Duurzaam spoor op het spoor...• De model focus is op degradatie; modeluitbreiding is nodig om...
Transcript of Duurzaam spoor op het spoor...• De model focus is op degradatie; modeluitbreiding is nodig om...
1
1
Michaël Steenbergen
Assistant Professor Railway Engineering
Technische Universiteit Delft
Innorail workshop, 28 september 2017
Duurzaam spoor op het spoorAanpak verzakkingen & trillingen;
Onderzoek TU Delft
2
Trillingshinder bestaat niet
• Trillingen: tijdsafhankelijke responsie van discreet systeem (alle massa
geconcentreerd in één ruimtelijk punt; één vrijheidsgraad)
� https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/25/Animated-mass-spring.gif
• Golven: tijdsafhankelijke responsie van systeem met ruimtelijk
verdeelde massa-eigenschappen (in principe oneindig veel
vrijheidsgraden)
• Elementair verschil: golven kunnen energie transporteren - trillingen
niet
• Het concept is zo ingeburgerd dat we het toch maar gebruiken…
2
3
Degradatie & trillingshinder… kosten tijd!
• Degradatie is altijd gekoppeld aan (cyclische) dissipatie van mechanische energie
• Trillingshinder treedt altijd op wanneer de energie opgewekt in de baan door een aspassage de omgeving
heeft bereikt
• Spoordegradatie & trillingsemissie hebben gemeenschappelijk dat het processen zijn in het tijdsdomein.
• Gemeenschappelijke factor: geen toestand maar proces
• Voor de mechanica betekent dit: geen statica maar dynamica; kijk naar tijdschalen en interactie
• Dat kan via een energiemodel
4
Energiebalans
‘’Golven zijn energiedragers’
• Radiatie (uitstraling) van energie: trillingshinder
• Dissipatie (omzetting van energie): zetting, irreversibel gedrag railinfra
trillingsemissie
zettingen/liggingsdegradatie
immissie
3
5
Onderzoeksfilosofie
6
Immissie: energiebronnen in de railinfra
• Primaire bronnen trillingsimmissie:
• statische aslast (1)
• dynamische aslast
bijdragen vanuit:
• rollend materieel (2)
• infra • langsgeometrie (3)
• langsvariatie in systeemeigenschappen (4)
4
7
Immissie: energiebronnen in de railinfra (1)
• Bron categorie 1: statische aslast; quasistatisch eigenveld
• Eigenschappen: niet-propagerend (‘verspreidt zich niet vanuit het wiel-contact’/slechts lokale invloed)
• Relevant voor trillingshinder binnen invloedssfeer, relevant voor zettingen/degradatie
• Beleid: statische aslast is essentie van vervoer; behalve overbelading niet aan te pakken
treinsnelheid
statische aslastspoorbaan
hier GEEN invloedhier WEL invloed
8
Energiebronnen in de railinfra (2)
• Bron categorie 2: dynamische aslast; golfveld
• Eigenschappen: propagerend (‘verspreidt zich vanuit het wiel-contact’/straalt uit/plaatselijke influx
energie)
• Per definitie relevant voor trillingshinder zowel als zettingen/degradatie
• Beleid: dynamische aslast maximaal terugdringen; onderzoek + actie concentreren zich hier:
� Relatie met degradatie en met trillingsemissie
treinsnelheid
dynamische aslastspoorbaan
…en hier OOK (later) invloed!hier invloed
5
9
Bijdragen aan de dynamische aslast
• Vanuit rollend materieel (rol vervoerder)
1. Wielonrondheid materieel
• Vanuit infra (rol spoorbeheerder):
2. Liggingsfouten in de spoorgeometrie
3. Variabiliteit in langsdoorsnede-eigenschappen (dynamische stijfheid)
treinsnelheid
dynamische aslastspoorbaan
…en hier OOK (later) invloed!hier invloed
10
Dyn. aslast - type 1: wielonrondheid
• Onrondheid geeft icm snelheid frequentie-excitatie/dynamische aslast (f=V/L)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
0 1 2 3
fre
qu
en
tie
[H
z]
golflengte op wielomtrek [m]
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3
fre
qu
en
tie
[H
z]
golflengte op wielomtrek [m]
goederentrein (80 km/h)
passagierstrein (140
km/h)
vlakke plaatsen
Gotcha: RMS-hoog
lagere-orde onrondheid
Gotcha: RMS-laag
6
11
Dynamische aslasten type 1 op het NL spoornet
• Studie 2015 met Ricardo
12
Conclusie dyn. aslast - type 1
• Aandacht voor laag-frequente dynamische aslast als immissie
• Registratie is mogelijk via Gotcha-systemen - operationeel
• Aanpak mogelijk via gebruikersvergoeding
• Echter, pas zinvol in een coherente aanpak met overige typen dynamische aslast
7
13
Dyn. aslast - type 2: spoorgeometrie
• Spoor is in de praktijk niet recht/vlak.
• Spoorgeometrie heeft golflengtespectrum
• Interactie met trein levert dynamische aslast
• Van belang is de in het bewegend contact door de
wielen ‘ervaren’ geometrie: d.i., de belaste
geometrie met bijzondere aandacht voor de korte
golven (< orde 7 m)
14
Conclusie dyn. aslast - type 2
• Belaste spoorligging in korte-golf gebied levert belangrijke bijdrage vanuit infra aan dynamische aslast
• Registratie is mogelijk via aspotversnellingsmetingen (en wellicht andere technieken in de markt!)
• Aanpak mogelijk via geometrie-normering
• Opnieuw: zinvol in een coherente aanpak met overige typen dynamische aslast
8
15
Dyn. aslast - type 3: langsvariatie
systeemeigenschappen
• Nederland in vogelvlucht
16
Cobouw juni 2014
9
17
…en dit is wat wielen echt tegenkomen:
18
Dynamische stijfheid: sleutel & meetgrootheid
• Dynamische
(frequentieafhankelijke) stijfheid
sleutelconcept voor kwantificeren
trein-baan interactie bij
systeemvariaties/transities
• Praktische implementatie:
Zweedse RSMV
• Voorbeeld: 3 km spoor in Zweden
10
19
Dynamische stijfheid gemeten in wissel
• Wisselpaneel; meting dynamische stijfheid (10 Hz);
verdubbeling bij overgang hout> beton!
• Let op: statische stijfheid (ontwerpstijfheid 1-2 mm)
blijft gelijk!
20
Conclusie dyn. aslast - type 3
• Dynamische spoorstijfheid en langsvariatie hierin bepalen bijdrage vanuit infra (constructie) aan
dynamische aslast
• Inventarisatie (ernst & omvang) is mogelijk via meting RSMV; meetinzet ProRail in (2016&)2017
• Aanpak evt mogelijk via normering; in ieder geval aandacht vereist voor dynamische ipv statische
stijfheidseisen spooropbouw;
• Tenslotte: alleen zinvol in een coherente aanpak met overige typen dynamische aslast
11
21
Wat is de rol van het systeem zelf?
• Uitvoerig stilgestaan bij ‘laag 1’ in energiemodel: immissie
• Wat doet de opbouw van het systeem zelf?
22
Toetsen dynamische performance spoor
• Deel van 4-jarig programma gefinancierd door ProRail; uitgevoerd door postdoc Mehran Sadri
• Simulatie met wiskundig model: beschouw het spoor als bouwdoos
• Doel: benchmarken traditioneel (statisch!) spoorontwerp mbt dynamische performance
• Prognose relevant voor praktijk: aangepast spoorontwerp kan degeneratie vertragen en trillingshinder
aanpakken
12
23
Wrap-up & conclusions
• Focus, in relatie tot degradatie en trillingshinder, op dynamische aslast, met bijdragen vanuit rollend
materieel en infra (geometrie en stijfheidsvariatie);
• Nog effort nodig m.b.t. categorie #2;
• Voor de eerste keer is een theoretisch model gebouwd dat in staat is lange-termijn degradatie te
kwantificeren en voorspellen;
• Modelprognoses en empirische gegevens wijzen dezelfde kant op;
• Theoretisch model kan traditioneel spoorontwerp benchmarken en robuust spoorontwerp ondersteunen;
• De treinsnelheid is een cruciale parameter m.b.t. degradatie;
• De ballast/substructure stijfheid is de belangrijkste infra-parameter;
• Hogere degradatie te verwachten voor HSL en voor slappe bodems bij conventioneel spoor;
• Deze stijfheid ( als ‘niveau’, nog los van variaties) kan worden ingemeten met de RSMV (zoals in 2017 over
diverse baanvakken);
• Data kan worden gecombineerd - to be continued;
24
Wrap-up & conclusions
• Degradatie neemt toe met toenemende railpad stijfheid, toenemende dwarsliggerafstand en afnemende
railprofiel stijfheid;
• Onafgeveerde massa en dwarsliggermassa blijken geen significante invloed te hebben – met de aanname
van perfect (i.e. invariant en vlak) spoor;
• Ruimtelijke langsvariatie in dsn-eigenschappen en geometrie-afwijkingen (bijdragen dynamische aslast)
moeten nog verdisconteerd worden; kan modelbevindingen wijzigen;
• De model focus is op degradatie; modeluitbreiding is nodig om omgevingsemissie van trillingen mee te
nemen.