ECV-NB nr. 1 -2012

9
Aangesloten bij de eav NIEUWSBRIEF driemaandelijks (mrt-apr-mei) 2012 - jrg. 28 - nr. 1 www.ecvnet.be [email protected] Geweldige boodschap Emmaüs achterna Tandem 2 Preekje 3 Een nieuwe christengemeente 4 De Bijbel in het pastoraat 6 Wat God in Europa doet - Frankrijk 7 Gereformeerden en evangelischen 8 Tear craft in een nieuw kleedje 10 Uit het dagboek 11 Getuigenis van Padash 12 Liturgie is een werkwoord 14 Hoop voor vlaanderen - update 15 Justinus de Martelaar - Bewogen Denker 16

description

De nieuwsbrief van de ECV dient om relevant nieuws te duiden en de onderlinge band tussen haar gemeenten te versterken.

Transcript of ECV-NB nr. 1 -2012

Page 1: ECV-NB nr. 1 -2012

Aangesloten bij de eav

NIEUWSBRIEFdriemaandelijks (mrt-apr-mei)2012 - jrg. 28 - nr. 1

[email protected]

Geweldige boodschap

Emmaüs achterna

Tandem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2Preekje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3Een nieuwe christengemeente . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4De Bijbel in het pastoraat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Wat God in Europa doet - Frankrijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Gereformeerden en evangelischen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Tear craft in een nieuw kleedje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Uit het dagboek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11Getuigenis van Padash . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Liturgie is een werkwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Hoop voor vlaanderen - update . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15Justinus de Martelaar - Bewogen Denker . . . . 16

Page 2: ECV-NB nr. 1 -2012

Sti

chte

nd

art

ike

l

Filip De Cavel Pieter Lenaerts

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Heilige adoptiekinderen

‘Omgord daarom de lendenen van uw verstand, wees nuchter en hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt in de open-baring van Jezus Christus. Word als gehoorzame kinderen niet gelijkvormig aan de begeerten die er vroeger in de tijd van uw onwetendheid waren. Maar zoals Hij die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel’ (1Pt1:13-15).

Nee hoor, ik draag geen rokken en zeker ook geen kleedjes. Daarom spreekt Petrus me ook niet meteen zo geweldig aan: ‘Omgord de lendenen van jullie verstand.’ In de eerste eeuw droegen de mensen wel lange gewaden. Om in actie te schieten of zich te verplaatsen, bond men zijn gewaad rondom zijn middel. Zonder dat was het moeilijk bewegen. Petrus past dit beeld nu toe op de christenen, die met hun verstand paraat moeten staan en mentaal alert dienen te blijven. Wie Jezus leert kennen, focust zich volledig op Hem. Alle aandacht gaat

naar Hem uit. Alles is vers, alles is nieuw en men ziet uit naar zijn terugkomst. Je bent klaar om Jezus te ontmoeten, want alles in je leven is op Hem gericht en op Hem gebouwd. Je leeft bewust, met Hem op de eerste plaats. Amen?

Misschien was dat vroeger wel nog zo. We zagen uit naar zijn komst en besef-ten dat het allemaal wel eens snel ge-daan kon zijn. Maar Jezus kwam niet. We gaven de plantjes nog maar eens wat extra water en lapten het vuil van onze ramen. Nu, vandaag 2012, zijn we aan het pensioensparen geslagen. Daar is natuurlijk niks mis mee. Niemand kent ten slotte het uur van Christus’ komst.

En toch voel ik het als een uitdaging om de focus op Hem niet te verliezen. Petrus verduidelijkt in zijn brieven dat er mensen zijn, die terugvallen in hun oude gewoontes. Verkeerde oude gewoontes van voor iemand het Goede Nieuws ver-nam, keren terug en goede, nieuwe ge-woontes verdwijnen. Oorzaak hiervan is dat hun verwachting verwatert. Het leven kent geen levende hoop meer en wordt minder concreet. We gedragen ons op een aanvaardbare manier en blijven wel trouw naar de kerk gaan; maar we laten ondertussen ons kleed weer tot op onze enkels zakken. Petrus verdeelt vanuit dit kader de wereld in tweeën: mensen die onwetend zijn en mensen die het Goede Nieuws kennen. De laatste groep was onwetend, maar weet nu beter. Ze weten dat God had besloten hen te adopteren als zijn geliefde kinderen.

Stel je voor dat je op een hutje op de hei woont. Je familie ken je amper en gegeten wordt met een lepel uit één grote pot. Vervelende drukverschillen worden bij

dit eten meteen ongegeneerd opgelost. Na het nuttigen van de maaltijd veegt iedereen aan zijn mouw zijn mond af. En dan brandt de hei af. Het plaatselijk par-ket stelt vast dat je familie is overleden. Jij alleen blijft over. Maar er is een uitkomst: een rijk gezin adopteert je. Ze leren je de tafeletiquette: eten met mes en vork. Na-tuurlijk niet zomaar willekeurige messen en vorken, nee, je leert voor welk voedsel welk bestek dient. Natuurlijk leer je ook dat je netjes je mond houdt als iemand anders spreekt. Zo leer je van alles om een mooie toekomst tegemoet te gaan. Maar wat doe je als je volwassen bent? Laat je het rijke gezin achter en keer je terug naar de hei? Wil je weer leven zoals vroeger of omarm je het nieuwe leven?

Hoe is het bij ons christenen? Omarmen wij onze nieuwe identiteit? We zijn Gods kinderen. Hij ziet ons als heilig en ver-wacht dat we in alle aspecten van onze le-venswandel evenals Hij heilig zijn. Of we nu naar de bakker gaan, televisie kijken, nadenken, kopen, verkopen, autorijden, praten met mensen, ons kleden of wat dan ook. We gedragen ons zoals Hij het wil en blijven mentaal wakker. Of niet?

Ik verneem dat we stiekem dikwijls als volgt denken: Ik ben in Christus toch al heilig voor God? Ja maar hoe zit het met de praktische vrucht daarvan? Laatst hoorde ik iemand beweren dat christe-nen geestelijk bergop of bergaf gaan. Niemand gaat netjes rechtdoor. Dat mag ook niet, want het strookt niet met het Evangelie. Als we warm zijn, gaan we bergop, als we lauw zijn, spuugt Christus ons uit en als we koud zijn, gaat het de diepte in: bergaf.

Wij roepen onze hemelse Adoptievader

Op 1 november plant de ECV samen met de VEG een viering waar we zullen stilstaan bij 40 jaar ECV, 50 jaar VEG. Een mo-ment van dankbaar terugblikken maar ook verwachtingsvol voor-uitkijken. Op die dag wordt ons jubileumtijdschrift officieel voor-gesteld: TANDEM. Een redactie is het laatste jaar in de weer ge-weest. Nu wordt een tipje van de sluier opgelicht.

Aprilvissers1972 beleefde ik als éénjarige vooral van-uit mijn speelpark, onwetend en zorgeloos over wat zich allemaal rondom mij afspeel-de. 1972 was een rumoerig jaar: Bloody Sunday in het Noord-Ierse Londonderry, de gijzeling van de Israëlische sportploeg tijdens de Olympische Spelen in München en het begin van Watergate. Maar in 1972 zag ook de ECV-gemeente Berchem het levenslicht. Thomas Marinello verwijst in zijn proefschrift over de geschiedenis van de ECV naar een nieuwsbrief van Richard

Haverkamp over één bepaalde zondag. We schrijven 2 april:

‘We continue to thank the Lord for our co-workers, the Shindelkas. Together with them and two other young families we were able to start our own Sunday morning meetings, breaking of bread and Sunday school, on the second of april. The day before we had the joy of bapti-zing the first three converts.’

‘We blijven de Heer dankbaar voor onze medewerkers, de Shindelkas. Samen met hen en met twee jonge gezinnen mochten we op twee april zondagse erediensten opstarten, samen brood breken en zondag-school organiseren. De dag ervoor was er feest: we doopten de eerste drie bekeerden.’

De eerste drie bekeerlingen van Berchem gedoopt op 1 april 1972? De engelen in de hemel zullen gejuicht hebben maar niet omdat het 1 april was. Zo radicaal kiezen voor een nieuw leven met de opgestane Heer, was in het katholieke Vlaanderen van die tijd geen grap. Geen aprilvis maar april-vissers getuigden die dag te Berchem over hun nieuwe leven. De rest is geschiedenis.

TandemEen fractie van die geschiedenis vindt nu zijn weg naar een eenmalig en gezamen-lijk uitgebrachte gelegenheidsnieuws-brief: een glossy (een chique tijdschrift), met de toepasselijk naam, TANDEM. De opzet is veelvuldig. Enerzijds een impres-sie van het verleden zonder dat het een geschiedeniswerk wordt, weergeven; an-derzijds een blik op de toekomst werpen (de tandem van de cover komt terug op

de achterzijde, maar licht gewijzigd; een goed verstaander weet wie deze tandem bestuurt).

TANDEM wordt niet enkel voor onszelf maar ook voor anderen, voor wie onze ge-schiedenis, zelfs ons bestaan onbekend is, een rijk geïllustreerd blad. De VEG en de ECV fietsen samen door ons land, bezield door het Evangelie van Christus. Mensen komen tot geloof, christenen komen in aanraking met andere denkwijzen. Soms botst het, een andere keer is er begrip. TANDEM tracht daar iets van in beeld te brengen. Ook zal er aandacht zijn voor organisaties geboren uit onze middens, het EJV, EAV,...

Zichtbaar

Het is ons verlangen dat die TANDEM zichtbaar mag worden, figuurlijk maar ook letterlijk. We hopen dat onze gemeen-ten tientallen TANDEMs gaan aanschaf-fen om ze te verspreiden op strategische plaatsen in de buurt: in de bib, bij het OCMW, het gemeentehuis, bij verschil-lende instanties. Het zal de lezers helpen een beeld te krijgen van wie we zijn, waar we vandaan komen. Onze ambitie is dat TANDEM het blad wordt dat niet zal mis-staan op uw salontafel, voor het grijpen voor uw familie of vrienden.

Op de laatste blz van TANDEM wordt een overzicht gegeven van alle 60 adressen en contactpersonen uit de VEG en ECV, per provincie gerangschikt, zodat de lezer in één oogopslag te weten komt of en waar in de buurt een evangelische eredienst wordt georganiseerd. Hopelijk heb ik u wat warm kunnen maken voor dit unieke project? Het is nog even geduld oefenen, maar de cover wil ik u niet onthouden. Tot op 01 november!

PrEEkJE

vervolg op p. 5

TANDEM

TANDEMCOLLECTORS ITEM! EENMALIG MAGAZINE OVER HET JUBILEUM VAN VEG EN ECV

ONTSTAAN VAN VEG EN ECV

ANDERE RELIGIES OVER EVANGELISCHE CHRISTENEN

PLAATS IN DE SAMENLEVING

JONGERENWERKING

KUNST

40ECVjaar

50VEGjaar

&

2 3

Page 3: ECV-NB nr. 1 -2012

coLoFoN EcV NIEUWSBrIEF

De Nieuwsbrief ver schijnt rond de 3e - 6e - 9e en 12e maand van het jaar.

rEDAcTIE Fabiola Catrysse, Raymond Hausoul, Johan Leroy, Willy Maesen, Jacques Rommel, Koen Schelstraete.

Eindredactie Raymond Hausoul, Elverdingsestraat 31, Ieper

DTP Jehtron, [email protected] www.jehtron.be

Website: www .ecvnet .be

Abonnement op de ECV Nieuwsbrief, niet aangesloten bij een evangelische christengemeente: 10 euro incl. verzendkosten.

Hoe omschrijf je oorsprong, geschiedenis en levenswandel van je gemeente?

In de zomer van 1972 startten christenen op de markt in Bilzen een evangelisatie-campagne, het jaarteam uit Nederland met oa Johan Lukasse. In september 1972 werd een huis, waar nieuwsgierigen hun eerste bijbelstudie ontvingen, gehuurd. Kerst 1972 werd de eerste samenkomst gehouden en in augustus 1973 lieten de eerste zes mensen zich dopen. De gemeente groeide en oudsten werden aangesteld. Eén van die oudsten was Willy Moechars die 25 jaar deze functie uitoefende. Later werd ook Kris Vleugels bij dit oudstenteam gevoegd; beiden kregen in Vlaanderen een zekere bekend-heid. In 1985 verhuisde de gemeente naar een ander gebouw, dat we later kochten. Met honderdvijftig personen kwamen we toen bijeen. We waren betrokken bij de ondersteuning en uitbouw van nieuwe gemeenten in de buurt en schonken aan-dacht aan sociale projecten in en rondom de gemeente. Zo namen we het initia-tief om samen met de stad Bilzen en de locale scholen, hulpkonvooien naar Roemenië te begeleiden. Verder ontston-den er een gospelkoor, jaarlijks weer- kerende kerstmarkten, gespreksavonden in samenwerking met de rooms-katholieke kerk en tal van andere initiatieven die de deuren openden naar erkenning in Bilzen en omgeving.

Hoe kregen jullie als onafhankelijke gemeente de nodige coaching en ondersteuning?

Hoe ‘onafhankelijk’ waren we eigenlijk? Maken we niet allemaal deel uit van Gods universele Gemeente? Gelukkig vielen we niet in vakjes en genieten we al jaren van de kennis, ervaring en wijsheid van men-sen binnen en buiten onze gemeente. Zo herinner ik me dat we in 1998 met drie nieuwe oudsten de fakkel overnamen. Geregeld deden we beroep op medegelo-vigen binnen de gemeente alsook van uit de VEG, ECV en BEZ-gemeenten. Die fakkel overnemen van – toch wel boegbeelden – was geen cadeau. Met de hulp van Gods wijsheid werken we aan ons ambt verder.

Wat gaf de doorslag toe te treden tot de ECV?

Onze aansluiting komt niet onverwacht. Al meerdere jaren groeit onze interesse om onderdak te vinden bij een denomi-natie. We vinden het belangrijk om in deze complexe en versnipperde wereld te horen bij een grote familie waarin we onszelf herkennen. Utopisch zou het zijn te geloven dat we onze neus ophalen voor wat er rondom ons gebeurt. Zo is een aan-sluiting bij de ECV een mogelijkheid om samen te bouwen aan een toekomst waar Gods liefde centraal staat. Hierin ligt ook onze verwachting naar de ECV; dat we dat in samenwerking met andere gemeenten

en denominaties mogen verwerkelijken. Onze keuze voor de ECV betekent een stap in de richting van veel andere gemeenten, maar het betekent geenszins een stap verder van niet-ECV-gemeenten.

Welke specifieke roeping ervaren jullie als gemeente?

Als gemeente genoten we in het verleden een grote diversiteit aan contacten met andere christelijke organisaties en niet-christenen in de stad Bilzen. We merkten dat we hierdoor een plaats verwierven in de brede samenleving. Graag bouwen we dit verder uit door nog meer naar buiten te treden. Zo trekken we al vijf jaar met European Christian Missions naar Polen en Albanië om te helpen bij evangelisa-tieacties en sociale projecten. Deze twee aspecten willen we graag bundelen van-uit Bilzen. Hulp bieden en evangeliseren in Oost-Europa is eenvoudig, maar dit projecteren in en rondom Bilzen is een stuk moeilijker. Daar willen we voor gaan, zodat we Gods liefde aan anderen tonen door middel van gesprekken, gebed, maar ook door ondersteunende hulp. Daadwerkelijke liefde laat niemand koud en de nood is groot. Op die manier vinden we wegen om Gods Woord bij anderen te brengen.

Ontstaat niet de spanning ivm het behoud van je eigen identiteit in een grote ECV?

EEN NIEUWE cHrISTENGEMEENTE

Willy Maesen

kennismaking met Bilzen

Sti

chte

nd

art

ike

l

De vrees onze identiteit te verliezen, hadden we niet, maar konden we daar de gemeente van overtuigen? We vroegen eerst raad bij oudere medegelovigen in de gemeente, die bekend staan als steun- pilaren. Zij onthaalden dit met enthou-siasme en gaven ons wijze raad in de gesprekken met ECV. In een gezamenlijk gesprek tussen de gemeente en de ECV, kon iedereen de nodige vragen stellen aan Filip en Rosario. Net als bij andere beslis-singen binnen de gemeente, vroegen we de gemeenteleden om eventuele bezwaren te noteren en toe te lichten alvorens we als leiding de beslissing namen. Het feit dat we nu bij de ECV horen, spreekt boekdelen over hun feedback.

Wat wensen jullie voor de ECV te betekenen, of klinkt dat arrogant?

Dit is zeker geen arrogante vraag, maar veelmeer een uitdagende vraag! Vooral omdat we als jonge leiders onze handen vol hebben met onze gezinnen, ons werk en de plaatselijke gemeente. Toch willen we graag onze ervaring en kennis als plaat-selijke gemeente met de ECV delen.

Tenslotte heten we jullie, als gemeente, vanuit onze redactie, van harte welkom in ons midden. We zijn er van overtuigd dat de door jullie genoemde initiatieven Gods zegen meedragen en zien uit naar een vruchtbare samenwerking.

Onlangs sloot de Evangelische Kerk Bilzen aan bij de ECV. Bilzen, een onafhankelijke Limburgse gemeente met een boeiende geschiedenis, is een geestelijk vruchtbaar gebied. Uit haar midden kwamen vele, bezielde, leidinggevende christenen voort en verschillende boeiende projecten kregen er hun eerste impulsen. Toch ontstond de behoefte toe te treden tot een grotere koepel. We interviewden Geert Gielen, een van hun leiders.

aan in onze gebeden. We vragen Hem om hulp, raad, troost en bijstand, maar in 1Pt staat ook dat Hij iedereen – en dat zijn ook wij – zal oordelen: ‘En als jullie Hem als Vader aanroepen die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandel dan in de vreze van de Heer, gedurende de tijd van jullie vreemdelingschap’ (1:17). Dat oordeel vindt pas plaats in de toekomst, maar tegelijk houdt God ons ook nu al in de gaten en geeft Hij ons richting of kneedt Hij ons; ook al is dat niet zo leuk op het moment zelf. Petrus schrijft het rechtuit en maakt de gelovigen duidelijk dat God oordeelt. Ze zijn vrijgekocht van de zinloze levenswandel waar hun voorouders al generaties in wandelden. Ook ons kocht God daarvan vrij. Hij adopteerde ons als zijn kinderen. Dat is het hoogste doel van ons bestaan.

Wat geeft jou nu de grootste motivatie om te kiezen voor een heilige levenswandel? Ik zie drie redenen: (1) omdat God, waar wij voor eeuwig bij willen zijn, heilig is; (2) omdat we een ontzag voor God hebben en Hem als schepselen gehoorzamen; en (3) omdat heel het ‘adoptieproces’ betaald is met Jezus’ bloed: Hij, het smetteloos en onbevlekt Lam. Smetteloos omdat Hijzelf volmaakt is; onbevlekt omdat de wereld waarin Hij kwam, Hem niet kon bevlekken. Deze Man, Jezus, de Zoon van God, vrezen wij, omdat wij door zijn werk een kind van God werden. Hem mogen we eren vanuit dit geweldige besef van wat Hij voor ons deed. En dat geeft mij persoonlijk voldoende reden om de lendenen van mijn verstand te omgorden en te leven als gehoorzame dienaar in zijn schepping.

Heilige adoptiekinderen - vervolg

Giften aan kampwerk fiscaal aftrekbaar!

Wil je het kampwerk van de Evangelische Christengemeenten Vlaanderen financieel ondersteunen? Je gift is nu fiscaal aftrekbaar van je belastingen! Omdat het kampwerk van de ECV nu onderdeel uitmaakt van de landelijke erkende jeugdvereniging EJV, is dit mogelijk!

Stort je gift op rekeningnummer van het EJV, St. Jansbergsesteenwg 97, 3001 Heverlee, 001-0257650-94. Vermelding: 'ECV kampwerk'.

Je krijgt dan in de loop van 2011 een fiscaal attest.

4 5

Page 4: ECV-NB nr. 1 -2012

“God staat weer terug op de agenda”, blokletterde Christia-nity Today nadat het tijdschrift een onderzoek gedaan had naar de ontvankelijkheid voor het Evangelie in Frankrijk. Zo’n uit-spraak kan veel en weinig bete-kenen, maar dat er een nieuwe wind waait en er meer openheid is voor het Evangelie, wordt bevestigd door verschillende bronnen. Ook David en Magda Lem, die in Limoges al meer dan 30 jaar gemeentestichtend bezig zijn, stemmen daarmee in.

De diepe malaise die het postmoder-nisme achtergelaten heeft in de harten van velen, creëert een nieuwe vraag naar houvast en waarheid. De Alpha-cursus die zowel door de rooms-katholieke kerk als door vele evangelische gemeen-schappen gebruikt wordt, slaat erg aan. Het geeft enerzijds een antwoord op de behoefte aan een warme gemeenschap. Anderzijds worden vele vragen beant-woord. In sommige gevallen wordt ook aandacht geschonken aan het gebruik van symbolen, wat ingaat op de behoefte aan mystiek. Deze mystiek slaat vooral bij de rooms-katholieke mensen aan.

GroeiOndanks dat Frankrijk een vreselijke geschiedenis van vervolging en weer-stand tegen het Evangelie heeft en dat in de laatste decennia filosofieën en menselijke redeneringen ontwikkeld en verspreid zijn, is er nu een zekere honger naar Gods boodschap. De ge-zamenlijke, evangelische kerken en gemeenschappen zijn met 2,4 % ge-groeid in de laatste 10 jaar. De grootste groeigroep zijn de charismatische en pinkstergemeenten, maar ook de bap-tisten die nu 137 gemeenschappen met een totaal van 6.400 leden tellen, ken-nen een duidelijke toename. Volgens “Operation World” is het totaal van de evangelische christenen toegenomen van 180.000 in 1990 tot ongeveer 400.000 in 2010. Dat zijn bemoedi-gende cijfers maar op een bevolking van 62,5 miljoen is dat nog niet één procent.

De nood is grootVan de 37.000 communiteiten, steden en dorpen, zijn nog 35.000 zonder evangelisch getuigenis. Dat is vooral in de landelijke gebieden, terwijl in de grotere steden meerdere gemeenten zijn. Een belangrijke factor die naast het secularisme mee- en/of tegenwerkt in de voortgang van het Evangelie, is de grote invloed vanuit Noord-Afrika, met de vele moslims die vandaar naar Europa geëmigreerd zijn; vooral Algerijnen, gezien de vroegere relatie tussen beide landen. De islam is nu de 2de grootste godsdienst bij onze zuiderburen. Dan zijn er ook velen uit andere delen van dat donkere continent gekomen. Zij hebben vele levende evangeliegemeen-schappen gesticht, vooral in de grote steden, met Parijs op kop.

Samenwerking bevordert groeiDe verdeeldheid onder bijbelgelovige christenen is altijd groot geweest. Dat heeft de evangelieprediking geen goed gedaan. Enkele jaren gelden is echter de Conseil National des Evangéliques de France (CNEF) opgericht. Deze raad streeft een grotere samenwerking en wederzijds respect tussen de kerken na. De gevolgen worden stilaan zicht-baar. Er worden momenteel geen grote evangelisatiecampagnes georganiseerd zoals destijds met Billy Graham maar in de steden en grotere dorpen is er een positievere houding tegenover elkaar met meer onderlinge waardering. Dat werpt vruchten af, vooral doordat de verkondiging hoofdzakelijk door en via persoonlijke relaties gebeurt. Openhuis- en vriendendiensten, waarin men elkaar steunt, worden gepland. Daarna komen er vervolgstudies in huiskamers, of zoals eerder vernoemd, de Alpha-cursus.

Initiatieven en lessenOnder invloed van de gemeenten die uit Mission France zijn voortgekomen (meestal gestart door vroegere mede-werkers van O.M.), is er enkele jaren gelden een gezamenlijk initiatief genomen om de 300 steden met meer dan 10.000 in-woners te voorzien van een evangelisch getuigenis, dat betekent gemeentestich-ting. Er is dus nog werk aan de winkel!

Een eensgezinde visie om alle plaatsen met Gods boodschap te bereiken, kunnen we ook in België ontwikkelen. We moeten er naar streven deze inzichten in een harmonische sfeer zonder dat de een of de andere zijn identiteit moet opgeven of compromissen moet sluiten, te ontplooien.

Hij begon bij Mozes en bij al de profeten en legde hen uit wat in al de Schriften op Hem betrekking had. (Lc24:27)

Nadat Jezus zich bij de Emmaüsgangers had gevoegd, vragen had gesteld en hen uitvoerig aan het woord had gelaten, opent Jezus voor hen de Schrift. Pastoraat begint met een relatie, je inleven, luisteren naar de nood van de ander en daar erkenning aan geven, maar uiteindelijk komt de Schrift aan de orde, het woord van de Heer. Alleen de Schrift geeft hoop in hopeloze situaties en wijst ons een uitweg. Alleen door de Bijbel komt Gods genezend woord naar ons toe (Ps107:20). Jezus doet dat door vanuit het Oude Testament uitvoerig de gedeelten uit te leggen die over Hem gaan.

Schroom

Hoe doen wij dat? De Bijbel te pas en te onpas ter sprake brengen, hebben we in-middels wel afgeleerd. Je kunt niet zomaar midden in het verhaal van de ander een paar bijbelteksten droppen. Je kunt niet zomaar de ander opleggen wat hij of zij volgens de Bijbel zou moeten doen. Hoe dan wel? Want zolang de Bijbel niet ter sprake komt, kun je een warm menselijk gesprek hebben en een goede relatie ontwikkelen, maar dan is het nog geen pastoraat. Pas op het moment dat het Woord op de een of andere wijze aan de orde komt, wordt het een pastoraal gesprek. Dan onderbreekt God onze gedachtegangen en komt er een ander inzicht binnen. Gods Woord is nooit vrijblijvend, maar zet ons op een ander spoor en laat nieuwe dingen zien (Ps119:105).

Valkuilen

Nu zijn er drie valkuilen die pastorale werkers in de weg kunnen staan om op

een goede manier vrijuit de Bijbel in het pastoraat te betrekken.

Emoties

Ten eerste kan je het moeilijk vinden om echt bij de gevoelens van de ander en bij wat er vervolgens in je eigen innerlijk ge-beurt, stil te staan. Uit onzekerheid is er de kans dat je het formeel gaat houden. De Bijbel kan dan een veilig (rationeel) ei-land worden. Helaas zal de ander er zich niet door begrepen voelen, niet door jou en niet door de woorden die je vanuit de Schrift hanteert.

Generalisaties

Ten tweede is het heel gemakkelijk om tot algemeenheden te komen. Zo is het altijd goed om je zonden te belijden. Het is zeker belangrijk om je zorgen aan God over te geven en het kan nooit kwaad om je met al je talenten en tijd aan God toe te wijden. Het wordt echter gevaarlijk als je deze algemeenheden op concrete situaties gaat plaatsen. Je kunt er zelfs de pastorale nood door vergroten. Wat de ander in deze concrete situatie nodig heeft, weet alleen God. We zullen dus zeer voorzichtig de Schrift moeten gebruiken met een scherp aanvoelen van de leiding door de Heilige Geest.

Moraliseren

Ten derde geeft de Bijbel ook ethische richtlijnen mee. Waardevolle richtlijnen voor het leven in kleiner en groter ver-band. Maar we mogen hier niet de kern van het evangelie van maken. Gevaar is dat we de ander iets gaan opleggen en, in onze ijver om de ander te helpen, moraliseren. Het is als buitenstaander gemakkelijk om allerlei causale verbanden te zien en dan onze oplossingen aan te reiken vanuit de Bijbel.

Hoe dan wel?Wanneer wij de verhalen van de Bijbel naast het (zorg)verhaal van de ander leggen, doen we dat niet om het verhaal van de ander te veranderen of kleiner te maken, maar opdat de pastorant er zich in kan herkennen en zich van-uit de Schrift begrepen en recht gedaan voelt. Alleen als wij ons door God, in onze situatie hier en nu, begrepen, geliefd en aanvaard voelen, kunnen we openstaan voor antwoor-den. Dan is er voldoende veiligheid om ons leven open te leggen voor de Heer. Dan worden we overrompeld door de goedheid van God die ons tot verandering brengt (Rm2:4).

De Bijbel en Jezus

Als wij in het pastoraat de Bijbel ter sprake brengen, doen we dat niet om de ander aan bijbelkennis te helpen, maar om een persoonlijke ontmoeting met de Heer te creëren. Jezus verwijt de farizeeërs dat ze wel de Schriften bestuderen maar niet tot Hem komen, terwijl dat toch de bedoeling zou moeten zijn (Joh. 5:39,40). Het is niet de kennis van de Bijbel die een verandering in ons bewerkt, zelfs niet een bepaald zelf-inzicht of een bijbelse kijk op de situatie. Alleen als wij door de Bijbel heen Jezus herkennen in onze situatie, ontstaat er nieuw leven en komt er verandering.

Zoeken

In elk gesprek dat Jezus voert, reageert Hij totaal ‘to the point’. Hij maakt geen vergis-singen en elke interventie van Hem heeft resultaat. Dat zou ons jaloers en onzeker kunnen maken. Toch mogen wij in alle voorzichtigheid en zoeken Gods woord bij de mensen brengen, ook in het pastoraat. In de verwachting dat de Geest zelf de ogen opent en de leiding neemt.

Literatuur: Dr H.C. Van der Meulen de pastor als reis- genoot, pastoraal theologische gedachten over gees-

telijke begeleiding Boekencentrum, Zoetermeer 2004Pa

sto

raa

l a

rtik

el

Sti

chte

nd

art

ike

l

Pastorale modellen (III)

WAT GoD IN EUroPA DoET

Frankrijk (deel 2)

Gerrit Houtman, www.bethesda.be

6 7

Johan Lukasse, voorzitter van ECM (www.ecmi.org)

DE BIJBEL IN HET PASTorAAT

Page 5: ECV-NB nr. 1 -2012

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Waarom een recensie over dit boek in dit blad? Hoofdreden is dat velen van ons niet beseffen dat veel van het-geen wij geloven, meer aanleunt bij de gereformeerde theologie dan bij de evangelische. Dat maakt het lezen van dit toegankelijk boek ontzettend boei-end. Veelschrijvers Willem Ouweneel en Jan Hoek debatteren erin over de overeenkomsten en verschillen tussen gereformeerden (die zich gebonden voelen aan de Nederlandse Geloofs- belijdenis, Heidelbergse Catechismus en Dordtse Leerregels) en evangeli-schen die geen traditionele binding kennen. Wat dat laatste alleen al betreft, lijken de Vrije Evangelische Gemeentes (VEG), die weinig voor-schriften kennen, meer op evangeli-schen dan de Evangelische Christen-gemeentes Vlaanderen (ECV) die deze voorschriften wel kennen en verwoorden in een theologisch accent. Deze recen-sie hoopt je te prikkelen door de twee visies naast elkaar te plaatsen om jou uit te dagen tot een keuze.

Identiteitscrisis

Voordat de verschillen op tafel komen, for-muleren de schrijvers eerst hun gemeen-schappelijke geloofsbasis. Het is een grote zegen die geloofsbasis rustig voor jezelf door te nemen. Ze toont de grote rijkdom van het christelijke geloof dat veel malen verder gaat dan alleen het zinnetje: ‘Ik geloof dat Jezus voor mijn zonden stierf’. Alleen al om die reden biedt het boek een voortreffelijke basis voor kringgesprekken over de christelijke identiteit. Na de over-eenkomsten komen de verschillen aan bod. Grootste uitdaging voor de schrijvers hier-bij is hun achterban te vertegenwoordigen. Voor Willem Ouweneel zijn dat de evange-lischen, terwijl Jan Hoek de gereformeerden

representeert. Daarin ligt ook meteen een moeilijkheid, want wat is nu exact ‘evange-lisch’ en wat is nu precies ‘gereformeerd’? Die vraag liet me vanaf het begin niet meer los. Jan Hoek lijkt soms evangelischer dan Willem Ouweneel, die op bepaalde momen-ten meer reformatorisch en charismatisch klinkt dan veel evangelischen zouden wil-len. Het nawoord van Patrick Nullens en Willem Smouter bevestigt die spanning. Patrick Nullens schrijft: ‘Evangelisch is een beweging, een huisstijl, die veel varianten kent. Wie dit probeert te vatten, tracht een hoop kikkers in een kruiwagen te vervoe-ren’ (131). Evangelischen zijn inderdaad moeilijk te vatten en mogen gerust van me-ning verschillen over kerkleer, plaats van de vrouw, waterdoop, Geestdoop, Israël en eindtijd. Gereformeerden roepen daaren-tegen eerder een krachtig ‘halt’ bij veel van deze verschillen.

Twee geloofsstellingen

Na de algemene belijdenis presenteert elke schrijver zijn eigen geloofsstellingen, waarop de andere schrijver reageert. Daar-uit citeer ik enkele uitspraken, waarmee ik enkele persoonlijke gedachten verbindt. Voor Jan Hoek geldt: ‘het gereformeerde is de schoonste en rijkste vorm’ van het christenzijn (19). Hoewel evangelischen ‘ge-reformeerde’ liever hierin weglaten, getuigt deze uitspraak wel van een diepe verbon-denheid met de kerk. Welke evangelicaal spreekt in die trant over zijn geloof? Daar-naast stelt Jan Hoek dat de gereformeerde traditie het respect voor God accentueert in sobere en stijlvolle erediensten (20). Willem Ouweneel noemt ook de ‘uitbundige lof-prijzing en aanbidding’ als kenmerk van het overwinningsleven (25). In ons land vieren evangelischen dat laatste graag, maar op welke wijze accentueren zij het respect tegenover God? Meteen daarna belijdt Jan

Hoek het sola scriptura (alleen de Schrift). Hoe verhoudt deze belijdenis zich tot de drie formulieren waaraan gereformeerden zich gebonden weten? Je zou vanuit die context eerder een prima scriptura (eerst de Schrift) verwachten. Van een kerkhisto-risch bewustzijn heeft ook de evangelische Willem Ouweneel besef als hij schrijft: ‘De leer van de predestinatie (eeuwige voorbe-stemming als soevereine en genadige daad van God) is theologisch en kerkhistorisch van groot gewicht’ (32). Jan Hoek verheugt zich over de wijze waarop zijn medeauteur dat zegt. Veel evangelische gemeentes zijn zich er namelijk helemaal niet van bewust dat God mensen verkiest. Waar dit ver-vaagt, zegeviert de eigen bereidwilligheid en verantwoordelijkheid. Proef op de som: wanneer dankte je God voor het laatste dat je uitverkoren was? Evangelischen kijken, in het algemeen, vreemd op bij die vraag. Waar sta je: aan evangelische of gerefor-meerde zijde?Even vreemd klinkt het als Jan Hoek schrijft: ‘Er is aandacht voor de mondige gemeente, maar ook voor het ambtelijk tegenover’ (21). Maakt dit ‘ambtelijk tegenover’ in gereformeerde kringen dan geen deel uit van de gemeente? Later spreekt hij genu-anceerder: ‘De ambtsdrager is allereerst gemeentelid, deel van de charismatisch be-gaafde gemeente’ (38). Een soortgelijke on-duidelijkheid ontstaat als Jan Hoek schrijft: ‘Vanaf het paradijs tot de jongste dag bestaat er maar één Kerk’ (21). Is het na die jongste dag dan gedaan met de Kerk? Wat bedoelt de gereformeerde traditie exact met die uitspraak? Een antwoord hierop ontbreekt, evenals een reactie van Willem Ouweneel. Daarentegen benadrukt laatst-genoemde, in tegenstelling tot veel evan-gelischen: ‘het “toekomende leven” [is] te veel geassocieerd met “de hemel” in de zin van de tussentoestand.’ Ik geef hem volle-

dig gelijk. Ook in onze Vlaamse gemeentes vergeet men dat de hemel niet het einde van de aarde is.

Enkele debatten

In de hoofdstukken 3-6 gaan de schrijvers over verschillende onderwerpen met elkaar in debat. Ik belicht per hoofdstuk enkele facetten.

Rechtvaarding en heiliging – Willem Ouweneel gebruikt in dit hoofdstuk een erg vreemd bouwkundig beeld. Hij plaatst de rechtvaardiging in het fundament, maar laat het geen deel uitmaken van het gebouw dat onder andere bestaat uit: gelijkvormig-heid met Christus, het eeuwig leven, intimi-teit met God en vervulling met Gods Geest. Zover mij bekend is het erg onlogisch deze aspecten van elkaar te scheiden. Als Willem Ouweneel de fundamenten onder zijn werkkamer verwijdert, zal hij na enige tijd allerlei vreemde scheuren zien tussen zijn werkkamer en het keukengangetje. Ook in de plaats Huis ter Heide is het name-lijk zo dat wie een fundament uit de grond haalt, zijn huis langzaam met de grond gelijk maakt. Jan Hoek beseft dat maar al te goed: ‘Je kunt toch niet volhouden dat de kamers van een huis belangrijker zijn dan het fundament? Zonder fundament kun je in die kamers toch niet wonen?’ Ik geef hem groot gelijk. Wat verder opvalt, is dat Willem Ouweneel de rechtvaardigingsleer in de lijn van Augustinus handhaaft, zoals ook de katholieke kerk deed: jij bent tot een recht-vaardige gemaakt. Niet alle evangelischen vinden dat aantrekkelijk en volgen veeleer de protestantse traditie die Jan Hoek hand-haaft. Bij die laatste groep hoor je als je geen moeite hebt met Opwekking 578: ‘U redde mij en riep mijn naam, gaf mij weer hoop, een nieuw bestaan, bekleed met uw gerech-tigheid; O, Jezus. U redde mij.’ Waar sta je: aan evangelische of gereformeerde zijde?

Verbond en waterdoop – Beide sprekers kruisen krachtig hun degens bij deze thematiek. Gereformeerden bena-drukken vooral de continuïteit tussen OT en NT, terwijl evangelischen de disconti-nuïteit tussen beiden benadrukken. Wil je weten waar je zelf staat? Wat vind je dan van de volgende (even anonieme) uitspraak: ‘De beloften aan Israël gedaan, worden niet aan de Kerk (voornamelijk uit de heidenen)

vervuld, maar worden ten principale in Christus vervuld en vervolgens gaande-weg in de geschiedenis gerealiseerd voor heidenen en Joden.’ Jan Hoek zegt hierna: ‘Hier ligt de grote fout van de vervangings-theologie, die stelt dat de Kerk in plaats van Israël is gekomen’. Een doorwinterde gere-formeerde Die Hard zal dat niet beamen. Voor Jan Hoek geldt niet een vervangings-theologie maar een verbredingstheologie (37). De spannende vraag waarop hij zich baseert voor de babydoop, blijft dan wel bestaan.Trouwens: de bovenstaande ano-nieme uitspraak komt uit de gereformeerde Hoek.

Na dit hoofdstuk verlangde ik naar nog wat meer interactie tussen beide schrijvers. Hoe zouden ze reageren op elkaars eerste reac-tie? Dat blijft verborgen voor de lezer. In het nawoord stelt Patrick Nullens de vraag hoe evangelischen omgaan met de babydoop. Herdopen ze gelovigen die als baby zijn gedoopt? Staat of valt de doop met de doop-leer: wie fout onderwezen is, mag opnieuw de doopvont in? Boeiend vraagstuk!Een ander punt dat beide schrijvers bena-drukken, is de trouw aan de collectieve kerk. Beiden keuren het verschijnsel van veel christenen, die hun (veronderstelde) zieke gemeente in de steek laten, af. In plaats van te kiezen om samen de schouders onder de gemeente te zetten en te bidden, scheiden deze gelovigen zich erg vlot af. Dit collectief belang ontbreekt ook in ons land bij veel evangelischen, die het individualisme hoog in het vaandel dragen. Wie zich laat dopen in water, ziet zichzelf dan enkel als discipel van de Heer en vergeet dat de doop hem in het koninkrijk Gods, waar juist het col-lectief hoog in het vaandel staat, plaatst. Beide schrijvers hopen dan ook dat veel gelovigen zich bevrijden van dit ik-gerichte gevoelsdenken.

Kerk en ambt – Het valt op dat beide auteurs verschillende accenten leggen in dit gedeelte. Willem Ouweneel benadrukt de vorm van kerk en ambt, terwijl Jan Hoek vooral de inhoud ervan benadrukt. Zo stelt laatstgenoemde: ‘Wat ik in het gerefor-meerde ambtenpatroon als echt bijbels ervaar, is de drieslag: verkondiging, herder-lijke zorg en dienst van barmhartigheid’. Welke aspecten zouden dat zijn bij evange-lischen? Daarop geeft Willem Ouweneel niet

direct antwoord. Wel benadrukken beide schrijvers dat een bijbels-verantwoorde gemeentestructuur zich kenmerkt door de gaven van de Geest die zowel door broeders als zusters voluit tot hun recht komen. Hoe reageren wij op het gereformeerde stand-punt? Bij het lezen van dit gedeelte komen ook de onderlinge verschillen tussen VEG en ECV bij mij naar boven. Juist VEG-ers stellen tegenwoordig meer dan enkele de-cennia geleden, dat de figuur van de ene voorganger die dikwijls de hoofdcontrole over de dienst en gemeente heeft en alle taken uitvoert, achterhaald is: in de gemeente gaat het om teamwerk. Dat is een goede zaak waar ook ECV-ers op moeten letten, want ook zij kunnen in een kerkstruc-tuur verstrikt raken waar de fulltimers als bedienaren van de eredienst in de onjuiste rol van de ene voorganger kruipen.

Christenen en de wet – Dit laatste gedeelte staat vooral stil bij de plaats van de sabbat in het leven van de christen. Jan Hoek wijst erop dat sommige gereformeerden stellen dat de zondag niet in plaats van, maar in nauwe aansluiting met de sabbat staat. Willem Ouweneel post daarop de polemieke uitspraak: ‘laat de heerlijke zondag erbuiten; die heeft met het vierde gebod niets te maken.’ Volgens Willem Ou-weneel erkennen evangelischen het ware karakter van de zondag meer dan gerefor-meerden. Is dat werkelijk zo? Waar sta je: aan evangelische of gereformeerde zijde? Hoe zie jij de relatie tussen de zaterdag en de zondag in Gods heilsplan?

Hoewel ik in deze recensie slechts enkele facetten uit het boek kan aanraken, hoop ik de nieuwsgierigheid van de lezer te hebben geprikkeld om het boek zelf in handen te nemen en te lezen. Samenvattend kan ik concluderen dat de discussies in dit boek mijzelf erg uitdaagden om mijn eigen geloofsbelijdenis beter te ontdekken en te vergelijken met het standpunt van andere medegelovigen die dan wel in een andere traditie staan, maar samen met mij Christus erkennen als Bevrijder en Bevelhebber. Vanuit de eigen geloofsstimulans die het boek me gaf, raad ik het graag allen aan. Het is bijvoorbeeld een boeiende zaak om de delen in dit werk samen met anderen in een kringgesprek te bespreken. Bij deze dus: van harte aanbevolen!

8 9

recensie door Raymond R. Hausoul

GErEForMEErDEN EN EVANGELIScHEN

overeenkomsten en verschillen in actueel perspectief

Willem J. Ouweneel en Jan Hoek

Vaassen: Medema, 2011.

140 p., €14,95.

Page 6: ECV-NB nr. 1 -2012

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Inte

rvie

w

TEAr crAFT IN EEN NIEUW kLEEDJE

vervolg op p. 13

koen Maeyens

Sinds 1 september mag ik het personeel van het Evangelisch Jeugdver-bond (hierna afgekort als

EJV) versterken. Ik neem jullie dan ook graag een weekje op sleep-touw. Stap mee in de wondere wereld van een EJV-coördinator.

Maandag 30 januari 2012

Het weekend zit er op, een nieuwe werk-week is begonnen. Voor ik met de auto naar het EJV-kantoor in Heverlee vertrek, lees en beantwoord ik nog even de verschillende mails die tijdens het weekend binnenkwamen. Deze keer zijn er enkele vragen bij van ouders over de data van de EJV-zomerkampen. Dat is logisch, het zo-merverlof wordt ingepland en dan is het handig om op voorhand de data van de verschillende zomerkampen te kennen. Een jaarkalender zou hier een handige oplossing voor kunnen zijn. Begin sep-tember een kalender op de mat met alle data van de kampen en vormingen voor het komende schooljaar … Een goed idee om mee te nemen als ik denk aan de toe-komst van het EJV!

Vandaag staat de EJV-website op mijn programma. Je hebt het al geraden: het wordt hoog tijd om de info over de zo-merkampen online te zetten. Na een paar uur alle info, kamp na kamp, in te geven, ben ik stiekem aan het dagdromen over onze nieuwe website. Het zal een hoop werk schelen als elke hoofdleider in de toekomst zijn eigen kampinfo zal kunnen uploaden. Ik dacht dit eventjes te doen, maar het is toch een hele karwei. Het EJV heeft namelijk een ruim aanbod aan

kampen, maar dat is en-kel een positieve zaak! Als je dan stilstaat bij alle vrijwilligers die zich elke zomer inzetten om van deze kampen een feest te maken, dan kun je als coördinator God enkel dankbaar zijn voor elk van hen. Zo ga ik met goede moed verder met het up-loaden van de info.

’s Avonds, rond half zes, rij ik nog even over en weer naar huis om gezellig samen met mijn vrouwtje te eten. Vanavond staat er een vergadering van BREEZE, onze bovenlokale werking voor 16 tot 25-jarigen, op de agenda. Ik zal dus ver-moedelijk niet vroeg thuis zijn…

Dinsdag 31 januari 2012

Het is bijna een ochtendritueel gewor-den: laptop aan, mailbox open. Snel overloop ik mijn inbox op zoek naar drin-gende mails die ik vanochtend moet be-antwoorden. Tegen tien uur ben ik weer op de baan, maar deze keer richting Gent. Ik heb vandaag een afspraak met Pieter Nolf, de directeur van het IJD, de Interdi-ocesane Jeugd Dienst. Het IJD is, net als het EJV, een jeugdwerkorganisatie die er-kend is door de Vlaamse Gemeenschap, maar dan gekaderd binnen de Vlaamse katholieke kerk. Als nieuwe coördinator ben ik benieuwd wie de medewerkers zijn, wat ze doen en hoe ze georganiseerd zijn. Ik heb reeds verschillende formele en informele gesprekken gehad met ver-antwoordelijken uit het jeugdwerk. Toch was dit gesprek anders dan de anderen omdat we met elkaar over God konden praten. Voor ik vertrok, kreeg ik van hem een bemoediging mee naar huis: ook al is het EJV een kleine jeugdorganisatie, jul-lie hebben een belangrijke taak, namelijk licht en zout zijn in Vlaanderen!

’s Namiddags ben ik ijverig de beleidsnota van het IJD aan het doorlezen, gevolgd door die van Filip De Cavel en die van Jeroen Cocquyt van het EJV. Zoveel kaas heb ik nu ook nog niet gegeten van deze materie. Ik ben dan ook blij dat ik sinds sep-tember het ondersteuningstraject beleids-planning van Steunpunt Jeugd kan volgen: een bijscholing om meer achtergrondinfor-matie te verzamelen rond het schrijven van een beleidsnota. Het is een plek waar je met al je vragen terecht kunt en gecoacht wordt doorheen dit grootse project.

Woensdag 1 februari 2012

Woensdag werk ik steeds een halve dag. Vanochtend bereid ik de vergadering voor volgende week maandag voor. Het planningsteam komt dan voor de eerste keer samen. Met dit team zal ik het komende jaar de beleidsnota vorm geven.

Donderdag 2 februari 2012

Het nieuwe EJV-activiteitenboekje is van-daag op kantoor toegekomen. Hier was ik een paar weken zoet mee: informatie en foto’s verzamelen, onze grafische vormgeefster briefen, feedback geven op het ontwerp, laatste, kleine foutjes eruit halen, … Het resultaat mag er zeker wezen. Straks haal ik ook de nieuwe lid-kaarten van het EJV op. We weten dus wat ons de komende weken te doen staat … de verzending voorbereiden.

Zaterdag hebben we het eerste, grote evenement van het jaar, de eerste Timo-theüsdag staat weer voor de deur. Deze gaat door in de School met de Bijbel te Kortrijk. Ik kijk vandaag nog even alles na Is alles geregeld? Hebben we niets over het hoofd gezien?

UIT HET DAGBoEk VAN

10 11

koen en An, enige tijd geleden (hoe lang is dat nu precies) heb-ben jullie Tear craft van Jackie Declercq overgenomen . Willen jullie je kort voorstellen aan de voltallige EcV-familie?“Sinds midden augustus 2011 ben ik, An, aan de slag als algemeen directeur bij Tear Craft en verantwoordelijk voor alle admi-nistratie, de stands, degustaties en bestel-lingen van Tear Craft. Daarbij kan ik op de enorme steun van mijn lieve echtgenoot re-kenen, mijn trouwe chauffeur en website- beheerder. De volledige overname ver-loopt geleidelijk zodat Jackie op een rustige manier kan uitbollen terwijl ik de knepen van het vak ontdek. Ik ben ontzettend dankbaar voor zo’n goede leermeester.

Laat ik eerst iets over mijzelf vertellen. Ik ben An De Meester, gehuwd met Koen Degraeve; samen hebben we twee prachtige dochters: Jedidia (5j) en Jemima (3j). We wonen te Ieper en zijn lid van de christen- gemeente te Woesten. Daar heb ik een taak als zondagschoolleidster, jeugdleidster en voorzanger. Als vrijwilligster help ik twee dagen per week bij de jongste school-gangertjes van de School met de Bijbel De Ark, te Kortrijk, waar onze kinderen school lopen. Koen is jeugdleider en geluidstech-nicus in de kerk. In het dagelijkse leven is hij leraar Nederlands/Informatica in een middelbare school te Poperinge. Als koppel zijn we actief betrokken bij de organisatie van Beachpraise en bij Flanders Gospel Choir.”

Waarom heb je deze zorg op je genomen en hoe ben je ertoe gekomen?

“Al jaren werkt mijn moeder mee als vrij-willigster in Tear Craft-Gent en omstreken. Op die manier kende ik deze eerlijke handel

een beetje. Als tiener hielp ik ooit in de Tear Craft-winkel. Met mijn mama op een stand, vond ik het altijd heel plezant. Verko-pen, het praatje met de mensen, enz. Toen ik trouwde en in Ieper ging wonen, kwam Jackie af en toe over de vloer met compu-terprobleempjes en met de vraag om een catalogus te maken. Tijdens deze gesprek-ken kwam wel eens naar boven dat Jackie een jaartje ouder werd en hij stilletjes uit-keek naar een opvolger voor Tear Craft. Het concept van Tear Craft heeft me altijd heel erg geïnteresseerd: mensen die het minder goed hebben, helpen door het (ver)kopen van ‘(H)eerlijke’ producten. Door het aan-kopen van eerlijke producten geven we mensen in ontwikkelingslanden het loon dat ze verdienen, naar inspanning en werk. We voorzien in onderwijs en gezondheids-zorg voor kinderen. Vele voedingsproduc-ten zijn biologisch. Zo respecteren we het milieu. De mensen kiezen hun werkuren en we voorzien in goede werkomstandig-heden. Wij maken het verschil en gebruiken onze macht als consument om hen die het minder goed hebben, te helpen. Daarop is ook onze slogan gebaseerd: ‘Voor hen een wereld van verschil’.

Toen onze jongste dochter, Jemima, in juni 2011 haar schoolloopbaan startte, bleef ik als huismoeder in een leeg huisje achter. Enkele koppels uit onze gemeente baden met ons mee voor een nieuwe richting in ons leven. Tijdens deze periode van gebed en zoeken naar Gods wil voor mijn leven, kwam duidelijk naar voor dat ik, ook samen met Koen, moest leren compleet afhanke-lijk te zijn van Hem. Met Tear Craft kreeg ik die kans: geen inkomen, geen zekerheid van verkoop en geen zekerheid van mede-werkers, maar het was alsof God mij zei: ‘Leer Mij hierin te vertrouwen en wees af-hankelijk van Mij.’ Zo heb ik de stap gezet.”

Het nieuwe kleedje verwijst naar de nieuwe generatie, nieuwe uitdagingen en mogelijkheden met vooral de ontwikkeling van de webshop . Hoe ben je ertoe gekomen?“Aan de hand van het nieuwe logo dat net ontworpen was, hebben Koen en ik aller-hande documenten aangepast, de infofol-der in een nieuw jasje gestopt, alsook de website een compleet nieuwe look gege-ven: kijk op www.tearcraft.be. “

In het najaar was ik aanwezig op een degustatie-avond met Tear craftproducten . We waren met een kleine groep, maar ’t was heerlijk, zowel de hapjes als het samenzijn over kerkgrenzen heen . kan je daar iets meer over vertellen?

“Degustaties werden voordien al her-haaldelijk op enkele vaste plaatsen met steeds hetzelfde publiek georganiseerd. Deze formule wou ik graag uitbreiden om-dat dit aanspreekt. In een huiselijke sfeer kan je hapjes en drankjes kiezen die je wil voorstellen aan je gasten. Ondertussen krijgen ze bijhorende uitleg over wat ‘eer-lijke handel’ precies inhoudt en informa-tie over de voedingsartikelen. Je hebt zelf kunnen ervaren dat dit supergezellig was en, ja hoor, de verkoop was ook heel goed! Ondertussen leer je mensen kennen en kom je op plaatsen waar je anders niet zou komen. Daar hou ik wel van. Hebt u, lezer, interesse in zo’n degustatie, neem gerust contact met ons op via [email protected].”

Voor bestellingen kun je terecht op de web-shop van Tear Craft: www.tearcraft.be, en natuurlijk op onze stands op de grote chris-telijke evenementen doorheen het land.

Fabiola Catrysse Koen Maeyens

Page 7: ECV-NB nr. 1 -2012

Sti

chte

nd

art

ike

l

Uit het dagboek - vervolgfo

to u

it fil

m L

ourd

es

Dit was natuurlijk geen gewone boodschap voor ons allemaal. Omdat dit toch wel heel bijzonder was, kozen we ervoor om hier allemaal hard voor te bidden en ikzelf heb toen 2 weken volledig gevast om Gods wil tot in de kleine details te weten en mijn eigen wil totaal achter te laten.Toen we daar aankwamen, was het zeer moeilijk om zelfs maar over het evangelie te spreken, want Dubai is een islamitische land. Als je daar over het evangelie spreekt, heeft iedereen het recht om je te doden in naam van Allah.Aan de andere kant waren we ook zeker dat onze Heer Jezus altijd bij ons is en ons nooit in de steek zou laten. In dat besef hebben we toch beslist om het evangelie door te geven.

De familie van mijn vaders kant is een heel grote familie: mijn vader heeft 6 zussen en 2 broers en alleen al zijn oudste broer heeft 9 kinderen! Eén van deze kinderen was al 40 jaar verlamd door kinderverlam-ming. Dus was het voor ons duidelijk op wie we ons mochten richten.

We hadden de familie reeds een paar keer bij elkaar gekregen en geprobeerd om het evangelie door te geven maar het blokkeerde altijd… Het was alsof onze familie niet kon of wilde geloven want ze hadden zelf nog nooit iets meegemaakt en ze kwamen al-tijd met de vraag of het wel kon dat de al-machtige God op aarde gekomen was. En het was dus zeer moeilijk voor hen om te kunnen geloven dat Jezus voor onze zon-den, onze ziekten, zwakke punten,... aan het kruis gestorven is en na 3 dagen weer tot leven was gekomen.Met andere woorden: ze waren tot het punt gekomen dat ze nu een wonder van God wilden zien, een wonder in de naam van die Jezus. Enerzijds voelden wij dat het moment hiertoe gekomen was; anderzijds hadden we de toestemming van God nog niet gekregen. De tijd begon nu echt wel te dringen want we hadden nog maar een paar dagen vakantie over.

Samen gingen we volhardend in gebed, wachtend op Gods toestemming. Op de voorlaatste dag van ons verblijf, werd mijn

pa wakker met de zekerheid dat het van-daag de juiste dag was. Dus begon iedereen weer te bidden. Ikzelf heb deze dag weer gevast en heb aan God beloofd dat ik niet meer zou eten tot het verlamde familielid genezen zou zijn. Ik was overtuigd dat de verlamde die avond zou genezen worden.

Tijdens mijn gebed werd ik ingegeven om geduldig te blijven en nooit op te houden met bidden. Na deze boodschap overviel twijfel in verband met het moment mij. Ik bad verder om zeker te zijn en na een lange gebedstijd, kreeg ik het volgende bij-belgedeelte in mijn gedachten: Jk5:13-20, samen met de overtuiging dat de genezing nog niet voor vandaag bedoeld was, maar voor de dag nadien, dus zaterdag. Nadat we samen het tekstgedeelte doorgenomen hadden, was iedereen blij en gerustgesteld dat het zó echt Gods wil was. We vertrok-ken voor een laatste bezoek aan onze fa-milie. We kwamen aan vrijdagavond om-streeks 19.30u. Ik vertelde de aanwezigen wat God ons duidelijk had gemaakt. Zo waren ze enigszins op de hoogte van wat ze konden verwachten en wat er die avond zou gebeuren.Daarna begonnen we het huis te heiligen. Ondertussen vernamen we dat 3 kinderen die vroeger in dit huis gewoond hadden, tot geloof gekomen waren door verhalen uit de Bijbel. Dit bevestigde voor ons dat we in het juiste huis waren.

We begonnen onze Heer Jezus te aanbidden en zo de heilige Geest uit te uitnodigen. Daarna baden we allemaal voor de gene-zing van Soheila (mijn verlamde nicht). Ik kan je verzekeren, het was geen gewoon gebed! Iedereen bad op zijn knieën en vroeg om Gods kracht zodat mijn nicht weer recht zou kunnen staan en lopen. Jammer genoeg gebeurde er niets in het

GETUIGENIS VAN PADASH

Een jongvolwassen Iranese christen vertelt

Johan Leroy

1ste uur. Dus bleven we verder bidden. Ook het 2e uur ging voorbij en zo ook het 3e en het 4e uur. Elk uur van gebed verminderde ons vertrou-wen. Iedereen dacht bij zichzelf: het gaat toch niet gebeuren. Ik ben toen even alleen gaan bidden tot Jezus en ik vroeg Hem : ‘Waarom gebeurt er niets? Het is toch Uw wil en we hebben alles tot in detail gedaan zoals U gevraagd heeft? Waarom doet U niets’? En God gaf mij weer dezelfde boodschap: ‘Blijf geduldig bidden tot het komt van Heer.’ Ik kreeg ook de innerlijke overtuiging dat de zieke zou gene-zen, niet op vrijdag, maar wel op zaterdag.Rond 23.30u baden we weer samen, vol goede moed. Ik wist gewoon dat het zou gebeuren maar we moesten geduldig blijven bidden tot de Heer zou komen (trouwens het was nog geen zaterdag!)Om middernacht heb ik tegen iedereen gezegd dat de tijd gekomen was, dat de Heer iets groots zou doen. Ik moedigde iedereen aan om te blijven bidden .

Het was zaterdag. Nu moest het gebeuren. Iedereen knielde omdat God zou komen. We waren heel erg overtuigd en baden nog harder. We riepen tot God en huilden opdat Hij haar zou aanraken en haar zonden zou vergeven.

Het was precies 00.30u toen de Heer bij ons kwam. Hij heeft Soheila genezen. Nadien ver-telde ze dat ze plots warmte in haar benen voelde. Opeens kon ze rechtstaan en lopen. Ze knielde voor de Heer en wij allemaal natuurlijk ook!

Na deze gebeurtenis hebben heel wat van onze familieleden zich bekeerd tot Jezus. Omdat ze zo’n grote groep vormden, hebben de verant-woordelijken van de ondergrondse kerk hen in 3 à 4 kleinere groepen verdeeld. Zo zijn er 3 of 4 ondergrondse kerken bij gekomen!”

Vrijdag 3 februari 2012

Eerst rijd ik langs het EJV-kantoor om alle spullen op te halen. Dan vertrek ik richting Kortrijk. Het wordt uiteindelijk een hele rit: file bij Brussel door de eerste sneeuwval en een wegomlegging in Kortrijk. Twee uur langer dan voorzien, onderweg; het zit me vandaag niet mee. Gelukkig staan in de school al verschillende helpende handen mij op te wachten. We kunnen onmiddellijk van start gaan: stoelen en tafels klaarzetten, geluidsinstallatie opstellen, versiering ophan-gen… Om negen uur ’s avonds lijkt alles afgerond en kunnen we de sneeuw opnieuw trotseren. Wat een dag, wat een rit, … Om twaalf uur kruip ik gauw mijn bedje in, want morgen is het weer vroeg dag.

Zaterdag 4 februari 2012

Om half zeven sta ik op, om rond zeven uur te vertrekken … Vandaag is het een grote dag, de Timotheüsdag in Kortrijk. We verwachten vandaag 86 kinderwerkers. Hopelijk weerhoudt het weer niet te veel mensen om te ko-men. Niet alles loopt zoals gepland, maar als coördinator probeer je in alle situaties het hoofd koel te houden. Je probeert alles in goede banen te leiden. Ik denk dat we terug mogen kijken op een geslaagde dag, waar we kinder-werkers mochten helpen kinderen de weg te wijzen naar God. Voordat ik naar huis vertrek, breng ik alle spullen terug naar het EJV-kantoor en dan … kan het korte weekend van start gaan …

Maandag 6 februari 2012

‘s Ochtends is het een bemoedigende en opbouwende vergadering met het planningsteam. We beginnen vol enthousiasme aan het nieuwe beleidsplan. De komende maanden worden druk, met verschillende enquêtes die de deur uit gaan. We zijn namelijk benieuwd naar jouw mening en ideeën. Samen willen we het EJV vormgeven onder Gods leiding en inspiratie!

Zoals je kon lezen, is één van mijn grote taken dit jaar het schrijven van een nieuwe beleidsnota. Hierin geven we aan wat we als jeugdorganisatie willen bereiken: onze visie, missie en doelstellingen die we in de komende beleids-periode willen halen. We zien het als een uitdaging om onze werking onder de loep te nemen en gestructureerd en georganiseerd te werken aan een nieuw beleid, waarin alle belanghebbenden betrokken worden. Willen jullie mee bidden dat we hierin Gods verlangens met het EJV mogen neerschrijven, zodat we als jeugdorganisatie verder het zout en licht mogen zijn tussen alle andere jeugdbewegingen in Vlaanderen?!

Personalia:Koen Maeyens (1982) studeerde theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit te

Leuven. Na verschillende jaren binnen het Protestants-Evangelisch Godsdienstonderwijs

als leerkracht voor de klas te staan, is hij sinds 1 september 2011 werkzaam als algemeen

jeugdwerkcoördinator bij het Evangelisch Jeugdverbond. Een taak die hij graag met veel

enthousiasme wil aangaan de komende jaren. Reeds verschillende jaren was hij betrok-

ken bij het EJV als vrijwilliger, lid van de Raad van Bestuur en nu dus als personeelslid.

Hij heeft letterlijk van zijn hobby zijn beroep kunnen maken. Eveneens in 2011 is hij ge-

trouwd met Mirjam en sindsdien lid van de Evangelische kerk Terberghe in Boom.

“Voor we met ons gezin op vakantie vertrokken naar Dubai, waar heel wat familieleden wonen, had ik van verschillende leden van onze kerk de bood-schap gekregen dat God ons wilde gebruiken om een verlamd familielid te genezen. Daardoor zou onze familie gered worden en tot geloof komen.

12 13

Page 8: ECV-NB nr. 1 -2012

Sti

chte

nd

art

ike

l

LITUrGIE IS EEN WErkWoorD

De zang bij de eerste christenen Update evangelisatieactie 2011Raymond R. Hausoul Luc Vandevorst

PluriformiteitEen gemeente die zich graag wil spiegelen aan de christenen in de eerste eeuw, vraagt zich wellicht wel eens af hoe deze eerste christenen God aanbaden. Wat kunnen we van hen leren en wat zouden wij tegenwoordig helemaal anders doen? In het verleden is veel onderzoek verricht naar de wijze waarop de eerste christenen God dienden en aanbaden. Ondanks dat de bronnen hierover schaars zijn, proberen we toch ons een beeld te vormen van hetgeen zich bij deze eerste gelovigen in de aanbidding afspeelde. Hierbij dient er duidelijk op gewezen te worden dat er geen sluitende en roest-vaste vorm aanwezig was in de oude kerk. Dat maakt het onderzoek moeilijk, maar verrijkt ook het beeld van de eerste christenen. De vroege gemeente aanbad haar Heer op verschillende manieren en met verschillende middelen. Voor aanbidding bestond geen homogene standaardvorm. Net zoals het reukwerk dat in het Allerheiligste aan Jahweh gebracht werd, uit verschillende grond-stoffen was samengesteld, was ook de aanbidding pluriform, omdat ook de gemeentes pluriform waren (vgl. Ex30:34-36). Er heerste een ordelijke verscheidenheid in de gemeentes. Daar-om kunnen we enkel bespreken hetgeen binnen deze waaier van verschillende aanbiddingsvormen mogelijk was.

De spontane zang bij de eerste christenen

Verrassend genoeg stellen we vast dat de gelovigen in de vroege eeuwen na Christus niet alleen in de eredienst, maar ook tijdens de liefdesmalen die ze met elkaar hadden, stichtelijke liederen tot elkaar zongen. Paulus gaat er al van uit dat sommige gelovigen een loflied

op hun hart krijgen ter stichting van de gemeente, net zoals anderen een profetie ontvangen (1Ko14:26). Ook spreekt de apostel over de relatie tussen muziek en de heilige Geest op het moment dat hij de gemeente in Efeze oproept vervuld te zijn met de Geest. Het zingen was een bezigheid die ‘in de Geest’ kon plaatsvinden (vgl. 1Ko14:15). Zo waren er christenen in de gemeente die hun blijdschap over het geloof spontaan in een lied uitten. Deze ‘spontane’ liederen werden door de gelovigen zelf gedicht en meegeno-men om tijdens de maaltijden samen te zingen. Uiteraard werden tijdens deze gemeenschappelijke maaltijden ook oudere liederen gezongen. Langzaamaan ontwikkelde de gemeente op die manier een groot repertoire aan liederen. Deze liederen werden veelal geschreven in het Grieks. Zelfs in Rome kenden de christenen deze gewoonte. Pas in de latere vierde eeuw werd gebruik gemaakt van het Latijn.

Door het grote repertoire aan liederen, kwamen de spontane liederen echter minder voor. Binnen het kader van de al-gemene institutionalisering zien we dat vanaf de vierde eeuw door de kerkleiding alle vormen van spontane (gemeente)zang aan banden werd gelegd. Voortaan zouden alleen kerkkoren nog zingen, met een vast liederenrepertoire. Robert Door-nenbal juicht het vandaag de dag toe als muzikaal begaafde christenen de heilige Geest vragen of Hij hun gave dusdanig wil bekrachtigen zodat ze tot een charis-ma wordt, die buiten en binnen Christus’ gemeente heil en zegen verspreidt.

De onderwijzende zangLiederen werden in de Bijbel veelal gebruikt om Gods volk te onderwijzen.

Dat aspect bleef ook bestaan bij de christenen. Zo gebeurde het tijdens de strijd tussen Arius en Athanasius dat liederen gemaakt werden om de eigen leer te verkondigen. Arius argumen-teerde dat de Zoon een oorsprong had gekend en niet van eeuwigheid Zoon was geweest. Athanasius (en met hem het concilie van Nicea, 325n.Chr.) verwierp die gedachte en stelde dat Christus van eeuwigheid af God de Zoon was. De Zoon had geen begin gekend als Godheid. Beiden gebruikten ze populaire liederen om hun argumenten te verkon-digen. In het oosten deed de anti-Arian, Efraïm de Syriër, dat op zo’n succesvolle manier, dat hij ‘de citer van de heilige Geest’ werd genoemd.

Juist dit onderwijzende aspect is iets dat ikzelf vooral mis in vele heden-daagse christelijke liederen. Zowel in de wereldse als in de christelijke muziek lijkt de boodschap enkel heel algemeen om liefde te gaan. Echt onderwijzende liede-ren, zoals we dat vinden in de Psalmen of in andere Bijbelse liederen ontbre-ken in ons repertoire. Door het dalende interesse in Bijbelstudie draagt dit het gevaar met zich mee dat Gods gemeente zich uiteindelijk nog enkel door liederen laat leiden die echter ook weinig onder-wijs – in de breedte van het woord – bevatten. Dat zou een verlies aan waar-de zijn. Als gelovige doet het me dan ook deugd om te genieten van juist die liederen die me opnieuw onderwijzen over Gods heil en verder zien dan enkel de goedheid en liefde van de Heer.

In Hem verbonden1514

HooP Voor VLAANDErEN

Info

rme

ren

d a

rtik

el

Alweer zijn vier maanden vervlogen sinds de actie ’Hoop voor Vlaanderen’ plaatsvond. Zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld stond, was er een redelijk goede opkomst en verliep de samenwerking tussen de drie participerende denominaties uitstekend.

Na de actie waren ook ontdekkingsavonden gepland. In Zaventem waren op deze avonden n totaal vijftien mensen (grotendeels jonge-ren) aanwezig, waarvan vier nieuwe mensen. Zij volgen nog steeds bijbelstudie en worden begeleid. In Ieper waren de eerste avond vijftien, de tweede avond veertig mensen aanwezig, waarvan vijf nieuwe. De ontdek-kingsavonden gaan nog steeds verder en één persoon gaat al naar de zondagmorgen-samenkomst. In Oudenaarde waren dertig mensen aanwezig, waarvan zes nieuwe. Eén persoon komt al trouw naar de zondag- morgensamenkomst.In Hasselt waren er in totaal vijfentwintig mensen aanwezig, waarvan acht nieuwe.In Hasselt is, tijdens de avond van de actie, zeker één persoon tot geloof gekomen. Hij wordt persoonlijk begeleid en volgt bijbel-studie.Daarnaast worden enkele jongeren uit de omgeving van Koersel, die op de avond in Hasselt aanwezig waren, verder begeleid.Op vrijdag 20/01/12 zijn we in Peer gestart met een nieuwe reeks startstudies (ont-dekkingsavonden). Er waren zesentwintig mensen aanwezig, waarvan tien nieuwe. Van die tien waren er vijf aanwezig in Hasselt. Dus de Here heeft harten aangeraakt en is bezig deze tot Zich te trekken!

“Met koorden van liefde trok ik hen” Hs11:4

Hieronder een paar reacties die ik van verant-

woordelijken of oudsten mocht ontvangen:“In de eerste plaats moet ik zeggen dat een dergelijke actie zeker een boost geeft voor sommige mensen om het evange-lie te vertellen of vrienden uit te nodigen. Ten tweede kan door dergelijke acties ge-poogd worden om de gemeente meer te betrekken bij evangelisatie in de ruime zin van het woord. Tevens is er terug een gele-genheid om medegelovigen te ontmoeten en met hen samen te werken. Ik hoorde ook positieve opmerkingen van enkele jonggelo-vigen die geraakt waren door de boodschap.”

Andere reactie:“Kritiek geven zou makkelijk zijn, zoals bij alle acties die in het verleden ondernomen zijn. Maar: ik onthoud de wonderen, die ik gezien heb: zeven keer meer aanwezigen dan ik had verwacht.”

De aanwezigen op de ontdekkingsavonden.• Eén man, die sindsdien trouw elke zondag in de samenkomst is.• Het enthousiasme en gebedssteun van andere gemeenten in de voorbereiding van de actie.• De grote delegaties van die gemeenten op de avond zelf.• De betrokkenheid bij de organisatie en praktische uitvoering van andere (en jon-gere) mensen dan bij vorige gelegenheden (de aflossing van de wacht, die eraan komt)• De talrijke aanwezigheid op de voorberei-dende bidstonden, ook weer van mensen, die anders zelden op een bidstonde opduiken. • Een organisatiecomité, dat staat te trap-pelen om opnieuw aan de slag te gaan. “

Temeer daar we intussen horen, dat er ook in andere gemeenten (aan wie ‘Hoop voor Vlaanderen’ nu om wat voor reden dan ook

voorbijgegaan is) verlangen naar, en gebed voor opwekking is.Dus: wanneer ‘Hoop voor Vlaanderen 2’?”

Misschien dat we met z’n allen meer van de actie verwacht hadden. Dat er meer direct resultaat te zien zou zijn. Dat er meer vrucht zou zijn. Maar Gods economie werkt anders dan de aardse. Op aarde moet er zo snel mogelijk resultaat, opbrengst, winst zijn. Hier moet alles onmiddellijk renderen.

God werkt anders. Gods molen maalt lang-zaam, maar heel fijn. Trouwens, God heeft met menselijke harten en gedachten te doen. Dat is echt geen makkelijke materie om te bewerken!

“Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert.” Lc 15:10

Laten we onze Here danken voor:• Al de gemeenten die het voortouw geno-

men hebben en bij de organisatie van de actie actief betrokken waren.

• Al de broeders en zusters die zich volledig ingezet hebben om de geplande avonden te doen slagen en de bezoekers een warm welkom aanboden.

• Het vlot verloop van het programma op de avond zelf.

• Voor de contacten die opgevolgd en bege-leid worden.

Laten we bidden:

• Dat de Here al die contacten tot Zich zal trekken. Opdat allen wederom geboren en toegevoegd mogen worden aan Zijn gemeente tot lof en eer van Zijn Naam!!

Prijs de Here!

HVVHVV

“Want ik schaam mij het evangelie niet want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft” Rm1:16

“Verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen…” 2Tm 4:2

Page 9: ECV-NB nr. 1 -2012

stripverhaal

vera

ntw

oord

elijk

e ui

tgev

er: R

aym

ond

Hau

soul

, Iep

er