Doorgang december - 33 - SPKS...doorgang 3 “Kwaliteit staat voorop, maar soms moet je een kans...
Transcript of Doorgang december - 33 - SPKS...doorgang 3 “Kwaliteit staat voorop, maar soms moet je een kans...
Coen van Veenendaal
doorgangDECEMBER 2015 | NR 53
slokdarm
algemeen
Veel minder sterftena darmoperatie
‘Je hebt een langeadem nodig, maarhet heeft zin’
Rode Banden-dagvan Inspire2Live
Frieda nam de regieen wist te overleven
Veel minder sterftena darmoperatie
‘Je hebt een langeadem nodig, maarhet heeft zin’
Rode Banden-dagvan Inspire2Live
Frieda nam de regieen wist te overleven
Coen van Veenendaal
slokdarm
Slokdarmspecial
SPKS met kanker aan hetspijsverteringskanaal
Slokdarmspecial
slokdarm
ALGEMEEN3 Patiënt wordt steeds sterker
4 Vrijwilligheid is niet vrijblijvend
5 Bestuurslid MarCom
5 Ruikertje voor Jan Engelen
6 Netwerk kankerzorg in Midden-Nederland
7 Rode Banden-dag van Inspire2Live
10 Eigen ervaring leidt tot deelname
onderzoek
42 Column Gerda - Een mooi afscheid
43 In het kort
SLOKDARM11 Ron redt ‘t prima na maagverwijdering
12 De behandeling van maaguitgangstenose
13 HIPEC bij uitzaaiingen in buikvlies na maagkanker
14 Ervaringsverhaal Guusje de Raadt
‘Je hebt een lange adem
nodig, maar het heeft zin’
16 Hans Vis en zijn klachten
na de buismaagoperatie
18 Martin worstelde en kwam boven
20 Hoe gaat het nu met...
Albert en Sylvia:
‘Het gaat goed met ons’
20 Helen Dowling Instituut verleent
psychologische zorg
21 Hoe gaat het nu met...
Tanja: ‘Met vader gaat het goed’
22 Frieda nam de regie en wist te overleven
26 Hans Hukshorn: vraag over hypo
27 Buddy Project onder auspiciën SPKS van start
Ex-patiënten helpen actief na slokdarmverwijdering
28 Boekbespreking Gerda - Radicale Remissie
29 Piet hield er een ‘iel stemmetje’ aan over
30 Meer duidelijkheid met nieuwe MRI-scans
32 Slokdarm in het kort
33 Versneld herstel mogelijk na slokdarmverwijdering?
34 Zonder operatie vrij van slokdarmkanker
35 Hoe fitter je bent hoe sneller je herstelt
Ademspiertraining voor de operatie
36 Slokdarmkanker met uitzaaiingen bleek niet fataal
Martine won haar strijd en werd een ‘witte raaf’
38 Het SOurCE-onderzoeksproject doet er wat aan
Informatie op maat voor slokdarmpatiënt
39 Vitamine B12 is hard nodig
ALVLEESKLIER40 In gesprek met prof. Harry van Goor (Radboudmc)
De operatieve aanpak van alvleesklierkanker
2 doorgang
i n h o u d
Foto omslag:
Frieda Waaijer en Coen van Veenendaal
“Dit resultaatwas nooit bereikt
zonder eigeninit iat ief. ”
Martine over slok-
darmkanker en resul-
taten van de kracht
van een patiënt, die
voor een belangrijk
deel haar eigen plan
trekt en niet van zins
is het op te geven.
“Ik ben meer bezig
geweest met instanties,
dan met ziek zijn.“
Guusje de Raadt:
Wat een doorzettings-vermogen, wat een
positiviteit en wat eenwil om te leven!
Frieda nam deregie en wistte overleven
Tania:
‘Met vadergaat het goed’
doorgang 3
“Kwaliteit staat voorop, maar somsmoet je een kans grijpen om tekunnen overleven, ook als je erniet volledig achter staat. Blijf deverantwoordelijkheid voor je ei-gen leven serieus nemen, vooralals je ziek bent. Geef het niet uithanden.” Dit zegt Frieda Waaijerin een interview met haar op pagina22 e.v. Bijna naadloos sluit de uit-spraak van Guusje de Raadt in haar erva-ringsverhaal op pagina 14 daarop aan: “Je hebt eenlange adem nodig, maar het heeft zin.” Dit zijn uit-spraken waarbij je wel even stilstaat. En dat allesmede dankzij de inzet van Marianne Jager, voorzit-ter Patiëntengroep Slokdarmkanker én redactielid.
Patiënt wordt steeds sterker
Va n d e r e d a c t i e
versneld herstel na slokdarmverwij-
dering en informatie op maat voor
deze categorie van patiënten.
Er wordt op alle fronten gewerkt om
ons, kankerpatiënten en ex-patiën-
ten, op weg te helpen naar een be-
tere kwaliteit van leven. Prof. Harry
van Goor gaat in een interview diep
in op de operatieve aanpak van al-
vleesklierkanker. In een boeiend in-
terview gaat medeoprichter Coen
van Veenendaal van
Inspire2Live in op de voor
volgend jaar voorziene Rode
Banden-dag. Dat wordt een
dag waarop iedereen die direct of
indirect met kanker te maken heeft
wordt gevraagd een rode band te
dragen. Kan heel Nederland eens
zien hoeveel mensen er met kanker
te maken hebben.
Deze bijdragen biedt de redactie je
graag aan in deze decembermaand.
En we laten dat vanaf deze plaats
vergezeld gaan van onze beste
wensen voor een volgend jaar.
Fijne feestdagen!
Peter Craghs
Dat het zin heeft om door te gaan en
te zoeken naar wegen om er hoe dan
ook beter van af te komen lezen we in
alle interviews met en eigen verhalen
van slokdarmkankerpatiënten in dit
nummer. Frieda, Guusje, Hans, Martin,
Frank en Martine hebben ieder hun
eigen verhaal. Zes verschillende men-
sen, zes ziektegeschiedenissen, maar
alle zes met een
boodschap waar hun medepatiënten
wat aan hebben. Anderen, die wij vo-
rig jaar in het slokdarmkankernummer
aan het woord lieten, sturen ons posi-
tieve berichten. Lotgenoot Ben
Meerwijk uit ons slokdarmnumer van
vorig jaar december heeft inmiddels
het Buddy-project voor slokdarmpa-
tiënten gestart. Hoopgevende artike-
len ook over de mogelijkheden tot
Zoeken naar wegen
om er beter ‘af’ te
komen heeft zin!
COLOFON
Doorgang, Jaargang 19, nr 53, december 2015
Doorgang is het driemaandelijks magazine van
SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker aan
het Spijsverteringskanaal).
KOPIJ
Kopij aanleveren op [email protected].
SECRETARIAAT SPKSPostbus 8152, 3503 RD Utrecht.
IBAN: NL47 INGB 0006842136 t.n.v. SPKS,
Amersfoort.
BESTUUR
Voorzitter André Willems
Secretaris vacant
Penningmeester Henk de Roode
Marketing & communicatie Peter de Leeuw
Vrijwilligers Pieter Bokkers
HET BELEIDSTEAM: Het bestuur vormt samen met
de groepsvoorzitters het beleidsteam.
GROEPSVOORZITTERS
Alvleesklierkanker Thom Thiel
Darmkanker Jolien Pon
Maagkanker vacant
Slokdarmkanker Marianne Jager
RAAD VAN ADVIES
Prof. Dr. C.H.J. van Eijck, chirurg, Erasmus MC
Prof. Dr. P. Fockens, gastro-enteroloog, AMC
Prof. Dr. E.J. Kuijpers, MDL-arts, Erasmus MC
Dr. M.H.M. van der Linden, klinisch psycholoog, VUMC
Dr. M.R. Meijerink, interventieradioloog, VU MC
Prof. Dr. C.J.A. Punt, medisch oncoloog, AMC
Prof. Dr. P.D. Siersema, gastro-enteroloog UMCU
Prof. Dr. M. Verheij, radiotherapeut-oncoloog NKI-AvL
Dr. B. P.L. Wijnhoven, G.i.chirurg, Erasmus MC
Prof. Dr. J.H.W. de Wilt, chirurg oncoloog, Radboud MC
REDACTIE
Peter Craghs (hoofdredacteur),
Marie-Louise Brueren, Ab Hermans,
Marianne Jager en Gerda Schapers
Cartoonist: Fred Boer, www.aabcartoons.nl
VORMGEVING
MDesign Lelystad, tel. 0320 226896www.mdesign.nl
CONTACT
Voor lotgenotencontact is SPKS bereikbaar via:
• Secretariaat SPKS 0880 02 97 75
• E-mail [email protected]
• www.spks.nl en www.DarmkankerNederland.nl
© 2015 SPKS. Niets uit deze uitgave mag op
welke wijze dan ook worden overgenomen zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de
redactie. Hoewel SPKS de grootst mogelijke zorg-
vuldigheid betracht inzake haar informatievoorzie-
ning, aanvaardt zij hiervoor geen aansprakelijk-
heid. Zie voor meer informatie onze websites.
ISSN 1879-7121
4 doorgang
S P K S
“Nu, ruim drie jaar na mijn operatie, vind ik het be-langrijk om iets – in welke vorm dan ook – te doenvoor mensen die ook geconfronteerd worden metdeze vreselijke ziekte. Daarom heb ik beslotenvoorlopig toe te treden tot het bestuur van deSPKS.” Aan het woord is Pieter Bökkers (58), onsnieuwe bestuurslid dat zich onder meer zal bezighouden met de vrijwiligers. “En vrijwilliger zijn isniet vrijblijvend”, voegt hij er maar vast aan toe.
citeerd naar een nieuwe functie bij
zijn werkgever, de Koninklijke
Landmacht. Hij werd aangenomen.
Op 1 oktober 2012 begon hij in zijn
nieuwe baan bij de sectie Facility
Management. “Na maanden thuis
zitten heb je het plafond van je
slaapkamer echt wel gezien. Je wilt
weer wat doen.” En hij trof een
werkgever en collega’s die hem in
alle opzichten de ruimte gaven.
Pieter kijkt dankbaar terug op de
wijze waarop hij weer aan de slag
kon gaan. Het is nu drie jaar later.
“Mijn vrouw en ik zijjn de trotse opa
en oma van twee geweldige klein-
kinderen en de derde is op komst.
Dit zijn gebeurtenissen die toch wel
een extra dimensie krijgen nadat ik
ziek ben geweest.“ Hij werkt inmid-
dels weer volledig, maar in het tem-
po waarvan hij en zijn collega’s vin-
den dat het bij hem past. Dat doet
hem deugd.
Begin maart 2012
kreeg Pieter van
zijn arts te horen
dat hij maagkan-
ker had. ‘Hoe kan
iemand die ik
twee keer in mijn
leven heb ont-
moet mijn hele
leven op zijn kop
zetten. Moet ik
jou geloven?’,
dacht hij toen.
Een paar maan-
den ervoor was
hij met spoed op-
genomen in ver-
band met een
acute maagperfo-
ratie als gevolg
van de aanwezigheid van de ‘helico-
bacter pylori’ bacterie. Na de in-
greep bleek de bacterie uit zijn li-
chaam verdwenen, maar in drie van
de genomen biopten waren foute
cellen ontdekt. Maagkanker.
Pieter kreeg chemokuren en bij een
operatie werd de gehele maag ver-
wijderd. Hij kon vervolgens bijna een
jaar niet meer werken. Maar vlak
voor zijn operatie had hij nog gesolli-
Kennismaken met Pieter Bökkers
Vrijwilligheid isniet vrijblijvend
Pieter Bökkers:
“Lotgenotenkunnen opons rekenen!”
Pieter Bökkers
“Graag wil ikpersoonlijk metde vrijwilligerskennismaken!”
Binnen SPKS zal deze ervaringsdes-
kundige zich vooral bezig houden
met de vrijwilligers. “Met hen wil ik
persoonlijk kennismaken. En ik wil
met ze afspreken wat zij voor elkaar,
dus ook voor SPKS Levenmetkanker,
kunnen betekenen en dit alles onder
het motto ‘vrijwillig is niet vrijblij-
vend’ zodat medepatiënten en/of
lotgenoten ook op ons kunnen reke-
nen.”
Peter Craghs
doorgangDe redactie dankt voor hun
bijdragen aan dit nummer:
Dr. Johanna W. van Sandwick (AVL-NKI),
Rob Kouffeld, Hans Vis, Martin Reinders,
dr. H.W. de Valk (UMCU), Ben Meerwijk,
Willem Vissers, dr. Gert J. Meijer (UM-
CU), Martine Luca, prof. Hanneke.W.M.
van Laarhoven en drs. Jessy Joy van
Kleef (beiden AMC-UvA).
doorgang 5
Ruikertje voorJan Engelen
Na ruim zes jaar ‘vrijwilligerschap’ bij SPKS houdtJan Engelen (73) daarmee op. Iets meer dan tweejaar was hij secretaris. Ook hield hij zich bereik-baar voor informatie en individuele zorg. Hij zegt:“In de jaren dat ik actief was heb ik gezocht naarmogelijkheden om als patiëntenvereniging iets tebetekenen voor al die mensen die niet meer kun-nen genezen. Het blijkt heel moeilijk voor lotgeno-tencontact deze mensen te vinden.”
kenheid en vriendschap dank ik de
mensen die ik via SPKS heb leren
kennen van harte. De afgelopen
acht jaar heeft mij een heel nieuwe
wereld doen ontdekken. Ik ga me
nu vooral bezig houden met mijn
oude stiel, de kerk. Van ‘eraan
moeten geloven’ naar ‘een kwali-
teit van leven’ blijkt steeds meer
een lange tocht.”
Sterkte op de verdere tocht!
Peter Craghs
S P K S
Joke Leemhuis: “Ik was erg blij toen
ik vernam dat Jan zich wilde inzetten
voor de SPKS. Ik heb hem leren ken-
nen als een rustgie, evenwichtige
man die slokdarmkanker had gehad,
blij was dat hij het had overleefd en
zich wilde gaan inzetten. Vaak denk
ik nog terug aan een van zijn eerste
opmerkingen: ‘Het enige dat me nog
past, zijn mijn sokken’. Het was pret-
tig dat hij in het bestuur wilde en
zich zo inzette voor de SPKS.”
Jan: “Voor de collegialiteit, betrok-
Peter de Leeuw:
Bestuurslid MarCom
Peter de Leeuw is het nieuwe be-stuurslid Marketing & Communi-catie van onze stichting (kort-weg MarCom). Hij heeft ervoorgekozen op een later tijdstipin een gesprek met Doorgangin te gaan op het werk dat hijvoor ons hoopt te verrichten.
Peter is 69 jaar, getrouwd metSimone en woonachtig in
Nieuwegein.
Peter heeft veertig jaar bij Albert
Heijn gewerkt binnen de IT in diverse
functies en heeft daar twintig jaar lei-
ding gegeven. Peter: “Toen ik drie da-
gen 65 was werd mij verteld dat ik
endeldarmkanker had. Ik ben be-
straald, geopereerd, heb nu maar een
halve endeldarm en heb na de opera-
tie drie maanden rondgelopen met
een stoma. Een chemokuur weigerde
ik. Dat alles gebeurde in 2011 en in-
middels doe ik weer alles.” Peter
maakte deze zomer met zijn vrouw
een naar zeggen ‘vermoeiende safari-
reis’ in Afrika, “maar het gaat alle-
maal weer goed”, zegt hij, “daar zijn
mijn vrouw en ik erg blij mee.”
Jan voelde zich in 2009 zover hersteld
van de slokdarmkanker (2007) dat hij
zich wilde gaan inzetten voor onze
patiëntenorganisatie. Marianne Jager:
“Ik ben Jan zeer dankbaar dat hij op
het juiste moment bij ons een verga-
dering binnenwandelde met de op-
merking dat hij wel iets voor ons wil-
de gaan betekenen. Of wij iets voor
hem wisten.” Hij nam het secretariaat
over van Marianne (‘Jan kwam niks te
laat. Hij was een engel die neerdaal-
de toen ik hem nodig had’).
.................................................................................................
6 doorgang
Kennis en vaardigheden delen en daardoor de kanker-patiënt sneller en beter helpen en zorg op maat leve-ren. Dat is het doel van een intensieve samenwerkingtussen de specialisten van het St. Antonius Zieken-huis (Utrecht/Nieuwegein), Ziekenhuis Rivierenland(Tiel) en Zuwe Hofpoort Ziekenhuis (Woerden). Zehebben een netwerkorganisatie opgericht voor dekankerzorg in de regio Midden-Nederland.
nen hun netwerk alle kennis en
kunde op het gebied van kanker-
zorg en hebben besloten complexe
en weinig voorkomende kankerbe-
handelingen in het St.
Antoniusziekenhuis uit te voeren.
MultidisciplinairBinnen de netwerkorganisatie wordt
multidisciplinair samengewerkt. Zo
bespreken verschillende specialisten
van het St. Antonius Ziekenhuis,
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis en
Ziekenhuis Rivierenland in een multi-
disciplinair overleg de zorg die een
patiënt met kanker nodig heeft. Voor
de patiënt heeft dat als voordeel dat
hij een eenduidig advies krijgt door-
dat de deskundigen samen over zijn
medische situatie hebben nage-
dacht. Deze vorm van samenwer-
ken wordt de komende tijd verder
ontwikkeld binnen de netwerkorga-
nisatie.
KwaliteitsimpulsDe netwerkorganisatie levert voor
de regio Midden-Nederland een gro-
te kwaliteitsimpuls op. Het versterkt
de infrastructuur voor onderzoek,
onderwijs, opleiding en innovatie op
het gebied van kankerzorg. Ook zal
de kwaliteit verder toenemen door-
dat specialisten en andere bij kan-
kerzorg betrokken disciplines kennis
en vaardigheden met elkaar delen,
werkwijzen rondom diagnostiek op
elkaar afstemmen en behandelwij-
zen uniformeren. Daarnaast zal de
netwerkorganisatie gaan investeren
in eenduidige afspraken met huis-
artsen en andere verwijzers over
verwijzing en terugverwijzing van
patiënten.
Uitkomsten meten Patiënten moeten kunnen kiezen
voor de beste zorg. De ziekenhuizen
willen daarom ook inzicht geven in
de resultaten van de zorg. Binnen
het netwerk zullen de ziekenhuizen
de kwaliteit van zorg rondom kanker
monitoren door met elkaar de uit-
komsten van zorg te delen. Zo kun-
nen zij van elkaar leren en de zorg
rondom kanker verder verbeteren.
Tezamen kunnen zij bijna alle zorg
rondom kanker leveren. Voor speci-
fieke onderdelen van diagnostiek of
therapie die niet binnen het netwerk
beschikbaar zijn, wordt samenge-
werkt met andere centra met aan-
toonbaar goede kwaliteit.
Samenwerking drie ziekenhuizen
Netwerk kankerzorgin Midden-Nederland
a l g e m e e n
Voor sommige zeer complexe en
weinig voorkomende kankerbehan-
delingen kan de zorg beter in een
daarvoor gespecialiseerd zieken-
huis plaatsvinden. Door ontwikke-
lingen op onder meer medisch en
technologisch gebied moeten zie-
kenhuizen voldoen aan steeds
strengere eisen als het gaat om
kankerzorg. Zo gelden er strenge
kwaliteit- en volumenormen voor
de behandeling van tumorsoorten.
De drie ziekenhuizen bundelen bin-
doorgang 7
Coen, je bent zelf geen kankerpa-
tiënt, maar met Inspire2Live toch
al jaren bezig de positie van kan-
kerpatiënten te verbeteren en hun
overlevingskans te vergroten.
Waar gaat het jou nu eigenlijk om?
“Mijn diepste verlangen is een we-
reld creëren waarin mensen niet
eerst en vooral aan zichzelf den-
ken, maar er meer zijn voor elkaar
en daar ook actief wat voor over
hebben. Mijn visie is dan ook: ‘Iets
doen voor een ander, levert de
grootst mogelijke voldoening op’.
Over je grens gaan voor een an-
der, daar moet het om gaan draai-
en in de wereld. Op naar wereld-
vrede…!”
Gegevens verzamelenDus jouw verlangen om de wereld
te verbeteren komt ook kankerpa-
tiënten ten goede? Goed bezig!
Vertel ons snel iets meer….
“Om iemand de beste behandeling
te geven moeten we heel veel we-
ten over de effecten van behande-
lingen. Inspire2Live wil een data-
bank inrichten waar gegevens van
zoveel mogelijk kankerpatiënten in
komen te staan. Hoe meer je weet
over welk soort behandeling, of wel-
ke combinatie van behandelingen
bij welk type persoon succesvol
was, hoe beter je
‘op maat’ kunt be-
handelen. En dat is
wat uiteindelijk ie-
dere kankerpatiënt
wil: een behandeling
die helemaal is afge-
stemd op zijn ziekte-
beeld, zijn klachten,
zijn conditie, zijn per-
soonlijke voorkeuren
etc. Bovendien kunnen gegevens uit
de databank weer worden gebruikt
voor verder onderzoek naar nog
weer effectievere behandelingen.”
“Voor de goede orde: de verzamelde
data gaan niet alleen over laborato-
riumformulieren met bloed- en
weefseluitslagen. Álle gegevens die
artsen noteren over de patiënt wor-
den meegenomen: hoe voelt ie-
Samen kanker onder de duim kri jgen
Rode Banden-dag
van Inspire2Live
Inspire2Live is een organisatie die actief is om vankanker een chronische in plaats van een dodelijkeziekte te maken. Belangrijk hiertoe is om alle soor-ten van informatie over kankerbehandelingen tebundelen in een databank en met behulp van dezegegevens de behandeling voor patiënten specifieken individueel te maken; iedere patiënt is immersuniek, óók in zijn ziekte. We spreken medeoprich-ter Coen van Veenendaal over een heel bijzonderplan om dit voor elkaar te krijgen.
“Er meerwillen zijn
voor elkaar”
Coen van Veenendaal
a l g e m e e n
8 doorgang
Inspire2Live ook een brug slaan
naar alternatieve geneeswijzen;
door middel van het bundelen van
patiëntgegevens kan wellicht de
waarde hiervan worden aange-
toond. De perfecte behandeling
kan dan een reguliere behandeling
zijn, een alternatieve
behan-
deling,
of een
combina-
tie van re-
gulier en al-
ternatief. Geen
enkele geneeswij-
ze is namelijk per definitie beter
dan de andere.”
Aha, dus met medewerking van pa-
tiënten kan er uiteindelijk beter be-
handeld worden?
“Inderdaad, op dit moment is de
belangrijkste belemmering voor het
inrichten van een dergelijke data-
bank de beschikbaarheid van pa-
tiëntgegevens.
Onderzoeksmateriaal is privé en
mag niet gebruikt worden voor iets
anders dan waarvoor deze speci-
fiek is opgevraagd. Dus als je bij-
voorbeeld bloed van een patiënt
onderzoekt op de aanwezigheid
van tumormarkers, dan mag je dat-
zelfde bloed niet gebruiken voor
ander onderzoek. Daarom schept
Inspire2Live - geholpen door zie-
kenhuizen die daar al mee bezig
zijn - de voorwaarden waarop pa-
tiënten hun gegevens veilig, juri-
disch verantwoord en met inacht-
neming van de wet op de privacy
kunnen vrijgeven. Maar behalve de
technische uitvoering, zoekt
Inspire2Live naar mogelijkheden
om zoveel mogelijk betrokkenen te
mobiliseren om daadwerkelijk hun
patiëntgegevens vrij te geven.”
Met een rode band?“Precies! Journalist en initiatiefne-
mer Mark Bos, inmiddels helaas
overleden aan kanker, heeft voor
zijn missie ‘Mark Bos tegen Kanker’
een Rode-Bandendag’ bedacht die
volgend jaar door Inspire2Live
wordt georganiseerd. Op deze dag
wordt mensen die direct of indirect
met kanker te maken hebben ge-
vraagd om een rode band te dra-
gen om de bovenarm. Ten eerste
zie je dan het grote aantal mensen
dat met kanker te maken heeft en
ten tweede hopen we hiermee het
taboe op het praten over kanker te
verminderen. Als er zoveel mensen
in dezelfde situatie zitten, waarom
zou je er dan niet vrij over praten?
“Behandeling
afstemmen
op de patiënt”
a l g e m e e n
Coen van Veenendaal:
“Mark Bos †is de
bedenker vanRode Banden- dag”
Medeoprichter Inspire2Live
Coen van Veenendaal
mand zich na een bepaalde behan-
deling, hoe voelt iemand zich op
langere termijn na die behandeling,
welke neveneffecten heeft men on-
dervonden, wat heeft men zelf uit-
geprobeerd etc. Uiteindelijk wil
doorgang 9
En natuurlijk proberen we op de
‘Rode-Bandendag’ heel veel men-
sen bij elkaar te brengen en te
motiveren om hun gegevens be-
schikbaar te stellen. Uiteraard zal
dan ook worden uitgelegd hoe
men kan meewerken en waar in-
formatie te vinden is als er vragen
zijn.”
Komt er nogiets leuks t i jdensRode Banden-dag?“Jazeker! We sluiten deze dag af
met een groot concert met een
brede mix van muziekstijlen: pop,
klassiek, jazz, rap, voor ieder wat
wils dus. Kanker treft iedereen
zonder onderscheid des persoons
en die boodschap zal in het con-
cert weerklinken!”
Interview: Marie-Louise Bruers | Overal
waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ gelezen worden.
2016 - Rode-Bandendag
inspire2Live.org
Mark Bos heeft al zijn krachten ingezet om aandacht te vragen voor mensen met kanker.
Op 23 april was hij nog te gast bij Humerto Tan in RTL Late Night. Alhoewel hij
zijn strijd al aan het verliezen was vertelde hij nog over zijn laatste wens:
“Een dag waarop elke kankerpatiënt een bandje
draagt, ook vrienden en famil ie .
Een eerste stap om gehoord te worden.
Ik hoop zo dat ik de eerste steen kan leggen
van een systeem waarin de patiënt centraal staat .
Dat zou ik geweldig vinden.”
a l g e m e e n
10 doorgang10 doorgang
kenfysiotherapeute (Jenneke Kolk-
dijk) wilde nagaan of bekkenbo-
dem-fysiotherapie voor dit type pa-
tiënten tot betere resultaten zou
kunnen leiden dan de nu gangbare
adviezen, namelijk het gebruik van
vezelpreparaten.
De onderzoeker is voornemens
door loting tot twee groepen deel-
nemers aan het onderzoek te ko-
men, waarbij één groep uitsluitend
behandeld zal worden met vezel-
preparaten en de andere groep
bekkenbodemfysiotherapie zal krij-
gen. Het instellen van een derde
groep, die beide behandelingen te-
gelijk zou krijgen achtte hij op dit
moment nog niet opportuun. Er
doen drie ziekenhuizen mee aan
het onderzoek.
Belangrijk voor het trekken van
conclusies zijn de vragenlijsten, die
de deelnemers tijdens het onder-
zoek regelmatig moeten invullen.
Ik kon aan de onderzoeker uit eigen
ervaring enkele nuttige suggesties
doen. Afgesproken werd, dat dr.
Klarenbeek op korte termijn het
volledige protocol voor het onder-
zoek alsmede de conceptvragenlijs-
ten aan de WIWO zal toezenden.
Tekst Rob Kouffeld, lid WIWO
De betreffende onderzoeker wilde
onderzoek doen naar de problemen
die patiënten ondervinden, bij wie,
als gevolg van het verwijderen van
een tumor, de gehele endeldarm is
verwijderd. Hij somde een aantal
problemen op, die deze patiënten
veelal ondervinden, bij het lezen
waarvan ik opmerkte dat ikzelf ge-
heel voldoe aan dat profiel.
Nu wilde het toeval, dat ik (woonach-
tig in het midden van het land) zeer
binnenkort een korte vakantie zou
doorbrengen in de provincie
Groningen, derhalve op korte afstand
van deze onderzoeker. Het was dan
ook verleidelijk te trachten een ont-
moeting te arrangeren, die waar-
schijnlijk voor beiden, de onderzoe-
ker en mijzelf (en onze werkgroep)
interessant zou kunnen zijn. En aldus
geschiedde.
Na enig e-mailverkeer werd de af-
spraak gemaakt op mijn logeeradres,
omdat de onderzoeker op de uitge-
kozen datum onverwacht een lezing
moest houden in Drachten. Het ge-
sprek verliep uitermate plezierig.
Het onderzoekDr. Bastiaan Klarenbeek, de onder-
zoeker, bleek een relatief jonge
chirurg, die, in overleg met een bek-
a l g e m e e n
De toevallige ontmoeting van een WIWO-lid
Eigen ervaring leidt totdeelname onderzoek
Begin september van dit jaar was de WIWO(Werkgroep Inbreng Wetenschappelijk Onderzoek)bijeen in Amersfoort. We bespraken onder meer in-gekomen verzoeken om ondersteuning voor voorge-nomen onderzoek. Eén van de vragen kwam van hetUMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen).
WIWODe WIWO geeft op
verzoek advies vanuitpatiëntenperspectief
bij nieuwe weten-schappelijke onder-zoeken. Ook wordt
gekeken of hetPatiënten InformatieFormulier (PIF) in be-grijpelijke taal is ge-schreven. De groepmaakt deel uit van
DarmkankerNederland SPKS
Levenmetkanker – red.
Rob Kouffeld
doorgang 11
Weer hard werken en ook nog een halve marathon
Ron redt ‘t prima namaagverwijdering
Ron de Lauw (44 jaar) woont samen met zijn vrien-din Nancy en hun twee kinderen van negen en elfjaar. Toen hij twintig jaar was, kreeg zijn vaderlongkanker. Ron wilde destijds alleen nog maar ver-halen horen over mensen waarmee het goed wasafgelopen. Toen hij maagkanker kreeg, deed hethem erg goed om van mensen te horen dat ze al ja-ren prima zonder maag leefden. Nu wil Ron op zijnbeurt graag lotgenoten tot steun zijn en hoopt hijdat men uit zijn verhaal kracht kan putten.
Het genezen van maagkanker ging
bij Ron niet van een leien dakje.
Zijn tumor kreeg hij na een maag-
perforatie. “Die perforatie was hef-
tig, zeker als je nagaat dat die als
een donderslag bij heldere hemel
kwam. Ik was super fit, kwam net
terug van vakantie. Ik had nog een
week vrij. In die week heb ik nog
ruim 400 km. gemaakt met mijn
nieuwe racefiets. Niks aan de hand
zou je zeggen. Tot ik een week lang
buikpijn kreeg.” De geconstateerde
tumor zorgde ervoor dat zijn hele
maag werd verwijderd. Ron kreeg
een ‘roux-y’ (zie kader), waarmee
volgens hem goed valt te leven.
Afgeknelde darm“Na de maagkankeroperatie had ik
heel veel buikpijn. Op een zondag-
avond laat, belandde ik op de
spoedeisende hulp met een stran-
gulatie (afklemming van de darm),
waaraan ik toen met spoed ben ge-
opereerd. Vanaf dat moment is het
met sprongen vooruit gegaan en
eet en drink ik nu nagenoeg het-
zelfde als voorheen.Tuurlijk heb ik
wel eens buikpijn omdat er iets ver-
keerd valt, maar er is echt prima
mee te leven.”
“Als ik dan toch over iets moet kla-
gen, dan is het dat ik soms trek heb
die niet weg wil gaan. Dan zit ik hele-
maal vol, er kan niks meer bij en toch
nog trek. Ik moet dan wachten tot er
weer iets bij kan en dan maar hopen
dat het hongergevoel over gaat. Ik
denk dat ik nog het meeste geluk
heb gehad met die darm strangula-
tie-operatie, die veruit het heftigste
was. Naast geluk en wilskracht heb je
ook een goede dokter nodig!”
Weer net zo f it . . .Ron zit in zijn werk als lasser nu te-
gen een deadline die niet te halen
lijkt. Hij maakt in deze periode werk-
dagen van twaalf uur! Hieruit valt op
te maken dat het fysiek heel goed
met hem gaat. Hij is weer net zo fit
als voorheen. Hij heeft zelfs een hal-
ve marathon gelopen in een snellere
tijd dan vóór hij kanker kreeg.
“Ik heb veel gehad aan het boek
van Lance Armstrong”, zegt hij.
“Over zijn manier van denken en
doen. Ik had zoiets van: wat hij
kan, kan ik ook (behalve de tour ze-
ven keer winnen dan).”
“Mijn vader heeft me altijd geleerd,
dat je, als je van je hobby je werk
kan maken, alle dagen vrij hebt. Ik
moet wel keuzes maken en dat valt
soms niet mee, sporten schiet er
op het moment heel erg bij in en
dat vind ik toch wel jammer. Maar
ja, je kunt niet alles hebben….”
Tekst Marianne Jager
Roux-YMet deze methode kan het spijs-
verteringskanaal worden her-
steld na een verwijdering van de
maag. De slokdarm wordt direct
op de dunne darm aangesloten.
De twaalfvingerige darm wordt
losgekoppeld, als het ware om-
gelegd, en op een andere plek
aan de dunne darm vastgehecht.
Zo komen de gal- en alvlees-
kliersappen wel in de dunne
darm terecht, waar ze nodig zijn
voor de vertering van voedsel.
s l o k d a r m
“Ik heb veel gehad aan hetboek van Lance Armstrong.
Over zijn manier van denkenen doen. Ik had zoiets van:
wat hij kan, kan ik ook (behalve de tour
zeven keer winnen dan).”
12 doorgang
De behandeling van maaguitgangstenose
Bij een maaguitgangstenose is de maaguitgang ver-nauwd (stenose). Als voedsel de maag verlaat, komthet in het eerste deel van de dunne darm, de twaalf-vingerige darm. Bij de uitgang van de maag zit eensluitspier, ook wel maaguitgangspier of pylorus ge-noemd. Deze sluitspier zorgt ervoor dat voedsel in kleine porties in de twaalfvingerige darm terecht komt.De vernauwing zit in de buurt van de maaguitgang ofin het eerste deel van de twaalfvingerige darm.
Als gevolg van een vernauwing bij
de maaguitgang kan voedsel de
maag minder goed verlaten en blijft
het te lang in de maag. Hierdoor
ontstaan klachten zoals misselijk-
heid, een vol en opgeblazen gevoel
en soms braken.
Een maaguitgangstenose is vast te
stellen door middel van een kijkon-
derzoek van de maag: een gastros-
copie. Dat gebeurt met behulp van
een endoscoop, een flexibele slang
waarop een kleine videocamera en
een lampje zijn bevestigd, waarmee
de binnenkant van de slokdarm, de
maag en het eerste deel van de
dunne darm kan worden bekeken.
Een maaguitgangstenose kan op
twee manieren worden behandeld:
met een operatie of door het oprek-
ken van de vernauwing.
Operatie - Tijdens een operatie
wordt het gedeelte van de maag dat
vernauwd is, verwijderd.
Endoscopisch oprekken van de
vernauwing - Dit is een endoscopi-
sche behandeling. Deze wordt via de
mond, met behulp van een endos-
coop uitgevoerd. Op de endoscoop
wordt een ballonnetje vast gemaakt.
Dit ballonnetje wordt ter hoogte van
de vernauwing opgeblazen. Meestal
is een herhaling van deze behande-
ling na verloop van tijd noodzakelijk.
Bij kinderen of baby’s die een pylo-
rushypertrofie hebben bestaat de be-
handeling uit een kleine operatie,
waarbij de maaguitgang wijder wordt
gemaakt. De voedingen kunnen ge-
leidelijk worden opgevoerd tot nor-
maal niveau. Na de operatie volgt
meestal volledig herstel.
Als een maagzweer de oorzaak is van
de maaguitgangstenose, moet de
maagzweer worden behandeld.
Meer informatie: www.maagproblemen.info/
maagaandoeningen/maaguitgangstenose
slokdarm
middenrif - diafragma
maag
twaalfvingerige darm
maaguitgangstenose - pylorus stenosis
Na de operatievolgt meestal
volledig herstel.
s l o k d a r m
doorgang 13
PERISCOPE - studie bij AvL Ziekenhuis – NKI
HIPEC bij uitzaaiingen inbuikvlies na maagkanker
Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie (HI-PEC) is een behandeling die al succesvol wordt toe-gepast bij patiënten met buikvliesuitzaaiingen vanonder meer dikkedarmkanker. Er is nog weinig be-kend van de veiligheid, toepasbaarheid en effecti-viteit van deze behandeling bij patiënten met buik-vliesuitzaaiingen van maagkanker. Dr. Johanna vanSandick, chrirurg bij het Antoni van LeeuwenhoekZiekenhuis - NKI, beschrijft het onderzoek dat hier-naar op dit moment wordt gedaan.
PERISCOPE-studieIn de huidige PERISCOPE studie
wordt onderzocht of de HIPEC be-
handeling veilig kan worden toege-
past bij maagkankerpatiënten met
buikvliesuitzaaiingen. Ook wordt
onderzocht welke dosering van de
verwarmde chemotherapiespoeling
gericht tegen maagkanker in de
buikholte haalbaar is. Deze studie
wordt uitgevoerd in het Antoni van
Leeuwenhoek Ziekenhuis te
Amsterdam en in het St. Antonius
Ziekenhuis te Nieuwegein.
Om deel te kunnen nemen aan de-
ze studie geldt een aantal voor-
waarden. De drie belangrijkste
voorwaarden zijn: de buikvliesuit-
zaaiingen mogen niet te uitgebreid
zijn, de maagkanker zelf moet ope-
ratief te verwijderen zijn en er mo-
gen geen andere uitzaaiingen zijn.
Bovendien mag er geen ziektepro-
gressie zijn tijdens de chemothera-
pie die gegeven wordt voorafgaand
aan de operatie. Als blijkt dat het
veilig is en mogelijk om de HIPEC
behandeling bij maagkankerpatiën-
ten uit te voeren, zullen wij deze
behandeling verder gaan onderzoe-
ken bij een grotere groep maagkan-
kerpatiënten.
Uit dit vervolgonderzoek zal blijken
of de HIPEC behandeling effectief
is in het verbeteren van de overle-
ving van deze patiëntengroep. Dit
vervolgonderzoek zal in meerdere
HIPEC centra plaatsvinden.
Parallel met de huidige studie is
een procedure van voorwaardelijke
toelating tot het basispakket ge-
start. Om verder te komen in dit
traject moet eerst de PERISCOPE
studie tot een goed eind worden
gebracht.
Meer informatie?Wilt u meer informatie over de hui-
dige HIPEC studie bij patiënten met
buikvliesuitzaaiingen van maag-
kanker, dan kunt u een e-mail stu-
ren naar [email protected].
Tekst dr. Johanna W. van Sandick
PERISCOPE is afge-
leid van: Treatment
of PERItoneal disse-
mination in Stomach
Cancer patients with cytOreductive surgery
and hyperthermic intraPEritoneal chemo-
therapy.
Het buikvlies bekleedt de buikholte
aan de binnenzijde en is een veel
voorkomende plaats van verspreiding
en innesteling van losgelaten maag-
kankercellen. Op dit moment bestaat
geen effectieve behandeling voor
maagkankerpatiënten met buikvlies-
uitzaaiingen. Hun levensverwachting
is uiterst somber, gemiddeld vier
maanden. Palliatieve systemische
chemotherapie is de standaard, maar
is bij buikvliesuitzaaiingen slechts be-
perkt werkzaam. Met de HIPEC be-
handeling hopen we deze patiënten
een nieuwe behandeling te bieden.
HIPEC is een behandeling waarbij de
buikholte gespoeld wordt met ver-
warmde chemotherapie om de nog
aanwezige kankercellen te doden
nadat de zichtbare buikvliesuitzaai-
ingen zijn verwijderd. De HIPEC be-
handeling wordt gecombineerd met
het verwijderen van de maagkanker
zelf. De berichten uit Azië zijn bijna
zonder uitzondering positief. Deze
ervaring is echter niet zonder meer
naar de westerse patiënt met maag-
kanker te vertalen.
dr. Johanna W. van Sandick
s l o k d a r m
14 doorgang
Ervaringsverhaal Guusje de Raadt
‘Je hebt een lange adem nodig, maar het heeft zin’
Guusje de Raadt (57) kreeg in 2006 slokdarmkan-ker waaraan ze werd geopereerd. Vlak erna wildeze weer aan het werk. Omdat de gevolgen van haarziekte onvoorspelbaar zijn, kwam zij er na enkelejaren achter dat werken voor haar niet meer moge-lijk is. Maar een WIA-uitkering kreeg Guusje pas na-dat ze bij de rechtbank in beroep ging tegen hetUWV. “Ik heb in al die jaren meer stress ervarenvan tegenwerking van instanties dan van ziek zijn.”
“Ik kreeg na mijn operatie een baan
als promotiemanager”, zegt Guusje.
“Ik wilde aan de slag: ik werk graag
en wilde niet in een uitkeringssitua-
tie belanden. Maar ik kwam de
proeftijd niet door. Logisch, ik heb in
die tijd meer op het toilet gezeten,
hopend dat de dag over zou gaan,
dan dat ik heb gewerkt.” Na een
korte tijd in de ziektewet ging
Guusje fulltime aan de slag bij een
promotiebedrijf, maar dat ging niet
goed. “Eerst ging ik minder dagen
werken en belandde ik gedeeltelijk
bij het UWV. Na vier zware jaren
was ik geheel aangewezen op een
uitkering van het UWV.”
ProblemenGuusje kreeg bij haar operatie een
buismaag en kan hierdoor overge-
ven en onwel worden na eten of
drinken. “Het lastige is dat het niet
te voorspellen is wanneer dit zich
voordoet. Ook moet ik ’s nachts
vaak gal spuwen en slaap ik vaak
zittend. Als dit de hele nacht ge-
beurt, moet ik in de ochtend bijsla-
pen. Ik heb geen kanker meer en
ook geen controles, maar ik kan he-
laas niet meer werken, ook omdat ik
meestal oververmoeid ben. Mensen
moeten wel op je kunnen rekenen.”
Om een volledige arbeidsonge-
schiktheidsuitkering (WIA) te krijgen
moet je tussen de 80 en 100 pro-
cent zijn afgekeurd. Guusje werd
eerst voor 42 en 67 procent afge-
keurd. Toen ze in beroep ging tegen
het UWV werd het 79,6 procent, net
niet genoeg voor een WIA-uitkering.
Dit was heel teleurstellend. “Het is
ridicuul, ik heb echt een potje zitten
janken. Je hebt een huis, studeren-
de kinderen, een man die net met
pensioen is. Als een inkomen weg-
valt, heeft dat impact. Ik heb door
de onzekerheid veel last gehad van
stress. Helemaal omdat alles bij het
UWV ook een eeuwigheid duurde.”
s l o k d a r m
doorgang 15
Het was inmiddels 2014 en de eni-
ge weg die voor Guusje openbleef,
was in beroep gaan bij de recht-
bank. “Een hele stap. Ik had al die
jaren veel stress gehad, kon dit er
nog bij? Toch wilde ik doorzetten, ik
vond de gang van zaken zo on-
rechtvaardig. Ik ben meer bezig ge-
weest met instanties, dan met ziek
zijn. Ik nam een advocaat in de arm
– zonder is het niet te doen – en
had geen rechtsbijstandverzeke-
ring. Uiteindelijk heeft dit me 6.000
euro gekost.”
De zaak van Guusje is geschikt.
Guusje had tijdens de rechtzaak
goed in kaart hoe de afgelopen ja-
ren eruit hadden gezien, het UWV
niet. Ook kon zij aantonen dat een
plek op de arbeidsmarkt voor haar
niet meer is weggelegd. Door de
schikking is de WIA aan Guusje toe-
gekend. “Een hele opluchting,”
zegt ze. Het geeft me zekerheid en
ik kan een periode afsluiten. Ik was
blij dat ik alles wat er was gebeurd
zo goed had
bijgehouden.
Dat deed ik
met een tijd-
lijn met de da-
tum van mijn
operatie, de
data van wan-
neer ik aan
het werk was
en voor hoe-
veel uur en
van wanneer
ik bijvoorbeeld bezwaar bij het
UWV had aangetekend. Mijn advo-
caat heeft veel aan de tijdlijn ge-
had.”
Niet te snel gaan werkenGuusje adviseert anderen niet te
snel te gaan werken. “Dat deed ik
wel en dat had ik niet moeten
doen. Ik kwam mezelf tegen omdat
ik niet de tijd nam om te herstellen,
en het werkte tegen me in het pro-
ces tegen het UWV. In de rechts-
zaak werd het gebruikt om aan te
tonen dat ik best kon werken. Maar
dat deed ik die vier jaar op m’n
wenkbrau-
wen. Het
voelt wrang
dat juist als
je probeert te
werken, dit je
valkuil
wordt.”
Voor mensen
die een gang
naar de
rechtbank
overwegen,
heeft Guusje de volgende tips:
‘Naast het bijhouden van een tijd-
lijn raad ik iedereen aan om met
mensen te praten, voor steun en
goede voorbeelden. Bijvoorbeeld
via een kankerpatiëntenorganisa-
tie. Ik had goed contact met SPKS.
Ook kwam ik in contact met Josje
Hamel, een ervaringsdeskundige
en ambassadeur bij
Levenmetkanker. Vooral voor more-
le steun was dit erg prettig. Zij advi-
seerde mij om ook de psychische en
sociale gevolgen te belichten tij-
dens de rechtzaak. Tijdens de recht-
zaak bleek een brief van mijn huis-
arts met een toelichting van de li-
chamelijke gevolgen van mijn buis-
maag ook nuttig. Schakel ook je
huisarts of andere zorgverleners
in.”
Lange adem nodigGuusje kon acht jaar niet werken,
was veel ziek en had last van stress.
Nu ze terugkijkt op haar rechtszaak
vond ze het de moeite waard: “Ik
zou het anderen aanraden om het
te proberen. Zorg voor een goede
rechtsbijstandsverzekering en laat
je niet gek maken door alle tegen-
slagen. Je hebt een lange adem no-
dig, maar het heeft zin. Het geeft
mij nu de mogelijkheid op een rede-
lijk normale manier met de gevol-
gen van mijn kanker te leven.”
Met toestemming overgenomen uit e-zine JIJ,
jaargang 4, nummer 3
Guusje de Raadt:
“Ik ben meerbezig geweest
met instanties, danmet ziek zijn.“
Nu Guusje de Raadt terugkijktop haar rechtszaak vond ze
het de moeite waard:
“ I k z“ I k z o u h e t a n d e r e no u h e t a n d e r e n
a a n ra a n r a d e n o m h e ta d e n o m h e t
tt e p r o b e r e n . ” e p r o b e r e n . ”
s l o k d a r m
‘Het was een moeil i jke periode’
Hans Vis en zijn klachten na de buismaagoperatie
Bij Hans Vis (72) werd in oktober 2006 slokdarm-kanker vasgesteld. Al drie weken nadat de diagno-se was gesteld, kon hij een buismaagoperatie on-dergaan. Daaraan ging geen chemoradiatie vooraf.Na tien dagen mocht hij met sondevoeding naarhuis. Vier weken lang kon hij moeilijk praten. In ja-nuari 2006 ging de voedingsslang eruit en mochthij beginnen met vast voedsel. Zijn stem kwamweer terug. Hans deelt met ons zijn ervaringen.“Het was een moeilijke periode.”
“Eind februari 2007 ging ik deelne-
men aan het revalidatieprogramma
‘Herstel en Balans’. Het was de
moeite waard maar wel heel zwaar.
Vóór de operatie woog ik 95 kg,
maar dat was teruggelopen naar
65 kg. Ik heb overal in huis en in de
auto Dextro’s, omdat ik regelmatig
duizelig word, als gevolg van late
dumping.”
Problemen met eten“Eten en drinken was voor mij altijd
een feest, ik kookte veel, volgde
kooklessen, en kook nu nog bijna
dagelijks, volg ook veel kookpro-
gramma’s. Mijn vrouw zegt dan ook
dat Onze Lieve Heer mij niet stren-
ger heeft kunnen straffen, dan met
het verwijderen van de slokdarm en
deel van de maag. Het positieve is
dat we nog leven. Het verlies van
gewicht was voor mij een pluspunt.
Doordat ik graag eet en drink kon ik
moeilijk de discipline opbrengen
om rekening te houden met de be-
perkte inhoud van de buismaag,
met als gevolg dat ik tien tot vijftien
keer per dag moest overgeven.”
OplossingenEr bleven dus problemen, maar
Hans nam weer contact op met zijn
specialist. “De MDL-arts stelde voor
om de pylorus (het spiertje onderin
de buismaag) met botox in te spui-
ten, zodat er wat ontspanning zou
ontstaan en het voedsel wat sneller
de darmen zou bereiken. Hiervan
heb ik maar vier weken het gevoel
gehad dat het werkte. De arts stelde
toen voor om dit met een operatie
definitief te maken. Die ingreep
heeft de naam: Heineke-mikulicz
pyloroplasty. Op 19 november 2014
vond de operatie plaats, waarvoor ik
16 doorgang
s l o k d a r m
doorgang 17
vijf dagen werd opgenomen. Het
was voor de chirurg een lastige in-
greep, die plaatsvond via het oude
litteken. Vanwege verklevingen was
een kijkoperatie niet mogelijk.”
Er blijven klachten“Na driekwart jaar kon ik pas zeg-
gen dat het niet slecht ging, dat ik
tevreden moest zijn. Ik kook nog
steeds elke dag, maar ik moet wel
de hoeveelheid die ik opschep be-
perken. Mijn ogen zijn nog steeds
vele malen groter dan de buis-
maag. Ik hoef bijna niet meer over
te geven. Ook psychisch een be-
langrijke verbetering. Inmiddels
weeg ik alweer 78 kg.”
“Het slapen is nog wel een pro-
bleem. Ik slaap op een verhoogd
bed met extra kussen. Vaak wordt
ik paniekerig wakker door omhoog
komend gal. Dat is pijnlijk en het
duurt lang voordat het weer drage-
lijk is. Ik ben hiervoor bij de MDL
Hans Vis’ ervaringsverhaal
kwam tot stand nadat hij in
Doorgang 49 van december
2014 (pagina 18) over de dum-
pingproblemen van Ben
Meerwijk na de aanleg van een
buismaag had gelezen. Hij
schreef Ben een mail waarin hij
aangaf dat hij diens verhaal wel
zelf had kunnen schrijven. Deze
contacten leidden er onder meer
toe dat we nu Hans’ ervaringen
kunnen opnemen.
Ben: ‘ Ik voel mijeen r i jk mens’Ben Meerwijk die Hans Vis aan-
zette tot diens verhaal op de
voorgaande pagina’s meldt:
“Twee jaar na de start van mijn
behandelingen om mijn slok-
darmkanker te overwinnen kan
ik zeggen dat ik mij een rijk
mens voel die een tweede kans
heeft gekregen om gelukkig te
leven en van betekenis te zijn
voor degenen die me nabij zijn.
Maar vooral ook heeft deze ‘le-
venservaring’ mij de mogelijk-
heid gegeven om meer te bete-
kenen voor mijn medemensen.”
Ben vindt dat zijn lichamelijke
gezondheid nu beter is dan voor
de ziekte. Hij raakte zijn overge-
wicht kwijt en het gewicht blijft
stabiel. “Lichamelijk kan ik alles
weer, alleen heb ik nog een paar
keer per week last van late dum-
ping. Ook reflux komt ’s nachts
nogal eens voor waardoor mijn
slaappatroon niet optimaal is.”
Zie ook op pagina 27 het ar-
tikel over het Buddy Project
van SPKS waarbij Ben inten-
sief is betrokken.
arts geweest en die legde mij uit
welk soort ingreep daarvoor moge-
lijk is. De arts vond het nog te
vroeg om een afspraak met de chi-
rurg te plannen, omdat de vorige
operatie met narcose nog te kort
geleden is geweest. Ik slik onder-
tussen: Sucralfaat vier keer daags
en Psylliumvezel een keer daags.”
“Waar ik nog wel veel last van heb
is de misselijkheid, vooral in de
ochtend. Ik neem twee crackers en
geen drinken. De ontlasting is ook
een probleem. Het is altijd diarree
en komt opeens opzetten. Dat
geeft problemen wanneer ik onder-
weg ben. Ook ben ik vaak vermoeid
en ik ga regelmatig ‘s middags
even rusten. Toch haal ik elke
maand mijn B-12 injectie.”
“De laatste twaalf jaar heb ik he-
laas veel narigheid met mijn ge-
zondheid ondervonden, maar mijn
positieve inslag heeft mij altijd bij-
gestaan. Ik ben heel dankbaar dat
ik door zeer bekwame chirurgen
werd geopereerd.”
Tekst Hans Vis
s l o k d a r m
De foto’s werden
gemaakt tijdens een
bezoek aan China.
18 doorgang
“Via de huisarts maakte ik een af-
spraak voor een endoscopie, en wel
vóór werktijd (ik ben zelfstandige).
Mij werd meteen verteld dat ik slok-
darmkanker had en ik kreeg een
brief mee voor de huisarts. Ik was al-
leen bij die afspraak en ben daarna
naar mijn werk gereden waar ik op
de computer me ben gaan verdiepen
in slokdarmkanker.”
Oudjaar en vuurwerk“Later die dag heb ik een afspraak
gemaakt met mijn huisarts om hem
nog wat vragen te stellen. Hij heeft
mij bijgepraat over de mogelijkhe-
den en de lange spannende tijd die
komen ging. Ik heb toen besloten
mijn gezin nog niets te vertellen. De
feestdagen stonden er aan te ko-
men. Mijn oudste kleindochter was
toen acht jaar en is gek op vuurwerk
Succesverhaal na drie jaar buismaag
Martin worstelde
en kwam boven
Bij Martin Reinders (60) werd op 28 december 2012slokdarmkanker geconstateerd. Hij had al een poos-je last van slikproblemen. Na de onderzoeken kreeghij eerst chemokuren en bestralingen. Op 15 mei2013 werd hij geopereerd en kreeg hij een buis-maag. Het gaat nu goed met hem. Hij vertelt onszijn verhaal omdat hij onze organisatie ‘hartstikkegoed’ vindt. “Mensen kunnen met elkaar van ge-dachten wisselen, elkaar kracht geven en steunen.”Martin is getrouwd, heeft drie kinderen en vierkleinkinderen. We hebben de briefvorm waarin hijons schreef zo goed mogelijk intact gelaten - red.
Ik leid het
leven van voor
mijn ziekte
s l o k d a r m
doorgang 19
“Ik wilde dat jaar een week met mijn
vrouw op vakantie en een week met
mijn dochter en kleinkinderen en
kreeg het voor elkaar dat net voor
die vakantie het sondeslangetje eruit
mocht. Wij hebben genoten!”
“Je zult het niet geloven maar ik kon
langzaam aan weer alles eten en ik
zat al snel op 80 kilo.
De daaropvolgende controles waren
allemaal goed. De behandelaar vond
het ongelooflijk. Ik had geen klach-
ten en at toen en nu drie keer per
dag normale porties. Ik heb geen
last bij het slikken.
“Slokdarmkankerheeft toch een
geweldige impact,ondanks de goede
afloop die ik mochtmeemaken...“
“Het gaat buitengewoon goed met
mij. Ik ben inmiddels 82 kilo en heb
geen gevecht meer met de weeg-
schaal. Ik denk niet vaak meer aan
slokdarmkanker. Ik leid het leven
van voor mijn ziekte. Ik vind jullie or-
ganisatie hartstikke goed. Mensen
kunnen met elkaar van gedachten
wisselen, elkaar kracht geven en
steunen. Ook ik heb het wel eens
moeilijk gehad en heb op het forum
de positieve verhalen gelezen en
hier moed uit geput.”
“Wij, de slokdarmkankerpatiënten,
zijn niet de enigen die het moeilijk
hebben. Je naasten hebben het er net
zo moeilijk mee of zelfs nog meer. Ik
zat onlangs op een avond er weer
eens met mijn vrouw over te praten
en die heeft het er zelfs nu nog moei-
lijk mee. Ze zei: ‘Wij hadden in het
begin en tijdens je ziekte het idee dat
je ons zou verlaten. Slokdarmkanker
overleef je niet, we waren zo bang.’
Ze heeft het nu, na de afgelopen ja-
ren, nog niet geheel verwerkt. We
spraken daarom af dat ze naar de
huisarts zou gaan om te kijken wat de
mogelijkheden voor haar zijn om hier-
mee ook makkelijker om te gaan.“
“Het is een heel verhaal geworden
maar het geeft wel aan dat slok-
darmkanker toch een geweldige im-
pact heeft, ondanks de goede afloop
die ik mocht meemaken.”
Tekst Martin Reinders
adres en email bij de redactie bekend
Toen ik met haar oudejaarsdag vuur-
werk stond af te steken heb ik het
wel moeilijk gehad. Zou dit het laat-
ste jaar zijn dat ik dit doe?”
“Op 2 januari heb ik het aan mijn
vrouw en kinderen verteld. Het was
voor hen een grote schok. De vol-
gende dag moest ik terugkomen
voor de definitieve uitslag. Deze
keer mocht ik absoluut niet alleen
gaan, mijn vrouw en oudste dochter
gingen mee. De uitslag was definitief
slokdarmkanker. Er werd een pets-
can gemaakt waaruit bleek dat ik
geen uitzaaiingen had. Hierna werd
besloten dat ik eerst chemokuren en
bestralingen zou ondergaan.”
“Omdat maandag mijn vrije dag is,
kreeg ik op die dag de chemo’s en
de rest van de week de bestralingen.
Vier weken lang. Ik ben helemaal
niet ziek of misselijk geweest gedu-
rende die weken. Voor werktijd ging
ik naar de bestraling en ik werkte
gewoon door.”
Een buismaag“Na een poosje rust ben ik op 15 mei
2013 geopereerd. Buismaag. Alles
ging voorspoedig. Ik verliet de twee-
de dag de intensive care en op de
achtste dag mocht ik al naar huis.
Echt iedereen stond versteld. Na tien
dagen kreeg ik ook te horen dat er in
de verwijderde lymfeklieren geen
uitzaaiingen waren gevonden. DIT
was waar ik naartoe gevochten had
en ik heb toen samen met mijn
vrouw een potje zitten janken.”
“Ik ben direct weer aan het werk ge-
gaan (je moet wat als zelfstandige),
met het slangetje van de sondevoe-
ding in mijn broekzak met een over-
hemd er overheen. Ik was wel erg af-
gevallen (van 93 kilo naar 75 kilo). Ik
ben een gevecht met de weegschaal
aangegaan en kocht allerlei vette
melkproducten en krabbelde zo de
onsjes bij elkaar.”
Heeft u na het lezenvan een lotgenoten-verhaal behoefte aan
een gesprek?
Dan kunt u contactmet ons opnemen.
Om de feestvreugde nog te vergro-
ten zei de behandelaar: ‘Je bloed-
waarden zijn die van een jonge
vent’. Je wilt niet weten met hoe-
veel vreugde ik afgelopen jaarwis-
seling met mijn kleindochter vuur-
werk heb afgestoken.”
Paradepaard“Na de tweede driemaandelijkse
controle vond de behandelaar dat
ik, als ‘paradepaard’ van het zie-
kenhuis, pas over een jaar weer op
controle hoefde te komen in plaats
van na een halfjaar. Ik zei hem: ‘Als
ik op internet dingen lees over slok-
darmkanker is het wel even slikken,
maar dat bedoel ik positief.’ Hij zei
wel dat er geen valse hoop ge-
kweekt mag worden.”
s l o k d a r m
20 doorgang
Hoe gaat het nu met. . .
Albert en Sylvia:
‘Het gaat goedmet ons’
De lezer zal zich het ervaringsverhaal vanAlbert en zijn vrouwSylvia in het december-numer van 2014 nog wel herinneren. Sylviameldt ons goed nieuws.
Helen Dowling Instituut verleent psychologische zorg bi j kanker
“Het gaat heel goed met ons en Albert
heeft de weg naar boven qua gewicht
weer gevonden. Nadat hij tussen maart
en juli 4 kilo was afgevallen, houdt hij
intensief het eetschema bij op
www.voedingscentrum.nl. Het focust je
op het binnenkrijgen van voldoende
kcal, vetten, koolhydraten, mineralen
en vitaminen. Elke dag krijg je dan een
rapport én advies hoe je de voedselin-
name kunt optimaliseren. Echt aan te
raden voor buismaag patiënten die pro-
blemen hebben met hun gewicht.”
“Albert is in een maand drie kilo aange-
komen, maar het eten wordt wel een
soort obsessie want je bent er elk mo-
ment mee bezig. Om maar aan je streef
kcal te komen ga je (verkeerde ) koolhy-
draten gebruiken (suiker, snoep...).”
Tekst Sylvia en Albert
Het instituut helpt de patiënten en
hun naasten om te gaan met emo-
ties zoals angst, vermoeidheid,
stress en verdriet. Er wordt profes-
sionele zorg aangeboden in de
vorm van individuele gesprekken,
maar ook in groepsgesprekken en
internettherapie voor onder meer
het verminderen van vermoeidheid
en angst. Doorgang zal in een van
de volgende nummers meer aan-
dacht schenken aan het Helen
Dowling Instituut (www.hdi.nl).
s l o k d a r m
doorgang 21
In ons decembernummervan vorig jaar (nr. 49) na-men wij het verhaal op van Tania die haar vadersziekbed maandenlang van dag tot dag volgde. Haarervaringsverhaal over slokdarmkanker verscheenook op het forum van de MaagLeverDarmStichting.Na al die maanden van zorgen voor haar vader ginghet utieindelijk goed met hem.
Onlangs ontvingen wij van Tania
het bericht dat de controle van
haar vader ruim een jaar na diens
operatie goed verliep. Hij kreeg een
uitgebreide scan en een bloedon-
derzoek. Alles bleek in orde. Tania
schrijft: “Geen littekenweefsel,
geen uitzaaiingen, vitamine B12
nog op peil….” Eigenlijk heeft hij
geen klachten, behalve dat hij nog
steeds geen vlees lust, het smaakt
hem absoluut niet terwijl hij vroe-
ger een grote vleeseter was.
Tania en haar vader
Hoe gaat het nu met. . .
Tania:
‘Met vader gaathet goed’
“Op zi jn nieuwe fietsstaat al 2500 km op detel ler. . . Niet s lecht tochvoor een 70-plusser?”
Zijn conditie blijft goed, ter illustra-
tie: hij kocht drie maanden geleden
een nieuwe fiets en er staat al
2500 km op de teller. Niet slecht
toch voor een 70-plusser?” De va-
der van Tania is inmiddels 72.
s l o k d a r m
Ook voor uw verhaal en dat van uw naasten maken we graag
ruimte. Neem contact met ons op! De redactie helpt u graag
verder: [email protected] o.v.v. Doorgang.
s l o k d a r m
22 doorgang
s l o k d a r m
doorgang 23
‘Geef de verantwoordelijkheid niet uit handen’
Frieda nam de regieen wist te overleven
Wauw! Als er iemand is bij wie deze kreet spontaanopkomt is het wel Frieda Waaijer. Wat een doorzet-tingsvermogen, wat een positiviteit en wat een wilom te leven! Ze krijgt een onherroepelijke diagno-se: ‘uitgezaaide slokdarmkanker, inoperabel, erwordt alleen palliatief behandeld’ en besluit vervol-gens de regie in eigen hand te nemen. En met suc-ces. Ze overleeft.
Wat ging er door je heen toen je
in 2013 hoorde dat je slokdarm-
kanker had?
Frieda: “Ik wist het al voordat ik het
hoorde. Zo zit ik in elkaar: ik struin
het internet af, wil alles weten. Mijn
klacht – van de ene op de andere
dag bleef mijn eten hangen ter
hoogte van het middenrif – kon
geen andere oorzaak hebben. Maar
ik wist ook meteen: ik ben 51, veel
te jong om dood te gaan. De prog-
nose was slecht, maar wie bepaalt
wanneer ik dood ga?”
“Vanaf dat moment
heb ik de regie in eigen hand geno-
men. Ik realiseerde me dat ik de
keus had om weg te kwijnen, of po-
sitief te blijven en verantwoordelijk-
heid te nemen voor mijn leven. Er
zijn prima artsen, meelevend en
meedenkend, maar geen enkele
arts wil liever dat ik blijf leven dan
ikzelf!”
Een heftige periode
Wat gebeurde er in die eerste
periode?
Frieda: “Heel veel! In april kreeg ik
mijn diagnose, een aantal weken
later bleek mijn moeder uitgezaai-
de longkanker te hebben en weer
even later werd er ook kanker bij
een zus geconstateerd. Dus half
juli, toen ik net 28 bestralingen en
vijf dagen chemo ach-
ter de kiezen had, was
mijn zus al geopereerd
en mijn moeder inmiddels
begraven.”
Heftig!
“Heel heftig. Maar toch kon ik er
goed mee omgaan. Ik had vertrou-
wen dat het met mijn zus goed zou
komen en vrede met het overlijden
van mijn moeder. Ik had ook niet
de energie om anders te reageren;
“De prognose was
slecht, maar wie bepaalt
wanneer ik dood ga?”
24 doorgang
“Inmiddels had ik ook contact met
een homeopaat, die mij bijstond
met o.m. druppels en Bioresonantie
therapie. Mijn oncoloog stond daar
zeer sceptisch tegenover, dus heb
ik hem er na die ene keer nooit
meer iets over verteld. Maar ik ben
er natuurlijk wel mee doorge-
gaan….”
“Om alles aan te kunnen wat je te-
genkomt als je behandeld wordt
voor kanker, moet je fysiek én men-
taal zo sterk mogelijk staan. Je hebt
vertrouwen en veel doorzettingsver-
mogen nodig. Ik ben super ziek ge-
weest, maar heb nooit de neiging
gehad op te geven, ook door de
enorme steun van mijn gezin, fami-
lie, vrienden en collega’s. Er was
een permanente motivatie om mijn
conditie zo goed mogelijk te houden
en daarin ben ik ook heel goed ge-
steund door het ziekenhuis en mijn
huisartsenpraktijk.”
‘Boodschappenli jst je’
Had je veel informatie verza-
meld op het Internet?
“Zeker! Ik kwam elke keer op een
ziekenhuisafspraak met mijn ‘bood-
schappenlijstje’. ‘Kan dit niet, kan
dat niet, waarom niet, is hier al aan
gedacht, waar moet ik zijn voor dit,
voor dat?’ Daardoor werd ik niet al-
leen een meedenkende patiënt,
maar ik begon ook op te vallen: ‘Hé,
die Frieda geeft zich niet zomaar
gewonnen, die is zo sterk, die zou
ons nog eens kunnen verbazen,
misschien moeten we bij haar een
beetje van de protocollen afwijken!’
En dat is wat je wilt. Dat men niet
alleen naar de getalletjes kijkt,
maar vooral naar mij, als mens. Dat
mijn levensdrift serieus genomen
wordt. En voor jezelf voelt het ook
heel krachtig als je de touwtjes in
handen neemt.”
mijn lichaam had alle energie zelf
nodig, want weer een maand later
waren door de behandelingen mijn
oorspronkelijke uitzaaiingen ver-
dwenen, maar had ik er een nieu-
we voor in de plaats gekregen. Mijn
tumor was zeer agressief, dat was
duidelijk. Maar toch bleef ik posi-
tief. Je wordt met slokdarmkanker
niet geopereerd als er uitzaaiingen
zijn, maar als je een half jaar
‘schoon’ bent, kan het alsnog. Dus
ik moest schoon worden, want hoe
dan ook was het mijn streven om
geopereerd te worden.”
‘Ik moestschoon voorde operatie’
s l o k d a r m
doorgang 25
Maar je had weer een uitzaai-
ing, dus opnieuw chemothera-
pie?
“Klopt, maar pas na lang nadenken.
Chemo is gif en ik was nog steeds
bezig met mijn homeopaat om mijn
conditie zo optimaal mogelijk te
krijgen. Chemo gaat daar eigenlijk
dwars doorheen. Maar ik wilde ook
de credits in het ziekenhuis niet
verspelen: geen chemo betekende
misschien dat ik afgeschreven zou
worden. Of dat ik het niet zou over-
leven natuurlijk. Dus toch maar
weer aan de chemo...”
En toen gebeurde er een won-
dertje?
“Klopt! Begin 2014 had ik uiteinde-
lijk geen uitzaaiingen meer! Nog
een half jaar volhouden en ik zou
geopereerd kunnen worden. Maar
mijn arts heeft toen besloten dat ik
geen zes maanden hoefde te wach-
ten. Dus toen ik na vier maanden
nog steeds geen nieuwe uitzaaiin-
gen had, mocht ik geopereerd wor-
den. De vlag ging uit! Eindelijk, hier
had ik een jaar op gehoopt! Het
werd een buismaagoperatie die ik
vol vertrouwen in ging en geslaagd
is verlopen.”
Kwaliteit staat voorop
Hoe gaat het met je sinds de
operatie?
“Goed! Veel mensen klagen over
de kwaliteit van leven na een buis-
maagoperatie, maar ik wil een
goed leven hebben, dus heb ik con-
tact gezocht met een orthomolecu-
lair natuurvoedingsdeskundige.
Samen hebben we gekeken naar
wat verstandige voeding is nu mijn
spijsverteringsstelsel uit een ander
vaatje moet tappen om te functio-
neren. Wat ik eet mag ook de lever
niet belasten of de kanker active-
ren. Maar gelukkig keken we ook
naar wat ik lekker vind
en ik mag best veel. Ik
heb nauwelijks klachten
zoals reflux en hoewel ik
flink heb ingeleverd op
mijn lichamelijke condi-
tie, voel ik mij goed en
heb een prima leven.
Mijn geluk is dat ik altijd
positief ben geweest.
Dat is niet iedereen ge-
geven.”
Wat is jouw motto?
“Kwaliteit staat voorop,
maar soms moet je een
kans grijpen om te kun-
nen overleven, ook als je
er niet volledig achter-
staat. Blijf de verant-
woordelijkheid voor je ei-
gen leven serieus ne-
men, vooral als je ziek
bent. Geef het niet uit
handen!”
Die avond na ons ge-
sprek houdt Frieda me
nog wel even bezig. Ik
realiseer me dat geest
(autonomie, optimisme,
doorzettingsvermogen)
en lichaam zo ongeloof-
lijk samenwerken, dat
Frieda als ze Frieda niet
was geweest, het met
dezelfde tumor waar-
schijnlijk niet had over-
leefd. Fantastisch, maar
ook een beetje bizar. Hoe
dan ook, we zijn meer
baas over eigen lichaam
dan we voor mogelijk
houden. Maar we moeten
die knop in onszelf wel
activeren….!
Interview: Marie-Louise
Brueren | Foto’s: Waldo
Aikema
‘Kansengrijpen
om te overleven’
s l o k d a r m
26 doorgang
“Is er een hypo dan gaat de rest van
het lichaam glucose vrijzetten, aan-
gedreven door stresshormonen: ie-
mand gaat trillen en beven, heeft
hartkloppingen en is moe. En kan
een onbedwingbare eetdrang heb-
ben. Logisch want de hersenen heb-
ben acuut glucose nodig. En vaak
eten mensen dan meteen ook veel
te veel, ze kunnen moeilijk stoppen.
Wordt de bloedglucose nog lager,
dan kunnen er gedragsstoornissen
en stemmingsstoornissen ontstaan.
Iemand kan zich onheus gedragen
zonder daar zelf weet van te heb-
ben. Goed voor de omgeving om te
weten. Wordt de waarde nog lager
dan kan er een bewustzijnsdaling
optreden.”
“Waarom krijg je nu een hypo na
operatie aan het bovenste deel
van het maagdarmstelsel? Dat is
een direct gevolg van de veranderde
anatomie. Er zijn verschillende hor-
moonsystemen in de darm die nodig
zijn voor een goed gereguleerde af-
braak van de maaltijd en opname van
de voedingsstoffen. Eentje daarvan is
het incretine-systeem met als belang-
rijkste hormoon het GLP1. Wanneer
de maaltijd netjes door het maag-
darmstelsel wandelt dan wordt dit
hormoon gedoseerd afgegeven. GLP1
stimuleert de â-cellen in de pancreas
Hans Hukshorn:
vraag over hypoWe kennen allemaal het verschijnsel dumping,vroege en late. De een heeft er last van, de anderniet. Waarom? De artsen weten dat niet. Eigenlijkhad ik nooit (nauwelijks) echte dumpingverschijn-selen. Maar wel last van hypo’s; heel vaak zelfs.Suikerwaarde: 3.9 of minder. Ik houd bij wat ik eet,maar een relatie is niet te vinden.
Nu had ik afgelopen maart om de
twee dagen een hypo. Ik weet niet
meer waarom, maar we besloten om
koolhydraatarm te eten. Niet overdre-
ven: ’s ochtends wel volkoren rogge-
brood, maar geen aardappelen, rijst
of pasta (wel groente en vlees, of ei-
eren). Af en toe wel een koekje, maar
meer noten etc.
Wat schetst mijn verbazing? De eer-
ste hypo liet twaalf dagen op zich
wachten, de volgende zelfs 84 dagen.
En nu alweer vijftien dagen geen hy-
po. De internist begrijpt ook niet hoe
het kan, maar vindt het wel interes-
sant/suggestief.
Dus heb je last van hypo’s of dum-
ping: probeer eens een koolhydraat-
arm dieet. Wie weet helpt het.
Tekst Hans Hukshorn
Een reactie van Dr. H.W. de Valk:
“Een hypoglycemie (lage bloedsui-
ker, hypo) wil zeggen dat de gluco-
se-concentratie in het bloed te laag
is. De bloedglucose-concentratie
wordt binnen nauwe grenzen gehou-
den. In de nuchtere toestand (och-
tend) moet de glucose tussen de 4
en 6.1 mmol/l zijn; na het eten tus-
sen de 4 en 7.8 mmol/l. Dit is niet
voor niets: de hersenen kunnen niet
zonder glucose en hebben ook geen
voorraden glucose liggen.”
tot het maken van insuline, precies zo-
veel als nodig is. Met een veranderde
darm-anatomie plonst nu de maaltijd
in de dunne darm en is er een explo-
sie van GLP1 met een explosie van in-
suline. En daardoor daalt de bloedsui-
ker en ontstaat er een hypo.”
“Hoe weet je of dit nu speelt?
Belangrijk is om te weten dat het pro-
bleem kan bestaan en om het met de
dokter of verpleegkundige te bespre-
ken. Als er een verdenking is, dan is
het van belang je bloedsuiker te me-
ten op het moment dat het niet goed
gaat. Dat kan tegenwoordig met een
klein apparaatje (offline CGM) ook
continu, maar dan moet er wel een
hypo te zien zijn en die moet na het
eten optreden.”
“Wat kun je er aan doen? In eer-
ste instantie frequente kleine maaltij-
den (minder aanbod). Minder koolhy-
draten zou kunnen helpen maar voor-
al geen ‘snelle suikers’ zoals in fris-
dranken. Er zijn tabletten die de op-
name van suiker vertragen (en daar-
door de GLP1-vorming remmen). En
als dat echt niet helpt, dan zijn er in-
jecties om je â-cellen een beetje in
toom te houden. Maar het begint met
goed opletten en bij twijfel of verden-
king, met de verpleegkundige of dok-
ter gaan praten hierover.”
Dr. H.W. de Valk | internist-endocrinoloog UMCU
Dr. H.W. de Valk,
internist-endocrinoloog UMCU
s l o k d a r m
Na maanden van voorbereiding (plannen maken,richtlijnen opstellen, ziekenhuizen benaderenetc.) is op 26 september het Buddy Project voorslokdarmkankerpatiënten onder de vlag van SPKSvan start gegaan!
Nadat zeven behandelcentra inte-
resse hadden getoond in ons pro-
ject, bleven uiteindelijk twee zie-
kenhuizen over die er op dit mo-
ment tijd, energie en menskracht in
wilden steken om als ‘pilotzieken-
huizen’ met dit project van start te
gaan: UMC Utrecht en het Antonius
ziekenhuis te Nieuwegein.
De achterliggende gedachte van
dit project is het begeleiden van
nieuwe patiënten door positief in-
gestelde ervaringsdeskundigen,
ex-patiënten dus, die op basis van
vrijwilligheid patiënten op hun ver-
zoek begeleiden tijdens een
deel of het gehele traject
van verwerking, behande-
lingen en herstel.
CursusdagIn Utrecht kwamen tien as-
pirant buddy’s van boven-
genoemde ziekenhuizen sa-
men voor een start/cursus-
dag. Vanaf 26 september
wordt aan nieuwe slok-
darmkankerpatiënten via
de verpleegkundig specia-
list(e) van hun eigen zie-
kenhuis, de mogelijkheid
geboden om extra begelei-
ding te vragen van positief
ingestelde buddy’s.
Deze enthousiaste groep van ex-
patiënten wil zich hiervoor inzetten
en zal indien nodig in aantal wor-
den uitgebreid. De deskundigheid
in het begeleiden van nieuwe pa-
tiënten door buddy’s zal worden
vergroot door het geven van trai-
ningsdagen vanuit SPKS .
SPKS zal in samenwerking met de
ziekenhuizen de ervaringen van de-
ze groep evalueren en delen met
andere behandelcentra die geïnte-
resseerd zijn. Het doel van SPKS is
dat deze extra ondersteuning op
termijn beschikbaar komt voor al
degenen die de zware behandeling
van slokdarmverwijdering moeten
ondergaan. Het wiel hoeft dus
niet telkens opnieuw te worden
uitgevonden.
Tekst Ben Meerwijk | [email protected]
“Wilt u een
‘buddy’ worden?“
Neem dan contact op met
[email protected] of met Ben
s l o k d a r m
Ben Meerwijk
doorgang 27
Buddy Project onder auspiciën SPKS Levenmetkanker van start
Ex-patiënten helpen actief na slokdarmverwijdering
28 doorgang28 doorgang
Radicale Remissie
Na een wereldwijd onderzoek naar meer dan dui-zend gevallen van radicale remissie – mensen diena een diagnose van een ernstige of zelfs termi-nale kanker volledig genezen zijn – geeft dr. KellyTurner, psychotherapeut en onderzoeker gespecia-liseerd in de integratieve oncologie, in dit boek deresultaten van dit onderzoek. Deze arts denkt datartsen en patiënten veel kunnen leren van mensendie spontaan zijn genezen. Wat hebben zij gedaanwaardoor zij genezen zijn?
Dr. Kelly Turner zag in haar onder-
zoek 57 factoren die regelmatig bij
veel patiënten terugkwamen. Van
deze 57 factoren ble-
ken er negen telkens
terug te komen bij el-
ke persoon die gene-
zen was. Deze negen
sleutels zijn: het radi-
caal veranderen van
je voedingspatroon;
het in eigen hand ne-
men van je gezond-
heid; het volgen van
je intuïtie; het gebrui-
ken van kruiden en
supplementen; het
loslaten van
on-
derdrukte emo-
ties; het verster-
ken van positieve
emoties; het omar-
men van sociale on-
dersteuning; het verdie-
pen van je spirituele verbinding;
het hebben van sterke redenen om
te leven.
Laten we het eerste aspect eens
bij de kop pakken: het radicaal
veranderen van je voedingspa-
troon. Dat is eigenlijk voor ieder-
een te doen. En over voeding is in-
formatie genoeg op dit moment.
De mensen die
spontaan zijn gene-
zen hebben de con-
sumptie van suiker,
vlees, zuivel en be-
werkte voedings-
middelen drastisch
verminderd of zijn
er totaal mee ge-
stopt. Ook zijn ze
meer groenten en
fruit gaan eten en
schakelden hierbij
over op de biologi-
sche variant.
Er is veel te doen over suiker op
het moment. Kankercellen zijn dol
op suiker, dat weten de meeste
kankerpatiënten wel. Maar dat
kankercellen tussen de tien en vijf-
tig keer meer glucose ‘eten’ dan
normale cellen, daar schrok ik toch
wel van. Waarom wordt mij dat
niet verteld?
Helaas is er bij oncologen weinig
kennis aanwezig over dit onder-
werp. De meeste oncologen kun je
maar beter niet te serieus nemen
Radicale Remissie
Dr. Kelly A. Turner, Uitgeverij
Succesboeken.nl, 336 pagina’s,
ISBN 978 90 79872855, € 22,50
Onze redacteur Gerda Schapers bespreekt
regelmatig boeken die onze lezers van pas
zouden zouden kunnen komen.
Turner ondersteunt
wetenschappelijke gegevens
met verhalen van patiënten
b o e k b e s p r e k i n g
doorgang 29
Piet hield er een ‘ielstemmetje’ aan over
Volkskrantredacteur Willem Vissers schreef eenboek over voetballer Piet de Visser. Piet werd aanslokdarmkanker geopereerd en kreeg een buis-maag. Maar hij hield er, zo schrijft Vissers, ‘een ielstemmetje’ aan over.
Willem Vissers: “De krant had mij in de
voorbereiding op het WK van 1998
naar de Afrika Cup in Burkina Faso ge-
stuurd. Overdag was het 42 graden.
Daar ontmoette ik Piet de Visser, des-
tijds scout van PSV. Hij vertelde einde-
loos over voetbal en
over zijn ziektes,
want hij was een half
jaar eerder aan slok-
darmkanker geope-
reerd. Slokdarm weg,
maag opgetrokken.
Hij had zoveel pijn ge-
leden dat hij uit het
raam van zijn kamer
in het AMC had willen
springen.”
“Toen hij het verhaal
voor de tweede keer
vertelde, nam ik het
op. Thuis tikte ik de
band uit. Je hoorde
vrolijke geluiden van
kinderen in het
zwembad bij het hotel
in Ouagadougou. Je
hoorde zwoele stem-
men van charmante bedienden die de
bestelling opnamen. Maar ik moest ook
een beetje huilen om dat iele stemme-
tje van Piet, die soms moeite moest
doen om zijn emotie kracht bij te zet-
ten. Zijn ijzeren wil hield het gammele
lijf bij elkaar.”
“Hier was hij weer, in zijn geliefde
Afrika. Hij telde weer mee. Hij was zo
dankbaar en gelukkig. Hij had gevoch-
ten om na de levensbedreigende ope-
ratie weer scout te kunnen zijn. De vi-
deobanden die PSV-voorzitter van
Raaij en technisch manager Arnesen
naar zijn huis in Oisterwijk brachten,
had hij op een gege-
ven moment de tuin
in geflikkerd. De ad-
viezen van zijn vrouw
Janet om boeken te
leren lezen had hij ge-
negeerd. Lezen. Wat
nou, lezen…”
“Hij wilde weer leven.
Gras ruiken. Alleen
voetbal kon hem red-
den, terwijl de dokter
had gezegd dat zijn
grootste uitstapje tot
Geldrop zou zijn. Maar
hier zat hij in
Ouagadougou, of all
places. Overdag keek
hij voetbal, soms
twee wedstrijden op
een dag. ’s Avonds
wandelde hij door de
stad en nipte hij van met whisky aan-
gelengde frisdrank. Hij adviseerde
mensen iets te blijven doen, ook als
ze ziek waren. Bloemschikken, fiet-
sen, scouten. Het maakte niet uit, als
ze maar een bestemming vonden.”
Voor voetballiefhebbers!
Tekst Willem Vissers met toestemming overge-
nomen uit de Volkskrant.
Piet de Visser
voetbal als medicijn
Willem Vissers, VIboeken, 250 pag.,
ISBN 978 90 67970365, € 17,95
Piet de Visser en Willem Vissers stellen
hun deel van de opbrengst van Voetbal
als medicijn beschikbaar aan de Piet
de Visser Foundation, die arme jeugd
in Ghana de kans wil bieden op
een opleiding tot profvoetballer.
als het om voedingsadviezen gaat.
Ze hebben er ook nauwelijks iets
over geleerd in hun opleiding.
Praktische t ipsIn het boek staan veel praktische
tips en niet alleen over voeding,
maar ook over de ‘geest’ in relatie
met kanker. Het is prettig leesbaar
omdat Turner wetenschappelijke
gegevens ondersteunt met prak-
tijkverhalen van patiënten.
Natuurlijk is voorzichtigheid gebo-
den: het is geen recept om te ge-
nezen, dat geeft de auteur zelf dui-
delijk aan. Maar dat een aantal van
deze factoren levensverlengend
kan werken, daar zijn op dit mo-
ment genoeg onderzoeken over
(voeding, bewegen, mindfulness).
Leren van medepatiëntenEn de radicale-remissie-overlevers
vertellen aan het einde van ieder
hoofdstuk hun verhaal en geven
tips om de lezer op weg helpen. En
zo leer je van je medepatiënten.
Wat ik erg goed vind aan dit boek:
de schrijfster raadt aan om, als je
je leefstijl wilt veranderen, elke dag
kleine stapjes te maken en de ver-
anderingen in je leefpatroon gelei-
delijk door te voeren. Zo kunnen li-
chaam en geest langzaam wennen
aan een nieuw leefpatroon.
Als trainer weet ik als geen ander
dat niets moeilijker is dan een ge-
dragspatroon veranderen en dan
werkt het ‘babysteps’ programma
goed. Een hoopgevend boek, van
harte aanbevolen.
“Kankercel len ’eten’tussen de t ien en vi jft igkeer meer glucose dan
normale cel len”
s l o k d a r m
30 doorgang
Operatie z iektevri je patiënt kan worden voorkomen
Meer duidelijkheid metnieuwe MRI-scans
De op-genezing-gerichte behandeling van slokdarm-kanker bestaat uit een voorbehandeling van bestra-ling gecombineerd met chemotherapie (chemora-diatie) gevolgd door operatieve verwijdering van deslokdarm. Bij ongeveer drie op de tien geopereerdeslokdarmkankerpatiënten, wordt echter tegenwoor-dig geen kanker meer gevonden in het weggeno-men weefsel (zie ook interview Prof. van Lanschotin Doorgang nr. 45). Dit roept de vraag op of de pa-tiënten die zeer goed op de voorbehandeling heb-ben gereageerd wel geopereerd moeten worden.
Om die vraag te beantwoorden heb-
ben de onderzoekers uit Rotterdam
samen met de behandelaars uit
Amsterdam,
Eindhoven,
Heerlen en
Utrecht een
nieuwe studie
opgezet. Doel
is hier te on-
derzoeken of
operatie veilig
uitgesteld kan
worden bij die
patiëntgroep
waarvan ver-
wacht wordt dat zij zeer goed heeft
gereageerd op de voorbehandeling
(zie ook interview Joël Shapiro in
Doorgang nr. 49).
Nieuwe methodiekenOm operatie helemaal veilig achter-
wege te kunnen laten is het van
groot belang dat heel goed voor-
speld kan worden of de slokdarm
echt ziektevrij is. De huidige onder-
zoeksmethodes (PET-CT, endoscopie
en inwendige echosonografie)
schieten hierin soms te kort en niet
alle resttumor kan met deze me-
thodes worden opgespoord. In
Utrecht zijn
recentelijk
nieuwe MRI
scan-metho-
dieken ont-
wikkeld die
echter veel-
belovend zijn.
In een groep
testpatiënten
kwam vooral
naar voren
dat de sig-
naalverschillen tussen een MRI
scan voorafgaand aan de voorbe-
handeling en een MRI scan na tien
bestralingen tot een betere voor-
spelling leidt dan de conventionele
methodes.
Ter illustratie en verduidelijking zijn
bij dit artikel twee voorbeelden ge-
geven van verschillende soorten
MRI scans gemaakt voor, tijdens en
na de voorbehandeling van twee
patiënten. In het linker panel staan
de beelden van een patiënt met
dr. Gert J. Meijer, UMC Utrecht
dr. Gert J . Meijer:
“...overbehandelingkan worden voor-
komen met een betere kwaliteit van
leven tot gevolg“
s l o k d a r m
doorgang 31
aanvankelijk een groot tumorpro-
ces die uiteindelijk na operatie tu-
morvrij bleek te zijn, in overeen-
stemming met de beeldvorming:
geen signaal (‘witte vlek’) in
plaatje g. In het rechter panel
staan de MRI beelden van een pa-
tiënt met een duidelijk restsignaal
op scans na de behandeling (plaat-
je g) duidend op tumorrest wat na
de operatie ook werd bevestigd
door de patholoog.
Unieke samenwerkingIn een unieke samenwerking tus-
sen het Universitair Medisch
Centrum Utrecht, het Nederlands
Kankerinstituut in Amsterdam, het
Universitair Medisch Centrum
Groningen en het MD Anderson
Cancer Center in Houston gaat nu
onderzocht worden of MRI samen
met PET nóg beter kan voorspellen
hoe de patiënt op de voorbehande-
ling reageert. In deze studie zullen
in totaal 120 patiënten worden ge-
vraagd om op drie tijdstippen
(voor, tijdens en na de bestralings-
reeks) extra scans te ondergaan.
Om de belasting voor de patiënten
te minimaliseren worden deze
scans aansluitend aan de reguliere
ziekenhuisbezoeken gekoppeld.
Doel van dit onderzoek is een test
te ontwikkelen die nauwkeurig het
effect van de voorbehandeling
meet.
Effectuering van deze doelstelling
heeft direct tot gevolg dat de zeer
intensieve slokdarmbehandeling
beter kan worden afgestemd op de
individuele patiënt (en zijn of haar
wensen) en dat overbehandeling
kan worden voorkomen met een
betere kwaliteit van leven tot ge-
volg.
Tekst dr. Gert J. Meijer | UMC Utrecht
s l o k d a r m
32 doorgang
Buismaagpasje
Onze plannen voor het
laten vervaardigen van
een plastic buismaagpas-
je lopen enige vertraging
op. We willen dat pasje
(bij het ID te bewaren)
gebruiken om te kunnen
tonen aan b.v. de bedie-
ning van een restaurant.
Richtlijn Misselijkheid
We kregen veel vragen van mensen met een buismaagover misselijkheid. Voor die misselijkheid kunnen ver-
schillende oorzaken zijn, in ons geval voornamelijkverstopping en/of trage lediging van de buismaag.
We verwijzen graag naar een nieuwe
Richtlijn Misselijkheid die op internet
is te vinden. Op de site (zie verwij-
zing hieronder) worden diverse mid-
delen genoemd die je kunt slikken,
afhankelijk van de oorzaak. U kunt
hier samen met de huisarts naar kij-
ken. Wat voor de één niet werkt,
werkt misschien wel voor de ander.
Een kwestie dus van uitproberen.
De werking en toepasbaarheid van
een aantal middelen wordt op de
website besproken.
Slokdarm-bijeenkomsten
Eind januari zullen er in
ziekenhuizen weer diverse slok-
darmbijeenkomsten plaatshebben.
Kijk op de website voor de locaties
en data: www.kanker.nl/organisa-
ties/spks/3139-slokdarm
TrialsVoor het zoeken
naar trials,is er een nieuwe
website
In het kort het kort • In hetkort • Slokdarm •
In het kort • Inhet kort •
www.pallialine.nl/misselijkheid-en-braken
Beleid B Symptomatische behandeling Medicamenteus B Literatuurbespreking
door Marianne Jager
www.kanker.nl/kankeronderzoek
Kijk voor s lokdarmbijeenkomsten januari op de website www.Kanker.nl/SPKS
voor data en programma's
s l o k d a r m
U kunt bij ons de buismaagbrochure bestellen.
doorgang 3333 doorgang
tie en een aansluiting in de borsthol-
te. De patiënten worden gestimu-
leerd om snel weer in beweging te
komen en er is een intensieve bege-
leiding door verpleegkundig specialis-
ten, waardoor het herstel zoveel mo-
gelijk wordt bevorderd.
Een heel belangrijk element van ver-
sneld herstel programma’s is het di-
rect starten van voeding via de mond.
Bij slokdarmoperaties is dit echter nog
steeds een taboe. De standaardbe-
handeling in de meeste ziekenhuizen
is het starten van normale voeding na
5-7 dagen. Tot die tijd worden de
meeste patiënten gevoed via een
slangetje, dat in de dunne darm wordt
Onderzoek moet uitwijzen of meteen normaal eten helpt
In een aantal ziekenhuizen gaat een onderzoek vanstart (NUTRIENT II) om te kunnen vaststellen of hetsnel overgaan op voeding via de mond het herstelna een slokdarmverwijdering kan versnellen. Er isnationale en internationale belangstelling voordeelname aan dit onderzoek.
Een slokdarmverwijdering vanwege
kanker is een ingrijpende operatie
die regelmatig gepaard gaat met
complicaties zoals longproblemen
en naadlekkage. Het verbeteren
van de zorg rondom en na de ope-
ratie door zogenaamde versneld
herstel programma’s leidt bij veel
buikoperaties tot een verkorte op-
nameduur en zelfs tot minder com-
plicaties. Een versneld herstel pro-
gramma bestaat uit verschillende
onderdelen die in steeds meer zie-
kenhuizen worden geïntroduceerd.
Zo worden in het Catharina Zieken-
huis (Eindhoven) bijna alle patiën-
ten geopereerd met een kijkopera-
ingebracht tijdens de operatie (jeju-
nostomie).
Een haalbaarheidsonderzoek (NU-
TRIENT I trial) is uitgevoerd in het
Catharina Ziekenhuis, de
Ziekenhuisgroep Twente in Almelo en
het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
(CWZ) in Nijmegen waaruit bleek dat
het haalbaar is om direct te starten
met normale voeding.
In de vervolgstudie (NUTRIENT II tri-
al) worden patiënten onwillekeurig
verdeeld over een groep die de stan-
daardbehandeling krijgt (start van
normale voeding op dag 5 na opera-
tie) en een groep die direct normale
voeding krijgt. De verwachting is dat
door het direct starten van normale
voeding patiënten sneller herstellen
en de ziekenhuisopname wordt ver-
kort. De NUTRIENT II trial begon in
oktober van dit jaar in het Catharina
Ziekenhuis Eindhoven en de
Ziekenhuisgroep Twente in Almelo.
Vanuit verscheidene nationale en in-
ternationale instituten is interesse
getoond om deel te nemen aan dit
onderzoek.
Mert dank aan: dr. Grard A.P.
Nieuwenhuijzen en Misha Luyer
Versneld herstel mogelijkna slokdarmverwijdering?
Misha Luyer dr. Grard A.P. Nieuwenhuijzen
s l o k d a r m
34 doorgang
De opmerkel i jke genezing van Frank
Zonder operatie vrijvan slokdarmkanker
Via Kanker.nl bereikte ons het verrassende er-varingsverhaal van Frank van der Loo, dat we onzelezers niet willen onthouden. Frank is 52 jaar, ge-trouwd en heeft een dochter van zestien jaar. Alsvrijwilliger heeft Frank bij het KWF nog meegehol-pen om subsidies te beoordelen, vanuit patiënten-perspectief.
Frank was een gezonde man die al
27 jaar niet ziek was geweest. Maar
eind 2012 kreeg hij griep, tenmin-
ste, dat dacht hij. Toen Frank geel
begon te zien, belandde hij op de
eerste hulp van het ziekenhuis,
waar hij voor onderzoek ruim een
week heeft gelegen. Begin 2013
sloeg de diagnose ‘slokdarmkanker
met uitzaaiingen in lever en milt’ in
als een bom! Van opereren was al
geen sprake meer. De voorgestelde
palliatieve chemobehandeling werd
aangenomen, je weet ten-
slotte maar nooit.
Elke drie
weken
kreeg
Frank een
scan, waar-
op het effect
van de chemo
was te volgen: de behan-
deling sloeg aan!
Zo goed als genezenOp 13 augustus 2013 was de laat-
ste behandeling. Frank was toen zo
goed als genezen. Met fysio kracht-
training werkte Frank aan zijn con-
ditie. Op therapeutische basis kon
hij weer voorzichtig aan het werk.
Een buismaagoperatie werd niet
voorgesteld en daar heeft Frank ook
niet om gevraagd. De groei van de
lever door de uitzaaiing, had een
pijnlijk probleem veroorzaakt dat
overbleef na de genezing. Operatief
werd dit probleem verholpen.
Probleem.. .Toen Frank zich op 1 januari 2015 bij
zijn werkgever ‘beter’ had gemeld,
ontstond er een probleem. Hoewel
hij al 27 jaar voor deze werkgevers
had gewerkt vóór zijn ziekte, oor-
deelde deze dat het vertrouwen in
Frank was ‘geschaad’ toen hij na
twee jaar weer aan het werk kon en
wilde. Hij werd dus na 29 jaar ont-
slagen. Dit ontslag heeft Frank aan-
gevochten. Uiteindelijk keerde hij
wel terug naar dezelfde werkgever,
maar in een minder goede functie.
Frank hoopt van hieruit door te kun-
nen groeien in de functie die hij
destijds had bekleed, met een bijbe-
horend hoger salaris.
Frank wil met het verhaal van zijn
genezing - dat je ook kunt lezen op
zijn blog op Kanker.nl - anderen in-
formeren over zijn genezing, on-
danks een slechte prognose.
Tekstbewerking: Marianne Jager
s l o k d a r m
Frank van der Loo
“Lees op mijn
blog op kanker.nl
over mijn genezing”
doorgang 3535 doorgang
Hoe fitter je bent hoe snel ler je herstelt
Ademspiertrainingvoor de operatie
In 2010 begon onderzoeker Karin Valkenet met een promotieonderzoek naar de effecten van adem-spiertraining. Er zijn al goede resultaten gerappor-teerd van deze training op het terugdringen van lig-duur en longcomplicaties na een open hart operatie.
Het doel van haar promotieonder-
zoek is verder onderzoek te doen
naar ademspiertraining, onder an-
dere door de effectiviteit bij andere
patiëntgroepen (zoals slokdarmchi-
rurgie en longchirurgie) te gaan on-
derzoeken.
Patiënten die een operatie onder-
gaan worden steeds ouder. Deze
s l o k d a r m
groep zal als gevolg van een slech-
tere fysieke conditie die zij hebben
moeilijker herstellen na de operatie
. Een goede lichamelijke voorberei-
ding wordt daarom steeds belang-
rijker. Preconditionering (het voor-
bereiden op de operatie) omvat
verschillende vormen van lichame-
lijke oefeningen. Een van deze vor-
men is ademspiertraining. Grote
operaties in borst en buikregio kun-
nen gepaard gaan met een vergrote
kans op longcomplicaties na de ope-
ratie. Deze complicaties kunnen het
herstel fors belemmeren. Onderzoek
naar preventie van deze complica-
ties bij verschillende chirurgische pa-
tiënten groepen is daarom van groot
belang.o.a. bij slokdarmkankerpa-
tiënten.
Bron: vrienden van UMCUtrecht | de
infographic bij dit artikel danken wij aan
De Telegraaf en de maakster ervan
Denise Hoogland
36 doorgang
Slokdarmkanker met uitzaai ingen bleek niet fataal
Martine won haar strijd en werd een ‘witte raaf’
Martine Luca deelt met onze lezers haar verhaalover de slokdarmkanker met uitzaaiingen waardoorzij in 2014 werd getroffen. Haar bijdrage getuigtvan de kracht van een patiënt, die voor een belang-rijk deel haar eigen plan trekt en niet van zins ishet op te geven.
Ik krijg in mei 2014 in het ziekenhuis
te horen dat ik slokdarmkanker heb
met uitzaaiingen in de lever. Ik hoor
een slechte prognose: nog een half
jaar te leven, of misschien één jaar…
hooguit twee jaar. Degene die het
langer overleeft, is ‘een witte raaf’.
Het is niet operabel. Ik kan alleen
nog kiezen voor een gerichte che-
mokuur maar daarbij werd gezegd
dat de chemo nare bijwerkingen kon
hebben en dat het maar een kans
van een op drie had dat het zou aan-
slaan. Ik schrok mij rot!
Aan mij was nu de keuze:
wel of niet palliatief la-
ten behan-
delen,
voor maar
enkele we-
ken verlen-
ging... Ik ben
diep teleurgesteld
en boos, want dat hoor ik
uitgerekend in het ziekenhuis waar
ik alle vertrouwen in had omdat ik
daar 25 jaar geleden twee keer heel
goed geopereerd en behandeld ben
voor borstkanker. En nu ben ik bij de
eerste diagnose en volgens een star
protocol al direct opgegeven: bij
slokdarmkanker met uitzaaiing ope-
reren ze niet meer, gezien de slech-
te prognose in de statistieken. Maar
later kom ik er achter dat er wereld-
wijd studies zijn met hogere overle-
vingscijfers, zoals in Japan, Groot
Brittannië en België. De term ‘pallia-
tief’ moet dus met omzichtigheid
worden gebruikt.
Ik ben 59 jaar en nog steeds in een re-
latief goede algemene conditie. Ik kan
bijna niet geloven wat mij overkomt
maar ik kan nog de kracht vinden om
er alles aan te doen. Daarom start ik
onmiddellijk met de chemokuur
(Paclitaxel en Carboplatin).
Ondertussen vraag ik in een ander
ziekenhuis een second opinion: daar
zien ze meer palliatieve behandelmo-
gelijkheden. Met dit bredere toekomst-
perspectief krijg ik weer moed om ver-
der te gaan.
Een gl impje hoopVia de radio hoor ik dat een
Nederlandse patiënt met slokdarm-
kanker en eveneens uitzaaiingen in
de lever, in het UZGent met goed ge-
volg geopereerd is. Ik ga vervolgens
ook daarnaartoe en krijg weer hoop.
Het is bepaald geen valse hoop want
ze maken mij bewust van de onzeke-
re factor en de risico’s. Ze stellen ook
voorwaarden: de chemobehandeling
moet de tumor doen slinken. De kan-
ker mag zich zeker niet uitbreiden.
“Dit resultaat was
nooit bereikt zonder
eigen initiatief. ”
Martine Luca
s l o k d a r m
doorgang 37
Op de evaluatie CT scan is te zien
dat ik goed reageer op de chemo-
therapie. Alles is tot de helft geslon-
ken. Ik ben blij want er is nu een re-
den voor het UZGent om mij verder
te volgen en een operatie te blijven
overwegen.
In overleg met mijn ziektekostenver-
zekering zoeken we ook naar cura-
tieve ofwel (semi)palliatieve behan-
delmogelijkheden in Nederland. Ik
vraag in twee Nederlandse universi-
taire ziekenhuizen naar hun oordeel.
Beide ziekenhuizen reageren nega-
tief. Ik heb het gevoel dat ze niet on-
afhankelijk naar mijn dossier geke-
ken hebben, maar reageren volgens
een star Nederlands proto-
col.
Het was tijdens dit
hele proces belang-
rijk om mijn dossier
in eigen handen te
houden. Ik heb ko-
pieën gevraagd van
alle verslagen en beeld-
vorming (CT scans, MRI)
en zo een scha-
duwdos-
sier gec-
reëerd.
Dan vraag ik hulp aan de SPKS. Daar
word ik gesteund en geadviseerd. Ik
krijg met deze hulp eindelijk gehoor
bij een chirurg in het inmiddels vier-
de geconsulteerde Nederlandse uni-
versitaire ziekenhuis. Daar willen ze
nu ook een operatie overwegen, wel-
iswaar in een experimentele setting.
Spanning st i jgtDe PET-CT scan van eind december
2014 geeft gelukkig nog steeds een
gunstig beeld met een goede res-
pons op de chemo en het team van
het UZGent wil mij in januari 2015
opereren. In het Nederlandse zieken-
huis willen ze mij uiteindelijk ook wel
opereren, maar daar stellen
ze voor om dat in twee fa-
sen te doen. Het UZGent
adviseert echter stellig
om mij in één keer te
opereren om minder risi-
co te lopen. En omdat
Gent ook meer expertise
heeft op dit gebied, heb ik
uiteindelijk voor de
operatie in
Gent gekozen.
Als voorbe-
reiding op
deze zware ingreep heb ik zelf ge-
let op goede en gezonde voeding
en beweging. Ik heb veel gewan-
deld. Het is belangrijk om goed op
gewicht te blijven en een goede
conditie te houden.
Goed verloopDe operatie is goed verlopen. Bij
het pathologisch onderzoek worden
geen kankercellen meer gevonden
in het weefsel van de lever. En in
het slokdarmweefsel waren de snij-
vlakken schoon. De artsen zijn po-
sitief en tevreden dat ze deze ope-
ratie uitgevoerd hebben. En ik ook
natuurlijk.
Bij de nacontroles bleef alles rustig.
Ik heb wel een lange herstelperiode
nodig gehad en ook moet ik nu le-
ren leven met een kleinere en naar
boven opgetrokken maag. Maar
daar valt goed mee te leven. Ik
volg nu een dieet en ik eet regel-
matiger kleinere porties.
Afgelopen september ben ik drie
weken naar Sri Lanka gegaan om
daar een ayurveda kuur te volgen.
Dat heeft mij goed geholpen om te
herstellen. Deze kuur werkt ont-
spannend en heeft mij geholpen
om positief verder te leven.
Ik ben er mij van bewust dat ik een
‘witte raaf’ ben. Maar dit resultaat
was nooit bereikt zonder eigen ini-
tiatief. Ik dank ook alle mensen die
mij in dit proces gecoacht en on-
dersteund hebben.
Tekst Martine Luca
Noot redactie: SPKS Slokdarmkanker
Nederland maakt zich sterk voor het
samenstellen van een lijst met zieken-
huizen waar men in Nederland het beste
naar toe kan voor een protocoloverschrij-
dende behandeling, die extra vaardighe-
den vereist, of waar men bereid is om door
te verwijzen naar het buitenland.
s l o k d a r m
38 doorgang
Het SOurCE- onderzoeksproject doet er wat aan
Informatie op maat voor slokdarmkankerpatiënt
Patiënten met slokdarmkanker hebben helaas nogaltijd slechte overlevingskansen, een grote kans op(ernstige) bijwerkingen van de behandeling en eenverslechtering van hun kwaliteit van leven. Watmoet je dan doen als je geconfronteerd wordt metde diagnose slokdarmkanker? Voor wat voor behan-deling moet je kiezen – of juist niet?
Om zo’n keuze te kunnen maken, is
het essentieel dat patiënten goede in-
formatie krijgen over de mogelijke ge-
volgen van hun ziekte en behandeling.
Betrouwbare informatieverstrekking,
afgestemd op de patiënt, wordt echter
sterk gehinderd door twee factoren:
1 We beschikken over onvoldoende,
kwalitatief hoogwaardige gegevens
over de uitkomsten van behande-
ling toegespitst op de individuele
kenmerken van een patiënt.
2 De vaardigheden van artsen om op
wetenschappelijk onderzoek geba-
seerde gegevens duidelijk en op
maat over te brengen aan de pa-
tiënt, behoeven verbetering.
Het doel van het onderzoeksproject
SOurCE is om patiënten met slok-
darmkanker beter te voorzien van in-
formatie over hun kansen op overle-
ving, bijwerkingen van de behande-
ling en kwaliteit van leven. Hiervoor
worden vanaf 1 januari 2015 gege-
vens verzameld over de behandeling
van patiënten met slokdarmkanker in
Nederland, de bijwerkingen daarvan
en de kwaliteit van leven van patiën-
ten. Ook zal een internetapplicatie
worden ontwikkeld waarin deze infor-
matie wordt samengevat. Ten slotte
wordt een training voor artsen ont-
wikkeld om de informatie op maat
met een patiënt te delen. Hierdoor
zullen patiënten met slokdarmkanker
beter worden ondersteund en wordt
het hen mogelijk gemaakt mee te be-
slissen over hun behandeltraject in
zoverre zij dat wensen. Goed geïnfor-
meerde beslissingen die beter aan-
sluiten bij de wensen van de patiënt
leiden tot meer tevredenheid en wel-
bevinden. Onderzoek wijst bovendien
uit dat patiënten die goed geïnfor-
meerd zijn zich minder zorgen maken
en minder angstig of somber zijn.
Het project wordt uitgevoerd onder
auspiciën van de Dutch Upper GI
Cancer Group (DUCG) in samenwer-
king met het Integraal
Kankercentrum Nederland (IKNL).
Patiënten zijn in dit project onder-
zoekspartner en vervullen een advi-
serende rol bij elk onderdeel van het
project. Het onderzoeksconsortium
bestaat verder uit gerenommeerde
medisch psychologen, epidemiolo-
gen, statistici en medisch informatie-
kundigen en een multidisciplinair
team van artsen met expertise in de
behandeling van slokdarmkanker uit
veertien algemene en academische
ziekenhuizen verdeeld over heel
Nederland.
Tekst Drs. Jessy Joy van Kleef, onderzoeks-
coördinator, [email protected] | Prof.
dr. Hanneke W.M. van Laarhoven, hoofon-
derzoeker, [email protected]
SOurCE
De naam SOurCE is afgeleid van:
Stimulating evidence based,
personalized and tailored information
provision to improve decision making
after Oesophageal CancEr diagnosis
Prof. dr. Hanneke W.M. van Laarhoven,
hoofonderzoeker,
Drs. Jessy Joy van Kleef,
onderzoekscoördinator
s l o k d a r m
doorgang 39
Vitamine B12is hard nodig
Vitamine B12 is nodig voor de aanmaak van rodebloedcellen en voor een goede werking van het ze-nuwstelsel en gezonde slijmvliezen. Vitamine B12is voor opname in het lichaam afhankelijk vanIntrinsic Factor, een eiwit dat in de maag wordt ge-maakt. Vitamine B12 is de enige in water oplosbarevitamine die in het lichaam wordt opgeslagen.
Een teveel wordt uitgeplast.
Vitamine B12 wordt ook wel coba-
lamine genoemd. Een tekort aan vi-
tamine B12 kan tot allerlei klachten
leiden. Zo’n tekort kan bijvoor-
beeld ontstaan na een operatieve
verwijdering van een deel van de
maag. Vitamine B12-injecties kun-
nen dan dat tekort opheffen omdat
daarmee het opnamedefect wordt
omzeild.
Vitamine B12 zit alleen in dierlijke
producten zoals melkproducten,
vlees, vleeswaren, vis en eieren. Bij
mensen die helemaal geen dierlijke
producten gebruiken, zoals vega-
nisten, is er een grote kans op een
tekort aan vitamine B12. Algen en
zeewieren bevatten een op vitami-
ne B12 lijkende stof, maar deze
stof heeft geen vitaminewerking.
Vitamine B12 is oplosbaar in water
en redelijk stabiel bij verhitten.
Gekookte melk, maar ook een goed
doorbakken stukje vlees bevat nog
voldoende vitamine B12 (in de ta-
bel een paar voorbeelden van voe-
ding waarin B12 zit).
Een tekort aan vitamine B12 leidt
tot een vorm van bloedarmoede:
macrocytaire anemie. Ook kan het
tekort neurologische gevolgen heb-
ben, zoals tintelingen in de vingers,
voeten, paresthesie, geheugenver-
lies, afasie, depressie, coördinatie-
stoornissen, of ataxie en spierzwak-
te in de benen. Deze gevolgen kun-
nen er al zijn nog voordat er sprake
is van bloedarmoede.
Een tekort ontstaat als je geen dier-
lijke producten eet of een tekort
hebt aan de stof Intrinsic Factor of
IF-antistoffen. Ook bij maagdarmin-
fecties en bij aandoeningen waarbij
de productie van maagzuur vermin-
derd is, kan de opname van vitami-
ne B12 door de darm zijn verlaagd.
Ook gebruik van maagzuurremmers
en het geneesmiddel metformine
door diabetespatiënten kan de op-
name van vitamine B12 remmen.
Een uitgebreide lijst van gevolgen
van een B12-tekort is onder meer te
vinden op: http://home.kpn.nl/hin-
drikdejong/symptoom.htm
Voeding waarin B12 zitVitamine B12 per portie Microgram
1 glas halfvolle melk (150 ml) 0,6
1 schaaltje halfvolle yoghurt (200 ml) 1
1 stukje rundvlees (gaar, 75 gram) 2,5
1 stukje varkensvlees (gaar, 75 gram) 0,8
1 stukje kabeljauw (gaar, 100 gram) 2,0
1 ei (50 gram) 0,6
Vitamine B12-injecties kunneneen B12-tekort
opheffen omdatdaarmee het
opnamedefectwordt omzeild.
v o e d i n g
40 doorgang
In gesprek met prof. Harry van Goor (Radboudmc)
De operatieve aanpakvan alvleesklierkanker
De alvleesklier is een lange trosvormige klier dieachter in de bovenbuik ligt en een rol speelt bij despijsvertering. Per jaar wordt bij ongeveer 2.200mensen – vooral bij mensen ouder dan zestig jaar –kanker aan de alvleesklier geconstateerd. Doordatmen meestal pas laat klachten krijgt, zijn er bij deontdekking van alvleesklierkanker vaak al uitzaai-ingen. Daarom is het helaas nog steeds een kan-kervorm met een slechte overlevingsverwachting.
Een operatie is de meest voor de
hand liggende, primaire behande-
ling. We spreken hierover met Prof.
Dr. Harry van Goor, gespecialiseerd
buikchirurg in het Radboud zieken-
huis.
Welke operatie voert u het
meest uit?
“Er zijn grofweg twee typen opera-
ties voor alvleesklierkanker. De
Whipple of PPPD en de distale pan-
creasresectie. De Whipple en de
PPPD worden toegepast als
de tumor in de kop van
de alvlees-
klier zit, of
bij de papil
van Vater, dit is
een sluitspiertje
in de wand van de
12-vingerige darm.
Tijdens deze operatie worden de
kop van de alvleesklier, de gal-
blaas, de 12-vingerige darm een
deel van de galblaas en (een deel
van) de maag verwijderd.
Bij een PPPD operatie wordt de
maag gespaard, maar dit kan al-
leen als de tumor niet te groot is. In
ons team hebben we de afspraak
gemaakt routinematig een Whipple
operatie te doen. Bij een tumor in
één van de andere delen van de al-
vleesklier wordt dat deel an de al-
vleesklier verwijderd, vaak inclusief
de milt en eventueel delen van om-
ringende organen, zoals de dikke
darm en maag.”
Wat zijn de meest voorkomende
complicaties?
“De meest voorkomende complica-
ties na een Whipple zijn het tijdelijk
niet functioneren van de maag
(gastroparese) en lekkage van de
nieuwe verbinding tussen het over-
gebleven stuk alvleesklier en de
dunne darm. Omdat we zo gespitst
zijn op het optreden van deze com-
plicaties en deze vroegtijdig behan-
delen, hoeft er nog maar zelden een
heroperatie uitgevoerd te worden.”
Wat valt er te zeggen over de
langere termijn?
“Nu kom je op mijn stokpaardje:
verklevingen!!! Dit is echt een on-
derschat probleem, niet uniek voor
alvleesklieroperaties, maar verkle-
vingen (stug littekenweefsel) en dan
prof. Harry van Goor
“Er hoeft nog maar
zelden een heroperatie
uitgevoerd te worden”
a l v l e e s k l i e r
doorgang 41
vooral de ernstige, kunnen zorgen
voor allerlei afsluitingen of knelpun-
ten in het maag-darm systeem. Deze
geven dan weer veel klachten zoals
diarree of juist verstopping, buikpijn
of winderigheid. Bovendien is het
lastig opereren als er veel verklevin-
gen zijn. Om bij je doel te komen,
moet je eerst de verklevingen op je
pad loshalen van het weefsel; dit is
bijna onmogelijk
zonder het weef-
sel te beschadi-
gen of bijvoor-
beeld per ongeluk
in de darmwand
te snijden.”
“Met deze kennis,
moet een chirurg te allen tijde pro-
beren om verklevingen te voorko-
men. Dit kan onder meer – wat ik al-
tijd doe - door natte gazen op de
darmen te leggen tijdens de operatie
om uitdroging van de darmwand te
voorkomen, door het gebruik van an-
ti-verklevingsmateriaal of door be-
paalde chirurgische technieken toe
te passen. Helaas doet lang niet ie-
dere chirurg dit. Dus mijn advies aan
patiënten: vraag dit voor de opera-
tie, of nog beter: zaag hier flink over
door! Ik zou zelf ook alleen geope-
reerd willen worden door iemand die
voorzorgsmaatregelen tegen verkle-
vingen neemt!”
Wat betekent ‘better in = better
out’, een leus die je nogal eens
hoort in het kader van operaties?
“Dat wil zeggen dat een patiënt die
fit de OK ingaat, meer kans heeft op
een snelle genezing met minder
complicaties en een kortere verblijf-
duur in het ziekenhuis. Dus moeten
we al vóór de operatie aandacht be-
steden aan het optimaliseren van de
conditie van de patiënt. Maar ook
goede nazorg is natuurlijk van be-
lang voor een vlot genezingsproces.”
Chemo of niet?
“Daar zijn de meningen over ver-
deeld. Steeds vaker wordt chemo-
therapie gegeven voor de operatie
en dit lijkt een betere uitkomst te
geven ná de operatie, maar bij uit-
gezaaide alvleesklierkanker geeft
het helaas nauwelijks meer overle-
vingstijd of een verbetering van de
kwaliteit van leven, terwijl je na-
tuurlijk wel last hebt
van de vervelende
bijwerkingen.
Dus goed de voor-
en nadelen bespre-
ken met je arts is
het advies.”
Wat vindt u van
het ‘Shared Decision Program’?
“Ik ben hier groot voorstander van,
sterker nog, ik maak tijd vrij om
jonge professionals hierin te bege-
leiden. Het houdt in dat patiënten
samen met hun arts zelf belangrij-
ke besluiten nemen over hun be-
handeling. Voorwaarde is dat de
patiënt goed wordt geïnformeerd,
de informatie begrijpt, zijn situatie
goed kan in-
schatten en zijn
keuze kan bere-
deneren en
communiceren.
De tijden dat de
patiënt stilzwij-
gend ondergaat
wat de arts
voorschrijft, zijn
voorbij.“
Zorgverzekeraars eisen een
volumenormering. Hoe staat u
daar tegenover?
“Volumenormering is een onderdeel
van de kwaliteitseisen die zorgver-
zekeraars hebben opgesteld en dat
lijkt me een goede zaak.
Voor alvleesklieroperaties geldt nu
dat een ziekenhuis er per jaar mini-
maal twintig moeten uitvoeren en
dat getal wordt waarschijnlijk ho-
ger. Mijn standpunt is: hoe groter
het aantal, hoe meer ervaring bin-
nen het team en des te beter voor
de patiënt. Dus ook de vraag hoe-
veel Whipples een ziekenhuis doet
is een vraag die de patiënt vooraf
moet stellen aan zijn of haar arts.”
Tenslotte: waarom wordst bij
geen van beide genoemde
operaties de gehele alvlees-
klier verwijderd?
“Een volledige verwijdering is niet
nodig vanuit het oogpunt om de
kanker te ‘genezen’. Bovendien
wordt bij volledige verwijdering
van de alvleesklier geen insuline
meer aangemaakt en komt ie-
mand dus als suikerpatiënt uit de
operatie. Dat is niet wenselijk.
Overigens is als volledige verwij-
dering aan de orde komt (deze dis-
cussie speelt ook een rol bij chro-
nische alvleesklierontsteking en
ernstige buikpijn), dit wel typisch
een geval waarbij ‘Shared
Decision’
kan worden
ingezet.
Sommige pa-
tiënten geven
aan dat ze na-
melijk prima
kunnen leven
met diabetes
en geven aan
dat ze boven-
dien na een dergelijke operatie
(voor chronische alvleesklieropera-
tie) geen pijn meer hebben. Dus
gaat hun keus toch uit naar volle-
dige resectie. En wie ben ik dan
om te zeggen dat dat niet wense-
lijk is?”
‘Altijd proberenverklevingen
te voorkomen’
Tekst Marie-Louise Brueren | foto Radboud MC
Advies van prof. Harry van Goor:
“Zaag er flink overdoor dat ze zorgendat de darmwand
niet kan uitdrogen”
a l v l e e s k l i e r
42 doorgang
Zij woonde na haar huwelijk in een
klein arbeidershuisje midden in de
weilanden in ons dorp, een paradijs
voor ons kinderen. Dat kleine huisje
was voor mij een tweede huis, een
toevluchtsoord. In de zomer de wei
in waar haar man zijn paardjes en
schaapjes had. Helpen met hooien,
slootje springen. Als mijn moeder
mijn slaapkamer kon verhuren als
hotelkamer werd ik ’s avonds uit bed
gevist, bij broer Jan achterop de fiets
gezet en naar het huisje op de Kaai
gebracht. Daar kroop ik dan bij mijn
vriendinnetje in bed. En dan in de
ochtend een ontbijt met de hele
familie in de kleine
woonkeuken. Een
warm en liefdevol gezin.
Een tweede thuis.
Mijn broers en mijn zus en
ik, wij zijn haar altijd blijven
bezoeken; na de dood van onze
moeder was zij onze tweede moeder.
Ze schreef brieven en kaartjes de ja-
ren dat ik in het buitenland woonde.
Later belden we. En altijd vroeg ze
naar mijn werk, mijn kinderen.
Toen ik vijf jaar geleden kanker kreeg
lag er regelmatig een kaartje op de
mat met vijf euro erin. “Koop maar
een lekker biefstukje, kind”, schreef
zij. Klagen deed zij weinig. Zelfs
niet toen zij door een medische
misser nauwelijks meer kon lopen.
De laatste maanden was zij minder
positief: zij was het zat, was moe, je
zag haar levenslust langzaam weg-
ebben. Toen ik kort geleden belde en
haar vroeg: “Hoe is het tante Tilly”,
zei ze: “ik ben zo moe, zo moe, Ger.”
Vlak voor haar verjaardag viel zij. Zij
besliste dat zij niet naar het zieken-
huis wilde, thuis wilde blijven. “Het is
goed zo”, zei zij tegen de huisarts,
die daar gelukkig naar luisterde.
Doodgaan lijkt me moeilijk, nooit vol-
ledig acceptabel. Het moeilijkste lijkt
me om de mensen waar je van houdt
los te laten. Dat kun je dan maar het
best zo goed mogelijk doen. En dat
heeft tante Tillie gedaan. Ze nam de
tijd om van iedereen afscheid te ne-
men. De zondag voor haar overlijden
was ik bij haar want ze wilde graag
nog even met me praten. We hebben
herinneringen opgehaald, we hebben
een beetje gehuild en ook gelachen.
Ze had er vrede mee, sloot een volle-
dig leven af: het was een ontroerend
definitief einde. Haar laatste vraag
aan mij was: “Wat denk je Ger, zal ik
je moeder daarboven ontmoeten?”
“Nou tante Tillie”, zei ik, “dan moet
er wel een kroeg zijn in de hemel.”
Daar kon ze nog om grinniken.
Als je dit meemaakt is de dood
opeens zo eng niet meer.
Een mooi afscheid
Mijn Tante Tillie is overleden.
Zij was 94 jaar en was onlosmakelijk verbondenmet onze familie. Officieel was zij geen tante,was zij geen familie, maar in wezen was zij meerfamilie dan een echte tante. Ooit is zij begonnenals, ja, wat wij nu noemen een ‘au-pair’. Vroegerheette dat ‘meisje voor dag en nacht’. Zij zorgdevoor ons kinderen en hielp mijn moeder in dehuishouding en het café.
Gerda Schapers is docent op
een Business School.
Zij is sinds juli 2010 darmkankerpatiënt.
co l u m n
Als je dit meemaakt
is de dood opeens zo
eng niet meer...
In het kort• In het kort • Inhet kort • In hetkort • In het kor
• In het kort • •••
doorgang 43
Aspirine – In Doorgang 49 (december 2014) raporteerden wij over
een groot onderzoek van het dagelijks gebruik van aspirine ge-
durende vijf jaar, als aanvullende therapie bij curatieve be-
handeling voor darmkankerpatiënten ouder dan 70 jaar,
in fase II of III van hun ziekte. Deze trial over een syste-
matische behandeling (met aspirine) voor oudere pa-
tiënten met coloncarcinoom loopt nog. De onderzoekers
publiceerden, samen met Huig Schipper en Jolien Pon, in
juli van dit jaar in het tijdschrift Oncologie een artikel over
deze materie. Huig Schippers ondertekende nemens Darmkanker
Nederland (onderdeel van SPKS Levenmetkanker) samen met onder-
zoeker dr. G.J. Liefers de subsidie-aanvraag voor dit onderzoek.
Fouten - Bijna de helft (45 pro-
cent) van de patiënten heeft wel
eens meegemaakt dat het fout of
bijna fout ging met een medische
beslissing. Dat meldde de patiën-
tenfederatie NPCF enige tijd gele-
den. Ruim 10.000 mensen beant-
woordden vragen over hun ervarin-
gen met zorgverleners. Bijna de
helft daarvan zegt zich meestal vei-
lig te voelen bij een arts of andere
hulpverlener. Als het (bijna) mis-
gaat, gebeurt dat op een afdeling
in het ziekenhuis. Dertig procent
van de gemelde medische missers
gebeurt op de polikliniek. De mees-
te meldingen gaan over het stellen
van een verkeerde diagnose of een
fout bij het verstrekken van medi-
cijnen. Medische fouten hebben
soms verstrekkende gevolgen. De
ondervraagden zijn niet altijd tevre-
den over de nazorg als er iets is
misgegaan. De NCPF vindt dat zor-
gaanbieders beter moeten luiste-
ren naar patiënten om fouten te
voorkomen.
e-Health – Ook wel telehealth, tele-
geneeskunde of telemedicine ge-
noemd is het toepassen van infor-
matie- en communicatietechnologie
ten dienste van de gezondheids-
zorg. e-Health omvat diverse tech-
nieken, projecten, services en syste-
men die op afstand werkzaam zijn,
van oudsher vooral via de telefoon-
lijn, maar nu steeds meer via inter-
net. E-Health kan perso-
neelsdruk verlagen en
kostenbesparend
werken. In
Nederland zal vol-
gend jaar van 8 tot
10 juni het grootste
jaarlijkse e-Health
evenement plaatsvin-
den. De organisatie ervan is in
handen van het ministerie van VWS,
de Europese Commissie en de
Healtcare Information and
Management Systems Society
Europe. Het evenement is in ons
land omdat Nederland in de eerste
helft van 2016 het voorzitterschap
bekleedt van de Raad van de
Europese Unie. Er worden meer dan
2.000 deelnemers verwacht, onder
wie ook vertegenwoordigers van pa-
tiëntenorganisaties. (www.e-health).
I n h e t ko r t
..............................
Buffers – De buffers van de zorgverzekeraars in Nederland zijn in drie jaar
tijd bijna verdubbeld: van 4,3 naar 8,5 miljard. Dit meldt de vergelijkingssi-
te Zorgkiezer.nl. De verschillen in reserves zijn groot. De extra buffers van
de relatief rijkere verzekeraars zijn 2 à 3 keer hoger dan die van de ‘arme-
re’. Per 1 januari a.s. moeten de zorgverzekeraars strengere EU-regels na-
leven op het gebied van solvabiliteit. Dus moeten er hogere buffers zijn.
Kijk op de website http://help-fouten-voorkomen.npcf.nl voor een e-book of pdf
Elke nieuwe donateur krijgt dit boek gratis!