De Draaiende Wieken – Schoolplan 2015-2019 (22-06-2015)
Transcript of De Draaiende Wieken – Schoolplan 2015-2019 (22-06-2015)
De Draaiende Wieken – Schoolplan 2015-2019 (22-06-2015)
Waar staan we voor? Het team van basisschool De Draaiende
Wieken heeft als belangrijkste opdracht
om alle kinderen goed onderwijs te
bieden. In deze basisschoolperiode
krijgen de kinderen een stevige basis om
hun studie voort te zetten en te werken
aan hun toekomst.
Aansluitend op deze kennis- en
vaardigheidsontwikkeling vinden we het
zeker zo belangrijk dat de kinderen zich
als persoon goed ontwikkelen. We
leren de kinderen hoe ze met respect en
binnen vastgestelde normen en
waarden met elkaar omgaan en zich
opstellen in hun leefomgeving.
We leren de kinderen dat ze in grote
mate zelf verantwoordelijk zijn voor
hun handelen en dat ze daarom ook zelf
kunnen sturen in hun gedrag en de
manier van omgaan met elkaar.
Wie zijn we? Het team van merendeels parttime
leerkrachten, IB-er en directie kent de
volgende gecertificeerde specialisten:
Taal-lezen; Rekenen, Gedrag, Jonge Kind,
Interne begeleiding, VIB. Alle teamleden
hebben ruime onderwijservaring.
De Draaiende Wieken wordt bezocht
door ongeveer 275 leerlingen, afkomstig
uit Posterholt maar ook uit de regio.
Omdat Posterholt dichtbij de Duitse
grens ligt, ontvangen we ook
Nederlandstalige leerlingen die in
Duitsland wonen.
Wat doen we al?
Onderwijskundig • Groep 1,2
Thematisch volgens kleuterplein.
• Groep 3 t/m 8
Leerstofaanbod vanuit actuele
lesmethoden in jaarklassen
• Ontwikkeling wordt gevolgd in
volgsysteem van methoden en Cito
• Ondersteuning door gebruik ICT
• Sterk gedifferentieerd leerstofaanbod
en verwerking
• Individueel zorgaanbod waar nodig en
volgens vaste afspraken
• Planning en verantwoording in
groepsplannen, groepsoverzichten en
logboeken.
• Aanbod sport en spel in samenwerking
met verenigingen
• Kunstzinnige vorming en muziek
• Engels in groep 1 t/m 8
Pedagogisch Een veilige en rustige omgeving is
voorwaarde om goed onderwijs te
kunnen geven en om kinderen de
gelegenheid te geven zich optimaal te
ontwikkelen.
Project ”Beter omgaan met elkaar” op
basis van GDO en “Effectieve
conflicthantering’.
- Meer zelfverantwoordelijkheid voor
eigen handelen
- Respect en acceptatie
- Duidelijke normen en waarden
- Consequent in regels en afspraken.
Leerkrachten investeren in een
respectvolle omgang met kinderen en
zijn daarbij voorbeeld en steunpunt.
Waar zijn we goed in? 1. Aansluiten op de vraag van het kind
a. Handelingsgericht werken
onderwijs in drie aanpakken
b. Sociaal emotionele begeleiding
door kind-gesprekken in kader van
GDO
2. Resultaatgericht werken met goede
opbrengsten
3. Duidelijke normen en waarden, regels
en afspraken door de GDO-aanpak
4. Doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 in
aanpak, afspraken en regels
5. Hoge kwaliteit van leerlingenzorg
Externe ontwikkelingen Passend Onderwijs
Leerlingenkrimp
Veranderende samenleving en
maatschappelijke problematiek
ICT-ontwikkelingen
Stille bezuinigingen overheid
Modernisering CAO o.a.
o werkdruk
o duurzame inzetbaarheid
o professionalisering
VVE beleid in gemeente / Rijk
Transitie jeugdzorg en rol gemeente
en CJG
Onze verbeterpunten 1. Persoonlijke vorming en
burgerschap
2. Aanbod voor meer- en
hoogbegaafden
3. Relatie onderwijsbehoefte en
leerlingenkenmerken
4. Afstemming aard van zorg op
kenmerken leerling
5. Inspelen op kinderen met autisme
en ADHD
6. Groepsplan Soc. Ped. Aanpak
7. ICT-vaardigheden van team
8. Inspelen op 21e eeuwse
vaardigheden. (21e century skills)
9. Planning en organisatie in de groep
10. Administratieve overlast
11. Adaptief toetsen
12. Evaluatie onderwijsleerproces
13. Werken in kader van VVE
14. Opstellen streefdoelen schoolbreed
Welke doelen willen we
realiseren? Onderwijs gaat altijd over de vraag: wat
kan de school doen voor het kind en niet
andersom. De kwaliteit van de relatie
‘leerkracht – leerling’ is een belangrijke
voorspeller van schoolsucces. Onderwijs
gaat over kennis, vaardigheden en
vorming, maar ook over het ontwikkelen
van een kritische distantie en over de
groei naar onafhankelijkheid.
Het onderwijs dat wij verzorgen draagt
bij aan de ontwikkeling van jongeren tot
competente, creatieve, kritische en
constructieve deelnemers van onze
huidige en toekomstige samenleving.
Welke doelen willen we realiseren?
Persoonlijke vorming en burgerschap: -Door de gerichte inzet van techniek in ons onderwijsaanbod willen we het onderzoekend leren bij onze leerlingen bevorderen. -Tijdens technieklessen, maar ook bij de overige vakgebieden willen we het onderzoekend leren bij onze leerlingen bevorderen. -We willen een onderzoekende houding bij de leerlingen ontwikkelen. -We willen dat de leerlingen zich vaardigheden eigen kunnen maken om de wereld om hen heen te onderzoeken. - We willen dat de leerlingen een houding ontwikkelen waardoor ze uit zichzelf en als vanzelfsprekend op onderzoek uitgaan.
Aanbod voor meer –en hoogbegaafden: -Vanuit gericht beleid voor meer –en hoogbegaafden willen we komen tot een optimale signalering en een passend onderwijsaanbod voor deze leerlingen om zo optimaal tegemoet te komen aan hun behoeften.
Relatie onderwijsbehoefte en leerling kenmerken:
-Vanuit een gedegen analyse van de leerlingenpopulatie n.a.v. het doorkijkje willen we juiste keuzes maken voor wat betreft het leerstofaanbod, onderwijstijd, leermiddelen en de inrichting van het onderwijs.
Afstemming aard van zorg op kenmerken leerlingen:
-We willen door de invoering van kindgesprekken meer zicht krijgen op de compenserende en belemmerende factoren in het leren van de kinderen. -We willen het pedagogisch klimaat en de pedagogische relatie tussen leerkrachten en leerlingen op onze school verder verbeteren door de invoering van kindgesprekken.
Inspelen op kinderen met autisme en ADHD:
-We willen het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak in het schooljaar 2015 -2016 invoeren. - Door een passende teamnascholing willen we dat het leerkrachtenteam nog meer toegerust is op de begeleiding van kinderen met specifieke stoornissen.
Groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak:
-De groepsleerkrachten kunnen, met ondersteuning van de intern begeleiders, een groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak opstellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen.
ICT-vaardigheden van het team:
-Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden om ICT in de klas doelmatig in te zetten. -De leerkrachten zijn in staat om hun onderwijsleerproces op een verantwoorde wijze te ondersteunen met ICT-hulpmiddelen. -Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden op ICT gebied, zoals deze beschreven zijn in I-Grow.
Inspelen op 21e eeuwse vaardigheden (21th century skills):
-We willen op onze school uitdagend en toekomstgericht onderwijs geven dat inspeelt op de talenten en leerbehoeften van alle individuele leerlingen. -We willen de kinderen leren om op een goede en veilige manier om te gaan met social media. -We willen dat onze school in 2017 beschikt over ten minste 1 leerkracht met extra competenties op het gebied van 21e eeuw vaardigheden.
Planning en organisatie in de groep:
-Door een doorgaande lijn op het gebied van dag –en weektaken te maken, willen we zorgdragen voor nog meer éénduidigheid in ons onderwijs.
Administratieve overlast:
-De leerkrachten gaan het administratieve programma Eduscope met betrekking tot groepsoverzichten, groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven zo effectief mogelijk gebruiken om de administratieve last terug te dringen.
Adaptief toetsen -Door middel van adaptief toetsen willen we bij het toetsen van leerlingen meer aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
Evaluatie van het onderwijsleerproces:
-Door regelmatige observaties in de groepen en bespreking van deze observaties in de gesprekscyclus willen we de ontwikkelpunten voor de individuele leerkrachten en op schoolniveau vaststellen en hier scholing aan koppelen.
Werken in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie):
-We willen het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen kritisch bekijken en eventueel aanpassen in het licht van het nieuw op te stellen VVE-werkplan.
Opstellen streefdoelen schoolbreed
-We willen per vakgebied onze streefdoelen naar boven bijstellen om zo hogere opbrengsten op individueel, groeps –en schoolniveau te behalen.
Succesbepalende factoren De school beschikt over een ervaren
team
Binnen het leerkrachtenteam zijn
diverse specialisten (rekenen, taal
gedrag)
In school heerst een rustige
leeromgeving door gerichte sturing op
gedragsaspecten middels GDO
De leerkrachten hanteren een helder
en gestructureerd
klassenmanagement
De leerkrachten zijn pedagogisch
vaardig
Risicofactoren Gemiddelde leeftijd team is hoog
Tegen einde huidige
schoolplanperiode veel uitstroom
personeel door natuurlijk verloop, en
daardoor verlies expertise.
ICT-ontwikkelingen gaan snel. Kunne
alle leerkrachten deze ontwikkelingen
wel volgen.
Daling aantal leerlingen zorgt voor
kleiner team. Taken verdelen over
minder teamleden.
Hoog ziekteverzuim van langdurig
zieken
Veranderende samenleving en
maatschappelijke problematiek(en)
(Stille) bezuinigingen overheid
Transitie jeugdzorg
Administratie overlast
Hoe is dit schoolplan tot stand
gekomen? Het M.T. heeft gekozen voor een beknopte
opzet. Na goedkeuring door het team is
gestart met de verdere uitwerking van het
schoolplan. Tijdens een aantal studie – en
vergadermomenten met het team is het
schoolplan besproken en aangepast.
Daarnaast is het schoolplan besproken in
de klankbordgroep ouders
Hoe weten we of we succesvol
zijn? We hebben in het schoolplan een
periodisering aangebracht m.b.t. doelen
en bijbehorende activiteiten. Aan de hand
van deze periodisering worden doelen en
activiteiten geëvalueerd en waar nodig
aangepast.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 1 -
Onze verbeterpunten De Draaiende Wieken
toelichting op Schoolplan 2015-2019 25-06-2015
Persoonlijke vorming en burgerschap: Sociale vorming is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het behoort tot de wettelijke
taak van het onderwijs. Jongeren hebben behoefte aan een brede cultuuroverdracht, waaronder kennis van
tradities en moraal. Deze cultuuroverdracht vormt hun persoonlijkheid en bereidt hen tegelijkertijd voor op
het functioneren in de samenleving. Vormend onderwijs reikt jongeren kennis en vaardigheden aan en stelt
hen in staat de dialoog aan te gaan en hun standpunt te bepalen ten opzichte van maatschappelijke
ontwikkelingen en discussies. Scholen en leraren vervullen hierbij een belangrijke rol. Leraren reiken kennis
aan en laten waarden en idealen zien in hun handelen.
Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en
daar een actieve bijdrage aan te leveren. Sociale integratie betreft de deelname van burgers ongeacht hun
etnische of culturele achtergrond aan de samenleving in de vorm van participatie, deelname aan de
maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse
cultuur. Bevordering van burgerschap en integratie is belangrijk. Voor onze school betekent de wettelijke
burgerschapsopdracht dat we verplicht zijn om in ons onderwijs aandacht te besteden aan actief
burgerschap en sociale integratie.
Het versterken van het burgerschap en integratie is niet nieuw binnen ons onderwijs. We geven er al op
allerlei manieren vorm aan, bijvoorbeeld door het invullen van onze pedagogische taak, sociale, morele en
levensbeschouwelijke vorming en binnen ons W.O.-onderwijs. De komende jaren zal het cultuur –en
techniekonderwijs een speciale plaats in ons curriculum innemen met het oog op de brede persoonlijk en
maatschappelijke vorming van onze leerlingen.
Welke doelen willen we realiseren ?
Door de gerichte inzet van techniek in ons onderwijsaanbod willen we het onderzoekend leren bij onze
leerlingen bevorderen.
Aanbod voor meer –en hoogbegaafden: Scholen zoeken altijd al naar wegen om leerlingen, die aan hun zorgen zijn toevertrouwd, effectief te
begeleiden. Huidige maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende onderwijskundige inzichten over
passend onderwijs, handelingsgericht werken en opbrengstgericht werken vragen toegespitste kennis en
vaardigheden van professionals in het onderwijs met name ook in het omgaan met (hoog)begaafdheid.
Een begaafde leerling heeft minder tijd nodig om de reguliere leerstof te doorlopen. De tijd die vrijkomt,
kan het beste ingevuld worden met verrijkings –en verdiepingsstof. Deze leerstof zal moeten aansluiten bij
de behoeften van de begaafde leerlingen. Dat wil zeggen dat de leerstof geschikt moet zijn voor:
-zelfstandig werken;
-zelfstandig leren;
-zelfverantwoordelijk leren.
Goede verrijkingstaken vragen nooit naar de bekende weg, de oplossing van de taak ligt niet voor het
grijpen. Meerdere antwoorden zijn mogelijk, meerdere paadjes zijn mogelijk om tot een resultaat te komen.
Het draagvlak binnen het team is groot om te komen tot goed aanbod voor begaafde leerlingen. In het
schooljaar 2014-2015 zijn we gestart met een teamcursus, waarin signalering van hoogbegaafdheid, maar
ook het leerstofaanbod voor deze leerlingen centraal staat. Dit zijn de pijlers voor een goed beleid voor
begaafde kinderen op onze basisschool, hetgeen in het schooljaar 2015-2016 zijn verdere implementatie zal
krijgen.
Welke doelen willen we realiseren ?
Vanuit gericht beleid voor meer –en hoogbegaafden willen we komen tot een optimale signalering en een
passend onderwijsaanbod voor deze leerlingen om zo optimaal tegemoet te komen aan hun behoeften.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 2 -
Relatie onderwijsbehoefte en leerling kenmerken:
Een analyse van de leerling populatie leidt tot het nemen van bewuste keuzes op het gebied van
leerstofaanbod, onderwijstijd, het gebruik van onderwijsleermiddelen en de inrichting van het onderwijs
afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We hebben in het schooljaar 2013 – 2014 een
doorkijkje van onze leerling populatie gemaakt. We hebben hier echter nog geen verdere conclusies aan
verbonden.
In het kader van passend onderwijs zullen er ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op onze
basisschool aangemeld worden. Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte stellen extra eisen aan
het gebouw, de leerkrachten, de IB’er en ook de schoolgenoten. Het uitgangspunt is dat elke leerkracht in
principe ruimte heeft voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dat betekent echter niet dat
elke leerling met een specifieke onderwijsbehoefte kan worden geplaatst op onze school. Elke aanmelding
wordt expliciet beoordeeld.
Bij ieder verzoek tot plaatsing zal telkens een afweging gemaakt worden. Kern van deze afweging is de vraag
of de combinatie van specifieke onderwijsbehoefte en de extra ondersteuning die noodzakelijk is, past
binnen de mogelijkheden van onze school. Het gaat daarbij om de balans tussen de hulpvraag van het kind
en de (on)mogelijkheden van onze school. Ook dient daarbij meegenomen te worden of externe-hulp
ingeschakeld kan worden. Op dit moment werken we met een sluitend systeem van aanmelding, intake
(indien nodig met intern begeleider) en warme overdracht vanuit voorschoolse instanties.
Welke doelen willen we realiseren ?
Vanuit een gedegen analyse van de leerlingenpopulatie n.a.v. het doorkijkje willen we juiste keuzes maken
voor wat betreft het leerstofaanbod, onderwijstijd, leermiddelen en de inrichting van het onderwijs.
Afstemming aard van zorg op kenmerken leerlingen:
Bij de afstemming van de zorg werd voorheen vooral gekeken naar het cognitieve aspect. In de afgelopen
jaren is de scoop van de zorg verbreed en werd er ook gekeken naar werkhoudingsaspecten, sociaal-
emotionele belemmeringen en andere specifieke belemmeringen. Het samenwerkingsverband vraagt bij de
aanvraag van extra zorg op niveau 4 en hoger om ook de belemmerende en compenserende factoren
volgens de HGPD in kaart te brengen. Daarnaast werden we door de onderwijsinspectie erop gewezen dat
bij de start en de uitvoering van extra begeleiding de inbreng en betrokkenheid van de leerling zelf en
uiteraard ook van de ouders niet vergeten mag worden.
Tot nu toe is er slechts beperkt gewerkt met kindgesprekken, en wordt de HGPD-aanpak niet in de
gewenste mate toegepast. De ouders worden wel regelmatig betrokken bij de extra zorg door middel van de
evaluatiegesprekken. De permanente actieve betrokkenheid van de ouders is nog niet structureel ingevuld.
Welke doelen willen we realiseren ?
-We willen door de invoering van kindgesprekken meer zicht krijgen op de compenserende en
belemmerende factoren in het leren van de kinderen.
-We willen het pedagogisch klimaat en de pedagogische relatie tussen leerkrachten en leerlingen op onze
school verder verbeteren door de invoering van kindgesprekken.
Inspelen op kinderen met autisme en ADHD:
De ontwikkeling van kinderen wordt mede bepaald door hun mogelijkheden en beperkingen. Deze zijn voor
een belangrijk deel bij de geboorte ingegeven en maken elk kind uniek. Daarnaast geeft de omgeving, zoals
het onderwijs, stimulans en diversiteit aan de ontwikkelingskansen. Zo kunnen we een kind helpen groeien.
De beste vorm van leerlingenzorg voor ons is goed onderwijs op de werkvloer. Dit is de basis van een
continuüm van zorg.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 3 -
Willen we de kinderen de kans geven zich in een doorgaande lijn te ontplooien, dan zullen we een pakket
van maatregelen tot onze beschikking moeten hebben, dat er toe moet bijdragen de kinderen die
belemmeringen ondervinden in het leer- en ontwikkelingsproces optimaal te kunnen helpen.
De school heeft enige expertise opgebouwd met betrekking tot de aanpak van kinderen met
gedragsstoornissen als: ASS, aandacht stoornissen met of zonder hyperactiviteit, angst –en
stemmingsstoornissen, anti-sociaal en oppositioneel gedrag.
Binnen het team zijn er collega’s, die zich verder willen specialiseren op het gebied van de begeleiding van
kinderen met genoemde stoornissen.
Welke doelen willen we realiseren ?
-We willen het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak in het schooljaar 2015 -2016 invoeren.
- Door een passende teamnascholing willen we dat het leerkrachtenteam nog meer toegerust is op de
begeleiding van kinderen met specifieke stoornissen.
Groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak:
Aan gedrag en sociaal emotioneel leren wordt planmatig gewerkt. De school gaat na welke
onderwijsbehoeften leerlingen met lichte en zware gedragsproblematiek hebben.
Het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak is – net als de groepsplannen voor de leergebieden – een
schriftelijk planningsmodel, waarin de leerkracht vastlegt hoe zijn of haar groep zich ontwikkelt en zich zou
moeten ontwikkelen. Hierbij wordt in kaart gebracht:
• welke ondersteuningsbehoeften er zijn voor alle leerlingen (preventie 1),
• voor sommige leerlingen die risico lopen zich problematisch te ontwikkelen (preventie 2),
• voor enkele leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wegens risico op ernstig
probleemgedrag (preventie 3).
Daarbij worden interventies bedacht die ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden.
De leraar stelt doelen en hij gaat systematisch na of de doelen zijn bereikt.
Op dit moment zijn er wel groepsplannen voor rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen, maar
nog niet op sociaal emotioneel gebied.
Welke doelen willen we bereiken:
De groepsleerkrachten kunnen, met ondersteuning van de intern begeleiders, een groepsplan Sociaal
Pedagogische Aanpak opstellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen.
ICT-vaardigheden van het team:
ICT is geen doel maar een middel, het kan leraren ondersteunen. ICT-bekwame leraren zijn in staat te
beoordelen wanneer ICT een meerwaarde heeft voor de uitoefening van hun beroep.
Uit onderzoek blijkt dat de juiste inzet van ICT in het onderwijs ervoor zorgt dat bij leerlingen:
• de motivatie toeneemt;
• de leerprestaties verbeteren;
• het leerproces efficiënter wordt.
Voor leerkrachten betekent de juiste inzet van ICT:
• tijdsbesparing: door bepaalde taken te automatiseren en gegevens opnieuw te gebruiken.
• verbeterde transparantie: meer inzicht in de prestaties van leerlingen, leraren en de instelling zelf. •
betere sturing: door de verbeterde transparantie meer mogelijkheden om middelen effectief in te zetten.
• hogere professionaliteit: ICT als medium en als hulpmiddel voor professionele ontwikkeling van het
personeel.
ICT kan ondersteunen in verschillende facetten van het beroep van de leraar. We onderscheiden daarbij 3
kerntaken:
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 4 -
A. Pedagogisch-didactisch handelen
Leraren ondersteunen hun onderwijs met ICT-hulpmiddelen. Zij zijn in staat te beoordelen wanneer ICT een
meerwaarde heeft en passen hun kennis en vaardigheden op het gebied van leerinhoud, pedagogiek,
didactiek én technologie in samenhang toe.
Zij kunnen daarbij:
• rekening houden met de impact die de digitale wereld heeft op het opgroeiende kind;
• de verbinding leggen tussen leerdoel, werkvorm en de inzet van ICT-hulpmiddelen;
• uitleggen welke meerwaarde ICT heeft in het aanbieden van hun onderwijs.
B. Werken in de schoolcontext
Leraren organiseren en verantwoorden hun werk met behulp van ICT-middelen. Zij gebruiken de ICT-
systemen waarvoor hun school gekozen heeft. Voor het organiseren van hun eigen werk, voor het
communiceren met leerlingen, collega’s en ouders én voor het verantwoorden van hun eigen handelen. Zij
kunnen daarbij:
• administratieve zaken digitaal vastleggen, beheren en delen;
• voortgang van leerlingen digitaal zichtbaar maken en volgen;
• digitaal communiceren.
C. Professionele ontwikkeling
Leraren onderhouden en ontwikkelen hun eigen vakbekwaamheid met behulp van ICT-hulpmiddelen. Zij
kunnen de meest actuele informatie online vinden en weten hoe zij ICT kunnen inzetten om vakbekwaam te
blijven. Zij kunnen daarbij:
• voor hun vakgebied relevante digitale bronnen vinden en raadplegen;
• de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied volgen en kennis en ervaringen uitwisselen via digitale
platforms.
Welke doelen willen we realiseren ?
-Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden om ICT in de klas doelmatig in te zetten.
-De leerkrachten zijn in staat om hun onderwijsleerproces op een verantwoorde wijze te ondersteunen met
ICT-hulpmiddelen.
-Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden op ICT gebied, zoals deze beschreven zijn in I-
Grow.
Inspelen op 21e eeuwse vaardigheden (21th century skills):
Om jongeren goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat ze competenties ontwikkelen
waaraan behoefte is in de kennissamenleving. Die competenties worden de 21st century skills genoemd.
Wat moeten jongeren nu leren om optimaal voorbereid te zijn op de samenleving in de 21ste eeuw?
Kennisnet kwam na onderzoek tot zeven skills die belangrijk zullen zijn in de 21ste eeuw:
• Communicatie
• Samenwerken
• ICT-geletterdheid
• Creativiteit
• Kritisch denken
• Probleemoplosvaardigheden
• Sociale en/ culturele vaardigheden (inclusief burgerschap)
Communicatie
Het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap. Door tussenkomst van technologie
veranderen oorspronkelijke communicatie elementen, de tijd van communicatie en wordt het bereik groter.
Nieuwe communicatiemiddelen die invloed hebben op onze communicatie zijn: sociale media,
chatprogramma’s, blogs etc..
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 5 -
Samenwerken
Gezamenlijk een doel halen, elkaar aanvullen, inspireren, ondersteunen. Dat vraagt van de leerkracht
verschillende rollen in de groep te (h)erkennen, hulp te vragen en te ontvangen, gezamenlijke
verantwoordelijkheid en individuele aansprakelijkheid, positieve open houding, flexibel te zijn en een goed
aanpassingsvermogen.
ICT-geletterdheid
Vaardigheden voor het effectief en efficiënt gebruik van technologie. Daarbij komen ‘technologische
geletterdheid’ en ‘informatievaardigheden’ samen. Deze vaardigheid wordt gezien als enige echt nieuwe
vaardigheid van de 21ste eeuw, aangezien we inmiddels omringd worden door technologie.
Creativiteit
Het vermogen om nieuwe ideeën, benaderingen, oplossingsstrategieën en inzichten buiten de gebaande
paden te creëren en te optimaliseren.
Behoefte aan creativiteit neemt toe, omdat kennis geen of amper onderscheidend vermogen meer is
(informatie/kennis is vrij beschikbaar via internet). Het gaat niet zozeer erom die kennis te hebben, maar
om haar succesvol toe te kunnen passen.
Kritisch denken
Het vermogen om onafhankelijk van anderen een eigen visie of onderbouwde mening te formuleren. Waar
voorheen de publicatie van informatie vanuit officieel geaccepteerde autoriteiten kwam, is er nu een grote
hoeveelheid een openlijke beschikbare informatie waar waarheden naast elkaar bestaan.
Probleemoplossend vermogen
Het (h)erkennen dat problemen bestaan en tot een plan van actie kunnen komen om deze op te lossen.
Voorheen werd er voor je gedacht en was deze vaardigheid slechts voor ‘enkele autoriteiten’. Nu hangt
succes af van de vaardigheid hierin, ieder op zijn eigen niveau.
Sociale en culturele vaardigheden
In staat zijn om met mensen van verschillende etnische, sociale, organisatorische en politieke achtergrond
effectief samen te leren, werken en te leven. We werken steeds vaker en meer over (organisatorische en
lands)grenzen heen. Kennis van jezelf en de ander is van belang om tot productief samenwerken en goed
samenleven te komen.
Welke doelen willen we realiseren ?
-We willen op onze school uitdagend en toekomstgericht onderwijs geven dat inspeelt op de talenten en
leerbehoeften van alle individuele leerlingen.
-We willen de kinderen leren om op een goede en veilige manier om te gaan met social media.
-We willen dat onze school in 2017 beschikt over ten minste 1 leerkracht met extra competenties op het
gebied van 21e eeuw vaardigheden.
Planning en organisatie in de groep:
Op onze school wordt dit als volgt vorm gegeven:
De leerkrachten hanteren een helder en gestructureerd klassenmanagement.
*De leerkrachten werken met een wekelijks terugkerend, gestructureerd en voor de kinderen overzichtelijk
lesrooster.
*De leerkrachten benaderen de kinderen op een positieve manier.
*De leerkrachten werken met groepsplannen op 3 niveaus, voor technisch lezen, rekenen en wiskunde,
begrijpend lezen en spelling.
*De leerkrachten geven de lessen voor de diverse vakgebieden volgens het ADI-model.
*Alle leerkrachten geven structureel aandacht aan sociaal emotionele ontwikkeling bij de kinderen (zie ook
het protocol “Beter omgaan met jezelf en de ander”).
De leerkrachten zijn pedagogisch vaardig en goed geschoold:
*De leerkrachten ondersteunen de leerlingen en dagen ze uit tot zelfverantwoordelijkheid en
zelfstandigheid t.o.v. anderen en van hun (leer)taken.
*Het M.T. (directie en intern begeleidster) doet klassenbezoeken om het pedagogisch klimaat te bewaken.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 6 -
Om de zelfverantwoordelijkheid en de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen willen we een
doorgaande lijn in dag –en weektaken ontwikkelen en invoeren.
Welke doelen willen we bereiken:
Door een doorgaande lijn op het gebied van dag –en weektaken te maken, willen we zorgdragen voor nog
meer éénduidigheid in ons onderwijs.
Administratieve overlast:
Werkdruk in het onderwijs is een veelbesproken thema. Sterk hieraan gerelateerd is de regeldruk en de
daaruit voortvloeiende administratieve last. Uitgangspunt bij verplichtingen is wat de wetgever voorschrijft:
In het onderstaande schema wordt aangegeven wat de onderwijsinspectie vraagt op het gebied van
toetsen, leerlingvolgsysteem, sociaal emotionele ontwikkeling, kleuterobservaties, individueel
handelingsplan, groepsplan en ontwikkelingsperspectief:
Niet verplicht Verplicht
Toetsen
Een kleutertoets is niet verplicht.
Methodetoetsen zijn ook niet
verplicht.
De Inspectie adviseert het eens per
jaar afnemen van een landelijk
genormeerde toets in alle leerjaren.
Een eindtoets voor alle leerlingen
van groep 8 voor taal en rekenen is
verplicht vanaf 2015.
Leerling-
volgsysteem
Het leerlingvolgsysteem van Cito
of Eduscope is niet verplicht.
Scholen zijn vrij te kiezen hoe ze
ontwikkelingen in kaart brengen.
Een samenhangend systeem voor
het volgen van prestaties en
ontwikkelingen van leerlingen is
verplicht.
Ontwikkelingen laten zien is
voldoende.
Sociaal
emotionele
ontwikkeling
Scholen zijn niet verplicht tot
gebruik van SCOL of ZIEN.
Scholen zijn vrij in het kiezen van
een (eigen) systeem.
Scholen moeten de sociaal-
emotionele ontwikkeling van
leerlingen volgen.
Inspectie adviseert een
zelfrapportage door leerlingen.
Kleuter-
observaties
Kleuterobservaties zijn niet
verplicht.
Scholen moeten de sociaal-
emotionele ontwikkeling van
leerlingen volgen.
Individueel
handelingsplan
Individueel handelingsplan is niet
verplicht.
Groepsplan
Een groepsplan is niet verplicht.
Minimale plannen als didactisch
hulpmiddel zijn voldoende.
Ontwikkelings-
perspectief
(OPP)
Ontwikkelingsperspectief hoeft
niet voor het basis
ondersteuningsaanbod zoals
Een OPP is verplicht voor alle
leerlingen in het reguliere onderwijs
die extra ondersteuning nodig
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 7 -
begeleiding van dyslexie of
kortdurende remedial teaching.
hebben.
Een OPP is verplicht voor leerlingen
in het speciaal (basis) onderwijs.
Leerlingen kunnen daarbij geclusterd
worden.
Naast de in bovenstaand schema genoemde verplichtingen vanuit de inspectie is school ook gebonden aan
afspraken vanuit het Samenwerkingsverband en ons bestuur INNOVO. Ook heeft school zelf de vrijheid om
gezamenlijke afspraken te maken met betrekking tot de administratie behorend bij de individuele leerlingen
of de diverse groepen.
Welke doelen willen we bereiken:
De leerkrachten gaan het administratieve programma Eduscope met betrekking tot groepsoverzichten,
groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven zo effectief mogelijk gebruiken om de administratieve last
terug te dringen.
Adaptief toetsen:
In het reguliere onderwijs krijgen de meeste leerlingen de toets aangeboden die past bij het leerjaar waarin
zij zitten. Vanuit de toetsen kan een vaardigheidsniveau en een daarbij behorend functioneringsniveau
vastgesteld worden.
Dit functioneringsniveau geeft aan met welke gemiddelde leerling in het reguliere basisonderwijs de
vaardigheid van de getoetste leerling te vergelijken is. Bijvoorbeeld: Een leerling behaalt op een toets
Begrijpend lezen M5 een vaardigheidsscore van 8. Deze vaardigheidsscore komt overeen met de
Vaardigheidsscore van een gemiddelde leerling op het toetsmoment M4. Dan is het functioneringsniveau
van de leerling M4. Dit betekent dat de leerling qua vaardigheid vergelijkbaar is met een gemiddelde
leerling in het reguliere basisonderwijs in januari van groep 4.
De uitslag op een toets is het meest nauwkeurig wanneer de toets aansluit bij het niveau van de leerling. De
leerling zal zich dan herkennen in de toets en zich uitgedaagd voelen zonder de frustratie van een te
moeilijke toets te ervaren.
Voor leerlingen die zich minder snel ontwikkelen dan gemiddeld, wordt het niveau van de toets daarom
afgestemd op het niveau van de leerling in plaats van op het aantal jaren onderwijs dat de leerling gevolgd
heeft. We noemen dit adaptief toetsen.
Wanneer een leerling een vaardigheidsscore heeft waarbij het functioneringsniveau meer dan een jaar lager
ligt dan het niveau van de toets, was de toets voor deze leerling veel te moeilijk en de meting minder
nauwkeurig. Om de groei van de leerling in beeld te brengen en het onderwijsaanbod af te kunnen
stemmen op het niveau van de leerling, is een betrouwbare toetsscore nodig. De leerling maakt dan een
gemakkelijkere toets, waarbij gebruik wordt gemaakt van de vaardigheidsscore uit de laatste toetsafname
en het functioneringsniveau om een passende
toets te kiezen.
Op onze school wordt op dit moment slechts mondjesmaat gebruik gemaakt van adaptief toetsen. In het
kader van de nascholing “Klaar voor passend onderwijs” krijgen de intern begeleiders dit schooljaar meer
informatie over deze materie en van daaruit zal beleid vastgesteld worden rondom adaptief toetsen.
Welke doelen willen we bereiken:
Door middel van adaptief toetsen willen we bij het toetsen van leerlingen meer aansluiten bij het
ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 8 -
Evaluatie van het onderwijsleerproces:
Opbrengstgericht werken is erop gericht om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De kern is dat de
leerkrachten hun onderwijs aanpassen aan de hand van de meetbare resultaten. Het verbeteren van de
resultaten start met een grondige analyse naar de achterliggende oorzaken. Aan de hand van die analyse
wordt een actieplan opgesteld met meetbare doelen. Want het vaststellen van de gewenste opbrengsten
zorgt voor optimale opbrengstgerichtheid.
Opbrengstgerichtheid wil zeggen: het bewust, cyclisch en systematisch werken met als doel de grootst
mogelijke opbrengst. Om de opbrengsten te verhogen is bewustwording een vereiste. Die opbrengsten
hebben betrekking op leerprestaties, de sociaal-emotionele resultaten en de tevredenheid van ouders,
leerlingen en het vervolgonderwijs.
Opbrengstgericht werken heeft hoge verwachtingen van de kinderen en gaat uit van doelgericht werken.
Dat is van belang op alle niveaus binnen de school, dus niet alleen de leerkracht, maar ook het management
team.
Opbrengstgericht werken is niet te herleiden tot één enkele onderwijskundige maatregel. Ook is het niet de
verantwoordelijkheid van één of twee personen in de school. De opbrengsten van een school verbeteren
vraagt om een samenhangende onderwijskundige aanpak op alle niveaus in de school.
• Op schoolniveau is kwaliteitszorg van belang. Er heerst een opbrengstgerichte cultuur. Er worden normen
vastgesteld, waar het onderwijsleerproces op De Draaiende Wieken aan zal moeten voldoen.
• Op groepsniveau is het de leerkracht die in de lessen opbrengstgericht werken vormgeeft door de manier
waarop deze zijn lessen presenteert en organiseert. Hierbij gaat het om de kwaliteit van het leerstofaanbod
voor alle leerlingen, de onderwijstijd, het didactisch handelen en de afstemming van het
onderwijsleerproces op de verschillende behoeften van leerlingen.
• Op leerlingniveau speelt de extra zorg aan de individuele leerling een belangrijke rol. Verder zijn een goed
toetsinstrumentarium en actieve betrokkenheid van de leerling belangrijk.
Op leerlingniveau en op groepsniveau wordt er al gedegen geëvalueerd. Op schoolniveau mag dit nog
sterker aangezet worden.
Welke doelen willen we bereiken:
Door regelmatige observaties in de groepen en bespreking van deze observaties in de gesprekscyclus willen
we de ontwikkelpunten voor de individuele leerkrachten en op schoolniveau vaststellen en hier scholing aan
koppelen.
Werken in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie):
De doelgroep voor voorschoolse educatie bestaat uit kinderen van 2 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente
Roerdalen, die voldoen aan één of meerdere van de volgende criteria:
• Kinderen die vallen binnen de gewichtenregeling van het basisonderwijs;
• Kinderen die verblijven in een niet stimulerende taalomgeving door weinig taalaanbod of thuis
wordt geen Nederlands gesproken en/of er is sprake van een achterstand in de Nederlandse taal.
• Kinderen waarbij relatieve risico-indicatoren van invloed zijn op de ontwikkeling van schoolse
vaardigheden.
Doel van VVE is kinderen met een VVE indicatie extra (taal en spel) begeleiding in de voorschool en
vroegschool te geven, zodat ze een goede start kunnen maken met het verwerven van de schoolse
vaardigheden in groep 3.
Kinderen worden geïndiceerd door de GGD en toegeleid naar een kindercentrum met peutergroepen. Het
kan ook voorkomen dat kinderen in de peutergroep worden gesignaleerd als zijnde kinderen die een
(taal)ontwikkelingsachterstand hebben, dan kan vanuit de peutergroep contact worden opgenomen met de
GGD.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 9 -
Van kinderen die op een peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf hebben gezeten, ontvangt de basisschool
informatie, zowel mondeling als schriftelijk. Ook wordt er voor de toelating tot de basisschool een intakelijst
door de ouders ingevuld. Voor het volgen van leerlingen met een VVE indicatie gebruiken de leerkrachten
de uitgebreide screeningslijst / observatielijst van “Kleuterplein”. Na een start/gewenningsperiode van
maximaal 3 maanden wordt (vanuit de onderwijsbehoefte van dit kind) een handelingsplan opgesteld voor
deze leerlingen, waarin de doelen uitgebreid beschreven worden, met ouders besproken worden in een
oudergesprek en ondertekend door leerkracht en ouders.
Sinds het afgelopen schooljaar stromen de eerste leerlingen met een VVE-indicatie onze basisschool binnen.
Op schoolniveau moet er een werkplan VVE worden gemaakt, waarin beschreven staat hoe we met VVE
binnen onze basisschool om zullen gaan. Onderdeel van dit werkplan zijn o.a. de resultaatafspraken, zoals
die binnen de gemeente Roerdalen zijn vastgesteld.
Welke doelen willen we bereiken:
We willen het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen kritisch bekijken en eventueel aanpassen in het licht van
het nieuw op te stellen VVE-werkplan.
Opstellen streefdoelen schoolbreed
Het stellen van doelen is een belangrijk uitgangspunt voor opbrengstgericht werken. Voor het onderwijs
geldt dat we doelen stellen die we met de leerlingen willen bereiken. Die doelen vinden we bijvoorbeeld
terug in schoolplannen en in lesmethodes. Door doelen te stellen en die als uitgangspunt te nemen voor ons
onderwijs, werken we aan de ontwikkeling van de leerlingen. Voorwaarde is wel, dat de doelen uitdagend
zijn, en SMART geformuleerd. SMART staat voor:
• Specifiek: eenduidig en concreet geformuleerd;
• Meetbaar: te toetsen;
• Acceptabel: passend bij de doelgroep, afgestemd op de beginsituatie;
• Realistisch: haalbaar;
• Tijdgebonden: voor een afgebakende periode.
Uitdagende, ambitieuze doelen laten ons vooruitkijken naar het onderwijsaanbod van de komende periode
en de planning. Uitdagend en ambitieus wil zeggen dat we niet uitgaan van minimale doelen. Uitdagende,
ambitieuze doelen duiden op hoge verwachtingen van de leerkrachten (en de school). Belangrijk, want hoge
verwachtingen leiden tot hogere opbrengsten.
Op dit moment baseren we onze doelen op de inspectienormen, passend bij ons schooltype met meer dan
15% gewichtsleerlingen. In de nabije toekomst willen we onze opbrengsten vergelijken met scholen met een
lager percentage gewichtsleerlingen en daar onze doelen op baseren.
Welke doelen willen we bereiken:
We willen per vakgebied onze streefdoelen naar boven bijstellen om zo hogere opbrengsten op individueel,
groeps –en schoolniveau te behalen.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 10 -
Externe ontwikkelingen
Passend onderwijs:
Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Onderwijs dat leerlingen uitdaagt,
dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met hun beperking. Kinderen gaan, als het kan, naar
het regulier onderwijs. Zo worden ze zo goed mogelijk voorbereid op een vervolgopleiding en op een plek in
de samenleving. Het speciaal onderwijs blijft bestaan voor kinderen die daar het best op hun plek zijn.
Met de invoering van passend onderwijs wil de overheid bereiken dat:
• Alle kinderen een passende plek in het onderwijs krijgen.
• Als het kan gaat het kind naar een reguliere school. Als dat niet kan, in het speciaal onderwijs.
• Scholen meer mogelijkheden krijgen voor ondersteuning op maat.
• De mogelijkheden en de onderwijsbehoefte van kind bepalend zijn, niet de beperkingen.
• Kinderen niet meer langdurig thuis komen te zitten.
Zorgplicht:
Sinds 1 augustus 2014 hebben besturen een zorgplicht. Dit houdt in dat het bestuur een passende plek
moet zoeken, als uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Er zijn 3 mogelijkheden:
• een aanbod op de eigen school (de school van aanmelding);
• een aanbod op een andere reguliere school;
• een aanbod op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
Met de zorgplicht wil de overheid voorkomen dat kinderen thuis komen te zitten, omdat er geen passend
onderwijsaanbod voor ze is.
Basisondersteuning:
Scholen moeten in ieder geval de basisondersteuning bieden. Dit is de ondersteuning die alle scholen
binnen het samenwerkingsverband (in de regio) bieden. De scholen in het samenwerkingsverband maken
hierover onderling afspraken. Het gaat bijvoorbeeld om hulp voor leerlingen met dyslexie, aanpak (ter
voorkoming van) gedragsproblemen en extra begeleiding aan leerlingen die een meer of minder dan
gemiddelde intelligentie hebben. De kwaliteit moet voldoen aan de normen van de onderwijsinspectie.
Ondersteuningsprofiel:
Iedere school stelt in het kader van passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op. In dat
ondersteuningsprofiel staat welke ondersteuning de school leerlingen te bieden heeft en ook waar de
grenzen van de school liggen voor wat betreft de begeleiding van kinderen.
Zie ook: Ondersteuningsprofiel De Draaiende Wieken.
Leerlingenkrimp:
Er worden de afgelopen tien jaar steeds minder kinderen geboren. Dit heeft invloed op het onderwijs.
Minder kinderen worden aangemeld op de basisschool.
Scholen krijgen per leerling een vergoeding van de overheid. Door de leerlingenkrimp krijgen scholen veel
minder geld. De leerlingendaling leidt er uiteindelijk toe dat scholen minder leerlingen en klassen krijgen.
Ook op onze basisschool is dit het geval. Waar op 1 oktober 2011 nog 332 leerlingen onze basisschool
bezochten, waren dat er op de teldatum 1 oktober 2014 nog 261. De verwachting is dat het aantal
leerlingen op dit aantal zal stabiliseren in de komende jaren, maar waar we in het verleden 5
kleutergroepen hadden, zijn dat er nu nog maar 2 en waar in het verleden alle groepen dubbel waren zal er
in de toekomst van ieder leerjaar maar 1, weliswaar grote groep (≥ 30 leerlingen per groep), zijn.
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 11 -
Veranderende samenleving en maatschappelijke problematiek:
We bevinden ons momenteel in een tijdperk dat zich nadrukkelijk onderscheidt van het verleden. De
Nederlandse samenleving heeft de afgelopen twintig jaar belangrijke maatschappelijke veranderingen
ondergaan. Ontwikkelingen op het gebied van het vervoer (automobiliteit, luchtvaart),
communicatiemiddelen (televisie, GSM, internet), economie (mondialisering, flexibilisering van de arbeid,
economische migratie) en het sociale en persoonlijke leven (veranderende rolpatronen, vrijetijdsindustrie),
hebben ervoor gezorgd dat de huidige generatie jongeren op een andere manier hun identiteit vormt dan
vorige generaties. Met name jongeren houden zich bezig met de vraag wie zij zijn en welke positie zij
innemen binnen de sociale omgeving. Zij hebben meer dan voorheen de keuze om zich te identificeren met
groepen elders en komen steeds meer in aanraking met beelden, ideeën, mensen en producten vanuit
verschillende delen van de wereld. Deze confrontatie met ‘de ander’, laat jongeren vragen stellen- en
nadenken over de eigen identiteit. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben voor een verandering gezorgd
in identiteitsvorming en -beleving. In de afgelopen twintig jaar hebben zich belangrijke ontwikkelingen en
gebeurtenissen voltrokken die opgroeiende jongeren hebben beïnvloed.
Jongeren hebben meer dan vroeger de mogelijkheid om eigen keuzes te maken. Door de vrijmaking uit
traditionele klasse- en familiebindingen en uit traditionele geslachts- en leeftijdsspecifieke rollen, wordt
iedereen meer vormgever van en verantwoordelijk voor zijn eigen leven.
Het onderwijs speelt een belangrijke rol in de maatschappelijke en sociaal emotionele vorming van
kinderen. Wij zijn ons hiervan bewust en hebben dit ook al meegenomen in de totstandkoming van dit
schoolplan, onder “verbeterpunten” en dan met name het kopje “persoonlijke vorming en burgerschap”.
ICT-ontwikkelingen:
In de huidige maatschappij is ICT alom vertegenwoordigd. Er zijn maar weinig diensten en processen die niet
vertrouwen op technologie. ICT is in een relatief korte tijd een noodzakelijk onderdeel geworden van onze
nationale infrastructuur. Het aantal mensen dat beschikt over een smartphone, tablet of laptop is explosief
gestegen. In combinatie met apps, flexibele webcontent, krachtige netwerken en connectiviteit zijn we in
staat om altijd in contact te zijn met elkaar en hebben we overal toegang tot onze informatie en die van
anderen.
Naast voordelen kleven er ook nadelen aan ICT, in die zin dat het ons leven ook kwetsbaarder maakt voor
beïnvloeding van gedrag, misbruik en overmatige controle. Het slim leren omgaan met ICT blijft belangrijk
voor jong en oud. Net zoals dat geldt voor het voortdurend zoeken naar de balans tussen toegankelijkheid
en privacy.
Er ligt een taak voor het onderwijs en dus ook voor onze school om de kinderen Mediawijs te maken,
waarbij er niet alleen aandacht is voor de vaardigheden op ICT-gebied, maar ook voor de gevaren.
Stille bezuinigingen overheid:
Het primair onderwijs kampt met de gevolgen van zogenoemde stille bezuinigingen die de afgelopen jaren
hebben plaatsgevonden. Maar wat zijn deze stille bezuinigingen precies? En hoe erg zijn die?
Deze kabinetsperiode krijgen scholen er per leerling geld bij vergeleken met eerdere jaren. Maar in de
praktijk stijgen de kosten voor scholen en hun besturen veel harder. Het ministerie van Onderwijs Cultuur
en Wetenschap (OCW) compenseert die kosten niet volledig. Netto gaan scholen er dus op achteruit. Wij
spreken daarom van 'stille bezuinigingen'. Alleen al deze ontwikkeling heeft sinds 2010 in het primair
onderwijs geleid tot een netto achteruitgang van 550 miljoen euro. Per school gaat het gemiddeld om ca.
75.000 euro. Dat staat gelijk aan 1,3 voltijds (FTE) lerarenbanen op een school. Omdat een school met 220
leerling jaarlijks 1,1 miljoen euro ontvangt, gaat het meteen om een terugloop van 7 procent op de
begroting. De politiek spreekt pas over bezuinigingen als het om ‘ombuigingen’ gaat en om grote getallen.
Het gaat onder meer om gestegen arbeidskosten. De werkgeverslasten (o.a. pensioenpremie, ziekteverzuim
(specifiek de premie die aan het Vervangingsfonds moet worden betaald)) zijn dit jaar met ruim 1 procent
gestegen, terwijl de scholen maar 0.17 procent compensatie kregen van de overheid. De PO-Raad schat dat
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 12 -
scholen ongeveer 120 miljoen euro meer kwijt zijn aan werkgeverslasten dan ze gecompenseerd kregen.
Dat bedrag staat gelijk aan een verlies van 2100 voltijds lerarenbanen. Aangezien een gemiddelde leerkracht
een aanstelling heeft van 0,75 FTE praten we over ongeveer 2800 leerkrachten. Daarnaast loopt de totale
bekostiging voor materiële voorzieningen zoals energie, gebouwonderhoud, lesmethoden, ICT,
schoonmaak, meubilair al jaren achter op de daadwerkelijke kosten die schoolbesturen moeten maken. Uit
een evaluatie van het ministerie van OCW bleek in 2006 dat een school wat dat betreft gemiddeld per jaar
23.000 euro tekort komt. Voor de hele sector hebben we het hier in totaal over ca. 200 miljoen euro.
Drukken we dat wederom uit in aantal leerkrachten, dan gaat het om een verlies van ongeveer 3500 FTE of
4700 personen. Schoolbesturen geven aan dat de situatie sindsdien eerder is verslechterd dan verbeterd.
De afgelopen jaren zijn schoolbesturen op allerlei fronten bezig geweest een efficiencyslag te maken. Van
het doorlopen van nieuwe aanbestedingsprocedures voor de schoonmaak tot gezamenlijke inkoop van
scholing en energie, er is veel geprobeerd om de kosten zo laag mogelijk te houden.
Transitie jeugdzorg en de rol van de gemeente:
Vanaf 1 januari 2015 is de nieuwe Jeugdwet ingegaan. Daarin valt alle jeugdzorg, inclusief
kinderpsychiatrische zorg onder gemeentelijke verantwoordelijkheid. De financiering van de zorg voor jeugd
is overgegaan van het Rijk en de provincies naar de gemeenten. Het Rijk wil zo kosten besparen en de
versnipperde zorg verbeteren. Deze stelselwijziging wordt ook wel transitie Jeugdzorg genoemd.
De transitie betreft een wijziging in de structuur voor de jeugdzorg. Daarbij gaat het zowel om wijzigingen
van de bestuurlijke structuur, met name de overdracht van taken en verantwoordelijkheden naar
gemeenten (decentralisatie), als om wijzigingen met betrekking tot de organisatiestructuur voor de
uitvoering van de jeugdzorg. De bestuurlijke structuurwijzigingen omvatten met name:
a) overhevelen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van provincies, Rijk en zorgverzekeraars naar
gemeenten wat betreft financiering van en sturing op de jeugdzorgsector;
b) opnieuw inregelen van de bestuurlijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden van gemeenten; c)
overheveling van de financieringsrelaties en verplichtingen van provincies, zorgverzekeraars en Rijk naar
gemeenten;
d) vormgeving van samenwerking tussen gemeenten en andere bestuurlijke partijen.
Gemeenten zijn beter in staat om, op basis van de specifieke situatie van het kind, maatwerk te leveren en
verbinding te leggen met zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. Eenvoudiger en gericht op
een integrale aanpak. Eén gezin, één plan, één regisseur. Gemeenten gaan erop toezien dat kinderen naar
vermogen meedoen in de maatschappij. En waar specialistische zorg nodig is, wordt deze geboden.
De gemeente verzorgde al:
• jeugdgezondheidszorg
• preventief jeugdbeleid met informatie, advies en signalering
• coördinatie van zorg
• lichte ambulante zorg
De gemeente is per 1-1-2015 ook verantwoordelijk voor:
• dagbehandeling voor jongeren met problemen
• ambulante jeugdzorg
• jeugd GGZ
• gesloten jeugdzorg (jeugdzorg-plus)
• jeugdbescherming (ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing)
• jeugdreclassering
• zorg voor jeugd met een lichte verstandelijke beperking (uitzondering is de verblijfszorg)
• pleegzorg
• behandeling van kinderen met dyslexie
• Persoons Gebonden Budget (PGB)
•
Toelichting schoolplan 2015-2019 - 13 -
Ook is de gemeente per 1-1-2015 verantwoordelijk voor de zorg die veel ouders in het verleden inkochten
met het PGB:
• individuele begeleiding;
• groepsbegeleiding;
• persoonlijke verzorging;
• logeeropvang (kortdurend verblijf).
Modernisering CAO:
De nieuwe CAO primair onderwijs treedt in werking op 1 juli 2014 en loopt tot en met 30 juni 2015. In de
CAO Primair Onderwijs staan de arbeidsvoorwaarden geregeld die van toepassing zijn op alle mensen
werkzaam in het primair onderwijs.
Belangrijke onderwerpen binnen de CAO zijn:
-invoering veertigurige werkweek: om het indelen van het werk door het jaar heen te vergemakkelijken,
stapt het primair onderwijs over op een veertigurige werkweek. Voor een fulltimer geldt dat maximaal 930
uur van de 1659 beschikbare uren les gegeven kan worden. Scholen die dat willen kunnen onder
voorwaarden overstappen op een overlegmodel over de werkverdeling. Daarin kan de zwaarte van het werk
(klassengrootte, zorgleerlingen) worden meegewogen. De maximale lessentaak komt dan te vervallen.
-professionalisering: Alle werknemers krijgen op fulltime basis twee uur per week voor hun professionele
ontwikkeling.
-duurzame inzetbaarheid. Alle werknemers krijgen recht op een budget van 40 uur op jaarbasis. Die uren
kunnen worden ingezet om de duurzame inzetbaarheid te vergroten. Dat zou kunnen door scholing, maar
ook door het scheppen van extra tijd voor het voorbereiden van lessen.
–beginnende leraren krijgen maximaal drie jaar lang 40 uur per jaar extra voor professionalisering.
Daarnaast hebben zij recht op coaching door een collega die niet hun leidinggevende is.
Planning doelen en actie schoolplan - 1 -
Planning doelen en acties schoolplan 2015-2019 De Draaiende Wieken 26-05-2015
Onze Verbeterpunten Welke doelen willen we realiseren ? Welke acties ondernemen we ? Periodisering
Persoonlijke vorming en burgerschap: -We willen techniek in ons onderwijsaanbod een structurele plek geven. -Tijdens technieklessen, maar ook bij de overige vakgebieden willen we het onderzoekend leren bij onze leerlingen bevorderen. -We willen een onderzoekende houding bij de leerlingen ontwikkelen. -We willen dat de leerlingen zich vaardigheden eigen kunnen maken om de wereld om hen heen te onderzoeken. - We willen dat de leerlingen een houding ontwikkelen waardoor ze uit zichzelf en als vanzelfsprekend op onderzoek uitgaan.
Organisatie: -Taak techniekcoördinator invullen. Mogelijke kandidaten worden door de directie benaderd. -De techniekkarren worden structureel ingezet om het onderzoekend leren te bevorderen. Onderwijsaanbod: -Techniekcoördinator inventariseert wat er al gedaan wordt op het gebied van techniek (Naut, techniekkasten). -De techniekcoördinator onderzoekt wat er nog nodig is om techniek en onderzoekend leren te bevorderen. -Leerlingen krijgen opdrachten waarmee ze zich onderzoeksstrategieën eigen kunnen maken. Pedagogisch: - De kinderen krijgen de mogelijkheid om vragen te stellen omdat ze iets te weten willen komen, nieuwsgierig zijn. Ze leren daarbij ook dat het stellen van vragen, niet altijd betekent dat er ook direct antwoord moet komen of mogelijk is. -De kinderen krijgen de mogelijkheid om de kennis die ze verworven hebben alleen of met anderen in te zetten om nieuwe kennis te verwerven.
2014 -2015 taak techniekcoördinator invullen. 2015 -2016 inventarisatie techniek. 2016 -2017 inpassing nieuwe materialen, projecten.
Aanbod voor meer –en hoogbegaafden: -Vanuit gericht beleid voor meer –en hoogbegaafden willen we komen tot een optimale signalering en een passend onderwijsaanbod voor deze leerlingen om zo optimaal tegemoet te komen aan hun behoeften.
Organisatie: -De intern begeleider maakt n.a.v. de teamcursus, in het schooljaar 2015-2016, schoolbeleid t.a.v. meer –en hoogbegaafdheid. -Uit analyses van methodegebonden toetsen of het LOVS en uit observaties signaleren groepsleerkrachten mogelijk meer –en hoogbegaafde leerlingen. -Tijdens groepsbesprekingen of tussentijds worden gesignaleerde, mogelijk meer –en hoogbegaafde leerlingen met de intern begeleider besproken. Onderwijsaanbod: -De intern begeleider inventariseer het aanbod voor meer –en hoogbegaafden, waar nodig worden extra materialen aangeschaft. Deskundigheid: -Ondersteuning aan leerkrachten bij het invullen van het DHH door de intern begeleider. -De leerkracht wordt begeleid bij de aanpak en de inzet van de middelen / materialen.
2015 -2016 intern begeleider maakt schoolbeleid. 2015 -2016 signalering hoogbegaafdheid leerkrachten. 2015 -2016 hoogbegaafdheid in groepsbesprekingen. 2015 -2016 inventariseren aanbod hoogbegaafdheid (I.B.). 2015 -2016 ondersteuning leerkrachten bij invullen DHH (I.B.). 2016 -2017 Uitbreiden aanbod hoogbegaafde leerlingen met groepsoverstijgende en vakkenoverstijgende verrijkingstaken.
Relatie onderwijsbehoefte en leerling kenmerken:
-Vanuit een gedegen analyse van de leerlingenpopulatie n.a.v. het doorkijkje willen we juiste keuzes maken voor wat betreft het leerstofaanbod, onderwijstijd, leermiddelen en de inrichting van het onderwijs.
Organisatie: -Het M.T. maakt een gedegen analyse van de leerling- populatie a.h.v. het doorkijkje. Onderwijsaanbod: -Het M.T. maakt samen met het team leerkrachten, na analyse van de leerlingenpopulatie, gerichte keuzes op
2015 -2016 analyse leerlingenpopulatie a.h.v. doorkijkje. 2016 -2017 keuzes onderwijsaanbod n.a.v. analyse leerling-populatie.
Planning doelen en actie schoolplan - 2 -
het gebied van leerstofaanbod, leermiddelen, onderwijstijd en inrichting van het onderwijs.
Afstemming aard van zorg op kenmerken leerlingen:
-We willen door de invoering van kindgesprekken meer zicht krijgen op de compenserende en belemmerende factoren in het leren van de kinderen. -We willen het pedagogisch klimaat en de pedagogische relatie tussen leerkrachten en leerlingen op onze school verder verbeteren door de invoering van kindgesprekken.
Organisatie: -Het creëren van tijd voor leerkrachten om kindgesprekken te voeren. -Het bieden van een geschikte ruimte om kindgesprekken te voeren (vanwege vertrouwelijkheid niet in de klas). Pedagogisch: -Het in samenspraak met de leerlingen opsporen en uitvoeren van acties die nodig zijn om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen. -Middels kindgesprekken achterhalen wat de leerling in zijn leren belemmert. -Het achterhalen van de compenserende factoren van een leerling, die hem / haar juist ondersteunen bij het leren.
2016 -2017 invoering kindgesprekken.
Inspelen op kinderen met autisme en ADHD:
-We willen het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak in het schooljaar 2015 -2016 invoeren. - Door een passende teamnascholing willen we dat het leerkrachtenteam nog meer toegerust is op de begeleiding van kinderen met specifieke stoornissen.
Deskundigheid: -Teamnascholing m.b.t. de begeleiding van (individuele) leerlingen met specifieke stoornissen (bv. ADHD of autisme) zal aan de leerkrachten aangeboden worden. -De I.B.’ers ondersteunen de leerkrachten bij het opstellen en de uitvoering van het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak. Pedagogisch: -De leerkracht gaat in samenspraak met de intern begeleider na welke onderwijsbehoeften individuele leerlingen met specifieke stoornissen hebben. -De onderwijsbehoeften van leerlingen met een stoornis worden in het groepsplan opgenomen.
2015 -2016 opnemen onderwijsbehoeften van leerlingen met een stoornis in het groepsplan. 2015 -2016 ondersteuning leerkrachten door I.B.’ers bij opstellen en uitvoeren van het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak. 2016 -2017 teamnascholing leerlingen met specifieke stoornissen.
Groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak:
-De groepsleerkrachten kunnen, met ondersteuning van de intern begeleiders, een groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak opstellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen.
Pedagogisch: -De leerkracht gaat in samenspraak met de intern begeleider na welke onderwijsbehoeften de groep op het gebied van gedrag heeft. -De leerkracht en de intern begeleider gaan na of er leerlingen met lichte of zware gedragsproblematiek zijn. Deskundigheid: -In samenspraak met de intern begeleider en/of het M.T. wordt de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht bepaald. -De I.B.’ers ondersteunen de leerkrachten bij het opstellen en de uitvoering van het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak. Organisatie: -Tijdens de groepsbesprekingen worden de groepsplannen gedrag geëvalueerd.
2015 -2016 opstellen groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak door leerkrachten met ondersteuning I.B.’ers. 2015 -2016 evaluatie groepsplannen Sociaal Pedagogische Aanpak tijdens groepsbesprekingen.
ICT-vaardigheden van het team:
-Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden om ICT in de klas doelmatig in te zetten. -De leerkrachten zijn in staat om hun onderwijsleerproces op een verantwoorde wijze te
Onderwijsaanbod: -De methode “Mediawijs” wordt ingevoerd. Organisatie en financiën: -De leraren die moeite hebben met ICT in het algemeen en de inzet van ICT in de klas krijgen scholing
2015 -2016 invoering methode “Mediawijs”. 2015 -2016; 2016 -2017 overlegmomenten ICT voor leerkrachten m.b.t. inzet ICT in de lespraktijk. 2016 -2017 scholing leerkrachten die basisvaardigheden als omschreven in I-Grow niet bezitten.
Planning doelen en actie schoolplan - 3 -
ondersteunen met ICT-hulpmiddelen. -Alle leerkrachten beheersen in 2017 de basisvaardigheden op ICT gebied, zoals deze beschreven zijn in I-Grow.
aangeboden. Deskundigheid: -De leerkrachten krijgen de mogelijkheid om bv. tijdens bouwoverleg of andere overlegmomenten ervaringen m.b.t. de effectieve inzet van ICT uit te wisselen. -De leerkrachten die de basisvaardigheden op ICT-gebied, zoals omschreven in I-Grow niet bezitten, zullen hiervoor scholing gaan volgen.
2015 -2019 structureel inzetten van digitale programma’s bij lesmethoden.
Inspelen op 21e eeuwse vaardigheden (21th century skills):
-We willen op onze school uitdagend en toekomstgericht onderwijs geven dat inspeelt op de talenten en leerbehoeften van alle individuele leerlingen. -We willen de kinderen leren om op een goede en veilige manier om te gaan met social media. -We willen dat onze school in 2017 beschikt over ten minste 1 leerkracht met extra competenties op het gebied van 21e eeuw vaardigheden.
Pedagogisch: -Door de inzet van de methode “Mediawijs” leren we de leerlingen om op een goede en veilige manier met social media om te gaan. Onderwijsaanbod: -De methode “Mediawijs” wordt aangeschaft om de leerlingen te leren hoe ze het beste met social media op school, maar ook thuis om kunnen gaan. Organisatie en financiën: -Leerkrachten met ambitie en feeling op het gebied van 21e eeuwse vaardigheden krijgen de mogelijkheid zich te scholen op dit vak, zodat ze in 2017 over de gevraagde compententies beschikken.
2015 -2016 invoering methode “Mediawijs”. 2016 -2017 scholing leerkracht i.v.m. 21e eeuwse vaardigheden.
Planning en organisatie in de groep:
-Door een doorgaande lijn op het gebied van dag –en weektaken te maken, willen we zorgdragen voor nog meer éénduidigheid in ons onderwijs.
Organisatie en financiën: -In diverse groepen wordt gewerkt met dag –en weektaken. De groepsleerkrachten doen dit nu allemaal op hun eigen manier. In goed onderling overleg (werkgroep neemt voortouw) zal er een doorgaande lijn op het gebied van dag –en weektaken gemaakt worden. -Tijdens observaties in de groepen door het M.T. zal bekeken worden of de dag –en weektaken in de lijn van de school ingepast zijn en toegepast worden. Onderwijsaanbod: -Na vaststelling van de doorgaande lijn dag –en weektaken zal deze geïmplementeerd worden in de groepen.
2015 -2016 samenstellen werkgroep “doorgaande lijn dag –en weektaken”. 2015 -2016 opstellen doorgaande lijn dag –en weektaken door werkgroep. 2015 -2016 na eventuele aanpassing en goedkeuring door het team vaststellen doorgaande lijn. 2016 -2017 implementatie doorgaande lijn dag –en weektaken. 2016 -2017 observaties M.T. m.b.t. toepassing doorgaande lijn dag –en weektaken in de groepen.
Administratieve overlast:
-De leerkrachten gaan het administratieve programma Eduscope met betrekking tot groepsoverzichten, groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven zo effectief mogelijk gebruiken om de administratieve last terug te dringen.
Organisatie en financiën: -Het M.T. maakt een voorstel m.b.t. de administratieve verplichtingen van de leerkrachten betreffende de individuele –en groepsadministratie. -Het voorstel van het M.T. m.b.t. de administratieve verplichtingen wordt aan het team voorgelegd. -Na eventuele bijstelling en goedkeuring van het voorstel door het team wordt dit in het zorgplan vastgelegd. Deskundigheid: -De I.B.’ers volgen de scholing groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope, verzorgd door INNOVO. -De I.B.’ers verzorgen studiemomenten voor het team m.b.t. groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope.
2015 -2016 voorstel M.T. m.b.t. administratieve verplichtingen en na eventuele bijstelling opnemen in het zorgplan. 2015 -2016 scholing I.B.’ers groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope. 2016 -2017 studiemomenten leerkrachtenteam verzorgd door I.B.’ers m.b.t. groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope.
Adaptief toetsen: -Door middel van adaptief toetsen willen we bij het Organisatie: 2014 -2015 scholing I.B.’ers “Klaar voor passend
Planning doelen en actie schoolplan - 4 -
toetsen van leerlingen meer aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
-Een voorstel m.b.t. adaptief toetsen wordt door het M.T. gemaakt. -Het voorstel van het M.T. m.b.t. adaptief toetsen wordt aan het team voorgelegd. -Na eventuele bijstelling en goedkeuring van het voorstel door het team wordt dit in het zorgplan vastgelegd. Deskundigheid: -De I.B.’ers volgen scholing “Klaar voor passend onderwijs”. -Naar aanleiding van de scholing “Klaar voor passend onderwijs”, waar het “adaptief toetsen” aan de orde komt maken de I.B.’ers beleid.
onderwijs”. 2015 -2016 voorstel beleid “Adaptief toetsen” door M.T. Na eventuele bijstelling en goedkeuring door team vastleggen in het zorgplan.
Evaluatie van het onderwijsleerproces:
-Door regelmatige observaties in de groepen en bespreking van deze observaties in de gesprekscyclus willen we de ontwikkelpunten voor de individuele leerkrachten en op schoolniveau vaststellen en hier scholing aan koppelen.
Organisatie en financiën: -Regelmatig (minimaal 2 keer per schooljaar) voert het M.T. aangekondigde en onaangekondigde observaties uit in de diverse groepen. -Jaarlijks worden er door de directie functionerings –en beoordelingsgesprekken gehouden met de leerkrachten. -Uit de observaties en de daarop volgende gesprekken worden ontwikkelpunten voor de individuele leerkrachten en ook op schoolniveau vastgesteld. Deskundigheid: -De ontwikkelpunten voor de individuele leerkrachten worden vastgelegd (POP). Waar nodig worden er individuele scholingsafspraken gemaakt. -De ontwikkelpunten op schoolniveau worden vastgelegd en monden eventueel uit in nascholing op bouw –of teamniveau.
2015 -2019 jaarlijks 2 observatierondes door het team. 2015 -2019 functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek (zie gesprekscyclus) met alle leerkrachten door de directie. 2015 -2019 ontwikkelpunten individuele leerkrachten en ontwikkelpunten op schoolniveau worden vastgelegd. 2015 -2019 scholing individuele leerkrachten of op teamniveau.
Werken in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie):
-We willen het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen kritisch bekijken en eventueel aanpassen in het licht van het nieuw op te stellen VVE-werkplan.
Organisatie en financiën: -De I.B.’er onder –en middenbouw woont de vergadermomenten met gemeente Roerdalen en de I.B.’ers van de overige scholen in de gemeente Roerdalen bij. -De I.B.’er onder –en middenbouw stelt het VVE-werkplan in samenwerking met de leerkrachten onderbouw op. Onderwijsaanbod: -Het VVE-werkplan is leidend voor het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen. -Het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen wordt kritisch bekeken door de I.B.’er en de leerkrachten onderbouw. -Het onderwijsaanbod aan VVE-leerlingen wordt daar waar nodig aangepast in het licht van het VVE-werkplan.
2015 - ? I.B.’er onder –en middenbouw woont VVE vergaderingen gemeente bij. 2015 -2016 opstellen werkplan VVE door I.B.’er en leerkrachten onderbouw. 2015 -2016 kritisch bekijken onderwijsaanbod VVE. 2016 -2017 eventuele aanpassing onderwijsaanbod VVE-leerlingen.
Opstellen streefdoelen schoolbreed
-We willen per vakgebied onze streefdoelen naar boven bijstellen om zo hogere opbrengsten op individueel, groeps –en schoolniveau te behalen.
Organisatie en financiën: -Per vakgebied wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om hogere doelen te bereiken. -Per vakgebied wordt bekeken welke acties er nodig zijn om hogere doelen te bereiken. -Groepsgebonden afspraken, die hieruit voortvloeien
2017 -2018 onderzoek streefdoelen per vakgebied. 2018 -2019 vastleggen afspraken op groepsniveau en op schoolniveau.
Planning doelen en actie schoolplan - 5 -
worden vastgelegd in het groepsplan. -Schoolbrede afspraken worden vastgelegd in het zorgplan. Deskundigheid: -In bouw –of teamoverleg en op studiemomenten worden mogelijke acties besproken en geëvalueerd.
Overzicht periodisering per schooljaar Schoolplan 2015 – 2019 - 1 -
Overzicht periodisering per schooljaar Schoolplan 2015 – 2019 De Draaiende Wieken 25-05-2015
Schooljaar Verbeterpunt Actie 2014 - 2015 Persoonlijke vorming en burgerschap
Adaptief toetsen
-taak techniekcoördinator invullen. - scholing I.B.’ers “Klaar voor passend onderwijs”.
2015 - 2016 Persoonlijke vorming en burgerschap Aanbod voor meer –en hoogbegaafden Relatie onderwijsbehoefte en leerling kenmerken Inspelen op kinderen met autisme en ADHD Groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak ICT-vaardigheden van het team Inspelen op 21e eeuwse vaardigheden (21th century skills)
- taak techniekcoördinator invullen.
-intern begeleider maakt schoolbeleid. -signalering hoogbegaafdheid leerkrachten. -hoogbegaafdheid in groepsbesprekingen. -inventariseren aanbod hoogbegaafdheid (I.B.). - ondersteuning leerkrachten bij invullen DHH (I.B.). - analyse leerlingenpopulatie a.h.v. doorkijkje. - opnemen onderwijsbehoeften van leerlingen met een stoornis in het groepsplan. - ondersteuning leerkrachten door I.B.’ers bij opstellen en uitvoeren van het groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak. - opstellen groepsplan Sociaal Pedagogische Aanpak door leerkrachten met ondersteuning I.B.’ers. - evaluatie groepsplannen Sociaal Pedagogische Aanpak tijdens groepsbesprekingen. - invoering methode “Mediawijs”. -overlegmomenten ICT voor leerkrachten m.b.t. inzet ICT in de lespraktijk. -invoering methode “Mediawijs” (zie ook ICT-vaardigheden team).
Overzicht periodisering per schooljaar Schoolplan 2015 – 2019 - 2 -
Planning en organisatie in de groep Administratieve overlast Adaptief toetsen Werken in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie)
- samenstellen werkgroep “doorgaande lijn dag –en weektaken”. - opstellen doorgaande lijn dag –en weektaken door werkgroep. - na eventuele aanpassing en goedkeuring door het team vaststellen doorgaande lijn. - voorstel M.T. m.b.t. administratieve verplichtingen en na eventuele bijstelling opnemen in het zorgplan. - scholing I.B.’ers groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope. -voorstel beleid “Adaptief toetsen” door M.T. Na eventuele bijstelling en goedkeuring door team vastleggen in het zorgplan. - I.B.’er onder –en middenbouw woont VVE vergaderingen gemeente bij. - opstellen werkplan VVE door I.B.’er en leerkrachten onderbouw. - kritisch bekijken onderwijsaanbod VVE.
2016 - 2017 Persoonlijke vorming en burgerschap Aanbod voor meer –en hoogbegaafden Relatie onderwijsbehoefte en leerling kenmerken Afstemming aard van zorg op kenmerken leerlingen
- inpassing nieuwe materialen, projecten. - Uitbreiden aanbod hoogbegaafde leerlingen met groepsoverstijgende en vakkenoverstijgende verrijkingstaken. - keuzes onderwijsaanbod n.a.v. analyse leerling-populatie. - invoering kindgesprekken.
Overzicht periodisering per schooljaar Schoolplan 2015 – 2019 - 3 -
Inspelen op kinderen met autisme en ADHD Inspelen op 21e eeuwse vaardigheden (21th century skills) Planning en organisatie in de groep Administratieve overlast Werken in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie)
- teamnascholing leerlingen met specifieke stoornissen. - scholing leerkracht i.v.m. 21e eeuwse vaardigheden. - implementatie doorgaande lijn dag –en weektaken. - observaties M.T. m.b.t. toepassing doorgaande lijn dag –en weektaken in de groepen. - studiemomenten leerkrachtenteam verzorgd door I.B.’ers m.b.t. groepsplanning en ontwikkelingsperspectief in Eduscope. - eventuele aanpassing onderwijsaanbod VVE-leerlingen.
2017 - 2018 Opstellen streefdoelen schoolbreed - onderzoek streefdoelen per vakgebied.
2018 - 2019 Opstellen streefdoelen schoolbreed - vastleggen afspraken op groepsniveau en op schoolniveau.
2015 - 2019 ICT-vaardigheden van het team Evaluatie van het onderwijsleerproces
- structureel inzetten van digitale programma’s bij lesmethoden. -jaarlijks 2 observatierondes door het team. -functioneringsgesprek of beoordelingsgesprek (zie gesprekscyclus) met alle leerkrachten door de directie. -ontwikkelpunten individuele leerkrachten en ontwikkelpunten op schoolniveau worden vastgelegd. -scholing individuele leerkrachten of op teamniveau.
1234569
1011121314151617181920212223242526272829303132333435363738394041424344454647484950515253545556575859606162636465666768697071727374757677787980818283848586
A B D E H I J K L
brinnr 03HFSCHOOL basisschool de Draaiende Wieken
aantal leerlingen: 300 262 258 256 254aantal leerlingen inclusief 3% regeling: 309 269 265 263 261
2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018 2018-2019BATEN
Rijksbijdragen OCW831100 Rijksbijdrage OCW 960.515 845.926 837.938 840.683 837.364 831110 Personeels- en arbeidsmarktbeleid 110.682 97.556 96.197 95.257 94.578 831120 Totale vergoeding Mat.instandhouding (MI) 183.624 181.807 180.534 179.908 179.281 831210 subsidies OCW met verrekeningsclausule - 831220 subsidies OCW zonder verr cl (overschot vrij best) - 831230 subsidies OCW zonder verr cl (volledig vrij best)prestatiebox 28.941 25.407 30.585 38.812 41.064 831300 SWV passend onderwijs rugzakvergoeding - 9.170 9.030 8.960 8.890 831310 SWV passend onderwijs Overig 10.500 7.860 7.740 7.680 7.620
Totale rijksbijdragen OCW 1.294.261 1.167.726 1.162.025 1.171.299 1.168.797
Overige overheidsbijdragen832120 Vergoeding gymzaal - - - - - 832140 LEA-vergoedingen 6.000 6.000 3.000 - - 832190 Gemeentelijke bijdragen 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250
Totaal overige overheidsbijdragen 7.250 7.250 4.250 1.250 1.250
Overige baten835400 Baten verhuur 3.300 3.360 3.360 3.360 3.360 835510 Detacheringen BTW-plichtig - - - - - 835520 Detacheringen niet-BTW plichtig - - - - - 835860 Ambulante dienst inkomsten - - - - - 835870 Externe uitleen werk derden 4.000 - - - - 835890 Overige baten 2.500 5.000 - - -
Totaal overige baten 9.800 8.360 3.360 3.360 3.360
1.311.311 1.183.336 1.169.635 1.175.909 1.173.407
LASTEN
Personele lasten411000 Personele lasten directie 137.835 117.298 117.298 117.298 117.298 411100 Personele lasten onderwijzend personeel (OP) 782.811 721.438 698.861 712.030 716.492 411150 Personele lasten payroll - - - - - 411200 Personele lasten onderwijs ondersteunend personeel (OOP) 34.451 25.473 25.473 25.473 25.473 413200 Inhuur/uitzendkrachten - - - - - 413320 Reiskosten 2.500 2.500 2.500 2.500 2.500 413321 Nascholing (fb) 6.000 5.000 5.000 5.000 5.000 413323 Nascholing bekostigd door Lea-gelden 6.000 6.000 3.000 - - 413350 GMR-faciliteiten 1.613 1.545 1.545 1.545 1.545 413398 Werkkostenregeling 1.750 2.000 2.000 2.000 2.000 413399 Personele uitgaven 9999 11.300 800 800 800 800 414500 Vergoedingen formatie (Lerarenbeurs, detachering enz) - - - - - 411990 Dekking personele lasten (o.a. Schoonmakers eigen dienst) - - - - -
Totale personele lasten 984.260 882.054 856.477 866.646 871.108
lasten bovenschools444100 Afdrachten CvB/Servicebureau 82.818 84.397 83.600 83.689 83.342 444200 Afdrachten Bovenschoolse kosten 39.150 32.633 32.325 32.360 32.225
totale lasten bovenschools 121.969 117.030 115.926 116.048 115.567
Afschrijvingslasten423100 Afschrijvingskosten ICT 12.076 8.215 7.150 5.171 2.547 423200 Afschrijvingskosten inventaris 17.041 16.895 16.530 16.096 15.740 425000 Afschrijvingskosten duurzaam olp 19.911 18.826 18.883 17.627 14.328 422100 Afschrijvingskosten verbouwingen 747 747 714 342 342
Totale afschrijvingslasten 49.775 44.683 43.276 39.236 32.957
Huisvestingslasten431100 Betaalde huur - - - - - 431500 Dotatie voorziening buitenonderhoud - 19.805 19.618 19.639 19.558 432000 Dotatie voorziening onderhoud 28.777 25.966 25.735 25.761 25.661 433100 Klein onderhoud gebouw 12.250 9.500 9.500 9.500 9.500 434100 Electra/Boiler 7.560 7.560 7.560 7.560 7.560 434200 Water 800 750 750 750 750 434300 Gas 16.800 15.600 15.600 15.600 15.600
schooljaar
Terug naar hoofdmenu
TOTALE BATEN
Naar recapitulatie nieuw (verkort)Naar recapitulatie MR
03HF 2016 recapitulatie
87888990919293949596979899100101102103104105106107108109110111112113114115116117118119120121122123124125126127128129130131
A B D E H I J K L435100 Schoonmaakonderhoud 39.281 31.393 31.393 31.393 31.393 436100 Publiekrechtelijke heffingen 2.000 2.240 2.240 2.240 2.240
Totale huisvestingslasten 107.468 112.814 112.396 112.443 112.261
Overige instellingslasten
446400 telefoon 1.800 1.360 1.360 1.360 1.360 446510 mr/or 700 446600 culturele vorming (exclusief subsidie gelden) 3.360 1.434 1.390 1.367 1.345 446610 schoolzwemmen - - - - - 446990 overige uitgaven 12.800 9.500 9.500 9.500 9.500
Totale overige instellingslasten 18.660 12.294 12.250 12.227 12.205
Leermiddelen451100 olp: dagelijks 22.000 22.000 22.000 22.000 22.000 451300 olp: reprokosten 10.080 7.310 7.310 7.310 7.310 451400 olp: aanvullende formatie (rugzak) - - - - -
Totale leermiddelen 32.080 29.310 29.310 29.310 29.310
1.314.212 1.198.186 1.169.635 1.175.909 1.173.407
TOTALE BATEN 1.311.311 1.183.336 1.169.635 1.175.909 1.173.407 TOTALE LASTEN 1.314.212 1.198.186 1.169.635 1.175.909 1.173.407
resultaatbestemming: vrijval schoolreserve 2.900 14.850 EXPLOITATIERESULTAAT 0- 0 - - -
Toelichting MI-vergoedingen831120 vergoeding groepsafhankelijk 83.902 83.902 83.902 83.902 831120 vergoeding leerlingafhankelijk 97.635 96.382 95.756 95.129 831120 vergoeding NOAT-leerlingen 270 250 250 250
Totaal MI-budget 181.807 180.534 179.908 179.281
Overzicht investeringsbedrageninvesteringen dolp 6.615 6.615 6.615 6.615investeringen ict 2.770 6.168 0 0investeringen inventaris 1.000 0 0 0investeringen verbouwingen 0 0 0 0
totalen 10.385 12.783 6.615 6.615
TOTALE LASTEN
03HF 2016 recapitulatie