Downisnietaltijd - pthu.nl · len door de immense prestatie-druk. Hij zegt: de maatschappij is...

1
VRIJDAG 26 FEBRUARI 2016 Trouw opinie 24 Femmie ven Veen lezeres te Nieuwleusen René Kneyber vat het toetsen in de basisschool treffend samen. Ik kan daar mee instemmen (Trouw, 24 februari). Ook met het feit dat wij als leerkrachten tegengeluid moeten laten horen. Maar het ligt allemaal nog wel iets genuanceer- der dan dat juffen volgzaam op hun rug gaan liggen. Ongeveer ze- ven jaar geleden gaven inspec- teurs met gemak het predicaat zwak aan scholen. Bij een zwakke herbeoordeling zou men gekort worden op de gelden. Er kwam angst in de scholen naast de competitiedrang tussen scholen onderling. Want de resul- taten werden openbaar. Om te kunnen meten wilde de inspectie cijfers zien. Een opstapje naar nog frequenter toetsen. Trendanalyse, leeropbrengsten en rendements- denken beheersen nu de school. En amper zichtbaar, een grote groep ongelukkige kinderen. Maar de inspectie en Sander Dek- ker wassen hun handen in on- schuld! Laten zij ook opstaan en hun verantwoordelijkheid nemen voor wat ze zelf in gang hebben gezet. Nu zijn er veel kinderen die met angst naar school gaan en faalangst ontwikkelen... Ze ko- men daarbij in een harde maat- schappij terecht. Laat het niet zo zijn dat sommigen van hen er over 10 of 20 jaar voor kiezen uit dit leven te stappen. Hoogleraar Paul Verhaeghe geeft aan dat mensen die het in onze samenleving niet bijbenen losers genoemd worden of zich zo voe- len door de immense prestatie- druk. Hij zegt: de maatschappij is ziek, ik maak me grote zorgen. Wat willen wij betekenen voor onze kwetsbare kinderen? Wat doen we om het tij te keren? Veel kinderen met angst naar school Peter Hijzelendoorn lezer te Ter Apel De column van Sylvain Ephimen- co is altijd het eerste wat ik lees. Niet dat ik het altijd met hem eens ben, maar dat hoeft ook niet. Op boeiende en prikkelende wijze behandelt hij zijn onder- werpen, die vaak gaan over even- tuele bedreigingen die ons te wachten staan en waar wij soms liever niet te veel over na willen denken. Maar ook afgewisseld met juweeltjes, zoals laatst, over zijn bejaarde ouders. Van de column van donderdag (Trouw, 25 februari) ben ik wel ge- schrokken. Aan het eind daarvan vraagt hij zich af, naar aanleiding van de drek waaronder hij en zijn collega’s geregeld worden bedol- ven, of het geen tijd wordt de frontlinie te verlaten. Laat ons niet in de steek, Ephi- menco, de rugdekking die je niet zegt te krijgen is er heus wel. In de vorm van heel veel lezers die je enorm waarderen. Laat ons niet in de steek, Ephimenco len I n Trouw van 19 februari be- toogt Suzanne van den Eyn- den (‘Nipt-test gaat niet over liefde voor down-kind’) dat brede beschikbaarheid van een Nipt-test (met de moge- lijkheid van abortus) geen re- latie heeft met onze waardering van kinderen met down. Wie kiest voor een abortus, doet volgens haar niets af aan de waarde van bestaande kin- deren met down, noch aan de keuze van andere ouders. Mensen die er- voor kiezen om kinderloos te zijn, zijn immers ook geen kinderhaters. Intussen is er tussen het besluit om kinderloos te blijven en een abortus wel degelijk een verschil. Bij abortus is er al sprake van een concreet le- vend wezen, terwijl er bij goed ge- bruik van voorbehoedmiddelen op voorhand niemand ontstaat. Dat maakt dat er voor Nipt en een daar- opvolgende afbreking van de zwan- gerschap een aantoonbaar grotere bewijslast nodig is. Lijden of verrijking Nu zijn er natuurlijk ook bewijzen: down is een serieuze aandoening die zowel medisch als sociaal veel van de omgeving en de samenleving vraagt. Niemand zal zeggen: ‘Hoera! Een kindje met down!’ Ongetwijfeld zou- den sommige kinderen liever zonder dit syndroom zijn geboren of zouden ze, als er een ‘behandeling’ voor was, daar wel oren naar hebben. Stel dat je bijvoorbeeld door het slikken van foliumzuur down zou kunnen voor- komen – nee, het kan niet, maar stel – dan zou dat breed worden verwel- komd. Maar bij Nipt is het ‘voorko- men van down’ feitelijk al een gepas- seerd station, omdat er immers al een ‘derde’ bestáát. De zwangere vrouw en haar even- tuele partner zijn bij het nemen van hun beslissing gebaat bij relevante en objectieve informatie. Hoe zwaar is het om down te hebben? En ‘wat kost het’ om te leven met een kind, broertje, of zusje met down? Op welk zorgaanbod kunnen ze rekenen? In sommige gezinnen heeft men geleerd om met down te leven, waar- bij soms zelfs wordt gesproken van een verrijking. Andere gezinnen lij- den vooral onder het downsyndroom van een broertje of zusje. Zij voelen zich, in de woorden van Corrie Tim- mer (Trouw, 23 februari) ‘gegijzeld’. Maar los van de eventuele impact van down op een gezin, moet de vraag ter tafel komen wiens lijden nu doorslaggevend is bij een beslis- sing tot een eventuele abortus: het lijden van het kind, dat van zijn om- geving, of van beide? De vraag heeft een bijzondere actu- aliteit, omdat veel van wat Timmer over down zegt ook opgaat voor bij- voorbeeld dementie of psychiatri- sche aandoeningen: ook die kunnen een gezin ontregelen en veroorzaken lijden bij de naasten. Terecht is er ook daar huiver om het lijden van de omgeving mee te wegen bij een eventueel besluit tot levensbeëindi- ging. Levenskwaliteit Eind 2014 betoogden James Edgin en Fabian Fernandez in de New York Times op basis van argumenten dat er geen dwingende relatie is tussen down en lijden van het kind zelf, zelfs niet dat van de directe omge- ving. De grote meerderheid van men- sen met down, aldus de auteurs, zegt zelfs gelukkig te zijn met zijn leven. Die levenskwaliteit zal tevens af- hangen van het aanbod van zorg en ondersteuning, en van de maatschap- pelijke beeldvorming over down. Down kan een leven vol ongemak- ken impliceren, maar de gegevens rechtvaardigen niet de conclusie dat het in het belang van een kind met down is om zijn leven in de knop te breken. Het is dus de vraag of het breed aanbieden van Nipt – met om de hoek de optie van een abortus – een samenleving niet eerder uitholt dan opbouwt. Down is niet altijd alleen maar lijden Johnny de Mol met deelnemers aan het tv-programma ‘SynDroom’. Down kan een leven vol ongemakken betekenen, maar daarmee is abortus na een Nipt-test nog niet in het belang van een ongeboren kind met down, meent Theo Boer. 2 Theo Boer hoogleraar ethiek van de zorg te Kampen en universitair docent ethiek bij de PThU te Groningen contact Redactie Opinie Trouw Postbus 859 1000 AW Amsterdam t 020-5629444 [email protected] 2 Opinie is een vrij- plaats voor discussie. Alle stukken zijn op persoonlijke titel. Ar- tikelen tellen maxi- maal 550 woorden, Brieven maximaal 150. De redactie be- houdt zich het recht voor bijdragen te weigeren, te redige- ren of in te korten. Bijdragen worden ook via internet, da- tabank of anderszins verspreid. Eventuele auteursrechten blij- ven berusten bij de schrijver. Inzendin- gen graag voorzien van naam, adres en telefoonnummer, ook de e-mails.

Transcript of Downisnietaltijd - pthu.nl · len door de immense prestatie-druk. Hij zegt: de maatschappij is...

VRIJDAG 26 FEBRUARI 2016 Trouw

opinie24

Femmie venVeenlezeres te Nieuwleusen

René Kneyber vat het toetsen inde basisschool treffend samen. Ikkan daar mee instemmen (Trouw,24 februari). Ook met het feit datwij als leerkrachten tegengeluidmoeten laten horen. Maar het ligtallemaal nog wel iets genuanceer-der dan dat juffen volgzaam ophun rug gaan liggen. Ongeveer ze-ven jaar geleden gaven inspec-teurs met gemak het predicaatzwak aan scholen. Bij een zwakkeherbeoordeling zou men gekortworden op de gelden.Er kwam angst in de scholennaast de competitiedrang tussenscholen onderling. Want de resul-taten werden openbaar. Om tekunnen meten wilde de inspectiecijfers zien. Een opstapje naar nogfrequenter toetsen. Trendanalyse,leeropbrengsten en rendements-denken beheersen nu de school.En amper zichtbaar, een grotegroep ongelukkige kinderen.Maar de inspectie en Sander Dek-ker wassen hun handen in on-schuld! Laten zij ook opstaan enhun verantwoordelijkheid nemenvoor wat ze zelf in gang hebbengezet. Nu zijn er veel kinderen diemet angst naar school gaan enfaalangst ontwikkelen... Ze ko-men daarbij in een harde maat-schappij terecht. Laat het niet zozijn dat sommigen van hen erover 10 of 20 jaar voor kiezen uitdit leven te stappen.Hoogleraar Paul Verhaeghe geeftaan dat mensen die het in onzesamenleving niet bijbenen losersgenoemd worden of zich zo voe-len door de immense prestatie-druk. Hij zegt: de maatschappij isziek, ik maak me grote zorgen.Wat willen wij betekenen vooronze kwetsbare kinderen? Watdoen we om het tij te keren?

Veel kinderenmet angstnaar school

Peter Hijzelendoornlezer te Ter Apel

De column van Sylvain Ephimen-co is altijd het eerste wat ik lees.Niet dat ik het altijd met hemeens ben, maar dat hoeft ookniet.Op boeiende en prikkelendewijze behandelt hij zijn onder-werpen, die vaak gaan over even-tuele bedreigingen die ons tewachten staan en waar wij somsliever niet te veel over na willendenken. Maar ook afgewisseldmet juweeltjes, zoals laatst, overzijn bejaarde ouders.Van de column van donderdag(Trouw, 25 februari) ben ik wel ge-schrokken. Aan het eind daarvanvraagt hij zich af, naar aanleidingvan de drek waaronder hij en zijncollega’s geregeld worden bedol-ven, of het geen tijd wordt defrontlinie te verlaten.Laat ons niet in de steek, Ephi-menco, de rugdekking die je nietzegt te krijgen is er heus wel. Inde vorm van heel veel lezers die jeenorm waarderen.

Laat ons nietin de steek,Ephimenco

len

I n Trouw van 19 februari be-toogt Suzanne van den Eyn-den (‘Nipt-test gaat niet overliefde voor down-kind’) datbrede beschikbaarheid vaneen Nipt-test (met de moge-lijkheid van abortus) geen re-

latie heeft met onze waardering vankinderen met down. Wie kiest vooreen abortus, doet volgens haar nietsaf aan de waarde van bestaande kin-deren met down, noch aan de keuzevan andere ouders. Mensen die er-voor kiezen om kinderloos te zijn,zijn immers ook geen kinderhaters.Intussen is er tussen het besluit omkinderloos te blijven en een abortuswel degelijk een verschil. Bij abortusis er al sprake van een concreet le-vend wezen, terwijl er bij goed ge-bruik van voorbehoedmiddelen opvoorhand niemand ontstaat. Datmaakt dat er voor Nipt en een daar-opvolgende afbreking van de zwan-gerschap een aantoonbaar groterebewijslast nodig is.

Lijden of verrijkingNu zijn er natuurlijk ook bewijzen:down is een serieuze aandoening diezowel medisch als sociaal veel van deomgeving en de samenleving vraagt.Niemand zal zeggen: ‘Hoera! Eenkindje met down!’ Ongetwijfeld zou-den sommige kinderen liever zonderdit syndroom zijn geboren of zoudenze, als er een ‘behandeling’ voor was,daar wel oren naar hebben. Stel datje bijvoorbeeld door het slikken vanfoliumzuur down zou kunnen voor-komen – nee, het kan niet, maar stel– dan zou dat breed worden verwel-komd. Maar bij Nipt is het ‘voorko-men van down’ feitelijk al een gepas-

seerd station, omdat er immers aleen ‘derde’ bestáát.De zwangere vrouw en haar even-tuele partner zijn bij het nemen vanhun beslissing gebaat bij relevanteen objectieve informatie. Hoe zwaaris het om down te hebben? En ‘watkost het’ om te leven met een kind,broertje, of zusje met down? Op welkzorgaanbod kunnen ze rekenen?In sommige gezinnen heeft mengeleerd ommet down te leven, waar-bij soms zelfs wordt gesproken vaneen verrijking. Andere gezinnen lij-den vooral onder het downsyndroomvan een broertje of zusje. Zij voelenzich, in de woorden van Corrie Tim-

mer (Trouw, 23 februari) ‘gegijzeld’.Maar los van de eventuele impactvan down op een gezin, moet devraag ter tafel komen wiens lijdennu doorslaggevend is bij een beslis-sing tot een eventuele abortus: hetlijden van het kind, dat van zijn om-geving, of van beide?De vraag heeft een bijzondere actu-aliteit, omdat veel van wat Timmerover down zegt ook opgaat voor bij-voorbeeld dementie of psychiatri-sche aandoeningen: ook die kunneneen gezin ontregelen en veroorzakenlijden bij de naasten. Terecht is erook daar huiver om het lijden van deomgeving mee te wegen bij eeneventueel besluit tot levensbeëindi-ging.

LevenskwaliteitEind 2014 betoogden James Edgin enFabian Fernandez in de New YorkTimes op basis van argumenten dat ergeen dwingende relatie is tussendown en lijden van het kind zelf,zelfs niet dat van de directe omge-ving. De grote meerderheid vanmen-sen met down, aldus de auteurs, zegtzelfs gelukkig te zijn met zijn leven.Die levenskwaliteit zal tevens af-hangen van het aanbod van zorg enondersteuning, en van demaatschap-pelijke beeldvorming over down.Down kan een leven vol ongemak-ken impliceren, maar de gegevensrechtvaardigen niet de conclusie dathet in het belang van een kind metdown is om zijn leven in de knop tebreken. Het is dus de vraag of hetbreed aanbieden van Nipt – met omde hoek de optie van een abortus –een samenleving niet eerder uitholtdan opbouwt.

Down is niet altijdalleen maar lijden

Johnny de Mol met deelnemers aanhet tv-programma ‘SynDroom’.

Down kan een levenvol ongemakkenbetekenen,maardaarmee is abortusna eenNipt-test nogniet in het belangvan een ongeborenkindmet down,meentTheoBoer.

2Theo Boerhoogleraar ethiek van de zorgte Kampen en universitair docent ethiekbij de PThU te Groningen

contact

RedactieOpinieTrouwPostbus 8591000 AWAmsterdamt [email protected]

2Opinie is een vrij-plaats voor discussie.Alle stukken zijn oppersoonlijke titel. Ar-tikelen tellen maxi-maal 550 woorden,Brieven maximaal150. De redactie be-houdt zich het rechtvoor bijdragen teweigeren, te redige-ren of in te korten.Bijdragen wordenook via internet, da-tabank of anderszinsverspreid. Eventueleauteursrechten blij-ven berusten bij deschrijver. Inzendin-gen graag voorzienvan naam, adres entelefoonnummer,ook de e-mails.