenzichgaanvestigen,beïnvloeden.IndienerinNederland een hoog belastingtarief wordt geheven, kan dit ervoor zorgen datbedrijvenzich liever ineenander landvestigen.Hetfeitdatbedrijvenvooranderelandenzullenkiezen,heefteennegatiefeffectopdewerkgelegenheidinNederland.Naasthetverstorendeeffectopdemarkt,heefthetdusookeennegatief indirecteffectopdeeconomievanNederland.

108Art.10alid1WetDB1965.109Art.10alid3WetDB1965.110(MvT)KamerstukkenII,2013/14.31066,nr.200,p.5.111(MvT)KamerstukkenII,2013/14.31066,nr.200,p.7.112Rijksoverheid(2016).Rapportwerkgroepfiscaliteit,p.5.Geraadpleegdvanhttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit.

Page 46: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

45

DiscriminatieDoor een verschil in belastingdruk te creëren voor ingezeten- en niet ingezetenpersonen ontstaat er discriminatie. Dit komt door het feit dat de Nederlandsedividendbelastingvooringezetenpersoonalsvoorheffinggeldt,terwijlhetvoornietingezetenpersonenalseindheffinggeldt.Ineenrecentezaakdieaanhangigwasbijde Hoge Raad, heeft advocaat-generaal113(hierna A-G) Wattel geconcludeerd dathet voor Nederland niet is toegestaan om niet ingezetenen nadeliger te belastenover dezelfde dividenden, dan ingezeten personen.114Uit de arresten die aan hetbeginvanhethoofdstukzijnbesproken, isgeblekendathetHvJEUhierindezelfdemeningheeftalsWattel.Zijachtendezediscriminatienamelijknietgewenst,omdatditvooreenonrechtvaardigebelemmeringvanhetvrijeverkeervankapitaalzorgt.Doordewetgeverishieropgereageerddoorart.10atoetevoegenaandeWetDB1965.Dezeuitzondering is eenvandevelediedeNederlandsebelastingwet kent,watdeduidelijkheidvandewetniettengoedekomt.BudgettairDeschattingenvandeopbrengstenvandedividendbelastinglopenflinkuiteen.Deopbrengstenwordengeschattussendeéénentweemiljardeuroperjaar.Ditgroteverschil isvolgensRolandBrandsma,taxpartnerbijPwC,teverklarendoordateendeel van de dividendbelasting wordt verrekend met Nederlandse inkomsten- envennootschapsbelasting.Daarnaastzijnernogdeeventueleteruggaafverzoekenopbasisvanbijvoorbeeldbelastingverdragen.Hoeveeldividendbelastingeruiteindelijkpreciesindeschatkistvloeitisdaarommoeilijktezeggen.115

6.2.3 VoordelenvandedividendbelastingZekerheidDedividendbelasting iseenvoorheffingvandeheffingen inde inkomstenbelastingendevennootschapsbelasting.116Hetheffenvandividendbelastingzorgtervoordatde belastingdienst bij declaratie van dividend al een deel van de belastingontvangt.117Doorervoor te zorgendateendeelvandeopbrengsteneerderwordtontvangen,wordthetdebiteurenrisicoverlaagd.Ditzalvoorextrazekerheidzorgenbinnendebelastingdienstdatdeopbrengstendaadwerkelijkwordengerealiseerd.

113EenadvocaatgeneraaliswerkzaambijdeHogeRaadenheefthoofdzakelijkdetaakomeenonafhankelijkadviestegevenaandeHogeRaad.114ConclusieA-GWattel14april2013,nr.12/04717,LJNCA1565.115RedactieTaxLive.(2014,8september).Hervormingbelastingstelselzetafschaffingdividendbelastingweeropscherp.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/hervorming-belastingstelsel-zet-afschaffing-dividendbelasting-weer-op-scherp.116Art.9.2lid1onderdeelbWetIB2001enart.25lid1WetVPB1969.117Art.7lid3WetDB1965.

Page 47: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

46

BudgettairIn het vorige punt is duidelijk geworden dat binnenlands belastingplichtigen dedividendbelasting kunnen verrekenen met de Wet IB 2001 of de Wet VPB 1969.Buitenlands belastingplichtige kunnen de dividendbelasting niet met een andereNederlandsebelastingverrekenen,waardoordedividendbelastingalseindheffingzalgelden.Dezedividendenwordenbelasttegenhetgeldendetariefvan15%indeWetDB1965.118Debelastingopbrengstendievervolgensbinnenkomen,vullenopdezemanierdestaatskas.EfficiëntieHet ismakkelijkerombijéén inhoudingsplichtigedebelastingteheffendandaterbij ieder persoon apart geheven moet worden. Door het feit dat het uitkerendebedrijf de inhoudingsplichtige is in de Wet DB 1965, kan er op een snelle enefficiëntemanierbelastinggehevenkanworden.

6.2.4 AanbevelingDe wetgever zou er goed aan doen om de dividendbelasting in zijn geheel af teschaffen. De voordelen die deze belasting heeft,wegen niet op tegen de nadelenervan.Hetisbelangrijkdatbelastingwordtgehevenopeenmanierdatdeeconomiezo min mogelijk wordt verstoord. Wattel en Marres stellen terecht dat dedividendbelasting beleggers afschrikt vanbeleggingen in aandelen, het aantrekkenvanbuitenlandskapitaaleneenactiefaandeleninkoopbeleidhindert,debestaandefiscale discriminatie van eigenvermogenfinanciering van ondernemingen tenopzichte van vreemdvermogenfinanciering verergert en een efficiënt gebruik vanmiddelen binnen een internationale groep verstoort.119Bedrijven zijn vrij om tekiezenwaarzezichzullenvestigenenzullenditdoenopeenplaatsdievoorhunhetmeestgunstigis.IndienNederlandeenverstorendebelastinghefteneenanderlanddoetditniet(ofinminderemate),danishetgunstigervoorhetbedrijfomzichdaarte vestigen. Hieruit valt te concluderen dat het vestigingsklimaatwordt aangetastdoordedividendbelastingendatwilNederlandjuistaantrekkelijkhouden.DoordeafschaffingwordtNederlandwelweeraantrekkelijkvoorbedrijven,waardoordezezich inNederland zullen vestigen.Dit zorgt voormeerwerkgelegenheid,waardoordeeconomiezichverderzalverbeteren.Daarnaast zorgt een afschaffing ervoor dat het probleemvandiscriminatie er nietmeer zal zijn. Dit voorkomt vervolgens dat Nederland in de toekomstteruggaafverzoeken zal ontvangen. Met de 24.000 teruggaafverzoeken die in deperiode van juli tot en met december 2013 waren gedaan, hebben in totaal

118Art.5WetDB1965.119O.C.R.Marres&P.J.Wattel(2011).Dividendbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer,p.255e.v.

Page 48: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

47

betrekking op een bedrag van 1,5 miljard euro.120Naast dit liquiditeitsprobleemzorgtafschaffingvooreenenormeadministratievelastenverminderingopzowelhetniveau van de overheid als het niveau van de bedrijven. Deze administratievelastenverminderingzorgtervoordatdeBelastingdienstzichnietmeerbezighoefttehoudenmet terugbetalingsverzoeken aannemen en controleren,waardoor zij zichkan focussen op andere zaken die belastingopbrengsten genereren. Zo kan erbijvoorbeeld meer onderzoek gedaan worden naar fraude binnen anderebelastingwetten.Deafschaffingzorgtervoordaterminderindeschatkistzalkomen.Dezeafnamezalechterwelbeperktblijven, aangezienalleendeopbrengstendieuit deelnemingenkleiner dan 5% worden misgelopen. Indien een buitenlandse onderneming eenbelang heeft dat groter is dan of gelijk is aan 5%, dan is er sprake van eendeelneming. Op grond van artikel 4 Wet DB 1965 mag inhouding van dedividendbelasting dan achterwege blijven indien de deelneming gevestigd is inNederland of een ander land uit de EU of de EER. Uit deze situaties haalt deNederlandse staatdus geendividendopbrengsten. Indienhetbelangkleiner isdan5%, is er geen sprake van een deelneming en zal er wel belasting ingehoudenmoetenworden. In 25% van de gevallen dat erwel dividendbelasting ingehoudenmoetworden,wordtdoorbelastingverdragenhettariefvan15%indeWetDB1965teruggebracht tot 10%, 5% of zelfs 0%. 121 Hierdoor kan men zich afvragen inhoeverrededividendbelastingnognuttig is.Het negatievebudgettaire gevolg kangecompenseerdwordendoordeopbrengstendiedeBelastingdienstkanrealiserendoor fraude in andere belastingwetten aan te pakken. 122 Een eventueel nettobudgettairverlieskan indezetijdvaneconomischegroeiechtergedragenworden.Nederlandzouerdusgoedaandoenomdedividendbelastinggeheelafteschaffen.

6.3 TussenconclusieIndevorigehoofdstukkenhebbenwegeziendatdewetgevermetzijnnieuweplanomdehoudstercoöperaties inhoudingsplichtigtemakenzijndoelstellingenweetterealiseren. Ondanks het feit dat het plan in dat opzicht succesvol blijkt, laait dediscussieomdeWetDB1965inzijngeheelafteschaffenweeropnadeuitsprakenin de zaken van Miljoen, X en Société Générale. Veel economen stellen dat debelasting verstorend werkt, aangezien het keuzes van ondernemingen beïnvloed.Aangeziendedividendbelastingvoorveelondernemingenwordtgezienalseenextralast,wordtdekeuzegemaaktomzichbuitenNederlandtevestigen.Ditbetekentdat

120Muller,M.(2015,25september).Dividendarrestbrengtfiscalewereldinbeweging.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/dividendarrest-brengt-fiscale-wereld-in-beweging.121Hofland,D.A.,&Lorié,J.A.(2010,1oktober).Dehoogstetijdvoorafschaffingvandedividendbelasting:eeneconomischeanalyse.WeekbladFiscaalRecht,WFR2010/6861.122Rompen,J.W.(2013,9maart).NietafschaffenvandividendbelastingvormteensteedsgroterrisicovoorNederland.WeekbladFiscaalRecht,WFR2013/1009.

Page 49: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

48

de dividendbelasting een nadelig effect heeft op het vestigingsklimaat vanNederland. In hetNFV2011 staat echter dat het vanbelang is datNederlandeenfiscaalaantrekkelijk vestigingsklimaatheeft,maardoordedividendbelastingwordtjuisthettegenovergesteldebereikt.De dividendbelasting geldt als voorheffing voor de inkomstenbelasting en devennootschapsbelasting voor ingezeten personen. De dividendbelasting zorgt indeze gevallen voor zekerheid voordeoverheid. Indiendedividendbelastingwordtafgeschaft, zal dit in deze situaties niet voor minder opbrengsten zorgen; het zalalleen op een latermoment binnenkomen. Alleen in de situaties waarin een nietingezetenpersooneenbelangheeftdatkleiner isdan5%zal inde toekomstgeendividendbelasting opleveren. Doordat extra bedrijven zich in Nederland zullenvestigen, zal de werkgelegenheid toenemen en de economie verbeteren. In dehuidige tijd van economische groei kan Nederland dit verlies aanbelastingopbrengsten opvangen en op de lange termijn zal het aantrekken vanbedrijvenmeeropbrengstenopleverenvoordeschatkist.ConcluderendzijndevoordelenvanhetafschaffenvandeWetDB1965groterdande bijbehorende nadelen en daarom zou de dividendbelasting in zijn geheelafgeschaftmoetenworden.

Page 50: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

49

7.Conclusie7.1 InleidingIn het laatste hoofdstuk wordt een korte samenvatting gegeven van de scriptie.Vervolgenswordtdecentraleprobleemstellingvandezescriptiebeantwoord.Uitditantwoord zal blijken of de voorgestelde wetswijzigingen van de wetgever hetoneigenlijkgebruikvandecoöperatietegengaat.

7.2 SamenvattingDe coöperatie wordt steeds vaker gebruikt in internationaleondernemingsstructuren. In deze situaties gebeurt er op het niveau van decoöperatie feitelijkniet veelmeerdanhethoudenvandeelnemingenenwordtervaak geen materiële onderneming gedreven. De coöperatie wordt dan niet meervoor het oorspronkelijke doel van de rechtsvorm gebruikt, namelijk samenwerkenmetandereondernemersomeconomischevoordelentebehalen.Voorinternationaalopererendebedrijvenkandecoöperatieeeninteressanteoptiezijn,omdatereenfiscaalvoordeelbehaaldkanworden.Decoöperatiekentnamelijkgeen subjectieve belastingplicht in deWet DB 1965. Ommisbruik tegen te gaan,heeftdewetgevereenantimisbruikbepalingtoegevoegdin2012.Indiencoöperatieszich bevinden in een kunstmatige constructie om zo de Nederlandsedividendbelasting of een buitenlandse belasting bij een ander te ontgaan, zijn zetoch inhoudingsplichtig. Dit was voor de wetgever al een eerste stap om hetmisbruikvandecoöperatiestegentegaan.Er kwam steeds meer vraag vanuit de EU en de OESO om internationalebelastingontwijkingtegentegaan.Dewetgeverwildeantwoordgevenopdezevraagenheeftvervolgenshettoenemendegebruikvandecoöperatieonderzocht.Het is de wetgever gelukt om de problemen te identificeren en een passendeoplossingtevinden.Indebriefvan20september2016aandetweedekamerheeftdewetgeverzijnplanvanaanpakkenbaargemaaktenvervolgensheeftditgeleidtotde internetconsultatie van 16mei 2017.De reacties opde internetconsultatie zijnoverwegend positief. Echter is zijn er sommige essentiële begrippen niet duidelijkgenoeggedefinieerd.Daarnaastishetnietwenselijkdatdewetzosnelzalintreden,zonder enige vorm van overgangsrecht. Zo stelt de Nederlandse Orde vanBelastingadviseurs in een reactie dat veel belastingplichtige nieuwebelastingafspraken (advance tax rulings) over de nieuwe wetgeving willen makenmet de Nederlandse Belastingdienst.123Echter worden advance tax rulings alleenafgeslotenopbasisvanwetgevingdiealinwerkingisgetreden,dus1januari2018.

123Jagt,R.A.vander(2017,13juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie/reatie/53497314-83c1-41df-bafe-d31d95c3d805.

Page 51: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

50

Hierdoorhebbenbedrijventeweinigtijdomhunstructuuraantepassen.Zijpleitendaarom,netalsanderen,vooreenovergangsrecht.124Indememorievantoelichtingdiehierbijtevindenis,wordtduidelijkwathetdoelvandewetgeveris.Denieuwewetgevingmoethetoneigenlijkgebruikvandecoöperatietegengaan.Hierbijiswelvanbelangdateraaneenaantalrandvoorwaardenwordtvoldaan.Zoishetnietdebedoeling dat het reële bedrijfsleven last ondervindt van de aanpassingen.Daarnaast moet er een goede balans worden gevonden tussen het stellen vanstrengereregelsenhetbehoudenvaneenfiscaalaantrekkelijkvestigingsklimaat.Totslotwildewetgevereenrisicoopeventuelestaatssteunwegnemen.De voorgestelde wijzigingen in de Wet DB 1965 weten de doelstelling van dewetgeverterealiseren.Doordestrengereregelseneenduidelijkedefinitievaneenhoudstercoöperatie zal het oneigenlijk gebruik van de coöperatie wordentegengegaan.Daarnaastwordterookvoldaanaanderandvoorwaarden,waardooreventuelenadeligeconsequentieszoveelmogelijkachterwegenblijven.SindsdeuitsprakenvandeHogeRaadindearrestenMiljoen,XenSociétéGénéralelaait de discussie weer op of de Wet DB 1965 afgeschaft moet worden. Hetprobleemindezezakenwashetverschilindefiscalebehandelingvooringezeten–en niet ingezeten personen. Ingezeten personen kunnen de dividendbelastingverrekenen in de Wet IB 2001 dan wel de Wet VPB 1969, terwijl niet ingezetenpersonenditnietkunnen.OpdezemanierontstaaterongewenstediscriminatiedieinstrijdismethetEuropeesrecht.DevoordelenvandeWetDB1965wegennietoptegendenadelen ervan,waardoor het beter zou zijn omdeze in zijn geheel af teschaffen.

7.3 ConclusieDe probleemstelling die in deze scriptie centraal stond luidt: “Wordt met devoorgenomenwijzigingenindedividendbelastingomtrentdehoudstercoöperatiesdedoelstellingvandewetgever,rekeninghoudendmetdegestelderandvoorwaarden,gerealiseerdofisereenbeteremanieromditterealiseren?”Uitdezescriptiekangeconcludeerdwordendatdewetgevereenpassendantwoordheeft op de internationale vraag om belastingontwijking tegen te gaan. Devoorgestelde wijzigingen in de Wet DB 1965 zorgen ervoor dat het oneigenlijkgebruik van de coöperatie wordt tegengegaan. Het is goed dat de wetgever eenaantal randvoorwaarden heeft gesteld om ervoor te zorgen dat de nieuwewetgevingeenoptimaalresultaatweetterealiseren.Hetisnamelijkvanbelangdatbij invoeringvannieuwewetgevingwordtgedachtaanongewensteconsequenties.Op het moment dat het duidelijk is wat deze consequenties kunnen zijn, kan de

124Reinoud,H.C.(2017,13juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie/reactie/a3f8c7ff-49c7-4320-9783-27c07526f205.

Page 52: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

51

wetgever hier op anticiperen. Een van die consequenties was dat het huidigeaantrekkelijke fiscale vestigingsklimaat aangetast zou kunnen worden. Door deuitbreiding van de inhoudingsvrijstelling naar landen waarmee Nederland eenverdragheeft,heeftdewetgeverhieropeenpassendewijzeopgeanticipeerd.Denieuwe wetgeving vormt een goede balans tussen de strengere regels om hetoneigenlijk gebruik tegen te gaan en een aantrekkelijk fiscaal vestigingsklimaat tebehouden.Door de mededeling van de EC omtrent staatssteun is er een duidelijk beeldgeschetstwanneerstaatssteunnietgeoorloofd is.Het isgoedvandewetgeveromhet zekere voor het onzekere te nemen en ervoor te zorgen dat er gehoorwordtgegevenaandezemededeling.DenieuwewetgevingzorgtervoordathetrisicodatNederlandstaatssteunverleendaancoöperatieswordtweggenomen.Devraag isechterwelofhetnieteenbeter ideeisomdedividendbelasting inzijngeheel af te schaffen.Naast voordeel voor deNederlandse economieopde langetermijn,zorgtditerookminderadministratieve lastenbijzoweldeBelastingdienstalsdebelastingplichtigen.OpdezemanierkandeBelastingdienstdefocusverleggennaarbestrijdingvan fraudeophetgebiedvanbijvoorbeeldbtwen toeslagen.MetdezeextraopbrengstenkunnenbudgettaireverliezenvanhetafschaffenvandeWetDB1965wordenopgevangen.DevoordelenvanafschaffingvandeWetDB1965zijninmijnogengroterdandenadelen,waardooreenafschaffingvandeWetDB1965eenverbeteringzalzijnvooronsfiscalesysteem.Er kan dus geconcludeerd worden dat de voorgenomen wijzigingen voor dehoudstercoöperatie in de Wet DB 1965 de doelstelling van de wetgever weet terealiseren.Ondanksdatdenieuwewetgevingeengoedeoplossing is, zouheteenverbetering zijn voor het Nederlandse fiscale system om deWet DB 1965 in zijngeheelafteschaffen.

Page 53: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

52

8.BijlageIn deze bijlage staan alle substance-eisen diemoeten bepalen of er sprake is vangeldigezakelijkeredenendiedeeconomischewerkelijkheidweerspiegelen.125Indiener cumulatief aan deze voorwaardenwordt voldaan, is er sprake van een geldigezakelijkereden.

• Tenminstedehelft vanhet totaal aantal statutaire enbeslissingsbevoegdebestuursledenwoontof is feitelijkgevestigd inhet landwaarhet lichaamisgevestigd.

• De in het land waar het lichaam is gevestigd wonende of gevestigdebestuursleden beschikken over de benodigde professionele kennis om huntaken naar behoren uit te voeren, tot welke taken ten minste behoren debesluitvorming,opgrondvandeeigenverantwoordelijkheidvanhetlichaamen binnen het kader van de normale concernbemoeienis, over de door hetlichaam af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor een goedeafhandelingvandeafgeslotentransacties.

• De bestuursbesluiten worden genomen in het land waar het lichaam isgevestigd.

• De belangrijkste bankrekeningen van het lichaam worden aangehouden inhetlandwaarhetlichaamisgevestigd.

• Deboekhoudingwordtgevoerdinhetlandwaarhetlichaamisgevestigd.• Het lichaamwordt,naarbestewetenvandevennootschap,niet (tevens) in

eenanderlandalsfiscaalinwonerbeschouwd.• Het lichaam voldoet aan een loonkostencriterium vanminimaal € 100.000,

waarbij de loonkosten een vergoeding vormt voor de werkzaamheden tenbehoeve van de schakelfunctie; de werkzaamheden ten behoeve van deschakelfunctiewordenuitgeoefendinhetlandwaarhetlichaamisgevestigd.

• Het lichaamheeft voor eenperiode van tenminste24maandeneen inhetlandwaarhetlichaamisgevestigdgelegenonroerendezaakofeendeelvaneen onroerende zaak ter beschikking gesteld voor de uitoefening van dewerkzaamheden tenbehoevevande schakelfunctie; indieonroerende zaakbevindt zich een eigen kantoor dat is voorzien van gebruikelijke faciliteitenvoor houdsteractiviteiten en in die onroerende zaak worden ookdaadwerkelijk de werkzaamheden ten behoeve van de schakelfunctieuitgeoefend.

125MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling,p.13(MvT).

Page 54: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

53

9.BronvermeldingLiteratuuroverzicht(alfabetischevolgorde)

Dool,R.P.vanden,Heithuis,E.J.W.,Kampschöer,G.W.J.M.,Smit,R.C.de,&Vollebregt,H.A.(2016).CompendiumVennootschapsbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

Beurden,R.T.van(2017,9juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Vakstudienieuws,V-N2017/27.14.

Eikelenboom,&Groot,de(2011).Coöperatiealsfiscalevluchtroute.FinancieelDagblad,13september2011.

Galle,R.C.J.(2010).DeNCR-codevoorcoöperatiefondernemerschap.InR.C.J.Galle(Red.),Handboekcoöperatie.Dordrecht,Nederland:ConvoyUitgeversBV.

Graaf,A.C.G.A.C.de,Kavelaars,P.,&StevensA.J.A.(2016).InternationaalBelastingrecht.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

Heithuis,E.J.W.,Kavelaars,P.,&Schuver,B.F.(2015).Inkomstenbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

Hofland,D.A.,&Lorié,J.A.(2010,1oktober).Dehoogstetijdvoorafschaffingvandedividendbelasting:eeneconomischeanalyse.WeekbladFiscaalRecht,WFR2010/6861.

Jagt,R.A.vander(2017,13juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie/reatie/53497314-83c1-41df-bafe-d31d95c3d805.

Lukkien,M.E.(2016,februari).BeschouwingeninzakedeNederlandseimplementatievandeverplichtealgemeneantimisbruikbepalingindeMoeder-dochterrichtlijn.Maandbladbelastingbeschouwingen,2016(2).

Marres,O.C.R.,&Wattel,P.J.(2011).Dividendbelasting.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

MinisterievanFinanciën(2017).Conceptwetsvoorstel.

MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie.

MinisterievanFinanciën(2011).NotitieFiscaalVerdragsbeleid2011.

MinisterievanFinanciën(2017).Verdragenoverzichtperjanuari2017.Geraadpleegdvanhttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/circulaires/2017/01/03/verdragenoverzicht-per-1-januari-2017.

Page 55: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

54

Muller,M.(2016,3oktober).Nieuwbegrip‘samenwerkendegroep’isbronvanonzekerheid.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/nieuw-begrip-samenwerkende-groep-is-bron-van-onzekerheid.

Muller,M.(2015,25september).Dividendarrestbrengtfiscalewereldinbeweging.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/dividendarrest-brengt-fiscale-wereld-in-beweging.

NationaleCoöperatieveRaadvoorland‐entuinbouw(NCR),‘Coöperatie+:deeconomischebetekenisvandecoöperatie’,nummer1,mei2012.

NCR.(z.j.).Watiseencoöperatie?Geraadpleegdvanhttp://www.cooperatie.nl/wat-cooperatie.

Nederlandseoverheid(2017).Beantwoording7vragenuithetintegraalafwegingskader.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie.

Nillesen,J.T.L.(2012).Belastingheffingvancoöperaties.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

OESO(1998).Harmfultaxcompetition:anemergingglobalissue.Parijs,Frankrijk.

RedactieTaxLive.(2014,8september).Hervormingbelastingstelselzetafschaffingdividendbelastingweeropscherp.Geraadpleegdvanhttp://taxlive.nl/-/hervorming-belastingstelsel-zet-afschaffing-dividendbelasting-weer-op-scherp.

Rijksoverheid(2016).Rapportwerkgroepfiscaliteit.Geraadpleegdvanhttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/06/rapport-werkgroep-fiscaliteit.

Reinoud,H.C.(2017,13juni).Reactieopdeinternetconsultatie.Geraadpleegdvanhttps://www.internetconsultatie.nl/houdstercooperatie/reactie/a3f8c7ff-49c7-4320-9783-27c07526f205.

Rompen,J.W.(2013,9maart).NietafschaffenvandividendbelastingvormteensteedsgroterrisicovoorNederland.WeekbladFiscaalRecht,WFR2013/1009.

Stevens,L.G.M.,&Smit,R.C.de(2015).ElementairBelastingrecht.Deventer,Nederland:WoltersKluwer.

Jurisprudentieoverzicht(chronologischevolgorde)

HR04-03-2016,nr.12/02502bis(Miljoenarrest).

HR04-03-2016,nr.12/04717bis(Xarrest).

HR04-03-2016,nr.12/03235bis(SociétéGénéralearrest).

ConclusieA-GWattel14april2013,nr.12/04717,LJNCA1565.

Page 56: Een onderzoek naar de wetswijziging in de …2.7 Tussenconclusie 13 3. DE FISCALE ASPECTEN VAN EEN COÖPERATIE EN HAAR LEDEN 14 3.1 Inleiding 14 3.2 Fiscale aspecten van de coöperatie

55

Kamerstukken

MvT,KamerstukkenII2008/09,31058,nr.6.

MvT,KamerstukkenII2011/12,33003,nr.3.

MvT,KamerstukkenII2011/12,34306,nr.3.

MvT,KamerstukkenII2015/16,29058,nr.113.

KamerstukkenII2015/16,34306,nr.2,WetimplementatiewijzigingenMoeder-dochterrichtlijn2015.

MvT,KamerstukkenII2015/16,34306,nr.3.

MvT,KamerstukkenII2015/16,25087/31066,nr.113.

MvT,KamerstukkenII2015/16,34302,nr.73.

MvT,KamerstukkenII,2013/14.31066,nr.200.

BriefvandeStaatssecretarisvanFinanciënaandeTweedeKamervan20september2016,kenmerk2016-0000095077,V-N2016/49.25.

PersberichtenvandeRaadvandeEU,d.d.9december2014,nr.15103/14ennr.16606/14.

MinisterievanFinanciën(2017).InternetconsultatieWetinhoudingsplichthoudstercoöperatieenuitbreidinginhoudingsvrijstelling(MvT).

PublicatiebladvandeEuropeseUnie,C262,19juli2016.