De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig...

13
De Wmo in Rheden Samen zorgen dat iedereen meedoet Pagina 17: “Preventieve aanpak Huis- bezoek 70+ houdt mensen langer zelfstandig” Pagina 9: “Project ‘Het gesprek’ zorgt voor maatwerkoplossingen” Pagina 19: “Jongeren bepalen regels in Second House zelf. Dat werkt uitstekend”

Transcript of De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig...

Page 1: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

De Wmo in RhedenSamen zorgen dat iedereen meedoet

Pagina 17: “Preventieve aanpak Huis-bezoek 70+ houdt mensen langer zelfstandig”

Pagina 9: “Project ‘Het gesprek’ zorgt voor

maatwerkoplossingen”

Pagina 19:“Jongeren bepalen regels in Second House zelf. Dat werkt uitstekend”

Page 2: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) willen we ervoor zorgen dat iedereen kan blijven meedoen. De Wmo is geen gedrags-code opgelegd door de overheid. We hebben juist elkaar nodig. De Kanteling in de Wmo is: betrokken zijn en voor je omgeving zorgen, zo-dat iedereen zo lang mogelijk mee kan blijven doen in de samenleving. Eigenlijk is de Kante-ling niets nieuws. Vroeger, toen gezinnen nog groter waren, was het heel normaal om je fa-milie met allerlei zaken te helpen. Ouders nam je in huis als ze niet meer voor zichzelf konden zorgen. Kinderopvang? Dat bestond nog niet. Buren maakten hierover onderling afspraken.

In deze Wmo-krant leest u wat de Kanteling in de Wmo betekent, maar u leest vooral veel mooie voorbeelden van sociaal burgerschap. Ik zeg met trots dat onze gemeente veel actieve vrijwilligers heeft, zoals Marja Olsder van Se-cond House en de chauffeurs van de Plusbus. Zij geven een deel van hun vrije tijd graag op om anderen in onze samenleving te helpen. Prachtig.

Oplossingen zijn vaak simpel en klein. In mijn buurt worden regelmatig activiteiten georga-niseerd, waardoor buurtgenoten elkaar leren kennen. Zo leerde ik een buurvrouw kennen, een weduwe van rond de 75 jaar. Ze voelde zich erg eenzaam en ik was onder de indruk van haar verhaal. Mijn vrouw en ik maken nu regelmatig een praatje met haar en doen af en toe haar boodschappen. Ook binnen de familie helpen we elkaar. Mijn schoonvader kookt elke maandag, zodat de kinderen niet in een leeg huis thuiskomen.

Zo ziet u: de Kanteling in de Wmo is niet uniek

of bijzonder, maar juist heel normaal. We zor-gen samen voor elkaar. Onze familie én directe omgeving. De gemeente zal er altijd zijn voor de kwetsbare groep, de mensen die ondersteu-ning nodig hebben. Niemand wordt aan zijn lot overgelaten. Samen zorgen we dat iedereen mee blijft doen. In deze krant leest u meer over de rol van de gemeente in de Kanteling van de

Wmo, maar ook vooral over uw rol. Laten we sa-men werken aan een sociaal Rheden, waar we elkaar kennen en ondersteunen.

Ik wens u veel leesplezier!

Tjebbe Vugts,wethouder Wmo

3

Beste inwoner,

Een tijd geleden zag ik een documen­taire over het Brabantse Elsendorp, een klein plaatsje van duizend inwoners. Zij waren de dure, onpersoonlijke zorg beu en namen het heft in eigen handen. Ze zorgen nu samen voor elkaar. En de gemeente? Die springt bij waar profes­sionele ondersteuning nodig is. Ik vond het een bijzonder inspirerend verhaal over saamhorigheid, gemeenschapsge­voel, zorg voor elkaar en zelfredzaam­heid. Dat is de richting die wij met onze zeven Rhedense dorpen ook op gaan.

Tjebbe Vugts, wethouder Wmo

“Zorg samen voor elkaar”

ColofonUitgave in opdracht van de gemeente Rheden, verzorgd door: ETT Media Postbus 701129704 AC GroningenTelefoon: 050 - 313 76 00E-mail: [email protected]: www.ettmedia.nlTeksten: gemeente Rheden, &Teksten Foto’s: gemeente Rheden , Marc Pluim Fotografie, Wmo beeldbankConcept en realisatie: ETT Media en Geografisch BVDrukker: Hoekstra Krantendruk EmmeloordOplage: 22.550 exemplaren Uitgave: april 2013

Overname van artikelen is in beginsel toegestaan mits hieraan vooraf toestemming van ETT Media of de ge-meente Rheden wordt verkregen. Deze krant is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld.

Zowel ETT Media als de gemeente Rheden is niet aan-sprakelijk voor fouten en/of omissies in deze krant.

Gemeente RhedenPostadres:Postbus 91106994 ZJ De [email protected] Bezoekadres:Hoofdstraat 36994 AB De Steeg

Telefoon: (026) 49 76 911Internet: www.rheden.nl

Page 3: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Nieuwe benaderingVolgens de Wmo moet iedereen meedoen in de samenleving. In de wet staat dat de ge-meente mensen met een beperking en oude-ren moet ondersteunen of compenseren, zo-dat ze mee kunnen doen. Maar daarin hebben ouderen en mensen met een beperking ook een eigen verantwoordelijkheid. Dat vraagt om een andere werkwijze van gemeenten, én van Wmo-gebruikers. Dit veranderingsproces heet de Kanteling.

Meedenken met de aanvrager De Kanteling van de Wmo heeft gevolgen voor alle betrokkenen. Het vraagt om een andere manier van denken. Niet denken in termen van een vaststaand aanbod van Wmo-voorzie-ningen, maar in resultaten. Niet kijken welke voorzieningen in het ‘verstrekkingenboek’ staan, maar creatief meedenken met de aan-vrager. De vraag ‘Welke ondersteuning heeft iemand die een Wmo-voorziening aanvraagt

echt nodig om mee te kunnen doen?’, staat dus centraal.

Dialoog Gemeente en inwoners hebben er allebei be-lang bij dat mensen zelfredzaam zijn en mee kunnen doen. De nieuwe Wmo-praktijk gaat daarom uit van gelijkwaardigheid, en van een dialoog tussen inwoner en gemeente. Kante-len is een werkwoord: we moeten het samen doen. Inwoner en gemeente verhelderen sa-men de vraag en zoeken samen naar oplos-singen om het gewenste resultaat te bereiken.

Kanteling in de praktijkWat betekent de Kanteling nu in de praktijk? Bijvoorbeeld voor een reumapatiënt die een

knie-operatie achter de rug heeft en hulp in huis nodig heeft? De patiënt neemt contact op met het Wmo-loket. Een Wmo-consulent komt vervolgens langs voor een keukentafelgesprek en schat in wat de situatie is. Samen met de patiënt zoekt de consulent naar een oplossing. Blijken er voorzieningen nodig te zijn, dan moeten ze aangevraagd worden. De consu-lent kijkt wat in het huis aangepast moet wor-den. De patiënt vraagt zelf de prijzen voor de aanpassingen op bij verschillende aannemers en geeft die door aan de gemeente. Als de ge-meente de prijsopgave goedgekeurd heeft, kan de benodigde verbouwing beginnen. Dat kan van alles zijn: een instapdouche met hand-grepen en een douchestoel, een verhoogd toi-let met grepen of een extra trapleuning.

5

De Wet maatschappelijke ondersteu­ning (Wmo) krijgt al een aantal jaren op een andere manier vorm en inhoud. Niet de vraag ‘Wat kan de gemeente voor mij doen?’, staat centraal, maar ‘Wat kan ik­zelf of wat kan mijn omgeving doen?’ We gaan uit van de eigen kracht van de inwoners.

De Kanteling in de WmoEen andere manier van denken

Belangrijkste veranderingen op een rijDe Kanteling vraagt van gemeenten én inwoners een nieuwe benadering. Wat zijn de belang-rijkste veranderingen? • Gemeenten nemen met Wmo-consulenten meer tijd voor het eerste gesprek met de inwoner.

Samen bedenken ze een oplossing op maat. • Gemeenten werken niet meer met een lijst standaardvoorzieningen, maar verkennen met de

inwoner alle mogelijkheden om een hulpvraag op te lossen. Hierbij staan behoud van regie over het eigen leven en zelfredzaamheid voorop.

• Samen met de aanvrager stelt de gemeente vast wat het resultaat moet zijn van de ondersteu-ning en welke oplossingen daaraan bijdragen. Het resultaat bereiken we bij voorkeur met hulp vanuit de directe omgeving, door vrijwillige ondersteuning of via collectieve voorzieningen.

Page 4: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Toen Sieta Gerrits in 2003 naar de gemeente Rheden verhuisde, werd ze meteen vrijwilliger bij het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp en Man-telzorg. Ze begon als telefonist, maar is inmid-dels alweer drie jaar voorzitter. “Ik vind het ont-zettend leuk om me voor het Meldpunt in te zetten; het geeft veel voldoening.”

DiversiteitHet Meldpunt heeft welgeteld één beroeps-kracht: coördinator Lidy Kelderman. Voor de rest draait de organisatie volledig op vrijwilligers. Zeven daarvan vormen het telefoonteam. Sieta: “Zij zijn de spil van het Meldpunt. Ze kennen de gemeente heel goed, stellen de juiste vragen en komen met passende oplossingen. Dat is soms knap lastig, want hulpvragen zijn heel divers. Een taxi kan iemand naar de dokter brengen, maar zal niet mee naar binnen gaan. Dus als de hulp-vrager vervoer én begeleiding wil, moeten we ons flexteam inschakelen. Hulp bij boodschap-pen? Misschien wil de buurvrouw dat ook wel doen. Als het een ernstige hulpvraag is, schakelt het telefoonteam meteen professionele hulp in. En dan zijn er daartussenin nog allerlei verzoe-ken die we doorzetten naar onze partners. Best uitdagend dus, dat telefoonwerk”, vertelt Sieta.

Eigen kracht“Elke vraag is anders, dus we hebben ook geen standaardoplossingen klaarliggen. De telefonist bepaalt per situatie wat de beste aanpak is. Dat kan dus de inschakeling van het flexteam zijn. Of de telefonist neemt contact op met bijvoorbeeld de afdeling thuisadministratie van Humanitas. Maar we beginnen altijd bij de hulpvrager zelf en zijn directe omgeving. Vragen als ‘Wat kunt u zelf doen?’ en ‘Kunt u familie of buren inschake-len?’ leiden regelmatig tot een mooie oplossing. Het geeft veel voldoening als het bij mensen duidelijk wordt dat ze meer kunnen dan ze zelf beseffen.”

Platform Informele ZorgIn onze maatschappij zijn organisaties als het Rode Kruis, Humanitas en het Meldpunt abso-luut geen overbodige luxe. Door regelmatig te overleggen doen deze organisaties hun best om te voldoen aan de vragen van de samen-leving. Om dat te bevorderen is het Platform Informele Zorg opgericht. “Zo voorkomen we dubbel werk en zorgen we dat ons aanbod past bij wat er nodig is in de regio.” Daarnaast zet het Meldpunt zich actief in voor bewust-wording rondom zorg. Een taak die vooral rust op de schouders van coördinator Lidy Kelder-man. Sieta: “Lidy heeft veel overleg met de ge-meente en andere organisaties en is betrokken bij speciale activiteiten, zoals de Dag van de Mantelzorg. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld in samenwerking met scholen in het voortge-zet onderwijs veel aandacht besteed aan jonge mantelzorgers en de gevolgen voor hen.”

FlexteamAls het Meldpunt zelf met een verzoek aan de slag gaat, is het flexteam aan de beurt. Deze bijna dertig flexibele vrijwilligers zijn van alle markten thuis. “Van klussers en tuiniers tot boekhouders. Dankzij deze fanatieke groep kunnen wij op allerlei hulpvragen reageren. Het zijn overwegend 60-plussers met veel vrije tijd. De vrijwilligers kennen elkaar en zorgen samen dat er altijd iemand beschikbaar is. Om-dat deze mensen alleen maar klussen oppak-ken die ze leuk vinden, is het verloop gelukkig laag. Toch zijn nieuwe vrijwilligers natuurlijk altijd welkom! Iedereen kan zijn eigen kwalitei-ten benutten om anderen te helpen.”

7

Meegaan naar de dokter, de tuin onder­houdsvriendelijk maken of een helpende hand bieden bij de financiële admini­stratie. De bijna veertig vrijwilligers van het Meldpunt Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorg zetten zich dagelijks in voor allerlei hulpvragen. Samen met part­ners, zoals onder andere het Rode Kruis, Humanitas, Vrijwillige Ouderen Advi­seurs, de Plusbus en De Zonnebloem, zorgen deze betrokken en actieve vrijwil­ligers altijd voor een passende oplossing.

Meldpunt Vrijwillige Thuishulp

Voor elk verzoek een passende oplossing

Vrijwilliger worden?Kijk voor informatie op www.mvtrheden.nl

Page 5: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

“De naam van de pilot zegt het al: het begint met een goed gesprek. Twee gesprekken ei-genlijk.” Aan het woord zijn Wmo-consulen-ten Berndien Geerlings en Ruth de Vries. Bern-dien: “Als iemand telefonisch een aanvraag doet, is de kans groot dat hij of zij mij te spre-ken krijgt. Ik analyseer wat de hulpvraag is en verzamel zo veel mogelijk informatie. Daarna kies ik welke consulent op huisbezoek gaat voor ‘Het gesprek’. Ruth: “Mijn specialismen zijn bijvoorbeeld woningaanpassingen, rol-voorzieningen en vervoer. Berndien zet een afspraak voor een huisbezoek in mijn agenda. Vervolgens ga ik bij de cliënt langs om aan de keukentafel de situatie te bespreken.”

Hulpvraag boven water krijgenHet komt regelmatig voor dat de oorspronke-lijke hulpvraag van de cliënt niet de daadwer-

kelijke vraag is waar de cliënt een oplossing voor wenst. Wmo-consulenten willen daarom de zogenoemde vraag achter de vraag boven water krijgen. Berndien schetst een voor-beeld: “Iemand belt en geeft bij mij aan dat ze niet meer veilig kan traplopen. Mevrouw wil graag een traplift. Omdat het een probleem is op het gebied van woninggebruik, plan ik voor Ruth een huisbezoek in. Ruth: “Mevrouw is na een beenbreuk nog niet helemaal her-steld van de operatie, maar kan na herstel waarschijnlijk weer veilig traplopen. Na door-vragen blijkt dat mevrouw op dit moment haar woning niet goed kan schoonhouden en ze wil er af en toe ook graag even uit. De traplift blijkt dus niet de hoofdvraag te zijn. Dat is het schoonhouden van de woning en het verplaatsen buiten de woning. Ook de trap is geen probleem, want mevrouw wil wel tijdelijk op een bed in de woonkamer slapen. Omdat het een tijdelijke beperking is, kan me-vrouw misschien een rolstoel lenen en een fa-milielid vragen om de woning schoon te hou-den. En voor die ritjes naar bijvoorbeeld het ziekenhuis en kennissen zou de Plusbus een mooie oplossing zijn.”

DrempelverlagendDe Wmo-consulenten zien nog een voordeel van de nieuwe werkwijze. Ruth: “Iedereen wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen.

De cliënt die beperkingen ervaart schakelt niet altijd direct hulp in. Als iemand contact zoekt met de gemeente, dan hebben de pro-blemen zich soms al opgestapeld. Met ‘Het gesprek’ maken we op een laagdrempelige manier contact. Met de cliënt bespreken we oplossingen, door hemzelf of de directe om-geving. Is er hulp vanuit de Wmo nodig? Dan kunnen we tijdens het gesprek altijd een aan-vraag in orde maken. Maar het komt regelma-tig voor dat een situatie verandert. Dan is het voor de inwoners een veel kleinere stap om weer contact met ons te zoeken.”

Meteen geholpenDe nieuwe werkwijze van de Wmo is voor alle betrokkenen een hele omslag. Voor de hulp-vrager én voor de overheid. “Inwoners hoeven nooit bang te zijn dat ze aan hun lot worden overgelaten”, vertelt Ruth. “Het is alleen min-der vanzelfsprekend dat iemand een Wmo-voorziening krijgt. We kijken samen met onze zorgpartners en de cliënt naar de beste oplos-sing. Hulp van de partner, familie, vrienden of buren of vrijwillige hulp zijn daarbij goede opties. Biedt dat geen uitkomst? Dan dient de cliënt een Wmo-aanvraag in.” Berndien: “We sturen de hulpvrager niet door naar verschil-lende loketten. Wij zorgen voor één contact-persoon en een gesprek bij de cliënt thuis, zodat de juiste hulp meteen op gang komt.”

9

Een scootmobiel aanvragen bij ambte­naar A, hulp bij het huishouden regelen bij ambtenaar B en, als het tegenzit, een handtekening zetten voor de gebruik­making van deze diensten bij ambte­naar C. Dat is nu definitief voorbij met de pilot ‘Het gesprek’: hét praktijkvoor­beeld van de Kanteling in de Wmo. Alle nieuwe Wmo­hulpvragen uit Dieren worden volgens de nieuwe methode behandeld.

Nieuwe aanpak bij Wmo-hulpvragen

Meteen juiste hulp door vraag achter vraag te stellen

Page 6: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Een Twin Cat is een scootmobiel op vier wie-len met vier accu’s, waarbij de chauffeur naast de bijrijder zit. Elektrisch aangedreven gaat de Twin Cat maximaal tien kilometer per uur. Je kunt ongeveer drie uur rijden. Dan moet de Twin Cat aan de lader. Bij een aantal ver-zorgingshuizen heeft Lenie Quint, bestuurs-lid Taakveld 2 Sociale hulp bij het Rode Kruis, een Twin Cat geregeld, waarmee vrijwilligers en ouderen een ritje maken. “Maar ook parti-culieren die we tijdens huisbezoeken spreken en die aangeven dat ze er graag op uit gaan, maar dat zelf niet kunnen, mogen de Twin Cat gebruiken.”

Gecertificeerd bestuurderChauffeur van de Twin Cat ben je niet zomaar. Mevrouw Quint: “De bestuurder moet een cer-tificaat halen. De Twin Cat is namelijk negen-tig centimeter breed en daar moet je rekening mee houden als je rijdt. Ik oefen daarom van tevoren met de chauffeurs en bepaal of ze ge-schikt zijn.”

Vrijwilliger Joost den Arend (67) is zeker ge-schikt: hij ging inmiddels meerdere malen met de heer Springer mee als chauffeur. “De heer Springer heeft als cardioloog in het oude St. Antonius ziekenhuis in Utrecht gewerkt en ik zat bij de staf Interne Geneeskunde in Nijme-gen. Door onze gezamenlijke link met het zie-kenhuiswezen hebben we vaak leuke gesprek-ken onderweg”, vertelt Den Arend.

Samen op padSinds kort woont De heer Springer (87) in zorginstelling De Oude Plataan in Dieren. Hij maakt graag iets mee en neemt deel aan acti-viteiten in de zorginstelling, maar is slecht ter been. “Ik vind het geweldig om er lekker op uit te zijn en een andere omgeving te zien. Alleen kan ik dat niet, want ik heb de neiging om te vallen en loop met een rollator of wandelstok-ken. Ik ben nu meerdere keren weggeweest met de Twin Cat en verheug me al op de vol-gende keer.”

Omgeving verkennen“Als het kan, dan ga ik mee!”, vervolgt de heer Springer. “Ik woon nog maar vier maanden in De Oude Plataan en ben dus niet bekend in de omgeving. We zijn tijdens de tochtjes al een keer naar het bos en naar de IJssel gegaan. Met de Twin Cat ben ik ongeveer twee uur lekker buiten. En ik ga altijd mee, weer of geen weer”, lacht de heer Springer. “Maar bij heel slecht weer pak ik de auto hoor”, voegt de heer Den Arend met een knipoog toe.

11

Heb je een fysieke beperking, maar wil je toch mobiel blijven? Een Twin Cat duoscooter biedt dan de oplossing. Sa­men met een vrijwillige chauffeur trek je eropuit, lekker de buitenlucht in. Net als de heer Springer en Joost den Arend, bewoners van zorginstelling de Oude Plataan in Dieren.

“Weer of geen weer, ik ga mee!”Eropuit met de Twin Cat

Vrijwilligers gezochtHet Rode Kruis zoekt nog vrijwilligers. Me-vrouw Quint: “Als je werkloos bent, kun je er-voor kiezen om thuis te blijven zitten, maar je kunt je tijd ook nuttig besteden. Het is toch veel leuker om in de buitenlucht te zijn en lek-ker een praatje te maken tijdens een ritje met de Twin Cat?” Kijk voor meer informatie op www.rodekruis.nl/afdeling/rheden-rozendaal

Pilot scootmobielpoolDe gemeente Rheden onderzoekt mo-menteel of ze in samenwerking met di-verse partijen een scootmobielpool als pilot kan starten. De gemeente houdt een enquête onder scootmobielgebrui-kers om erachter te komen of ze veel ge-bruikmaken van scootmobiels en hoe ze tegenover een pool staan. Daarnaast on-derzoekt ze met de partijen of er bij een verzorgingstehuis of het activeringscen-trum (met uitkeringsgerechtigden) mo-gelijkheden zijn om een pool te starten, waar voor een dagdeel een scootmobiel of rolstoel te lenen is. Daardoor hoeven geïnteresseerden niet meteen een scoot-mobiel of rolstoel aan te vragen, maar kunnen ze die lenen bij een uitgiftepunt wanneer ze hem nodig hebben.

Page 7: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Secretaris Luuk Kuiper en chauffeurscoördina-tor Tom Couwenhoven zijn tevreden over het jaar 2012, maar zien nog genoeg ruimte voor verbetering. Couwenhoven: “We hebben nu gemiddeld vier à vijf incidentele ritten per dag, maar ik verwacht dat dat aantal in 2013 om-hoog gaat. Ook onze vaste ritten naar en van de zorgboerderij en de dagopvang nemen toe. Daarom hebben we de ambitie om een tweede bus aan te schaffen.”

Wmo­gedachteDe vraag naar persoonlijk vervoer door vrijwil-ligers neemt toe. Dat de overheidsbijdrage op persoonlijk vervoer met ruim vijftig procent is gekort, heeft daar uiteraard mee te maken. Kuiper: “Het verklaart het stijgende aantal vas-te ritten. De Plusbus voldoet aan een vraag in de samenleving, die mede ontstaat doordat mensen meer zelf moeten betalen. Dat we mensen stipt op tijd ophalen én via de kortste route afzetten is voor de gebruiker van belang.” “De Plusbus past ook in de Wmo-gedachte”, vult Couwenhoven aan. “Wij zorgen dat men-

sen niet thuis blijven zitten, maar de deur uit gaan en elkaar ontmoeten. Tegelijkertijd leidt de Wmo juist tot een grotere vervoersvraag: mensen moeten langer zelfstandig blijven. Ze komen dan bij ons terecht voor vervoer.”

Verhoogde bushaltesDe beide heren vinden het een uitstekende ontwikkeling dat de gemeente Rheden bijna alle bushaltes heeft verhoogd. Couwenhoven: “Zo kunnen mensen die slecht ter been zijn, maar wel met de bus willen, veel makkelijker instappen. Ik verwacht echter niet dat de Re-giotaxi en de Plusbus het nu rustiger krijgen.” Dat heeft volgens Kuiper met de doelgroep te maken: “Als je slecht ter been bent, kom je moeilijk bij de bushalte en kan je ook niet lang wachten. Deze mensen kiezen juist voor ons omdat we ze thuis ophalen. Toch is het fijn dat de gemeente openbaar vervoer zo gebruiks-vriendelijk mogelijk maakt.”

Giften“Sinds 1 januari 2013 hebben we een eigen bus”, vervolgt Kuiper. “Daarvoor reden we met de Plusbus van Doesburg. De bus konden we betalen dankzij mooie giften. Howden Tho-massen Compressors hield een actie onder het personeel en schonk ons zevenduizend euro en van de Stichting Rhederhof Beheer kregen we tienduizend euro. Dat is natuurlijk fantastisch! Ook de gemeenten Rheden en Rozendaal dra-gen hun steentje bij. Van hen krijgen we vijf jaar

lang een jaarlijkse bijdrage voor de exploitatie van de bus. Dat mogen we dus niet gebruiken voor een tweede Plusbus. Hiervoor zoeken we nieuwe giften.”

Chauffeurs en plannersDe chauffeurspool van de stichting bestaat op dit moment uit ongeveer tien vrijwilligers. Eer-der dit jaar reageerden nog eens tien mensen op een advertentie. “We willen met het oog op de toekomst het aantal vrijwilligers uitbreiden”, vertelt Couwenhoven. Kuiper voegt toe: “Het verloop onder onze vrijwilligers is gelukkig laag, maar af en toe valt er iemand weg. Met meer krachten is plannen makkelijker, dus ei-genlijk zijn nieuwe vrijwilligers altijd welkom. Vooral planners kunnen we goed gebruiken!”

12

De Plusbus: wie kent `m niet? Hoewel de mensen van de Stichting vervoer door vrijwilligers Rheden­Rozendaal nog maar ruim één jaar rijden, valt de bus al niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Dagelijks genieten inwo­ners van de uitstekende deur­tot­deur service voor een zachte prijs.

Deur-tot-deur service

Mobiel blijven dankzij Plusbus

De Plusbus:- heeft zes zitplaatsen- heeft een rolstoellift- heeft ruimte voor een rolstoel- mag bestuurd worden met Rijbewijs E

Vrijwilliger worden?De Stichting vervoer door vrijwilligers Rheden-Rozendaal is op zoek naar chauffeurs, maar vooral naar planners. Wilt u uzelf beschikbaar stellen, zodat anderen mobiel blijven? Laat het weten via: telefoon: 026 - 370 70 70E-mail: [email protected]

Page 8: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Eind 2010 verscheen het verslag ‘Langer thuis in Rheden’. Hierin stond beschreven hoe ge-schikt Rhedense woningen voor senioren zijn om zelfstandig te wonen. Het resultaat gaf genoeg aanleiding om begin 2012 in Die-ren te starten met een project om woningen preventief aan te laten passen. “Dit was het begin van ‘Mijn huis mijn toekomst’”, vertelt Marjolein Huijskes, beleidsadviseur bij de ge-meente Rheden. “We hebben vorig jaar mooie resultaten geboekt.”

Persoonlijke aanpakDe positieve resultaten zijn volgens Marjolein vooral een gevolg van de persoonlijke be-nadering. “De naam zegt het al. Het gaat om iemands huis: ‘mijn huis’. Daarom hebben we elk huishouden met één of meerdere perso-nen boven de 55 jaar een persoonlijke brief gestuurd waarin we de situatie uitleggen. Een groep van veertien enthousiaste vrijwilligers heeft echter het belangrijkste werk verricht. Zij zijn bij alle geïnteresseerden langsgeweest, soms meerdere malen, om te inventariseren wat er in de woning zou moeten veranderen. Ze namen echt uitgebreid de tijd om zaken uit te leggen en met bewoners mee te denken, terwijl een professional altijd een schuin oog op de klok houdt. Fantastisch!”

Waardevolle investeringZo’n drieduizend brieven verlieten in februari 2012 het gemeentehuis. Daarop kwamen on-geveer tweehonderdvijftig reacties binnen, vooral van 70 plussers. Ruim honderd inwo-ners van Dieren hebben ook daadwerkelijk aanpassingen aangevraagd. Deze zijn inmid-dels allemaal uitgevoerd. “Een prachtig resul-taat, boven verwachting”, vertelt Marjolein. “We hebben als gemeente aangeboden om eenderde van de kosten te vergoeden, maar volgens mij was dat niet doorslaggevend. Het gaat om iemands eigen woning; mensen zijn best bereid daarin te investeren, want het komt je eigen comfort, veiligheid en plezier ten goede. Ik herinner mij een man die graag een verhoogde wc in zijn huurwoning wilde

ter waarde van 450 euro. Hij zat krap bij kas en belde mij op. Ik dacht om te klagen over de lage vergoeding, maar hij vroeg om een betalingsregeling. Dat heb ik toen met Vivare kunnen regelen, ook voor andere huurders.”

Comfort en veiligheid“Ik ben heel blij dat zo veel mensen hun wo-ning hebben laten aanpassen. Het zijn vaak kleine, praktische wijzigingen, die niet duur hoeven te zijn, maar wel veel plezier en veilig-heid opleveren.” Mevrouw Blanken, 91 lentes jong en buurvrouw van Marjolein, greep ‘Mijn huis mijn toekomst’ ook aan om haar huis aan te passen: “Ik ben al jaren slecht ter been. Een

traplift heb ik al, maar met mijn rollator heb ik moeite met drempels en afstapjes. Ook is door mijn artritis het opendraaien van de kraan altijd een uitdaging. Vanuit de Wmo is mijn stoep opgehoogd en Marjolein heeft mijn drempels aangepast. Woningcorporatie Vivare heeft een buitenlamp met een bewe-gingsmelder en een éénhendelmengkraan geplaatst. Ik heb ook nog een video-intercom aangeschaft. Al met al heb ik zelf rond de 250 euro uitgegeven. En wat heb ik ervoor terug? Een heel fijn, vertrouwd en veilig gevoel. Mensen vragen ook niet meer ‘Moet jij nog wel thuis wonen?’, want dat is nu weer van-zelfsprekend.”

13

Zo lang mogelijk zelfstandig thuis blij­ven wonen. In de omgeving die je kent en waar je je thuis voelt. Wie wil dat niet? Om dat te realiseren moet een woning soms aangepast worden. In de gemeente Rheden maken we daar werk van met ‘Mijn huis mijn toekomst’.

Mijn huis mijn toekomst

Langer zelfstandig wonen

VervolgprojectenNa het succes van ‘Mijn huis mijn toekomst’ heeft de gemeente Rheden niet stilgezeten. In de kleine kern Laag-Soeren staat domotica op de agenda. Dit betekent automatisering van je huis. Denk aan een afstandsbediening waarmee je lichten aanzet of gordijnen bestuurt. En na de zo-mer gaat het project ‘Wonen met dementie’ van start. Deze aandoening verlangt weer andere aanpassingen aan een woning, om bijvoorbeeld dwaalgedrag en verwarring te voorkomen. We blijven ons dus inzetten voor de zelfstandigheid, het comfort en de veiligheid van onze senioren.

Page 9: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

“De Wmo-raad is een onafhankelijk adviesor-gaan. Eens per maand komen we bij elkaar om adviezen voor te bereiden en met maatschap-pelijke organisaties of de gemeenten van ge-dachten te wisselen. De leden van de Wmo-raad gaan naar allerlei bijeenkomsten om te weten wat er zoal in de samenleving speelt en om gedegen advies te kunnen uitbrengen. In werkgroepen gaan ze dieper in op bepaalde onderwerpen. Ik denk dat een Wmo-raads-lid daarmee ongeveer tweeënhalve dag per maand bezig is.”

Wisseling van de wachtDe twaalfkoppige vrijwillige raad zal dit jaar een aantal nieuwe gezichten krijgen. “In 2009 is de Wmo-raad opgericht, dus op één juli zit mijn termijn van vier jaar erop”, vertelt Van Berkes-tijn, die zelf onder andere als huisarts, bestuur-der en in de verslaafdenzorg actief is geweest. “Ik was de eerste voorzitter en ben inmiddels gepensioneerd. Het is tijd om het stokje over te

geven. Naast mij treden er nog vier leden terug. Voor hen zoeken we ook nog vervanging.”

Veel expertise“De meeste van onze Wmo-raadsleden heb-ben beroepsmatig te maken met de Wmo, zoals in de jeugdzorg. Anderen hebben erva-ring als vrijwilliger of mantelzorger. Door de diversiteit in de Wmo-raad is er veel kennis en ervaring, die we graag delen. We kunnen de gemeente goed helpen. Dat is nodig, want de Wmo is erg breed. Sommige leden van de Wmo-raad vertegenwoordigen een achterban, bijvoorbeeld ouderen via de belangenorgani-satie COSBO. Andere Wmo-doelgroepen, zoals jongeren, zijn niet duidelijk georganiseerd.” De Wmo-raad zoekt mensen die als het ware met de ‘voeten in de klei’ hebben gestaan of staan. “Mensen die naast brede kennis op Wmo-ge-bied ook specifieke kennis hebben en weten waar in de samenleving behoefte aan is. Zo proberen we alle doelgroepen van de Wmo te vertegenwoordigen.”

Contact met gemeente“In het begin moesten de gemeenten wennen aan de rol van de Wmo-raad, maar inmiddels zien ze dat wij echt een meerwaarde hebben. Wij weten hoe de Wmo in de praktijk wordt gebracht; dat is onze taak ook. Onze raad heeft een belangrijke brugfunctie. We heb-ben regelmatig contact met de gemeente.

De Rhedense wethouder komt twee keer per jaar op bezoek voor een gedachtewisseling. Eén keer per jaar vergaderen we met de wet-houder van Rozendaal. De werkgroepen heb-ben regelmatig overleg met beleidsmedewer-kers. Het contact is goed en de gemeenten nemen ons advies ter harte.” De adviezen, ver-slagen en het werkprogramma van de Wmo-raad leest u op de gemeentelijke website: www.rheden.nl

15

De Kanteling in de Wmo is een enorme klus. “Daarom adviseert de Wmo­raad Rheden en Rozendaal de twee gemeen­ten over de uitvoering van de Wmo”, vertelt voorzitter Theo van Berkestijn. “We hebben regelmatig contact met de gemeenten, maar natuurlijk ook met in­woners en organisaties die met de Wmo te maken hebben.”

Wmo-raad

Brug tussen gemeente en inwoners

Vrijwilligers gezocht voor de Wmo­raadWij zoeken leden voor de Wmo-raad. Wilt u meedenken over de Wmo, onze inwo-ners vertegenwoordigen en bijdragen aan betere zorg? Meedoen is het sleutel-woord van de Wmo. Doet u al mee?Geïnteresseerden kunnen binnen 14 da-gen na het verschijnen van deze krant solliciteren bij de gemeente:T.a.v. mw M. GoossenPostbus 91106994 ZJ De SteegE-mail: [email protected] voor meer informatie contact op met voorzitter Theo van Berkestijn via:T: 026 - 362 35 15E: [email protected]

Page 10: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

“Huisbezoek 70+ is een project van de gemeen-te Rheden, het voormalige Carion en de COSBO”, zegt Rosemarie, voorzitter van de COSBO, de stichting van samenwerkende ouderenbonden. Hilda is beroepsouderenadviseur en coördina-tor van de huisbezoekconsulenten en ouderen-adviseurs, allemaal opgeleide vrijwilligers. “Het zijn vrijwilligers, maar als beroepsouderenadvi-seur beschouw ik ze als collega’s”, zegt ze. “De sa-menwerking met hen, de gemeente Rheden en de consulenten van het zorgloket is fantastisch. Een groot compliment voor mijn collega’s!”

Wmo­veranderingenDe vrijwillige huisbezoekconsulenten en ou-derenadviseurs informeren ouderen en desge-wenst hun kinderen of andere contactperso-nen over de veranderingen in het zorgstelsel door de komst van de Wmo. Rosemarie: “Alle zelfstandig wonende zeventigplussers krijgen een aanbod voor een huisbezoek, waarin ze in-formatie over hun toekomst als oudere krijgen.

We hebben ook veel voorlichtingsmateriaal.” Hilda vult aan: “Die preventieve insteek is hard nodig, want veel ouderen hebben verwachtin-gen gebaseerd op de oude situatie. Mensen kunnen er tegenwoordig echter niet meer zo-maar van uitgaan dat ze in aanmerking komen voor voorzieningen. Eerder was dat anders. Stel dat de vrouw des huizes haar been brak. Haar man ging in die tijd naar een thuiszorgorgani-satie en daar werd hem een paar keer per week ondersteuning aangeboden. Nu wordt eerst bekeken wat meneer zelf, de kinderen of ande-ren uit de directe leefomgeving kunnen doen. Pas daarna worden professionele hulpaanbie-ders ingeschakeld.”

Serieuze levensvragen“Sommige ouderen worstelen met serieuze le-vensvragen, die ze niet met hun kinderen wil-len bespreken. De vrijwilliger biedt hen dan een luisterend oor”, zegt Hilda. “Een gesprek kan bijvoorbeeld gaan over rouwverwerking, maar ook over het levenseinde. ‘Ik ben het leven zat, ik heb al zo veel meegemaakt en wil graag dat u eens meedenkt over het levenseinde.’ Dat is soms best heftig voor de vrijwilligers.” Hilda is daarom altijd op de achtergrond aanwezig, zodat haar collega’s hun verhaal bij haar kwijt kunnen. “Voordat ze ouderen thuis bezoeken, doorlopen de vrijwilligers een opleiding en ze worden regelmatig bijgeschoold”, zegt Rose-marie. Hilda: “Er is aandacht voor diverse casus-sen, regelgeving en rollenspelen. Vrijwilligers worden deelgenoot van het leven van een ou-dere, wat soms heel indrukwekkend is. Bovenal

is het heel waardevol, zo ervaren mijn collega’s het zelf ook!”

Altijd bereikbaarAffiniteit met de doelgroep, voldoende levens-ervaring, sterke sociale vaardigheden: het zijn eigenschappen van de vijfendertig vrijwilligers van Huisbezoek 70+. “We werken niet voor niets met vrijwilligers”, zegt Hilda. “Het grote voordeel is dat ze niet gebonden zijn aan in-stanties én aan tijd. Vooral de vrije tijdsinde-ling ervaren ouderen als zeer positief. Ook na vrijdagmiddag vijf uur hebben ouderen hulp-vragen. Daarom kunnen zij ook ’s avonds en in het weekend contact opnemen met een vrijwil-liger. Extra aandacht en ondersteuning: dat is wat de vrijwilligers bieden. Ze gaan zo nodig met de oudere mee naar een loket of de huis-arts. Zelfs mee in de spreekkamer, als de betrok-kene dat graag wil. Geduld en begeleiding zijn zó belangrijk en waardevol.”

Visitekaartje“We krijgen veel positieve verhalen te horen”, vertelt Rosemarie. “Soms wijzen ouderen het huisbezoek eerst af, maar willen ze door de en-thousiaste reacties van omwonenden alsnog graag in gesprek met een ouderenadviseur.” Ook andere gemeenten zijn positief. “We heb-ben een verslag gemaakt van Huisbezoek 70+ in Rheden, met een uitgebreide omschrijving van onze werkwijze. Dit is een goed houvast voor andere gemeenten. Wethouder Tjebbe Vugts noemde het zelfs een visitekaartje voor de gemeente. Wat een mooi compliment!”

17

De Kanteling in de Wmo: voor veel ou­deren is dit een onbekend terrein. Hilda Boersma en Rosemarie Kamphuisen brengen daar met ondersteuning van de gemeente verandering in. Hilda: “Wij be­zoeken alle zelfstandig wonende oude­ren van zeventig jaar en ouder en infor­meren hen over de mogelijkheden op het gebied van wonen, welzijn, zorg en di­verse regelingen. Het voornaamste doel? Ervoor zorgen dat de ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen.”

Huisbezoek 70+

Kantelen begint met een goed gesprek

Page 11: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Marja weet nog goed wat ze op de avond van 29 januari 1994 deed. “In onze gemeente was genoeg aandacht voor jongeren, maar toch waren er veel vernielingen. Ik ging de straat op en ben met een willekeurige groep jongeren meegelopen. De jongeren hadden geen plek om gezellig samen te komen. Ik besloot mijn keuken tijdelijk beschikbaar te stellen en pro-beerde ondertussen de gemeente te overtui-gen dat er iets moest gebeuren. Dat was eigen-lijk het begin van Second House…”

Het Tweede HuisSecond House of Het Tweede Huis; wat is het nu eigenlijk? “De naam Second House is er langzaam ingeslopen. Toen er nog fanatiek gezaalvoetbald werd, hadden de jongeren shirts met daarop onze naam en die van de soos Maxx. Dat is een Engelse naam, dus leek het ons logischer om Second House te gebrui-ken. Dat is blijven hangen. Second House, Het Tweede Huis: wat maakt het uit, iedereen weet waar je het over hebt.”

Turbulente geschiedenisSecond House is een aantal keren verhuisd. “Het begon dus bij mij thuis. Daarna kregen we een plaatsje naast Maxx. Helaas brandde deze gezellige huiskamer af. Ons volgende on-derkomen was boven de soos, maar daar was het echt te druk. We besloten een duidelijkere splitsing te maken tussen Maxx en Second House. Vanaf 2005, toen Maxx een eigen jon-gerenwerker kreeg, is de verdeling in balans. Voor huiswerk, leuke activiteiten of een rustig praatje ga je naar Second House. Jongeren die bijvoorbeeld willen poolen, tafeltennissen of muziek luisteren gaan naar Maxx.”

Net als thuisMarja verwacht dat jongeren zich in hun twee-de huis net als thuis gedragen. “De jongeren hebben zelf regels opgesteld; dat werkt heel goed. Iedereen houdt zich eraan. En zo niet, dan corrigeren ze elkaar. De sfeer is heel po-sitief en gezellig. Iedereen is gelijk. De laatste jaren zie ik steeds meer allochtone jongeren: alleen maar leuk. De deur staat altijd open!” Marja merkt dat de drempel om naar Maxx te gaan de laatste jaren ook steeds lager is gewor-den. “Dat is natuurlijk fantastisch, anders gaan ze op straat rondhangen.”

Kansen voor iedereen“Ik geniet er enorm van om mensen die ner-

gens aan de bak komen een kans te geven om te groeien. Stagiairs zijn daarom altijd welkom bij Second House. Een tijdje terug was er een jongen die een ICT-opleiding volgde, maar ner-gens stage kon lopen. Ik vroeg hem bij ons te komen en een website voor Het Tweede Huis te maken. Eerst waren de kinderen argwanend: ‘Wie is die jongen?’ maar hij werd snel geac-cepteerd en bloeide helemaal op. Prachtig! Hij komt nog steeds af en toe langs.”

Altijd iets te doen’s Ochtends van zeven uur tot negen uur zijn de deuren van Second House al open. “De jonge-ren komen voor school even langs om iets te drinken en een praatje te maken. Het is gezel-lig en voorkomt spijbelen. Als school begint, gaan de kinderen samen die kant op.” Dinsdag, woensdag en donderdag zijn de drukste dagen bij Second House. “Iedere week hebben we een kookcursus, een huiswerkmiddag en een crea-tieve dag. Op de creatieve dag maken we allerlei leuke dingen van duurzame materialen. Vrijwil-ligers van het activeringsproject De Magneet helpen mij bij de huiswerkmiddag. Dat is maar goed ook, want qua Frans en Duits kunnen de kinderen weinig van mij leren”, lacht Marja.

19

Wie in Velp woont, kent Maxx en Second House wel. Deze populaire jongeren­ontmoetingsplaatsen worden al jaren goed bezocht. Het idee voor Second House ontstond op 29 januari 1994 bij Marja Olsder.

Jongerenontmoetingsplaats Second HouseAltijd welkom

Nieuwsgierig? Kijk op www.het2dehuis.nl

Page 12: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

“Veel meer dan een loket waar jongeren en ouders terechtkunnen met opvoed- en op-groeivragen is het CJG een netwerkorgani-satie, waarin verschillende maatschappelijke organisaties en instellingen samenwerken. Als netwerkorganisatie zorgt het CJG ervoor dat vragen dáár beantwoord worden waar de jon-geren en ouders toch al komen: op scholen, consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinder-dagverblijven en bij jongerenwerk en huisart-sen. Dit noemen we de vindplaatsen. Dat is veel laagdrempeliger dan de vraagstellers naar een aparte locatie te laten komen.”

Vindplaatsen“Stel, een moeder heeft een dochtertje van zes jaar dat niet wil eten. Ze maakt zich zorgen en vertelt dit aan de juf. Ze wil weten of het meisje op school ook slecht eet en vraagt zich af wat de school voor haar kan betekenen. De juf is niet altijd in staat om een dergelijke vraag te beantwoorden. Aan ons de taak om ervoor te zorgen dat de juf weet wie zij erbij kan halen om een antwoord te geven op de vraag van deze moeder. In dit geval was dat de jeugdverpleeg-kundige die op school komt, vertelt Marleen Wolbers. Hetzelfde geldt voor een voetbal-coach die merkt dat een jeugdige speler niet lekker in zijn vel zit. Hij is al langere tijd dwars en ontsteekt snel in woede. Voor de coach is het belangrijk dat hij weet waar hij moet aanklop-pen om de jongen te helpen. We haken met de vindplaatsen in op wat al bestaat en zorgen tegelijkertijd voor meer samenhang tussen de organisaties en instellingen.”

Eigen netwerkOndersteuning uit de eigen omgeving verdient de voorkeur boven professionele hulpverle-ning. “Je eigen netwerk is blijvend, daar kun

je altijd op terugvallen. Hulpverlening loopt maximaal één of twee jaar, terwijl vaak langere ondersteuning gewenst is. Het lastige is dat sommige mensen geen eigen netwerk in de buurt hebben. Hun familie woont ver weg en ze hebben weinig vrienden. Lid worden van een vereniging, je aansluiten bij een hobbyclub of vrijwilligerswerk kan de oplossing zijn. Je komt in contact met andere mensen en kunt ze om ondersteuning vragen.” Zelf regie voeren“Voor je geestelijke gesteldheid is het goed om contact te hebben met buurtbewoners, fami-lie of vrienden. Ze kunnen elkaar helpen, door diensten te ruilen. ‘Ik verf jouw schutting en jij kookt voor mij’ bijvoorbeeld. Je benut dan je ei-gen krachten en houdt meer grip op je leven, doordat je de regie houdt. Officiële hulpverle-ners kennen jouw achtergrond nooit zo goed als jijzelf.” Dat geldt ook als je geen werk kunt vinden. “Een hulpverlener kan een deal sluiten

met een ondernemer en afspreken: ik coach de jongere en stoom hem klaar voor het werk en jij als ondernemer bezorgt hem een baan. Hier-mee is de jongere geholpen, maar idealer is het als de jongere zelf de onderhandelingen voert. Hij ontwikkelt daardoor meer verantwoorde-lijkheidsgevoel. Nu gebeurt dit nog te weinig.”

Eén gezin, één planIs hulpverlening nodig, dan moeten hulpverle-ners werken vanuit één gezin, één plan. “Anders werken we langs elkaar heen en krijgen gezin-nen te veel gezichten te zien. Om te voorkomen dat we ze overvragen, werken de verschillende organisaties en instellingen samen in een net-werk dat onderling afspraken maakt over de aanpak. Ze moeten een gezin niet alle proble-men uit handen nemen, maar ze zelf ook zaken laten oplossen. Het gaat tenslotte om hún le-ven, daar moeten zij, waar mogelijk, de verant-woordelijkheid voor nemen. Gaat het niet, dan ondersteunen hulpverleners.”

21

“Jeugdhulp is door de Kanteling in de Wmo veel meer een taak geworden van de gemeente. Professionals uit allerlei sectoren, zoals jeugdzorg, onderwijs, veiligheid en gemeente, moeten nog ef­ficiënter met elkaar samenwerken dan voorheen. Kinderen en ouders krijgen tijdig en op maat de benodigde hulp en ondersteuning. Hierbij gaan we uit van de kracht van de ouders en jongeren zelf. Waar hulpverlening nodig is, hou­den we vast aan het principe: één ge­zin, één plan”, vertelt CJG­coördinator Marleen Wolbers.

Kanteling in de jeugdhulp

Eigen kracht en één gezin, één plan

Page 13: De Wmo in Rheden - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/Wmo_krant... · de rol van de gemeente in de Kanteling van de Wmo, maar ook

WM

O-K

RA

NT

20

13

Zilveren krachtWe gaan een bijzondere tijd tegemoet, waar-bij meer dan vijftig procent van de bevolking ouder is dan vijftig jaar. Pakweg twee genera-ties geleden was de levensstijl van senioren heel anders dan nu. We zien steeds meer ze-ventigers en tachtigers met een zeer actieve levensstijl. Deze mensen zijn niet per definitie hulpbehoevend. Ze zijn in hun zilveren kracht en weten juist heel goed wat ze willen en kun-nen. En als deze inwoners toch ergens hulp bij nodig hebben, dan durven ze erom te vragen. Voor de rest blijven ze graag zo zelfstandig mo-gelijk.

Individuele voorzieningenIn het Rheden van 2020 zijn in elke buurt col-lectieve diensten en voorzieningen beschik-baar op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Voor een kleine groep mensen is geheel zelfstandig wonen onmogelijk. Ook in de toe-komst staan de gemeente en allerlei zorgin-stanties voor hen klaar. Op basis van een goed gesprek met een Wmo-consulent en eventueel andere specialisten, krijgen deze kwetsbare inwoners de individuele voorzieningen die er-voor zorgen dat ook zij mee blijven tellen in de Rhedense samenleving.

Ondersteuning en waarderingHet is gewoon dat zorgvragers eerst terug-vallen op familie, vrienden en familie in de gemeente Rheden van de toekomst. De Rhe-dense vrijwilligersgemeenschap is bruisend. Vrijwilligerswerk is noodzakelijk, maar vooral ook leuk. Mantelzorgers en vrijwilligers kun-nen met al hun vragen en problemen terecht bij de gemeente en andere zorginstanties. Er is veel waardering en ondersteuning voor hen. Zoals het hoort.

Gezamenlijke verantwoordelijkheidDe verantwoordelijkheid voor later ligt niet alleen bij de gemeente, maar ook bij de men-sen zelf. We gaan uit van de eigen kracht van

de inwoners: zij weten meestal het beste wat ze nodig hebben. De gemeente Rheden wil inwoners de macht over hun eigen omgeving teruggeven. Eigenlijk gaat dat verder dan de Kanteling in de Wmo. We streven naar een klei-

ne, faciliterende overheid. U begrijpt dat we meer met minder moeten doen. Dat is geen excuus, maar biedt een mooie kans om zaken beter te regelen. Wij zijn ervan overtuigd dat dat samen met uw hulp gaat lukken.

23

De mensen in de gemeente Rheden la­ten elkaar in hun waarde. Ze kennen el­kaar en maken deel uit van een hechte dorpsgemeenschap. Inwoners doen waar ze goed in zijn. De zorg die ze voor elkaar hebben wordt, waar nodig, aan­gevuld met professionele ondersteu­ning. Zo ziet de gemeente Rheden de toekomst van haar inwoners.

Een kijkje in de toekomstSamen nieuwe wegen inslaan voor zorg op maat