Decreet tijdschrift 07 08 b

76
decreet zevenacht george steiner

description

Decreet tijdschrift 07 08 b

Transcript of Decreet tijdschrift 07 08 b

Page 1: Decreet tijdschrift 07 08 b

decreetzevenacht

george steiner

Page 2: Decreet tijdschrift 07 08 b

F o r t h e L o v e o f A r t

zev en ach t

m e i 2 0 1 2

Page 3: Decreet tijdschrift 07 08 b

inhoudmichiel paalvast

ben sleeuwenhoek

guido eckhardt

KO DE KOK

willy de houck

jan van munster

jeltje ratsma

tijl orlando frijns

bert frijns

kees de valk

harry vandevliet

HEIN VERWER

JAN HAAS

annemieke fanoy

ko de jonge

ben vranken

ronald & carla mullié

liesbeth labeur

niek hendrix

harmen eijzenga

leni van den berge

Mariette Dölle

leen quist

jan goossen

antoine mes

loek grootjans

rem van den bosch

HELENE BRIELS

jan j.b. kuipers

Anya Janssen

leon riekwell

nicole bianchet

johan de koningtjeu strous

gui do eckhar dt, eens de tui n van een mei sj espensi onnaat

melanie bosboom

pascalle mansvelders

Jos Deenen

Tinkebell

wolfgang ellenrieder regina schumann

Elza Jo

henric borstenalex vermeulen

lionel scoccimaro

danny devos

ronald van dokkum

david bade

Daan Samson & Jeronimus van Pelt

gregory green

eric van den elsen

adriaan van der have

Dalstar

paul & menno de nooijersigmund de jong

AXEL KING

JEANNY GOLEMBIEWSKI

Super-A

Page 4: Decreet tijdschrift 07 08 b

KUNST KUNST

Page 5: Decreet tijdschrift 07 08 b

zien krijg: ik kan het werk nu zien als gemaakt, als eindpuntvan het maken ervan – alsof ik het zelf had kunnen maken,alsof ik het zelf gemaakt heb, alsof ikzelf doorheen dat atelierhet gevecht ben aangegaan met al het materiaal en al hetgereedschap dat me ten dienste staat om dit te kunnen maken.

En in zekere zin is dat ook zo. De gemeenschappelijkheidvan het terrein dat ik betreed als ik een atelier betreed, is dat ikmenselijk terrein betreed, en dat ik daarmee het werk dat ergemaakt is ook als mensenwerk kan zien, hoe geheimzinnig,hoe ondoordringbaar het werk op zich ook is. Het is dezelfdefascinatie die ik heb als ik maaksels uit een ver verleden zie: eenvuistbijl, een grotschildering, Stonehenge, de Paaseiland-beelden, de Boroboedoer, de pyramides, Griekse tempels: zezijn alle getuigen van menselijke aanwezigheid.

In zijn boek Figuring It Out betoogt Colin Renfrew, hoogle-raar archeologie in Cambridge, dat archeologen bij de bestude-ring van het verleden iets van kunstenaars kunnen leren,omdat hun werk een kritische blik geeft op “onze fundamentenvan kennis en perceptie”. Volgens Renfrew kan men de geschie-denis van de condition humaine alleen begrijpen als men deze alseen proces van ‘material engagement with the world’ opvat. Degrote revolutie in de menselijke ontwikkeling vindt volgenshem plaats als de mens zich vestigt en een materieel-symboli-sche cultuur ontwikkelt, een proces waarop kunstenaars alsAntony Gormley, George Segal, Tracy Emin, Damien Hirst,Eduardo Paolozzi, Anselm Kiefer, Ian Hamilton Finlay enWilliam Turnbull weer commentaar geleverd hebben.

Mijn fascinatie betreft niet de betekenis van dergelijkeobjecten, maar de getuigenis die ze geven, de getuigenis waar-mee de mens zijn aanwezigheid in de wereld en zijn verhoudingmet de wereld heeft kenbaar gemaakt, of het nu kunstwerkenzijn of prehistorische bouwsels en gebruiksvoorwerpen. Enlaat wat mij betreft het “prehistorisch” ook maar weg, want ikheb dat niet alleen met rotstekeningen en grotschilderingen,met het werk van bouwers en kunstenaars, maar ook metinscripties in stenen, muren en bomen, met elk menselijkmaaksel en bouwsel, en ook met bouwtekeningen, afbeeldin-gen van stellingen in een schaakpartij, landkaarten, getekendegebruiksaanwijzingen.

Niet de betekenis: die onttovert voor mij vaak zo’n mense-lijk maaksel: mijn verbeelding is mezelf genoeg, en dat geldtmet name voor kunstwerken. Toch wordt ons vaak genoeggewezen, gevraagd en ongevraagd, hoe we moeten kijken omiets te kunnen zien – terwijl we al iets zien als we getroffen wor-den door wat we zien. We zouden dus niet een ánder moetenvragen: “Hoe moet ik hier naar kijken?” of “Wat betekent dit?”,maar we hoeven alleen maar onszelf af te vragen wat we zien ofwat ons heeft getroffen als we zijn blijven staan kijken.

Uitleg kan wel degelijk van belang zijn vanwege de aardvan die uitleg. Dan gaat het om de techniek waarin het werkgemaakt is, of om het materiaalgebruik, of om de symbolen dieerin verwerkt zijn, of om de plaats van het werk in de cultuur-geschiedenis, of om de wijze waarin zo’n werk aan die geschie-denis refereert, of om de vaardigheid van de maker. Maar voormij is dat allemaal buitenkant. Wat het werk zelf betreft is mijnverbeelding mij genoeg.

Maar ook daarvan wordt ons vaak uitgelegd wat dat daninhoudt: het gaat dan om de associaties die het oproept, de con-notaties waarnaar het verwijst. Dat kunnen zowel uniek-per-soonlijke als sociale, culturele, religieuze, politieke en anderepublieke associaties en connotaties zijn. Wat een ‘goed’ werk is,wordt derhalve bepaald door de hoogstpersoonlijke waarde-ring van de hoogstindividuele kijker vanuit de historische, cul-turele, esthetische, religieuze en andere associaties en conno-taties die zijn persoonlijke waardering bepalen.

Uiteindelijk betekent dat, dat in de waardering van eenkunstwerk ieder mens zijn persoonlijke plaats gewezen wordtin de beschavingsgeschiedenis. Je waardering vertelt je vooraliets over jezelf, of: wat je ziet dat ben je zelf - maar je bent alleenmaar jezelf als aanwezigheid in onze beschavingsgeschiedenis.Zo heeft ook een kunstwerk geen “eigen” betekenis, hoe auto-noom het na voltooiing ook verklaard kan worden, of mis-schien juist wel omdát het na voltooiing autonoom verklaardkan worden.

En hier ligt een groot probleem, en ook een opdracht, lijktme. Een gebruiksvoorwerp, een schema, een symbool, eengebruiksaanwijzing heeft in zijn relatie met zijn gebruik eeneigen betekenis. Een kunstwerk niet. Een kunstwerk is overge-leverd aan de genade van de mens die het in zijn omgeving aan-treft. Net zoals overigens mensen zelf overgeleverd zijn aan degenade van andere mensen. Niet voor niets zei kunsthistoricusPierre Jansen ooit: “Je mag van een kunstwerk vinden wat jewilt, maar je moet er met je poten van af blijven.” Niet voorniets zei filosoof Emmanuel Lévinas ooit: “Juist omdat je weetdat je een ander mens kunt kwetsen of doden, moet je dat nietwillen.”

En daar draait het om, zeker in het huidige tijdsgewrichtwaar zowel mensen als kunstwerken zijn overgeleverd aan degenade – en in het Nederlandse geval aan de ongenade – vanhen die hoedend, bewarend en beschermend zouden moetenoptreden, maar die daar uit het oogpunt van politiek gewin, ofvan het voorkomen van politiek verlies, uit achteloosheid,onachtzaamheid, of onverschilligheid, er opportunistisch devoorkeur aan blijken te geven daarmee de hand te lichten ofeven weg te kijken, zichzelf en elkaar motiverend met allerleidoorzichtige drogredenen.

Wat ik zo fascinerend vind aan foto’s van kunstenaarsate-liers, en van kunstenaars in hun atelier, zoals die ook in ditnummer van Decreet staan, is de ervaring alsof ik een geheimgebied betreed. Niet dat ik me een voyeur voel, dat kan hetgeval niet zijn, want zeker in dit geval heeft de kunstenaar zelfvoor mijn inkijk toestemming gegeven. Het heeft meer temaken met mezelf: wil ik dit zien, wil ik weten waar de kunste-naar zijn werk maakt? Kennelijk wel, want mijn blik wordtonweerstaanbaar aangetrokken. Maar wat verwacht ik dan tezien? Het moet te maken hebben met het geheim van de schep-ping, van het wordingsproces van het werk dat je gewoonlijkalleen te zien krijgt als het af is. Maar moet het werk zelf meniet genoeg zijn? Voegt de blik in het atelier dan iets toe aan wathet werk me zegt? Kom ik meer te weten van het werk als ik hetgereedschap en de materialen van de maker heb gezien?

Nu ik dit opschrijf, weet ik waar het om gaat. Als ik eenwerkplaats zie, als ik die gereedschappen en materialen zie inhun chaotische ordening, alsof de maker net even weg is,beginnen mijn handen te jeuken – dat doen ze zelfs al nu ik ditschrijf. Ik wil aan het werk! Of nee: ik bén al aan het werk, ik bendegene die deze plaats zojuist verlaten heeft, ik ben degene dieop de drempel van zijn eigen werkplaats staat. Het is dus geengeheim gebied, juist niet, het is gemeenschappelijk terrein datik betreed: de plaats van handeling. En het heeft dus ook weldegelijk iets te maken met het werk dat ik gewoonlijk alleen te

Wat te doen?

Harm

en Eijzenga

Page 6: Decreet tijdschrift 07 08 b

Daalens geest nog leeft is zichtbaar in de huidige tentoonstel-ling van het Zeeuws Museum, waar Frank Koolen, MarianaCastillo Deball en James Beckett deels met voorwerpen uit hetmuseum elk een installatie hebben gemaakt die aanBroodthaers refereert én de functie van het museum aan deorde stelt.

Maar juist met deze initiatieven kwamen ook de zwakkepunten naar voren: dergelijke initiatieven zijn vaak afhankelijkvan één of enkele personen, en de lokale politiek staat er veelalongeïnteresseerd tegenover en blijkt weinig bereidheid tetonen zich daarvoor politiek en/of financieel in te zetten.Illustere voorbeelden liggen helaas ook weer voor het grijpen.Als voorbeeld van de persoonsafhankelijkheid van dergelijkeinitiatieven noem ik het op- en teloorgaan van de StichtingNieuwe Muziek in het Muziekpodium Zeeland nadat stichterAd van ’t Veer zich teruggetrokken had. Het tot tweemaal toeop het laatste moment afblazen van het door Aldo van Eijck alsCentrum voor beeldende kunst ontworpen Middelburgse“Museum 13/IX” heeft laten zien hoezeer een veranderend poli-tiek klimaat de mooiste initiatieven om zeep kan helpen. Alsdieptepunt heb ik daarbij ervaren het met veel tamtam onder-brengen van de door de Vleeshal verworven en voor dit (ons!)museum bestemde kunstwerken in het M KHA te Antwerpen –alsof de Middelburgse kunst daarmee het beste gediend zouzijn. En de vele gesneuvelde plannen voor een nieuw theater inMiddelburg geven een schrijnend beeld van de besluiteloos-heid van de lokale politiek en van de onverschilligheid van delokale bevolking.

Want telkens wordt zo weer manifest hoezeer kunst en cul-tuur afhankelijk zijn van de gunst van het publiek, vooralomdat juist dat vaak dé maatstaf is voor overheden om culture-le initiatieven te (onder)steunen – terwijl het begrip “initiatief ”nu juist inhoudt dat er een (nieuw) begin gemaakt wordt datzich nog moet bewijzen. En aan de andere kant kan juist hetgesubsidieerd worden een belemmering zijn om nieuwe initia-tieven te ontplooien. Dat heet dan de verslaving aan de subsidie– maar dát lijkt me een misvatting, al ligt wel de gemakzuchtop de loer, als het geld te vanzelfsprekend lijkt binnen tekomen.

Die misvatting is dan, dat het de instellingen zelf zoudenzijn die verslaafd zijn, terwijl het de subsidieverstrekkers zijndie verslaafd máken, juist door de eisen die ze voor die subsi-dieverstrekking stellen. Het zijn namelijk vaak de gevestigdeinstelling en de “topkunst” die ook, nee, juist tijdens bezuini-gingstijden gesubsidieerd blijven worden vanwege hun succes,hun publieksaantrekkelijkheid, hun gebaande-paden-voor-keur, terwijl dat juist een reden zou moeten zijn om geleidelijktot afbouw van subsidie over te gaan door dat succes als basiste beschouwen voor zelfstandig overleven op die gebaande

paden. Men ziet het omgekeerde: vaak gaat er steeds meer sub-sidie bijna als vanzelfsprekend naar dergelijke top-instellingendie daarmee hun gebaande paden kunnen verbreden en asfalte-ren, terwijl het kleine, het experimentele, het vernieuwende,dat zich nog moet bewijzen, als eerste voor afbouw in aanmer-king lijkt te komen. Merkwaardig en ook hoopgevend is datjuist zij in staat blijken te overleven vanwege het met niets enuit het niets begonnen te zijn en vanwege een als noodzaakgevoelde gedrevenheid die voor en in dat “niets” de grondslagheeft gevormd.

Het is een grote troost te weten dat de gedrevene en hetgedrevene vaak groeit tegen de verdrukking in. De geschiede-nis heeft keer op keer bewezen dat wat uit innerlijk gevoeldenoodzaak is geboren, niet te vernietigen is, en dat veel van hetweerloze vaak gered is door gezamenlijke, maar persoonlijkgevoelde, verantwoordelijkheid geboren uit fascinatie voor datweerloos autonome, of het nu een mens of een kunstwerk is.

En daarmee kom ik weer uit bij het begin van mijn verhaal:het is mijn persoonlijke fascinatie die de waarde bepaalt van deop zich weerloze kunstwerken die aan mijn genade zijn overge-leverd, en die fascinatie komt voort uit het gegeven dat hetmensenwerk is, en dat ik het dus zelf gemaakt zou kunnen heb-ben, en vaak ook zou wíllen hebben. Het is dus ook mijn per-soonlijke achteloosheid, onachtzaamheid, onverschilligheiddie de teloorgang ervan tot gevolg zou hebben. Als ik datmezelf zou toestaan, zou ik me er wel van bewust moeten zijndat het mensenwerk betreft, en dat ik met zo’n houding mezelf,mijn menselijkheid, geweld zou aan doen. Wees gerust: dat zalik mezelf niet toestaan. Ik kan instaan voor mezelf – maar nietvoor al die anderen. Wat te doen?

En dan daagt er een groter probleem, dat ook al zo mense-lijk is. In dit nummer van Decreet, in diezelfde fotoserie van ate-liers, wordt aan kunstenaars gevraagd of de kunst hen gebrachtheeft wat ze ervan verwachtten. De meeste kunstenaars blijkenzich, getuige hun antwoorden op deze vraag, nog steeds wel tebevinden in hun metier ondanks alle onheil dat van buiten uitde onheilszwangere wolken vanuit “Den Haag” over hen wordtuitgestort.

Dat onheil zelf is onderwerp van de bijdrage van MarietteDölle (van TENT in Rotterdam) en dat is niks te vroeg gegevenhet feit dat in Zeeland het streven om te komen tot één over-heidsinstelling voor de kunsten door samenvoeging van CBKZeeland, SBK Middelburg (Vleeshal en Kabinetten) en BBKVlissingen vorm krijgt. Dit initiatief lijkt vooral gedreven doorbezuinigingsdrift en door het verlangen leegstaande gebouwenin gebruik te stellen (hetgeen weer andere leegstand zal veroor-zaken) en daarmee dreigt het positieve van de samenwerkingdoor het negatieve van wat de Belgen zo aardig “besparingen”noemen teniet gedaan te worden.

Wat je namelijk bij dit soort van boven afgedwongensamenwerkingsinitiatieven vaak ziet opduiken is de neigingvan de verschillende tot samenwerking gedwongen partijen omde strijd in eigen voordeel te beslissen. Die strijd is het gevolgvan de bezuinigingen die aanleiding voor dat initiatief waren,maar die leidt op deze wijze altijd tot de slechtst mogelijke uit-komst, terwijl de bezuinigende overheid vanuit het “verdeel enheers”-principe rustig achterover kan leunen. Want als iedervoor het maximale gaat, is de uitkomst óf een “samenwerking”

waarin één partij alles pakt, óf een gemiddelde dat lager is danwanneer iedere partij van meet af aan bereid is samen met deanderen bij de bezuinigende overheid dat maximale af te dwin-gen. Helaas is het onderling wantrouwen meestal zo groot datzo’n samenwerkingsmodel er niet in zit.

Daar komt nog bij dat het hele subsidiestelsel al is geba-seerd op een “verdeel en heers”-principe: ieder voor zich pro-beert een zo gunstig mogelijk resultaat te bereiken, waarbij deandere partijen als concurrent worden gezien. Dat was heelzichtbaar bij de recente bezuinigingen: de hele sector bleekweerloos en wie gespaard werd of zelfs maar dacht gespaard tekunnen worden bleek niet bereid tot deelname aan gezamenlij-ke actie. En de acties die wel plaatsvonden (de “schreeuw”-actiebijvoorbeeld) waren weinig meer dan ritueel protest dat eeneven rituele voldoening schonk.

Middelburg kent een geschiedenis op cultureel gebied diede stad bekendheid heeft gebracht tot buiten de landsgrenzen.We zijn dit jaar getuige van de viering van het 50-jarig bestaanvan het Zeeuws Museum. Van die viering maakte deel uit eensymposium gewijd aan de eerste directeur, Piet van Daalen, dieonder meer Joseph Beuys en Marcel Broodthaers naar Zeelandhaalde. Maar veel belangrijker is de bedding geweest waarin datgebeurde: Piet van Daalen is erin geslaagd het vernieuwende inde kunst voor Zeeland interessant te maken door het te verbin-den aan lokale thema’s, en dat werd het vliegwiel waar ondermeer de Vleeshal, het kunstenaarsinitiatief FORUM en deStichting Nieuwe Muziek het gevolg van waren. En dat Van

tekening: leni van den berge

tedoen?

Page 7: Decreet tijdschrift 07 08 b

guido eckhardt | eens de tuin van een meisjespensionnaat

Page 8: Decreet tijdschrift 07 08 b

michiel paalvastgeboren 1976 te waarde

atelier 2012, vlissingen

Wat hoop je dat de kunst je zal brengen?

bijna alles

Page 9: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 10: Decreet tijdschrift 07 08 b

Tijl Orlando Frijnsgeboren 1987 te amsterdam

atelier 2012, haarlem

consruction 2011hout, gipsplaat, leem, geelband, olieverf, structuurverf, spaanplaatin het licht van mondriaancbk zeeland, middelburg

Page 11: Decreet tijdschrift 07 08 b

Wat hoop je dat de kunst je zal brengen?

De vrijheid om concessieloos te kunnen creëren.

Kunst een uitspraak laten zijn van een manier van in het leven staan.

Spelen met vermoedens en conclusies rondom kunst, architectuur,

materie en het bestaan.

white construction 2012hout en grondverfcontemporary incidental accumulation of particles lokaal 01, breda

wooden shape & three wooden panels 2011

hout en latexapice for artists,

amsterdam

Page 12: Decreet tijdschrift 07 08 b

IK van Utrecht

2003

700 x 800 x 150 cm.

glas, neon, staal

Collectie Rijksgebouwendienst Den Haag

Foto: Thea van den Heuvel DAPh

IK in dialoog

2005

glas, argon

Collectie Zentrum für Internationale Lichtkunst, Unna (D)

Foto: Karl Dittrich

jan van munster geboren 1939 te gorinchem

woont en werkt in oost-souburg

Page 13: Decreet tijdschrift 07 08 b

IK van Zeeland

2011

14 x 18 x 4 m.

glas, staal

onderkomen Stichting IK,

Oost-Souburg

Foto: Ivo Wennekes

Heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat ze je zou brengen?

Ja!

IK van Rotterdam

1995

50 x 220 x 172 cm.

graniet

Collectie gemeente Rotterdam

Foto: archief Van Munster

Page 14: Decreet tijdschrift 07 08 b

Willy de Houck1947 woont en werkt in waterlandkerkje

Wat verwachtte ik dat de kunst mij zou brengen in het begin van de jaren

zeventig van de vorige eeuw? Verwachtingen waren er vast, korte termijn

verwachtingen denk ik. Maar zeker weten doe ik dat niet. Mijn leven heeft altijd

uit meer dan kunst bestaan, ook al waren er altijd wel raaklijnen.

En ja kunst heeft mij waarschijnlijk meer gebracht dan ik verwachtte, maar het

tegenovergestelde is gezien de plek van kunst in mijn leven onvoorstelbaar.

Heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat ze je zou brengen?

Page 15: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 16: Decreet tijdschrift 07 08 b

guido eckhardtgeboren 1944 te roosendaalwoont en werkt in vlissingen

heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat ze je zou brengen?

g: absoluut!m: meen je dat? weet je wat ik dacht dat je zou zeggen?g: wat dan?m: er is geen hoop en het geopende graf wacht.g: o, dat. ja maar dat gaat gewoon over het leven.

Page 17: Decreet tijdschrift 07 08 b

verschillende werken op papier, gemengde techniek, collectie van de kunstenaar

Page 18: Decreet tijdschrift 07 08 b

leen quist

Heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat ze je zou brengen?

in ieder geval veel kennis aan lieve mensen,

en

werk moet je maken zoals het gekomen is

niet streven naar nieuw, grensverleggend

het ding is zoals het is

geboren 1942 te sint philipsland

woont en werkt in middelburg

Leen Quist, Bolle doos met deksel (porselein) 1983

Zeeuws Museum, collectie Provincie Zeeland

Foto Ivo Wennekes, Middelburg

Page 19: Decreet tijdschrift 07 08 b

OP

DIT

MO

MEN

T IS

MIJN

ATE

LIER

GRO

TEN

DEEL

S HE

T O

NG

EORD

END

VOO

RSTA

DIU

M V

AN M

IJN T

WEE

DE G

RAPH

IC N

OVE

L. E

EN P

ROJE

CT O

VER/

MET

DIE

REN

FABE

LS, D

E W

EST,

INKT

, BIS

TER

EN K

ROO

NTJ

ESPE

N.

LIESBETHLABEUR.NL

sela

Page 20: Decreet tijdschrift 07 08 b

LIESBETHLABEUR.NL

Page 21: Decreet tijdschrift 07 08 b

NICOLE BIANCHETArt contains for me the magic potion that makes life less of a bore. At the moment I still feel like an apprentice. Would be great to be a master one day...

Page 22: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 23: Decreet tijdschrift 07 08 b

antoine mes geboren 1927 te middelburg

woont en werkt in middelburg

Page 24: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 25: Decreet tijdschrift 07 08 b

heeft de kunst je gebracht wat je gehoopt had dat ze je zou brengen?

ja, binnen het eigen werk heeft het mij voldoening gegeven

en ik kan er mee vooruit

dat is prettig

Page 26: Decreet tijdschrift 07 08 b

geboren 1947 te utrecht

woont en werkt in middelburg

Page 27: Decreet tijdschrift 07 08 b

heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat ze je zou brengen?

wat mij betreft wel.

ik heb geen spijt van de keuze die ik gemaakt heb.

mijn vader vroeger: 'dat wordt allemaal arremoe'.

maar ik heb geen spijt, we blijven bezig.

Page 28: Decreet tijdschrift 07 08 b

Kan iemand die geen Zeeuw is van origine toch Zeeuw(s) zijn of worden? Hier in de provincie gaan wonen lijkt

me in ieder geval onvoldoende. Daar is toch meer voor nodig. Een paar keer proberen hier een thuis te

stichten en dan toch weer vertrekken, komt al dichterbij. Altijd maar door de zee en de wind aangetrokken

worden laat op z’n minst zien dat er in die menselijke ziel een diepe hunkering onderdrukt of gekoesterd wordt.

Werk produceren dat tot in elke vezel overeenstemt met kenmerken die men voor Zeeuws kan houden, maakt

al meer indruk. Zonder in clichés te vervallen zijn er wel bepaalde eigenschappen die hier in dit gebied

uitermate goed tot zijn recht komen. Al houden we natuurlijk onze reserves over wat wel en niet Zeeuws is.

Over wat past bij het karakter van deze provincie en haar bewoners. Karakter is in de kunstbeschouwing

tegenwoordig een nogal beladen begrip. Het zou te veel leunen op het oeverloze negentiende-eeuwse

stijldebat, waarin emotie en nationalisme niet geschuwd werden. De vraag is of we daar vandaag de dag erg ver

vanaf zitten. Zijn we zover geëvolueerd dat een stuurse, eigenzinnige allochtoon met een labiele liefde voor de

eilanden in de delta van Schelde en Maas en een gloedvolle overtuiging voor formele abstractie en strenge orde,

in ons hart een warm plekje kan winnen?

Jan Goossen (1937-2005) werd geboren in Maracaibo in Venezuela uit Zeeuwse ouders, die in zijn vroege jeugd

een aantal keer verhuisden binnen de beide Amerika’s. Ver weg van hun Hollandse wortels. Lange tijd was er

niets wat er op wees dat hij een nostalgisch verlangen koesterde naar het moederland. Op zijn elfde woont hij

per toeval een tijd in Vlissingen. Tegen het eind van de jaren vijftig gaat hij studeren aan de Amsterdamse Rietveld

academie. Na afronding van die opleiding in 1961 trouwt hij en gaat met een beurs van Maison Descartes wonen

en werken in wat hij het mekka van de beeldende kunst acht: Parijs. Om meteen daarna te verhuizen naar

achtereenvolgens New York en San Francisco. Met de stroom mee. Want daar gebeurt het op dat moment echt.

In the big Apple ademt de kunst. De Kooning en Rothko, naast Warhol en Liechtenstein. Ongehoord en

ongeëvenaard. Het is ook de periode van introverte intaktiliteit van Mies van der Rohe’s zwaarmoedige blokken,

lichtjes uitgetild boven het maaiveld en van de vrolijk zwevende en felgekleurde mobiles van Alexander Calder.

Voor iemand die geïnteresseerd is in de subtiele overgang tussen architectuur en beeldende kunst uitgebeeld

door iemand als Gerrit Rietveld of Theo van Doesburg is die wereld verwarrend en verrijkend tegelijkertijd.

Een dialectische, paradoxale wereld. Vorm en functie in een strenge regelmaat geordend tegen de non

conformistische vrijheid van de ragfijne beweging en het ongegeneerde uitbundige. Zijn fascinatie voor beeld-

houwkunst heeft behoefte aan nieuwe inspiratie. Die komt uit de architectuur. Jan gaat die kunst bestuderen aan

het Heald College of Engineering in San Francisco. Zijn tekeningen uit die periode weerspiegelen de zoektocht

van velen in die tijd naar overzichtelijke ruimte, heldere lijnen en ruimte ervaring die vooral voortkomt uit de

plattegrond en slechts als platte doos beleefd kan worden. Ordening en formaliteit strijden om voorrang. Jan

worstelt met dakhellingen, die de onderliggende ruimte moeten openbreken naar het licht, of die de ruimtelijke

constructies moeten laten nestelen in het landschap, op een specifieke plek, ook al is die fictief. Hij leert er met

lijnen en uiteindelijk ook met volumes te reageren op die gegeven omstandigheden en het programma van eisen

dat getransformeerd moet worden tot een instrument van de creatieve vormgever. Daaruit bouwt hij een

nieuwe werkelijkheid. Schept er een andere wereld mee. Die zichzelf reflecteert en daarmee de naakte

ongereptheid buiten benadrukt. Door ruimte in te nemen, maakt het ruimte vrij.

Dan gaat hij terug naar Nederland. En uiteindelijk naar de zee. Met een enorme omweg, met zijn tweede vrouw

Yvette Lardinois naar de grens van land en water, Vrouwenpolder. Het einde van een bedevaart. Op die route

liet hij vele beelden achter, in alle uithoeken van het land. Ze krijgen namen met een latente religieuze toon.

Stoer, ongenaakbaar. Afstandelijk misschien wel. Maar wie eerst zijn tekeningen zag, kijkt met een jonge blik. Ziet

structuren en herkent de wil tot afbakening en routing. Wat een pech dat ‘wij’ nooit zo’n krachtig beeld hebben

gekregen.

Johan de Koning

verre afkomst geen bezwaar

Jan Goossen in zijn atelier, Herpt, gemeente Heusden, 1992

jan goossen

Page 29: Decreet tijdschrift 07 08 b

1994, tentoonstelling Galerie Lambert Tegenbosch, Heusden.

Sculptuur op de voorgrond: collectie Noordbrabants Museum. Fotografie: Martin Stoop.

‘Septum (in gesprek met vorigen)’, corten staal, Stadswandelpark, Eindhoven, 1982.

Fotografie: Martin Stoop.

Zonder titel, oil stick op papier, 1985.

Page 30: Decreet tijdschrift 07 08 b

roos fotografie: tijl orlando frijns

bert frijns

de kunst heeft mij zoveel gebracht dat ik nog steeds met een goedgevoel mijn atelier binnen stap.

geboren 1953 te ubach over worms

atelier burgh-haamstede

Page 31: Decreet tijdschrift 07 08 b

hoog hoger hoogstfotografie: bert frijns

draaiing hoog 1m fotografie: bert frijns

Page 32: Decreet tijdschrift 07 08 b

william

verstraeten

Page 33: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 34: Decreet tijdschrift 07 08 b

Vanachter een kop thee met verse groene mintblaadjessteekt Mariette in Café de Unie in Rotterdam van wal:

“Als je jezelf afficheert als centrum voor lokale kunstenaars lijkt

het alsof je meteen vanuit een underdogpositie moet starten.

Kunstenaars uit de regio. Dat kan niet boeiend zijn. Maar het

lokale kunstdiscours beperkt zich natuurlijk nooit tot lokale of

zelfs nationale grenzen; kunst is per definitie en in de meest

letterlijke zin grensoverschrijdend. Niet alleen mentaal maar ook

geografisch. De kunsttaal is internationaal; dus ook de taal die

door kunstenaars in Rotterdam wordt gesproken; maar dus ook

door de kunstenaars in Zeeland. We hebben nu eenmaal een

lokale opdracht: we zijn een gespecialiseerd onderzoeksinstituut

dat nagaat hoe kunst zich ontwikkelt binnen de stedelijke context

van Rotterdam. Begrijp me goed, ik heb het hier niet over de

noodzaak van het ontstaan van een Rotterdamse school of zo,

maar wel over kunst die geworteld is in de Rotterdamse eigen-

heid. En zelfs als kunstenaars heel expliciet elke binding met de

omgeving verwerpen kan juist dat een item zijn.

Wat universeel is aan iemand die langer in een bepaalde omge-

ving verblijft is, dat hij of zij anders kijkt dan een toerist of toe-

vallige voorbijganger doet. Ik heb een bepaald beeld van Zeeland;

dat is, geloof ik, best een romantisch beeld van mooie stadjes in

een groen landschap gedompeld in het Zeeuwse licht; maar

wanneer een kunstenaar al jaren in Zeeland woont, dan zie je een

ander Zeeland in beeld gebracht dan een passant zou weergeven.

Marinus Boezem zou misschien nooit zijn kathedralen hebben

gemaakt als hij niet in het vlakke Zeeuwse land had gewoond, al

begrijp ik dat ik me op glad ijs begeef als ik concrete werken

lokaal probeer te duiden. Het gaat in ieder geval om de blik die

voorbij het toeristische perspectief gaat, voorbij het vooroordeel

gaat en aangeraakt is door de specifieke lokale kennis en

kenmerken. Daarbij doet het er niet toe of een kunstenaar

zichzelf primair bestempelt als ‘autonoom’ of ‘toegepast’.

Als Steve McQueen in een Amsterdams park een lichtproject

ontwerpt geeft hij er blijk van die plek op een bepaalde manier te

beleven en te willen herinterpreteren. Bij TENT proberen we

de meerwaarde die de omgeving voor kunstenaars heeft te

ontdekken. Het lokale element is de constante factor maar we

gaan er elke keer op een andere manier mee om. Maar anders-

om werkt het ook. We zijn niet alleen een onderzoeksproject

voor en over kunstenaars maar fungeren ook als ambassadeur

van de stad naar buiten. Als een curator iets over Rotterdam te

weten wil komen, begint hij of zij vaak bij TENT. Wat heeft zich

daar de laatste jaren gemanifesteerd, waar ging en de discussies

over?

Mariette Dölle is sinds juni 2006 werkzaam als programma-leider vantentoonstellingsruimte TENT, onderdeel van het CKB Rotterdam.Daarvoor werkte ze als coördinator kunstopdrachten bij het project‘Beyond’ in Leidsche Rijn. Aldaar stuurde ze opdrachten aan in de openbare ruimte die een rol speelden in de stedenbouwkundige plannen. Zo leidden werken van Stanley Brouwn en Bik van der Pol totgebouwen die een semi-permanent karakter kregen.

Een tentoonstellingsplek voor lokale kunstenaars: de klamme geur van geitenkaas en gekarnde melk enandere streekproducten komt je al van verre tegemoet.Niet iets om behalve in een verloren of buiig weekendnaar toe te gaan. Geen wonder dat zulke centra, althansin geordende en gesubsidieerde zin nauwelijks bestaan.Of toch? Is daar niet toch een dorp waar men nu al weerenkele decennia zo’n centrum met enig succes runt?

Wat heet ‘enig succes’? In Rotterdam wordt door hetCBK Rotterdam sinds 1999, nu al weer een kleine twaalfjaar, een tentoonstellingsruimte met een behoorlijkeomvang (1000m2) beheerd. In het cultuurplanadvies datde Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur op 25 apriljongstleden heeft uitgebracht aan de wethouder vanCultuur wordt over TENT de tentoonstellingsruimte

voor Rotterdamse kunstenaars geoordeeld: “Met nameTENT is het best functionerende onderdeel van het CBKRotterdam. Dat is een goede, met enthousiasme en overtuigingskracht geprogrammeerde presentatieplekvoor beeldende kunst. TENT vervult voor zowel kunstenaars als publiek een goede rol in de stad, en toontwat er speelt”.

Niks muffe sfeer, inteelt en ingekakte lokale subcultuur.TENT leeft en weet de laatste jaren ook landelijk belang-stelling van pers en publiek te trekken. Genoeg redenvoor ons om naar Rotterdam af te reizen en MarietteDölle te spreken, sinds een jaar of zes als programma-leider de drijvende kracht achter het bloeiende TENT.Hoe slaagt zij (maar zeker ook haar voorgangers, zoalsArno van Roosmalen nu directeur van STROOM in DenHaag) er in om van een centrum voor de plaatselijkekunstenaars een dynamisch centrum te maken dat landelijk steeds meer de aandacht trekt. Zijn daar voorZeeland, waar momenteel gewerkt wordt aan de fusievan de Stichting Beeldende Kunst Middelburg (met deVleeshal en de Kabinetten van de Vleeshal), BuroBeeldende Kunst Vlissingen het het CBK Zeeland wellicht lessen uit te trekken?

ariette Dölle

Zaaloverzicht TENT met werk van Simon Schrikker en Antistrot, 2007. Foto: Bob Goedewaagen

Een lokaal kunstenaarscentrum is niet voor underdogs

M , programmaleider TENT Rotterdam

Tjeu Strous

Page 35: Decreet tijdschrift 07 08 b

In een grote stad gebeurt veel en is het culturele leven boeiend. Maar geldt dat ook voor de periferie als Zeeland?

Dit alles hoeft zich niet te beperken tot de grote stad.

Zo op het eerste gezicht heeft een stad als Rotterdam het

makkelijker, “never a dull moment overhere”, dus dat is dankbaar

werken voor kunstenaars en hun ontwikkeling. Maar Zeeland

moet haar licht niet onder de korenmaat plaatsen. Met de

Vleeshal en het Zeeuws Museum heeft Zeeland twee plekken

waarachter een gigantisch netwerk schuil gaat van nationale en

internationale contacten. Daar moeten Zeeuwse kunstenaars

hun voordeel mee kunnen doen. Zeeuwse kunstinstellingen

kunnen prima actief de boer op om niet alleen publiek te vinden

maar ook kunstenaars aan zich te binden. Van de Vleeshal wordt

vaak gezegd dat ze aan lokale kunstenaars voorbij gaat. Afgezien

van het feit dat me dat niet helemaal waar lijkt (in de huidige

tentoonstelling over het Post Modernisme figureren ook weer

enkele Zeeuwen en in de kabinetten worden heel vaak Zeeuwse

kunstenaars getoond), kunnen Zeeuwse kunstenaars geprikkeld

raken door ontwikkelingen elders en daarop reageren. Daar

moet dan wel een platform voor zijn. Bij TENT heb ik het

afgelopen jaar de gespreksserie State of The Art over de stand

van de kunst georganiseerd, die steevast druk bezocht werd door

zowel gevestigde kunstenaars als studenten van de Willem de

Kooning Academie en andere geïnteresseerden. Daarin staan wij

trouwens niet alleen. Mijn bovenbuurman, Nicolaus Schafhausen,

tot voor kort directeur van Witte de With, organiseerde

gespreksrondes met tentoonstellingsmakers uit de hele wereld

voor een Rotterdams gehoor over de internationale state of the

art. Soms moet je daarvoor de gelegenheden opzoeken die zich

voordoen. In Zeeland lijkt me dat bijvoorbeeld het Zeeland

Nazomer Festival zich uitstekend zou lenen voor een dergelijke

discussie voor een Zeeuws publiek van kunstenaars en anderen.

Weliswaar is het ZNF dan de aanleiding, maar de organisatie zou

in handen kunnen zijn van de nieuwe Zeeuwse kunstinstelling.

Eigenlijk moet je het dus zo zien: een kunstdiscussie kan vertrek-

ken vanuit een regionale invalshoek maar moet zich altijd bewust

zijn van de (inter)nationale zeggingskracht en relevantie.

In Rotterdam hebben wij in een tentoonstellingsruimte ‘Het

Gemaal’, midden in een probleemwijk rond het Afrikaanderplein

in Rotterdam Zuid een reeks debatten gevoerd onder de naam

“Florida” over de betekenis die kunst kan hebben in dergelijke

gebieden en die discussie onmiddellijk van de wijk naar de stad

en het land doorgetrokken. We bevonden ons in het prettige

gezelschap van Jeanne van Heeswijk die inmiddels internationaal

furore maakt met haar community-art, waarbij de plaatselijke

situatie vertrekpunt is voor verhalen en projecten van buurt-

bewoners en mede door kunst gestimuleerde veranderingen in

bijvoorbeeld de lokale economie. De verwijzing naar de

Amerikaanse creativiteits-goeroe Richard Florida gaf aan dat we

een breed perspectief wilden schetsen op de rol en mogelijk-

heden van de kunst in dit stadsdeel. Gun je zelf de luxe van het

voortdurend zoeken naar ruimte voor experimenten; kunst leeft

daarvan. Voorkom dat je een sfeer creëert waarin vanuit de kunst

wel eens even precies wordt uitgelegd hoe het allemaal zit.

Natuurlijk zijn er ook risico’s verbonden aan het fungeren als

lokale kunstinstelling. Er zal altijd wel een groep lokale kunste-

naars blijven die zich niet bediend voelt. Je moet niet willen

fungeren als belangenbehartiger, dat ben je gewoonweg niet.

Zeker ook niet iedereen naar de mond praten. Je bent volgens mij

goed bezig als je een zodanig profiel ontwikkelt dat je ook

interessant bent en blijft voor mensen buiten je eigen gebied.

Dat kan op allerlei manieren. Niet alleen door het organiseren

van tentoonstellingen; TENT organiseert met grote regelmaat

lezingen, ik doe aan atelierbezoeken, biedt kunstenaars in

residence (een in Rotterdam zeer wijd verbreid verschijnsel via de al

decennia op dit gebied actieve kunstenaarscollectieven, T.S.) mogelijk-

heden tot ontmoeting en expositie, educatieve programma’s en

noem maar op. Het verwerven van opdrachten hoort daar in ons

geval niet bij, omdat dat is gedelegeerd aan een speciale afdeling

binnen het CBK. Dit opdrachtenbureau neemt daar zo’n

belangrijke positie in dat ik me kan voorstellen dat opdrachten-

beleid in de Zeeuwse constellatie een belangrijke plaats krijgt.

De laatste jaren worden de tentoonstellingen beter bezocht en steeds meer landelijk gesignaleerd en besproken. Wat is daarin de invloed van jou?

Discussies moeten gevoerd worden op een moment dat ze ertoe

doen. Ik noem dat het “pars pro toto” principe. Je kiest voor een

tentoonstelling een onderwerp dat deel uitmaakt van een

grotere beweging. Een goed voorbeeld daarvan was de tentoon-

stelling over politiek onder de titel “The people united will never

be defeated” die geopend werd op het moment dat het vorige

kabinet viel en de verrechtsing inzette. Een kunstenaar als Jonas

Staal heeft toen veel indruk gemaakt met zijn tentoonstelling van

kunstobjecten uit verzamelingen van politieke partijen, waarbij

voor het publiek lang niet altijd duidelijk was of die kunstwerken

nu echt afkomstig waren uit het bezit van politieke partijen dan

wel de vooringenomenheid (ten opzichte) van die partijen

bevestigden. Op diezelfde tentoonstelling zaaide het Vlaams-

Nederlandse kunstenaarscollectief BAVO grote verwarring door

het aanreiken -op postpapier van de gemeente Rotterdam-

van wenken hoe de politiek het best voor het realiseren van

politieke doelstellingen kan worden ingezet. Tot op de dag

van vandaag woedt in Rotterdam de discussie voort of de betref-

fende kunstenaars deze verhandeling nu serieus bedoelden of

juist wilden aangeven hoe het in ieder geval níet moest. We

hebben nu een tentoonstelling van schilder, tekenaar, illustrator,

cartoonist Hans Hoogerbrugge, in mijn ogen een uitstekend

voorbeeld van een kunstenaar die moeiteloos omschakelt van

autonome naar toegepaste kunst, van low naar high art: bij uitstek

Mariette Dölle. Foto: Aad Hoogendoorn

modelstaand voor de nieuwe, flexibele opstelling die kunstenaars

momenteel kiezen. Zoiets haakt natuurlijk aan bij de manier

waarop het snoeibeleid van Halbe Zijlstra iedere kunstenaar voor

de vraag plaatst welke positie hij moet gaan innemen.

De zogenaamde hybride kunstpraktijk, waarvan nogmaals Han

Hoogerbrugge een zeer goed voorbeeld is, is de discussie van het

moment. De hybride kunstenaar is momenteel erg “New Skool”

zou je kunnen zeggen, maar het leuke is dat Han Hoogerbrugge

gelet op zijn leeftijd en staat van dienst eigenlijk tot de

“Old Skool” zou moeten behoren.

De tentoonstelling “Every picture tells a story” over de nieuwe

actualiteit van schilderkunst onder Rotterdamse kunstenaars uit

het voorjaar van 2011 werd in de catalogus voor de Koninklijke

Subsidie uitgebreid beschreven. En dat met een tentoonstelling

waarop toch echt alleen maar werk van Rotterdamse kunste-

naars werd vertoond. Ik hou ervan projecten te programmeren

die zich verhouden tot de tijdsgeest.

Wat voor mij ook heel belangrijk is, is wat ik maar de ‘kunste-

naarskantinefunctie” zal noemen. Er moet een plek in elke stad of

regio zijn waar kunstenaars elkaar ontmoeten om op een wat

bredere en meer gestructureerde manier met elkaar te praten en

discussiëren over het kunstenaarschap. Een kroeg alleen is

daarvoor niet genoeg. Veel kunstenaars leiden toch een tamelijk

geïsoleerd leven en moeten in de gelegenheid gesteld worden

met elkaar van gedachten te wisselen anders dan achter een pot

bier (hoewel dat laatste er ook best bij mag hoor).

TENT kende bij mijn voorganger al de zogenaamde multi-

avonden op donderdagavond. Ik heb daar met lezingen en uiteen-

zettingen wat meer structuur in gebracht en onderdeel gemaakt

van de op dat moment draaiende tentoonstelling.

In de serie State of the Art, waar ik je net over vertelde, nodigde

ik culturele prominenten uit Rotterdam uit om hun idee over de

culturele toekomst van de stad met ons te delen. Het werden

hele geanimeerde, bijna politieke, avonden waarin het publiek

actief meediscussieerde met onder andere gast Rutger Wolfson,

oud directeur Vleeshal en momenteel directeur van het

Internationale Filmfestival.

We hebben in Rotterdam natuurlijk wel een unieke locatie

midden in de Witte de Withstraat, dé cultuurstraat van

Rotterdam met aan de andere kant van de straat museum

Boijmans van Beuningen en het NAi, aan de overkant V2 en

Worm en met Witte de With als onze bovenburen.

Page 36: Decreet tijdschrift 07 08 b

Ik zeg dit vooral omdat het volgens mij wel zo is dat

activiteit in de omgeving stimulerend werkt op je

eigen bezoekersaantal. Toen de tentoonstelling over

Kees van Dongen stond in Boijmans konden wij dat

merken. Wat dat betreft moet men in Zeeland zich

toch twee keer achter het oor krabben als men kiest

voor de Timmerfabriek. Het is een prachtig gebouw

naar ik heb gehoord, maar er moet wel loop zijn.

Aan de andere kant zou je op een plek zonder

directe kunstburen de kans moeten grijpen om een

spectaculair groot gebaar te maken.

Misschien zou men wat de Zeeuwse situatie betreft

ook eens kunnen kijken naar een eigen interpretatie

van de FRAC’s in Frankrijk, opgericht door de

minister van cultuur Jack Lang in 1982. FRAC staat

voor Fonds Regional d’Arts Contemporain. In

Frankrijk kent men er inmiddels 22 verspreid over

heel het land. Vorig voorjaar werd in Maastricht een

tentoonstelling geopend van hand van Hilde

Teerlinck, directeur van het FRAC Nord-Pas de

Calais in, jazeker, de Timmerfabriek op het Sphinx-

terrein. Overigens richten FRAC’s zich niet alleen op

lokale kunstenaars maar juist op het onder de

aandacht brengen van de lokale bevolking van inter-

nationale kunst.

Maar eerlijk gezegd moest ik toen jij me over de

plannen voor de Timmerfabriek in Zeeland vertelde,

meteen denken aan de Zeeuwse discussie over het

museum voor moderne kunst van Aldo van Eyck. Dat

was indertijd een spectaculair idee dat de discussie

over de positie van hedendaagse kunst in Zeeland op

de voorpagina’s bracht. Als onderdeel van een kunst-

project zou nog eens kunnen worden geanalyseerd

waarom dat idee, dat alom nationaal en internatio-

naal zoveel aandacht trok, op de klippen is gelopen.

Wie weet waar zo’n analyse allemaal toe kan leiden.

Ik heb begrepen dat de plek waar dat museum

gepland was nog steeds braak ligt. Dus…….

Solotentoonstelling Lara Almarcegui in TENT, 2011. Foto: Job Janssen & Jan Adriaans

Page 37: Decreet tijdschrift 07 08 b

kees de valk

Page 38: Decreet tijdschrift 07 08 b

‘Ik heb nogal ambivalente gevoelens over jullie vraag wat kunst voor mij betekent. Aan de ene kant is er bijna geen woord dat zo aan inflatieonderhevig is geweest. Men spreekt serieus over kunst van kinderen en van apen,iemand die anderhalve schilderles heeft gehad noemt zichbeeldend kunstenaar. Ik zou erg tevreden zijn als ik aan het eind van mijn leven kan concluderen dat ik gemiddeld 1 kunstwerk per jaar hebgemaakt. Aan de andere kant denk ik dat je als kunstenaar wordt geboren en er niet voor kan worden opgeleid. Mijn hele leven is doordrenktvan kunst: als beeldend kunstenaar, als docent, als vakbondsvoorzitter, als tentoonstellingsmaker. Maar ik ben ook terughoudend en citeerMarcel Duchamp: het woord "art" is ontleend aan een woord uit het sanskriet "kar", dat "maken" betekent. Ik ben een "maker" en het interesseert me matig of men dit kunst noemt’. | Kees de Valk (1946) woont en werkt in Middelburg en Ellemeet.

Page 39: Decreet tijdschrift 07 08 b

DE WITTE LELIE BREIDT UIT

De Voedings- en Waren Autoriteit noemde hen “ De kleinste industrie van Nederland”. Een marketingbureau sprak steevast over

“de jammetjes” en een bekende bank beoordeelde hen als “hobbyisten”. Iedereen had ongelijk; DE WITTE LELIE is hard op weg

Nederland te veroveren. DECREET sprak met Carla en Ronald Mullié, eigenaren van het florerende Maaslandse bedrijf in

ambachtelijke producten.

De zon schijnt in de keuken van DE WITTE LELIE. De koffie staat dampend op de grote tafel en Carla komt aanlopen met

vers gebakken brood.

“Het is bijna nog te warm om te snijden”, verontschuldigt ze zich. Wij zien het graag door de vingers; het smaakt heerlijk!

“Een cliché, wellicht. Hoe is ’t zo gekomen?”, start ik ons gesprek.

“Misschien is ons antwoord ook wel een cliché”, begint Ronald, “Hard werken, goede ideeën en vooral gefocust blijven”.

Ik had het natuurlijk zelf kunnen bedenken. Tijd voor wat meer diepgang! Terwijl we genieten van de koffie, gaat het gesprek over

eten en drinken. Daar ligt nu eenmaal de passie van het tweetal. Niet alleen het koken in de privésfeer maar ook koken als kunstvorm

komen naar voren. Ronald heeft in het verleden verschillende kookprojecten (RUIS kookt 2002) in Zeeland uitgevoerd en samen,

ze vormen sinds 2007 een kunstenaarsduo, maakten ze tentoonstellingen over eten, onder andere in Brugge (Biltstar 2008)

en Vlissingen (De Chocoladefabriek, 2010).

“Eten is de ultieme consumptievorm”, zegt Carla. “Je verteert het voedsel en neemt met je lichaam de essentie op”.

“Het is dus de meest complete vorm van kunstbeleving, als je eten als kunst wilt zien”, vraag ik voorzichtig.

“Ja, op die manier willen we het graag benaderen”, vult Ronald aan.

Page 40: Decreet tijdschrift 07 08 b

“Wat is jullie nieuwste product eigenlijk?” wil ik wel eens weten.

“ZELF MOSTERD MAKEN, heet het”, en Carla legt uit; “Dit product bestaat uit een vierkant doosje, een kubusje, met daarin

een lege pot, deksel, etiket, mosterdzaad, specerijen en een duidelijke handleiding. Daarmee kun je zelf, op ambachtelijke wijze,

een heerlijke grove boerenmosterd maken. We zijn sinds enkele weken bezig dit product in de markt te zetten. We willen dat

het in heel Nederland te koop is, op plekken waar je dit product kan verwachten. Dus bijvoorbeeld in boerderijwinkels,

kookwinkels en historische musea”.

“Als bedrijf zullen jullie een meerjarenplan hebben. Hoe ziet de toekomst er uit?” wil ik graag weten.

Ronald antwoordt: “We zijn bezig met de ontwikkeling van twee nieuwe bedrijven. Het ene gaat producten ontwikkelen

voor andere ketens en producenten. Het andere bedrijf zal zich gaan richten op ambachtelijke likeuren.

Daarnaast willen we DE WITTE LELIE als moederbedrijf laten groeien en stevig in de Nederlandse markt zetten”.

“Jullie zijn rond de vijftig. (Carla; Maasland 1964, Ronald; Middelburg 1958. red.)

Heeft de kunst jullie gebracht wat je er van verwachtte?” is mijn volgende vraag.

“Kunst is een metafoor voor het leven. Als je bewust leeft, ben je 100% kunstenaar.

In die zin brengt het je iedere dag wat je er van wilt verwachten”, antwoorden Carla en Ronald, elkaar bijvallend.

DE WITTE LELIE is een bijzonder bedrijf met een bijzondere filosofie. Ook in Zeeland zijn sinds kort producten verkrijgbaar.

Bij Saartje, Markt 15 in Veere en bij de Zeeuwse Hemel, Melkmarkt 8 in Zierikzee.

Uitgebreide informatie en filmpjes zijn te bekijken op de website: www.dewitteleliemaasland.nl

DE WITTE LELIE is een bedrijf dat op ambachtelijke wijze jams, chutneys, piccalilly, mosterd en likeuren produceert.

Alles 100% natuurlijk, zonder toevoeging van conserveermiddelen, geur-, kleur- en smaakstoffen. Bovendien zijn alle producten

van eigen receptuur.

“Dat is het leukste”, vertelt Carla. “Nieuwe producten ontwikkelen. We hebben wel meegemaakt dat we ’s morgens een idee

hadden voor een nieuwe jam en dat ’s avonds laat de eerste honderd potten al klaar waren. Compleet met nieuwe etiketten,

barcodes en promotiefoto’s. We kunnen snel schakelen omdat we het hele productie- en marketingproces in eigen handen hebben”.

Vorig jaar, 2011, was voor Carla en Ronald zeer hectisch. Er moest een netwerk van tien grote Albert Heijn vestigingen worden

opgezet, van het Westland tot in Rotterdam, waar in een eigen WITTE LELIE-kast de producten te koop zijn.

“We hebben bewust gekozen om onze jams, zoetzuur en likeuren te verkopen via een grote retailer”, zegt Ronald.

“Onze producten moeten voor iedereen bereikbaar zijn”.

Logistiek vraagt dit nogal wat; ze bevoorraden zelf de winkels. Deze zienswijze leverde hun in 2011 wel twee prijzen op;

de JOPWG water-en-glas-prijs voor beste startende onderneming in het Westland en de Groene Pluim; een regionale prijs

voor duurzaam ondernemen.

“De waardering voor ons en onze onderneming is groot in de regio”, legt Carla uit. “Verschillende regionale omroepen

hebben filmpjes gemaakt bij ons in de keuken en daardoor is onze bekendheid in de streek flink toegenomen”.

Deze filmpjes worden trouwens bij de AH-winkels ook op grote screens vertoond aan het winkelend publiek.

“Als jullie kunst zo laagdrempelig is, dat het gewoon te koop is bij Albert Heijn, zie ik daar dan paralellen met bijvoorbeeld

een kunstenaar als Joseph Beuys?” vraag ik voorzichtig bij een tweede kop koffie.

“Kunstenaars als Beuys, maar ook Broodthaers en Manzoni, hebben mede een basis gelegd voor ons duurzaam ondernemen.

In feite produceren we constant multipels, die we ongesigneerd en in een ongelimiteerde oplage de wereld in sturen. Onze ideeën

over natuur, voedsel en maatschappij zijn schatplichtig aan de natuur zelf. Maar ook een statement als “Jeder Mensch ein Kunstler”

van Joseph Beuys, speelt hierin een rol”, licht Ronald toe.

“En het ambachtelijke element laat de hand van de kunstenaar zien; als schepper van het kunstwerk.

We scheppen tenslotte letterlijk de potten vol”, vult Carla er lachend aan toe.

Page 41: Decreet tijdschrift 07 08 b

VOOR MIJ IS HET NOG ELKE DAG EEN INSPIRATIEBRON.

DENKEN, PROBEREN EN HEEL NIEUWSGIERIG.

HELENE BRIELS

heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat het je zou brengen?

Page 42: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 43: Decreet tijdschrift 07 08 b

ben sleeuwenhoekgebor en 1951 te mi ddel bur g

atelierBerlijn

Ohne Titel (Regal mit Pilzen)

olieverf op doek, 170 x 230 cm. 2012

courtesy Galerie Hamish Morrison, Berlin

Page 44: Decreet tijdschrift 07 08 b

De kunst heeft mij gebracht wat ik er van had gehoopt

want ze brengt me steeds daar

waar ik nog niet eerder was.

zonder titel

olieverf op doek, 170 x 230 cm. 2010

collectie Thom Schaar, Middelburg

zonder titel

olieverf op doek, 120 x 200 cm. 2009

Page 45: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 46: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 47: Decreet tijdschrift 07 08 b

Het is nogal een vraag: Heeft de kunst jou gebracht wat je had gehoopt? Toen ik serieus begon met me te verdiepen in de beeldende kunst, ging in eerste instantie mijn streven uit naar het onderzoeken en leren beheersen van het ambacht. Kunst heeft voor mij ook te maken met kunnen. Techniek geeft vrijheid, schept mogelijkheden. Wat is er mooier dan een vel handgeschept papier, een goed penseel en lampenzwart (aquarelverf) en dan de perfecte lijn zetten. Daar doe ik het voor.Ik heb nogal wat tentoonstellingen gehad in mijn leven, maar alles wat rond de kunst draait aan ambtenaren, galeriehouders, recensenten enz. enz. heeft mijn liefde niet. Ik heb me nooit langdurig willen binden. Ik houd er van nieuwe avonturen aan te gaan, voor mij nieuwe wegen in te slaan.Ik heb mijn jeugd in Indonesië doorgebracht en veel gereisd in Azië, Laos, Thailand, China (op de �ets) en genoten van het vakmanschap dat sommige ambachtslieden daar nog hebben.

Er is in ons land en zeker in het Zeeuwse weinig aandacht voor wat oudere kunstenaars. Er wordt te veel gekeken naar de waan van de dag. Maar terug naar de vraag: Wat heeft het mij gebracht?

Een goed leven, met tijd om na te denken over de zin en onzin ervan. Te leren dat ik geen stadsmens ben, met alle hectiek daarvan, maar dat ik mij goed voel in de natuur. Dat ik met verwondering kan kijken naar wat er rondkruipt tussen het gras en hoe perfect die kleine wezens zijn uitgerust om daar te overleven. Dat dat niets te maken heeft met die goden die mensen bedacht hebben en waarvoor ze elkaar de harses in-slaan. Ouder worden verlost je van een hoop ballast, gewoon doen wat je wilt, wat jou interesseert en op z’n tijd genieten van wat anderen doen. Wat ik moet maak ik zelf wel uit. Tekenen tot de vonken eraf spatten en af en toe lukt het je vinger op het leven te leggen. Af en toe ’s nachts, bij heldere hemel naar het heelal kijken. Het verste object, wat tot nu toe is waargenomen, is 13 miljard lichtjaren van de aarde verwijderd. Het beeld er-van, wat nu de aarde bereikt is 13 miljard jaar oud. Hoezo kun je niet in het verleden kijken? Verwondering alom.

JAN HAAS

Page 48: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 49: Decreet tijdschrift 07 08 b

'World of sin, return of the real', kleurpotlood op papier en collage, 2006Foto: Tess van Wijnen

'Zonder titel', ongeveer 50 x 70 cm, kleurpotlood op papierop hout, 2009

'Zonder titel', 50 x 75 cm, potlood op papier, 2009

Ik teken. Daarvoor verzamel ik afbeeldingen. Of het nu plaatjes zijn uit tijdschriften,zelfgemaakte foto's of een verregende flyer, ik gebruik wat ik mooi vind.Door deze afbeeldingen los te zien van hun oorspronkelijke functie kan ik absurde,soms ontregelende combinaties maken. Die combinaties zijn de basis van mijn werk.

De komende jaren wil ik me o.a. richten op samenwerkingsverbanden met muzikantenen schrijvers om zo nieuwe vormen te vinden om de schijnbare vanzelfsprekendheidvan de dingen die we waarnemen te relativeren.

Ko de Kok,

1 april 2012

Page 50: Decreet tijdschrift 07 08 b

'Work in progress', 400 x 150 cm, kleurpotlood op papier, 2009

'De ideale groepsexpositie', 165 x 250 cm, kleurpotlood op papier, 2010 'Verhaaltjes voor het donker wordt' (I.s.m. Maria Timiaan), 160 x 100 cm, kleurpotlood op papier, 2011

'Harman Mulimans', 45,5 x 50 cm, potlood op papier, 2011 'Zonder titel', 47,5 x 60 cm, potlood op papier, 2012

Page 51: Decreet tijdschrift 07 08 b

ANNEMIEKE FANOY

Page 52: Decreet tijdschrift 07 08 b

Voorbereidingen en opbouw project: Distance - Courage in Wissebad 2012 foto: Leo van Kampen

wat hoop je dat de kunst je zal brengen?Mijn verwachtingen zijn eindeloos, steeds wil ik nieuwe kennis en inzichten verwerven. Uit onwil ooit ergens aan te komen.Dat kan denk ik binnen de kunsten: verdwalen, je verbazen en wat nieuws ontdekken.

Page 53: Decreet tijdschrift 07 08 b

REM VAN DEN BOSCHWat ik hoop dat de kunst me zal brengen?Als ik denk wat de kunst mij zal brengen, heb ik in grote lijnen nog steeds dezelfde motivatie en beweegredenen als toen ik van de academie kwam. Het wegzinken in een andere wereld waar je kunt creëren, re�ec-teren op thema’s en je gevoel de vrije loop kunt laten. Werken van uit je hart en ziel. Deze zaken zijn belangrijk voor mij. Ik wil hier een leven lang aan vast houden. Soms maken externe factoren het moeilijk om door te gaan in het kunstenaarschap maar dat zal nooit en te nimmer leiden tot het inslaan van een andere weg.

Kunst verleidt mij nog iedere dag, kunst is een avontuur, een compagnon en een sparringpartner. Soms lief en aardig, soms misselijkmakend. Soms voel je warmte, soms krijg een klap voor je kop. Het zet echter altijd aan tot innerlijke processen die leiden tot nieuwe inzichten. Nog altijd alom verwondering. Dat is iets dat ik nooit zal willen missen en hoop altijd vast te houden.

Page 54: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 55: Decreet tijdschrift 07 08 b

jeltje ratsma geboren 1938 te bergen op zoomwoont en werkt in middelburg

heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat het je zou brengen?

Een precies beeld van de positie die ik met mijn kunst in de samenleving had willen innemen, heb ik nooit gehad. Ik ben ermee van incident naar incident gegaan, heb geëxposeerd, werk verkocht, me met het kunstleven bemoeit.

Maar wèl is het zo dat de kunst mij verder heeft gebracht en dat nog voortdurend doet. Wat dat betreftkan ik ja zeggen op bovenstaande vraag. Het brengt me tot inspanning in denken & verbeelden & doen,om vorm te vinden voor wat me bezighoud. Dat geeft enige grip op ons grillig bestaan.

Ik zie het ook als een communicatiemiddel over andere dingen dan het louter praktische. Maar de samenleving reageert nogal teleurstellend: er is in het algemeen weinig behoefte aan, weinig liefde voor kunst, weinig inspanning er op in te gaan. Het wordt niet vaak gezien als een verrijkingof verdieping, of eye-opener, als een stimulans voor een meer associatieve & creatieve kijk op de wereld.

Page 56: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 57: Decreet tijdschrift 07 08 b

ben vranken woont en werkt in oost-souburg | vlissingen

Page 58: Decreet tijdschrift 07 08 b

hein verwer

Page 59: Decreet tijdschrift 07 08 b

Ik heb niet het idee dat de kunst mij iets moet br engen…. Als kunstenaar moet ik de kunst iets br engen.

Page 60: Decreet tijdschrift 07 08 b

LEON RIEKWELLmijn laatst verworven kunstwerk “een greep uit mijn gedachte”.

Beste Max, Gezien de situatie in Nederland met zijn toenemende problematiek bij de voedselbanken stel ik voor onze aankoop van de villa in Griekenland te annuleren en die vier miljoen belastinggeld te investeren in de voedselbanken. Dat zou nog eens een micro krediet zijn.

Je echtgenoot WIJ Prins van Oranje.

mijn laatst verworven kunstwerk

n

”.

Heeft de kunst je gebracht wat je gehoopt had dat ze je zou brengen?

Een voor mij niet te beantwoorden vraag. Het veronderstelt gericht te zijn begonnen aan een beroep in de hedendaagse kunst. Niets is minder waar. De kunst heeft mij gaandeweg vanuit mijn werk als chemisch technicus los geweekt, delen van mijn leven overge-nomen en geïnspireerd in waarnemen, denken, handelen en verzamelen. Het beëindigen van mijn werk (juli 2012) bij Buro Beeldende Kunst Vlissingen zal dit niet veranderen. Er vindt slechts een transformatie plaats naar nieuw ontdekkingen in UNDERDOG – Buro Voor Leuke Zaken.

De kunstenaars, op volgende pagina’s, zijn een selectie uit een bestand van meer dan zeshonderd exposanten (1980- 2012). Een impressie uit het programma dat ik voor Vlissingen realiseerde. Gebaseerd op ontwikkelingen in de hedendaagse kunst met een zijdelingse blik op de actualiteit en veelal marginaal budget. Te de�niëren als avontuurlijk, eigenzinnig en op onderdelen zelfs confronterend in een stad waar hedendaagse kunst niet behoort tot de dagelijkse orde. Inspiratiebronnen voor deze kunstenaars zijn uiterst divers en gaan van literatuur, �loso�e, poëzie, architectuur tot de alledaagse werkelijkheid en maatschappelijk engagement. Daarbij erken ik dat de beeldende kunst, in relatie tot voorheen, nauwelijks nog in staat is de maatschappelijke realiteit met wezenlijke vragen te prikkelen. In een snel veranderende samenleving is die rol toebedeeld aan anderen dis-ciplines en social - media. In mijn programma stond steeds de belevenis van het beeldend werk centraal aangezien het gaat om beeldende kunst. Wanneer slechts theoretische of andersoortige beschouwingen het kunstwerk overeind moesten houden waren ze aan mij niet besteed. Daarvoor zijn veel andere bronnen beschikbaar.

LEON RIEKWELLProgrammacoördinator Buro Beeldende Kunst Vlissingen

koningshuis | SuperA

Page 61: Decreet tijdschrift 07 08 b

ANYA JANSSEN MELANIE BOSBOOM

PASCALLE MANSVELDER JOS DEENEN

AXEL KING

Page 62: Decreet tijdschrift 07 08 b

PAU

L &

MEN

NO

DE

NO

OIJE

R REGINA SCHUMANN

Page 63: Decreet tijdschrift 07 08 b

WOLFGANG ELLENRIEDERAnya Janssen

“Dat wat de kunst mij hopelijk in de toekomst zal blijven brengen is een open vizier en ruimte voor verbeelding.(Ver)dwalen en schuilen in de meest uiteenlopende werelden, onderwerpen en theorieen.Proberen te kijken zoals ‘de rijke bramenplukker’ uit het gelijknamige sprookje van Godfried Bomans...”

Anya Janssen maart 2012

Paul & Menno de Nooijer

Beetje een eigenaardige vraag voor mij; zo heb ik nooit over kunst nagedacht.Nu ik dat toch doe, weet ik dat het hard werken is, vaak in grote eenzaamheid.Alleen maar vol te houden door het terug krijgen van split seconds van grote vreugde wanneer er iets gelukt, dus af, is.Daarna moet ik weer verder.-Zoiets...

Paul de Nooijer maart 2012

Wolfgang Ellenrieder

Lieber Leon,

hier die Antwort auf deine Frage *1. “Did art give you all that you’vehoped it should ?”

Bei der Auseinandersetzung mit Kunst lernt man nicht nur gewisseSachverhalte und Techniken, man übt auch Fähigkeitenund Methoden, sogar Haltungen ein. Man lernt, Entscheidungen zu treffen,sie aber auch kritisch in Frage zu stellen. Man verändertseine Einstellung gegenüber der sozialen undkulturellen Welt, nicht zuletzt die Einstellung gegenübersich selbst. Ich denke, Kunst zu machen hat etwas mitdem Bedürfnis zu tun, immer wieder an die eigenen Grenzen zu gehen.

*herzliche Grüße, Wolfgang* maart 2012

Anya Janssen

“Dat wat de kunst mij hopelijk in de toekomst zal blijven brengen iseen open vizier en ruimte voor verbeelding.(Ver)dwalen en schuilen in de meest uiteenlopende werelden,onderwerpen en theorieen.Proberen te kijken zoals ‘de rijke bramenplukker’ uit het gelijknamigesprookje van Godfried Bomans...”

Anya Janssen maart 2012

Paul & Menno de Nooijer

Beetje een eigenaardige vraag voor mij; zo heb ik nooit over kunstnagedacht.Nu ik dat toch doe, weet ik dat het hard werken is, vaak in groteeenzaamheid.Alleen maar vol te houden door het terug krijgen van split seconds vangrote vreugde wanneer er iets gelukt, dus af, is.Daarna moet ik weer verder.-Zoiets...

Paul de Nooijer maart 2012

Wolfgang Ellenrieder

Lieber Leon,

hier die Antwort auf deine Frage *1. “Did art give you all that you’vehoped it should ?”

Bei der Auseinandersetzung mit Kunst lernt man nicht nur gewisseSachverhalte und Techniken, man u�bt auch Fähigkeitenund Methoden, sogar Haltungen ein. Man lernt, Entscheidungen zu treffen,sie aber auch kritisch in Frage zu stellen. Man verändertseine Einstellung gegenu�ber der sozialen undkulturellen Welt, nicht zuletzt die Einstellung gegenu�bersich selbst. Ich denke, Kunst zu machen hat etwas mitdem Bedu�rfnis zu tun, immer wieder an die eigenen Grenzen zu gehen.

*herzliche Gru�ße, Wolfgang* maart 2012

Page 64: Decreet tijdschrift 07 08 b

ELZA JO ALEX VERMEULEN

Page 65: Decreet tijdschrift 07 08 b

DANNY DEVOS

RONALD VAN DOKKUM

LIONEL SCOCCIMARO

Page 66: Decreet tijdschrift 07 08 b

DAVID BADE

TINKEBELL

Page 67: Decreet tijdschrift 07 08 b

Loek Grootjans

“Heeft de kunst je gebracht wat je had gehoopt dat het je zou brengen?”

Kunst is een onmogelijk iets.

Het schijnt niet de�nieerbaar en daarom lijkt een ieder er verstand van te hebben.Niets is minder waar omdat in dit gegeven de kunstenaar zijn vrijheid kan nemen.Als de kunstenaar dat doet kunnen er grote hoogtes bereikt worden. Met name in de conceptuele kunst.Ik heb me altijd verbonden gevoeld en willen verhouden tot grote hoogtes.Maar niet zonder vooropgezet doel. Daarvoor is kennis verreist.Kennis van kunst die aan de wereld wordt toegevoegd zonder dat de wereld daar om vraagt.Dat vergt moed, overredingskracht en doorzettingsvermogen.Daarom durf ik te stellen;Kunst is kennis.En kennis heeft zich te onderwerpen aan een gericht.Kunst heeft niets met creativiteit te maken.Kunst staat in de wereld.Tenminste dat zou ze moeten doen.Kunst zou gelijkwaardig aan de wetenschap en de �loso�e moeten zijn.Het zou kennis van de cultuur historische feiten moeten vergen.Het zou kennis van de kunsthistorie moeten veronderstellen.Het zou kennis van de sociologie in zich moeten dragenHet zou kennis van de kunstkritiek met haar onvermijdelijke discours moeten eisen.Daarna is alle twijfel weer mogelijk.

In die twijfel wil ik me meten met de kunstKunst een hoopvol falen.Met dank aan de �losoof Adorno;

Het komt erop aan kennis te hebben die niet om maar iets te noemen absoluut juist, onfeilbaar en onkwetsbaar is - deze loopt onvermijdelijk op tautologieën uit - maar kennis waartegenover de vraag naar de juistheid zich aan een gericht onderwerpt en waarin zij haar richting vindt.

“Wat hoop je dat de kunst je zal brengen?”Kunst brengt vrijheid, tenminste dat zal ze moeten doen. Kunst brengt risico, tenminste dat zou ze moeten doen. Kunst brengt hoop in een wereld die niet te begrijpen valt. Kunst een hoopvol falen.Ik ben er gek op.

Loek Grootjans

.

Page 68: Decreet tijdschrift 07 08 b

GREGORY GREEN ERIC VAN DER ELSEN N ELSEN

Page 69: Decreet tijdschrift 07 08 b

Daan Samson & Jeronimus van Pelt

Heeft de kunst mij gebracht wat ik gehoopt had dat het mij zou brengen? Tja, dat lijkt mij wel. Ik zie mijzelf omringd met de meest nastrevenswaardige verworvenheden. Zo ben ik tegenwoordig in het bezit van een jaloersmakende buitenkeuken, een high-end roeimachine en een fotoreeks waarvoor de meest vitale Art Babes hebben geposeerd. Tijdens de jaarlijkse wintersport gun ik mijzelf alledaags een portie apfelstrudel mit sahne. En wanneer ik over toekomstige kunstprojecten nadenk, dan schroom ik niet om vanuit de meest subjectieve standpunten te vertrekken. Schaamte is er voor hen die zich generen...

DAAN SAMSON & JERONIMUS VAN PELT / 2012

Henric Borsten

exemplarisch is dat ik op een vrijdag laat in de middag een brief opendeafkomstig van Cultuurwerf Vlissingen, naar bleek daags voor een deadline - met een te beantwoorden vraag, in mijn waarneming een niet te negeren verzoek; aanleiding om het kantelpunt in de deadline te zoeken en mijn positie op brandpuntsafstand in te nemen

Sigmund de Jong

“- Na 25jaar is de betekenis van het creatief -proces(‘het wonder van dekunst’) nog steeds de motor van mijn bestaan. Vanuit een spiritueeluitgangspunt is het materialiseren ,van wie ik ervaar te zijn,het meestbijzondere wat er is. Het verhoud zich tot wat is ‘geweest’,dwingt tothandelen in het ‘nu’ en geeft richting met betrekking tot ‘morgen’De complexiteit van de dingen gevat in schoonheid, als ‘moment vanbijzondere kwaliteit’. Dit met de intentie iets bij te dragen aan eenwerkelijkheid waarin ieder zijn geluk vindt.-”

SIGMUND DE JONG - Rotterdam-maart-2012

Jeanny Golembiewski

Heeft kunst je gebracht wat je er van te voren van verwachtte dat het je zou brengen?

Ik had nooit gedacht dat kunst mij zo’n enorme schat van visuele en intellectuele rijkdom zou geven. Achteraf gezien blijkt kunst voor mij een levensvoorwaarde te zijn.

Daan Samson & Jeronimus van Pelt

Heeft de kunst mij gebracht wat ik gehoopt had dat het mij zou brengen? Tja, dat lijkt mij wel. Ik zie mijzelf omringdmet de meest nastrevenswaardige verworvenheden. Zo ben ik tegenwoordig in het bezit van een jaloersmakendebuitenkeuken, een high-end roeimachine en een fotoreeks waarvoor de meest vitale Art Babes hebben geposeerd.Tijdens de jaarlijkse wintersport gun ik mijzelf alledaags een portie apfelstrudel mit sahne. En wanneer ik over toekomstige kunstprojecten nadenk, dan schroom ik niet om vanuit de meest subjectieve standpunten te vertrekken.Schaamte is er voor hen die zich generen...

Daan Samson & Jeronimus van Pelt / 2012

Henric Borsten

exemplarisch is dat ik op een vrijdag laat in de middag een brief opendeafkomstig van Cultuurwerf Vlissingen, naar bleek daags voor een deadline -met een te beantwoorden vraag, in mijn waarneming een niet te negeren verzoek;aanleiding om het kantelpunt in de deadline te zoeken en mijn positie op brandpuntsafstand in te nemen

Sigmund de Jong

“- Na 25jaar is de betekenis van het creatief -proces(‘het wonder van dekunst’) nog steeds de motor van mijn bestaan. Vanuit een spiritueeluitgangspunt is het materialiseren ,van wie ik ervaar te zijn,het meestbijzondere wat er is. Het verhoud zich tot wat is ‘geweest’,dwingt tothandelen in het ‘nu’ en geeft richting met betrekking tot ‘morgen’De complexiteit van de dingen gevat in schoonheid, als ‘moment vanbijzondere kwaliteit’. Dit met de intentie iets bij te dragen aan eenwerkelijkheid waarin ieder zijn geluk vindt.-”

SIGMUND DE JONG - Rotterdam-maart-2012

Jeanny Golembiewski

Heeft kunst je gebracht wat je er van te voren van verwachtte dat het je zou brengen?

Ik had nooit gedacht dat kunst mij zo’n enorme schat van visuele en intellectuele rijkdom zou geven.Achteraf gezien blijkt kunst voor mij een levensvoorwaarde te zijn.

Page 70: Decreet tijdschrift 07 08 b

HENRIC BORSTEN SIGMUND DE JONG

JEA

NN

Y G

OLE

MBI

EWSK

I

Page 71: Decreet tijdschrift 07 08 b

DALSTAR

werpt de hele kunstsector 30 jaar terug in de tijd, toen kunst inderdaad nog een zaak was

v politiek correcte elite. De 200 miljoen euro bezuiniging op cultuur worden besteed de verhoging van de maximumsnelheid o Think about it!

De kunstenaars die al langere tijd werken hadden gehoopt op een

p En in tegenspraak met de rest van de kabinetspolitiek. Volgens de minister president moet het tekort

t

van de heeft deze mensen een gedoogpartner opgeleverd, die korte metten maakt met de Griekse democratie. De

s

stijl. Beide beelden zijn f

ja ik zal een reactie geven.

werpt de hele kunstsector 30 jaar terug in de tijd, toen kunst inderdaad nog een zaak was

v politiek correcte elite. De 200 miljoen euro bezuiniging op cultuur worden besteed de verhoging van de maximumsnelheid o Think about it!

De kunstenaars die al langere tijd werken hadden gehoopt op een

p En in tegenspraak met de rest van de kabinetspolitiek. Volgens de minister president moet het tekort

t

van de heeft deze mensen een gedoogpartner opgeleverd, die korte metten maakt met de Griekse democratie. De

s

stijl. Beide beelden zijn f

ADRIAAN VAN DER HAVEEen belangrijk inspirator voor het programma in Vlissingen, die passie, vriendschap en zakelijkheid kon verbinden,

die kunstenaars stimuleerde in hun werk, de exposure en grenzen opzocht die de kunst zo nodig heeft. Met dank aan Buro Beeldende Kunst Vlissingen.

Hoop is een noodzakelijk illusie om de toekomst onder ogen te kunnen zien. Hoop doet leven zegt het spreekwoord. hoopvolle woorden zijn nodigom de mensen in het algemeen en de kunstenaar in het bijzonder een hart onder de riem te steken. In het huidige tijdsgewricht waarin de crisis vanextreem rechts komt maakt de geminachte Nederlandse cultuur een harde tijd door. Het cynisme van de Haagse kaasstolp met de absurde bezuiniging op cultuur werpt de hele kunstsector 30 jaar terug in de tijd, toen kunst inderdaad nog een zaak was van een kleine politiek correcteelite. De 200 miljoen euro bezuiniging op cultuur worden besteed aan de verhoging van de maximumsnelheid op de snelweg tot 13o kilometer peruur. Dat is de politieke wisseltruuk van het huidige kabinet en haar gedoogpartner. Think about it!Art provides you with a car and chauffeur, but it doesn’t tell you where to go. Dat is het negatieve antwoord op de eerste vraag: heeft de kunst je gebracht, waar wat je had gehoopt dat het je zou brengen. De kunstenaars die al langere tijd werken hadden gehoopt op een positieverbeeld. Niet de maximumsnelheid in het binnenland ten koste van de exportpositie van de Nederlandse kunst naar het buitenlaag. Dat is pure kapitaalvernietiging. En in tegenspraak met de rest van de kabinetspolitiek. Volgens de minister president moet het tekort terug naar nul. Echter teveelis niet genoeg. Door het ongedaan maken der investeringen, zal de schuld nog hoger oplopen. Die schuld zal gecompenseerd moeten worden, doordeze of de volgende regering. De opkomst van het rechtsextremisme in de laatste 30 jaar heeft een enorme haat gekweekt bij het gewone volk, datzichzelf als ondeelbaar heeft leren zien. Hun haat tegen de ondoordringbaarheid van de Haagse bestuurlijke kaasstulp heeft deze mensen een gedoog-partner opgeleverd, die korte metten maakt met de Griekse democratie. De schuldencrisis op de financiële beurzen is helemaal het gevolg van deGriekse afbetalingen, die al sinds 1821 worden gedaan door Engeland, Frankrijk en later ook Duitsland. Investeren in Griekenland was een buffertegen het Ottomaanse rijk en is dat tot op de dag van vandaag nog steeds. Vandaar ook dat ik je een positief voorstel wil doen in de vorm een fictief antwoord op vraag 2: wat hoop je dat de kunst je zal brengen? Bij die vraag denk ik vooral aan de kunstenaars Rem van der Bosch en Bob Pingen, die beiden een beeld maakten uit mijn Turkse performance: orman kenarinda/aan de rand van het woud, een gedicht dat ik ook hebgeschilderd in typografische stijl. Beide beelden zijn foto’s. Het zijn twee verschillende momentopnames van de aankomst van de reddingsloep‘Humpie’ voor de opening van de mini golf expo ‘Utopia’ in de voormalligeTimmerfabriek, dat legendarische gebouw, waar ik een ongekende sympathie voor voel. Ik mocht een spel spelen met de gedeputeerde van cultuur. Het ging over overspel.Het ging over twee identieke figuren, die heel langzaam omhoog lopen. Think about that! Art doesn’t provide you with a car and chauffeur, but it tellsyou where to go. Deze definitie van kunst wil ik tegenover het huidige afbraakbeleid van de regering stellen. Een positief beeld. Het beeld van Rem van der Bosch: de aankomst van de ‘Humpie’. De Turkse vlag prominent aanwezig. Dit jaar, 2012 is het 400 jaar geleden, dat de diplomatiekerelaties met Turkije zijn begonnen. 1612 kwam er voor het eerst een normaal diplomatiek contact met het Ottomaanse rijk tot stand. Het is hetbegin van de tulpenhandel, de koningin der bloemen, zowel voor islam als christendom uit die tijd.30 jaar later kreeg je de tulpencrash, de allereerste bubble in de economische geschiedenis van Nederland. Dat is het begin van de gouden eeuw dernoordelijke Nederlanden. Die schilders kennen we allemaal. De lenteschilders in de tweede helft van de 80jarige oorlog. En dan komt de Nederlandsemarine op. De eerste zeestukken. Daaronder vallen beide beelden. Het tweede beeld, dat ik wil tonen is gemaakt door de kunstenaar Bob Pingen,die op dezelfde dag jarig is als ik ben. Hij portretteerde me in de pauze van de act in de Timmerfabriek. Ik had mijn spelletje gespeeld met stad enprovincie zeeland en voelde me thuis. Ik zat gebogen op de haven kade, tegenover de Timmerfabriek, die werd gerestaureerd. Ik had goed contactmet de burgemeester. Dat maakte voor mij de marine link uit.

Het sloot aan op eerder werk over zeehelden als Michiel de Ruyter, waarover ik in 2007-2008 een expositie in W3 mocht maken. Om daad-werkelijk quitte te spelen, qua duurzaamheid, is de marine superieur aan de binnenlandse wetgeving over transporten. Mijn werk gaat over verplaatsingen in de ruimte. Ik ben slechts de performer in het werk van andere kunstenaars, die mij als model gebruiken. Niets beters kun je alskunstenaar ondergaan. Je wordt als model gezien door zowel de oude als de jonge generatie. Words are parked like cars. Met dit verhaal hoop ik een extra bijdrage te hebben kunnen leveren aan DE Leon RIEKWELL DecreetCATALOGUS 10.000 + nog iets.

Leon Riekwell heeft me geleerd wat het is om je ergens thuis te voelen. Ellenrieder, Mitsy Groenendijk, Erwin Olaf, Tonnard, Leo Copers, Loek Grootjans, Dave Meyer, Gregory Green, Tinkebell en vele anderen die niet worden genoemd, zoals Patricia Steur, Marliz Frencken, Marisca Voskamp.

Hic sunt leones!

Dal

Page 72: Decreet tijdschrift 07 08 b

DeStrat vanBrockabillyJan J.B. Kuipers

Vooral de rock ‘n’ roll-zangers bleken geen enkele originaliteit tekunnen demonstreren: een epigonisme compleet met angry-face,gespreide benen, wiegende heupen, neusklank-intonatie van destem en bijpassende kledij en aan het einde van het nummer deharen in de war.

PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT, 1960

Wat?Sorry. Het komt door dat spul van je.

Je had het over een Groninger.Ja, de Groninger! Vertoonde zich ineens hier laat in de avond in hetcafé. Stekeltjeshaar, oud leren jekkie, kreukelende kop. Beetje uitgeblust en penozeachtig, maar toch ook met een zweem van pretentie. Stadhuiswoorden ertussendoor gooien en zo. Noemdezich ‘particulier onderzoeker’, pletste een visitekaartje op de bar.Niet echt een binnenkomer in een tent als deze. Kon ‘m zo te zienweinig schelen. En gelijk maar naar Joop vragen. Waar-ie woonde,of-ie de Strat nog had? Waarom hij dat wilde weten, vroegen wij.Zei-ie doodgemoedereerd dat hij in opdracht kwam van IJfTimmerman! Om de Strat terug te halen. We hielden natuurlijkallemaal stijf onze bek dicht.

Ja?Nou ja, tot die Edens een paar tientjes liet wapperen, waarna hijnatuurlijk subiet alle inlichtingen kreeg die hij wilde. Iedereendromde om hem heen om gedienstig de juiste route te beschrijven.Ik niet. Ik onmiddellijk naar huis, om Joop te waarschuwen.Gigantisch in paniek natuurlijk, Joop. Meteen. En maar rondren-nen met zijn lange spinnenpoten, trapje op en trapje weer af, naarde keuken, naar de slaapkamer. En steeds die gitaar in z’n tengels,zijn liefste bezit op aarde. Alleen jammer dat het ding zijn bezit nietwas. Tenslotte verborg Joop de Strat onder een ouwe slaapzak ophet vlierinkje. Hij had het luik nog niet dicht of er werd al aange-beld. Siebe Edens. ‘Niet opendoen! Niet opendoen!’ siste Joop, maardie kerel had natuurlijk allang licht in huis gezien en volgens mijwas-ie tot alles in staat. Ik deed dus open. ‘Dag mevrouw! Plezierigom de kennismaking te hernieuw’n!’ kwaakte die Groningse slijm-bal en daar stond hij al binnen met zijn cynische rotkop.

En?Moest de Strat hebben. Joop zei dat-ie de gitaar alleen aan IJf zélfwilde teruggeven, omdat hij nooit zeker kon weten dat deGroninger werkelijk in zijn opdracht handelde. Vond ik wel slimgevonden van Brockabilly. Hoe vaag hij meestal ook was, als hetnodig was kon hij ineens best een lepe vos wezen. Maar die vliegerging natuurlijk niet op. ‘Dan zal ik u ja de opdracht even laat’n zien,’zei Edens en toen haalde hij een of ander belachelijk damespistool-tje uit zijn zak. Joop had bij al zijn mooie eigenschappen ook eenaanzienlijke dosis lafheid gekregen van Onze Lieve Heer, dus bin-nen tien minuten had hij de Strat aan Edens overhandigd. En al detijd dat-ie naar de vliering was hield de Groninger dat pistooltje opmij gericht.

Een vastbesloten man.Zeg maar gerust een grote schoft. Maar het was niet daarom hoor,dat Joop braaf met de Strat naar beneden kwam, dat weet ik zeker.Hij was gewoon te schijterig en te onhandig om uit een boven-raampje te klimmen en benen te maken via de dakgoot. Andershadden we ‘m niet meer gezien. Bovendien was Joop veel te neurotisch en ondanks zijn kekke schoentjes ook al behoorlijk oud,zo stijf als een plank natuurlijk… Naderhand heb ik wel een triljoenkeer aan moeten horen dat hij zich voor mij had opgeofferd ennóóit zijn gitaar zou hebben afgegeven, als Siebe Edens die blafferniet tegen mijn kop had gehouden. Dat vond ik nog erger dan datgejammer over de verloren Strat zélf. Nee, die laatste paar jaarwaren niet echt gezellig met Joop.

Waarom kwam Timmerman zelf niet om zijn gitaar?Ja, dat vroeg ik ook aan Edens, net voor hij weer in het donker verdween met die Strat, de kale Strat, zonder koffer of wat dan ook.Onverantwoord toch, met zo’n kostbaar instrument? Joop vroegniet naar het waarom, die was helemaal van de kook, nee, ik deedhet. En weet je wat-ie zei, die Edens? ‘Omdat Timmerman het aanmij heeft gevraagd.’ ‘Onzin,’ roep ik terug. Maar de portee was welduidelijk. Joop was niks en niemand voor Timmerman, een luis ofeen vlieg, een plattrappertje. Hij had een rolletje mogen spelen,welk rolletje dat ook was, en nu had meneer Timmerman eenknechtje afgevaardigd om de rekwisieten op te halen. Te veel moeite om zelf even…. of misschien was hij net zo laf als Joop zelf…Maar ik vroeg ook nog waarom IJf Timerman ineens zijn gitaarterugwilde, na al die jaren. Edens haalde zijn schouders op, alsof hijer zelf ook niks van begreep. ‘Timmerman vindt het tijd om demuziek te oogst’n,’ zei hij. En toen, hup, toen verdween Siebe Edensals een dief in de nacht, mét de Strat van Brockabilly.Het was gedaan. Gedaan met Brockabilly. Het duurde niet langmeer. Hij werd echt een ouwe vent, razendsnel. En maar zeuren enjammeren en klagen en ruzie zoeken. En achterdochtig! Hij begonte zeggen dat ik hem langzaam vergiftigde. Met wat? vroeg ik dan.Ik kookte nooit voor hem, zelfs een kop koffie moest-ie zelf zetten.Maar hij bleef het maar herhalen. En toen lag-ie ’s ochtend ineens dood op bed. Hartfalen. Evengoed hebben ze me drie dagen lang

ondervraagd, de smerissen. Cellencomplex en al. Alleen omdat ikdat strafblaadje heb.

Hartfalen.Ja. En weet je welk type hartfalen, zeg ik? Gebroken hart. Ja, lachmaar, boekhouder met je apothekerskop, lachen maar, jaja, haha-ha. Burgermannetje. Wat weet jij nou van muziek en muzikanten.Bestel liever nog wat.

Tuttut, Nel. In tegenstelling tot jou speel ik zelf niet onverdienstelijk.Niet onverdienstelijk! Hoor jezelf toch eens, man! Dat zijn tochgeen woorden voor een muzikant, je kunt er vast geen moer van.Nee, dan Brockabilly, die was goed als hij op zijn Strat rammelde,ja, meestal dan. In elk geval stukken beter dan hij daarvóór was. Ofdaarna.

Het heeft hem nooit echt verder gebracht.Nee. Dat was het ergste. Hij bleef altijd net op de drempel hangen,Joop. Hooguit een ogenblikje in de schaduw mocht hij verkeren, deschaduw van de echte profs, degenen die een echte broodwinninguit de muziek haalden, die niet zélf hun plaatjes moesten uitbrengen en tijdens optredens moeizaam verkopen. Hij leed erenorm onder, Joop. Hij begreep er niks van. Werken en werken enaan de weg timmeren, maar het máken? Ho maar. En maar oefenenop de Strat, ziel en zaligheid erin, en maar beter worden als artiest.Het maakte niet uit.Hij kwam met allerlei rare verklaringen voor zijn mislukken. Rock‘n’ roll was sowieso een kunst van herhaling, zei hij dan, een eeuwigherhalen van een grondpatroon, met kleine variaties. En met dievariaties zat het mis bij hem, dacht Joop. Zelfs zijn variaties warenherhalingen, opgelegd door iets buiten hem, iets waarvoor hij geennaam wist. Hij sprak ook steeds vaker over IJf Timmerman, diewerd steeds spookachtiger voor Joop naarmate hij langer was verdwenen. En hoe hij zijn Strat van IJf had gekregen… Joop zei datook dát een herhaling van iets was waar hij nét niet op kon komen,alsof hij in een soort zuigende, vernauwende draaikolk getrokkenwas, een neerwaartse spiraal zoals jullie boekhouders zeggen. Joophad een soort déjà vu bij het hele verhaal, alsof hij iets opvoerde watelders was bedacht en al honderdduizend keer was opgevoerd, ietswaar hij zelf de hand niet meer in had, alsof-ie een marionet was,een janklaassen aan draadjes weet je wel.

Maar dat is toch niks om je druk over te maken, Nel. Het is waan. Klassiekteken van paranoia, verlies van realiteitszin, gevolg van het blowen.Vitamine B-gebrek ook.En daar heb jij óók een pilletje of poeiertje voor zeker?

Zeker.Jij met je doorsneekop, een allemanshoofd dat iedereen herkentomdat het op duizend schouders staat en dat iedereen daarom ookmeteen weer vergeten is – net als die ongrijpbare en bijna vloeibarekop van Timmerman, maar die had tenminste nog het fatsoen om

een zonnebril op zijn harses te zetten en een hoed waarmee hijopviel, zich onderscheidde.

Wat ben je toch voorbarig in je gevolgtrekkingen, Nel. Wie zegt er dat ikthuis geen kastenvol hoeden en zonnebrillen heb?Bij de medicijnkast mag ik hopen?

Bij de medicijnkast, Nel. Inderdaad. De medicijnkast die open staat voorje. Want dat is wat jíj wilt.Klopt. Dat wil ik dus wel eens zien, apothekertje.

Natuurlijk wil je dat zien. Anders zei ik het niet.Maar kasboekje dicht hè? Er wordt niks terugbetaald. Geen poen,geen natura.

We komen er wel uit.Waar is dat dan, die openslaande medicijnkast van jou? Staat er eenbeetje fatsoenlijk huis omheen, waar het behaaglijk is en zo? Is hetver?

Niet meer dan een kilometer of vijf, zes buiten de stad. Je zult je directthuis voelen, Nel. Alsof je nooit bent weggeweest. Mijn huis verandertniet.

deel 2

Page 73: Decreet tijdschrift 07 08 b

michielpaalvast.nl

bensleeuwenhoek.com

guido eckhardt

KODEKOK.NLwilly de houck

janvanmunster.nl

jeltje ratsma

tijlorlandofrijns.nl

bertfrijns.com

kees de valk

harryvandevliet.nl

heinverwer.nl

JANHAAS.NL

annemieke fanoyko de jonge

ben vranken

ronald & carla mullié

liesbethlabeur.nl

niek hendrix.com

harmen eijzenga

leni van den berge

Mariette Dölle

leen quist

jangoossen.com

antoine mes

loekgrootjans.com

remvandenbosch.com

HELENEBRIELS.NL

janjbkuipers.nl

anyajanssen.com

leon riekwell

nicole bianchet

johan de koning

tjeu strous

melanie bosboom

pascallemansvelders.com

josdeenen.nl

Tinkebell.com

wolfgang-ellenrieder.de

regina schumann

elzajo.com

henric borsten

alex vermeulen

lionel scoccimaro

danny devos

ronald van dokkum

david bade

Daan Samson & Jeronimus van Pelt

gregory green

ericvandenelsen.comadriaan van der have

Dalstarfoundation.com

happybeet.com

dewitteleliemaasland.nl fanoy.com

lab4arch.com

bosboom.mous-design.nl

badeblog.wordpress.com

lost-painters.nl

tentrotterdam.nl

bianchet.net

daansamson.nl

natuurkunst.nl

deroofprintpers.nl

burobk.nl

in memoriam

Tentoonstel l i ng ‘Hemel sbr eed’,

Jan Goossen en Paul Haentj es,

15 j ul i t/m 19 augustus 2012,

Ker k i n Si nt Anna ter Mui den sigmunddejong.nl

paul & menno de nooijerdenooijer.org

decreet.nl AXEL KING

JEANNYGOLEMBIEWSKI.NL

super-a.nl

Page 74: Decreet tijdschrift 07 08 b

148

decreet is een uitgave van stichting decr eet- concr eet

ISSN 1878- 982X | © Middelbur g, mei 2012

Redactie en vor mgeving:

Machteld van der Wij st, Hans Bommelj é, Ramon de Nennie & Robber t J an Swier s

Dr uk:via media58, vl issingen

Oplage: 600

Niets uit dit ti j dschr ift mag zomaar wor den over genomen, in welke vor m dan ook

zonder de nadr ukkel i j ke toestemming van de uitgever of r echthebbende, behalve

wanneer u daar in het ti j dschr ift nadr ukkel i j k voor wor dt uitgenodigd.

De r edactie heeft haar uiter ste best gedaan om r echthebbenden van het gepubl iceer de

beeldmater iaal te achter halen en hun namen bij dit mater iaal te ver melden.

Mocht u van mening zi j n dat u uw r echten kunt laten gelden op afgebeeld beeldmater iaal,

dan kunt u zich melden bij het bestuur van de stichting decr eet/concr eet.

Ver schenen nummer s kunt u bestel len via info@decr eet.nl.

decr eet no | 09 ver schij nt in of na de zomer van 2012.

met dank aan al le belangeloos medewer kende kunstenaar s, schr i j ver s, inter viewer s,

tussenper sonen, l iefhebber s en cur ator en, abonnees en

paginanummers

146

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

101

102

103

104

105

106

107

108

109

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

127

128

129

130

131

132

133

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

147

148

no | zeven

Page 75: Decreet tijdschrift 07 08 b
Page 76: Decreet tijdschrift 07 08 b

notities en opmerkingen