DEKOLONISATIE TOETS Ghana Rol Verenigde...
Embed Size (px)
Transcript of DEKOLONISATIE TOETS Ghana Rol Verenigde...

DEKOLONISATIE Ghana
Nkrumah
Rol Verenigde Staten
Groot-Brittannië/West-Europa
TOETS
1834
BRON
Vanaf 1952 Kwame Nkrumah de leider van de nationalistische 'Convention People's Party' in de Britse kolonie
Goudkust in West-Afrika. Na de onafhankelijkheid in 1957 werd Nkrumah tot 1966 de onbetwiste politieke leider
van de nieuwe staat, die de naam Ghana kreeg. Over zijn beweegredenen schreef hij het volgende.
"Onafhankelijkheid voor Goudkust was mijn doel. Het was een kolonie en ik heb het kolonialisme altijd
beschouwd als de politiek waarmee een vreemde macht gebieden door middel van politieke banden aan zich bindt,
met het voornaamste doel haar eigen economisch voordeel te bevorderen (…) Aldus zijn wij getuige geweest van
de grootste ooit op deze aarde waargenomen opwekking van onderdrukte en uitgebuite volkeren tegen de machten
die hen in onderwerping hebben gehouden. Dit is, zonder twijfel, de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste
eeuw."
1 Als je de politieke ambities van Nkrumah als leider van de beweging die in 1957 de onafhankelijkheid
van Ghana tot stand bracht in zijn historische context wilt plaatsen, moet je oog hebben voor:
- het feit dat Nkrumah in de jaren '30 in de Verenigde Staten heeft gestudeerd en
- de positie van Groot-Brittannië in de machtsverhoudingen in de wereld na de Tweede
Wereldoorlog.
Leg van beide uit dat ze deel uitmaken van de historische context rond de onafhankelijkheid van Ghana.
2 Nkrumah noemde de dekolonisatie "de belangrijkste gebeurtenis van de twintigste eeuw". Geef een
argument voor én een argument tegen deze stelling vanuit het perspectief van de voormalige West-
Europese koloniale mogendheden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland).

DEKOLONISATIE Verenigde Naties
Internationale machtsverhoudingen
Koude Oorlog
Vietnam
TOETS
1945
BRON I
In 1960 nam de Algemene
Vergadering van de Verenigde
Naties de 'Declaration against
Colonialism' aan. Hieronder
volgen enkele passages uit deze
verklaring.
"De Algemene Vergadering,
indachtig de door de volkeren
van de wereld in het Handvest
van de Verenigde Naties
uitgesproken vastberadenheid
om het geloof in fundamentele
mensenrechten, in de waardig-
heid en waarde van de
menselijke persoon opnieuw te
bevestigen (…), verkondigt
plechtig de noodzaak om aan
kolonialisme in al zijn vormen
een snel en onvoorwaardelijk
einde te maken (…) en verklaart
met het oog hierop dat:
- de onderwerping van
volkeren aan vreemde
onderdrukking, overheer-
sing en uitbating (…)
strijdig met het Handvest
van de Verenigde Naties is
en een belemmering voor de
bevordering van vrede en
samenwerking in de wereld
(…);
- alle volkeren het recht
hebben op zelfbeschikking;
krachtens dat recht bepalen
zij vrij hun politieke status
en streven zij vrijelijk naar
hun economische, sociale en
culturele ontwikkeling."
BRON II
Halverwege de jaren '50 tekende Fritz Behrendt deze cartoon met als titel:
'Weg met het kolonialisme'. De personen rechts op de tekening zijn de
Russische leiders Chroestjov en Boelganin. Op het boek staat: 'Stalin'.
1 Leg uit dat je de 'Declaration against Colonialism' (I) kunt
beschouwen als een uiting van de sinds de Tweede Wereldoorlog
veranderde machtsverhoudingen in de wereld.
2 Beredeneer hoe respectievelijk de Vietcong en de Verenigde Staten de
'Declaration against Colonialism' (I) konden inzetten om hun optreden
in de Vietnam-oorlog te rechtvaardigen. Twee antwoorden dus.
3 Vanuit zijn cartoon (II) kun je een hypothese opstellen over de vraag
hoe Behrendt de 'Declaration against Colonialism' geïnterpreteerd zal
hebben. Hoe luidt die hypothese? Betrek in je uitleg een beschrijving
van de cartoon.
4 Leg uit dat je de cartoon van Behrendt (II) kunt gebruiken om het
verband tussen het dekolonisatieproces en de Koude Oorlog aan te
tonen.

DEKOLONISATIE Brits-Indië
Aziatisch nationalisme
Rol Japan
Hindoes – Moslims
Koude Oorlog
TOETS
2083
BRON I
Op 15 maart 1946 sprak de Britse minister-president Clement Attlee de volgende woorden in het Britse
parlement, het 'House of Commons'. De 'Simon Commission' was een groep van zeven leden van het parlement,
die in 1928 naar India waren gereisd om te kijken welke constitutionele hervormingen nodig waren.
"Ik ben er behoorlijk zeker van dat in deze tijd de golf van nationalisme heel snel over India en, inderdaad, over
Azië spoelt. Men moet zich altijd herinneren dat India wordt geraakt door wat er elders in Azië gebeurt. Ik
herinner me, toen ik deel uitmaakte van de 'Simon Commission', heel goed hoe het tot ons doordrong wat een
uitwerking de uitdaging, die in die tijd door Japan was opgeworpen, op de Aziatische volkeren heeft gehad. De
golf van nationalisme die op een bepaald moment in banen geleid leek te zijn onder een betrekkelijk klein deel
van de mensen in India – hoofdzakelijk een aantal uit de goed opgeleide klassen – kreeg de neiging steeds verder
te verspreiden. Ik herinner mij heel goed, volgens mij hebben wij dat ook in het 'Simon Commission Report'
gezet, dat hoewel er grote verschillen bestonden in de manier waarop het nationalistische gevoel werd geuit
tussen wat de extremisten en de gematigden wordt genoemd en hoewel in veel gevallen er zo'n nadruk zou
kunnen liggen op de eisen van bepaalde gemeenschappen dat het eigenlijke begrip nationalisme niet meer van
toepassing is, wij toch merkten dat Hindoe, Moslim, Sikh of Mahrattah, de politicus of de ambtenaar – onder al
dezen dat besef van nationalisme al maar sterker was geworden. Vandaag denk ik dat het idee van een natie
helemaal is doorgedrongen en misschien wel niet in het minst onder een aantal van die soldaten die zo
bewonderenswaardig in de oorlog gediend hebben. Ik zou het daarom nu op prijs stellen om niet te veel de
verschillen tussen de Indiërs te benadrukken. Laten wij allen beseffen wat de moeilijkheden, wat de verschillen
tussen Indiërs ook mogen zijn, er deze vraag van alle Indiërs onder ligt."
BRON II
In 1947 maakte de Nederlandse
tekenaar F. Behrendt deze cartoon met
de titel 'Weg met het kolonialisme!' De
mannen rechts hebben een vlag van de
Sovjetunie bij zich.

1 Je kan de stelling verdedigen dat Attlee in zijn toespraak (I) liet merken de situatie in Azië als geheel in
1946 juist geanalyseerd te hebben, maar dat hij er wat betreft Brits-Indië toch behoorlijk naast zat. Leg
beide delen van de stelling, met verwijzingen naar bron I, uit.
2 Attlee verwijst in zijn toespraak naar de rol die Japan gespeeld heeft in de opkomst van het nationalisme
in Azië. Beredeneer dat Attlee daarbij zowel naar het begin van de twintigste eeuw kon verwijzen, als
naar de periode 1941-1945.
3 Attlee (I) noemt met betrekking tot de opkomst van het nationalisme in Brits-Indië met name de
Indische soldaten die in de Tweede Wereldoorlog. Leg uit waarom hij terecht juist hen noemt.
4 Het perspectief van Behrendt (II) op de dekolonisatie van Brits-Indië is heel anders dan dat van Attlee
(I). Leg het verschil uit met verwijzingen naar beide bronnen.

DEKOLONISATIE Brits-Indië
Hindoes – Moslims
White Man's Burden
Internationale machtsverhoudingen
Handelsbelangen
TOETS
2013
BRON II
In 1947 presenteerde Groot-Brittannië met betrekking tot de onafhankelijkheid van Brits-Indië het 'Partition
Plan', dat voorzag in de opsplitsing van de kolonie in twee onafhankelijke staten: een voornamelijk hindoeïstisch
India en een voornamelijk islamitisch Pakistan. Beide landen zouden lid moeten worden van het 'Commonwealth
of Nations', de organisatie waarin Groot-Brittannië samenwerkt met haar voormalige kolonies. Hieronder volgt
een fragment uit een analyse van de Britse regering over de kansen van dit 'Partition Plan', gedateerd 20 oktober
1947. Ongeveer 25 procent van de inheemse bevolking van Brits-Indië bestond uit moslims.
"In deze omstandigheden is het zonder meer duidelijk dat India intens achterdochtig zal zijn met betrekking tot
elke vorm van hulp die wij aan Pakistan geven. Zij worden waarschijnlijk het meest beïnvloed door het argument
dat, in negen van de tien gevallen, India een soortgelijke ondersteuning niet nodig heeft of wenst.
Deze verdenking zou gemakkelijk kunnen uitgroeien tot actieve vijandschap jegens ons. Een van de eerste
gevolgen daarvan zou kunnen zijn dat het meer waarschijnlijk wordt dan het zelfs nu al is, dat zij het
'Commonwealth' verlaten; hoewel zij zonder twijfel in hun achterhoofd de overweging zullen hebben dat wij, in
politiek opzicht, wel wat minder vrij zullen zijn om Pakistan tegen de wil van India in te helpen zolang als zij
beiden 'dominions' blijven. Een tweede en ernstiger consequentie zou kunnen zijn dat, wellicht verergerd door
andere toevallige en onvoorzienbare oorzaken, in India een vastberaden anti-Brits gevoel, tegenwoordig gelukkig
afwezig, opnieuw tot ontwikkeling zou kunnen komen, ten nadele van onze commerciële belangen daar en met
gevaar voor de levens van de Britse mannen en vrouwen in India."
1 Zowel de spotprent (I) als de analyse
van de Britse regering (II) maken
duidelijk welk probleem er speelde
rond de dekolonisatie van Brits-Indië
in 1947. Geef aan welk probleem dat
was en welke oplossing voor dit
probleem gekozen werd.
2 De spotprent (I) refereert aan de
'mission' die Groot-Brittannië onder
de noemer 'the white man's burden'
in haar kolonies wilde volbrengen.
Beredeneer wat de tekenaar
daarover, met het oog op de
gebeurtenissen rond de dekolonisatie
van Brits-Indië, wilde zeggen.
3 Groot-Brittannië heeft zich na de
Tweede Wereldoorlog vrij
gemakkelijk neergelegd bij de
dekolonisatie van Brits-Indië. Maak
in dit verband duidelijk dat in bron II
- de rol van de sinds 1945
veranderde internationale machts-
verhoudingen niet ter sprake komt,
- maar het veiligstellen van de Britse
belangen wel.
BRON I
Op 13 juli 1947 verscheen deze spotprent met als titel 'Fulfilment
of a Mission'. De leeuw stelt Groot-Brittannië voor.

DEKOLONISATIE Brits-Indië
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
TOETS
1981
BRON
Op 17 augustus 1942 stuurden de Britse autoriteiten in Brits-Indië een rapport naar het 'War Office' in Londen
over de onrust in de verschillende provincies van deze kolonie. Enkele fragmenten uit dit rapport volgen
hieronder. 'Hartals' zijn massademonstraties, gepaard gaande met stakingen en de sluiting van winkels en
openbare gebouwen; de opzet is dat een 'hartal' zonder geweld verloopt. Het 'Forward Bloc' was een in 1939
opgerichte linkse politieke beweging, die streefde naar onafhankelijkheid.
"Binnenlandse situatie. In de meeste gebieden laat de situatie verbetering zien maar in delen van Madras,
Bengalen en de U.P. is een tendens waargenomen van onrust die zich over het platteland verspreid. Aanwijzingen
dat er sabotage gepland wordt dat en suggestie dat daar in Oost-India het 'Forward Bloc' of een andere
ondermijnende organisatie achter zit.
Situatie per provincie.
Bombay. Rustig behalve Ahmedabad waar enige verslechtering en troepen door de stad patrouilleren.
Bengalen. In Calcutta duren verspreid aanvallen op een aantal belangrijke diensten voort. In de districten is
behalve in Dacca de wanorde beperkt tot 'hartals' en studenten. In Dacca aanzienlijk oproer, waaronder schade aan
het spoorwegsysteem.
Central Provinces. Situatie verbeterd behalve in het gebied rong Magpur waar het oproer voortduurt.
United Provinces. Situatie aanzienlijk verbeterd in stedelijke gebieden. Uitzondering: Benares en personeel op
'Benares University' heeft zich uitgesproken voor 'Free India' en U.T.C is 'National Army' genoemd vanwege
banditisme en sabotage. Het doorsnijden van elektriciteitsdraden duurt voort in verschillende districten.
Madras. De stad is rustig. In de districten zijn 'hartals' gaande. Studentenstakingen en demonstraties duren voort,
evenals aanvallen op communicatielijnen.
Assam. De sfeer is lusteloos en de 'hartals' zijn er zwak.
Punjab. Over het algemeen rustig, behalve enig doorsnijden van elektriciteitsdraden in Lahore."
1 Maak duidelijk dat de opkomst van nationalistische bewegingen in de Aziatische kolonies tijdens het
Interbellum in verband gebracht moet worden met het verloop van de Eerste Wereldoorlog.
2 De Britten hoopten dat de Japanse opmars in Zuid-Oost-Azië vanaf eind 1941 een einde zou maken aan
de nationalistische onrust in Brits-Indië. Geef twee redenen waarom de Britten dat graag wilden.
3 Welke conclusie kun je uit de bron trekken met betrekking tot de vraag hoe het verzet tegen de Britse
koloniale aanwezigheid in India zich tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde?
4 De afloop van de Tweede Wereldoorlog maakte het onvermijdelijk dat Groot-Brittannië India zou
moeten opgeven. Noem daarvan twee oorzaken.

DEKOLONISATIE Algerije
Arabisch nationalisme
Standplaatsgebondenheid
Propaganda
TOETS
1970
BRON I
Het 'Front de Libération Nationale', een samengaan van een aantal kleinere organisaties in de Franse
kolonie Algerije, publiceerde op 1 november 1954 onderstaand manifest.
"Na tientallen jaren van strijd heeft de Nationale Beweging de laatste fase van de voltooiing daarvan bereikt.
In eigen land zijn de mensen verenigd achter de wachtwoorden onafhankelijkheid en actie. In het buitenland
is de sfeer gunstig, in het bijzonder door de diplomatieke steun van onze Arabische en Moslim-broeders (…)
Wij zijn onafhankelijk van de twee groeperingen die met elkaar wedijveren om de macht. Onze beweging
geeft aan landgenoten uit iedere sociale laag, aan alle zuiver Algerijnse partijen en bewegingen, de
mogelijkheid om zich aan te sluiten bij de strijd om de bevrijding.
DOEL. Nationale onafhankelijkheid door: 1) het herstel van de soevereine, democratische en sociale
Algerijnse staat binnen het raamwerk van de uitgangspunten van de Islam; 2) het waarborgen van alle
fundamentele vrijheden, zonder onderscheid naar ras of godsdienst. "
BRON II
Tijdens de Algerijnse oorlog verscheen deze foto in de Franse pers. Links staan twee Franse soldaten.

BRON III
Tijdens de oorlog in Algerije verscheen dit
affiche. Het opschrift luidt: 'Geen Frans Algerije
meer … Geen Frankrijk meer!'
BRON IV
Affiche ter gelegenheid van het bezoek van de
Egyptische leider Nasser (links) aan het
onafhankelijk geworden Algerije (1963). Rechts
staat de Algerijnse president Ben Bella. De tekst
luidt: 'Door de eenheid van de Arabieren het einde
van de kolonialistische machten'.
1 Leg uit waardoor de dekolonisatie van Algerije een veel gecompliceerder proces was dan dat van
de buurlanden Marokko en Tunesië. Gebruik een van bovenstaande bronnen (I t/m IV) om je
antwoord te ondersteunen.
2 Geef een argument voor en een argument tegen de stelling dat de FLN (I) een nationalistische
beweging was.
3 Beredeneer dat je foto II vanuit enerzijds het perspectief van de FLN, anderzijds het perspectief
van de Franse 'colons', heel verschillend kunt interpreteren.
4 Veel propaganda-affiches blijken de toets van de historische kritiek niet te kunnen doorstaan.
Maak deze stelling aannemelijk door historische kritiek te leveren op zowel bron III als op bron
IV.

DEKOLONISATIE Algerije
Arabisch nationalisme
Koude Oorlog
TOETS
1979
BRON I
Pierre Mendès France, minister van
buitenlandse zaken van Frankrijk, hield
op 12 november 1954 de volgende
toespraak tot de 'Assemblée Nationale',
het Franse parlement. De ramp in
Orléansville betrof een aardbeving.
"Nog maar enkele weken geleden was ik
de vertolker van uw gevoelens, de
vertolker van de gevoelens van alle
Fransen met het oog op de ramp die, in de
provincie Orléansville, heel Algerije in
rouw dompelde. Ik heb toen de solidariteit
van de hele natie met de beproefde
bevolking bevestigd. Helaas gaat Algerije
opnieuw getroffen worden, en deze keer
komt het geweld voort uit de misdadige
opzet van enkele mensen, maar dit is niet
minder wreed, nutteloos en blind.
Opnieuw moet de natie haar eenheid en
solidariteit bevestigen met het oog op dit
ongeluk, deze krachten gericht op
vernietiging (…)
U kunt er zeker van zijn, in alle gevallen,
dat er van de kant van de regering noch
aarzeling, noch getreuzel, noch
halfslachtigheid zal zijn in de maatregelen
die zij zal nemen om de veiligheid en de
eerbied voor de wet te verzekeren. Er van
geen enkele omzichtigheid tegenover het
oproer sprake zijn, van geen enkel
compromis daarmee, iedereen hier en daar
moet dat weten.
Je schippert niet wanneer het er om gaat
de binnenlandse vrede van de natie, de
eenheid, de onschendbaarheid van de
Republiek te verdedigen. De
departementen in Algerije vormen een
deel van de Republiek Frankrijk. Zij zijn
sedert lange tijd en onherroepelijk Frans.
Haar inwoners die het Franse burgerschap
bezitten en in het Parlement
vertegenwoordigd zijn, hebben trouwens,
zowel in vredestijd als eertijds in de
oorlog, genoeg blijk gegeven van hun
aanhankelijkheid aan Frankrijk, opdat
Frankrijk op haar beurt deze eenheid niet
ter discussie laat stellen."
BRON II
In 1958 werd in Egypte deze cartoon gepubliceerd over de strijd
in Algerije. De vrouw in het midden is Marianne, zij symboliseert
Frankrijk.
1 Leg uit waarom voor Frankrijk de dekolonisatie van juist
Algerije onaanvaardbaar was.
2 Beredeneer waarom je kunt stellen dat Mendès France (I) de
sinds de Tweede Wereldoorlog veranderde politieke
verhoudingen in de wereld niet begrepen had. Neem een
citaat uit de bron op om je antwoord te ondersteunen.
3 De cartoon (II) kun je beschouwen als een voorbeeld van
Arabisch nationalisme. Leg dat aan de hand van een
beschrijving van de prent uit.
4 Rond 1958 kreeg Egypte steeds betere betrekkingen met de
Sovjetunie. Leg tegen deze achtergrond uit dat je de cartoon
(II) ook kunt verbinden met de Koude Oorlog

DEKOLONISATIE Brits-Indië
Beleid Nehroe
Gandhi
Conferentie van Bandoeng
TOETS
2084
BRON I
Ter gelegenheid van het verwerven van
de onafhankelijkheid van India hield
de Indiase premier Jawaharlal Nehroe
een radiotoespraak. Hieronder staat
een fragment uit deze rede.
"De last van vreemde overheersing is
weggewerkt, maar vrijheid brengt haar
eigen verantwoordelijkheden en
verplichtingen en deze kunnen alleen
maar gedragen worden in de geest van
een vrij volk, met zelfdiscipline en
vastbesloten om die vrijheid te
bewaren en te vergroten. Wij hebben
veel bereikt, wij moeten nog veel meer
bereiken. Laten wij ons dan wijden aan
onze nieuwe taken met de
vastbeslotenheid en de toewijding aan
de hoogstaande principes die onze
grote leider ons heeft geleerd. Gandhi
is gelukkig bij ons om te leiden en te
inspireren en steeds het pad te wijzen
naar het hoge doel. Hij leerde ons lang
geleden dat idealen en doelstellingen
nooit los gezien kunnen worden van de
methodes die toegepast worden om ze
verwezenlijken; dat eerzame doelen
alleen bereikt kunnen worden met
eerzame middelen. Als wij streven
naar de grote dingen van het leven, als
wij dromen van India als een grootse
natie die haar eeuwenoude boodschap
van vrede en vrijheid doorgeeft aan
anderen, dan moeten wij zelf groot zijn
en waardige kinderen van Moeder
India. De ogen van de wereld zijn op
ons gericht, kijkend naar deze geboorte
van de vrijheid in het Oosten en zich
afvragend wat dit betekent. Ons eerste
en onmiddellijke doel moet zijn om
een eind te maken aan alle
binnenlandse twist en geweld, dat ons
bederft en verlaagt en de zaak van de
vrijheid verwondt. Zij komen in de
plaats van erkenning van de grote
economische problemen van de
massa's van het volk die zo dringend
om aandacht vragen."
BRON II
Cartoon over de onafhankelijkheid van Brits-Indië, verdere gegevens
onbekend.
1 Vanuit het perspectief van het dekolonisatieproces kun je de
woorden van Nehroe (I) opvatten als een voorbeeld van
nationalisme. Leg dat met een verwijzing naar de bron uit.
2 Uit zijn woorden (I) kun je opmaken dat je vanuit een ander
perspectief Nehroe bepaald geen nationalist was. Vanuit
welk perspectief kun je deze conclusie trekken? Leg je
antwoord uit met een verwijzing naar de bron.
3 Op de Conferentie van Bandoeng (1954) speelde Nehroe
een hoofdrol. Leg met twee voorbeelden uit zijn woorden (I)
uit dat deze conferentie uitging van de opvattingen van
Nehroe.
4 Stel dat je de cartoon (II) wilt gebruiken bij een analyse van
de woorden van Nehroe (I). Kies twee punten uit de
toespraak en leg bij elk van deze uit hoe de cartoon daarbij
aansluit.

DEKOLONISATIE Vietnam
Rol Frankrijk
Rol Verenigde Staten
TOETS
2159
BRON I
Ho Chi Minh, president van de in 1945 na de Japanse capitulatie uitgeroepen 'Democratische Republiek Hanoi',
stuurde op 28 februari 1946 het volgende telegram naar de Amerikaanse president Truman. Hanoi ligt in het
noorden van Vietnam, Cochin-China is het meest zuidelijke deel van Vietnam. Het 'Atlantisch Handvest' (1941)
en het 'San Francisco Charter' (1945) zijn belangrijke politieke verklaringen over de naoorlogse wereldorde,
waarin onder meer het recht op zelfbeschikking van ieder volk vastgelegd werd.
"In naam van de Vietnamese regering en volk neem ik de vrijheid u te informeren dat in de loop van gesprekken
tussen de Vietnamese regering en de vertegenwoordigers van Frankrijk de laatsten de afscheiding van Cochin-
China en de terugkeer van Franse troepen in Hanoi eisen. Ondertussen treffen de Franse bevolking en troepen
actieve voorbereidingen voor een greep naar de macht en militaire agressie. Ik doe daarom zeer dringend een
beroep op u persoonlijk en op het Amerikaanse volk om zo snel mogelijk tussenbeide te komen ter ondersteuning
van onze onafhankelijkheid en om mee te helpen dat de onderhandelingen meer in overeenstemming met de
principes van de 'Atlantic and San Francisco Charters' gevoerd worden."
BRON II
Spotprent van de Franse tekenaar Pierre Pinatel uit 1954. De titel 'riz-amer' betekent 'bittere rijst'.
De figuur op de stoel stelt Frankrijk voor. De ober is de Franse minister-president Pierre Mendès
France. Op de achtergrond staan, in de rol van koks, verschillende Franse ministers die bij het
koloniale beleid betrokken waren. Met 'de 4de ' wordt de toenmalige Franse Republiek bedoeld.

1 In het perspectief van de latere Amerikaanse betrokkenheid bij Vietnam is het telegram van Ho Chi
Minh (I) opmerkelijk te noemen. Toch is goed aannemelijk te maken waarom Ho Chi Minh in 1946
juist op de Verenigde Staten een beroep deed. Laat dat zien door
- eerst uit te leggen dat Ho Chi Minh in zijn telegram aansloot bij een traditie in de buitenlandse
politiek van de Verenigde Staten en
- vervolgens in te gaan op de machtsverhoudingen in de wereld, zoals die na afloop van de
Tweede Wereldoorlog ontstaan waren.
2 Beredeneer met ten minste drie verwijzingen naar zijn prent (II) welk oordeel Pinatel velde over de
Franse houding met betrekking tot het dekolonisatieproces (in deze prent wat Indo-China betreft).

DEKOLONISATIE Kwame Nkrumah
Europese beschavingsopdracht
Emancipatie Afrika
TOETS
2301
BRON
In 1961 hield Kwame Nkrumah, de eerste president van Ghana na de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in
1957, een rede getiteld 'I Speak of Freedom', waarin hij de onafhankelijke Afrikaanse staten opriep tot eenheid.
Hieronder staat twee fragmenten uit deze rede.
"Eeuwenlang overheersten Europeanen het Afrikaanse continent. De blanke man kende zichzelf het recht toe om
te heersen en om door de niet-blanke gehoorzaamd te worden; het was zijn opdracht, beweerde hij, om Afrika te
'beschaven'. Onder deze dekmantel beroofden de Europeanen het continent van enorme rijkdommen en
bezorgden zij de Afrikaanse volken een onvoorstelbaar lijden.
Dit alles betekent een droevig verhaal, maar nu moeten we bereid zijn om het verleden met zijn onaangename
herinneringen te begraven en naar de toekomst te kijken. Alles wat wij vragen van de vroegere koloniale
machten is hun welwillendheid en samenwerking om de fouten en onrechtvaardigheden te herstellen en om
onafhankelijkheid te schenken aan de kolonies in Afrika (…)
De grootste bijdrage die Afrika kan leveren aan de wereldvrede is het vermijden van alle gevaren die
samenhangen met verdeeldheid, door een politieke unie te scheppen die ook door haar succes een voorbeeld zal
zijn voor een verdeelde wereld. Een Unie van Afrikaanse Staten zal de Afrikaanse identiteit doelgerichter vorm
geven. Zij zal respect afdwingen van een wereld die alleen acht slaat op grootte en invloed. De geringe aandacht
voor het Afrikaanse verzet tegen de Franse atoomproeven in de Sahara en het schandelijke schouwspel van de
Verenigde Naties in Kongo die zich druk maakten of de grondwet wel tot in elk detail klopt terwijl de republiek
wegzakte in chaos, vormen het bewijs van de ongevoelige veronachtzaming van de Afrikaanse
Onafhankelijkheid door de Grote Mogendheden."
1 In zijn toespraak nam Nkrumah afstand van de 'beschavingsopdracht' van de Europese koloniale
machten. Geef een kritische beschouwing van deze opvatting door
- eerst uit te leggen waarom Nkrumah deze 'beschavingsopdracht' verwierp;
- vervolgens te beredeneren dat Nkrumah hiermee een eenzijdig beeld gaf van de manier waarop
deze 'beschavingsopdracht' vanaf het einde van de negentiende eeuw gestalte heeft gekregen en
- ten slotte uit te leggen dat het verlangen naar onafhankelijkheid bij de Afrikaanse volken
voortkwam uit een kernwaarde van de Europese beschaving.
2 Geef met een voorbeeld uit de bron aan dat volgens Nkrumah de Afrikaanse landen ook na de formele
onafhankelijkheid zich moesten blijven emanciperen ten opzichte van de Westerse wereld.