Donkere wolken #2

24

Transcript of Donkere wolken #2

Page 1: Donkere wolken #2
Page 2: Donkere wolken #2

Waarom niet? Het is duidelijk dat hier niemand woont. Dit houten huisje is ver verwijderd van de bewoonde wereld. Niemand zal haar hier vinden. Niemand zal weten dat ze hier is. Dus waarom niet? Waarom zou ze hier niet blijven?

Page 3: Donkere wolken #2

Toch zal ze het huisje ooit moeten verlaten. De volgende ochtend ontdekt Lena een lege koelkast. Haar maag rommelt. En wat als de lucifers op zijn? De openhaard is de enigste warmtebron in het huisje.

Page 4: Donkere wolken #2

Na veel wikken en wegen besluit Lena naar buiten te gaan. Ze heeft geen flauw idee welke kant ze op moet. Hoe ver zal ze moeten lopen? Hoe ver tot de bewoonde wereld? Lena loopt in ieder geval de andere kant op dan waar ze vandaan is gekomen.

Page 5: Donkere wolken #2

Dat brengt haar uiteindelijk aan de rand van het bos. Ze stuit op een verharde weg. Deze volgt ze tot ze bij een klein dorpje aankomt. De dorpsnaam komt haar onbekend voor en van opluchting slaakt ze een diepe zucht.

Page 6: Donkere wolken #2

In het midden van het dorp vindt ze een kleine supermarkt. Het is er niet druk en het personeel begroet haar vriendelijk. Ze laait haar winkelwagentje vol en loopt dan met een kloppend hart naar de kassa. Als iemand haar ook maar herkant dan-

Page 7: Donkere wolken #2

“Goedemorgen.” De vriendelijke stem van de caissière haalt Lena uit haar gedachten. Ze zet de producten op de loopband en de vrouw achter de kassa scant de barcode. “Bent u nieuw hier?” De caissière kijkt haar nieuwsgierig aan.

Page 8: Donkere wolken #2

“Ik uhm… Ik logeer hier tijdelijk.” Waarom heeft ze zich niet voorbereid? Nou ja, omdat ze niet had verwacht dat iemand haar vragen zou gaan stellen… “O werkelijk? In het hospitaal hier op de hoek?” “Uhm nee. Bij familie.”

Page 9: Donkere wolken #2

Lena ziet de vrouw denken. Iedereen kent elkaar natuurlijk. Dat is nu eenmaal in zo’n klein dorp. Toch vraagt de vrouw niet verder en daar bedankt Lena haar in stilte voor. Ze betaalt het desbetreffende bedrag en verlaat de supermarkt.

Page 10: Donkere wolken #2

Terwijl ze met drie tassen de weg terug probeert te vinden, denkt ze aan het geld in haar portemonnee. Ze heeft niet veel meer. En op haar rekening staat ook weinig. Twee keer in de week schoonmaken in de villa van een rijke familie was geen goudmijn.

Page 11: Donkere wolken #2

Ze werd dan ook onderhouden door haar man. Snel onderdrukt ze de pijnlijke herinneringen. Ze moet werk zien te vinden. Maar wie wil haar aannemen? Ze heeft geen diploma’s, geen werkervaring. En daarbij, als men haar naam weet dan…

Page 12: Donkere wolken #2

Nee, ze moet onder een andere naam een baan zien te krijgen. Ze heeft geld nodig. Maar hoe pakt ze dat aan? Een nieuwe naam betekent een nieuwe identiteit, een nieuw paspoort, een nieuw leven. Dat laatste wil Lena maar al te graag, maar daar staat heel wat tegenover…

Page 13: Donkere wolken #2

Uitgeput van het lopen, moe van het sjouwen van de drie zware tassen komt Lena aan bij het houten huisje. Ze ruimt haar boodschappen op en steekt het hout in de openhaard aan. Net als ze op het punt staat om op zoek te gaan naar een pan, hoort ze voetstappen op de houten vloer.

Page 14: Donkere wolken #2

Lena draait zich om en ziet een oude man, links naast de houten muur, staan. Er ontsnapt haar een gil. “Wat doe jij hier?” Vraagt hij haar. “Wat ík hier doe? Wat doet ú hier?” “Dit huisje is mijn eigendom. Het staat op mijn landgoed.”

Page 15: Donkere wolken #2

Lena slikt. Deze man heeft dus al het recht om hier naar binnen te lopen. “Het spijt me. Ik wist het niet.” “Dat kon je ook niet weten. Maar zo te zien voel je je hier al aardig thuis.” Lena volgt de blik van de man. Hij kijkt naar het aanrecht, waar ze haar boodschappen heeft uitgestald.

Page 16: Donkere wolken #2

“Het spijt me. Ik zocht onderdak en het was zo’n slecht weer gisteravond dat ik hier zo’n beetje ben ingetrokken.” De man lacht. Het is een warme, diepe lach en onbewust verschijnt er een glimlach om Lena’s mond.

Page 17: Donkere wolken #2

“In principe is het huisje daar ook voor bedoeld. Toen mijn vrouw nog leefde, verhuurden wij dit huisje aan reizigers, wandelaars, mensen die wilden schuilen voor het slechte weer. Maar sinds de dood van mijn vrouw heb ik er niets meer naar gedaan en verhuur ik het niet meer.

Page 18: Donkere wolken #2

Het kost veel energie en tijd om het bij te houden en die oude botten van mij kunnen dat niet meer aan.” Lena glimlacht. “Ik begrijp het.” Lena loopt naar het aanrecht en stopt de producten terug in de plastictassen.

Page 19: Donkere wolken #2

“Wat ben je aan het doen?” Vraagt de man haar. “Ik ruim op en dan vertrek ik.” De man loopt naar haar toe. “Welnee! Wat een onzin. Je kunt hier natuurlijk blijven.” Lena kijkt de man verrast aan. “Meent u dat?”

Page 20: Donkere wolken #2

De man lacht. “Zie jij mij aan als iemand die zou liegen? Natuurlijk meen ik het.” Dan betrekt haar gezicht. “Het spijt me, maar ik kan hier niet blijven. Ik heb niet genoeg geld om huur te betalen.” “Huur? Kindje, ik kan jou toch moeilijk om huur vragen voor dit krot?

Page 21: Donkere wolken #2

Nee, ik wil graag een voorstel doen. Wat ik net al zei, mijn botten werken niet meer zo mee. Dus is alles al snel te veel, het huishouden, de tuin. Dus als jij mij wilt helpen in het huishouden. Schoonmaken en mij wat gezelschap wilt houden, dan mag je hier blijven zolang je wilt.”

Page 22: Donkere wolken #2

Lena weet niet wat ze hoort. Deze man is ontzettend vriendelijk en enorm genereus. “Dat vind ik erg vriendelijk van u.” De man glimlacht en steekt zijn hand uit. “Ik ben Harold. Harold ’t Hof.” Lena schudt Harold de hand. “Leuk kennis met je te maken, Harold.”

Page 23: Donkere wolken #2

“En jij bent?” Lena verstart. Harold ziet er betrouwbaar uit. Maar ze kan geen risico’s nemen. Ze wil niet in angst leven, nooit meer. En dus zal ze tegen Harold moeten liegen. Voor zijn eigen bestwil. Lena herstelt zich, tovert met moeite een glimlach op haar gezicht en zegt dan: “Ik ben Julia.”

Page 24: Donkere wolken #2